Artikel De Onderbouwing (december 2012) - Scheudersstudieprijs 2012
Artikel loopbaanVisie december 2010
-
Upload
jacqueline-van-zuiden -
Category
Career
-
view
481 -
download
2
Transcript of Artikel loopbaanVisie december 2010
52 LoopbaanVisie nr. 4 - november 2010
Als je promotie niet tot een vaste aanstelling leidtAls je het geluk hebt gehad een positie te bemachtigen in de academische
wereld, dan zit je nog niet op rozen. Want de loopbaan van wetenschappers
kenmerkt zich door een aaneenschakeling van tijdelijke aanstellingen en hoge
werkdruk. Wie hoopt op een vaste aanstelling komt bedrogen uit. Na hun pro-
motie hoppen postdocs vaak van het ene naar het andere project en slechts wei-
nigen bereiken de top als hoogleraar. Sommigen vallen uit, anderen verlaten
de academische velden, enkelen vinden een onverwachte niche. LoopbaanVisie
vroeg zich af wat ze in hun zoektocht tegenkomen en hoe loopbaanadviseurs
hen daarbij (kunnen) begeleiden.
Ria Freijsen
PRAKTIJK Buitengewoon
Ervaringen wetenschappers en hun loopbaanbegeleiders
praktijk.indd 52 15-11-2010 15:55:26
53LoopbaanVisie nr. 4 - november 2010
PRAKTIJK Buitengewoon
De loopbaan van veel wetenschappers begint bij pro-
motieonderzoek aan een van de veertien Nederlandse
universiteiten, acht universitaire medische centra of an-
dere onderzoeksinstellingen in Nederland. Slechts 30%
van de gepromoveerden weet een nieuwe aanstelling
als postdoc te krijgen. De overige 70% moet zijn weg
vinden op de externe arbeidsmarkt, soms ondersteund
vanuit interne loopbaancentra of career centres.
Yvonne Dexel, coördinator loopbaanadvies bij de Univer-
siteit Leiden, heeft veel ervaring met deze doelgroep.
“Wetenschappers komen soms vrijwillig bij ons, maar
meestal gedwongen door de omstandigheden, bijvoor-
beeld omdat hun tijdelijk contract afloopt, de functie ver-
valt door reorganisatie of hun project stopt door gebrek
aan financiering. Of ze zijn ziek geworden of voldoen
niet aan alle eisen die gesteld worden.” En die eisen zijn
hoog. Wetenschappers hebben een veelheid aan taken
zoals onderzoek doen, colleges geven, publiceren (een
must!), studenten begeleiden, optreden bij congressen,
projectvoorstellen schrijven, subsidieaanvragen doen en
soms leiding geven aan een vakgroep. Ze moeten zich
staande houden in een competatieve wereld en omgaan
met voortdurende onzekerheden over hun (loop)baan.
Zie ook het interview met professor Janet van Hell elders
in deze LoopbaanVisie.
Loslaten van je passie gaat niet zonder slag of stootJan Hein Dierendonck is één van die wetenschappers die
gedwongen was een loopbaanadviseur te raadplegen.
Hij kwam bij ondergetekende en Jacqueline van Zuiden
van het loopbaancentrum LUMC. Jan Hein zat ziek thuis
zat en kon niet meer terug in zijn functie als onderzoe-
ker. “In die tijd was ik helemaal doorgedraaid. Van het
ene op het andere moment kon ik niets meer. Stress
vertaalde zich in verlammende angst. Een burnout dus.
Dat kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Na mijn pro-
motieonderzoek kreeg ik een vast contract en een eigen
onderzoeksgroep. Ik ging analisten begeleiden, had veel
vergaderingen, voelde de druk van publiceren, moest
projectvoorstellen indienen en geld binnen halen. Sub-
sidiegeld was nodig om de groep draaiende te houden
en vice versa. Daarbij kwam de moordende concurrentie
binnen mijn vakgebied. Als de deadlines in zicht kwa-
men werkte ik soms nachten door. Ook zag ik de rol van
het bedrijfsleven met de jaren groter worden, wat mij
soms voor lastige ethische dilemma’s stelde. Tijd om zélf
achter een microscoop te zitten had ik nauwelijks meer,
ik voelde me eigenlijk meer manager dan onderzoeker.
Ik werd ziek van de context waarin ik moest opereren.”
Ook Ilse van Bemmel, destijds post-doc bij de Sterren-
wacht van de Universiteit Leiden, startte een loopbaan-
traject na een burnout. “Net terug van vakantie kon ik
alleen maar naar mijn beeldscherm staren. Ik kon me
niet concentreren en had continue hoofdpijn. De combi-
natie van gezin met jonge kinderen, veeleisende baan
en mijn perfectionisme was me opgebroken. De druppel
was het aanvragen van financiering voor een prestigieus
project en het ontbreken van goede begeleiding daar-
bij. Zo was de cultuur: hoge verwachtingen, geen goede
1Ria Freijsen was destijds hoofd van het Loopbaancentrum LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum)
Illustratie: Jan Hein Dierendonck
praktijk.indd 53 15-11-2010 15:55:28
Buitengewoon
feedback en niets was goed. Heel frustrerend. Ik legde
de lat steeds hoger (want geld binnen halen was toch
ook ‘goed voor mijn CV’) maar uiteindelijk verzoop ik
erin.
Yvonne, mijn loopbaanadviseur, hielp me om weer
energie te krijgen door te focussen. Ik leerde grenzen
te stellen en niet meer overal ‘ja’ op te zeggen. Door
het maken van kernkwadranten kwam ik achter mijn
valkuilen en ontwikkelpunten, waardoor ik anders ben
gaan communiceren. Het waren echt ‘aha’-momenten.
Tijdens het traject kreeg ik een baan als wetenschapper
aangeboden bij ASTRON, de radiosterrenwacht in Dwin-
geloo. Voor de nieuwe LOFAR radiotelescoop hadden ze
mensen nodig. Dit bleek precies de baan te zijn die bij
me past (ik ben een echte ‘bêta nerd’ die het heerlijk
vindt om puzzels op te lossen, de onderste steen boven
te halen) maar het verhuizen had grote gevolgen voor
ons hele gezin. Yvonne heeft me enorm geholpen bij het
afwegen van opties en het maken van keuzes. ASTRON
is een plattere organisatie, heeft een open cultuur en
er wordt naar je geluisterd. Bovendien kan ik parttime
werken, wat heel bijzonder is in de onderzoekswereld.
Loopbaanbegeleiding zou eigenlijk verplicht moeten
worden tijdens elk promotietraject, om na te denken
over de vraag: is dit wat ik echt wil? Veel mensen heb-
ben een incompleet beeld van het toekomstig beroep
en de academische wereld ná de promotie. Zo’n traject
kan veel frustratie voorkomen.
Loopbaanbegeleiding: soms een kort, soms een lan-ger trajectBij de Universiteit Utrecht startte in januari 2010 het bu-
reau Work2Work met als doel werkloosheid te voorko-
men en ondersteunend personeel en wetenschappers
die hun baan verliezen te begeleiden bij het vinden van
PRAKTIJK
LoopbaanVisie nr. 4 - november 201054
ander werk. Liesbet van ’t Hoff, een van de werkcoa-
ches, vertelt: “80% van de wetenschappers die bij ons
komen betreft promovendi waarvan het contract afloopt
en 20% is postdoc. Ze volgen bij ons een kort intensief
traject van drie maanden. We hebben bewust gekozen
voor een strakke, zakelijke en resultaatgerichte aanpak.
Deze blijkt goed te passen bij (vaak jonge) wetenschap-
pers: ze zijn eager om te leren, snel in hun denken, on-
derzoekend van aard en nog niet zo vergroeid met de
organisatie. Ook willen ze graag snel resultaat zien. Wij
begeleiden ook een aantal internationale wetenschap-
pers en ook is het interessant om te constateren dat
onze Nederlandse wetenschappers vaak internationaal
solliciteren. Ze kijken letterlijk buiten de grenzen.
Onze aanpak bestaat uit vier stappen: We starten met
een individueel intakegesprek waarin we ingaan op
competenties, CV, werkervaring en werkwaarden.
Daarna volgen ze drie workshops van een dagdeel over
arbeidsmarktoriëntatie, netwerken en solliciteren. De
focus is dus direct toekomstgericht. De volgende stap
noemen we de focusfase waarin we het zoekprofiel en
het plan voor de toekomst bespreken. De laatste stap
heet de strippenkaartformule, waarin iedere kandidaat
vijf à zes individuele gesprekken van een half uur kan
aanvragen. Vooral postdocs maken hiervan gebruik, die
hebben toch meer begeleiding nodig. Daarnaast werken
we met een digitaal volgsysteem, inclusief uitgebreide
vacaturebank, dat speciaal voor Work2Work is ontwik-
keld. Onze kandidaten zetten hierin hun zoekprofiel en
alle acties die ze ondernemen. Wij als werkcoaches zien
wat ze doen: zijn ze actief, zetten ze de goede stappen
en zijn hun acties in overeenstemming met hun zoek-
profiel? Zo niet, dan nemen we contact met ze op.”
Wetenschappers zijn doorgaans erg gericht op de inhoud
van hun onderzoek, bij welke professor ze zijn gepro-
moveerd of welke publicaties ze op hun naam hebben
staan. Ze zijn veel minder gericht op hun kwaliteiten
en vaardigheden en hoe ze zich presenteren op de ar-
beidsmarkt. Ook denken ze minder na over wat hen
onderscheidt van andere wetenschappers met hetzelfde
onderzoek of in hetzelfde vakgebied. Solliciteren, net-
werken en jezelf digitaal presenteren blijken cruciale
Een loopbaantraject van een wetenschap-per begint vaak met rouwverwerking.
praktijk.indd 54 15-11-2010 15:55:28
onderwerpen te zijn in een W2W traject van deze doel-
groep.
Jettie Marte is loopbaanadviseur bij het loopbaancentrum
LUMC. Wat haar opvalt is “dat wetenschappers vaak zó
gepassioneerd met hun eigen onderwerp bezig zijn, dat
ze moeilijk buiten hun vakgebied kunnen kijken waar ze
hun ambities nog meer kwijt kunnen. En ze zijn soms zo
gespecialiseerd dat het lastig is om te zoeken naar alter-
natieve loopbaanrichtingen. Een loopbaantraject begint
daarom vaak met rouwverwerking. Vaak zijn ze zich niet
zo bewust van de talenten en kwaliteiten die ze inzet-
ten in hun werk. Ook werkgevers hebben onvoldoende
oog voor die talenten. Veel wetenschappers komen uit
andere delen van de wereld. Voor sommigen is het niet
gebruikelijk om initiatieven te nemen; die nemen juist
een afwachtende houding aan. Dat is natuurlijk lastig
als je gaat solliciteren en netwerken. Opmerkelijk is, dat
ze regelmatig aan ons vragen of wij een kant-en-klaar
lijstje hebben met functies en organisaties. Wij hel-
pen hen dan met het in kaart brengen en inzetten van
hun netwerk, cruciaal bij het vinden van nieuw werk.”
Yvonne Dexel: “Ook moet je hen helpen hun CV op orde
te krijgen, waarbij hun lijst met publicaties (als bijlage)
heel belangrijk is. Wij spreken altijd over een extern CV,
dat aansluit bij de vacature, en over een intern CV, met
alles erop en eraan. Soms is het even slikken dat ze in
hun externe CV zoveel waardevolle informatie moeten
weglaten, maar werkgevers zitten niet op een brief met
zes bijlagen te wachten.”
Liesbet voegt eraan toe: “Belangrijk aandachtspunt is
het verbreden van hun scoop op werk en soorten orga-
nisaties. We willen dat ze verder kijken dan alleen de
wetenschap. Vooral jonge promovendi zijn heel goed in
het ontsluiten en benutten van digitale kanalen. Wat we
bij sommigen zien is dat ze heel creatief zijn in het pre-
senteren van zichzelf op internet, bijvoorbeeld met een
eigen website, filmpje of weblog. Ze melden er waar ze
een lezing hebben gehouden, welke boeken ze hebben
gelezen en conferenties die hen hebben geboeid of waar
ze zijn opgetreden. Maar ook wat ze in huis hebben aan
deskundigheid, hun CV en persoonlijk zoekprofiel. Wij
stimuleren deze manier van presenteren erg.”
Hoe belangrijk is een loopbaanadviseur?Een van de geïnterviewde kandidaten vertelt: “Bij het
afronden van mijn onderzoeksproject, waaraan ik 13
jaar had gewerkt, voelde ik angst en onzekerheid. Het
loopbaantraject hielp mij om zaken van me af te praten
en bood een goede vraagbaak. Mijn loopbaanadviseur
LoopbaanVisie nr. 4 - november 2010 55
PRAKTIJK Buitengewoon
praktijk.indd 55 15-11-2010 15:55:28
PRAKTIJK
LoopbaanVisie nr. 4 - november 201056
Buitengewoon
kon zaken herformuleren waardoor ik leerde om proble-
men te vertalen naar kansen en mogelijkheden waar ik
actief mee aan de slag kon. Ook ging ik nadenken over
wat ik al die jaren had gedaan en geleerd en welke kwa-
liteiten ik daarbij had ingezet. Ik kreeg veel beter zicht
op wat ik wel en niet wilde met mijn toekomst. Ik heb
veel geleerd van de cursussen solliciteren en netwer-
ken, zoals mijn profiel helder leren verwoorden en me-
zelf professioneel presenteren. Ook werd ik gedwongen
meer naar buiten te treden terwijl ik van nature nogal
introvert ben. Mijn prioriteit is nu om mijn proefschrift af
te maken. Ik heb het geluk dat het project waaraan ik nu
werkzaam ben in het verlengde ligt van het onderwerp
van mijn proefschrift. Mijn netwerkcontacten zijn heel
belangrijk voor me geweest!”
Jan Hein: “Bij het Loopbaancentrum trof ik eindelijk men-
sen die probeerden te snappen wat er met mij aan de
hand was en die wat voor me wilden doen. Ze dwongen
met zachte hand om naar mezelf te kijken en orde in de
chaos te krijgen. Hier heb ik voor het eerst echt mijn hart
uitgestort. Ik herinner me nog goed dat ik mijn levensver-
haal moest opschrijven. Omdat ik altijd al aardig kon teke-
nen vroegen ze mij: Maak er een illustratie bij als dat je
helpt om zaken duidelijk te maken. Ik tekende mezelf op
een operatietafel, helemaal overgeleverd aan de artsen
en verpleegkundigen die om me heen stonden. Mijn be-
geleiders herkenden onmiddellijk mijn teken- en schrijf-
talent en stimuleerden me deze verder te ontwikkelen.
Daarnaast vonden ze tijdelijke werkplekken voor me om
structuur in mijn dag te krijgen en andere mogelijkheden
van mezelf te ontdekken, ook buiten de wetenschap. Ik
ben zelfs gaan goochelen voor kinderen. Het waren ver-
rijkende ervaringen. Langzamerhand ging het beter met
mij en stelde ik me open voor ander soort werk. Mijn coa-
ches legden contact met de afdeling Communicatie van
het LUMC waar ik tekeningen mocht maken voor het blad
Cicero. Vervolgens ging ik ook stukjes schrijven en mensen
interviewen en volgde ik cursussen ‘wetenschapsjourna-
listiek’. Inmiddels heb ik er mijn werk van gemaakt als
zzp-er. Ik schrijf nu artikelen, columns en congresversla-
gen, voornamelijk voor medische vak- en publieksbladen
en websites. Daarnaast maak ik infographics, coverillus-
traties, cartoons en karikaturen, ook voor bladen waarvan
ik als onderzoeker alleen maar kon dromen er ooit in te
publiceren.
”Alle geïnterviewde loopbaanadviseurs zijn het erover
eens, dat je zelf geen wetenschapper geweest hoeft te zijn
om deze doelgroep te begeleiden. Ze zetten dezelfde loop-
baaninstrumenten in als bij andere groepen. Wel moet je
bereid zijn je goed in te leven in de denkwereld en context
waarin academici werken. Zicht op de interne en externe
arbeidsmarkt is natuurlijk belangrijk. De ogen beginnen te
glimmen bij de vraag wat het werken met deze doelgroep
zo leuk maakt. Jettie: “Leuk is hun gedrevenheid, ze pra-
ten met zoveel passie over hun werk. Hun werk betekent
alles voor ze. Ze zijn ook snel in hun denken, schakelen
en leren. Als ze eenmaal op het goede spoor zitten, gaan
ze als een speer. En als ze eenmaal zicht hebben op hun
talenten, dan maken ze echt de stappen die nodig zijn.”
Yvonne: “Ook leuk is, dat deze doelgroep erg internatio-
naal georiënteerd is, hun netwerk zit over de hele wereld.
Wij krijgen hier alle nationaliteiten als loopbaankandidaat
en de meeste spreken redelijk goed Engels. Om die reden
hebben we al onze loopbaaninstrumenten in het Engels
vertaald en volgden we zelf een cursus Engels bij een na-
tive speaker. Met ons schoolengels kom je een heel eind,
maar als je diepgang in de gesprekken wilt bereiken moet
je toch veel bijleren!” ■
WebsitesPromovendi Netwerk Nederland: • http://www.het-pnn.nl/index.php?id=92efe&s=pnnbiz&lang=nlLandelijk Postdoc en Promovendi Platform: • http://www.vawo.nl/lpp/Vereniging van Universiteiten VSNU: • http://www.vsnu.nl/Speerpunten-universiteiten/2.-Jong-ta-lent/Ambitie.htmArtikel Trouw 2010 “Promovendi ontberen loopbaan-•
begeleiding”: http://www.trouw.nl/achtergrond/deverdieping/article1695322.eceNederlandse Federatie van Universitair Medische •
Centra: http://www.nfu.nl/Werkportaal Work2Work: • http://www.uu.nl/NL/Informatie/medewerkers/arbeidsvoorwaarden/veranderingeninuwwerk/Loopbaanenontwik-keling/reintegratie/werkportal/Pages/default.aspx
praktijk.indd 56 15-11-2010 15:55:28