Bedrijfs- economische kencijfers

32
Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2011

Transcript of Bedrijfs- economische kencijfers

Page 1: Bedrijfs- economische kencijfers

Bedrijfs- economische kencijfersb&u- en gww-bedrijven 2011

Page 2: Bedrijfs- economische kencijfers
Page 3: Bedrijfs- economische kencijfers

Bedrijfseconomischekencijfers 2011

Page 4: Bedrijfs- economische kencijfers

Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitslui-tend toegestaan met schriftelijke toe-stemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.

December 2012

Page 5: Bedrijfs- economische kencijfers

Bedrijfs- economische kencijfersb&u- en gww-bedrijven 2011

M.H. Vrolijk, MSc drs. D.M. Holtackers

Page 6: Bedrijfs- economische kencijfers
Page 7: Bedrijfs- economische kencijfers

5

Conclusies op hoofdlijnen 7

1 Hoofdaannemers b&u 9 1.1 Ontwikkelingen in de omzet 9 1.2 Ontwikkelingen in het vermogen 9 1.3 Ontwikkelingen in de bedrijfseconomische kencijfers 9

2 Hoofdaannemers gww 13 2.1 Ontwikkelingen in de omzet 13 2.2 Ontwikkelingen in het vermogen 13 2.3 Ontwikkelingen in de bedrijfseconomische kencijfers 13

Onderzoeksverantwoording 17

Begrippen en formules 19

EIB-publicaties 23

Inhoudsopgave

Page 8: Bedrijfs- economische kencijfers

6

Page 9: Bedrijfs- economische kencijfers

7

Conclusies op hoofdlijnen

In dit rapport worden de bedrijfseconomische ontwikkelingen in 2011 weergegeven bij de b&u- en gww-bedrijven die voornamelijk als hoofdaannemer of bouwondernemer werkzaam zijn.

Net als in 2010 zagen de hoofdaannemers hun winstgevendheid in 2011 dalen. In de b&u daalde de winstmarge van 3,5% naar 2,7%. In de gww daalde de winstmarge van 2,2% naar 1,4%. In vrijwel alle grootteklassen kwamen de marges verder onder druk. Het merendeel van de hoofd-aannemers bleef in 2011 buiten de “rode cijfers”.

De liquiditeit was naar verhouding in beide sectoren ruim voldoende. Vooral in de gww leidden vermogensmutaties ertoe dat de solvabiliteit afnam.

Doordat het totaal vermogen harder daalde dan de omzet, steeg de omloopsnelheid van het vermogen. Desondanks zorgde de ontwikkeling in de winstmarge ervoor dat gemiddeld de rentabiliteit van de hoofdaannemers daalde.

Bij het verkrijgen van omzet werd naar verhouding meer omzet in concurrentie verkregen.

Page 10: Bedrijfs- economische kencijfers

8

Page 11: Bedrijfs- economische kencijfers

9

1 Hoofdaannemers b&u

Dit hoofdstuk gaat in op belangrijke bedrijfseconomische ontwikkelingen bij b&u-hoofdaanne-mers in 2011. Achtereenvolgens komen ontwikkelingen in omzet, vermogen en bedrijfsecono-mische kencijfers aan bod.

1.1 Ontwikkelingen in de omzet

Omzetstijging per bedrijf in 2011B&u-hoofdaannemers boekten in 2011 een totale omzet van € 23,8 miljard (zie tabel 1.1). In vergelijking met 2010 is de totale omzet gedaald. De daling hangt mede samen met de economi-sche situatie en een daling in het aantal bedrijven en de arbeidscapaciteit in de populatie.

Veranderingen in de samenstelling van de omzetMede door ontwikkelingen in diverse segmenten van de markt waren er kleine veranderingen in de samenstelling van de omzet van b&u-hoofdaannemers. Wel bleven traditionele patronen in de omzetverdelingen in stand. Zie tabel 1.2 voor een verdeling van de omzet naar marktsec-tor, opdrachtgevers en wijze van opdrachtverkrijging. Bij de verdeling naar marktsector is te zien dat het aandeel van nieuwbouw afneemt en het belang van renovatie en onderhoud toeneemt. Bij de verdeling naar wijze van opdrachtverkrijging is te zien dat het aandeel enkel-voudige uitnodiging en bouwteam afneemt en het aandeel aanbesteding toeneemt. Dit betekent dat een groter deel van de omzet in concurrentie met andere bedrijven wordt verkregen.

1.2 Ontwikkelingen in het vermogen

Vermogensmutaties leiden tot een daling van liquide middelenIn 2011 hebben diverse vermogensmutaties plaatsgevonden. Er kwam € 761 miljoen beschik-baar, voornamelijk uit overige vorderingen en langlopende schulden. Hiertegenover werd € 1.695 miljoen besteed. Belangrijke bestedingscategorieën waren garantievermogen en overige kortlo-pende schulden. Per saldo daalden de liquide middelen. Het totaal geïnvesteerd vermogen daalde voor het derde opeenvolgende jaar tot een waarde van € 8,8 miljard (naast de vermo-gensmutaties ook in samenhang met een daling van het aantal bedrijven in de populatie).

1.3 Ontwikkelingen in de bedrijfseconomische kencijfers

Tabel 1.3 laat ontwikkelingen in bedrijfseconomische kencijfers van b&u-hoofdaannemers zien. De kencijfers geven inzicht in financiële verhoudingen aan het eind van het boekjaar (31 decem-ber) en maken zo periodevergelijking en bedrijfsvergelijking mogelijk. Ze beschrijven niet de financiële verhoudingen of het (betalings-)gedrag van bedrijven op een willekeurig moment van het jaar.

Winstmarge verder onder drukDe winstmarge bedroeg in 2011 2,7% (was in 2010 3,5%). De winstmarge daalde, doordat de daling in loon- en overige kosten onvoldoende ruimte creëerde om de verbruikskosten op te vangen. De daling in de winstmarge deed zich vooral bij het midden- en grootbedrijf voor. In het kleinbedrijf bleef de winstmarge stabiel en laag.Het percentage b&u-hoofdaannemers dat in 2011 erin slaagde winst te maken bleef laag: 64% (was 60%). Het percentage winstmakers in het midden- en grootbedrijf, respectievelijk 76% en 88%, bleef ongeveer op het niveau van 2010. Bij het kleinbedrijf steeg het percentage winstma-kers met ongeveer 5 procentpunt naar 61%.

Page 12: Bedrijfs- economische kencijfers

10

Toegevoegde waarde stabielDe arbeidsproductiviteit, gemeten in de bruto omzet en toegevoegde waarde per werkende, verbeterde licht in 2011. De bruto omzet per werkende bedroeg € 304.000 (was € 288.000). De toegevoegde waarde, het inkomen dat het bedrijf genereert voor personeel, eigenaren, vreemd vermogenverschaffers en de overheid, bleef € 68.000 per werkende. Deze hangen samen met de relatief gunstige economische omstandigheden in de eerste helft van 2011 en veranderingen in de arbeidscapaciteit.

Liquiditeit kleinbedrijf gedaaldDe liquiditeit, de mate waarin b&u-hoofdaannemers direct opeisbare schulden kunnen betalen, daalde in 2011. Gemiddeld waren de quick ratio en de current ratio 126% en 146%. Wel bleven de meeste ratio’s, voor het totaal en per grootteklasse, ruim boven de norm van 100%. Alleen in het kleinbedrijf bedroeg de quick ratio 100%.De solvabiliteit, de mate waarin b&u-hoofdaannemers bij opheffing alle schulden kunnen betalen, bleef op vrijwel hetzelfde niveau als in 2010. Het aandeel schulden in het totaal bedroeg 70%. Uit de rentedekkingsratio blijkt dat b&u-hoofdaannemers ruim voldoende inkomen genereerden om de rentekosten te dekken.

Debiteuren- en crediteurentermijn stabiel, dalende omlooptijd van het vermogenDe debiteuren- en crediteurentermijn, de termijn waarop respectievelijk opdrachtgevers en b&u-hoofdaannemers facturen betalen, daalde met een paar dagen. De debiteuren- en crediteu-rentermijn bedroeg 37 en 48 dagen. De omlooptijd van het vermogen laat de tijd zien tussen het ontstaan van voorraad of schulden en de beëindiging ervan. In 2011 is de omlooptijd van het vermogen afgenomen tot 136 dagen (-16 dagen). De omlooptijd van het vermogen daalde, doordat het totaal geïnvesteerde vermogen naar verhouding harder daalde dan de omzet.Het netto vermogensbeslag laat de termijn zien waarop per saldo geïnvesteerd vermogen in onderhanden werk vastligt. Ook het netto vermogensbeslag bleef rond hetzelfde niveau als in 2010: 19 dagen, ongeveer gelijk aan het langjarig gemiddelde. Het netto vermogenbeslag bij het grootbedrijf is al een aantal jaren relatief laag. Dit komt doordat een groter deel van het vermo-gen bij het grootbedrijf gefinancierd wordt door (vooruit-)betaling van gedeelten van de aan-neemsom door opdrachtgevers gedurende het werk (zodat per saldo dus relatief minder vermo-gen in voorraden en onderhanden werk vast ligt).

Winstgevendheid daaltDe winstgevendheid van b&u-hoofdaannemers wordt uitgedrukt in de rentabiliteit van het totaal vermogen (RTV) en eigen vermogen (REV). De RTV en REV bedroegen respectievelijk 7,9% en 24,1%. Door de lagere omloopsnelheid van het vermogen stond de RTV in het kleinbedrijf verder onder druk. Bij het middenbedrijf daalde de RTV door de daling van de winstmarge. Bij het grootbedrijf steeg de RTV door de hogere omloopsnelheid van het vermogen. De daling van de REV was vooral toe te schrijven aan de daling van de RTV.

Tabel 1.1 Verdeling van de omzet in 2010-2011 van b&u-hoofdaannemers, in lopende prijzen (x € 1 mln)

Bron: EIB

Omzet uit bouwbedrijf Omzet uit Totale omzet nevenactiviteit Binnenland Buitenland1

2010 25.162 170 70 25.4022011 23.611 58 94 23.763

1 Omzet van in Nederland gevestigde werkmaatschappijen met Nederland als voornaamste werkgebied

Page 13: Bedrijfs- economische kencijfers

11

Tabel 1.2 Verdeling van de binnenlandse omzet in 2010-2011 van b&u-hoofdaannemers, per grootteklasse in arbeidsjaren

Bron: EIB

< 21 21-100 > 100 Totaal

2010 2011 2010 2011 2010 2011 2010 2011

Marktsectoren in % Nieuwbouw woningen 22 19 33 30 49 45 37 33Nieuwbouw gebouwen 13 15 30 29 35 37 29 29Nieuwbouw totaal 35 34 63 60 84 82 66 62Onderhoud woningen 41 38 20 21 11 11 21 21Onderhoud gebouwen 21 24 15 16 5 7 12 15Onderhoud totaal 62 62 35 37 16 18 33 36Overige activiteiten 3 4 2 3 0 0 1 2

Opdrachtgevers in %Overheid1 6 6 10 9 7 7 8 8Woningcorporaties 8 10 26 27 34 40 26 28Bedrijven 20 23 29 29 42 39 32 31Hoofdaannemers 11 9 11 10 7 2 9 7Particulieren 44 42 16 16 5 3 17 17Overige2 11 9 8 9 5 7 8 8

Wijze van opdrachtverkrijging in %Aanbesteding- openbaar 6 9 14 13 7 12 10 12- onderhands 29 29 23 35 26 26 26 30Enkelvoudige uitnodiging 19 26 19 15 15 11 18 16Klantenwerk 25 20 10 11 7 4 11 11Eigen risicobouw 6 6 7 5 6 6 6 5Bouwteam 4 3 23 15 38 32 25 18Turnkey 2 0 1 1 1 8 1 3Overige wijze 9 7 3 4 0 2 3 4

1 Onder overheid is begrepen rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en overige publiekrechtelijke lichamen2 Inclusief bouw voor eigen risico

Page 14: Bedrijfs- economische kencijfers

12

Tabel 1.3 Bedrijfseconomische kencijfers in 2010-2011 van b&u-hoofdaannemers, per grootteklasse in arbeidsjaren

Bron: EIB

< 21 21-100 > 100 Totaal

2010 2011 2010 2011 2010 2011 2010 2011

Kostenstructuur in % van de omzetVerbruik 62,2 63,9 70,6 74,1 74,7 75,1 70,8 72,4- Grondstoffen 34,8 35,9 37,8 32,8 35,1 26,7 36,1 31,0- Onderaannemers 27,4 28,0 32,8 41,3 39,6 48,4 34,7 41,4Arbeid 26,5 25,4 19,7 18,1 15,4 16,5 19,1 19,0- Directe loonkosten 13,1 12,4- Indirecte loonkosten 6,0 6,6Overig 10,1 9,6 6,5 5,6 5,2 4,4 7,2 6,2- Afschrijvingen 2,1 1,6 1,5 1,3 0,8 0,9 1,3 1,2- Rentekosten 0,5 0,5 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2 0,2- Overige kosten n.e.g. 7,51 7,41 4,91 4,11 4,21 3,31 5,7 4,9Diverse baten en lasten -0,6 -0,5Resultaat voor belasting2 1,2 1,1 3,2 2,2 4,7 4,0 3,5 2,7

Kencijfers per werkende x € 1.000Bruto omzet 177 201 278 304 415 404 288 304Netto omzet 129 145 187 178 251 208 184 177Toegevoegde waarde 53 57 66 65 85 85 68 68Loonkosten 47 51 55 55 64 67 55 58Toegevoegde waarde per direct werkende 64 76 99 99 146 151 98 104Toegevoegde waarde per € 100 direct loon 147 149 174 169 219 243 180 183Arbeidsinkomenquote (%) 88 89 83 85 76 79 81 84% direct werkenden 83 75 67 65 58 56 69 66

Financiële kencijfersLiquiditeit in %Quick ratio 112 100 129 122 143 151 132 126Current ratio 133 132 155 147 149 156 148 146

Solvabiliteit% schulden in totaal vermogen 74 76 68 69 69 66 69 70Ratio schulden-eigen vermogen 285 317 213 223 223 194 227 233Rentedekkingsratio 256 196 2.229 1.179 5.860 2.862 1.933 1.141

Vermogensbeheer in dagenOmlooptijd vermogen 148 173 178 157 132 100 152 136Debiteurentermijn 45 47 48 49 32 26 40 37Crediteurentermijn 61 61 61 57 42 33 52 47Nettovermogensbeslag 25 38 32 24 6 5 19 19

Rentabiliteit in %Rentabiliteit totaal vermogen 4,3 3,3 6,9 5,6 13,3 14,6 8,8 7,9Rentabiliteit eigen vermogen 11,9 9,3 20,4 16,6 42,2 41,8 27,4 24,1

1 Inclusief diverse baten en lasten2 Indien van toepassing is op het resultaat een ondernemersloon van € 45.000 in mindering gebracht

Page 15: Bedrijfs- economische kencijfers

13

2 Hoofdaannemers gww

Dit hoofdstuk gaat in op belangrijke bedrijfseconomische ontwikkelingen bij gww-hoofdaanne-mers in 2011. Achtereenvolgens komen ontwikkelingen in omzet, vermogen en bedrijfsecono-mische kencijfers aan bod..

2.1 Ontwikkelingen in de omzet

Omzetdaling in 2011Gww-hoofdaannemers boekten in 2011 een totale omzet van € 6,5 miljard (zie tabel 2.1). In vergelijking met 2010 is de totale omzet gedaald. De daling hangt mede samen met de economische situatie en een daling in het aantal bedrijven en de arbeidscapaciteit in de popula-tie.

Veranderingen in de samenstelling van de omzetMede door ontwikkelingen in diverse segmenten van de markt waren er veranderingen in de samenstelling van de omzet van gww-hoofdaannemers. Zie tabel 2.2 voor een verdeling van de omzet naar marktsector, activiteit, opdrachtgevers, wijze van opdrachtverkrijging en contract-vorm. Bij de verdeling naar opdrachtgevers nam het aandeel overheid het meest toe (+9 pro-centpunt). De stijging van het aandeel openbare aanbestedingen hangt hier ook mee samen. Bij de verdeling naar wijze van opdrachtverkrijging is ook te zien dat het aandeel aanbesteding toeneemt. Dit betekent dat een groter deel van de omzet in concurrentie met andere bedrijven wordt verkregen.

2.2 Ontwikkelingen in het vermogen

Vermogensmutaties leiden tot een daling van liquide middelenIn 2011 hebben diverse vermogensmutaties plaatsgevonden. Er kwam € 418 miljoen beschik-baar, voornamelijk uit vaste activa en overige vorderingen. Hiertegenover werd € 1.136 miljoen besteed. Belangrijke bestedingscategorieën waren garantievermogen, netto vermogensbeslag in werken en overige schulden. Per saldo daalden de liquide middelen. Het totaal geïnvesteerd vermogen daalde tot een waarde van € 2,6 miljard (naast de vermogensmutaties ook in samen-hang met een daling van het aantal bedrijven in de populatie).

2.3 Ontwikkelingen in de bedrijfseconomische kencijfers

Tabel 2.3 laat ontwikkelingen in bedrijfseconomische kencijfers van gww-hoofdaannemers zien. De kencijfers geven inzicht in financiële verhoudingen aan het eind van het boekjaar (31 decem-ber) en maken zo periodevergelijking en bedrijfsvergelijking mogelijk. Ze beschrijven niet de financiële verhoudingen of het (betalings-)gedrag van bedrijven op een willekeurig moment van het jaar.

Winstmarge verder onder drukDe winstmarge bedroeg in 2011 1,4% (was in 2010 2,2%). De winstmarge is sinds 1992 niet meer zo laag geweest. De winstmarge daalde, doordat de daling in overige kosten onvoldoende ruimte creëerde om de verbruiks- en loonkosten op te vangen. De daling in de winstmarge deed zich vooral bij het grootbedrijf voor. In het klein- en middenbedrijf bleef de winstmarge net als in 2010 onder druk.Het percentage gww-hoofdaannemers dat in 2011 erin slaagde winst te maken, steeg naar 67% (was 60%). Het percentage winstmakers was in het klein-, midden- en grootbedrijf vrijwel gelijk.

Page 16: Bedrijfs- economische kencijfers

14

Arbeidsproductiviteit verbetert lichtDe arbeidsproductiviteit, gemeten in de bruto omzet en toegevoegde waarde per werkende, verbeterde licht in 2011. De bruto omzet per werkende bedroeg € 292.000 (was € 289.000). De toegevoegde waarde, het inkomen dat het bedrijf genereert voor personeel, eigenaren, vreemd vermogenverschaffers en de overheid, bedroeg € 76.000 per werkende (was € 75.000). De stijging kan worden verklaard, doordat de bruto omzet en de toegevoegde waarde gemiddeld minder sterk daalden dan het totaal aan personeel.

Liquiditeit en solvabiliteit dalen in midden- en kleinbedrijfDe liquiditeit, de mate waarin gww-hoofdaannemers direct opeisbare schulden kunnen betalen, daalde in 2011. Gemiddeld waren de quick ratio en de current ratio 112% en 123%. Wel bleven de meeste ratio’s, voor het totaal en per grootteklasse, ruim boven de norm van 100%. Alleen in het middenbedrijf was de quick ratio lager: 90%Ook de solvabiliteit, de mate waarin gww-hoofdaannemers bij opheffing alle schulden kunnen betalen, daalde in 2011. Het aandeel schulden in het totaal vermogen bedroeg 78% (was 70%). De daling in liquiditeit en solvabiliteit deed zich vooral voor bij het midden- en kleinbedrijf.Uit de rentedekkingsratio blijkt dat gww-hoofdaannemers voldoende inkomen genereerden om de rentekosten te dekken.

Vermogen ligt korter vastDe debiteuren- en crediteurentermijn, de termijn waarop respectievelijk opdrachtgevers en gww-hoofdaannemers zelf facturen betalen, waren respectievelijk 52 dagen en 67 dagen. De debiteurentermijn was ongeveer even lang als in 2010. De crediteurentermijn daalde in 2011 met 12 dagen.De omlooptijd van het vermogen laat de tijd zien tussen het ontstaan van voorraad of schulden en de beëindiging ervan. In 2011 is de omlooptijd afgenomen tot 153 dagen (-41 dagen). De omlooptijd van het vermogen daalde, doordat het totaal geïnvesteerde vermogen naar verhou-ding harder daalde dan de omzet.Het netto vermogensbeslag laat de termijn zien waarop per saldo geïnvesteerd vermogen in onderhanden werk vastligt. Het netto vermogensbeslag nam in 2011 toe tot 20 dagen.

Winstgevendheid stabielDe winstgevendheid van gww-hoofdaannemers wordt uitgedrukt in de rentabiliteit van het totaal vermogen (RTV) en eigen vermogen (REV). De RTV en REV bedroegen respectievelijk 4,4% en 15,3%. De RTV bleef op niveau door de hogere omloopsnelheid van het vermogen. De verbe-tering van de REV was vooral toe te schrijven aan een verslechtering van de solvabiliteit.

Tabel 2.1 Verdeling van de omzet in 2010-2011 van gww-hoofdaannemers, in lopende prijzen (x € 1 mln)

Bron: EIB

Omzet uit gww-bedrijf Omzet uit Totale omzet nevenactiviteit

Binnenland Buitenland1

2010 7.620 98 45 7.7632011 6.153 112 207 6.473

1 Omzet van in Nederland gevestigde werkmaatschappijen met Nederland als voornaamste werkgebied

Page 17: Bedrijfs- economische kencijfers

15

Tabel 2.2 Verdeling van de binnenlandse omzet in 2010-2011 van gww-hoofdaannemers, per grootteklasse in arbeidsjaren

Bron: EIB

< 21 21-100 > 100 Totaal

2010 2011 2010 2011 2010 2011 2010 2011

Marktsectoren in %Wegenbouw 66 74 60 51 39 55 49 56Railinfra 0 - 0 - 8 - 5 -Kabels en buizen 10 9 5 0 30 22 20 13Civiele beton 13 3 18 21 18 20 17 18Kust en oever 5 9 7 15 0 1 3 7Baggerwerk 0 0 4 2 0 1 1 1Landinrichting 4 3 1 1 1 0 1 1Overige activiteiten 2 2 5 9 4 2 4 4

Activiteiten in %Nieuwbouw - 31 - 52 - 58 - 52Vernieuwing en reconstructie - 44 - 24 - 31 - 30Onderhoud - 25 - 24 - 12 - 17

Opdrachtgevers in %Overheid1 45 51 48 58 45 55 46 55Bedrijven 12 12 25 19 44 36 33 27Particulieren 5 7 6 6 3 0 4 3Hoofdaannemers 37 30 18 14 7 9 15 13Overige 1 0 3 4 1 0 2 1

Wijze van opdrachtverkrijging in %Aanbesteding - openbaar 41 19 30 59 39 55 36 50- onderhands 20 30 35 22 29 22 29 23Enkelvoudige uitnodiging 18 24 17 5 16 7 17 9Klantenwerk 8 16 6 3 13 9 10 8Overige wijze 13 11 12 11 3 6 8 8 Contractvorm in % E&C - 2 - 12 - 6 - 7D&C - 8 - 22 - 15 - 16DBM - 0 - 2 - 26 - 15DBFM - 0 - 7 - 6 - 6Traditioneel/RAW - 72 - 53 - 47 - 52Overig - 9 - 4 - 0 - 3

- Niet beschikbaar1 Onder overheid is begrepen rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en overige publiekrechtelijke lichamen

Page 18: Bedrijfs- economische kencijfers

16

Tabel 2.3 Bedrijfseconomische kencijfers in 2010-2011 van gww-hoofdaannemers, per grootteklasse in arbeidsjaren

Bron: EIB

< 21 21-100 > 100 Totaal

2010 2011 2010 2011 2010 2011 2010 2011

Kostenstructuur in %Verbruik 54,0 54,1 66,1 66,6 66,3 67,3 64,8 65,3Arbeid 28,8 28,3 19,5 19,2 20,4 21,9 21,1 22,0- Directe loonkosten 14,0 15,0- Indirecte loonkosten 7,1 7,0Overig 15,7 15,4 13,0 13,0 10,6 9,4 12,2 11,5- Afschrijvingen 4,8 4,9 2,7 2,3 2,3 1,9 2,7 2,4- Rentekosten 0,8 0,9 0,3 0,5 0,1 0,3 0,3 0,4- Overige kosten n.e.g. 10,11 9,61 10,01 10,21 8,21 7,21 9,2 8,7Diverse baten en lasten -0,3 -0,2Resultaat voor belasting2 1,5 2,2 1,4 1,2 2,7 1,4 2,2 1,4

Kencijfers per werkende x € 1.000Bruto omzet 217 220 297 308 305 305 289 292Toegevoegde waarde 77 79 70 71 77 77 75 76Loonkosten 63 62 58 59 62 67 61 64Toegevoegde waarde per direct werkende 108 105 114 102 124 132 118 117Toegevoegde waarde per € 100 direct loon 170 161 194 172 188 179 186 173Arbeidsinkomenquote (%) 81 78 83 83 80 87 81 85% direct werkenden 71 75 62 70 62 58 63 64

Financiële kencijfersLiquiditeit in %Quick ratio 142 116 133 90 110 121 118 112Current ratio 152 132 158 104 121 131 132 123

Solvabiliteit% schulden in totaal vermogen 62 82 63 81 75 75 70 78Ratio schulden-eigen vermogen 163 456 170 426 300 300 233 352Rentedekkingsratio 199 197 525 209 1.936 517 830 323

Vermogensbeheer in dagenOmlooptijd vermogen 221 189 185 154 193 143 194 153Debiteurentermijn 76 74 48 59 50 44 53 52Crediteurentermijn 93 94 61 78 85 56 79 67Nettovermogensbeslag 36 35 31 22 9 16 18 20

Rentabiliteit in %Rentabiliteit totaal vermogen 4,1 5,4 3,4 4,1 5,4 4,2 4,6 4,4Rentabiliteit eigen vermogen 7,0 19,8 7,7 14,4 20,5 14,1 13,8 15,3

1 Inclusief diverse baten en lasten2 Indien van toepassing is op het resultaat een ondernemersloon van € 45.000 in mindering gebracht

Page 19: Bedrijfs- economische kencijfers

17

Onderzoeksverantwoording

Het onderzoek heeft tot doel inzicht te geven in de bedrijfseconomische positie van hoofdaan-nemingsbedrijven. Het onderzoek omvat alle bedrijven die: • in Nederland zijn gevestigd;• werkzaam zijn in de sector burgerlijke en utiliteitsbouw (b&u) of grond-, water- en wegenbouw (gww);• personeel in dienst hebben en de Cao Bouw volgen. Deze bedrijven zijn aangesloten bij Cordares te Amsterdam;• bouwwerken rechtstreeks in opdracht van de opdrachtgever uitvoeren (hoofdaannemer) en/ of projecten uitvoeren voor eigen rekening en risico (bouwondernemer).De populatie in 2011 bestaat uit 4.806 b&u-bedrijven en 1.001 gww-bedrijven met een totale arbeidscapaciteit van respectievelijk 76.644 en 21.395 arbeidsjaren (verloonde mensjaren).

Elk jaar wordt informatie verzameld over het afgelopen boekjaar. De populatie wordt gevraagd informatie te geven over: (1) aantal werknemers in dienst; (2) omzetverdelingen naar marktsec-tor, type opdrachtgevers, wijze van opdrachtverkrijging, regio; (3) resultatenrekening; en (4) balans. Bedrijven kunnen via een schriftelijke of internetenquête hun gegevens opgeven.De respons op de enquête bestaat uit 419 b&u-bedrijven en 81 gww-bedrijven (inclusief werk-maatschappijen van grote concerns) met een gezamenlijke arbeidscapaciteit van respectievelijk 8.894 en 5.602 werkenden (inclusief meewerkende eigenaren niet in loondienst). De samenstel-ling van de populatie en de responsgroep is weergegeven in tabel b.1. Vanwege ondervertegenwoordiging van het aantal bedrijven in de kleinste grootteklassen heeft weging van de resultaten plaatsgevonden. Als maatstaf hiervoor dient de verhouding tussen het aantal arbeidsjaren in de populatie en de responsgroep.

Met de verkregen informatie zijn schattingen gemaakt van het totaal aan omzet en vermogen van de populatie. Deze vormen de basis waarop de kengetallen zijn berekend.Sommige bedrijven hebben op concern- of divisieniveau gerespondeerd. Dit betekent dat in de gegevens van deze respondenten werkmaatschappijen begrepen zijn die in de populatie als afzonderlijke teleenheid voorkomen. Bij vergelijkingen van jaar tot jaar moet rekening worden gehouden met veranderingen in omvang en samenstelling van de populatie en responsgroep.

Tabel B.1 Aantal hoofdaannemingsbedrijven naar sector en grootteklasse: populatie in 2011 en responsgroep

Bron: EIB

Grootte in arbeidsjaren B&u Gww

Populatie Responsgroep Populatie Responsgroep

≤ 10 3.217 200 701 3811 – 20 747 89 106 1021 – 50 533 86 122 851 – 100 195 29 34 10 ≥ 101 114 15 38 15

Totaal 4.806 419 1.001 81

Page 20: Bedrijfs- economische kencijfers

18

Page 21: Bedrijfs- economische kencijfers

19

Begrippen en formules

• Diverse baten en lasten Saldo van opbrengsten en kosten die geen verband houden met de eigenlijke bedrijfsuitoefening

• Resultaat voor belasting Saldo van bruto omzet en kosten, verlaagd of verhoogd met het saldo van diverse baten en lasten, voor aftrek van belasting

• Ondernemersloon Berekende beloning voor de werkzaamheden van meewerkende eigenaren van geen rechtspersoonlijkheid bezittende ondernemingen

• Werkende Een persoon die als werknemer of als eigenaar (niet in loondienst) werkzaam is geweest

• Bruto omzet De waarde van de totale binnenlandse omzet, exclusief btw

• Netto omzet Bruto omzet verminderd met de betalingen aan onderaannemers

• Toegevoegde waarde Totaal van lonen, salarissen, afschrijvingskosten, rentekosten en resultaat voor belasting

• Loonkosten Arbeidskosten van alle in loondienst verrichte werkzaamheden, waarin begrepen: premies sociale verzekeringen (werkgevers- en werknemersdeel), pensioenpremies en -in voorkomende gevallen- een ondernemersloon

• Direct werkende Werkende die productiegerichte werkzaamheden verricht

• Directe loonkosten Kosten van direct productiegerichte werkzaamheden (inclusief ondernemersloon)

• Arbeidsinkomenquote Aandeel van de totale arbeidskosten in de toegevoegde waarde

• Vaste activa Waarde van duurzame materiële en immateriële bedrijfsmiddelen

• Vlottende activa Waarde van materiële en immateriële bedrijfsmiddelen, waaruit op korte termijn de daarin vastgelegde geldmiddelen weer beschikbaar (kunnen) komen

• Onderhanden werk Waarde van in onderhanden werk vastgelegd vermogen, na aftrek van hierop ingediende termijnen (debetsaldo)

• Termijnen onderhanden werk Waarde van op onderhanden werk ingediende termijnen, na aftrek van de waarde van het in onderhanden werk vastgelegd vermogen (creditsaldo)

Page 22: Bedrijfs- economische kencijfers

20

• Winstmarge Het resultaat voor belasting in procenten van de bruto omzet

• Quick ratio Verhouding tussen vlottende activa minus voorraden en onderhanden werk en kort vreemd vermogen

• Current ratio Verhouding tussen vlottende activa en kort vreemd vermogen

• Schulden Deel van alle geldmiddelen dat door derden (schuldeisers) ter beschikking is gesteld

• Totaal vermogen Totaal van alle geldmiddelen dat in bedrijfsmiddelen is vastgelegd

• Ratio schulden – eigen vermogen Verhouding tussen schulden en eigen vermogen

• Rentedekkingsratio De mate waarin het bedrijf genoeg inkomen genereert om rentekosten te dekken

• Omlooptijd van het vermogen Termijn waarop het totaal vermogen wordt omgezet

• Debiteurentermijn Termijn waarop vorderingen op opdrachtgevers uitstaan

• Crediteurentermijn Termijn waarop schulden aan leveranciers worden voldaan

• Netto vermogensbeslag De termijn waarop per saldo in onderhanden werken geïnvesteerd vermogen vastligt

• Netto vermogen in lopende werken Het saldo van voorraden, onderhanden werken en debiteuren enerzijds en crediteuren anderzijds

• Rentabiliteit van het totale vermogen De bruto winst in procenten van het totaal vermogen

• Bruto winst Resultaat voor belasting vermeerderd met de betaalde rente

• Eigen vermogen Deel van alle geldmiddelen dat niet door derden (schuldeisers) ter beschikking is gesteld

• Rentabiliteit van het eigen vermogen Het resultaat voor belasting in procenten van het eigen vermogen

Rekenformules• Winstmarge (Resultaat voor belasting / Bruto omzet) x 100

• Bruto omzet per werkende Bruto omzet / Aantal werkenden

• Netto omzet per werkende (Bruto omzet - Betalingen aan onderaannemers) / Aantal werkenden

Page 23: Bedrijfs- economische kencijfers

21

• Toegevoegde waarde per werkende (Loonkosten + Afschrijvingen + Rente + Resultaat voor belasting) / Aantal werkenden

• Loonkosten per werkende Loonkosten / Aantal werkenden

• Arbeidsinkomenquote (Loonkosten / Toegevoegde waarde) x 100

• Quick ratio (Vlottende activa - Voorraden / Kort vreemd vermogen) x 100

• Vlottende activa Voorraden + onderhanden werk + debiteuren + overige vorderingen + liquide middelen

• Kort vreemd vermogen Crediteuren + termijnen onderhanden werk + bankkrediet + overige schulden op korte termijn

• Current ratio (Vlottende activa / Kort vreemd vermogen) x 100

• Ratio schulden-eigen vermogen (Schulden / Eigen vermogen) x 100

• Rentedekkingsratio (Resultaat voor belasting / Rentekosten) x 100

• Omlooptijd van het vermogen (1 / Omloopsnelheid totaal vermogen) x 365

• Omloopsnelheid totaal vermogen Bruto omzet / Totaal vermogen

• Debiteurentermijn (Waarde van de debiteuren/ Bruto omzet) x 365

• Crediteurentermijn (Waarde van de crediteuren/ Betalingen aan grondstoffen en materialen en onderaannemers) x 365

• Netto vermogensbeslag [(Voorraden + Onderhanden werk + Debiteuren – Crediteuren) /Bruto omzet] x 365

• Rentabiliteit totaal vermogen (Bruto winst) / Totaal vermogen) x 100

• Rentabiliteit eigen vermogen (Resultaat voor belasting / Eigen vermogen) x 100

Page 24: Bedrijfs- economische kencijfers

22

Page 25: Bedrijfs- economische kencijfers

23

EIB-publicaties

2008

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2008

Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2007

Kostendruk van wet- en regelgeving in het gespecialiseerde aannemingsbedrijf

Infrastructuurmonitor - MIRT 2008

Bouw in beeld 2007

Openbaarvervoerinfrastructuur in een geliberaliseerde markt

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Het ziekteverzuim in de bouw in 2007

Kwaliteit van de dienstverlening en het bestuurlijk proces van lagere overheden

De markt voor restauratie en onderhoud van monumenten tot 2013

Uitdagingen en beleidsopties bij nieuwbouw van woningen - regionale ontwikkelingen en beleid na 2009

De Vastgoedlezing 2008 - crisis op de Nederlandse woning- en vastgoedmarkt? (ASRE)

Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2007

Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2007

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2007 (ARBOUW)

Bouwconcerns in beeld 2007/2008

2009

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2009

Opdrachtgevers aan het woord - meting 2008

Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2008

Middenkaderopleidingen in de bouw

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2006-2007

Bouw in beeld 2008

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2009-2014

De zelfstandige zonder personeel in de bestratingsbranche

Page 26: Bedrijfs- economische kencijfers

24

Het ziekteverzuim in de bouw in 2008

Verkenning effecten stimuleringsmaatregelen rond de woningbouw (www.eib.nl)

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2008 (ARBOUW)

Hervorming van de woningmarkt

Reïntegratie van langdurig zieke werknemers in de bouw

Bouwconcerns in beeld 2008-2009

2010

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2010

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2006-2008

Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008

Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2010-2015Zzp’ers in de bouw

De arbeidsmarkt in de bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche

Kantorenleegstand - probleemanalyse en oplossingsrichtingen (www.eib.nl)

Ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 (ARBOUW)

Ziekteverzuim in de bouw 2009

Beleidsvarianten beperking hypotheekrenteaftrek en liberalisatie huursector (www.eib.nl)

Nacht- en weekendwerk in het wegonderhoud

Bouw in beeld 2009

De bouwarbeidsmarkt 2010-2015

Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008

Strategie en crisis

Vrouwen in technische functies

Marktstudie AFNL

Infrastuctuurmonitor - MIRT 2011

Kantorenleegstand - analyse van de marktwerking (www.eib.nl)

2011

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011

Page 27: Bedrijfs- economische kencijfers

25

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2007-2009

Openbare aanbestedingen in de gww

Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2009

Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009

Succesvol binnenstedelijk bouwen

De winst van innoveren (www.eib.nl)

Algemene BouwplaatsKosten (ABK) van B&U-projecten 2010 (ARBOUW)

Productiviteit en strategie (www.eib.nl)

Bouwconcerns in beeld 2009-2010

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2011-2016

Restauratie en onderhoud van monumenten - marktverkenning tot 2015

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers (www.eib.nl)

Actuele situatie in de bouw - overzicht ten behoeve van de nieuwe woonvisie (www.eib.nl)

Dynamiek op de woningmarkt

De civiele betonbouw tot 2016 - ontwikkelingen op de markt en in de rolverdeling in het bouwproces (www.eib.nl)

Monumenten en corporaties - monumentenbezit en -beleid van corporaties (www.eib.nl)

Ziekteverzuim in de bouw 2010 (www.eib.nl)

Maatschappelijke woonagenda - van programmeren naar stimuleren

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2010 (ARBOUW)

Kantorenmonitor - analyse van vraag en aanbod (www.eib.nl)

MKBA Herstructurering Eemsdelta

Bedrijfseconomische kencijfers - b&u- en gww-bedrijven 2010 (www.eib.nl)

Kosten en baten van de bouw bbl-opleiding (www.eib.nl)

Overheid en markt; nieuw evenwicht in aanbesteden (www.eib.nl)

Dienstverlening van medeoverheden - quick scan onder architectenbureaus(www.eib.nl)

Infrastructuurmonitor - MIRT 2012 (www.eib.nl)

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 (www.eib.nl) Kostenmodel omgevingsrecht (www.eib.nl)

Page 28: Bedrijfs- economische kencijfers

26

Bouwen voor kwaliteit (www.eib.nl)

2012

Evaluatie stimuleringspakket woningbouw (www.eib.nl)

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012

Situatie op de Nederlandse hypotheekmarkt

Arbeid en scholing in de restauratiesector

Trends en ontwikkelingen in de wegenbouw tot 2017 (www.eib.nl)

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2012-2017

Bouwconcerns in beeld 2010-2011

Effecten van bezuinigingen in de infrastructuur (www.eib.nl)

Annuïtaire beperking hypotheekrenteaftrek (www.eib.nl)

Vitaliteit: van feit tot beleid (www.eib.nl)

Ziekteverzuim in de bouw 2011 (www.eib.nl)

Landelijke samenvatting kantorenmonitor (www.eib.nl)

Stedelijke ontwikkeling en infrastructuur (www.eib.nl)

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2011 (ARBOUW)

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers (www.eib.nl)

Gemeentefinanciën, voorzieningen en ruimtelijke investeringen in krimpgebieden (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Noord Nederland (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Oost Nederland (www.eib.nl)

Kantorenmarkt provincie Utrecht (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Noord-Holland en Flevoland (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Zuid-Holland (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Zeeland (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Noord-Brabant (www.eib.nl)

Kantorenmarkt Limburg (www.eib.nl)

Verkiezingsprogramma’s - gevolgen voor de woningmarkt en de bouwproductie (www.eib.nl)

Bouwen voor de zorg (www.eib.nl)

De bouw in 2020 (www.eib.nl)

Page 29: Bedrijfs- economische kencijfers

27

Inventarisatie projecten Noord-Holland Noord 2013 (www.eib.nl)

Bouwschoolverlaters (www.eib.nl)

Perspectief voor de funderingsbranche (www.eib.nl)

Bouw in beeld 2011-2012

Regeerakkoord en woningcorporaties (www.eib.nl)

Infrastructuurmonitor MIRT 2013 (www.eib.nl)

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2009-2011 (www.eib.nl)

Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2011 (www.eib.nl)

Marktstudie AFNL 2012-2017

Page 30: Bedrijfs- economische kencijfers

28

Page 31: Bedrijfs- economische kencijfers

29

Economisch Instituut voor de Bouw

Basisweg 101043 AP Amsterdam

Postbus 582481040 HE Amsterdam

t (020) 583 19 00f (020) 583 19 99

[email protected]

Desktop publishing: Margo Wakidjan-Nijbroek, EIB

Page 32: Bedrijfs- economische kencijfers

Basisweg 101043 AP Amsterdam

Postbus 582481040 HE Amsterdam

t (020) 583 19 00f (020) 583 19 99

[email protected]