Automatisatie van multi tenant hosting op een...

Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde

Toegepaste informatica

Netwerken en systeembeheer

CAMPUS

Geel

Jens Van Hove

Academiejaar 2011-2012

Automatisatie van multi tenant hosting op een Cloudplatform

Publiek en privaat Cloudportaal

VOORWOORD Mijn opleiding Toegepaste informatica loopt op zijn einde en dit betekent ook dat er een stage gedaan wordt. Voor mijn stage heb ik ruime keuze gehad tussen verschillende bedrijven en opdrachten. Hierbij heb ik gekozen om mijn stage te doen bij Uptime Group in Kontich. Mijn taak bij Uptime Group ligt bij het bedrijf Arxus, hier heb ik samen met Thomas Driessens aan een project voor SaaS hosting automatisatie en self-service gewerkt. Thomas Driessens is een vaste werknemer bij Ictinus die voor dit project onder Arxus heeft gewerkt.

Bij deze wil ik daarom ook de mensen bedanken die mij hebben ondersteund bij mijn stage opdracht en mijn ervaringen in de bedrijfswereld.

Om te starten wil ik Erlend Schenkels bedanken, mijn stagebegeleider bij Arxus. Vanaf de eerste dagen bij Arxus heeft hij mij mee ondersteund en er mee voor gezocht dat het project in de juiste richting ging. Hiervoor hebben we wekelijks samen gezeten om de voorruitgang te bespreken en zo steeds enkele punten besproken waar aandacht aan besteed moest worden. Doordat Erlend steeds een zeer drukke agenda had apprecieer ik zijn tijd zeer hard.

Daarnaast zijn er alle andere werknemers bij Arxus. Zo is er Geert Baeten, Geert Plessers, Hans Leysen, Tim Wolfers en Thomas Driessens. Zij hebben steeds klaar gestaan voor mijn vragen over diverse software pakketten waarmee ik gewerkt heb. Ik wil ze daarom allemaal bedanken en in het speciaal Thomas Driessens. Hij was mijn naaste collega die mee aan dit project gewerkt heeft en mij ook steeds verder op weg hielp bij problemen.

Mijn ouders zijn natuurlijk ook niet te vergeten. Zij hebben mij steeds met alle mogelijke middelen ondersteund tijdens de lastigere momenten tijdens mijn hogeschool carrière.

Als laatste zijn natuurlijk mijn docenten niet te vergeten. Ik wil alle docenten bedanken voor de goede opleiding en voorbereiding voor mijn weg naar het bedrijfsleven. In het speciaal wil ik Christine Smeets als stage coördinator bedanken voor het aanbod aan stage bedrijven en Gunther Van Landeghem als begeleidende docent. Dankzij de opmerkingen en begeleiding van Gunther Van Landeghem kreeg ik gedurende mijn stage ook steeds tips en momenten waarop ik voorbereid en begeleid werd voor dit eindwerk en de jury verdediging.

3

SAMENVATTING In dit eindwerk omschrijf ik twee Proof of Concepts die ik gedurende mijn drie maanden stage bij Arxus heb uitgewerkt. Het hoofdthema draait rond de automatisatie die vervangen moest worden voor een aantal SaaS producten die Arxus aanbiedt in de Cloud.

Als eerste Proof of Concept heb ik als basis pakket System Center 2012 gekregen om daar verder in uit te zoeken welke mogelijkheden er waren om de voorziening en beheer te verzorgen van een aantal hosting pakketten. Hierbij heb ik Orchestrator 2012 gebruikt als back-end van de automatisatie en een self-service portal van Service Manager 2012 om de front-end te voorzien. Zo heb ik een portaal opgemaakt waar bijvoorbeeld Active Directory met beheerd kan worden.

De tweede Proof of Concept was de implementatie van WebsitePanel wat een open-source hosting paneel is. WebsitePanel bevat enkele Enterprise modules voor bijvoorbeeld Exchange, SharePoint, Dynamics CRM, … die de voorziening en het beheer voor zich nemen. Vermits deze oplossing out-of-the-box niet aan alle eisen kan voldoen heb ik hier ook de ontwikkel mogelijkheden hiervoor bekeken.

Tot slot heb ik een conclusie voor elke Proof of Concept gevormd en hieruit is gebleken dat voor Arxus de System Center oplossing te traag en te complex bleek. Daarom wordt er overwogen om WebsitePanel binnenkort verder te onderzoeken en hier eventueel enkele Enterprise modules voor te laten ontwikkelen.

4

INHOUDSTAFEL VOORWOORD ..................................................................................................... 2

SAMENVATTING ................................................................................................. 3

INHOUDSTAFEL .................................................................................................. 4

VERKLARENDE WOORDENLIJST ......................................................................... 7

INLEIDING ......................................................................................................... 9

1 ARXUS BINNEN DE CRONOS GROEP ....................................................10

1.1 Cronos groep...................................................................................... 10 1.2 Arxus ................................................................................................. 11

2 OPDRACHTEN TIJDENS STAGE ............................................................12

3 PLAN VAN AANPAK – CLOUD HOSTING AUTOMATISATIE ....................13

3.1 Aanleiding en achtergrond ................................................................. 13 3.2 Business Case .................................................................................... 13 3.3 Verwacht resultaat............................................................................. 14 3.4 Omschrijving van de primaire doelgroep............................................ 14 3.5 Informatie en rapportering ................................................................ 14

4 DE ARXUS CLOUD ................................................................................15

5 SYSTEM CENTER ORCHESTRATOR 2012...............................................16

5.1 Omschrijving ...................................................................................... 16 5.2 Runbooks & Activities ........................................................................ 18 5.3 Data Bus ............................................................................................ 18 5.4 Integration Packs .............................................................................. 19 5.5 Architectuur ....................................................................................... 20 5.6 Runbook Designer .............................................................................. 21 5.7 Runbook Tester .................................................................................. 23 5.8 Management server ........................................................................... 24 5.9 Runbook Server ................................................................................. 25 5.10 Runbook Web Service & console ........................................................ 26 5.11 Systeemvereisten .............................................................................. 27

6 SYSTEM CENTER SERVICE MANAGER 2012 ..........................................28

6.1 Belangrijkste features ........................................................................ 29 6.1.1 Self-service portal .................................................................................. 29 6.1.2 Incident, Problem & Request management ................................................ 30 6.1.3 Service Catalog...................................................................................... 31 6.1.4 Configuration Management Database (CMDB) ............................................ 32 6.1.5 Reporting & Data Warehousing ................................................................ 33 6.2 Systeemvereisten .............................................................................. 34

7 SERVICE MANAGER & ORCHESTRATOR UITWERKING .........................35

7.1 Omschrijving ...................................................................................... 35 7.2 Design ................................................................................................ 36 7.3 Uitwerking ......................................................................................... 38 7.3.1 Self-service portaal ................................................................................ 38 7.3.2 Orchestrator Runbook............................................................................. 39

5

7.3.3 Orchestrator Service Manager connector ................................................... 40 7.3.4 Templates ............................................................................................. 41 7.3.5 Request Offering & Service Offering ......................................................... 42 7.3.6 Service Manager Connectors ................................................................... 43 7.4 Conclusie ........................................................................................... 44 7.4.1 Prijs ..................................................................................................... 44 7.4.2 Support ................................................................................................ 44 7.4.3 Functionaliteiten .................................................................................... 44

8 WEBSITEPANEL 1.2.1 ..........................................................................45

8.1 Omschrijving ...................................................................................... 45 8.2 WSP Architectuur ............................................................................... 45 8.2.1 WSP Portal ............................................................................................ 46 8.2.2 WSP Enterprise Server ............................................................................ 46 8.2.3 WSP Server ........................................................................................... 46 8.3 Systeemvereisten .............................................................................. 47 8.3.1 Operating System .................................................................................. 47 8.3.2 Web Server ........................................................................................... 47 8.3.3 Database Server .................................................................................... 47 8.3.4 Virtualizatie ........................................................................................... 47 8.4 Mogelijkheden.................................................................................... 48 8.4.1 Enterprise integraties ............................................................................. 49 8.4.2 E-commerce modules ............................................................................. 49

9 WEBSITEPANEL UITWERKING .............................................................50

9.1 Design ................................................................................................ 51 9.2 WebsitePanel Portal ........................................................................... 53 9.2.1 Customers & resellers ............................................................................. 53 9.2.2 Spaces.................................................................................................. 54 9.2.3 Hosting Plans ........................................................................................ 55 9.2.4 Hosting Add-ons .................................................................................... 56 9.2.5 Peers .................................................................................................... 56 9.2.6 Running Tasks ....................................................................................... 56 9.2.7 Audit Log .............................................................................................. 57 9.2.8 E-commerce .......................................................................................... 57 9.2.9 Reporting .............................................................................................. 58 9.3 Enterprise Modules ............................................................................ 59 9.3.1 Active Directory ..................................................................................... 59 9.3.2 SharePoint 2010 .................................................................................... 60 9.3.3 Exchange 2010 sp2 ................................................................................ 61 9.3.4 Dynamics CRM 4.0 ................................................................................. 62 9.4 WHMCS .............................................................................................. 63 9.4.1 Wat? .................................................................................................... 63 9.4.2 Prerequisites ......................................................................................... 63 9.4.3 Installatie.............................................................................................. 63 9.4.4 Installatie van LAMP ............................................................................... 63 9.4.5 Installatie van CURL ............................................................................... 64 9.4.6 Installatie van Ioncube Loaders ............................................................... 64 9.4.7 WHMCS installeren ................................................................................. 64 9.4.8 Configuratie .......................................................................................... 65

6

9.5 Development in WebsitePanel ............................................................ 69 9.5.1 Source runnen in debug mode ................................................................. 69 9.5.2 WebsitePanel draaien na een build zonder debugging ................................. 70 9.5.3 WebsitePanel Framework ........................................................................ 71 9.6 Conclusie ........................................................................................... 73 9.6.1 Open-source.......................................................................................... 73 9.6.2 Support ................................................................................................ 73 9.6.3 Functionaliteiten .................................................................................... 73 9.6.4 Ontwikkel mogelijkheden ........................................................................ 73

BESLUIT ...........................................................................................................74

LITERATUURLIJST .............................................................................................75

7

VERKLARENDE WOORDENLIJST AD Active Directory: Domein services om het beheer van computers en

gebruikers binnen een Windows netwerk te centraliseren.

CMDB Configuration Manager Database: Centrale database waarin alle mogelijke configuratie objecten worden verzameld en bewaard.

CRM Customer Relationship Management: Klantenrelatiebeheer, een manier van werken waarbij de contacten met de klant geoptimaliseerd worden. Dit mede door softwarepakketten die dit werk vereenvoudigen.

IaaS, PaaS en SaaS

Infrastructure- , Platform- en Software as a Service:

IaaS: Cloud oplossing waarbij de infrastructuur ‘hardware’ als een service wordt aangeboden aan klanten. Bijvoorbeeld een klant kan 10 cpu cores en 60 Gb werkgeheugen met 100Gb schijfruimte afnemen van een Cloudhoster.

PaaS: Cloudoplosing waarbij een platform als service wordt afgenomen. Hierbij kan er bijvoorbeeld een Windows Server 2008R2 worden afgenomen met bepaalde specificaties.

SaaS: Cloud service waarbij er services van bepaalde software worden aangeboden vanuit de Cloud. Bv Hosted Exchange, Hosted SharePoint, …

Er zijn nog varianten op deze 3 zoals tegenwoordig DaaS populair aan het worden is ‘Desktop as a Service’ maar hiervan kunnen we ook ‘Datacenter as a Service’ maken waarover nog geen eenduidigheid over is.

ITIL/ MOF Information Technology Infrastructure Library/ Microsoft Operations Framework: Een reeks van best practises en concepten om IT processen beter te beheren.

OLAP cube Online Analytical Processing: Een gegevens kubus die het mogelijk maakt sneller data te analyseren en manipuleren vanuit verschillende perspectieven.

PoC Proof of Concept: een testopstelling om aan de hand hiervan beter conclusies te kunnen trekken voor eventuele verderzetting.

PowerCLI PowerCLI: Dit is een krachtige PowerShell snapin waarmee het mogelijk wordt vSphere via scripts te beheren, aansturen en automatiseren.

QIK Quick Integration Kit: Een applicatie om naast de standaard Activities en Integration Packs in Orchestrator zelf Activities aan te maken en deze in Integration Packs te bundelen.

SCO System Center Orchestrator: Onderdeel in de System Center Suite dat enkele taken op vlak van automatisatie, coördinatie, beheer, … kan

8

ondersteunen en voorzien.

SCSM System Center Service Manager: Softwarepakket in de System Center Suite dat de efficiëntie en kwaliteit van IT dienstverlening ondersteund.

SP SharePoint: Standaard platform voor het opzetten van een website waarop het gemakkelijk is informatie uit te wisselen.

WSP WebsitePanel: Hosting paneel dat vroeger onder Microsoft werd ontwikkeld onder de naam DotNetPanel. Nu een open-source product dat enkele interessante services naar Microsoft producten aanbiedt.

WSS Windows SharePoint Services: Een verouderde SharePoint service die ervoor zorgde dat het mogelijk was in SharePoint 2007 componenten samen te klikken om zo een SharePoint site op te maken. Momenteel wordt dit zelden uitgerold vermits versie 2010 hier geen gebruik van maakt.

9

INLEIDING Wat is SaaS Hosting In de Cloud?

In dit eindwerk ga ik het hebben over de automatisatie van SaaS Hosting op een Cloud platform. Hiervoor heb ik een project gedaan tijdens mijn stage bij Arxus om daar de nood aan automatisatie op te lossen. Om een beter zicht te krijgen kan ik best eerst uitleggen wat een Cloud omgeving inhoud en wat de Hosting inhoud.

De IT infrastructuur bij bedrijven is de laatste tijd steeds complexer geworden en moeilijker om te onderhouden en beheren. Om dit probleem bij bedrijven te vereenvoudigen zijn er dankzij Cloud Computing meer mogelijkheden gekomen om te werken met services die van een provider worden afgenomen. Zo kan de complexe infrastructuur bij bedrijven worden afgebouwd en vervangen worden als een service die ze afnemen bij een provider. Zo verschuift de focus van de bedrijven terug meer naar hun effectieve business die niet afhankelijk is van een eigen IT afdeling.

Het woord Cloud is de laatste tijd niet meer weg te denken uit de marketing termen in IT. Zowat alle grote spelers zetten deze term voor elk product en ze hebben weer een nieuw product om te verkopen. Maar wat kunnen we nu eigenlijk zien als een Cloud omgeving? Wanneer we een Cloud omgeving gaan omschrijven starten we als eerste met virtualisatie. In de standaard omgevingen van vroeger werd er voor elke server een fysieke machine aangekocht die dan een bepaalde service kan leveren. Dit is bij een gevirtualiseerde omgeving niet meer van toepassing. Hierbij worden een aantal zeer krachtige machines aangekocht, deze worden in een cluster opstelling gezet en zo krijgt men één grote resource pool. Deze resource pool kan dan flexibel resources geven aan virtuele machines die de vroegere fysieke servers representeren. Dit geeft veel voordelen op vlak van kosten besparing, schaalbaarheid, redundantie, … Om het dan heel simpel te bekijken is die gevirtualiseerde omgeving een Cloud omgeving. Het enige grote verschil is dat in een Cloud omgeving alles nog groter geschaald is zodat de redundantie optimaal is en de down time tot quasi niets kan gebracht worden. Zo bestaat een Cloud omgeving al snel uit enkele terabytes aan werkgeheugen en enkele duizenden GHz aan rekenkracht.

Dan gaan we verder op de SaaS Hosting. SaaS, Software as a Service is een van de 3 grote pijlers in de Cloud wereld naast IaaS en PaaS. Arxus heeft momenteel zijn focus liggen op SaaS aan te bieden naar klanten. Dit houd voor Arxus specifiek in dat ze Hosted Exchange, Dynamics CRM, Dynamics NAV, SharePoint, ProjectServer, … aanbieden vanop een Cloud platform. Dit zorgt ervoor dat bedrijven een service afnemen bij Arxus en zelf niet het IT personeel en IT infrastructuur moeten voorzien.

Deze inleiding is heel kort en high level weergegeven wat SaaS en Cloud inhoud, om alles in detail te omschrijven kan er zoals bij de meeste zaken een heel boek over geschreven worden.

10

1 ARXUS BINNEN DE CRONOS GROEP

1.1 Cronos groep

De Cronos groep is ontstaan in 1991 door de oprichter Jef de Wit. Hij was een manager die toekomst zag in de IT markt en is erin geslaagd dankzij een lange termijn visie om een holding op te richten die ondertussen al meer dan 180 bedrijven omvat en een 2500 tal werknemers.

Het doel van de Cronos groep is zeer simpel. Elk deelbedrijf heeft specialisatie in een bepaalde technologie binnen de IT markt met Cronos als overkoepeling voor efficiënt beheer en communicatie tussen de verschillende deelbedrijven. Zo is het mogelijk een complete IT oplossing uit te werken voor klanten zonder da deze hiervoor verschillende bedrijven moet opzoeken.

Enkele voorbeelden van bedrijven onder de Cronos groep:

• iAdvise - Oracle Solutions • QFrame - .NET Solutions • Neoria – Network & Storage Solutions • ePact – Virtualisation Solutions

Figuur 1.1.1 Logo Cronos

11

1.2 Arxus

Arxus is een bedrijf dat opgericht is in 2008 en zich dankzij de ondersteuning van de Uptime Group binnen Cronos heeft kunnen richten hosting services in de Cloud. Arxus is een van de grote innovators binnen de Cronos groep die zich wil focussen om bedrijven naar ‘De Cloud’ over te brengen. Arxus is door de actieve positie op de Belgische hosting markt in 2010 marktleider geworden voor Hosted Microsoft CRM. Ondertussen is dit blijven stijgen zodat maar liefst 90% van alle Hosted Microsoft CRM oplossingen binnen België gehost worden door Arxus.

Arxus is gestart met uitsluitend Microsoft producten als SaaS, Software as a Service aan te bieden. Dit met als doel bedrijven de mogelijkheid te geven om de focus niet op IT maar terug op hun productie te laten leggen. Dankzij een betrouwbaar Cloud platform kan Arxus dit aanbieden met beschikbaarheid en schaalbaarheid als grote pijlers.

Later is Arxus ook open-source en andere producten beginnen aanbieden in de Cloud en zo heeft Arxus nu een zeer brede waaier aan Cloud services die klanten kunnen afnemen bij Arxus.

Een kleine greep uit het producten assortiment bij Arxus:

• Microsoft Dynamics CRM 4.0/2011 • Microsoft Dynamics Navision • Microsoft Exchange 2010 • Microsoft SharePoint 2010 • Microsoft SQL Server • Microsoft Remote Desktop Services Figuur 1.2.1 Logo Arxus • …

Daarnaast biedt Arxus ook nog IaaS, Infrastructure as a Service aan. Deze tak binnen Arxus is kleiner en momenteel niet de ‘Core business’. Hierin is het vooral de bedoeling om een goed platform op te leveren waarbij de klanten uitsluitend betalen voor wat ze verbruiken en niet de extra overhead.

Oorspronkelijk richtte Arxus zich op KMO’s en middelgrote ondernemingen. Sinds kort is deze visie aangepast en wil Arxus naast de KMO’s ook diensten aanbieden aan grote ondernemingen. Hiervoor krijgt Arxus ondersteuning van Carl Tilkin die deze overstap mee zal begeleiden.

Arxus heeft na enkele jaren werk enkele mooie projecten kunnen opbouwen waaronder volgende klanten gebruik maken van Arxus services in de Cloud.

• Krefel – website + Web shop • Thalys – mobiel ticketing & validatie system • Go4logistics – Microsoft Dynamics Navision oplossing • MCE – Microsoft SharePoint, Exchange, … • …

12

2 OPDRACHTEN TIJDENS STAGE Hieronder heb ik een overzicht gemaakt wat ik allemaal heb verricht tijdens mijn 13 weken stage bij Arxus. Naast mijn hoofd project ‘Automatisatie van SaaS hosting’, heb ik ook enkele deelprojecten gehad om zo met een brede waaier aan technologieën in contact te komen.

Week 1-2

Uitrollen van Microsoft System Center 2012 RC Orchestrator en Service Manager

Deelproject: Cloudring uittesten en evalueren, hiervoor heb ik een rapport opgesteld dat naar de ontwikkelaars is gestuurd om zo feedback te geven. Arxus ziet mogelijkheden in deze applicatie en dankzij deze samenwerking met de ontwikkelaars is het mogelijk deze applicatie beter op te volgen.

Week 3-4

Werking en functionaliteiten van Microsoft System Center 2012 RC Orchestrator en Microsoft System Center 2012 RC Service Manger uitzoeken en testen met het oog op een Self-Service portaal.

Deelproject: Information Screens, hiervoor heb ik enkele mogelijkheden uitgezocht om SaaS hosting services op te zetten om informatie op schermen te tonen ‘in de cloud’. Hier is uiteindelijk gekozen voor Xibo als ‘Digital Signage’ software.

Week 4-6

Uitrollen van WebsitePanel 1.2.1 en hier alle nodige functionaliteiten voor uitzoeken en configureren.

Opzetten van zowel:

• Microsoft SharePoint Foundation 2010 • Microsoft Exchange 2010 • Microsoft Dynamics CRM 4.0

Week 7

LAMP server opgezet met WHMCS module voor WebsitePanel en hierin verder configuratie en evaluatie voor gedaan. Daarnaast ook de reeds ingebouwde E-commerce module in WebsitePanel opgezet en geëvalueerd.

Week 8-9

Broncode van WebsitePanel uitgezocht en de mogelijkheden bekeken om hierin eigen modules te laten ontwikkelen. Daarnaast ook een beperkte analyse gemaakt om een beknopt beeld te krijgen van wat WebsitePanel nog kan bieden.

Week 10-13

Een zeer divers pakket aan taken verricht. dit ging van documentatie en informatie opzoeken tot het optimaliseren van de Windows en Linux VMware templates.

13

3 PLAN VAN AANPAK – CLOUD HOSTING AUTOMATISATIE

3.1 Aanleiding en achtergrond

Arxus biedt reeds enkele jaren een divers pakket aan Microsoft SaaS oplossingen in de Cloud. Om de voorziening en beheer van deze services efficiënt te laten verlopen wordt er momenteel gebruik gemaakt van een Ensim portaal waarop services zoals Hosted Exchange en SharePoint worden voorzien. Dit platform is duur en voldoet de laatste tijd steeds minder en minder aan de wensen van Arxus. Daarom wil Arxus de samenwerking met Ensim stopzetten en overschakelen naar een gloednieuwe oplossing. Hiervoor is het nodig dat er eerst een Proof of Concept wordt uitgewerkt zodat men er zeker van is dat er voor de juiste oplossing gekozen wordt. Voor deze PoC zijn er bij de start 2 pakketten opgelegd die mogelijk de opvolger van het Ensim portaal worden. Zo is er de combinatie van Microsoft System Center 2012 Orchestrator met een self-service portaal via Microsoft System Center 2012 Service Manager en een WebsitePanel traject. Voor deze 2 oplossingen zal ik samen met Thomas Driessens een PoC opstelling maken en zo de verzamelde informatie bundelen in dit eindwerk en op de Arxus SharePoint.

3.2 Business Case

Arxus zal dankzij deze PoC’s een beslissing kunnen nemen over welk software pakket voldoet aan de vereisten. Arxus zal met mijn werk een beslissing kunnen nemen om zo uiteindelijk een portaal kunnen opzetten wat de werking en efficiëntie van hun Hosted Services moet verbeteren. Zo zullen er geen of zeer beperkte interventies nodig zijn voor eenvoudige configuraties van bijvoorbeeld nieuwe gebruikers, groepen, SharePoint Collections, CRM organisaties, …. Dit zorgt ervoor dat de werknemers van Arxus meer tijd kunnen besteden aan nieuwe projecten en het onderhouden/optimaliseren van de huidige services. Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat er minder onnodige kosten zullen zijn en de service zal verbeteren. Arxus heeft zeker met de huidige visie richting enterprise omgevingen nood aan deze automatisatie.

14

3.3 Verwacht resultaat

Het is de bedoeling dat Arxus een platform kan uitrollen dat flexibele automatisatie mogelijkheden biedt voor een groot deel van de Hosted Microsoft producten die zij aanbieden. Arxus heeft als doel een vorm van self-service portaal op te zetten voor alle klanten zodat zij het dagdagelijkse beheer van hun Cloud service zelf kunnen voorzien, en de werknemers van Arxus hierin ook een groot deel van het beheer kunnen verrichten.

De vereiste Hosted Services die Arxus zeker wil voorzien:

• Hosted Exchange 2010 • Hosted SharePoint Foundation 2010 • Hosted Dynamics CRM 4.0/2011 • Hosted Dynamics Nav

Daarnaast wil Arxus een product hebben dat zeer snel de marktveranderingen opvolgt. Arxus wil alle marktveranderingen kort opvolgen en steeds als eerste de aanbieder zijn van een nieuw product. Zo ligt momenteel al een tijdje de focus op CRM 2011 waarnaar reeds enkele klanten overschakelen.

Een van de belangrijkste aspecten die het automatisatieplatform moet ondersteunen is multi tenancy. Wanneer we naar Hosted producten gaan kijken is het van essentieel belang om voor elke organisatie die diensten afneemt, te zorgen dat zij binnen een applicatie een afgeschermd deel krijgen. Zo worden er bijvoorbeeld honderden Exchange mailboxen van tientallen bedrijven naast elkaar gehost op een installatie van Exchange. Deze draaien elk in hun eigen organisatie binnen Exchange en hebben geen invloed op elkaar.

3.4 Omschrijving van de primaire doelgroep

Bij dit project zal Arxus in eerste instantie het meeste baat hebben, maar ook de klanten van Arxus zullen dit automatisatieplatform kunnen gebruiken. Zo zullen klanten in de toekomst alle voorziening en beheer van hun hosting pakketten via een web portaal kunnen uitvoeren. Dit geeft tijdswinst voor zowel Arxus als de klanten zelf.

3.5 Informatie en rapportering

Wekelijks zal dit project met de projectmanager en stagebegeleider Erlend Schenkels worden overlopen en worden bijgestuurd. Ikzelf en Thomas Driessens zullen alle uitgewerkte onderdelen documenteren en delen op de SharePoint van Arxus. Daarnaast is dit eindwerk mijn rapportering naar de buitenwereld toe. Deels zal de interne documentatie verwerkt worden in dit eindwerk.

15

4 DE ARXUS CLOUD Gedurende mijn opdracht moet ik steeds rekening houden met de mogelijkheden naar de Cloud toe en daarbij vooral of alle componenten schaalbaar genoeg zijn. Arxus is een Cloud Hosting bedrijf en gedurende mijn 2 PoC opstellingen heb ik nooit een fysieke machine geconfigureerd. Arxus maakt steeds gebruik van een Cloud platform waarop de resources van een aantal ESXi machines geclusterd zijn. Daarop heb ik ook mijn opstellingen steeds uitgewerkt in een afgeschermde staging omgeving.

Arxus is momenteel de laatste hand aan het leggen aan de migratie naar een gloednieuw Cloud platform. Momenteel heeft Arxus een bescheiden platform in Colt staan waarop er een 500Gb aan werkgeheugen voorzien is en een kleine 90 CPU Cores. Deze omgeving is stilaan te klein aan het worden. Daarom verhuizen alle virtuele machine komende weken naar het nieuwe platfrom in een ander data center InterXion. Dit platform zal in het eerste stadia 2 Cisco Blade Housings bevatten met elk 8 Blade Shelves waarop in totaal een 4Tb werkgeheugen beschikbaar zal zijn en 320 fysieke CPU Cores. Als storage is er gekozen voor een EMC oplossing met SSD caches. Kort na de migratie van Colt naar InterXion zal het nieuwe platform nog gerepliceerd worden naar een 2de data center onder het UZ Leuven. Hier zal uiteindelijk een replica draaien van de volledige omgeving om optimale redundantie te kunnen leveren naar de klanten toe. De omgeving in Colt zal deels nog mee verhuizen naar InterXion en zal uitsluitend nog gebruikt worden voor de Staging omgeving.

De 2 nieuwe datacenters waarin Arxus zijn omgeving gaat hosten zijn de betere data centers binnen België. Beide datacenters hebben op zowat elk niveau alle componenten ontdubbeld om zo optimale service te bieden. Dit zorg ervoor dat servers nooit offline gaan wanneer er problemen zijn met bv: stroomtoevoer, schade aan gebouw, koeling, internet connecties, …

Om de Arxus Cloud kort samen te vatten. Arxus heeft ervoor gekozen om top datacenters te gebruiken met daarin kwalitatief hoogstaande Cisco en EMC uitrusting om zo een stabiel en zeer betrouwbaar platform te verkrijgen. Tijdens mijn stage heb ik deels op de oude omgeving gewerkt en het 2de deel van mijn stage op de nieuwe omgeving. Zo zal ik later in dit eindwerk nog aanhalen dat ik met beperkte resources mijn omgeving heb moeten opzetten op het oude platform. Ik heb zo naast mijn opleiding ook in productie- en testomgeving leren werken met een VMware platform. Zo was een van de deel opdrachtjes voor mij de verbetering en automatisatie van VMware templates met Powershell, Bash en PowerCLI.

16

5 SYSTEM CENTER ORCHESTRATOR 2012 Orchestrator 2012 is een van de nieuwe producten van Mircosoft die in de System Center 2012 Suite is opgenomen. Orchestrator is de opvolger van Opalis die Microsoft in 2009 overnam. Microsoft heeft Opalis voorzien van enkele grondige aanpassingen en het resultaat gedoopt als Orchestrator 2012. Hieronder ga ik kort de theoretische kant van Orchestrator samenvatten en de verschillende functies. Daarna ga ik dit ook doen voor Service Manager 2012 en mijn opstelling toelichten met een conclusie. In dit eindwerk zullen er soms nog afbeeldingen of schema’s zijn waarin in plaats van Orchestrator, Opalis staat. Dit komt omdat ik dit eindwerk geschreven heb tijdens de Release Candidate van Orchestrator en niet alle PowerPoint presentaties, afbeeldingen, blogs, … al overgeschakeld zijn naar de nieuwe benaming.

Figuur 5.1.1 Logo System Center Orchestrator 2012

5.1 Omschrijving

IT bedrijven en specifiek IT bedrijven die richting de Cloud werken hebben nood aan zoveel mogelijk automatisatie. Bij Cloud computing is het essentieel om op een zo groot mogelijke schaal te kunnen werken en dan zo te kunnen genieten van schaalvoordelen, fail-over, clustering, … Hierbij is het van zeer groot belang dat er zoveel mogelijk manuele handelingen en acties worden beperkt. Zo blijft alles rendabel en vooral ook de menselijke fouten kunnen worden beperkt. Hiervoor biedt Orchestrator 2012 een goed softwarepakket dat zowat elk IT probleem kan automatiseren in de vorm van een workflow. Dit pakket biedt veel toekomst mogelijkheden richting automatisatie en heeft reeds vele functies die zeker zullen helpen bij dit proces.

17

Vroeger zou een systeembeheerder enkele regels powershell of commandline schrijven om een scriptje te maken en zo de IT een beetje meer automatiseren of een probleem oplossen. Dit zal bij Orchestrator ook nog voorkomen maar dan worden er in plaats van scripts Runbooks gemaakt. Deze runbooks bevatten dan vaak het script. Zo zijn deze scripts veel makkelijker herbruikbaar en kan er ook gebruik gemaakt worden van veel andere zaken die Runbooks bevatten zoals checks, logs, …. Uiteindelijk zal er zo een hele catalogus van Runbooks ontstaan waarmee het mogelijk wordt een groot deel van de IT te automatiseren.

Figuur 5.1.2 Situering van Orchestrator tussen de verschillende Logische lagen

Orchestrator mag niet bekeken worden als de automatisatie zelf maar als de laag boven de automatisatie. Alles binnen Orchestrator moet aangemaakt worden om de automatisatie te kunnen voorzien voor de eindgebruikers. Daarom is Orchestrator is gebaseerd op een aantal principes die dit allemaal mogelijk maken:

• Activities • Runbooks • Data bus • Integration Packs

18

Figuur 5.1.3 Overzicht van de verschillende Orchestrator onderdelen

5.2 Runbooks & Activities

Orchestrator maakt gebruik van Activities om Runbooks te maken. Een Activity kan gezien worden als een object dat we in een workflow, ‘Runbook’ slepen en een bepaalde actie verricht. Deze Activities kunnen zeer uiteenlopend zijn qua functies. Deze gaan van monitorring, scripts runnen, tot het aanmaken van gebruikers in Active Directory. Wanneer we Activities met elkaar gaan verbinden kunnen we spreken over een Runbook.

Een Runbook is een groep van Activities die in een bepaalde volgorde worden aangeroepen. Door Activities op een Runbook te slepen en deze te verbinden kan er een proces dat normaal handmatig werd verricht geautomatiseerd worden. Door de quasi ontelbare combinaties van Activities zorgt Orchestrator ervoor dat zowat elk mogelijk IT proces kan geautomatiseerd worden. Dit geeft immense mogelijkheden op vlak van automatisatie en toekomst gericht is dit zeer makkelijk uit te breiden wanneer er toch veranderingen moeten worden doorgevoerd. Het lijkt een zeer simpele manier van werken maar de kracht die achter een simpele Runbook zit kan van onschatbare waarde zijn.

5.3 Data Bus

Wanneer Runbooks draaien kunnen we ons best eerst eens af vragen waar deze Runbooks juist draaien. Hierbij is de Data Bus het centrale punt waar alles in gebeurt. De Data Bus zorgt ervoor dat alle data voor het draaien van een Runbook aanwezig is en kan worden doorgegeven van Runbook naar Runbook. Op deze manier is het mogelijk een aantal Runbooks aan elkaar te koppelen en ervoor te zorgen dat niet 1 actie gebeurt maar ineens een heel pakket aan acties.

19

5.4 Integration Packs

Orchestrator 2012 bevat standaard een hele boel aan Activities maar meestal zullen deze niet volstaan om alle processen voldoende te automatiseren. Daarom zorgen diverse 3rd-party bedrijven en Microsoft voor Integration Packs. Simpelweg zijn dit uitbreidingen op het standaard assortiment aan Activities. Doordat Orchestrator 2012 reeds een heleboel aan Integration Packs heeft voor diverse producten wint het hierdoor ook aan kracht.

Microsoft heeft ervoor gekozen zelf Integration Packs te schrijven voor de meeste System Center 2012 producten. Zo is de integratie met de System Center Suite compleet en kan zeer veel binnen een System Center 2012 omgeving aangestuurd en gecontroleerd worden via Orchestrator. Daarnaast zien we hieronder in deze lijst dat de belangrijke spelers zoals HP, VMware, BMC, IBM, … hierin ook geïnvesteerd hebben.

Overzicht van alle Integration Pack die reeds beschikbaar zijn:

• System Center 2007 Configuration Manager • System Center 2007 R2 Operations Manager • System Center 2008 R2 Virtual Machine Manager • System Center 2010 Service Manager • System Center 2010 Data Protection Manager • System Center 2012 Configuration Manager • System Center 2012 Data Protection Manager • System Center 2012 Operations Manager • System Center 2012 Service Manager • System Center 2012 Virtual Machine Manager • Active Directory • HP iLO and OA • HP Operations Manager • HP Service Manager • BMC Bladelogic v8.1, 8.2 • BMC Remedy ARS v7.5, 7.6 • BMC Enterprise Event Manager (BEM) v7.4 • BMC Atrium CMDB v7.6.04 • IBM Tivoli Netcool/OMNIbus • VMware vSphere • SharePoint • Exchange • …

Naast het uitgebreide pakket aan Integration Packs is het ook mogelijk deze zelf te maken. Orchestrator 2012 heeft hiervoor een tool wat helpt de Activities aan te maken. De Quick Integration Kit (QIK) maakt naast de reeds uitgebreide mogelijkheden van Orchestrator 2012 de mogelijkheden werkelijk eindeloos.

20

5.5 Architectuur

De Architectuur van System Center Orchestrator 2012 is tamelijk complex door de verschillende componenten die er zijn. Dit zorgt voor complexiteit maar ook voor de schaalbaarheid die in een Cloud omgeving zeer belangrijk is. Zo kunnen er veel Runbook Servers draaien die de belasting van de actieve Runbooks kunnen verspreiden. Daarnaast is de SQL Server met de Orchestrator een van de belangrijkere punten in deze opstelling. Dit is het centrale punt waar alle informatie bewaard wordt. SQL Server van Microsoft heeft zicht afgelopen jaren zeer goed kunnen plaatsen in de markt en wint steeds meer en meer aan populariteit. Door de geavanceerde cluster mogelijkheden die er in de laatste SQL Server 2012 zijn bijgekomen op vlak van clustering, failover, … biedt dit ook zeer veel mogelijkheden naar de toekomst toe.

Figuur 5.5.1 Orchestrator architectuur

21

5.6 Runbook Designer

De Runbook Designer van Orchestrator zorgt ervoor dat alle functionaliteiten aanwezig zijn om Runbooks te gaan ontwerpen en testen via de Runbook Tester. De Runbook Designer geeft alle standaard Activities weer en alle Activities die van de Integration Packs komen. Het toevoegen van een Integration Pack aan de Runbook Designer staat omschreven in het hoofdstuk van de Management Server (zie 5.8). Als we met de Runbook Designer een Runbook willen maken kan dit zeer eenvoudig door simpelweg Activities op een Runbook te slepen en met elkaar te verbinden. Zo kunnen uitgebreide processen uitgewerkt worden die anders manueel zouden moeten gebeuren. De Runbook Designer zal geconnecteerd worden met een Runbook Management server die dan de Runbook Servers gaat aansturen. De Runbook Designer is bedoeld voor gebruikers die de Runbooks gaan aanpassen, wanneer gebruikers enkel Runbooks moeten kunnen starten, stoppen, bekijken, … is het aangeraden om deze persoon enkel rechten op de Orchestration Console te geven. Elke gebruiker krijgt rechten toegewezen op een Runbook, zodat deze enkel zijn eigen Runbooks kan aanpassen of beheren.

Figuur 5.6.1 Schermafdruk van de Runbook Designer

Onderaan zien we de logging van de Runbooks. Hierin komt belangrijke informatie wanneer een Runbook aan het draaien is en vooral wanneer er iets mis loopt met een Runbook is dit de eerste plaats om te controleren op fouten. De logs zijn opgedeeld in 4 categorieën, de draaiende Runbooks ‘Log’, de Runbooks die afgerond zijn ‘Log History’, de aanpassingen aan de Runbooks ‘Audit Log’ en de ‘Events’, dit zijn de Orchestrator logs die uit de event viewer komen. Door een log open te klikken zijn steeds alle details van die log te bekijken.

22

Figuur 5.6.2 Schermafdruk van de Runbook Log History

Figuur 5.6.3 Schermafdruk van de Runbook Audit History

Figuur 5.6.4 Schermafdruk van de Runbook Event Log

Figuur 5.6.5 Schermafdruk van de Runbook Log

23

5.7 Runbook Tester

De Runbook Tester is een onderdeel van de Runbook Designer. Wanneer er Runbooks gemaakt worden in de Runbook Designer is het essentieel deze ook grondig te testen vooraleer deze in productie te gaan gebruiken. Met behulp van de Runbook Tester die meegeleverd wordt met de Runbook Desinger is het mogelijk net zoals bij een programmeertaal de Runbook te gaan debuggen om zo eventuele fouten te gaan ontdekken.

Een zeer handige functionaliteit waarvan ik veel gebruik heb gemaakt is de Step Through. Hierbij is het niet nodig Breakpoints te plaatsen maar kan je gewoon een voor een de Activities van een Runbook overlopen en bekijken welke parameters en waarden de Activities doorgeven en bevatten.

Figuur 5.7.1 Schermafdruk van de Runbook Tester

24

5.8 Management server

Orchestrator 2012 Managament Server zorgt ervoor dat de hele structuur tussen de verschillende uitgerolde servers overzichtelijk blijft. Dankzij de Deployment Manager die op de Management server draait kunnen alle Runbook Designers en Runbook servers beheerd worden. Zo worden alle Integration Packs en hotfixes die op de servers moeten uitgerold worden, op een centrale plaats beheerd op de Management Server. Dit geeft duidelijk weer welke servers nog niet over voldoende functionaliteiten beschikken voor bepaalde Runbooks. Wanneer er een nieuwe hotfix of Integration Pack wordt uitgegeven en deze nodig is in de omgeving wordt deze uitgerold op de Management Server en dan verder verspreid naar de Runbook Servers en Runbook Designers.

Wanneer er een Runbook gestart wordt en de Integration Pack niet op de correcte servers staat gaat deze Runbook dit melden. Deze Runbook zal dan niet meer werken en de eerste plaats om te troubleshooten is dan via de Deployment Manager. Wanneer dit in orde is kan er verder gezocht worden aan de hand van de Runbook Tester die eerder omschreven is.

Figuur 5.8.1 Schermafdruk van de Deployment Manager

25

5.9 Runbook Server

De Runbook Server zorgt voor de effectieve uitvoering van de Runbook. De Runbook Servers zullen meestal in een redundante opstelling worden uitgerold en de management server zal de load verdelen over over de verschillende Runbook Servers. Deze servers zorgen achterliggend voor de nodig power wanneer een Runbook gedraaid wordt. Een Runbook Server werkt aan de hand van 2 services. Een Remoting Service, deze is nodig voor communicatie met de management server. En de Runbook Service, deze gaat de Runbooks starten en zorgen dat de nodige processen gestart worden.

Opmerkelijk is is dat de Runbook Service geen communicatie verricht met de Management Server. Deze service is zo gemaakt dat deze direct naar de Orchestrator Database connecteert. Daarnaast draait de Runbook service niet zelf de Runbook, de Runbook Service zorgt ervoor dat wanneer een Runbook moet draaien er een afzonderlijk proces wordt opgestart waarin de runbook dan gaat uitgevoerd worden. Doordat deze steeds in afzonderlijke processen draaien gaan Runbooks elkaar minder kunnen beïnvloeden wat ervoor zorgt dat het systeem beter overweg kan met eventueel een corrupte Runbook of problemen op het systeem.

Hieronder heb ik een overzicht van de processen verschijnen bij het draaien van een Runbook. De Runbook Service draait continu en naargelang er meer Runbooks draaien worden er meer PolicieModule processen opgestart wat de effectieve uitvoering van de Runbook inhoud.

Figuur 5.9.1 Schermafdruk van Process Explorer met dePolicyModule Processen

26

5.10 Runbook Web Service & console

De Orchestrator Web Service Server brengt de Runbooks naar buiten. Dankzij REST web services en de Orchestration Console die reeds bovenop deze web service geschreven is. Zo wordt het mogelijk om Runbooks te implementeren met andere toepassingen en eventueel ook zelfgeschreven programma’s of websites. De Orchestration Console is een Silverlight applicatie die volledig nieuw is geschreven voor de omschakeling van Opalis naar Orchestrator 2012. Tijdens de Release Candidate die ik getest heb waren er nog enkele problemen met deze console maar deze kinderziektes zijn ondertussen van de baan. De Orchestration Console kan gebruikt worden voor het dagelijks beheer van de Runbooks. Dit houd in:

• Runbooks bekijken met alle details • Runbooks starten/stoppen • Jobs bekijken die een Runbook heeft gestart en deze ook kunnen stoppen • Events bekijken • Runbook Servers bekijken en controleren welke Runbooks en jobs op een server

worden uitgevoerd

Daarnaast is de Orchestrator Webservice een REST web service. Deze web service is in vergelijking met SOAP of WSDL een simpele maar zeer degelijke web service die gemakkelijk verstaanbaar is en geen nood heeft aan een IDE omgeving. De REST web service heeft door zijn eenvoud ook meer security en betere performantie.

Figuur 5.10.1 Schermafdruk van de Orchestration Console

27

De web service van Orchestrator is eenvoudig te bekijken via een webbrowser: http://ws08-sco:81/Orchestrator2012/Orchestrator.svc/Runbooks

Figuur 5.10.2 Schermafdruk van de Runbook Web Service

5.11 Systeemvereisten

Wanneer er naar de system requirements van Orchestrator gekeken wordt zijn deze niet overdreven veeleisend. Voor elk component binnen de architectuur is een simpele server voldoende. Wanneer er geschaald moet worden kunnen deze specificaties perfect verhoogd worden. Hierbij zullen steeds eerst de Runbook Servers aan bod komen vermits hier de zwaarste load op komt. De SQL Server die nodig om deze database te draaien moet geen overdreven zware load trekken. Een standaard Microsoft SQL server mag toch al wel geschat worden op 4 Gb RAM met een Dual-core processor.

Voor elke server: de Management Server, Runbook Server, Runbook Designer en Orchestrator Web Service volstaan volgende specificaties als basis setup.

• 1 gigabyte (GB) werkgeheugen minimum, 2 GB of meer aanbevolen • 200 megabyte (MB) vrije schijfruimte • Dual-core Intel microprocessor, 2.1 gigabyte (GHz) of beter

http://ws08-sco:81/Orchestrator2012/Orchestrator.svc/Runbooks

28

6 SYSTEM CENTER SERVICE MANAGER 2012 System Center Service Manager is een totaaloplossing om klanten van een IT-infrastructuur te beheren. Via een centraal platform waarop ze terecht kunnen met alle IT problemen en aanvragen voor hun IT infrastructuur.

Service Manager is een ITIL en MOF gebaseerde service oplossing. Door IT-processen te standaardiseren is het mogelijk om aan optimalisatie te doen wat resulteert in een verbeterde business. Centraal maakt Service Manager gebruik van een CMDB, Configuration Management Database. Service Manager kan gezien worden als centraal punt binnen de IT-infrastructuur. Door de vele uitbreidingen en integratiemogelijkheden van Service Manager kan Service Manager evolueren van een simpel helpdesk platform tot een compleet oplossing voor alle IT beheer.

Door gebruik te maken van Service Manager is het mogelijk om de servicedesk te ontlasten. Veel taken en problemen komen repetitief voor in een IT-omgeving. Zo zijn er de dagdagelijkse incidenten en problemen die afgehandeld kunnen worden door Service Manager. Daarnaast biedt Service Manager ook de mogelijkheid om services aan te bieden aan klanten. Dit tweede deel ga ik meer toelichten vermits dit binnen de scope van mijn opdracht ligt. Ik ga zeer kort de standaard mogelijkheden van Service Manager toelichten. De belangrijkste zaken die Service Manager voor deze opstelling moet verrichten, zijn de Runbooks van in Orchestrator naar het self-service portaal brengen via Request Offerings en Service Offerings.

Figuur 6.1.1 Logo System Center Service Manager 2012

29

6.1 Belangrijkste features

6.1.1 Self-service portal

Service Manager biedt de mogelijkheid om via SharePoint en Silverlight een self-service portaal op te bouwen dat een divers assortiment aan functionaliteiten naar buiten brengt. Dit portaal heeft als hoofdzaak de IT klanten en IT medewerkers mogelijkheden te geven incidenten, problemen, requests, … te melden en te verwerken. De self-service portaal is gebaseerd op een SharePoint site met daarin hoofdzakelijk Silverlight. Dit zorgt ervoor dat er een basis SharePoint laag is die steeds mee evolueert en steeds in orde is met de laatste vernieuwingen daarnaast zorgt Silverlight in het self-service portal voor een handige en gebruiksvriendelijke interface. Recent werd de broncode van het self-service portaal vrijgegeven zodat elk IT bedrijf steeds ook nog aanpassingen verrichten wanneer het standaard portaal niet voldoet aan de wensen van het bedrijf.

Figuur 6.1.1.1 Schermafdruk van het self-service portaal

30

6.1.2 Incident, Problem & Request management

System Center Service Manager 2012 is van oorsprong een softwarepakket dat gemaakt is om incidenten probleemtickets zo goed mogelijk af te handelen. Zo kan er dankzij Service Manager vaak een groot deel van de problemen opgelost worden door de interne Kowledge Base in Service Manager. Service Manager zorgt voor een standaardisatie laag tussen de klanten, IT professionals en de servicedesk. Zo komt dit de efficiëntie en werking van zowel klant, IT professionals als servicedesk ten goede.

Figuur 6.1.2.1 Schermafdruk van de Request Offerings

31

6.1.3 Service Catalog

System Center Service Manager 2012 kan naast het afhandelen van servicedesk problemen via een self-service portaal ook services aanbieden op dit portaal. Zo bevat Service Manager een Service Catalog waarin alle services kunnen aangeboden worden. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld de functionaliteit van een Runbook naar het self-service portaal brengen en dit aanbieden aan de klanten, IT medewerkers, …. Dit is alleen maar mogelijk door de vele integratiemogelijkheden met andere externe producten en vooral dan de System Center producten zoals de Virtual Machine Manager 2012, Operations Manager 2012, Configuration Manager 2012 en Orchestrator 2012. Die laatste, die ik in hoofdstuk 5 reeds heb omschreven, geeft duidelijk aan dat wanneer de combinatie Orchestrator en Service Manager wordt uitgerold de mogelijkheden op vlak van automatisatie en service aanbieden zeer groot zijn.

Figuur 6.1.3.1 Schermafdruk van de Service Offerings

32

6.1.4 Configuration Management Database (CMDB)

Service Manager maakt gebruik van een Configuration Management Database om alle gegevens bij te houden. Deze database kan bekeken worden als het brein van heel Service Manager. Deze centrale laag biedt voor zowel het self-service portaal als voor Service Manager zelf de basis gegevens aan en kan worden uitgebreid aan de hand van de Authoring Tool van Service Manager. Alle gegevens die in de CMDB terecht komen kunnen geautomatiseerd verzameld worden. Dit zorgt voor de kracht van Service Manager. Aan de hand van connectoren naar diverse toepassingen kunnen gegevens worden overgedragen en steeds terug worden gesynchroniseerd.

Service Manager connectoren:

• Active Directory • Orchestrator 2012 • Operations Manager 2012 • Virtual Machine Manager 2012 • Configuration Manager 2012 • Exchange

Figuur 6.1.4.1 Overzicht van de CMDB

33

6.1.5 Reporting & Data Warehousing

Service Manager 2012 heeft zeer sterke report mogelijkheden om overzichten en statistieken op te maken. Door de integratie met SharePoint en Office is de rapportage zeer uitgebreid. Zo kunnen de gegenereerde rapporten aangepast worden naargelang het bedrijf en voor wat ze exact moeten dienen. Dit zorgt ervoor dat technische en management meetings steeds de correcte rapporten beschikbaar zijn wanneer er beslissingen moeten genomen worden of voor monitorring doeleinden.

Service Manager maakt gebruik van OLAP cubes om het aanmaken van rapporten eenvoudig te houden via drag en drop. Het doel is om rapportage niet te gaan coderen maar eenvoudig en toch krachtig te houden. De sterkte van Reporting binnen Service Manager ligt ook bij de integratie van alle diverse applicaties. Zo wordt er een datawarehouse opgemaakt van zowel Configuration Manager objecten, Operations Manager, Active Directory, …. Dus Service Manager gaat veel verder dan alleen maar zijn eigen omgeving. Door de diverse integraties zijn vele Microsoft producten maar ook 3rd-party producten aan de hand van connectoren aan Service Manager te koppelen.

Figuur 6.1.5.1 Overzicht van Data Warehouse tot rapport

Figuur 6.1.5.2 Voorbeeld van rapport in Service Manager

34


Service Manager 2012 is uit te rollen afhankelijk van de noden van het bedrijf. Zo kunnen alle verschillende componenten op een fysieke server geïnstalleerd worden met weliswaar 1 Hyper-V machine omdat er afscherming nodig is tussen enkele onderdelen. Deze server zal minimum 8 GB ram moeten hebben en een Quad-core processor. Wanneer alles opgesplitst wordt over verschillende machines is het nodig een degelijke analyse te doen voor de hardware performance.

Hieronder heb ik de tamelijk pittige hardware vereisten, deze komen van de TechNet website van Microsoft. Hierin zijn 2 scenario’s, een voor 20 000 users en 50 000 users omschreven. Wanneer we in termen van computers spreken zal er voor een 20 000 computers de configuratie nodig zijn gelijk aan die van 50 000 users.

Service Manager database • Dual Quad-Core 2.66 gigahertz (GHz) CPU • 8 GB werkgeheugen voor 20,000 gebruikers, 32 GB

werkgeheugen voor 50,000 gebruikers • 80 GB vrije schijfruimte

Service Manager management server

• 4-Core 2.66 GHz CPU • 8 GB werkgeheugen voor 20,000 gebruikers, 16 GB


Service Manager console • Dual-Core 2.0 GHz CPU • 2 GB RAM • 10 GB vrije schijfruimte

Data warehouse management server



Data warehouse databases • Dual Quad-core 2.66 GHz CPU • 8 GB werkgeheugen voor 20,000 gebruikers, 32 GB


Self-Service Portal: Web Content Server



Self-Service Portal: SharePoint Web Parts

• 4-Core 2.66 GHz CPU • 8 GB werkgeheugen aanbevolen • 80 GB vrije schijfruimte

35

7 SERVICE MANAGER & ORCHESTRATOR UITWERKING

7.1 Omschrijving

In hoofdstuk 5 en 6 heb ik kort de functies omschreven van zowel Service Manager 2012 als Orchestrator 2012. Arxus zit zoals omschreven met een probleem dat de automatisatie van hun SaaS producten niet meer optimaal verloopt. Hiervoor heb ik als eerste PoC een opstelling uitgewerkt met 2 System Center 2012 producten. Op het einde van deze opstelling zal ik mijn conclusies over deze oplossing samenvatten en een besluit vormen.

Figuur 7.1.1 Service Manager met Orchestrator integratie

Service Manager

Systems Automation for IT Pros

Self Service Request Management

36

7.2 Design

Zoals te zien is op het schema op de volgende pagina heb ik een aantal componenten opgesplitst om de schaalbaarheid reeds te kunnen illustreren. Ik moest zeker in het begin van mijn stage schaars omspringen met de resources op het Cloud platform. Dit was net voor de migratie naar het gloednieuwe platform en dat oude platform zat stilaan op zijn limieten te draaien. Daarom heb ik niet alle voorgeschreven systeemvereisten op de letter genomen en zelf uitgezocht wat een werkbare omgeving opleverde. Dit hield zeker in om wat te experimenteren met de verschillende componenten en te testen welke machines meer of minder resources nodig hadden. Met een beetje logisch denken heb ik onderstaande specificaties genomen.

Deze opstelling is gemaakt in een reeds bestaande testomgeving ‘staging’. Deze omgeving is volledig afgeschermd van de productie omgeving zodat eventuele fouten geen impact kunnen hebben op de productie machines. De staging omgeving was reeds voorzien van 2 domain controllers en de nodige firewalls die overeenkomen met de productie omgeving om zo representatief mogelijk te kunnen testen.

WS08-SCSM • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Dual-Core 2.40 gigahertz • 6 gigabytes (GB) RAM • 50 GB thin provisioned

WS08-SC0 • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 2 gigabytes (GB) RAM • 40 GB thin provisioned

WS08-SCORB1 • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 2 gigabytes (GB) RAM • 40 GB thin provisioned

WS08-SQL01MSC • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Dual-Core 2.40 gigahertz • 6 gigabytes (GB) RAM • 80 GB thin provisioned

WS08-WC7-TEST01 • Windows 7 Professional • Single-Core 2.40 gigahertz • 2 gigabytes (GB) RAM • 25 GB thin provisioned

WS03-HMCDC1 • Windows Server 2003 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 1 gigabyte (GB) RAM • 40 GB thin provisioned

WS03-HMCDC2 • Windows Server 2003 R2 Datacenter Edition • Single -Core 2.40 gigahertz • 1 gigabyte (GB) RAM • 40 GB thin provisioned

37

Figuur 7.2.1 PoC System Center opstelling – Visio schema

38

7.3 Uitwerking

Om de System Center opstelling zo goed mogelijk toe te lichten en de werking ervan uit te leggen kan ik best starten met het resultaat en dan vanuit Orchestrator alles toelichten om zo tot het resultaat te komen. Zoals ik in mijn hoofdstuk over System Center Service Manager heb omschreven (zie 5) heeft Service Manager de mogelijkheid een self-service portaal op te zetten door middel van SharePoint en Silverlight. Dit portaal ga ik in mijn opstelling gebruiken om alle automatisatieprocessen van Arxus aan te kunnen bieden.

7.3.1 Self-service portaal

Standaard is het self-service portaal van Service Manager gemaakt om de incident, problem, … management taken af te handelen. Hierbij zit ook een mogelijkheid om services naar buiten te brengen. Zo kunnen de gebruikers van het portaal zonder tussenkomst van een IT specialist een probleem of tekort zelf afhandelen. Dit laatste onderdeel heb ik verder uitgewerkt voor Arxus om zo een Service Catalog op te bouwen waarin alle functies moeten komen die Arxus klanten moeten hebben om hun SaaS hosting zelf te beheren. In mijn opstelling heb ik als eerste de basisfuncties uitgewerkt voor het beheer van Active Directory. Daarnaast ben ik gestart met SharePoint maar dit is vastgelopen doordat er geen correcte Connectoren voor Service Manager waren om de nodige informatie van SharePoint te verzamelen. Ook de CMDB van Service Manager is niet voorzien voor SharePoint objecten. Deze aanpassen zou teveel tijd in beslag nemen en Arxus heeft hiervoor gekozen dit niet verder uit te werken. Om de mogelijkheden van de System Center PoC weer te geven zal ik daarom mijn AD uitwerking toelichten. Als voorbeeld om uit te werken neem ik ‘Disable user’ hierbij wordt een bestaande AD gebruiker via een Orchestrator Runbook aangepast zodat deze disabled is.

Figuur 7.3.1.1 Schermafdruk self-service portaal – User management

39

7.3.2 Orchestrator Runbook

Om dan helemaal terug te gaan van het resultaat naar de achterliggende Runbooks start ik in Orchestrator. Orchestrator maakt gebruik van Activities die aan elkaar gekoppeld worden om zo een workflow ‘Runbook’ aan te maken die een bepaalde actie verricht. Zo heb ik voor dit voorbeeld een Runbook gemaakt die aan de hand van 1 parameter een AD gebruiker op disabled zet.

Voor deze Runbook maak ik gebruik van het Active Directory en Service Manager Integration Pack in Orchestrator. Deze zijn nodig om de parameter uit de Request te halen en de AD gebruiker op te zoeken in Active Directory. Wanneer deze Runbook getest is via de Runbook Tester en de Orchestration Console kan er verder gegaan worden richting Service Manager.

Figuur 7.3.2.1 Runbook – Disable User

Figuur 7.3.2.2 Runbook – Get User Name

Figuur 7.3.2.3 Runbook – Get Service Request

De Runbook is in 3 kleinere Runbooks opgedeeld. De ‘Get User Name’ Activity is een ‘invoke runbook’ Activity die terug gebruikt kan worden in diverse andere Runbooks. Deze manier van werken zorgt ervoor dat Runbooks steeds leesbaar blijven en herbruikbaar worden.

40

7.3.3 Orchestrator Service Manager connector

Om ervoor te zorgen dat we Runbooks kunnen gebruiken in Request Offerings moet er eerst voor gezorgd worden dat deze mee in de CMDB terecht komen. Dit gebeurt via een connector binnen Service Manager die aan de hand van de Orchestrator web service alle Runbooks kan verzamelen en deze later ook kan uitvoeren. Runbooks krijgen bij synchronisatie met Orchestrator steeds een status in Service Manager, wanneer er wijzigingen gebeuren aan de Runbook. Een Runbook kan één van volgende 4 statussen aannemen in Service Manager:

1. Active: standaard status van een Runbook, deze Runbook is goed gesynchroniseerd met de Orchestrator web service en kan gebruikt worden in templates en requests.

2. Invalid: dit zijn de runbooks die gewijzigd zijn sinds de laatste syncronisatie ‘contract changed’. Dit wil zeggen dat er parameters van de Runbook zijn aangepast, verwijderd of van type zijn veranderd. In de meeste gevallen gaat deze verandering ook andere implicaties hebben en moeten de nodige mappings in een Request Offering worden aangepast.

3. Missing: missing Runbooks spreken voor zich, dit zijn Runbooks die niet meer gevonden worden op de Orchestrator web service. Dit kan komen door permissie veranderingen of dat de Runbook verwijderd is.

4. Pending Delete: Runbooks zullen deze status krijgen wanneer de Orchestrator Connector niet meer beschikbaar is de Runbooks die via die connector verkregen zijn zullen later verwijderd worden.

Figuur 7.3.3.1 Runbook status veranderingen via Orchestrator connector in Service Manager

41

7.3.4 Templates

Vanaf een actieve Runbook gesynchroniseerd is tussen Service Manager en Orchestrator kan deze gebruikt worden in een Runbook Automation Template. Dit is de eerste stap die nodig is voor elke Runbook. Het is noodzakelijk een Runbook Automation Template aan te maken vooraleer dit in een Runbook Service Template gebruikt kan worden. Dit zal een van de eerste objecten zijn die zelf aangemaakt worden in Service Manger. Hiervoor is belangrijk dat alle objecten die samen horen bijvoorbeeld alle zelfgemaakte objecten voor Arxus, in een Management Pack worden gebundeld. Zo’n Management Pack kan later gesealed worden of gebruikt worden in nieuwe installaties van Service Manager. In deze opstelling heb ik een Afzonderderlijk Management Pack aangemaakt voor alle Arxus componenten. Na het aanmaken van het Runbook Automation Template is het nodig een Runbook Service Template aan te maken dat template gaat gebruik maken van het Runbook Automation Template. Dat Runbook service template wordt dan gebruikt om de Request Offering te maken.

Figuur 7.3.4.1 Runbook Automation Template – Disable user

42

7.3.5 Request Offering & Service Offering

Een Request Offering gaat voor de effectieve presentatie zorgen van de Runbook. Alle Requests Offerings die gepubliceerd zijn kunnen via het self-service portaal gebruikt worden door de eindgebruikers. In een Request Offering is het mogelijk voor de formulieren op te stellen aan de hand van standaard formulier attributen met invoer controle en ook query’s die in de CMDB gestuurd kunnen worden bv AD Users, Groep, Runbooks, …. Daarnaast kunnen er nog diverse andere opties zoals Knowledge Articles aan een Request Offering gekoppeld worden. Wanneer een Request Offering gemaakt is kan deze bij in een Service Offering verwerkt worden. Dit is een groep van Request Offerings om zo bijvoorbeeld de services van AD te bundelen.

In mijn voorbeeld heb ik hieronder het overzicht van de aangevraagde Requests via het self-service portaal. De gedetailleerde opvolging van Requests kan in Service Manager zelf gebeuren.

Figuur 7.3.5.1 self-service portaal – My Requests

43

7.3.6 Service Manager Connectors

Zoals bij de Request Offering is aangehaald is het mogelijk in de Service Manager CMDB een query te sturen zodat we gegevens kunnen ophalen om de invoer via formulieren te vereenvoudigen. Om dit mogelijk te maken is het weliswaar nodig dat de CMDB informatie er is en up-to-date is. Dit is de taak van de diverse connectoren die mogelijk zijn binnen Service Manager. Voor dit voorbeeld dat ik uitwerk is het dus van belang dat alle AD objecten in de CMDB zitten zodat het self-service portaal deze kan gebruiken voor bijvoorbeeld een gebruiker op te zoeken en te selecteren. De Active Directory Connector van Service Manager zorgt in dit geval voor de nodige gegevens in de CMDB. De AD Connector gaat een 2-way-sync uitvoeren tussen de CMDB en Active Directory. Zo is in onderstaande afbeelding een lijst te zien waarin de AD gebruikers geselecteerd kunnen worden die disabled mogen worden.

Figuur 7.3.6.1 self-service portaal – Request formulier ‘Disable user’

Op het eerste zicht lijkt dit de manier van werken met die connectoren maar dit is niet zo. De synchronisatiesnelheid van deze connectoren is zeer traag en resource belastend. Zo zal het zeer complex zijn wanneer er bijvoorbeeld SharePoint groepen in de CMDB moeten komen. Er moet hiervoor een eigen connector geschreven worden en ook de CMDB moet aangepast worden zodat deze SharePoint objecten kan bevatten. Hoofdzakelijk door deze redenen zal Arxus niet kiezen voor de System Center oplossing.

Naast de AD Connector maakt Service Manager ook gebruik van de Runbook Connector bij deze Request. De Runbook Connector zorgt ervoor dat alle Runbooks in de CMDB terecht komen en gesynchroniseerd worden. Dit is noodzakelijk zodat deze Runbooks kunnen worden aangeroepen met de correcte parameters kunnen werken.

44

7.4 Conclusie

System Center 2012 heeft enkele voor- en nadelen. De grote voordelen van System Center liggen in de complete System Center Suite en de samenhang van de diverse Microsoft producten. Deze onderlinge integratie is zeer goed maar vanaf er niet meer met de standaard integratiemogelijkheden kan gewerkt worden loopt het mis.

7.4.1 Prijs

System Center 2012 is geen goedkoop product. Het blijf Microsoft en deze weten aan de hand van hun ingewikkelde licence modellen steeds het onderste uit de kan te halen.

7.4.2 Support

Op vlak van support zit System Center 2012 algemeen goed. De support komt van Microsoft zelf en heeft mede daardoor ook steeds zijn prijskaartje. Doordat Arxus gebruik kan maken van de Microsoft Gold Partner mogelijkheden is dit natuurlijk al iets betaalbaarder. Het is wel steeds mogelijk alle diverse middelen te gebruiken die er tegenwoordig zijn zoals Social Technet, blogs, MVP’s, Live Meetings, ….

7.4.3 Functionaliteiten

System Center 2012 heeft zeer veel functionaliteiten die kunnen uitgewerkt worden. Alleen is het steeds de vraag in welke mate dit mogelijk is. Bij de start van de System Center PoC zag alles er veelbelovend uit voor System Center maar later kwamen steeds meer beperkingen en moeilijkheden naar boven. Deze zijn zeker en vast de synchronisatiesnelheden van de connectoren en de lastige uitbreidmogelijkheden voor nieuwe connectoren naar 3rd-party producten.

Hadden de mogelijkheden voor de CMDB uit te breiden en het ontwikkelen van een connector eenvoudiger geweest zou System Center zeker een betere kans hebben bij de evaluatie van dit project. Doordat dit niet is kiest Arxus ervoor dit project stop te zetten.

45

8 WEBSITEPANEL 1.2.1

8.1 Omschrijving

WebsitePanel (WSP) is een controlepaneel voor een Windows hostingomgeving. Dit laat toe websites, FTP accounts, databases en diverse hosting services te beheren die op verschillende servers opgezet kan worden. WebsitePanel kan voor een groot deel vergeleken worden met een Plesk, cPanel, directadmin,… hosting paneel. Het word mogelijk multi tenant gericht services aan te bieden naar klanten toe en deze via WebsitePanel dan te beheren.

8.2 WSP Architectuur

WebsitePanel bestaat uit 3 onderdelen een WSP Portal, WSP Enterprise Server en WSP Servers. Alle WSP Servers moeten IIS versie 6 of 7 draaien. Onderling maken de verschillende servers gebruik van XML SOAP Web Services om gegevens door te geven.

SOAP Web Services zijn essentieel in deze architectuur. Dit XML protocol is een standaard communicatie middel wat ervoor zorgt dat er tussen de verschillende lagen dezelfde taal gesproken wordt. Dit zorgt voor de kracht van WebsitePanel. Zo kan WebsitePanel gebruikt worden op zeer diverse en complexe systemen en zorgt de WSP Server ervoor dat slechts 1 laag de complexe applicatie specifieke kennis moet hebben en al de verdere communicatie via standaard protocollen verloopt.

Er zijn verschillende opstellingen mogelijk, Multi-server of een standalone opstelling. In het geval van een Cloud omgeving is het natuurlijk het beste om te kiezen voor een Multi-Server opstelling om zo de schaalbaarheid en redundantie mogelijkheden te voorzien. Hieronder zijn 2 mogelijke opstelling geschematiseerd.

Figuur 8.2.1 WebsitePanel Multi-server opstelling

46

Figuur 8.2.2 WebsitePanel Standalone opstelling

8.2.1 WSP Portal

De Portal Server is de server die de presentatie laag voorziet in de WebsitePanel architectuur. Op de Portal Server draait een ASP.net applicatie die de gebruikersinterface verzorgt en connecties legt naar de web service van de Enterprise Server. Voor de communicatie tussen de Portal en Enterprise Server wordt er gebruik gemaakt van SOAP web services om de verschillende operaties aan te roepen. Dit is een universeel protocol wat ervoor zorgt dat er in feite ook een nieuw portaal op deze web services kan geschreven worden.

Dit portaal zal uiteindelijk gebruikt worden om de klanten van hosting te voorzien. Zo kan Arxus aan de hand van dit automatisatieportaal de nodige ruimtes aanmaken en de klanten zelf meer controle geven over de diensten die ze afnemen.

8.2.2 WSP Enterprise Server

De Enterprise Server kan gezien worden als de engine die achter het ASP.Net portaal zit. Hierin zal ook steeds de business logica verwerkt worden. De Enterprise Server maakt gebruik van een Microsoft SQL database als centrale plaats om alle gegevens te bewaren zoals: useraccounts, hosting plans, service settings, … .

De Enterprise Server voorziet een XML web service die te benaderen is vanuit verschillende programmeer omgevingen zoals bv: .NET, PHP, Java, Perl, … Dit geeft veel mogelijkheden om gebruikt te worden door externe applicaties. Onder andere het Portaal van WebsitePanel gebruikt deze XML SOAP web services.

8.2.3 WSP Server

Een WSP Server is een ‘standaard’ server in de omgeving. Deze server draait op servers die services aanbieden zoals mail, database, Exchange, SharePoint, …. Van deze server worden er soms 10 tallen opgezet om alle verschillende functionaliteiten te voorzien. Deze server zal ook in een Multi-Server opstelling op elke server moeten staan waarvan services worden aangeboden. De WSP Server kan bekeken worden als een ‘Agent’ die op elke server draait die een service aanbied.

Een voorbeeld is: Er is een afzonderlijke Exchange Server, hierop zal niet alleen Exchange op moeten draaien maar hier zal ook IIS met WSP Server op moeten draaien om communicatie naar de WSP Enterprise Server te voorzien. Deze communicatie gebeurt net zoals tussen de Portal en de Enterprise server via SOAP web services.

47


Hieronder heb ik kort de standaard systeemvereisten van WebsitePanel opgesomd. Deze zijn hoofdzakelijk software gericht vermits de hardware zeer afhankelijk is van de load op het systeem. Deze hardware kan starten vanaf standaard server vereisten voor een Windows server en gelijkmatig uitgebreid worden naargelang de belasting. WebsitePanel kan worden opgesplitst in verschillende servers dus het is niet steeds nodig een SQL database te hebben voor elke server. Enkel de Enterprise Server maakt gebruik van deze SQL server.

8.3.1 Operating System

De volgende operating systemen zijn geschikt:

• Windows Server 2003 • Windows Server 2003 R2 • Windows Server 2008 • Windows Server 2008 R2

8.3.2 Web Server

IIS versie 6 of 7 moet geïnstalleerd zijn om eender welk WebsitePanel component te hosten. Hierbij moet er bovenop de standaard modules de ASP.Net feature worden toegevoegd. Belangrijk hierbij is dat er rekening moet gehouden worden met de .NET Framework. WebsitePanel is recent overgezet naar .NET 4.0 maar dit is niet steeds ondersteund door de onderliggende softwarepakketen zoals bv SharePoint, … voor deze is het nog noodzakelijk bepaalde IIS application pools in .NET 2.0 te draaien.

8.3.3 Database Server

Er is een SQL Server noodzakelijk voor de database van de WSP Enterprise Server te hosten. WebsitePanel heeft een van volgende Microsoft SQL versies nodig:

• SQL Server 2005 Express edition or higher • SQL Server 2008 Express edition or higher • SQL Server Express

In de nieuwe bèta van WebsitePanel zit er ook ondersteuning voor SQL Server 2012.

8.3.4 Virtualizatie

WebsitePanel kan zowel op fysieke als op virtuele platformen geïnstalleerd worden dit kan zowel op Microsoft Hyper-V, Microsoft Virtual PC, Virtuozzo, VMWare, XenServer, …

Het is wel best in een productie omgeving om een redundante opstelling te maken afhankelijk van de noden. Wanneer er schaalbaarheid moet zijn is het aangeraden om gebruik te maken van een gevirtualiseerde oplossing zodat er gemakkelijk resources kunnen worden toegevoegd.

48

8.4 Mogelijkheden

WebsitePanel is een open-source product en dit biedt zo zijn voordelen. Doordat er input komt van veel verschillende hoeken zijn er ook zeer uitgebreide mogelijkheden. Zo zijn er zeer veel diverse ftp, mail, dns en database oplossingen die door WebsitePanel beheerd kunnen worden.

• Web Servers o IIS 7.5 o IIS 7.0 o IIS 6.0 o ColdFusion 7/8/9

• FTP Servers o MS FTP 7.5 o MS FTP 7.0 o MS FTP 6.0 o Gene6 FTP Server o Serv-U FTP Server 6.x o FileZilla FTP Server

• Mail Servers o SmarterMail 2.x - 7.x o MailEnable 2.x - 4.x o Merak Mail Server 8.x - 10.x o MDaemon 9.x - 10.x o hMailServer 4.x o ArgoMail Server 1.x o Ability Mail Server 2.x

• Database Engines o Microsoft SQL Server 2000/2005/2008/2008R2 o Microsoft SQL Server 7.0 o MySQL Server of 4.0.x, 4.1.x and 5.x versions o Microsoft Access 2000

• DNS Servers o Microsoft DNS Server o Simple DNS Plus 4.x-5.x o ISC BIND DNS Server o Nettica DNS Service

• Statistics Servers o SmarterStats 3.x - 6.x o AWStats Statistics

49

8.4.1 Enterprise integraties

Naast de uitgebreide standaard uitrusting van dit controle paneel heeft WebsitePanel enkele zeer interessante mogelijkheden. Er zijn integratiemogelijkheden gemaakt met Microsoft hosting producten en Active Directory.

• Active Directory • Microsoft Exchange Server 2010 SP1 installed with /hosting switch • Microsoft Exchange Server 2007 and 2010 • BlackBerry Enterprise Server • Windows SharePoint Services 3.0 • SharePoint Foundation 2010 • Office Communication Server 2007 • Microsoft Dynamics CRM 4.0 • Hyper-V Virtualization • System Center Virtual Machine Manager 2008 R2 (SCVMM)

8.4.2 E-commerce modules

• Built-in E-commerce • WHMCS • AWBS

50

9 WEBSITEPANEL UITWERKING Na de uitwerking en evaluatie van het System Center traject is er beslist om de 2de mogelijkheid ook grondig te gaan onderzoeken. Hiervoor heb ik ook een Proof of Concept opstelling opgezet waarin alle mogelijkheden en beperkingen konden worden in onderzocht. Ik ben gestart met de basis van WebsitePanel op te zetten en deze heb ik later verder uitgebreid. Zo ben ik gestart met als doel eerst Active Directory te beheren en later ook SharePoint.

Als basis heb ik gebruik gemaakt van de reeds bestaande Active Directory omgeving van Arxus op Staging niveau. Daarnaast heb ik nog een Microsoft SQL Server opgezet en een SharePoint 2010 Server. Later in deze opstelling heb ik ook nog een Exchange 2010 sp2 en CRM4.0 geïnstalleerd. Deze Exchange heeft een afzonderlijke virtuele machine gekregen maar de CRM heb mee op de SharePoint server gezet. Dit omdat deze producten weinig impact op elkaar hebben. CRM 4.0 was ook van minder belang is vermits deze versie wordt uit gefaseerd.

Figuur 9.1.1 Schermafdruk van WebsitePanel portaal

51

9.1 Design

Net zoals bij de System Center opstelling is er zuinig omgesprongen met het toewijzen van resources. Hier maak ik ook weer gebruik van de Staging omgeving voor impact te vermijden op het productie platform. Ik heb ditmaal enkel de WebsitePanel componenten in het schema verwerkt vermits de omgeving daar rond reeds bij de System Center opstelling werd aangehaald. Zoals in het schema te zien is heb ik voor de Database van de Enterprise server geen afzonderlijke SQL opgezet alhoewel dit wel voorgeschreven is. Bij Arxus zal dit niet nodig omdat de SQL Server Databases in een cluster opstelling zullen zitten. Dit zorgt ervoor dat deze cluster zeer performant is en optimale service en schaalbaarheid biedt.

WS08-WSPSQl • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Dual-Core 2.40 gigahertz • 4 GB werkgeheugen • 50 GB thin provisioned

WS08-WSPSP • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 2 GB werkgeheugen • 40 GB thin provisioned

WS08-WSPEXCH • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 4 GB werkgeheugen • 40 GB thin provisioned

WS08-WSPENT • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 2 GB werkgeheugen • 40 GB thin provisioned

WS08-WSPPORTAL • Windows Server 2008 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 2 GB werkgeheugen • 40 GB thin provisioned

WS03-HMCDC1 • Windows Server 2003 R2 Datacenter Edition • Single-Core 2.40 gigahertz • 1 GB werkgeheugen • 40 GB thin provisioned

WS03-HMCDC2 • Windows Server 2003 R2 Datacenter Edition • Single -Core 2.40 gigahertz • 1 GB werkgeheugen • 40 GB thin provisioned

52

Figuur 9.1.2 PoC WebsitePanel van opstelling – Visio schema

53

9.2 WebsitePanel Portal

9.2.1 Customers & resellers

In WebsitePanel zijn er 2 type klanten nl. resellers en customers waarop de resellers nog eens customers kunnen aanmaken. De structuur en werking van deze onderverdeling is tamelijk logisch en wordt bij veel andere hosting toepassingen ook gebruikt. Arxus zal in eerste instantie geen gebruik maken van het resellers model maar toekomst gericht geeft dit zeker voordelen.

Figuur 9.2.1 Schermafdruk van WebsitePanel User Accounts

Wanneer er een account aangemaakt wordt zal deze nog geen enkele rechten krijgen om gebruik te maken van een van de hosting services. Dit wordt allemaal beheerd via hosting plans en hosting Add-ons die later nog aan bod komen.

Figuur 9.2.2 Schermafdruk van WebsitePanel User Account eigenschappen

54

9.2.2 Spaces

Alle hosting services binnen WebsitePanel vallen onder 1 System Space. Dit kan gezien worden als de centrale Space waaronder iedereen zit. Zo is het mogelijk alle services die er worden afgenomen binnen WebsitePanel eenvoudig te beheren. Elke klant of reseller krijgt bij het aanmaken van zijn account een eigen Space toegewezen onder de System Space zodat deze een ‘eigen’ werkruimte heeft.

Links in onderstaande afbeelding is te zien welke services allemaal kunnen worden afgenomen. Deze zijn op de System Space allemaal te zien, ook al zijn deze onderliggend niet geconfigureerd. Daarnaast zijn er steeds enkele statistieken over het verbruik van bepaalde services te zien. Ook krijgt elke eindgebruiker zo mooi te zien welke quota er gelden.

Figuur 9.3.1 Schermafdruk van WebsitePanel Spaces

55

9.2.3 Hosting Plans

Er zijn binnen WebsitePanel 2 manieren om services naar customer te brengen. Aan de hand van hosting plans en hosting add-ons. Hosting plans zijn meestal een bundel van services met enkele opgelegde quota. Bv 5 SharePoint Collection Sites met bijhorende domeinen en Active Directory Organisatie.

Deze Hosting Plans kunnen dan aan een reseller worden toegewezen of rechtstreeks aan een klant. Resellers kunnen dan van hun toegewezen Hosting Plans dan weer Hosting Plans opmaken voor customers. Wanneer een klant of reseller zijn hosting plan wil uitbreiden spreken we over Hosting Add-ons.

Figuur 9.4.1 Schermafdruk van WebsitePanel Hosting Plan eigenschappen

56

9.2.4 Hosting Add-ons

Naast de Hosting Plans is het ook mogelijk om services toe te wijzen aan een reseller of klant. Deze worden gebruikt als quota uitbreidingen voor de bestaande Hosting Plans zonder het Hosting Plan zelf te veranderen.

9.2.5 Peers

Peer accounts zijn Aliassen voor een bovenliggend account. Dit is handig wanneer er meerdere gebruikers een bepaald onderdeel moeten beheren zonder hiervoor een nieuwe klant te moeten aanmaken.

9.2.6 Running Tasks

In WebsitePanel zijn er tamelijk veel mogelijkheden om Tasks aan te maken. Dankzij Tasks kunnen zeer simpele zaken zijn zoals schijfruimte controleren of uitgebreidere zaken zoals programma’s laten draaien op de server worden verricht. Tasks zijn te configureren onder de Hosting Spaces en zijn te limiteren voor resellers en customers zodat hier geen misbruik van gemaakt kan worden.

Figuur 9.2.6.1 Schermafdruk van WebsitePanel Sheduled Tasks

57

9.2.7 Audit Log

Alle operaties en acties die in WebsitePanel gebeuren komen in de audit log. Wanneer er een bepaalde actie niet mogelijk is zal dit hierin ook te zien zijn. Dit zal daarom ook de eerste plaats zijn om te gaan kijken wat de oorzaak van de fout kan zijn.

Figuur 9.2.7.1 Schermafdruk van WebsitePanel Audit Log

9.2.8 E-commerce

De built-in E-commerce module van website panel is zeer beperkt en biedt weinig meerwaarde aan het product. Hiervoor zijn er zeer mooie alternatieven die vaak ondersteuning hebben voor meerdere producten tegelijk. Zo is er vanuit WHMCS integratie met WebsitePanel. Daarom heb ik dit product ook uitgewerkt om zo te zien welke meerwaarde dit kan beiden voor Arxus. De uitwerking is terug te vinden in een van de volgende hoofstukken (zie 9.3.5).

58

9.2.9 Reporting

De Reporting feature in WebsitePanel is zeer handig wanneer er veel verschillende gebruikers zijn op het systeem en om hier een correct overzicht van te krijgen welke het systeem het meeste belasten. In de PoC opstelling geeft deze weinig statistieken weer wat logisch is vermits er weinig activiteit is geweest op de servers. In productie is dit een onmisbare module vermits proactief alle systemen gaan monitorren ook ervoor zorgt dat problemen tijdig opgemerkt worden.

Figuur 9.2.9.1 Schermafdruk van WebsitePanel Disk Space Report

59

9.3 Enterprise Modules

Bij de WebsitePanel Proof of Concept opstelling is het hoofdzakelijk bij Arxus dat producten zoals SharePoint, Exchange, CRM, … kunnen beheerd worden. Hieronder heb ik kort elke module aangehaald en een screenshot van genomen om een beeld te geven van het eindproduct.

9.3.1 Active Directory

Om te starten met de Enterprise modules die ingebouwd zitten in WebsitePanel kunnen we best starten met Active Directory. Zowel de Hosted Exchange 2010, SharePoint als CRM maken gebruik van AD. In WebsitePanel zitten alle Active Directory gebonden producten verzameld in de Hosted Organizations module. Wanneer er in WebsitePanel een nieuwe Active Directory organisatie moet worden aangemaakt wordt er eerst een default domeinnaam aangemaakt en bij het aanmaken van deze domeinnaam onder de Hosted Organizations module wordt er hiervoor een Active Directory Organisational Unit aangemaakt. Binnen deze OU wordt er standaard ook een Security Group aangemaakt voor die organisatie waarvan alle users die aangemaakt worden onmiddellijk lid zijn. Bij een aangemaakte organisatie is het mogelijk om meerdere domeinnamen aan te maken.

Wanneer er meerdere domeinnamen zijn aangemaakt is het ook mogelijk om users in te delen in deze verschillende domeinen. Hierbij is wel zeer belangrijk om er rekening mee te houden dat voor elke Hosted Organisation slechts 1 default OU wordt aangemaakt met de default domeinnaam. Wanneer er later meer domeinnamen worden aangemaakt binnen die Hosted Organization worden deze allemaal onder dezelfde default OU in AD aangemaakt.

Figuur 9.3.1.1 Schermafdruk WebsitePanel Hosted Organization’s – Users

60

9.3.2 SharePoint 2010

Na dat er een Active Directory organisatie is aangemaakt kunnen we verder gaan met de voorziening van SharePoint. SharePoint is in WebsitePanel op 2 manieren te gebruiken, via de oude WSS van SharePoint en via de SharePoint Server die onder de Hosted Organizations zit verwerkt. Bij Arxus wordt er momenteel nog zeer beperkt gebruik gemaakt van WSS en dit gaat binnen enkele weken volledig stopgezet worden en alles zal dan via de SharePoint Server werken. Daarom heb ik in WebsitePanel de SharePoint uitgewerkt die onder de Hosted Organizations zit. SharePoint is in WebsitePanel niet uitgebreid uitgewerkt. Het beheer van de groepen, users, permissies, … is niet mogelijk via WebsitePanel en zal in de SharePoint zelf moeten gebeuren. Het aanmaken van een SharePoint Site Collection gebeurt wel vanuit WebsitePanel. Vanaf de SharePoint site is aangemaakt via WebsitePanel kunnen de Active Directory Users die aangemaakt zijn via de People Picker in de SharePoint Site Collection rechten worden toegewezen en groepen worden aangemaakt. Arxus zou dit gebruiker-, groepen permissiebeheer liever vanuit WebsitePanel beheren zodat er niet geswitcht moet worden. Daarom heb ik de ontwikkelmogelijkheden van WebsitePanel later in dit eindwerk ook nog toegelicht (zie 9.5)

Figuur 9.3.2.1 Schermafdruk WebsitePanel SharePoint – Site Collection eigenschappen

61

9.3.3 Exchange 2010 sp2

Exchange in de WebsitePanel is zowat het best ondersteunde Enterprise product dat er tussen zit. Hierbij is het mogelijk om het volledige dagdagelijkse beheer van een Exchange organisatie via WebsitePanel te verrichten. Exchange zelf heeft op vlak van hosting de laatste versie een kleine verandering gehad richting multi tenancy toe. Microsoft is bezig geweest met de zogenaamde hosting switch in Exchange wat voor een iets andere Exchange setup zorgde naar hosting toe. Deze mogelijkheid was ook reeds ingebouwd in WebsitePanel maar Microsoft heeft dit hosting switch traject bij Exchange stopgezet omdat dit toch niet de correcte manier van werken was. Daarom is ook in WebsitePanel vanaf Exchange 2010 sp2 ook terug ondersteuning voor de standaard Exchange versie.

Figuur 9.3.3.1 Schermafdruk WebsitePanel Exchange – Mailbox eigenschappen

62

9.3.4 Dynamics CRM 4.0

Dynamics CRM 4.0 is zeer beperkt getest geweest door mij vermits dit een product is wat ook stilaan uit gefaseerd wordt bij Arxus. Zo heb ik heel snel de basis ervan bekeken en is hieruit gebleken dat er voldoende ondersteuning is in WebsitePanel voor alle nodige acties zoals aanmaken van CRM organisatie, gebruikers aanmaken en toevoegen aan Business Units, ….

Figuur 9.3.4.1 Schermafdruk WebsitePanel Dynamics CRM 4.0 – Organization eigenschapen

63

9.4 WHMCS

9.4.1 Wat?

WHMCS is een billing systeem dat gebruikt kan worden voor een zeer divers pakket aan panelen zoals bv directadmin, cpanel, plesk en ook WebsitePanel. WHMCS is door mij uitsluitend getest geweest voor gebruik met WebsitePanel en hierbij ook enkel de functionaliteiten voor het aanbieden, bestellen en verwerken van orders. De ticketing module zal hierbij volledig terzijde worden gehouden.

9.4.2 Prerequisites

• Windows or Linux OS • PHP Version 5.x or later • MySQL Version 4.1.x or later (Strict Mode Disabled) • Curl Support (with SSL) • GD2 Image Library • Ioncube Loaders

9.4.3 Installatie

De installatie van WHMCS is terug te vinden op volgende url: http://www.wiki.whmcs.com/Installing_WHMCS

9.4.4 Installatie van LAMP

Hierbij gaan we er vanuit dat we een werkende Ubuntu 10.04 server hebben die internet connectie heeft.

• Als root user aanmelden: sudo su – • apt-get update • apt-get install lamp-server^ • apt-get install phpmyadmin

o Deze heb ik nog afzonderlijk moeten installeren, zou normaal bij in de lamp-server installatie zitten maar bleek niet te werken.

• Nu hebben we een werkende lamp server o Testen van Apache:

naar http://localhost/ surfen o Testen van PHP:

Info.php aanmaken • In /var/www/ • touch info.php • nano info.php

<? phpinfo(); ?>

naar http://localhost/info.php te surfen en hier zijn alle PHP instellingen

o testen van phpMyAdmin: naar http://localhost/phpmyadmin surfen

http://www.wiki.whmcs.com/Installing_WHMCS

http://localhost/

http://localhost/info.php

http://localhost/phpmyadmin

64

9.4.5 Installatie van CURL

Dit is zeer simpel te doen door ‘apt-get install php5-curl’ als root user uit te voeren.

9.4.6 Installatie van Ioncube Loaders

Ik heb hiervoor niet de ‘standaard’ installatie gevolgd. Ik heb via een Windows machine de correcte bestanden gedownload en deze op een ftp server gezet. Vanaf dan ben ik verder gegaan met de installatie in Linux die terug te vinden is op volgende url: http://www.wiki.whmcs.com/Ioncube_Installation_Tutorial

• Bestanden van ftp server halen: wget http://my.ftpserver.com/ioncube.zip • Unzip installeren voor Ubuntu server: apt-get install unzip • Dan de bestanden uitpakken: unzip ioncube.zip • De bestanden verplaatsen: mv ioncube/ /usr/local/ioncube/ • Nu de php.in file zoeken, in mijn geval staat deze in /etc/php5/apache2/php.ini • Dan gaan we deze aanpassen: nano /etc/php5/apache2/php.ini

o En we voegen volgende regel toe (5.3 is de versie waaronder we draaien) zend_extension = /usr/local/ioncube/ioncube_loader_lin_5.3.so

• Restart van Apache: service apache2 restart • Testen of Ioncube werkt: naar http://localhost/info.php surfen en hier staat

‘ionCube Loader’ nu bij de additional modules.

WHMCS op webserver plaatsen en permissies van mappen aanpassen

• Bestanden van ftp server halen: wget http://my.ftpserver.com/whmcs.zip • Bestanden uitpakken: unzip whmcs.zip • Bestanden verplaatsen: mv whmcs/ /var/www/whmcs/ • Van map niveau veranderen: cd /var/www/whmcs/ • Configuratie file hernoemen: mv configuration.php.new configuration.php • Rechten aanpassen:

o cd /var/www/whmcs/ o chmod 777 downloads/ o chmod 777 attachments/ o chmod 777 templates_c/ o chmod 777 configuration.php

9.4.7 WHMCS installeren

• Surf naar http://localhost/whmcs/install/install.php en doe de installatie • Na de installatie is het nog nodig een cronjob te starten

o PHP installeren: apt-get install php5-cli o En de cronjob toevoegen: php -q /var/www/whmcs/admin/cron.php

• De installatie folder verwijderen: rm install/ • De rechten van de configuration.php terug aanpassen: chmod 644

configuration.php • Vanaf dan is het mogelijk verdere instellingen te doen op http://localhost

/whmcs/admin/

http://www.wiki.whmcs.com/Ioncube_Installation_Tutorial

http://my.ftpserver.com/ioncube.zip

http://localhost/info.php

http://my.ftpserver.com/whmcs.zip

http://localhost/whmcs/install/install.php

65

9.4.8 Configuratie

WebsitePanel Enterprise server configureren

WebsitePanel is een van de vele integratiemogelijkheden in WHMCS, zo is er ook ondersteuning voor Cpanel, Plesk en nog tientallen andere panelen. Bij WHMCS gaat met ervanuit dat er een 1-way-sync is tussen WebsitePanel en WHMCS. WHMCS zal zelf een database bijhouden welke producten aan welke users verkocht zijn. Worden er handmatig gebruikers in WebsitePanel aangemaakt, dan zullen deze niet te zien zijn in WHMCS vermits hier geen account aan gelinkt kan worden en er geen 2-way-sync is.

In de PoC opstelling maken we gebruik van de Serveradmin user als basis, dit geeft het breedste assortiment aan rechten en mogelijkheden om zowel reseller als customer accounts aan te maken.

Figuur 9.4.8.1 Schermafdruk van WHMCS Server eigenschappen

66

Producten aanbieden

WHMCS is een zeer mooi en uitgebreid product om hosting producten op een gestructureerde manier te gaan verkopen. Naast de vele betaal- en integratiemogelijkheden is het spijtig dat niet alle modules voor externe panelen alle functies ondersteunen. Zo is het bij de WebsitePanel module niet mogelijk om Hosting Add-ons bv: 1 extra exchange mailbox via WHMCS toe te wijzen. Dit is een zeer spijtige zaak want WHMCS heeft zeer veel handig rapportjes en modules die in vele andere pakketten niet in zitten maar dit is wel een vereiste die niet mag ontbreken.

Figuur 9.4.8.2 Schermafdruk van WHMCS Product/Services eigenschappen

67

Order plaatsen

Vanaf een product wordt aangeboden kunnen klanten op het klantengedeelte van WHMCS hun bestelling plaatsen. De opmaak en structuur van het klantengedeelte is zeer aanpasbaar en kan quasi volledig geïntegreerd worden in een bestaande website met bijhorende huisstijl. Wanneer een product besteld wordt zal er voor die gebruiker een login aangemaakt worden in WebsitePanel en zal deze afhankelijk van de betaling/activatie procedure die ingesteld is zijn hosting plan aangeboden krijgen.

Figuur 9.4.8.3 Schermafdruk van WHMCS Order plaatsen

68

Order verwerken

Klanten kunnen via het WHMCS systeem via zeer diverse modules betalen, hierin is ook zeker niet gezien op een module meer of minder. De betaling kan automatisch afgehandeld worden via een module maar een administrator kan ook handmatig alle nodige acties verrichten.

Administrators krijgen zeer veel mogelijkheden voor het totaal beheer van de klanten. Invoices en betalingen kunnen opgevolgd worden maar er zijn bijvoorbeeld ook mogelijkheden voor support tickets te verwerken. Het support gedeelte bij Arxus zal hoogstwaarschijnlijk niet via dit paneel verlopen vermits Arxus niet gericht is op standaard hosting. Moest Arxus naar hun huidig systeem ook nog basis hosting gaan aanbieden is het misschien handig om deze support gescheiden te houden en hiervoor dit paneel toch te gebruiken.

Figuur 9.4.8.4 Schermafdruk van WHMCS Order verwerking

69

9.5 Development in WebsitePanel

Naast het opzetten en uitwerken van WebsitePanel is gebleken dat WebsitePanel niet aan alle eisen kan voldoen voor Arxus. Daarom heb ik uitgezocht in welke maten er zelf ontwikkeld kan worden in WebsitePanel. Ik heb zo mijn verschillende stappen bijgehouden zodat dit naar de toekomst toe gebruikt kan worden om ontwikkelaars op weg te helpen en een analyse te ondersteunen. Hierbij hoort zeker ook de basisinformatie die eerder beschreven is over de WebsitePanel structuur. De source code van WebsitePanel is gemakkelijk te downloaden via de CodePlex van WebsitePanel.

9.5.1 Source runnen in debug mode

Zie readme.html (source map) voor algemene instructies

SQL Database

In de map ‘database’ onder de source code is het script terug te vinden om de database aan te maken. Dit script draaien we in een nieuwe SQL database zodat development en staging afgeschermd zijn van elkaar.

In SQL Management Studio een gebruiker aanmaken en deze db_owner rechten geven op de database

Visual Studio 2010

1. Mysql connector installeren zodat de libraries beschikbaar zijn voor WebsitePanel http://dev.mysql.com/downloads/connector/net/

2. Connectie naar SQL Server leggen in web.config van WebsitePanel Enterprise Server <connectionStrings> <add name="EnterpriseServer" connectionString="Server=10.2.10.XXX \WSPSQL;Database=WebsitePanel Development;uid=XXXX;pwd=XXXX" providerName="System.Data.SqlClient"/> </connectionStrings>

3. Login aanmaken voor Serveradmin 1. Wachtwoord wordt gegenereerd aan de hand van een CryptoKey die zelf

gekozen is WebsitePanel Enterprise Server web.config <appSettings>  <add key="WebsitePanel.CryptoKey" value="azer"/>

2. Met die CryptoKey en het wachtwoord dat we willen gebruiken kunnen we een hash genereren via de PasswordEncoder die bij de tools staat.

3. Deze hash gaan we dan als wachtwoord nemen voor de serveradmin. Hiervoor voeren we volgende query uit:

use [WebsitePanel Development] go update Users set Password = 'x3HwCnktumLvhITOTJbSBX8L104FNo7IuH4qfiELv1Y='where Username = 'serveradmin'

http://dev.mysql.com/downloads/connector/net/

70

4. Connectie tussen Portal en Enterprise Server URL instellen WebsitePanel Portal app_data SiteSettings.config <EnterpriseServer>http://localhost:9002 </EnterpriseServer>

Belangrijk hier is dat er localhost wordt gebruikt en niet 127.0.0.1 want dan zal deze niet gevonden worden!

5. Alle 3 de solutions builden in volgende volgorde: 1. WebsitePanel Server 2. WebsitePanel Enterprise Server 3. WebsitePanel WebPortal

Dit zou geen errors meer mogen geven, alleen warnings

6. Alle 3 de solutions starten, best in onderstaande volgorde: 1. WebsitePanel Server 2. WebsitePanel Enterprise Server 3. WebsitePanel WebPortal

9.5.2 WebsitePanel draaien na een build zonder debugging

1. Voeg per project een nieuwe website toe in IIS: o WebsitePanel Enterprise Server

Physical Path: C:\ WebsitePanel\Sources\WebsitePanel.EnterpriseServer

IP Address: 127.0.0.1 Port: 9002 Name: WebsitePanel Enterprise Server

o WebsitePanel Server Physical Path: C:\ WebsitePanel\Sources\WebsitePanel. Server IP Address: 127.0.0.1 Port: 9003 Name: WebsitePanel Server

o WebsitePanel Portal Physical Path: C:\ WebsitePanel\Sources\WebsitePanel.WebPortal IP Address: All unassigned Port: 9001 Name: WebsitePanel Portal

2. Maak vervolgens een nieuwe gebruiker aan met voldoende rechten

‘administrator & IIS_USR’

3. Pas de 3 application pools van de websites aan naar Framework 4.0 en zorg dat ze draaien onder de user die net is aangemaakt

http://localhost:9002/

71

9.5.3 WebsitePanel Framework

WebsitePanel werkt met 3 solutions, voor elke server is er een solution en daartussen wordt er gebruik gemaakt van XML SOAP web services. Wanneer een gebruiker een actie uitvoert op de portal bv mailbox aanmaken zal dit sowieso de 3 servers doorlopen. De engine kan bv niet rechtstreeks de applicatie gaan aanspreken, dit moet via de agent gebeuren.

Figuur 9.5.3.1 WebsitePanel Framework – Visio schema

72

workflow in de framework

1. WebsitePanel.Server o .asmx Web service bv ‘ExchangeServer.asmx’

2. WebsitePanel.Server.Client o Proxy van web service om connectie naar WebsitePanel Enterprise Server

te voorzien 3. WebsitePanel.EnterpriseServer

o .asmx Web service bv ‘esExchangeServer.asmx’ 4. WebsitePanel.EnterpriseServer.Client

o Proxy van web service om connectie naar WebsitePanel Portal te voorzien 5. WebsitePanel.Portal

o enterprise web services toevoegen in ’ES.cs’

Meer uitleg is terug te vinden in de contribute documentatie op de WebsitePanel website:

http://www.websitepanel.net/developer-guide/understanding-the-websitepanel-framework

Proxies genereren

Het is noodzakelijk proxies te generen die gebruikt gaan worden om de communicatie te verzorgen tussen 2 solutions. Hiervoor zijn reeds 2 bat scripts voor gemaakt maar hiervoor is het ook noodzakelijk WSE 3.0 te installeren en .NET 2.0 SDK.

http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=19988


Wanneer deze geïnstalleerd zijn kunnen er proxies gegenereerd worden wanneer er wijzigingen of nieuwe web services zijn. In volgende link is uitgelegd hoe de proxies mbv een bat scriptje gegenereerd kunnen worden en ineens worden gecleaned.

http://www.websitepanel.net/developer-guide/understanding-websitepanel-proxy-classes

Operaties tussen Agent & application

In de huidige source wordt er divers gebruik gemaakt van zowel Powershell als DLL’s van de applicaties om operaties uit te voeren. Zowat alle acties die Arxus wil automatiseren zijn reeds uit te voeren met Powershell, dit zorgt ervoor dat powershell al als tussenlaag kan worden gebruikt om alle diverse applicaties te gaan aansturen.

Enterprise server operaties

De Enterprise server ‘Engine’ gaat ervoor zorgen dat er 1 centraal punt is waarvan alle agents worden aangestuurd. De Enterprise server houd daarom ook een database bij met alle gegevens in zodat er geen 2-way-sync nodig is tussen alle verschillende applicaties. Zo is er enkel een db query (in vorm van stored procedure) nodig om bv te weten wie allemaal een exchange mailbox heeft. De Enterprise solution heeft daarvoor een ‘dataprovider.cs’ klasse die alle communicatie met de MS SQL database verzorgt.

http://www.websitepanel.net/developer-guide/understanding-the-websitepanel-framework



http://www.websitepanel.net/developer-guide/understanding-websitepanel-proxy-classes

73

9.6 Conclusie

Na alle mogelijkheden van WebsitePanel te overlopen is het niet evident hier een eenduidige conclusie over te trekken. WebsitePanel heeft veel voor- en nadelen en deze moeten correct tegen elkaar worden afgewogen om zo toch de beslissing te nemen. Ik heb zo enkele puntjes op een rij gezet die zeker de beslissing zullen beïnvloeden.

9.6.1 Open-source

WebsitePanel is een open-source product wat ervoor zorgt dat het steeds mogelijk is voor Arxus om hier zelf enkele wijzigingen in aan te brengen. Hierbij moet steeds ook wel genuanceerd worden dat customization in software pakketten ook niet perfect is naar de toekomst toe op vlak van updates en fixes. Ik heb dit kort aangehaald gehad met een ontwikkelaar en deze wist mij te zeggen dat dit de laatste tijd zeer goed op te lossen is aan de hand van enkele goede merge tools.

9.6.2 Support

WebsitePanel is een open-source product dat op vlak van support wel moet onderdoen tov vele andere open-source producten. Alle support is community gebaseerd en het probleem hierbij is dat je vaak lang op respons kan zitten wachten. Omdat er in een bedrijfsomgeving steeds nood zal zijn aan support zal het noodzakelijk zijn wanneer Arxus voor WebsitePanel kiest zelf degelijke support te verzorgen naast de community support.

9.6.3 Functionaliteiten

WebsitePanel heeft een zeer uitgebreid en divers assortiment aan functionaliteiten en integraties met zowel database, mail, … pakketten. Dit biedt voor Arxus mogelijk ook meer toekomst om de Windows Plesk server op termijn te vervangen door WebsitePanel. Daarnaast zijn de enterprise modules niet allemaal even overtuigend. Exchange is zeer goed ondersteund maar wanneer we naar SharePoint en Dynamic CRM kijken kan dit toch beter uitgewerkt worden en vooral ook beter opgevolgd worden op vlak van nieuwe versies. Om dit tekort op te vangen zal Arxus WebsitePanel modules moeten laten ontwikkelen om alle nodige functionaliteiten te bekomen.

9.6.4 Ontwikkel mogelijkheden

Arxus zal zeer veel zelf moeten laten ontwikkelen om WebsitePanel voor al zijn SaaS hosting producten te gebruiken. Aan ontwikkeling hangt steeds ook een groot prijskaartje. We kunnen dit direct nuanceren met het feit dat er al geen licentie kosten voor WebsitePanel moeten betaald worden maar of dit de goede weg is zal pas blijken wanner dit effectief uitgevoerd word. Ik heb onderzocht of het eenvoudig is om aanpassingen door te voeren in de broncode van WebistePanel. Dit is zeker en vast mogelijk en zelf zeer gemakkelijk wanneer je de Framework onder de knie hebt. Zo kunnen er modules worden bijgemaakt die simpelweg Powershell commando’s uitvoeren om zo de applicaties te beheren.

74

BESLUIT Bij de start van mijn stage had Arxus meteen de voorkeur voor het System Center traject vermits dit product veelbelovend is en verzekerd is van een toekomst en support. Kort na de start van dit project waren er al direct problemen op vlak van informatie verzamelen en de zoektocht naar correct advies. System Center 2012 was op het moment van mijn uitwerking in Release Candidate dus de officiële support en documentatie was nog niet in orde. Als er reeds documentatie en support vanuit Microsoft kwam was deze ook hoofdzakelijk voor de TAP leden, Technology Adoption Programs. Doordat ik andere bronnen nodig had heb ik vlijtig gebruik gemaakt van LinkedIn groepen, blogs, Live Meetings en fora. Deze hebben mij zeer goed verder geholpen door de brede kennis van de Microsoft MVP’s.

Toch was System Center niet overtuigend genoeg voor Arxus. Zo was het aanbod aan mogelijkheden binnen Orchestrator meer dan voldoende maar was de CMDB van Service Manager een punt waar alles vast liep. Er waren te weinig mogelijkheden om gegevens te importeren in de CMDB en de bestaande connectoren waren traag en log. Zo werkte Service Manager ook steeds log en traag voor sommige zeer simpele taken. Arxus heeft daarom beslist om ervoor te kiezen een 2de optie te laten uitzoeken. Deze 2de PoC draaide rond WebsitePanel.

WebsitePanel bood out-of-the-box reeds een aantal oplossingen voor pakketten die geautomatiseerd moeten worden. Daarnaast vraagt WebsitePanel in vergelijking met System Center veel minder resources en werkt dit veel vlotter. WebsitePanel is ook wel niet perfect, er zijn een aantal enterprise modules die zeer goed werken maar sommige ontbreken of zijn slecht uitgewerkt. Daarom heb ik de ontwikkelmogelijkheden eens bekeken in WebsitePanel en hieruit kunnen besluiten dat het zeer goed mogelijk is deze modules te laten ontwikkelen voor Arxus. Arxus kan zo ook zelf zorgen dat nieuwe producten snel ondersteund worden in het paneel wat een must have was voor Arxus. Arxus is momenteel druk bezig met de migratie naar het nieuwe platform maar als dit is afgrond gaan ze mijn WebsitePanel PoC verder bekijken en sterk overwegen dit verder uit te werken.

Ik ben gedurende mijn stage bij Arxus in contact gekomen met een zeer divers pakket aan producten en technologieën. Dit was voor mij een zeer groot pluspunt van mijn stage doordat ik met zowel nieuwe als gekende producten heb leren werken in een bedrijfsomgeving. Ik heb gedurende 13 weken mij thuis gevoeld op mijn werkplaats en steeds met plezier gewerkt aan mijn opdrachten. Ik hoop dat Arxus ook tevreden is met mijn gepresteerde werk en ik wil ze als laatste zeker en vast nog bedanken voor hun ondersteuning.

75

LITERATUURLIJST Bengtsson, A. (sd). Contoso. Opgehaald van Microsoft System Center by Anders Bengtsson: http://contoso.se/blog/

Cobben, J. (sd). Opgehaald van Jack's Server blog: http://www.jackcobben.nl/?p=1286

Keyaert, C. (sd). Opgehaald van vNext.be | Operations Manger, Opalis, PowerShell, ...: http://www.vnext.be/category/scorchestrator/

Keyaert, C. (sd). Blogs Christopher. Opgehaald van System Center User Group Belgium: http://scug.be/blogs/christopher/default.aspx

Microsoft. (sd). System Center 2012. Opgehaald van TechNet: http://technet.microsoft.com/en-us/library/hh546785

Microsoft. (sd). System Center Orchestrator 2012. Opgehaald van Social TechNet: http://social.technet.microsoft.com/Forums/en-US/category/systemcenterorchestrator

Microsoft. (sd). System Center Service Manager 2012 forums. Opgehaald van Social TechNet: http://social.technet.microsoft.com/Forums/en-US/category/servicemanager

Microsoft. (sd). WebsitePanel Forums. Opgehaald van Social MSDN: http://social.msdn.microsoft.com/Forums/en-US/category/websitepanel

Opalis Wordpress. (sd). Opgehaald van Opalis Wordpress blog: http://opalis.wordpress.com/

System Center Central. (sd). Opgehaald van System Center Central: http://www.systemcentercentral.com

Thomas, O. (sd). Understanding System Center Orchestrator 2012. Opgehaald van Windows IT Pro: http://www.windowsitpro.com/article/system-center/understanding-system-center-orchestrator-2012-141144

WebsitePanel. (sd). Opgehaald van WebsitePanel: http://www.websitepanel.net/

WebsitePanel. (sd). WebsitePanel CodePlex. Opgehaald van CodePlex: http://websitepanel.codeplex.com/

http://contoso.se/blog/

http://www.vnext.be/category/scorchestrator/

http://scug.be/blogs/christopher/default.aspx

http://technet.microsoft.com/en-us/library/hh546785

http://social.technet.microsoft.com/Forums/en-US/category/systemcenterorchestrator

http://social.technet.microsoft.com/Forums/en-US/category/servicemanager

http://social.msdn.microsoft.com/Forums/en-US/category/websitepanel

http://opalis.wordpress.com/

http://www.systemcentercentral.com/

http://www.windowsitpro.com/article/system-center/understanding-system-center-orchestrator-2012-141144

http://www.windowsitpro.com/article/system-center/understanding-system-center-orchestrator-2012-141144

http://www.websitepanel.net/

http://websitepanel.codeplex.com/

Automatisatie van multi tenant hosting op een...

Documents

Transcript of Automatisatie van multi tenant hosting op een...