Basiscursus Windows. Inleiding. Computers zijn niet meer weg te denken uit ons leven van alledag. Overal waar met komt staat er wel zachtjes dreigend op de achtergrond een PC te ronken. Het lijkt soms wel of ze overal zijn en het is alsof iederen er mee omkan behalve jij. En wanneer je dan met hangede pootjes achter de computer gedreven wordt breekt het angstzweet je al uit.Welke knop was weer voor wat , wat nu doen. Hoe moest dat ook weer. Als een computer 1 ding kan produceren dan is dat volgens jou wel “bergen frustratie”. Stress en paniekaanvallen als de trouwe floppy drive het begeeft en uren werk verloren gaan. Hersenverlammende taferelen wanneer de printer net die ene pagina niet printer wil. Bodemloos schaamtegevoel wanneer het probleem waar jij 4 uur vergeefs op gezocht hebt opgelost wordt door het 4 jarige neefje van je zwager die om een of andere reden nog altijd niet zijn eigen veters knopen kan maar wel jou windows probleem kan oplossen. Kortom mateloze miserie ? Neen toch niet. Deze cursus heeft als doel u als eerste al meester te maken in de meest basale zaken van het gebruik van een computer. Ik ga trachten om enkel datgene te selecteren waar u iets aan hebt. Zinnige eerste stappen in bepaalde richtingen met onderwerpen die interessant zijn. Geen zinloze dingen zoals ‘hoe maak ik een clowntje met paint’ maar eerder dingen die u effectief kunt toepassen zoals : Hoe maak ik een mail , hoe vind ik iets op internet. En dan natuurlijk ook een basiscursus problemen oplossen. Zodat ALS er zich iets voordoet u zich een klein beetje zelf kunt beredderen.

Hoofdstuk 2 : Gramatica. Nu we in het eerste gedeelte een overzicht hebben gehad van de onderdelen van de pc gaan we nu een paar werkwoorden leren. Dit zijn woorden die u heel vaak gaat tegenkomen in de computerwereld en die , als je ze niet machtig bent, je nogal wat gaan overdonderen. Dus hoog tijd voor de vocabulaire eens op te frissen.

2.1 Wat staat er op mijn scherm.

De Desktop. De Desktop : Ook wel bekend als ‘het bureaublad’. Dit is in feite het ‘werktabled’ van je computer. Dit is het scherm dat je te zien krijgt als je je computer opstart of wanneer je alle programa’s afgesloten hebt. Zie de DESKTOP als de bovenkant van je bureau. Hierop kun je je fardes met papieren opendoen. ( je mappen met bestanden ) Je kan je typmachine eropzetten (Bv je Word programma openen) en je kan er dingen op laten rondslingeren waar je mee aan het werk bent. (Je ikoontjes). Wat er ook opstaat zijn snelkoppelingen Een snelkoppeling of Shortcut is een link naar een bestand of programma ergens op je harde schijf . Door erop te klikken kun je dat bestand of dat programma makkelijk openen. Zo een tekeningetje waar je op kunt klikken noemen we dus een IKOON. De desktop is het ‘werkblad’ van je computerbureau.

De Desktop is uit verschillende gedeeltes opgebouwd. Links van boven naar onder zie je de verschillende IKOONTJES. Er zijn een paar ikoontjes die iedereen wel heeft :

Het ‘Mijn computer’ of My computer ikoontje. : Als je hierop klikt krijg je een overzicht te zien van alle plaatsen op je computer waar je gegevens hebt opgeslagen. Je kan langs dit ikoontje toegang krijgen tot je harde schijf. (waar je gegevens opgeslagen zijn). Je kan ermee naar je CD Rom (of Dvd Rom) . En natuurlijk ook naar je FLOPPY Kortom naar

alle plaatsen waar je gegevens hebt staan. Het NETWERK OMGEVING of MY NETWORK PLACES ikoontje. Als je op dit ikoontje klikt en je computer hangt in een netwerk dan krijg je een ‘zicht op de geburen’. Hiermee bedoel ik dat je ermee kan zien wie er allemaal in je computernetwerk hangt. (handig als je iets moet halen op de pc van iemand anders).

Het ‘Mijn Documenten of MY DOCUMENTS ikoontje. Dit is een zogenaamde snelkoppeling. Klik hierop en je gaat zo naar de plaats op je computer waar al je documenten , tekeningen , bestanden , geluiden enz enz .. kortom alles wat JIJ gemaakt hebt , is opgeslagen.

De PRULLENBAK of de RECYCLE BIN. Dit is de vuilbak van je computer . Alle bestanden die je gewist hebt worden hier bijgehouden totdat je je vuilbak leegmaakt. Handig als je toevallig wat teveel hebt weggegooid. Hier kun je dan, zonder vuile vingers te krijgen, je verloren bestanden terugzoeken en terugzetten. Op voorwaarde dat je je prullenbak

natuurlijk niet leeggemaakt hebt .

De START knop of START. Waarschijnlijk de belangrijkste plaats op het bureaublad. Druk op de START KNOP om je zogenaamd START MENU te zien te krijgen. Vanuit dit ‘menu’ (een grote lijst) kan je kiezen om de verschillende programma’s die je op je pc hebt gezet op te starten.

De ‘programmaknoppen’ of BUTTONS . Naast de startbalk (hier statig tentoongesteld met een mooi START MENU erboven) staan de programmaknoppen of PROGRAM BUTTONS. Deze vakjes geven je de mogelijkheid verschillende programma’s tegelijk open te doen en door erop te klikken te wisselen tussen het ene en het andere programma zonder dat je de programma’s moet sluiten. Waarom zou ik dat nu nodig hebben, hoor ik je zeggen. Wel het is soms heel handig. Stel je moet gegevens overzetten tussen het een programma en het andere.. Dan kan je in het ene programma de gegevens kopieren , op de “button” van het andere programma klikken en daar de gegevens plakken...

KNIPPEN ? PLAKKEN ? COPIEREN ? geen paniek.. leg ik zo wel uit. Onthou zover dat je met de BUTTONS ook kunt zien hoeveel programma’s je tegelijk hebt ‘openstaan’.

Het Venster.

Het VENSTER of WINDOW. De reden waarom Windows Windows heet is omdat Windows Engels is voor Vensters (en Vensters is nederlands voor Windows , wat een toeval !) Windows werkt dus met Vensters. Wat betekend dit . Dit wil zeggen dat elk programma opengaat in een bepaald ‘venster’. Je kunt zoveel vensters of programma’s openen als je maar wil. Met een ‘window” kun je verschillende dingen doen.

De Vensterikoontjes. Linksbovenaan een window vinden we altijd 3 knoppen terug. Minimaliseren (MINIMIZE) MAXIMALISEREN (MAXIMISE) en SLUITEN (CLOSE). Met deze 3 knopjes kun je de volgende handelingen doen :

Minimize : of verkleinen , minimaliseren. Klik hierop om het venster uit de weg te zetten. Het venster zal zich dan verkleinen en enkel nog als een ‘PROGRAM BUTTON’ onderaan in je scherm verschijnen. Om het venster terug tevoorschijn te halen volstaat het om op de BUTTON onderaan te klikken en je venster is er terug. Handig als je even wat plaats nodig hebt. Het werkwoord dat je hier tegenkomt is ‘Minimaliseren of verkleinen’. Dus nu weet je waarheen als je de uitdrukking ‘Minimaliseer da venster van Word eens even” Maximize : Of Maximaliseren (ook wel vergroten genoemd) . Klik hierop op het venster de totale omvan van je scherm in te laten nemen zodat je zo veel mogelijk plaats hebt. Wil je je venster terug in het vorige formaat klik dan op het “Vorige formaat” knopje (hier ook in het midden) Zo wordt je venster weer zoals het was. Dus de uitdrukking “ Vergroot dat venster eens of , zet het eens terug op origineel formaat’ is nu ook peanuts. Close : Hiermee sluit je het venster (en ook het programma) dat je openstaan hebt. Werkwoord : SLUITEN. ‘Sluit u word , Sluit uwe verkenner eens... enz...

De BALK. Ieder programma heeft ook een “balk” Dit is het gekleurde vlak bovenaan het venster. Deze balk dient om verschillende dingen

te doen. – Klik er 1 keer op : Het venster wordt actief. (als je nu iets in gaat typen komt dat

bv op het scherm te staan in dat programma). – Klik er 2 keer op : Het venster zal zich MAXIMALISEREN. – Klik er opnieuw 2 keer op : Het venster zal teruggaan naar het vorige formaat.

Ook staat er op de progammabalk WELK bestand je hebt opengedaan en met welk programma het geopend is.

Ook kan je met de programmabalk het venster ‘slepen’ naar een andere plaats op je bureaublad.

Wanneer de hoeveelheid tekst in het venster groter is dan de ruimte van het venster verschijnen er “schuifbalken’” of ‘scroll bars’ Dit zijn knoppen die je omhoog en omlaag kunt schuiven (of van links naar rechts) om het document te herschuiven. ( Neem in je gedachten dat je een blad moet verschuiven om het goed te zien op je overhead projector.

De Systray. Rechts onderaan de desktop staat de ‘taakbalk’ beter bekend als de SYSTRAY. Hier staat in de meeste gevallen de klok (zodat je weet hoe laat het is) maar ook de verschillende ikoontjes van programma’s die ‘op de achtergrond draaien’. Hiermee bedoel ik dat de

programma’s in stilte werken zonder dat jij het merkt. In dit geval zie je bv het ikoontje van mijn virusscanner staan. Door op deze ikoontjes te klikken kun je de extra opties raadplegen van het programma waar het desbetreffende ikoontje van is. Dit is verschillend van programma tot programma. Let erop. Des te langer de system tray des te trager je computer gaat.

De Wallpaper De Wallpaper of de ‘bureaublad achtergrond’. Wanneer je geen programmas openstaan hebt kan je hier een foto van je favoriete huisdier (u ziet hier , mijn eigenwijze kat) of één of andere sexy bink of babe opzetten zodat je iets leuks hebt om tegen aan te kijken. De bureaublad achtergrond is het bloemetjesbehang van je Windows.

2.2 Die Sendung Mit die Maus Aan de slag met de muis : Links en rechtsklikken , Dubbelklikken , slepen en selecteren. In windows worden 95% van alle acties uitgevoerd met de muis. Daarom even een klein overzicht van ons digitaal knaagdier. :

De meeste muizen hebben momenteel minimaal 2 knoppen. Er zijn ook muizen met meer knoppen maar binnen windows worden die extra knoppen niet altijd ondersteund (er gebeurd niks als je erop drukt) dus we laten deze extra knoppen effe in het midden. Sommige muizen hebben ook nog een wieltje tussen de linker en de rechtermuisknop.. Dit is heel handig. Wanneer je aan het wieltje draait gaan de ‘scrol balken’ van je venster , waar

we het hierboven over hadden, omhoog en omlaag. We noemen zulke muizen ook ‘scroll muizen’.

Klikken. Wanneer je het woordje “klikken” hoort dan kan je ervan uitgaan dat ze hiermee altijd bedoelen : 1 maal kort duwen op de

linkermuisknop. Klikken kan op een knop , een ikoontje , een balk , een venster , of een internet link.

Dubbelklikken. De logica is natuurlijk dat dubbelklikken ook met de linkermuisknop gaat maar dat u nu 2 maal kort achter elkaar kort op de linkerknop duwt. Moeilijkheden met het tempo ? weet u niet hoe snel u het moet doen. Hier is een eenvoudig truukje. Spreek het woordje ‘dubbelklikken’ op een vlot tempo uit en klik met de muisknop tijdens in de maat van de twee 1e lettergrepen van het woordje “dubbel” ‘dub-bel-“klikken. Dubbelklikken gebruiken we vooral om een programma of een bestand te openen.

Rechtsklikken.

Dit is iets wat je vaak te horen gaat krijgen. Met Rechtsklikken open je een menutje met extra opties voor ieder programma of bestand. Soms moet je rechtsklikken om iets speciaals te

veranderen. Rechtsklikken doe je door langzaam 1 keer op de rechterknop te tikken. (hier hoef je je niet te haasten).

Wanneer je rechtsklikt op bv een ikoontje krijg je een extra lijstje of MENU met speciale opties.

Slepen (DRAGGING of DRAGGEN)

Slepen is het verplaatsen van een bepaald bestand , ikoontje of venster naar een andere locatie. Slepen wil zeggen.

- Ga naar het bestand/venster/ikoon dat je wil verslepen. - Hou de POINTER (of het PIJLTJE van je muis) erboven. - Klik 1 maal zachtjes (Linkerknop) maar laat NIET los.

(hou de knop ingedrukt) - Beweeg je muis naar de plaats waar je het

bestand/venster/ikoon heen wil slepen en laat los.

Selecteren. (Select) Selecteren wil zeggen dat je een bepaald bestand , ikoon of optie gaat UITKIEZEN. Je kan verschillende dingen selecteren.

Een menu-optie selecteren. Wanneer je een menu te zien krijgt kun je één van de verschillende opties kiezen. Beweeg daarom met de muis over de optie die je wil kiezen en je zal zien dat die optie ‘oplicht’. Je hebt nu een optie geselecteerd door er met de muis over te gaan.

Een bestand selecteren. Wanneer je een bepaald bestand wil uitkiezen om iets mee te doen moet je het selecteren. Dit doe je door je pijltje boven het bestand te houden en een keer kort (en rustig) op je linkermuisknop te klikken. Wil je VERSCHILLENDE BESTANDEN tegelijk selecteren die op verschillende plaatsen staat hou dan je CONTROL knop ingehouden (Links onderaan je toetsenbord) en selecteer de bestanden 1 voor 1.

Draw- Select. (oftewel : ‘vakske trekke’) Als laatste en moeilijkste kun je ook verschillende bestanden of ikoontjes selecteren die langs elkaar staan. Ga hiervoor LANGS de verschillende bestanden staan en druk op je linkermuisknop. Hou de knop ingedrukt en beweeg je muis zodanig zodat er zich een vakje vormt rond de verschillende bestanden. Heb je alle bestanden geselecteerd ? laat dan de knop los.

2.3 Creatief met computers. Knippen Plakken en Copieren. Een van de allerleukste opties in windows en in alle programma’s die onder windows draaien zijn het knippen, plakken en copieren. Deze 3 vaardigheden besparen je uren werk. Je kunt haast alles overal in gaan plakken , alles overal uit gaan knippen en alles overal gaan copieren. Omdat deze termen nogal abstract zijn nemen we een klein voorbeeldje van een word bestand waarin we dit gaan proberen. Let op : je kan ook tekeningen en teksten van het internet knippen en plakken , of zelfs bestanden knippen en ergens anders in plakken.

Knippen. Of CUT.

Knippen wil zeggen : Het bestand / stuk tekst / ikoontje / tekening enz dat je geselecteerd hebt uitknippen en tijdelijk opslaan op het ‘clipboard’ een soort onzichtbaar prikbord waar het ‘uitgeknipte’ op blijft hangen totdat je het ergens gaan plakken.

Selecteer het stukje tekst dat je nodig hebt. Dit kan je doen door met je muis voor de tekst te klikken, je knop in te houden en te slepen totdat je aan het einde bent van de tekst die je wil hebben. Laat dan de muis los en de tekst is ‘geselecteerd’. Beweeg met je muis boven het geselecteerde vak en RECHTSKLIK. Kies uit het menu de optie KNIPPEN oftewel CUT. De tekst zal als bij toverslag verdwijnen. Wanneer je de snelkoppeling van het toetsenbord wil gebruiken selecteer je wat je nodig hebt en drukt tegelijk op CTRL en X

Copieren (of COPY)

Copieren werkt op dezelfde manier als knippen met als enig verschil dat de tekst (of het bestand) staan blijft op zijn originele plaats terwijl jij een duplicaat maakt op een andere plaats. Copieren kan je met het toetsenbord door CTRL en C tegelijk in te drukken. Copieren noemen we ook wel COPY.

Plakken of PASTE.

Eenmaal iets geknipt of gecopieerd moet je het natuurlijk ook op zijn nieuwe plaats gaan plakken. Ga daarom naar de plaats waar je je gecopieerde data wil plakken en klik erop. Rechtsklik vervolgens met je muis en kies : PLAKKEN of PASTE. Doe je het liever met het toetsenbord : neem dan gewoon CTRL en V tegelijk.