Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de...

64
Inhoudstafel van het driemaandelijks tijdschrift van de Auschwitz Stichting Nr. 60 (juli-september 1998) Paul HALTER, Editoriaal Paul HALTER, In Memoriam Mariette Altorfer-Genard en Paul Godin Yannis THANASSEKOS, Auschwitz als historisch feit, Auschwitz in de herinnering. Lieve WOUTERS, Nieuws over het Antwerpen van de jaren ’30 : Het dagblad De Dag (1934-1944) op Duitsgezindheid en antisemitisme getest. Verhandelingswedstrijd 1997-1998 van de Auschwitz Stichting (Inleiding : Paul De Keulenaer) Mededelingen : - Studiereis naar Auschwitz-Birkenau (Pasen 1999) - Pedagogische Diensten 3 5 11 37 47 61 1

Transcript of Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de...

Page 1: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Inhoudstafel

van het driemaandelijks tijdschriftvan de Auschwitz StichtingNr. 60 (juli-september 1998)

Paul HALTER, Editoriaal

Paul HALTER, In Memoriam Mariette Altorfer-Genard enPaul Godin

Yannis THANASSEKOS, Auschwitz als historisch feit,Auschwitz in de herinnering.

Lieve WOUTERS, Nieuws over het Antwerpen van dejaren ’30 : Het dagblad De Dag (1934-1944) opDuitsgezindheid en antisemitisme getest.

Verhandelingswedstrijd 1997-1998 van de AuschwitzStichting (Inleiding : Paul De Keulenaer)

Mededelingen :- Studiereis naar Auschwitz-Birkenau (Pasen 1999)- Pedagogische Diensten

3

5

11

37

47

61

1

Page 2: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland
Page 3: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Spreken over Auschwitz op school ? Waarom ? is een vraagdie we geregeld in onze omgeving horen. Het is tevens eenvraag die actueel blijft en waarop het antwoord ook altijd moetkunnen geactualiseerd worden. De bijdrage van YannisThanassekos, directeur van de Stichting, wil een reflectie zijn indie zin. Het gaat het er hem om, om de diverse problemen die hetonderricht inzake de misdaden en de genocides van de Nazi’s inde verschillende takken van de wetenschap doen rijzen, metho-dologisch te behandelen.

Hieraan gekoppeld kunnen we dan ook stellen dat Opvoeding naAuschwitz, in onze dagelijkse werking tot één van onze toppri-oriteiten behoord. Getuige hiervan is ondermeer onze jaarlijkseverhandelingswedstrijd die dit schooljaar in het teken stond vande Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Debekroonde verhandelingen kan U verderop in dit nummer lezen.

Lieve Wouters, licenciate in de Germaande taal-en letterkunde,heeft het in haar bijdrage : «Nieuws over het Antwerpen van dejaren ‘30» over een vergelijkend onderzoek dat zij verricht heeftin verband met artikels verschenen in de kranten De Dag en deGazet van Antwerpen over het zelfde onderwerp.

Spijts onze goede wil en continue inzet kunnen we het onvermij-delijke niet tegenhouden en moeten we ermee leren leven. Zopasontvielen ons Mariette Altorfer-Genard en Paul Godin, respectie-velijk ere-voorzitster en ere-penningsmeester van onze Stichting.De kring wordt kleiner, maar niettemin blijft hij zéér hecht.

***In de kroniek

van het bestaanis bewezen

de lachvan het geluk

Baron Paul HALTER

Voorzitter

3

Page 4: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

de tranen van smartwisselen af

altijden zoaltijd

zal zijnmorgen gelijkheden gelijk

vroegergelijk

UIT : MOORDENDE WALS, LYDIA CHAGOLL,UITGEVERIJ EPO, 1995.

4

Page 5: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Eens te meer werd de Stichting getroffen door het overlij-den van twee van haar bestuursleden. Vooreerst was er hetoverlijden van Mariette Altorfer-Genard - ere-voorzitster vande «Vriendenbond van oud-politieke gevangenen vanAuschwitz-Birkenau en Opper-Silezië» en van de«Auschwitz Stichting», vervolgens was het Paul Godin -voormalig penningmeester van de Stichting. Baron PaulHalter, Voorzitter van de Stichting sprak zich uit in volgendebewoordingen :

In Memoriam Mariette Altorfer-Genard.

Mariette Altorfer-Genard is niet langer meer. De erevoor-zitster van de «Vriendenbond van oud-politieke gevangenenvan Auschwitz-Birkenau en Opper-Silezië» en van de«Auschwitz Stichting» ging heen. Haar gezondheidstoestandstelde Mariette niet langer in staat om nog in het bestuur vanbeide organisaties te zetelen, maar toch bleef ze altijd aanonze zijde. Mariette was een levend voorbeeld van ethischebestuursvoering in onze «Vriendenbond». Ze was uiterstalert voor een verraderlijke terugkeer van extreem-rechts.Mariette, jij engageerde je ten volle en met gans jouw per-soonlijkheid in deze strijd. Je verzette je tegen de verkoopvan speelgoed dat nazi’s en hun emblemen voorstelde.Destijds was ik jouw secretaris en ik herinner me nog jouwhomerische verontwaardiging wanneer zulke feiten zichvoordeden. Je stampte met de voeten van woede om jezelfte kalmeren.

Het proces ingespannen tegen Debodt en Tarte was éénvan de redenen waarom de «Vriendenbond» overging tot deoprichting van de «Auschwitz Stichting». Het was jouworgelpunt in het spetterend vuurwerk dat Meester Abrahamafstak en dat hem ertoe bracht het proces te winnen dat

Baron Paul HALTER,

Voorzitter

5

Page 6: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

was ingezet tegen de geschriften van Léon Degrelle. Debodten Tarte werden veroordeeld en verdwenen uit circulatie.

Het was onder jouw voorzitterschap dat we in ‘sGravenbrakel gingen betogen tegen de uitgeverij «LaTaupe». Ze diende haar uitgaven op te schorten en zagzich genoodzaakt naar Frankrijk uit te wijken.

Het was ook onder jouw voorzitterschap - en met de hulp vanRenée Van Hasselt-Gordower, jouw secretaris destijds -,dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland zette er een personage neer dat niemandnog evenaarde.

De opvoering van het toneelstuk «Het onderzoek» vanPeter Weiss door de «Compagnie du Rideau de Bruxelles»in de regie van Claude Etienne was eveneens een voltreffer.De voorpremière van de film «L’affiche rouge» in de«Passage 44» kende een zodanig succes dat we een twee-de voorstelling dienden te organiseren. Roger Somvillehad toen de schitterende inval om bij deze gelegenheid eentekening weg te schenken. Dit kunstwerk werd verloot aanhet hand van de programma-nummerotering. De lotingkwam ten goede van een van onze steunpilaren, die dol-gellukig het schitterend meesterwerk mocht meenemen.Ik schort de opsomming van al deze gedenkwaardige feitenop die eens te meer duidelijk maken hoe ver Mariette zichengageerde in de antifascistische strijd.

Onder haar voorzitterschap kwam ook het «InternationaalAuschwitz Comité» tot stand. Onze vriend Baron MauriceGoldstein zat het Comité voor. Mariette als voormaligedirectrice verbonden aan het gemeentelijk onderwijs teAnderlecht trok zich, eenmaal gepensioneerd, vanzelf-sprekend stukje bij beetje terug uit het actieve leven uit de«Vriendenbond» en uit de «Stichting». Maar haar aanwe-zigheid op de achtergrond bleef geruststellend. Mariettebekleedde nog het voorzitterschap van de verhandelings-wedstrijd georganiseerd door onze «Stichting».

Op het ogenblik dat je ons verliet, constateren we eens temeer een grote leegte.

Vaarwel Voorzitster Mariette.

6

Page 7: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

In Memorial Paul Godin.

Paul, mijn broeder, mijn achtbare Vriend,

Je helaas te korte leven, mag gerust als voorbeeld gesteldworden.

Probleemloos deed je je studies als handelsingenieur aan hetSolvay Instituut. Je ouders droomden ervan om van joueen grote financier te maken. Gepassioneerd door de drangnaar kennis, behaalde je een licensie in de sociologie, in degeschiedenis van het Christianisme en in de filosofie.

Je had hen ontgoocheld, je gaf er de voorkeur aan je over-tuiging door te geven aan de jeugd, de toekomst van onzenatie en je koos uiteindelijk een andere richting, die van hetonderwijs. Je werd niet die «saaie» wiskundeleraar, je werdfilosoof. En om uiteindelijk de passie te verzadigen werd jeleraar moraal.

De Staat, de ondankbare onder ons, stuurde je naar deandere kant van het land om je boodschap over te brengen.Gedurende jaren, deed je de 300 kilometers, die je aposto-laat met zich meebracht, naar Couvin. Het kon uiteraard nogerger zijn geweest, mocht het Aarlen, Athus of Welkenraedtzijn geweest die je woord zouden ontvangen hebben. Het isnog maar sinds kort dat een begrijpend en klaarziendMinister voor je overplaatsing zorgde naar het Hoger insti-tuut Albert Jacquart te Namen. Gedaan met jaren van gewo-ne overdracht, je werd van nu af aan een filosoof die uitgrond van zijn hart zijn overtuiging overbracht. «Vrijheid,Gelijkheid, Broederlijkheid» konden geen mooier ambas-sadeur hebben.

We hebben met je kennis gemaakt tijdens een van onzestudiereizen georganiseerd door de Vriendenbond, laterdoor Stichting Auschwitz, en het werd meteen liefde op heteerste gezicht.

Niettegenstaande je diverse opdrachten, werd je Algemeenpenningmeester van onze Stichting en je leerde ons omzich-ting omgaan met het patrimonium dat je mee had helpenombouwen.

Dank zij jou, konden wij probleemloos het hoofd bieden aande opeenvolgende meer strictere controles van de vzwwaarvan jij als penningmeester de verantwoordelijke was.

7

Page 8: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Jij bezat de kunst, omwille van het feit dat je zelf niet alleskon, bekwame beheerders te vinden op wie wij ons kondenvertrouwen.

Wanneer we risico’s namen, en verscheidene beheerders onsverlieten omwille van het feit dat ze deze te riskant vonden,toonde je je bedaard en optimist met de wetenschap in hetachterhoofd dat we toch de nodige adekwate oplossingenzouden vinden. De Stichting Auschwitz dankt aan jou haarganse patrimonium.

Je beperkte je,niet alleen tot deze enige, toch voor een vrij-williger, enorme taak.

De hand op het hart. Altijd goedlachs. Wachtend op jou, wis-ten we dat je lach, alles zou regelen, ons uit alle moeilijk-heden zou helpen. Indien het woord vrijwilliger een zinheeft, dat ben jij het die deze totaal en integraal belichaamt.

Jij was DE vrijwilliger zelf, zelfs onbekwaam om nee te zeg-gen, onbekwaam om geen dienst te bewijzen, altijd klaar omte helpen, te dienen, te ondersteunen. Jou ethiek was, allegoede doelen te dienen, alle indien mogelijk zonder uit-zondering. En in de wereld waarin wij nu leven, zijn ervoldoende goede doelen om te dienen. Paul je hebt onsdeze les gelaten, deze ethiek. Jij liep om alles te doen, omnog beter te doen. Altijd te laat wisten we toch dat je er zouzijn, op post, op alle posten, met je lach en je beminelijk-heid zonder gelijke.Men kon op jou in alle omstandighedenrekenen, in alles en op alles. Bij jou, was de ogenschijnlij-ke wanorde alleen maar een blijk van beschikbaar en dit inalle omstandigheden.

Ik heb je bekwaamheden kunnen waarderen, je pedago-gisch talent, je humanistische overtuiging, je idealen van bur-gerzin. Je kinderlijke lach balancerende tussen geluk enernst, waarmee je je opdracht van leerkracht en militantin talrijke organisaties volbracht.

Je taak als penningmeester was zwaar, vermoeiend en hadenorme verantwoordelijkheden. Elke donderdag kwam jenaar de Stichting het was de donderdag van Paul.

De donderdagen zullen niet meer dezelfde zijn. Je was nietalleen op de hoogte van je delicate opdracht die je werd toe-vertrouwd, jij was ook bekwaam ons, aan ons allen te tonendat zonder liefde niets waarde had. Jij bezat het geheim liefte hebben en geliefd te worden. En in dit geheim, heb je ons

8

Page 9: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

geproberen te initiëren. Onze schuld zal ten overstaan vanjou immens blijven.

Ik vond je terug bij de stichting van het Europees centrumvoor Civisme, waarvan jij de mede-oprichter was vanafhet eerste uur.

Evenals ikzelf, vond je dat het verkeerd was het verdwijnenvan dit begrip te aanvaarden.

Pragmatisch stelde ik dat je je teveel verdeelde en je zeihetzelf.

Zonder slag of stoot gaf je me als antwoord dat ik hetzelf-de deed.

Sinds toen heb ik verschillende petten geweigerd en heb ikverschillende mandaten opgegeven. Bedankt Paul me aan hetgezegde ; «Doe wat ik zeg, maar doe niet wat ik doe» her-innerd te hebben.

Ingegeven door de leeftijd, begin ik te begrijpen dat menalles niet kan doen en dat men aan de anderen de zorgmoet overlaten om sommige zaken te realiseren.

Ik zou in al mijn plichten tekort schieten mocht ik geen hom-mage brengen aan de niet- aflatende en niet -beperkendehulp die jij Lulu, hem op alle ogenblikken gebracht hebt.

Hiram is dood, maar nu reeds steken andere meesters de kopop, zijn onderricht zal niet verloren zijn.

Het geluk te leven, goed te doen, te geven, zo was onzevriend Paul Godin. Trouwe vriend, trouwe gezel, trouw aanal je overtuigingen, Paul verlaat ons nu. Zijn hart heeft nietkunnen weerstaan aan al datgene was het aan liefde borg.

(vertaling Paul DE KEULENAER)

9

Page 10: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland
Page 11: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Yannis

THANASSEKOS

Directeur

1Yannis Thanassekos, «L’evento-Auschwitz nella conscienza dellamodernita», Educare dopo Auschwitz(verzorgd door G. Vico en M.Santerini), Vita e Pensiero, Milaan,1995.

2Zie met name de handelingen vande Internationale pedagogische bijeen-komst georganiseerd door deAuschwitzstichting en de AktionSühnezeichen Friedensdienste e.V.in 1991 in Brussel (La mémoired’Auschwitz dans l’enseignement.Problèmes et perspectives, Brussel,4-8 november 1991). Les Echos dela mémoire. Tabous et enseignementde la Seconde Guerre mondiale, Ed.Le Monde, Parijs, 1991, alsmede depedagogische documentatie Auschwitzet le IIIème Reich, uitgegeven in 1993door het «Ministère de l’Education etde la Formation de la CommunautéFrançaise de Belgique» in samen-werking met de Auschwitzstichting.

*(Vertaling uit het Frans door Mr. P.OVEREEM)

11

Page 12: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Auschwitz als historisch feit,Auschwitz in de herinnering. *

Onderstaande tekst vormt de synthese van twee voor-drachten die ik in Milaan en in Rome heb gehouden ter gele-genheid van twee colloquia georganiseerd respectievelijkdoor het «Centro Documentazione Ebraica Contem-poranea»in november 1994 en het «Istituto Alcide Cervi»in october 1995. De eerste voordracht werd reeds gepu-bliceerd in Italië in de handelingen van het colloquium1. Inbeide gevallen waren de toehoorders voornamelijk peda-gogen, leraren en opvoeders. Het ging er om de diverse pro-blemen die het onderricht inzake de misdaden en degenocides van de Nazi’s in de verschillende takken vanwetenschap doet rijzen, methodologisch te behandelen. Detwee bijdragen vormden het resultaat van verscheidenediscussies en seminaria waaraan ik op dit gebied metBelgische, Duitse, Italiaanse en Franse collega’s2 heb deel-genomen. Sindsdien is de pedagogische reflectie uiteraardvoortgeschreden en heeft die zich verrijkt met andere erva-ringen en gedachtenwisselingen in de meeste Europeselanden en in de Verenigde Staten.

Ik heb getracht in deze verhandeling in zekere zin de synthesete geven niet alleen van mijn eigen overwegingen maardaarin ook de vraagstellingen en de thema’s te integreren diesinds 1994 op dit terrein naar voren zijn gekomen.

Sedert een vijftiental jaren wekken de discussies aangaan-de Auschwitz een toenemende belangstelling zowel in demedia en de openbare mening als in intellectuele en weten-schappelijke kringen. Herdenkingen, televisieuitzendin-gen, openbaar debat, colloquia, publicaties -wetenschappelijke en vulgariserende - volgen elkaar op ineen tempo dat verbazing kan wekken. Zelfs de meest

3Dit binnendringen van het «histo-risch feit» op het voortoneel van dehistorische bekommernis vormdereeds het onderwerp van meerdereanalyses. Zie met name PierreNORA, «Le retour de l’événement»,Faire de l’histoire, Gallimard, Parijs,1974.

4Gevormd in de Duitse school vanvon RANKE, waren de grondvestersvan deze historiografische richtingin Frankrijk, die heerste tot het beginvan deze eeuw, Charles-Victor LAN-GLOIS en Charles SEIGNOBOS methun vermaarde Introduction auxétudes historiques, Parijs, 1898.

5Voor een uiteenzetting over de oors-prong, de grondvesters en de ont-wikkeling van de nieuwe Franseschool, zie La nouvelle histoire, onderleiding van Jacques LE GOFF, RetzCEPL, Parijs, 1978 (opnieuw uitge-geven bij Editions Complexes,Brussel 1988, met een nieuw voor-woord van J. LE GOFF).

12

Page 13: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

bevoegde onderzoekers op dit gebied erkennen niet bijmachte te zijn al deze discussies te volgen, waarvan deomvang, de inzet, de polemiek in ruime mate de traditionelegrenzen van het historiografisch debat overschrijden. Dezebuitengewone belangstelling voor het probleem Auschwitzverdient ontegenzeggelijk reflectie en uitleg.

Historisch feit en werkterrein van de historicus

In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat al deze dis-cussies een veel algemener verschijnsel aangeven en bege-leiden, dat kenmerkend is voor ons tijdperk : dat van eenverbazingwekkende en snelle terugkeer van het «historischfeit» zowel op het gebied van de historiografie als op dat vande historische methodologie in het algemeen3. We weten dattegen het eind van de 19e eeuw de positivistische school het«historisch feit» slechts tot eenheid en epistemologischegrondslag van haar algemene benadering heeft kunnenmaken door het naar het verleden te verwijzen en het daar-door de status van een afgehandeld en bewegingloos dingtoe te kennen. Het werd daarna gewogen, gemeten en beoor-deeld uitsluitend aan de hand van de documenten van hetbetreffende tijdvak die tevoren aan een scherpe interne enexterne kritiek waren onderworpen. «Geen documenten,geen geschiedenis», leerde men toen4. We hebben moetenwachten tot de tweeledige revolutie, in de eerste decenniavan deze eeuw, methodologisch en documentair, van dehistorische wetenschappen om ons los te maken uit degreep van het historische feit en dientengevolge van depolitieke geschiedenis als paradigma van de geschiedenis vande losse feiten. De vruchtbaarheid van deze kritiek van hethistorisch positivisme heeft zich sindsdien bewezen. Doorvoorrang te geven aan de structuren en de bewegingen voorde oppervlakte verschijnselen en de ontpersoonlijkte vast-heid van de feiten, door het opwaarderen van de lange ter-mijn en de meervoudigheid van de tijd ten overstaan van dekorte termijn en de veronderstelde lineariteit van de histo-rische tijd, heeft de «nieuwe geschiedenis5» ontegenzeggelijkeen buitengewone impuls gegeven aan het wetenschappe-lijk onderzoek. Deze nieuwe geschiedenis bracht vernieu-wing zowel in de methoden als in de omschrijving van deonderwerpen. Door de vragenlijst uit te breiden en door zichopen te stellen voor een vruchtbare interdisciplinaire uit-wisseling met de economie, de sociologie en de anthro-pologie, heeft zij niet alleen de verkenning van tot dan toeverwaarloosde of zelfs in laag aanzien staande gebieden(economische en sociale geschiedenis) sterk kunnen sti-

6Fernand BRAUDEL, grondvestervan de geschiedenis van de lange ter-mijn, heeft ongetwijfeld het best eentheoretische onderbouw gegeven aandit historiografische perspectief tenopzichte van het onaantastbare his-torische feit van de positivisten (ziezijn «Leçon inaugurale» aan hetCollège de France - 1950 - met ande-re belangrijke teksten opgenomen inde Ecrits sur l’histoire, Flammarion,Parijs, 1969, alsmede uiteraard zijnvermaarde werken over Civilisationmatérielle, Economie et Capitalisme(VIe - XVIIIe siècle), 3 banden,Armand Colin, Parijs, 1967-1979 enLa Méditerranée et le Monde médi-terranéen à l’époque de Philippe II,Armand Colin, Parijs, 1949, een werkdat twee belangrijke revisies kende totaan de vierde uitgave van 1974). Zieook de bijdrage van Michel VOVEL-LE, «L’histoire et la longue durée» inLa nouvelle histoire, op. cit. Vooreen presentatie en een interessantebespreking van deze stellingen ziePaul RICOEUR, Temps et Récit, Ed.du Seuil, Parijs, 1983, deel I.

7Fernand BRAUDEL, «Leçon inau-gurale», Ecrits sur l’histoire, op. cit.

8Arno MAYER, La «solution fina-le» dans l’histoire, Ed. de laDécouverte, Parijs, 1990.

9Jean-Pierre AZEMA, «La SecondeGuerre mondiale matrice du tempsprésent», Ecrire l’histoire du tempsprésent, Editions CNRS, Parijs, 1993.

10 Marcel MAUSS, «Essai sur ledon», Sociologie et Anthropologie,PUF, Parijs, 1966.

11Voor een benadering van de mis-daden en de genocides van de Nazi’sals «totaal sociaal feit», verwijs iknaar mijn studie : «Positivisme his-torique et travail de mémoire. Lesrécits et les témoignages comme sour-ce historique», Actes I van hetInternationaal Congres overL’Histoire et la Mémoire des crimeset génocides nazis, Brussel 23-27november 1992, Bulletin Trimestrielde la Fondation Auschwitz, nr 36-37, april - september 1993.

12Arno MAYER, op. cit.

13

Page 14: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

muleren, maar vervulde zij ook een voortrekkersrol door hetvoorstellen van totaal nieuwe methoden (seriële geschie-denis) en gebieden (mentaliteitsgeschiedenis, mondelingegeschiedenis) die de traditionele geschiedschrijving zelfs nietoverwoog in haar beschouwingen te betrekken. Het «grond-gebied van de historicus» werd uitgebreid naarmate debehandelde problematiek zich diversifiëerde. De historio-grafische verworvenheden van deze gebundelde aanpakzijn enorm. Maar deze bevrijding uit de greep van het lossefeit en de korte termijn kon slechts worden verkregen doorhet terugwijzen en een radicale ontwaarding van het feit opzich, dat in de logica van de geschiedenis van de langetermijn letterlijk overgaat in voorbijgaand «stof», «schuim»,«oppervlakte» verschijnsel van de grote structurele en lang-zame grondbewegingen die de geschiedenis vormen6.Oppervlakkige manifestatie van de verdragende onde-raardse spanningen zou het historisch feit op deze wijzeonherroepelijk zijn veroordeeld in duisternis, ja zelfs inde vergetelheid te verdwijnen7. Tegenover dit historiogra-fisch perspectief geconcretiseerd in werken die alle bewon-dering verdienen, stelt zich, zoals de historicus Arno Mayer8

met recht heeft opgemerkt het «historisch feit Auschwitz»als een feit met sterk onthullende waarde. Het reactiveert het«historische feit» en ontkracht de perceptie van de nieuwerichting, die de korte duur ontwaardt. Het «historisch feitAuschwitz» behoort tot het type historische feiten datopnieuw de korte duur projecteert als grondmodel voorhet verstaan van de historische tijd, als een van die ont-hullende feiten waarvan de schokgolven juist vorm gevenaan onze voorstellingen van de lange duur9.

Deze terugkeer van het historische feit op het historiogra-fisch toneel betekent evenwel geen terugvallen op de posi-tivistische denkwijze. Het historisch feit vervalt niet tothet feitelijk statuut waartoe het historisme het had veroor-deeld. Het «historische feit Auschwitz» kan immers, om eencategorie van Marcel Mauss over te nemen, gelijk wordengesteld met een «totaal sociaal feit»10, d.w.z. een uitzon-derlijk sociaal feit dat verwijst naar het geheel van eensysteem en dat de dieptestructuur daarvan blootlegt11. Alszodanig is het een model voorbeeld van historische feitendie ons, meer in het algemeen, de noodzaak doen inzien vaneen bestudering van de context van verschijnselen van dekorte duur12, een aanpak die het historische feit in een per-spectief stelt en het daardoor in zekere zin behoedt voor depositivistische feitelijkheid die elk samenhangend begrip inde weg staat13. Het is interessant vast te stellen dat deze plot-

13Door dit standpunt tot z’n uitersteconsequentie te leiden in het kadervan de geschiedschrijving komt defilosoof Paul RICOEUR er toe testellen dat in dit nieuwe perspectiefhet «historisch feit» uiteindelijk nietsanders is dan het product van eenverhaal, een uiteenzetting, eengeconstrueerde zingevende voorstel-ling (Paul RICOEUR, «Remarquesd’un philosophe», Ecrire l’histoiredu temps présent, Editions du CNRS,Parijs, 1993).

14Octavio PAZ, Point de convergen-ce. Du romantisme à l’avant-garde,Gallimard, Parijs, 1976.

14

Page 15: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

selinge opwaardering van de korte duur en van het histori-sche feit niet zijn oorsprong vindt in de geschiedweten-schap zelf, maar in de niet aflatende arbeid en in debeeldenstorm ondernomen door haar stiefmoeder en haarrivale, de herinnering. Onder de onvoorstelbare druk van deherinnering aan de misdaden en de genocides van de nazi’sis de geschiedwetenschap er de laatste vijftien jaar toegedwongen, niet alleen deze bladzijde van de geschiedenisdie men als min of meer omgeslagen beschouwde opnieuwte lezen, maar ook zich zelf open te stellen voor een aantalvragen waarvoor zij tot nu toe geen enkele belangstelling hadgetoond.

Altijd gecompliceerd, van oudsher vijandig en soms zelfsals met elkaar in strijd gezien, hebben de betrekkingen tus-sen herinnering en geschiedenis sedert het einde van dezeventiger jaren diepgaande veranderingen ondergaan. Dezoektocht naar de eigen identiteit die sindsdien individu, col-lectiviteiten en naties ondernemen kon geen betere steunvoor het verwezenlijken van haar ambities vinden dan diewelke zo ruimhartig wordt verschaft door de arbeid vande herinnering. Dit reactiveren van de herinnering, de open-bare en de persoonlijke, beantwoordt ontegenzeggelijk aaneen diep gevoel van ongerustheid over een toekomst die vannu af aan minder als draagster van beloften dan als draag-ster van verschrikkingen verschijnt14. Deze koortsaanvalvan de herinnering die blijkt uit tal van verschijnselen boe-zemt Clio angst in : niet meer buitengesloten zoals vroeger,wordt haar rivale agressief en betwist zij haar de uitsluitendebevoegdheid die zij in alle rust meende te kunnen uitoefe-nen over het rijk van het verleden, een rijk dat zij, het zijgezegd, met grote methodologische en institutionele inspan-ningen had veroverd. De herinnering eist nu niet alleenhaar adelsbrieven op, maar ook haar eigen geschiedenis, eengeschiedenis van haar, een geschiedenis voor haar. Velesymptomen tonen deze nieuwe confrontatie aan. De laatstevijf jaar heeft men een tiental colloquia, ontmoetingen,conferenties en seminaria kunnen noteren over het onver-anderlijke thema «Geschiedenis en herinnering», zonderrekening te houden met de ontelbare wetenschappelijkepublicaties over dit onderwerp.

Alleen, dit binnendringen van de herinnering om bedreig-de individuele en collectieve identiteiten te redden, heeft eenaantal destabiliserende gevolgen. Allereerst, anders dan teverzinken in het verleden, zoals men gewoonlijk denkt,zwerft de herinnering hongerig rond het heden15. En op

15Daniel BENSAID, WalterBenjamin, Sentinelle messianique,Plon, Parijs, 1990, blz 140.

16Charles PEGUY, Clio, Gallimard,Parijs, 1942.

17Pierre NORA, «De l’histoirecontemporaine au présent historique»,Ecrire l’histoire du temps présent,Editions du CNRS, Parijs, 1993.

18Pierre NORA, «Le retour de l’évé-nement» loc. cit.

15

Page 16: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

zijn beurt bepaalt het heden de herlezing van het verleden.Zo is voor de herinnering het verleden niet een tekst, maareen voorwendsel, een voorwendsel om een ervaring, wer-kelijk of mythisch, volledig gereconstrueerd vanuit hetheden, opnieuw te bezoeken. En dan merkt men dat ditverleden en deze ervaring geen levenloze dingen zijn, zoalsClio had voorgewend, maar dat zij, integendeel, nog altijdactief en nog altijd levend zijn. Charles Péguy had er al opgewezen : anders dan de geschiedenis die aan het historischefeit voorbijgaat en het achter zich laat, blijft de herinneringer altijd binnenin, zij verlaat het nooit, zij woont erin enschenkt het leven in het heden16. Daardoor eist de catego-rie van het heden een bijzondere belangrijke plaats op.Alles geschiedt immers alsof tussen een volledig onvoor-spelbare toekomst en een verleden teruggegeven aan zijneigenaardigheid, het heden, tot dan toe slechts een bruggetje,een imperatieve categorie begint te worden van ons zelf-begrip17. De arbeid van de herinnering draait als het ware deonomkeerbare lijn van de tijd om : de verleden tijd wordt nietmeer telkens terugverwezen naar achter, maar wordt inte-gendeel onweerstaanbaar aangetrokken, aangezogen naar endoor het heden. De herinnering spuit geschiedenis in, somsinderdaad als overdose, in het heden. Dat is één van deredenen, waarom er geen enkel tijdvak wordt gevondendat, zoals dat van ons, zijn heden beleeft als beladen metzoveel reeds historische zin18. De gevolgen van deze his-torisering van het heden voor de gegevens van het historischbewustzijn kunnen een bijzonder verwoestende uitwerkinghebben. Want anders dan de geschiedenis, dochter uit eengoede familie, sterk in het onderhandelen over wapenstil-standen en verdragen (om het verleden doorgang te verle-nen) is de herinnering, komend uit zekere bronnen,avontuurlijk, twistziek, vijand van consensus. Terwijl degeschiedenis de nationale en collectieve consensus zoekt teversterken, werkt de herinnering zonder ophouden aan deontploffing daarvan. Wij zeiden het reeds : onder druk vaneen gereactiveerde en strijdlustige herinnering werd degeschiedenis de laatste jaren genoopt bepaalde elementenvan het verleden opnieuw te bezoeken, maar ook die teherzien - bepaalde elementen van het verleden die nietvoorbij wilden gaan, zoals het verleden van het IIIe Rijk, zijnmisdaden en zijn genocides.

Auschwitz als modern historisch feit

Deze herschikking van de betrekkingen tussen geschiede-nis en herinnering19 doet ons denken dat er uiteindelijk

19Wij kunnen waarnemen dat hetdebat «geschiedenis-herinnering» -d.w.z. de klassieke tegenstelling tus-sen de bewijzen van archieven en degetuigenissen van de levenden - opge-lost gaat worden juist door een «pro-bleem» te worden, een probleem datals zodanig wordt erkend en aan-vaard. Boven het onderscheid tussenmondelinge en schriftelijke overle-vering is datgene dat nu telt de wijzewaarop wij hetzij de herinnering, het-zij mondelinge, hetzij schriftelijkebronnen ondervragen. Door deze dis-cussies hebben wij geleerd het weten-schappelijk karakter van degeschiedenis minder hoog te waar-deren en, na een paar dwalingen, cri-tischer te zijn t.a.v. de herinnering.Zie in dit verband Paul RICOEUR,«Remarques d’un philosophe», Ecrirel’histoire du temps présent, op. cit.

20Ook al doet deze datering ontzettendveel problemen rijzen zodra wijAuschwitz plaatsen in en in verbandbrengen met het kader van de oors-prong en de geschiedenis van het IIIeRijk. De historische periodiseringheeft in dit opzicht geleid tot leven-dige en interessante discussies (zieIan KERSHAW, Qu’est-ce que lenazisme ? Problèmes et perspectivesd’interprétations, Gallimard, Parijs,1992).

21Faire de l’histoire (sd de JacquesLE GOFF et Pierre NORA), 3 vol.,Gallimard, Parijs, 1974, Ecrire l’his-toire du temps présent, op. cit.

22Pierre NORA, «Le retour de l’évé-nement» Faire de l’histoire, op. cit.,vol I, pp 300-301.

23Dit plotseling naar boven komen,door het «historische feit», van ins-tinctieve en erfelijke reacties ver-scholen onder een normaal gedraggevormd door de cultuur, wordt gea-nalyseerd door de historicus RenéREMOND in zijn studie «L’opinionfrançaise des années 30 aux années40. Poids de l’événement, perma-nence des mentalités», Vichy et lesFrançais, Fayard, Parijs, 1992.

16

Page 17: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

twee historische feiten Auschwitz - in de ruime betekenisdie ik aan deze term geef - bestaan. Het eerste historischefeit is het historisch «gedateerde»20, het tweede dat van de«herinnering Auschwitz» als model «modern historischfeit». We weten dat het begrip «modern historisch feit»betrekkelijk recent is. Het werd uitgewerkt in het kadervan de veelbewogen discussies over de grondslagen en demethoden van de geschiedenis van het heden21. Zoals wehebben gezien, verschilt het statuut daarvan radicaal zowelvan dat wat de positivistische school daaraan toekent doorhet te ontpersoonlijken als van het statuut dat de geschiedenisvan de lange termijn het verleent door het te ontwaarden. Ikkan geen betere definitie van het moderne historische feit,toegepast op de herinnering Auschwitz, vinden dan diewelke Pierre Nora ons in veel breder kader voorstelt.Volgens hem getuigt het moderne historische feit mindervoor wat het vertolkt dan voor wat het onthult, mindervoor wat het is dan voor wat het losmaakt (...) ; het isslechts een echo, een spiegel van de maatschappij, een gat,plaats in de tijd, van de meedogeloze, afzonderbare, opkomstvan een geheel van sociale verschijnselen opduikend uit dediepte en die, zonder dat feit, verborgen zouden zijn geble-ven in de schuilhoeken van de collectieve psyche22. Andersgezegd «het moderne historische feit» vormt, omdat hetvoorstellingen van vervlogen gebeurtenissen oproept, eenterrein van waaruit wij met goed gevolg boringen kunnenverrichten naar mentaliteitsstructuren die in de individueleen collectieve diepten23 verborgen liggen.

Wat onthult dan de «herinnering aan Auschwitz» uit hetgezichtspunt van de huidige stand van onze maatschappij-en ? Van welke verschijningen opkomend uit de diepte vande collectieve psyche getuigt die herinnering ? Welk zelf-beeld zendt zij ons als spiegel terug ?

Auschwitz als paradigma van de misdadigheid vande nazi’s

Ik wil erop wijzen dat ik, wanneer ik het heb over het «pro-bleem Auschwitz» of het «historische feit Auschwitz», meniet beperk tot het kamp Auschwitz-Birkenau met de 33 bij-behorende kampen en werkcommando’s. Ik gebruik hetconcept Auschwitz in dat wat het aan emblematisch inzich heeft, als het paradigma in zekere zin van de totaleomvang van de misdadigheid van de nazi’s24, d.w.z. van eenuitzonderlijke misdadigheid, de staatsmisdadigheid vanhet IIIe Rijk25. De periode van deze misdadigheid gaat de

24Saul FRIEDLÄNDER, «Sur l’his-torisation du national-socialisme».Echange de lettres avec MartinBROSZAT, Bulletin trimestriel dela Fondation Auschwitz, nr 24, april-september, 1990, blz 65.

25Eberhard JÄCKEL, Hitler idéo-logue, Calmann-Levy, Parijs, 1973,«L’élimination des Juifs dans le pro-gramme de Hitler», in L’Allemagnenazie et le génocide juif,Gallimard/Le Seuil, Parijs, 1985,«Hitler ordonne le génocide»,Bulletin Trimestriel de la FondationAuschwitz, nr 29, juli-september1991.

26Hannah ARENDT, Le système tota-litaire, Seuil, Parijs, 1972, Sur l’anti-sémitisme, Calmann-Levy, Parijs,1973.

27Ik wijs er, terwille van de nauw-keurigheid, op dat in werkelijkheid desystematische vernietiging van Jodendoor brute moordpartijen begint bij deinval in Polen en in eerste maandenvan de aanval op de Sovjet-Unie opbijzonder meedogenloze wijze wordtgegeneraliseerd. Deze gruwelijkeslachtingen worden uitgevoerd doorspeciale commando’s die achter hetfront opereren en die de opmars vande legers van Hitler op de voet vol-gen. Zij hebben de opdracht alleJoden en allen die zich van Sovjet-kant in de veroverde steden en dorpenverzetten systematisch te liquideren.Het is eveneens dienstig te preciserendat ook de methoden - injecties engas - gebruikt voor de uitroeiing vanJoden en Zigeuners die het hiervooraangewezen nazi personeel gebruikt,sinds 1939 op ruime schaal zijnbeproefd en gebruikt in het kader vande operatie T4, d.w.z. in het kadervan het Euthanasie programma doorHitler persoonlijk afgekondigd omnuttelozen, d.w.z. geesteszieken,gehandicapten en ongeneeslijk zie-ken, te doden.

17

Page 18: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

bijzondere en cruciale context van de Endlösung te bui-ten. Zij begon, zoals bekend, in 1933, en was gericht op eenradicale omvorming van de maatschappij door middel vanterreur en geweld, een totalitaire omvorming. In navolgingvan Hannah Arendt kunnen wij zeggen dat de criminele nazi-instelling - waarvan het concentratiekampsysteem de meesttyperende uitdrukking vormt - de verwezenlijking vormt vande doelstelling van het nazi-totalitarisme, nl. de mens vanzijn natuur beroven, hem beroven van zijn menselijkheid26.Het proces van deze misdadigheid uit naam van en door mid-del van de Staat, begint, zoals wij weten, met de opening vande eerste concentratiekampen bestemd om de hele politie-ke oppositie te liquideren, alle geledingen van de maat-schappij te terroriseren en in het gareel te laten lopen ; hetproces gaat verder met een ongebreidelde uitwerking van eenanti-joods beleid gericht op discriminatie, beroving en ver-nietiging, door de tenuitvoerlegging van een euthanasie-pro-gramma om de maatschappij gezond te maken door hetliquideren van «nuttelozen» (geesteszieken, gehandicap-ten, lijders aan ernstige erfelijke ziekten, ongeneeslijk zie-ken, enz.) ; zij bereikt haar hoogtepunt met het ontketenenvan de oorlog en vanaf najaar 1941, met de systematischeen industriële vernietiging van Joden en Zigeuners terwijlde Blitzkrieg overgaat in een totale oorlog om de definitieveoverwinning van een duizendjarig rijk zeker te stellen.

Als het kamp Auschwitz tegenwoordig deze modelfunctievervult komt dat doordat wij daar als het ware de omvangen al de dimensies van de misdadigheid van de nazi’sgeconcentreerd vinden : gedeporteerde politieke gevange-nen, krijgsgevangenen, gedeporteerde misdadigers, homo-sexuelen, medische experimenten, dwangarbeid, vernietigingdoor arbeid en tenslotte de directe vernietiging, zonderomwegen, van joden en zigeuners27.

Waarom treft, een halve eeuw later, de herinnering aanAuschwitz in die mate het bewustzijn van onze tijd ? Devraagstelling is des te complexer omdat dit zelfbewustzijn- individueel of collectief - wordt geraakt in de drie wezen-lijke dimensies, historisch bewustzijn, politiek bewustzijnen ethisch bewustzijn. Daarop een antwoord te vinden is nieteenvoudig.

Auschwitz : een breuk in het historisch bewustzijn

Vanuit het gezichtspunt van het historisch bewustzijn bete-kenen nazisme en de tweede wereldoorlog, om redenen

28Jean LADRIERE, «Auschwitz,notre mémoire», in Yannis THA-NASSEKOS et Hans WISMANN,Révision de l’histoire. Totalitarismes,crimes et génocides nazis, Editions duCerf, Parijs, 1990.

18

Page 19: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

die wij zullen trachten te verklaren, een beslissende enonherstelbare breuk. Een breuk die zich heeft voorgedaanin het hart van de moderniteit - in het Europa en hetDuitsland van de eerste helft van onze eeuw. Het eerstegevolg van deze breuk is dat die ons historisch wereld-beeld radicaal vergruizelt, het beeld waardoor wij hebbengeleerd te zijn, ons onszelf voor te stellen, ons de wereldvoor te stellen en zin te geven aan de wereld. Het lijkt erimmers op of er sindsdien niet meer één wereld is, maartwee, de wereld «voor Auschwitz» en de wereld «naAuschwitz». Het westers bewustzijn had tot dat ogenblik eenvorm van historiciteit gecrëeerd waarin de grote modelfi-guren plaatsnamen die vanaf de Middeleeuwen tot de twee-de wereldoorlog, voor Europa vorm hadden gegeven aan hetgevoel te behoren tot een gemeenschappelijke geschiedenis,tot een gemeenschappelijk cultuur28 : de Renaissance, deHervorming, de godsdienstoorlogen, de Verlichting, deFranse Revolutie, de napoleontische oorlogen, de indus-trialisering, de economische rationaliteit, de rationalise-ring van de politiek, de sociale emancipatiestrijd, deRussische Revolutie, de eerste wereldoorlog, de vormen, ten-slotte, van een grotendeels geseculariseerde techno-bureau-cratische beschaving. Dit proces bestaande uit voortdurendeveranderingen, vooruitgang en regressie, sprongen endepressies, mislukkingen en successen, tragedies en hoop,had langzaam maar zeker een wijd verspreid historischbewustzijn gevormd dat in betrekkelijk gelijksoortige levens-omstandigheden was geworteld. Het wezenlijk kenmerkvan dit historische bewustzijn was gelegen in de overtuiginger in geslaagd te zijn dialectisch uit te stijgen boven de inhoge mate tegenstrijdige historische momenten die hetgedurende de eeuwen hadden gevoed en gevormd. Eendergelijke overtuiging aangaande het vermogen boven zichzelf uit te stijgen - door onophoudelijk uit te stijgen bovenzijn eigen tegenstrijdige momenten - was uiteraard nietzonder gevolgen voor het beeld dat dit historisch bewustzijnvan zich had : niet alleen stelde het arrogant zijn kennelij-ke superioriteit boven alle andere culturen en beschavingen,maar het etaleerde ook trots een onvoorwaardelijk ver-trouwen in zijn eigen mogelijkheden. In deze vorm vanmoderne historiciteit werd de toekomst dan ook begrepen,zoals we weten, door de ideeën van vooruitgang, van onbe-perkte volmaakbaarheid, van autonomie, van sociale eman-cipatie, van humanisme, van de mens als doel, van dewaarheid als criterium en waarde, en uiteindelijk van hetvoorzienbare rijk van de tenslotte verwezenlijkte vrijheid.Ondanks de diverse onvolkomenheden en tegenstellingen,

29David S. LANDES, L’Europe tech-nicienne ou le Prométhé libéré,Gallimard, Parijs, 1975 (oorspron-kelijke titel, The PrometheusUnbound, Cambridge UniversityPress, Londen, 1969), Maurice BAU-MONT, La Faillite de la Paix (1918-1939), Presses Universitaires deFrance, Parijs, 1945.

19

Page 20: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

schenen instrumentele rede en ethische rede altijd samen telopen naar hetzelfde doel. Weliswaar was deze wereldbe-schouwing, kind van een moderniteit te zeker van zichzelf, reeds ernstig geschokt door de eerste wereldoorlog.Maar, ondanks de absurditeit en ondanks de verschrikkin-gen, vormde deze oorlog, per slot van rekening gevoerdvolgens tamelijk klassieke concepties en methoden, eensoort gebeurtenis die nog te rationaliseren viel en dus teplaatsen was in het kader en de schema’s van dit histo-risch bewustzijn. Wel hadden reeds in de 19e eeuw en ookrond de eeuwwisseling bepaalde denkers, zonder zich tewillen aansluiten bij een romantische critiek van de moder-niteit, ons nadrukkelijk gewaarschuwd voor de risico’s en deverblinding van een dergelijke visie vol illusies over hethistorisch proces (cf Karl Marx, Max Weber). Maar dezewaarschuwingen zijn niet alleen niet gehoord, maar zijn, vooreen deel althans, als instrument gebruikt en ingeschakeld voorandere doeleinden. Voorts, en dat vergeten we dikwijls,heeft de korte maar reële periode van welvaart die een aan-vang nam na de crisis van 1923 de moderniteit een nieuwelan gegeven dat sterk heeft bijgedragen tot het herstel vanhaar zelfvertrouwen en haar heeft gewapend met nieuwepretenties inzake haar mogelijkheden voor de toekomst29. Nade ramp van de eerste wereldoorlog getuigen de geschriftenuit het midden van de twintiger jaren opnieuw van het opti-misme van een tijdperk van onbegrensde welvaart.

Het «historisch feit Auschwitz» - in de emblematischebetekenis van het woord - heeft deze gedurende de jaren uit-gewerkte vorm van historiciteit gebroken ; het is ingeslagenin deze vorm van historisch bewustzijn dat rechtstreeks isvoortgekomen uit de moderniteit, onze moderniteit.Inderdaad, wat is «Auschwitz» anders dan de absolute ont-kenning van de fundamenten waarop men deze vorm vanhistoriciteit heeft menen te kunnen bouwen ? Wat bete-kent «Auschwitz» anders dan de totale ontbinding van defundamenten waarop wij onze eigen vorm van historischbewustzijn hebben leren bouwen ? Het is niet nodig hier -ik bedoel voor de lezers die het werk van Primo Levi ken-nen - aan te tonen waarom juist «het beginsel Auschwitz»deze snelle ontbinding vertegenwoordigt, deze radicale enabsolute ontkenning van het menselijk beginsel, van hetbeginsel van de eenheid van het menselijk geslacht, hetprincipe dat één van de wezenlijke verworvenheden vorm-de van dit historisch bewustzijn30. In termen van «bestaan»,gemeenschap en beschaving heeft men in Auschwitz-Birkenau geraakt aan het fundament van het menselijk

30Robert ANTELME, L’espècehumaine, Gallimard, Parijs, 1990,Jorge SEMPRUN, L’écriture ou lavie, Gallimard, Parijs, 1994, PrimoLEVI, Si c’est un homme, Julliard,Parijs, 1987.

31Jürgen HABERMAS, «Consciencehistorique et identité post-traditio-nelle. L’orientation à l’Ouest de laR.F.A.», Bulletin trimestriel de laFondation Auschwitz nr 25-26, octo-ber-december 1990.

32Hans MOMMSEN, «La réalisationde l’utopie : La «solution finale dela question juive» dans le IIIe Reich,Bulletin trimestriel de la FondationAuschwitz, nr 29, juli-september1991, Christopher R. BROWNING,«La décision concernant la solutionfinale», in L’Allemagne nazie et legénocide juif, op. cit., Philippe BUR-RIN, «L’historien et l’historisation»in Ecrire l’Histoire du temps présent,op. cit.

20

Page 21: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

beginsel, heeft men bewust een al te diepe laag van desolidariteit die bestaat tussen alles met een menselijk gezichtaangetast31. In weerwil van alles wat de wereldgeschiede-nis had gezien aan beestachtigheid, ging men er tot dantoe van uit dat de integriteit van deze diepe laag min of meerintact was gebleven en dat die nooit aangetast zou kunnenworden. Auschwitz verpulvert deze overtuiging. Het aan-tasten van deze diepe laag heeft plaatsgevonden en dat is hetwat nu rust op de as en de ruines van de gaskamers en decrematoria van Auschwitz. Zoveel menselijks is daar bedol-ven dat deze massale vernietiging de grondslagen van hetzelfbewustzijn aantast. De slachtoffers van Auschwitzwaren niet anoniem - de overweldigende meerderheidbestond uit joden, aangewezen als slachtoffers vanwegehun jood zijn - maar daar doorheen is de mens door demens ter dood gebracht, juist in zijn hoedanigheid vanmens. En het is deze universele dimensie van dat wat op dezeplaatsen zo absoluut is ontkend - d.w.z. de mogelijkheidmens te zijn - die de buitengewone invloed van de herin-nering aan Auschwitz op het eigentijdse bewustzijn verklaart.

Op deze plaatsen die de naam dragen van «concentratie- envernietigingskampen» is iets onherroepelijks, iets ondenk-baars, iets onvoorstelbaars gebeurd, iets dat niet te inte-greren valt, en dat zelfs rationeel onbegrijpelijk is binnen dereferenten en de categoriëen die ons het van het verledengeërfde historisch bewustzijn verstrekt - een vorm vanbewustzijn waarin, ik herhaal het, wij hebben geleerd te zijn,te leven, te functioneren, ons de wereld voor te stellen en tebegrijpen. Zowel de meest geleerde studies van het feitzelf als de getuigenissen van de overlevenden van de con-centratie- en vernietigingskampen stuiten op deze onmo-gelijkheid om zich het historische feit voor te stellen ofzelfs te denken als iets dat mogelijk of voorstelbaar is.Alle historici wijzen ons op deze buitengewone en onge-hoorde situatie : de verschrikking van deze opeenhoping vanonmenselijkheid gaat de verbeeldingskracht en het voor-stellingsvermogen van de historici te boven32. Met anderewoorden, vanuit het gezichtspunt van ons historisch bewust-zijn is het de «effectiviteit» van het historische feit - van eenfeit dat toch heel werkelijk is - die problemen lijkt te doenrijzen, problemen van verbeelding, problemen van inte-gratie. En toch zijn er weinig onderwerpen van contempo-raine geschiedenis die zoveel belangstelling hebben gewekten aanleiding hebben gegeven tot diepgaande studies als degeschiedenis van het IIIe Rijk. We kunnen daarom metmin of meer zekerheid stellen dat «Vandaag de loop van de

33Hans MOMMSEN, loc. cit.

34Pierre AYCOBERRY, La questionnazie, Essais sur les interprétations dunational-socialisme, Editions du Seuil,Parijs, 1979 - Ian KERSHAW,Qu’est-ce que le nazisme ? Problèmeset perspectives d’interprétation, op.cit., Tim MASON, «Banalisation dunazisme ? La controverse actuellesur l’interprétation du national-socia-lisme», Le Débat, nr 21, september1982.

35Christopher R. BROWNING, «Ladécision concernant la solution fina-le», L’Allemagne nazie et le génoci-de juif, op. cit.

36Philippe BURRIN, «L’historien etl’historisation», Ecrire l’histoire dutemps présent, loc. cit. Voor een syn-these van dit debat zie mijn studie«La vision national-socialiste dumonde et le génocide du peuple juif»,Le passage du témoin, La lettre volée,Brussel, 1995.

37Yannis THANASSEKOS, «Positi-visme historique et travail de mémoi-re. Les récits et les témoignagescomme source historique», Actes Idu Congrès International surL’Histoire et la Mémoire des crimeset génocides nazis, loc. cit.

21

Page 22: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

gebeurtenissen in ruime mate als opgehelderd mag wordenbeschouwd»33. De literatuur over zaken die verband houdenmet de misdaden en de genocides van de nazi’s is nietalleen veelomvattend, maar geeft ook voortdurend aanlei-ding tot debatten en controverses die zelfs een deskundigeblik maar ternauwernood kan omvatten34. Maar hoe verderwij komen in ons onderzoek en in de feitelijke kennis vande concrete historische processen, des te meer hebben wijde indruk dat het werkelijke raadsel van het nazisme zich aanons begrip onttrekt. Volgens sommigen zou de historicus vande Endlösung te vergelijken zijn met de mens van de grotvan Plato die van de werkelijkheid niets anders ziet danschimmen en weerspiegelingen35. Voor anderen zou devernietigingspolitiek van de nazi’s gebaseerd op het rasvolledig ontsnappen aan elke historisering wegens de grond-slagen van onze historische kennis36. Bij de getuigenissenvan de overlevenden - tot nu toe verwaarloosd, maar steedstalrijker en waarover wij nu over uitnemende studiesbeschikken - vinden wij, tragisch genoeg, dezelfde grens. Deoverlevenden verklaren zich namelijk niet in staat om zichhun eigen ervaring van concentratiekampgevangene te ver-beelden, zich die voor te stellen en zelfs om die te begrij-pen. Zij zeggen ons met zoveel woorden dat dat wat zijhebben beleefd iets is dat zowel onvoorstelbaar, onbegrij-pelijk, onzegbaar, onverdragelijk om te horen als onme-dedeelbaar is. En wanneer zij trachten ons iets van deinhoud van hun ervaring te zeggen lijkt het vaak alsof zijover de ervaring van een derde vertellen. Bij de verhalen vin-den wij vaak een soort splitsing van de persoonlijkheidtussen de overlevende en de concentratiekamp-gevange-ne. Verdubbeling die eruit bestaat dat degene die vertelt, zichherinnert, plotseling ontdekt een ander te zijn dan degene diede ervaring heeft doorleefd en wiens verhaal hij vertelt.Dit proces verschijnt in sommige getuigenissen in de vormvan een zin : «Ik kan het mij niet voorstellen, ik denk dat heteen ander was die dit heeft doorgemaakt»37. Kortom, zowelvanuit de globale analyse van het verschijnsel van de doorde Nazi’s gepleegde genocide als vanuit de herinneringvan degenen die deze extreme ervaring hebben overleefd,stuit ons historisch bewustzijn op een volkomen nieuwesituatie omdat het niet in staat blijkt de effectiviteit vandat historische feit te integreren, omdat het weigert dit feitals mogelijk en voorstelbaar te beschouwen. Geconfronteerdmet Auschwitz, blijft het historisch bewustzijn geobse-deerd, verlamd, ten overstaan van de vraag die hopeloosonbeantwoord blijft : «Hoe was dit mogelijk ?» «Hoe heb-ben mensen dit andere mensen kunnen aandoen ?» Vraag die

38Hannah ARENDT, Eichmann àJerusalem, Gallimard, Parijs, 1963.

39Robert ANTELME, L’espècehumaine, op. cit., Charlotte DELBO,Aucun de nous ne reviendra, Editionsde Minuit, Parijs, 1970, Jorge SEM-PRUN, op. cit., Raul HILBERG,Exécuteurs, victimes, témoins. Lacatastrophe juive, 1933-1945,Gallimard, Parijs, 1994.

40Jacques LACAN, met name in zijn«Réponse au commentaire de JeanHyppolyte sur la ‘Verneinung’ deFreud», La Psychanalyse, P.U.F. vol.1, 1956, p. 41-49 (overgenomen inEcrits, Editions du Seuil, Parijs,1966).

22

Page 23: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

des te meer onontkoombaar is nu sinds de onverbiddelijkedemonstratie van de banaliteit van het kwaad38 het ons nietmeer mogelijk is beulen en uitvoerders uit het bewustzijn teverdringen door hen te verbannen naar de sfeer van hetdierlijke39.

In deze atypische situatie, bij deze tegenstelling die onher-leidbaar lijkt, die onmogelijk dialectisch kan worden over-wonnen, kan het historisch bewustzijn verschillendestrategieën ontwikkelen, die ik hier kort zal uiteenzetten.

De strategie van de ontkenning

Deze strategie bestaat er in eenvoudigweg te ontkennendat het als onmogelijk aangemerkte historische feit werkelijkheeft plaatsgevonden. Kortom, omdat men de confrontatiemet de enormiteit van het verschijnsel niet aandurft, ontkentmen zonder meer de realiteit van het feit. Afgezien vanhun minderwaardige politieke en ideologische oogmerken,slepen de hersenspinselen van de pseudo-historici van de ont-kenning ook de gemakkelijke vluchtwegen mee die elknaief bewustzijn dat zich haast zich van de ondragelijke lastte bevrijden, tracht te vinden. Ik ga hier niet verder op in.

Ik zou er evenwel op willen wijzen dat in een ander verbandde ontkenning, tegenover de massaliteit en de hardnekkig-heid van de feiten, er zelfs toe kan leiden bij het subject eenproces van buitensluiting te ontketenen, dat, in zijn neuro-tische vorm, wordt gekenmerkt door een hallucinatorischeterugval in de werkelijkheid van datgene waarover het geenwerkelijkheidsoordeel kon geven40.

De demoniserende strategie

Deze strategie bestaat er in Auschwitz en het IIIe Rijk tedemoniseren door daaraan, als het ware, een ahistorischof buitenhistorisch statuut te verlenen. Als kolossaal onge-val, verbijsterende anomalie, zou Auschwitz een plotse-ling binnendringen van duistere en irrationele krachtenbetekenen die in zekere zin de geschiedenis buiten degeschiedenis zouden hebben geworpen. Dat is de strategiedie, met name in Duitsland, in de eerste jaren na de bevrij-ding de overhand had41. Zij heeft een bijzondere versie eneen bijzonder succes gekend in de vorm van een benaderingdie men als «hitlerisme» kan qualificeren en die er inbestaat alles terug te brengen tot de demonische persoon-lijkheid van Hitler en tot zijn rol als geobsedeerde bouw-

41Een studie die model staat voor deonmacht van de historische schoolten overstaan van een als nationalecatastrophe aangevoelde situatie, isdie van Friedrich MEINECKE, DieDeutsche Katastrophe. Betrachtungenund Erinnerungen, Wiesbaden, 1946,spoedig gevolgd door een massa stu-dies die zich overgeven aan een echtedemonologie van Hitler en de nazi-periode.

42Tim MASON, op. cit., Heinz-Gerhard HAUPT, «Sur une relecturede l’histoire du national-socialisme»,Le débat, nr 45, mei-september 1987.Devant l’histoire. Les documents dela controverse sur la singularité del’extermination des Juifs par le régi-me nazi, Ed. du Cerf, Parijs, 1988(1e uitgave, München, 1987), YannisTHANASSEKOS et Hans WISS-MAN (sd), Révision de l’histoire.Totalitarismes, crimes et génocidesnazis, Ed. du Cerf, Parijs, 1990.

23

Page 24: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

meester van heel het misdadige bouwsel. Ik zal hier niet die-per ingaan op deze strategie die, hoewel reeds lang door dehistorici verlaten, toch vandaag nog weerklank vindt in degewone voorstellingen van het nazi-verschijnsel.

De strategie van de relativering

Het gaat hier om een zeer complexe benadering die berustop het in een historisch perspectief stellen van het IIIe Rijk- methodologisch bekend onder de naam van historisering- en die er op is gericht het «historische feit Auschwitz»onder te brengen onder de normen van een ruimere con-textuele rationalisering in het verband van de lange ter-mijn, met name uit geopolitiek gezichtspunt en in het lichtvan een meer omvattende analyse van de logica van deactoren. Het voornaamste effect van deze benadering iseen relativering, zelfs een banalisering van Auschwitz,omdat dat, met name door comparatieve en analogischeprocédé’s, een plaats wordt toegewezen in de lange reeksslachtpartijen en abjecte misdaden die de mensheid sedertde nacht der tijden heeft gekend. Deze benadering, die derevisionistische wordt genoemd, begon in Duitsland aanhet begin van de tachtiger jaren. Van publicatie tot publicatiekende deze benadering een bliksemsnelle ontwikkeling diein het midden van dat decennium culmineerde in dat watmen gewoonlijk de «Historikerstreit» noemt42.

De functionalistische strategie

Hier wordt de onmogelijkheid die men inroept tegen het his-torische feit gezien als het gevolg van een niet adequatewaarneming van het feit zelf. Het probleem van de «effec-tiviteit» waarop ons historisch bewustzijn stuit, zou dusmeer schijn dan werkelijkheid zijn. Het zou voortkomen uiteen onjuist perspectief. Daarom zou het, om deze tegen-stelling op te heffen, nodig zijn onze invalshoek van deglobale analyse zowel van nazi-staat en nazi-regiem (instel-lingen, bestuur, leger, bureaucratie) als van de Duitse maat-schappij onder het IIIe Rijk als zodanig, te wijzigen. Dezebenadering legt het accent op de dynamische studie vande structuren en het functioneren van de nazi-staat, metname op de cumulatieve radicalisering van de processen dievan 1933 tot 1939/41 hebben geleid tot de algemene oorlogen de genocides. Als erfgenamen van bepaalde zeer vroeg-tijdige analyses43, hebben deze onderzoekingen - gekwali-ficeerd als «functionalistisch» - sinds het begin van detachtiger jaren een buitengewone ontwikkeling gekend en

43Franz NEUMANN, Béhémoth.Structure et pratique du national-socialisme, Payot, Parijs, 1987 (Eersteuitgave : New York, 1942 en 1944).

44Martin BROSZAT, «Plädoyer füreine Historisierung des National-sozialismus» in Herman GRAML enLaus-Dietmar HENKE (ed), NachHitler. Der schwierige Umgang mitunserer Geschichte. Beiträge vonMartin Broszat, München, R.Ildenbourg Verlag, 1987, pp 159-173. De Franse vertaling van dezebelangrijke tekst van Martin BROS-ZAT die tot talrijke polemieken heeftgeleid (zie Tim W. MASON,Banalisation du nazisme. La contro-verse actuelle sur l’interprétation dunational-socialisme» op. cit.) is voorde eerste maal gepubliceerd in hetBulletin trimestriel de la FondationAuschwitz nr 24, april-september1990, gevolgd door de even belan-grijke briefwisseling hierover tussende auteur van het pleidooi en SaulFRIEDLÄNDER ; Hans MOMM-SEN «Hitler, les dirigeants nazis et lamise en oeuvre du génocide» (oors-pronkelijke titel : The Challenge ofthe Third Reich, H. Bull ed.,Clarendon Press, Oxford, 1986) inFrançois BERIDA (sd), La politiquenazie d’extermination, Albin Michel,Parijs, Arno MAYER, La «solutionfinale» dans l’histoire, op. cit., UweDietrich ADAM, Judenpolitik imDritten Reich, Droste, Düsseldorf,1972, Hans MOMMSEN, «La réa-lisation de l’utopie : la ‘Solution fina-le de la question juive’ dans le IIIeReich», loc. cit., Martin BROSZAT,L’Etat hitlérien. L’origine et l’évo-lution des structures du TroisièmeReich, Fayard, parijs, 1985.

45Theodor W. ADORNO, Modèlescritiques, Payot, Parijs, 1984.

46Jürgen HABERMAS, «Consciencehistorique et identité post-tradition-nelle. L’orientation à l’Ouest de laR.F.A.», Bulletin trimestriel de laFondation Auschwitz nr 25-26, octo-ber-december, 1990.

24

Page 25: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

hebben zowel een beter begrip van de structuren en dealgemene werking van het nazi-regiem, als een meer ver-fijnde kennis van de mechanismes van besluitvorming op hethoogste niveau van de misdadige staat mogelijk gemaakt.Dit is ontegenzeggelijk de meest vruchtbare en de meestbelovende weg om vooruitgang te boeken bij onze kennisvan het nazi-verschijnsel, van de daarmee verbonden mis-daden en genocides44.

De strategie van zelfreflectie

Naast dit onderzoek dat ons in staat kan stellen, om door eenverandering van perspectief, een beter begrip van het nazi-verschijnsel te verkrijgen, zou men, vanuit het gezichts-punt van het historisch bewustzijn, eveneens een anderestrategie kunnen overwegen, niet om uit deze tegenstel-ling te geraken of om daar boven uit te stijgen, maar omdaaruit volledig de consequenties te trekken. De crisiswaarin Auschwitz het historisch bewustzijn heeft gestort zoudit bewustzijn ook kunnen dwingen tot een terugkeer naarzichzelf, tot zelfinkeer in zekere zin45. We zullen ons hierbezighouden met deze strategie.

In deze benadering wijzigt Auschwitz in een bepaald opzichtzijn eigen statuut ten aanzien van het historisch bewustzijn :het is niet meer deze radicale en absolute negativiteit die ditbewustzijn verlamt en blokkeert, maar het wordt, mits hetbewustzijn zich daar vastbesloten op toelegt, het mogelij-ke en cruciale «moment» van zijn autocritiek. SindsAuschwitz kan ons historisch bewustzijn zich niet meervoor zichzelf verbergen : niet alleen is het sindsdien volledigop de hoogte van de uiterste kwetsbaarheid van zijn grond-slagen, maar bovendien weet het dat het de mogelijkheid,ingeschreven in zijn eigen zijn, van zijn absolute ontkenningbevat. Dit betekent dat het op tweeërlei wijze radicaal in twij-fel kan worden getrokken.

Eerst voor wat het verleden betreft. Sinds Auschwitz is denaieve band die ons met het verleden verbond en die de his-torische continuiteit onderhield - door denktradities die detwijfel niet kenden - definitief verbroken46. Na Auschwitzbestaat de mogelijkheid van een schone lei niet meer, het isniet meer mogelijk de geschiedenis op dezelfde wijze tebezien en te bestuderen : feitelijk en rechtens worden deslachtoffers van Auschwitz voor onze herinnering de afge-vaardigden van alle slachtoffers van de geschiedenis, van alleoverwonnenen en alle uitgeslotenen van de geschiedenis.

47Walter BENJAMIN, Essais II,Denoël/Gonthier, Parijs, 1983(«Thèses sur le concept de l’histoire»)

48Th. W. ADORNO, Modèles cri-tiques, op. cit.

49Th. W. ADORNO, op. cit

25

Page 26: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Deze herlezing van de geschiedenis waartoe Auschwitzons dwingt, is een geweldige opgave, zowel wetenschap-pelijk en pedagogisch als ethisch. Auschwitz stelt onsnamelijk in staat tot het doen van een sprong in het verle-den47 om het woord, dat nooit is gezegd of geschreven,terug te geven aan alle zwijgende slachtoffers van degeschiedenis, aan allen die de geschiedenis tot zwijgenheeft gedwongen. De mogelijkheid van een dergelijke her-lezing betekent een omwenteling in de methodologischegrondslagen van al onze historische kennis.

Vervolgens voor wat de toekomst betreft. Na Auschwitz kanhet historisch bewustzijn zich niet meer op dezelfde wijzein zijn wordingsproces ontwikkelen. De breuk met hetzicht op het verleden impliceert een even zo radicale ver-andering in de wijze van benadering van de toekomst. Hetkan slechts als zelfbewustzijn dat kijkt naar dat wat er vande wereld kan worden blijven bestaan als het in zijn con-stituerende blik de kennis integreert van deze historischevorm van het radicale kwaad dat het bevat, een vorm die hetals uiterste mogelijkheid moet aanvaarden, als een virtu-aliteit, die steeds geactualiseerd kan worden.

In deze tweeledige verhouding, zou de radicale uitzonder-lijkheid van Auschwitz niet liggen in zijn historische wer-kelijkheid - een stelling dikwijls verdedigd in bepaaldekringen van de nagedachtenis - maar in het feit dat het onsdwingt, meer dan elk ander historisch feit, onze verhoudingtot de geschiedenis, die van het verleden en die van de toe-komst, die waarvan wijzelf de actoren zijn, radicaal te her-zien.

Aan het einde van de zestiger jaren stelde Adorno48 in alleduidelijkheid de inzet van het probleem vanuit ons historischbewustzijn. Sinds Auschwitz weten wij immers heel goeddat de voorwaarden voor de mogelijkheden van dergelijkebreuken van menselijkheid virtueel zijn ingeschreven inde omstandigheden en de structuren van onze maatschap-pijen : «Het feit dat dit zich voordeed kan niet anders zijndan de uiting van een uiterst krachtige tendens van demaatschappij» zegt hij49. Het radicale antwoord op de impe-ratief «nooit meer Auschwitz» zou derhalve gelegen zijn inde radicale transformatie van de omstandigheden en destructuren die het mogelijk hebben gemaakt en waarvanhet voortbestaan boven de mensheid hangt als een zwaardvan Damocles.

26

Page 27: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Adorno is evenwel niet de dupe van de algemeenheid vaneen dergelijke vaststelling. Hij erkent direct dat de moge-lijkheid van een transformatie van de objectieve omstan-digheden - economische, sociale en politieke - die leiden totdergelijke verschijnselen, uiteindelijk uiterst beperkt zijn.Vandaar zijn centrale conclusie die van de opvoeding en depedagogie de bevoorrechte as maakt van elk optreden op ditgebied. Als de transformatie van deze structurele omstan-digheden in zekere zin niet actueel is, opgeschort wegens hetontbreken van objectieve mogelijkheden, worden de inspan-ningen ter bestrijding van een herhaling van dergelijkegebeurtenissen onherroepelijk teruggedreven, geworpen -zegt hij - naar de subjectieve sfeer, naar de factoren diegeest en bewustzijn vormen, zowel individueel als collec-tief. Anders gezegd, onze inspanningen moeten zijn gerichtop het uitwerken van een opvoedingsbeleid dat de subjec-tieve bestaansvoorwaarden kan veranderen.

Vandaar het belang van een opvoeding op school en van eenopvoeding tot burger waarin de herinnering aan Auschwitzeen constituerend element vormt. We zien hier duidelijk datde oplossing van dit didactische probleem niet alleen pri-oritair is wegens haar ethische implicaties, maar ook omdatzij in zekere zin een aanvulling vormt op een toenemendmanco aan individuele en collectieve beheersing van deomstandigheden en de structuren van onze maatschappijen.

Maar hoe kan men «het historische feit Auschwitz» onder-wijzen ? We vinden hier in een meer directe en minderabstracte vorm dat wat we hebben gezegd over het historischbewustzijn geconfronteerd met Auschwitz. Het is vooralles nodig, geloof ik, in te zien dat deze materie van ieder-een, maar in het bijzonder van hem die onderwijs geefteen critische zelfreflectie vereist, een soort terugkeer van hetsubject tot zichzelf, iets waar juist Auschwitz ons toedwingt. Zonder een dergelijke voorafgaande zelfreflectie kanmen, naar het mij voorkomt, niet denken aan een pedago-gische methode die is aangepast aan de specificiteit van onsonderwerp. Ik geloof dat deze verplichting niet alleen vanethische aard is. Zij maakt volgens mij ook deel uit van devoorwaarden voor de verstaanbaarheid niet alleen van watAuschwitz betekent, maar ook van wat er zich werkelijkheeft afgespeeld, ik bedoel de absolute ontkenning van deander als mens. Ik meen dat de werkelijke pedagogischemoeilijkheid niet ligt in de grote complexiteit van de teonderwijzen materie - complexiteit die zeker niet te betwis-ten valt, maar die voor een groot deel beheersbaar is - maar

50Ernst CASSIRER, La philosophiedes Lumières, Fayard, Parijs, 1986(Ed Gérard Monfort) (oorspronkelij-ke titel : Die Philosophie derAufklärung, J.C. Mohr, uitgever,Tübingen, 1932)

27

Page 28: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

in de kennisverhouding waartoe Auschwitz ons dwingt : eenverhouding van innerlijkheid of om het anders te zeggen eenverhouding van persoonlijke confrontatie met het onderwerp.

Wat betekent dit ? Gaat het om een pleidooi voor een inhoofdzaak subjectieve, intieme kennis, op de wijze vaneen innerlijke en quasi mystieke ervaring ? Absoluut niet.Om de argumentatie van Adorno over te nemen, het terug-verwijzen naar de sfeer van het subjectieve van de behan-deling van de vraag hoe morgen een nieuw Auschwitz tevermijden, impliceert geenszins een beperking of eenbegrenzing van onze historisch-objectieve benadering vanhet probleem. Integendeel. Een dergelijk perspectief ver-onderstelt immers - en daarin ligt de paradox - zowel eengrondige intellectuele kennis van concrete historische pro-cessen en het duidelijke en verwarrende bewustzijn datgeen enkele verklaring van deze aard ooit voldoende kan zijnom ons, zelfs maar cognitief, te schikken in een dergelijkverschijnsel : de rede weigert, en dat strekt haar tot eer,dergelijke dingen voor mogelijk te houden. Er is dus, van uitzuiver cognitief oogpunt, een overschot dat een probleemschept en dat als het ware teruggewonnen moet worden. Ditterugwinnen hangt rechtstreeks af van ons vermogen deconfrontatie aan te gaan met de vorm en de inhoud vandeze historische ervaring.

Persoonlijk de confrontatie aangaan met de vorm en deinhoud van deze extreme historische ervaring betekent alonze kennis, al onze criteria, met inbegrip van die aan-gaande de geldigheid van onze kennis, al onze opvattingen,al onze waarnemingen, al onze normen van denken en vanhandelen, al onze oordelen en al onze vooroordelen teonderwerpen aan de toets van Auschwitz. Een dergelijkebenadering is niet gemakkelijk. Zij vereist een soort cog-nitieve en ethische crisis van de kant van degene die dezebenadering wil volgen, in de zin van een krisis van hetdenken waarvan de epistemologie ons spreekt50.

Een dergelijke probleemstelling verwijst ons naar het hoofd-probleem, dat van de mogelijke uitwerking van een peda-gogie van zelfreflectie over Auschwitz.

Ik zal hier niet de bakens en de etappes van een dergelijkezelfreflectie uiteenzetten, van deze terugkeer van het sub-ject tot zichzelf waarvan Adorno ons spreekt. Ik beperkmij er toe in het kort slechts twee conclusies te formulerenwaartoe een dergelijke benadering onvermijdelijk zou lei-den. Er zijn namelijk, zo komt het me voor, twee grondbe-

51Luc FERRY et Alain RENAUT,Heidegger et les modernes, Grasset,Parijs, 1988.

28

Page 29: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

ginselen die voortvloeien uit een dergelijke confrontatievan zichzelf met Auschwitz : enerzijds die van de autono-mie, d.w.z. de noodzaak zich zelf te bepalen - hetgeen deradicale en voortdurende kritiek impliceert van alle facto-ren die deze autonomie beperken of de verwezenlijkingdaarvan belemmeren, daarbij inbegrepen in de practijk vanhet onderwijs - en anderzijds het beginsel van de historischeverantwoordelijkheid, d.w.z. de verantwoordelijkheid die opons rust voor handelingen die wij niet persoonlijk hebbenbegaan - hetgeen op termijn de bepaling en het aanvaardenvan een objectieve solidariteit van generaties door degeschiedenis heen impliceert.

Deze beginselen zijn heel duidelijk met elkaar verbondenen moeten gezamenlijk aan een kritische discussie wor-den onderworpen. Ik zal me er hier toe beperken enkele ele-menten voor een dergelijke discussie aan te dragen.

Het eerste beginsel, dat van de autonomie, vormt, zoalswij weten, een van de meest kostbare overleveringen van deVerlichting, meesterlijk verwoord door Rousseau en Kant.Vertaald en gereactualiseerd in de termen van de 19e en 20eeeuw, drukt dit beginsel de vastbeslotenheid uit de strijd aante gaan met alles wat, in de diverse sociale gedragingen - metinbegrip van opvoeding en onderwijs - bijdraagt tot de vor-ming van een type ontpersoonlijkt bewustzijn, d.w.z. eentype bewustzijn dat voorbijgaat aan het beginsel van deautonomie als een doel voor de mens en dat dientengevol-ge de mens verlaagt tot de status van een ding en een mid-del. Een dergelijke bewustzijn dat zich afsluit voor deerkenning van de ander als autonome wil en hem derhalvedoet verstarren in een natuurlijke of essentialistische defini-tie51 kan uiteraard slechts ontpersoonelijkte betrekkingenproduceren, waarvan betrekkingen van overheersing enautoriteit een typisch voorbeeld zijn. Een van de concretegevolgen van deze situatie is juist de moeilijkheid, jazelfshet onvermogen zich met de anderen te identificeren. Wijweten dat in de meest extreme vorm, dit type bewustzijn endit type betrekkingen de kern van het principe Auschwitzvormen : de anderen en zichzelf als dingen beschouwen,d.w.z. de mens zijn kwaliteit van mens zijn te ontzeggen, wathet beginsel van autonomie en het vermogen van zelfbe-paling vormt. Dat is de zin van de breuk in menselijkheiddie zich in Auschwitz massaal heeft voorgedaan en dieons allen aangaat, want deze aantasting van de ander isook de ontkenning van zichzelf. Anders dan men gelooft, ligtde voornaamste pedagogische moeilijkheid niet in de ana-

29

Page 30: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

lyse en de voorstelling van de wereld van het concentra-tiekamp als grensmodel van deze ontpersoonlijkende con-figuratie van de mens, maar in het feit dat in haar elementairbeginsel deze configuratie aanwezig is en van invloed is inde normale werking van onze maatschappijen. Het is, naarik meen, niet noodzakelijk hier aan te tonen dat het begin-sel van een dergelijk verminkt bewustzijn - verminkt omdatde autonomie als doel voor het bewustzijn verborgen wordt- inherent is aan de normale sociale betrekkingen die destructuren van onze verdeelde, antagonistische en ongelij-ke maatschappijen met zich brengen. Geen enkele sfeer, geenenkele sociale activiteit - economie, politiek, cultuur, com-municatie, het persoonlijk leven zelf - ontsnapt bij de nor-male werking van onze maatschappijen aan dit soortbewustzijn, dit soort betrekkingen. Opvoeden tegen hetbeginsel Auschwitz in zou dus inhouden het opsporen, hetopjagen in onszelf en in alle sociale activiteiten van deveelvuldige uitingen en infiltraties van dit type bewustzijndat de anderen en onszelf - onmerkbaar en verraderlijk - ver-laagt tot de status van middelen en dingen. Wij leven nogsteeds in levensomstandigheden waarin Auschwitz moge-lijk was, een vaststelling die de tendens vertoont te verva-gen zowel door de tijd die ons verwijdert van hetonnoembare als door een bepaalde voorstelling dieAuschwitz tot beeld maakt van een absoluut kwaad, eenkwaad dat de maatschappij en de mensheid van buiten zouhebben getroffen. Wij weten dat dit «absolute kwaad» zichin onszelf bevindt, d.w.z. dat het ons bewoont zoals het dediepe tendensen van onze maatschappijen bewoont. Hethoofdbezwaar - wat ook argwaan zou zijn - tegen een der-gelijke argumentatie zou er in bestaan te zeggen dat zijbijdraagt tot het normaliseren ja zelfs tot het banaliseren vanAuschwitz, omdat zij zich dat voorstelt als een voort-brengsel, weliswaar pijnlijk en extreem, van de normalelevensvoorwaarden en levensomstandigheden. Dit is uiter-aard niet onze intentie. Het punt is te weten te komen hoede uitzonderlijkheid van Auschwitz te denken zonder zichin de doelstelling te vergissen. Men kan zich inderdaadafvragen of het niet vruchtbaarder zou zijn, zowel uit hetoogpunt van de zaak zelf als uit dat van de pedagogie, omAuschwitz te nemen als een cruciale historische toets omdatgene te denormaliseren wat tot nu toe in het individueleen collectieve bewustzijn - en in onze sociabiliteit in het alge-meen - is geintegreerd en daarmee verzoend als normaal ofmin of meer normaal. Een dergelijk perspectief, dat uiter-aard nader onderzocht zou moeten worden, zou de richting

52In zijn analyse van de vorm vanhet historisch verhaal stelt F. K.ANKERSMIT zelfs dat niet degebeurtenissen uitzonderlijk zijn zoalsmen zo vaak heeft gezegd, maar juistde verhalen daarover (A semanticAnalysis of the Historian’s Language,Nijhoff, 1983).

30

Page 31: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

van ons onderzoek en onze pedagogische taken aanzienlijkveranderen.

Samengevat zou ik zeggen dat in zo’n geval de fundamen-tele moeilijkheid om Auschwitz te onderwijzen niet zou lig-gen in de als radicaal gestelde uitzonderlijkheid daarvan -stelling die het verschijnsel dreigt te dishistoriseren enwaarbij wordt vergeten dat als er al een radicale en zelfsabsolute uitzonderlijkheid bestaat het die is van de relatiedie wij met het historische feit hebben52 - noch in de aarddaarvan die onvatbaar voor rationele analyse heet te zijn -een stelling die als zij niet rationeel wordt bemeesterd,vrije baan kan geven aan om het even welke spiritualistischeuitleg - noch in de absolute verschrikking en de absolutegewelddadigheid die het ons doet zien - stelling waarbijwordt vergeten dat wij tegenwoordig dagelijks wordenoverspoeld met dergelijke beelden - noch in het binnen-dringen van een heftige emotie die het begrip net zo goedkan blokkeren als helpen - een stelling die nadere over-denking verdient - maar in de moeilijkheid Auschwitz voorons zelf te denken in zijn tragische dubbelzinnigheid : ont-ketende, ongeremde, onmetelijke verwezenlijking, uiter-ste, buiten de grenzen vallende verwezenlijking - en daarinjuist uitzonderlijk, ethisch niet te integreren en cognitief apo-retisch - van bepaalde elementen die niettemin inherentzijn aan de vormen en de inhoud van de sociale verhou-dingen die de normale werking van onze maatschappijenbeheersen. Wezenlijk bij deze moeilijkheid is dat het pro-ces van Auschwitz ons ipso facto - zodra men zich nietbeperkt tot een moreel en spiritueel protest - verwijst naarde sociale critiek in het heden, de sociale critiek hic etnunc. Deze koppeling is niet eenvoudig, maar wel nood-zakelijk zowel voor het begrip van Auschwitz - van datwat er in Auschwitz is gebeurd - als voor de strijd tegen deherhaling daarvan. Als we niet weten hoe Auschwitz teonderwijzen komt dat doordat er vandaag een probeem,een ernstig probleem naar mijn mening, ligt in het hoe vanhet onderwijs van de sociale critiek als noodzakelijke praxisvoor het begrip van de geschiedenis en van het heden. Wijleven in een tijdvak dat in hoge mate wordt gekenmerkt doorde verbanning van het critisch denken en door een opmer-kelijke desinvestering in de critische activiteit op alle gebie-den, zowel individueel als collectief. Deze situatie heeftuiteraard gevolgen voor de opvoeding in het algemeen envoor de wijze waarop Auschwitz wordt onderwezen in hetbijzonder. Moet ik van Auschwitz een schrikbeeld maken- het is een schrikbeeld - om de ander terug te voeren tot de

53Jean AMERY, Par-delà le crimeet le châtiment, Actes-Sud, 1995.

54Walter BENJAMIN, Ecrits fran-çais, Gallimard, Parijs, 1989 («Surle concept de l’histoire (1940)»).

31

Page 32: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

norm, sociaal en ethisch, die als beschermend elementwordt gesteld ? Dat komt er, onder meer, op neer van debedreiging een vorm van pedagogie te maken. Of kan ik mehet veroorloven, me baserend op deze extreme historischeervaring, om niet alleen de normaliteit en het normale teondervragen, maar ook om die in verwarring te brengen, erbij te betrekken, te compromitteren, in de beklaagdenbankte zetten, zo scherp te becritiseren, dat de verzoening methet bestaande wordt opgeheven ? Zou ik zo niet het risicolopen bij mezelf en bij de anderen een tragisch verlies vanvertrouwen in de wereld teweeg te brengen ? Het is nietnodig er op te wijzen dat dit verlies van vertrouwen in dewereld zich reeds heeft voorgedaan, dat dit bij ons blijft enons altijd pijnlijk raakt, juist omdat Auschwitz heeft plaats-gevonden53. Hiervan moeten wij akte nemen : Auschwitz isin dit verband een punt waarvan geen terugkeer mogelijk isen zal dat blijven zolang de levensomstandigheden waarinhet plaatsvond de onze blijven en deel van onze normaliteituitmaken. Dit kenmerk van het historische feit, dat ethischniet te integreren valt en dat cognitief aporetisch is, zalpas dan geïntegreerd zijn en begrepen door het historischbewustzijn, wanneer deze levensomstandigheden radicaal,structureel zullen zijn gewijzigd. Om een woord van WalterBenjamin aan te halen «pas aan de bevrijde mensheidbehoort het verleden volledig toe»54.

Ik heb het in het begin van mijn uiteenzetting reeds gesteld :onze confrontatie met de geschiedenis van het IIIe Rijkschommelt gevaarlijk tussen twee uitersten : enerzijds eentendens en een verlangen tot historisering die leiden toteen relativisering van het verschijnsel (met de ideologi-sche en politieke gevolgen die wij kennen) en anderzijds eenhouding van pedagogische demonisering van het ver-schijnsel, die het wel op afstand houdt, maar ook elke hel-dere en critische analyse ter zijde schuift. We moeten eendam opwerpen tegen de tweeslachtigheid van de (burgelij-ke) normaliteit die zich tussen deze twee uitersten beweegtzowel om zich te beschermen als om zich te onttrekkenaan haar eigen verantwoordelijkheid voor het onnoembare.Teveel heeft men de nadruk gelegd op het onvoorstelbare vandatgene wat is gebeurd en deze probleemstelling heeft,mijns inziens, geleid tot misverstanden en dubbelzinnighedendie worden gevoed door onze hele culturele traditie die er opbedacht is de door haar uitgewerkte consensus te beschermenen een heldere kijk op de werkelijkheid van vroeger en vannu uit te sluiten. Onder het mom van een «gezond begrip»55

heeft onze cultuur zich er - zoals reeds gezegd - mee belast

55Peter REICHEL, La fascination fas-ciste, Ed. Odile Jacob, Parijs, 1993.

32

Page 33: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

ons een «gezond» en beschermend onvermogen bij te bren-gen om ons het kwaad voor te stellen, een opvoeding die onsverbiedt niet alleen om het verschrikkelijke te aanschou-wen, maar ook om het te denken. Zo is dit onvermogenzich het kwaad voor te stellen zelf een norm geworden.

Hier komt, denk ik, het instrument van de critiek, alsgedachte en als praxis, te pas om juist een protesterendeafstandelijkheid ten opzichte van wat is, in het leven teroepen, om ons tot vreemdeling - met opzet gebruik ikdeze term - te maken ten opzichte van dat wat tegenwoor-dig als een normale en bijna natuurlijke vorm van debestaande sociale verhoudingen wordt gesteld. De ver-schrompeling van het kritisch denken en van de socialecritiek voor wat het heden betreft, kan leiden hetzij tot eendemonisering - in verscheidene vormen - van het ver-schijnsel Auschwitz - een aanpak die het ingeslapen gemid-delde geweten troost - hetzij tot de uiterste moraliseringdaarvan door een bovenmatig beroep op dat wat wij waar-den noemen en wel bij voorkeur de hoogste en eeuwigewaarden. Toch weten wij dat geen enkele waarde, hoe eeu-wig ook, de toets van Auschwitz heeft doorstaan en daar ligtmisschien zijn voorbeeldige pedagogische waarde. Hetbovenmatig beroep op waarden om Auschwitz te onder-wijzen, kan leiden tot de vorming van een soort ideologiedie in de plaats treedt van de sociale kritiek, een ideologiedie ons soms voor vreemde verrassingen stelt. Ik neem bij-voorbeeld het aanprijzen van het verschil als hoogste waar-de, dat er toe heeft bijgedragen, in weerwil van de goedebedoelingen aan het begin, een referentiekader te scheppendat weinig weerstand biedt aan het terugvallen op en debevestiging van zijn identiteit, waarvan we nu de dubbel-zinnigheden en de gevaren zien. Het wekt geen verbazingdat dit ophemelen van het «verschil» tegenwoordig hetstokpaardje is van de ideologen van uiterst rechts.

Het tweede beginsel, dat van de historische verantwoorde-lijkheid, is net zo fundamenteel als pedagogisch vereiste voorhet onderwijzen van Auschwitz. Het stelt het individu in staateen beredeneerde en gemediatiseerde verhouding met hethistorische feit uit te werken en een door de rede gemoti-veerd antwoord te geven op de vraag «Waarom en waarinben ik betrokken bij Auschwitz ?» Op deze pedagogisch fun-damentele vraag antwoorden we vaak hetzij door een boven-matig beroep op morele en emotionele hoedanigheden -de onmogelijkheid onverschillig te blijven bij de immensiteitvan het lijden - hetzij door een niet verhulde dreiging -

33

Page 34: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

«dat kan gebeuren als we niet opletten». Beide antwoordenzijn uiteraard volledig correct, maar men kan twijfels heb-ben over de didactische doelmatigheid, vooral op de langetermijn. De vraag is dus of een dergelijke dwingende ver-houding tot de geschiedenis rationeel kan worden onder-bouwd - behalve natuurlijk als men zich nietverantwoordelijk acht.

Het beginsel van de autonomie en het vermogen tot zelf-bepaling die de mens stellen als een «werkstuk van zichzelf»- in dit opzicht radicaal verschillend van de andere dier-soorten opgesloten in «codes» - en hem derhalve de moge-lijkheid van vervolmaking en vooruitgang bieden, hebbenuiteraard een belangrijke consequentie die ook een vanonze zwaarste lasten is : die van de verantwoordelijkheidvoor onszelf, voor dat wat we gekozen hebben te zijn en voordat wat we doen. Als de mens niet van het begin af isbepaald, als hij niet is geprogrammeerd, als hij dus aanspraakkan maken op autonomie - d.w.z. op een menswaardigleven - moet hij ook kunnen instaan voor zich zelf als zijneigen werkstuk. Dat is volkomen begrijpelijk voor de keu-zen die we zelf maken en voor de daden die we zelf stellen.Het is de persoonlijke verantwoordelijkheid. Maar hoestaat het met de keuzen en de daden die niet van ons zijn endie toe te schrijven zijn aan voorgaande generaties ? Kanmen ook hier op de rede een verantwoordelijkheid baserendie op ons rust in onze hoedanigheid van mens, werkstuk vanzich zelf ? Als dat zo is dan zouden wij in staat zijn ratio-neel het bestaan te rechtvaardigen van een dwingende his-torische verantwoordelijkheid voor ieder mens, die eensolidariteit van generaties dwars door de geschiedeniscreëert.

Op dit terrein argumenten aanvoeren, betekent onze leer-lingen de middelen te geven tot een objectiverende zelfre-flectie, d.w.z. een zelfreflectie die in het zelfbewustzijnhet verleden, de geschiedenis, integreert, de geschiedenis diezonder dit element terugkeert tot het statuut van iets waarwe eigenlijk niets aan kunnen doen, dat we niet kunnen ver-anderen - iets dat voorbij, beëindigd, dood, onverzoenbaaris. Het beginsel van de historische verantwoordelijkheidmatigt inderdaad in zekere zin het beginsel van de autono-mie, dat hoe onbetwistbaar ook, slechts als mogelijkheid, alsvirtualiteit eigen aan de mens, als ideaal kan worden gesteld.Wij weten dat, in weerwil van deze autonomie die ons inonze hoedanigheid van mens is toegewezen, wij niet hele-maal alleen onszelf maken. We weten dat we eveneens

34

Page 35: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

worden bepaald door een serie factoren en voorwaarden diebuiten ons liggen en die we zonder meer aantreffen, alshet gevolg van daden van andere mensen die, net als wij,werkstuk van zichzelf waren en van de omstandighedendie zij van het verleden hadden geërfd. Anders gezegd wijkennen ons ook als werkstuk van bepalende factoren ont-staan in de loop der tijden, d.w.z. bepalende factoren van inhoofdzaak historische aard. Zoals wij zijn, zoals we geko-zen hebben te zijn, hebben we dit ook te danken aan de keu-zen, de daden en de activiteiten van de anderen. Net zoalsde mens voor zichzelf heeft in te staan als zijn eigen werk-stuk, zo moet hij ook instaan voor het verleden dat er ooktoe heeft bijgedragen hem te maken tot wat hij is, zijn keu-zes en zijn daden te vormen. Hij kan zich aan deze verant-woordelijkheid niet onttrekken voorzover deze bepalendefactoren uit het verleden zich in hem bevinden en deel vanhem uitmaken, ten goede en ten kwade.

Wij hebben gezien dat een bewustzijn dat het beginsel vanautonomie als eigen aan de mens, eigen aan een mens-waardig leven, ontkent, een verminkt bewustzijn is datanderen en zichzelf ontpersoonlijkt. Zo kan ook een bewust-zijn dat zich afsluit voor elke erkenning en elke critiek vandat wat het bepaalt niets anders doen dan zich zelf te ver-minken, omdat het zich afsluit van deze bepalende factorendoor daaraan het statuut te verlenen van «levenloze dingen»,zonder actie, van «dode dingen», het verleden is het verle-den. Dit bewustzijn denkt volledig opnieuw te beginnen,maar in werkelijkheid stelt zij hetgene dat is als absoluut.Er hoeft niet te worden aangetoond dat dit valse bewustzijnook de kern van het principe Auschwitz vormt, het modelbij uitstek van deze waanzinnige poging tot het scheppen vande Nieuwe Mens die alleen maar de barbaar van onzebeschaving is. Ook hier weten wij dat dit type bewustzijnmet voluntaristische accenten, maar dat de voorwaardendie het bepalen de rug toekeert, de materie om zich te voe-den en zich te rechtvaardigen vindt in de normale socialeverhoudingen, in de levensomstandigheden, de structurenen de werking van onze maatschappijen. De figuur van degrote «self made man» die zich onttrekt aan elke sociale enhistorische bepaaldheid en die in de moderne maatschappijde trotse houding aanneemt van de carrièremaker en deman die succes heeft, getuigt van de pregnantie van dittype bewustzijn. Ook hier is het instrument van de kritiekonvervangbaar niet alleen om in het zelfbewustzijn dezebepalende elementen uit het verleden te integreren, maar ooken vooral om het onderscheid te maken tussen de elemen-

56 Th. W. ADORNO, op. cit.

35

Page 36: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

ten die dienen te worden overgenomen en aanvaard en deelementen die dienen te worden verworpen. Overigenswordt in en door deze kritische arbeid het beginsel van deautonomie in het heden bevestigd en verwezenlijkt.

Zoals eerder, wijzen de pedagogische moeilijkheden van hetproces Auschwitz ook hier terug naar de moeilijkhedendie de critische activiteit tegenwoordig ondervindt om zichte doen gelden als methode van toegang tot de verstaan-baarheid van de geschiedenis en van het heden en als praxisom de wereld zoals die is op afstand te houden en om nietmee te doen met het spel, het spel van de wereld56.

Als deze omweg langs Auschwitz ertoe leidt opnieuw eenlevendige kritiek van onze maatschappij tot leven te bren-gen, dan heeft Auschwitz ons misschien toch iets geleerd.

Page 37: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Lieve WOUTERS

Licentiate

Germaanse taal- en

letterkunde,

Antwerpen

1Onder andere L. Saerens, J.P.Schreiber, E. Schmidt, B. De Wever,M. Steinberg,...

37

Page 38: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Nieuws over het Antwerpenvan de jaren ‘30 :Het dagblad De Dag (1934-1944)op Duitsgezindheid enantisemitisme getest.

Verschillende historici hebben reeds gewezen op het eerderjoodvijandige klimaat van het Antwerpen van de jaren der-tig 1. De motieven voor die anti-joodse gevoelens bij de bur-gers waren heel uiteenlopend. Economische motievenspeelden vooral in het milieu van de middenstand. Door decrisis waren immers veel banken over kop gegaan en kre-gen de middenstanders een harde noot te kraken. De con-currentie werd onhoudbaar en schudde bij een aantal mensenhet eigen-volk-eerst-instinct wakker. De joden werden aan-gewezen als zondenbok. In de leurhandel bijvoorbeeld wer-den maatregelen getroffen waardoor buitenlandsewerknemers geweerd werden. Naast de economische, gol-den ook politieke en godsdienstige motieven. Door de poli-tieke situatie in hun geboorteland was er onder de joodseinwijkelingen een sterke kern van communisten. Rechtshaalde in Antwerpen bij de parlementsverkiezingen in mei‘36 veel stemmen door handig in te spelen op de vreesvoor het opkomende communisme. Hiermee staan ook demotieven van godsdienstige aard in verband : naast hethardnekkige verwijt over de «godsmoord», gold namelijkde verbinding jodendom-communisme-vrijmetselarij alséén van de meest populaire thema’s van het antisemitisme.

Behalve deze vooroordelen, die een voornamelijk passiefantisemitisme tot gevolg hadden bij een brede laag van detoenmalige bevolking, bestonden er in Antwerpen ookgroeperingen die het biologische racisme verdedigden en die

2Bijvoorbeeld de organisatiesVolksverwering, Nationaal Legioen,Verdinaso,...

3Wouters Lieve, Wat bracht ons «DeDag» ? Houding van deAntwerpenaren tegenover Duitslanden de joodse minderheid in de jarendertig aan de hand van een inhoud-sanalyse van het dagblad «De Dag»(1934-1944), U.I.A., Antwerpen,1997, 106 p. + XXII, ill. Promotoren :L. Abicht en J. De Volder.

4Deze criteria werden opgesteld doorVan Dijk, T.A. Minderheden in deMedia, een analyse van de bericht-geving over etnische minderhedenin de dagbladpers, Uitg. SUA,Amsterdam, 1983, 168 p.

5De Bens, E., De Belgische dag-bladpers onder Duitse censuur (1940-1944), De Nederlandse Boekhandel,Antwerpen-Utrecht, 1973, p. 388-394.

6Voor een volledige beschrijving vande werkwijze en de resultaten ver-wijs ik naar mijn artikel «EenAntwerpse krant in de jaren ‘30 : DeDag naast de Gazet van Antwerpen»in Streven, jg. 64, dec., p. 984-993.

38

Page 39: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

van het antisemitisme hun enige bestaansreden haddengemaakt. 2 Het ledental was evenwel kwantitatief ver-waarloosbaar. Verder zorgde een mentaliteitsverandering bin-nen het Vlaams-nationalisme in de jaren dertig (denazi-sympathieën van de V.N.V. -leiding) ervoor dat hetantismetisme werd verankerd in de Vlaamse beweging,wat het effect had van een katalysator, want velen die in eer-ste instantie zonder racistische bedoelingen streden voor deVlaamse zaak, werden zo vroeg of laat binnengerijfd doorhet nationaal-socialisme.

In dit barre klimaat van het einde van het interbellum ver-schenen te Antwerpen zeven verschillende Nederlandstaligedagbladen, met name Het Handelsblad (kath.), De NieuweGazet (lib.), Volksgazet (soc.), De Morgenpost (kath.),Gazet van Antwerpen (kath.), Volk en Staat (Vlaams-nat.),en tenslotte De Dag (neutraal). Tot nog toe zijn er slechtsover de drie laatstgenoemde dagbladen grondige studiesverschenen. Toch is het erg nuttig om de media door telichten wanneer men de mentaliteit van een bepaalde groepwil achterlaten. Als opiniemaker en tegelijkertijd - vertol-ker is de pers immers de spiegel van de maatschappij. Inmijn licentiaatsverhandeling onderwierp ik de vooroolog-se edities van het dagblag De Dag (1934-1944) aan eeninhoudsanalyse 3. Ik selecteerde door een tweevoudigesteekproef drieënvijftig artikels uit de krant. Die artikels toet-ste ik aan zeven criteria waaruit de intentie van een schrij-ven kan blijken 4. Mijn inhoudsanalyse beperkt zich tot devooroologse periode omdat de Duitse censuur die tijdens debezetting aan de kranten werd opgelegd, een nauwkeurigonderzoek en een billijk oordeel in de weg staat. Ik ver-wachtte om in overeenstemming met het heersende kli-maat, sporen van Duitsgezindheid en antisemitisme tevinden in die krant. Het dagblad De Dag werd trouwensreeds voor de oorlog in bepaalde kringen een Duitse strek-king aangewreven 5. De resultaten van de inhoudsanalysehebben de werkhypothese echter krachtig weerlegd. In ditartikel zal ik mij toespitsen op één zeer in het oog springendartikel uit het betreffende dagblad 6. Daarna zal ik dat arti-kel vergelijken met artikels over hetzelfde thema uit deGazet van Antwerpen.

«Komt er thans redding voor de joodsevluchtelingen ?».

Het artikel handelt over de 922 joodse vluchtelingen aanboord van het schip Saint-Louis dat in juni ‘39 uit Hamburg

39

Page 40: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

naar Cuba uitvoer, waar de president hen echter verbood hetgrondgebied te betreden. Zo zwalpte het schip dagen rondop zee, deed haven na haven aan, maar overal werden deopvarenden geweigerd. In het artikel wordt gewag gemaaktvan nog een heleboel andere schepen, allen bevolkt doorjoodse vluchtelingen op zoek naar een veilige thuishaven.Allen was evenwel hetzelfde lot beschoren. Amerika had zijnimmigration-stop in die tijd al ingevoerd en voelde zichniet geroepen de wanhopigen een uitkomst te bieden.Uiteindelijk vaarde het schip terug richting Europa, waarBelgië, Nederland en Frankrijk elk een deel van de vluch-telingen opnamen.

Beschrijving van het artikel.

Op 9 juni ‘39 opent het dagblad De Dag met de kop «Komter thans redding voor de joodse vluchtelingen ?» verge-zeld van de ondertitel : «Aan boord van de Saint-Louisvan haven naar haven gesleept», en als tweede ondertitel :«200 passagiers tot zelfmoord besloten indien ze naarHamburg zullen moeten terugkeren». De grootte van dezetitels is aanzienlijk ; ze nemen de helft van de pagina inbeslag. Wat wil dit zeggen ? De redactie van De Dag trokzich het lot van deze opgejaagde joden aan, en schrok er nietvoor terug om van deze boot vol vluchtelingen frontpagi-nanieuws te maken. Blijkbaar vertrouwde De Dag eropdat zijn lezerspubliek die bezorgdheid deelde.

Het artikel zelf volgt dan op pagina acht en omvat de gehe-le pagina. De tekst wordt geïllustreerd door twee foto’s, wathet artikel nog meer doet opvallen. De foto ‘s hebben dui-delijk tot doel het medelijden van de lezers met de vluch-telingen op te wekken. Zo toont één van de twee foto’s eenvrouw aan boord van de Saint-Louis, met als ondertitel : «922Israëlietische vluchtelingen zagen zich de toegang ontzegdtot Cuba. (...) Een schreiende vrouw roept een afscheid toeaan de familieleden, welke zich op de kade bevinden. Hetschip gaat terug het anker lichten, terwijl een soldaat detoegang tot de kade verspert».

Inhoud van het artikel.

Ook op grond van de inhoud van het artikel (en van deandere onderzochte artikels waarover nu echter niet wordt uit-geweid) mag men aanemen dat de redactie van De Dagvoor de oorlog alles behalve antisemitisch was ingesteld. Nagrondig onderzoek durf ik de houding van dit dagblad watbetreft de periode voor de oorlog verdedigen, daar waar

40

Page 41: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

deze krant zonder meer in het nationaal-socialistische hoek-je wordt geduwd. We nemen het betreffende artikel onder deloep door het te toetsen aan één van de criteria waardoor deingesteldheid van een schrijver kan blijken, namelijk hetperspectief. Bij het lezen van het artikel, treft de lezer debetrokkenheid van de schrijver. Hij heeft duidelijk eenbedoeling, namelijk om bij de lezer sympathie op te wekkenmet de joodse vluchtelingen. Hoe doet de schrijver dat ?

Een tekst kan vanuit een bepaald perspectief geschrevenworden, het perspectief van een persoon of instantie. Wanneermen nu telkens opnieuw voor eenzelfde standpunt kiest,dringt men de lezer een tamelijk éénzijdig beeld op vaneen situatie. De techniek bestaat er dus in om telkens deinstantie waarmee men sympathiseert in een gunstige posi-tie te plaatsen. De tegenstrever wordt zo het zwijgen opge-legd. Voor deze techniek kan het gebruik van het passief heelhandig zijn : bij een negatieve handeling waarvan eenbevriende instantie of persoon de agens is, wordt de ver-antwoordelijkheid als het ware grammaticaal ‘weggemoffeld’door de passiefconstructie. Omgekeerd zal bij een positie-ve handeling nooit de ‘vijand’ als agens gebruikt wordenmaar zal men alle nadruk laten vallen op diegene met wiemen sympathiseert.

Deze techniek wordt niet ten nadele van de minderheidgebruikt in De Dag, en zeker niet in dit artikel. Het tegen-overgestelde is veeleer het geval.

In dit artikel wordt er duidelijk geschreven vanuit het per-spectief van de joodse minderheid. Enkele voorbeelden :De regeringen van de landen die geweigerd hebben devluchtelingen aan land te laten gaan, worden volledig ver-antwoordelijk gesteld, ja, aangeklaagd : «Sedert enkelemaanden trachten joodse vluchtelingen een toevluchtsoordte vinden, maar de meeste landen weigeren ze te ontvangen,hetgeen blijkt uit wat volgt : In Argentinië weigerde hetmaritiem commando van Buenos-Aires, de ontscheping van78 joodse passagiers, die aan boord van de Monte Olivia aan-gekomen waren.» Men blijft hier niet in het vage, maarnoemt met een voorbeeld de landen waar de vluchtelingenwerden geweigerd. In de tekst komen geen passiefcon-structies voor, tenzij de handelende persoon erbij vermeldwordt, geen ‘weggemoffelde’ verantwoordelijken dus.

Dat het artikel vanuit het perspectief van de joodse vluch-telingen zelf geschreven is, blijkt ook uit het feit dat deschrijver zich tracht in te leven in de situatie en de gevoe-

41

Page 42: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

lens van de slachtoffers. Zo staat er. «Deze Israëlietenwaren het Duitse regime moe geworden, het nieuwe wereld-deel trok hen aan. Arm als ze waren, zou het echter een groteontgoocheling worden.» En verder lezen we. «Nauwelijksin de haven aangekomen, werd de Saint-Louis door depolitie bezocht, die het slechte nieuws bracht». Voor deschrijver is dit nieuws net als voor de vluchtelingen zelf,slecht nieuws. We lezen ook het volgende : «Men kan zichvoorstellen, wat een paniek er onder de passagiers ont-stond.» De presuppositie ‘men kan zich voorstellen’ maaktde gebeurtenis voor de lezer heel reëel, hij maakt het vandichtbij mee door er zich een voorstelling van te maken.

Niet alleen tracht de schrijver zich in te leven in de situatieen de gevoelens van de slachtoffers, hij maakt ze ook totlevende personen, door ze een naam te geven. Daardoor isde lezer gedwongen ze in het wit van hun ogen te zien.«Want twee personen hadden reeds verkozen liever de doodin te gaan, dan in zulke omstandigheden nog te leven.Gelukkig heeft men de wanhopigen nog tijdig kunnen red-den. Het waren Max Laeme en Calixte Garcie, deze laatsteis getrouwd en vader van twee kinderen.» De schrijvervoegt er nog extra aan toe : «Onder de 900 vluchtelingenbevinden zich nagenoeg de helft vrouwen en kinderen.»

De toenmalige president van cuba, Laredo, wordt door dejournalist van De Dag in het hoekje geduwd. Doordat deschrijver enkel de instanties opnoemt die tegen de beslissingvan de president ingaan (de bevelhebber van het schip,enkele christelijke genootschappen en vooraanstaandeAmerikaanse persoonlijkheden), lijkt het of iedereen erte-gen gekant is. Zo wordt ook de lezer er zeer impliciet toeaangespoord dit standpunt te kiezen.

Tenslotte geeft de schrijver ook door een aantal adjectievenzijn mening te kennen : «In verband met het strenge optre-den van de Cubaanse president, vreesde men het ergste.»Met andere woorden : het is de schuld van het strengeoptreden van de president, dat 200 mensen tot zelfmoordhebben besloten indien het schip terug naar Hamburg zouvaren. Ook lezen we : «Het komiteit dat de joden aan boordvan de Saint-Louis hadden opgericht, wist tenslotte eenkleine zogenaamde tegemoetkoming van de president afte dwingen.» Of nog : «De Duitse zeevaartmaatschappij,waartoe de Saint-Louis behoort, werd hiervan (nl. Dat hetschip de Cubaanse haven niet mocht aandoen) nogmaals op

7Saerens L., Houding van deBelgische publieke opinie tegenoverde joden in de jaren voor W.O. II,De Gazet van Antwerpen tijdens deperiode 1933-1940, Leuven, KUL,1983, IU + 249 p. + 146 p., ill.

8Volksverwering in 1937 gestichtdoor advocaat Lambrechts, was eenorganisatie die van het antisemitis-me haar enige bestaansreden hadgemaakt.

42

Page 43: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

de hoogte gesteld. Ze vond niets beter dan aan kapiteinSchoreder te melden, terug naar Hamburg te varen.»

Tenslotte blijkt het standpunt van de auteur ook door zijnbronvermelding op het einde van het artikel, waar hij het vol-gende schrijft : «Uit joodse bron verneemt men dat hetaantal joden dat met uitdrijving bedreigd wordt, 12.000zou zijn.»

Op veertien juni, toen de Belgische regering besliste 250 vande vluchtelingen op te nemen, waren de bootvluchtelin-gen opnieuw voorpaginanieuws in De Dag, die opent metde titel «De vluchtelingen van de St. Louis zullen gedeel-telijk in ons land toegelaten worden». In het artikel datverder in de krant volgt wordt dezelfde toon neergezet alsin het artikel van negen juni. De krant schaart zich achter hetministerie van Rechtswezen en citeert zijn woorden «Depublieke opinie werd in beroering gebracht door het lotvan de 900 passagiers van de St. Louis. Men weet dat hethier Duitse joodse vluchtelingen betreft die (...) gevaarlopen terug in Hamburg ontscheept te worden». De Dag steltde Belgische regering als voorbeeld en meldt, bijna fier, dat«tengevolge van het gebaar door de Belgische regeringgedaan, (...) de regeringen van verschillende andere landeneen gelijkaardige beslissing getroffen (hebben).»

Vergelijking met artikels uit de Gazet van Antwerpen overde Saint-Louis.

In mijn licentiaatsverhandeling haal ik Lieven Saerens 7

onderzoek aan, waarin hij stelt dat de Gazet van Antwerpenzich voor de oorlog regelmatig bezondigde aan antisemi-tisme. De joden kwamen volgens hem in de Gazet vanAntwerpen in de jaren dertig herhaaldelijk ter sprake, zon-der dat ze in één van de artikels uitdrukkelijk verdedigd wer-den. Op sommige punten sloot de krant zelfs aan bijanti-joodse organisaties, zoals Volksverwering. Zonder dieorganisaties goed te keuren, speelde de krant toch af entoe zichtbaar in hun kaart. Zo kwam het voor dat het bladVolksverwering artikels van de Gazet van Antwerpen citeer-de als voorbeeld 8.

Het leek mij daarom interessant de tegenhanger van hetartikel van De Dag te gaan zoeken in de Gazet vanAntwerpen. Op acht juni verschijnt in deze laatste kranteen zeer kort artikeltje aan de rechterzijkant van de bladzijde.Het is getiteld «De joodse dompelaars van de Saint-Louis».Over de inhoud van het artikel valt er niets speciaals op te

9 Gesprek te Antwerpen, 20 mei1997. Zygmunt Reich is de auteurvan Het Joodse Volk, Uitg. C. DeVries-Brouwers, Antwerpen-Rotterdam, 1996, 280 p. Ook anderejoodse getuigen herinneren zich DeDag, en bevestigen dat deze krantvele abonnees had binnen de joodsegemeenschap.

43

Page 44: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

merken, de berichtgeving gebeurt objectief. De afmetingervan, die 36cm2 bedraagt (daarmee zelfs nog kleiner danalleen maar de titel van het artikel van 14 juni in De Dag),doet echter wel vermoeden dat het artikel niet de bedoelinghad de aandacht van de lezer te wekken. Alsof er nietsverontrustends gebeurd is, niets waar de lezer van moetwakkerliggen.

Twee andere - nog kortere - artikels verschijnen op veertienjuni. Het ene is opnieuw getiteld «Dompelaars», het ande-re «Het vluchtelingenvraagstuk ter sprake». In dit laatste arti-kel wordt gemeld dat Engeland, net zoals ‘de Belgischeen Hollandse regeringen’ bereid is een gedeelte van devluchtelingen op te nemen, maar dat dit geenszins wil zeg-gen dat het land ‘ook in de toekomst zou bereid zijn al devluchtelingen op te nemen die Duitsland zullen verlaten’.

Deze toevoeging en vooral de veralgemening in ‘al devluchtelingen’ doen een kritische lezer toch de wenkbrau-wen fronsen. In een derde artikeltje, nog een beetje verderin de krant en al even kort als de andere twee, gaat hetover het besluit van de regering om joden in België op tenemen. De nadruk wordt gelegd op het feit dat het slechtsom een tijdelijk verblijf gaat, dat de verblijfskosten wordengedragen door een Amerikaans comité voor de hulp aanjoden, en dat de nieuwkomers geen arbeidsvergunning zul-len krijgen. Het belang dat de redactie van Gazet vanAntwerpen hechtte aan deze details (die door De Dag nietgenoemd worden), wijst op de vooronderstellingen, teneerste dat er geen plaats meer is voor vreemdelingen, tentweede dat het opnemen van de joodse vluchtelingen deautochtone gemeenschap geld kost, en ten derde dat dewerkloosheid onder het ‘eigen volk’ door de vreemdelingenverhoogt.

Conclusie.

Men kan in De Dag van voor de oorlog zo goed als geen ern-stig spoor van antisemitisme ontdekken. Integendeel, eenaantal van de artikels die ik onderzocht, en zeker ook het hierbesproken artikel, doen vermoeden dat een groot deel vanhet lezerspubliek van dit dagblad bestond uit leden van dejoodse gemeenschap van Antwerpen. Dit vermoeden werdbevestigd in een gesprek met onder anderen de heerZygmunt Reich 9, die zich herinnert dat De Dag tamelijkgoed verspreid was onder de joodse bevolking.

44

Page 45: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

In het geheel van de 53 artikels die ik bestudeerde, zijn erzeven artikels die desondanks heel verschillend zijn van toon.Hierop volgt echter onmiddelijk een nuancering : drie vandeze zeven artikels zijn citaten uit een Duitse krant, diedoor de toegevoegde commentaar van De Dag eerder debedoeling hebben de toestand in Duitsland aan te klagen, danwel deze te verdedigen. Blijven er dus nog vier artikels :‘Engeland beweert bewijzen te hebben...’ (7/11/’39), ‘Anti-joodsche protesten te Antwerpen ‘(27/08/’39) en twee arti-kels onder de rubriek ‘Rechterlijke Kronijk ‘ (9/06/’39).Vooral deze laatste twee wekken de aandacht door hunharde toon.

Tegenover deze vier artikels staat het argument van dekwantiteit : op zestig dagen werden slechts drieënvijftigartikels geselecteerd op grond van de aanwezigheid vanwoorden uit het vooraf door mij opgestelde lijstje met dewoorden ‘antisemiet, vreemdeling, nazi, arisch, jood, Pool,Rus, Israëliet’ gevonden. Van die drieënvijftig artikels kun-nen er maar vier als antisemitisch en/of Duitsgezindbeschouwd worden.

Ook in mijn zoeken naar kleurwoorden ten nadele van dejoodse minderheid had ik weinig succes : er werd vrij wei-nig gebruik gemaakt van adjectieven die een persoonlijkeappreciatie kunnen weerspiegelen. Dat op zich zegt veel overde onpartijdigheid van De Dag. Als men een publiek van eenbepaalde doctrine wil overtuigen, moet men met grotere fre-quentie zijn ideeën spuien en meer gelegenheden te baatnemen. In het hier besproken artikel kwamen we wel gere-geld kleurwoorden tegen. De schrijver wilde zijn publiekinderdaad overtuigen, maar dan allerminst van het antise-mitische gedachtengoed.

Tot slot.

Al lijkt het ‘negatieve’ (want niet aan de hypothese beant-woordende) resultaat van het onderzoek misschien niet ergspectaculair, het is daarom niet minder interessant vanuitwetenschappelijk oogpunt. In het onderzoek over het ver-leden duikt in de praktijk immers vaak het probleem vanHineininterpretierung op, waarbij men het verleden inter-preteert vanuit de eigen werkelijkheid, en vanuit de kennisvan wat volgde. Achteraf gezien was hiervan in zekere zinook mijn werkhypothese een uitdrukking, aangezien zijniet vrij was van vooringenomenheid en verwachtingspa-

10 ‘volksch’ in de betekenis van‘nationaal’

45

Page 46: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

tronen met betrekking tot de aanwezigheid van antisemitismeen Duitsgezindheid in het dagblad De Dag.

In mijn gesprekken met enkele joodse en niet-joodse oor-logsgetuigen viel me de bezorgheid van velen op dat ikhun verhalen en de feiten niet zou veralgemen. «Ge moetrelativeren !», is de wijsheid van een bejaarde man ofvrouw. Inderdaad, op die manier kunnen we komen tot eengenuanceerder beeld van het antisemitisme in het Antwerpenvan de jaren dertig ; een beeld dat dit antisemitisme niet wiluitvergroten of minimaliseren, maar juister wil voorstellendoor er steeds meer facetten van te belichten.

Het dagblad De Dag was (allezins tot aan de oorlog) dewoordvoerder van die groep Antwerpenaren, die in volleeconomische en maatschappelijke crisis geen zondenbokvoor de problemen zocht onder de medeburgers of migran-ten. Zichzelf ‘volksch’ 10 en Vlaams noemend, stond De Dagopen voor de joodse cultuur en godsdienst. Dit toont aan dathet in een overheersend joodvijandig (racistisch) klimaat weldegelijk mogelijk was (is) om openlijk een tolerante envriendschappelijke houding aan te nemen tegenover degeviseerde minderheid. De grijze zone van onverschilli-gen en/of bange mensen die niet reageerden, krijgt door ditsoort onderzoek meer schakeringen. De verantwoordelijk-heid van wie verleid werd door het extreem-rechtse discourswordt er alleen maar groter door. Simpelweg beweren dat‘Antwerpen antisemitisch’ was, doet afbreuk aan de ver-dienste van zovele burgers die op een menswaardige maniergehandeld hebben.

Page 47: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

DE KEULENAER Paul,

Beheerder

Voorzitter jury

Verhandelingswestrijd

47

Page 48: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Verhandelingswestrijd van deStichting AuschwitzSchooljaar 1997-1998.

De verhandelingswedstrijd van de Stichting Auschwitz,niveau 1ste en 2de jaar 3de graad stond dit schooljaar, zobesliste de jury, in het teken van de Universele Verklaringvan de Rechten van de Mens. Aan de deelnemende scholenwerd het volgende thema voorgelegd :

Vermits alle mensen rechten hebben, is het ieders plicht deanderen en het nageslacht van die rechten te laten genieten.

Voor de deelnemende leerlingen werd de volgende toe-lichting bijgevoegd :

De universele Verklaring van de Rechten van de Mens(december 1948) is het antwoord op de gruwel van deTweede Wereldoorlog.

Bovendien moest deze UNO-Verklaring dienen als moreleen maatschappelijke basis voor een betere wereld in detoekomst.

Wij staan nu 50 jaar verder...

Ook nu weer mochten wij ons verheugen op een ruimebelangstelling van scholen uit de respectievelijke onder-wijsnetten van de provincies Vlaams-Brabant, Antwerpen,Limburg, Oost- en West Vlaanderen. Uit iedere provinciemochten wij een laureaat bekronen. De laureaten wordenbedacht met een cheque ter waarde van 5.000 Bfr, een gra-tis deelname aan de jaarlijkse studiereis van de AuschwitzStichting naar de vernietigingskampen van Auschwitz-Birkenau, en dit ter waarde van 30.000 Bfr, en een ere-diploma.

48

Page 49: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Vermelden we nog dat deze jaarlijkse verhandelingswedstrijdkan rekenen op de steun van de respectievelijke provin-ciebesturen.

PROVINCIE OOST-VLAANDERENSteven VAN DER LINDEN

K.T.A. - Brakel

Vermits alle mensen rechten hebben, is het ieders plicht deanderen en het nageslacht van die rechten te laten genieten.

Nou, deze titel is een mooie stelling, maar misschien wel eenbeetje utopisch, niet waar ? Om zo’n wereldmissie te ver-vullen is een positieve instelling vereist, maar is die erwel ? Is de mens wel goed van nature ? Ziet de mens zichwel verplicht om er voor te zorgen en erop toe te zien datiedereen op deze kluit het goed heeft, of tenminste in leef-bare en menswaardige omstandigheden verkeert ?

Laat ons even, met de stelling in het achterhoofd, naar hetnieuwsbericht van vandaag kijken. Oorlog in grote delen vanAfrika en Azië, wantoestanden in sloppenwijken van NewMexico, schrikbewind van Kabila in Congo, voormaligeZaïre. Is de mens wel goed van nature of zijn we niet meerdan een stelletje zelfstandige machtswellustingen ?

Door de eeuwen heen kunnen we al duizenden rampen engenociden van menselijke aard vaststellen. Kruistochtendie langs beide kanten gruweldaden voortbrachten. Oorlogenom stukjes land, nauwelijks zichtbaar op kaart. De enemens buit al jaren, eeuwenlang eigenlijk, de andere - zwak-kere - uit. Nog maar 50 jaar geleden, 50 miezerige jaartjes,amper een halve eeuw, werden mensen omwille van huids-kleur, afkomst, handicap, of seksuele geaardheid vergast, ver-dronken of levend verbrand, als een bende dolle koeien ofaan pest lijdende varkens vandaag, en dit is dan nog eengrove belediging aan het adres van deze dieren.

Mensen, geïndoctrineerd of aangetast zal ik maar zeggen,door een leer die het gezond verstand overstijgt die anderenterug de zwakkere naar gaskamers leidden en als afval metduizenden tegelijk in de grond stopten. Iedereen schrok, onzewereldleiders waren onthutst door het feit dat er na 50 jaardezelfde beelden van graatmagere mensen achter traliesen prikkeldraad opdoken in ex-Joegoeslavië, ze warengeschrokken, kom nou... terwijl ze zelf wapens en munitieleverden voor de strijdheren van beide kampen en zo hunmacht nog meer konden uitbreiden.

49

Page 50: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Ook Afrika, land van de droogte, honger en miserie is nogmaar een goede 50 jaar verlost van Europa, die het gedu-rende eeuwen leegzoog, en de bevolking beroofde van eenmenswaardig bestaan, kent sinds mensenheugenis geno-cides van rivaliserende stammen. In Congo leverdenAmerikanen wapens en munitie en para’s voor de rebellenonder leiding van Kabila. Nu Kabila, als dictator, op detroon zit mag Amerika als eerste de kobaltmijnen ontginnenin Congo. Wat zei ik ? Is Afrika verlost van alle bloedzui-gers en mee-eters ?

Ik, jonge volwassene, die op het punt sta deel te nemenaan het maatschappelijk leven, in een land waar 300.000mensen op straat niets bereiken, maar waar één ontsnaptecrimineel het ontslag van twee ministers verkreeg, moest eenverhandeling schrijven over de plichten van de mens om demens te vrijwaren voor de komende generaties.

We staan inderdaad 50 jaar verder, in tijd jawel, maar zijner in die periode buiten enkele lichtpunten die toch hetvermelden waard zijn (bijvoorbeeld afschaffing van hetapartheidsregime in Zuid-Afrika) echt baanbrekende ver-anderingen teweeg gebracht ?

Het is wel een mooie stelling «vermits alle mensen rechtenhebben,...»

Maar is dat wel zo ! ik denk het niet. Spijtig dat ik zo eenconclusie moet trekken.

Als we nog niet eens 30 simpele basisrechten zoals vrijeberoeps- en godsdienstkeuze kunnen garanderen, waarstaan we dan ?

PROVINCIE WEST-VLAANDERENRuben POTTIER

K.T.A. St Michiels - Brugge

Vermits alle mensen rechten hebben, is het ieders plicht deanderen en het nageslacht van die rechten te laten genieten.

In theorie is het zo dat door de verklaring van de mensen-rechten (in 1948 opgesteld) alle mensen dezelfde rechtenhebben zoals recht op leven, recht op een rechtvaardigvonnis, recht op vrijheid van geweten, recht op vrijheidvan keuze van godsdienst, recht op een vrije meningsuiting.

50

Page 51: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

In de praktijk echter komen we vlug tot de vastelling datieder mens zijn plicht om anderen en het nageslacht vandezelfde mensenrechten te laten genieten niet nakomt.

Op wereldniveau bestaat er een reeds eeuwenlange strijd tus-sen minderheids- en meerderheidsgroepen, een strijd om hetbestaansrecht tussen volkeren, rassen en culturen.

Er is dus zoals de wijze koning Salomon ooit zei «nietsnieuws onder de zon» en «alles is ijdelheid». IJdelheidvan meerderheidsgroepen die ervan uitgaan dat het volkof de groep waarin ze leven zo superieur is ten opzichte vande minderheidsgroep dat zij het bestaansrecht van de min-derheidsgroepen gaan afnemen. Denkt u maar eens aan deuitroeiing van de joden in de tweede wereldoorlog, de vol-kerenmoorden in Ruanda, de aanslagen op Koerdischenederzettingen in Turkije. Minderheidsgroepen wordenonderdrukt of uitgeroeid omdat de meerderheid angst heeftvoor het toenemen van de leden van de minderheid tot eenevenwaardige strijdkracht. Met andere woorden komt destrijd tussen minderheids- en meerderheidsgroepen neerop het principe van «survival of the fittest» dat Darwinwaarnam bij de dieren.

Op staakundig niveau stel ik vast dat de instanties die ver-ondersteld worden de mensenrechten te waarborgen vaakfalen in hun opzet. Ik heb het hier niet uitsluitend over deV.N. die bijna in elk land vertegenwoordigd wordt, maar overde regeringen en staatshoofden. Een regering op zich kanniet verhinderen dat er mensenrechten geschonden wor-den omdat het controleren van overtredingen tegen de men-senrechten een veel te complexe problematiek is. Neemnu het voorbeeld van de etnische geschillen in ex-Yougoslavië waar de leiders van de Serviërs, Kroaten enMoslims op een bepaald moment ieder hun eigen volkopriepen tot neerleggen van de wapens. De haat jegensmekaar was door de gruwel van de oorlog zo opgezwollendat de oproep in de wind geslagen werd en de machthebbersgeen greep meer hadden op de situatie. Ik wil maar zeggendat wanneer we te maken hebben met burgeroorlogen of cul-tuurgeschillen regering of staatshoofd machteloos staan.

Als in zulke gevallen de V.N. met de grote middelen op deproppen komt kunnen ze de gemoederen wel bedaren maarde smart, het verlies van familieleden en vrienden en ver-minkingen niet teniet doen. Het opgekropte verdriet blijftdus bestaan en zal vroeg of laat weer uitbarsten.

51

Page 52: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Jammer genoeg zijn er staatshoofden en organisaties die hier-uit munt weten te slaan en opzettelijk mensenrechten over-treden.

Ik richt mijn oog hiermee op regeerders zoals Kabila,Sadam Hoessein,... alsook op fundamentalistische organi-saties zoals het I.R.A., E.T.A., TALIBAN-strijders.

Ik heb in bovenstaande tekst proberen uiteen te zetten wat ergebeurt op macro- niveau inzake het nastreven van rechten.

Nu zal ik het hebben over wat er gebeurt op micro- niveau,in het bijzonder over de sociale, culturele en individuelemotieven van de mens om stil te staan bij het feit dat ze men-senrechten hebben.

De sociale structuur van een natie is iets waar de mensenzich goed mee in hun vel moeten voelen. Klikt het nietdan krijg je botsingen. In het koloniale tijdperk bijvoorbeeldwas het zo dat de kolonisten hun eigen sociale structuuroplegden aan een volk dat ze nog nooit gezien hadden enook niet kenden.

Aangezien de inheemse bevolking zich onderdrukt voeldewas er de reactie om vanonder het juk van de onderdrukkersuit te geraken en naar de gewone gang van zaken terug tekeren. Dit bewijst dat de drang van een bevolking naareigenheid zowel op sociaal, cultureel en individueel vlak inde meeste gevallen groter is dan hebzucht van de bezetter.

Denk nu niet dat alles van een leien dakje loopt.

Een man als Gandhi kan dat zonder meer bevestigen. Hijpoogde om de drang van zijn volk naar eigenheid te leidenop een vreedzame manier. Gandhi heeft zich vaak opgeofferdvoor zijn volk, voor de rechten van de kleine, eenvoudigemens die ontevreden was geworden doordat zijn autentici-teit en leven in het gedrang kwam.

Gandhi is een mens die de hele wereld toonde dat opkomenvoor een ander ook betekende dat je opkwam voor alles waardie andere op cultureel, sociaal en individueel vlak voor staat.

Om de duurzaamheid van dit alles te realiseren is het ooknodig om volkeren met een verschillende levenstijl te accep-teren. Met dit besef in gedachten ging Gandhi in honger-staking toen de hindoes en de moslims elkaar lieveruitmoordden dan elkaar te accepteren.

52

Page 53: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Als dan naderhand blijkt dat de oorzaak van het conflict overhet hoofd wordt gezien door kortzichtigheid en ijdelheid, zoujij dan dezelfde weg, die in dit geval Gandhi bewandelde,ook gaan bewandelen met het risico dat ijdelheid toch weerzegeviert ? Maak zelf je keuze en weet daarbij dat hetheden de toekomst bepaalt.

PROVINCIE LIMBURGAn WEERTS

Onbevlekte Ontvangenis Instituut - Tongeren

Vermits alle mensen rechten hebben, is het ieders plicht deanderen en het nageslacht van die rechten te laten genieten.

Woede, wanhoop, walging, WO II... Met gruwelijke beel-den van de concentratiekampen op het netvlies gebranden met maar één gedachte in het hoofd «Dit nooit meer !»,probeerde de wereld na de oorlog de draad terug op tepakken, die Hitler zo bruusk had doorgesneden. Dit verliepniet zonder problemen en eensgezindheid was, vooral op hetpolitiek toneel vaak ver zoek. Maar niet op humanitairvlak. De schreeuw om bescherming en rechtvaardigheidwerd in de naoorlogse periode luider en luider en menvocht om gehoord te worden. In 1948 bereikten deze eisenhet oor van de Verenigde Naties met als gevolg dat de«Universele Verklaring van de Rechten van de Mens» werdopgericht. Met Auschwitz nu vers in het geheugen, werdende burgerlijke en politieke rechten van ieder mens zo vast-gelegd dat dergelijke feiten zich niet meer konden herhalen.

De wil was aanwezig, de intentie was goed, maar zoals alvaker is gebleken, het menselijk geheugen is kort van stof.

Gedurende een halve eeuw is er veel gebeurd, veranderd envergeten. Er gaat geen dag voorbij of ergens op onze aard-bol wordt wel een of andere zinloze oorlog uitgevochten.Meer dan eens werden (en worden nog steeds) de men-senrechten van de volkeren, die ongewild in gewapendeconflicten verzeild raakten, met de voeten getreden. Met hetschaamrood op de kaken, moet zelfs een «beschaafd enwelvarend» continent als Europa toegeven dat het er niet inslaagt haar naties de vrede te garanderen, laat staan denaleving van de mensenrechten.

Maar de rol van «probleemkind» wordt nog altijd ijverig ver-vuld door de Derde Wereld, waar dictatoriale regimes nogsteeds hoogtij vieren. Tirannieke onderdrukkers stellen erhet vullen van de persoonlijke schatkist boven het verhogen

53

Page 54: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

van het welvaartspeil van het land. Economische, sociale enculturele rechten worden er niet gerespecteerd, burgerlijkeen politieke rechten lijken gewoon niet te bestaan. HetWesten, dat zich geroepen voelde om openbare aanklager tespelen, stuurde meermaals de VN-Blauwhelmen om devechtende partijen te scheiden. Maar doordat de kern van deproblemen niet werd aangepakt, laaiden de conflicten ach-teraf soms nog heviger op.

Gedurende de Koude Oorlog werden wanpraktijken zelfsniet aangeklaagd als de dictator van het land Westers envooral kapitalistisch gezind was. De enige weerstand die erin zulk geval kwam, was afkomstig uit de USSR, politiekevijand van het Westen en verdediger van het communisme.Deze twee feiten waren voor de vertegenwoordigers van deVN al voldoende om de bezwaren naast zich neer te leggen.Op die manier kon Mobutu jarenlang zijn regime van terreuren machtsmisbruik volhouden. Ook de apartheid in Zuid-Afrika werd door het Westen door de vingers gezien, met alsgevolg dat de VN niet doeltreffend kon optreden. Andersom,waren Europa en Amerika er als de kippen bij om van deSovjet-Unie de naleving van de mensenrechten in Oost-Europa te eisen.

Deze zwarte bladzijden in de geschiedenis vermelden fei-ten, die het nut van de Rechten van de Mens serieus intwijfel trekken.

En toch... Waar zouden wij staan zonder de vrijheid vanmening en godsdienst, de persvrijheid, het recht op verga-deren en verenigen, recht op een eerlijk proces, op inspraakin het bestuur van een land. Wat zouden we doen zonder onsrecht op arbeid, behoorlijke huisvesting, medische verzor-ging en onderwijs. Is het niet zo dat de persoonlijke vrijheidhet ons toelaat volledig mens te zijn en een «menswaardig»leven te leiden.

Vrijheid, gelijkheid en broederschap lagen aan de basisvan de Franse Revolutie en zorgden voor een totale omme-keer in het politieke, economische en sociale leven van de18de eeuwse mens. Ook in de andere oorlogen stredenvrijheidsstrijders voor hun idealen, die door oversten vaakhardhandig onderdrukt werden. Vrijheid lag aan de basis vanhet kapitalisme en men zocht gelijkheid door het commu-nisme. Dit alles om maar een idee te geven hoezeer demens wel aan zijn vrijheid gehecht is. Hij zou er letterlijkzijn leven voor geven.

54

Page 55: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Amnesty International sluit zich volledig aan bij deze bewe-ringen en doet alles wat in haar mogendheid ligt om over-treders het vuur aan de schenen te leggen. Op eengeweldloze manier proberen ze politieke gevangenen tebevrijden en wantoestanden in het daglicht te stellen. Demagere succesjes, die ze boeken lijken hem niet te ont-moedigen ; integendeel elke veldslag die ze winnen, sterkthen in de overtuiging dat ze de wereld kunnen veranderen.

Een benijdenswaardig optimisme, waarmee ook de Artsenzonder Grenzen begiftigd zijn. Temidden van het oorlogs-geweld proberen ze mensenlevens te redden, die voor deoverheid geen cent waard zijn. Ook in de sloppenwijken vanmiljoenensteden, waar straatkinderen goedkope prooienvan kinderprostitutie en andere malafide zaken zijn, proberenze enige orde in de chaos te scheppen.

Naast deze twee bekende organisaties zijn er nog honder-den andere verenigingen, die zich overal ter wereld alsverdedigers van de mensenrechten profileren. Vele beetjesmaken een groot geheel, maar de strijd is nog lang en zekerniet te onderschatten.

Voor ons, burgers in een welvarend land met een demo-cratisch systeem, lijkt dit alles ver van ons bed te gebeuren.In de meeste gevallen is dit ook zo, al mogen we zekerniet vergeten dat onrecht nooit veraf is. Fascistische partijen,extreem rechts en neo-nazisme herinneren ons eraan dat hetooit (voor 4 jaar lang) anders is geweest en het voortbestaanvan onze fel begeerde democratie aan een zijde draadjeheeft gehangen. Armoede,vrouwenhandel, kinderprostitu-tie, hormonen- en organenmaffia,... al deze dingen beves-tigen dat de VN met de oprichting van de Rechten van deMens niet alleen de wereld, maar ook ons land een onschat-bare dienst leverde.

Onrecht uit de wereld helpen is een utopie, onrecht ver-minderen is een haalbare zaak. Het zou een slogan kunnenzijn voor de 11.11.11.-organisatie, maar het is de idee ach-ter het ontstaan van de mensenrechten en de lijfspreuk vanhaar verdedigers.

Misschien dat de menselijke variant van Orwell’s spreuk«All animals are equal, but some animals are more equalyhan others» in de toekomst tot het verleden zal horen.

55

Page 56: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

PROVINCIE ANTWERPENAn MONSIEUR

Instituut Spijker - Hoogstraten

Vermits alle mensen rechten hebben, is het ieders plicht deanderen en het nageslacht van die rechten te laten genieten.

Na de Tweede Wereldoorlog was de wereld geschokt doorde gruweldaden op de medemensen waartoe mensen instaat bleken te zijn. Men vond de verschrikkingen van deholocaust mensonwaardig en men was van mening datiedereen het recht had om anders te zijn en anders te leven.De vraag naar duidelijkheid omtrent welke rechten eenmens heeft resulteerde in de Verklaring van de Rechtenvan de Mens. Hierin wordt aan elke mens het recht opleven, voedsel, werk, vrije meningsuiting, privacy, en nogveel meer dingen die men noodzakelijk acht voor een mens-waardig bestaan toegekend. Een tijdje later werd eenVerklaring van de Rechten van het Kind opgesteld. In beideverklaringen wordt veel aandacht besteed aan de eerbiedvoor de mens. De stelling die geformuleerd is in de titel pastvolledig in deze visie. Ik sluit me bij deze stelling graag aanen zal in het vervolg van deze tekst proberen een afdoendbewijs voor de waarheid die erin schuilt te vinden.

Eerst en vooral is het de vraag of wel iedereen rechtenheeft. In de inleiding van de Verklaring van de Rechtenvan de Mens wordt duidelijk gesteld dat alle rechten die erinvermeld worden universeel zijn, dit wil zeggen dat ze gel-den voor iedereen. Toch hebben vele mensen hier hunbedenkingen bij, bijvoorbeeld. Ik heb na de ontsnapping vanDutroux enkelen weken geleden meermaals gehoord dat eenpersoon als hij geen rechten meer heeft. Men wil hem hetrecht op een eerlijk proces en op verdediging ontnemen. Hieren daar wil men hem zelfs de doodstraf geven, hoewel hetrecht op een menswaardig leven toch het eerste en dusmeest elementaire recht is. Ikzelf ben echter van mening datwe in geen geval uitzonderingen mogen maken, dus datwe niemand zijn rechten mogen ontzeggen, wat voor mis-daden de persoon in kwestie ook begaan heeft. Wanneerzoiets ingevoerd zou worden zou men daar immers gemak-kelijk misbruik van kunnen maken. Laten we ons bijvoor-beeld even voorstellen dat iemand die een moord heeftgepleegd geen recht meer heeft op een proces, maar meteende doodstraf krijgt. Men krijgt dan de ideale manier om zichvan tegenstanders te ontdoen op een presenteerblaadje aan-geboden : men hoeft alleen maar iemand te beschuldigen vanmoord om die persoon uit te schakelen. Bovendien zullen

56

Page 57: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

deze «uitzonderingsmaatregelen» schadelijk zijn voor demensenrechten in het algemeen, want de grote kracht ervanligt juist in het feit dat ze universeel en absoluut zijn, dit wilzeggen dat ze in alle situaties en voor iedereen gelden. Alswe uitzonderingen gaan maken voor bepaalde situaties enmensen gaat deze kracht verloren en moet de Verklaring vande Rechten van de Mens aan geloofwaardigheid inboeten.We kunnen dus besluiten dat iedereen dezelfde rechtenheeft.

Nu we tot de vaststelling gekomen zijn dat inderdaad ieder-een rechten heeft, rijst de vraag of wij medeverantwoordelijkzijn voor het naleven van deze rechten op andere plaatsenof zelfs in de toekomst. Volgens mij is het antwoord op dezevraag volmondig ja, want als wijzelf van de rechten van demens willen genieten, veronderstelt dit dat wij deze rechtenook niet schenden. Als wij dit toch doen, ondermijnen wijdeze rechten.

Immers, hoe meer mensen of regeringen zich niet aan derechten van de mens houden, hoe meer deze aan gezagzullen verliezen. Hiermee bedoel ik dat men alleen kansteunen op de rechten van de mens om situaties te veran-deren als de gehele wereldbevolking zich eraan houdt,want anders kan men zich bij elke schending die menbegaat rechtvaardigen door voorbeelden te geven van ande-re mensen die hetzelfde doen.

Onze medeverantwoordelijkheid om anderen van deze rech-ten te laten genieten houdt ook in dat wij anderen hier-voor informeren. Mensen die hun rechten niet kennenkunnen er ook geen gebruik van maken. Ik denk in dit ver-band bijvoorbeeld aan een arme landarbeider die uitgebuitwordt maar hiertegen niets kan beginnen omdat hij onvol-doende op de hoogte is van zijn rechten. Als hij beter geïn-formeerd zou worden zou hij onderwijs, gezondheidszorgen menswaardige leef- en werkomstandigheden kunneneisen, waardoor er eventueel een einde aan zijn uitbuitingzou kunnen komen.

Met verantwoordelijkheid bedoel ik eveneens dat wij moe-ten vechten tegen elke schending van de mensenrechten. Ditkan op verschillende niveaus gebeuren. Allereerst is ernatuurlijk Amnesty International, een organisatie die ijvertvoor de vrijlating van politieke gevangenen en die de regi-mes waarvan het weet dat ze de mensenrechten met devoeten treden bestookt met brieven van over heel de wereldmet de vraag hun beleid aan te passen. Ook in eigen land zijn

57

Page 58: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

er initiatieven, zoals de betoging van Hand in Hand, die zichvooral tegen racisme verzet. Racisme is tenslotte ook eenvorm van mensen hun rechten ontnemen. Andere organi-saties die op het eerste gezicht weinig of niets met men-senrechten te maken hebben dragen onrechtstreeks ookhun steentje bij, zoals bijvoorbeeld de Wereldwinkel ertoebijdraagt dat mensen uit ontwikkelingslanden een mens-waardiger bestaan kunnen opbouwen. Ten vierde kunnen weook in onze eigen leefwereld meebouwen aan het kennen,aanvaarden en vooral naleven van de mensenrechten.

Wij moeten de mensenrechten eveneens bewaren voor detoekomst. Men zou kunnen stellen dat wij de wereld vanonze kinderen en kleinkinderen toch niet kunnen beïn-vloeden en dat ze zelf hun verantwoordelijkheden maarmoeten opnemen, dat de wereld er binnen een eeuw tochheel anders zal uitzien. Maar is het niet juist daarom dat wijde fundamentele waarden moeten doorgeven aan de vol-gende generaties ? Iedereen is ervan overtuigd dat we zui-nig moeten omspringen met het milieu om het nageslachteen leefbare aarde te gunnen. De waarde van het christelijkgeloof wordt al eeuwen doorgegeven omdat de mensheid ditbelangrijk vindt om hun kinderen een menselijk leven telaten leiden. Ook nu nog huwt het merendeel van de men-sen in ons land voor de kerk, wordt bijna iedereen kerkelijkbegraven en worden de meeste kinderen gedoopt. Waaromzouden wij dan de essentiële waarden die besloten liggen inde Verklaring van de Rechten van de Mens weigeren doorte geven aan de mensen van morgen ? Alle belangrijkezaken die de mensheid in haar geschiedenis ontdekt heeftzijn tot in onze tijd overgeleverd. Volgens mij zijn de men-senrechten zeker ook een belangrijke «ontdekking» vande mensheid, die wij de volgende generaties niet mogen ont-houden.

Tot slot kan nog de vraag gesteld worden in hoevere het eenverplichting is ervoor te zorgen dat anderen van hun rech-ten kunnen genieten. Ik meen dat dit zeker als een plichtbeschouwd kan worden. Natuurlijk staat er niet in het wet-boek dat we verplicht zijn om andere mensen van hun rech-ten te laten genieten. Er staat ook niet echt een straf ophet schenden van de mensenrechten. Ook in dit opzicht ishet naleven van de rechten van de mens dus geen plicht,maar het woord «plicht» kunnen we ook anders opvatten. Wezouden het kunnen beschouwen als een morele overtui-ging dat het beter voor ons en voor anderen is als we pro-beren zoveel mogelijk mensen van hun rechten te laten

58

Page 59: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

genieten. Bovendien getuigt het ijveren voor het naleven vande rechten van de mens van een grote naastenliefde ensolidariteit, wat toch belangrijke waarden zijn. Het bewustschenden van de mensenrechten druist in tegen het gewetenen tegen elke vorm van moraal. Wie probeert een moreelaanvaardbaar leven te leiden of wie volgens de christelijkeprincipes leeft, moet het bewaren van de mensenrechten vooranderen zien als een plicht.

Als iedereen dezelfde principiële rechten heeft, kan men nietaanvaarden dat er ook maar één persoon de rechten vanéén ander persoon schendt. Iedereen is hierin verantwoor-delijk voor iedereen, dit wil zeggen dat we ons met z’nallen moeten keren tegen de personen die de rechten van demensen schenden. Als bijvoorbeeld in China de mensen-rechten geschonden worden, mag niemand zeggen dat dithem niet aangaat omdat het te ver weg is of omdat er tochniets tegen de machthebbers te beginnen valt.

Dit zijn uitvluchten die verdoezelen waar het in werke-lijkheid om gaat, namelijk solidariteit tussen alle mensen omiedereen hoop te geven op een menselijk bestaan. We moe-ten respect opbrengen voor elke mens, met zijn maniervan leven, zijn meningen, geloof en gevoelens, met zijnanders-zijn, omdat hij ondanks alle verschillen toch ietszeer belangrijks met ons gemeen heeft : hij is een mensvan vlees en bloed zoals wij allemaal. We moeten radi-caal elke schending van de mensenrechten, hoe miniemook, veroordelen, tot de rechten van de mens iets vanzelf-sprekends worden, iets dat men ten allen tijde naleeft zon-der erover na te denken, iets dat een deel wordt van demensheid.

PROVINCIE BRABANTSara COCKX

St Theresia College - Kapelle op den Bos

Mensenrechten : een dagelijkse strijd.

In 1945 was de tweede wereldoorlog definitief voorbij. Zesmiljoen Joden werden geofferd op de slachtbank van hetArische ras. Heel de wereld was erover eens : dit mocht nooitmeer gebeuren. En de wereld bedacht iets schitterends : deUniversele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Dat was nog nooit gebeurd. Bijna alle landen ter wereld wer-den verenigd in de UNO, en keurden vrijwel unaniem eentekst goed die het aanschijn van de wereld grondig zou

59

Page 60: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

veranderen. Nooit meer oorlog ! Fundamenteel respectvoor de rechten van alle individuen ter wereld. Een orga-nisatie in New-York die erop zou toezien dat bij de minsteovertreding van deze rechten hard en krachtdadig zou wor-den opgetreden.

Want mensen verknechten en vermoorden : dat nooit meer !

Een mooie droom wordt werkelijkheid.

Voortaan leven we in een wereld waarin iedereen vrij is engelijkwaardig (art. 1).

Vraag dat maar eens aan de jonge vrouw die poogt carrièrete maken, maar voorbij gestoken wordt door haar ambiti-euze mannelijke collega. Een vrouw op zo’n post, dat kantoch niet omwille van de kinderen !

Voortaan leven we in een wereld waarin er geen racismeheerst (art. 2).

Vraag dat maar eens aan de Marokkaanse gastarbeiders dievoor een hongerloon het voor ons te zware werk levert.Ja, ze mogen van geluk spreken überhaupt werk te heb-ben in deze tijden van werkloosheid !

Voortaan leven we in een wereld waarin elk individu rechtheeft op het leven, de vrijheid en de veiligheid van zijnpersoon (art. 3).

Vraag dat maar eens aan de zes maanden jonge foetus diegeaborteerd wordt, of de vrouw in de Brusselse Marollen diedoor een jeugdbende wordt geïntimideerd. De politie ver-klaart ronduit hiertegen machteloos te staan.

Vraag dat maar eens aan de dokters en verpleegsters vande sectie spoedgevallen aan het UZ. Elk weekend krijgen zijzware slachtoffers binnen van nutteloze geweldpleging.Onze eigen laatste-honderd-dagen-fuif kostte aan één menshet leven.

Voortaan leven we in een wereld waarin niet meer gefolterdwordt of mensen onderworpen worden aan vernederendestraffen (art. 5).

Vraag dat maar eens aan de mensen van AmnestyInternational die dagelijks geconfronteerd worden met demeest wreedaardige feiten.

60

Page 61: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

De volkenmoord in Rwanda leidde tot woordenkramerij in hetBelgische Parlement, maar niet tot actie van de internationa-le gemeenschap.

Voortaan leven we in een wereld waarin niemand in slavernijof verknechting zal gehouden worden (art. 4).

Vraag dat maar eens aan de Antwerpse prostituee die uitgebuitwordt door haar veel te strenge pooier.

Voortaan leven we in een wereld waarin het recht op privacygegarandeerd wordt door de overheid (art. 12).

Vraag dat maar eens aan de leden van het populaire jongens-groepje Get Ready, die de pers om discretie verzochten omtrenthun seksueke geaardheid.

Voortaan leven we in een wereld waarin iedereen recht heeft opvrijheid van gedachten, geweten en godsdient (art. 18).

Vraag dat maar eens aan het sluierdragende moslimmeisje, datop straat nageroepen wordt door enkele van onze «beschaaf-de» jongeren en dat op basis van reglementen uit de school ver-wijderd wordt. Voor kloosterzusters vormt de aparte kledijgeen enkel probleem.

Voortaan leven we in een wereld waar het recht op vrijemeningsuiting gewaarborgd wordt (art. 19).

Vraag dat maar eens aan het groepje contesterende jongerendat in de Brusselse Nieuwstraat een pamflet probeert uit tedelen met de vermelding : «Weg met de Koning ; Leve deRepubliek !».

Voortaan leven we in een wereld waarin iedereen recht heeft oparbeid (art. 23).

Vraag dat maar eens aan de 400.000 werklozen in ons land ende velen werknemers van het winstgevende bedrijf Renaultdie vorig jaar zonder boe of ba de laan uitgestuurd werden.

De euforie na de tweede wereldoorlog bij de redactie van deUniversele Verklaring, was op zijn zachtst gezegd misplaatst.

Wee de samenleving die denkt dat in haar schoot de mensen-rechten effectief gegarandeerd worden. Dat lijdt wel tot genoeg-zaamheid van «de betere klasse» als een walgelijke vorm vangeluk... maar niet tot een rechtvaardige samenleving.

61

Page 62: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Mensenrechten : daar moet je aan werken. Daar moet je voorstrijden, dag na dag.

Mededelingen.

STUDIEREIS AUSCHWITZ-BIRKENAU.

De studiereis van de Auschwitz Stichting, ten behoeve van leer-krachten en animatoren uit het vormingswerk, naar de ver-nietigingskampen van Auschwitz-Birkenau gaat in 1999, inaanwezigheid van kampoverlevenden, door tijdens de paas-vakantie, van vrijdag 9 april tot en met woensdag 14 april.

De bezoeken aan de kampcomplexen Auschwitz en Birkenauworden telkenmale gevolg van debatten in aanwezigheid vande getuigen. ‘s Avonds is er gelegenheid tot deelname aanthemadiscussies en/of uitstappen.

Naast het historisch luik is er ook een toerisch-informatiefgedeelte. Logies zijn voorzien in een centraal gelegen hotelop basis van tweepersoonskamers.

De deelnerms aan de studiereis worden vooraf uitgeno-digd op een info-dag. Deze gaat door op zondag 28 maart1999 te Mechelen. Naast een algemene inleiding tot destudiereis (historisch, practisch, toeristisch en informatief)krijgen de deelnemers een geleid bezoek aan het JoodsMuseum van Deportatie en Verzet - de voormalige Dossinkazerne, het verzamelkamp voor de deportatie van de Jodenvan België-.

PEDAGOGISCHE DIENSTEN

Omkadering van schoolprojekten.De Auschwitz-stichting stelt de onderwijsinstellingen haardocumentatie en de kennis van haar wetenschappelijke enadministratieve medewerkers ter beschikking om diverseschoolprojecten te begeleiden. Zij stelt alles in het werkopdat de kampoverlevenden een levendige getuigenis zou-den brengen in de klassen die erom vragen. Het betreft

62

Page 63: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

een pedagogische dienstverlening van onschatbare waarde.Inderdaad deze getuigenissen worden gekenmerkt doorhun emotie en waarachtigheid.

Pedagogische voordrachten.

Op aanvraag van directies en leerkracthen verzorgt deAuschwitz-stichting voordrachten gebracht door nazi-kamp-overlevenden en wetenschappelijke medewerkers van destichting. Verschillende thema’s kunnen hierbij aangesne-den worden : fascisme, deportatie, nazi-volkerenmoord,racisme, antisemitisme enz... De voordrachten kunneneventueel gevolgd worden door een debat met de leerlingenen leraren.

Rondreizende tentoonstelling :«De concentratiekampen en vernietigingspolitiek van de nazi’s in hun historische context 1914-1945».

De Auschwitz-stichting stelt deze tentoonstelling ter beschik-king van de onderwijsinstellingen. De tentoonstelling bevateen tweehonderdvijftigtal documenten en onderschriftendie handelen over de belangrijkste momenten van de heden-daagse geschiedenis : de Eerste Wereldoorlog, de crisis-sen van de Weimar-republiek, de grote wereldcrisis, deopkomst van het fascisme in Europa, en de TweedeWereldoorlog. De tentoonstelling verwijst naar de veel-heid van oorzaken en de historische complexiteit die uit-eindelijk geleid hebben tot één van de grootste catastrofenin de geschiedenis : de nazi-concentratiekampen en -vol-kerenmoord.

Bezoek aan Breendonk.

Bezoek aan het Fort van Breendonk, een transitkamp tijdensde bezetting. Zowel de historische plaats als het museumgetuigen van de nazi-criminaliteit maar ook van het verzettegen de bezetter in België.

Voor meer inlinchtingen, Fort van Breendonk : 03/886.62.09

Gespecialiseerde bibliotheek.

Leerkrachten kunnen beroep doen op een bibliotheek diemeer dan 4.800 boekdelen telt. Ze hebben betrekking op hetInterbellum, het Derde Rijk, de deportatie, antisemitisme,nazi-criminaliteit en volkerenmoord.

63

Page 64: Baron Paul HALTER - Auschwitz · 2020. 3. 7. · dat we de gelavoorstelling met David Oistrak en de voor-première van het toneelstuk «Arturo Ui» van Brecht opzet-ten. Paul Roland

Gespecialiseerde fototheek.De fototheek omvat zowat 3.000 foto’s waarvan er 1.000betrekking hebben op de concentratie- en vernietigings-kampen.

Verhandelingwedstrijd.De verhandelingswedstrijd richt zich tot het 1ste en 2de jaarvan de 3de graad uit alle netten van het onderwijs. Deproef die wordt afgelegd in de instelling zelf rond de perio-de van 8 mei, bestaat erin een thema uit te werken. Demaximale lengte van de verhandeling bedraagt 2 bladzijdenof 1 bladzijde recto - verso.

Algemeen reglement - Hoger secundair Onderwijs, 1ste, 2de jaar van 3de graad

Art. 1. De Auschwitz Stichting, studie- en documentatie-centrum schrijft een jaarlijkse wedstrijd uit ter nagedach-tenis aan alle slachtoffers van de nazi- concentratie- envernietigingskampen.

Art. 2. De proef bestaat uit het schrijven van een verhan-deling waarvan het onderwerp jaarlijks bepaald wordt.De duur van de proef is drie uren. Door de betrokken leer-kracht kan een toelichting gegeven worden bij de afname vande proef. De verhandelingen zullen zowel op inhoud (2/3)als stijl (1/3) beoordeeld worden.

Art. 3. De jaarlijkse prijzen voor de bekroning van de besteinzendingen worden in de maand juni uitgereikt bij voorkeurop het einde van het schooljaar tijdens de proclamatie.

Art. 4. Per provincie wordt één prijs uitgereikt ten bedragevan 5.000 BEF. Bovendien mogen de laureaten gratis deel-nemen aan een studiereis naar Auschwitz-Birkenau geor-ganiseerd door de Auschwitz Stichting. De reis ter waardevan ruim 30.000 BEF duurt 5 dagen en vindt plaats tijdensde Paasvakantie. De Auschwitz Stichting behoudt zich hetrecht voor de bekroonde werken te publiceren.

Art. 5. De inzendingen worden geadresseerd aan de HeerPaul Halter, voorzitter van de Auschwitz Stichting,Huidevetterstraat 65, 1000 Brussel op de voorziene datumvan de toepassingsmodaliteiten van het reglement.

Art. 6. De inzendingen worden beoordeeld door een jurysamengesteld uit leden van de Raad van de AuschwitzStichting, leerkrachten en personen wier opname wenselijkwordt geacht. Elk jurylid brengt verslag uit over de inzen-dingen die hem of haar worden voorgelegd. Na kennisnamevan het geheel der verslagen gaat de jury over tot de toe-

64