Balanceren tussen empathie en distantie

2
20 mednet 04I2012 Balanceren tussen empathie en distantie Artsen krijgen tijdens hun opleiding veel te maken met het begrip professionaliteit. Maar wat in theorie zo mooi beschreven staat, is in de praktijk lastiger. Hoe betrokken is de arts bij zijn patiënt? Waar ligt de grens? Soms kan de balans doorslaan naar te veel betrokkenheid. Vooral jonge artsen vinden het moeilijk om werk en privé te scheiden. sioneel gedrag. “Onheus bejegend worden, lange wachttijden en steeds een andere arts zien, vinden patiënten vervelend. Artsen stel- len zich daarentegen andere zaken voor bij professionaliteit. Ze denken meer aan medisch-inhoudelijke zaken. Omdat ieder van- uit zijn eigen perspectief kijkt naar wat profes- sioneel gedrag is, lukt het niet altijd om opti- male zorg voor patiënten te garanderen.” TRANEN Een arts die dat patiëntenperspectief wel bezit, is neuroloog Bas Bloem van het UMC St Rad- boud. Patiënten stemden vorig jaar massaal op hem nadat hij was voorgedragen als Zorgheld van het jaar. Bloem is oprichter van het Par- kinson Centrum Nijmegen (ParC) waar par- kinsonpatiënten meebeslissen over de zorg die ze krijgen. Hij probeert met zo weinig moge- lijk hiërarchie te werken. “Ik geloof in samen- werken, in participatory health. Gezag ontleen je niet aan een bureau of aan een witte jas – ik gebruik ze allebei niet – maar aan acties en de kennis die je uitstraalt.” De reden voor deze aanpak van Bloem is dat als De betrokkenheid van Hoksbergen en zijn team is een mooi voorbeeld van hoe een goede arts zou moeten handelen, zegt intensivist en inter- nist bij het MUMC, Walther van Mook. Hij is coördinator Professioneel Gedrag aan de genees- kundeopleiding in Maastricht. Omgang met patiënten is een belangrijk aspect van professio- neel gedrag. Een goede arts is volgens Van Mook betrokken en heeft invoelend vermogen. “Dat invoelend vermogen is niet altijd gemakkelijk aan te leren, het is een proces dat versneld kan worden door eigen ervaringen in het ziekenhuis of door ervaringen met zieke familieleden.” Van Mook leerde veel van de opname van zijn dochtertje van drie maanden oud op de inten- sive care voor kinderen. Door zijn rol als fami- lielid van de patiënt merkte van Mook voor het eerst dat er een discrepantie bestaat tussen wat patiënten en hun familie belangrijk vinden en wat artsen belangrijk vinden als ze aan pro- fessioneel gedrag denken. Voor zijn promotie- onderzoek Teaching and assessment of professio- nal behaviour onderzocht Van Mook klachten van patiënten. Hij zag dat de meeste brieven gingen over slechte communicatie en onprofes- V aatchirurg Arjan Hoksbergen van het VUmc kan het zich nog precies herinne- ren: de operatie van een jonge vrouw met een gecompliceerde type B aortadissectie. Het lijkt een standaardoperatie, totdat er een levensbe- dreigende type A aortadissectie ontstaat en de vrouw in een hypovolemische shock raakt. Het lukt Hoksbergen na 12 uur opereren om de aortaboog te vervangen. De familie wordt intensief op de hoogte gehouden, ook als de vrouw nabloedingen krijgt en ze nog twee keer geopereerd moet worden. De vrouw overleeft en herstelt grotendeels. Hoksbergen is ontzet- tend opgelucht over de goede afloop en laat dit ook aan de familie merken. “Dat moeten ze vast hebben gemerkt.” Groot is de verrassing als er een tijdje na de operatie rondom het ziekenhuis grote bill- boards hangen met de tekst: Doesjka, Nikita en Peter Grifhorst danken vaatchirurgie, hartchirur- gie, anesthesie, IC, verpleging en alle medewer- kers van VU medisch centrum, voor alle inzet die is geleverd voor de geslaagde operatie van mama. De man van de patiënte werkte in de reclame- wereld en wilde hiermee zijn dankbaarheid uit- spreken. “Ik was behoorlijk overdonderd. We krijgen wel vaker kaartjes, maar nooit zulke grote. De dankbaarheid van de familie, de waardering die uit zo’n plan spreekt, laat zien dat het mensenwerk is wat wij doen. We zijn geen product dat je uit de muur trekt als er iets gefixed moet worden.” tekst Suzanne BremmerS beeld HanS OOStrum fOtOgrafIe ‘Artsen denken bij professionaliteit meer aan medisch inhoudelijke zaken’

Transcript of Balanceren tussen empathie en distantie

Page 1: Balanceren tussen empathie en distantie

20    mednet 04I2012

Balanceren tussen empathie en distantieArtsen krijgen tijdens hun opleiding veel te maken met het begrip professionaliteit. Maar wat in theorie zo mooi beschreven staat, is in de praktijk lastiger. Hoe betrokken is de arts bij zijn patiënt? Waar ligt de grens? Soms kan de balans doorslaan naar te veel betrokkenheid. Vooral jonge artsen vinden het moeilijk om werk en privé te scheiden.

sioneel gedrag. “Onheus bejegend worden, lange wachttijden en steeds een andere arts zien, vinden patiënten vervelend. Artsen stel-len zich daarentegen andere zaken voor bij professionaliteit. Ze denken meer aan medisch-inhoudelijke zaken. Omdat ieder van-uit zijn eigen perspectief kijkt naar wat profes-sioneel gedrag is, lukt het niet altijd om opti-male zorg voor patiënten te garanderen.”

TRANENEen arts die dat patiëntenperspectief wel bezit, is neuroloog Bas Bloem van het UMC St Rad-boud. Patiënten stemden vorig jaar massaal op

hem nadat hij was voorgedragen als Zorgheld van het jaar. Bloem is oprichter van het Par-kinson Centrum Nijmegen (ParC) waar par-kinsonpatiënten meebeslissen over de zorg die ze krijgen. Hij probeert met zo weinig moge-lijk hiërarchie te werken. “Ik geloof in samen-werken, in participatory health. Gezag ontleen je niet aan een bureau of aan een witte jas – ik gebruik ze allebei niet – maar aan acties en de kennis die je uitstraalt.”De reden voor deze aanpak van Bloem is dat als

De betrokkenheid van Hoksbergen en zijn team is een mooi voorbeeld van hoe een goede arts zou moeten handelen, zegt intensivist en inter-nist bij het MUMC, Walther van Mook. Hij is coördinator Professioneel Gedrag aan de genees-kundeopleiding in Maastricht. Omgang met patiënten is een belangrijk aspect van professio-neel gedrag. Een goede arts is volgens Van Mook betrokken en heeft invoelend vermogen. “Dat invoelend vermogen is niet altijd gemakkelijk aan te leren, het is een proces dat versneld kan worden door eigen ervaringen in het ziekenhuis of door ervaringen met zieke familieleden.” Van Mook leerde veel van de opname van zijn

dochtertje van drie maanden oud op de inten-sive care voor kinderen. Door zijn rol als fami-lielid van de patiënt merkte van Mook voor het eerst dat er een discrepantie bestaat tussen wat patiënten en hun familie belangrijk vinden en wat artsen belangrijk vinden als ze aan pro-fessioneel gedrag denken. Voor zijn promotie-onderzoek Teaching and assessment of professio-nal behaviour onderzocht Van Mook klachten van patiënten. Hij zag dat de meeste brieven gingen over slechte communicatie en onprofes-

Vaatchirurg Arjan Hoksbergen van het VUmc kan het zich nog precies herinne-

ren: de operatie van een jonge vrouw met een gecompliceerde type B aortadissectie. Het lijkt een standaardoperatie, totdat er een levensbe-dreigende type A aortadissectie ontstaat en de vrouw in een hypovolemische shock raakt. Het lukt Hoksbergen na 12 uur opereren om de aortaboog te vervangen. De familie wordt intensief op de hoogte gehouden, ook als de vrouw nabloedingen krijgt en ze nog twee keer geopereerd moet worden. De vrouw overleeft en herstelt grotendeels. Hoksbergen is ontzet-tend opgelucht over de goede afloop en laat dit ook aan de familie merken. “Dat moeten ze vast hebben gemerkt.”Groot is de verrassing als er een tijdje na de operatie rondom het ziekenhuis grote bill-boards hangen met de tekst: Doesjka, Nikita en Peter Grifhorst danken vaatchirurgie, hartchirur-gie, anesthesie, IC, verpleging en alle medewer-kers van VU medisch centrum, voor alle inzet die is geleverd voor de geslaagde operatie van mama. De man van de patiënte werkte in de reclame-wereld en wilde hiermee zijn dankbaarheid uit-spreken. “Ik was behoorlijk overdonderd.We krijgen wel vaker kaartjes, maar nooit zulke grote. De dankbaarheid van de familie, de waardering die uit zo’n plan spreekt, laat zien dat het mensenwerk is wat wij doen. We zijn geen product dat je uit de muur trekt als er iets gefixed moet worden.”

tekst Suzanne BremmerS beeld HanS OOStrum fOtOgrafIe

‘Artsen denken bij professionaliteit meer aan medisch inhoudelijke zaken’

Page 2: Balanceren tussen empathie en distantie

mensen zich meer betrokken voelen, ze ook zelf actiever worden in het gezond blijven en het beter worden. Toch verzekert de neuroloog dat de patiënt geen tweede dokter wordt. “Ik ben en blijf de inhoudsdeskundige, de patiënt blijft afhankelijk. Ik probeer die afhankelijkheid wel zoveel mogelijk weg te halen. Ik stop mezelf niet in een ivoren toren, maar daal zo ver mogelijk af.” Een concreet voorbeeld hiervan is dat Bloem zelf koffie haalt voor de patiënt. “Soms zegt iemand dan: ‘laat die koffie maar zitten’ omdat ze denken dat hij mijn kostbare tijd verspilt. Daar ga ik natuurlijk niet in mee en ik zeg dan dat ik toch koffie voor mezelf ga halen. Het signaal dat ik wil geven, is dat ik alle tijd neem voor iemand. Dat heb ik natuurlijk niet altijd, maar dat idee geef ik wel. Dat leidt tot onthaasting bij de patiënt en daardoor loopt het consult tien keer makkelijker.”Volgens Bloem moet geneeskunde persoonlijk zijn. “Iemand is niet de zoveelste parkinson-patiënt, hij is meneer De Wit die toevallig ook de ziekte van Parkinson heeft. Ik probeer men-sen te raken en ze raken mij ook. Drie keer in mijn leven heb ik een gesprek onderbroken omdat ik zelf te emotioneel werd en in tranen was. Sommige verhalen neem je mee naar huis. Soms slaap ik een weekend slecht. Ik weet dat dit niet de bedoeling is, maar het gebeurt gewoon. Ik loop niet weg voor emotie. Als ik niet meer geraakt zou worden, zou ik een ander vak kiezen.”

PLOOIENDe wens om de patiënt tegemoet te komen, kan ook te ver doorslaan. Van Mook van het MUMC heeft voor zijn promotieonderzoek ook gekeken naar gedrag richting patiënten van jonge fellows op de IC. De specialisten in opleiding bleken moeite te hebben met het zoeken naar een balans tussen werk en privé, maar ook met het bewaken van grenzen van toenadering en de verzoeken van patiënten en hun familie. Van Mook: “Binnen het redelijke vinden we allemaal dat patiënten zoveel moge-lijk dezelfde arts moeten zien om de continuï-teit van zorg te waarborgen. Sommige familie-leden eisen ’s avonds om half zeven een gesprek, terwijl de fellow om zes uur al weg moet om de kinderen van de crèche te halen. Ze stemmen dan soms toch in.” Het bewaken van grenzen blijkt voor jonge artsen een pro-bleem te zijn, dat volgens Van Mook pas recent in de literatuur over professioneel gedrag naar voren is gekomen. Sommige patiënten vragen ook onder werktijd een speciale behandeling. Een fellow noemt in het proefschrift van Van Mook een patiënt die vijf maanden op de IC lag. “Drie maanden daarvan is de familie constant bij de patiënt geweest. Ze logeerden in het ziekenhuis en waren bij wijze van spreken ’s ochtends in bad-jas en met toilettas onder de arm de eersten die hun hoofd om de hoek staken, terwijl de ver-pleegkundigen de andere patiënten nog aan

het verzorgen waren. Te veel betrokkenheid bij de patiënt en zijn familie en dienen in zo’n geval geen medisch doel meer, maar werkt eer-der averechts”, vindt Van Mook.

MAATSCHAPPELIJKDe oorzaak van het feit dat jonge artsen het las-tig vinden om grenzen aan te geven, ligt bij maatschappelijke veranderingen, filosofeert Van Mook. Voorbeelden hiervan zijn de toegeno-men aandacht voor patiëntveiligheid, het arbeidstijdenbesluit, aandacht voor medische fouten en feminisering van het artsenvak. “Zel-den gaat het nog om begrippen als professionele autonomie en altruïsme, die vroeger in iedere definitie van professioneel gedrag voorkwamen. Overleggen, communiceren en teamwork zijn de mantra’s van deze tijd. Bij de fellows in mijn onderzoek komt duidelijk naar voren dat ze moeite hebben om de balans te vinden tussen empathie aan de ene kant en het bewaren van distantie aan de andere kant, en om een goede balans te vinden tussen werk en privé.”

PIKETPAALTJES‘Zorgheld’ Bas Bloem denkt dat artsen piket-paaltjes moeten slaan en goed hun eigen mar-ges moeten definiëren om ervoor te zorgen dat de balans niet doorslaat richting de patiënt. “Ik ga heel ver mee met de wensen van de klant, maar er zijn dingen die ik niet doe. Dood op afroep gaat mij bijvoorbeeld veel te ver, net als werken buiten de richtlijnen. Toch zal de macht onvermijdelijk bij patiënten komen te liggen. Als één ziekenhuis een avondspreekuur houdt en mensen gaan daar massaal naar toe, dan hebben andere ziekenhuizen een pro-bleem. Aan de andere kant, dokters zijn ook maar mensen en we kunnen niet verwachten dat ze 24 uur per dag werken. Ik denk dat we daarom niet harder moeten werken, maar slim-mer, bijvoorbeeld door internetoplossingen in te zetten in de zorg.”De grootste beloning voor de dokter is dank-baarheid van de patiënt, vindt Bloem. “Het hoeft niet altijd genezing te zijn waar iemand dankbaar voor is. Boven de ingang van het beroemde Salpêtrière ziekenhuis in Parijs hangt een bord waarop staat: Genezen soms, verlichten vaak, helpen altijd. Dat is een grote inspiratiebron voor mij geweest. Als je daar-door wordt gedreven, ligt beloning in de vorm van dankbaarheid om de hoek.”

  21