Bedrijfsarts, gewoon een medisch vak of een gewoon medisch vak

2
Eind jaren zeventig, tijdens mijn geneeskunde- studie, wist ik het zeker: wat ik met zekerheid niet zou worden was sociaal geneeskundige. De colleges waren dermate saai en stonden zover van de medische werkelijkheid voor mijn gevoel, dat bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde met zekerheid een vak voor losers zou zijn. Ik denk nu dat die overtuiging voortkwam uit de afwezigheid van ‘het veld’ in de collegezaal, waar- door slechts de nadruk op theorie werd gelegd. Ik werk nu 26 jaar in de sociale geneeskunde, en weet dat ik als bedrijfsarts niet alleen een erg leuk vak heb dat voldoening geeft, maar ook met regelmaat het verschil kan maken. Ik werk als zelfstandig bedrijfsarts, en dat is een positie die goed bij mij past. Ik ben veel te eigen- wijs en eigengereid voor een arbodienst. Ik heb alleen maatwerkcontracten, en dat maakt dat ik mijn werkzaamheden in vrijheid kan indelen. Ruim twee jaar geleden bezocht een werknemer van een van mijn opdrachtgevers mijn spreek- uur. Hij was werkzaam in de papier- en kartonin- dustrie, en er was bij hem een blaastumor gecon- stateerd. Omdat hij wist dat ik een verleden in de chirurgische oncologie heb, vroeg hij mij hem voor te lichten, omdat het in het ziekenhuis alle- maal zo snel was gegaan. Er ontstond in de maanden erna een intensief contact met hem, maar ook met zijn gezin. Het bleek namelijk al snel dat het om een agressieve tumor ging, die uitgezaaid was. Men zat met veel vragen en onzekerheden, en ik had tijd om ze bij te staan. De huisarts, een jonge collega, was nog maar kort de huisarts, en er bestond geen vertrou- wensband. Volgens betrokkene ontbeerde hij mensenkennis, en had ik die op grond van mijn leeftijd (55) wel. Gedurende de eerste anderhalf jaar zochten we samen naar mogelijkheden om aan het werk te blijven; dat lukte met vallen en opstaan, en met veel medewerking van de werkgever. Na ander- half jaar nam de ziekteactiviteit toe, en ontston- den er spontaan fracturen. Men vroeg mij om als intermediair in het ziekenhuis te fungeren, omdat daar zo vaak in potjeslatijn met hen werd gesproken, en ik had namens betrokkene en zijn familie veel overleg met de curatieve collega’s. Intensieve gesprekken volgden, ook over eutha- nasie, en ik heb betrokkene en zijn familie bege- leid in het voorbereiden van gesprekken hierover met de huisarts. Toen de eerste gesprekken gevoerd waren, en men ongelukkig was met de houding die de huisarts aannam, heb ik met deze collega overlegd. Zoals gezegd was hij nieuw, en was het zijn eerste ‘eigen’ euthanasieverzoek. Bovendien kwam hij uit het westen, en had hij moeite met de directheid van de Oost-Groninger. Ik heb mijn ervaringen met hem gedeeld en uit deze gesprekken is een zeer prettige professione- le samenwerking voortgekomen. Toen de WIA aan de orde kwam, heb ik overleg gevoerd met de collega’s van UWV, en wist ze ervan te overtuigen af te gaan op mijn beoorde- ling en advies, en betrokkene niet lastig te vallen met allerlei procedures. Hij kreeg een IVA-uitke- ring toegekend. Het bespaarde betrokkene een hoop ‘gedoe’. Tien dagen na het ingaan van de uitkering ben ik uitgenodigd op de besloten cre- matie, omdat men vond dat ik erbij hoorde. Dat is wat mij betreft de essentie van ons vak: samen met de patiënt kijken naar mogelijkheden tot werken, ook in moeilijke tijden, maar er ook zijn als het niet meer gaat en men je nodig heeft. Wij hebben een unieke positie dat we én over voldoende medische kennis beschikken, én over kennis van werk en arbeidsomstandigheden en over voldoende tijd. Dat leidt tot een vertrou- wenspositie. Het gaat lang niet altijd alleen maar over ver- zuim, je kunt als bedrijfsarts werkelijk het ver- schil maken als je wilt. Het bijzondere van ons vak is, dat je het de kleur en intensiteit kunt geven die je zelf wilt. Wij worden vaak gezien als 469 TBV 21 / nr 10 / december 2013 Bedrijfsarts, gewoon een medisch vak of een gewoon medisch vak Geert Koster ZIN IN HET VAK

Transcript of Bedrijfsarts, gewoon een medisch vak of een gewoon medisch vak

Page 1: Bedrijfsarts, gewoon een medisch vak of een gewoon medisch vak

Eind jaren zeventig, tijdens mijn geneeskunde-studie, wist ik het zeker: wat ik met zekerheidniet zou worden was sociaal geneeskundige. Decolleges waren dermate saai en stonden zovervan de medische werkelijkheid voor mijn gevoel,dat bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde metzekerheid een vak voor losers zou zijn.Ik denk nu dat die overtuiging voortkwam uit deafwezigheid van ‘het veld’ in de collegezaal, waar-door slechts de nadruk op theorie werd gelegd.Ik werk nu 26 jaar in de sociale geneeskunde, enweet dat ik als bedrijfsarts niet alleen een ergleuk vak heb dat voldoening geeft, maar ook metregelmaat het verschil kan maken. Ik werk als zelfstandig bedrijfsarts, en dat is eenpositie die goed bij mij past. Ik ben veel te eigen-wijs en eigengereid voor een arbodienst. Ik heballeen maatwerkcontracten, en dat maakt dat ikmijn werkzaamheden in vrijheid kan indelen.Ruim twee jaar geleden bezocht een werknemervan een van mijn opdrachtgevers mijn spreek-uur. Hij was werkzaam in de papier- en kartonin-dustrie, en er was bij hem een blaastumor gecon-stateerd. Omdat hij wist dat ik een verleden in dechirurgische oncologie heb, vroeg hij mij hemvoor te lichten, omdat het in het ziekenhuis alle-maal zo snel was gegaan. Er ontstond in de maanden erna een intensiefcontact met hem, maar ook met zijn gezin. Hetbleek namelijk al snel dat het om een agressievetumor ging, die uitgezaaid was. Men zat met veelvragen en onzekerheden, en ik had tijd om ze bijte staan. De huisarts, een jonge collega, was nogmaar kort de huisarts, en er bestond geen vertrou-wensband. Volgens betrokkene ontbeerde hijmensenkennis, en had ik die op grond van mijnleeftijd (55) wel. Gedurende de eerste anderhalf jaar zochten wesamen naar mogelijkheden om aan het werk teblijven; dat lukte met vallen en opstaan, en metveel medewerking van de werkgever. Na ander-half jaar nam de ziekteactiviteit toe, en ontston-den er spontaan fracturen. Men vroeg mij om alsintermediair in het ziekenhuis te fungeren,omdat daar zo vaak in potjeslatijn met hen werdgesproken, en ik had namens betrokkene en zijnfamilie veel overleg met de curatieve collega’s.Intensieve gesprekken volgden, ook over eutha-

nasie, en ik heb betrokkene en zijn familie bege-leid in het voorbereiden van gesprekken hierovermet de huisarts. Toen de eerste gesprekkengevoerd waren, en men ongelukkig was met dehouding die de huisarts aannam, heb ik met dezecollega overlegd. Zoals gezegd was hij nieuw, enwas het zijn eerste ‘eigen’ euthanasieverzoek.Bovendien kwam hij uit het westen, en had hijmoeite met de directheid van de Oost-Groninger.Ik heb mijn ervaringen met hem gedeeld en uitdeze gesprekken is een zeer prettige professione-le samenwerking voortgekomen. Toen de WIA aan de orde kwam, heb ik overleggevoerd met de collega’s van UWV, en wist zeervan te overtuigen af te gaan op mijn beoorde-ling en advies, en betrokkene niet lastig te vallenmet allerlei procedures. Hij kreeg een IVA-uitke-ring toegekend. Het bespaarde betrokkene eenhoop ‘gedoe’. Tien dagen na het ingaan van deuitkering ben ik uitgenodigd op de besloten cre-matie, omdat men vond dat ik erbij hoorde.

Dat is wat mij betreft de essentie van ons vak:samen met de patiënt kijken naar mogelijkhedentot werken, ook in moeilijke tijden, maar er ookzijn als het niet meer gaat en men je nodig heeft.Wij hebben een unieke positie dat we én overvoldoende medische kennis beschikken, én overkennis van werk en arbeidsomstandigheden enover voldoende tijd. Dat leidt tot een vertrou-wenspositie.Het gaat lang niet altijd alleen maar over ver-zuim, je kunt als bedrijfsarts werkelijk het ver-schil maken als je wilt. Het bijzondere van onsvak is, dat je het de kleur en intensiteit kuntgeven die je zelf wilt. Wij worden vaak gezien als

469TBV 21 / nr 10 / december 2013

Bedrijfsarts, gewoon een medisch vak of eengewoon medisch vakGeert Koster

Z I N I N H E T VA K

Page 2: Bedrijfsarts, gewoon een medisch vak of een gewoon medisch vak

grijze muizen, maar dat is ook onze eigen schuld.We moeten meer naar de voorgrond en meeractief de samenwerking zoeken. De werkgever in deze casus heeft mij alle vrijheidgegeven, en heeft alle medewerking verleend.Dat kan alleen maar wanneer je bij zowel dewerkgever als de werknemer een vertrouwenspo-sitie bekleedt. En ook dat markeert onze bijzon-dere positie: wij hebben een unieke toegang vanhoog tot laag.

Ons vak is en blijft een erg bijzonder vak, waar wetrots op moeten zijn. Nu moeten we het alleennog uitstralen.

OV E R D E AU T E U R

G. Koster is bedrijfsarts/medisch adviseur endirecteur Quintus Five b.v., advies en consultancy.E-mail: [email protected].

470 TBV 21 / nr 10 / december 2013

Zingeving, we hebben tijdens de BG-dagen ditjaar daar ook een visie van gehoord. Ons vak isleuk en ik heb het gekozen vrijwel direct na mijnstudie, in 1987, en nog dagelijks ervaar ik plezierin mijn werk. Het is gevarieerd en in de loop vande jaren heb ik steeds wisselende branchesmogen voorzien van preventieve zorg en ver-zuimbegeleiding. De opgedane kennis heb ikdoor mogen geven als opleider bij NIPG en TNOarbeid. En om als manager goed te functionerenkreeg ik diverse trainingen waar ik de praktischetips nog dagelijks van toepas. In je gesprekstech-niek word je gewiekster, en toch kun je nogsteeds iedere dag weer verrast en geboeid wordendoor een onverwachte wending. Detectivewerk naar oorzaak en gevolg, werkgere-lateerdheid en waarom deze persoon nu juist numet deze klachten gaat verzuimen. Het blijvenpuzzels, dagelijkse puzzels. Omdat ons vak onderdruk staat en de breedte gereduceerd lijkt tot hetverrichten van verzuimspreekuren, vond ik hetbelangrijk mijn bijdrage te leveren aan beleid enben ik in het NVAB-bestuur aanvankelijk alssecretaris gestart en na enige jaren naar vicevoor-zitter doorgeschoven. Soms denk je op een mooiezondagmiddag: waarom zit ik niet in de tuin,maar achter de computer een stuk te schrijven.Waarom ben ik toch bestuurder geworden? Alsklein kind in een victoriaans aandoend huis metdonkerfluwelen wandbedekking tot 2/3 hoogte,daarboven stucwerk, zo’n 5,5 meter hoog. En opdat fluweel schilderijen. Zuinige verlichting. Ikging mijn vader welterusten zeggen in de salon.Een gezelschap met rokende heren. KNMG-cory-feeën naar ik later begreep, en ziekenhuisbe-stuurders. Patiënten die hem waardeerden, op

handen droegen. Een roeping en daardoor nietveel thuis. Werk als specialist en daarnaast bestu-ren. Toen de keuze kwam wat na het gymnasiumte gaan doen, ben ik in het Marriott gaan werken,een jaar, om na een reis door Turkije, Iran,Afghanistan, Pakistan en India uiteindelijk 20kilo lichter terug te keren. De dag dat ik landde,lootte ik en... ik lootte in. Want op die wereldreiswas mij duidelijk geworden dat ik dokter wildeworden. ‘Iets doen voor mensen.’De klinische wereld was interessant maar dieplek als bedrijfsarts, spil tussen gezondheid enarbeid, midden in de maatschappij in plaats vanin een buiten de maatschappij staand systeem,

Besturen is leuk!Herman Spanjaard

Z I N I N H E T VA K