Artikel livits.be oogstenwatwezaaien_vm3.0

2

Click here to load reader

Transcript of Artikel livits.be oogstenwatwezaaien_vm3.0

Page 1: Artikel livits.be oogstenwatwezaaien_vm3.0

Oogsten wat we zaaien.Verenigingsmanagement 3.0

Europese federatie voor vermiste en seksueel uitgebuite kinderenSecretaris-Generaal

“Sterke strategie waarnaar raad van bestuur zich organiseert met maximale aandacht voor

added value en de verwachtingen van leden en externe partners.”

DELPHINE MORALIS

ISABELLE LEFEBVRE

Sectororganisatie van en voor de Vlaamse horecaTeamleader ledenwerving

“Het engagement van onze lokale vrijwilligers, allen uit de horeca sector, levert ons voortdurend

gerichte informatie op waarmee we meteen aan de slag kunnen.”

VIVIANE CAMPHYN

Federatie voor de elektrosectorAfgevaardigd bestuurder

“Nelectra tracht heel ‘down to earth’ te zijn: we blijven bewust klein, focussen op onze missie en

werken niet vanuit een ivoren toren waar geen overleg met leden mogelijk is.”

SYLVIE SLANGEN

Unie van socialprofit-ondernemingenAlgemeen Directeur

“Doordat we zijn ontstaan vanuit bestaande organisaties leveren we sterk inhoudelijk

werk, complementair met onze leden. Verder professionaliseren, interne kennis rentabiliseren en het Belgische social profit model veilig stellen,

zijn onze uitdagingen. Stilstaan is achteruitgaan.”

MIEKE LONCKE

Beroepsvereniging voor Facility Managers in BelgiëDirecteur

“We hebben het nodige expertisenetwerk uitgebouwd om van alle markten thuis te zijn

en in te spelen op tendensen.”

Het werkwoord verenigingsmanagement

Tikje commercieel? “Vroeger zei men al eens: Een beroepsvereniging is als een ministerie. Diegenen die nu nog zo werken zijn afkalvende verenigingen.” Daarmee maakt Isabelle Lefebvre, teamleader ledenwerving bij Horeca Vlaanderen, meteen duidelijk dat beroepsverenigingen, volgens haar, deels ook commerciële organisaties zijn. Ze moeten eveneens actief en frequent contact zoeken met ondernemers, zich voortdurend informeren en creatief zijn om meerwaarde te kunnen bieden. “Wat ondernemers zelf uit de dienstverlening van hun beroepsverenigingen willen halen, zal ook meer en meer aanleunen bij een service of prestatie”, voegt ze er aan toe.

Een beroepsvereniging is als een ministerie? Diegenen die nu nog zo

werken zijn afkalvende verenigingen!

“Het is ook zo dat waar leden ons vroeger weinig in vraag stelden, ledenorganisaties vandaag de dag niet meer op hun lauweren kunnen rusten”, aldus Nelectra’s afgevaardigd bestuurder Viviane Camphyn. “De sleutel ligt nu in de vraag: ‘Zijn we aan het doen wat onze leden vragen en wat is onze toegevoegde waarde in deze veranderende wereld?’ “Eigenlijk zijn we dus verplicht te werken als een commerciële organisatie opdat ze lid worden en blijven”, besluit ze.

Trendwatching: personalisatieHet verwachtingspatroon en profiel van een doorsnee lid evolueert steeds. Dat weten we allemaal. Het vraagstuk stelt zich in de praktijk: Hoe spelen we hier telkens als organisatie op in? Trendwatching omvat immers niet het voorspellen van de toekomst maar wel de organisatorische werking in de juiste richting laten evolueren. “Trends? Ja, ik zie zeker een verandering in aanpak naar leden toe”, aldus Isabelle. “Bij een facultatief lidmaatschap, bijvoorbeeld, moet je meer dan ooit tevoren potentiële leden overtuigen met de ‘what’s-in-it-for-me’ factor om meerwaarde te kunnen aantonen. Let wel op; het verruimde aanbod aan communicatiekanalen werkt mogelijks versnipperde aandacht in de hand. Leden moeten idealiter kunnen kiezen welk kanaal ze gebruiken. Tegelijkertijd moet je ze eveneens laten evolueren en meetrekken in

nieuwe projecten.” Zo engageert ook Unisoc zich om haar leden een meer gedifferentieerde, toegevoegde waarde te kunnen bieden. “Het is nu nog teveel eenheidsworst”, geeft Sylvie Slangen, algemeen directeur bij Unisoc, toe, “maar daar werken we aan.” “Bovendien moet communicatie zeer gericht opgesteld worden in functie van doelgroepen”, betoogt Viviane. “Maar wees er van bewust dat dit ook een valkuil kan zijn. Als je niet goed beseft wat je naar welke leden moet sturen, mis je kansen.” Het lijkt er dan ook op dat dat de grootste trendgevoelige uitdaging zich vooral op vlak van profielgerichte communicatie bevindt.

Ledenwerving en –behoud anno 2016Leden werven en behouden is een van de voornaamste activiteiten om als vereniging verder te kunnen groeien. Mieke Loncke, directeur van IFMA, pakt het als volgt aan: “In ons recent gelanceerde magazine, FM-magazine, geven we onze nieuwe leden graag visibiliteit en trachten we potentiële leden te triggeren door hen de voordelen van een mogelijk lidmaatschap te laten inzien. We sturen ons magazine op per post. Dit lijkt niet modern, maar we geloven echt in de meerwaarde van een gedrukt magazine. Onze leden kunnen het overal meenemen, in tegenstelling tot een vluchtige nieuwsbrief die uit de mailbox verwijderd wordt. Daarnaast engageren we studenten Facility Management op de arbeidsmarkt via ons peter/meter event. Nieuwe leden voorzien we bovendien van een welkomstpakket en we maken er een punt van onze huidige leden frequenter te bezoeken.” Behalve deze praktijkvoorbeelden besluit ze dat ledenmanagement eveneens een niet te onderschatten taak is die ook aan een actieve raad van bestuur toebehoort. “Zij zijn immers de ambassadeurs van uw vereniging.” Een ledenwerving en –retentie beleid vraagt dan ook om een strategisch uitgestippeld plan van aanpak. “En ledentrouwheid is daarbij een van de belangrijkste ingrediënten!”, voegt Viviane toe.

Als ambassadeurs van uw vereniging, moet ook de raad van bestuur actief meewerken aan ledenmanagement.

Werken in een vereniging, dat is managen en besturen in een specifiek kader waar leden steeds centraal horen te staan. Maatschappelijke trends, regelgeving en een veranderende ledenomgeving beïnvloeden voortdurend de rolinvulling van uw ledenorganisatie of –federatie. Medewerkers en leden verwachten meer dan ooit professionaliteit, flexibiliteit en toegevoegde waarde. Daarnaast hebben regels als een vrouwenquota effect op de samenstelling van de raden van bestuur. We vroegen enkele vrouwen, actief in verenigingsmanagement, hoe zij het beheer van hun vereniging ervaren en hoe zij tegen geslachtgerelateerde vertegenwoordiging aankijken.

Page 2: Artikel livits.be oogstenwatwezaaien_vm3.0

Van valkuil naar kans“In zekere zin word je als vereniging vertraagd door lidmaatschap. Het zou een voorwaarde moeten zijn dat legitimiteit mede bepaald wordt door de mate waarin jouw ideeën gedragen worden door leden. Dan creëer je als vereniging kansen”, stelt Delphine, secretaris-generaal bij Missing Children Europe. Isabelle vult aan: “Het constant bewaken van de sectorevolutie, verdere professionalisering via opleidingen, het aanpakken van hot topics gestuurd door leden, enzovoort… Dat zijn de activiteiten die we constant moeten analyseren en organiseren om te vermijden dat de organisatiestructuur vastroest. Uiteindelijk gaan we niet naar lidbedrijven om uit te leggen wat we doen maar om te vragen wat we moeten doen. We verkopen niet langer producten maar concepten. Én onszelf! Hoe professioneler wij als sectorfederatie werken, hoe professioneler onze lidbedrijven worden. Dat opent toch perspectieven?!” “Als kleinere ledenorganisatie, zegt Mieke, ligt onze beslissingssnelheid vrij hoog, ook ten opzichte van de commerciële bedrijfswereld. Anderzijds zijn de mate van professionaliteit en engagement soms valkuilen die eigen zijn aan verenigingsmanagement”, vertrouwt ze toe.

Samenstelling van de strategische achterbanTegen 2017 of 2019 dienen raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven minstens een derde vrouwen te vertegenwoordigen. België behaalde eind vorig jaar een reeds verbeterd maar nog onvoldoende cijfer van 23,4%. Is zo’n quota een terechte en efficiënte maatregel? En hoe kijken vrouwen uit het niet-commerciële verenigingsleven tegen sekse-stereotypen aan?

Valt raad van bestuur stereotiep te noemen? “Vermoedelijk vanwege de statutaire verbintenis zijn vrouwen bij Horeca Vlaanderen op bestuurlijk niveau in de minderheid ”, deelt Isabelle mee. “Een tot de raad van bestuur verkozene is eigenaar van een horecazaak. En wie is het vaakst eigenaar? Inderdaad, een man.” Bij Nelectra is de vrouwelijke ondervertegenwoordiging, vanwege het sectorale karakter, nog reëler. “Toch, 95% van onze vrouwelijke leden die zaakvoerder zijn, is actief binnen ons bestuur”, besluit Viviane trots.Bij Missing Children Europe ligt de dagdagelijkse organisatiewerking in handen van vrouwen. “Ookal bestaat ons secretariaat enkel uit vrouwen, andere nationaliteiten en educatieve achtergronden brengen toch de nodige diversiteit binnen onze groep”, stelt Delphine. Voor de samenstelling van haar team koos ze echter nooit bewust enkel dames. “Waar vrouwelijke kandidaat-medewerkers uit interesse en ambitie voor hun thematiek solliciteerden, is de motivatie van mannen veeleer gebaseerd op Europese doorgroei. Is dat morgen anders, verwelkom ik graag een man in het team.” Mieke, vanuit haar ervaring, betoogt: “Voor ik het directeurschap aanvaardde, trad ik als tweede vrouw op veertien

bestuursleden toe tot de raad van bestuur van IFMA. Ik vind dat geen probleem. Je moet vooral verschillende profielen in een bestuurlijke raad hebben. V e r s c h i l l e n d e soorten emotionele en intellectuele intelligentie in plaats van je op geslacht vast te pinnen.”

Vrouwenquota: stimulerend of nonsens?Met een derde vrouwelijke aanwezigheid in hun raad van bestuur is Unisoc goed op weg naar evenwichtigheid. “Toch, ik ben enkel op politiek vlak voorstander van een vrouwenquota om hen de tools te geven hun plaats op te eisen”, benadrukt Sylvie, “Ik vergelijk het dan met een weegschaal die lang uit evenwicht is geweest omdat vrouwen uit het politieke bestel zijn gehouden. Als je die weegschaal terug in evenwicht wil krijgen, moet je die eerst doen overhellen naar de andere kant”. Ook Viviane schaart zich niet achter deze maatregel: “Tcho, een vrouwenquota opleggen… Ik vind dat iets ongelooflijks onnatuurlijk. Vrouwen worden op een artificiële manier gezocht terwijl het selectiecriterium ‘meerwaarde voor de organisatie’ zou moeten zijn. En ja, vroeger heb ik het zelf ervaren dat mannen mijn aanwezigheid niet meteen aan mijn competenties toeschreven. Dit is ondertussen reeds in de goede richting geëvolueerd. Maar nog te traag!”

“Een vrouwenquota? Zijn competenties dan secundair?!”

Ook Delphine twijfelt: “Ik weet niet dat door het opleggen van zo’n quota de kern van de zaak geraakt wordt. Ik heb het gevoel dat het eerder omgekeerd zou moeten functioneren. Dat we eerst de onderliggende familiale en sociale contextgerelateerde situaties moeten aanpakken en dat een grotere doorstroming van vrouwen naar raden van bestuur dan evidenter wordt.”

Opgedrongen stigma“Stereotypen als ‘vrouwen zetten meer in op dialoog, lange termijn, zelfsturende teams, zijn meer empatisch’, enzovoort. Ja, dat kan zijn… maar ik ken ook mannen die het zo aanpakken. Ik zie echt geen verschillen tussen beide sexen”, besluit Isabelle. “Zonder in clichés te vervallen, denk ik wel dat vrouwen meer no-nonsens zijn. Maar dat zit in ons DNA en dit moet ook zo blijven”, verdedigt Viviane. Maar wordt een vrouw, ten opzichte van een man, dan minder snel voor haar inhoud geapprecieerd? Of remt de maatschappelijke perceptie vrouwen af hun ambitie waar te maken?

Vrouwen gaan voor de ‘no-nonsens’ aanpak, dat zit in ons DNA.

“Ik krijg wel het gevoel dat we voor geloofwaardigheid harder moeten werken. Vrouwen pakken de zaken misschien soms anders aan maar je komt wel tot hetzelfde resultaat en dat is uiteindelijk wat telt”, aldus Delphine. “Soms laat je het ook zelf toe beoordeeld te worden door mannen of mensen met meer ervaring. Schud dat van je af, overtuigt Sylvie, en ga er gewoon voor!” Mieke lacht: “Maar uiteindelijk… vrouwen op een hoger organisatieniveau hebben

toch vaak wat mannelijke trekjes. Neen?!”

Flexibele mindset “Kijk, we worden dan wel als jongen of meisje geboren, onze opvoeding en onderwijs weet dit enigszins te kanaliseren en stereotypen te minimaliseren. Toch moeten we verder gaan en kleuters reeds warm maken voor, in ons geval, techniek en technologie. Ook meisjes moeten aangezet worden een technisch beroep aan te leren en zo door te stoten naar een leidinggevende functie op de elektrotechnische werkvloer”, vindt Viviane. “Belangrijk is dat de eerste sterke vrouwen een voorbeeldrol opnemen en op hun beurt hun netwerk aanspreken. Daarna loopt het vanzelf ”, volgens Isabelle. “Ze moeten wel de mogelijkheid krijgen hun gezinssituatie te integreren door zich flexibel op te stellen, een verantwoordelijk waar beide partners zich voor moeten inzetten”, zegt Delphine.

De ideale ledenorganisatie anno 2016 omschrijven… Moeilijk? We deden inspiratie op bij vijf verenigingsprofessionals en hoorden volgende consensus: Proactief anticiperen op ledenverwachtingen is een noodzaak geworden. Gepersonaliseerde en up-to-date informatie verschaffen via de, door leden zelf, geprefereerde kanalen biedt vandaag de dag kansen. Niet enkel toont men als non-profitorganisatie z’n meerwaarde en professionalisme aan, ook kan men zich als trendsetter in de sector profileren. Of een vrouwenquota de organisatie hier bij helpt? Dat laten we voorlopig in het midden. Wel wordt zulke maatregel mogelijks te stigmatiserend ervaren. Vakcompetentie en -kennis zijn primair ten opzichte van het vervullen van opgelegde geslachtsgerelateerde regels. Als het aantal vrouwen dan toch naar omhoog moet, zouden bij voorkeur maatschappelijke verwachtingen bij beide geslachten anders ingevuld kunnen worden. Het doel? Een spontane ontwikkeling naar een evenwichtigere raad uitlokken.

4 januari 2016Elien Averhals

Zelf nog aanvullingen of bemerkingen?

Aarzel niet om ons voor een kopje koffie

uit te nodigen!

Livits.beA. Reyerslaan 80

1030 Brussel+32 (0)2 706 80 40

[email protected]