Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de...

76
Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid Rapport van een behoeftepeiling in het kader van een Vlaamse strategie tegen thuisloosheid September 2005

Transcript of Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de...

Page 1: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid Rapport van een behoeftepeiling in het kader van een Vlaamse strategie

tegen thuisloosheid

September 2005

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 1

Page 2: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

2

Danny Lescrauwaet

m.m.v. Helen Blow, Gerard Van Menxel en Koen Mendonck,

juni 2005

Page 3: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Inhoud

Inleiding

1. Begripsomschrijving : begeleid wonen, woonbegeleiding, … 7

2. Van verbroken naar herstelde verbindingen: probleemstelling 13

2.1. Het verleden

2.2. De toekomst

2.3. Een organisatie- en efficiëntievraagstuk

2.4. Lokaal sociaal beleid en thuisloosheid

3. Doel en afbakening van de peiling 16

4. Kwantitatieve analyse van het begeleid (zelfstandig) wonen 17

4.1. Aantal aanvragen tot opname en doorverwezen wegens volzet

4.2. Gemiddelde verblijfsduur

4.3. Spreiding van het aanbod

5. Profiel van het cliënteel in het begeleid wonen 21

5.1. Aantal cliënten op onthaal en in begeleiding in 2004

5.2. Verdeling naar geslacht, begeleid wonen en residentieel

5.3. Leeftijd van het cliënteel, begeleid wonen en residentieel

5.4. Begeleidingsduur begeleid wonen en residentieel

5.5. Aandeel allochtonen in de begeleidingen

5.6. Burgerlijke staat

5.7. Gezinssituatie

5.8. Inkomensbron

5.9. Feitelijke verblijfplaats bij start begeleiding

5.10. Bestaanszekerheid

5.11. Aard van de problematiek

5.12. Het afsluiten van de begeleiding

6. Profiel van het cliënteel in het begeleid zelfstandig wonen 31

7. Kwalitatieve analyse 38

7.1. Situering en vroegere peilingen en verruimingen

7.2. Analyse van de interviews

8. Beleidsaanbevelingen : prioritaire verruimingsbehoeften 43

8.1. Capaciteit ambulante woonbegeleiding per regio & per 1.000 inwoners

8.2. Opnamedruk

8.3. Afbakening prioritaire regio’s

9. Beleidsaanbevelingen 47

Bijlage: Interviewverslagen 48

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 3

Page 4: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

4

Page 5: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Inleiding

In uitvoering van het vorige Vlaams regeerakkoord werden in 6 pilootregio’s initiatieven genomen om het aanbod aan woonbegeleiding en begeleid wonen voor thuislozen te ver-ruimen. Dit gebeurde via samenwerking tussen de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) de lokale huisvestingsactoren en de lokale besturen.

Minister van Welzijn, Gezondheid en Gezin Inge Vervotte stelde in haar beleidsnota 2004-20091 dat het nodig is dat de thuislozenwerking van het algemeen welzijnswerk methodieken, opvangvormen en samenwerkingsverbanden ontwikkelt die de instroom beperken en de uitstroom bewerkstellingen. De lopende initiatieven begeleid wonen en woonbegeleiding, als de minst ingrijpende hulpverlening die de mensen krachtiger maakt in hun situatie, blijven ondersteund. De minister wil deze initiatieven vanuit een inclusie-ve benadering meer inpassen in het Vlaamse huisvestingsbeleid.

Dit kadert ook in een Vlaamse strategie tegen thuisloosheid waarover het Vlaams parle-ment in 2004 een resolutie stemde2. Eén van de krachtlijnen van deze resolutie ver-meldde dat de samenwerking tussen de huisvestings- en de welzijnssector diende gesti-muleerd te worden via de verruiming van diverse vormen van woonbegeleiding en bege-leid wonen. Door die samenwerking moet voorkomen worden dat mensen hun woonst verliezen. Tegelijk kunnen thuislozen dankzij betere samenwerkingsafspraken gemakke-lijker doorstromen naar een definitieve woonst, waardoor de druk op het opvangsysteem verlicht wordt.

De eerste verruimingsacties in de 6 pilootregio’s waren gebaseerd op een behoeftepeiling die het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk in 2001 uitvoerde.3 Uit deze peiling bleek o.m. dat er een tekort was aan 2000 plaatsen in het begeleid wonen om de instroombehoeften van de opvangcentra op te vangen. Er bleek ook uit dat er zich een ernstig dichtslib-bingsprobleem stelde in de opvangcentra: 30 % van de opvangplaatsen werden ingeno-men door thuislozen die eigenlijk beter in het begeleid wonen zouden opgevangen wor-den.

Voor een toekomstig beleid dienen de gegevens uit 2001 echter geactualiseerd te wor-den, omdat ze verouderd zijn. Daarenboven dient dit toekomstig beleid ook rekening te houden met de nieuwe ontwikkelingen in het lokaal sociaal beleid en het sociale huisves-tingsbeleid van het Vlaams Gewest.

Aan deze bekommernissen wil deze behoeftepeiling tegemoet komen. We houden daarbij uiteraard ook rekening met de evaluatie van de pilootregio’s begeleid wonen. Wel ver-trekken we van enkele belangrijke uitgangspunten inzake de visie op thuisloosheid en het bestrijden ervan binnen de Vlaamse Gemeenschap :

Thuisloosheid is bij uitstek een problematiek die verwijst naar wonen en welzijn. De thuisloze kampt met een verbindingsprobleem met zichzelf en de samenleving4. Bij-gevolg kan men de verbroken verbinding met woonst en huisvesting niet enkel als een welzijnsprobleem benaderen. Het volstaat niet om tijdelijke opvang in centra te bieden. Integratiekansen inzake huisvesting en woonst ontstaan maar indien er, via samenwerking met de huisvestingssector, geïnvesteerd wordt in begeleid wonen. Daar kan een meer op maat gerichte begeleiding geboden worden die ook gericht is op het herstel van sociale netwerken. Trouwens elke thuisloze die opgevangen wordt in het begeleid wonen, is geen thuisloze meer, maar iemand die een woonst heeft.

1 Minister Inge Vervotte, Beleidsnota 2004-2009, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 2 Vlaams Parlement, zitting 5 maart 2004, resolutie betreffende een Vlaamse strategie tegen thuisloosheid. 3 Lescrauwaet D., Begeleid wonen, Van appendix naar ruggengraat in de thuislozenzorg, Steunpunt Algemeen

Welzijnswerk, juni 2001. 4 Van Menxel,G., Lescrauwaet D., Parys, I., Verbinding verbroken. Thuisloosheid en Algemeen Welzijnswerk in

Vlaanderen, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, 2003.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 5

Page 6: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

6

Begeleid wonen en woonbegeleiding situeren zich op het snijvlak van zorg en wonen en dienen dan ook via samenwerking tussen de welzijns- en de huisvestingssector verder uitgebouwd te worden. Deze samenwerking kan vertrekken vanuit éénieders kerntaken en is gericht op het tot stand brengen van win-win-situaties. Dergelijke samenwerking vergt echter ook lokale sturing en regie, waardoor de link met lokaal sociaal beleid voor de hand ligt.

Uiteraard is het ook enorm belangrijk dat mensen hun woonst niet verliezen en thuis-loos worden. Via woongeleiding van mensen die uit hun woonst dreigen gezet te wor-den dient aandacht te gaan naar preventie van thuisloosheid.

Deze behoeftepeiling werd mogelijk gemaakt via een niet gereglementeerde toelage vanwege de Minister voor Welzijn aan het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Het doel van het project bestaat erin het aanbod van het algemeen welzijnswerk naar thuislozen toe te differentiëren.

Page 7: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

1. Begripsomschrijving : begeleid wonen, woonbegeleiding, …

Het algemeen welzijnswerk kent verschillende werkvormen voor het opvangen en bege-leiden van thuislozen:

Werkvormen die gericht zijn op opvang hanteren een dagprijssysteem. Het is de be-doeling dat de thuisloze er tijdelijk wordt opgevangen en begeleid. Het tijdelijk huis-vesten van thuislozen in opvangcentra is een afgeleide van de hulpverlening. Op-vangvormen waar met dagprijzen gewerkt wordt zijn bijvoorbeeld: crisisopvang, mannenopvang, vluchthuizen en vrouwenopvangcentra, opvangcentra voor jongeren, nachtopvang,…. De cliënt kan er opvangen worden in een leefgroep of tijdelijk in een studio zonder leefgroepwerking verblijven.

In de woonvormen van het algemeen welzijnswerk hanteert men huur-en begelei-dingscontracten. Vermits de cliënt er zijn hoofdverblijfplaats heeft, is de huurwetge-ving hier van kracht omdat mensen recht hebben op woonzekerheid. De cliënt kan een woning huren op de private of de sociale huurmarkt. De CAW’s gaan vermijden om zelf verhuurder te zijn omdat deze huisbaasrol moeilijk te combineren valt met de begeleidersrol. Omwille van de betaalbaarheid, de woonzekerheid en de woningkwali-teit is het uiteraard zinvol om hierin samen te werken met de sociale huisvesting, so-ciale verhuurkantoren en lokale besturen. In het begeleidingscontract verklaren cen-trum en cliënt zich akkoord omtrent de aard en de inhoud van de begeleiding en de wederzijdse rechten en verplichtingen. Het aanvaarden van zo’n begeleidingscontract is een voorwaarde om in woongeleiding of begeleid wonen te kunnen instappen. Het algemeen welzijnswerk kent verschillende woonvormen die we hierna uiteen zetten.

Het begeleid wonen is bedoeld voor mensen die (nog) onvoldoende vaardigheden hebben om zelfstandig te wonen. Men mikt op begeleiding in een thuissituatie gericht op het zo zelfstandig leren wonen en leven. De begeleiding beperkt zich tot een aan-tal uren per week. Meestal wordt begeleid wonen aangewend als een tussensituatie tussen residentiële opvang en zelfstandig wonen. Maar voor sommige cliënten, die niet aarden in een residentiële opvang, kan het ook een volwaardig alternatief zijn voor een residentiële opname. Het algemeen welzijnswerk kent zowel kortlopende vormen als meer langdurige vormen van begeleid wonen. Kortlopende vormen wor-den vooral ingezet t.a.v. jongvolwassenen bij wie een groter leervermogen wordt veronderstelt. Begeleid wonen voor jongvolwassenen wordt nog vaak aangeduid met de benaming begeleid zelfstandig wonen, hetgeen verwijst naar de vroegere regelge-ving. Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende thuislozen. Het gaat om een samenwer-kingsverband tussen het algemeen welzijnswerk en de thuisverzorging, bedoeld om mensen zo lang als mogelijk in hun thuissituatie te laten leven. Zowel begeleid alleen wonen als begeleid samenwonen komen voor in het algemeen welzijnswerk. In het begeleid samenwonen delen de bewoners een aantal gemeenschappelijke ruimtes binnen een woning, maar hebben ze ook elk hun eigen kamer. De begeleiding in alle vormen van begeleid wonen is flexibel en wordt aangepast aan de behoefte van de cliënt. De begeleiding is gericht op herstel en ontwikkeling van sociale netwerken, competentievergroting betreffende het wonen en verbetering van de maatschappelij-ke positie. Het heeft een preventief karakter daar waar het gaat om stabilisatie van de verworven mogelijkheden en voorkomen van verdere terugval , zoals een residen-tiële opname. Uiteraard heeft het begeleid wonen als uitstroommogelijkheid voor op-vangcentra ook als doel de druk op de capaciteit te verlichten. Begeleid wonen komt zowel voor in het algemeen welzijnswerk, de gehandicaptenzorg (daar “beschermd wonen” genoemd) als in de geestelijke gezondheidszorg (het “beschut wonen”).

Begeleid wonen onderscheidt zich van nazorg die kan verleend worden wanneer een cliënt een opvangcentrum verlaat. Nazorg is een vorm van aspectuele begeleiding na

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 7

Page 8: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

8

de opname. Bijvoorbeeld met betrekking tot budgetbeheer. Van cliënten in nazorg wordt wel aangenomen dat ze over de meeste vaardigheden beschikken om zelfstan-dig te wonen, maar enkel tijdelijk hulp nodig hebben bij enkele aspecten.

De woonbegeleiding van het algemeen welzijnswerk richt zich vooral tot mensen die hun woonst dreigen te verliezen. Het gaat om een aspectuele vorm van begeleiding gericht op die levensaspecten die met het wonen te maken hebben. Voor andere as-pecten dan deze die met wonen te maken hebben, dient de woonbegeleider samen te werken met de bestaande diensten. Momenteel wordt het in Vlaanderen vooral aan-gewend t.a.v. sociale huurders die kampen met huurachterstallen of andere woon-problemen. Gelet op het preventieve karakter van de begeleiding hanteren sommige CAW’s hiervoor de term “preventieve woonbegeleiding”.

Ter illustratie beschrijven we hierna de module begeleid wonen van het algemeen welzijnswerk. Een module is een eenheid van zorg die aangewend kan worden voor verschillende doelgroepen (hier thuislozen).

Modulebeschrijving begeleid wonen

Item Beschrijving

1. Naam van de module Begeleid wonen voor thuislozen

2. Locaties Deelwerking CAW met een eigen team

3. Inhoud module

3.1. Visie:

theoretische basis hulpverlening levensbeschouwelijke visie mensvisie

Bieden van maatzorg : positieve hulpverlening, vertrouwensrela-

tie integrale hulpverlening, verschillende le-

vensdomeinen participatie, betrokkenheid cliënt gestructureerde hulpverlening via begelei-

dingsplan gecoördineerde hulpverlening via casege-

bonden overleg Elementen uit contextuele hulpverlening Trajectbegeleiding Op maatschappelijk vlak is begeleid wonen

gestart vanuit een kritiek op het wegstoppen van mensen in instellingen. Begeleid wonen is gericht op integratie in de gewone samenle-ving en de buurt. Er is een groeiende be-hoefte aan begeleid wonen wegens processen van gezinsverdunning en het complexer wor-den van de samenleving waardoor kwetsbare groepen zich niet zelfstandig kunnen handha-ven. Tevens kunnen in het begeleid wonen de principes van maatzorg beter tot hun recht komen wegens de afwezigheid van een ge-dwongen samenleven in groep.

Page 9: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

3.2. Doelen: beschrijf aard en inhoud van de doelen (1)

Preventie: zowel voorkomen dat mensen in een residentiële setting moeten worden op-genomen, als voorkomen dat ze terecht ko-men in een negatieve spiraal van problemen. Ook hervalpreventie.

Een zo hoog mogelijke graad van zelfbeschik-king en integratie opbouwen (sociaal, werk, financiëel, administratief, vaardigheden…). Zowel de praktische als sociale zelfredzaam-heid opbouwen. Appél doen op hun kunnen, opdat ze succeservaringen kennen, en tege-lijk inspelen op de ontbrekende elementen in hun zelfredzaamheid.

Levenskwaliteit en basisveiligheid bieden, zelfrespect en zelfvertrouwen opbouwen door de cliënt te activeren, keuzemogelijkheden aan te bieden, te leren functioneren in ver-houding tot haar/zijn gebreken en sterktes. Belangrijk is om hier geen tijdsperspectief aan te verbinden, dit creëert contra-productieve druk.

Kansen tot verruiming van het sociale net-werk creëren, helpen zoeken naar positieve bronnen, zodat de cliënt weer betekenis krijgt binnen een groep, verantwoordelijkheid krijgt ten opzichte van anderen. Ook dit maakt deel uit van het herwinnen van zelfrespect.

Leren wonen, helpen om een thuisgevoel te creëren, dat een basis kan vormen om op verder te bouwen. Het wonen op een zelfde adres vormt een onderdeel van het 'weer ie-mand worden', een vaste plaats krijgen, zo-wel letterlijk, als in een netwerk, als in de maatschappij.

3.3 Functies: beschrijf de functies (2)

Informatie, advies: in de zin van doorverwij-zing; praktische voorlichting

Bemiddeling: schulden, achterstallige betalin-gen, burenruzies, bewonersvergaderingen, familieleden, huisvestingsmaatschappij, mu-tualiteiten…

Begeleiding: structuren brengen qua hygiëne, sociale vaardigheden, opvolgen administratie, draaglijk maken van problematische ervarin-gen, herstel van evenwicht tussen draag-kracht en draaglast, zelfstandigheid verhogen

Training: niet zelf geven, wel zoeken naar een gepaste organisatie die training kan ge-ven; wel vorming: vb. Euro, verkiezingen, seksualiteit…

Verzorging: niet zelf ( ism thuisverzorging) Dagbesteding: in de ruime zin van activering Werkervaring en dagstructuur (i.s.m. sociale

economie, arbeidszorg, socio-culturele orga-nisaties)

Crisisinterventie en opvang: Bewo wordt aan-

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 9

Page 10: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

10

geboden aan ietwat gestabiliseerde personen, dus dit komt enkel acuut voor: geen basisop-dracht dus

Preventie Signaleren: belangrijke opdracht die in prak-

tijk nog te weinig is uitgewerkt Zorgcoördinatie : bewaken van de afstem-

ming van de hulpverlening op noden Opvolging medische zaken (toeleiding naar,

samenwerking met en coördinatie van medi-sche hulpverlening)

3.4. Activiteiten: beschrijf de activi-teiten

Huisbezoeken Begeleidingsgesprekken Medicatie opvolgen Samen op weg (winkelen…) (eventueel i.s.m.

Gezinszorg) Praten Gezamenlijke activiteiten, ontmoetingsruimte Bij bemiddeling partijen in contact brengen Voorbereiden van cliënt op deelname aan

activiteiten van een externe organisatie ( bv. Opleiding)

Samenhang en afstemming van hulpverle-ningsproces

Organiseren van ontmoetings- en ontspan-ningsactiviteiten

Organisatie van de mantelzorg

3.5. Types Begeleid alleen wonen (individu of gezin) Begeleid samenwonen

De begeleiding wordt aangepast naargelang ze gericht is op een individu, gezin of groep.

3.6. Locatie: beschrijf de locatie waar de hulp wordt geboden

Aan huis Buurt: belangrijk: voldoende aanbod betaal-

bare woningen, goedkope winkels, nabijheid socio-culturele infrastructuur, buurthuis…

Op de dienst Een aantal diensten begeleid wonen beschik-

ken over een eigen ontmoetingsruimte

3.6. Duur: beschrijf hoe lang de mo-dule duurt

Er wordt vooraf geen begeleidingsduur voor-opgesteld, onbepaalde duur.

Op het tempo van de cliënt, mogelijk blijvend Men werkt NIET doorstromingsgericht, maar

probeert wel op zoveel mogelijk vlakken de zelfstandigheid de vergroten, vaak zijn hier grenzen aan, en is een deel van de hulp blij-vend. Huur en begeleidingscontract staan los van elkaar

Begeleidingscontracten worden regelmatig besproken, geëvalueerd en aangepast (bv.

Page 11: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Zesmaandelijks)

4. Doelgroepen

4.1. Betrokken cliënten: aan wie wordt de module aangeboden?

Aan thuislozen die er ondanks hun beperkte vaardigheden op het vlak van zelfstandig wonen voor kiezen om alleen te wonen, en hierbij hulp vragen.

4.2. Indicaties en contra-indicaties

Beschrijf de hulpvragen + indien van toepassing :

problematiek leeftijd sekse etniciteit woonplaats …

Indicaties:

Beperkte vaardigheden om zelfstandig te wo-nen, maar toch minimum aan zelfredzaam-heid

Gemotiveerd om alleen te wonen, of in groep Ontankeringsproblematiek Er is geen andere dienst die beter geschikt is

om de begeleiding op zich te nemen

Contra-indicaties:

Verslavingsproblematiek en/of psychiatrische problematiek die niet hanteerbaar is voor de begeleiding of –in geval van samenwonen - de andere bewoners

Te geringe mate van zelfredzaamheid

5. Toegankelijkheid:

Beschrijf of de module al dan niet rechtstreeks toegankelijk dient te zijn voor de cliënt en/of hoe de toeleiding gebeurt

Gezien huidige beperkt aanbod vooral via onthaalcentra, om dichtslibbing tegen te gaan

Ook rechtstreeks en via andere diensten, van het CAW of daarbuiten

Het afbakeningsproces is nog volop bezig

6. Organisatorische en financiële as-pecten

6.1. Betrokken disciplines: beschrijf de beroepsgroepen van degenen die bij de module betrokken zijn, ook de indirect betrokkenen (bv. werkbege-leider)

Maatschappelijk werkers Opvoeders Sociaal verpleegkundigen Gezinswetenschappers Psychiatrisch verpleegkundigen Ervaringsdeskundigen (opstartfase)

Er wordt gestreefd naar een zo multidisciplinair mogelijk team

6.2. Voortgangsbewaking: beschrijf registratie en evaluatie-instrumenten en wijze waarop de cliënt daarbij be-trokken wordt

Er wordt gewerkt met begeleidingsovereen-komsten. Daarin worden de doelstellingen en de aandachtspunten van de begeleiding ge-formuleerd. Tevens staan daarin de rechten en de plichten omschreven, en de voorwaar-den die de cliënt en het CAW dienen na te komen. De begeleidingsovereenkomst wordt regelma-tig samen met de cliënt en andere betrokke-nen geëvalueerd en geactualiseerd.

Besprekingen op team

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 11

Page 12: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

12

Dossiers, begeleidingsfiches

6.3 Kosten: Beschrijf hoeveel de mo-dule per cliënt kost (bereken de kos-ten op grond van duur, betrokken personeel en de overhead).

De omkadering in het begeleid wonen situeert zich gemiddeld rond 1 personeelslid per 12 bege-leidingen en in het zorgwonen op 1 personeelslid per 8 begeleidingen.

Voor het bewo bedraagt de kost ongeveer 11 Euro per cliënt per dag, voor het zorgwonen 16 Euro per cliënt per dag.

6.4. Cliëntbijdragen: beschrijf de cli-entbijdrage en waarop ze slaat

De hulpverlening is gratis.Soms worden admini-stratieve (verplaatsingen, activiteiten…) kosten aangerekend, rechtstreeks of via een lidgeld.

(1) aard van de doelen:

(x) is voorkomen (x) is verhelderd (x) is verminderd (x) is vervangen (x) is dragelijk (x) is verholpen (x) is verbeterd

(2) Functies:

informatie, advies , voorlichting bemiddeling begeleiding behandeling training verblijf verzorging dagbesteding bescherming samenleving bescherming cliënt crisisinterventie –en opvang preventie signaleren zorgcoördinatie

Page 13: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

2. Van verbroken naar herstelde verbindingen: probleemstelling

2.1. Het verleden

Het begeleid wonen was één van de laatste werkvormen die nog werd gereglementeerd voor de grondige herstructurering van het algemeen welzijnswerk. Daardoor is de werk-vorm in het verleden nooit ten volle tot bloei kunnen komen. In de eerste helft van de jaren ‘90 ging de beleidsaandacht van de Vlaamse Gemeenschap vooral uit naar de her-structurering van het algemeen welzijnswerk als geheel en minder naar de ontwikkeling van te weinig uitgebouwde werkvormen.

In de tweede helft van de jaren ‘90 en begin 2000 kwam daar verandering in. Zowel via reconversies, lokale fondsen als via bijkomende investeringen van de Vlaamse Gemeen-schap groeide het begeleid wonen uit tot de grootste werkvorm (gebaseerd op het aan-tal opvangplaatsen) binnen het algemeen welzijnswerk. In 2004 waren er 1.150 opvang-plaatsen in het begeleid wonen tgo. 1.437 residentiële opvangplaatsen. Waar begeleid wonen in 1990 15 % van het aantal opvangplaatsen uitmaakte, groeide het uit tot 44% van het aantal opvangplaatsen in 20045.

Een ander belangrijk feit uit het verleden is de afschaffing van de wet op de landloperij in 1993. In de toenmalige landloperkolonies van Wortel en Merksplas werden vooral thuis-lozen opgevangen voor wie een snelle doorstroming naar het zelfstandig wonen niet haalbaar was. Maar de afschaffing van de wet ging helaas niet gepaard met uitbreiding van de opvangmogelijkheden binnen het welzijnswerk. Daardoor werd de zorg en opvang van de landlopers afgewenteld op de OCMW’s en het algemeen welzijnswerk. In de op-vangcentra veroorzaakte dit een nog groter dichtslibbingsprobleem, omdat er te weinig instroommogelijkheden waren naar het begeleid wonen.

2.2. De toekomst

Een verdere uitbreiding van het begeleid wonen biedt een antwoord op de nood aan een meer op maat gerichte zorg voor thuislozen. Dergelijke zorg op maat valt vaak beter te realiseren vanuit een context van begeleid wonen, omdat men minder of niet te maken heeft met zorgstandaardisering die eigen is aan een leefgroepgebonden opvang.

Maar ook het complexer en gedifferentieerder worden van de hulpvragen voedt de nood aan differentiatie van het zorgaanbod in de richting van het begeleid wonen.

Ook nieuwe methodische inzichten zoals de contextuele benaderingen6 en de empower-mentbenadering7 leggen een grotere klemtoon op de aandacht voor herstel of opbouw van sociale netwerken bij thuislozen. Het werken aan deze sociale netwerken lukt vaak beter binnen een context van begeleid wonen, dan binnen een residentiële setting die een meer artificieel karakter heeft.

2.3. Een organisatie- en efficiëntievraagstuk

De dichtslibbing van de opvangcentra roept ook organisatie- en efficiëntievragen op. Het gaat om een nogal complex geheel van vragen die we hierna trachten uiteen te rafelen.

Deze dichtslibbing heeft uiteraard te maken met een gebrek aan doorstroommogelijkhe-den naar degelijke en betaalbare huisvesting, maar daarmee is niet alles gezegd. Uit de ervaringen binnen de pilootregio’s hebben we kunnen vaststellen dat de aansluiting tus- 5 Serrien, L., CAW Witboek 2004. Voor een sterke eerste lijn in de Vlaamse welzijnszorg. Steunpunt Algemeen

Welzijnswerk, 2004. 6 Heyndrickx,P., e.a., Meervoudig gekwetsten, Contextuele hulpverlening aan maatschappelijk kwetsbare men-

sen, Lannoo, 2005. 7 Van Regenmortel, T., Empowerment en maatzorg. Een krachtgerichte psychologische kijk op armoede, Acco,

2002.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 13

Page 14: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

14

sen begeleid wonen en opvangcentra nog kan verbeteren.Vanuit opvangcentra dient sneller doorverwezen te worden naar het begeleid wonen, wanneer men vaststelt dat de cliënt de vaardigheden niet heeft om zelfstandig te wonen.

In alle werksoorten van het algemeen welzijnswerk, en dus ook de thuislozenzorg, is er nog te weinig oog voor systematische evaluatie van de begeleidingen op hun relevantie. Deelwerkingen die dit invoerden bewerkstelligden een aanzienlijke inkorting van de bege-leidingsduur.

Ook binnen de leefgroepgebonden werkingen van het algemeen welzijnswerk is er zeker nog nood aan methodische verbetering8. Thuislozen hebben bij aanvang een veilige, rus-tige en beschermde leefplek nodig. Door een vaste dagelijks routine, de contacten met begeleiders en medebewoners leren ze opnieuw functioneren. Maar door een te beperkt geloof in de krachten en mogelijkheden van cliënten worden ze vaak te weinig geprikkeld tot meer zelfstandig functioneren, zonder hen te forceren of op te jagen. Het gevolg hier-van is “hospitalisering”. Dit proces doet zich voor in situaties waar mensen te veel afge-sneden van de maatschappij voor langere tijd een leven leiden in een context waar re-gels te veel van bovenaf worden opgelegd. Door het hospitalisatieproces gaan bewoners hun interesse, enthousiasme en initiatief verliezen en gaan ze berusten in een afhanke-lijkheid van het centrum. Een tekort aan uitstroommogelijkheden naar begeleid wonen kan dit hospitalisatieproces nog versterken. Begeleiders van een opvangcentrum kunnen er dan begrijpelijkerwijs voor kiezen om de cliënt te laten blijven i.p.v. een risico te lopen op een zoveelste herval als betrokkene alleen gaat wonen.

De kwestie is dus niet voor of tegen een leefgroepgebonden opvang, maar wel wélke leefgroepgebonden opvang. Hier stelt zich een nood aan methodische vernieuwing zodat de leefgroepwerking effectiever kan worden. Het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk heeft terzake een vormingsaanbod9. Maar door werkdruk en een tekort aan middelen voor vorming kunnen te weinig begeleiders van opvangcentra daaraan deelnemen.

De instroom van het begeleid wonen is vaak nog te weinig gericht op de aanvragen van-uit opvangcentra. Het begeleid wonen is nog te veel een circuit met een eigen voordeur en een toevallige instroom. Dit heeft te maken met de onthaalwerking binnen CAW’s, maar zeker ook met problemen tussen sectoren. Lokaal wordt er geen regie gevoerd op de aanvragen naar het begeleid wonen van het algemeen welzijnswerk, de gehandicap-tenzorg en de geestelijke gezondheidszorg. Daardoor komen mensen eerder terecht waar er toevallig plaats is en niet waar ze in feite thuishoren.

Tekorten aan aanbod binnen één of meerdere sectoren leiden ook tot afwentelingfeno-menen. Het algemeen welzijnswerk is in die intersectorale context vaak het laatste vang-net. Daarenboven kampt het algemeen welzijnswerk met een te geringe invloed op ande-re sectoren. Ook dit vergt een lokale regie die ondersteund wordt vanuit een Vlaams be-leid.

2.4. Lokaal sociaal beleid en thuisloosheid

Er is meer dan één reden om een verbinding te leggen tussen woonbegeleiding en bege-leid wonen voor thuislozen en het lokaal sociaal beleid. Deze verbinding werd al gelegd in de resolutie die het Vlaams parlement op 5 mei 2004 aannam om tot een Vlaamse stra-tegie tegen thuisloosheid te komen. Op bestuurlijk vlak werd daarin aanbevolen om tot lokale samenwerkingsverbanden en actieplannen te komen, ondersteund door een Vlaams en federaal beleid.

8 Heinike,D., Begeleid wonen voor de doelgroepen van het maatschappelijk herstel te Den Haag, NIZW, 2001 9 Cardinael, A., Methodisch werken met de leefgroep, vormingstweedaagse van het Steunpunt Algemeen Wel-

zijnswerk.

Page 15: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Deze aanbeveling ligt in de lijn van wat we vaststellen in andere Europese lidstaten die reeds een uitgesproken strategie tegen thuisloosheid hebben ontwikkeld. De meest uit-gewerkte voorbeelden daarvan vinden we terug in Ierland en Schotland10. In beide lan-den werd vanuit de centrale overheid een kader gecreëerd waarbinnen lokale overheden actieplannen tegen thuisloosheid konden of dienden te ontwikkelen. De mate waarmee dit opgelegd werd was wel verschillend gaande van eerder vrijblijvend tot sturend. Ook in Spanje en Italië wordt de lokale dimensie van het bestrijden van thuisloosheid steeds sterker in de verf gezet. Recent verscheen hierover een themanummer van de Europese koepelorganisatie van de thuislozenzorg Féantsa11.

Op het vlak van het voeren van lokale sturing en regie hebben lokale overheden een sleutelpositie. Dit geldt in het bijzonder voor de strijd tegen thuisloosheid, die zoals alle armoedefenomenen een multi-aspectueel karakter heeft. Dit impliceert dat er veel soor-ten diensten nodig zijn om tot een globale aanpak te komen. Op basis van een analyse van de verschillende lokale actieplannen binnen Europa kunnen we meestal drie fases onderscheiden.

1. In de eerste fase tracht men het thuisloosheidsprobleem beheersbaar te maken en worden er nachtopvangcentra en andere soorten van noodhuisvesting ontwikkeld.

2. Wanneer deze voldoende uitgebouwd zijn verlegt de aandacht zich naar het vergroten van de toegankelijkheid van de huisvestingsmarkt en het verruimen van het begeleid wonen.

3. In een derde fase komt preventie van thuisloosheid meer uitgesproken als prioriteit naar voor.

In elke fase neemt de lokale overheid volgende rollen op zich :

lokale sturing en het doen samenwerken van lokale actoren wegwerken van leemten en overlappingen in de opvang en de hulpverlening lokaal onderzoek en dataverzameling het verwerven van een lokaal draagvlak voor de strijd tegen thuisloosheid uitwerken van winternoodplannen innovatie en het tot stand brengen van nieuwe initiatieven

De mate waarin en de wijze waarop deze lokale aanpak al dan niet ondersteund wordt door de centrale overheid is wel bepalend voor het landelijk succes inzake het voorkomen en bestrijden van thuisloosheid. Indien de centrale overheid te veel op de achtergrond blijft of te weinig ondersteunt, ontstaan er te grote lokale verschillen die op termijn na-delige effecten hebben. Steden die goed werk leveren krijgen dan te maken met afschui-feffecten vanwege regio’s waar weinig of niets gebeurt. Dit was bv. het geval in Turijn12. Te sterke sturing daarentegen leidt soms tot papieren plannen die ook hun effect missen.

Ook in Vlaanderen werd bij de pilootprojecten inzake de verruiming van het begeleid wo-nen aandacht gegeven aan de nood aan lokale beleidsruimte. Een belangrijk leerpunt is evenwel dat de lokale overheden hierbij te weinig en te laattijdig werden betrokken en te weinig erkend werden in hun regierol.

Momenteel staan we echter een aantal stappen verder inzake het lokaal sociaal beleid en ligt het dan ook voor de hand om de koppeling tussen een verdere verruiming van de woonbegeleiding en het begeleid wonen (evenals andere aspecten van thuisloosheid) meer vanuit deze lokale dimensie verder te ontwikkelen.

10 Parys,I., Bestrijding van thuisloosheid, strategische ervaringen uit Ierland en Schotland, Alert, 2003. 11 Féantsa, Local Authorities and the fight aigainst homelessness, summer 2005. 12 Brusa P., Handle with care: how local authorities approach the fight against social exclusion in the post-

industrial city of Turin, Feantsa 2005

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 15

Page 16: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

16

3. Doel en afbakening van de peiling

Deze behoeftepeiling beperkt zich tot het in kaart brengen van mogelijke en zinvolle ver-ruimingsnoden inzake begeleid wonen voor thuislozen die de vaardigheden niet hebben om zelfstandig te wonen. Dit vanuit het perspectief van de Centra Algemeen Welzijns-werk. Omwille van de gewenste koppeling met het lokaal sociaal beleid is het logisch om in een volgende stap ook het perspectief van lokale besturen in kaart te brengen.

Het onderzoek nar de behoeften aan woonbegeleiding van mensen die thuisloos dreigen te worden, valt niet onder deze peiling. Daarvoor zijn immers gegevens nodig over drei-gende uithuiszettingen, wat een ander onderzoeksopzet is.

Met deze behoeftepeiling willen we een onderbouwd beleidsadvies geven over de mate waarin en waar er zich prioritaire verruimingsbehoeften stellen. De aandacht gaat daarbij expliciet naar zinvolle aanzetten tot samenwerking met sociale huisvestingsactoren, om-dat deze de acceptatie en haalbaarheid van mogelijke verruimingsacties mee bepalen. Andere criteria zijn de spreiding van het aanbod en de opnamedruk op de thuislozenzorg.

We pretenderen zeker niet om exact te kunnen becijferen hoe groot deze behoefte dan wel is. Daarvoor zouden we een individuele, gecentraliseerde en geobjectiveerde indica-tiestelling nodig hebben. Dergelijke centrale wachtlijstgegevens zijn binnen het algemeen welzijnswerk niet voorhanden. Wel kunnen we aanduiden welke de budgettaire conse-quenties zouden kunnen zijn voor een zinvolle verruimingsoperatie.

Page 17: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

4. Kwantitatieve analyse van het begeleid (zelfstandig) wonen

4.1. Aantal aanvragen tot opname en doorverwezen wegens volzet

Werksoort Aanvragen tot op-name

Doorverwezen we-gens volzet

Percentage doorver-wezen wegens volzet

OCJ 1527 410 27

Mannenopvang 5386 1734 32

vrouwenopvang 3900 1996 51

Gemengde opvang 2418 1326 55

crisisopvang 10991 2386 22

vluchthuis 1627 429 26

Boordtabellen algemeen welzijnswerk 2004

Alle werksoorten worden geconfronteerd met het moeten doorverwijzen van aanvragen omdat het centrum volzet is. Het probleem stelt zich het scherpst in de vrouwenopvang-centra en de gemengde opvang.

4.2. Gemiddelde verblijfsduur

Werksoort Gemiddelde ver-blijfsduur in dagen

OCJ 160

Mannenopvang 101

Vrouwenopvang 66

Gemengde opvang 107

crisisopvang 16

vluchthuis 34

Boordtabellen algemeen welzijnswerk 2004

Momenteel bedraagt de gemiddelde verblijfsduur voor mannen 101 dagen en voor vrou-wen in een vrouwenopvangcentrum 66 dagen.

Wanneer we deze cijfers echter vergelijken met oudere gegevens van de thuislozenzorg13 dan is de verlenging van de verblijfsduur zeer frappant:

1991 : mannen 68 dagen, vrouwen 33 dagen 1992 : mannen 70 dagen, vrouwen 39 dagen 1994 : mannen 72 dagen, vrouwen 40 dagen 1995 : mannen 72 dagen, vrouwen 42 dagen 1996 : mannen 70 dagen, vrouwen 38 dagen

13 Thuislozenzorg Vlaanderen, cliëntgegevens 1991-1996

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 17

Page 18: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

18

Jammer genoeg kunnen we bij gebrek aan gegevens over de periode 1997-2003 geen cijfers verstrekken. Maar in ieder geval is de tendens duidelijk en is de verblijfsduur van zowel mannen als vrouwen beduidend toegenomen. Het is daarenboven geen recent fe-nomeen, want de trend is reeds zichtbaar vanaf begin jaren ‘90.

Volgende verklaringen kunnen ingeroepen worden voor de toegenomen verblijfsduur van thuislozen in opvangcentra14:

de wachtlijsten op de sociale huisvestingsmarkt, en de onbetaalbaarheid van de pri-vate huurmarkt;

thuislozen komen met complexere problemen naar opvangcentra waardoor de bege-leidingsduur toeneemt ( meer ex-psychiatrische patiënten en drugverslaafden, meer allochtone thuislozen);

een toename van het aantal heropnames in de thuislozenzorg; de afwezigheid van voldoende plaatsen in het begeleid wonen omdat hierin vanuit de

Vlaamse Gemeenschap te weinig werd in geïnvesteerd; de afwezigheid van een beleid gericht op het voorkomen van thuisloosheid; een gebrek aan voldoende differentiatie van het aanbod in alle regio’s; een gebrek aan intersectorale samenwerking; de afwezigheid van een (lokale) regie; tekorten aan opvangplaatsen in andere sectoren, waarvoor de thuislozenzorg binnen

het algemeen welzijnswerk dan als laatste opvangnet dient; het toenemend aantal echtscheidingen en het stijgend aantal éénoudergezinnen doet

de vraag naar woningen nog toenemen; het falen van het spreidingsplan voor asielzoekers met concentratie in de steden en

een oververzadiging van de goedkope stedelijke huisvestingsmarkt tot gevolg; het complexer worden van de samenleving waardoor mensen met minder vaardighe-

den meer begeleidingsvragen stellen aan het welzijnswerk.

14 Van Menxel G., e.a., Verbinding verbroken, Thuisloosheid en Algemeen Welzijnswerk in Vlaanderen, Steun-

punt Algemeen Welzijnswerk, december 2003

Page 19: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

4.3. Spreiding van het aanbod

Tabel - Capaciteit ambulante woonbegeleiding per regio & per 1.000 inwoners

CAW-regio BeWo BZWJ ZW/PW Totaal Capaciteit per 1000 inwoners

Aalst 20 0 4 24 0,15

Antwerpen 200 40 48 288 0,32

Brugge 56 10 8 74 0,24

Dendermonde 20 0 12 32 0,17

Gent-Eeklo 78 29 36 143 0,25

Hageland 0 0 0 0 0,00

Kempen 66 12 0 78 0,19

Kortrijk 96 24 0 120 0,43

Leuven 41 8 0 49 0,18

Limburg 71 22 8 101 0,13

Mechelen 22 15 0 37 0,11

M-W Vlaande-ren 0 0 0 0 0,00

Middenkust 17 8 8 33 0,25

Vilvoorde 0 0 0 0 0,00

Waasland 0 15 0 15 0,07

West-Brabant 0 0 0 0 0,00

Westhoek 0 0 0 0 0,00

Zenne en Zo-niën 0 0 0 0 0,00

Z-O Vlaande-ren 20 0 4 24 0,17

Brussel Hoofdstad 106 18 8 132 /

Vlaanderen 813 201 136 1.150 0,19

Bron: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, eigen bevraging, 2004

BeWo = begeleid wonen BZWJ = begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen ZW = zorgwonen PW = pensionwonen

De voornaamste blinde vlek inzake spreiding van het aanbod situeert zich in de Brussel-se rand: regio Vilvoorde, West-Brabant en Zenne en Zoniën. Noch begeleid wonen, noch BZW of zorgwonen is daar aanwezig. Andere blinde vlekken zijn Midden-West-Vlaanderen, de Westhoek en het Hageland. Ook in deze regio’s is geen aanbod aanwezig.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 19

Page 20: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

20

Inmiddels heeft CAW Hageland wel via reconversie van OCJ het Sas een beperkt BZW aanbod kunnen uitbouwen.

Regio’s waar wel een beperkt aanbod aanwezig is, maar toch duidelijk onder het gemid-delde in relatie tot het bevolkingsaantal zijn: Aalst (geen BZW), Dendermonde (geen BZW), Limburg, Mechelen, Waasland (enkel BZW) en Z-O Vlaanderen.

Regio’s met een duidelijk hogere aanwezigheid van de werkvorm woonbegeleiding zijn Antwerpen en Kortrijk. In de andere regio’s benadert de aanwezigheid het Vlaams ge-middelde.

Page 21: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

5. Profiel van het cliënteel in het begeleid wonen

5.1. Aantal cliënten op onthaal en in begeleiding in 2004

Bewo totaal mannen vrouwen kinderen

N cliënten onthaal 1917 920 572 124

N cliënten begelei-ding

1702 827 412 242

Residentieel

N cliënten onthaal 20716 9306 4498 1176

N cliënten begelei-ding

8328 4458 2168 1167

Het begeleid wonen neemt 17 % van de begeleidingen binnen de thuislozenzorg voor zijn rekening. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen is 16 % van het cliënteel in bewo in begeleiding.

5.2. Verdeling naar geslacht, begeleid wonen en residentieel

mannen % vrouwen %

Bewo 1101 65 595 35

Residentieel 5360 65 2886 35

De verdeling naar geslacht bij de cliënten die in begeleiding zijn is dezelfde binnen het begeleid wonen en de residentiële werkingen. Hieruit kan men afleiden dat het aandeel cliënten dat de vaardigheden niet heeft om zelfstandig te wonen bij mannen en vrouwen even groot is. Dit gegeven vraagt diepgaander onderzoek naar de samenhang met ande-re factoren zoals de aard van de problematiek, voorgeschiedenis en etnische afkomst.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 21

Page 22: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

22

5.3. Leeftijd van het cliënteel, begeleid wonen en residentieel

Leeftijd Bewo % residentieel %

0-11 jaar 171 12 902 12

12-17 71 5 265 3

18-20 42 3 769 10

21-25 121 8 1310 17

26-30 140 9 991 13

31-40 311 21 1762 22

41-50 319 22 1117 14

51-60 192 13 544 7

+60 115 8 181 2

Missings 220 487

totaal 1702 100 8328 100

De leeftijd van het cliënteel van het begeleid wonen is ouder dan van het cliënteel van residentiële werkingen. In het begeleid wonen is 64 % van het cliënteel ouder dan 30 jaar, bij de residentiële werkingen is dat slechts 45 %. Jongvolwassenen tussen 18-25 jaar maken 11 % uit van het cliënteel binnen het begeleid wonen , terwijl hun aandeel in residentiële werkingen 27 % bedraagt.

Page 23: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

5.4. Begeleidingsduur begeleid wonen en residentieel

Duur Bewo % Residentieel %

1 dag 2 0 363 4

2 dagen-1 week 7 0 2116 25

2 weken 9 1 914 11

3 weken 9 1 675 8

4 weken 15 1 450 5

1-3 maand 223 13 1693 20

4-5 maand 175 10 863 10

6-9 maand 250 15 594 7

10-12 maand 141 8 236 3

1-2 jaar 366 22 285 3

3 jaar 147 9 55 1

4 jaar 80 5 24 0

5 jaar 72 4 15 0

6 jaar 43 3 5 0

7 jaar 25 1 4 0

8 jaar 19 1 6 0

9 jaar 25 1 2 0

10 jaar 22 1 5 0

+ 10 jaar 72 4 22 0

Missings 0 0 1 0

totaal 1702 100 8328 100

De modale of meest voorkomende begeleidingsduur in het begeleid wonen bedraagt 1-2 jaar. Bij de residentiële werkingen is dit 2 dagen tot 1 week. 29 % van de begeleidingen in het bewo lopen echter al 3 jaar of langer. Uit deze gegevens kunnen we niet recht-streeks afleiden of deze begeleidingen nog wel relevant zijn, dan wel of het bijvoorbeeld gaat om zorgbehoevende cliënten waarvoor binnen andere sectoren geen alternatieven beschikbaar zijn. Beide aspecten (relevantie van begeleidingen en profiel langdurige be-geleidingen) vergen nader onderzoek. Wel spreekt de tabel het beeld tegen dat er in het begeleid wonen zeer weinig tot geen doorstroming zou zijn. De helft van de begeleidin-gen liep minder dan 1 jaar.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 23

Page 24: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

24

5.5. Aandeel allochtonen in de begeleidingen

Deelsector %

Thuislozenzorg 21

Begeleid wonen 16

Justitieel welzijnswerk 32

Diensten slachtofferhulp 5

Ambulant welzijnswerk 14

Totaal algemeen welzijnswerk 15

Het aandeel allochtonen in het begeleid wonen ligt lager dan dat voor de globale thuislo-zenzorg, maar wel even hoog als het sectorgemiddelde. Toch blijkt het begeleid wonen nog een werkvorm te zijn waar meer inspanningen zouden moeten geleverd worden om allochtonen te bereiken.

5.6. Burgerlijke staat

Burgerlijke staat: N % Man % Vrouw % Kind %

Gehuwd 202 13 88 11 95 24 2 1

Ongehuwd 955 60 488 60 144 36 237 99

Gescheiden 393 25 229 28 127 32 1 0

Verweduwd 53 3 12 1 35 9 0 0

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 1603 100 817 100 401 100 240 100

Onbekend 12 2 5 0

Totaal 1615 819 406 240

N clienten : 1702 827 412 242

Missings : 87 8 6 2

Inzake burgerlijke staat zien we dat 60 % van het mannelijk cliënteel in het begeleid wonen ongehuwd is, terwijl dit bij de vrouwen slechts 36 % bedraagt.

24 % van het vrouwelijk cliënteel uit het begeleid wonen is gehuwd. Bijna één derde van de vrouwelijke cliënten is gescheiden.

Page 25: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

5.7. Gezinssituatie

Gezinssituatie: N % Man % Vrouw % Kind %

Alleenwonend 729 46 521 65 134 34 1 0

Partners met kinderen 194 12 80 10 81 21 13 6

Partners zonder kinderen 71 5 38 5 26 7 0 0

Eénoudergezin 192 12 13 2 113 29 52 23

Grootfamilie 10 1 3 0 3 1 2 1

Thuiswonend 199 13 21 3 15 4 143 63

Inwonend bij derden 35 2 20 2 5 1 9 4

Collectieve woonvorm 140 9 111 14 15 4 6 3

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 1570 100 807 100 392 100 226 100

Onbekend 5 5 0 0

Totaal 1575 812 392 226

N cliënten : 1702 827 412 242

Missings : 127 15 20 16

Het cliënteel van het begeleid wonen verschilt qua gezinssituatie sterk alnaargelang het om mannen of vrouwen gaat.

Mannen wonen voornamelijk alleen, terwijl vrouwen meer in gezinsverband leven ( al dan niet met kinderen).

Bijna één derde van de vrouwen ( 29 %) vormt een éénoudergezin.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 25

Page 26: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

26

5.8. Inkomensbron

Inkomensbron : N % Man % Vrouw % Kind %

Inkomen uit arbeid 281 19 202 26 52 13 0 0

Inkomen uit sociale zekerheid 704 46 423 54 207 54 23 10

Tegemoetkoming aan gehan-dicapten

27 2 18 2 7 2 0 0

Inkomensgarantie voor Oude-ren

1 0 1 0 0 0 0 0

OCMW 175 12 89 11 74 19 0 0

Hoofdinkomen uit kapitaal 1 0 0 0 1 0 0 0

Hulp van derden 1 0 0 0 0 0 1 0

Informeel inkomen (zwart geld)

0 0 0 0 0 0 0 0

Ivm echtscheiding 4 0 1 0 1 0 2 1

Studiebeurs 0 0 0 0 0 0 0 0

Gevangenis 2 0 2 0 0 0 0 0

Zak en leefgeld 4 0 0 0 1 0 3 1

Geen inkomen 309 20 41 5 39 10 194 86

Andere 7 0 0 0 4 1 2 1

Subtotaal 1516 100 777 100 386 100 225 100

Onbekend 5 2 1 0

Totaal 1521 779 387 225

N clienten : 1702 827 412 242

Missings : 181 48 25 17

Slechts één op vijf van de cliënten uit het begeleid wonen beschikt over een inkomen uit arbeid. Het aandeel werkende ligt bij de vrouwen nog lager dan bij de mannen. De meest voorkomende inkomensbron, zowel bij mannen als vrouwen, betreft een inkomen uit de sociale zekerheid. Bij de vrouwen ligt het aandeel cliënten met een inkomen vanwege het OCMW nog iets hoger dan bij de mannen.

Page 27: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

5.9. Feitelijke verblijfplaats bij start begeleiding

Feitelijke verblijfplaats: N % Man % Vrouw % Kind %

Eigen woning 314 58 142 55 112 75 34 40

Woning derden 92 17 42 16 25 17 15 18

Onthaalcentrum 60 11 49 19 5 3 2 2

Gevangenis 1 0 1 0 0 0 0 0

Ziekenhuis 1 0 1 0 0 0 0 0

Psychiatrische instelling 2 0 0 0 1 1 0 0

Opvangvoorziening jongeren 7 1 2 1 1 1 4 5

Studentenwoning 0 0 0 0 0 0 0 0

Caravan of woonwagen 4 1 0 0 1 1 0 0

Niet permanente huisvesting 3 1 2 1 0 0 0 0

Geen verblijfplaats = zwer-vend

3 1 2 1 1 1 0 0

Asielcentrum (open of geslo-ten)

0 0 0 0 0 0 0 0

Woning ouders 44 8 9 3 2 1 27 32

Andere 14 3 9 3 1 1 3 4

Subtotaal 545 100 259 100 149 100 85 100

Onbekend 1 0 0 0

Totaal 546 259 149 85

N clienten : 658 286 164 95

Missings : 112 27 15 10

Bij de start van de begeleiding leefde 58 % van het cliënteel in een eigen woning. Bij de vrouwen was dit nog meer uitgesproken. Slechts 11 % van de cliënten waren voordien opgenomen in een onthaaltehuis. Deze cijfers illustreren duidelijk dat het begeleid wonen van het algemeen welzijnswerk (nog) geen gericht opnamebeleid voert t.a.v. cliënten die in opvangcentra verblijven. Het gevolg hiervan is dan ook dat het begeleid wonen mo-menteel nog slechts beperkt bijdraagt tot het oplossen van het dichtslibbingsprobleem binnen opvangcentra.

Dit komt vooral omdat deelwerkingen van CAW’s een nog te weinig gemeenschappelijk onthaalbeleid voeren en elk nog met een eigen ‘voordeur’ werken.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 27

Page 28: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

28

5.10. Bestaanszekerheid

Bestaanszekerheid: N % Man % Vrouw % Kind %

Gelijk aan leefloon 113 23 54 21 43 30 13 24

Kleiner dan leefloon 66 13 16 6 14 10 31 56

Groter dan leefloon 314 64 182 72 87 60 11 20

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 493 100 252 100 144 100 55 100

Onbekend 17 3 4 8

Totaal 510 255 148 63

N clienten : 658 286 164 95

Missings : 148 31 16 32

Slechts 13 % van het cliënteel van het begeleid wonen heeft een bestaanszekerheid die lager lag dan het leefloon. Dit percentage wordt wel beïnvloed omdat de situatie van de kinderen mee verrekend is. Bij de mannen had 6% een inkomen lager dan het leefloon, bij de vrouwen bedroeg dit percentage 10 %.

5.11. Aard van de problematiek

Probleemcategorie: N % Man % Vrouw % Kind %

Materiële / financiële proble-men

667 37 369 40 199 37 24 16

Gezondheidsproblemen 118 7 59 6 42 8 6 4

Psychische / persoonlijke problemen

362 20 182 20 92 17 51 34

Seksualiteit en geboorte 12 1 3 0 7 1 0 0

Relationele problemen 225 13 84 9 82 15 33 22

Administratieve / juridische problemen

261 15 152 17 86 16 8 5

Tijdsbestelding 92 5 54 6 19 4 12 8

Signalen, onvrede, klachten 9 1 6 1 2 0 1 1

Informatie 16 1 4 0 4 1 4 3

Andere 33 2 6 1 9 2 9 6

Subtotaal 1795 100 919 100 542 100 148 100

Onbekend 0 0 0 0

Totaal 1795 919 542 148

Page 29: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Materiële en financiële problemen zijn zowel bij mannen als vrouwen de meest voorko-mende problematiek. Maak ook psychische en persoonlijke problemen zijn bij beiden zeer frequent aanwezig. Relationele problemen situeren zich dan weer meer bij vrouwen dan bij mannen.

5.12. Het afsluiten van de begeleiding

Manier van afsluiten: N % Man % Vrouw % Kind %

Afgerond 110 54 39 44 40 63 20 56

Afgebroken 94 46 49 56 24 38 16 44

Totaal 204 100 88 100 64 100 36 100

N clienten : 658 286 164 95

Missings : 454 198 100 59

Bijna evenveel begeleidingen in het begeleid wonen worden afgebroken als afgerond. Bij de mannen worden zelfs meer begeleidingen afgebroken dan afgerond. De volgende ta-bel geeft meer inzicht in de redenen voor het afbreken van de hulpverlening.

Reden afbreken hulp : N % Man % Vrouw % Kind %

Tekort aan capaciteit 0 0 0 0 0 0 0 0

Motivatie / beschikbaarheid cliënt

98 70 48 72 25 74 11 50

Aanbod niet geschikt 9 6 5 7 2 6 0 0

Vraag & aanbod niet compa-tibel

13 9 9 13 4 12 0 0

Andere 20 14 5 7 3 9 11 50

Subtotaal 140 100 67 100 34 100 22 100

Onbekend 1 0 1 0

Totaal 141 67 35 22

N clienten : 658 286 164 95

Missings : 517 219 129 73

De voornaamste reden voor het afbreken van de hulpverlening situeert zich bij een ge-brek aan motivatie of beschikbaarheid van de cliënt. Het percentage ligt bij mannen en vrouwen bijna even hoog. Minder voorkomende redenen zijn een niet geschikt aanbod over gebrek aan overeenstemming tussen vraag en aanbod.

Wanneer we gaan kijken naar wie de beslissing neemt tot het afbreken van de begelei-ding krijgen we volgende gegevens :

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 29

Page 30: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

30

Beslissing bij afbreken: N % Man % Vrouw % Kind %

Centrum 48 31 28 42 12 30 5 15

Cliënt 32 21 13 20 13 33 1 3

Beide (in overleg) 62 40 25 38 14 35 16 48

Derde 12 8 0 0 1 3 11 33

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 154 100 66 100 40 100 33 100

Onbekend 3 1 2 0

Totaal 157 67 42 33

N clienten : 658 286 164 95

Missings : 501 219 122 62

Begeleidingen worden meestal in onderling overleg afgebroken, maar bij de mannen nog meer door het centrum zelf.

Voorgaande gegevens wijzen op een noodzaak om de relevantie van het voorzetten van een begeleiding veel meer uitdrukkelijk in de werking te voorzien en dit bijvoorbeeld per kwartaal toch uitdrukkelijk samen met de cliënt te bespreken. Hierbij dient dan nagegaan te worden of er nog overeenstemming is over de begeleidingsdoelen en uiteraard of de begeleidingsdoelen op zich nog wel relevant zijn. CAW’s zouden dergelijke regelmatige evaluaties uiteraard best in al hun deelwerkingen inbouwen en opvolgen.

Page 31: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

6. Profiel van het cliënteel in het begeleid zelfstandig wonen

Totaal Volwassenen

Mannen Vrouwen

Minderjarigen

N cliënten onthaal : 549 238 129 65

N cliënt begeleiding : 247 133 77 8

N cliënt begeleiding

(nieuwe cliënten):

148 79 43 8

Aantal in begeleiding op 31/12/2004

96 47 30 7

De hierna volgende gegevens hebben enkel betrekking op de nieuwe cliënten.

Geslacht : N % N % N % N %

Man 95 64 79 100 0 0 3 38

Vrouw 53 36 0 0 43 100 5 63

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 148 100 79 100 43 100 8 100

Onbekend 0 0 0 0

Totaal 148 79 43 8

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 0 0 0 0

Leeftijd : N % N % N % N %

b) 0 - 11 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0

c) 12 - 17 jaar 8 6 0 0 0 0 8 100

d) 18 - 20 jaar 75 58 46 58 29 67 0 0

e) 21 - 25 jaar 47 36 33 42 14 33 0 0

g) 26 - 30 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0

h) 31 - 40 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0

i) 41 - 50 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0

j) 51 - 60 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0

k) + 60 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 130 100 79 100 43 100 8 100

a) niet ingevuld 0 0 0 0

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 31

Page 32: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

32

Totaal 130 79 43 8

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 18 0 0 0

Burgerlijke staat : N % N % N % N %

Gehuwd 1 1 0 0 1 2 0 0

Ongehuwd 142 97 78 99 40 93 8 100

Gescheiden 3 2 1 1 2 5 0 0

Verweduwd 0 0 0 0 0 0 0 0

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 146 100 79 100 43 100 8 100

Onbekend 0 0 0 0

Totaal 146 79 43 8

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 2 0 0 0

Gezinssituatie : N % N % N % N %

Alleenwonend 60 41 32 41 17 40 3 38

Partners met kinderen 5 3 2 3 2 5 0 0

Partners zonder kinderen 6 4 1 1 3 7 1 13

Eénoudergezin 8 6 3 4 3 7 0 0

Grootfamilie 1 1 1 1 0 0 0 0

Thuiswonend 19 13 13 16 4 9 1 13

Inwonend bij derden 23 16 10 13 8 19 3 38

Collectieve woonvorm 21 14 16 20 5 12 0 0

Andere 2 1 1 1 1 2 0 0

Subtotaal 145 100 79 100 43 100 8 100

Onbekend 1 0 0 0

Totaal 146 79 43 8

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 2 0 0 0

Inkomensbron : N % N % N % N %

Inkomen uit arbeid 28 19 17 22 6 14 2 25

Inkomen uit sociale zekerheid 20 14 11 14 4 9 0 0

Page 33: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Tegemoetkoming aan gehan-dicapten

1 1 1 1 0 0 0 0

Inkomensgarantie voor Oude-ren

0 0 0 0 0 0 0 0

OCMW 63 44 30 38 23 53 3 38

Hoofdinkomen uit kapitaal 0 0 0 0 0 0 0 0

Hulp van derden 1 1 0 0 0 0 1 13

Informeel inkomen (zwart geld)

0 0 0 0 0 0 0 0

Ivm echtscheiding 0 0 0 0 0 0 0 0

Studiebeurs 0 0 0 0 0 0 0 0

Gevangenis 0 0 0 0 0 0 0 0

Zak en leefgeld 0 0 0 0 0 0 0 0

Geen inkomen 30 21 18 23 10 23 2 25

Andere 1 1 1 1 0 0 0 0

Subtotaal 144 100 78 100 43 100 8 100

Onbekend 1 0 0 0

Totaal 145 78 43 8

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 3 1 0 0

Socio-econom situatie : N % N % N % N %

Nog niet schoolgaand 0 0 0 0 0 0 0 0

Schoolgaand 42 30 22 28 14 36 5 63

Beroepsactief, werknemer 23 16 15 19 4 10 1 13

Beroepsactief, zelfstandige 0 0 0 0 0 0 0 0

Beroepsactief, andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Tijdelijk onderbroken be-roepsactiviteit

6 4 4 5 0 0 0 0

Niet beroepsactief, met inko-men

48 34 23 29 14 36 2 25

Niet beroepsactief, zonder inkomen

20 14 13 17 7 18 0 0

Andere 1 1 1 1 0 0 0 0

Subtotaal 140 100 78 100 39 100 8 100

Onbekend 2 0 1 0

Totaal 142 78 40 8

N clienten : 148 79 43 8

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 33

Page 34: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

34

Missings : 6 1 3 0

Voorafgaande situatie : N % N % N % N %

Met verblijfplaats, geen pro-fessionele hulp

54 38 22 28 20 48 4 57

Met verblijfplaats, ambulante hulp

21 15 11 14 9 21 0 0

Met verblijfplaats, residentiële hulp

48 34 31 39 10 24 3 43

Zonder verblijfplaats, geen professionele hulp

9 6 8 10 1 2 0 0

Zonder verblijfplaats, ambu-lante hulp

0 0 0 0 0 0 0 0

Zonder verblijfplaats, resi-dentiële hulp

9 6 6 8 2 5 0 0

Andere 1 1 1 1 0 0 0 0

Subtotaal 142 100 79 100 42 100 7 100

Onbekend 3 0 0 1

Totaal 145 79 42 8

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 3 0 1 0

Feitelijke verblijfplaats : N % N % N % N %

Eigen woning 41 32 21 29 8 24 0 0

Woning derden 35 27 17 23 11 32 3 43

Onthaalcentrum 12 9 7 10 4 12 1 14

Gevangenis 0 0 0 0 0 0 0 0

Ziekenhuis 0 0 0 0 0 0 0 0

Psychiatrische instelling 2 2 1 1 1 3 0 0

Opvangvoorziening jongeren 19 15 15 21 3 9 1 14

Studentenwoning 3 2 1 1 2 6 0 0

Caravan of woonwagen 0 0 0 0 0 0 0 0

Niet permanente huisvesting 2 2 1 1 1 3 0 0

Geen verblijfplaats = zwer-vend

2 2 2 3 0 0 0 0

Asielcentrum (open of geslo-ten)

0 0 0 0 0 0 0 0

Woning ouders 12 9 8 11 3 9 1 14

Page 35: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Andere 2 2 0 0 1 3 1 14

Subtotaal 130 100 73 100 34 100 7 100

Onbekend 0 0 0 0

Totaal 130 73 34 7

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 18 6 9 1

Bestaanszekerheid : N % N % N % N %

Gelijk aan leefloon 61 56 31 53 21 75 2 33

Kleiner dan leefloon 20 19 11 19 5 18 3 50

Groter dan leefloon 27 25 17 29 2 7 1 17

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 108 100 59 100 28 100 6 100

Onbekend 5 3 1 0

Totaal 113 62 29 6

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 35 17 14 2

Verblijfsstatuut : N % N % N % N %

Permanent verblijfsrecht 37 34 18 28 10 37 1 17

Tijdelijk verblijfsrecht 10 9 5 8 5 19 0 0

Onwettig verblijf 1 1 1 2 0 0 0 0

Niet van toepassing (Europe-se onderdaan)

62 56 41 63 12 44 5 83

Subtotaal 110 100 65 100 27 100 6 100

Onbekend 1 0 1 0

Totaal 111 65 28 6

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 37 14 15 2

Probleem TOTAAL : N % N % N % N %

Materiële / financiële proble-men

144 33 75 35 45 33 4 20

Gezondheidsproblemen 3 1 0 0 1 1 0 0

Psychische / persoonlijke problemen

75 17 40 19 19 14 1 5

Seksualiteit en geboorte 5 1 0 0 5 4 0 0

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 35

Page 36: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

36

Relationele problemen 82 19 36 17 33 24 5 25

Administratieve / juridische problemen

106 25 57 26 31 23 8 40

Tijdsbestelding 7 2 4 2 2 1 0 0

Signalen, onvrede, klachten 1 0 1 0 0 0 0 0

Informatie 5 1 2 1 0 0 2 10

Andere 2 0 1 0 1 1 0 0

Subtotaal 430 100 216 100 137 100 20 100

Onbekend 1 0 1 0

Totaal 431 216 138 20

Manier van afsluiten : N % N % N % N %

Afgerond 25 50 18 58 4 33 0 0

Afgebroken 25 50 13 42 8 67 1 100

Totaal 50 100 31 100 12 100 1 100

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 98 48 31 7

Reden afbreken hulp : N % N % N % N %

Tekort aan capaciteit 0 0 0 0 0 0 0 0

Motivatie / beschikbaarheid cliënt

24 83 15 94 6 67 1 100

Aanbod niet geschikt 1 3 1 6 0 0 0 0

Vraag & aanbod niet compa-tibel

4 14 0 0 3 33 0 0

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 29 100 16 100 9 100 1 100

Onbekend 1 1 0 0

Totaal 30 17 9 1

N clienten : 148 79 43 8

Missings : 118 62 34 7

Beslissing bij afbreken : N % N % N % N %

Centrum 8 19 4 14 4 44 0 0

Cliënt 15 36 10 36 2 22 1 100

Beide (in overleg) 19 45 14 50 3 33 0 0

Page 37: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Derde 0 0 0 0 0 0 0 0

Andere 0 0 0 0 0 0 0 0

Subtotaal 42 100 28 100 9 100 1 100

Onbekend 0 0 0 0

Totaal 42 28 9 1

N cliënten : 148 79 43 8

Missings : 106 51 34 7

Opvallend voor het begeleid zelfstandig wonen is dat hier relatief meer allochtonen wor-den bereikt dan in het begeleid wonen.

Cliënten van het begeleid zelfstandig wonen ontvangen hun inkomen ook meer vanwege het OCMW. Dit is te verklaren doordat zij omwille van hun leeftijd vaak nog geen sociale zekerheidsrechten hebben opgebouwd.

Zoals bij het begeleid wonen stellen we ook hier een vrij breed opnamebeleid vast, maar komt het cliënteel wel meer uit opvangvoorzieningen voor jongeren.

Qua problematiek komen administratieve en juridische problemen meer voor.

Het afsluiten van de hulpverlening heeft hier nog meer te maken met een gebrek aan motivatie van de cliënt, maar gebeurt meestal wel in onderling overleg.

De beleidsaanbevelingen betreffende het voeren van een meer gericht opnamebeleid naar opvangcentra toe en het regelmatig evalueren van de relevantie van begeleidingen gaan evenzeer op voor het begeleid zelfstandig wonen van het algemeen welzijnswerk.

Specifiek voor het begeleid zelfstandig wonen zou het wel wenselijk zijn om een scherpe-re profilering op te maken van het begeleidingsaanbod naar jongvolwassenen toe en hierbij duidelijk te maken waarin dit dan verschilt van het begeleid wonen.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 37

Page 38: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

38

7. Kwalitatieve analyse

Via interviews die plaatsvonden in de periode mei-juni 2005 met alle CAW’s hebben we een meer inhoudelijk inzicht trachten te krijgen in de verruimingsbehoeften van het be-geleid (zelfstandig) wonen. De vraagstelling werd wel aangepast i.f.v. het reeds aanwezi-ge aanbod. Zo werd bij CAW’s waar geen aanbod aanwezig is gevraagd waarnaar men aanvragen verwijst en welke de knelpunten en gevolgen zijn van het ontbreken van een aanbod. In de CAW-regio’s waar reeds onder de vorige Vlaamse regering extra middelen werden geïnvesteerd in de verruiming van het begeleid wonen, werd gevraagd naar de effecten van de verruimingsactie.

Verder werden de beleidsdoelstellingen 2006-2008 m.b.t. het begeleid wonen besproken alsook de samenwerking met de lokale huisvestingsactoren.

De interviewverslagen werden in bijlage gebundeld.

7.1. Situering en vroegere peilingen en verruimingen

In 2001 werd door het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk reeds een behoeftepeiling uit-gevoerd inzake de verruiming van het begeleid wonen. Uit deze peiling bleek dat er een tekort was aan 2000 plaatsen binnen het begeleid wonen15.

In 2002 werd in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord een verruimingsimpuls gege-ven van 24 VTE’s gespreid over volgende regio’s: Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven, Kempen en Kortrijk . Met deze impuls waren uiteraard lang niet alle noden geledigd.

In de bijdrage van de Vlaamse administratie t.b.v. het huidige Vlaamse regeerakkoord16 wordt gesteld dat ruim de helft van de 12.000 thuislozen die per jaar in een opvangcen-trum terecht komen, zouden kunnen doorstromen naar sociale woningen, indien deze voor hen toegankelijk zouden zijn. Ruim één vierde kan via een traject begeleid wonen de nodige vaardigheden leren om zelfstandig te wonen.

Samen met de verdere uitbouw van het zorgwonen voor oudere en zorgbehoevende thuislozen becijferde de administratie dat hiervoor een inspanning nodig is van 7.800.000 Euro om ruim 170 voltijdse hulpverleners in te zetten. Deze verruimingsnood stelde zich in alle regio’s maar niet in alle regio’s even scherp.

7.2. Analyse van de interviews

Uit de interviews met alle CAW’s bleek dat er geen enkele regio was zonder verruimings-behoeften inzake begeleid wonen of begeleid zelfstandig wonen. Zoals in de inleiding reeds gesteld maakt het peilen naar de behoeften inzake zorgwonen geen deel uit van deze behoeftepeiling. Evenmin kunnen we exacte gegevens aanreiken inzake de nood aan woonbegeleiding bij sociale huurders die thuisloos dreigen te worden. Daarvoor zou-den we gegevens nodig hebben vanwege de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. Momen-teel zijn deze gegevens nog niet voorhanden.

Uit de ervaringen van de pilootregio’s17 blijkt dat een geconcentreerde inzet van midde-len noodzakelijk is om enig effect te bereiken op de dichtslibbingproblematiek van op-vangcentra.

15 Lescrauwaet D., Begeleid wonen, van appendix naar ruggengraat van de Vlaamse thuislozenzorg, Steunpunt

Algemeen Welzijnswerk, 2001 16 Bijdrage Vlaamse administratie aan het regeerprogramma van de aantredende Vlaamse regering, deel 6

Welzijn en Volksgezondheid. 17 Lescrauwaet D., red., Woonbegeleiding en begeleid wonen als gedeelde zorg. Evaluatieverslag , Steunpunt

Algemeen Welzijnswerk, april 2004

Page 39: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Opvallend veel CAW’s wezen echter ook op de nood aan begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen die de thuissituatie verlaten, maar onvoldoende vaardigheden hebben om zelfstandig te kunnen wonen.

De samenwerking met de huisvestingssector is sterk wisselend tussen de verschillende regio’s. Met de sociale verhuurkantoren is er overal een goede samenwerking. Met de huisvestingsmaatschappijen loopt deze samenwerking in de ene regio zeer goed, in de andere regio minder. Soms is het beeld zelfs verschillend binnen één regio. In de ene stad of gemeente loopt het wel, in de andere is er weinig tot geen samenwerking. De ervaringen van de pilootregio’s wijzen wel uit dat een impuls vanwege de Vlaamse Ge-meenschap een belangrijke bron was om de samenwerking tot stand te brengen.

Bij de beschrijving van de regio’s hebben we specifiek aandacht besteed aan de door de CAW’s gesignaleerde noden, maar ook naar de aanwezigheid van lokale samenwerkings-verbanden omtrent huisvesting en/of thuisloosheid. Voor een volledig beeld verwijzen we naar de interviewverslagen in bijlage.

Aalst

Het CAW wil meer werk maken van het richten van het begeleid wonen op de uitstroom van de residentiële werkingen. Men ontvangt ook veel aanvragen van omliggende OCMW’s. Er is een stedelijke woonraad en de samenwerking in het kader van het lokaal sociaal beleid is zeer intensief.

Brugge

In Brugge zijn 2 CAW’s actief: de Viersprong en De Poort. De vraag naar begeleid wonen blijft er groot, ook vanuit andere sectoren. Via de stedelijke woonraad is er samenwer-king met huisvestingsactoren. De lokale samenwerking inzake thuisloosheid is de laatste jaren sterk geïntensifieerd op het vlak van crisisopvang en het uitbouwen van een inloop-centrum.

Dendermonde

Men maakt melding van een groeiende aanmeldingslijst bij het begeleid wonen. De hulp-verlening terzake slibt ook dicht omdat veel cliënten vrij langdurige begeleidingen nodig hebben en niet terecht kunnen in andere sectoren. Er is weinig tot geen samenwerking met huisvestingsmaatschappijen, wel met het SVK.

Brussel

In Brussel zijn 2 CAW’s actief: Archipel en Mozaiëk. Brussel is ook een pilootregio inzake verruiming van het begeleid wonen en de woonbegeleiding. De verruiming van het bege-leid wonen heeft er bijgedragen tot het tegengaan van dichtslibbing in opvangcentra, maar het begeleid wonen slibt zelf ook dicht. Dit bij gebrek aan voldoende begeleidings-plaatsen. De samenwerking met huisvestingsmaatschappijen is beperkt, deze met sociale verhuurkantoren daarentegen zeer sterk. De huisvestingssituatie in Brussel is zeer schrijnend en er werden reeds vele signalerende acties rond gevoerd.

Er is ook een lokaal samenwerkingsverband inzake thuisloosheid uitgaande van de Ge-meenschappelijke Gemeenschapscommissie en waaraan zowel Vlaamse, Franstalige als bi-communautaire NGO’s deelnemen. De Brusselse situatie is op bestuurlijk vlak echter zeer complex en o.m. daardoor niet zeer efficiënt.

De Kempen

De Kempen (provincie Antwerpen) is een pilootregio inzake de verruiming van het bege-leid wonen en de woonbegeleiding. Het CAW signaleert zowel een nood aan meer bege-leiding inzake het voorkomen van uithuiszetting, begeleid wonen en begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen. Er is een goede samenwerking met het SVK. Met de socia-le huisvesting is de samenwerking nog beperkt.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 39

Page 40: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

40

Leuven

Leuven is een pilootregio inzake de verruiming van het begeleid wonen en de woonbege-leiding. Er situeren zich nog verruimingsnoden in regio’s buiten de stad Leuven. De sa-menwerking met het SVK verloopt goed, met de huisvestingsmaatschappij minder.

Westhoek

In deze regio is CAW De Papaver actief. Men richt het aanbod begeleid wonen zoveel mogelijk op cliënten van het opvangcentrum. Dit heeft de doorstroming bevorderd. De samenwerking met zowel SVK als sociale huisvesting is nog beperkt.

Middenkust

In CAW Middenkust was er een reconversie aan de gang om begeleid wonen plaatsen te reconverteren naar opvangplaatsen. Men signaleert veel behoeften aan verruiming van het begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen. Het CAW is betrokken in de stede-lijke woonraad (Oostende) en er is een goede samenwerking met de huisvestingssector (SVK en sociale huisvesting) alsook met het lokale bestuur.

Kortrijk

Kortrijk is een pilootregio inzake de verruiming van het begeleid wonen en de woonbege-leiding. In de regio zijn 2 CAW’s actief: Piramide en Stimulans. De verruimingsactie heeft een belangrijk effect gehad om de doorstroming in de opvangcentra. Maar het aantal aanvragen blijft zeer groot. De samenwerking met het SVK loopt goed, deze met de bouwmaatschappijen minder. Met het OCMW wordt ook samengewerkt inzake het voor-komen van thuisloosheid.

Waasland

In de regio is geen aanbod inzake begeleid wonen. Het gebrek aan Bewo en BZW werd reeds meermaals gesignaleerd. Er is een goede samenwerking met de SVK’s, niet met de sociale huisvestingsmaatschappijen.

Hageland

De regio Hageland is zeer landelijk en kampt reeds jaren met een slechte huisvestings- en tewerkstellingssituatie. Thuislozen dienen bij gebrek aan een aanbod beroep te doen op het informele circuit van vrienden en kennissen.

Via reconversie van het opvangcentrum voor jongeren “Het Sas” heeft het CAW een BZW aanbod gerealiseerd in Diest, Tienen en Aarschot. In totaal betreft het een 20-tal begeleidingen, waarvan 80 % druggebruikers.

Momenteel zit men aan de limiet van zijn mogelijkheden. Er is samenwerking met de aanwezige SVK’s.

Limburg

In Limburg zijn CAW Sonar en CAW ’t Verschil actief. Qua regio-afbakening richt CAW Sonar zich op midden- en zuid Limburg en CAW ’t Verschil op noord-, west- en oost Lim-burg. Sedert vorig jaar werd de regio ook de Vlaamse Gemeenschap als pilootregio inza-ke verruiming van het begeleid wonen erkend. Maar in tegenstelling tot de zes andere verruimingsregio’s diende dit vooralsnog met een niet gereglementeerde toelage te ge-beuren i.p.v. met recurrente middelen.

Met steun van de Provincie en de OCMW’s wordt reeds veel langer i.s.m. huisvestingsac-toren gewerkt rond de verruiming van het begeleid wonen en het voorkomen van uit-huiszettingen via de methodiek van de “bemoeizorg”. Hierdoor is er momenteel een zeer breed samenwerkingsdraagvlak met de sociale huisvesting. Er is ook een breed en geën-gageerd lokaal politiek draagvlak aanwezig om rond deze problematiek te werken.

Page 41: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Er is onvoldoende aanbod inzake begeleid wonen voor chronisch thuislozen, middelenge-bruikers en zwakbegaafde jongeren met psychiatrische problemen.

Er is ook veel bereidheid aanwezig om samen met lokale besturen te werken aan het voorkomen van uithuiszettingen op de private woningmarkt.

Midden-West-Vlaanderen

In de regio Roeslaere-Izegem is er geen aanbod voor chronisch thuislozen, voor vrouwen die begeleid wonen behoeven na een verblijf in het vluchthuis, voor jongvolwassenen die uit de bijzondere jeugdzorg komen en voor thuisloze mannen die de vaardigheden niet hebben om zelfstandig te wonen.

Het aanwezige crisisnetwerk is overbelast en het CAW signaleert ook negatieve gevolgen vanwege vroegere afbouw van opvangplaatsen voor mannen in de regio’s Brugge en Middenkust.

Zowel in Roeselaere als in Izegem is er met het lokale bestuur samenwerking omtrent de woonproblematiek en is er een geëngageerd lokaal politiek draagvlak. De samenwerking met huisvestingsactoren is wisselend.

De Vlaamse rand rond Brussel

Omwille van de aaneensluiting van deze CAW regio’s en de gelijkaardige positie is het logischer dit gebeid in zijn geheel voor te stellen. In de Brusselse rand zijn drie CAW’s werkzaam: CAW Delta, CAW Vilvoorde en CAW Zenne en Zoniën.

In de regio Vilvoorde is noch een residentieel aanbod, noch een aanbod inzake begeleid wonen aanwezig. Verwijzingen naar Leuven, Brussel, Halle of Mechelen lopen zeer moei-lijk wegens de afstand en de onbekende woonomgeving voor de doelgroep. Zowel voor jongvolwassenen als voor ouderen met onvoldoende woonvaardigheden wordt door het CAW een gebrek aan aanbod gesignaleerd. Er is overleg maar geen structurele samen-werking met de sociale huisvesting.

In het werkingsgebied van CAW Delta worden dezelfde noden gesignaleerd. Er is samen-werking met het regionale SVK. Bijkomend is er nog de bedreiging van de afbouw van het crisisopvangcentrum Halte 21 dat nog tot eind 2006 zal uitgebaat worden door de provincie Vlaams Brabant. Een overname door de Vlaamse Gemeenschap met uitbeste-ding naar de CAW’s zou logisch zijn, maar vergt nog een politiek akkoord tussen de pro-vincie en de Vlaamse Gemeenschap.

Perspectieven voor de regio kunnen er wel komen via investeringen in sociale huisvesting in de Vlaamse rand rond Brussel.

Antwerpen

Antwerpen is een pilootregio inzake de verruiming van het begeleid wonen en de woon-begeleiding. Er zijn 3 CAW’s actief in Antwerpen: CAW De Mare, CAW Metropool en CAW De Terp. Reeds meerdere jaren is er in Antwerpen een “”stuurgroep thuislozenzorg” ac-tief onder voorzitterschap van het OCMW en met samenwerking met de stad. Deze stuurgroep vervult een lokale regiefunctie en is een typevoorbeeld van lokaal sociaal be-leid gericht op thuisloosheid.

Door het pilootproject is de samenwerking met de huisvestingssector in een stroomver-snelling gekomen. Toch blijven een aantal regio’s nog onbediend: Hoboken/Kiel, Lucht-bal/Ekeren en Linkeroever. Het vinden van woningen voor grote gezinnen is nog een probleem. Ook de toeleiding vanuit opvangcentra naar begeleid wonen kan nog verbete-ren.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 41

Page 42: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

42

Gent

Gent is eveneens een pilootregio inzake verruiming van het begeleid wonen. Met onder-steuning van de provincie wordt er gewerkt aan een strategisch plan thuisloosheid voor de regio. In Gent zijn 2 CAW’s actief: Artevelde en Visserij.

Er is een goed draaiend lokaal samenwerkingsverband tussen de CAW’s en het OCMW betreffende de thuislozenzorg. Op het vlak van huisvesting werd de stedelijke woonraad enige tijd geleden heropgestart en dit met betrokkenheid van het algemeen welzijns-werk. Er is een uitstekende samenwerking met verschillende SVK’s. Er zijn zeker nog uitbreidingsbehoeften in het begeleid wonen. Deze kunnen niet door reconversie gereali-seerd worden, omdat er geen overcapaciteit is aan opvangplaatsen.

Mechelen

Het CAW signaleert zowel een tekort aan begeleid wonen als aan BZW. De samenwerking met de stad verloopt goed alsook met het OCMW. Met de sociale huisvestingsmaatschap-pij is er geen samenwerking.

Zuid-Oost-Vlaanderen

In Ronse is er geen aanbod, in Geraardsbergen wel, maar met stadsmiddelen en deze zijn op termijn niet zeker omwille van de financiële situatie van de stad. De samenwer-king met de sociale huisvesting loopt goed in Geraardsbergen maar is er nog niet in Ron-se en Oudenaarde. Het CAW kampt met veel aanvragen voor residentiële opvang.

Page 43: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

8. Beleidsaanbevelingen : prioritaire verruimingsbehoeften

In het hierna volgende schema hebben we de verruimingsbehoeften als volgt weerge-geven:

De eerste tabel geeft een spreiding van het aanbod weer gerelateerd aan de capaci-teit ervan per duizend inwoners.

In de tweede tabel wordt de opnamedruk naar mannen- en vrouwenopvangcentra (dus niet de vluchthuizen) weergegeven en gequoteerd. Wanneer er geen residentiële werking is in de regio werd de quotatie gemiddeld gegeven. Dezelfde redenering werd toegepast als gegevens ontbraken of onvolledig waren. Hierdoor worden deze regio’s noch bevoordeeld, noch benadeeld in één of andere richting.

Vervolgens hebben we om prioritaire regio’s af te bakenen een onderscheid gemaakt tussen :

regio’s zonder aanbod krijgen de score +++ regio’s met een aanbod onder of gelijk aan het Vlaams gemiddelde: ++ regio’s waar reeds een verruimingsactie was of met een aanbod boven het gemiddel-

de: +

De opnamedruk werd als volgt gequoteerd: laag (+), gemiddeld (++) en hoog (+++).

Inzake lokale samenwerking met huisvestingsactoren en/of omtrent thuisloosheid werden volgende scores toegepast: beperkt (+), redelijk (++) en sterk (+++)

Gezien de behoeften overal aanwezig zijn is het natuurlijk zeer relatief om te spreken van meer en minder prioritaire regio’s.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 43

Page 44: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

44

8.1. Capaciteit ambulante woonbegeleiding per regio & per 1.000 inwo-ners

CAW-regio BeWo BZWJ ZW/PW Totaal Capaciteit per 1000 inwoners

Aalst 20 0 4 24 0,15

Antwerpen 200 40 48 288 0,32

Brugge 56 10 8 74 0,24

Dendermonde 20 0 12 32 0,17

Gent-Eeklo 78 29 36 143 0,25

Hageland 0 0 0 0 0,00

Kempen 66 12 0 78 0,19

Kortrijk 96 24 0 120 0,43

Leuven 41 8 0 49 0,18

Limburg 71 22 8 101 0,13

Mechelen 22 15 0 37 0,11

M-W Vlaande-ren 0 0 0 0 0,00

Middenkust 17 8 8 33 0,25

Vilvoorde 0 0 0 0 0,00

Waasland 0 15 0 15 0,07

West-Brabant 0 0 0 0 0,00

Westhoek 0 0 0 0 0,00

Zenne en Zo-niën 0 0 0 0 0,00

Z-O Vlaande-ren 20 0 4 24 0,17

Brussel Hoofdstad 106 18 8 132 /

Vlaanderen 813 201 136 1.150 0,19

Bron: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, eigen bevraging, 2004

BeWo = begeleid wonen BZWJ = begeleid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen ZW = zorgwonen PW = pensionwonen

Page 45: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

8.2. Opnamedruk

Regio Aanvragen mannen

Volzet mannen

% Aanvragen vrouwen

Volzet vrouwen

% Gemid-delde

Aalst 163 70 0,43 hoog

Antwerpen 935 145 0,16 902 597 0,66 gemiddeld

Brugge 99 13 0,13 443 275 0,62 gemiddeld

Dendermonde 78 11 0,14 52 laag

Gent-Eeklo 194 33 0,17 585 258 0,44 laag

Hageland gemiddeld

Kempen 326 43 0,13 331 97 0,29 laag

Kortrijk 666 395 0,59 188 146 0,78 hoog

Leuven gemiddeld

Limburg 1142 214 0,19 341 107 0,31 laag

Mechelen gemiddeld

M-W Vlaanderen gemiddeld

Middenkust 385 332 0,86 277 141 0,51 hoog

Vilvoorde gemiddeld

Waasland 232 32 0,14 226 41 0,18 laag

West-Brabant gemiddeld

Westhoek 183 112 0,61 111 18 0,16 gemiddeld

Zenne en Zoniën gemiddeld

Z-O Vlaanderen 170 98 0,58 90 28 0,31 gemiddeld

Brussel Hoofdstad 556 78 0,14 354 258 0,73 gemiddeld

Vlaanderen 5129 1576 0,31 3900 1966 0,50

Bron : boordtabellen 2004, eigen verwerking

aanvragen mannen = opnameaanvragen naar mannenopvangcentra aanvragen vrouwen = opnameaanvragen naar vrouwenopvangcentra volzet = aantal weigeringen wegens volzet % = percentage weigeringen wegens volzet t.o.v. aantal aanvragen

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 45

Page 46: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

46

8.3. Afbakening prioritaire regio’s

Regio Aanbod Opnamedruk Samenwerking Totaalscore

Aalst ++ +++ +++ 8

Antwerpen + ++ +++ 6

Brugge + ++ +++ 6

Dendermonde ++ + ++ 5

Gent-Eeklo + + +++ 5

Hageland +++ ++ ++ 7

Kempen + + ++ 4

Kortrijk + +++ ++ 6

Leuven + ++ ++ 5

Limburg ++ + +++ 6

Mechelen ++ ++ ++ 6

M-WVlaanderen +++ ++ +++ 8

Middenkust + +++ +++ 7

Vilvoorde +++ ++ ++ 7

Waasland ++ + ++ 5

West-Brabant +++ ++ ++ 7

Westhoek +++ ++ + 6

Zenne en zoniën +++ ++ ++ 7

Z-O-Vlaanderen ++ ++ ++ 6

Brussel + ++ ++ 5

Volgende regio’s komen, gemeten op deze drie criteria, als meest prioritair naar voor: Aalst, Midden-West-Vlaanderen, Middenkust, Hageland, en de rand rond Brussel. Het totaalbeeld toont echter aan dat de nood vrij algemeen is.

Page 47: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

9. Beleidsaanbevelingen

Het globaal perspectief dat we willen aanbevelen is dat de Vlaamse Gemeenschap de mogelijkheid tot stand brengt opdat er binnen het kader van het lokaal sociaal beleid en het Vlaams huisvestingsbeleid, lokale actieplannen komen inzake bestrijding van thuisloosheid. Dit o.a. via verruiming van het begeleid wonen en de woonbegeleiding en met het lokaal bestuur als regisseur.

Omdat deze behoeftepeiling enkel het perspectief van de CAW’s belicht, dient dit ver-ruimd te worden met het perspectief van de OCMW’s, zodat er mogelijk een basis kan gelegd worden voor een samenwerkingsproject.

We vragen ook dat de minister voor Welzijn een voldoende toegankelijk sociaal huis-vestingsbeleid voor thuislozen onderhandelt met de minister voor huisvesting. Dit moet de basis vormen om op lokaal vlak voldoende win-win-situaties tot stand te brengen.

Tenslotte vragen we, wijzend op de artikels 13 en 14 van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid dat er lokale impulsen komen voor actieplannen inzake verrui-ming van de woonbegeleiding en het begeleid wonen. Dit kan via projecten die vanuit Vlaams vlak worden mogelijk gemaakt en ondersteund.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 47

Page 48: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

48

Bijlage: Interviewverslagen

CAW Aalst Datum: 17 mei 2005 Aanwezig: Stef Muylaert, Helen Blow, Danny Lescrauwaet

Het beleidsplan vermeldt geen reguliere werkzaamheden. Maar met betrekking tot het begeleid wonen en het zorgwonen zullen deze werkingen zich moeten richten op de uitstroom uit de resi-dentiële werking. Verder zich prioritair ook richten op CAW-cliënteel.

In huize Schelfhout (lange opvang, 8 kamers, dagprijssysteem) zal de begeleiding overgenomen worden door het team begeleid wonen met als doel de doorstroming te bevorderen.

Naast aanvragen vanuit de residentiële werking krijgt het CAW ook nog vragen naar begeleid wo-nen van verschillende omliggende OCMW’s. Het gaat om mensen die reeds langer gekend zijn in de gemeentes en die omwille van hun sociaal functioneren, handicap, overlast of drankmisbruik bege-leiding nodig hebben.

CAW Aalst heeft destijds aan minister Vogels een signaleringsdossier bezorgd. Stef zal het Steun-punt een kopie bezorgen.

In Aalst is een Woonraad waar het CAW deel van uit maakt. Men heeft gewerkt rond een centrale inschrijvingslijst. Met de sociale bouwmaatschappij Aalst is er een akkoord dat het CAW 9 wonin-gen in huur gaat nemen buiten het sociaal huurstelsel. De woningen komen te liggen vlak over de residentiële werking.

De stad Aalst heeft zelf ook veel sociale woningen en de begeleidingen gebeuren door stadsperso-neel.

CAW Archipel Datum: 17 juni 2005 Aanwezig: Edwin Van Hollebeke (Albatros), Chris Raamdonk (Vrienden van het Huizeke), Jo Gheysen (De Schutting), Helen Blow. Mee voorbereid door Ingeborg Winters (kwaliteits coördinator)

CAW Archipel heeft Bewo bij De Schutting, Puerto en Vrienden van het Huizeke. Bij Albatros is er een aanbod aan gemengde opvang, maar er is geen vluchthuis of vrouwenopvangcentrum. De Schutting en Puerto tellen samen 80 à 90 begeleidingsplaatsen, de Vrienden van het Huizeken telt 22 plaatsen.

De versnipperde Brusselse situatie maakt veel samenwerking nodig en mogelijk in de thuislozen-zorg. De Vlaamse, Waalse en Bicommunautaire erkenningen werken in goed overleg met elkaar samen. Qua begeleiding overschrijdt de vraag ruimschoots het aanbod - BeWo is een preventieve werkvorm en moet verder worden uitgebreid. Bovendien is er een enorm huisvestingsprobleem. Het begeleid wonen helpt tegen de dichtslibbing van de onthaalcentra, maar kampt zelf ook met dichtslibbingsproblemen. De enige uitweg is huisvesting en welzijn dichter bij elkaar te brengen, wat meteen ook een doelstelling is van de pilootprojecten. Nochtans is dit in de twee jaar dat één VTE hiervoor werd vrijgesteld deze doelstelling niet echt gelukt, omdat er simpelweg te weinig huisvesting voorhanden is. Het pilootproject heeft tot veel contacten met het OCMW geleid, maar het CAW wil niet ingaan op de vraag om ook niet-thuislozen te begeleiden. De sociale huisves-tingsmaatschappij Anderlechtse Haard geeft voorrang aan thuislozen, maar dit lost uiteindelijk niets op want anderen moeten dan weer langer wachten. De sociale verhuurkantoren Iris en Baïta hebben patrimonium dat uitsluitend voor kansarmen bestemd is (samen zo’n 200 units waar enkel begeleide cliënten in komen) maar ook hier overstijgt de nood ruimschoots het aanbod. Er zijn samenwerkingsprotocolllen met Baïta, Iris, de Brusselse Haard, …

Doelgroep

Er werd voor het pilootproject gekozen om zich uitsluitend op thuislozen toe te leggen, dus op mensen die doorverwezen werden vanuit opvangcentra of straathoekwerk of die zichzelf aanmel-den vanuit een opvangcentrum of op straat leefden. Eén VTE werd (vanuit Groot Eiland) vrijge-

Page 49: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

maakt om zich toe te leggen op cliënten voor wie een uithuiszetting dreigde. Deze hulpverlener werd gelinked aan de sociale dienst van de huisvestingsmaatschappij. Sinds de Brusselse Woonco-de werd ingevoerd zijn er meer uithuiszettingen. Huizen die de kwaliteitsnorm niet halen worden leeggemaakt en zo komen volledige gezinnen op straat.

De Vrienden van het Huizeken richten zich op alleenstaanden (in meerderheid) of éénoudergezin-nen. Eén derde van de begeleide cliënten in De Schutting is jonger dan 25 jaar (zowel 18 tot 25 jarigen als kinderen die hun ouder(s) vergezellen).

Allochtonen maken zowat 40% van de bereikte populatie uit, en men behelpt zich in alle mogelijke talen dankzij een goede samenwerking met Babel. Cliënten worden gestimuleerd om Nederlandse les te volgen.

Beleidssignalerende acties

Er werd meegewerkt aan de ervaringsuitwisseling van de pilootregio’s en aan de bovenlokale stuurgroep. Ook werd deelgenomen aan het Brussels regio-overleg, waar telkens weer op de prio-riteit van BeWo gehammerd wordt. Zowel de BWR als het CAW (beleidsnota) blijven hier prioriteit aan geven.

Personeelsinzet

Tinneke Van Heesvelde kon gedurende twee jaar voltijds rond huisvesting werken voor het piloot-project. Nu is zij terug naar het RISO, maar in het kader van haar opdrachten daar kan ze zich nog twee halve dagen per week vrijmaken om de thuislozen te ondersteunen in het zoeken naar huisvestin0g. Er zijn heel wat contacten met eigenaars ontstaan die positief staan t.o.v. het pro-ject en soms al een tweede of derde woning ter beschikking stellen via het SVK, wat een toename betekent in de beschikbare huisvesting. Dankzij de samenwerking met het RISO gaat de opge-bouwde deskundigheid in het zoeken naar huisvesting voor thuislozen niet verloren.

Ook Diogenes zoekt op een creatieve manier woningen voor thuislozen, vanuit het straathoekwerk. Zij bieden twee medewerkers een beetje tijd om met Tinneke te overleggen en de samenwerking verder uit te bouwen.

Puerto telt 26 begeleidingsplaatsen voor BeWo en 4 voor Zorgwonen. Hiervan zijn een aantal door de Vlaamse Gemeenschapcommissie betaald. De Schutting telt 52 begeleidingsplaatsen voor Be-Wo en 4 voor zorgwonen. De Vrienden van het Huizeken heeft 22 begeleidingsplaatsen BeWo, wat het totaal op 104 begeleidingsplaatsen brengt. Bovendien hebben de Vrienden van het Huizeken nog nazorg en informele begeleiding voor 20 personen.

De Schutting is vijf dagen per week open van 9 tot 21 uur en kan gezien worden als een soort krui-sing tussen BeWo en een inloopcentrum dat ook nazorg biedt aan de eigen ex-cliënten. Het Anker en de Vrienden van het Huizeken zijn buurthuizen. De Vrienden staat open voor iedereen van de wijk en zat midden in het doelpubliek. De laatste tijd merkt men meer en meer dat de Marollen trendy worden en de armen verdrongen geraken. Er is zeker nood aan 120 extra begeleidings-plaatsen.

Mogelijkheden tot verruiming

De Schutting is groot genoeg, maar Puerto kan nog groeien, en er kunnen zeker nog enkele initia-tieven bij. Als men rekent dat elke hulpverlener een caseload van tien gemiddeld moet kunnen halen, dan kunnen er zeker nog 10 extra VTE’s bij voor BeWo in Brussel.

CAW Artevelde Datum: 20 juni 2005 Aanwezig: Simonne Auman, Helen Blow

De resultaten van het pilootproject gaan in de gewenste richting. Wat de effecten betreft, kan men stellen dat er een veel betere communicatie tussen de sectoren huisvesting en welzijn is ontstaan door het pilootproject, wat een bundeling van krachten tot gevolg heeft. Op lange termijn is er werk op beleidsvlak en op de werkvloer en een betere communicatie rond dossiers. Het Overleg Woonraad is opnieuw opgestart, nadat het twee jaar dood was, en het algemeen welzijnswerk had er voordien ook nooit ingezeten maar trok nu aan de kar in het kader van de pilootregio’s. Dit is zeer positief.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 49

Page 50: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

50

Er is zeker een goede structurele samenwerking met de SVK’s uit gegroeid, volgens het ‘voor wat hoort wat’ principe. De samenwerking wordt jaarlijks geëvalueerd, en er komen extra woningen bij voor BeWo cliënten. CAW Artevelde zetelt ook in de Algemene Vergadering en Raad van Bestuur van SVK Woonfonds. Ook met het SVK in Destelbergen en Melle wordt een samenwerking opge-start.

Omwille van de voorwaarden van het pilootproject stonden de medewerkers open voor samenwer-king, al kan men zich de vraag stellen of cliënten nu gemakkelijker sociale huisvesting vinden. Dit wordt belemmerd door structurele problemen (tekort aan huisvesting), maar de goede wil is er zeker en ook de preventieve begeleidingen ter voorkoming van uithuiszettingen lukken.

De verruiming is niet voldoende gebleken, de vraag overschrijdt ruimschoots het aanbod. Het is moeilijk de vraag te becijferen vermits de vraag niet gesteld wordt als er toch geen plaats is. Om BeWo op te starten moet men zowiezo een woning vinden (het zoeken gebeurt wel samen met de begeleiding), hetzij op de privémarkt, bij een SVK of bij de sociale huisvestingsmaatschappijen.

Er zijn drie huizen voor Begeleid Samen Wonen, met respectievelijk vijf, drie en vier plaatsen. Dit zijn langdurige begeleidingen. Daarnaast is er de woontraining van CAW Visserij, maar dit is ook meestal volzet.

Samenwerkingsverbanden

De Woonraad is een overkoepelend adviesorgaan aan de stad, voorgezeten door de schepen van huisvesting. Het komt vier keer per jaar samen, en heeft daarnaast ook nog drie werkgroepen;

Wonen-welzijn, waar het CAW lid van is, werkt rond doelgroepenbeleid. Het CAW is ook lid van de werkgroep rond de kwaliteit van de private woonmarkt. Deze werkgroep wordt voorgezeten door een makelaar, en kampt met de afwezigheid van een dossier dat de huurprijzen in kaart brengt. Men gaat hier onderzoek naar doen en de bevolkingsdienst inschakelen om dit te bevragen. De woonbarometers zeggen iets over de kwaliteit, maar niet over de prijs.

Het overleg GGZ-AWW werkt rond de afstemming begeleid wonen en beschut wonen. Dit is nog een nieuw overleg en men moet er nog uitklaren wie wat doet.

Overleg met Bijzondere Jeugdzorg werkt aan een preventieproject.

Algemene Vergadering van het Woonfonds. Dit is een sociaal verhuurkantoor waarvan het CAW lid is.

Overleg met basiswerkers (maatschappelijk assistenten) in de sociale huisvestingsmaatschappijen. Dit wordt twee maal per jaar voorgezet, evenals het overleg met de dienst wonen van het OCMW.

Algemene vergadering VOB.

Voorts is er het overleg tussen de twee CAW’s, en het OCMW: de TORG (regionaal overleg thuislo-zenzorg) en de gezamelijke website over beschikbare opvangplaatsen.

Er wordt meer structureel met de SVK’s en minder met de sociale huisvestingsmaatschappijen sa-mengewerkt.

Beleidsintenties van het CAW:

Het is de bedoeling het BeWo verder uit te bouwen, maar niet ten koste van residentiële opvang-plaatsen. Onderzoek samen met CAW Visserij wijst erop dat er geen overcapaciteit is in de resi-dentiële sector. Er zijn geen beleidssignalerende acties geweest zijn buiten de bovenvermelde structurele overleggen.

CAW ’t Dak Teledienst Datum: 14 juli 2005 Aanwezig: Agnes Ongena, Christel De Rechter, Kristien D’Hollander, Helen Blow

Het begeleidingsteam doet aan ambulante woonbegeleiding, zowel begeleid wonen als zorgwonen. Dendermonde is geen pilootregio voor begeleid wonen. Het Beleidsplan geeft een duidelijke schets van de werking.

Page 51: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

’t Dak Teledienst heeft de laatste jaren fors geïnvesteerd in de uitbouw van haar onthaalwerking. Momenteel zijn er twee onthaalwerkingen, nl. het JAC, dat op jongeren gericht is, en De Kastanje, dat op volwassenen gericht is. Daarnaast is er een psychosociale begeleiding maar geen gezins en relationeel welzijnswerk, en residentiële werking voor mannen en voor vrouwen. Er zijn ook ‘bij-komende taken’ die hun eigen rechtstreeks onthaalwerking hebben, zoals de bezoekruimten, pro-ject Dader in Zicht, Burgers voor Burgers, en het Project Partnergeweld.

Begeleid Wonen

Het begeleidingsteam in De Kastanje is een jaar geleden ontstaan uit een groter team. Bij de fusie van twee CAW’s met kleine teams werd één team gevormd voor onthaal en begeleiding. Na ver-loop van tijd werd dit weer opgesplitst in twee teams, eentje voor onthaal (ook residentieel) en eentje voor begeleidingen (met 3 VTE’s). Het begeleidingsteam richt zich op ex-thuislozen en zwakkeren, meervoudig gekwetsten. De aanmeldingen komen via het JAC en onthaal binnen en betreffen dreigende thuisloosheid, waar preventief aan wordt gewerkt, en effectief thuislozen. Vanuit de residentiële settings is er een mogelijkheid om door te stromen naar ambulante hulpver-lening, maar het aantal plaatsen is beperkt. Er is een samenwoningsproject (11 plaatsen), en stu-diowonen (zie IFG hieronder). Het begeleidingsteam maakt sinds kort weer een aanmeldingslijst op en deze groeit zienderogen.

De hulpverlening slibt dus dicht door een gebrek aan VTE’s en de hulpvragers hervallen, een vici-euze cirkel. Het begeleidingsteam doet regelmatig evaluaties maar 1/3 van het cliënteel blijkt langdurige begeleiding nodig te hebben en kunnen ook niet in andere sectoren terecht. Er is psy-chiatrische thuiszorg voorzien in de regio, maar dit is zeer beperkt qua aantal begeleidingen en de alcoholverslaving van de cliënt mag niet primeren. Het begeleidingsteam werkt met verschillende woonvormen (zie begeleidingscontract).

Samenwoonproject

Twee projecten die zich vooral richten op doorstroming vanuit de residentiële opvangcentra. Twee huizen, telkens met een 7-tal plaatsen, die gemengd zijn. Elke cliënt heeft een eigen kamer, al de rest is gemeenschappelijk. Eén keer inde week is er een bewonersraad met een hulpverlener erbij. De cliënten hebben een woonovereenkomst met het CAW en een apart begeleidingscontract. Soms stromen deze cliënten door naar alleen wonen, waarvoor men twee adressen heeft, eentje voor max 3 jaar, en eentje voor langduriger bewoning.

Zelfstandig wonen

De cliënten worden begeleid door het CAW, met een begeleidingscontract, en huren los daarvan op de privé of sociale markt.

Woonproject

Dit zijn twee huisjes, vooral voor vrouwen die uit het opvangcentrum De Poort komen. Er kunnen vrouwen met of zonder kinderen voor maximum 3 jaar in wonen. Er mag een partner bijkomen. De cliënte heeft een woonovereenkost en een begeleidingscontract, en er is altijd sprake van bud-getbeheer. Deze huisjes brengen vrij veel praktisch werk met zich mee, na elke huurder moeten ze opnieuw in orde gezet worden en voorzien van meubels en huisraad.

Studiowonen

Dit zijn twee studio’s voor 18-25 jarigen die vanuit de residentiële opvang komen. Ze worden opengesteld naar JAC en onthaal toe. Dit is gegroeid op vraag van de residentiële centra. De cli-enten hebben een woonovereenkomst, budgetbeheer en een begeleidingscontract. Het verblijf is beperkt tot 18 maanden en het is de bedoeling dat de jongere in die tijd spaart voor een huur-waarborg, iets wat ze bij het CAW niet betalen.

Alle woonvormen worden vanuit De Kastanje begeleid. Twee vormen van begeleiding doorkruisen 4 woonvormen nl. integrale begeleiding en zorgwonen.

Huisvesting is een groot probleem, de cliënten zoeken in begeleid wonen naar eigen huisvesting samen met de hulpverlener, en zij worden ook direct op de lijst voor sociale huisvesting ingeschre-ven, maar het is moeilijk iets betaalbaars te vinden op korte termijn. Ook in de opvangcentra wordt naarstig gezocht naar huisvesting voor de cliënten.

Als de cliënt vertrekt uit een opvangcentrum naar sociale huisvesting blijft de begeleiding lopen. Er is vraag naar meer ambulante hulpverleners om herval te voorkomen, want men ziet dat dit pre-

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 51

Page 52: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

52

ventief zeer goed werkt. Men berekende dat 6 VTE’s nodig zijn om behoorlijk voor de opvolging na ht onthaal te zorgen en zo residentiële opnames te voorkomen.

Binnen het onthaal worden vragen opgelost maar wordt geen langdurige begeleiding geboden. Toch hebben vooral gezinnen nood aan een langere begeleiding om zo de armoedecirkel te helpen doorbreken. Jonge gezinnen blijken onvoldoende netwerken te hebben, de hele maatschappij is minder ondersteunend geworden. Investeren in ambulante hulpverlening is investeren in de toe-komst en in preventie.

Men stelt ook vast dat de vraag naar zorgwonen enorm toeneemt. Doordat de bevolking vergrijst (en dit gaat sneller op straat!) neemt de vraag naar langdurige zorg ook toe.

Men stelt vast dat het aantal aanvragen naar BeWo van licht mentaal gehandicapten stijgt. De gehandicaptensector en de psychiatrie zitten met grote wachtlijsten, en dit laat zich voelen in het algemeen welzijnswerk. De begeleidingen worden hierdoor zwaarder. Men moet als hulpverlener van heel veel markten thuiszijn: verslavingszorg, opvoedkunde, relationeel welzijn, administratie, psychiatrie, …

Het zou de moeite zijn eens te becijferen wat een verblijf in een gevangenis, psychiatrische instel-ling, ziekenhuis enz kosten en dit met BeWo te vergelijken. Bewo is een goedkope en efficiënte oplossing!

Samenwerking met sociale huisvesting

Al de sociale huisvestingsmaatschappijen in de regio zijn aangeschreven, maar geen enkele sociale huisvestingsmaatschappij is bereid om samen te werken. Er is wel één maatschappij dat samen met het OCMW een preventie uithuiszettingsproject wil opzetten.

Huisvesting is een belangrijk thema, Dak Teledienst probeert aan alle mogelijke overleggen deel te nemen, zoals Woonaccent, met het SVK. Doordat men echter geen begeleidingsplaatsen kan in-brengen kan men de samenwerking ook niet ten gronde uitbouwen.

Elk OCMW wordt aangesproken ivm huisvesting, samenwoonprojecten, crisisnetwerken. Ook de opstart van het lokaal sociaal beleid in elke gemeente van de regio biedt een kans om ervaring en kennis in te brengen, maar helaas is er geen capaciteit om ook begeleidingen in te brengen, wat veel meer effect zou hebben. De begeleiding die het CAW biedt is heel anders van aard dan wat het OCMW aanbiedt. Doordat het accent bij de CAW’s op een autonoom en vrijwillig aanbod ligt, zonder enige controlerende functie en zonder dat de cliënt afhankelijkheid is, zijn er zelden cliënten die de begeleiding stopzetten. Zij voelen zich vrij om te praten en hun problemen te bespreken.

CAW De Kempen Datum: 13 juni 2005 Aanwezig: Frans Heylen (directeur), Jos Bortels (coördinator thuislozenzorg), Annemie Nijs (Vrouwenopvang-centrum), Lydia Doudelet(Vluchthuis De Veder), Patrick Jansen (BeWo en ILC), Helen Blow

CAW De Kempen heeft zowel een vluchthuis als een vrouwenopvangcentrum als een dienst Bege-leid Wonen (pilootproject).

Noden betreffende doelstelling BeWo

Omdat het pilootproject voorzag in een intensieve samenwerking met de sociale huisvesting ten-einde de in- en uitstroom vanuit de residentiële voorzieningen te bevorderen is hier hard aan ge-werkt. Er was te weinig personeel beschikbaar binnen de residentiële voorzieningen om de nabege-leiding waar te maken en daarom is besloten 2 VTE’s uit de ploeg van 4 VTE’s voor BeWo, vrij te stellen voor het vervullen van de eerste opdracht van BeWo (nl. uitstroom uitde opvangcentra be-vorderen). Er resten dus nog 2 VTE’s voor de eigenlijke preventieve opdracht van het piloot pro-ject ‘Begeleid Wonen’. Het eerste 1,5 jaar was er een enorme cliëntentoeloop vanuit de onthaal-centra.

De onthaalfunctie neemt veel tijd in beslag voor het BeWo team. Tussen 1,5 à 3 uur per week per begeleider gaat naar het informere, adviseren, eerste contact, enz. Dit wordt met zitdagen georga-niseerd. Thuislozen vragen immers onthaal en nazorg op maat. Toch gaat onthaal, informatiever-strekking, vormingen geven (preventie), nazorg, coördinatie, eigen vorming, enz. allemaal van de begeleidingstijd af. Vooral het feit dat coördinatietijd niet inbegrepen is in de voorziene caseload is

Page 53: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

niet correct, omdat bij BeWo juist heel veel tijd moet gespendeerd worden aan het opzetten en onderhouden van structurele samenwerking met de sociale huisvestingsactoren, de OCMW’s, enz. In De Kempen is het werkingsgebied groot en kent het verschillende stedelijke centra (Turnhout, Herenthals, Geel) die allemaal moeten bediend worden.

De nood aan preventieve begeleidingen overtreft ruimschoots het aanbod

De bouwmaatschappijen spreken van 750 ‘moeilijke dossiers’ in Turnhout (op 5000) en van 350 in Geel. Dit is wel ruimer dan ‘dreigende uithuiszettingen’, maar het zijn situaties waar een begelei-ding toch wenselijk is, en waar preventief kan gewerkt worden. Bij een dreigende uithuiszetting is het probleem immers al in een zeer ver gevorderd stadium terecht gekomen en komt alle hulp wel eens te laat. Als men op die manier berekent zou de nood aan begeleidingscapaciteit minstens 91 VTE’s (1100 : 12 begeleidingen per VTE) zijn voor de sociale huisvestingsmaatschappijen alleen al! De sociale bouwmaatschappij van Turnhout heeft zopas een eigen maatschappelijk werker in dienst genomen die een eerste filter is en kan afstemmen op BeWo. Deze persoon weet wat BeWo kan en wat niet. Tegenover deze enorme nood van 1100 ‘moeilijke dossiers’ staat maar een begeleidings-capaciteit van 4 begeleidingen voor de sociale huisvesting (daarnaast zijn er nog begeleidingen voor mensen die uit een opvangcentrum komen, en gewone nazorg, de instroom vanuit de huisart-sen, politie, gevangenissen, enz). Men werkt dus met een soort contingentering per doorverwij-zerscategorie, en bedient de hele regio, niet enkel Turnhout.

Noden betreffende samenwerking

De samenwerking met SVK Noorderkempen (regio Turnhout) loopt goed, ook al is er enige dicht-slibbing, en men plant nu dit najaar een poot in Geel (SVK Zuiderkempen) wat meer mogelijkhe-den moet bieden qua infrastructuur. De Geelse Bouwmaatschappij zal een bureauruimte ter be-schikking stellen van het BeWo.

Wat betreft de preventieve begeleidingen (vermijden uithuiszettingen) is er niet direct een win-win gerealiseerd met de sociale huisvesting. De maatschappijen in de regio passen de uitzonderings-regel niet toe, omdat dit leidt tot een achterstelling van andere doelgroepen. Het probleem is ge-woon dat er veel te weinig sociale huisvesting beschikbaar is. Bovendien is er voor de huisves-tingsmaatschappijen geen risicobudget voor (ex)thuisloze cliënten, en stelt zich de vraag of er na het beëindigen van de begeleiding geen problemen gaan voordoen voor de huisvestingsmaat-schappij.

Met de SVK’s is wèl een win-win situatie gecreeërd omdat de instroom met puntensysteem gere-geld is scoren de thuislozen vrij hoog in punten (komen vanuit onthaaltehuizen, transitwoningen, enz. levert extra punten op) en zij stromen vlot in. De wachttijd bij de SVK’s is ongeveer twee tot drie maanden. Er stelt zich wel een probleem met grote gezinnen; het huren op de privémarkt is voor hen veel te duur en de huisvestingsmaatschappijen hebben te weinig grotere woningen. Voor het BeWo zijn dit ook intensievere begeleidingen.

De SVK medewerkers zeggen dat ze moeilijke dossiers naar BeWo sturen en gemakkelijke dossiers zelf oplossen of aan het OCMW doorspelen.

Stilaan raakt het onthaal idee bekend. De cliënt start met een kluwen aan problemen die door Be-Wo ontrafeld en aangepakt worden. Als er voldoende overzicht is en voldoende deelaspecten zijn onder controle, dan verwijst men de cliënt naar andere hulpverleningsinstanties met een duidelijke hulpvraag voor één deelaspect (meestal budgetbegeleiding bij het OCMW). De samenwerking met het OCMW loopt vlotter, maar doordat dossiers integraal worden bekeken – dit geeft het beste resultaat – zijn de begeleidingen ook zwaarder.

Noden Centrum Residentiële Crisis opvang (CRC)

Het CRC is een grote (zoniet de grootste) verwijzer voor Bewo. De nabegeleidingen die bewo biedt aan clïënten van het Centrum voor Residentiële crisisopvang zaten vroeger in het preventieve aanbod (en niet in het aanbod ‘nabegeleidingen’) van bewo. Dit is nu gewijzigd maar inhoudelijk zijn het uiteraard vaak ‘preventieve begeleidingen’ waar de sociale administratie nog in orde moet gebracht worden. Dit betekent een grote tijdsinvestering.

Bijkomende noden

In De Kempen is niet ingetekend op zorgwonen, maar er is wel veel nood aan. De opvangcentra, en ook BeWo worden geconfronteerd met cliënten die zorgwonen nodig hebben. In navolging van het advies van het overleg van de inloopcentra, gegeven aan het SAW en het Caw-overleg, tenein-

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 53

Page 54: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

54

de voorrang te geven aan de uitbouw van een inloopcentrum voor thuislozen en achtergestelde groepen, is Caw De Kempen met een inloopcentrum gestart om aan de directe behoeften te vol-doen. Momenteel zonder reguliere middelen en zonder bijkomende middelen is dit aanbod moeilijk blijvend houdbaar.

De buitenslapers van Turnhout maken gebruik van de opvangcentra en het inloopcentra overdag, maar er is nog nood aan nachtopvang, en aan regionale psychiatrische opvang voor een aantal thuislozen die nu uit de boot vallen.

Het aandeel allochtonen is gestegen, zowel in preventieve begeleidingen als in nabegeleidingen en de veeltaligheid en veelheid aan culturen vergt extra aandacht en inspanning van de begeleiders, zowel in het BeWo als in het vluchthuis/vrouwenopvangcentrum. Bij aanwerving wordt (begin-nend)wel met meertaligheid rekening gehouden.

Omwille van het contingenteren naar doorverwijzers (d.i. begeleidingsplaatsen toewijzen per ver-wijzer) toe zijn er straathoekwerkers en justitiehuizen die de cliënten een opname in het CRC (het CRC is een mogelijke verwijzer) aanraden om zo toch maar naar BeWo te kunnen doorstromen. Dit is natuurlijk niet de bedoeling maar duidt wel de grote nood aan ambulante woonbegeleidingen en begeleid wonen.

Bijkomende noden Begeleid Zelfstandig Wonen voor Jongeren (BZW)

Wat betreft het Begeleid Zelfstandig Wonen voor Jongeren (BZW) is er 1,5 VTE voor 12 begeleidin-gen, en dit is gegroeid vanuit de opvangcentra maar dit wordt niet gevat in het preventief luik van de omzendbrief. De cliënten richten zich op de privé markt en soms is de taakverdeling dat het BeWo voor huisvesting en het BZW, dat geënt is op het JAC, voor de begeleiding zorgt. Er kruipt heel wat tijd in het zoeken naar huisvesting i.p.v. in de eigenlijke begeleiding. BZW bestrijkt het hele gebied van het CAW.

Jongeren die uit huis worden gezet komen terecht in het Centrum voor Residentiële Crisisopvang. Van hieruit worden ze geregeld verwezen naar BZW en deze jongeren zijn extra kwetsbaar daar het verkrijgen van een woonst van de sociale huisvesting nagenoeg niet bestaande is. Deze doel-groep wordt ook niet direct gevat door de omzendbrief van het piloot project ‘Begeleid Wonen’. Doch hier onmiddellijk preventief optreden voorkomt het afglijden in de thuislozenzorg. Gezien de constante wachtlijst (al jaren is dit zichtbaar in de registratiegegevens) is er op zijn minst een te-kort aan 10 tot 12 begeleidingsplaatsen.

Het onthalen hulpvragers en het voorbereiden van ‘een begeleiding op maat’ vraagt ook hier veel tijd. Toch is dit werktijd die niet als effectieve begeleidingstijd benoemd wordt maar dit betekent wel dat er minder begeleidingen kunnen volbracht worden terwijl nu de vraag het aanbod al duide-lijk overstijgt.

De regio kent grote asielcentra, en de AMA’s (alleenstaande minderjarige asielzoeker) hebben geen erkend statuut. Zij vinden hun weg naar BZW (jongeren) omdat ze om financiële redenen op veel plaatsen worden geweerd. De situaties zijn soms schrijnend. Momenteel stelt BZW één begelei-dingsplaats open voor een Ama hulpvrager maar meer kan echt niet.

CAW De Mare Datum: 1 juni 2005 Aanwezig: Paulette Theunis, Wim De Rop (Taalfabet), Marleen De Bruyn (St. Andries), Helen Blow

Er is Begeleid Wonen in St. Andries, aansluitend op het opvangcentrum St. Andries, en er is BZW Jongvolwassenen bij het Taalfabet. Het pilootproject Begeleid Wonen is voor Antwerpen aan CAW Metropool toegekend, en CAW De Mare is hier niet echt bij betrokken.

Begeleid Wonen St. Andries sluit sinds 1991 aan op het opvangcentrum St. Andries. Eén team staat zowel in voor het opvangcentrum als het begeleid wonen. Voor het opvangcentrum is dat 3 VTE en 0,5 VTE coördinatie, voor het begeleid wonen is dat eveneens 3 VTE + 0,5 VTE coördinatie. De huisvesting voor Begeleid Wonen zijn in de wijk St. Andries gelegen, en zijn eigendom van vzw Wagenwiel. De inspectie spreekt van een ‘semi-residentiële dienst’. Het huurcontract dat de bewo-ners hebben omvat niet enkel het aspect wonen, maar ook de begeleiding, het is een totaalpakket van wonen & ambulante begeleiding. Bij BZJ (begeleid zelfstanding wonen jongvolwassenen) is de begeleiding eveneens ambulant, maar neemt het CAW niet de huisvestersrol op zich. De cliënten

Page 55: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

huren in de sociale huisvesting of op de privé markt. Er blijkt nood aan een uitklaring van de defi-nities.

St. Andries staat in voor een naadloze overgang van opvangcentrum naar begeleid wonen. Het is zeer laagdrempelig, als de cliënt het zelfstandig wonen niet meer ziet zitten kan hij nog terug, er moet geen waarborg betaald worden, de studio’s zijn gemeubeld, en dit kan dienen als ‘wachtka-mer’ voor sociale huisvesting. Voor sommige cliënten is nazorg vanuit het opvangcentrum vol-doende, maar ze gaan dan niet op de privé markt huren, maar eerder in het begeleid wonen wach-ten op sociale huisvesting. Doordat de begeleiding van het opvangcentrum en het bewo één team uitmaken kunnen zij samen permanenties verzorgen en is voor de cliënt de overgang van opvang-centrum naar bewo heel vlot te maken. De cliënten hebben na een verblijf in het begeleid wonen wel nog nood aan de installatiepremie (in het bewo is alles voorzien) en gelukkig betalen de mees-te OCMW’s die ook uit. De sociale huisvesting geeft meer en meer appartementen die niet in orde zijn, en dan is die installatiepremie broodnodig.

Bij het BZJ wordt meestal op de privémarkt een appartement gehuurd en volledig geïnstalleerd met geld van de installatiepremie en met materiaal uit de kringloopwinkels. Soms kan er ook gemeu-beld gehuurd worden.

In St. Andries telt het opvangcentrum nu 24 bedden. De vzw Wageningen heeft onlangs een huis verkocht en een nieuw gebouwd, waardoor de capaciteit met vier bedden verhoogd is. In het bege-leid wonen beschikt men over 16 éénpersoonsstudio’s, 16 kamers met gemeenschappelijke living, en 9 kamers op een boerderij met werkproject. Hierbovenop worden nog eens 40 dossiers met nazorg behandeld voor opvangcentrum en bewo samen. Dit voldoet ongeveer aan de behoefte, maar de uitstroom wordt bemoeilijkt door het gebrek aan sociale huisvesting. Hier zouden de pi-lootprojecten soelaas moeten kunnen bieden, maar deze richten zich vooral op de grote opvang-centra, St. Andries wordt als een ander circuit gezien.

BeWo van CAW Metropool heeft wel begeleidingscapaciteit maar beschikt niet over huisvesting. Nochtans is er in Antwerpen sociale huisvesting over in bepaalde buurten, maar daar willen ook niet alle cliënten graag wonen. Nog voor de pilootprojecten van start gingen werd het aanbod al gedaan om cliënten uit de grote opvangcentra in het begeleid wonen van St. Andries op te nemen, maar dat werd niet gebruikt. Slechts enkele cliënten uit de andere CAW’s hebben hier gebruik van gemaakt en dat is heel goed gegaan. Bij St. Andries is het de bedoeling dat cliënten na twee à drie maanden in het opvangcentrum doorstromen naar begeleid wonen. Het opvangcentrum van St. Andries kent wel wachtlijsten, in feite zit de filter en de flessenhals voor het begeleid wonen hier. Vroeger gingen hulpverleners van BeWo St. Andries in de Passant eten om contact te leggen met bewoners die evt. wensten door te stromen, maar door tekort aan personeel is dat niet meer mo-gelijk. De Passant vangt veel verslaafden op, en de begeleiders van St. Andries wensten over ge-noeg informatie te beschikken alvorens één van hun cliënten op te nemen. Bij Garuda ligt de drempel hoger naar cliënten toe, en zijn de cliënten zelfstandiger. Zij kunnen rechtstreeks in de studio’s van St. Andries instromen, zonder eerst in het opvangcentrum te moeten verblijven. Dit verschil in aanpak voor cliënten vanuit Garant en Passant valt goed uit te leggen aan cliënten en geeft geen probleem, maar de begeleiders uit het team van de Passant valt er wel over.

Het BeWo St. Andries richt zich niet op bepaalde doelgroepen, maar vangt vooral alleenstaande mannen op die meestal geen hoederecht hebben over hun kinderen, soms wel bezoekrecht. Er is een samenwerking met De Sleutel en Free Clinic voor drugsverslaafden, en er wordt samengewerkt met een psychiatrisch ziekenhuis.

Er is geen specifieke samenwerking met sociale huisvesting wat betreft uitstroom, al wordt wel gebruik gemaakt van de voorkeursregeling. Permanent worden twee appartementen (5 kamers en 3 kamers, gemeenschappelijke living) gehuurd van de sociale huisvestingsmaatschappij De Goede Woning, en die worden onderverhuurd aan cliënten. Nu komt er een nieuwe overeenkomst huren buiten het sociaal huurstelsel (tussen sociale huisvesting en OCMW – het contract wordt volgende week ondertekend (meegekregen op papier). Het OCMW zal personeel detacheren om binnen het CAW begeleidingen op te nemen. Er is een contingent studio’s voorbehouden voor thuislozen ipv de voorkeursbehandeling. In totaal gaat het om 45 studio’s (voor Antwerpen).

St. Andries heeft een 12-tal thuislozen per jaar die via de uitzonderingsmaatregel sociaal gehuis-vest worden, CAW Metropool spreekt van 25 thuislozen. Het nieuwe contract heeft het over 45 studio’s op jaarbasis, wat dus een verbetering zou betekenen. De begeleiding van deze cliënten zou door het OCMW of CAW opgenomen worden, de precieze verdeling is nog in de stedelijke stuurgroep af te spreken.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 55

Page 56: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

56

Begeleid Zelfstandig Wonen Jongeren (BZJ) Taalfabet had vroeger een rechtstreeks toegankelijk aanbod, nu kan men enkel instromen vanuit het eigen opvangcentrum. Vroeger had men 8 bege-leidingen per 1 VTE, nu zijn er 6 VTE’s voor de begeleidingen incl. coördinatie + 1 VTE vanuit niet reguliere middelen en kan 0,5 VTE niet ingevuld worden bij gebrek aan middelen. Alle begeleiders werken zowel in het opvangcentrum als in het begeleid wonen, zodat de cliënt zijn begeleider be-houdt als hij/zij overstapt van opvangcentrum naar BZJ. Per jaar stromen zo’n 20 à 25 cliënten door (ongeveer de helft van de cliënten uit het opvangcentrum). 5,5 VTE’s houden zowel het op-vangcentrum als het BZJ draaiende, leggen huisbezoeken af en vangen de cliënten die de 11 bed-den in het opvangcentrum bezetten, op. Van de groep uit het opvangcentrum stroomt ongeveer de helft door naar BZJ, en dan worden zij gedurende een half jaar nog intensief ambulant begeleid, daarna dooft het geleidelijk uit. Er blijft nazorg, men dient als gezinsvervangende terugvalbasis voor de cliënten. Ook de leefgroep komt een stuk aan deze functie tegemoet, en zorgt voor dagin-deling, maar een inloopcentrum (dat nu ontbreekt) zou wel tegemoet komen aan de behoeften van de jongeren. De cliënten worden begeleid naar de VDAB, Werkwijzer, enz. Er zijn weinig opgevan-gen jongvolwassenen die terecht kunnen in het gewone arbeidscircuit, soms wel via interimkanto-ren en in sociale werkplaatsen of in opleidingen. Een groot probleem voor de jongvolwassenen die op studio’s alleen wonen is de eenzaamheid en de verveling. Het gaat om jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar. De flessenhals is het opvangcentrum, er zijn wachtlijsten die even groot zijn als de capaciteit.

Schawijk is een nieuwe semi-residentiële vorm, met 8 studio’s die zijn aangekocht door de vzw Taalfabet Patrimonium. Het OCMW ziet studiowonen als ambulante begeleiding en dit bemoeilijkt de doorstroming omdat het OCMW niet bereid is de dagprijs te betalen voor het studiowonen van Schawijk. Bovendien wil gemeente Wommelgem een toestroom van leefloners op haar grondgebied vermijden. Schawijk wil echter residentieel blijven en doorstroomgericht werken. Een deel van de dagprijs wordt gebruikt om voor de cliënt te sparen en om schulden af te lossen. Bijkomende mid-delen zouden voor Schawijk kunnen ingezet worden, want nu gebeurt de begeleiding door het BZJ team van Taalfabet.. Er zou zeker 0,75 à 1 VTE extra moeten kunnen ingezet worden. Momenteel redt men het dankzij vrijwilligers, maar dit is immer een onzekere manier van werken.

CAW De Papaver Datum: 30 juni 2006 Aanwezig: Caroline Schaeck

CAW De Papaver in Ieper heeft begeleid wonen gelinked aan het opvangcentrum en heeft een vrouwenopvangcentrum, geen vluchthuis.

Vroeger was er een centrum in Wervik dat een aantal studio’s in één blok aanbod, met een bureau-tje voor begeleiding in hetzelfde complex. Er werden geen maaltijden aangeboden. Toen de sub-sidie van het SIF wegviel werd deze werking geheroriënteerd en verhuisden de mensen naar een privé huis waar zij zelf huurders van werden, en werd een externe, ambulante woonbegeleiding opgestart.

Het huidige aanbod begeleid wonen is gekoppeld aan het opvangcentrum. De medewerkers van algemeen ambulant welzijnswerk gaan naar de bewonersvergadering in het opvanghuis en promo-ten daar begeleid wonen. Er wordt een afspraak met de bewoners gemaakt om hen zo snel moge-lijk te helpen zelfstandig wonen. Er wordt geprobeerd het aanbod begeleid wonen vroeger in het traject van de cliënt op te nemen, en mensen meer kans op zelfstandigheid mits begeleiding of nazorg te bieden. Het grote probleem is het tekort aan betaalbare huisvesting, een voorwaarde voor begeleid wonen natuurlijk, maar ook een probleem voor voor de uitstroom uit de mannenop-vang, dat op zich voldoende capaciteit heeft maar volledig dichtgeslibt zit omdat :

1. privé huisvesting te duur is én 2. omdat huisbazen geen OCMW huurwaarborgen aanvaarden én 3. omdat er onvoldoende aanbod is aan sociale huisvesting.

Het SVK verhuurt aan vrij hoge huurprijzen en stelt hoge normen voor een toekenning, waardoor het CAW publiek er onvoldoende terecht kan.

De samenwerkingsverbanden zijn niet in akkoorden gegoten, maar er is wel af en toe overleg, wat op zich natuurlijk niet het structureel tekort aan huisvesting kan oplossen. Zeker voor vrouwen

Page 57: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

met kinderen is er veel te weinig beschikbaar. Er is eerder een tekort aan huisvesting dan aan be-geleiders.De woonbegeleiders werken trouwens niet alleen met cliënten die uit het opvangcentrum komen maar ook ruimer in de regio Ieper. Voor jongvolwassenen is er een apart aanbod aan Bege-leid Zelfstand Wonen Jongeren. Dit gebeurt in Veurne/Diksmuide vanuit het JAC met het huidige personeel.

Het enten van het begeleid wonen op het opvangcentrum lijkt op nazorg. Toch ziet men een be-langrijk verschil tussen de twee. BeWo werkt meer met een vast kader en met afspraken, het doel is terug te vermijden, en de begeleidingslast is hoger dan bij nazorg. Bij nazorg gaat het om een beperkte hulpverlening d.m.v. huisbezoeken. Voor chronische cliënten worden vrijwilligers ingezet om regelmatig een huisbezoek af te leggen, en dit blijkt zeer goed preventief te werken.

De verblijfsduur in het opvangcentrum is verminderd door het inschakelen van Bewo.

CAW De Poort Datum: 7 juli 2005 Aanwezig: Katrien Delrue, Nadine Debaere, Lisa Bultinck, Christine Demeulenaere, Ann Deschacht, Linda Lie-vens, Dirk Lescrauwaet, Piet Baes, Danny Lescrauwaet

Er zijn 48 begeleidingsplaatsen bewo en 8 plaatsen zorgwonen.

De vraag blijft groot, ook vanuit andere sectoren.

Binnen de Viersprong is er ook een aanbod naar gezinnen. Het zelf huren van woningen door het CAW wordt afgebouwd wegens financieel belastend, tijdsrovend en de dubbele rol die het met zich meebrengt. Men werkt vooral samen met SVK Brugge.

In de Poort was er tot vorig jaar een wachtlijst waarop meer dan 100 kandidaten stonden.

Momenteel lopen er 16 à 18 begeleidingen. Ook hier blijft de vraag zeer groot.

Er is via de woonraad samenwerking met huisvestingsactoren ( is enkel Brugge), maar men voelt aan dat de woonsituatie eerder verslechterd is de laatste jaren.

Er is veel werk geïnvesteerd in het lokaal sociaal beleid waardoor de samenwerking met de lokale overheid is verbeterd.

Een zinvolle verruiming voor de regio zou minstens 4 VTE’s dienen te bedragen , zoals ook in vori-ge peiling reeds werd aangegeven.

Men signaleert ook druk vanuit andere sectoren zoals het Vlaams Fonds.

CAW De Terp Datum: 5 juli 2005 Aanwezig: Gie Janssens

Het BeWo pilootproject zit bij CAW Metropool. Er is weinig overleg rond geweest maar de samen-werking komt op gang omdat het project zelf van de grond komt. Voor wat het IFG luik betreft, CAW De Terp heeft een vrouwenopvangcentrum, nl. Welzijnszorg in Boechout.

De verschillende opvangcentra van CAW De Terp hebben verschillende ervaringen met de door-stroming naar preventieve Woonbegeleiding bij CAW Metropool. CAW De Terp omvat volgende opvangcentra:

Garoeda, Brederodestraat, plaatsen: 27 (mannen) – nadruk op intensieve begeleiding De Passant , Clementinastraat, plaatsen: 40 (mannen) – pedagogische aanpak, veel structuur Werk der Daklozen (Blindestraat), plaatsen: 70 (mannen) Welzijnszorg (Boechout), plaatsen: 15 (vrouwen of kinderen, 9 kamers) + 4 studio’s in op-

bouw Asmodee (vrouwelijks slachtoffers mensenhandel), plaatsen 10 De Halm plaatsen: 6 (mannen)

Vanuit BeWo doet men zeer veel inspanningen naar de opvangcentra toe. 1x/14 dagen komt een medewerker van BeWo in de instellingen, de doorstroming wordt au sérieux genomen.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 57

Page 58: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

58

In de Passant (vroeger Leger des Heils) had men zeer lang verblijvers, en door een aanbod te doen van OCMW huisvesting in combinatie met nazorg vanuit De Passant , is een soort zorgwonen opge-start, met langdurige begeleidingen die niet allemaal zorgbehoevend zijn, maar het wellicht ooit zullen worden. In het Werk der Daklozen is het aanbod afhankelijk van de cliënt. Bij Asmodee is toeleiding alleen mogelijk via Payoke (tegelijk moet een juridisch dossier tegen de vrouwenhande-laar geopend worden). In De Halm worden mannen met een alcoholverslaving opgevangen mits zij met hun verslaving willen breken maar zich nog labiel voelen.

Elke ingreep in de residentiële werkingen heeft een effect. Deze kern van een zevental langverblij-vers werkten stabiliserend in de groep. Nu zijn er zeven extra plaatsen gecreeërd die doorstro-mingsgericht zijn. De doelgroep verzwaart, ondermeer door e aanwezigheid van jonge, weinig ge-motiveerde druggebruikers (hun aantal wordt echter steeds gelimiteerd omwille van de leefbaar-heid). Zeker bij de grotere opvangcentra heeft men een zeker percentage langverblijvers nodig om de groep hanteerbaar te maken. Alle plaatsen doorstromingsgericht maken is dus een mythe. Anderzijds mag men de beslissing ook niet aan de instellingen zelf overlaten, maar moet men kij-ken binnen de totale context van Antwerpen.

Samenwerking

Dit blijft moeilijk, ondanks allerlei overlegstructuren, en het wordt ook bemoeilijkt door de interne integratie (of het gebrek hieraan, CAW De Terp heeft een moeilijke fusie doorgemaakt, maar is onlangs door de inspectie gecomplimenteerd over de gemaakte vorderingen).

ROSA: regionaal overleg – omvat de drie Antwerpse CAW’s, de provincie en soms het Steunpunt.

Stuurgroep Thuisloosheid: OCMW, Stad (dienst sociale huisvesting), 3 CAW’s – willen langs interne weg naar een eenheid van besluitvorming en beleid. Er zijn verschillende werkgroepen actief waaronder een werkgroep samenwerking met sociale huisvesting en een werkgroep jongeren. Het is de gezamenlijke ambitie van deze Stuurgroep om mee te kunnen fungeren als proefproject in het kader van lokaal sociaal beleid. Aan de Vlaamse overheid wordt gevraagd alles wat met dak- en thuisloosheid te maken heeft voor Antwerpen via dit forum te regelen, ipv individueel met de drie CAW’s.

Met de sociale huisvesting wordt onderhandelt over een protocol dat voorziet in een prioritaire doorverwijzing voor een aantal thuislozen per jaar (een contingent). De voorwaarde is dat er voor deze dak- en thuisozen begeleiding voorzien wordt. Het gaat om een protocol tussen sociale huis-vesting en OCMW/CAW, maar wellicht zal de begeleiding vaak door het CAW moeten worden opge-nomen. De zorg voor de haalbaarheid van deze extra begeleidingen speelt mee in de onderhande-lingen.

Ideaal is een systeem van modulering en een individueel traject. Dit veronderstelt een kritische reflex rond het traject en er ontstaat dynamiek als hulpverleners en verschillende teams elkaar bevragen. Het vereist ook een cultuuromslag in de organisatie en meer aandacht voor de individu-ele verschillen tussen cliënten. Eén mogelijkheid om hulpverleners hiertoe aan te zetten is door stages in elkaars werkingen te organiseren.

Garoeda verliest op termijn haar pand (dit is nu nog veilig voor drie jaar) en zo dreigen 27 op-vangplaatsen verloren te gaan. Deze zijn moeilijk te vervangen in de Antwerpse context en er wordt grondig over nagedacht hoe de middelen best ingezet worden in Antwerpen. In de logica van het lokaal sociaal beleid kan deze beslissing niet door CAW De Terp alleen genomen worden, maar moet de Antwerpse stuurgroep zich hierover beraden.

BeWo zit bij CAW Metropool. Sommige coördinatoren zouden liever BeWo in de eigen organisatie ingebed zien. Het heeft voordelen als men het hele cliënt traject zelf kan organiseren. Zo heeft St. Andries (CAW De Mare) het hele traject zelf in de hand, in tegenstelling tot CAW De Terp, en dit lijkt toch voordelen te hebben. De verblijfsduur in opvangcentrum St. Andries is veel korter dan bij CAW De Terp en dit heeft allicht te maken met de naadloos aansluitende opvangvormen die maken dat de cliënt sneller doorheen zijn traject kan. De overstap van opvangcentrum naar BeWo van CAW Metropool is stroever dan het intern doorstromen bij St. Andries; Het heeft allicht ook te ma-ken met verschillen in het cliënt profiel, men kan niet alles verklaren enkel door het in eigen be-heer hebben van een volledig traject.

De uitdaging is de juiste cliënt op de juiste plaats te krijgen – dit is niet gemakkelijk op basis van één intakegesprek, en daarom worden de eerste weken gezien als een observatieperiode, waarbij de intake verder wordt uitgewerkt. Probleem is dat na die eerste weken de cliënten niet meer

Page 59: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

worden doorverwezen, en dat zo het hele intake-idee in het water komt te vallen. Er is altijd plaats tekort en als na die eerste weken niet wordt doorverwezen dan is het louter toeval, en niet het meest geschikte aanbod, dat de opvang van de cliënt bepaalt. Er zijn twee redenen waarom cliënten niet worden doorverwezen: ten eerste omdat zij zich settelen en zelf niet graag verhuizen, en ten tweede omdat hulpverleners graag een mix aan cliënt types hebben.

Bij de registratie moet men oppassen met gemiddelden, want die kunnen veel informatie verdoeze-len. Bv. wat verblijfsduur betreft – de uitersten heffen elkaar op, en zo worden de problemen niet zichtbaar. Bovendien kan het niet de bedoeling zijn cliënten snel buiten te werken enkel om mooie cijfers voor te leggen.

Een residentiële opvang is waardevol, maar op een gegeven moment ontstaat het risico dat de cliënt zich gaat settelen – BeWo biedt hier een oplossing voor.

Het onderscheid BeWo en nazorg is vrij duidelijkheid, maar er schuilt een probleem in het traject-denken: je kan een cliënt in het centrum houden tot hij ‘in staat’ is tot zelfstandig wonen, of je kunt een cliënt zo snel mogelijk alleen laten wonen met ondersteuning. Dit wordt wellicht wat an-ders bekeken door de hulpverleners in BeWo dan door de hulpverleners in de residentiële centra. De overdacht van opvangcentrum naar BeWo is een risico op het afbreken van de begeleiding en betekent een verlies aan efficiëntie, maar is soms ook een opportuniteit (nieuwe hulpverlener, nieuwe aanpak, verzelfstandiging).

Meer BeWo alleen lost niets op, men moet de houding van de sector zien te veranderen.

De residentiële mannenopvang meldt de laatste weken/maanden een verminderde opnamedruk. Men weet niet waaraan dit ligt, of het tijdelijk is, of het met BeWo te maken heeft, met meer pre-ventieve begeleidingen, met het ambulanter werken van het algemeen onthaal? Men stelt vast en wacht af of het blijft duren.

Jongeren

De jongvolwassenen (18-25 jaar) zijn een zorgpunt. Er zitten meer jongvolwassenen in de algeme-ne opvangcentra dan in de jongerenopvangcentra. Hun trajecten moeten zorgvuldig bewaakt wor-den, ze mogen niet aan het toeval overgelaten worden en overbruggende opvangen wegens plaatsgebrek mogen niet blijven worden. Het risico dat een jongere in de opvang aan drugs ver-slaafd geraakt is heel reëel.

CAW Delta Datum: 25 mei 2005 Aanwezig: Elise Moriau, Danny Lescrauwaet

Er is een verruimingsnood naar de doelgroep jongvolwassenen ( 18-25) aanwezig in de volledige CAW-regio. Het gaat vooral om thuisverlaters en minder om jongeren die uit de bijzondere jeugd-zorg komen.

Het CAW startte in 2005 met een project begeleid zelfstandig wonen in één van de 3 CAW-vestigingen nl te Ninove. Tot 2006 kan een halftijdse kracht ingezet worden via projectmiddelen. Het CAW wil dit project inhoudelijk verder uitbouwen voor zijn totale regio ( zie ook beleidsplan 2006-2008, p. 20) Hiervoor zijn minimaal 2 VTE’s noodzakelijk.

Thuisloosheidssituaties komen vaak niet terecht bij het CAW omdat men in de regio weet dat er momenteel geen aanbod is door de structurele onderbezetting van het CAW (zie ook witboek alge-meen welzijnswerk) Politie zal bv. rechtstreeks verwijzen naar de opvangcentra van de OCMW’s uit onze regio of de opvangcenra van CAW’s uit andere regio’s zoals o.a. Geraardsbergen.

Aanbod creëert vraag creëert aanbod…

de verruimingsnood werd reeds gesignaleerd op provinciaal niveau en vlaams niveau (zie ook wit-boek: tabellen)

Contacten met huisvestingsactoren betreffen vooral het regionaal SVK West-Brabant en de sociale huisvestingsmaatschappijen van ons werkingsgebied.

In de regio is er enkel een aanbod inzake crisisopvang vanwege de provincie nl Haven 21 te Halle. Voor andere vragen moeten wij verwijzen naar Aalst of Geraardsbergen of

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 59

Page 60: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

60

Brussel. Dit is uiteraard niet erg laagdrempelig voor de 250 000 inwoners van onze re-gio!

CAW Hageland Datum: 14 juni 2005 Aanwezig: Hugo Mertens, Iris Claes, Danny Lescrauwaet

Thuislozen uit de regio dienen, bij gebrek aan een aanbod, vaak beroep te doen op het informele circuit van vrienden en kenissen.

De regio is zeer landelijk, slechte huisvestings- en tewerkstellingssituatie en beperkt openbaar vervoer. O.m. hierdoor trekken jongeren weg.

Het CAW heeft een BZW-aanbod in Diest , Tienen en Aarschot. In Diest zit men aan de limiet van zijn mogelijkheden. In Diest en Tienen samen lopen zo’n 20-tal begeleidingen. Ongeveer 80 % van het cliënteel betreft druggebruikers.

De stad Tienen heeft een woonbeleid uitgewerkt waarbij wie met meer dan 2 samenwoont zonder bloedverwantschap niet meer in het bevolkingsregister wordt ingeschreven. Hierdoor worden kansarme bewoners uit de stad geweerd.

CAW Leuven Datum: 14 juli 2005 Aanwezig: Det De Bosschere, Mithymna Corke, Lieve Polfliet, Danny Lescrauwaet

De samenwerking met het SVK in het voorkomen van uithuiszetting wordt positief geëvalueerd maar hun beperkt huisvestingsaanbod maakt het onmogelijk om nu te kunnen verruimen. De in-tentie is om max. 10% van het gesubsidieerde aanbod van SVK te kunnen inbrengen voor CAW Begeleid Wonen. Op dit moment zijn er slechts 2 woningen.

De samenwerking op vlak van het concrete begeleidingswerk evolueert positief: een aantal bege-leidingen worden door hen verwezen of in tandem opgenomen. Het blijft belangrijk en noodzakelijk om tijd te investeren in gezamenlijk overleg, evaluatie, toetsen…

De samenwerking met het OCMW:

op niveau van de veldwerkers: we ervaren een positieve evolutie in de samenwerking tussen team Begeleid Wonen en de verschillende teams van het OCMW Leuven (algemene sociale dienst, Schuldbemiddeling en Noodhuisvesting). Meer en meer wordt er in tandem gewerkt: OCMW profileert zich vanuit hun specifieke kerntaak, team Begeleid Wonen zorgt voor de woonbegeleiding, integrale begeleiding.

op structureel niveau zijn er heel wat aanzetten tot constructieve samenwerking die vragen naar sterkere uitbouw: OCMW, Stad Leuven en CAW zorgen samen voor de inhoudelijke voorbereiding van de

Woonraad. Het is een langzaam proces om gezamenlijke doelstellingen te formuleren in het kader van preventie thuisloosheid. We werken nu aan een concreet thema rond de lokale aanpak preventie thuisloosheid – gerechtelijke uithuiszetting.

CAW Begeleid Wonen is gevraagd feedback te geven in het herbronningproces van de dienst noodhuisvesting.

In het kader van het Lokaal Sociaal Beleidsplan is er een samenwerkingsovereenkomst tussen Stad – OCMW en CAW, waarin wederzijdse afstemming één van de kerndoelstellingen is. Het thema wonen- welzijn zal hier zeker aan bod komen.

De samenwerking met de huisvestingsmaatschappij Dijledal:

Page 61: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

op niveau van de veldwerkers: twee maal/jaar komen de woonbegeleiders en de wijkmanagers samen op initiatief van het team Begeleid Wonen. Deze contacten leveren een positief effect op de samenwerking in het begeleidingswerk, op het toeleiden en signaleren.

op structureel niveau: het blijft een moeizaam proces om de win-win situatie binnen de sa-menwerking scherp te krijgen. De lange wachtlijst, de schaarste aan sociaal huisvestingsaan-bod, de moeilijke financiële situatie van de sociale huisvestingsmaatschappij zijn daar niet vreemd aan. Toch blijft het belangrijk en noodzakelijk om verder te investeren in dit samen-werkingsverband. We worden als vaste partner uitgenodigd op de verwelkomingavonden voor nieuwe huurders waarop we het CAW kunnen voorstellen.

Doorstroming vanuit residentiële werkingen:

wij zien de laatste tijd vooral een verhoogde instroom vanuit het Vluchthuis –vnl. van alloch-tone vrouwen, naast instroom van gasten van de deelwerking reclassering.

Het thema afstemming van de residentiële deelwerkingen onderling, en afstemming van het ambulante – residentiële luik binnen het CAW regio Leuven staat geagendeerd in het Beleids-plan 2006-2008.

Eventuele verruimingsmiddelen zouden wij vooral willen inzetten voor:

uitbreiding van de module Begeleid Wonen. We werken momenteel met een wachtlijst, wat niet strookt met onze kerndoelstellingen. De huidige omkadering is enkel berekend op het inhoude-lijk begeleidingswerk en laat weinig ruimte toe voor het noodzakelijk structurele overleg en –beleidswerk inzake wonen en welzijn.

uitbreiding om de module Begeleid Wonen te kunnen uitbouwen in de ruimere regio van CAW regio Leuven.

CAW Welzijnshuis Mechelen Datum: 9 juni 2005 Aanwezig: Agnes De Grootte (BZJ), Danny Jacobs (BeWo), Luc Van Oost (directeur), Helen Blow

Het Welzijnshuis beschikt over zowel begeleid wonen als begeleid zelfstandig wonen jongeren.

Begeleid Zelfstanding Wonen Jongeren (BZJ)

BZJ begeleidt jongvolwassenen van tussen 18 en 25 jaar oud. Dit is een project gesubsidieerd door de Stad Mechelen via het gemeentenfonds (vroeger via SIF) . Deze subsidies worden telkens voor drie jaar toegekend, momenteel is dat dus tot eind 2006. Er is een enorme behoefte aan BZJ, van de 102 aanmeldingen afgelopen jaar zijn er 32 begeleidingen opgestart. Enkel jongvolwasse-nen afkomstig uit de stad Mechelen kunnen geholpen worden omwille van de financiering, er zijn dus heel veel weigeringen omwille van de regio-afbakening, dit is de laatste tijd verminderd omdat doorverwijzers deze voorwaarde beter kennen. Vorige jaren zagen ze echter dat er veel cliënten hulp vragen vanuit de ruimere regio. Aanmeldingen komen op doorverwijzing van OCMW, JAC, gevangenis, PAAZ, BeWo volwassenen, en straathoekwerk. Verder bevelen jongeren zelf hun leef-tijdgenoten het BZJ aan.

De doelgroep van het BZJ is in de eerste plaats thuislozen, en men bereikt nog net iets meer Bel-gen dan allochtonen (60/40 verhouding). BZJ kan al beginnen voor een woning gevonden is, op dat moment wordt de sociale administratie van de cliënt al aangepakt en wordt samen een woning gezocht. Men is genoodzaakt op de markt te zoeken, bij de immobiliënkantoren kan men niet te-recht omdat veel eigenaars de OCMW waarborg weigeren en vragen om zowel een arbeidsovereen-komst als een bewijs van goed gedrag en zeden. Het ideaal zou zijn om een blok te huren (men heeft bij BZJ zelfs een bepaald blok op het oog) en dit dan onder te verhuren aan de cliënten. Zo zou men het zwerven in afwachting kunnen vermijden. Er is niet direct een SVK die deze huisves-tingsrol zou kunnen opnemen.

De samenwerking met de stad verloopt goed, schepen Lamont gelooft wel in het werk dat het CAW doet en doet zelf ook inspanningen, maar er is een structurele onzekerheid. Er is geen samenwer-king met de sociale huisvestingsmaatschappijen, en de Mechelse Goede Woning staat geen afwij-king ten voordele van thuislozen toe. Dit geldt ook voor de Duffelse en de Vilvoordse sociale huis-

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 61

Page 62: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

62

vestingsmaatschappijen. Het OCMW Mechelen heeft zelf heel wat woningen ter beschikking en samen met de dienst integrale jeugdhulpverlening kan nagegaan worden wat mogelijk is.

BeWo Volwassenen

Bewo bedient de leeftijdsgroep 25 tot 65 jaar met 1,5 VTE en heeft meestal 18 à 19 begeleidingen tegelijkertijd lopen, plus het onthaal. Vorig jaar werden 52 aanvragen geregistreerd. Het pro-bleem is de termijn van de begeleidingen – mensen blijven vaak jarenlang (tot 10 jaar!) in bege-leiding en zo slibt de dienst dicht.

Voor cliënten met een lichte mentale handicap wordt doorverwezen naar Oikonde, maar die zitten met wachtlijsten, en dan start BeWo soms wel een tijdelijke begeleiding op, met de bedoeling door te verwijzen zodra er bij Oikonde plaats vrij komt.

Het Algemeen Opvang Centrum voor Mannen biedt gedurende drie maanden nazorg aan hun cliën-ten, en in feite worden dit verdoken begeleidingen. De cliënten krijgen na de drie maanden geen huisbezoeken meer, maar kunnen terecht op het onthaal, dat als instuifruimte fungeert voor men-sen die laatstelijnshulpverlening nodig hebben. Men is nog zoekende hierin, momenteel is het ont-haal in de voormiddag enkel op afspraak beschikbaar. Ook de algemeen ambulante werking heeft een functie als sociaal netwerk. Het Welzijnshuis beschikt niet over een inloopcentrum. In de regio is er wel De Keting, maar zij werken enkel voor generatie-armen, niet voor allochtonen.

Aanvragen komen van de onthaalcentra en de ziekenhuizen, door reclame onderling door cliënten zelf, er zijn doorverwijzingen vanuit straathoekwerk en het OCMW.

Is er tekort aan opvangplaatsen? Als men regelmatig aanvragen niet kan beantwoorden met een begeleiding vallen na verloop van tijd de vragen wat weg. Dit is dus moeilijk te becijferen.

Waartoe zou men extra middelen inzetten?

de huur van een aantal studio’s voor jongvolwassenen studio’s voor nazorg van cliënten die uit het opvangcentrum komen (door op één locatie te

groeperen wordt het gemakkelijker en efficiënter werken voor de begeleiding) er is nood aan huisvesting voor grotere gezinnen om dit alles te realiseren is ook 1 VTE aan begeleiding extra nodig

CAW Metropool Antwerpen Datum: 1 juli 2005 Aanwezig: Riet Knoops, Monique Gauquie, Rob Dewinter, Liliane Jongen, Maggy Wijnen, Mark Van Riet, Phil Daniëls, Helen Blow

CAW Metropool is actief in stad Antwerpen en is een pilootregio Begeleid Wonen (BeWo). Verder is er m.b.t. het bevraagde thema in Metropool ook Begeleid Zelfstandig Wonen Jongeren (BZW), Zorgwonen (ZoWo), en een JAC Plus jongerenonthaalwerking.

BeWo heeft last van afbakeningsproblemen, men wordt veel bevraagd door andere sectoren (bij-zondere jeugdzorg, psychiatrie, gehandicaptensector (Vlaams Fonds), ….). Het preventieve luik komt wat te weinig in beeld. Zowel BeWo als het algemeen onthaal werken rond uithuiszettingen. Men verwijst naar de enquête pilootproject en het jaarverslag.

De samenwerking met de sociale huisvesting verloopt goed. Alle Antwerpse sociale huisvestings-maatschappijen, het CAW, het OCMW en het Stad zelf zitten samen in een beleidsplatform onder voorzitterschap van het Stad. Hier konden het algemeen welzijnswerk en het OCMW de doelgroe-pendiscussie aankaarten, want men stelt vast dat de afwijkingsmaatregel onvoldoende werkt. Het blijkt ook nodig de huisvestersrol te scheiden van de begeleidersrol. Nu neemt het OCMW de rol van huisvester op zich en het CAW de rol van begeleider, maar eigenlijk hoort het huisvesten bij de sociale huisvesting te zitten. De sociale huisvestingsmaatschappijen hebben een ontwerp-protocol opgesteld en dit is reeds één maal besproken in een werkgroep. In het huidige sociale huurbesluit past dit nog niet, wel in het nieuwe. De bedoeling is om i.p.v. de huidige afwijkingsmaatregel, die onvoldoende werkt, een contingent van 45 woningen per jaar te voorzien voor alle ‘specifieke doel-groepen’ mits waarborgen i.v.m. hun begeleiding door een contactpersoon in de sociale sector (CAW, OCMW, ….). Het contingent zou te verdelen zijn over de huisvestingsmaatschappijen i.f.v. hun grootte.

Page 63: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Er is al heel wat weg afgelegd in de samenwerking tussen wonen en welzijn in Antwerpen. De stad heeft een coördinatiecel sociale huisvesting die afstemming zoekt tussen de verschillende Antwerp-se sociale huisvestingsmaatschappijen. Deze cel vervult een interessante interface rol tussen wo-nen en welzijn. Een andere piste betreft het huren buiten het sociaal huurstelsel. Bij het opstarten van het pilootproject huurden en verhuurden zowel het OCMW als het CAW. Nu willen beiden tot een scheiding van de verhuurders en de begeleidersrol komen, en ‘geeft’ het CAW het OCMW haar appartementen, zodat het OCMW de huisvesters- en het CAW de begeleidersrol kunnen opnemen. Dit is een tussenstap, want regulier inhuren zou nog altijd beter zijn, want dat is goedkoper voor de cliënt en niet meer tijdelijk.

Tot slot is er de samenwerking met de sociale verhuur kantoren. Het Antwerps Sociaal Verhuur-kantoor heeft vorig jaar besloten 10% van hun appartementen voor BeWo voor te bestemmen. Dat zijn er 6. De SVK’s kunnen, dankzij het nieuwe SVK-besluit van 2004, inderdaad groeien. Hoe meer appartementen ze in beheer nemen, hoe meer subsidie ze ontvangen (subsidie per apparte-ment dus). Die 10% die in het SVK-besluit staat is echter de maximum-norm die door het SVK kan worden besteed aan een eigen doelgroepenbeleid. Het ASVK kan daar dus niet boven gaan. Het puntensysteem maakt echter dat momenteel vooral asielzoekers voorrang hebben op bv. thuislo-zen die nog wel ergens verblijven.

Met de huidige BeWo-begeleidingscapaciteit worden een aantal regio’s (met veel sociale huisves-ting) niet bediend. Het is nodig om een gedifferentieerde woonbegeleidingsdienst in deze wijken in te planten, zodat zowel een preventieve woonbegeleiding als een gewone BeWo-begeleiding kan worden opgezet met optimale kansen om de cliënt te verankeren in de buurt en en een eigen net-werk te laten uitbouwen. Men wil graag uitbreiden naar deze wijken.

BeWo werkt met de ‘wegwijs’ methodiek wat preventieve woonbegeleiding betreft. Het accent ligt het toeleiden van de cliënt naar de diensten in de buurt die hem kunnen ondersteunen.

Het concept van een team woonbegeleiding omvat de verschillende woonbegeleidingsmethodieken met name preventieve woonbegeleiding (cfr. wegwijs), kortdurend begeleid wonen & langdurig begeleid wonen.

Samenwerking met de opvangcentra.

De BeWo diensten hebben van vroeger de naam dat er ‘nooit plaats is’. Deze beeldvorming moet bijgestuurd worden zodat de cliënten vlot kunnen doorstromen vanuit de opvangcentra naar BeWo. De instroom vanuit de opvangcentra is nu nog zeker niet optimaal, de hulpverleners van BeWo zoeken samen met de hulpverleners in de opvangcentra hoe dit kan verbeterd worden. Wat alles-zins helpt is dat de hulpverleners van BeWo zelf regelmatig in de opvangcentra langsgaan. Het gezamenlijk instroomoverleg van de verschillende BeWo-teams is geëvolueerd van een passief afwachten naar een actief opzoeken van cliënten in de opvangcentra.

Knelpunten

Samengevat zijn er 3 verschillende problemen die zich stellen:

er is geen koppelopvang in Antwerpen in de opvangcentra; er is een tekort aan woningen voor grote gezinssystemen, waardoor doorstroming vanuit de

crisisopvang en de residentiële opvang bijna onmogelijk is; omdat er geen snelle rechtstreekse doorstroming mogelijk is vanuit de crisisopvang naar bege-

leid wonen, kan men soms niet anders dan opvang zoeken in de opvangcentra, wat oneigenlijk gebruik is van die centra.

Zeker doordat er in Antwerpen geen en ook elders geen of zeer weinig gemengde opvang is, zou er een directe doorstroom moeten zijn van de crisishulpverlening naar BeWo maar dit loopt nog moei-zaam. Het is moeilijk om voldoende grote gezinswoningen te vinden en om snel genoeg te wer-ken. De sociale huisvesting wil niet meer bouwen voor grote gezinnen omdat dit een verliespost is, maar de nood is er wel. Grote appartementen van gezinnen waar de kinderen het huis uit zijn komen niet vrij voor gezinnen met jonge kinderen, omdat er geen verplichting is tot verhuizing, het kan alleen voorgesteld worden aan de huurder.

VESPA, een autonome stadsdienst koopt huizen op, renoveert en commercialiseert. Er wordt ge-suggereerd dat zij ook zouden kunnen verkopen aan sociale huisvesting als alternatief voor nieuw-bouw en niet enkel aan de privé-markt.

CAW Metropool heeft een algemeen onthaal waar men vaak cliënten ziet die in aanmerking komen voor BeWo, maar bij BeWo wil men vooral de dichtslibbing van de opvangcentra voorkomen, con-

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 63

Page 64: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

64

form de omzendbrief bij de start van de pilootregio. Er dreigt een kunstmatig traject te ontstaan waarbij de cliënt zich eerst in een opvangcentrum moet laten opnemen om daarna door te stromen naar BeWo. Een rechtstreekse instroom is belangrijk, ook om dichtslibbing van de crisishulpverle-ning te voorkomen.

Sociaal beheersrecht: Om de leegstand van verkrotte woningen te voorkomen worden leegstaande woningen door Stad Antwerpen voor 9 jaar in beheer genomen. Dit systeem werkt momenteel nog niet goed. Zo zijn er bij de renovatie van dergelijke panden nog bevoegdheidsproblemen (bv. wie stuurt? De Stad, het SVK, …). Dit bemoeilijkt de afhandeling.

De psychiatrische nazorg vanuit het ziekenhuis blijft ex-patiënten niet lang genoeg ondersteunen. De psychiatrische thuiszorg is onvoldoende uitgebouwd en wat er is dreigt, stopgezet te worden. Anderzijds kan het BeWo ook niet niet voldoende gespecialiseerde hulp inhuren als dat nodig is.

Uit het onderzoek van de VVSG blijkt dat 50% van de gerechtelijke uithuiszettingen in Antwerpen plaatsvinden. Men bereikt nu met BeWo slechts een top van de ijsberg. Er is nood aan laagdrem-pelig onthaal en aan meer inloopcentra, want wat er is wordt al gauw overbevraagd. Bovendien werkt de preventieve woonbegeleiding (Wegwijs) enkel op de sociale huisvestingsmarkt (en dan nog zeer bescheiden), en niet op de privé markt.

Ook de drughulpverlening, de CGGZ, psychiatrie en de bijzondere jeugdbijstand kijken richting CAW.

Begeleid Zelfstandig Wonen Jongeren (BZW) 18-25 jarigen

De begeleidingsvorm BZW voor jongeren bestaat al lang. Dankzij verschuivingen vanuit het resi-dentiële naar korte opvang en begeleid zelfstandig wonen, is de begeleidingscapaciteit verhoogd. Om dichtslibbing tegen te gaan kan BZW echter geen langduriger begeleidingen aanbieden Het Taalfabet (CAW De Mare) bood in Antwerpen al langduriger opvang als alternatief. Nu is er af-stemming nodig tussen BZW en BeWo, BeWo zou als opvolging voor BZW kunnen ingeschakeld worden voor langduriger begeleidingen. Dit gebeurt ook al. Maar de capaciteit is hiervoor onvol-doende om aan alle aanvragen te kunnen voldoen.

Doordat BZW gericht is op korte opvang vallen die jongeren die net naast een Vlaams Fonds num-mer gegrepen hebben, uit de boot, maar als deze jongeren niet opgevangen worden en preventief worden begeleid komen ze vanzelf later in de thuislozenzorg terecht. Men weet niet waar naar toe met jongeren die een langdurige begeleiding nodig hebben, hier is een ‘gat in de markt’. In feit wordt dit gat voor een deel nu ingevuld door opvang in de bestaande opvangcentra (man-nen/vrouwen) waar de leeftijdsgrens meestal vanaf 18 jaar is.

De instroom van jongvolwassenen in de sociale huisvesting is minimaal, eigenlijk zijn zij aangewe-zen op de privé markt, waar het vinden van iets geschikts een tijdrovende bezigheid is. JAC Plus ziet zich verplicht hiervoor ongeveer een halftijdse vrij te stellen om te zoeken naar appartementen en samen met de jongeren op pad te gaan en de jongeren te ondersteunen in de omringende ad-ministratieve verplichtingen !!

Om doorstroomgericht te kunnen werken moet BZW strenger worden en gehandicapten naar het Vlaams Fonds doorverwijzen, maar dit zit potdicht ondanks alle goede wil.

Zorgwonen (ZoWo)

De problematieken in het zorgwonen zijn enorm verzwaard de laatste jaren. Er is minder uit-stroom door de vergrijzing en het optrekken van drempels in de residentiële bejaardenzorg. De maatschappelijke tendens om zorg te organiseren in netwerken gaat niet op voor thuislozen, want die ontbreken precies netwerken. Door hun levensstijl is hun zorgbehoefte groter op jongere leef-tijd. Per definitie gaat het om zeer langdurige begeleidingen en om een groeiende groep. ZoWo is een logisch uitvloeisel uit BeWo voor mensen die nood hebben aan begeleiding die lang kan duren, ook bij toenemende zorgbehoeften.

De vraag wordt telkens opnieuw gesteld of dit wel een taak voor het algemeen welzijnswerk is. CAW Metropool wil deze taak gerust doorgeven, maar iemand moet ze wel opnemen.

Behoefte aan uitbreiding

BeWo wil uitbreiden naar drie regio’s die momenteel niet bediend worden: Hoboken/Kiel, Lucht-bal/Ekeren-Rozemaai en Linkeroever. Dit moeten telkens teams zijn van minstens 4 VTE, anders wordt het té versnipperd werken. Tel daar een coördinator bij en er is behoefte aan 13 VTE’s.

Page 65: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

VTE’s nodig : 13

CAW Middenkust Datum: 18 mei 2005 Aanwezig: Dirk Soenen, Chantal Acke, Danny Lescrauwaet

Aanvragen komen toe via het onthaal (de dispatching). Meestal gaat het om interne vragen vanuit de eigen afdelingen ( uitgezonderd voor het BZW voor jongeren). Het beperkte aanbod aan bege-leid wonen en zorgwonen (12 bewo, 8 zowo) wordt extern maar beperkt geprofileerd omdat er al meer dan voldoende vraag is vanuit de eigen residentiële afdelingen.

De vroegere begeleid wonen plaatsen van de Brugge worden afgebouwd en gereconverteerd naar in totaal 20 opvangplaatsen voor mannen.

In het zorgwonen is er een dichtslibbing, wegens geringe doorstroming en wachtlijsten in andere sectoren.

De 8 plaatsen BZW voor jongeren van de Zulle kwamen tot stand via een samenwerking tussen CAW jeugdzorg en stad Oostende. De stad betaald 2 VTE’s voor het aanbod bzw en kortopvang voor jongeren in 3 studio’s.

In het beleidsplan wordt een verfijning van de werkvormen die reeds aanwezig zijn als beleidsdoel geformuleerd. Zie ook niet ingevulde noden m.b.t. nazorg.

Er werden reeds verschillende beleidssignalerende acties ondernomen en het CAW is ook betrokken in de woonraad van Oostende ( werkgroep huisvesting regionale welzijnscommissie). Recent werd ook gestart met een regionaal SVK (Jabeke, Gistel) waarin het CAW vertegenwoordigd is.

Met de sociale woningbouwmaatschappij de Oostende Haard is er een overeenkomst voor de huur van 2 panden buiten het sociaal huurstelsel. Een verruimingsaanvraag wordt overwogen.

Naar de meest zwakke cliënten toe heeft het CAW een aanbod van een 5-tal woongelegenheden waarbij het zelf als verhuurder optreedt.

Eén van de behoeften situeert zich m.b.t. het begeleid zelfstandig wonen (kamertraining voor 6 à 9 maanden). Hierover is ook overleg met de bijzondere jeugdzorg. Deze kamertraining vergt een omkadering van 1 begeleider per 6 à 8 plaatsen.

Het aanbod woonbegeleiding en begeleid wonen is nog te weinig gedifferentieerd. Men kan stellen dat ongeveer de helft van de cliënten die de residentiële opvang verlaten begeleid wonen nodig hebben. Voor oudere mannen is er een tekort aan begeleid samenwonen . Bij vrouwen situeert de behoefte zich op het vlak van gezins- en opvoedingsondersteuning. Ook het zorgwonen is dichtge-slibd.

CAW Midden West-Vlaanderen Datum: 6 juni 2005 Aanwezig: Johan Vandamme, Nadine Vanneste, Helen Blow

Reeds in 2002 diende het CAW Midden West-Vlaanderen een dossier in om de grote nood aan be-geleid wonen in de regio aan te kaarten. Er is in de regio wel een vluchthuis (Roeselare) en Passa-ge 9 van CAW Stimulans vangt jongvolwassenen op.

Er zijn 4 doelgroepen die niet bediend worden : (1) de restgroep voor BeWo, (2) de nazorg na ver-blijf in het vluchthuis is te beperkt, (3) 18-25 jarigen die uit de bijzondere jeugdzorg komen (4) mannen tot 39 jaar.

Uit de registratie blijkt dat er vraag is naar begeleid wonen, over de voorbije 6 maanden werden zo’n 62 aanvragen geregistreerd. In de regio is er een beperkt aanbod vanuit de bijzondere jeugd-zorg, het Vlaams fonds en de psychiatrie, maar de restgroep blijft in de kou staan (1). De bijzon-dere jeugdzorg heeft een sterk uitgebouwde BeWo dienst voor 15-18 jarigen, en eens 18 jaar vra-gen zij in het JAC naar BeWo (of vraagt de bijzondere jeugddienst dit zelf voor hun), maar er is dus geen dienst BeWo of BZJ in deze regio (3). Er wordt meegewerkt aan integrale jeugdhulpverlening (IJH) en er wordt meegewerkt aan de uitwerking van de typemodulering. Er is een provinciale stafmedewerker aangeworven voor IJH en een stuurgroep wordt samengesteld.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 65

Page 66: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

66

Na verblijf in het vluchthuis is er wel nazorg, in de vorm van 2 à 3 bezoeken door de begeleiding en eventueel bezoek van vrijwilligers (2). Er wordt geprobeerd cliënten maximaal toe te leiden bij andere diensten.

Om een dienst BeWo op te starten is minstens 2 VTE nodig. Nu worden cliënten doorverwezen naar algemeen ambulante hulpverlening (CAW), ’t Klokje (een privaat opvang initiatief met een hoge drempel, een vorm van gemeenschapswonen, en enkel voor vrouwen zonder kinderen die in staat zijn om aan dagbesteding te participeren of werk hebben). Er is een aanbod aan kamerwo-nen, dit is geschikt voor alleenstaande vrouwen (maar in de praktijk zien we dat de kamers meestal aan mannen verhuurd worden, en niet voor vrouwen met kinderen. Het OCMW heeft on-derdak (Molenhuis, …) maar geeft uiteraard voorrang aan eigen cliënteel. Men kan er wat langer verblijven dan bij crisisopvang, en er is geen begeleiding, deze komt ambulant langs.

Het crisisnetwerk vangt meer en meer mannen tot 39 jaar op (4) die de combinatie van echtschei-ding/werkverlies/drank/ … niet kunnen verwerken en afglijden in de thuisloosheid. De opvang in het crisisnetwerk is dit jaar verdubbeld! Men is echter niet zeker of dit komt doordat de vraag effectief toeneemt of doordat het crisisnetwerk beter bekend raakt. De afbouw van residentiële voorzieningen in de regio en de omliggende regio’s (bv Brugge), zonder overleg, heeft gevolgen voor Midden West-Vlaanderen. Dit is een ernstig structureel probleem.

In Izegem/Tielt is er een hele goede samenwerking met de sociale woningbouw. In Roeselare ligt de samenwerking met De Mandel moeilijker, alhoewel dit een grote sociale huisvestingsmaat-schappij is. Toch is er in het najaar een overleg tussen de Mandel, OCMW en stad Roeselare, CAW en de regionale welzijnsraad gepland in het kader van woonzorgbemiddeling. Er zijn wel mogelijk-heden om te huren bij privé eigenaars (bv. ’t Huiswerk is goed maar kleinschalig).

Er worden weinig allochtonen bereikt in de ambulante werkingen van het CAW, wel in het Vlucht-huis, waar cliënten ook via OCIV worden doorgestuurd.

Er zijn heel wat kleine initiatieven in de streek, maar het ontbreekt aan globale visie en cohesie. Er is wel een lokaal sociaal beleid, en het OCMW van Roeselare is hierin betrokken, ook met projecten ‘cluster wonen’ en er is een Woonraad. Stilaan begint dit te draaien, worden strategische en ope-rationele doelstellingen vastgesteld. De versnippering van de hulpverlening én van de huisves-tingsdiensten vormen een efficiëntie belemmering, men moet veel tijd in overleg en coördinatie steken.

Ook in Izegem heeft men een stedelijk huisvestingsoverleg. Hier lukt de samenwerking met stad/OCMW goed. De sociale huisvesting doet ook aan ‘woonbegeleiding’ maar dit wordt anders ingevuld dat hetgeen men er in het CAW onder verstaat, en verloopt de samenwerking moeizaam. De Mandel is bezig haar patrimonium wat te vernieuwen, maar er is een probleem met uithuiszet-tingen.

CAW Mozaïek Brussel Datum: 17 juni 2005 Aanwezig: Nadia (coördinator Aranja), Inge (opvang asielzoekers en MZP), Koen Vandenabeele (directeur), Helen Blow

Er is weinig privé initiatief op vlak van opvang in Brussel, en een kluwen aan bevoegdheden en beslissingsniveaus. Er zijn grote sociale problemen, er is veel armoede, er zijn veel asielzoekers en mensen zonder papieren en er is een enorm tekort aan betaalbare huisvesting, dat nog eens ver-ergerd wordt door de uitbreiding van de EU, waardoor de nieuwe Europese ambtenaren de markt nog meer onder druk zetten (zie artikels in De Standaard van 4 juni 2005 en 26 april 2005, beiden opgenomen in de BWR nieuwsbrief nr. 5 van juni 2005).

In Brussel (Nederlands én Franstalig) is het enige aanbod aan opvang voor jongvolwassenen (18-25 jaar) dat van Aranja (CAW Mozaïk), met 28 plaatsen. Er is wel voldoende opvang voor –18 jarigen. Aranja is een dienst woonbegeleiding met twee componenten: enerzijds is er een residen-tiële werkvorm met leefgroep voor een maximum aan 7 jongeren. De doelgroep is jongvolwasse-nen die nood hebben aan opvang, structuur en een intensieve begeleiding, en die gebaat zijn met de groepsinteracties met andere jongeren. Doordat de bureaus van Aranja daar zijn is er constant begeleiding aanwezig gedurende de dag, maar er is geen vierentwintig uurpermanentie en er wordt wel wat zelfstandigheid van de cliënten gevraagd.. De leefgroep is niet voortdurend volzet omdat

Page 67: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

men een bijzonder kritisch opnamebeleid voert (agressieve cliënten worden bv. niet in de groep maar in studio’s opgevangen). In 2004 waren er heel wat personeelswissels (4 op 9), wat niet tot een personeelstekort heeft geleid maar wat wel inlooptijd vroeg waardoor de capaciteit wat daalde d.m.v. tijdelijke intakestops. In de groep wordt niet echt groepsgericht gewerkt (wel samen eten en 1x/week een bewonersvergadering), hier blijkt weinig nood aan, maar ze worden wel intensief begeleid (opvolgen afspraken, communicatie onderling). Binnenkort krijgt de Raad van Bestuur een differentiatieproject ingediend om de leefgroep om te vormen tot kamertraining. De jongere leert bij het koken voor 7 niet omgaan met zijn budget, met buren, met eenzaamheid, … enkelen hebben wel nood aan een groep, het geeft hen een veilig gevoel. Dit zou kunnen opgevangen worden met gemeenschapswonen (max. 3 cliënten).

Anderzijds is er een aanbod aan BeWo vanuit Aranja. Dit kan ook weer in twee vormen opgesplitst worden, ten eerste zijn er 9 appartementen voor jongvolwassenen die een intensieve begeleiding nodig hebben (6 appartementen - A) of voor diegenen die minder nood hebben aan structuur maar veel moeite hebben met het groepsleven of met gezag, maar die omwille van administratieve pro-blemen niet in andere huisvesting terechtkunnen (3 appartementen - B). Op dit moment is één van deze laatste drie appartementen (B) voorbehouden voor een cliënt zonder papieren, maar dit wordt stopgezet omdat dit tot dichtslibbing van de appartementen leidt. De B appartementen wor-den voor maximaal vier maanden ter beschikking gesteld van de cliënten.

De zes appartementen (A) dienen voor jongvolwassenen die een ‘gewone’ ambulante woonbegelei-ding nodig hebben, en die administratief in orde zijn. Deze worden gehuurd van het SVK en voor maximum zes maanden onderverhuurd aan de cliënten. In juni en september zullen er in totaal twee appartementen bijkomen. De appartementen zitten altijd vol.

Ten tweede omvat BeWo begeleidingen van jongvolwassenen in appartementen die zij huren op de privémarkt. Er is doorstroming naar BZJ vanuit de eigen appartementen en de intakes stoppen niet als de appartementen volzitten.

In 2004 is een evaluatie gebeurd op basis van cijfers van 2003. Indien aanmeldingen geweigerd worden is het meestal omdat de jongeren zware medische problemen hebben, psychiatrische pro-blemen of mentaal zwakker zijn. In het kader van het project Moeilijk Doorverwijsbare Jongeren binnen Brussel zijn drie doelgroepen geselecteerd: verbaal zwakkeren, jongeren met een negatief hulpverleningsbeeld en jongeren in een precair statuut. Aranja kiest vooral voor verbaal zwakke-ren (tot nu toe) en stilaan ook meer voor jongeren met een negatief hulpverleningsbeeld. De der-de groep, jongeren in een precair statuut levert problemen op met de dagprijs. Het CAW is dan afhankelijk van het oordeel dat het OCMW velt bij het sociaal onderzoek. Oordeelt het OCMW dat de jongere geen opvang nodig heeft dan zit het CAW met een financieel probleem. Er is nood aan een sociaal hotel in Brussel.

Ook het onthaal is geëvalueerd en de functie is duidelijk omschreven. Sinds juli 1994 zijn perma-nentie’s veranderd zodat het onthaal overdag kan gebeuren. De jongvolwassenen worden dan uit-genodigd op gesprek, en de leefgroep wordt tussendoor een beetje opgevolgd.

De evaluatie van de leefgroep is hierboven al besproken. Vorig jaar waren er veel aanvragen van –18 jarigen. Dit stelt het CAW voor financiële problemen, en deze cliënten kunnen alleen in de groep met dagprijs kunnen opgevangen worden, maar niet alle OCMW’s zijn bereid de dagprijs te betalen en Aranja kan maximaal één niet betalende jongere aan. Ook naar doorverwijzers toe moet dit duidelijk gemaakt worden, en is er nood aan een samenwerkingsprotocol met Bijzondere Jeugd-zorg.

De problemen liggen vooral op het vlak van de (rand)psychiatrische problematieken, soms zijn de multi-diagnoses ook voor BeWo te zwaar, maar stromen zij in onder druk van de huisarts en psy-chiater. Achteraf zijn deze cliënten moeilijk tot niet door te verwijzen, zelfs naar Beschut Wonen (psychiatrie), die de multi-diagnoses ook te zwaar vinden. Zeker als de cliënten zelf weigerachtig staan t.o.v. de psychiatrie kan men ze moeilijk dwingen.

Wat er aan aanbod is wordt altijd maximaal gebruikt, alles zit altijd vol. CAW Archipel richt zich op ouderen en rekenen erop dat Mozaïk zich over de jongvolwassenen ontfermt. Binnen de Brusselse Welzijnsraad is er een werkgroep jongvolwassenen, maar niemand heeft cijfers over de totale be-hoefte aan begeleiding. Ook de registratie geeft geen beeld van wat nu een geweigerde aanvraag is en wat een infovraag is op onthaal. De armoedecijfers voor Brussel zijn spectaculair, maar er komen te weinig middelen vanuit de Vlaamse Gemeenschap. CAW Mozaïk telt 24,25 VTE, Aranja beschikt over 2,5 VTE die met Vlaamse middelen worden betaald. Er is een belofte geweest van Mieke Vogels (op papier) en Luc Martens dat er 2,5 VTE bij zullen betaald worden voor Aranja. Paul Salmon op het kabinet van Minister Vervotte weet hiervan. Voorlopig worden deze 2,5 VTE

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 67

Page 68: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

68

bijgepast door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, maar ondertussen kan men geen uitbrei-dingsaanvraag voor nieuwe projecten indienen.

Caseload Aranja begeleidt 28 jongeren, incl. 7 residentieel, met 5,5 begeleiders. Dit wil zeggen dat elke begeleider er 5 à 6 in begeleiding heeft, maar het zijn juist heel intensieve begeleidingen vol-gens de principes van maatzorg. Bovendien wordt veel tijd gestoken in overleg, het onderhouden van het netwerk, externe vertegenwoordiging, het kwaliteitshandboek, enz.

Asiel richt zich tot zowel alleenstaanden als tot gezinnen en beschikt over 7 appartementen en 2 studio’s. Normaal vangt men 18 mensen zonder papieren (MZP) op + 16 asielzoekers. Doordat het Project Mensen Zonder Papieren een tijdlang op de helling stond heeft men momenteel wat minder MZP in begeleiding en wat meer asielzoekers. Er is een wachtlijst van over de 200 MZP’s. Voor asielzoekers is de procedure dat Vluchtelingenwerk Vlaanderen wordt gebeld als er een plaats vrij is met vermelding van het type woning (geschikt voor gezin, koppel, alleenstaande), en die wordt dan onmiddellijk opgevuld. Het CAW kan dus geen eigen toewijzingsbeleid voren. Bij de MZP doen zich schrijnende gevallen voor (moeders, kinderen, grote gezinnen op straat). Er is samenwerking met de opvangcentra in Brussel, maar het aantal plaatsen is heel beperkt. De verblijfstermijn bij Asiel is 3 maanden, maximaal 6. Dit is te kort om de problemen op te lossen. Een integrale bege-leiding is nodig (wonen, psychosociale begeleiding, werk, vrije tijd).

CAW Sonar Datum: 15 juni 2005 Aanwezig: Johan Huyghen , Bart Verhoeven, Danny Lescrauwaet

Het BeWo is een sleutelwerkvorm binnen het aanbod van CAW Sonar. Voor een overzicht en organisatie van het aanbod zie beleidsplan 2006-2008, p. 140. Men zou het aanbod inzake bemoeizorg ook willen inzetten op de private woonmarkt. Op de

sociale huurmarkt zouden voor midden en zuid-Limburg 8 VTE’s structureel moeten gemaakt worden. Voor een verruiming naar de privé-markt zijn eveneens 8 VTE’s noodzakelijk. Doel-groepen zijn hier kamerbewoners, logementbewoners en kwetsbare bewoners (vb. allochtonen, multiproblem gezinnen, mensen met afhankelijkheidsproblemen). Men wil ook nagaan of de nieuwe bemiddelingswet kan aangewend worden. Inzake detectie van problematische woonsi-tuaties wordt er zowel samengewerkt met Kind en Gezin, de OCMW’s, de SVK’s van Midden en Zuid-Limburg en de SHM’en..

Qua regio-afbakening in de provincie richt CAW Sonar zich op midden en zuid-Limburg en CAW ‘t Verschil op Noord, West en Oost Limburg. Deze afbakening valt samen met het werkgebied van de 9 Limburgse huisvestingsmaatschappijen.

De verruimingsnood inzake begeleid wonen voor mensen die uit de opvang komen bedraagt voor Zuid en Midden Limburg 10 VTE’s. Ongeveer 50 % van het cliënteel van de residentiële voorzieningen (het volkstehuis, Pergo, De Passerel en De Kazemat) heeft na opname begeleid wonen nodig.

Het CAW kan rekenen op een breed partnerschip met 5 sociale bouwmaatschappijen (CAW Sonar richt zich naar 5 van de 9 huisvestingsmaatschappijen), de OCMW’s en de provincie.

CAW Stimulans en CAW Piramide Kortrijk Datum: 30 juni 2005 Aanwezig: Rudy Schollaert, Annemie Vanhooren, Frank Maes, Griet Demeestere, Pascal Heytens, Helen Blow

Het pilootproject BeWo wordt door CAW Stimulans en CAW Piramide samen uitgevoerd in Kortrijk. Beide CAW’s namen dan ook deel aan de bespreking rond BeWo.

CAW Piramide: Door de komst van de 4 nieuwe BeWo krachten (aangevuld met de twee bestaande woonbegeleiders) in te zetten op twee opvangcentra zijn bijna alle langverblijvers (1j +) kunnen doorstromen, wat meer nieuwe opnames betekent. Oudere thuislozen die nog te jong zijn voor een rusthuis zijn via het project Begeleid Wonen - Woonbegeleiding doorgestroomd. Het project bouwde voor deze cliënten een eerste praktijk van zorgwonen uit.

Page 69: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

CAW Stimulans heeft hetzelfde verhaal. Cliënten (langverblijvers) die niet zelfstandig op de privé-markt terecht konden, kunnen nu via het pilootproject toch doorstromen en kennen minder herval (vroeger vaak zelfs binnen het jaar). Ze hebben een intensieve ambulante begeleiding nodig, die wel afbouwt na verloop van tijd, maar meer aspecten van hulpverlening omvat dan enkel en alleen nazorg na een residentieel verblijf. Men werkt nu trajectmatig: opvangcentrum -> doorgangshuis -> studio -> privé of sociale huisvestingsmarkt + ambulante begeleiding via het project begeleid wonen –woonbegeleiding. Budgetbegeleiding en soms budgetbeheer is noodzakelijk.

Al bij de opname in het onthaalcentrum wordt de cliënt over het mogelijke traject geïnformeerd en wordt begeleid wonen ter sprake gebracht. Het verblijf in het opvangcentrum wordt beperkt, zij het op maat en tempo van de cliënt. Als men de cliënt kan zeggen dat het verblijf in het opvang-centrum tijdelijk is, maar dat er ‘blijvende’ begeleiding aan gekoppeld wordt, dan geeft dat rust. Beide algemene opvangcentra zijn tevreden. Bij overdracht naar Bewo wordt een tijdlang in tan-dem een begeleiding gedaan met een hulpverlener uit het opvangcentrum en een hulpverlener van BeWo. Samen wordt het overgangsgesprek gevoerd met de cliënt en worden andere diensten aangesproken (budgetbegeleiding, schuldbegeleiding, gezins- en relationeel welzijnswerk). Het is belangrijk dat ook de BeWo hulpverleners bekend raken bij het cliënteel van het opvangcentrum. De doorstroming is altijd afhankelijk van de samenstelling van de cliëntpopulatie. Multi problem cliënten hebben de tijd en de rust in een opvangcentrum echt wel nodig. De algemene opvangcen-tra (met de meest langdurige thuislozen) doen het meest beroep op BeWo. Toch zijn er ook 14 cliënten uit de jongerenopvangcentra doorgestroomd naar BeWo Jongeren (7) en Bewo volwasse-nen (7). De cijfers over de instroom vanuit de opvangcentra naar het Begeleid Wonen zitten bij het jaarverslag van het pilootproject. Daarbij kunnen we ook vermelden dat personen uit de crisis-opvang van OCMW’s ook binnen het project Begeleid Wonen begeleid worden.

Een voordeel van het pilootproject is dat de opvangcentra zich bewust werden van andere moge-lijkheden – service flats, beschut wonen, enz. Zo schrijft men cliënten nu systematisch in bij de SVK’s en de sociale huisvestingsmaatschappijen, ook buiten de regio – deze zitten niet in de regi-stratie, maar hebben wel effect.

Door meer aandacht te besteden aan de uitstroom, creëert men meer ruimte en opnamemogelijk-heden maar de kloof tussen het aantal aanvragen en het aantal opnames blijft groot. Cliënten wor-den niet meer zoals vroeger systematisch opgenomen. Als bij de probleemverkenning blijkt dat de cliënten nog over de nodige huisvesting beschikken dan worden zij automatisch doorverwezen naar begeleid wonen. Hier start dan een preventieve ambulante begeleiding om thuisloosheid te ver-mijden. Het is wel frustrerend dat de psychiatrie, ziekenhuizen, enz veel te laat contact opnemen met BeWo. Anderzijds zijn er ook ziekenhuizen die al te snel naar BeWo bellen, zelfs buiten de wil van de cliënt om.

Om preventief te kunnen werken, moet het BeWo ook doorverwijzers sensibiliseren en informeren. Het OCMW heeft het meest zicht op aankomende problemen. In Kortrijk bv. komen de helft van de opnames vanuit het algemeen onthaal centrum. Veel BeWo begeleidingen (36) zijn preventief maar vallen buiten een enge interpretatie van de definitie ‘dreigende uithuiszetting’ Dreigende thuisloosheid is eerder de term. Door de opstart van een preventieve begeleiding kan de dreigende uithuiszetting (start procedures) in een aantal situaties immers nog vermeden worden. Net met die opdracht voor ogen, werd een preventieve werking uitgebouwd met een aantal OCMW’s. Dit op basis van de bestaande LAC lijsten (niet betaalde energiefacturen, een indicatie van financiële moeilijkheden) Deze worden systematisch geanalyseerd. Daaruit bleek dat veel ex-cliënten van de OC’s op de LAC-lijst terechtkomen, waar dus herval van thuisloosheid dreigt. Er wordt gezocht naar samenwerkingsafspraken tussen OCMW’s en het project Begeleid Wonen om hier wat aan te doen. Als personen die op de LAC-lijst staan, niet ingaan op de uitnodiging van het OCMW om op afspraak te komen en niet bekend zijn als cliënt bij het OCMW; dan krijgt het CAW een informeel signaal en kan men wat aanklampender te werk gaan. De bespreking met een aantal OCMW’s zijn lopend, de preventieve begeleidingen in die zin dan ook in opbouw voor de toekomst. De proble-men ivm de privacy van de cliënt en de grote bijkomende work-load voor het pilootproject worden verder in kaart gebracht. Spreekt vanzelf dat nog andere diensten en actoren (dan OCMW’s) een belangrijke partner kunnen zijn om dergelijke preventieve opdracht samen met het CAW uit te bouwen. Dit vraagt vanuit het project BeWo een bijkomende investering in het uitbouwen van preventieve netwerken en samenwerkingsverbanden met heel wat diverse actoren (privaat, pu-bliek…). Doel is om op basis van vroegtijdige detectie/aanmelding van woonproblematieken, drei-gende thuisloosheid en dreigende uithuiszettingen te vermijden. Wij zijn ervan overtuigd dat het uitbouwen van dergelijke preventieve ambulante begeleiding een belangrijk werkspoor is voor de toekomst. Als CAW kunnen wij zo aanvullend werken op de opdracht van de OCMW’s en bieden wij aan tal van actoren,die binnen hun eigen werkveld signalen van woonproblematieken detecteren

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 69

Page 70: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

70

(maar deze niet kunnen beantwoorden), een oplossing. Dit vanuit een netwerkgedachte: samen-werking en afstemming.

Huisvesting

Het SVK in Kortrijk functioneert zeer goed en is groot, maar het aanbod en de werking concen-treert zich vooral in de stedelijke en kleinstedelijke context van de regio. In de kleinere gemeenten (kenmerkend voor deze regio is een aantal steden, kleinstedelijk gebied en een buitengebied met landelijke kenmerken van kleine gemeenten) en steden zoals Menen (veel kansarmoede) of Spier-re-Helkijn (met veel franstalige cliënten en kleinste SIF-plus gemeente) of Wervik is er soms een gebrek aan aanbod aan sociale huisvesting. Hier ontbreken ook de netwerken van diensten en voorzieningen om een antwoord te geven op de noden en problematieken op vlak van wonen. De druk op kleinere OCMW’s en gemeenten in dit buitengebeid is dan ook groot. De slagkracht om de problemen en noden op te vangen is beperkt. Er zijn hier meer netwerken nodig (investeren in VTE’s). Vooral de woonproblematieken van de kleinere gemeenten vallen op. Hier zijn enerzijds de huurprijzen lager, maar de kwaliteit van de woningen is ook laag. Dit geeft een aanzuigeffect naar kansarmere groepen en multi-problem gezinnen. In het buitengebied tref je dus duidelijk kansarme groepen met woonproblematieken aan. Maar net hier is er minder aanbod aan sociale huisvesting en is de aanwezigheid van ondersteunende en hulpverlenende diensten en voorzieningen beperk-ter. De werking van het project BeWo - die zich momenteel ook vooral in stedelijke en kleinstede-lijke context situeert – uitbreiden naar dit buitengebied, zou dan ook een zeer zinvolle verruiming van het project zijn. Hier kan een duidelijke meerwaarde geboden worden.

Anderzijds swingen in Kortrijk de huurprijzen de pan uit (14000 BEF voor een kamer!) en affiche-ren de immokantoren ‘geen OCMW, geen woonbegeleiding’ en wordt zelfs een kopie van de spaar-rekening gevraagd of de huurborg moet in kasbons aan toonder betaald worden! De huurwaarborg van het OCMW is een probleem, want huisbazen haken af en, door de krappe markt hebben ze immers keuze wie ze als huurder nemen. Gelukkig hangt rond het CAW minder stigma. Het SVK als tussenpersoon is een goede oplossing voor eigenaar én huurder. De stad sluit en verklaart wonin-gen onbewoonbaar, wat op zich goed is, maar er komen geen betere in de plaats en de markt wordt alsmaar krapper.

Het gebrek aan woningen voor alleenstaanden is ook een probleem, door het kamerdecreet is het kameraanbod in de stad gedaald. Er zijn er wel meer kleinere, betaalbaarder woningen in het bui-tengebied, maar dat geeft dan voor zwakkere/kwetsbare doelgroepen weer problemen op vlak van mobiliteit, beschikbaarheid van werk-diensten-voorzieningen en sociaal netwerk.

Met het SVK wordt goed samengewerkt in het kader van het pilootproject, met de bouwmaat-schappijen lukt het veel minder goed. Men realiseert wel een klein beetje de instroom in de sociale huisvesting maar stelt vast dat de afwijkingsmaatregel niet behoorlijk werkt. Blijft natuurlijk een structureel probleem dat de vraag en nood aan sociale huisvesting duidelijk het aanbod overstijgt;

Nieuwe nood

Er komen steeds meer vragen (zowel rechtstreeks als van doorverwijzers) tot woonbegeleiding van eigenaars, cliënten (zelfs thuislozen) die, gezien de lage leningkosten en hoge huurprijzen, een kleine woning hebben gekocht maar geen marge meer hebben om het te onderhouden, te renove-ren of af te betalen. Momenteel heeft men 9 dergelijke cliënten in begeleiding, meestal in combi-natie met schuldhulpverlening. Deze groep eigenaars valt op te delen in twee categorieën: 1) mensen met psychiatrische problematieken, die meestal samengaan met verwaarlozing van zich-zelf en de woning en 2) schuldproblemen, met leningen die niet tijdig afbetaald worden e.d.

Beleidssignalerende actie

Er is een grote nood aan een shelter. Zowel de CAW’s, de OCMW’s, het crisisnetwerk en het straathoekwerk bepleiten deze nood.

De nood aan zorgwonen is gesignaleerd in het beleidsplan van CAW Stimulans en van CAW Pirami-de. Dit werd niet toegekend bij de eerste erkenningsronde, maar door de sterke vergrijzingspro-blematiek in de streek, in combinatie met een toenemende armoede bij senioren, neemt de nood aan zorgwonen ook steeds meer toe.

Benodigde VTE’s

Verruiming naar de rand van de regio: 3 VTE

Page 71: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Preventief luik uitbouwen (LAC’s en netwerken van vroegtijdige detectie):1 VTE

Zorgwonen: 1 VTE

BZW (Moorslede + Kortrijk): 3 VTE

Totaal: 8 VTE

CAW ’t Verschil Datum: 15 juni 2005 Aanwezig: Eric Bogers, Gie Vanderstraeten, Johan Neijens, Joris Claes, Danny Lescrauwaet

Ter voorbereiding van het interview verstrekte het CAW volgende documenten :

Uittreksel uit beleidsplan 2006-2008 Nota van Joris Claes over beleidsdoelstellingen mbt bewo en ifg Nota over regio’s bewo en opvang ifg Nota van Joris Claes met inventaris overeenkomsten bewo+bijlagen Overzicht van mogelijkheden infrastructuur bewo en IFG Overzicht van beleidssignalerende acties in het kader van bewo en opvang slachtoffers ifg +

bijlagen Nota van Joris Claes met inventaris van actoren die een beleidssignaal mee kunnen ondersteu-

nen

De nota’s werden tijdens het interview overlopen en becommentarieerd. Het interviewverslag geeft hiervan een synthese weer.

Tegen het najaar wordt een samenwerkings- en afstemmingsovereenkomst met CAW Sonar opgemaakt over het geheel van de werking.

Inzake bemoeizorg is er reeds een geografische verdeling opgemaakt en werkt CAW ’t Verschil samen met 4 huisvestingsmaatschappijen ( zie overeenkomst).

Verdere samenwerkingsovereenkomsten alsook de verbetering van de doorstroming vanuit de residentiële werkingen kunnen maar aangepakt worden mits bijkomend personeel.

Er werden reeds verschillende beleidssignalerende acties ondernomen (zie nota’s). Alle Lim-burgse welzijnsactoren alsook een aantal politieke actoren hebben de nood aan meer sociale huisvesting en woonbegeleiding onderschreven.

De provincie heeft een rollend woonfonds ingesteld waarbij welzijnsvoorzieningen een rentelo-ze lening kunnen krijgen op max. 20 jaar voor het 40 % gedeelte van de kosten die niet door het VIPA worden gedekt. Vanuit CAW ’t Verschil werden 7 aanvragen ingediend.

Via een niet-gereglementeerde toelage van de Vlaamse Gemeenschap en met provinciale mid-delen kon Limburg ook als pilootregio erkend worden.

Vermits het CAW beschikt over uitgebreide contacten met zowel provinciale als lokale huisves-tingsactoren en OCMW’s, is er een netwerk aanwezig om een verruimingsvraag te ondersteu-nen.

Voor de specifieke doelstellingen en acties van het CAW mbt begeleid wonen verwijzen we naar het beleidsplan 2006-2008.

Bijkomend verwijst het CAW in zijn beleidsplan op volgende niet ingevulde noden mbt begeleid wonen en woonbegeleiding : onvoldoende gedifferentieerd aanbod waardoor er een restgroep is die nergens terecht kan : chronisch thuislozen, middelengebruikers, zwakbegaafden en jon-geren met randpsychiatrische problemen, thuislozen met woonmoeilijkheden ( zie beleidsplan p. 61).

CAW Vilvoorde Datum: 9 mei 2005 Aanwezig: Audrey Bertens, Jo Vanmechelen , Helen Blow, Danny Lescrauwaet

Vanuit het Jac werd de nood gesignaleerd naar begeleid zelfstandig wonen bij jongeren tussen 16-25 jaar. Het gaat om een nood aan begeleiding bij de overgang van thuis naar alleen wonen.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 71

Page 72: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

72

Bij crisissituaties is er geen opvang binnen de regio. Bijgevolg blijven jongeren thuis zitten met alle spanningen vandien. Verwijzingen naar Leuven, Brussel, Mechelen of Halle lopen moeilijk tot niet wegens de afstand en de onbekende woonomgeving.

Een aanbod begeleid zelfstandig wonen zou een preventief effect kunnen hebben waaraan de ou-ders eventueel kunnen meewerken.

Bij de oudere doelgroep gaat het om mensen die omwille van financiële redenen zonder woonst komen te staan. Men verwijst voor residentiële opvang naar de crisisopvang in Mechelen. Door de afwezigheid van een residentieel aanbod zijn mensen ook wel gedwongen om tijdelijke opvang te zoeken binnen het eigen netwerk. Ook het CAW is noodgedwongen creatief geworden in het ambu-lant hanteren van zulke situaties, waarbij men de cliënten dan tracht bij te springen bij aspecten waarin ze zwakker staan.

Er is wel overleg maar geen structurele samenwerking met de sociale huisvesting.

Het meeste beleidssignalerend werk werd geïnvesteerd in het aankaarten van een gebrek aan mid-delen voor de basistaken van het CAW.

CAW Visserij Datum: 20 juni 2005 Aanwezig: Claire D’havé, Filip De Mey, Helen Blow

Thuislozenzorg bij CAW Visserij is verdeeld over vier campussen en drie deelwerkingen. Er is een vrouwenopvangcentrum in Assenede met 22 plaatsen voor vrouwen en kinderen, waarvan er 4 voorbehouden zijn voor vluchtelingenwerk Vlaanderen. Bovendien is er een aanbod aan begeleid wonen van 3 plaatsen die begeleid worden vanuit het opvangcentrum. Het is de bedoeling dit ooit af te bouwen en door te verwijzen.

Er is residentiële opvang in het Eilandje voor alleenstaande mannen en koppels (2 vrouwen of man & vrouw). Er zijn in totaal 40 plaatsen, waarvan 13 voorbehouden voor Vluchtelingenwerk Vlaan-deren. Er waren twee huizen begeleid wonen (telkens 3 plaatsen) maar deze zijn afgebouwd en de huurcontracten zijn opgezegd. Tot vorig jaar werd 1 VTE aan nazorg gespendeerd maar deze be-geleidingstijd is nu vrijgemaakt voor de cliënten in het opvanghuis. Voor nazorg wordt doorverwe-zen naar schuldbemiddeling, budgetbegeleiding CAW, OCMW budgetbegeleiding, …. Zo zijn er voor het opvangcentrum zelf 4 individuele begeleiders en 1 groepswerker.

Op campus De Muide is er zorgwonen voor 27 oudere thuislozen (45+). Deze mensen hebben langdurige begeleiding (onbeperkt) nodig en zijn zorgbehoevend. Pas als de medische toestand te ernstig wordt worden zij doorverwezen naar rusthuizen, psychiatrische rusthuizen of ziekenhuizen. Zij hebben geen huurcontract. In het beleidsplan is voorzien dat de infrastructuur moet verbeterd worden en dat huurcontracten moeten ingevoerd worden. Er is een groep met twee livings, dit wil men behouden. Daarnaast zou het goed zijn om voor die cliënten die dat wensen ook studio’s met huurcontract aan te bieden, in combinatie met refter/maaltijden. Het zou ook goed zijn om bege-leid samenwonen voor een 5 à 6 personen te kunnen aanbieden, met ondersteuning vanuit zorg-wonen. De Raad van Bestuur is hier met een werkgroep rond aan het werken, en in het najaar zou men een plan klaar moeten hebben.

Daarnaast is er op campus De Muide ook woontraining voor volwassenen vanaf 25 jaar. Cliënten kunnen hier maximaal 15 maanden verblijven (eerst een proefcontract van 5 maanden), met als doestelling de uitstroom uit de opvangcentra te verbeteren. Het doelpubliek zijn thuislozen die na een langdurig verblijf in allerlei instellingen of een echtscheiding de vaardigheden om zelfstandig te wonen ontbreken. De training is niet technisch (koken, hygiëne) maar richt zich op dagstructuur en het opbouwen van een sociaal leven. Dit lukt aardig, de helft slaagt hier in en gaat daarna zelf-standig wonen, eventueel met verdere begeleiding vanuit BeWo, het OCMW of het team Budgetbe-geleiding en Schuldbemiddeling van CAW Visserij. Voor diegenen bij wie het niet lukt bestaat de mogelijkheid terug te keren naar een opvangtehuis, beschut wonen (psychiatrie) of naar huis terug te keren. Cliënten die nog niets gevonden hebben worden na 15 maanden niet buitengezet maar hun contract wordt van dag op dag verlengd (clausule in het basiscontract). De campus dient ver-bouwd te worden en men zal een VIPA dossier indienen.

Page 73: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Wat nog ontbreekt is een module opvang voor gezinnen. Het Eilandje is qua infrastructuur hier niet voor geschikt. Dit kan soms in samenwerking met CAW Artevelde, die via het Bijstandsteam tijdelijk beroep kan doen op 1 noodstudio van het OCMW waar men maximaal 10 dagen kan ver-blijven. Soms moeten gezinnen gesplitst worden – Klemenswerk Vrouwenopvang van CAW Artevelde kan gezinnen opvangen en Oikonde (CAW Artevelde) kan vaders met kinderen of volledi-ge gezinnen opvangen, maar het aantal plaatsen is beperkt.

Cliënten blijven lang hangen in de opvang omdat zij geen betaalbare huisvesting vinden, noch op de sociale huisvestingsmarkt, noch op de privémarkt. Eén van de problemen is dat de schriftelijke huurwaarborgen van het OCMW niet aanvaard worden door huisbazen. Anderzijds nestelen de cliënten zich ook wel in de opvangcentra, zeker cliënten met niet acute psychische problemen. Dit geeft problemen in de leefgroep, en de begeleidingsnormen zijn laag in vergelijking met de psychi-atrie of de bijzondere jeugdzorg. Bij het Algemeen Welzijnswerk is de norm 10 begeleidingen per VTE en dit is zwaar, want het gaat om tijdsintensief werk (bv met een cliënt huisvesting gaan zoe-ken is tijdrovend). Bij CAW Visserij probeert men dit een stuk op te vangen door met vrijwilligers te werken, maar deze werking moet nieuw leven ingeblazen worden. Vanuit de eigen middelen zal er geïnvesteerd worden in het aantrekken , opleiden en ondersteunen van vrijwilligers voor zowel de residentiële werkingen en de ambulante begeleidingen. Dit vraagt op zich al 0,5 VTE. Tele-dienst en vrijwilligersvervoer worden afgebouwd omdat er al genoeg ander aanbod is (Stad Gent, OCMW, mutualiteiten).

Er wordt toegewerkt naar één centraal onthaal (ambulant/residentieel) voor het CAW Visserij. CAW Artevelde maakt dezelfde denkoefening, en de twee moeten nog op elkaar afgestemd worden. De discussie over de afstemming van het onthaal van beide CAW’s moet nog verder gevoerd wor-den.

Het personeel van CAW Visserij wordt intern gevormd (interne supervisiegroep 3 residentiële teams) met de methodiek van het Korzybsky Insituut in Brugge, een oplossingsgerichte methodiek die vooral geschikt is voor vraagverduidelijking en ruimer kijkt dan de aanmeldingsvraag. De con-text van de cliënt komt ter sprake en er wordt vooral gefocust op het eigen oplossend vermogen van de cliënt. Het is bijzonder geschikt voor eerstelijnshulpverlening en kan een alternatief vor-men voor het intakemodel van Baert dat omslachtig is en zeer didactisch/pedagogisch. Bij Korzyb-ski werkt men met een eenvoudig implementeerbaar theoretisch kader, waaronder een typologie van de hulpvraag (statuut van de hulpvraag), en het is een technische methode die alert maakt op verschillende thema’s. De kwaliteitscoördinator, Xavier Maes, doet de supervisie.

Begeleid Wonen (BeWo)

Samenwerkingsverbanden

CAW Visserji en CAW Artevelde zitten beiden in een Stuurgroep Bewo en de samenwerking verloop zeer goed. Er wordt goed naar elkaar doorverwezen, als er BeWo plaatsen vrijkomen bij Artvelde wordt dit gemeld aan alle opvangcentra. De beschikbare capaciteit is online te volgen op www.beschikbareopvanggent.be De stuurgroep vergadert eens in de twee maanden of iets minder, nu het goed loopt. Het laatste jaar merkte men wel dat BeWo meer volzet was dan dat er vrije plaatsen waren, en ook de wachtlijst loopt over -> de vraag is groter dan het aanbod.

De twee CAW’s plannen samen een Strategisch Plan Thuisloosheid Gent: tegen het einde van dit jaar zal men middelen zoeken bij de provincie om een moduleringsoefening te doen naar analogie van het onderzoek in Antwerpen door Danny Lescrauwaet, teneinde de behoeftes in de thuislozen-sector in kaart te brengen.

Er is een aanmeldingsteam voor gevangen die vrijkomen, genaamd GAMAG, en dit draait goed. Alle aanvragen vanuit de gevangenis worden gecentraliseerd en besproken en verdeeld op het GA-MAG en de intakes worden besproken. De opvangcentra doen zelf de intake en mogen nog weige-ren, in dat geval wordt dit opnieuw op het GAMAG besproken en wordt een alternatief gezocht dat beter geschikt is. Ook het Justitieel Welzijnswerk van CAW Artevelde is actief betrokken bij het GAMAG.

Er is ook een Thuislozen Overleg Regio Gent (afgekort TORG) dat gegroeid is vanuit de stuurgroep Begeleid Wonen. In de TORG is de dienst thuislozenzorg van het het OCMW vertegenwoordigd, alle opvangcentra, en de coördinatoren thuislozenzorg van de twee CAW’s. Het TORG komt om de twee maanden samen rond thema’s als de website, behoeftenpeiling, beleidsplan, voorstel BeWo, nachtopvang, enz.

Er is een knelpunt ontstaan over de toepassing van het Protocol Dagprijs: het kindergeld mag niet als inkomen beschouwd worden, maar het OCMW Gent (contactpersoon An Vanhyfte) doet dat in

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 73

Page 74: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

74

overleg met het TORG wel. Zij gaan er wel soepel mee om en compenseren dat door noodzakelijke uitgaven voor de kinderen apart te financiëren (bijzondere verzoeken). CAW Artevelde zou hier-mee akkoord gaan, CAW Visserij wil het protocol letterlijker volgen, maar volgens de VVSG is dit niet juridisch afdwingbaar.

De dagprijs is zo hoog dat cliënten niet meer gemotiveerd zijn om te gaan werken. Ook is het niet motiverend als elke extra verdiende euro gespaard wordt, dan voelt de cliënt geen voordeel van zijn/haar werkinspanningen. Dit is jammer, want werken is toch een uitstekende manier om aan herintegratie in de maatschappij te werken. CAW Artevelde kan een lagere dagprijs aanrekenen voor kinderen en een deel sparen voor de cliënt bij vertrek uit het opvangcentrum, wat heel posi-tief is, maar CAW Visserij kan dit helaas financieel niet aan en is verplicht de volledige dagprijs aan te rekenen.

Er is een Stuurgroep Nachtopvang die 4,5 maanden nachtopvang in de winter organiseert met ei-gen middelen vanuit CAW Artevelde en begeleiding vanuit de stad Gent. Er is afgesproken dat de nachtopvang gedurende vier jaar van november tot maart zal georganiseerd worden. Beide CAW’s zijn vragende partij voor een permanente nachtopvang, er is nood aan bij niet begeleidbare cliën-ten, en de crisisopnames zouden er ook door verminderen. Voor dezelfde groep cliënten is er ook nood aan een inloopcentrum. Het inloopcentrum van CAW Artevelde (het SOC) is klein behuisd en het bureau thuisloosheid is al een half inloopcentrum.

De stad Gent heeft een opvangmodule voor asielzoekers en mensen zonder papieren (ikv 9.3 me-dische redenen). Het project Mensen Zonder Papieren van het Algemeen Welzijnswerk is opnieuw goedgekeurd en de plaatsen worden verdeeld via het Transithuis. Probleem is wel dat men niet altijd goed op voorhand weet of iemand legaal in het land verblijft of niet, soms is de cliënt al op-genomen als blijkt dat zijn/haar papieren niet in orde zijn. Tot nu toe was afgesproken dat alle opvangcentra één MZP mochten opnemen, maar dit is afgeschaft, als men op voorhand weet dat het om een MZP gaat wordt die uitgesloten. Het opbouwwerk gaat in Gent werken rond MZP en CAW Visserij wil hieraan meewerken om meer zicht op de problematiek te verkrijgen.

Er is een overkoepelend overleg genaamd de Gentse Woonraad, in een adviserende rol naar het schepencollege toe. Verschillende politieke partijen, het OCMW, de CAW’s, de sociale huisvesting, de gehandicapten sector en het allochtone middenveld zijn hierin vertegenwoordigd. Zij komen 2x/jaar samen en hebben drie subwerkgroepen: 1) sociale huisvesting (technisch) 2) wonen-welzijn 3) kwaliteit van woningen op de privémarkt.

Tot slot is er een Overleggroep Beschut Wonen-psychiatrie die drie keer per jaar samenkomt, met daarbinnen een ‘adhoc werkgroep langdurige huisvesting’, wat van belang is gezien de overlap van het cliënteel.

Behoefte aan uitbreiding

BeWo zit bij CAW Artevelde en moet daar bevraagd worden.

CAW Visserij meldt behoefte aan:

woontraining en zorgwonen (ook voor vrouwen die langdurige opvang nodig hebben): 1,5 VTE.( 0,75 ter vervanging van 0,75 VTE uit eigen middelen.)

opvangcentrum het Eilandje: 1,25 VTE (ter vervanging van de 1,25 uit eigen middelen).

CAW Waasland Datum: 6 juni 2005 Aanwezig: Jan Foubert, An (AOC Doorgangshuis), Wim (Doorgangshuis) en Thérèse (OCJ & BeWo De Brug)

Er is een aanbod Begeleid Zelfstandig Wonen Jongeren (BZJ), gekoppeld aan het JAC, voor jong-volwassenen van 18 tot 25 jaar. Dit stelt 1,5 VTE tewerk. Vroeger was er ook in Lokeren (SIF pro-ject) een antennepost, maar dit is stopgezet bij gebrek aan middelen.

Verder is er nazorg vanuit opvangcentrum voor jongeren (OCJ) De Brug, waarbij de hulpverleners vanuit het opvangcentrum een ambulante begeleiding bieden.

En er is een aanbod van 2 appartementen die door het CAW worden gehuurd, die ingezet worden als tussenwoning. De begeleiding kan vanuit De Brug of het Doorgangshuis komen. De apparte-

Page 75: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

menten worden onderverhuurd per zes maanden en de gemiddelde verblijfsduur is één jaar. De appartementen zijn gemeubeld en de verhuis van de cliënt wordt zorgvuldig voorbereid. Meestal wordt de installatiepremie wel uitbetaald door het OCMW, want de cliënt moet effectief van nul beginnen.

Er is geen aanbod Begeleid Wonen voor volwassenen. Het OCMW heeft wel een aanbod aan BeWo, met 1 VTE en er zijn allerlei initiatieven in de GGZ en psychiatrie en gehandicapten sector. Het Sociaal Centrum neemt soms de nazorg op en doet ook aan schuldhulpverlening, waarbij de nood aan BeWo vaak wordt vastgesteld, maar dit is nog niet becijferd.

Het opvanghuis Doorgangshuis (met een vleugel voor mannen en een vleugel voor vrouwen) biedt nazorg aan haar cliënten in de vorm van een wekelijks huisbezoek (soms afwisselend thuis of in het Doorgangshuis), vaak is dit om de wachttijd voor begeleid wonen vanuit de psychiatrie te overbruggen (waar lange wachtlijsten gelden en er voorrang wordt verleend aan rechtstreekse instroom, dit is ook bij BeWo voor gehandicapten het geval) of om zaken af te ronden.

Het gebrek aan BeWo, voor zowel jongeren als volwassenen, wordt al sinds lang gesignaleerd als een knelpunt in de jaarverslagen.

Er worden geen doelgroepen geselecteerd, maar in praktijk werkt het CAW vooral met kansarmen en maatschappelijk zwakkeren.

Samenwerking met Sociale Huisvesting

De samenwerking verloopt niet zo vlot met de sociale huisvestingsmaatschappijen, wel met de SVK’s. Het CAW was mede-oprichter van het SVK SoVeKa en zetelt in de Raad van Bestuur van SoVeKa, dat geleid wordt door het OCMW. SoVeKa was bedoeld als een tijdelijke oplossing en voert zelf druk op via allerlei acties.

Sociale huisvesting zou veel problemen kunnen vermijden door individuele woningen in de steden op te kopen en te renoveren, men zou vanzelf sociale mix hebben en de leegstand zou aangepakt worden, maar men beweert dat dit niet toegelaten is. De instroom voor de thuislozen wordt be-perkt om ghettovorming te voorkomen. Het regionaal overlegcomité signaleert al decennialang dat er huisvestingsproblemen zijn en de stijgende prijzen op de privémarkt zorgen voor steeds meer problemen. De voorrangsregeling wordt niet toegepast. Ook de borgstelling door het OCMW wordt niet aanvaard door huisbazen.

VTE’s nodig voor uitbreiding

Voor de regio Lokeren en omstreken bleek in het verleden 1 VTE veel te weinig, dus minimaal 2 VTE voor BeWo plus algemeen ambulant onthaal.

Voor St. Niklaas en omstreken 3 VTE.

Voor Beveren en omsteken 1 VTE plus er is nood aan algemeen onthaal.

Totaal: 6 VTE

CAW Zenne en Zoniën Datum: 17 mei 2005 Aanwezig: Ilse De Leener, Tamara Sper, Helen Blow

In de regio Zenne & Zoniën is geen begeleid wonen.

Er wordt doorverwezen naar Begeleid Wonen Pajottenland (een onafhankelijke dienst, maar cliën-ten moeten wel een Vlaams Fonds nummer hebben), naar De Looper in Anderlecht (bewo van het comité voor bijzondere jeugdzorg), en naar CAW Delta. CAW Zenne en Zoniën voorziet men wel zelf in tijdelijke begeleiding en ondersteuning voor die cliënten waarvan men weet dat die na ver-loop van tijd bij Begeleid Wonen Pajottenland terecht gaan kunnen. Deze begeleiding bestaat uit een wekelijks huisbezoek, en het is een integrale begeleiding – zij het beperkt, er wordt niet mee gepoetst of gewinkeld, wel word het huishouden gepland met de cliënt - waarvan de cliënt weet dat zij mettertijd zal overgenomen worden door een andere dienst.

De vraag is het grootst in de regio Sint Pieters Leeuw, enerzijds omdat het sociaal economisch profiel hier lager ligt, en anderzijds omdat men in Halle meer beroep kan doen op andere diensten.

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005 75

Page 76: Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid wonen en lokaal soc… · Aan het andere uiterste van de levensloop situeert zich het zorgwonen, dat ge-richt is op oudere en/of zorgbehoevende

Begeleid wonen en lokaal sociaal beleid – september 2005

76

De huisprijzen in de streek zijn zeer hoog en de wachtlijsten voor sociale woningen zijn bijzonder lang. Er zijn ook enkele probleemwijken die gemeden worden door sociale huurders.

Onlangs is beslist dat Stad Halle als sociale verhuurder zal optreden. Halle heeft een Woonwinkel (het OCMW stelt via deze weg noodwoningen ter beschikking), en het CAW verwijst hiernaar, evenals naar de Huurdersbond. De Huurdersbond houdt 2x/week een consultatie in het CAW, en zij beantwoorden vragen ivm huisvesting, uithuiszettingen, huurachterstallen, enz. Vanaf 2 sep-tember 2005 zullen zij echter zetelen in de Halse Woonwinkel. De permanentie-uren blijven behou-den.

Voor crisissituaties kan men beroep doen op COC Haven 21.

Om een dienst BeWo uit te bouwen zouden minstens 2 VTE nodig zijn, want de regio is zeer groot (omvat Halle, St.- Pieters Leeuw, St.- Genesius Rode, Dworp, Linkebeek, Hoeilaart en Overijse). De belangrijkste doelgroep zijn jongeren.

Er zijn geen politieke contacten, wel zijn er contacten met de raadsleden van de 6 OCMW’s die samen CAW Z & Z hebben opgericht. Zij kennen de problemen van het CAW wel.

CAW Zuid-Oost Vlaanderen Datum: 29 juni 2005 Aanwezig: Marc Baele, Monique Van Ongevalle, Danny Lescrauwaet

Ter voorbereiding van het interview werden door het CAW volgende nota’s bezorgd :

Verruimingsnood onthaalcentrum voor vrouwen en kinderen Samenwerking met stad Geraardsbergen, SVK en sociaal centrum Werkingsverslag begeleid wonen 2004 Projectfiche begeleid wonen voor thuislozen Verruimingsvraag 2004 aan Vlaamse Gemeenschap met antwoord minister Voorstel tot samenwerking aan Veilig Wonen Voorstel tot toepassing van art.7,§5 sociaal huurbesluit in Geraardsbergen Knelpuntennota werkgroep thuislozen van het lokaal welzijnsoverleg Geraardsbergen, 2001 Samenwerking tussen algemeen welzijnswerk en de sociale huisvesting in Geraardsbergen Erkenningsaanvraag beschut wonen 1994, met antwoord administratie Uitbreidingsaanvraag begeleid wonen 1998, met antwoord administratie Projectaanvraag provinciaal pilootproject huisvesting kansarmen Evaluatieverslag 2001 consultatiepunt voor thuislozen Brakel Beleidsplan 2006-2008

Bespreking:

In Ronse is er geen aanbod, in Geraardsbergen 1.5 VTE met stadsmiddelen maar continuering onzeker wegens financiële situatie stad.

Het CAW kampt met een tekort in de basisequipe en een onevenwichtige verhouding bijzonde-re opdrachten/basisopdrachten.

Rond Oudenaarde is er een samenwerking ontstaan tussen 6 OCMW’s voor omkadering voor een crisiswoning.

Het project voorkoming uithuiszetting in Brakel is gestopt wegens een lokale beleidskeuze. Met de huisvestingssector zijn er goede contacten in Geraardsbergen. Mits omkadering is men

bereid woningen ter beschikking te stellen. In Ronse is de samenwerking nog niet structureel. Alleen al om de doorstroming van de residentiële werkingen te verbeteren signaleert het CAW

volgende verruimingsnoden : Geraardsbergen 3 VTE’s; Ronse 3 VTE’s , Oudenaerde/Zottegem 2 VTE’s ( zie ook nota’s).