Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen · Bussemaker het rapport ‘Onderzoek...
Transcript of Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen · Bussemaker het rapport ‘Onderzoek...
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
Mogelijk gemaakt door subsidie van hetMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Palliactief, april 2011
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
1 Deze publicatie kunt u downloaden via de link: http://bit.ly/gGuPId
Als bestuur van Palliactief kunnen wij u dit rapport aanbe-
velen en adviseren wij u om het gedetailleerd te bestuderen
en te betrekken in de verdere vormgeving van het beleid
inzake palliatieve zorg in uw omgeving.
Hoogachtend,
Mw. Dr. S.C.C.M. Teunissen en Dhr. Prof. Dr. K.C.P. Vissers
Co-voorzitters van Palliactief mede namens de projectgroep
Nijmegen, 1 april 2011
Sinds de start van de eerste Bijna Thuis Huizen, midden jaren
tachtig, en de eerste High Care Hospices, begin jaren negen-
tig, neemt het aantal hospicevoorzieningen gestaag toe.
Het maatschappelijk draagvlak voor deze voorzieningen is
groot en ze vormen een onderdeel van de reguliere zorg.
Toch blijft de bekostiging van deze hospices veel aandacht
vragen.
In 2006 is in opdracht van het Ministerie van VWS, door
bureau Berenschot onderzoek gedaan naar de financiële
knelpunten bij palliatief terminale zorgvoorzieningen.
Dit heeft ertoe geleid dat in de subsidieregeling palliatieve
zorg een tegemoetkoming voor de huisvestingskosten is
opgenomen. Een deel van de aanbevelingen van het rapport
Berenschot is opgenomen in het Plan van Aanpak Palliatieve
Zorg 2008-2010 (Ministerie van VWS, 2008).
In de uitvoering van dit plan van Aanpak werd er door het
Ministerie van VWS een subsidie verleend aan het NTPN dat
inmiddels is omgevormd tot Palliactief, om een onderzoek
uit te laten voeren naar de knelpunten in financiering en
organisatie van palliatieve zorg in de eerste lijn en hospice-
voorzieningen. Het rapport ‘Financiering en organisatie van
palliatieve zorg: De pioniersfase voorbij?’ 1, beschrijft de
resultaten van het eerste deel van het onderzoek.
Voor u ligt het tweede deel van dit onderzoek. In dit onder-
zoek is gebruik gemaakt van het Business model als concept
om de bedrijfsmatige kant te belichten. Daarnaast is de
methode van moreel beraad gebruikt om ethische dilemma’s
rondom de bedrijfsvoering te kunnen analyseren. De resul-
taten hiervan zijn in dit rapport beschreven.
Voorwoord
3
4
Voorwoord 3 1 Inleiding 5 1.1 Onderzoeksmethodiek 5
1.2 Onderzoeksteam 6
1.3 Leeswijzer 6
2 Historischperspectief 7
3 Voorzieningenvoorpalliatiefterminalezorg 8
4 BeknoptekarakteriseringvandeHighCareHospicesenBijnaThuisHuizen 9 4.1 HighCareHospices 9
4.2 BijnaThuisHuizen 9
5 Theoretischkader 10 5.1 BusinessModel 10
5.2 Moreelberaad 11
6 Resultatenenquête 12 6.1 Inleiding 12
6.2 Resultaten 12
7 Businessmodel 13 7.1 HighCareHospices 13
7.2 BijnaThuisHuizen 19
7.3 VergelijkingbusinessmodellenHighCareHospiceenBijnaThuisHuis 24
8 VraagenAanbodAnalyseMonitor(VAAM) 26
9 Moreelberaad 27 9.1 Casus‘Marktwerkingversussamenwerking’ 27
9.2 Casus‘Hoogteeigenbijdrage’ 28
10 Conclusies 30 10.1 Aanbevelingen 31
11 Bibliografie 33
Inhoudsopgave
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
5
1 Palliactief (2011). Organisatie en financiering van palliatieve zorg: De pioniersfase
voorbij? Bunnik: Palliactief. Dit onderzoek liep in 2010 en is in maart 2011 gepubli-
ceerd. Dit deelonderzoek is hier een vervolg op. Verzamelde data dienen tevens
als input voor dit deelonderzoek.
Het bedrijfsmatige aspect is uitgewerkt in een business
model voor High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen.
Deze business modellen kunnen in een later stadium als
basis dienen voor een maatschappelijke business case.
Voor een tweetal meer ethische aspecten is de methode
van ‘moreel beraad’ gebruikt.
Moreel beraad is een werkwijze om te reflecteren op dilem-
ma’s en het analyseren/beredeneren van de diverse aspecten,
om uiteindelijk te komen tot verheldering en eventueel be-
sluitvorming. Het moreel beraad is gebruikt om twee dilem-
ma’s uit te werken die verband houden met de bedrijfs-
voering van de High Care Hospices en de Bijna Thuis Huizen.
Tenslotte is nagegaan of de door het NIVEL, in opdracht van
de NPCF, ontwikkelde ‘Vraag en Aanbod Analyse Monitor’
(VAAM) een instrument is of kan worden om de vraag en
aanbod van hospicezorg inzichtelijk te maken.
1.1OnderzoeksmethodiekHet onderzoek kan worden gekarakteriseerd als een
exploratieve studie (Polit & Beck, 2004).
Er zijn verschillende methoden gebruikt om data te ver-
zamelen. Hierdoor kunnen de gegevens gecombineerd
en getoetst worden (Hart, 1998).
Het onderzoek is als volgt opgebouwd:
l Een schriftelijke enquête verstuurd naar alle High Care
Hospices en Bijna Thuis Huizen;
l Invitational conference waarin het business model is
toegelicht en de eerste sessie van moreel beraad;
l Beschrijven van business model van respectievelijk
High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen;
l Tweede sessies van moreel beraad;
l Invitational conference om de concept-aanbevelingen
te toetsen bij het veld.
In het Plan van Aanpak Palliatieve Zorg 2008-2010 is binnen
het thema Financiering & Organisatie onder meer aandacht
besteed aan de uitkomsten van het ‘Rapport onderzoek naar
financiële knelpunten bij voorzieningen voor palliatieve
terminale zorg’ in opdracht van VWS opgesteld door bureau
Berenschot (Berenschot, 2006). De conclusie dat hospices te
maken hebben met vermijdbare en onvermijdbare risico’s
in de bedrijfsvoering, waren aanleiding voor toenmalig
staatssecretaris Bussemaker om deze bevinding nader te
verkennen.
Door het Ministerie van VWS is een subsidie verleend om
onderzoek te doen naar de Knelpunten in de financiering
en organisatie van palliatieve zorg. Eerder werden andere
onderdelen van dit onderzoek gepubliceerd onder de titel:
Financiering en organisatie van palliatieve zorg: De pioniers-
fase voorbij? (Palliactief, 2011).
Dit onderdeel van het onderzoek richt zich specifiek op de
bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
en de problemen die zij ondervinden om tot een sluitende
exploitatie te komen. In de schriftelijke enquête en inter-
views1 waar in brede zin werd gevraagd naar knelpunten in
de organisatie en financiering is ook specifiek ingegaan op
onderwerpen met betrekking tot de bedrijfsvoering. Om
meer inzicht te geven in de aspecten die samenhangen met
de bedrijfsvoering van beide typen organisaties zijn, naast
de enquête, twee verschillende benaderingen gehanteerd.
1Inleiding
Uit: Plan van Aanpak Palliatieve Zorg 2008-2010
Om vermijdbare financiële problemen op te lossen moeten Bijna Thuis Huizen, High Care Hospices en organisaties voor vrijwillige palliatieve terminale thuis-zorg een goede mix bereiken van lasten en inkomsten. Een goede bedrijfsvoering vraagt verder om inzicht in de omvang en aard van de vraag in de regio en om een goed beeld van de overige aanbieders in de regio.
6
1.3Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het historisch perspectief geschetst,
waar het gaat om het ontstaan van High Care Hospices en
Bijna Thuis Huizen in Nederland. Hoofdstuk 3 bevat een
karakterisering van de High Care Hospices en de Bijna Thuis
Huizen. Het theoretisch kader van enerzijds het business
model en anderzijds het moreel beraad wordt beschreven
in hoofdstuk 5. De resultaten van de schriftelijke enquêtes
en de uitwerking van de business modellen zijn beschreven
in respectievelijk hoofdstuk 6 en 7. In hoofdstuk 8 wordt
ingegaan op de door NIVEL ontwikkelde Vraag en Aanbod
Analyse Monitor. Hoofdstuk 9 bevat een uitwerking van de
twee sessies moreel beraad. De conclusies en aanbevelingen
tenslotte, worden beschreven in hoofdstuk 10.
1.2OnderzoeksteamHet onderzoek is gestart in 2010 en is begin 2011 afgerond.
Het onderzoeksteam bestond uit een project- en stuurgroep.
De stuurgroep:
Mevr. C. van Tol, vertegenwoordiger van Palliactief (voorheen
NPTN) in het Platform Palliatieve Zorg
Dhr. Drs. A. Rhebergen, directeur Palliactief (voorheen NPTN)
De projectgroep:
Drs. W.J.J. Jansen, onderzoeker VU medisch centrum,
Amsterdam
Mevr. J.C. Weststrate MSc, onderzoeker Palliactief, Bunnik
De projectgroep is ondersteund door een aantal extern
deskundigen:
Business model:
Dhr. Drs. L.H.H.M. Demoulin, senior manager Ernst en Young,
Utrecht.
Moreel beraad:
Prof. Dr. G.A.M. Widdershoven, afdeling ethiek VU medisch
centrum, Amsterdam.
Drs. B. Molewijk, afdeling ethiek, VU medisch centrum,
Amsterdam.
1Inleiding
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
7
Een onderzoek van het NIVEL naar de rol van de zorgkan-
toren en netwerken palliatieve zorg bij de realisatie van
palliatieve zorgvoorzieningen (Mistiaen, 2006), waren voor
VWS onvoldoende aanleiding om concrete stappen te onder-
nemen. Als gevolg van de hervorming van de AWBZ en de
komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
werd de CVTM-regeling in 2007 beëindigd. Hiervoor in de
plaats kwam met ingang van 2008 een door VWS ingestelde
‘Subsidieregeling palliatieve zorg’ (Ministerie van VWS, 2008).
Gelijktijdig met de brief ‘Palliatieve zorg, de pioniersfase
voorbij’ (Ministerie van VWS, 2008) stuurde staatssecretaris
Bussemaker het rapport ‘Onderzoek naar financiële knel-
punten bij voorzieningen voor palliatief terminale zorg’
(Berenschot, 2006) naar de Tweede Kamer. (VWS, 2007).
De in het rapport opgenomen bevindingen werden vervol-
gens opgenomen in het Plan van Aanpak Palliatieve zorg
2008-2010. Vooruitlopend op de uitkomsten werd de
bestaande subsidieregeling voor de coördinatiekosten
vrijwilligers in 2008 uitgebreid met een tegemoetkoming
in de huisvestingskosten.
In de jaren tachtig ontstonden in Nederland de eerste Bijna
Thuis Huizen. Een initiatief om palliatief terminaal zieken
die thuis wilden sterven en waar dit door het ontbreken van
voldoende mantelzorg niet mogelijk was, een zo huise-
lijk mogelijke omgeving te bieden. Vrijwilligers palliatief
terminale zorg vormen de spil van de Bijna Thuis Huizen. De
lokale thuiszorgorganisatie en de eigen huisarts zijn verant-
woordelijk voor de verpleegkundige en medische zorg. Begin
jaren negentig werd dit initiatief gevolgd door de oprichting
van de eerste (high care) hospices. Deze hospices werken
met een eigen gespecialiseerd multidisciplinair samen-
gesteld team en een team van vrijwilligers. Om voor zowel
zorgverzekeraars, zorgkantoor en Inspectie Gezondheidszorg
zo transparant mogelijk te kunnen zijn, is door de gezamen-
lijke High Care Hospices een keurmerk ontwikkeld.
Door het ontbreken van een kwalificatie als erkende zorgaan-
bieders kwamen de High Care Hospices niet in aanmerking
voor de reguliere bekostiging. Via de subsidieregeling Coör-
dinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg (CVTM) hadden
High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen, wel de mogelijk-
heid om aanspraak te maken op een subsidie voor de kosten
van de coördinatie en opleiding van de vrijwilligers.
De Projectgroep Integratie Hospicezorg (PIH) adviseerde de
minister van VWS onder andere de hospices een zelfstandige
AWBZ status te geven (Projectgroep Integratie Hospicezorg,
2001). Dit advies vergde echter meer inspanning dan dat
het een oplossing gaf, waarna in overleg met de High Care
Hospices werd overeengekomen als onderaannemer van een
thuiszorgorganisatie te fungeren. Hierna kon de geboden
zorg worden gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ).
Consequentie hiervan was wel dat uitsluitend de zorgkosten
vergoed werden en niet de kosten van verblijf. In de daar-
opvolgende jaren werd door High Care Hospices en Bijna
Thuis Huizen regelmatig de bekostiging van de hospices
aan de orde gesteld. In reactie hierop werd door toenmalige
staatssecretaris Ross-van Dorp aan Bureau Berenschot de
opdracht gegeven om onderzoek te doen bij hospicevoor-
zieningen naar de financiering, financiële problematiek en
de indicatiestelling van zorg.
2Historischperspectief
8
Zorgverzekeraars Nederland heeft circa tien jaar geleden
een norm van 4-6 hospiceplaatsen per 100.000 inwoners
genoemd als streefgetal. In tabel 1 is te zien dat op 1 oktober
2010 op landelijk niveau er zes plaatsen per 100.000 per
inwoners zijn. Het minimum is te vinden in de provincie
Friesland (3,4 plaatsen/100.000 inwoners) en het maximum in
Flevoland (10,4 plaatsen per 100.000 inwoners (Agora, 2011).
De relatie tussen vraag en aanbod is een belangrijk gegeven
als het gaat om de exploitatie van een hospicevoorziening.
Bij een groeiend aanbod zal concurrentie een belangrijkere
rol spelen. Op basis van de database ‘Zorg kiezen’, waarin
alle palliatieve netwerken de hospicevoorzieningen in hun
netwerkregio vermelden, rapporteert Agora al enige jaren
de omvang van het aanbod. Aangezien de naam ‘hospice’
voor verschillende typen zorgorganisaties gebruikt wordt en
er ook allerlei mengvormen zijn, is in deze database gebruik
gemaakt van een beschrijvende typering.
Momenteel telt de Associatie van High Care Hospices 16
leden en één adspirant-lid (Associatie High Hospices, 2011).
Het aantal instellingen in de database ‘Zorg Kiezen’ dat zich
zelf karakteriseert als ‘hospice met eigen verpleegkundige
staf (high care)’ bedraagt echter 49 (Agora, 2011).
3Voorzieningenvoorpalliatief terminalezorg
Aantal plaatsen per soort organisatie
Provincie Inwoners 1 2 3 Totaal Aantal plaatsen per x 1000 100.000 inwoners
Groningen 574 8 7 20 35 6,1Friesland 645 6 6 10 22 3,4Drenthe 490 0 10 10 20 4,1Overijssel 1125 21 9 22 52 4,6Gelderland 1991 52 36 65 153 7,7Utrecht 1211 42 12 20 74 6,1Flevoland 383 6 1 33 40 10,4Noord Holland 2646 44 28 85 157 5,9Zuid Holland 3482 47 39 140 226 6,5Zeeland 381 5 8 25 38 10,0Noord Brabant 2435 52 6 51 109 4,5Limburg 1123 12 24 30 66 5,9
Totaal 16486 295 186 511 992 6,0
Legenda: 1 = hospicevoorziening met eigen verpleegkundige staf; 2 = hospicevoorziening met overwegend vrijwilligers;3 = hospicevoorziening behorend bij een verpleeg- of verzorgingshuis
Tabel 1. Aantal hospiceplaatsen per provincie per 1 oktober 2010 (Bron: Zorg Kiezen, Agora)
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
Naast de High Care Hospices en de Bijna Thuis Huizen als
hospicevoorziening, is in Nederland nog een derde type van
hospicevoorzieningen, namelijk de units palliatieve zorg in/
bij verpleeg- en verzorgingshuizen. Zij onderscheiden zich
van de High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen door het feit
dat zij een ‘intramurale’ AWBZ- voorziening zijn. De te leveren
palliatief terminale zorg is beschreven in ‘Zorgzwaartepak-
ket V&V 10’. Gezien de vraagstelling van dit gedeelte van het
onderzoek, is deze groep van hospicevoorzieningen geen
onderwerp in dit onderzoek.
4.1HighCareHospicesHigh Care Hospices zijn kleinschalige voorzieningen die
door een huiselijke inrichting zoveel als mogelijk trachten de
thuissituatie te benaderen. De zorg wordt getypeerd door
de beschikbaarheid van een gespecialiseerd multidisciplinair
samengesteld team dat in loondienst is bij de organisatie.
Gespecialiseerde verpleegkundige zorg is 24 uur per dag
aanwezig. Daarnaast beschikken de High Care Hospices over
een team van vrijwilligers voor verschillende taken.
In Nederland zijn er 17 High Care Hospices. Deze hospices
zijn, op één na, in het bezit van het ‘Keurmerk palliatieve zorg’.
Alle hospices worden bekostigd via de AWBZ, de meeste als
extramuraal zorgverlener. Voor palliatief terminale zorg is een
Standaard Indicatie Protocol (SIP) opgesteld (CIZ, 2011).
De capaciteit van een High Care Hospice is gemiddeld 6,9
plaatsen (Buuse, 2010).
4.2BijnaThuisHuizenBijna Thuis Huizen worden gekenmerkt door het feit dat zij
de thuissituatie zoveel mogelijk trachten te benaderen. Dat
komt o.a. tot uitdrukking in de kleinschalige opzet en de
vestiging in de buurt. De dagelijkse organisatie berust bij
één of meer coördinatoren, die in loondienst zijn bij de
organisatie. Gemiddeld heeft een Bijna Thuis Huis 4,6 bed-
den (Buuse, 2010). In principe behoudt de bewoner zijn
eigen huisarts. Verpleegkundige zorg wordt verleend door
thuiszorgverpleegkundigen op basis van het door het CIZ
geïndiceerde aantal uren. Er zijn verschillende vormen
geconstateerd waarop de professionele zorg wordt verleend.
Variërend van een insteek op kwaliteit van de professionele
zorg (een eigen team van verpleegkundigen/verzorgenden)
tot het zoveel mogelijk continueren van de thuissituatie
(de verpleegkundige/verzorgende vanuit de thuissituatie
komt ook in het Bijna Thuis Huis). Vrijwilligers vervullen een
scala aan taken. Vrijwel alle Bijna Thuis Huizen zijn lid van
de Vereniging Vrijwillige Palliatief Terminale Zorg Nederland
(VPTZ).
4Beknoptekarakteriseringvande HighCareHospicesenBijnaThuisHuizen
9
10
bijdrage kan leveren aan een goede ethische afweging van
dilemma’s die rond de bedrijfsvoering kunnen optreden.
5.1BusinessModelOm inzicht te krijgen in de aspecten die van invloed zijn
op de bedrijfsvoering is gebruik gemaakt van het business
model. Een business model is een concept in een gemeen-
schappelijke taal en beschrijft de grondgedachte hoe een
organisatie waarde creëert, levert en behoudt. Een business
model omvat negen bouwstenen: [1] Klantsegmenten,
[2] Waarde propositie, [3] Kanalen, [4] Klantrelaties,
[5] Inkomstenbronnen, [6] Bronnen, [7] Kernactiviteiten,
[8] Partners en [9] Kostenstructuur (zie fig.1).
Bij de bedrijfsvoering in de zorg is er niet uitsluitend sprake
van een klant-leverancier relatie. De overheid, zorgverzeke-
raars en zorgkantoren spelen ook een belangrijke rol. Een
situatie die een bedrijfsmatige benadering van de (pallia-
tieve) zorg extra gecompliceerd maakt. Een zuiver bedrijfs-
economische benadering doet ook onvoldoende recht
aan het maatschappelijk belang en, zeker in de palliatief
terminale zorg, aan de noodzakelijke ethische afwegingen.
In de benadering van de vraagstelling is daarom nagegaan
hoe deze verschillende aspecten bij elkaar gebracht kunnen
worden. Daarom is gekozen voor de hantering van een busi-
ness model om de bedrijfsvoering van High Care Hospices en
Bijna Thuis Huizen in kaart te brengen, en is de methode van
moreel beraad gebruikt om te toetsen of deze methodiek een
5Theoretischkader
Fig. 1. Bouwstenen van het Business Model
Kernactiviteiten
Partners
Waarde propositie Klantrelaties
Klantsegmenten
Kostenstructuur Bronnen Kanalen Inkomstenbronnen
11
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
De dilemmamethode
De methode die tijdens de twee sessies gehanteerd is, is de
zogenaamde dilemmamethode (Widdershoven, 2010). Deze
methode is relatief eenvoudig en is gericht op het zoeken
naar een oplossing. In deze methode wordt een moreel
probleem gedefinieerd in een vraag met twee keuzes, A of B.
Kenmerkend voor deze twee keuzes is dat wanneer één van
de twee keuzes ook daadwerkelijk wordt gedaan, de andere
keuze tekort wordt gedaan.
Stappenplan dilemmamethode
1. Beschrijf een casus
2. Formuleer het dilemma
3. Vragenronde: verheldering van de casus
4. Onderzoek perspectieven
5. Maak een eigen keuze
6. Dialoog en conclusie
Deze bouwstenen omvatten de vier hoofdgebieden van een
onderneming: klanten, aanbod, infrastructuur en financiële
levensvatbaarheid (Osterwalder, 2010).
Het hanteren van een business model als instrument lijkt op
het eerste gezicht bedoeld voor commerciële organisaties,
maar is ook een geschikte methode om zorgorganisaties te
beschrijven. De elementen van het business model bieden
voldoende aanknopingspunten om High Care Hospices en
de Bijna Thuis Huizen te analyseren en te typeren.
Met een delegatie van vertegenwoordigers van Bijna Thuis
Huizen, respectievelijk High Care Hospices zijn, met begelei-
ding van een deskundige op dit gebied van Ernst en Young,
de negen onderdelen van het business model uitgewerkt.
5.2MoreelberaadEthische theorieën en methodes/stappenplannen kunnen
gebruikt worden als hulpmiddel bij het reflecteren op
dilemma’s en het analyseren/beredeneren van de diverse
aspecten, om uiteindelijk te komen tot verheldering en
eventueel besluitvorming (Het nieuwe trivium, 2010).
Er zijn verschillende stappenplannen die als leidraad te
gebruiken zijn bij het in kaart brengen van een moreel
probleem (Manschot, 2003). Het is van belang te beseffen
dat een dergelijk stappenplan niet automatisch tot een juiste
oplossing leidt. Het helpt echter wel het doordenken van de
situatie, het verhelderen van het probleem en het gezamen-
lijk zoeken naar oplossingen. Bij morele problemen is er vaak
sprake van een keuze tussen twee ‘kwaden’. In het ideale
geval is iedereen het eens over de meest te verantwoorden
handelswijze. Bij een ethische reflectie en discussie over
morele kwesties is meestal geen enkele uitkomst perfect.
Er is altijd wel iets dat tegen een bepaalde handelswijze pleit
of er juist voor spreekt.
5Theoretischkader
12
Eigen bijdrage
Van de respondenten vraagt 87% een eigen bijdrage van
de bewoners. Deze eigen bijdrage is ter dekking van de
niet-gesubsidieerde kosten en komt naast de verplichte,
inkomensafhankelijke, eigen bijdrage van de AWBZ. De
hoogte van de eigen bijdrage varieert van € 0 tot € 95 per
dag. Eén respondent geeft aan dat de bijdrage naar
draagkracht is, met een maximum van € 25 per dag.
Een andere respondent geeft aan dat het bedrag afhankelijk
is van wat de zorgverzekeraar vergoed van de eigen bijdrage.
Het merendeel van de instellingen vindt het van primair
belang dat de zorg toegankelijk is voor hen die daar behoefte
aan hebben. Als bewoners de bijdrage niet kunnen betalen,
kan dit veelal worden gefinancierd uit andere middelen
(diaconie, gemeente of sociale dienst).
Huisvesting
In de aanvraag van de subsidie is een rekenformule opge-
nomen om de tegemoetkoming in de huisvestingskosten te
kunnen onderscheiden van de vergoeding voor de coördina-
tie. Slechts enkele respondenten maken dit onderscheid. Het
is dus moeilijk om aan te geven in welke mate de subsidie de
huisvestingskosten dekt. De kosten van de huisvesting kun-
nen variëren, afhankelijk van de grootte en de locatie van het
pand en of er sprake is van huur of eigendom. De subsidie
van VWS is gebaseerd op gemiddelde huisvestingskosten.
Afhankelijk van de grootte en de locatie van het pand, de
vestigingsplaats en of er sprake is van huur of eigendom
van het pand.
6.1InleidingIn het kader van het brede onderzoek ‘Knelpunten in de
financiering en organisatie van palliatieve zorg’ is een schrift-
elijke enquête gedaan onder andere bij High Care Hospices
en Bijna Thuis Huizen. In de enquête zijn ook vragen gesteld
over de exploitatie van de organisatie (Palliactief, 2011).
6.2ResultatenEr zijn in totaal 100 enquêteformulieren verzonden naar de
High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen. Hiervan zijn 64
formulieren ingevuld en geretourneerd.
Van de vragen die betrekking hebben op de exploitatie
van de voorziening worden in dit hoofdstuk de resultaten
weergegeven.
Van de respondenten geeft 94% aan additionele middelen
in de vorm van donaties en sponsoring nodig te hebben om
de exploitatie sluitend te krijgen. De met enige regelmaat
wijzigende subsidieregels worden gezien als een onzekere
factor als het gaat om continuïteit van financiering wat de
positie kwetsbaar maakt.
Een aantal respondenten geeft aan niet over een reserve te
beschikken. De kosten van intakegesprekken en de geboden
nazorg worden niet bekostigd via de reguliere bekostiging
en/of subsidie. De meeste organisaties kennen een stichting
‘Vrienden van’. Deze stichting staat in de meeste gevallen
garant bij financiële tekorten.
Van de respondenten geeft 56% aan een WMO-subsidie te
hebben aangevraagd bij de gemeente. Van deze groep is bij
69% van de respondenten de aanvraag geheel gehonoreerd,
bij 20% is deze niet gehonoreerd en bij 11% gedeeltelijk
gehonoreerd.
6Resultatenenquête
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
Gasten met een levensverwachting van meer dan
3 maanden voor een tijdelijke opname.
Een tijdelijke opname kan voorzien in een behoefte als het
sociale systeem rondom de gast de situatie niet meer aan
dreigt te kunnen. Een tijdelijke opname kan dan enige
verlichting brengen, waardoor na de opnameperiode de zorg
thuis weer voortgezet kan worden. De continuïteit van zorg
kan worden gewaarborgd.
Een andere reden voor een tijdelijke opname kan zijn het
instellen op een bepaalde symptoombehandeling waarvoor
het meer nauwkeurig volgen van de effecten van de behan-
deling noodzakelijk is. Binnen een High Care Hospice is de
medische en de verpleegkundige deskundigheid beschikbaar
om een optimale symptoombestrijding te kunnen realiseren.
Sociaal netwerk van de gast
Soms dreigt alle aandacht uit te gaan naar de gast en wordt
voorbijgegaan aan de behoefte van hen die direct betrokken
zijn bij de zorg voor de gast vergeten. Binnen het High Care
Hospices is ook oog voor deze mantelzorgers.
Nabestaanden
Nabestaanden kunnen wanneer zij dit wensen nazorg krijgen.
Deze zorg bestaat uit begeleiding bij rouwverwerking. Het kan
voorkomen dat er sprake is van disfunctionele rouw. Het team
heeft vooral een signalerende functie. Er kan in voorkomende
gevallen verwezen worden naar andere organisaties.
AdII.Zorgverleners
Binnen de High Care Hospices beschikken de beroepsbe-
oefenaren en vrijwilligers over een specifieke deskundigheid
ten aanzien van palliatief terminale zorg. Door middel van
medewerking aan en organisatie van (bij- en na)scholingen
en participatie in consultatieteams wordt kennis overgedra-
gen aan andere zorgverleners.
NB. Zorgverleners in de rol van verwijzer spelen een rol in het
onderdeel distributiekanalen (zie 4).
UitdagingExpliciteren van wat een ‘complexe zorgvraag’ is en de
toegevoegde waarde van professionele deskundigheid bij
het verlenen van palliatief terminale zorg.
7.1HighCareHospicesIn dit hoofdstuk wordt het business model voor de High Care
Hospices uitgewerkt aan de hand van de verschillende bouw-
stenen.
7.1.1 Klantsegmenten (Customer Segments) [1]
De bouwsteen klantsegmenten definieert de verschillende
groepen mensen of organisaties die een onderneming wil
bereiken of bedienen.
- Voor wie creëren we waarde?
- Wie zijn de belangrijkste klanten?
Er worden twee groepen van klanten onderscheiden:
I. Gasten en hun sociaal netwerk
II. Zorgverleners
AdI.Gastenenhunsociaalnetwerk
Binnen de eerste groep van klanten kan de volgende
onderverdeling worden gemaakt:
Ongeneeslijk zieke gasten met een levensverwachting van
minder dan 3 maanden.
Als behoeften van deze groep kunnen worden genoemd het
bieden van een veilige omgeving, zekerheid, geborgenheid,
erkenning en respect. Door het leveren van zorg op maat en
het bieden van deskundigheid ten aanzien van alle dimensies
van palliatieve zorg kan in deze behoeften worden voorzien.
Ongeneeslijk zieke gasten met een levensverwachting van
minder dan 3 maanden en een complexe zorgvraag.
Naast de behoeften genoemd onder I. heeft deze groep van
gasten psychosociale ondersteuning en begeleiding nodig.
13
7Businessmodel- High Care Hospices
14
UitdagingSamenwerking met andere partners in het lokale netwerk kan
de waarde c.q. erkenning van de deskundigheid van de High
Care Hospices beter tot uitdrukking brengen. De vrije keuze
van de gast voor een zorgvoorziening is een kernwaarde in
het Nederlandse gezondheidszorgsysteem. Voorwaarde is
dan wel dat de gast zo volledig mogelijk is geïnformeerd over
de verschillende mogelijkheden die passen bij de individuele
zorgbehoefte. High Care Hospices moeten zich inspannen om
de meerwaarde ten opzichte van andere zorgverleners in de
palliatieve zorg duidelijk te maken aan klanten en verwijzers.
7.1.3 Kanalen (Channels) [3]
De bouwsteen kanalen beschrijft hoe een organisatie met
zijn klantsegmenten communiceert en ze bereikt om een
waarde propositie te leveren.
- Via welke kanalen willen onze klantsegmenten bereikt
worden?
- Hoe bereiken we ze nu?
- Hoe zijn onze kanalen geïntegreerd?
- Welke werken het beste?
- Welke zijn het meest kostenefficiënt?
- Hoe integreren we ze met klantroutines?
Er zijn drie verschillende manieren waarop de gast naar het
hospice verwezen wordt:
Via het ziekenhuis
De (oncologie)verpleegkundigen, transferverpleegkundigen
en de behandelende specialist zijn de voornaamste disci-
plines die een rol spelen als het gaat om het informeren van
7.1.2 Waarde propositie (Value Propositions) [2]
De bouwsteen waarde propositie beschrijft de bundel van
producten en diensten die waarde creëert voor een speci-
fiek klantsegment.
- Welke waarde leveren we aan de klant?
- Welke probleem van onze klant helpen we oplossen?
- In welke klantbehoeften voorzien we?
- Welke bundels van producten en diensten bieden we
aan elk klantsegment?
De High Care Hospices hebben een aantal specifieke
waarden:
l hooggekwalificeerde en gespecialiseerde verpleeg-
kundigen (niveau 4 & 5), 24 uur per dag aanwezig
l multidisciplinaire zorg door beschikbaarheid van o.a.
gespecialiseerde arts(en), maatschappelijk werker,
geestelijk verzorger(s)
l kleinschaligheid
l huiselijkheid
l veilige omgeving door aanwezige deskundigheid
l geborgenheid
l ondersteuning en erkenning sociale netwerk gast
(systeemgericht denken)
Wat is de unieke waarde?
Interdisciplinaire samenwerking in een multidisciplinair
samengesteld team welke integrale zorg biedt. De 24-uurs
aanwezigheid van hooggekwalificeerde (niveau 4 en 5) en
gespecialiseerde verpleegkundige zorg.
De gespecialiseerde artsen zijn verbonden aan de organisatie.
De kleinschaligheid van de organisatie.
7Businessmodel- High Care Hospices
15
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
- Wat voor soort relatie verwacht elk van onze klantseg-
menten dat we met ze zullen aangaan en onderhouden?
- Welke klantrelaties zijn we al aangegaan?
- Hoe duur zijn ze?
- Hoe zijn ze geïntegreerd in de rest van ons business
model?
Relatie komt vaak pas op het laatste moment tot stand. Een
klein deel van de potentiële klanten oriënteert zich vroeg-
tijdig op de verschillende mogelijkheden één en ander
afhankelijk van situering (één of meer aanbieders, één of
meer ziekenhuizen). Keuze voor een hospice wordt vaak pas
gemaakt als ontslag uit het ziekenhuis is aangekondigd en
naar huis geen optie is of als blijkt dat het thuis niet meer
gaat (crisissituatie).
De verwijzer fungeert in de meeste gevallen als intermediair
tussen hospice en cliënt. Wanneer de verwijzer niet of onvol-
doende op de hoogte is van het aanbod, krijgt de cliënt een
incompleet beeld van het werkelijke aanbod of onvoldoende
informatie.
Door middel van ‘advanced care planning’ kan worden
geanticipeerd op toekomstige keuzes. De gast kan zich o.a.
door middel van bezoeken, vroegtijdig oriënteren op wat
hospicezorg inhoudt en wat zijn/haar wensen zijn ten
aanzien van de laatste levensfase.
Een goed PR-beleid is een manier om de klantrelatie eerder
aan te gaan en verwijzers op de hoogte te stellen van het
specifieke zorgaanbod. Speciale aandacht dient hierbij
geschonken te worden aan het sociale netwerk van de cliënt:
Hoe ervaren zij de opname in een hospice?
UitdagingMeer aandacht voor ‘advanced care planning’, dat wil zeggen
verwijzers overtuigen van het belang om vroegtijdig zaken
rondom het levenseinde bespreekbaar te maken en keuzes
te maken op basis van individuele zorgbehoefte.
Goede informatievoorziening vanuit het regionale netwerk
betreffende de verschillende mogelijkheden is van belang.
Het eerder aangaan van een relatie met de patiënt. De kennis
de gast over de verschillende mogelijkheden en het
realiseren van de overplaatsing.
Vanuit thuis
De huisarts en de wijkverpleegkundige of verzorgende infor-
meren de gast over de verschillende mogelijkheden in relatie
tot de wensen van de gast en de noodzakelijke zorgbehoefte.
Mantelzorg/familie
Mantelzorgers en/of familie kunnen door eigen onderzoek
(internet/brochures) nagaan welke mogelijkheden er lokaal
aanwezig zijn.
Verpleeg- of verzorgingshuis
Een verwijzing vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis of
een Bijna Thuis Huis komt relatief weinig voor. Een specifieke
zorgbehoefte en de wens van een gast kan aanleiding zijn
voor een overplaatsing.
UitdagingDe verwijzende instanties moeten op de hoogte zijn van het
specifieke zorgaanbod van het High Care Hospice en kunnen
beoordelen of gasten behoefte hebben aan dit zorgaanbod.
De capaciteit moet zodanig afgestemd zijn op het zorg-
aanbod dat er in netwerkverband ruimte is voor een acute
opname.
7.1.4 Klantrelaties (Customer Relationships) [4]
De bouwsteen klantrelaties beschrijft de soorten relaties
die een organisatie aangaat met specifieke klant-
segmenten.
7Businessmodel- High Care Hospices
16
Subsidie VWS
VWS stelt een subsidie beschikbaar kosten van de coördina-
tie van de vrijwilligers en een tegemoetkoming voor de
huisvestingskosten. Deze laatste kosten maken namelijk
geen deel uit van de bekostiging van extramurale zorg. De
beschikbare subsidie is een vast bedrag. Dat betekent dat
bij een toename van het aantal organisaties de beschikbare
bedragen per organisatie zullen dalen.
Eigen bijdrage gast
Alle High Care Hospices vragen een eigen bijdrage aan de
gast ter dekking van de niet-gefinancierde/gesubsidieerde
kosten. De hoogte van de bijdrage wordt door de organisatie
zelf bepaald en vertoond aanzienlijke onderlinge verschillen.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
In het kader van de herziening van de AWBZ is de functie
‘huishoudelijke hulp’ overgeheveld naar de gemeenten. Elke
gemeente voert een eigen beleid ten aanzien van de wijze
waarop men de subsidie inzet. Een aantal High Care Hospices
ontvangt jaarlijks een subsidie van de betreffende gemeente.
Stichting ‘Vrienden van’
Inkomsten van donaties, sponsors etc. wordt door High Care
Hospice veelal gestort in een stichting ‘Vrienden van’.
De Stichting levert een bijdrage aan het in stand houden
van het hospice, door bijvoorbeeld garant te staan voor
financiële tekorten en deze jaarlijks aan te vullen.
UitdagingVereenvoudiging van administratieve verantwoording van
de verschillende vormen van bekostiging.
Zorgkantoren hanteren een eigen beleid. Dit leidt tot regio-
nale verschillen.
Bekostiging van andere door de High Care Hospices ver-
leende diensten en nevenactiviteiten.
Eenduidigheid in de berekening van de eigen bijdrage:
gebruik maken van een dezelfde systematiek (zie de casus-
beschrijving moreel beraad 2).
van de lokale mogelijkheden (sociale kaart) kan mogelijk een
langer verblijf thuis mogelijk maken. Daarnaast kan door een
tijdige betrokkenheid een crisissituatie worden voorkomen.
7.1.5 Inkomstenbronnen (Revenue Streams) [5]
De bouwsteen inkomstenbronnen representeert de cash
die een organisatie genereert uit elk klantsegment
- Voor welke waarde zijn onze klanten echt bereid te
betalen?
- Voor wat betalen zij op dit moment?
- Hoe betalen zij op dit moment?
- Hoe zouden zij het liefst betalen?
- Hoeveel draagt elke inkomstenbron bij aan de totale
inkomsten?
High Care Hospices kennen verschillende inkomstenbronnen:
AWBZ
De meeste High Care Hospices zijn onderaannemer van een
thuiszorgorganisatie. Gasten kunnen alleen in het hospice
worden opgenomen met een indicatie voor palliatief
terminale zorg (SIP 23-variant E). Deze indicatie wordt door
het CIZ gesteld. Een aantal hospices heeft een eigen AWBZ
erkenning en kan dus zelfstandig budgetafspraken maken
met het zorgkantoor. Bij enkele High Care Hospices is er
sprake van een situatie dat het zorgkantoor het High Care
Hospice beschouwd als een intramurale zorgvoorziening.
Bekostiging vindt dan plaats conform Zorgzwaartepakket-10.
7Businessmodel- High Care Hospices
17
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
7.1.7 Kernactiviteiten (Key Activities) [7]
De bouwsteen kernactiviteiten beschrijft de belangrijkste
dingen die een organisatie moet doen om te zorgen dat
zijn business model werkt.
- Welke kernactiviteiten vereisen onze waarde proposities?
- Onze distributiekanalen? Klantrelaties? Inkomsten-
bronnen?
De voornaamste kernactiviteit van een High Care Hospice
is het bieden van palliatief terminale zorg door een multi-
disciplinair samengesteld team van gespecialiseerde
zorgverleners die, afhankelijk van de discipline, 24 uur per
dag aanwezig of beschikbaar zijn. Daaruit vloeit voort de
samenwerking met de andere partners binnen het lokale
netwerk palliatieve zorg. Deze samenwerking biedt de
mogelijkheid het High Care Hospices op lokaal niveau onder
de aandacht te brengen van de verwijzers (bv. via de website
van het netwerk)
Door bijdragen aan (bij- en na)scholingen wordt de speci-
fieke kennis en deskundigheid overgedragen aan andere
zorgverleners en disciplines.
Om verzekerd te zijn en te blijven van de instroom van
cliënten is een goed PR-beleid noodzakelijk.
UitdagingStreven dat het team voor 80% beschikbaar is voor cliënt-
contact en maximaal 20% niet-cliënt gebonden taken
(administratie, kwaliteitsindicatoren, enquêtes, etc.).
7.1.6 Bronnen (Key Resources) [6]
De bouwsteen bronnen beschrijft de belangrijkste
bronnen die nodig zijn om te zorgen dat het business
model werkt
- Welke bronnen vereisen onze waarde proposities?
- Onze distributiekanalen? Klantrelaties? Inkomsten-
bronnen?
Om hospicezorg te kunnen leveren is een aantal ‘bronnen’
nodig.
Mensen
Een team van gespecialiseerde zorgverleners die samen de
verschillende dimensies van palliatieve zorg kunnen waar-
borgen: een gespecialiseerd multidisciplinair team
Daarnaast is een grote groep van vrijwilligers nodig om op
verschillende onderdelen de organisatie te ondersteunen.
Middelen
Financiële middelen om de organisatie in stand te kunnen
houden.
Gebouw
Aan het gebouw worden eisen gesteld als het gaat om de
verpleging en verzorging van gasten: kleinschalig, éénper-
soonskamers, toegankelijkheid. Daarnaast worden vanuit
de overheid, op basis van wet- en regelgeving specifieke
technische en/of bouwkundige eisen gesteld.
7Businessmodel- High Care Hospices
18
7.1.9 Kostenstructuur (Cost Structure) [9]
De kostenstructuur beschrijft alle kosten die worden ge-
maakt om een business model te laten werken.
- Wat zijn de belangrijkste kosten die inherent zijn aan ons
business model?
- Welke bronnen zijn het duurst?
- Welke kernactiviteiten zijn het duurst?
Bij de High Care Hospices vormen de personele kosten voor
zowel zorg als organisatie, de belangrijkste kostenpost. Om
het niveau van deskundigheid te kunnen handhaven dient
ook geïnvesteerd te worden in bij- en nascholing.
Een tweede belangrijke kostenpost vormt de huisvestings-
kosten, zoals huur van het pand of hypotheekkosten als het
pand in eigendom is. Tot de huisvestingskosten worden ook
gerekend de kosten die gemoeid zijn met de gemeentelijke
regelgeving voor bv. brandveiligheid en legionellapreventie.
Andere belangrijke kostenposten zijn die van (verpleegkun-
dige) materialen en communicatiemiddelen.
UitdagingInzichtelijk maken van de relatie tussen kosten en de
bekostiging.
7.1.8 Partners (Key Partners) [8]
De bouwsteen partners beschrijft het netwerk van leveran-
ciers en partners die zorgen dat het business model werkt.
- Wie zijn onze partners?
- Wie zijn onze kernleveranciers?
- Welke bronnen halen we bij onze partners?
- Welke kernactiviteiten voeren onze partners uit?
Het merendeel van de High Care Hospices werkt als onder-
aannemer van een thuiszorgorganisatie. Deze thuiszorg-
organisatie fungeert als budgethouder en maakt de
budgetafspraken met het zorgkantoor.
Het lokale netwerk palliatieve zorg kent een aantal partners,
waar het High Care Hospice er één van is. Het netwerk kan
dus als partner worden gezien, maar ook de andere organi-
saties die deelnemen in het netwerk.
Ziekenhuizen kunnen naast ‘verwijzer’ ook als partner
worden gezien als er specifieke ketenafspraken worden
gemaakt. Dit mag de keuzevrijheid van de cliënt echter
niet belemmeren.
UitdagingHoe om te gaan met zaken als samenwerking, concurrentie
en marktwerking (zie de casusbeschrijving moreel beraad 1).
7Businessmodel- High Care Hospices
19
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
in het Bijna Thuis Huis voor haar rekening neemt en daarmee
ook een meer specifieke deskundigheid kan leveren.
Afhankelijk van de relatie met de thuiszorgorganisatie(s) kan
deze als klant of leverancier fungeren.
UitdagingOmgaan met fluctuerend aanbod, wanneer er weinig of geen
bewoners zijn: hoe kunnen de vrijwilligers dan gemotiveerd
blijven. Hoe om te gaan met specifieke doelgroepen (zwaar
dementerenden, verslaafdenzorg, geestelijke gezondheids-
zorg) waarbij er sprake is van multiproblematiek.
7.2.2 Waarde propositie (Value Propositions) [2]
De bouwsteen waarde propositie beschrijft de bundel
van producten en diensten die waarde creëert voor een
specifiek klantsegment.
- Welke waarde leveren we aan de klant?
- Welke probleem van onze klant helpen we oplossen?
- In welke klantbehoeften voorzien we?
- Welke bundels van producten en diensten bieden we
aan elk klantsegment?
Als belangrijkste kernwaarden van het Bijna Thuis Huis
kunnen worden genoemd:
l Het bieden van huiselijke omgeving (‘geen instellings-
denken’);
l De beschikbaarheid van privacy voor zowel gast als
familie/mantelzorger als daar behoefte aan is;
l Het creëren van veilige situatie door de beschikbaarheid
van professionele medische en verpleegkundige zorg;
7.2BijnaThuisHuizenIn dit gedeelte wordt het business model voor de Bijna Thuis
Huizen beschreven. Ook hier worden de bouwstenen
beschreven.
7.2.1 Klantsegmenten (Customer Segments) [1]
De bouwsteen klantsegmenten definieert de verschillende
groepen mensen of organisaties die een onderneming wil
bereiken of bedienen.
- Voor wie creëren we waarde?
- Wie zijn onze belangrijkste klanten?
Als eerste wordt de groep ongeneeslijk zieke gasten met een
levensverwachting van minder dan drie maanden benoemd.
Zij kunnen of willen niet meer thuis verzorgd worden en zijn
op zoek naar een plaats die het meest overeenkomt met een
thuissituatie.
Een tweede belangrijke groep van klanten wordt gevormd
door het sociaal netwerk van de gast: familie en mantelzorg-
ers. Hen wordt aandacht, ondersteuning en begeleiding
geboden zowel tijdens het verblijf van de gast in het Bijna
Thuis Huis als na het overlijden. Het gevoel dat de zorg
geregeld is, betekent vaak dat een last van ze afvalt.
De derde groep wordt gevormd door de thuiszorg. Er zijn
verschillende varianten ten aanzien van de wijze waarop de
thuiszorg binnen het Bijna Thuis Huis wordt ingezet. Het kan
variëren van het continueren van de zorg thuis, dat wil
zeggen verschillende thuiszorgorganisaties die de zorg in het
hospice verlenen, tot een ‘preferred provider’, dat wil zeggen
een overeenkomst met een thuiszorgorganisatie die de zorg
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
20
plines die een rol spelen als het gaat om het informeren
van de gast over de verschillende mogelijkheden en het
realiseren van de overplaatsing.
Vanuit thuis
De huisarts en de wijkverpleegkundige of -verzorgende
kunnen de gast informeren over de verschillende mogelijk-
heden in relatie tot de wensen van de gast en de noodzake-
lijke zorgbehoefte.
Mantelzorg/familie
Mantelzorgers en/of familie kunnen door eigen onderzoek
(internet/brochures) nagaan welke mogelijkheden er lokaal
aanwezig zijn.
Verpleeg- of verzorgingshuis
Een verwijzing vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis naar
een Bijna Thuis Huis komt relatief weinig voor. Een specifieke
zorgbehoefte en de wens van een gast kunnen aanleiding
zijn voor een overplaatsing.
Aandachtspunten
Het voorkomen van onnodige overplaatsingen door er naar
te streven dat de deskundigheid bij de gast gebracht wordt
in plaats van de gast naar de deskundigen.
Bijna Thuis Huizen houden geen of zeer beperkte wacht-
lijsten aan. Dat kan betekenen dat gasten, die vroegtijdig te
kennen hebben gegeven in een specifiek Bijna Thuis Huis
te worden opgenomen, niet kunnen worden opgenomen
omdat er geen plaats is. Het is zaak om crisissituaties te
voorkomen en de periode tot opname op een goede wijze
te overbruggen.
UitdagingHoe te voorkomen dat de kanalen ‘verstoppen’? Zijn er
bijvoorbeeld in de thuissituatie nog mogelijkheden om meer
zorg in te zetten en hierdoor een opname te voorkomen of
uit te stellen.
l Het bieden van ondersteuning aan het sociaal netwerk
van de gast in de vorm van aandacht en begeleiding.
UitdagingMet de komst van nieuwe initiatieven dreigt het institutio-
nele en economische aspect meer aandacht te krijgen dan
het oorspronkelijke ideële karakter. Uitgangspunt zou
moeten blijven de (unieke) relatie boven het belang van de
organisatie te stellen.
Andere uitdagingen zijn de aandacht voor het bieden van
ruimte voor de inbreng van de mantelzorger en de vraag of
een maximale inspanning is gedaan om de gast thuis te laten
blijven indien dit door hem/haar gewenst is.
7.2.3 Kanalen (Channels) [3]
De bouwsteen kanalen beschrijft hoe een organisatie met
zijn klantsegmenten communiceert en ze bereikt om een
waarde propositie te leveren
- Via welke kanalen willen onze klantsegmenten bereikt
worden?
- Hoe bereiken we ze nu?
- Hoe zijn onze kanalen geïntegreerd?
- Welke werken het beste?
- Welke zijn het meest kostenefficiënt?
- Hoe integreren we ze met klantroutines?
Er zijn verschillende distributiekanalen te onderscheiden:
Via het ziekenhuis
De (oncologie)verpleegkundigen, transferverpleegkundigen
en de behandelende specialist zijn de voornaamste disci-
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
21
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
UitdagingDoor ‘advanced care planning’ gasten eerder laten nadenken
over de verschillende (zorg)mogelijkheden.
7.2.5 Inkomstenbronnen (Revenue Streams) [5]
De bouwsteen inkomstenbronnen representeert de cash
die ene organisatie genereert uit elk klantsegment
- Voor welke waarde zijn onze klanten echt bereid te
betalen?
- Voor wat betalen zij op dit moment?
- Hoe betalen zij op dit moment?
- Hoe zouden zij het liefst betalen?
- Hoeveel draagt elke inkomstenbron bij aan de totale
inkomsten?
Bijna Thuis Huizen kennen de volgende inkomstenbronnen:
Subsidie VWS
Sinds 2007 wordt door VWS een subsidie toegekend waarin
zowel de kosten van de coördinatie van vrijwilligers en een
tegemoetkoming in de huisvestingskosten zijn begrepen. De
tegemoetkoming voor de huisvestingskosten is gebaseerd
op een landelijk gemiddelde. Er is een vastgesteld bedrag
beschikbaar. Wanneer er meer organisatie en een beroep
doen op de subsidie betekent dit dus een lager bedrag per
organisatie.
Eigen bijdrage gast
Vrijwel alle Bijna Thuis Huizen vragen een bedrag per dag als
tegemoetkoming in de niet-gesubsidieerde kosten. Er zijn ver-
schillen in de hoogte van de eigen bijdrage per organisatie.
7.2.4 Klantrelaties (Customer Relationships) [4]
De bouwsteen klantrelaties beschrijft de soorten relaties
die een organisatie aangaat met specifieke klant-
segmenten.
- Wat voor soort relatie verwacht elk van onze klantseg-
menten dat we met ze zullen aangaan en onderhouden?
- Welke klantrelaties zijn we al aangegaan?
- Hoe duur zijn ze?
- Hoe zijn ze geïntegreerd in de rest van ons business
model?
De relatie met de gast komt veelal pas laat tot stand. Slechts
een klein deel van de gasten oriënteert zich vroegtijdig op
de verschillende mogelijkheden. De keuze voor opname in
een Bijna Thuis Huis wordt vaak pas gemaakt als blijkt dat het
thuis niet meer gaat (veelal als resultaat van een crisissituatie)
of als ontslag uit het ziekenhuis is aangekondigd en verzor-
ging thuis geen optie is.
De verwijzer fungeert in de meeste gevallen als intermediair
tussen Bijna Thuis Huis en gast. Is de verwijzer niet of onvol-
doende op de hoogte van het aanbod in de omgeving van
de gast dan wordt een inadequaat beeld van de mogelijk-
heden geschetst.
Het beleid zou er op gericht moeten zijn om enerzijds de
klanten in een eerder stadium te informeren over de
mogelijkheden ten aanzien van zorg in de laatste levensfase
(‘advanced care planning’) en anderzijds er voor te zorgen
dat de verwijzers een volledig overzicht van het aanbod
hebben.
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
22
7.2.6 Bronnen (Key Resources) [6]
De bouwsteen bronnen beschrijft de belangrijkste
bronnen die nodig zijn om te zorgen dat het business
model werkt
- Welke bronnen vereisen onze waarde proposities?
- Onze distributiekanalen? Klantrelaties? Inkomsten-
bronnen?
De kerncapaciteiten kunnen worden kort en bondig worden
samengevat als mensen, middelen en gebouw.
Mensen
Vrijwilligers, coördinatoren en bestuur vormen een van de
belangrijkste capaciteiten om de activiteiten van de Bijna
Thuis Huizen te realiseren. De intrinsieke motivatie van
betrokkenen is bepalend voor het succes van het initiatief.
Middelen
De beschikbaarheid voldoende structurele en incidentele
financiële middelen is noodzakelijk voor de continuïteit van
het hospice.
Gebouw
Aan het pand waar het Bijna Thuis Huis in is gevestigd
worden specifieke eisen gesteld: kleinschalig, éénpersoons-
kamers, toegankelijkheid en huiselijkheid.
WMO
Subsidies in het kader van de WMO worden per gemeente
toegekend. Dit heeft tot gevolg dat gemeenten de subsi-
dieaanvragen op een verschillende wijze kunnen beoordelen
c.q. honoreren.
Sponsoren
Organisaties zijn vaak bereid om eenmalige investerings-
kosten te financieren dan wel apparatuur, meubilair etc. in
natura te leveren.
Donaties
Particulieren, organisaties en nabestaanden doneren
regelmatig gelden voor bijvoorbeeld de Stichting ‘Vrienden
van’.
AWBZ
In ruil voor een exclusief contract zijn thuiszorgorganisaties
soms bereid een deel van het AWBZ-tarief af te staan aan het
Bijna Thuis Huis. Dit kan uit het tarief bekostigd worden
omdat door de concentratie van gasten de verplaatsings-
kosten nihil zijn.
UitdagingTransparantie in de eigen boekhouding.
Vereenvoudiging van administratieve verantwoording van de
verschillende financieringsstromen (vooral voor de WMO).
De keuzevrijheid van de bewoner. Wanneer een Bijna Thuis
Huis een vaste afspraak heeft met een thuiszorgorganisatie,
kan dit betekenen dat de gast niet zijn eigen thuiszorgor-
ganisatie/medewerker kan meenemen.
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
23
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
7.2.8 Partners (Key Partners) [8]
De bouwsteen partners beschrijft het netwerk van leveran-
ciers en partners die zorgen dat het business model werkt.
- Wie zijn onze partners?
- Wie zijn onze kernleveranciers?
- Welke bronnen halen we bij onze partners?
- Welke kernactiviteiten voeren onze partners uit?
Samenwerking met zorgprofessionals van thuiszorg-
organisatie(s) en huisarts(en) verbonden aan het hospice.
De thuiszorgorganisatie levert de zorg in het Bijna Thuis Huis
als een zelfstandige organisatie. Het Bijna Thuis Huis heeft
minder direct contact met ziekenhuizen, dit loopt veelal via
de thuiszorgorganisatie.
Stichting ‘Vrienden van’ kan garant staan in het geval van
financiële problemen.
Andere partijen waar het Bijna Thuis Huis contact mee heeft
maar niet direct partners zijn: lokale netwerk palliatieve zorg,
zorgverzekeraars, gemeente, uitvaartonderneming.
UitdagingCreëren van en situatie waarin samenwerking en concurren-
tie naast elkaar kunnen bestaan (zie ook de uitwerking van
moreel beraad 1: marktwerking versus samenwerking).
Uitbreiden naar andere partners (spirituele zorg/ fysiothera-
peuten/ etc.).
Wat zijn de consequenties van exclusieve rechten van een
thuiszorgorganisatie voor de gast en de kwaliteit van zorg
versus de mogelijkheid dat de gast zijn/haar thuiszorg
meeneemt naar het Bijna Thuis Huis.
7.2.7 Kernactiviteiten (Key Activities) [7]
De bouwsteen kernactiviteiten beschrijft de belangrijkste
dingen die een organisatie moet doen om te zorgen dat
zijn business model werkt.
- Welke kernactiviteiten vereisen onze waarde proposities?
- Onze distributiekanalen? Klantrelaties? Inkomsten-
bronnen?
‘Er zijn’ is het motto van de Bijna Thuis Huizen. Dat betekent
dat er een bepaalde sensitiviteit ontwikkeld dient te zijn als
het gaat om de behoeften van de gast. Binnen scholingen
van vrijwilligers en coördinatoren vormt dit een belangrijk
thema, evenals het belang van het reflecteren op het eigen
handelen.
De continuïteit van de bedrijfsvoering is afhankelijk van
sponsors. Het is belangrijk om eerst een relatie met poten-
tiële sponsors op te bouwen. De ervaring leert dat de
financiën dan vaak wel volgen.
UitdagingIn stand houden van de visie/missie van waaruit oorspron-
kelijk gestart is: de gast staat centraal niet de belangen van
de organisatie, thuiszorg of de vrijwilligers. Het behouden
van de ‘thuissfeer’.
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
24
7.3VergelijkingbusinessmodellenHighCareHospiceenBijnaThuisHuis
De High Care Hospices en de Bijna Thuis Huizen richten zich
beide op de groep van de terminale patiënt. Het ligt dus voor
de hand om de business modellen van beide typen organisa-
ties te vergelijken. Waar onderscheiden zij zich van elkaar en
op welke onderdelen zijn er overeenkomsten?
[1] Klantsegmenten
Het belangrijkste onderscheid is dat High Care Hospices de
patiënt met een ‘complexe zorgvraag’ als een apart klant-
segment benoemen.
De Bijna Thuis Huizen benoemen de thuiszorgorganisatie(s),
verantwoordelijk voor de zorg in het Bijna Thuis Huis, als
klant. Afhankelijk van de wijze waarop de thuiszorgorganisa-
tie(s) is/zijn betrokken bij het Bijna Thuis Huis is een functie
als partner ook goed denkbaar.
[2] Waarde propositie
Kleinschaligheid, huiselijkheid en het bieden van veiligheid
en de ondersteuning van het sociaal netwerk worden door
zowel de High Care Hospices als de Bijna Thuis Huizen
genoemd.
Onderscheidend is dat het High Care Hospice beschikt over
een gespecialiseerd multidisciplinair team en de continue
aanwezigheid van verpleegkundigen. Vanuit hun specifieke
deskundigheid leveren de professionals van de High Care
Hospices ook een bijdrage aan (bij- en na)scholingen.
De Bijna Thuis Huizen geven aan moeite te hebben met
het bieden van passende zorg wanneer er sprake is van
‘multiproblematiek’, bijvoorbeeld door psychiatrische of
verslavingsproblemen. De vraag is of de patiënt hier dan wel
op zijn plaats is. De palliatieve terminale zorg zou verleend
moeten worden in de instelling waar de patiënt al bekend is
of verblijft.
[3] Kanalen
Er zijn geen verschillen tussen de High Care Hospices en de
Bijna Thuis Huizen als het gaat om de wijze waarop de
patiënten verwezen worden.
7.2.9 Kostenstructuur (Cost Structure) [9]
De bouwsteen kostenstructuur beschrijft alle kosten die
worden gemaakt om een business model te laten werken.
- Wat zijn de belangrijkste kosten die inherent zijn aan ons
business model?
- Welke bronnen zijn het duurst?
- Welke kernactiviteiten zijn het duurst?
De volgende kostensoorten gelden voor alle Bijna Thuis
Huizen:
l kosten huisvesting (vast: huur/hypotheek, variabel: gas/
water/elektriciteit)
l salariskosten (coördinator)
l opleidingskosten (vrijwilligers en coördinatoren)
l materialen (catering, telefonie etc.)
l PR- materialen: website, brochures etc.
l Kosten als gevolg van wet- en regelgeving (legionella-
preventie, brandveiligheidseisen).
l Onvoorziene kosten
UitdagingWat is de relatie tussen kosten en de bekostiging? De
subsidie voor de huisvestingskosten is gebaseerd op
gemiddelde kosten. Bijna Thuis Huizen die hogere dan
gemiddelde kosten hebben moeten dit uit andere bronnen
(eigen bijdrage, sponsors, donaties) aanvullen.
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
25
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
Een tweede onderscheid is dat de Bijna Thuis Huizen als
tweede kernactiviteit noemen het opbouwen van relaties
met sponsors. De High Care Hospices noemen de kennisover-
dracht door middel van participatie in (bij- en nascholingen)
zowel binnen als buiten het netwerk een kernactiviteit.
[8] Partners
Hoewel zij elk een andere relatie met ze hebben, noemen
High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen beide de thuis-
zorgorganisatie(s) als partner. Voor de High Care Hospices
fungeert de thuiszorgorganisatie als budgethouder.
De Bijna Thuis Huizen zien de thuiszorgorganisatie(s) als
partner, omdat zij de verpleegkundige zorg in het Bijna Thuis
Huis voor hun rekening nemen. De verwijzers worden door
beide genoemd in de rol van partner. Zij spelen een belang-
rijke rol in de verwijzing van cliënt naar het hospice, zowel
vanuit thuis als vanuit het ziekenhuis.
[9] Kostenstructuur
Bij de High Care Hospices vormen de personele kosten de
grootste kostencomponent, gevolgd door de huisvestings-
kosten, organisatiekosten en de kosten voor deskundigheids-
bevordering.
Bij de Bijna Thuis Huizen vormen de huisvestingskosten de
voornaamste kostenpost. Personele kosten hebben uitslui-
tend betrekking op de coördinatoren. Verder zijn de kosten
van opleiding van de vrijwilligers en de coördinatoren
genoemd als kostenpost.
[4] Klantrelaties
High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen laten weinig
verschil zien in de klantrelatie. Beide noemen het vaak late
moment waarop een relatie tot stand komt.
De High Care Hospices geven aan dat zij extra aandacht
moeten besteden aan het duidelijk maken dat complexe zorg
niet uitsluitend medisch en/of verpleegkundig moet worden
uitgelegd, maar ook betrekking kan hebben op psycho-
sociale aspecten van het sociale systeem rondom de gast, al
of niet in combinatie met fysieke problematiek.
[5] Inkomstenbronnen
Het belangrijkste onderscheid tussen High Care Hospices en
Bijna Thuis Huizen is dat de High Care Hospices inkomsten
hebben door bekostiging vanuit de AWBZ. Alle overige
inkomstenbronnen zijn voor beide gelijk. De hoogte van de
eigen bijdrage die aan de gast wordt gevraagd ter dekking
van de niet gefinancierde kosten kan zowel per organisatie
verschillen. Het gemiddelde bedrag van de eigen bijdrage
was in 2008 € 21,83. De VPTZ-registratierapportage geeft
geen inzicht in de spreiding van de eigen bijdrage. Uit de
enquête bleek een spreiding tussen de 0 euro en de 95 euro
per dag. Een aantal zorgverzekeraars vergoedt binnen de
aanvullende verzekering de kosten van de eigen bijdrage tot
een maximumbedrag.
[6] Bronnen
De gespecialiseerde deskundigheid van het multidisciplinaire
team is één van de belangrijkste bronnen van de High Care
Hospices. Bij de Bijna Thuis Huizen vormen de vrijwilligers de
bron. Beide organisaties geven aan dat het gebouw een bron
is vanwege de specifieke eisen die er aan gesteld worden
(kleinschaligheid, éénpersoonskamers, toegankelijkheid).
Bijna Thuis Huizen noemen daarnaast ook de huiselijkheid
die het pand moet kunnen bieden.
[7] Kernactiviteiten
Bij deze bouwsteen van het business model is ook een
verschil te zien tussen High Care Hospices en Bijna Thuis
Huizen. Daar waar de Bijna Thuis Huizen het motto ‘Er zijn’ als
een kernactiviteit zien, focussen de High Care Hospices op
het aanbod van een multidisciplinair samengesteld team van
gespecialiseerde zorgverleners.
7Businessmodel- Bijna Thuis Huizen
26
VAAM is een internetinstrument dat op lokaal niveau de
vraag naar en het aanbod aan eerstelijnszorg in kaart brengt
voor alle gemeenten en postcodegebieden in Nederland met
meer dan 1000 inwoners. Het instrument is ontwikkeld door
het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezond-
heidszorg (NIVEL) op initiatief van de Nederlandse Patiënten
Consumenten Federatie (NPCF). Zij vinden dat de eerstelijns
gezondheidszorg met stip de eerste plaats in de Nederlandse
gezondheidszorg verdient.
De VAAM geeft inzicht in de verwachte vraag naar eerstelijns-
zorg op basis van de bevolkingssamenstelling van een
gebied. De VAAM levert ook belangrijke informatie over de
afstemming van het aanbod op de vraag in een gebied.
Met dit inzicht kunnen gemeenten en de GGD nagaan hoe
zij het zorgaanbod optimaal afstemmen op de vraag.
Meer informatie is te vinden op www.nivel.nl/vaam.
De huidige versie van de VAAM bevat geen informatie over
de palliatieve zorgvoorzieningen. In de huidige vorm met
een postcodeniveau is niet goed bruikbaar voor voorzien-
ingen voor palliatieve (terminale) zorg. Het aantal zorgvoor-
zieningen is hiervoor te beperkt. Om een goed inzicht te
kunnen geven in de voorzieningen voor palliatieve zorg is
een regionaal niveau noodzakelijk. De database ‘Zorg kiezen’
kan hierbij goed als bron voor het aanbod fungeren.
Complicerende factor is het feit dat de variatie in soorten
hospicevoorzieningen groot is.
Uit de gesprekken met het NIVEL is gebleken dat in nieuwere
versies van de VAAM, waarbij een grotere regio in beeld ge-
bracht kan worden, mogelijk ook het vraag en aanbod op het
gebied van palliatieve zorg inzichtelijk kan worden. Hiervoor
is een aanvullende opdracht c.q. financiering nodig.
8VraagenAanbodAnalyseMonitor(VAAM)
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
toe te laten tot het netwerk, of moet de breedte van het
aanbod aan palliatief terminale zorg voorop staan, waarbij
elk nieuw initiatief een potentiële meerwaarde heeft?
Deelnemers
Vertegenwoordigers van verpleeghuizen, High Care Hospi-
ces, Bijna Thuis Huizen, Vrijwillige Palliatief Terminale Thuis-
zorgorganisaties, netwerkcoördinatoren, zorgverzekeraars,
patiëntenverenigingen en een wetenschappelijk onderzoeks-
instituut.
Discussie
Netwerken palliatieve zorg zijn ingesteld om de samenwer-
king tussen zorgvoorzieningen op het gebied van palliatieve
zorg op lokaal niveau te bevorderen. Er zijn door VWS geen
criteria opgesteld als het gaat om welke organisaties lid
dienen te zijn van het netwerk. Netwerken voeren hierin dus
een eigen beleid. Een kwaliteitsdocument kan een instru-
ment zijn om te toetsen of een organisatie lid kan worden
van het netwerk. De zorgkantoren op hun beurt voeren een
eigen beleid als het gaat om de wijze waarop zij netwerken
betrekken bij het maken van budgetafspraken met zorg-
9.1Casus‘Marktwerkingversus samenwerking’
Onderwerp: beleid palliatief netwerk ten aanzien van
nieuwe toetreders
Inleiding casus
In een netwerk zijn er verschillende voorzieningen voor
palliatief terminale zorg. Er lijkt voldoende capaciteit te zijn
in deze regio. Er is een nieuw initiatief voor de oprichting van
een hospice met een specifieke identiteit. Omdat de speci-
fieke doelgroep een beperkte omvang heeft in de netwerk-
regio wil de voorziening zich ook open stellen voor gasten
die niet tot de doelgroep behoren. Het is nog onduidelijk of
de voorziening zich aan de kwaliteitscriteria wil houden die
het netwerk heeft vastgesteld. Uitbreiding van de capaciteit
kan leegstand bij de bestaande voorzieningen tot gevolg
hebben.
Dilemma
Moet het netwerk de oprichting van het nieuwe hospice
trachten te voorkomen, bijvoorbeeld door het initiatief niet
27
9Moreelberaad
Analyse in termen van waarden en normen
Waarde
l Zorg binnen eigen identiteit
l Kwaliteit van zorg, kwaliteit van leven
l Toegankelijkheid van zorg
l Diversiteit van zorg
l Partijen in de palliatieve zorg hebben een goede
samenwerking
l Marktwerking zorgt voor dat de beste zorgverleners
‘overleven’.
Norm
l Gast moet kunnen kiezen.
l De zorg moet aan een set van minimale standaarden
voldoen.
l Ieder individu moet kunnen sterven in een omgeving
die bij hem/ haar past.
l Er is sprake van onderlinge afstemming. Met elkaar
willen de verschillende partijen goede zorg bieden. Er
behoort samenwerking tussen de organisaties te zijn
als het gaat om de gast.
l De voorzieningen die kwalitatief goede zorg leveren
voor een redelijke prijs zullen de beste kans hebben om
te overleven.
l Gast moet te allen tijde een keuze hebben.
28
2 Bron: enquête gehouden onder PTZ voorzieningen in 2010: berekend voor de
bijna thuis huizen en hospices. Behorend bij rapport, Financiering en organisatie
van palliatieve zorg: De pioniersfase voorbij? Palliactief, maart 2011).
Deelnemers
Bij deze bespreking waren aanwezig: drie directeuren van
een hospice, een onderzoeker, een netwerkcoördinator/
onderzoeker, een directeur van een landelijk ondersteunings-
punt en een onafhankelijke voorzitter.
Maatschappelijke vragen
Zijn we bereid als Nederlanders om meer te betalen voor
terminale zorg. Wat zijn wij bereid bij te dragen? Willen we
bijvoorbeeld meer aan verzekeringskosten betalen, i.p.v.
een (inkomensafhankelijke) bijdrage voor de ontvangen
AWBZ-zorg? Hoe gaan we om met mensen als ze geen eigen
bijdrage kunnen betalen?
Wat is een goede en verantwoorde bijdrage?
Welk aandeel moet de eigen bijdrage leveren aan de
exploitatie? Wat zijn de inkomsten uit bronnen als dona-
ties, sponsors etc. om een kostendekkende exploitatie te
realiseren?
Organisatorische kant
De eigen bijdrage wordt gebruikt ter dekking van de niet-
gefinancierde exploitatiekosten. De AWBZ-bekostiging en
de subsidie palliatieve zorg van VWS zijn de belangrijkste
inkomstenbronnen. Wanneer men een relatief lage eigen
bijdrage vraagt is men voor een dekkende exploitatie dus
meer aangewezen op andere inkomstenbronnen zoals
bijvoorbeeld sponsoring, donaties etc. Iedere organisatie
maakt hierin zijn eigen keuzes. Dit is mogelijk omdat er geen
landelijke normen bestaan voor bv. voor de hoogte en/of
berekening van de eigen bijdrage. Er zijn zorgverzekeraars
die in hun aanvullende verzekering(en) de kosten van de
eigen bijdrage tot een zeker maximum vergoeden.
Consensus
De toegankelijkheid van hospices dient niet door de hoogte
van de eigen bijdrage belemmerd te worden. Iedere organi-
satie zou dit moeten garanderen.
organisaties en al of niet het lidmaatschap van een netwerk
vereisen. Het netwerk kan inzicht geven in de benutting van
de lokale capaciteit. Deze informatie biedt het zorgkantoor
de informatie die men nodig heeft om productieafspraken te
maken met de verschillende zorgorganisaties die aansluiten
op de zorgvraag.
Het hangt af van het toelatingsbeleid van het netwerk en
de wijze waarop het zorgkantoor het lidmaatschap van een
netwerk vereist om de levensvatbaarheid van nieuwe toe-
treders te kunnen beoordelen.
9.2Casus‘Hoogteeigenbijdrage’
Verschil in hoogte eigen bijdrage welke door hospice-
voorzieningen worden gevraagd ter dekking van
niet-gesubsidieerde kosten
Inleiding casus
Nagenoeg alle hospices en Bijna Thuis Huizen vragen aan
de gast een eigen bijdrage die in hoogte aanzienlijk kan
verschillen (€ 0, - tot € 95, - per dag, met een gewogen
gemiddelde van € 23,74 euro2).
De toegankelijkheid van palliatief terminale zorg en/of de
keuzevrijheid van patiënten wordt hierdoor mogelijk
bedreigd.
Ter verduidelijking: Het gaat hierbij niet om de inkomens-
afhankelijke eigen bijdrage die in het kader van de AWBZ aan
het CAK verschuldigd is, maar om een eigen bijdrage ter
dekking van niet gesubsidieerde kosten.
Dilemma
Mag een eigen bijdrage gevraagd worden aan gasten die
worden opgenomen in een hospice en zo ja, wat is dan een
aanvaardbaar bedrag?
9Moreelberaad
29
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
Uitkomsten
De garantie op toegankelijkheid van palliatief terminale zorg
is essentieel. Dit betekent dat een eigen bijdrage nooit een
onoverkomelijke drempel mag vormen voor de keuze van
een organisatie.
Een inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt op grond
van de administratieve lasten niet aanbevolen.
De overheid dient bij het verlenen van een subsidie op grond
van de Regeling Palliatieve Zorg aan te geven hoe een eigen
bijdrage berekend dient te worden en wat het maximum is
wat een hospice mag vragen aan eigen bijdrage.
9Moreelberaad
Discussie
Zijn we bereid als Nederlander om meer te betalen voor
terminale zorg bv in de vorm van een extra eigen bijdrage,
naast de inkomensafhankelijke eigen bijdrage die, in het
kader van de AWBZ, door het CAK wordt berekend.
Hoe gaan we om met mensen als ze niet kunnen betalen
en wat is hierin de verantwoording van de maatschappij.
Als een eigen bijdrage gevraagd wordt, wat is een goede/
verantwoorde eigen bijdrage voor een organisatie om te
vragen, waarbij dat het voorbestaan van de organisatie niet
in het geding komt en het de draagkracht van de gast en
diens naasten niet te boven gaat. Uitgangspunt is dat men
goede zorg krijgt. Er ligt een vraag voor de organisaties, de
overheid en de gasten zelf.
Analyse in termen van perspectieven, waarden en normen
Waarde
l Zorg is voor iedereen toegankelijk ongeacht de
economische status
l Eigen bijdrage op grond van je inkomen
Norm
l Iedere gast moet kunnen kiezen voor de organisatie
waar hij wenst te verblijven, onafhankelijk van eigen
bijdrage (en inkomen van de gast). Zorg moet gega-
randeerd zijn voor iedereen zonder belemmeringen
(maatschappelijk principe).
l Eerlijke verdeling, rechtvaardigheidsprincipe
30
Voor de Bijna Thuis Huizen is de AWBZ geen bron van inkom-
sten. Voor de High Care Hospices echter is bekostiging vanuit
de AWBZ de belangrijkste inkomstenbron. High Care Hos-
pices zijn hierdoor, meer dan Bijna Thuis Huizen, afhankelijk
van een voldoende instroom van gasten.
Behoefte /aanbod
Door meer aandacht voor ‘advanced care planning’ kan
eerder in het ziekteproces de laatste levensfase aan de orde
komen. Patiënten kunnen hun specifieke wensen daarmee
in een eerder stadium kenbaar maken. Ook kan eerder op
klachten en symptomen worden ingespeeld, waardoor crisis-
situaties kunnen worden voorkomen.
De capaciteit aan hospiceplaatsen is de laatste jaren sterk
toegenomen. Op landelijk niveau zijn er nu 6 plaatsen per
100.000 inwoners. De door Zorgverzekeraars Nederland
genoemde norm van 4 tot 6 hospiceplaatsen per 100.000
inwoners wordt in zes provincies overschreden. De provin-
cie Friesland heeft het laagste aanbod met 3.4 plaatsen per
100.000 inwoners.
Zorgverzekeraars en zorgkantoren hebben de taak het
aanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte,
waarbij rekening wordt gehouden met een zekere mate van
diversiteit. Zij kunnen door het maken van budgetafspraken
de hoeveelheid zorg inkopen die men lokaal nodig acht. De
netwerken palliatieve zorg hebben een rol als het gaat om
het in kaart brengen van de benutting van de capaciteit.
De zorgkantoren richten zich bij het maken van budget-
afspraken vooral op het aantal ZZP 10 dagen dat zij afspreken
met de (koepels van) verpleeg- en verzorgingshuizen. Het feit
dat de meeste High Care Hospices onderaannemer zijn van
een thuiszorgorganisatie en de Bijna Thuis Huizen geen di-
recte relatie hebben met het zorgkantoor, zijn er de oorzaak
van dat dit deel van de capaciteit voor het zorgkantoor niet
of onvoldoende wordt meegenomen in de budgetafspraken.
Binnen enkele jaren zullen de zorgkantoren worden opge-
heven en zullen de zorgverzekeraars de AWBZ gaan uit-
voeren voor de eigen verzekerden. Het is niet ondenkbaar
dat er door de zorgverzekeraars dan ook aanvullende
polissen op de basis- AWBZ-zorg aangeboden zullen gaan
worden.
Klantsegmenten
High Care Hospice benoemen de ‘patiënt met een complexe
zorgvraag’ als een specifiek klantsegment. Zij onderscheiden
zich hiermee van andere soorten hospicevoorzieningen.
De Bijna Thuis Huizen geven aan tegelijkertijd moeite te
hebben met patiënten met multiproblematiek.
Kwaliteit van zorg
High Care Hospices beschikken over een multidisciplinair
samengesteld team gespecialiseerde zorgverleners dat
24 uur per dag aanwezig/beschikbaar is.
De Associatie van High Care Hospices heeft een keurmerk
ontwikkeld om de transparantie ten aanzien van de kwaliteit
van zorg voor zorgverzekeraars, zorgkantoren en Inspectie
Gezondheidszorg te vergroten.
In de wijze waarop de thuiszorg wordt verleend is een grote
variatie waargenomen in de wijze waarop dit gebeurd. De
focus kan liggen op het bieden van een zo groot mogelijke
kwaliteit van zorg. In dat geval is een vast team van verpleeg-
kundigen/verzorgenden vanuit de thuiszorgorganisatie
gestationeerd in het Bijna thuis Huis. Anderzijds kan de
focus ook liggen op het zoveel mogelijk continueren van de
thuissituatie. De ‘bekende’ zorgverleners die men thuis had,
komen dan in het hospice.
Kosten
De loonkosten van het multidisciplinair team vormen de
belangrijkste kostenpost voor een High Care Hospice.
Bij de Bijna Thuis Huizen zijn de salariskosten van de coör-
dinator(en) vrijwilligers en de huisvestingskosten de voor-
naamste kostenposten.
Inkomsten
Zowel de High Care Hospices als de Bijna Thuis Huizen maken
gebruik van de ‘Subsidieregeling Palliatief Terminale Zorg’
van het Ministerie van VWS. Hiermee worden wordt voorzien
in de kosten van de coördinatie van vrijwilligers en een tege-
moetkoming in de kosten van huisvesting. De subsidie is een
vast bedrag. In de berekening van de subsidie is het aantal
opgenomen cliënten, en dus niet het aantal verpleegdagen,
een parameter.
10Conclusies
31
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
Eigen bijdrage
De overheid heeft in 2008 de subsidie voor de coördinatie
van vrijwilligers uitgebreid met een component huisvestings-
kosten. Ter dekking van de niet gesubsidieerde kosten wordt
aan gasten een eigen bijdrage per dag gevraagd. De hoogte
van deze eigen bijdragen lopen sterk uiteen. Een aantal
zorgverzekeraars heeft in de aanvullende verzekering(en)
de vergoeding van deze eigen bijdrage opgenomen.
Maatschappelijke business case
In deze rapportage wordt een verband gelegd tussen
het business model en de meer ethische aspecten. Een
maatschappelijke business case biedt de mogelijkheid om
naast financiële aspecten ook de maatschappelijke op-
brengst te waarderen. De uitkomsten van dit onderzoek
kunnen als een basis dienen voor het uitwerken van een
dergelijke maatschappelijke business case palliatieve zorg.
10.1Aanbevelingen
Advanced Care Planning
De wijze waarop een patiënt de laatste levensfase wil
doorbrengen wordt nog onvoldoende en te laat ter sprake
gebracht. Het gevolg is dat keuzes onvoldoende overdacht
gemaakt moeten worden. Training en attitudeverandering in
de eerstelijns zorg en de intramurale zorg is noodzakelijk om
palliatieve zorg eerder bespreekbaar te maken, op een bij de
patiënt passende manier. Voorlichting, opleiding en bewust-
wording moeten worden geïntegreerd in de ketenzorg.
Aanbeveling 1
Er dient meer aandacht geschonken te worden aan ‘advanced
care planning’, zodat de patiënt en de naasten een welover-
wogen keuze kunnen maken uit het aanbod van voorzienin-
gen. Het is de taak van de zorgprofessionals om de palliatieve
zorg en de keuzemogelijkheden voor de patiënt bespreekbaar
te maken.
Zorgbehoefte
Patiënten met een indicatie palliatief terminale zorg die niet
(meer) thuis verpleegd of verzorgd kunnen/willen worden
hebben de keuze uit het gehele palet aan lokale hospice-
10Conclusies
voorzieningen (High Care Hospice, Bijna Thuis Huis en unit
palliatieve zorg in verpleeg- of verzorgingshuis). Er wordt
door verwijzers onvoldoende rekening gehouden met de
specifieke zorgbehoefte en wensen van de cliënten en zijn/
haar sociale systeem. High Care Hospices geven aan door de
beschikbare multidisciplinaire deskundigheid een specifiek
zorgaanbod (complexe palliatieve zorg) te kunnen bieden.
In netwerken met een beperkt aantal inwoners kan een
spanningsveld ontstaan, omdat de beperkte behoefte aan
capaciteit geen of onvoldoende ruimte biedt aan een zekere
mate van diversiteit in het aanbod.
Aanbeveling 2
Bestaande of nog te ontwikkelen instrumenten dienen te wor-
den ingezet om tijdig de specifieke zorgbehoefte en wensen
van cliënten en zijn/haar sociale systeem in kaart te brengen,
waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende
dimensies van de palliatieve zorg.
Criteria
Het kunnen leveren van ‘complexe palliatieve zorg’ stelt
specifieke eisen aan de organisatie die deze zorg wil con-
tracteren bij het zorgkantoor. Het is van belang dat alle
zorgkantoren dezelfde criteria hanteren voor organisaties
die in aanmerking willen komen voor contractering van
‘complexe palliatieve zorg’.
Aanbeveling 3
Vraag het veld, waarbij de Associatie van High Care Hospices
en Palliactief als meest betrokken organisaties het voortouw
kunnen nemen, om te komen tot, ook voor de zorgkantoren
en zorgverzekeraars, bruikbare criteria waaraan een zorg-
organisatie moet voldoen om ‘complexe palliatieve zorg’ te
kunnen leveren.
Capaciteit en benutting
Zorgkantoren contracteren rechtsreeks ZZP-10 met de
verpleeg-en/of verzorgingshuizen. Door het onderaan-
nemerschap van de meeste High Care Hospices en het feit
dat de Bijna Thuis Huizen gebruik maken van de reguliere
thuiszorg ontstaat er een scheef beeld ten aanzien regionale
capaciteit voor palliatief terminale zorg en de mate waarin
deze capaciteit goed benut wordt. Op termijn zal de con-
32
bijdrage. Bij het maken van keuzes voor een zorgvoorziening
dienen gasten volledig te zijn geïnformeerd. Dat betekent
dus ook dat zij naast de kwalitatieve aspecten ook bekend
dienen te zijn met de hoogte van de eigen bijdrage in een
organisatie.
Aanbeveling 6
Zolang het voor de exploitatie nog nodig is om een eigen
bijdrage te vragen dient de overheid de wijze van berekening
van een eigen bijdrage vast te stellen.
Gasten en hun naasten dienen bij het maken van een keuze
bekend te zijn met de eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage
dient vermeld te worden op www.KiesBeter.nl.
VAAM
NPCF en Nivel hebben de Vraag en Aanbod Analyse Monitor
ontwikkeld. Op postcodeniveau geeft dit instrument inzicht
in de beschikbaarheid en de behoefte van verschillende
zorgprofessionals. Deze monitor is in deze vorm niet geschikt
om vraag en aanbod voor wat betreft de palliatieve zorg
te tonen. Hiervoor is een hoger niveau (gemeente/regio)
noodzakelijk.
Aanbeveling 7
Maak de Vraag en Aanbod Analyse Monitor (VAAM)
geschikt om inzicht te geven in aanbod en behoefte aan
palliatieve zorg.
Maatschappelijke Business Case
Met het beschrijven van de business modellen voor High
Care Hospices en Bijna Thuis Huizen is de basis gelegd voor
het maken van een maatschappelijk business case. Het
model van de business case is bruikbaar gebleken om per
onderdeel en in samenhang een beter beeld te krijgen van
(onderdelen van) de palliatieve zorg. De koppeling met
moreel beraad maakt het mogelijk daarbij ook andere dan
alleen bedrijfseconomische aspecten mee te nemen.
Aanbeveling 8
Maak een maatschappelijke business case voor de pallia-
tieve zorg als sector en voor de verschillende onderdelen, om
hiermee samenhang in het beleid tot stand te kunnen brengen.
tractering van de AWBZ-zorg worden ondergebracht bij de
zorgverzekeraars. Netwerken dienen aan de zorgkantoren/
zorgverzekeraars een overzicht te kunnen geven over vraag
en diversiteit in het aanbod aan palliatieve zorg binnen hun
netwerk. Deze informatie stelt de zorgkantoren/zorgverze-
keraars in staat om daarmee de juiste hoeveelheid en soort
zorg te contracteren.
Aanbeveling 4
Netwerken dienen een rol te hebben als het gaat om het
sturen op bedcapaciteit en de verantwoording van de benut-
ting van de capaciteit. Zij verschaffen inzicht aan de zorg-
kantoren/zorgverzekeraars ten aanzien van de diversiteit
en totale capaciteit aan hospicevoorzieningen in hun netwerk
om de zorgkantoren/zorgverzekeraars in de gelegenheid te
stellen de te contracteren zorg hierop af te stemmen.
Bekostiging
De palliatief terminale zorg in hospicevoorzieningen wordt
bekostigd vanuit de AWBZ en Subsidieregeling Palliatieve
Zorg van VWS (coördinatie vrijwilligers en tegemoetkoming
huisvestingskosten). Sommige organisaties doen een beroep
op de gemeentelijke WMO-regeling. De zorg in High Care
Hospices wordt beschouwd als verplaatste thuiszorg. Er is
een Standaard Indicatie Protocol (SIP) voor palliatief termi-
nale zorg. Deze indicatie wordt gebruikt voor de zorg thuis,
in High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen.
Het hebben van verschillende inkomstenbronnen heeft
een zeker risico in zich. Bij bezuinigingen of het wegvallen
van inkomstenstromen is niet altijd duidelijk welk effect dit
heeft op de totale bedrijfsvoering.
Aanbeveling 5
Er dient te worden nagegaan welke risico’s meerdere
bekostigingsstromen met zich meebrengen en op welke
wijze de administratieve lasten voor de voorzieningen tot
een minimum beperkt kunnen worden.
Transparantie eigen bijdrage
Nagenoeg alle Bijna Thuis Huizen en High Care Hospices
vragen een eigen bijdrage aan cliënten ter dekking van
de niet-gesubsidieerde kosten. Er is echter sprake van een
aanzienlijke spreiding in de hoogte van de gevraagde eigen
10Conclusies
Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen
11Bibliografie
33
Hetnieuwetrivium (2010).
Opgeroepen op 12 15, 2010, van Het nieuwe trivium:
www.leermenu.nl, www.hetnieuwetrivium.nl
Agora (2011).
Zorg Kiezen. Opgeroepen op 01 15, 2011, van Zorg Kiezen:
http://www.agora.nl/ZorgKiezen/tabid/1193/Default.aspx
Berenschot (2006).
Onderzoek naar financiële knelpunten bij voorzieningen voor
palliatieve terminale zorg. Utrecht: Berenschot.
Buuse,S.v.e.a. (2010).
VPTZ registratie 2008: Registratieonderzoek.
Amsterdam: Signicom.
CIZ (2011, januari 10).
Handleiding Aanmeld Functionaliteit.
CIZ. www.ciz.nl
Damen,I.(mei 2010).
AWBZ: opdelen of schrappen? Jaarmagazine 2009.
Utrecht: Actiz.
Felius,P.&WeijersP. (2010).
Duurzame businesscases voor bestuurders.
ZM magazine, blz. 2-7.
Hart,H.&DartelH.(1998).
Onderzoeksmethoden.
Amsterdam: Boom.
AssociatieHighCareHospices (2010)
Associatie High Care Hospices. Opgeroepen op 01 20, 2011,
van www.hospices-highcare.nl.
ProjectgroepIntegratieHospicezorg (2001).
Verbetering van de zorg voor mensen in de terminale fase en
hun naasten. Voorburg: Projectgroep Integratie Hospicezorg.
Maso,I.&Smaling,A. (1998).
Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie.
Amsterdam: Boom.
Mistiaen,P.&Francke,A. (2006).
De rol van zorgkantoren en netwerken bij de realisatie
van palliatieve terminale zorgvoorzieningen. Utrecht: NIVEL.
Osterwalder,A.&Pigneur,Y.(2010).
Business Model Generatie. Deventer: Kluwer. Bron illustraties
business model: www.businessmodelgeneration.com
Palliactief (2011).
Financiering & organisatie van palliatieve zorg:
De pioniersfase voorbij? Bunnik: Palliactief.
Poel,P. (februari 2011).
Machtsdenken belemmert zorginnovatie. Skipr.
Polit,D.&.Beck,J.T. (2004).
Nursing research: principles & methods.
Philadelphia: Lippincott, Williams and Wilkins.
SociaalEconomischeRaad (2008).
Langdurige zorg verzekerd: over de toekomst van de AWBZ.
Den Haag: SER.
Manschot,H.&Dartel,H. (2003).
In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek
in de praktijk. Amsterdam: Boom.
MinisterievanVolksgezondheid,WelzijnenSport (2007).
Palliatieve zorg: de pioniersfase voorbij.
Brief van de Staatssecretatis van Volksgezondheid Welzijn en
Sport, Mw. Dr. J. Bussemaker, aan de voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal. Den Haag: Ministerie van VWS.
MinisterievanVolksgezondheid,WelzijnenSport (2008).
Plan van aanpak palliatieve zorg 2008-2010.
Aanbestedingsbrief van de Staatssecretaris van Volks-
gezondheid, Welzijn en Sport, Mw. Dr. J. Bussemaker.
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. Den Haag: Ministerie van VWS.
Widdershoven,G. (2010).
Presentatie G. Widdershoven (Vumc). Moreel beraad.
Doorn, invitational Palliactief 2 november 2010: Vumc.
34
John F. Kennedylaan 101
3981 GB BUNNIK
www.palliactief.nl