BDW - editie 1274
-
Upload
brusselnieuwsbe -
Category
Documents
-
view
259 -
download
2
description
Transcript of BDW - editie 1274
N° 1274 VAN 7 TOT 14 APRIL 2011 ¦ WEEK 14: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: [email protected]
Ook voorrang in middelbaar
D e voorbije drie jaar moch-ten de Lokale Overlegplat-forms (LOP) experimente-
ren met aanmeldingssystemen om de wachtrijen bij de inschrijvingen weg te werken. Dit leidde in Brussel tot steeds wisselende regelingen. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) beloofde de re-gels van aanmelding en inschrijving decretaal vast te laten leggen en zo stabiliteit te bieden. Uiteindelijk zijn het enkele Vlaamse parlementsleden van SP.A, CD&V en N-VA die zopas een voorstel van decreet indienden. Met dit voorstel willen ze bereiken dat de scholen een sociale mix worden, maar ook
dat in Brussel de Nederlandstaligen alle kans op inschrijving hebben.Nu al hebben de Nederlandstali-gen een voorrang ten belope van 55 procent in het basisonderwijs. In het voorstel van decreet wordt dit nog wat uitgebreid. Als er meer broertjes en zusjes dan vrije plaat-sen zijn, dan komen de Nederlands-talige broertjes en zusjes het eerst aan de beurt. Bovendien krijgen Ne-derlandstaligen ook voorrang in het secundair. De volgorde wordt daar als volgt: eerst broers en zussen, dan Nederlandstaligen, dan – een nieuwe categorie – de kinderen van het personeel, daarna, ook nieuw, de leerlingen uit de basisschool op
BRUSSEL – Nederlandstalige kinderen krijgen ook voorrang bij inschrijving in het secundair onderwijs. Dat is een van de nieuwigheden uit het voorstel van decreet dat enkele Vlaamse parlementsleden van de meerderheid indienden.
Onderwijs > Voorstel van decreet breidt voorrang voor Nederlandstaligen uit
Inkomens-ongelijkheidin Brussel
LEDE – Vier zevendejaars Integrale Veiligheid van het Anderlechtse Sint-Guido-Instituut rijden met de gocart van Brussel naar Blankenberge, waar ze woensdag aankomen. Joachim, Steven, Mathias en Antony doen dat om geld in te zamelen voor de
© S
AS
KIA
VAN
DE
RS
TICH
ELE
WOUTER DEPREZ IN KVS, TUSSEN TEDERHEID EN PRETENTIEEn ook: Jane Alexander, Max!mal Bl!ndman en het Biff f.
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
de campus, en dan de rest. In het basisonderwijs zullen eerst broers en zussen, daarna Nederlandstali-gen, vervolgens kinderen van per-soneel en dan de overige kinderen aangemeld en ingeschreven kunnen worden.Hoe zit het dan met die sociale mix? Nu hebben Brusselse GOK-leerlingen, op hetzelfde moment als de Nederlandstaligen, een voorrang van dertig procent. In het nieuwe voorstel moeten de LOP’s een sys-teem uitwerken dat ervoor zorgt dat het aandeel GOK-leerlingen in de scholen overeenstemt met het per-
centage kansarmen in de buurt. Op de ene plek zal daarom voorrang ge-geven moeten worden aan kansar-men, op de andere aan kansrijken, maar dat gebeurt in elk geval pas nadat de Nederlandstaligen gebruik hebben kunnen maken van hun voorrang. “Het LOP mag daarbij zelf beslissen of er een verhouding voor heel Brussel vastgelegd wordt en of er per gemeente gediversifi eerd wordt,” zegt Paul Delva (CD&V), een van de indieners van het voorstel. “In een kansrijke gemeente zou er dan een lager GOK-percentage gel-den dan in een kansarme gemeente.
We willen dat de school een afspie-geling is van de buurt.”Brussels SP.A-parlementslid Jef Van Damme verwacht dat de kwestie opnieuw voor fl inke discussie bin-nen het LOP zal zorgen. “Over de andere voorrangsregels zijn de kno-pen wel doorgehakt, en dat is een goede zaak.” De stuurgroep van het LOP vergadert later deze week over het voorstel. Voorzitter Dimokritos Kavadias vreest alvast dat de dese-gregatie die de laatste jaren dankzij het GOK-decreet werd ingezet, weer een halt wordt toegeroepen. Bettina Hubo
ADVERTENTIE ADVERTENTIE ADVERTENTIE
Meer info, zie pagina 18
55040_TEASER BrusDezeWeek_BP.indd 1 28/03/11 10:03
Ga snel naar
pagina
32 en 33
DB1
1/72
5221
C1
Polo vs. Pomp Ontdek de uitslag op pag 34
DB
21/7
2750
1C1
ONDERWEG NAAR HAÏTI
Inkomens-ongelijkheidin Brussel
< 20.000 euro< 20.000 - 25.000 euro< 25.000 - 30.000 euro> 30.000 euro
BRUSSELJETTE
GANS-HOREN
SINT-AGATHA-
BERCHEM
SINT-JANS-MOLENBEEK
KOEKEL-BERG EVERE
SCHAARBEEKSINT-JOOST-TEN-NODE
SINT-LAMBRECHTS-
WOLUWE
SINT-PIETERS-
WOLUWE
ETTER-BEEK
BRUSSEL
ANDERLECHT
VORST
SINT-GILLIS
UKKEL WATERMAAL-BOSVOORDE
OUDERGEM
ELSENE
07 0411
Rijken makenhet verschilLEES PAGINA 6
SINT-JOOST-TEN-NODE
actie van Broederlijk Delen in Haïti. De tocht wordt gesponsord door leerlingen, ouders, leerkrachten en door enkele stagebedrijven. De jongens verkopen onderweg mattentaartjes en slapen in jeugdherbergen. NK
BDW 1274 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Is deze knuffel in de Belliardstraat van u? Breng dan een ladder mee als u hem terug wilt. © SASKIA VANDERSTICHELE
DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE
Een probleem van alle seizoenen
Uitgelicht > Winter voorbij, opvang gaat dicht
W at heeft het voorbije jaar gebracht? In de lente van 2010 logeerden in het
Noordstation bij de intrede van de dooi een aanzienlijk aantal daklo-zen en asielzoekers, wat leidde tot taferelen, een ontwikkelingsland waardig. Augustus van datzelfde jaar: in het Maximiliaanpark, op een boogscheut van het Noordsta-tion, verrijst een heuse bidonville die een kleine maand blijft staan; een stad gebouwd met stadsmeubilair, tenten en afval. Wie er nog aan twij-felde, ziet nu met eigen ogen tafere-len van buiten Europa.Najaar 2010: vroege vorst eind no-vember. Weer van dattum, weer het Noordstation. Daklozen en asiel-
zoekers slapen in het CCN-gebouw tussen de treinreizigers. Een Neder-landse journalist die de schrijnende Belgische toestanden wil optekenen, wordt door de politie aangehouden. En dan, in december 2010: Brus-sels OCMW-voorzitter Yvan Mayeur (PS) kondigt aan dat het Belgische asielbeleid gefaald heeft. Niet on-zinnig, want in de hoofdstad (ook elders, maar vooral in de hoofdstad) snijden de assen armoede, asiel en dakloosheid elkaar, culminerend in een punt waar weinigen nog zicht op lijken te hebben.
Geen coördinatieDe balans, volgens het Belgian Anti-Poverty Network, een koepelorgani-
satie die het Belgische middenveld groepeert in zijn strijd tegen ar-moede: Brussel doet het beter, maar er wordt bij het begin van de winter nog altijd onduidelijk gecommuni-ceerd over waar er opvang is, hoe men daar geraakt en wie ervoor in aanmerking komt. Het BAPN richt zich vooral op daklozen, maar ver-meldt in zijn besluit ook dat opvang van asielzoekers onvermijdelijk tot het takenpakket behoort. De officiële nachtopvang in Brus-sel wordt georganiseerd door één organisatie: Samu Social, waarvan Yvan Mayeur trouwens voorzit-ter is. Daarnaast maakt het BAPN melding van elf privé-initiatieven en zeventien sociale restaurants, die zonder coördinatie los van elkaar opereren. Ten slotte, misschien het meest kernachtige: er was een capaciteitsprobleem, stelt het net-werk.De eisen van het BAPN aan de ver-schillende politieke niveaus zijn: een gecentraliseerde opvang, een
uniform systeem. Noodopvang, al-tijd en overal, voor alle mensen, of ze nu asielzoeker, dakloze of drug-gebruiker zijn.Maar er is een maar. Ondanks het feit dat OCMW-voorzitter Yvan
Mayeur toegeeft dat er een probleem is met asielopvang, dat het aantal daklozen in Brussel stijgt, ondanks het feit ook dat staatssecretaris Phi-lippe Courard (PS) toegeeft dat het zo niet verder kan, de toestroom van
JEF BURM, G’HET ONS ÈT GESTOULE
BRUSSEL – Nu zaterdag wordt acteur en woordkunstenaar Jef Burm (1923-2011) begraven in zijn geboortestad Sint-Niklaas.
Burm was geen Brusselaar, maar wel Brusseleir van ’t Joer (2004), Brussels cabaretier tijdens het Gala van het Brussels en zanger van dialectliedjes in de Weik van ’t Brussels. Kortom, ne pee van hee, ook al woonde hij decen-nialang in het naburige Meise (van 1971 tot zijn opname in een rusthuis in Sint-Pieters-Leeuw). Waarom denken generaties Brus selaars dan dat Burm een Brusselaar was? Omdat hij zich als geen andere niet-Brusselaar met gul enthousiasme de streek-taal eigen maakte, in acteerwerk en chansons.Het begon nochtans anders. Van het Reizend Volkstheater (1949-’51) ging hij naar de open-bare omroep, waar hij de luiste-raar met spelletjes aan de radio kluisterde. Van een geaffecteerd Nederlands – ABN was toen een must voor een hele acteursgene-ratie – ging het naar revues met Denise De Weerdt, Anton Peters en Connie Neefs.
Witte van BrusselDoor tv-series als Slisse en Cesar, Het pleintje en De paradijsvogels ging Burms ster pas echt schit-teren. Als ervaren senior-acteur werd hij ook gecast in de Gaston & Leo-film Zware jongens (1984), in Boerenpsalm (1989) van Ro-land Verhavert en in Blinker en het Bagbag-juweel (2000), naar het jeugdboek van Marc de Bel. Maar vooral op de planken was de ‘Witte van Brussel’ een on-geëvenaard talent, altijd te vin-den voor zwans en een lach. In de eerste productie van het Brus-sels Volkstejoêter (begin van deze eeuw) schitterde de frêle Burm als Madame Chapeau, in het vaudevillestuk Bossemans en Coppenolle: een van de moeilijk-ste vrouwenrollen voor heren uit het klassieke komedierepertoire. Een straatsculptuur van dit type-tje (hoek Mussen- en Zuidstraat) herinnert de Brusselaars voor eeuwig aan Burm. En natuurlijk zijn er ook nog de opnamen van zijn stem, onder meer in ‘Brus-sel, g’het main èt gestoule, van de Nord tot de Midi’.� Jean-Marie�Binst
IN MEMORIAM
BRUSSEL – Nu het weer warmer wordt, maakt een koepel van middenveldorganisatie de balans op van de voorbije opvangwinter. De hoofdstad heeft beter ge-zorgd voor daklozenopvang, klinkt het, maar er is nog altijd een fundamenteel gebrek aan coördinatie. Over opvangproblemen buiten de winter wordt niet gerept.
Met de tentenkampen en de opvang in het Noordstation lijkt een grens overschreden
© B
AR
T DE
WA
EL
E / IMA
GE
DE
SK
.BE
BDW 1274 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 APRIL 2011 WEEKOVERZICHTWOENSDAG�30�MAARTJuSTiTiEpAlEiS�ANDERS. Een internationale wedstrijd levert 194 nieuwe ideeën op voor het Justitiepaleis. De federale regering besliste tijdens het Belgische EU-voorzitterschap in 2010 de wed-strijd te lanceren. Het prijzengeld van 60.000 euro wordt verdeeld tussen de verschillende laureaten.
DONDERDAG�31�MAARTREchTEN�iN�TWEE�TAlEN. De uitwisselingsovereenkomst tussen de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) en de Facultés Uni-versitaires Saint-Louis (FUSL) wordt plechtig ondertekend. Daardoor kunnen de studenten van de HUB vanaf september kiezen voor een rechtenopleiding in twee talen. Naast de Nederlandstalige colleges van de HUB kan er ook in het Frans les gevolgd worden aan de FUSL.
VRiJDAG�1�ApRilZEVENTiEN�SchOlEN. Brussels minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD) dient zeventien schooldossiers in bij zijn Vlaamse colle-ga Pascal Smet (SP.A). Vanraes vraagt dat de Vlaamse regering tegen 2013 bijna 36 miljoen euro in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel pompt. Er moeten dringend 1.500 plaatsen bijkomen.
BRuSSEl�EcOhOOfDSTAD. Als erkenning voor hun milieu-inspanningen ontvangen 38 Brusselse ondernemingen een ecodyna-misch label van de Brusselse regering. Daarvan worden zestien labels voor het eerst toegekend; 22 labels worden verlengd. Twee bedrijven behalen de hoogste categorie voor hun inspanningen.
DE�STRAAT�Op.�Het einde van de winter betekent ook het einde van de win-teropvang voor daklozen. Voor meer dan vierhonderd mensen, onder wie steeds meer vrouwen, wil dat zeggen dat ze vanaf vanavond op straat moeten slapen.
ZATERDAG�2�ApRilScOuTS�TE�fiETS. Vanaf de middag bezetten scouts uit heel België het Ter Kamerenbos voor de 24 uur fietsen. Elke groep zal proberen in een etmaal zoveel mogelijk rondjes te fietsen. De fiets-marathon zit dit jaar aan zijn 25ste editie.
KOERDEN�ROEREN�Zich. 1.700 mensen nemen deel aan een Koerdische manifestatie in het centrum van de stad. De gemoederen raken even verhit wanneer Turkse handelaars de betogers uitjouwen op het De Brouckèreplein. De jongeren worden door de ordediensten gekalmeerd. Niemand wordt aangehouden.
ZONDAG�3�ApRilpAARS-WiT�VERliEST. Op de eerste dag van de play-offs in het voetbal verliest Anderlecht met 1-3 van Standard. De Luikenaars, die nochtans met de B-ploeg beginnen en Defour en Witsel op de bank laten, zijn de hele match baas op het veld. Hoewel Anderlecht de play-offs als leider begon, neemt Genk de koppositie van paars-wit over.
MAANDAG�4�ApRilfRANSTAliGE�fEDERATiE. Het zat er al een tijdje aan te komen en het is nu ook zo ver: de Franse Gemeenschap wordt versneld om-gedoopt tot Fédération Wallonie-Bruxelles. Het initiatief komt er na-dat Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) in een weekend-interview in La Libre Belgique zegt dat Brussel nooit een volwaardig Gewest kan worden. Beide kampen spreken van provocaties.
DiNSDAG�5�ApRilGROENE�Wifi�VOOR�DE�BlAuWEN. Drie MR-leden dienen een voorstel van ordonnantie in bij het Brussels parlement. MR wil in de nabije toekomst Brusselse parken uitrusten met een gratis draadloze internetverbinding. Gratis wifi is volgens de Franstalige liberalen een basisbehoefte van de moderne samenleving.
‘SEpARATiSME’. Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) noemt de omvorming van de Franse Gemeenschap tot Waals-Brus-selse Federatie ‘separatisme’. Volgens de christendemocrate is de demarche van een dag eerder ongrondwettig. Binnen de Brusselse regering is er al geruime tijd onenigheid tussen CD&V en PS. Volgens de Franstalige socialisten gedraagt de Vlaams-Brusselse christen-democratie zich niet Brussels genoeg.
� Samengesteld�door�Noémie�Kowalczyk��en�christophe�Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK
ROND OP
Tentenkampen ’s zomers, slaapzalen in grote sta tions in de lente: opvang is het jaar rond nodig.
asielzoekers, en ondanks de sociale bekommernis van het middenveld, lijkt er onlangs een grens overschre-den. Een stille grens.Die grens, dat zijn tentenkampen in de zomer, slaapzalen in grote treinsta tions in de lente. Dat zijn structurele problemen, niet alleen ’s winters.Een deel van het probleem, dat is de buurtbewoner die oude matras-sen naar een tentenkamp brengt en zegt: “Dat is zo in een grootstad, dat mensen uit de boot vallen, en
dat gaat er ook niet op verbeteren.” Dat probleem is ook de politieman die vertelt dat het fifty-fifty is met de toestroom havelozen die opvang zoeken: vijftig procent daklozen en vijftig procent asielzoekers die willen blijven proberen. Als een voldongen feit, als een noodzakelijk iets.De journalist die naar het tenten-kamp afzakt, een paar beelden maakt, en weer weg gaat. De pen-delaar die nauwelijks opkijkt in de centrale hal van het Noordstation,
op weg naar zijn trein. En de stede-ling die nerveus om beleid roept. En misschien, heel misschien toch ook de sociale werker die zegt dat er al-tijd en overal opvang moet zijn, zon-der een lijn te trekken wie het meest behoeftig is.En wat te denken van Yvan Mayeur, die zegt dat het goed gaat met onze sociale zekerheid? Terwijl hij de toevloed van asielzoekers die zijn OCMW overspoelen, heeft aange-klaagd.� christophe�Degreef�
Ik geef Anderlecht de goede raad om niet tot Pasen te wachten om te verrijzen.”
Voetbaljournalist Peter Vandenbempt vond Anderlecht afgelopen weekend de slechtste ploeg van Play-off I. Het verloor met 1-3 van Standard (op sporza.be).
De Stad Brussel is geobsedeerd door haar congres-centrum. Er valt niet mee te praten.”
Thierry Meeùs, eigenaar van Océade en Mini-Europa, in Le Soir. De toeristische trekpleisters moeten eind augustus 2013 wijken voor het Neo-project van de Stad Brussel.
Heel soms duiken er aan de horizon verrassingen op. Verrassingen uit het oosten, in dit geval.Volgens de bevolkingscijfers van de gemeente Elsene wonen er momenteel tien Sovjets in de rode oase. Sovjets, u leest het goed. Mensen uit de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie? Die bestaat toch al lang niet meer? De Muur is al lang gevallen, Jeltsin beklom zijn tank en Poetin gaat heden ten dage jagen in Siberië. Maar in Elsene blijft de socialistische droom leven.
(10)HET
GETAL
© IVA
N P
UT
“
““Het gaat om mensen die voor 1989 in de Sovjet-Unie geboren zijn, en zich nooit hebben gemeld met een an-der paspoort van een ex-Sovjetstaat,” deelt men ons mee op de dienst Bevolking. “Dit betekent inderdaad dat ze in de cijfers nooit van nationaliteit veranderd zijn, en dus als Sovjet door het leven gaan.” Bewust of onbe-wust, dan.De dienst Bevolking van de gemeente Elsene nam onze vraag zeer serieus. Alle lof. Daags na de vraag klonk het dat de tien vergeten Elsense kameraden opgeroepen zullen worden om zich te melden op het partijsecr... ge-meentehuis, al dan niet met een paspoort waar de ge-meente geen weet van heeft. Om dan in de statistieken een andere nationaliteit te krijgen. cD�
BDW 1274 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Erfgoed > Myriam Serck (Koninklijk Instituut Kunstpatrimonium) na 42 jaar met pensioen
‘Laat de belastingbetaler zien wat we doen’
BRUSSEL – In mei verhuist het beschadigde monument van Everaard t’Serclaes voor studie en herstel naar het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK). Directeur-generaal Myriam Serck-Dewaide zal het niet meer meemaken: eind deze maand zet de ‘moeder aller beelden’ een punt achter haar 42-jarige carrière.
M yriam Serck behoort tot de laatste generatie conser-vators-restaurateurs die
‘in het atelier’ zijn gevormd, met po-lychrome sculpturen als haar dada. In de online fototheek van haar fe-derale wetenschappelijke instelling kunnen vandaag ruim een miljoen foto’s van 750.000 kunstobjecten geraadpleegd worden. Zo blijft er altijd een spoor van het Belgische patrimonium, ook na versnippering en verkopen.Op de drempel van haar pensioen vragen we Serck of er voor haar le-ven is na het KIK, en omgekeerd. “Ik heb hier heel mijn leven gewerkt,” vertelt ze. “Toen ik het KIK (het pand dateert van 1962, red.) bezocht tij-dens mijn studie kunstgeschiedenis aan de toen nog tweetalige universi-teit van Leuven, wist ik meteen wat ik wou doen: ‘Daar ga ik werken!’ In de zomer van 1969 – mijn thesis was nog niet af – vroeg ik de directeur, chemicus René Sneyers, of ik stage mocht komen lopen. Voor een his-toricus had hij geen werk, maar hij zocht iemand die cement rond een muurschildering wou wegschrapen. Ik nam het aan, voor iets van een tachtig frank per dag (equivalent van 2 euro, red.). En ik ben gebleven... De restaurateur voor muurschilde-ringen, die ik mocht helpen, kwam uit Litouwen. Hij had als mijnwer-ker zijn studie gefinancierd om in
Rome restauratietechnieken te gaan studeren. Later verhuisde ik naar het beeldhouwwerkatelier, onder leiding van de Duitse gravin Agnes von Ballestrem (1935-2007), die ons leerde hoe polychrome beelden in Duitsland onder handen werden ge-nomen. Na haar vertrek heb ik vanaf
1973 dat atelier overgenomen.” In 1999 werd Serck dan hoofd van de tien restauratieateliers.
Op een laatste werkdag komen de frustraties boven. Hebt u onvervulde dromen?Myriam Serck: “Tegenover alle realisaties verdwijnen die in het niets. Maar iets wat ik nooit heb kunnen klaren, is de restauratie van
het verwaarloosde interieur van de twaalfde-eeuwse burchtkapel van Edingen, La Chapelle Castrale (ver-bouwd door Filips van Kleef in 1514; nu staatseigendom, red.). Daar heb ik wel hartzeer van, ja. De kapel heeft zestiende-eeuwse glas ramen, ge-polychromeerde retabels, houtfrag-menten van retabels, schilderingen en een unieke poort. Het is een ware schatkamer. In mijn jeugd maakte ik mijn thesis over de kapelramen. De Koning Boudewijnstichting bezit het dossier; het geld is zelfs gereser-veerd. Toch blijven er hinderpalen, zoals de sluiting van de kapeltoren voor het publiek.”
Liggen er voor het KIK geen inter nationalere projecten in het verschiet?Serck: “We staan bekend van Dres-den en Parijs tot Indonesië en China. Vooral voor onze expertise in reta-bels en wandtapijten worden we gesolliciteerd. In 2010 hebben we een jaar lang met een internationale ploeg de voorstudie en een klein on-derhoud van ‘Het lam Gods’ in de Gentse Sint-Baafskathedraal uitge-voerd – de eerste restauratie dateert van 1951. Het is tijd voor een gron-dige restauratie door het KIK, un jour. Binnen het Topstukkendecreet zou dit moeten kunnen, als kanun-nik Ludo Collin, Vlaanderen, de provincie, de stad,... – als iedereen er samen wil voor gaan. Het draait zeker niet om geld alleen.”
U wou het KIK toch uitbreiden, met nieuwbouw?Serck: “Toen ik in 2005 directeur-generaal werd, dacht ik een nieuwe bibliotheek te bouwen. (Er kwam een
de Regie der Gebouwen is rond, voor een bouw tussen voorpand en gara-ges. Maar toen sloeg de crisis toe. Ik had nog graag meegemaakt dat het publiek meer toegang kon krijgen tot het kunstpatrimonium dat hier passeert. We hebben een expositie-zaal nodig, waar de belastingbetaler kan zien wat er met zijn of haar geld voor het erfgoed gebeurt. Zodra een belangrijk werk gerestaureerd is, zou het daar telkens een maand ge-toond kunnen worden.”
Waarvoor kan die aanbouw nog meer dienen?Serck: “We missen een atelier voor monumentale werken in brons en steen. De t’Serclaes van de Grote Markt, goed zeven meter hoog, moet nu in stukken binnenkomen. Gelijk-tijdig arriveren enkele grote barok-beelden en een retabel. Ons plaats-gebrek wordt dramatisch. Voor de microzandstraling met laserstraal ontbreekt een veilige, aparte kamer. In die nieuwbouw planden we ook een educatieve dienst, mét perso-neel, bij een kijkatelier of expositie-zaal. Ik hoop dat mijn opvolger het project kan realiseren.”
U spreekt nu over publieksparticipatie, maar dit jaar doet u bijvoorbeeld niet mee aan de Open Monumentendagen. Waarom?Serck: “Het KIK moet nu twee pro-cent besparen, en drie procent in 2012. Vorig jaar zag ik tijdens de Brusselse Open Monumentendagen voor het eerst het bezoekersaan-tal onder de duizend terugvallen. Hoe dat komt? Doordat de Monu-mentendagen gingen samenvallen
Myriam Serck-Dewaide (1946) woont in Sint-Pieters-Woluwe en bouwde sinds 1969 haar loopbaan uit in het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium, eerst als departementshoofd van het beeldhouwwerkatelier en sinds 2003 (definitief sinds 2005) als directeur-gene-raal. Ze vormde 95 Belgische en buitenlandse stagiairs in het sculpturenatelier (1973-’99) en leidde de restaura-tie en conservatie van 25 retabels, van meubilair uit kastelen en kerken en van architecturale decoraties (koninklijk paleis, Chinees Paviljoen,...).Serck gaf/geeft les aan La Cambre en het Institut National du Patrimoine van Frankrijk. Ze werkte voor het Louvre en andere Parijse musea, het Musée de Cluny en talloze Franse kerken. Serck is stichtend voorzitster van de Beroepsvereniging voor Conservators-Restau-rateurs van Kunstwerken (BRK). Op haar palmares staan 121 (inter)nationale publicaties en 32 tentoon-stellingen.
Myriam Serck
Winter 2008-’09: schade.
Hoe zou het zijn met... de schade in het Museum voor Oude Kunst?
© M
ICH
IEL
HE
ND
RYC
KX
Infotheek, maar die nam intern plaats af van ateliers, red.) Het dossier met
In een reservezaal, volgestouwd met 842 vijftiende- tot negentiende-eeuwse schilderijen (op paneel en doek), liet de luchtbevochtiger van Dalkia het op 21 november 2008 af-
weten – het was net voor een vries-winter. Precies 55 dagen later, op 14 januari 2009, kwam de schade aan het licht. Het technisch toezicht was uitbesteed aan het Brusselse Dalkia,
dat ook aan andere overheidsdien-sten klimaatregelaars levert. Het bedrijf had vanuit zijn dispatching op pc niets van de klimaatwis-sel gemerkt. Ook controle met een veiligheidsagent bleek niet nodig. Mu seumdirecteur Michel Draguet vroeg een EHBO-ploeg van het Ko-ninklijk Instituut voor Kunstpatri-monium (KIK) – per brief – om hulp.
Myriam Serck van het KIK stuurde zes experts. Volgens hun eerste vaststelling ging de schade van klei-ne tot meervoudige opstuwingen van de verflaag op de paneelschil-deringen van Vlaamse primitieven, waaronder ‘De passie’ (1544), een triptiek van Colin de Coter. De eer-ste dagen zweeg Draguet de zaak dood voor de pers, tot een infor-
BRUSSEL – Wat is de stand van zaken in het schadedossier Dalkia/Museum voor Oude Kunst? Die vraag stelden we ons nu de restauratie is begonnen aan de beschadigde werken in de reserves van het museum, een onderdeel van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.
“Geen bezwaar tegen een gewestelijke opdeling van het KIK, er is werk genoeg. Maar wat kosten drie KIK’s?”
BDW 1274 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
met autoloze zondag. Daar zijn wij, buiten het centrum, het slachtoffer van. Als ik zestig man personeel vier verlofdagen moet geven voor weinig publieksrespons, dan is de rekening snel gemaakt. Het KIK zal voortaan om het jaar participeren. Dit jaar doen we wel mee aan de Dag van de Onderzoeker.”
Intussen maakt de regering geen haast met de erkenning van het beroep van restaurateur. Wat vindt u daarvan?Serck: “Met de BRK, de tweetalige Beroepsvereniging voor Conserva-tors-Restaurateurs van Kunstvoor-werpen (Serck was stichtend voorzit-ster in 1991, red.), ijveren we voor de erkenning van die titel. Maar we krijgen tegenwind. Het erken-ningsdossier ligt bij de minister en wordt niet ondertekend, waarschijn-
lijk om dat lobbyende ambachtslui het afblokken. Nu kan iedereen zich restaurateur noemen. Er zijn privéondernemingen die prachtig werk leveren, zoals Manufactuur De Wit in Mechelen voor wandtapijten – al werken wij nog iets preciezer, waardoor we ook iets duurder zijn. Maar er zijn ook vele charlatans die het erfgoed verprutsen. Mocht onze demarche slagen, dan zouden be-schermde kunstobjecten en die van eerste categorie alleen nog behan-deld kunnen worden door gediplo-meerden. Lijkt logisch, niet? Spijtig genoeg zie ik nu nog veel catastro-fes, gewoon omdat mensen lukraak de telefoongids nemen. Ik hoop dat de nieuwe regering werk maakt van de beroepserkenning.”
Is er plaats voor het federale KIK in een institutioneel hertekend Belgisch landschap?
Serck: “Pleiten voor aparte insti-tuten voor kunstpatrimonium voor Brussel, Wallonië en Vlaanderen is een visie als een andere. Ik heb
geen bezwaar tegen een gewestelijk drievoud van het KIK. Werk op ons terrein is er voor het patrimonium uit alle gewesten genoeg. Maar wat kosten drie KIK’s? Wie maakt de rekening? En moet de topexper-tise die het KIK sinds 1948 opge-bouwd heeft, versnipperd worden?
Er bestaan retabels, schilderijen, polychrome beelden, textiel en edel-smeedstukken genoeg, overal in het land. We vragen niet liever dan alles
te mogen bestuderen, op waarde te schatten en te conserveren.”
Wilt u opnieuw een deel van het Jubelparkmuseum worden?Serck: “Over mijn lijk, dat is uit den boze! Het KIK heeft een globale mis-sie. We zijn nu net uit de museum-
relatie met de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis gestapt om een meer algemene invloed te kunnen uitoefenen op alle beheer-ders van het kunstpatrimonium, ook internationaal. Wij geven les-sen in heel de wereld. Onze ethische en kwalitatieve ingrepen op kunst-voorwerpen, vooral met de jongste technologieën, zorgen ervoor dat we impact hebben. Mochten wij afhan-gen van één of twee musea, om hun collecties in de eerste plaats aan te pakken, dan is daar in theorie niets mis mee. De helft van het KIK-per-soneel staat dan wel op straat. Want de helft van de onderzoekers is contractueel en werkt op projecten die extern gesubsidieerd worden. Als we gratis voor een museum moeten werken, wie betaalt dan de factuur?” Jean-Marie Binst
Myriam Serck (r.) in het polychrome-beeldenatelier: “Zodra een restauratie af is, zou de belastingbetaler het een maand moeten kunnen zien.”
© S
AS
KIA
VA
ND
ER
STI
CH
EL
E
“Wanneer wordt het beroep van conservator-restaurateur erkend? Ik zie nog veel catastrofes omdat mensen lukraak de telefoongids nemen”
mant het blad (Télé ) Moustique tipte.“We namen 803 werken in observa-tie, de rest – vooral de doeken – had niets,” bevestigt Serck. “Het ging niet om meesterwerken – die han-gen in de zalen –, maar er waren heel interessante stukken bij. In één maand tijd brachten we voorlopige vasthechtingen met papiertjes aan, opdat er geen verdere opstuwingen zouden ontstaan. Die urgentie-in-greep voorkomt dat picturale lagen afbladderen. Daarnaast maakten we een staat op van alle problemen. We klasseerden alles, volgens de be-
hoeften van elk stuk, met een kleur-code. Rood voor verflagen, geel voor de drager, enzovoort. Door de daling van de vochtigheidsgraad zijn de houtpanelen gaan ‘werken’, met als gevolg dat 211 paneelschilderingen belangrijke verfopstuwingen had-den, 234 werken hadden kleine op-stuwingen zonder risico en 158 had-den problemen aan de drager. Het ging meestal om gevolgen van de al aanwezige geblokkeerde parkettage. De conclusie was dat een grondige restauratie – beschermpapiertjes verwijderen, definitieve fixatie, rei-
niging – op de lange termijn nodig was, ook al is niet alles het gevolg van dat ene ongeluk. Kortom, 360 werken vertonen structurele pro-blemen die aangepakt moeten wor-den.”“We berekenden voor de KMSK en hun verzekeringsmaatschappij wat dat zou kosten. Het is aan de KMSK om dit geld te vorderen; dat is onze zaak niet. Maar natuurlijk moet de factuur van mijn personeel betaald worden. Ik zal het einde van dit dos-sier niet meer meemaken...”“Het is spijtig dat dit ongeluk in de
reserves is kunnen gebeuren. Am-per tien procent van de collectie hangt in de zalen, wat heel uitzon-derlijk is voor een museum. Natuur-lijk had ook een dubbele controle in het museum veel kwaad kunnen voorkomen, zeker als je met exter-nen en uitbestedingen werkt.” Sinds 2009 communiceren Draguet en zijn museum niet meer over het schadedossier. Ook Dalkia houdt de lippen op elkaar. Alle communicatie rond het dossier zit gecentraliseerd bij één Dalkia-manager, Daniel Noé, met één boodschap na twee jaar:
“Rien n’a changé. De verzekeraars werken eraan.”Ook het museum was kort over het verloop (“Het dossier volgt zijn weg”) en gooide de hoorn op de haak toen we aandrongen. Nu Michel Draguet de titel van directeur-generaal van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wil binnenhalen, moet hij de rotte appel zo snel mo-gelijk uit zijn Hoorn des Overvloeds zien te krijgen. Sinds kort heeft het museum twee restaurateurs aan het beschadigde erfgoed gezet. JMB
BDW 1274 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
D e inkomensverschillen tus-sen de inwoners van dit land zijn nergens zo groot als in
Brussel. Bovendien is de kloof tus-sen arm en rijk de jongste tien jaar nog toegenomen. Dat blijkt uit de cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) die BDW doornam.De ongelijkheid is het grootst in Sint-Pieters-Woluwe en het kleinst in Anderlecht. Sociologen meten (on)gelijkheid aan de hand van de Gini-coëfficiënt. Dat is een cijfer tus-sen 0 en 1. Hebben alle inwoners hetzelfde inkomen, dan is de Gini 0; is de ongelijkheid extreem – dat wil zeggen dat één inwoner alle in-komen binnenrijft –, dan is het cijfer 1. In 2008 was de Gini-coëfficiënt in België 0,310, in het Hoofdstedelijk Gewest 0,365, in Wallonië 0,311 en in Vlaanderen 0,301. Die Vlaamse Gini-coëfficiënt is exact hetzelfde cijfer als Brussel in 1998 had.Anderlecht was in 1998 al de ge-
BRUSSEL – Niet de armen bepalen het imago van de Brusselse gemeenten, maar de rijken. “Ook een rijke gemeente als Ukkel telt een groot aandeel lage inkomens, maar ze heeft ook een kleine groep zeer hoge inkomens,” zegt VUB-socioloog Ignace Glorieux. Hem legden we cijfers en kaarten over inkomensongelijkheid voor.
© IN
FOG
RA
FIE
K: B
DW
. BR
ON
: NIS
.
Financiën > Inkomensongelijkheid blijft groot
Rijken maken het verschilin voor. Toch is het ook belangrijk om te kijken naar de uitersten die er wél in voorkomen: de armen en de rijken (al kun je met een belasting-aangifte van 50.000 euro niet echt van ‘rijken’ spreken; dat zijn veel-eer middeninkomens die behoorlijk hun kost verdienen. Wie minder dan 10.000 euro op zijn aangifte heeft
staan, kan echter wel als ‘arm’ wor-den omschreven.)Dat er in de ‘arme’ gemeenten een groot aandeel laagste inkomens (minder dan 10.000 euro) is, viel te verwachten. Sint-Joost is hier de absolute koploper met meer dan dertig procent. Maar ook Elsene, Brussel, Schaarbeek, Sint-Gillis
en Molenbeek pieken ver boven de twintig procent. Minder evident zijn de cijfers voor de rijke gemeenten: ook Ukkel, Sint-Pieters- en Sint-Lambrechts-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde en Oudergem tellen on-geveer twintig procent gezinnen die het met minder dan 10.000 euro moeten stellen.Het grote verschil tussen rijke en arme gemeenten zit ’m echter in het aantal gezinnen die meer dan 50.000 euro op hun aangifte invul-len. Er zijn maar twee gemeenten die boven de vijftien procent uit komen: Sint-Pieters-Woluwe (18 procent) en Watermaal-Bosvoorde (15,5). Ook Elsene, de zuidoostelijke gemeenten Ukkel, Sint-Lambrechts-Woluwe en Oudergem, en Sint-Agatha-Berchem in het noordwesten scoren boven de tien procent. Sint-Joost en Mo-lenbeek zijn onder de drie procent gezakt. In de woorden van profes-sor Glorieux: “Brussel telt niet al-leen een grote concentratie armen, er is ook een rijke bovenlaag. Het is die bovenlaag die in gemeenten als Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe de socia le ongelijkheid nog versterkt.” �� Danny�Vileyn
Sint-Joost en Molenbeek hebben minder dan drie procent rijken
< 20.000 euro< 20.000 - 25.000 euro< 25.000 - 30.000 euro> 30.000 euro
BRUSSELJETTE
GANS-HOREN
SINT-AGATHA-
BERCHEM
SINT-JANS-MOLENBEEK
KOEKEL-BERG EVERE
SCHAARBEEKSINT-JOOST-TEN-NODE
SINT-LAMBRECHTS-
WOLUWE
SINT-PIETERS-
WOLUWE
ETTER-BEEK
BRUSSEL
ANDERLECHT
VORST
SINT-GILLIS
UKKEL WATERMAAL-BOSVOORDE
OUDERGEM
ELSENE
Kleine ongelijkheidGemiddeld grote ongelijkheidGrote ongelijkheid
BRUSSELJETTE
GANS-HOREN
SINT-AGATHA-
BERCHEM
SINT-JANS-MOLENBEEK
KOEKEL-BERG EVERE
SCHAARBEEKSINT-JOOST-TEN-NODE
SINT-LAMBRECHTS-
WOLUWE
SINT-PIETERS-
WOLUWE
ETTER-BEEK
BRUSSEL
ANDERLECHT
VORST
SINT-GILLIS
UKKEL WATERMAAL-BOSVOORDE
OUDERGEM
ELSENE
GEMIDDELD INKOMEN BRUSSELS GEWEST INKOMENSONGELIJKHEID BRUSSELS GEWEST
meente met het kleinste verschil tussen arm en rijk, en dat blijft zo in 2008. Opvallend is wel dat het ver-schil in Anderlecht nog altijd groter is dan de verschillen op Belgisch, Waals en Vlaams niveau.
Lage inkomensUkkel, de gemeente die in 1998 koploper was inzake sociale on-gelijkheid, heeft die eerste plaats in 2008 moeten afstaan aan Sint-Pieters-Woluwe. Sociale gelijkheid zegt echter niets over rijk of arm. De sociale ongelijkheid kan in een gemeente met zeer arme mensen en middeninkomens even groot zijn als in een gemeente met middeninko-mens en een groepje extreem rijken. Een andere manier om Brussel in kaart te brengen, is te kijken welk bedrag er op de gemiddelde belas-tingaangifte prijkt. Dat criterium laat toe om de gemeenten in vier groepen in te delen (zie linkerkaart). Er zijn er twee waar de gemiddelde
aangifte lager is dan 20.000 euro op jaarbasis (Sint-Joost-ten-Node en Sint-Jans-Molenbeek); in drie ge-meenten stijgt het bedrag boven de 30.000 euro uit (Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Pieters-Woluwe). In Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe is de inkomensongelijkheid ook het grootst.Hier hoort wel een belangrijke nuan-ce. De cijfers gelden op gemeentelijk niveau, terwijl de verschillen zich ook – en vooral – op buurtniveau situeren. Het is bijvoorbeeld wei-nig waarschijnlijk dat de inwoners van de Louizawijk op het grondge-bied van de Stad Brussel minder rijk zouden zijn dan hun nabije buren van Elsene of Ukkel. Of nog: als u in hoog-Sint-Gillis gaat stappen, dan ziet u absoluut niet dat de gemeente arm is.Ten tweede: de cijfers slaan enkel op inwoners die een belastingaangifte indienen. De twee ‘uitersten’ – ille-galen en eurocraten – komen er niet
ADVERTENTIEBDW 1274 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
P-PRAAT
CHIEN ÉCRASÉ
Er is een nieuw gemeenteraadslid in Etterbeek, en ze heet Colette Njomgang. Ze vervangt in de PS-fractie Jacqueline Berger, die naar een andere gemeente verhuist. Njomgang is van Kameroen-se origine, is oogarts en volgens de PS ‘het eerste socialistische raadslid van beneden de Sahara’. Ter gelegenheid van deze socialistische wissel stonden er in de jongste gemeenteraad flesjes Spa Rood op tafel. Attent.
Stel u voor dat er in Etterbeek een partij van de dieren bestond, en dat daar een wissel zou plaatsvinden. Wat zou er dan op tafel staan?
“Niet alleen de eenden zorgen voor een zekere terughoudendheid, ook de kwaliteit van het visbestand knaagt aan mijn geweten. Zwem-men er alleen gezonde vissen in de vijver? Heeft het collegelid zicht op de verhouding tussen de kleinere soorten en de vette vissen? Maar wat me het meeste angst aanjaagt, is de paling. Het is mij onduidelijk of in een biologische zwemvijver met of zonder zwemkleding gezwommen moet worden. En de bijtkracht van de Dilbeekse paling is natuurlijk legendarisch. We weten allemaal dat in de vijver van het Neerhof veel palingen zwemmen.” 1 april in de Raad van de Vlaamse Gemeenschaps-commissie (VGC). Voor uw gemak hebben we de woordjes (vrolijkheid) en (hilariteit) weggela-ten.
Waarom Dilbeek? Omdat de grap was dat er daar bij de kinderboerderij (VGC-eigendom) een zwemvijver zou komen. “De VGC staat achter de renovatie en de heropening van gemeentelijke zwembaden. Deze zwembaden bevinden zich meestal in wijken waar een zwembad uit sportief en sociaal oogpunt meer dan zinvol is. De VGC is tevens de ontwikkeling genegen van biologische zwemvijvers in grote Brusselse parken.” Voor wie er niet genoeg van krijgt: www.raadvgc.be.
ELSENE – Het was voorspeld, en het is ook bewaarheid: het Flageyplein was vorige week het vuilste plein ter wereld. De oorzaak hiervoor dient gezocht te worden bij de Millennium-generatie, ook wel Facebookgeneratie genoemd. U weet wel: die generatie die voor een beter milieu is en om minder te vervuilen bij mama en papa inwoont. Die generatie wilde vorige week protesteren tegen het uitblijven van een rege-ring, en zij protesteerden te Elsene met friet. En bierblikjes, -flessen, en toespraken in de zin van: “Ja, maar wij, euh, zijn voor een, euh, federale kieskring want dat is... euh... solidair en zo.”
ELSENE – De boodschap is zeker aangekomen. ’s Ochtends stonden de schoonmaakploegen van de gemeente meer paraat dan ooit. Dat is historisch.
ETTERBEEK – Historisch was de aprilgrap van de gemeente Etterbeek niet, maar laten vangen hebben we ons wel. Fier kondigde het gemeente-bestuur aan dat prins William en zijn verloofde Kate Middleton hun huwelijksnacht op het Jourdanplein wilden doorbrengen (het is te zeg-gen: in een hotel aldaar). Burgemeester Vincent De Wolf (MR) werd volgens het bericht door de Britse premier David Cameron opgebeld met de belofte tien Etterbekenaren een plaats te geven in Westminster Abbey als bedankje voor de on-getwijfeld heuglijke nacht die de jonggehuwden in de Maalbeekgemeente zouden meemaken. Naast vijf schepenen mochten er vijf burgers mee, en wie op de inschrijfknop klikte, kreeg vervolgens een grote vis te zien.
ADVERTENTIE
WWW.BASILIX.BE
PASENVAN 05/04 T.E.M. 26/04/2011
KINDERWORKSHOPS OP: WOENSDAG 13 EN 20/04 - ZATERDAG 16 EN 23/04
(VAN 14U00 T.E.M. 18U00)
BDW_Basilix_wk14.indd 1 23-03-11 16:05
Ik heb zo een voorgevoel dat vandaag alles in de soep gaat
voorgevoel dat vandaag alles in de soep gaat
voorgevoel dat vandaag
draaien.alles in de soep gaat
draaien.
Maar neen, we winnen zeker de eerste preis.de eerste preis.
Belgische prei kan je bijna het hele jaar door eten, van juni tot april. Het zou dus jammer zijn om de heerlijk smaak van prei links te laten liggen ! Zeg nu zelf, waarom zou u groenten kopen die van de andere kant van de wereld komen of helemaal niets met het seizoen te maken hebben ? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Kies daarom voor lokale en seizoens gebonden producten. Zo herontdekt u de smaak van de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.Recepten en kalender vindt u op www.leefmilieubrussel.be of via 02 775.75.75.
EET LOKAAL EN VOLGENS SEIZOEN D A’ S G O E D V O O R U E N G O E D V O O R O N Z E P L A N E E T.
Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars.
Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing
2IBG0095_BDW_Poireau_178x125_NL.indd 1 24/03/11 15:43
Brussel rijker, Brusselaars armer
BRUSSEL – In het Hoofdstedelijk Gewest zorgt één procent econo-mische groei maar voor een half procent banengroei. Dat staat in een ULB-onderzoek voor Brussels Studies. De Brusselse economie doet het goed, stellen de onder-zoekers, maar laaggeschoolden vallen almaar vaker uit de boot.
De onderzoekers hebben de sociaal economische evolutie in de vijf stedelijke gebieden van het land (Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi) vergeleken. De opvallendste vaststelling is dat het Brussels Gewest het economisch goed doet (alleen Gent doet beter), maar dat de werkgelegenheid voor laaggeschoolden afneemt en die voor hooggeschoolden toeneemt. Dat is de jongste twintig jaar een constante. Cijfers laten zien dat het aandeel van de arbeidskrachten met een diploma hoger onderwijs die in Brussel wonen, tussen 1992 en 2005 gestegen is van 37 naar vijftig procent. De achteruitgang van beroepen voor laagopgeleide handarbeiders, in de industrie en tertiaire sector, was in Brussel gro-ter dan in de rest van het land. Dat is dramatisch voor laaggeschool-den, omdat de werkgelegenheid er ook maar half zo snel toeneemt als de toegevoegde waarde.De onderzoekers citeren Dominique Michel van de werkgeversorganisa-tie Agoria: “Terwijl de werkgevers op zoek zijn naar gemiddeld 33 procent gediplomeerden van het hoger onderwijs, dertig procent gediplomeerden van het hoger secundair onderwijs en 37 procent gediplomeerden van het basis- of lager onderwijs, volgt het profiel van de werklozen die verdeling niet: de verhoudingen bedragen daar elf, negentien en zeventig procent.” De cijfers spreken voor zich. Toch menen de onderzoekers dat werk-loosheid al te vaak als een mismatch tussen vraag en aanbod wordt gezien. Volgens de auteurs geven werkgevers altijd voorrang aan mensen met een hogere opleiding, ook voor banen die geschikt zijn voor laaggeschoolden. Ook de kan-sen op werk in de Vlaamse Rand rond Brussel mogen volgens de on-derzoekers niet overschat worden. Er is wel de taalbarrière (voor Brus-selaars die geen of te weinig Neder-lands kennen), maar toch zeggen de onderzoekers dat de situatie in de Rand niet zo heel erg verschilt van die in Brussel: “Onze studie heeft aangetoond dat het aantal banen voor laagopgeleiden ook in de Rand afneemt. Het is dus een illusie om de economische dynamiek van de Rand te beschouwen als een oplossing voor de werkloosheid van laagopgeleide Brusselaars.”De sociale polarisatie van de Belgische steden moet volgens de onderzoekers ook bekeken worden in relatie met de ruimtelijke polarisatie, de verschillen tussen wijken. Die verschillen zijn ook al op gemeentelijk niveau af te leiden (zie kaarten links).� DV
BDW 1274 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Verheugde schipper naast God
Religie > Hulpbisschop Jean Kockerols gewijd in de Heilig-Hartbasiliek
N a eerder in februari door de paus te zijn benoemd, werden de drie hulpbis-
schoppen voor het aartsbisdom Me-chelen-Brussel gewijd in de Heilig-Hartbasiliek. Zij gaan aartsbisschop André-Joseph Léonard bijstaan in zijn aartsbisdom, 660 parochies groot.Voor het vicariaat Brussel is dat theo loog Jean Kockerols (1958), die pas in 1993 pastoor werd. Vóór zijn wijding was hij jurist bij de Belgi-sche Scheepvaartmaatschappij (‘de Maritime belge’).Na eerder in Etterbeek en Sint-Pie-ters in Ukkel te zijn voorgegaan, werd hij in 2007 pastoor in de pa-rochies Sint-Marcus en Sint-Paulus in Ukkel. De Brechtse Kockerols, met Duitse voorvaderen, was ook actief in het Franstalige pastoraal in Ukkel. Sinds bijna vier jaar is hij deken van Brussel-Zuid. In zijn bis-
schoppelijke blazoen staat (onder meer) de iris, symbool van het Ge-west.
Uw nieuwe wapenschild draagt in het Latijn de leuze ‘Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren’.Monseigneur Jean Kockerols: “Kardinaal Danneels sprak ooit de gevleugelde woorden: ‘Een christen die alleen blijft, is een christen in doodsgevaar.’ Dat sprak me erg aan. Het geloof moet samen beleefd en gevierd worden, al betekent dat niet meteen dat je elke zondag in de kerk moet staan. Samenzijn is in ons ge-loof van groot belang.”
U bent er in de anonieme hoofdstad ook voor de talloze vreemdelingen. Hoe benadert u hen?Kockerols: “Mijn plannen zijn nog
BRUSSEL – Op de vierde zondag van de vasten of Laetare (‘verheug u’) werden drie hulpbischoppen gewijd: Jean Kockerols (Brussel), Leon Lemmens (Vlaams-Brabant/Mechelen) en Jean-Luc Hudsyn (Waals-Brabant). Ander heuglijk nieuws van mon-seigneur Kockerols: “Ik leerde van Brussel houden door uw krant.”
niet in detail uitgestippeld. Maar de multiculturaliteit van Brussel is een enorme troef. De uitdaging bestaat erin het risico op anonimiteit niet anders of groter te zien dan in om
het even welke andere grote stad. Bijna alle inwoners van deze stad komen van elders. Of het nu van tien kilometer is, honderd, duizend of tienduizend, wij zijn hier allemaal
inwijkeling. We proberen hier alle-maal te leven en een stad op te bou-wen. Het is een uitdaging die com-pleet samenvalt met die van de kerk. Kerk zijn en kerk maken is mensen samenbrengen en samen iets bele-ven.”
Merkt u iets van het ellendige gevoel en de frustraties bij allochtonen en andere,
minder geïntegreerde gemeenschappen, en zelfs bij een Vlaamse minderheid?Kockerols: “Ik herken dit in Brus-sel. Je moet elke frustratie eerst
goed weten te verwoorden, opdat ze beter begrepen kan worden. Dat kan pas als men met elkaar spreekt en elkaar ontmoet. Het blijft een uitda-ging om de platforms te vinden waar mensen dat kunnen, zodat ze ook ervaren dat ze iets gemeenschappe-lijks hebben.”
Doelt u dan ook op Vlamingen en Franstaligen?Kockerols: “In de kerk in Brussel bestaat sinds veertig jaar een auto-nomie van de pastorale werking. Ik eerbiedig dat en ben daar uiteraard ook voorstander van. Maar autono-mie wil niet zeggen dat je elkaar niet meer hoeft te zien, en nog minder dat je niets meer met elkaar samen hoeft te beleven. Ik vind dat zij el-kaar weer meer moeten vinden, om samen iets te doen in de stad.”
Wat heeft het zeerecht u geleerd?Kockerols: ”Ik werkte bij de Belgische Scheepvaartmaatschap-pij als jurist. Ik heb daar het recht leren interpreteren. Voor mij blijft een komma een komma. Als ze niet nodig is, dan plaats ik ze ook niet. Ik blijf jurist in mijn binnen-ste.”
Is het niet de bedoeling dat u een koers gaat uitzetten?Kockerols: “Dat wil ik doen in overleg met priesters, diakens, pas-torale werksters en werkers. We zit-ten allemaal in hetzelfde schuitje. En ook in overleg met de verschil-lende christengemeenschappen van buitenlandse herkomst, die alsmaar groeien en iets te betekenen hebben in Brussel. De grote groepen Azia-tische en Latijns-Amerikaanse ge-meenschappen hebben iets te zeg-gen; ik wil ze dan ook ontmoeten, zodat ik een koers voor Brussel kan uitstippelen.”“Ik moet nog zeggen dat ik door Brussel Deze Week de stad heb leren kennen, en van Brussel ben gaan houden. Wat voor mij van belang is, is dat men een positieve kijk op de stad biedt. Sommige nieuwsbla-den spelen in op het spectaculaire, het negatieve of het moeilijke in de maatschappij. BDW heeft een posi-tieve blik op de stad, en dat vind ik belangrijk.” Jean-Marie Binst
Jean Kockerols houdt zijn eerste homilie als hulpbisschop tijdens de chrismamis van zaterdag 19 april om 19 uur in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal
De Heilig-Hartbasiliek stroomde zondag vol voor de wijding van de Brusselse Jean Kockerols (vooraan op de grond), Leon Lemmens (midden) en Jean-Luc Hudsyn (achteraan).
© IVAN PUT
“Ik vind dat Franstaligenen Vlamingen elkaar meer moeten vinden, om samen iets te doen in de stad”
© W
WW
.KE
RK
NE
T.BE
BDW 1274 PAGINA 9 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
ADVERTENTIE
Financiën > Parlementslid Vincent De Wolf vreest voor zijn gesubsidieerde jobs
Preventie andersBRUSSEL – Volgens Vincent De Wolf, MR-parlementslid en burge-meester van Etterbeek, staan er in heel het gewest honderdtachtig banen op de tocht als er aan de preventiecontracten gemorreld wordt. Minister-president Charles Picqué (PS) ontkent dat.
Honderdtachtig banen zouden er verdwijnen in de negentien gemeen-ten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of dertien in de gemeente Etterbeek. Dat meent Vincent De Wolf, naast burgemeester ook Brus-sels parlementslid (MR) in de oppo-sitie, te weten. De liberaal kondigt ietwat apocalyptisch aan dat het einde van de preventiecontracten in zicht is, waardoor zijn gemeente veel socioculturele activiteiten (met jongeren) zal moeten schrappen.Dat behoeft nuance. Wanneer het Brussels Observatorium voor Vei-ligheid en Preventie op volle toeren zal draaien, is het de bedoeling dat die dienst de Brusselse regering zal bijstaan bij het toekennen van
subsidies voor preventieprojecten. Het is daarbij volgens minister-pre-sident Picqué de bedoeling om een
nieuwe procedure te volgen. Zo zou-den gemeenten die subsidies willen ontvangen, vooraf hun projecten
zorgvuldiger tegen het licht moeten houden, en ook vooraf een duidelijke analyse moeten maken van waar de centen juist voor moeten dienen, vooraleer ze een contract aangaan met het Gewest.Die rationaliseringsmaatregel lijkt geïnspireerd op de procedures die federaal minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open VLD) nu toepast om federale subsi-dies toe te kennen aan gemeenten die aanspraak willen maken op cash voor veiligheids- en preventiewerk.
BuurtplanIn een antwoord van Picqué op een interpellatie van parlements-lid Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) van oktober jongstleden klinkt het zo: “De verdeling van de middelen door de minister van Binnenlandse Zaken gebeurt niet op basis van vaststaande criteria. Het Brussels Gewest baseert zich daarentegen op vroegere projecten en op federale parameters, zoals inwonersaantal, criminaliteitscijfers en gemiddeld
inkomen. De hoogte van de subsi-die wordt bepaald op basis van een schatting die de gemeenten in hun subsidieaanvraag maken.” Picqué gaf toen ook mee dat de opmaak van het Brusselse Preventie- en Buurtplan in samenspraak met de minister van Binnenlandse Zaken gebeurt.De Wolfs oproep heeft te maken met het feit dat er dit jaar een nieuw, vierjaarlijks buurtplan in werking treedt.Die rationalisering wordt nu door-gezet, in die zin dat gemeenten een duidelijk initiatief moeten tonen willen ze subsidies van het Gewest binnenrijven. “Gemeenten die goe-de projecten indienen, worden be-loond,” zei Picqué in oktober. Ove-rigens geeft de sociaaldemocraat nu nog mee dat dit niet betekent dat projecten zomaar worden stopgezet, zoals De Wolf meent, maar dat ze – als ze goed zijn – gerust aanspraak kunnen maken op ‘andere program-ma’s’. Christophe Degreef
Minister Turtelboom in gesprek met een stadswacht in Anderlecht. Stadswachten krijgen gewestelijke en federale subsidies.
© B
ELG
A / B
EN
OÎT D
OP
PA
GN
E
Voor bruisende persoonlijkheden!Scholengroep Brussel start vanaf 1 september 2011met een nieuwe schoolAlgemeen Secundair Onderwijs
Een pedagogisch project op hoog niveau dat gericht is op kennisoverdracht en tegelijk de creatieve persoonlijkheid van de leerling stimuleert.
Verdere inlichtingen:Atheneum Brussel | Moutstraat 24 | 1000 BrusselTel. 02 511 07 42 | [email protected] | www.atheneumbrussel.be
Een nieuwe school in de DansaertwijkATHENEUM BRUSSEL
BDW 1274 PAGINA 10 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Deze week bij Thurn & Taxis > Spoorwegtalud wordt Hofje van Eden
Samen tuinieren in de stad
Abdel weet ongeveer alles over elke boom en elke struik in de tuin. © SASKIA VANDERSTICHELE
V an op de brug is de Thurn & Taxis-tuin nauwelijks te zien. Heel wat Lakenaren en
Molenbekenaren zijn dan ook niet op de hoogte van het bestaan van dit verborgen paradijsje.Je bereikt de tuin door een deurtje naast de brug, onder het muurfresco van het stripfiguurtje Titeuf. Als je de trap af loopt, bots je eerst op twee grote compostbakken. Daarachter begint de tuin, een lange, smalle strook boven de spoorwegberm. Jarenlang reed beneden de trein en waren er op de hellingen volks-tuintjes. Maar op een gegeven mo-ment werden de sporen opgebroken en de volkstuiniers weggestuurd en werd de grond verkocht aan de joint venture Thurn & Taxis. Die was vier jaar geleden bereid om een stukje van het braakland tijdelijk af te staan aan Le Début des Haricots.
Deze organisatie legt, naar New Yorks voorbeeld, collectieve tuinen aan op verlaten en ongebruikte lap-pen grond. Zo ontstaan er midden in de stad groene plekjes waar de buurtbewoners samen aan kun-nen werken. Zeker in Brussel is hier behoefte aan. Een recente studie van de verbruikersorganisatie Oivo toont aan dat maar vier procent van de Brusselaars zijn eigen fruit en groenten kweekt, tegen twintig pro-cent in de Vlaamse en dertig procent in de Waalse steden.Toen Le Début des Haricots aan de tuin onder de Jubelfeestburg begon, was het perceel bedolven onder groot en klein huisvuil. Dat wordt sinds jaar en dag vanaf de brug naar beneden gekieperd. De organisatie haalde het afval weg, recupereerde de oude kersen- en notenbomen die de volkstuinders
hadden achtergelaten, plantte jonge struiken en bomen, legde een vij-vertje aan, bouwde een amfithea-tertje en een droog toilet, plaatste bijenkorven en installeerde een tank om het regenwater op te vangen.
Waterleiding en elektriciteit zijn er immers niet op het talud. De ini-tiatiefnemers kregen van de Koning Boudewijnstichting een kleine tien-duizend euro voor de aanleg.
Toen de basis gelegd was, droeg Le Début des Haricots de tuin over aan vrijwilligers uit de buurt, die samen de feitelijke vereniging Collectieve Tuin Thurn & Taxis vormen. De vas-te kern bestaat uit zeven, acht man-nen en vrouwen van heel diverse origine. Meestal hebben ze zelf geen tuin. Een van hen is Aline Rigaux, die vooral vanwege de groepssfeer meewerkt en die, ook nu ze verhuisd is naar Ganshoren, regelmatig on-
der de Jubelfeestbrug in de aarde zit te wroeten.Eens per maand komt de groep bij-een voor een zondagse brunch, in de tuin of bij iemand thuis. “Dan be-
slissen we samen wat we gaan zaai-en en planten en worden de taken verdeeld. Niemand heeft hier een eigen perk of groentebed. De oogst wordt onder iedereen verdeeld,” zegt Abdel. Hij is de grote trekker van de groep, een sympathieke elektricien die, sinds hij arbeidsongeschikt is, elke dag in de tuin te vinden is. Voor hem is werken in de hof geen corvee. “Ik doe het uit liefde. Het doet me denken aan mijn jeugd in Marokko: daar waren ook bijenkorven.”Abdel weet ongeveer alles over elke boom en elke struik in de tuin. En dat zijn er veel, zo blijkt tijdens de rondleiding. Vooral bessenstruiken en fruitbomen, van kweeperen en pruimen over appels en peren tot perziken en vijgen. Tegen de muur groeien kiwi’s en wijnranken. Dich-ter bij de grond moeten binnenkort frambozen, aardbeien, rabarber en broccoli verschijnen. De boontjes, erwtjes en uien zijn al gezaaid, de overige groenteperken zijn zaaiklaar gemaakt. De olijfboom en andere mediterrane planten staan nog in de serre. Helemaal achteraan is er een nieuwe kippenren. Vier kippen en een haan doen binnenkort hun intrede op het hof.Alles floreert hier. De tuin ligt dan ook op het zuidoosten, beschut ach-ter een hoge muur. Abdel was zelfs begonnen aan een heuse wijngaard op de flank, met terrassen, maar dat bleek een te zware klus.Soms, als het te nat is, zit de tuin vol slakken, die de planten opeten. En er is ook de ontembare Japanse duizendknoop, die alles dreigt te overwoekeren. Maar de tuiniers weigeren chemische verdelgers te gebruiken.Een ander probleem blijft het sluik-storten. Vorig jaar nog werd met vrijwilligers en de hulp van de Stad Brussel veertig ton vuilnis onder de brug geraapt. Nu is de tuin schoon, maar het mooie vergezicht op Thurn & Taxis en de Noordwijk wordt enigszins ontsierd door de vieze matrassen, afgedankte fauteuils en jerrycans die op het tussenliggende braakland zijn achtergelaten.Toch laten de tuiniers, de occasio-nele helpers en de andere gebruikers van de tuin zich niet afschrikken. Als het mooi weer is, zit er steevast een kringetje oudere mannen samen in het zonnetje. “Gelijk hebben ze,” zegt Abdel. “Een tuin is niet alleen om in te werken, maar ook om van te genieten.”� Bettina�Hubo
Open dagen op 9 en 10 april
“Ik doe het uit liefde. Het doet me denken aan mijn jeugd in Marokko: daar waren ook bijenkorven”
BD
W R
EGIO
LAKEN – Vier jaar geleden werd een verlaten en vies lapje grond onder de Jubel-feestbrug omgetoverd tot een tuin voor de buurt. De stadstuiniers hebben er intus-sen een kleine Hof van Eden van gemaakt. Maar ze moeten ook strijd leveren: tegen slakken en Japanse duizendknoop, en tegen sluikstorters.
BDW 1274 PAGINA 11 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
ADVERTENTIE
Over enkele maanden zal in een deel van de gemeente betaald moeten worden van negen uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds; nu is dat nog tot 18 uur. In de gemeenteraad kwam ook de karige bedeling van de stationsbuurt door het openbaar vervoer ter sprake.
Binnenkort moet er langer betaald worden om te parkeren in de wijk tussen Leuvense-steenweg en Josaphatpark (Dailly/Made-liefjes). Op de grote assen (Dailly-, Chazal-, Rogierlaan) zal bovendien een blauwe schijf niet volstaan: daar komen parkeermeters.Dit gebeurt op vraag van de buurt, voor wie het ’s avonds steeds almaar wordt om een parkeerplaats te vinden. De gemeente hoopt zo de parkeerdruk in de wijk wat weg te ne-men. Het gaat om een test; na zes maanden wordt er geëvalueerd. De gemeenteraad heeft ook beslist om een parkeerticket in te voeren in de winkelstraten (rode zone), met twintig minuten gratis parkeren. In de straten met meters, maar vrijstelling voor
buurtbewoners (groene zone), zal dat ‘snel-ticket’ tien cent voor een kwartier kosten.
‘Tram 4 langs station’Een betere bediening van Schaarbeek met het openbaar vervoer was in 2006 een van de beloften van de MR-Ecolo-meerderheid. Volgens raadslid Denis Grimberghs (CDH, oppositie) komt daar niet veel van terecht. De MIVB heeft zelfs enkele lijnen geschrapt (trams 24 en 56), waardoor de buurt rond het station nu wel erg karig bediend is. Er komt in september een nieuwe lijn bij (62, Weldoeners-Bordet), maar volgens Grim-berghs heeft zo’n korte lijn uit mobiliteits-oogpunt weinig zin. “Iedereen weet dat die vooral bedoeld is om de trams naar het de-pot van Haren te brengen.” Volgens sche-pen Christine Smeysters (Ecolo) luistert de MIVB niet naar de vragen van de gemeente. “Wij dringen erop aan om tram 4 langs het station te leiden, maar volgens de MIVB is dat te moeilijk.”� Steven�Van�Garsse
Veel auto’s, weinig tramsSchaarbeek > Hete hangijzers in mobiliteit
ARcHITEcT EN LEGER DES HEILS BEKROOND
KOEKELBERG – André Krikilion, die lang als architect gewerkt heeft bij de Koe-kelbergse Haard, is Koekelbergenaar van het Jaar. Van de jury onder leiding van Robert Delathouwer krijgt hij de prijs omdat hij altijd naar oplossingen gezocht heeft om de sociale woningen comfortabeler te maken. De vestiging van het Le-ger des Heils in de Sint-Annakerkstraat wordt Koekelbergenaar voor het Leven. De organisatie doet vooral aan schuldbemiddeling en aan begeleiding van thuis lozen.� HUB
Op zOEK NAAR VERGETEN VERzETSLuI
JETTE – Op voorstel van gemeenteraadslid Herman Mennekens (Open VLD) richt de gemeente een commissie op die op zoek gaat naar vergeten Jetse verzetsstrij-ders uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hun namen zullen verwerkt worden in een sculptuur, plaat of fresco. De commissie bestaat uit Mennekens zelf, een lid van de oppositie en enkele experts.� HUB
TELEXR
EGIO
Schooltje aan WolvendaelIn september 2012 komt er een Neder-landstalig gemeenteschooltje aan het Wolvendaelpark.
Er zijn acht Brusselse gemeenten die geen Nederlandstalig onderwijs aanbieden. Aan-gezien die meestal wél Franstalig onderwijs organiseren, doen ze in feite het tweetalige statuut van de lokale besturen in Brussel geweld aan. VGC-collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes (Open VLD) zegt dat er een lichte verbetering merkbaar is in het communau-
taire klimaat bij de gemeentebesturen. Na Schaarbeek (zie eerdere berichtgeving) gaat nu ook Ukkel Nederlandstalig onderwijs aan-bieden. De gemeente stelt een terrein in de Stroobantlaan ter beschikking. Daar komt in september 2012 een schooltje voor honderd-tachtig kinderen. In een eerste fase zullen er containers worden neergezet, “voorzien van alle comfort,” benadrukt Vanraes. SVG
Meer nieuwe scholen op www.brusselnieuws.be/scholenplan
Ukkel�> Containerklassen vanaf september 2012
De Sint-Lambertuskerk wordt gerestau-reerd, en met de belendende elektrici-teitscabine wordt creatief omgesprongen.
De Lambertuskerk werd net voor de Twee-de Wereldoorlog gebouwd ter vervanging van de oude kerk met romaanse toren uit de twaalfde eeuw. Delen van het oorspron-kelijke bouwwerk, het kerkhof en de oude ommuring zijn historisch waardevol. Het geheel is dan ook beschermd. En daar valt nu eenmaal ook het ‘technisch lokaal’ onder. Het gaat om een cabine die niet alleen aan de kerk, maar ook aan een deel van de buurt elektriciteit levert.Heel wat inwoners weten nog dat de stroom-voorziening het vaak liet afweten tijdens een begrafenis. Monumenten & Landschap pen beschouwt de hoogspanningscabine dan
ook als een noodzakelijk kwaad. Daarom wordt ze ‘meegenomen’ in de restauratie.De metalen deur, vroeger in het typische grijs, zal er binnenkort helemaal uitzien als een eikenhouten poort, in harmonie met de kerkdeuren. De natuurstenen, die de deurlijst vormen, worden ook nagebootst. Ondertussen is een onverwacht probleem opgedoken: wat met de knalgele sticker die ostentatief op de deur prijkt? Dat eisen elektriciteitsleveranciers en controlemecha-nismen nu eenmaal. Er wordt nu hard nage-dacht hoe men de klever kan integreren in de trompe-l’oeil. In de barok werden complete kerkkoepels in trompe-l’oeil geschilderd; die moesten dan het hemelgewelf voorstel-len. Maar toen waren er nog geen zwart-gele stickers... �� Lieven�Bulckaert
Hoogspanningscabine in eik en natuursteen
Sint-Lambrechts-Woluwe > Trompe-l’oeil aan kerk
© S
AS
KIA
VA
ND
ER
STI
CH
EL
E
De technische ruimte van een kerk is een noodzakelijk kwaad, maar mooi is anders.
Bru
ssel
s sportfeest
SPORT EN BRUSSEL
v.u.
: Eri
c V
ERRE
PT, l
eide
nd a
mbt
enaa
r, Sa
inct
elet
tesq
uare
17,
100
0 Br
usse
l
BDW 1274 PAGINA 12 - DONDERDAG 7 APRIL, 2011
ADVERTENTIE
BD
W R
EGIO
Het verscholen Abt Froidureparkje, inge-sloten door de huizen van de Brugmannlaan (Vorst) en de Franz Merjaystraat (Elsene), verbonden door de Hoge-Bruggelaan en de Darwinstraat, trekt een ruim publiek. En dat klaagt over de ‘glijdende sluitingsuren’ en over parkeerhinder.
Het parkje dankt zijn naam sinds 1995 aan de verbrusselde Ieperse priester Edouard Froidure (1899-1971), ‘apostel van de verwaarloosde jeugd’ en stichter van de Stations de Plein Air (1935) en Les Petits Riens/Spullenhulp (1955). Froidure was oorlogsvrijwilliger in 1918 en ver-zetsstrijder in 1940. Hij werd door de Gestapo opgepakt en opgesloten in Esterwegen, Bay-reuth en Dachau van 1942 tot zijn bevrijding door de Amerikanen in 1945.Het Brussels Gewest, dat eigenaar was van het pand aan de Brugmannlaan 52-54, liet begin jaren 1990 de tuin tot openbaar park herteke-nen door landschapsarchitect Jef De Gryse. Ver-schillende referenties aan water lopen door het symmetrische patroon, wat talloze verscholen hoekjes oplevert. Verstoppertje spelen is hier erg in trek.Toen het Gewest het pand verkocht, gingen ook de Commissie voor Monumenten en Land-schappen en de Bibliothèque René Pechère die er gevestigd was, er weg. De salons heb-
‘Elke dag op ander uur dicht’Vorst > Parkbezoekers verdeeld over toegankelijkheid Abt Froidure
Een tijdje geleden ging het Abt Froidureparkje ineens om 16 uur op slot...
© M
AR
C G
YSE
NS
“historisch en biologisch niet waardevol genoeg om stappen in die richting te on-dernemen,” kregen we te horen. Het park staat wel op de inventarislijst van 1995.De exploitanten van Brugmannlaan 52 zijn zich van geen kwaad bewust over de moeilijke toegang voor het BIM om het park te onderhouden, maar geroep en ge-fluit om één over tien ’s avonds – om de gasten tot stilte te manen – is wel sche-ring en inslag. Burengeschil, dus.Toch hebben de parkbezoekers vooral andere zorgen, met name over de dienst-uren van de parkwachter. In de winter zou het park van 8 tot 17 uur toegan-kelijk moeten zijn, vanaf mei tot 18 uur. Een tiental parkgebruikers heeft het over sluitingstijden, soms om halfzes, soms vijf, soms halfvijf, en vorige week zelfs eens om vier uur ’s middags.Een Hollandse dame, die pertinent Frans blijft praten en de dagelijks andermans hond uitlaat in het park, meent het te we-ten: “Het Tenboschpark wordt klokslag halfzes gesloten. Vooraf komt de sleutel-man altijd snel het Froidureparkje slui ten om toch maar voor halfzes bij Tenbosch te zijn.”�� Jean-Marie�Binst
ben verschillende nieuwe bestemmin-gen gekregen: culinaire seminaries en cursussen, eetsoirees en verhuur van vergaderzalen. The Food and Wine Aca-demy zetelt er, de Havana Club heeft een fumoir, de Club du Cacao (van mevrouw Marcolini) socializet er regelmatig.
Gewest (park) en privé-eigenaar hebben hun respectieve nieuwe eigendommen van elkaar afgesloten met een reuzenhek: ter-rasrecepties van de culinaire tempel liepen al eens uit in het Froidurepark. Het park is niet beschermd en is voor Leefmilieu Brus-sel (BIM) en Monumenten en Landschappen
Brusselse berichten vanaf de middag.Brussel Midi. Het middagnieuws van tvbrussel. Elke weekdag vanaf 12u30.
BDW 1274 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
OUDERGEM – Welke troeven hebben de Nederlandstalige bibliotheken van de negentien Brusselse gemeenten? Ons rondje begint deze week in Oudergem. Want lang duurt het niet meer voor ook daar de fichebak verdwijnt. Wie de bibliotheek van Oudergem binnenstapt, wordt begroet door een loketbediende. Het voormalige bankfiliaal is niet groot, maar heeft het voordeel dat het bibliotheekper-soneel gewoon kan meelopen om,
Bankgeheimen
© A
N D
EVR
OE
Van Gogh, Meunier, Van de Woes-tijne, Brel, Multatuli en Elsschot: deze kunstenaars hebben gemeen dat Laken ooit een rol speelde in hun leven of oeuvre. Wie meer wil weten, kan zondag samen met het Willemsfonds op pad.
Het artiestenparcours begint in het gemeenschapscentrum Nekkersdal. Daarvandaan is het maar een paar tientallen meters wandelen tot aan het Poesjkinplein, zo genoemd om-dat er in 1999 een fors standbeeld van Aleksandr Poesjkin, de grootste Russische dichter, werd neergepoot. Rosanne Germonprez, die vorige lente met het Lakense Willems-fonds een huldebetoon aan de dich-ter organiseerde en nu het initiatief nam voor het artiestenparcours, hoopt nog altijd dat het nabijgelegen metrostation Pannenhuis weldra omgedoopt wordt tot halte Poesjkin.Vandaar gaat de tocht naar de ka-naalzone, waar verschillende kun-stenaars sporen achterlieten. Zo staat aan de Lakense brug het in-drukwekkende ‘Monument van de arbeid’ van de negentiende-eeuwse beeldhouwer Constantin Meunier.
De Lakense tijd van Van Gogh & coLaken > Willemsfonds organiseert artiestenwandeling
zoals dat in het jargon heet, help the user help himself.“Hier zijn we ‘Michaël’ en ‘Katrien’,” zegt bibliothecaresse Katrien Ver-beek over bibmedewerker Michaël Guns en zichzelf, “en de vrijwil-ligers zijn ‘Magda’ en zo verder. Zo vertrouwd gaat het hier toe dat kin-deren soms een uurtje een boek ko-men lezen en dan weer vertrekken.”Toen de bank verhuisde, kon een wandgrote kluizenkast de deur niet meer uit: “Er hoort een bak vol sleu-tels bij. We zouden er samen met de
kinderen een of andere schatten-tocht mee willen spelen.” Een quiz voor jongeren moet de afhakende adolescenten lokken, zodat ze eens met eigen ogen kunnen zien dat de bib van hun kindertijd geëvolueerd is. Dat je er nu de nieuwste dvd’s, strips voor volwassenen en heel actueel leesvoer vindt. “We zouden willen dat ze de bib niet alleen as-sociëren met verplicht lezen voor school, maar ook met leuke dingen ontdekken.”Guns vindt dat ze wel fier mogen
zijn op boeken als Kroniek van het Roklooster, maar dat ze toch liever de laatste thrillers of makkelijke leesboeken voor anderstaligen eta-leren. De bibliotheek heeft ook een Facebook-profiel, maar de digitale bibliotheek, dat is volgens Guns nog niet voor morgen. “Een boek is heel duidelijk en tastbaar, ik denk niet dat het zal inboeten aan populari-teit.” Al moet het uitleensysteem voor hem niet zo nodig die tastbare fichebak van weleer zijn. “We zitten in een overgangsfase, binnenkort
treden we toe tot het gewestelijk Brussels Netwerk Openbare biblio-theken (BruNo) met een geautoma-tiseerde uitleen. Na onze erkenning door de Vlaamse overheid, als een van de laatste in Brussel, kijken we hier het hardst naar uit.”Hoewel vrij klein is de bib toch niet claustrofobisch dankzij de door-kijkjes en de zithoek bij het raam. Huisschilderes Annelies Van Ende verlevendigt de muren met citaten en boekenmonsters. “Een vriendin van mij, die kindertandarts is,” zegt Verbeek. “We hebben geen grote budgetten, we doen wat we kun-nen met een pot verf.” Wat ruimer behuisd zijn, daar kijken ze toch naar uit, eventueel weer zoals vroe-ger onder één dak met het gemeen-schapscentrum Den Dam. Hoewel ze zich apart dan weer wat beter kunnen profileren in de gemeente, waar ze trouwens Bibliotheek Her-toginnedal heten om niet verward te worden met de Franstalige biblio-theek van Oudergem. Misschien ligt het aan de dikke mu-ren, maar de stilte is hier nog een troef. Net als de soepele omgang met de uitleentermijn: “Of hebt u liever langer dan drie weken?”� An�Devroe
Waversesteenweg 1688, 1160 Oudergem, 02-672.38.42, www.oudergem.bibliotheek.be
OpENBARE BIBLIOTHEKEN IN BRuSSEL aflevering 1 OuDERGEM
Rechts: de wandgrote kluizenkast herinnert aan de bank die hier vroeger zat.
Annelies Van Ende, beroepshalve kindertandarts, maakte muurschilderingen. “We doen wat we kunnen met een pot verf.”
Het beeld stond aanvankelijk op de Jules de Troozsquare, maar moest in 1949 verhuizen naar de andere kant van de brug.In deze buurt verbleef vanaf 1878 ook Vincent van Gogh, een groot bewonderaar overigens van het so-ciaal geëngageerde werk van Meu-nier. Als 25-jarige volgde hij les aan de Vlaamse Opleidingsschool in de Groendreef. Eigenlijk was hij er maar gast-leerling, want de bedoe-ling van deze protestantse school was om Vlaamse jongelingen op te
leiden tot evangelist. De opleiding was geen succes, maar Van Gogh maakte toen wel zijn eerste beken-de schets, van het kleine Café au Charbonnage. Aan zijn broer Theo schreef hij dat het geen bijzonder cafeetje was, maar dat hij onder de indruk was van de kolenarbeiders die er hun boterhammen opaten.Van Van Gogh gaat het naar Mul-tatuli, wiens vrouw Tine een tijd op de Antwerpsesteenweg woonde. Daarna voert de wandeling langs het kerkhof van Laken, waar het eerste
afgietsel staat van ‘De denker’ van Auguste Rodin.Wat verderop in de Sint-Annadreef nummer 24 woonde vanaf 1912 de schrijver Karel Van de Woestijne, die vanuit Brussel als correspondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Cou-rant (NRC) berichtte. In diezelfde periode betrok ook Willem Elsschot met zijn vrouw en vier kinderen een appartement op de tweede verdie-ping van het nummer 237 van de Bockstaellaan. Beneden was café Le Cygne, en cafébazin Jeanne-Marie zou later model staan voor Dikke Jeanne in Lijmen/Het been.Het parcours eindigt met de herin-nering aan een muzikant, en niet de minste: Jacques Brel trouwde 61 jaar geleden eerst in het Lakense ge-meentehuis en een week later in de Goddelijk Kind Jezuskerk met Mi-che, een meisje uit de Stiénonlaan.
� Bettina�Hubo
Artiestenparcours met gids Hugo Neyrinck, zondag 10 april, om 14 uur vertrek in Nekkersdal, waar het Willemsfonds na afloop pannenkoeken serveert
In november 1878 schetste Van Gogh café au charbonnage aan het kanaal (l.). ‘De denker’ van Rodin op de grafzerk van Jef Dillens (r.).
RONDLEIDING IN HET KATTEBROEK
SINT-AGATHA-BERCHEM – Het Kattebroek, een pareltje natuurschoon in de stad, staat zaterdag centraal in een geleide wandeling tijdens het Brussel Welkom Weekend.
Micheline Van de Maele van het wijkcomité SOS Kattebroeck leidt u rond. De 4,5 hectaren op de rechteroever van de Maal-beek op Berchems grondgebied, en verder tot in Dilbeek, werden als landschap definitief be-schermd in 2009. Midden jaren 1980 wou de gemeente het ter-rein nog verkavelen, maar SOS Kattebroeck bond de strijd aan om het drassige gebied te be-schermen. Vooral de rietvelden zijn bijzonder binnen Brussel.Ondanks de paden kan het terrein drassig zijn; daarom draagt u het best laarzen. Vertrek om 9 uur in de Kat-testraat (tegenover nummer 94). De straat heet verkeerdelijk rue des Chats in het Frans, maar verwijst naar het Mid-delnederlandse katte, ‘ringwal’, ‘verhoogde berm’.� JMB
Inschrijven op 02-468.20.52
© D
JUM
BO
BDW 1274 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Brussel ligt op amper vijftig kilometer van de kerncentrale van Doel. © ERIC HERCHAFT / REPORTERS
Milieu > Annemie Maes (Groen!): ‘Kernenergie? Nee bedankt!’
‘Onbetrouwbaar, duur en onveilig’
De kans op tsunami’s of grote aardbevingen mogen in ons land dan wel zo goed als onbestaand zijn, ook hier kunnen we problemen nooit volledig uitsluiten. Denk bijvoorbeeld aan een neerstortend vliegtuig, een brand die overslaat op de nucleaire installaties, of problemen met de koelsystemen, blijkbaar de achilleshiel van kerncentrales. Hoe onwaarschijnlijk een ramp ook lijkt, het is wel degelijk mogelijk, en de gevolgen zijn gigantisch.Toch worden de gevolgen van een nucleaire ramp op Belgisch niveau al jaren systematisch geminimaliseerd. Brussel ligt weliswaar op
een officieel ‘veilige’ afstand van de Belgische kerncentrales, maar laten we alstublieft ernstig blijven: de Belgische normen over een evacuatiezone bij een eventueel incident bedragen amper tien kilometer, wat belachelijk weinig is als je ziet dat dertig kilometer wordt aanbevolen door een onderzoekscommissie over nucleaire veiligheid. Brussel ligt op amper vijftig kilometer van Doel en op zeventig kilometer van Tihange. Ter vergelijking: Tokyo – waar men nu mensen massaal aanspoort om veiliger oorden op te zoeken door de gezondheidsrisico’s – ligt op 240 kilometer van Fukushima.
VergroeningWaarover we ons ook zorgen moeten maken, is over de uiterst risico
Annemie Maes.
volle opwerking van nucleaire stoffen, het transport en het jarenlange opstapelen van kernafval waarvoor nog altijd geen enkele oplossing is gevonden. De voorstanders van kernenergie blijven als struisvogels hun kop in het zand steken.De laatste jaren was het bon ton
om de beslissing van paarsgroen uit 2003 voor een geleidelijke kernuitstap in twijfel te trekken: is het nog wel nodig om in 2015 een aantal kerncentrales te sluiten? Het licht zou massaal uitgaan zonder kernenergie, en onze economie zou ineenstuiken! Sommigen gingen
zelfs zo ver om kernenergie voor te stellen als dé ecologische oplossing voor al onze klimaatproblemen en voor onze energieverslaving. Want als er iets duidelijk is, dan is het wel dit: de Belgen zijn enorme energieslokoppen. En dat brengt ons terug bij onze Brusselse context: ook hier zitten we nog altijd met een te hoog energieverbruik en moeten we met z’n allen een serieuze tand bijsteken.Ons Gewest heeft helaas weinig potentieel om zelfbedruipend te worden op het vlak van energieproductie – een geplande vergistingsinstallatie, een houtverbrandingsinstallatie en enkele duizenden zonnepanelen niet te na gesproken. Ook projecten met kleine stadswindmolens, zoals ontwikkeld door de Erasmushogeschool, moeten een eerlijke kans krijgen. Maar waar we als stedelijk gebied wel iets aan kunnen doen, is ons energieverbruik verminderen, zonder aan comfort in te boeten. De Brusselse regering trekt dan ook terecht volop de kaart van energieefficiëntie en energiebesparing: passiefbouw als norm voor nieuwbouw, dakisolatie en dubbel glas in bestaande woningen, een energiebeleid waarbij ook de minder kapitaalkrachtige Brusselaars gestimuleerd worden tot energieefficiëntie, voorrang voor voetgangers en fietsers en vergroening van ons openbaar vervoer. Bij de introductie van elektrische voertuigen in ons gewest moet échte groene energie een van de voorwaarden zijn.
TransparantieHet voornemen van een aantal partijen om de oudste kernreactoren (bouwjaar 1975!) tien jaar langer open te houden, blijft een onzeker en risicovol experiment.Deze kernreactoren zijn ontworpen met de bedoeling dertig jaar mee te gaan: we zitten nu dus al over de limiet. Bovendien zijn er nergens anders ter wereld kerncentrales van vijftig jaar oud die nog werken. Groen! vraagt een duidelijke bevestiging van het engagement om de drie verouderde kerncentrales in 2015 te sluiten, en in afwachting van de sluiting moet er volledige transparantie zijn: de publieke opinie en het parlement moeten volledig ingelicht zijn over de risico’s die wij als burger (ook hier in Brussel) lopen.Daarnaast is het de evidentie zelf dat we in een hogere versnelling gaan met investeren in hernieuwbare energie, nog meer energieefficiëntie en minder energieverbruik. Dan hoeven we ons geen zorgen te maken: het licht zal in 2015 echt niet uitgaan.
Annemie Maes,Brussels parlementslid
Groen!
“We kunnen ons energieverbruik verminderen zonder aan comfort in te boeten”
© A
RC
HIE
F B
DW
BDWOPINIE
BRUSSEL – “Vergeet de mantra van bepaalde opiniemakers en politici dat kernenergie ‘goedkoop, proper en veilig’ zou zijn,” zegt Annemie Maes (Groen!). “De problemen die Japan nu heeft met de kerncentrale in Fukushima, tonen aan dat kernenergie een onbetrouwbare, dure en allesbehalve veilige energiebron is.”
BDW 1274 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
BDWOPINIESpierballen door Danny Vileyn
“Brussel zal nooit een volwaardig gewest worden.” Dat zei Vlaams ministerpresident Kris Peeters (CD&V) in La Libre Belgique. Niets nieuws onder de zon, maar aan Franstalige kant werd het gepercipieerd als een provocatie, en dus een mooie aanleiding om de spierballen te laten rollen. FDFvoorzitter Olivier Maingain kondigt in het Brussels parlement een resolutie aan over de erkenning van Brussel als volwaardig én voor uitbreiding vatbaar gewest. Ministerpresident Charles Picqué (PS) zegt dat Brussel een
volwaardig gewest is en dat de Brusselaars nooit iets anders zullen aanvaarden. En Waals ministerpresident Rudy Demotte (PS) zegt dat er geen sprake kan zijn van een beheer door de twee gemeenschappen. De ene Franstalige zegt dus dat Brussel een volwaardig gewest moet worden, de andere zegt dat Brussel een volwaardig gewest moet blijven. En Demotte meent zelfs te weten dat Kris Peeters het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil opdoeken. Waarop Picqué en Demotte dan maar de Franse Gemeenschap opdoeken en vervangen door de Fédé-ration Wallonie-Bruxelles. Een tip aan de politici: stel een verklarende lijst met politieke begrippen op (wat is bijvoorbeeld een volwaardig ge-west?). Laten we dezelfde definities hanteren. Dan gaan we ten minste weten waarover we het oneens zijn.Misschien had Peeters de journalisten die hem uitvroegen over Brussel, wandelen moeten sturen. Maar hij heeft gezegd wat hij gezegd heeft. Maar wat heeft hij precies gezegd? Niet dat het Hoofdstedelijk Gewest door de gemeenschappen moet worden bestuurd, niet dat Brussel zijn huidige statuut moet lossen.Brussel is een volwaardig gewest: het heeft niet alleen dezelfde bevoegdheden als Vlaanderen en Wallonië, het heeft er zelfs meer. Brussel heeft een bicommunautaire sector, het heeft provincie en agglomeratiebevoegdheden (brandweer en vuilnisophaling), en het mag het predicaat ‘hoofdstedelijk’ voeren. Brussel is op twee vlakken geen gewest als Vlaanderen en Wallonië. Eén: het Brussels parlement heeft geen decreten, maar ordonnnanties. De jure is er een verschil, de facto niet. Twee: Brussel heeft geen constitutieve autonomie. Dat wil zeggen dat Brussel de samenstelling van zijn parlement niet kan wijzigen. De Franstalige politici vinden dit een groot onrecht, maar er zijn allicht weinig Brusselaars die er wakker van liggen.Moet Brussel constitutieve autonomie krijgen? Nee. En indien wel, dan moeten we terug naar de dubbele meerderheid van 1989. De afgezwakte versie van 2001 (LambermontLombard) biedt de Vlamingen onvoldoende garanties om niet politiek buitenspel gezet te worden.
EVA HILHORST
BRIEVEN VAN LEZERS [email protected]
De torens: rechtgezet
In het artikel naar aanleiding van een gesprek met mij over de Noordwijk (‘De Titanic zinkt nog altijd’, in BDW 1273, p. 4) staat dat in het Manhattanplan acht kantoortorens gepland waren. Dat klopt niet. Het ging om tachtig (!) torens, waarvan acht voor het WTC, op het kruispunt van de twee autowegen. Op dit ogenblik staan er een twintigtal kantoortorens (binnen de omtrek van het vroegere BPA) en nog eens een vijftiental in de onmiddellijke omgeving.Dit alles staat op onze website. Ik begrijp niet hoe deze fout is kunnen gebeuren.
Albert Martens, prof. em. sociologie K.U.Leuven
Vervuild
Naar aanleiding van het artikel ‘Duizenden dupe van vuile grond’ (BDW 1273, p. 1) willen we het volgende rechtzetten.1. Volgens het artikel verplicht de ordonnantie van 5 maart 2009 een bodemonderzoek voor de verkoop van ‘vermoedelijk vervuilde grond’. Die verplichting is er al sinds de ordonnantie van 13 mei 2004, dus al zes jaar. Sindsdien hebben alle vastgoedtransacties (verkopen) het voorwerp uitgemaakt van dit onderzoek. In het geval van een verkoop van de Gomb uit 2005, waarvan sprake in het artikel, heeft de Gomb normaal gezien de grond moeten laten onderzoeken. Zo niet kan de verkoop teniet worden gedaan. Wij willen er overigens op wijzen dat de verplichting in Vlaanderen al sinds 1995 bestaat.2. In het artikel staat dat de betrokkene, mevrouw V., vandaag de verplichtingen ontdekt inzake het bodemonderzoek, naar aanleiding van een verkoop. De ordonnantie van 13 mei 2004 heeft heel wat vergelijkbare situaties doen ontstaan bij gebrek aan een informatieprocedure. Mensen ontdekken op het moment van het verlijden van de akte – dus heel laat in de verkoopsprocedure – dat er sprake is van vervuilde grond. Dit heeft serieuze gevolgen voor de betrokken partijen op het vlak van timing en van prijs.Precies om dit probleem te verhelpen, voorziet de ordonnantie van 5 maart 2009 erin om vooraf een informatieprocedure in te stellen. Leefmilieu Brussel is dus bezig met alle mensen die hiertoe in de toekomst verplicht zullen zijn, te informeren over de toestand van hun terrein als er een vermoeden van vervuiling is. Dat is een omvangrijke operatie die drie jaar zal duren en die begin januari van start is gegaan. De eigenaars hebben de mogelijkheid om dit vermoeden te betwisten. Ze worden ook geïnformeerd over de gevolgen als het vermoeden overeind blijft, zoals de verplichting van een bodemonderzoek bij een verkoop. Het doel is juist mensen de kans te geven beter te anticiperen op hun verplichtingen en te vermijden dat ze voor verrassingen komen te staan.3. Het artikel vermeldt de gevolgen als er een vervuilde grond ontdekt wordt, en de verplichtingen tot saneren op kosten van de eigenaars. Wanneer de verantwoordelijke van de vervuiling onbekend is (bij historische pollutie, bijvoorbeeld), dan bestaat de enige verplichting voor de eigenaars erin na te gaan of de vervuiling een gevaar vormt voor de gezondheid. Als dat zo is, dan zal de eigenaar alleen gevraagd worden om dat gevaar uit de weg te ruimen. De eigenaar hoeft dus niet over te gaan tot de sanering van zijn gronden! Als blijkt dat de verantwoordelijke van de vervuiling identificeerbaar is, dan zal Leefmilieu Brussel zich tegen de vervuiler richten. In dat geval zal een sanering van het terrein worden gevraagd, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’.4. Tot slot: Leefmilieu Brussel kent ook premies toe (tot
zestig procent, voor een maximum van 2.200 euro) voor wie een bodemonderzoek wil.
Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Leefmilieu (Ecolo)
Boeken toe
De Slegte van Brussel gaat dicht. Ik ben wrevelig, teleurgesteld, ontgoocheld, nijdig – pisnijdig. Is Brussel soms het (zeer verre) familielid met wie men de banden het eerst verbreekt? Of dacht u dat de Nederlandstaligen in de hoofdstad zo verwend zijn in het aanbod aan boekenwinkels? Weet dan dat het aanbod zeer beperkt is, zeker in verhouding tot de Franstalige boekenwinkels. Daar kunnen we jaloers op zijn. Ja, je kunt een boek online bestellen, maar ik word daar zo triest van. Ik wil de sfeer van een winkel, een boekenwinkel...Ik betuig mijn oprechte solidariteit met het personeel van De Slegte in de Lievevrouwbroersstraat en hoop dat ze terechtkunnen in een andere boekenwinkel.
Mieke Vanhouche, Brussel
Scheldestraat
Ik woon in de Jean Dubrucqlaan, vlak bij de Scheldestraat. Sinds een maand is het hier oorlog. Jongeren klommen vanuit een speeltuintje in onze tuin, stookten er vuurtje en lieten er gestolen handtassen achter. Uiteindelijk is dat (voorlopig?) gestopt door met mensen uit de buurt erop af te gaan en te praten.Mijn ervaring met de politie was negatief. Het speeltuintje was Molenbeek, mijn tuin Brussel. Ik moest de politie van Brussel hebben. Zij konden mij écht niet helpen. Wel moest ik bellen, elke keer als ik iets zag. Aan preventief langskomen deden ze niet. En effectief, ik zie ze hier niet rondrijden.Ik heb nu gebeld met Bravvo (preventiedienst van de Stad Brussel, red.). Die mensen waren heel vriendelijk en gaan kijken wat ze kunnen doen. En daar geloof ik ook volledig in. Pak die jongens aan voor het escaleert. Dit zijn absoluut jongeren die zich vervelen en eigenlijk roepen om aangepakt te worden. Maak mij niet wijs dat zij hierdoor gelukkiger worden.Ik begrijp de houding van de politie echt niet. Als ze het niet aankunnen, waarom trekken ze dan niet aan de alarmbel? Dit kun je toch niet zo laten, het gaat van erger naar erger. Je kunt een buurt toch niet zomaar opgeven?Ik hoop van harte dat BBDO niet wegtrekt (‘Wanneer werken in Molenbeek moeilijk wordt’, in BDW 1273, p. 4-5: communicatiebedrijf BBDO denkt eraan weg te gaan uit de Scheldestraat). Hun aanwezigheid draagt bij tot een sociale mix in de buurt. Het zou zo’n negatieve beslissing zijn.Ik hoop van harte dat er gereageerd wordt op dit artikel, ik hoop van harte dat er buurtwerkers komen die deze jongeren op de voet volgen, ik hoop van harte dat de politie beseft wat haar taak is, ik hoop ook dat de buurt wakker wordt. Ik geloof stellig dat als alle bewoners zich uitspreken tegen dit geweld, deze jongeren onder de indruk zullen zijn.Soit, ik geloof er nog in, omdat dat volgens mij de enige oplossing is. Dat is niet goedkoop, want ik woon er middenin, met drie opgroeiende kinderen. Er is een probleem. Een groot probleem. Maar we kunnen toch niet allemaal weglopen? Het probleem zal dan alleen maar groter worden. Ruth Plaizier, Sint-Jans-Molenbeek
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar [email protected]. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via [email protected]. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDW 1274 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
VADROUILLEDE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Architectuur > Bozar presenteert ideeënwedstrijd over toekomst Justitiepaleis
In de sporen van de scheve architect
F unctionaliteit was duidelijk niet de hoofdbekommernis van skieven archi-tèk Joseph Poelaert, en naarmate de tijd
vordert, doet zich dat almaar sterker voelen. Het gebouw is niet aangepast aan de heden-daagse noden, waardoor verschillende ge-rechtelijke instanties er al zijn weggetrokken en de overblijvers worden geconfronteerd met
ernstige beveiligings- en comfortproblemen.Wat kun je aan met zo’n gebouw? De fede-rale regering, die via de Regie der Gebouwen de eigenaar, en via het ministerie van Justitie de eindverantwoordelijke van de gebruikers is, besliste over die vraag een internationale ideeënwedstrijd te lanceren.Omdat er nog geen welomlijnd programma
is voor de (her)bestemming, konden de deel-nemers aan Brussels courthouse – Imagine the future! werken binnen twee mogelijke scena-rio’s: een waarbij het Justitiepaleis (gedeel-telijk) een justitiële functie behoudt, en een waarbij die functie verdwijnt. Van het twee-honderdtal inzendingen van over de hele we-reld stapten er 81 in het eerste scenario en 113 in het tweede.De jury, onder leiding van de Brusselse bouw-meester Olivier Bastin, bekroonde voor elk scenario drie laureaten, die samen met een selectie van een dertigtal andere ontwerpen worden tentoongesteld. Curator Joachim De-clerck van Architecture Workroom Brussels koos daarbij voor een thematische aanpak,
BRUSSEL – Gent, Antwerpen, Luik en Bergen hebben ondertussen allemaal een nieuw gerechtsgebouw. Brussel moet het nog altijd doen met de kolos die Joseph Poelaert bouwde tussen 1866 en 1883. Of mág het nog altijd doen, want een tentoonstelling met architectuurideeën in Bozar laat zien dat het gebouw behalve beperkingen ook veel mogelijkheden heeft.
DORP OP STAP, DE JUBILEUMEDITIE
BRUSSEL – Dorp op Stap, een initia-tief van het Festival van Vlaanderen Brussel, viert dit jaar zijn tiende verjaardag. En die gaat niet onopge-merkt voorbij.
Op zondag 17 april worden alle zestig dorpen, gehuchten en wijken die ooit hebben deelgenomen aan Dorp op Stap, uitgenodigd op een groot feest in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. In de voormiddag komt een special guest herinneringen ophalen met grappige foto’s en anekdotes. Daar-na volgt een exclusief concert door het Nationaal Orkest van België. Na de middag staan geleide wandelin-gen door Brussel op het programma (waarvoor reserveren noodzakelijk is).Sinds 2001 organiseert Dorp op Stap jaarlijks een klassiek concert in Brussel voor vijf dorpen, wijken en gehuchten uit heel Vlaanderen. In de beginjaren waren er zelfs Wijk op Stap en Dorp op Stap in de Provincie: alles bij elkaar hebben al meer dan twintigduizend mensen kunnen ge-nieten van een dagje Brussel en van toegankelijke klassieke muziek.Het doel van Dorp op Stap is mensen op een aangename manier dichter bij klassieke muziek te brengen en de vooroordelen te ontkrachten die mensen vaak tegen dat muziekgenre hebben. Gezien het succes dat het initiatief oogst, is de opdracht voor een groot deel geslaagd. De doelgroep van Dorp op Stap zijn ‘agrarische dorpen’, waarvan de inwoners, door een soms behoudende of onwennige mentaliteit, de weg naar een concert in de stad niet vinden. Dorp op Stap probeert ook de sociale cohesie in de dorpen te verstevigen.Wat Dorp op Stap ook populair maakt, is dat deelnemers niets hoe-ven te betalen, zelfs niet de vestiaire of het programmaboekje. Bussen worden ingelegd van op het dorps-plein tot aan de concertzaal, en voor kinderen jonger dan zes wordt een babysit geregeld.
� Noémie�Kowalczyk
© S
AS
KIA
VAN
DE
RS
TICH
EL
EHet Nederlandse City 4 ziet rond het Justitiepaleis veel groene openbare ruimte ontstaan (en als bonus het stadsspel ‘Zoek Vermassen’).
ADVERTENTIE
Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs
te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor
personen met een handicap
Handicap & informatie
alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.
Bezoeken enkel op afspraak
02/463.58.58
BDW 1274 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
KANSARM, KANSLOOS?
Vinden kansarmen hun weg naar de sportzalen en -velden? “Doorbreken in de sport is altijd moeilijk, en zeker voor iemand uit een kansarm milieu.” Raf Wyns van BIS-Foyer ziet in Brussel veel talent verloren gaan. Foyer wijdt er een congres aan: Inclusie in en door sport.
LEES MEER OP PAGINA 24-25
IN HET SPOOR VAN JOAN MIRÓ
De negenjarige Noémie ging op het Koningsplein naar de grote Miró-tentoonstelling. Niet alleen om te kijken; ze dook ook de ABC-studio in om te werken naar het voorbeeld van de grote Spaanse schilder. Hiernaast zie je haar ‘Wang van de zon’.
LEES EN BEKIJK MEER OP PAGINA 26-27
naargelang de ontwerpideeën meer nadruk leggen op de symboliek, de stedelijke dyna-miek, de functionaliteit, de monumentaliteit of de inplanting van het gebouw en de site.
Rotsblok of schandpaal?Uiteraard zijn niet alle ideeën even pragma-tisch en mag er ook al eens gelachen worden. Zo wil AVA het Justitiepaleis letterlijk laten verstenen tot een gigantisch rotsblok, en wil ORG het gebouw uit elkaar halen om de onderdelen te kunnen verschuiven en herver-delen.Iets meer programmatisch zijn de ideeën van Peter Janssen en Suzy Van Gerwen, die het pa-leis langzaam tot een imposante ruïne willen laten verworden, of van Donis uit Nederland, dat een transparant scherm voor het gebouw plaatst met de naar Magritte verwijzende naam ‘This is not a scaffolding’ en het gebouw wil toevertrouwen aan de kunsten.Office Kersten Geers David Van Severen, Gui-do Jan Bral en Kuehn Malvezzi zien het paleis dan weer als een onderdeel van een tijdelijke tentoonstelling van Europese architectuur. Het Grieks-Portugese duo Oliveira-Ruivo wil in het Justitiepaleis niet alleen de rechtspraak, maar ook de bestraffing organiseren, door op de bovenverdiepingen en in de koepel een ge-vangenis te installeren waarnaar de gevange-nen na hun vonnis ‘opstijgen’ met een rondje om de toren. Het (bedenkelijke) principe van de schandpaal.
In de achtbaan: ‘Equilibre précaire’ van A. Chaudemanche/BXLMRS.
En met welke ideeën kwamen de laureaten? De eerste laureaat in de categorie met behoud van een (gedeeltelijke) justitiële functie is de associatie van T.O.P. Office en Expo68. Hun voorstel brengt op een elegante manier be-paalde nieuwe functies binnen in het gebouw, die evenwel strikt gescheiden blijven van de justitiële. Uitgangspunt is de recuperatie en herbestemming van de enorme sokkel – de kelder, zo u wilt – van het paleis: liefst vijf-tienduizend vierkante meter gewelfde ruimtes die de verbindingen van het oorspronkelijke stadsweefsel kunnen herstellen, zich lenen voor wandelroutes waarin ook de enorme bin-nenplaatsen zijn opgenomen, maar ook voor commerciële, culturele en toeristische activi-teiten. Ook de Miniementrap, de Salle des Pas Perdus en de koepel met panoramisch zicht
worden publiek, maar de rest van het gebouw wordt integraal door justitie opgenomen.In dezelfde categorie volgen de twee andere laureaten (Surentu/De Mul en City 4 uit Ne-derland) hetzelfde spoor, met veel aandacht voor de toegankelijkheid en de transformatie tot groene zones van de omliggende ruimten. City 4 organiseert daarin ook het stadsspel ‘Zoek advocaat Vermassen’.
RadicaalIn de categorie die geen rekening meer houdt met een justitiële functie, won het radicale project ‘Pas de Palais, pas de Palais’ van Scale: het Justitiepaleis wordt ontmanteld, de restanten worden opgesplitst en getrans-formeerd tot een stadswijk. Die afbraak zou dan wel wat aan het lot van Horta’s Volkshuis doen denken, terwijl tweede laureaat Graphi-cal Arch van het paleis net een Volkshuis wil maken door er een residentiële, culturele en recreatieve functie aan te geven.Derde laureaat Silande/Papin focust vooral op de Salle des Pas Perdus als onderdeel van een voetgangersstraat waar eventueel de Mara-thon van Brussel kan passeren.
Zo heeft deze tentoonstelling zeker de ver-dienste dat ze aan het denken zet. Kun je de justitiële functie binnen één gebouwencom-plex combineren met andere functies, en zo ja, met welke dan? Kun je een theaterzaal inrichten waar twee verdiepingen hoger in de assisenzaal waargebeurde gruwelverhalen verteld worden? Wonen op een plek waar cri-minelen af- en aangevoerd worden? Shoppen in een wandelstraat waar de Witte Mars zijn eindpunt heeft?Moet je dit Guggenheim van Brussel aan het publiek geven? Of heeft Justitie alle recht op zo’n monument, ook al maakt dat fundamen-tele ingrepen in de oorspronkelijke architec-tuur noodzakelijk? Minister van Justitie Ste-faan De Clerck (CD&V) en de Brusselse balies hebben alvast hun voorkeur laten blijken voor het behoud en terugkeer van de gerechtelijke instanties naar het Justitiepaleis. Als minister van Financiën en verantwoordelijke voor de Regie der Gebouwen hoopt Didier Reynders (MR) binnenkort op de ministerraad over een concreet programma en een financieringsmo-del te kunnen spreken.� Michaël�Bellon
Boven: Surentu/De Mul Architects. Onder: Pierre Silande & Mickael Papin.
Kun je een theaterzaal inrichten waar twee verdiepingen hoger in de assisenzaal waargebeurde gruwelverhalen verteld worden?
© M
AR
C G
YSE
NS
© N
OÉ
MIE
Tentoonstelling Architecture for Justice, nog tot en met 15 mei in het Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Gratis, elke dag (behalve maandag) van 10 tot 18 uur, donderdag tot 21 uur. Meer op 02-507.82.00, [email protected] of www.bozar.be. U kunt alle ingediende ideeën consulteren op www.brusselscourthousecontest.be
BDW 1274 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
ADVERTENTIE
Strip > Op verkenning door middeleeuws Brussel
Tristan schudt t’Serclaes de handBRUSSEL – Tristan is neergestreken in middeleeuws Brussel. Dat levert een goed verhaal en mooie plaatjes op.
H erinnert u zich nog de lessen geschie-denis – of uw jongste geleide stads-wandeling – waarin de oorsprong van
Brussel ter sprake kwam? In 1979 vierde de stad haar duizendjarige bestaan; dat betekent dus dat Brussel in 979 gesticht werd.De naam, zo kregen wij destijds te horen, komt van Broeksele, ‘vestiging in het moeras’. In het beeldverhaal Tristan worden nog twee andere hypothesen opgediept. Volgens de eer-ste zou Brussel niet van het ‘Vlaamse’ Broek-sele komen, maar van het Keltische buroc of burco – ‘met struikgewas bedekte, moerassige plek’ – en het Latijnse cella, ‘deel van een tem-pel’. Ook de tweede hypothese grijpt terug naar de Kelten: Brussel zou van het Keltische briga, ‘heuvel’, komen. Tempel op de heuvel, dus. Het woord is aan de historici.Tristan is natuurlijk veel meer dan onenigheid onder historici; het is vooral mooie plaatjes kijken. Bijvoorbeeld die van de zeven stads-poorten: ik had ze me nog nooit zo duidelijk voorgesteld. Ook herinnert een apocalyptische plaat ons eraan hoe afschuwelijk het antisemi-tisme ook in het middeleeuwse Brussel was.
En dan is er het verhaal, dat begint in de pre-historie en eindigt met de Bourgondiërs. Het is een verhaal van weelde, maar ook van uitbui-ting en sociale conflicten. Een verhaal van oor-log en vrede. En van Everaard t’Serclaes die de Vlamingen verjaagt en de vlag van het hertog-
dom Brabant aan het huis De Sterre hijst. Toen was er nog geen stadhuis, alleen een belfort. Everaard t’Serclaes, door Julien Dillens vereeu-wigd op de hoek van de Grote Markt en de Karel Bulsstraat, wordt nog elke dag door toeristen gestreeld die geloven dat dit geluk zou brengen.
Het boek van Jacques Martin en Nicolas Van De Walle oogt aantrekkelijk; jammer alleen dat er in de tekst af en toe storende neologis-men (!) als onverdeelbaarheid opduiken. Het boek eindigt met de geschiedenis en architec-tuur van de Grote Markt en de geschiedenis van de Ommegang en Beatrijs Soetkens.Over Jacques Martin, die vorig jaar op 88-jari-ge leeftijd overleed, heeft burgemeester Fred-dy Thielemans het in zijn voorwoord: “Jacques Martin... het zou bijzonder verwaand zijn hem in enkele zinnen te willen samenvatten. Zijn levensweg is uitgestippeld langs zoveel in-drukwekkende bakens: zijn samenwerking met Hergé, de avonturen van Alex... Hij stond nooit weigerachtig tegenover samenwerkin-gen. Hij beschouwde ze als een verrijking, en uiteindelijk een noodzaak, omdat hij aan een oogziekte leed. De samenwerking met Nicolas Van De Walle, die begon met Carcas-sonne en die jammer genoeg hier eindigt, zal zonder twijfel een van zijn meest geslaagde blijven.”� Danny�Vileyn
N. Van De Walle en J. Martin, De reizen van Tristan: Brussel, uitg. Casterman, 56 p., 6,95 euro
De Anderlechtsepoort, een van de zeven toegangen tot het oude Brussel.
© C
AS
TER
MA
N
www.bruparck.com
Schrijf je nu in voor de paaseierenjacht in Bruparck.Zondag 24 en paasmaandag 25 april (14u tot 16u30). Deelnemen kan enkel mitsinschrijving vooraf via onze website www.bruparck.com, en voor kinderen tot max.10 jaar.Creatieve ateliers van 13u tot 18u (geen inschrijving nodig).Alle activiteiten zijn gratis.
55040 1-2 ad Pasen BDW.indd 1 28/03/11 09:58
BDW 1274 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
ADVERTENTIE
Geel voor Vlamingen, rood voor Franstaligen
Op basis van het smoelwerk van de improvisatiekandidaten moest het publiek raden of die Nederlands- dan wel Franstalig waren.
© JO
VOE
TS
Gezien: La guerre belge/De Belgi-sche oorlog, donderdag 31 maart in gemeenschapscentrum De Linde in Haren (www.bis-produkties.be).
In Haren kwam het vorige week tot een Belgische oorlog. Zij het dan op ludieke wijze, met een wedstrijdje improvisatietheater tussen de twee taalgroepen.Zulke tweetalige improvisatiewed-strijden zijn niet nieuw; de twee tak-ken van de Belgische Improvisatie Liga organiseerden er ook al. Maar in dit geval worden vier leden van
de Fédération Belge d’Improvisation Amateur samengebracht met vier Vlaamse lolligaards van The Lunatics, voor een tournee waarin de taalstrijd als thema door de hele avond loopt.Voor en na de wedstrijd weerklinkt Belgische muziek. Boven het podium hangen de haan, de leeuw en de driekleur. De presentator opent met enkele grapjes en weetjes over Vlamingen en Franstaligen. Het publiek, dat zowel uit Franstaligen als Nederlandstaligen bestaat, mag zoals altijd aan het einde van elke op-dracht beslissen welke van beide teams het er het best van afbrengt: de gele kaart omhoog steken is een stem voor de Vlamingen, de rode één voor de Franstaligen.In GC De Linde in Haren was een vrij talrijk, maar kalm publiek komen opdagen, maar de presentator (Geert De Wael van tvbrussel, die in zijn vrije tijd blijkbaar ook zelf aan impro doet) hield de zaal de hele tijd in de ban.Het idee voor de voorstelling van de kandi-daten was geweldig. De acht spelers werden een voor een, maar in willekeurige volgorde en zonder vermelding van hun naam opge-roepen. Het publiek moest alleen op basis van hun smoelwerk (iedereen droeg neutrale zwarte kleren) gokken of de kandidaat Neder-landstalig of Franstalig was. Het raadde er zes van de acht goed.Improvisaties staan of vallen grotendeels met de uitvoering van de opdrachten, al is het idee dat in de opdrachten vervat zit, vaak ook al leuk. Een reclamespot spelen over het andere landsdeel, waar (volgens de eisen van het pu-bliek) ook een draak en een trappist in moe-ten voorkomen; een aflevering van Blind date waarin kandidaat De Wever voorstelt voor het
eerste etentje naar de frituur te gaan, maar de bestelling wel netjes in twee te splitsen; een scène spelen waarin zoveel mogelijk clichés moeten voorkomen over maatschap-pelijke minderheden, zoals daar zijn Ma-rokkanen en Sprookjesfiguren: dat zijn de typische ingrediënten die zo’n improavond kruiden. In dit geval kwamen daar nog de commu-nautaire grapjes bij en het feit dat de teams hun scènes ook regelmatig in de andere taal moesten spelen. Dat was charmant en het leverde grappige momenten op. Bijvoorbeeld toen een Nederlandstalige speler het woord œufs, dat hij van de mayonaisepotten kende, nogal fonetisch uitsprak, of toen Charleroi als Karel Koning werd vertaald. Hoewel je improvisatiespelers met hun moedertaal net een van de weinige wapens ontneemt die ze tijdens zo’n wedstrijd ter beschik-king hebben, vielen hier en daar taalkundige spitsvondigheden te noteren. Het beste re-sultaat haalden de verenigde teams in een gezamenlijke ‘abc-scène’. Die moest in het Frans gespeeld worden, maar speelde zich af in West-Vlaanderen, en elke nieuwe zin moest beginnen met weer een nieuwe let-ter van het alfabet, te beginnen bij de A. Niet alleen begon de Nederlandstalige kan-didaat die met een G moest beginnen, met het woordje gier (West-Frans voor histeren), de anderen breidden aan deze accidentrijke scène met een zatte boer ook nog een ele-gant einde met het rijtje ‘X-ray’, ‘Ypres’ en ‘Z’est juste’.De puntentelling werd bepaald door een gigantische teerling, die zoals bij Wal-ter Capiau destijds over de hoofden van de toeschouwers tot op de scène werd gerold. Het team dat een opdracht had gewonnen, mocht dan het aantal gegooide ogen bij zijn score tellen. Toevallig rolde de dobbelsteen voor de Franstaligen altijd veel gunstiger dan voor de Vlamingen, wat uiteraard aan-leiding gaf tot grapjes over oneerlijke trans-fers. De Franstaligen wonnen dus het pleit, waardoor België voortaan een Franstalig land genoemd mag worden, GC De Linde tot Le Tilleul werd omgedoopt, en de verliezers het volkslied in het Frans moesten zingen.
� Michaël�Bellon
Pra
at
ach
teraf
VAN STEENO TOT DOE MAAR
BRUSSEL – Het centrum voor volwasse-nenonderwijs Lethas organiseert op 7 april Zingba(a)r, een groot muzikaal project in het café van de Beursschouwburg. Er zijn twee sessies: een van 14.30 tot 16 uur, gezon-gen door de studenten van de voor- en na-middaglessen, en een van 18.30 tot 20 uur, gezongen door de studenten die ’s avonds les volgen. Het Nederlandse lied zal er in al zijn veelzijdigheid aan bod komen, van Luc Steeno over Raymond van het Groenewoud tot Herman van Veen en Doe Maar. De zan-gers zijn studenten van alle niveaus. De
Zingba(a)r-band die de zangers zal begelei-den, bestaat uit studenten en leerkrachten.Het evenement heeft verschillende doelen. De liedjes worden gebruikt als didactisch mate-riaal in de lessen, maar het is ook een manier om de studenten het Nederlandstalige én het Brusselse culturele erfgoed te leren kennen. Bovendien gaan de organisatoren ervan uit dat samen zingen verbondenheid en vreugde over alle grenzen heen schept. Door de beperkte capaciteit zal het café van de Beursschouw-burg die dag uitsluitend toegankelijk zijn voor studenten, leerkrachten en genodigden. NK�
TELEX VADROUILLE
BELGISCHE wIJNBOUwERS pROfILEREN zICH
BRUSSEL – De Belgische wijnbouwers, ver-spreid over alle uithoeken van de wereld, winnen de laatste jaren aan belang. De inter-nationale wijnkenners zijn zich steeds meer bewust van de kwaliteit van deze wijnen. Daarom organiseren Vino Magazine en Vino-pres de tweede editie van Belgovino, de beurs van de Belgische Wijnbouwers zonder Gren-zen.Het evenement vond ook al eens plaats in 2006 en had in de tussentijd een vertegen-woordiging op de jaarlijkse Megavino. Deze enorme wijnbeurs strijkt elk jaar in oktober
neer op de Heizel en verzamelt wijnbouwers van alle uithoeken van de wereld. In 2010 wa-ren er driehonderd standhouders uit 28 wijn-landen en kreeg de beurs meer dan 25.730 bezoekers over de vloer.Het evenement vindt plaats op zondag 10 april in het prestigieuze Koloniënpaleis in Tervuren van 11 tot 18 uur. Toegangskaartjes kosten 10 euro per persoon; parkeren is gratis. De organisatoren van Belgovino kunnen rekenen op de medewerking van verschillende media, zoals Vinogusto, Knack en FM Brussel.�� NK
Culturele middagpauzes in het Museum van de Stad Brussel
12 en 14 april om 12.30u
De franciscanen en armoede in BrusselDe rondleiding is gratis!Toegang museum: € 4
Museum van de Stad BrusselGrote Markt (tegenover het Stadhuis)
Info: 02 279 43 71 | www.musea.brussel.be
FOCUS OP
BRUSSEL – The Cube by Electro-lux is een vijfhoekig bouwwerk van zestig ton dat dienst doet als rond-reizend restaurant. Om de drie maanden strijkt de Cube op een nieuwe markante Europese locatie neer. Nu is de triomfboog in het Jubelpark aan de beurt. Culinair genieten op 45 meter hoogte.
Het bouwwerk, dat niet vast staat, maar vakkundig boven op de triomfboog werd neergepoot, heeft een grondoppervlak van 150 vier-kante meter en is getekend door de Italiaanse architect Michele Rossi in opdracht van het Zweedse be-drijf Electrolux. De constructie is volledig uit recycleerbaar materiaal opgetrokken. Een team van achttien mensen zorgt voor de opbouw en de ontmanteling van de Cube: het duurt negen dagen om hem op te bouwen en vijf dagen om hem af te breken.
De Cube kan achttien gasten ont-vangen, die samen aan een negen meter lange tafel in een wit interieur aanschuiven. De tafel, gemaakt uit de kunsthars Corian, is gemaakt uit één stuk en weegt een slordige acht-honderd kilogram.In het restaurant staan twee ster-renchefs achter het fornuis: Bart De Pooter van De Pastorale (**) en Sang-Hoon Degeimbre van L’Air du Temps (**). Ze wisselen elkaar om de twee weken af en brengen telkens een nieuw menu. De lunch kost de bezoeker 150 euro en het diner 200 euro. Maandag en dinsdag zijn ex-clusief voor bedrijven die het com-plex willen afhuren, woensdag is gereserveerd voor de werknemers en de partners van Electrolux, en de andere dagen van de week zijn be-stemd voor particulieren. Reserve-ren kan op www.electrolux.be. Elke week komt er een nieuwe week vrij
BDW 1274 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Muziek > Brussels trio Hoquets maakt Belgische versie van Congotronics
‘Alles is een instrument’
K onono N°1 maakte in 2005 een daverende entree op de Europese festivals met
zijn tradi-moderne sound. Die haalden ze uit uit afval vervaar-digde instrumenten, aangeslo-ten op versterkers, gemaakt van motorstukken van afgedankte voer-tuigen. Voeg daaraan nog een ste-vige portie distorsie en repetitieve ritmes toe, en je krijgt hypnotise-rende akoestische trance. Clubbing op z’n Congolees, zowaar. De band uit Kinshasa stond die zomer op Couleur Café en stak heel Thurn & Taxis in zijn zak.Iets later lanceerde de Brusselse mu-zikale ontdekkingsreiziger Vincent Kenis de compilatie Congotronics op Crammed Discs, en sindsdien is het hek van de dam. De muzikale ver-nieuwing uit Congo bleef verbazen, en begin dit jaar bracht Crammed zelfs een dubbelalbum uit, Tradi-modern vs. rockers, waarop westerse rockbands zich laten inspireren door de Congotronics.
InnoverenNu is er met Belgotronics van de
Brusselse band Hoquets een ver-lengstuk van eigen bodem. Voor de drie jongelui van Hoquets was Konono N°1 liefde op het eer-ste gezicht. “Het eerste optreden was een buitengewone ervaring. Zoiets had ik nog nooit eerder ge-zien,” zegt de Franse inwijkeling Maxime Lê Hung. “Zo’n innoveren-de sound!”De dag na een Congotronics-nacht in de Cabaret Sauvage in Parijs waar Konono N°1, Kasai Allstars en Staff Benda Bilili voor het eerst samen optraden, stond het trio van Ho-quets voor het eerst samen op het podium. “McCloud (Zicmuse, red.) had een optreden met zijn solopro-ject en we hebben hem op percussie begeleid tijdens één nummer, zwaar geïnspireerd door de Congotronics, want die onvergetelijke nacht in Pa-rijs zat nog vers in ons geheugen,” vertelt de Belg François Schulz, die als kind al drumsets in elkaar knut-selde door vuilnisbakken aan elkaar te plakken.Twee maanden later werd Hoquets boven de doopvont gehouden. Hun repetitieruimte/atelier hadden ze
in hun hoofdkwartier La Compilo-thèque, een collectief op nummer 50 van de Akenkaai dat concerten, collectieve maaltijden, conferenties, filmprojecties, het Bal du Canal en nog veel meer creatiefs organiseert.Net voor ons gesprek zit Schulz nog wat te prutsen aan Russische mi-crofoons (“Niemand moet hiervan hebben omdat ze er niet uitzien,
maar het is echt goed spul”), terwijl de Amerikaan McCloud Zicmuse de laatste hand legt aan een eensnarig gitaartje, de zogenaamde iaeniaen (spreek uit: jang jang). “Het eerste dat ik vervaardigd heb, maakte een erg schel geluid, iaen iaen, vandaar de naam,” zegt Zicmuse. “Nadien creëerde ik ook een tenor- en een basversie, want onafhankelijk van
BRUSSEL – Na Congotronics, de Congolese ‘tradi-moderne’ bands Konono N°1, Kasai Allstars en Staff Benda Bilili, zijn er nu ook de Belgotronics. De band Hoquets stelt op donderdag 7 april bij Atelier 210 zijn debuut Belgotronics voor, uit op Crammed Discs, het Brusselse label dat ook de Congolese pioniers uitbracht.
Hoquets’ avonturen in België, met (vlnr.) Maxime Lê Hung, McCloud Zicmuse en François Schulz.
© C
RA
MM
ED
Culinair > Dure reclamestunt
Dineren op de triomfboog
Dineren onder de sterren: tot 3 juli in het Jubelpark.
© S
AS
KIA
VAN
DE
RS
TICH
EL
E
voor reserveringen. Momenteel is alles tot mei volgeboekt. De Cube blijft zeker tot 3 juli in Brussel,
daarna verkast hij onder meer naar Moskou en Stockholm.Deze reclamestunt kost Electro-
lux tot liefst 70.000 euro per dag.
� Noémie�Kowalczyk
wat we bespelen, we hebben elk een eigen toonhoogte.”Al die zelfgemaakte instrumenten heten hoquet. Schulz speelt tenor-hoquet, Lê Hung bashoquet en Zic-muse high hoquet.Hun naam Hoquets slaat op de hik (‘avoir le hoquet’), maar het is ook makkelijk uit te spreken in het Frans en in het Engels (‘Okay!’). Hockets slaat ook op een techniek die bij ons veel gebruikt werd in de mid-deleeuwen, maar ook in Afrika en Bali, waarbij een melodie verdeeld wordt over verschillende stemmen of instrumenten. Een techniek die Hoquets in sommige nummers ge-bruikt.
Belgische folkloreHoquets’ debuutalbum Belgotronics is een knipoog naar de Congotro-nics, maar ook een eerbetoon aan minutieus uitgekozen aspecten van hun teergeliefde vaderland/adoptie-land België, zoals de meertaligheid, de Slag bij Waterloo, het abdijbier Orval, de mooie Gentse vrouwen (op het nummer ‘Gentse Speciaal’), enzovoort, allemaal breed gedocu-menteerd in hun fanzine Hockets holler.Humor met hopen, zo ook bij de handleiding met tekeningen over de folkloristische Waalse dans ‘Chaud boulet’, of bij hun passie voor de Couques de Dinant van Collard, “zo hard dat je er behoorlijk op moet zuigen, wat dan weer andere conno-
BDW 1274 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Het lijkt de zoveelste versie van fastfood, maar ramen maakt toch minstens deel uit van wat ouders ‘jeugdcultuur’ noemen.
Ramen is een Japans gerecht. Het is een soep met noedels erin. Vandaag wordt het ook bij ons genut-tigd als snack. Mannen van mijn leeftijd zochten ooit soelaas voor hun geeuwhonger in een pak friet of een pistolet met gekapt . De mensheid heeft altijd gesnackt wanneer daar geld voor was. Maar noe-dels als snelle hap? Het is eens wat anders.De eerste geruchten over snelle noedels kwamen uit mijn tijd als waarnemer in de visserij in de ja-ren 1980. Jonge mensen die ik begeleidde, liepen stage op Japanse vissersboten. Hoewel ze graag brood bij het ontbijt aten, vonden ze dat niet op hun schip. Volgens hun verhalen keerden de Japanse vissers terug van hun wacht aan dek en haalden ze een potje ramen uit de voorraadkast, goten daar kokend water op en een geklutst rauw ei met wat sojasaus. Zoiets heette dan een maaltijd. Onze jonge sta giairs gruwden bij de gedachte, maar ver-telden nog verder: het hoefde niet noodzakelijk een rauw ei te zijn. De noedels konden evengoed ver-sierd worden met geraspte katsuobushi . Dat laatste is voor Japanse noedels wat Parmezaanse kaas is voor Italiaanse pasta. Het is een hard bruin ding dat over de dampende schotel geraspt wordt. Maar het is geen kaas, Oost-Aziaten hebben weinig met melkproducten. Het gaat om fi lets van de skipjack-tonijn, die eerst dagenlang worden gerookt, tot ze hard zijn en eruitzien als donkere stukken hout. Vervolgens worden de visfi lets in dozen verpakt waar een schimmel in zit die het visproduct verder ‘op smaak’ brengt. Katsuobushi is vis die gerijpt is als kaas, en verder wordt het ook echt als raspkaas gebruikt.Het kan nog rijker. De meest geliefde saus op de instantnoedels bleek shiokara te zijn. Ik heb het nog niet gevonden in Brussel, maar ik heb er dan ook nog niet naar gezocht. Shiokara komt van de-zelfde skipjack, maar dan niet het visvlees, maar de geurige ingewanden, die gezouten worden en ver-volgens gegist in grote vaten. Het moet van smaak iets hebben van de oriëntaalse vissausen, gezouten ansjovis of misschien zelfs van de legendarische Romeinse vissaus garum ? Stinken, dus. Naar het schijnt, geurde de mess op de visserijboten zo sterk dat zeeziekte spoedig geen punt meer was. Dit le-
ken verhalen van een verre visserij, maar bij mijn terugkeer in België kwamen de instantnoedels hier stilaan ook de winkels binnen.Ramen, men weet niet waar het woord echt vandaan komt, maar het heeft niets met vensters te maken. Het is oorspronkelijk een Japanse maaltijdsoep die in verschillende versies bestaat. Er kan varkensvlees in zitten met groenten en paddenstoelen, of ook zee-vruchten of de eenvoudige lekkernijen die ik boven beschreef, en het is uitgegroeid tot een populaire manier van snacken en lunchen voor de gewone ar-beider. Overal zijn er eetstalletjes voor noedelsoep. Hoe belangrijk ramen voor de Japanners is, wordt voor ons, onwetende westerlingen, misschien nog het best geïllustreerd in de hilarische fi lm Tampopo , waarin enkele randfi guren uit het Rijk van de Rij-zende Zon een arme weduwe helpen om van haar aftandse ramenwinkel een succesvol restaurantje te maken. In het begin van het verhaal zien we een oude meester die zijn leerling leert hoe hij een kom ramen moet appreciëren: hoe men het vlees moet aaien, de groenten moet bekijken met verlangen op wat komen zal en dan de hele hap slurpend naar bin-nen werken met stokjes, waarna men in rituele slok-ken de overblijvende soep tot zich neemt. De ramen als bron van fi losofi e. Als u, net als ik, de fi lm hebt gemist bij zijn uitkomen in de jaren 1980: het hele verhaal is te herbekijken op YouTube, met uitzonde-ring van enkele pikante scènes die iets met rauwe eieren en garnalen te maken moeten hebben. De dagelijkse werkelijkheid van de ramen is natuurlijk niet zo poëtisch als in de fi lm, maar maatschappe-lijk daarom niet minder belangrijk.Noedelsoep zou in Japan pas populair zijn gewor-den na de Tweede Wereldoorlog, vooral dankzij het goedkope Amerikaanse meel waarmee het verslagen land weer op de been werd gebracht. In 1958, het jaar van ‘onze’ Expo, vond ene Momofuko Ando de instantnoedels uit. Dat waren de pakjes droge pasta, klaar in drie minuten, die we vandaag ook hier in in-dividuele porties in de oosterse supermarkten aan-treffen. In 1971 introduceerde Ando de cup noodles
in een kant-en-klaar kommetje, waar men alleen nog kokend water aan hoefde toe te voegen.Mijn kinderen vallen voor deze snelle hap. Ideaal voedsel voor vlijtige studenten in de blok en voor luie canapéliggers voor de buis. Het past ook helemaal in hun cultuur van anime en computerspelletjes. In-stantnoedels zijn ‘cool’. Ik durf ook weleens een pak-je open te trekken (de plastic kommetjes vind ik net iets té wegwerpmaatschappelijk). Waar oorspron-kelijk, zoals op de vissersboten, het alleen noedels waren die op smaak dienden te worden gebracht, zit-ten er nu pakjes bij met olie en droge kruiden, in de meest exotische combinaties. In de supermarkt sta ik gewoon paf bij wat er bestaat: met kip, met curry, met eend of garnalen, met kimchi (gegiste kool) of vis... Eerlijkheidshalve staat erbij dat het slechts om ‘de smaak van’ gaat, want tussen het poeder zit geen vin of vleugel van welk dier dan ook. Het is echt niets om een voedingsgewoonte van te maken, maar nu en dan is het gewoon fun om zo’n luiemenseneten klaar te maken. Als u gruwt van E-nummers en syn-thetische smaken, gooi dan de bijgesloten smaak-pakjes gewoon weg. Hou de noedels over (ze zijn er al vanaf 35 cent per pakje!), doe die in een kommetje, giet er een kluts kokend water over, zet er een bordje op en wacht drie minuten. Pers er een vers teentje look over en wat gehakte verse peterselie. En o, ver-geet dat rauwe ei niet. Roeren. Smakelijk.
De hele reeks nalezen?www.brusselnieuws.be/trachet
Ramen
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Nick Trachet
taties oproept,” zegt Zicmuse met een knipoog.“De teksten zijn geïnspireerd door onze belevenissen in België,” ver-telt hij verder. “Als Amerikaan sta
ik ervan versteld dat jullie Belgen niet meer respect hebben voor jul-lie traditie. Hier zijn zoveel bui-tengewone plekjes, maar Belgen geven er niet om. Dat is jammer. Onze muziek zal dat niet veran-deren, maar we willen er toch op wijzen dat er heel wat mooie
dingen aan het verdwijnen zijn.”
Sloophout Deze zomer heeft de band een in-drukwekkende concertreeks, voor-namelijk in België en Frankrijk. Door de broosheid van hun instru-menten zijn ze nu al op zoek naar ateliers waar ze terechtkunnen om tijdens off-days hun hoquets te her-stellen. “We nemen van overal materiaal mee. Dit,” zegt Schulz, wijzend naar een soort mini-marimba aan de muur, “is bijvoorbeeld gemaakt met buizen van op een slakkenberg in Charleroi. We hebben ook eens in Parijs grote planken meegenomen: die kunnen altijd dienst doen om percussiekisten van te maken. Onze sound wordt dus mee bepaald door het materiaal dat we oppikken tij-dens onze tournees. Benieuwd wat dat deze zomer allemaal gaat ople-veren...”En na al die vreemde verhalen blijft natuurlijk de vraag: hoe klinkt nu in godsnaam hun muziek? Heel simpel, het is Belgische groove : r’n’belge !� Benjamin�Tollet
“Onze sound wordt mee bepaald door het materiaal dat we oppikken tijdens onze tournees”
Media > Luisterpunt heeft twee nieuwe diensten
Lezen met je orenBRUSSEL – Luisterpunt, de biblio-theek met aangepaste lectuur voor mensen met een leesbeperking, stelt twee nieuwe diensten voor. Een daarvan is Mijn Luisterpunt.
Met Mijn Luisterpunt kan de lezer van thuis uit zijn leeshistoriek raad-plegen en zijn boekenlijst beheren. De meeste abonnees leggen met Mijn Luisterpunt een voorraadlijstje aan. Zodra ze een boek uitgelezen en teruggestuurd hebben, wordt hun het volgende boek opgestuurd.De andere nieuwe dienst is de Braille-enkel. Vroeger was er de Braille-heen-en-terug , een concept waarbij de lener pas een nieuw boek kreeg als hij het andere boek terug-gezonden had. Wie een boek wou lenen dat iemand anders in zijn bezit had, moest wachten tot het boek terug was. Vanaf nu worden de nieuwe boeken niet meer ingebon-
den, maar digitaal opgeborgen. Zo-dra een lezer een boek bestelt, wordt het geprint en op een gemakkelijke manier samengehouden. Die versies zijn gemakkelijker verzendbaar. Het meest innoverende bij Braille-enkel is dat elk boek altijd voor iedereen beschikbaar is en dat een besteld boek niet hoeft te worden terugge-geven. Zo kan de boekenwurm thuis zijn eigen bibliotheek samenstellen.Lid worden van Luisterpunt, boeken bestellen en laten leveren is volledig gratis.De bibliotheek biedt vandaag acht-duizend brailleboeken aan en zes-tienduizend Daisy-luisterboeken, waarbij het verhaal voorgelezen wordt op cd-rom. Luisterpunt krijgt elk jaar 1,3 miljoen euro subsidies van de Vlaamse overheid. In decem-ber ontving de bibliotheek nog de publieksprijs van de Vlaamse Bib Web Awards.� NK
Nu en dan is het gewoon fun om luiemenseneten klaar te maken
Nick ©
NIC
K T
RA
CH
ET
Hoquets stelt zijn debuutalbum Belgotronics voor op donderdag 7 april om 21 uur in Atelier 210, Sint-Pieterssteenweg 210, 1040 Etterbeek. Kaartjes kosten 5 euro. Op 29 april verzorgt Hoquets het voorprogramma van Staff Benda Bilili in de AB, en op 12 mei neemt de band deel aan de Tradi-modern vs. rockers-nacht op Les Nuits Botanique. Meer op www.crammed.be en www.hoquets.net
BDW 1274 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Giacomo Lariccia is Brussel dankbaar: “Mijn wereld ging pas open op mijn twintigste; voor mijn zoontjes begint het nu al.”
P rofessioneel muzikant worden, daar droomde de kleine Giacomo Lariccia al van. “Helaas, het was wel het laatste
waar mijn ouders oren naar hadden. En dus ben ik, hun ter wille, braafjes naar de univer-siteit gegaan, communicatiewetenschappen studeren. Tegelijkertijd heb ik door uitwisse-lingsprogramma’s gelukkig een groot deel van Europa mogen ontdekken. Het scherpte mijn honger naar zelfbestemming alleen maar aan: nog geen maand nadat ik mijn thesis had ver-dedigd, stond ik al met mijn koffers in Brussel. Om te ontdekken wat me als mens het meest kon verrijken en gelukkig maken. Voor mijn vader en moeder was het een beetje alsof de hemel hun op het hoofd viel, al had ik hen er met de jaren zachtjes op voorbereid.”“Waarom Brussel? In de ogen van velen is Rome misschien wel de mooiste stad ter we-reld. Maar Rome is meer dan alleen maar het historische centrum. Vier miljoen inwoners, een immense periferie. En in die periferie ben ik opgegroeid, en dat was niet bepaald een lachertje: grote afstanden, het verkeer een nachtmerrie. Ik was ook enorm geboeid door de rijkdom in diversiteit van Europa. En Brussel is daar een exponent van, had ik uit ervaring geleerd. De hoofdstad van Europa, internationaal, stimulerend, open voor alles
wat nieuw is. En op de koop toe een metropool met menselijke huurprijzen. Nog geen secon-de heb ik me de keuze beklaagd. Enorm veel mogelijkheden heb ik hier gekregen om me te ontplooien. Als artiest, als mens. In een kli-maat dat niet verziekt is door een rampzalige economische toestand en de fratsen van een potentaat als Berlusconi.”
SpellboundOnmiddellijk na zijn aankomst schreef de nieuwe Brusselaar zich in aan het Conserva-torium. “Vijf jaar heb ik me daar bekwaamd. Een mooie tijd, maar ook wel hard. Op hulp van mijn ouders kon ik niet echt rekenen; om mijn studie te bekostigen en in mijn levens-onderhoud te voorzien, werkte ik acht uur per week in een advocatenbureau, waar ik voor de computers zorgde. Voor de rest was het stude-ren, studeren en nog eens studeren: ik leefde bijna als een monnik. Maar hoe moeilijk ook, het heeft allemaal geloond. Dubbel en dik.”“Tijdens mijn studie heb ik gewetensvol ge-volgd wat de docenten me voorkauwden. Al was ik het er niet altijd mee eens, of was ik niet altijd even geboeid. Pas daarna ben ik mijn ar-tistieke identiteit gaan zoeken. Te beginnen met mijn eerste full cd, Spellbound: min of meer de concretisering van de invloeden die
ik na mijn vertrek uit Italië had ervaren. Het werd jazz, omdat ik als tiener in de ban was geraakt van alles wat met zwarte muziek te maken heeft. De essentie van jazz is improvi-satie, het bood me de mogelijkheid mijn din-gen voor te stellen, mijn muziek, mijn type van improvisatie.”“Het project heeft me ook nog maar eens ge-leerd hoe open van geest Brussel wel is. Voor de promotie had ik mails rondgestuurd naar journalisten. Een tiental hebben me geant-woord, ik heb zelfs de eerste pagina van Le Soir Culture gekregen. Onvoorstelbaar: het was een eerste plaat, jazz dan nog, van iemand die nog maar net kwam piepen. Ik was er he-lemaal ondersteboven van, maar het was wél de bevestiging dat de weg die ik gekozen had, de juiste was.”
Avventura in musicaOp Spellbound beperkte Lariccia zich nog tot zijn gitaar, maar hij begon de behoefte te voe-len om letterlijk uit te drukken wat hij voelt en denkt. Met zijn stem, dus. “Muziek in combi-natie met tekst kan zoveel meer dan muziek alleen. Meer dan emoties oproepen, de zaken exact beschrijven zoals ze zijn. Dus wilde ik aftasten wat het effect zou zijn om geënga-geerde teksten te brengen.”“Het is goed uitgedraaid: dankzij de steun van het Italiaans cultureel instituut heb ik een reeks concerten kunnen brengen, waarin ik hulde bracht aan grote Italiaanse zanger-lied-jesschrijvers zoals Fabrizio De André, Lucio Battisti en Gior gio Gaber.”“Ongeveer in diezelfde periode – zowat twee
jaar geleden – heeft Rocco Granata me ge-vraagd om met hem op tournee te gaan. Een mooie ontmoeting tussen twee verschillende generaties van Italiaanse muziek, een kennis-making ook met een heel energieke en posi-tieve man. Er was wederzijds respect: na de tournee heeft Rocco me gevraagd teksten te schrijven voor zijn nieuwe cd.” Ook een in Brussel residerende Italiaanse mu-ziekcriticus had ondertussen Lariccia’s talent opgemerkt. “Hij schreef me, buiten mijn we-ten om, in voor een Italiaans liedjesconcours, dat ik dan ook nog eens won. Het sterkte me in mijn overtuiging op de ingeslagen weg ver-der te gaan. Met een cd vol zelfgeschreven en -gezongen nummers: Avventura in musica. Een platenfirma die bereid is te investeren in iemand die nog nooit met zijn kop op tv
Om zijn tweede langspeler, Avventura in musica, te promoten, geeft Giacomo Lariccia gratis huisconcertjes.
© MARC GYSENS
ETTERBEEK – “Ik prijs me gelukkig dat ik iets meer dan tien jaar gele-den voor Brussel heb gekozen. Enorm veel mogelijkheden heb ik hier gekregen om me als artiest én als mens te ontplooien. Was ik in Italië gebleven, dan had het plaatje er wellicht anders uitgezien.” Giacomo Lariccia is een gitarist en zanger met Italiaans bloed in de aderen.
BDW 1274 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
FREDDI SMEKENS
Weite
W anneer men het in het Brussels over goo geweite heeft, doelt men niet alleen op een goed
geweten. Weite heeft alles met ‘weten’ te maken. Onze sympathieke Brusselse uitdrukking “Goo geweite” impliceert een absolute vorm van instemming, een soort onderstreping van woorden als nateur-laaik, goo gezeen en eventueel vanaaiges. Ik zou durven te stellen, waarde lezer, dat het absolute tegengestelde van “Goo ge-weite” geformuleerd kan worden als het “Da zeede van hee” van vorige week.Natuurlijk kan weite in verband wor-den gebracht met een zekere vorm van nieuwsgierigheid. Maar het is ook een woordje waarachter men zich af en toe handig kan verschuilen. Wie bijvoorbeeld zijn wereldvreemdheid op tafel wil gooien, pakt uit met: “Ik weit van niks.” Of die uit-spraak nu geloofwaardig overkomt of niet, doet er niet zoveel toe.De laatste tijd heb ik het gevoel dat men-sen meer dan anders wille weite wat er in de weirelt on ’t gebeure es. Maar misschien is dat maar een heel subjectieve indruk. Wanneer we ergens absoluut van op de hoogte willen blijven, hebben we niet zelden het gevoel da alleman dat oek wil weite. Behalve wanneer het heel persoon-lijke aangelegenheden betreft, natuurlijk.Even over naar de dagelijkse conversatie, nu. Het komt voor dat we lichtjes de oren spitsen wanneer iemand zegt: “Moo naa neki eet weite?” Een vraag die alles te ma-ken heeft met mysterie en die ons aanzet tot al dan niet gezonde nieuwsgierigheid. (Daarbij stel ik me de vraag of er ook ón-gezonde nieuwsgierigheid bestaat.) Al naargelang van ons humeur kan men ant-woorden: “Zeg neki” of “Neije!” In beide gevallen zal men iets te weten komen wat niet meteen wereldschokkend is.Hetzelfde gaat op voor “Weut ’t al?” of “Ik goen a neki eet zegge da ge nog ni wist.” Gewoonlijk ga ik ervan uit da ’k veul dinge ni weit dee andere weite. Maar gelukkig geldt net zo goed dat er oek veul es da ’k weit wa andere ni weite. Die laatste be-denking wil ik zonder schroom aan een vorm van ijdelheid wijten.
In verband met weite hoort men af en toe “Haai ik in daan taaid geweite wa ’k naa weit...” Een uitroep waarbij weite in ons Brussels heel goed van pas komt, is “Weute wa!?” Die gebruikt men gezwind wanneer men op een briljant idee of tot de oplossing van een ingewikkeld pro-bleem gekomen is. Iets negatiever klinkt de uitroep “Ik wist ’t!” Die heeft namelijk meestal te maken met verontwaardiging of een soort berusting in de situatie. Ei-genaardig genoeg weet men op het ogen-blik dat men “Ik wist ’t” aanheft, hele-maal niet wat er ging gebeuren of ons ging overkomen. Meestal is het tegendeel zelfs waar.Nu toch graag even terug naar de dood-doeners “Ik weit er niks van” en “Ik weit van niks.” Opmerkingen in die aard slui-ten meestal een discussie af. Maar dat kan zich evengoed voordoen met “Ik weit er al-les van.” Het is uiteraard nooit uitgesloten dat men tot in de kleinste details van een gebeurtenis op de hoogte is. Maar om er toch eet mier van te weite, laat men die uitspraak maar beter achterwege. Waar-mee men echter nooit mag uitpakken – op straffe van zich onsterfelijk belachelijk te maken –, is: “Ik weit alles.” Het kan wel-licht eigenaardig klinken, maar ik ken mensen die deze uitspraak tot hun wa-penspreuk verheven hebben. Zelfs wan-neer we een onnozele opmerking als “Gaa weut niks” naar het hoofd geslingerd krij-gen, komt “Ik weit alles” niet van pas.Gelukkig hoeven we onze kop ni te breike over hoe we die opmerking dan wél moe-ten pareren. Onze grote dichter Remy C. van de Kerckhove schreef ooit: ‘Ik weet ik weet weinig’. Een uitspraak die ik met veel plezier tot de mijne maak.Ten slotte is de beste manier om zoveel mogelijk te weite te komme, het aloude huure, zeen en zwaaige. Hoewel dat laatste niet meteen mijn sterkste punt is, hoop ik met de twee eerste ruimschoots toe te komen. Misschien is het ook leuk om te weten, waarde lezer, dat men altijd kan terugvallen op ‘Wat niet weet, niet deert’. Ziezo, waarde lezer, wee nog mier auver weite wilt te weite komme, weut ma wuune.
is geweest, die niet de makkelijkste muziek brengt, het leek – zeker met de crisis in de sector – mission impossible. Maar het moest en het zou: via een Brusselse kennis die me altijd heeft gesteund, ben ik hulp gaan vragen aan vrienden, mensen die mijn concerten bezoch-ten, kenners. Zo vormde zich een groep van zowat honderd sympathisanten die het project samen hebben gefinancierd, mee de songs en de single hebben gekozen. Sommigen van hen figureren ook als acteur in de clip, die in het Théâtre Saint-Michel is opgenomen, samen met Belgische muzikanten. Het was een gok, maar vooral was het een mooie alternatieve manier om een album te produceren.”“Het is allemaal heel snel gegaan. Op 10 februa ri ben ik begonnen met het zoeken naar alternatieve steun, op 14 mei komt de cd uit. In België, Luxemburg, Frankrijk en Italië. Ik was echt verrast door de bereidheid van de mensen om deel te nemen aan het avontuur, verrast door hun enthousiasme. Nu ben ik met de promotie bezig, onder meer door wat ik noem concerts chez moi. Gratis concerten bij de mensen thuis. In België – Brussel, Antwerpen en Gent –, maar ook in Italië en Luxemburg en binnenkort volgen ook nog eens Frankrijk en Engeland. Niet met alle muzikanten: ik op zang en gitaar, samen met de Zweedse celliste Anja Naucler. Een heel intieme sfeer om de songs te ontdekken, de mensen in hun hart te raken met wat ik te vertellen heb.”“Waarlijk bevoorrecht voel ik me, dankbaar dat ik hier in Brussel als artiest ben kunnen groeien. Ik heb ook het gevoel dat ik van hieruit makkelijker de rest van Europa kan bereiken.
Er is ook weinig concurrentie, in tegenstelling tot in Italië: ik moet zowat de enige Italiaanse zanger in Brussel zijn. En mijn ouders zijn ondertussen mijn grootste fans geworden, ze hebben me onvoorwaardelijk gesteund voor Avventura in musica.”
De liefde gevondenNog zo’n onvoorwaardelijke fan: Lariccia’s vrouw Yael. “Yael is Israëlische. Ik heb haar leren kennen aan het Conservatorium, waar ze barokfluit studeerde. Het is de muziek die ons heeft samengebracht, al heeft ze na een tijd haar studie laten varen. We wonen in Etter-beek, vlak bij het Jubelpark. Thuis is er genoeg leven in de brouwerij, met onze drie schattige zoontjes van vier en twee jaar en zeven maan-den jong. Voor mij is dit het zoveelste bewijs dat ik de juiste keuze heb gemaakt door inder-tijd voor de muziek te kiezen, en voor Brussel. Zo’n goed leven opbouwen: in Italië zou dat al-lemaal veel moeilijker geweest zijn, misschien zelfs onmogelijk. De lonen zijn er bedroevend laag, de huurprijzen heel hoog.”“Mijn oudste zoontje spreekt nu al Italiaans, Nederlands en Hebreeuws en hij verstaat Frans. De menselijke, linguïstische en cultu-rele rijkdom waarin mijn zoontjes mogen op-groeien, vind ik onbetaalbaar. Voor mij is de wereld pas opengegaan toen ik twintig was, voor hen begint het nu al.”
� Karel�Van�der�Auwera
www.giacomolariccia.com, www.avventurainmusica.com
‘De enigeItaliaanse zanger in Brussel’
Giacomo Lariccia, muzikant
“Hier heb ik me als artiest en als menskunnen ontplooien. In een klimaat dat niet verziekt is door een rampzalige economie en de fratsen van een potentaat als Berlusconi”
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: [email protected] (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, [email protected]. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer ([email protected]), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten ([email protected]), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman ([email protected]), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne ([email protected]). EINDREDACTIE Katrien Stroobants ([email protected]). REDACTIE Jean-Marie Binst ([email protected]), Christophe Degreef ([email protected]), Bettina Hubo ([email protected]), Patrick Jordens ([email protected]), Freddi Smekens ([email protected]), Steven Vandenbergh ([email protected]), Steven Van Garsse ([email protected]), Danny Vileyn ([email protected]). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. [email protected]), Lien Annicaert ([email protected]), Gerd Hendrickx ([email protected]). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vander-stichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt ([email protected]). FINANCIËLE ADMINIS-TRATIE Manu De Hertogh ([email protected]). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie ([email protected]). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboom-laan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
BDW 1274 PAGINA 24 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
SINT-JANS-MOLENBEEK – Integratie door sport, hoe werkt dat? Hebben kansarmen hun plaats op grasvelden en in sportzalen? En hoe springt de sportwereld met hen om? BIS-Foyer trekt al twintig jaar aan de kar en stelt vast dat lang niet iedereen erop raakt. Er gaat véél talent verloren in Brussel. Hoog tijd om wat good practices uit binnen- en bui-tenland te bekijken op het congres Inclusie in en door sport.
BIS-Foyer bestaat twintig jaar. Brussel Inte-gratie door Sport groeide uit een aantal losse sportactiviteiten met migrantenjongeren. Die vonden moeilijk hun weg naar de klassieke clubs. Coördinator Raf Wyns: “Die eerste jaren werd er nogal vrijblijvend gewerkt. Activiteiten en initiaties allerhande, in de hoop dat die kin-deren en jongeren zouden doorstromen naar het reguliere sportaanbod. Maar dat gebeurde niet. Dus besloten we al gauw om zelf clubs op te zetten. We leerden met vallen en opstaan. Badminton trok te weinig volk, de twee tafel-tennisclubs draaiden wel een tijdje goed. Maar vaak hangt veel af van één gedreven kracht die er zijn schouders onder zet. Valt die weg, dan wordt het stil. Zo ook met Suru, een Soedanese vluchteling met een pingpongpassie die we in het Klein Kasteeltje leerden kennen. Hij trok heel wat jongeren op gang, maar toen we bud-gettair krap kwamen te zitten, haakte hij af. Alle begrip daarvoor: ook nieuwkomers moe-ten leven en willen dus een centje verdienen.”De zaalvoetbalploeg van Foyer scoorde wel. “Die schopte het letterlijk tot derde nationale. Allemaal met jongeren hier uit de buurt. Maar om op dat niveau mee te blijven draaien, heb je grotere structuren nodig, meer centen ook. En die hadden we niet. Terug naar af dus, al zijn
Ex-atletiekkampioen Raf Wyns ziet veel talent verloren gaan. “Voor heel wat ouders is sport een spel. En spelen is niet prioritair.”
© MARC GYSENS
‘We zijn de boot aan het missen’Beleid > BIS-Foyer organiseert congres Inclusie in en door sport
de CLUB
‘We zijn geen plakkers’Royale Amicale Cycliste Uccle (RACU)
UKKEL – Vlaamse wielergekte heb je amper in Brussel. Toch houden de anciens combat-tants van de Royale Amicale Cycliste Uccle (RACU) goed stand.
“Vorig jaar hebben we onze 75ste verjaardag gevierd,” vertelt voorzitter Robert Moerman, zelf al een eind in de zeventig. “In de begin-jaren werd er anders gefietst dan vandaag. Er werd toen ook onder meer aan fietsbehendig-heid gedaan, tussen kegels rijden bijvoorbeeld. Of ballonrally’s: per fiets een luchtballon pro-beren te volgen. We organiseerden ook rally’s van zeshonderd kilometer, tot Parijs en terug. Dat is nu verleden tijd.”De RACU had al competitierenners en zelfs een wereldreiziger in haar gelederen, maar ze concentreert zich toch vooral op de recreatieve tochten op zondagochtend. “Dan trekken we naar wedstrijden van bevriende clubs. In ei-gen tempo rij je je koers. Rustig, zonder druk. Los van de zondag zijn er geen gestructureerde trainingen. Je ziet ons dus nooit samen rijden, ook omdat de jonge gasten te snel gaan voor
ons. Mensen komen bij ons omdat het bij an-dere clubs te snel gaat of omdat je er vies wordt bekeken als je eens afwezig bent. Bij ons ben je vrij, en dat trekt onze leden aan.”En zoals het een echte recreatieve wielerclub betaamt, wordt na de inspanning het café op-gezocht. “Dat is altijd heel gezellig. Maar pas op, we zijn geen plakkers. Een of twee pintjes, en we zijn weg.”De RACU is een echte Brusselse club waar zo-wel Frans als Nederlands gesproken wordt. De leden moeten wel kiezen tussen de Nederlands- en Franstalige federatie, en dat zorgt weleens voor wrevel. “Je gaat rijden bij bevriende clubs opdat zij ook bij jou komen fietsen. Een club uit Ruisbroek die bij de Vlaamse federatie is aan-gesloten, gaat eerder in Menen rijden dan bij ons. Want wij zitten in de Franstalige federatie – overigens zonder dat ze het ons ooit gevraagd hebben. Dat communautaire gedoe is onnozel en vervelend.”De meeste leden van de RACU zijn al jarenlang trouw aan hun club; één lid is al 81. “Je hebt ook leden van rond de veertig, hoor. We krijgen regelmatig telefoontjes van mensen die hun kinderen bij ons willen laten fietsen. Ze denken dat het is zoals bij een voetbalclub, waar je de kinderen dropt en achteraf weer ophaalt. Dat gaat niet. Je moet die kinderen omringen. Ze mogen komen, maar ze moeten hun plan kun-nen trekken. We zijn geen leerschool.”�� Tim�Schoonjanswww.racu.beRACU uit Ukkel: “Wij hebben ook leden van rond de veertig, hoor.”
© M
AR
C G
YSE
NS
heel wat van die jongens wél doorgestroomd naar andere teams.”Wyns is een voormalig Belgisch atletiek-kampioen. Hij is en blijft de drijfveer achter
Atlemo, de Molenbeekse club die al jaren jongeren opleidt en met Monder Rizki een lokale atleet tot tweemaal toe op de Olym-pische Spelen kreeg. Zonder veel steun van
buitenaf. “Dat is en blijft een pijnpunt. Ik kan alleen maar vaststellen dat er hier een enorm groot potentieel aan talent leeft. Maar doorbreken is absoluut niet makkelijk, zeker
BDW 1274 PAGINA 25 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
niet voor iemand in een kansarm milieu. Voor heel wat ouders is en blijft sport een spel. En spelen is niet prioritair. Of daar in-vesteer je toch niet in als je het al moeilijk hebt. Toch is er hoop. Als ik één ding heb zien veranderen, dan zijn het wel de ouders. Vaak mama’s en papa’s die zelf nog hebben gelo-pen of gesport en daar echt de voordelen van zien. Steeds meer allochtone ouders gaan nu gericht op zoek naar een sportclub. En jawel, Nederlandstaligheid is dan een extra troef.”�“Er zitten zo’n 25.000 kinderen en jongeren in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Maar hoeveel Nederlandstalige clubs zijn er
hier? Niet bijster veel. Er wordt ook niet echt in geïnvesteerd. We zijn de boot aan het mis-sen in Brussel, vrees ik. Ik geef het je op een briefje: van welke discipline ook, als er één sportfederatie of -koepel serieus investeert in de hoofdstad, dan heeft die meteen een enorme voet voor. Maar niemand doet het.”
HuursubsidiesNet als heel wat sportclubs overleeft ook BIS-Foyer bij de gratie van de VGC. “De VGC helpt waar het kan,” bevestigt Wyns. “Het is simpel: zonder haar huursubsidies en werkings toelagen mogen de meeste sport-clubs de boeken toe doen. Verschrikkelijk hoe weinig sportinfrastructuur er in Brus-sel is. En hoe mede daardoor de huurprijzen de pan uit swingen. Lokale overheden tellen flink door: 22 euro voor één basketsport-veldje in een sporthal. Wie buiten Brussel actief is, begrijpt dat niet. Een voorbeeld van net over de grens: in Groot-Bijgaarden betaal je voor een terrein 3 euro als je een Dilbeekse vereniging bent. Wie van buiten Dilbeek komt, betaalt het dubbele, zes euro.”
“Met BIS-Foyer huren we heel wat sport-accommodatie af. Op jaarbasis zitten we te-gen de 15.000 euro huurgeld aan. Dat krijg je echt niet meer rond met subsidies. Terwijl we er nadrukkelijk voor kiezen om de lidgel-den laag te houden: tussen twintig en veertig euro.”“Bij de meeste clubs loopt dat op tot twee-honderd euro of meer,” zegt Wenke Thewis van de BIS-Foyer-basketmeisjes. “Voor ons doelpubliek is dat veel. Heel veel.”“Terwijl basketbal voor meisjes echt enorm aanslaat,” vertelt Raf Wyns. “We hebben al vaak geprobeerd om allochtone meisjes van twaalf, dertien jaar aan het sporten te krij-gen. Maar bijna niks sloeg aan. Behalve bas-ket: dat was meteen een schot in de roos. Het succes deint uit en de vraag is groot. Groter dan de middelen en de vrije zaaluren.”“Op termijn moeten we sowieso naar de ver-zelfstandiging van de eigen sportclubs. Stil-aan wordt de basis breder. Nu al gaat een aantal jongeren een engagement aan als be-geleider, coach van de allerkleinsten of ref. En er duiken mondjesmaat ook ouders op die al eens een handje toesteken. Dat is een posi-tieve evolutie. Op die weg moeten we verder, maar het wordt nog hard timmeren.”“Binnenkort trekken we mee een zaalvoet-balcompetitie voor nieuwkomers op gang. We gaan ook een fitnesszaaltje openen. En we willen over de schouders kijken en idee-en uitdragen, zoals nu met het congres over inclusie door sport. Een boksproject in Lim-burg onder leiding van Abdel Wahhabi, een Free of Charge Sports School in Turkije. En de MasterBoys uit Amsterdam: straatvoet-ballers die zich verenigen en een... basket-baltrainer in de arm nemen. Interessant hoe dingen ontstaan en groeien. Daar willen we in de toekomst nog meer aandacht aan ge-ven. In de hoop dat ook anderen geïnspireerd geraken.”� Francis�Marissens
Congres Inclusie in en door sport, donderdag 7 april van 13.30 tot 17.30 uur in Sporthal Heyvaert, Nijverheidskaai 31, 1080 Sint-Jans-Molenbeek; gratis. Meer op www.foyer.be
Goede buren zijn van goudwaarde in de grote stad. Mensen op wie je altijd kunt rekenen. Neem nu meneer en mevrouw Weytsman. Het bejaarde koppel staat altijd op de bres voor de buurt. Nieuwe bewoners worden kundig en vriendelijk wegwijs gemaakt door het hartelijke echtpaar.Meneer Weytsman is een beminnelijk man. Hij werkte veertig jaar voor dezelfde bank. Bescheiden bouwde hij een mooie loop-baan uit door hard werk en zelfstudie. Maar Weytsman heeft het niet makkelijk gehad. Hij verloor zijn vader op negentienjarige leeftijd. Verder studeren zat er niet in. De avondschool en veel zelfdiscipline brachten redding.Meneer en mevrouw Weytsman trouwden jong en kregen een dochter. Als hun vrien-den uitgingen en van het leven genoten, studeerde meneer Weytsman voor alle exa-mens waarvoor hij ingeschreven was. Zelfs als hij zijn schoonfamilie bezocht.Het echtpaar kwam in 1969 in onze straat wonen. Ze maakten de vele veranderingen in de wijk mee. Ze hebben de bouw van de tunnel onder de basiliek op de eerste rij meegemaakt, de viaduct die Simonis met het Rogierplein verbond, het Elisabethpark dat destijds in twee gespleten werd door de drukke bovengrondse steenweg die de Kei-zer Karellaan met de Leopold II-laan ver-bond, het opnieuw samensmelten van de twee parken tot één geheel, de bouw van de Katholieke Universiteit Brussel en de slui-ting ervan, de eerste nachtwinkels, de aan-leg van de busbanen, de ontwikkeling van de kleine criminaliteit en andere overlast.Er is veel veranderd in de laatste decen-nia. Niet altijd ten goede, maar het koppel is altijd positief gebleven. Het overkomt me weleens dat ik meneer Weytsman ’s och-tends kruis wanneer hij naar gewoonte even verderop de krant gaat halen en ik naar
mijn werk vertrek. De korte babbel is geen ritueel, daarvoor gebeurt het net te weinig, maar de conversaties dragen bij tot de goede verstandhouding in de buurt. Hij geniet van het contact met jongere mensen, die lieve meneer Weytsman. Dan vraagt hij steevast naar de stand van zaken in het Belgische voetbal, en bij RSC Anderlecht.Zijn echtgenote staat hem overal in bij. Echte liefde is zonder woorden. Ze knijpt een oogje dicht wanneer hij een goede gezondheid veinst. Mannelijke trots is van alle leeftij-den. Een mooi koppel dat ongedwongen over de harmonie van het gemeenschap(je) waakt. Na het gesprekje vertrekt hij sloffend naar de krantenwinkel en de bakker om de hoek. Vertrouwde taferelen waar een mens weleens aan denkt op vakantie of bij een andere afwezigheid. Het ‘oost west, thuis best’-gevoel. De conversaties zijn gerust-stellend. Wanneer iemand in ‘zijn’ gebouw een probleem heeft, staat meneer Weyts-man altijd klaar.Samen met enkele buurtbewoners eten we taart in het appartement van de jonge fami-lie die net haar intrek heeft genomen in het gebouw van de familie Weytsman. We spre-ken over composteren en andere zondagse onderwerpen. Meneer Weytsman geniet van het gezelschap. Hij glundert. De nieuwe, hartelijke bewoners zijn een aanwinst voor het appartementsgebouw en voor de buurt.Vorige zaterdag krijgt mijn vrouw plots be-zoek van zijn dochter. Meneer Weytsman is de avond voordien in zijn kantoor gevallen. Hartstilstand.‘Monsieur Weytsman’ is niet meer. We zul-len hem heel erg missen.
www.brusselnieuws.be/steegen
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
ADVERTENTIE
Meneer Weytsman
LAAT JE pRIKKELEN
ETTERBEEK – Sportprikkels palmt opnieuw het sportcomplex van de Vrije Universiteit in.
Bloso en de Stichting Vlaamse Schoolsport organiseren voor de negentiende keer de ac-tie Sportprikkels en houden op donderdag 7 april halt aan de VUB. Sportprikkels wordt georganiseerd voor studenten van de derde graad secundair onderwijs, om hun het nut van sport bij te brengen en hen te informeren.Studenten van de universiteiten en de hoge-scholen hebben het programma opgesteld,
en wat voor een programma! Er zijn High-land Games, clipdance, cricket, lacrosse, sumoworstelen of ‘gewoon’ wat breakdance of een vechtsport – in feite is er veel te veel om het allemaal uit te kunnen proberen. Er worden dan ook verschillende sportpakket-ten aangeboden. Die bestaan uit één massa-activiteit en drie sporten, één voor en twee na de middag. De leerlingen worden om 8.30 uur ontvangen, en tijdens de lunch krijgen ze een spetterende middagshow voorgescho-teld. De dag wordt tussen 15 en 16 uur met een grootse apotheose afgesloten.� TS
EK GYMNASTIEK KOMT NAAR HEIZEL
BRUSSEL – De beste Europese gymnasten nemen het tussen 9 en 13 mei 2012 tegen elkaar op aan de voet van het Atomium.
Junioren en senioren zullen in Hal 11 van Brussels Expo strijden voor de medail-les op het Europees kampioenschap artis-tieke gymnastiek voor landenteams. Voor de junioren staan een teamcompetitie, een allroundfinale en toestelfinales op het pro-gramma, bij de senioren een teamcompetitie en toestelfinales. Het evenement krijgt als
motto ‘Make it happen’, met Belgisch gym-nastiektalent Aagje Vanwalleghem als am-bassadrice. Er worden een driehonderdtal gymnasten verwacht op het EK, dat ook met-een de laatste graadmeter is voor de Olym-pische Spelen, die in de zomer van 2012 in Londen plaatsvinden. Dat geeft het evene-ment extra piment en belang.Hal 11 biedt plaats aan vijfduizend toeschou-wers per competitie. Kaartjes kunt u vanaf 15 mei bestellen op www.brusselsgymnas-tics2012.eu.� TS
“Doorbreken is niet makkelijk, en al helemaal niet voor iemand in een kansarm milieu”
Stem voor de mooiste klasfoto!
16 Brusselse klassen gaan
de strijd aan voor de leukste klasfoto.
Nog niet gestemd?
Dat kan tot 8 april op
www.klasindemedia.be
voor mooiste
Stem voor de mooiste klasfoto!
Stem
klasfoto!klasfoto!klasfoto!
voor mooiste
klasfoto!klasfoto!de klasfoto!de klasfoto!de Stemde mooiste Stem voor
mooiste klasfoto!klasfoto!klasfoto!klasfoto!
mooiste
BDW 1274 PAGINA 26 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
... dat zei de Spaanse kunstenaar Joan Miró ooit over
zichzelf. En dat zie je duidelijk aan zijn vele schilderijen,
tekeningen, beeldhouwwerken, collages... Je hoeft niet
naar Barcelona te reizen om Miró’s mooie ‘dromen’ te
bewonderen. Het kan nu ook in Brussel!
‘T oen Miró nog een baby’tje was, zag hij vanuit zijn wieg
altijd een sterrenhemel. Niet de echte, maar een hemel
getekend op het plafond van zijn kinderkamer. Later,
toen hij schilder werd, heeft Miró heel vaak zijn eigen sterrenhemels
gemaakt.” Dat vertelt Friederike aan de kinderen van het vierde leerjaar
van de school Sainte Trinité/Cardinal Mercier uit Elsene. Die zijn op
bezoek in de ABC-studio: dat is een bijzondere plek voor kinderen in
de tentoonstelling over Miró. Je komt er niet alleen meer te weten over
deze kunstenaar, je wordt er ook zelf een beetje Miró.
“Zullen we zelf eens een sterrenhemel maken?” stelt Friederike voor
aan haar groepje kids. “Zet gewoon een aantal punten op je blad papier,
met je ogen toe. Als je die punten verbindt, dan zal je merken dat er
automatisch een sterrenbeeld tevoorschijn komt. Of je kan bestaande
sterrenbeelden kopiëren, zoals op deze poster, als je dat wil.”
Naji, Noémie en co hoeven niet lang na te denken. Naji sluit zijn
ogen en verzint zo een paar sterrenbeelden: een vogel, een hond,
zelfs een pijl. Zijn vriendje Felipe tekent liever iets na en schetst
een weegschaal op zijn tekenblad: “Dat is ook in het echt mijn
horoscoop.” Sommige kinderen tekenen graag nauwkeurig,
anderen fantaseren er liever op los.
Lange wimpers en vreemde vissen
Nadien neemt Friederike de kinderen mee naar de dromerige schilderijen
van grootmeester Miró zelf. “Toen hij aan zee woonde, kon hij ’s nachts
goed de sterrenhemel zien. En zo heeft hij een reeks gemaakt van wel
23 verschillende hemels. ‘Constellaties’ heten die schilderijen,” vertelt
Friederike nog.
Joan Miró hield duidelijk niet van gewoon maar wat kopiëren, hij bedacht
liever zelf allerlei bizarre hemelfi guren. Ze worden ook weleens Miró-
gliefen genoemd.
“Ga eens op zoek naar de elementen in zijn hemels die jij het mooist of het
eigenaardigst vindt, om ze aan je eigen sterrenhemel toe te voegen,” stelt
Friederike voor. “Ja maar, alles is mooi!” reageert Marwan. Naji kiest er
een ‘Constellatie’ uit waarin hij een gekke ‘lamp met handdoek’ ontdekt.
Marwan ziet in een paar cirkels boven elkaar een pandabeer. Drazen vindt
overal vreemde vissen. Noémie kiest voor een oog, “want ik hou van haar
kleur en vorm, en ook dat ze zulke lange wimpers heeft,” legt ze uit. “Deze
vind ik ook leuk: net een alien met scherpe hoektanden.” En ze begint
meteen te tekenen. “Ik vind de schilderijen van Miró heel leuk: als je goed
kijkt, kan je er echt van alles in zien.”
Op wandel met een lijn
“Maar... heeft Miró soms niet een beetje n’importe quoi , om het even wat,
gedaan?” vraagt Naji na een tijdje aan Friederike. “Misschien,” antwoordt
ze, “maar soms kan n’importe quoi ook iets heel moois worden. Laten we
eens proberen.”
De kids gaan weer naar de ABC-studio, om er te experimenteren in een van
In de ABC-studio word je eventjes zelf Miró. Op de achtergrond een
reproductie van een van zijn vele schilderijen.
Ontdek schilder-dichter Joan Miró in de ABC -studio!
‘Ik droomnooit ’s nachts, ik droom als ik werk’
de speelstations. Ze krijgen de opdracht om zonder
nadenken met een lijn op hun blad papier te gaan
‘wandelen’. Een lijn die nooit stopt en die alle kanten uit
gaat. De kids, eerst een beetje in de war, krabbelen als kleuters.
“Probeer er nu eens allerlei vormen in te zien. Je mag daarvoor ook af en toe je blad
draaien.” En tot hun verbazing lukt het nog ook: Clément ziet in zijn lijn een lachende
mond en een mes, Naji een futuristische soepkom en een vogelsnavel. Bij Felipe
duurt het wat langer. Telkens draait hij zijn blad tot er plots... grote moerasmonsters
verschijnen!
automatisch een sterrenbeeld tevoorschijn komt. Of je kan bestaande
Naji, Noémie en co hoeven niet lang na te denken. Naji sluit zijn
Nadien neemt Friederike de kinderen mee naar de dromerige schilderijen
van grootmeester Miró zelf. “Toen hij aan zee woonde, kon hij ’s nachts
de speelstations. Ze krijgen de opdracht om zonder
nadenken met een lijn op hun blad papier te gaan
‘wandelen’. Een lijn die nooit stopt en die alle kanten uit
gaat. De kids, eerst een beetje in de war, krabbelen als kleuters.
BDW VOO
R IED
EREEN VAN 9 TO
T 13
JA
AR •
ZIEza
© S
AS
KIA
VAN
DE
RS
TICH
EL
E
© IL
AH
DOOR PATRICK JORDENS
BDW 1274 PAGINA 27 - DONDERDAG 7 APRIL 2011
Met wasco en stiften kleuren ze die
fantasiefi guren in. Wat eerst een rommeltje
leek, wordt een origineel kunstwerkje à
la Miró. Kijk maar eens naar de tekening
van Noémie in ‘Blikvanger’. Dus toch niet
helemaal n’importe quoi , quoi ...
Dit schilderij is
een van Miró’s
‘Constellaties’, een
reeks van
23 sterrenhemels.
De ABC-studio
en de expositie
van Joan Miró
kan je bezoeken
in het ING-
Cultuurcentrum op
het Koningsplein 6,
nog tot en met
19 juni. Heel leuk om met
je klas, vrienden
of ouders naartoe
te gaan. Surf naar
www.ing.be/art!
[ SORRY ] SN
ORRY?
Sommige mensen zeggen dat Miró’s
werk aan kindertekeningen doet denken.
En waarschijnlijk was Miró daar zelf
heel gelukkig om. Hij bewonderde die
tekeningen, omdat ze vaak vol fantasie
zitten. Van zijn enige dochter, Dolores,
bewaarde hij alle tekeningen, in een grote map. Als een schat!
Toen Miró klein was, bracht hij zijn vakanties bij zijn grootouders door, op het eiland
Mallorca. Hij kreeg er weleens een siurell cadeau. Dat is een fi guurtje (een stier, een
duiveltje...) gemaakt uit klei, met achteraan een mondopening om op te fl uiten.
Vrouwen van pottenbakkers maakten ze voor hun kinderen, of voor een feest. De
kleine Joan vond niets leuker dan er hele dagen op te blazen.
Later, toen Miró zijn eigen grote atelier had op Mallorca, stond daar altijd een grote
verzameling siurells . Die fl uitfi guren zijn helemaal wit en beschilderd met enkel
streepjes en punten, telkens in de hoofdkleuren rood-geel, rood-groen, rood-groen-
blauw. Met die basiskleuren heeft Miró ook vaak geschilderd, hij is er zelfs bekend
om geworden. En twee van zijn grootste sculpturen, ‘Maanvogel’ en ‘Zonnevogel’,
zijn gebaseerd op de vormen van de siurell . Daarom noemde collega-kunstenaar
Salvador Dalí hem ooit, een beetje spottend, ‘de schilder van de fl uitjes uit
Mallorca’. Maar Zazie denkt eerder dat Miró altijd een beetje kind gebleven is...
(Meer weten? In de ABC-studio kan je een korte fi lm bekijken en vind je heel wat mooie boeken
over Miró’s leven en werk.)
‘De schilder vande fl uitjes uit Mallorca’
... zo noemde Noémie (9) haar
kunstwerkje, in de stijl van Miró
(lees ook het hoofdartikel) .
Miró gaf zijn schilderijen en tekeningen
ook vaak poëtische titels mee: ‘Nachtelijke
fi guren volgen het lichtende slakkenspoor’,
bijvoorbeeld. Of wat dacht je van ‘De vogel met
ontplooide vleugels vliegt naar de verzilverde
boom’?
Ontdek schilder-dichter Joan Miró in de ABC -studio!
nooit ’s nachts, ik droom als ik werk’
bewaarde hij alle tekeningen, in een grote map. Als een schat!
Toen Miró klein was, bracht hij zijn vakanties bij zijn grootouders door, op het eiland
Mallorca. Hij kreeg er weleens een
duiveltje...) gemaakt uit klei, met achteraan een mondopening om op te fl uiten.
Vrouwen van pottenbakkers maakten ze voor hun kinderen, of voor een feest. De
kleine Joan vond niets leuker dan er hele dagen op te blazen.
Later, toen Miró zijn eigen grote atelier had op Mallorca, stond daar altijd een grote
verzameling
streepjes en punten, telkens in de hoofdkleuren rood-geel, rood-groen, rood-groen-
blauw. Met die basiskleuren heeft Miró ook vaak geschilderd, hij is er zelfs bekend
om geworden. En twee van zijn grootste sculpturen, ‘Maanvogel’ en ‘Zonnevogel’,
zijn gebaseerd op de vormen van de
Salvador Dalí hem ooit, een beetje spottend, ‘de schilder van de fl uitjes uit
Mallorca’. Maar Zazie denkt eerder dat Miró altijd een beetje kind gebleven is...
‘De wang van de zon’
BLI
KV
AN
GER
JOA
N M
IRÓ
EN
ZIJN D
OC
HTE
R D
OLO
RE
S. ©
AB
C
© K
MS
K