Bedrijfsgezondheidszorg op weg naar 2020

2
199 TBV 20 / nr 5 / mei 2012 Het is nu zo’n 15 jaar na de ‘regime-omslag’ in het veld van de bedrijfsgezondheidszorg. Bedrijfs- artsen hebben binnen de arbodiensten groten- deels hun invloed verloren op het bepalen van inhoud en doel van de dienstverlening. Ze wor- den primair afgerekend op het aantal verrichtin- gen en de gegenereerde omzet. De visie op de uit- voering van het beroep vertoont een grote hete- rogeniteit en KNMG en vakbeweging zetten vraagtekens bij de mogelijkheid voor bedrijfsart- sen om onafhankelijk te opereren. Behoorlijk wat bedrijfsartsen verlieten inmiddels hun arbo- diensten en het nieuwe fenomeen van de zelf- standig gevestigde bedrijfsarts deed zijn intrede. Jaap Bruins Slot, bedrijfsarts en voormalig ‘luis in de pels’ als lid van de hoofddirectie van een van de grote landelijke arbodiensten verzuchtte: ‘Arbodiensten mogen van mij morgen opgeheven worden.’ 1 NVAB-voorzitter Pieter Rodenburg uitte kortgeleden in zijn column in Medisch Contact kritiek op de marktwerking in de zorg en bepleitte een herbezinning op een inhoudelijk concept voor de zorg, zonder dat overigens verder in te vullen. 2 Die herbezinning lijkt hoognodig. In de arena van de arbodienstverlening is inmid- dels sprake van een ‘Big Three’ met het Zorg voor de Zaak-netwerk als nieuwe marktleider, naast Arbo Unie en 365. Sommigen wijzen wat cynisch op een parallel met de evolutie van het leven op aarde: het ontstaan van megafauna ging daarbij altijd vooraf aan het uitsterven van de soort. 3 Ik pleit voor het herdefiniëren van de bedrijfsge- zondheidszorg als onderdeel van een brede gezondheidszorg, met behoud van onze werk- plek dicht bij of binnen het werksysteem. Dat geeft de kans perfide marktprikkels uit te bannen en prestatie-indicatoren te formuleren in het domein waarom het zou moeten gaan: het bijdra- gen aan gezondheidswinst en duurzame arbeids- participatie. Dat biedt zicht op een beschikbaar komen van onze arbeidsgeneeskundige expertise voor alle werkenden en aspirant-instromers op de arbeidsmarkt. Als bedrijfsartsen zich meer kunnen gaan richten op preventie, advisering en complexere zorg, bij een toenemende aandacht voor duurzame inzet- baarheid en grotere participatie van mensen met beperkingen zal het vak van bedrijfsarts weer een aantrekkelijk sociaalgeneeskundig specialisme kunnen worden. Bedrijfsartsen spelen dan met hun arbeidsgeneeskundige expertise een rol bij het reactiveren, resocialiseren en re-integreren van mensen. Daarmee wordt de maatschappelij- ke urgentie van een duurzame participatie van zo veel mogelijk mensen gediend. Ook de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg onderkent het belang van een accent op partici- patie en re-integratie in de door haar geopende discussie over de omslag ‘van zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid’. 4 De raad schetst een brede eerstelijnszorg, waarin preventieve en curatieve zorg met arbozorg geïntegreerd zijn. Zeker de pre- ventieve zorg zal dan in het collectieve contract een plaats moeten krijgen. Aanbieders en verze- keraars van zorg zullen door de politiek uitge- daagd moeten worden om een koerswijziging in te zetten en om hun publieke rol beter te gaan oppakken. Hun beloning zal deels afhankelijk kunnen worden gemaakt van bereikte resultaten: gezondheidswinst en participatie. 5 Willen wij als bedrijfsartsen een rol spelen in deze ontwikkeling, dan zullen wij ons nu moeten profileren en ons domein moeten claimen. Als partners komen we dan andere sociaal genees- kundigen tegen: verzekeringsartsen rukken op in de participatie-advisering en artsen maatschappij en gezondheid richten zich steeds meer op de Bedrijfsgezondheidszorg op weg naar 2020 Kees Hertog STANDPUNT.TBV

Transcript of Bedrijfsgezondheidszorg op weg naar 2020

199TBV 20 / nr 5 / mei 2012

Het is nu zo’n 15 jaar na de ‘regime-omslag’ in hetveld van de bedrijfsgezondheidszorg. Bedrijfs-artsen hebben binnen de arbodiensten groten-deels hun invloed verloren op het bepalen vaninhoud en doel van de dienstverlening. Ze wor-den primair afgerekend op het aantal verrichtin-gen en de gegenereerde omzet. De visie op de uit-voering van het beroep vertoont een grote hete-rogeniteit en KNMG en vakbeweging zettenvraagtekens bij de mogelijkheid voor bedrijfsart-sen om onafhankelijk te opereren. Behoorlijkwat bedrijfsartsen verlieten inmiddels hun arbo-diensten en het nieuwe fenomeen van de zelf-standig gevestigde bedrijfsarts deed zijn intrede.Jaap Bruins Slot, bedrijfsarts en voormalig ‘luis inde pels’ als lid van de hoofddirectie van een vande grote landelijke arbodiensten verzuchtte:‘Arbodiensten mogen van mij morgen opgehevenworden.’1 NVAB-voorzitter Pieter Rodenburguitte kortgeleden in zijn column in Medisch

Contact kritiek op de marktwerking in de zorg enbepleitte een herbezinning op een inhoudelijkconcept voor de zorg, zonder dat overigens verderin te vullen.2 Die herbezinning lijkt hoognodig.

In de arena van de arbodienstverlening is inmid-dels sprake van een ‘Big Three’ met het Zorg voorde Zaak-netwerk als nieuwe marktleider, naastArbo Unie en 365. Sommigen wijzen wat cynischop een parallel met de evolutie van het leven opaarde: het ontstaan van megafauna ging daarbijaltijd vooraf aan het uitsterven van de soort.3

Ik pleit voor het herdefiniëren van de bedrijfsge-zondheidszorg als onderdeel van een bredegezondheidszorg, met behoud van onze werk-plek dicht bij of binnen het werksysteem. Datgeeft de kans perfide marktprikkels uit te bannenen prestatie-indicatoren te formuleren in hetdomein waarom het zou moeten gaan: het bijdra-gen aan gezondheidswinst en duurzame arbeids-participatie. Dat biedt zicht op een beschikbaarkomen van onze arbeidsgeneeskundige expertisevoor alle werkenden en aspirant-instromers opde arbeidsmarkt. Als bedrijfsartsen zich meer kunnen gaan richtenop preventie, advisering en complexere zorg, bijeen toenemende aandacht voor duurzame inzet-baarheid en grotere participatie van mensen metbeperkingen zal het vak van bedrijfsarts weer eenaantrekkelijk sociaalgeneeskundig specialismekunnen worden. Bedrijfsartsen spelen dan met

hun arbeidsgeneeskundige expertise een rol bijhet reactiveren, resocialiseren en re-integrerenvan mensen. Daarmee wordt de maatschappelij-ke urgentie van een duurzame participatie van zoveel mogelijk mensen gediend.Ook de Raad voor de Volksgezondheid en Zorgonderkent het belang van een accent op partici-patie en re-integratie in de door haar geopendediscussie over de omslag ‘van zorg en ziekte naargedrag en gezondheid’.4 De raad schetst een bredeeerstelijnszorg, waarin preventieve en curatievezorg met arbozorg geïntegreerd zijn. Zeker de pre-ventieve zorg zal dan in het collectieve contracteen plaats moeten krijgen. Aanbieders en verze-keraars van zorg zullen door de politiek uitge-daagd moeten worden om een koerswijziging inte zetten en om hun publieke rol beter te gaanoppakken. Hun beloning zal deels afhankelijkkunnen worden gemaakt van bereikte resultaten:gezondheidswinst en participatie.5

Willen wij als bedrijfsartsen een rol spelen indeze ontwikkeling, dan zullen wij ons nu moetenprofileren en ons domein moeten claimen. Alspartners komen we dan andere sociaal genees-kundigen tegen: verzekeringsartsen rukken op inde participatie-advisering en artsen maatschappijen gezondheid richten zich steeds meer op de

Bedrijfsgezondheidszorg op weg naar 2020Kees Hertog

S TA N D P U N T. T BV

200 TBV 20 / nr 5 / mei 2012

begeleiding en advisering van uitkeringsgerech-tigden.Bedrijfsartsen met een stevige sociaalgeneeskun-dige worteling zou ik willen oproepen met onzeberoepsvereniging NVAB de beslissers in de poli-tiek te gaan verleiden richting een wenselijk toe-komstscenario, waarin preventieve zorg en eenpublieke rol centraal staan.Zelfbewuste bedrijfsartsen zullen eisen stellenaan de organisaties die hen willen faciliteren inhun werk. De verhouding tussen professionalsen management van die arbodiensten zal daarbijgeregeld kunnen zijn via een stafstructuur, zoalsin de ziekenhuiswereld gebruikelijk is.6

Als wij onze kansen nu grijpen, zien we dekomende jaren een veld opbloeien met bedrijfs-artsen, in de eerste lijn werkend – zelfstandig ofin een kleiner of groter samenwerkingsverband –

als adviseurs voor preventie, participatie en re-integratie of juist met een meer organisatiege-richte blik; daarnaast als klinisch arbeidsgenees-kundigen in de tweede lijn voor complexe pro-blematiek en ingrijpende interventies.

NOTEN1. Jaap Bruins Slot in: Berichten van de werkvloer,

Arbeidsomstandigheden in Nederland anno 2010.PvdA, mei 2010.

2. Pieter Rodenburg: voorzitterscolumn, 27 januari 2012,Med Contact 2012; nr 4: 233.

3. Reijer Pille: Is het tijdperk van de arbosaurussen voor-bij? BG Magazine, 2008; juninummer: 28-29.

4. RVZ: discussienota ‘Zorg voor je gezondheid!’, april2010.

5. RVZ: advies ‘Perspectief op gezondheid 20/20’, septem-ber 2010.

6. Zie hiervoor: Frank van Dijk en Jaap Bruins Slot:Meespelen met het management. Med Contact, 2003;6 oktober: 1576-1579.

The Martyred Virgins. A Gregorian memorial to female victims

of violence

Een eindeloze stoet van jonge vrouwen komt onstegemoet op het beroemde schilderij ‘De aanbid-ding van het Lam Gods’ van de Gebroeders VanEyck, dat te bewonderen is in de Sint-Baafs-kathedraal te Gent. Deze stoet vrouwen zijn demaagd-martelaressen, vrouwen die vanaf de oud-heid tot in onze dagen fysiek en psychisch wor-den gemarteld. Zij worden geëerd in gezangen enlezingen, in een eeuwenoud Gregoriaans ritueelgevat in een moderne context.De cd The Martyred Virgins heeft een interna-tionaal karakter. Je hoort er onaards mooi gezangop in het Latijn, de lingua franca van het verleden,en verschrikkelijke getuigenissen die sereen wor-den voorgelezen in het Engels, de lingua franca vanvandaag. Bij de cd hoort een boekje met verant-woording en alle teksten. Te bestellen via www.karolus-magnus.nl, prijs € 8. Van elke cd gaat € 1naar een blijf-van-mijn-lijfhuis in Addis Abbeba. NRC Handelsblad, Marjoleine de Vos, 27 maart 2012

N I E U W S