OmgevingsdienstWest-Holland

Bedrijf & Milieu

Januari 2013

Bedrijf & Milieu bevat informatie over regelgeving en duurzaamheid voor ondernemers in de regio Holland Rijnland

Inhoud van dit nummer: p.1 Mobiliteitsmakelaar start in Leidse regio | Veranderingen regelgeving stookinstallaties | p.2 Informatiebrochures Activiteitenbesluit | Controle bij vuurwerkevenementen | Nieuwe vormen van handhaven | p.3 Gevolgen Activiteitenbesluit voor tuinbouwbedrijven | Geluidsreductieplan haalt industrieterreinen van het slot |p.4 Goed bezig: Vlietland College in Leiden

Per 1 januari 2013 vervalt het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties. De regelgeving rond stookinstallaties is vanaf dat moment opgenomen in het Activiteitenbesluit. Deze wijziging heeft onder andere gevolgen voor het keuren van sommige stookinstallaties. De definitie van stookinstallatie is veran-derd. De nieuwe definitie is: ‘technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd teneinde de opgewekte warmte te gebruiken’. Door de verandering van de definitie komen verschillende soorten installaties onder het keuringsregime te vallen, zoals luchtverhitters, thermische olieketels en ovens.Wanneer kleine stooktoestellen worden samengevoegd tot één grote stookinstallatie(cascadesystemen) en het totale vermo-

gen van deze installatie boven de 100 kW komt, dan is periodieke inspectie wettelijk verplicht. De periodieke inspectie kan uit-sluitend worden uitgevoerd door bedrijven die beschikken over een erkenning van de SCIOS (Stichting Certificatie Inspectie en Onderhoud Stookinstallaties). De lijst met erkende bedrijven is te vinden op www.scios.nl. De Omgevings-dienst controleert of de periodieke inspec-ties door erkende bedrijven plaatsvinden.

Zie voor meer informatie over wetgeving rond stookinstallaties www.infomil.nl.

Het keuringsregime is als volgt:

Vermogen Gasgestookte installaties Niet-gasgestookte installaties < 20 kW Geen verplichte inspectie Geen verplichte inspectie 20-100 kW Geen verplichte inspectie Tenminste eens per 4 jaar > 100 kW Tenminste eens per 4 jaar Tenminste eens per 2 jaar

Mobiliteits-makelaar start in Leidse regioHet programma Beter Benutten van minister Schultz van Haegen is in 2011 opgezet om de bereikbaarheid en daarmee de aantrekkelijkheid van stedelijke regio’s te verbeteren.

Uit onderzoek blijkt dat in de Leidse regio, met name in de Grote Polder in Zoeter-woude en het BioScience Park in Leiden, mogelijkheden zijn om verkeerscirculatie te verbeteren. Daarom is Bas Witte van MOTION mobiliteitsadvies aangesteld als mobiliteitsmakelaar voor de regio. Als mobiliteitsmakelaar stimuleert hij bereik-baarheidsmaatregelen, zoals het gebruik van openbaar vervoer, fietsbereikbaarheid, etc.

De komende tijd versterkt Witte de contac-ten met bedrijven en bedrijvenverenigingen om samen maatregelen te nemen die de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen verbeteren. Samen met het parkmanage-ment van de bedrijfsvereniging van Grote Polder in Zoeterwoude organiseert hij bij-voorbeeld een case voor pendelvervoer. Ook kijkt hij naar mogelijkheden om het gebruik van fiets en openbaar vervoer te stimuleren. Al deze maatregelen moeten bijdragen aan vermindering van files op de A4 en A44.

Veranderingen regelgevingstookinstallaties

Nieuwe vormen van handhavenMinder administratie en minder toezichtslast: een wens van veel bedrijven en het streven van de overheid.

De afgelopen jaren heeft de overheid de administratieve rompslomp rondom ver-gunningen verminderd door de invoering van de Wet algemene bepalingen omge-vingsrecht (Wabo). De Wabo zorgt ervoor dat ondernemers slechts één vergunning nodig hebben voor meerdere activiteiten.

Ook aan het terugdringen van de toezichts-last werkt de overheid hard. Hiervoor zijn de uitvoeringsprogramma’s Programma Uitvoering met Ambitie (PUmA) en Pro-gramma Informatieuitwisseling Milieu-handhaving (PIM) bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu gestart.

Regionale uitvoeringsdienstenPUmA zorgt dat de kwaliteit en professio-naliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving op een hoger peil gebracht worden en de samenwerking tussen de verschillende overheidsdiensten verbetert. Dit gebeurt door vergunningverlening en toezicht op milieugebied centraal bij zogenoemde regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) onder te brengen. In de regio Holland Rijnland is dat de Omgevingsdienst West-Holland.

Informatiegestuurd handhavenDe Omgevingsdienst heeft de ambitie van de overheid overgenomen. Zij streeft naar meer gerichte inzet van mensen en midde-len door nieuwe vormen van toezicht. Eén van deze vormen is Informatie Gestuurd Handhaven (IGH). Toezicht-houders gaan gerichter controleren dankzij structurele samenwerking tussen verschil-lende overheidsdiensten en verankering hiervan in PIM. PIM zorgt voor een informatie-uitwisselingsysteem waarmee handhavende instanties elektronisch infor-matie uit kunnen wisselen. Dit betekent dat bedrijven die de wet- en regelgeving goed naleven minder toezicht krijgen en bedrij-ven die dat niet doen vaker gecontroleerd worden.

Ketentoezicht grondstromenEen ander voorbeeld van vernieuwd hand-haven is het project ketentoezicht grond-stromen, zoals toegelicht in Bedrijf & Milieu editie juli. In samenwerking met Omge-vingsdienst Midden-Holland, de provincie Zuid-Holland en politie Hollands Midden controleert de Omgevingsdienst in 2013 een aantal grondlocaties en -bedrijven op onder andere opslag en transport van grond. Overtredingen worden zowel bestuurs- als strafrechtelijk vervolgd.

Informatiebrochures Activiteitenbesluit

Op www.rijksoverheid.nl zijn in het najaar van 2012 drie nieuwe informatiebrochures over het Activiteitenbesluit gepubliceerd.

Dit zijn de brochures Activiteitenbesluit metaalrecycling, Activiteitenbesluit gemeentewerven en Activiteitenbesluit autodemontage. Deze brochures zijn gericht op afval-gerelateerde bedrijven. In de brochures staat informatie over specifieke juridische vereisten en milieuaspecten bij de betref-fende branche, bijvoorbeeld de vergun-ningplicht, de meldingsvereisten en het bevoegd gezag. Eerder dit jaar verschenen al informatiebrochures over woon- en verblijfsgebouwen, horecabedrijven, druk-kerijen en de onderwerpen geluid, lucht en bodembescherming.

Alle informatiebrochures zijn te vinden op: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/activiteitenbesluit/documenten-en-publicaties.

In 1991 zijn door een Koninklijk Besluit vijf industrieterreinen in Alphen aan den Rijn en één in Rijnwoude gezamenlijk gezoneerd.

Voor bedrijven op de gezoneerde industrie-terreinen geldt dat nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen bij bestaande bedrijven alleen toegestaan zijn als de wettelijke geluidsgrenzen niet worden overschreden. De gezoneerde industrieterreinen in Alphen aan den Rijn en Rijnwoude zitten daardoor ‘op slot’.

GeluidsreductieplanOm de industrieterreinen ‘van het slot’ te krijgen, wordt gebruik gemaakt van de Wet geluidhinder die met de invoering van de Crisis- en herstelwet in 2010 is aangepast. Zo kan in situaties waar de geluidsnorm wordt overschreden een geluidsreductie-plan opgesteld worden.

De Omgevingsdienst heeft in samenwer-king met de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude een geluidsreductieplan opgesteld. In dit plan staat dat de geluids-ruimte die bedrijven in een gezoneerd gebied niet gebruiken beschikbaar wordt voor nieuwe bedrijfsontwikkelingen. Hierbij worden de totale wettelijke grenswaarden op de zonegrens en bij woningen nageko-men, zodat de woon- en leefkwaliteit in de

omgeving van de industrieterreinen niet afneemt. Uit het geluidsreductieplan blijkt verder dat op dit moment geen fysieke maatregelen –zoals geluidsschermen– nodig zijn voor geluidsreductie, zodat er geen financiële gevolgen zijn voor de bedrijven.

Per 1 januari 2013 vallen vrijwel alle tuinbouwbedrijven (glastuinbouw, bollenteelt en boomteelt) onder het nieuwe Activiteitenbesluit. Vanaf die datum vervallen het Besluit glastuinbouw en het Besluit landbouw milieubeheer. Bedrijven vragen voor wijzigingen zoals het verbouwen of uitbreiden van hun bedrijf geen vergunning meer aan. Ook de papieren meldingsformulieren zijn voor wijzigingen of nieuwbouw niet meer nodig. Tuinbouwbedrijven kunnen deze wijzigin-gen vanaf 1 januari vier weken van tevoren digitaal melden via http://aim.vrom.nl. Dit was voorheen acht weken.

Voorschriften In het nieuwe Activiteitenbesluit zijn alle voorschriften voor tuinbouwbedrijven opgenomen. Ten opzichte van de voor-schriften van het Besluit glastuinbouw en het Besluit landbouw milieubeheer zijn onder andere de volgende kleine wijzigingen opgenomen:

1 Als een glastuinbouwbedrijf brijn (zout water) loost in de bodem wordt de verleende ontheffing voor de lozing verlengd tot 1 juli 2022. Het bedrijf moet voor gietwater wel beschikken over een hemelwateropvangvoorziening van ten minste vijfhonderd kubieke meter per hectare.

2 De geluidsnorm voor solitair gelegen glastuinbouwbedrijven die voorheen on-der het Besluit glastuinbouw vielen, wordt verlaagd naar 45 dB(A) in de dagperiode. Voor bedrijven in een glastuinbouw-

Geluidsreductieplan haaltindustrieterreinen van het slot

Gevolgen Activiteitenbesluit voor tuinbouwbedrijven

Controle bij vuurwerkevenementen

De Omgevingsdienst controleert jaarlijks in december de opslag en verkoop van vuurwerk door bedrijven in de regio. Vanaf dit jaar heeft de dienst een aanvullende taak overgenomen van de provincie Zuid-Holland: de controle bij vuurwerk-evenementen.

De Omgevingsdienst controleert bij evene-menten zoals Leids ontzet, Koninginnedag, Bevrijdingsdag, dorpsfeesten of andere gele-genheden waarbij vuurwerk wordt gebruikt. Het aantal evenementen waarbij vuurwerk gebruikt wordt, neemt de laatste jaren aan-zienlijk toe. In december organiseren veel vuurwerkverkooppunten een demonstratie voor geïnteresseerd publiek.

Mooie én veilige vuurwerkshowsDe vuurwerkcontroles staan sterk in het teken van de (openbare) veiligheid. Zo wordt het soort vuurwerk, de hoeveelheid en de afstand van het vuurwerk tot het publiek nauwlettend in de gaten gehouden. Alle controles zijn erop gericht de shows op een zo mooie en veilig mogelijke manier te laten verlopen waarbij alle wetten en regels worden nageleefd.

gebied blijft de norm van 50 dB(A) gelden.3 De saneringstermijn voor het opslaan van

brandstof in bovengrondse dieselolietanks zoals genoemd in artikel 6.10 is verlengd tot 1 januari 2015.

4 Er mag bij het lozen in oppervlaktewater geen visuele verontreiniging plaatsvinden.

5 Om lichthinder door assimilatiebelich-ting te voorkomen, zijn enkele nieuwe regels opgesteld. Het voornemen is om de donkerteperiode stapsgewijs te verlengen en parallel daaraan de nanacht stapsgewijs af te bouwen. Voor bestaande bedrijven en bedrijven met een glasopstand kleiner dan 2.500 vierkante meter zijn overgangster-mijnen opgenomen.

6 De registratieplicht voor lozingen blijft bestaan. Dit geldt ook voor substraattelers die drainwater lozen. Jaarlijks moeten de gegevens –bij voorkeur digitaal– voor

1 mei worden gerapporteerd aan de Stichting UO-IMT.

DownloadsHet Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn te downloaden via www.rijksoverheid.nl/activiteitenbesluit.

Het definitieve geluidsreductieplan wordt naar verwachting begin 2013 vastgesteld. Hiermee zijn de industrieterreinen‘van het slot’ en zijn nieuwe economische ontwikkelingen weer mogelijk binnen de voorschriften van het geluids-reductieplan.

Meer informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer V. Kartak van de Omgevingsdienst via 071-4083261 of v.kartak@odwh.nl.

‘In 2005 zijn we van twee grote verwarmingsketels overgegaan naar een cascadesysteem met zes kleine ketels. Hiervan hoeft vaak maar de helft aan. We besparen daardoor dertig procent aan energieverbruik. Dit jaar kregen we € 28.000,- terug op ons gasverbruik, doordat we van ruim 80.000 kubieke meter terug zijn gegaan naar ruim 54.000 kubieke

meter. Naast het feit dat het ons een grote besparing oplevert, is het nieuwe systeem ook bedrijfszekerder. Als één van de ketels kapot gaat, hebben we nog vijf andere. Verder kunnen de ketels in vermogen wisselen, terwijl de oude ketels alleen uit of aan konden. De investering in het cascadesysteem verdienen we als het goed is binnen tien jaar terug.’

NatuurkundeproefjesRolink ziet voor zijn school een voorbeeld-functie weggelegd richting leerlingen. ‘We hebben tl-buizen vervangen door hoog-frequente verlichting met spiegelarmaturen. Door de weerspiegeling van de spiegels in deze verlichting hebben de lampen minder vermogen nodig. De leerlingen hebben bij natuurkunde proefjes gedaan met verschil-lende soorten verlichting, waardoor ze zich

ook bewust zijn van het verschil in verbruik tussen bijvoorbeeld een gloeilamp en LED-verlichting. Verder hebben we bewegings-sensoren in lokalen, zodat het licht uit gaat als het lokaal niet gebruikt wordt.’

ZonnepanelenUit de controle van de Omgevingsdienst bij het Vlietland College kwamen enkele verbeterpunten, bijvoorbeeld dat de school keukenboilers uit kan zetten na werktijd. Rolink: ‘Ik denk dat we van de oudere scholen voorop lopen met energiebespa-

ringsmaatregelen. Veel collega’s zijn bezig met energiebesparing, maar zijn afhanke-lijk van hun gebouw en financiële positie. Verder helpt het dat ik het leuk vind om met energiebesparing bezig te zijn. Ik ga naar beurzen en lees vakbladen om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen. Ik kijk bijvoorbeeld met interesse naar de ontwik-kelingen rond zonnepanelen. Zonnepanelen worden steeds goedkoper en krijgen steeds meer vermogen, maar hebben op dit mo-ment nog een terugverdientijd van tien jaar.’

Sturen op verbruik‘Ons elektriciteitsverbruik kan ik online inzien bij Nuon, zodat we scherp kunnen sturen op besparingen. Samen met de ICT-afdeling probeer ik ons dalverbruik verder naar beneden te brengen. Zo willen we de spanning van computermonitoren halen als ze niet gebruikt worden en vragen we schoonmakers de verlichting selectief aan te doen.’

MarktverkenningRolink adviseert collega’s om de duurzaam-heidsmarkt goed te verkennen. ‘Oriënteer je breed en geloof niet het verhaal van één leverancier. Als je de markt kent, kun je dit advies checken. Als hij dan zegt dat de terugverdientijd van een zonnepaneel zes jaar is, dan weet je dat dit niet klopt.’

De Omgevingsdienst heeft in de afgelopen maanden 27 middelbare scholen in de regio Holland Rijnland bezocht. Tijdens deze bezoeken is getoetst of de scholen de energiemaatregelen genomen hebben die op grond van milieuwetgeving verplicht zijn. Het Vlietland College in Leiden viel op, omdat de school op eigen initiatief flink investeert in energiebesparing. Frans Rolink, hoofd facilitaire zaken, vertelt enthousiast over alle besparingsactiviteiten.

Goed bezig In deze rubriek aandacht voor organisaties die duurzaam ondernemen.

Vlietland College in Leiden

Met interesse kijk ik naar de ontwikkelingen

rond zonne-panelen.

Uitgave van Milieucommunicatie Holland Rijnland, een samenwerking van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude en de Omgevingsdienst West-Holland | Ontwerp en productie: Stern/Den Hartog & De Vries | Fotografie: Omgevingsdienst West-Holland | Eindredactie: Marjolein Walsmit-Brouwer, Omgevingsdienst West-Holland, info@odwh.nl, Postbus 159, 2300 AD Leiden, telefoon 071-4083600 | www.odwh.nl | Oplage: 9.900