Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het...

24
Vernieuwing dorpshart Leusden slaapdorp? Bedrijfshallen Initiatief bij bewoners nr. 50 10-2005 verschijnt 4 x per jaar Co-Housing Hoogvliet De weder- opbouwstad

Transcript of Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het...

Page 1: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

Vernieuwingdorpshart

Leusdenslaapdorp? Bedrijfshallen

Initiatief bij bewoners

nr. 50 10-2005verschijnt 4 x per jaar

Co-HousingHoogvliet

De weder- opbouwstad

Page 2: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 2

architectuur lokaal #50. 10-2005

Herstructurering: een taaieopgaveBouwen in de wederopbouwstad

Arjan Hebly

Architectuur en de identiteit van LeusdenEen prettig slaapdorp –of moet het meer zijn?

Kees de Graaf

Inbreng bewoners-vereniging Velp Bouwen binnen contouren in Grave

Kees Peters

pagina 6

Huizen voor nieuwe HoogvlietersCo-Housing voor musici en eco's

Michelle Provoost en Wouter van Stiphout

pagina 5

pagina 10

pagina 8 pagina 9

Een doos als ontwerpopgaveOver bedrijfshallen en bedrijventerreinen

Jetse Oosterbaan Martinius

> > > > > Decentralisatie en publiek-private samenwerkingRobert Samkalden

pagina 4

Page 3: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 3

architectuur lokaal #50. 10-2005

Archiprix 2005De beste afstudeerplannen

Henk van der Veen

Scholieren ontwerpen hun eigen parkStedelijke vernieuwing met bewoners

Arjan Reinders

pagina 12

Een rivier met vele gezichtenBewoners en fotografen brengen deOude Rijn in beeld

Marcel Eekhout

pagina 16

pagina 18

Nieuwbouwplannen voor het dorpshart? Vertel het ons!

Indira van ‘t Klooster

pagina 20 pagina 22

Wij zijn (ook) anders!Herinrichting woonzorgcentrum De Bolder

Sjoerd Cusveller

pagina 23

Woningbouw aan hetSpaarneRealisatie prijsvraagontwerp na 13 jaar

Sandra Melllaart

pagina 24

ArchitectuurcentraNederland

Duurzame stedenbouwheeft verhaal nodig

Antony Marcelis en Harry Harsema

pagina 15

Page 4: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 4

architectuur lokaal #50. 10-2005

In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijvenzeven bewindslieden hun goede voornemens op hetgebied van architectuur en ruimtelijke ordening.Het programma presenteert geen nieuwe visies,want het kabinet wil verder met de in de afgelopen15 jaar ontwikkelde ideeën. Nu komt het vooral aanop de uitvoering. Daarbij stuiten de bewindsliedenop een dilemma dat zo oud is als het Nederlandsearchitectuurbeleid zelf. Het rijk is veelal niet recht-streeks betrokken bij wat er wordt gebouwd en aan-gelegd. Opdrachtgevers op het lokale en regionaleniveau nemen het merendeel van de beslissingen.Het beleid van het huidige kabinet heeft dan ook als motto: ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’.Daarbij gaat het erom, dat opdrachtgevers goedgeïnformeerd en weloverwogen met de bouwopgaveomgaan. Het doel van Architectuur Lokaal is hendaarbij te steunen. Gebiedsontwikkelingen en realisering van openbarevoorzieningen worden tegenwoordig nogal eensuitgevoerd in de vorm van publiek-private samen-werking. Het gaat vaak om grote bouwopgaven encomplexe voorzieningen, waarvan de realisatie definanciële draagkracht van lokale overheden te bovengaat. Private partijen zijn dan onmisbaar. Denk bijvoorbeeld aan de totstandkoming van Vinex-locaties, zoals Saendelft in Zaanstad, de stedelijkeherinrichting van het centrum van Lelystad en hetcentrum van Bussum en het onder de grond brengenvan de infrastructuur in de Zuidas bij het WTC inAmsterdam-Zuid. De totstandkoming van zo’nsamenwerking tussen overheden en private partnersis geen sinecure. Er moeten keuzes worden gemaaktop basis van de beantwoording van vragen als: hoewordt de private partner uitgekozen? Hoe zit het metde Europese aanbestedingsregels? Kan sprake zijnvan ongeoorloofde staatssteun? In welke juridischeconstructie kan de realisering het beste plaats vinden?

De Stichting Instituut voor Bouwrecht heeftonlangs een nieuw boek uitgegeven: ‘Publiek-privatesamenwerking bij de ruimtelijke inrichting en haarexploitatie’. Het is een vrijwel complete ‘bijbel’, waar-in de mogelijkheden en beperkingen, de verschillendecontractsvormen en juridische constructies, alsmedede risico’s van publiek-private samenwerkingbeschreven zijn. Op het congres, dat naar aanleidingvan dit boek werd gehouden, waarschuwde voorzitterH.D. Werner van de Neprom, dat naar zijn meningde juridische aspecten in het kader van publiek-private samenwerking meestal ‘overbelicht’ wordenen dat te vroeg juristen worden ingeschakeld. Naarzijn oordeel moet eerst tussen de overheid en de private partij, waarmee de overheid een bouwopgavewil realiseren, vertrouwen worden gekweekt en eengoede samenwerking worden bereikt. Hier is sprake van een groot dilemma: natuurlijk is ergeen goede samenwerking mogelijk, als de partijenelkaar niet vertrouwen. Eerst moeten zij nagaan ofzij tot een goede samenwerking kunnen komen.Maar als blijkt dat dat mogelijk is, worden al heel

snel de eerste afspraken gemaakt over de wijze hoemen verder gaat. En voordat men het weet zijn erover en weer verplichtingen ontstaan, waarondermen niet zomaar meer uitkan, omdat dat in strijd ismet de goede trouw, die de partijen in de onderhan-delingsfase – voorafgaand aan het sluiten van eenovereenkomst – in acht moeten nemen.‘Oppassen voor juridificering, voor te veel juridischeadviezen’ in de eerste fase van de onderhandelingen,aldus Werner. Eerst gaat het om het winnen vanelkaars vertrouwen. Dat is zeker waar, maar vanaf deeerste gesprekken en de eerste onderhandelingen,dient aan de zijde van de overheden het proces teworden bewaakt om te voorkomen, dat toezeggingenworden gedaan of verwachtingen worden gewekt -of erger: verplichtingen worden aanvaard -, die menachteraf niet wil of niet kan nakomen. Bij het bewakenvan dat proces kan Architectuur Lokaal tot steun zijn.Zij houdt zich al lang bezig met de ontwikkeling vande samenwerking tussen publieke en private partijen,zoals bijvoorbeeld blijkt uit haar bemoeienissen metontwikkelingscompetities (de procedures voor deselectie van projectontwikkelaars). Het motto van het kabinet ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’ zou met zich mee moeten brengen- en zal ongetwijfeld ook met zich brengen - dat eennog groter beroep dan voorheen op ArchitectuurLokaal wordt gedaan om de lokale overheden bij testaan.

Robert Samkaldenbestuurslid Architectuur Lokaal

DDeecceennttrraalliissaattiiee eenn ppuubblliieekk--pprriivvaattee ssaammeennwweerrkkiinnggVan het bestuur

lelystad

Decentralisatie enpubliek-private samenwerking

Page 5: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 5

architectuur lokaal #50. 10-2005

Architectuur, identiteit, imago: het zijn begrippendie veel – zo niet alles – met elkaar te maken hebben.Nogal wat steden ontlenen een nieuw imago aannieuwe, spraakmakende architectuur. Bilbao is daareen uitstekend voorbeeld van; wie had er ooit vandeze vieze, Noord-Spaanse stad gehoord voordat deheren architecten Gehry (Guggenheim Museum) enCalatrava (brug) er aan de slag gingen? Hetzelfdegeldt voor Engelse steden als Manchester en – nogrecenter – Newcastle upon Tyne; door nieuwe brug-gen en musea zijn ook deze steden ineens hip en place2b. Blijkbaar is het mogelijk door investeringenin cultuur en architectuur steden een nieuwe iden-titeit aan te meten. Veelal gaat dat gepaard met uit-gebreide communicatiecampagnes, in vaktermenook wel branding genoemd; een stad of regio wordtdaarbij als ‘merk’ beschouwd en ‘in de markt gezet’.Overigens gebeurt dat de laatste tijd ook steedsvaker met bestaande gebieden, zoals naoorlogsewoonwijken, die een nieuw imago nodig hebben.

behoefte aan hoogstandjesWat in Bilbao kan, moet in Leusden ook kunnen,moet de Stichting Architectuur Leusden (SAL, op-gericht in 2003) gedacht hebben. Gedoopt door Karelde Grote in het jaar 777 als Villa Lisiduna is Leusdenuitgegroeid tot een gemeente met vier woonkernen,enkele buurtschappen en een omvangrijk buitenge-bied. Dat alles ingeklemd tussen de rijkswegen A28en de A1. Het is er prettig toeven: het gemiddeldeopleidingsniveau is er hoog, de woningvoorraadstaat er goed bij, het groen is er volop aanwezig.Maar toch knaagt er iets. Tijdens een recente discus-siebijeenkomst over de identiteit van Leusden pleit-te SAL-voorzitter en architect Jan Poolen voor nieu-we ‘iconen’: ‘Het dorp heeft iconen nodig. Gebouwendie aanspreken, verbeelden en inspireren en die je

de weg wijzen in het dorp.’ Volgens Poolen beschiktLeusden op dit moment over weinig architectoni-sche hoogstandjes. Ook zijn er in het buitengebiedvan Leusden ontwikkelingen gaande – boeren dieermee stoppen – die om een adequaat antwoord vra-gen. Vooral de grensgebieden zijn daarbij interes-sant, aldus Poolen: ‘Op de grenzen manifesteert zichhet dorp, gaat wonen over in recreëren, gaat verste-delijking over in natuur, wordt rood groen.’ Redengenoeg voor SAL om, in aansluiting op een gemeen-telijke visienotitie uit 2000, een lokaal debat te orga-niseren over de identiteit van Leusden. Oorspronke-lijk was ook het idee om het onderzoeksbureau TheSmart Agent Company een onderzoek te laten doennaar de woonbeleving in Leusden, maar die pogingvan SAL strandde op een afgewezen subsidieverzoekbij het Stimuleringsfonds voor Architectuur.

geen visie op lange termijnVoorafgaande aan het identiteitsdebat op 23 mei j.l.,waar het College van B&W en alle raadsfracties actede présence gaven, tekende de plaatselijke krant – deLeusder Krant – van verschillende Leusdenaren devisie op de toekomst van het dorp op. Jan Poolen enarchitect Frank de Brouwer trapten daarbij af, metde nodige kritische opmerkingen onder meer aanhet adres van de gemeente. Zo liet De Brouwer opte-kenen dat hij een echte ruimtelijke visie op een lan-ge termijn ontwikkeling van het dorp mist. De ande-re geïnterviewden sloten in meerdere of minderemate aan bij het pleidooi van de architecten voorzorgvuldig ontworpen plannen en meer herken-baarheid. Journalist-in-ruste Henk van Hoorn bij-voorbeeld: ‘Ik ben jarenlang regelmatig verdwaaldin Leusden. Dat komt omdat je geen oriëntatiepun-ten hebt. Als je het dorp nadert, zie je dat Leusdengeen silhouet heeft. Daarom lijkt het me wel goed

als er op belangrijke punten opvallende gebouwenneergezet worden. Ik geloof dat het de identiteit vanhet dorp ten goede zou komen.’ Anderen waarschu-wen echter voor teveel ‘nieuwlichterij’ in de archi-tectuur, zoals J.L. Scheffer die het landgoed DeBoom beheert: ‘In veel moderne gebouwen kun jemisschien wel heel erg goed genieten van de fraaieLeusdense omgeving, maar waarom doen diegebouwen zelf nu juist afbreuk aan die omgeving?’Hoe de gemeente Leusden met de identiteitskwestiezal omgaan, is afwachten. De komende tijd staanenkele projecten op de rol die voortvloeien uit degenoemde visienotitie Leusden in de steigers. Zo zalonder meer gewerkt worden aan een uitnodigendeen representatieve entree van Leusden vanaf de A28,wordt een kantorenlocatie in het groen aangelegden worden woon-werkcombinaties ontwikkeld in devorm van een ‘snoer’ van compacte bebouwing aande westzijde van de Groene Zoom, een nieuwe groe-ne geledingszone langs de A28. De Stichting Archi-tectuur Leusden zal een en ander ongetwijfeld vankritisch, opbouwend commentaar voorzien zoalshet een goed architectuurcentrum betaamt.

informatieDe resultaten van het project zijn inmiddels gebundeld in een boekje.

Stichting Architectuur LeusdenGerrit van der WalMeidoornhof 143831 XR LeusdenT 033 494 36 89secretariaat@stichtingarchitectuurleusden.nlwww.stichtingarchitectuurleusden.nl

Kees de Graaf

AArrcchhiitteeccttuuuurr eenn ddee iiddeennttiitteeiitt vvaann LLeeuussddeenn Een prettig slaapdorp – of moet het meer zijn?

Sinds 1999 wordt er in Leusden volop gediscussieerd over de toekomst van dezegemeente ten oosten van Amersfoort. Eerst in het kader van een gemeentelijke toe-komstvisie en de afgelopen maanden op instigatie van Stichting Architectuur Leusden(SAL). Centraal thema: hoe staat Leusden er nu voor, welke ontwikkelingen komen erop Leusden af – onder meer door veranderingen in het buitengebied - en hoe moetdaarop worden ingespeeld? Een impressie van uiteenlopende meningen.

Architectuur en de identiteit van Leusden

Page 6: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 6

architectuur lokaal #50. 10-2005

Op lokaal niveau is elke herstructurering een taaieopgave. Het vergroten dan wel verkleinen van hetwoningaantal in een buurt of wijk, het veranderenvan de woningdifferentiatie, het op peil houden vanhet groen en de openbare ruimte, de toename van deparkeerdruk, de vergroting van het wateroppervlak,het omgaan met bewonersprotesten, oog hebbenvoor de sociale en culturele dimensie van de opgave.Al deze aspecten kosten menig stadsbestuur,gemeenteraad, woningbouwcorporatie, bewoners-organisatie en ruimtelijk ontwerper veel, heel veelhoofdbrekens.Vanuit het perspectief van het ruimtelijk ontwerpen onderzoek hebben Cees Boekraad en ik voor dezeopgave de rijk geïllustreerde handreiking Bouwen inde wederopbouwstad gemaakt. Centrale vragen vanBouwen in de wederopbouwstad zijn: waarop moetworden gelet bij het ingrijpen in deze stadsdelen,die zeker tot het culturele erfgoed van steden en dor-pen kunnen worden gerekend, en hoe kunnen dezewijken op een tegelijkertijd respectvolle en verbeel-dingskrachtige wijze worden vernieuwd. Antwoor-den hierop worden gegeven op drie niveaus, het pro-ces, het idee of concept en de ruimtelijkvakkundigheid.

bewoners en de zoektocht naar programmaDe rol van bewoners geeft het proces een heel eigenkarakter. Er wordt uitgegaan van de bewoner alskennisbron en gepleit voor een werkelijk informerendplanproces, waarin het plan, het toekomstperspectiefvoor buurt of wijk, een prominente rol heeft. Breeduitgemeten pseudo informatie in ruim opgemaakteinformatiekranten moet zoveel mogelijk wordenvermeden, dat kweekt meer wantrouwen dan ver-trouwen.Bij veel vernieuwingsopgaven van de ‘eerste generatie’is het programma van eisen geen vastomlijnd

gegeven. Het programma wordt ontwikkeld vanuitde uiteenlopende mogelijkheden en ambities van deopgave en de betreffende situatie, vaak in samen-hang met ontwerpvoorstellen. Het ontwerp is eenzoektocht naar de golflengte, het eigen ritme van debetreffende vernieuwing. Ten opzichte van dezesituatie is er met name vanuit de grote steden eentendens te bespeuren waarin het programma vaneisen meer directief, top down, wordt opgelegd inhet proces, zonder rekening te houden met locatie-specifieke eisen. Deze eisen betreffen vaak verdich-ting en verstedelijking en zetten daarmee bestaandekwaliteiten en planvorming in één keer sterk onderdruk. De vraag is op zijn plaats of dit voor allewederopbouwwijken wenselijk is, vooral gezien dekwetsbaarheid van deze wijken in het geheel van desteden? Bovendien worden voor een échte verstede-lijkingssprong in veel gevallen niet de nodige condi-ties geschapen in de vorm van parkeervoorzieningen,aangepaste infrastructuur, aangepast bouwhoogte-beleid, openbaar vervoer, voorzieningen en derge-lijke. Uit dergelijke programma’s spreekt het ‘maak-baarheidsideaal’. We weten waarop dat kanuitlopen, woningbouwcomplexen waar geen vraagnaar is en die staan in een aan zijn oorsprongwezensvreemde setting. We kunnen dan wachten opeen spoedige hernieuwing van de vernieuwing.

moderne en oude stadsconceptenEén van de meest uitgesproken stadsconcepten vande afgelopen eeuw is de Tuinstad, en de daarvanafgeleide wederopbouwstad. Nederland, dat zijngrootste moderne expansie kende in de twintigsteeeuw is dan ook het land bij uitstek van de uitwer-king van dit stadsconcept. Voor wat betreft de con-ceptuele kant wordt gepleit voor kennis van het bre-de palet van stadsconcepten van dewederopbouwperiode. Het introduceren van een

‘nieuw’ stadsconcept is slechts dan mogelijk, wan-neer ten opzichte van het oorspronkelijke concepteen bewuste verhouding wordt ontwikkeld, of datnu volgend of kritisch is. In dat geval krijgt de ver-nieuwing echt betekenis en culturele meerwaarde.Mogelijk zal de ervaring opgedaan bij het vernieu-wen van wederopbouwwijken uiteindelijk leiden toteen nieuw eigen stadsconcept, de woonparkstad;een stadsconcept waarin het stedelijk wonen en ste-delijke voorzieningen uitdrukkelijk in relatie wor-den gedacht met een groene dooradering en metcollectief gebruikte terreinen.

nu ontwerpen aan de wederopbouwstadHet vakgebied van het ruimtelijk ontwerp verdienthet ruimschoots om zelfstandig te worden behan-deld. Een paar aandachtspunten in kort bestek:

Samenhangende schaalniveausKenmerkend voor de wederopbouwstad is desamenhang van schaalniveaus. In elke ruimte, bij-voorbeeld een straat, voelt men zich onderdeel vaneen volgende ruimte, bijvoorbeeld een binnenter-rein of park. De inrichting van een straat of eenbinnentuin kan op die manier niet los wordengezien van de architectuur van de gebouwen en deopen plaatsing van de gebouwen in de ruimte.Wordt één schakel in dit geheel gewijzigd dan roltde hele ruimtelijke machinerie om en ontvalt debestaansgrond aan het geheel. Wanneer dergelijkeruimtelijke samenhangen in de planvorming als eenbelemmering worden ervaren, dan zal men ze ookmet het volle verstand en rigoureus moeten wijzi-gen.

GroenDe grote verworvenheid van de wederopbouwstad ishet onovertroffen evenwicht tussen stad en groen.

HHeerrssttrruuccttuurreerriinngg:: eeeenn ttaaaaiiee ooppggaavveeBouwen in de wederopbouwstad

Elke decennium heeft zijn eigen opgave. Vanaf de jaren zeventig volgen het Groeikernen-beleid, de Stadsvernieuwing en de Vinexwijken elkaar op. Dit decennium zal wordenbepaald door de vernieuwing van de Wederopbouwstad, de stadsdelen ontstaan tussen1945 en 1965, een opgave die een derde van de woningvoorraad aangaat.

Arjan Hebly

delft, bomenwijk, herstucturering langs a13,2004. ontwerp: hebly theunissen architecten

overgang privé buitenruimte en collectieve tuin

om aandacht smekende bouwsels

Herstructurering: een taaie opgave

Page 7: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 7

architectuur lokaal #50. 10-2005

Het groen, in veel verschillende gedaanten, speelt indeze stadsdelen de hoofdrol. Een belangrijke opgavenu is de bepaling van heldere grenzen tussen de pri-vé, collectieve en openbare ruimte, iets waarvoorgroen zich uitstekend leent.Het groen van de wederopbouwwijken staat echteronder druk. In de tachtiger jaren zijn de tuinenbij-drage als eerste uit de woonlasten van de huurdersgeschrapt. De gemeenten, alsook de corporaties,zien vanwege de kosten op tegen het onderhoud vanhet groen. Terwijl uit elke enquête blijkt dat eengroene woonomgeving één van de meest belangrijkeelementen is in de waardering van buurten en wij-ken door burgers. Het gaat uiteindelijk niet om de hoge kosten van hetonderhoud, deze zijn te overzien, maar om politiekeen bestuurlijke keuzen. We pleiten voor een opti-maal onderhoud van het groen van deze wijkenwant juist dit is het beeldmerk van deze stadsdelenen zal uiteindelijk bepalend blijken voor de toe-komstwaarde.

De gemengde stadDe aanleiding voor het vernieuwen van wederop-bouwwijken moet over het algemeen wordengezocht in het vergroten van de woningdifferentia-tie in de stadsdelen. Het is goed te beseffen dat deontstaansgeschiedenis voor deze eenzijdigheidbepalend is geweest. Oorlogsverwoestingen en baby-boom resulteerden in een enorme woningvraag. Dewoningbouwcorporaties waren voor deze klus deaangewezen partij. Al met al kan gezegd worden datdeze eenzijdigheid in de woningsamenstelling nu,gemeten naar de huidige wooneisen, de geldendeideeën over samenleving en stad en de welvaartsont-wikkeling, niet meer voldoet. In de gemengde stadis de ruimtelijke articulatie van afzondering en na-bijheid aan de orde. Dit is een relatief onontgonnen

vakgebied in architectuur en stedenbouw. Hetbestuderen van geslaagde mengpatronen en plan-analyses daarvan, zowel sociologisch als steden-bouwkundig, is een eerste stap. Zo blijkt dat bij eenzekere mate van natuurlijkheid in het mengpatroon,verschillende groepen relatief dicht in elkaars buurtkunnen leven. Het welslagen van de herstructure-ringsopgave is in hoge mate afhankelijk van het ont-wikkelen van zinvolle gemengde woongebieden.

ruimtevormende architectuurDe problematiek van de architectuur in wederop-bouwwijken is paradoxaal: zij is moeilijk en tegelijkeenvoudig. Zij is moeilijk voor die architecten diewaarde hechten aan de uitbundige beeldcultuur vanvandaag de dag. Wederopbouwwijken vragen naarhun aard niet om een architectuur met een grotemate van expressieve onderscheiding. En nu juistdat vormt de moeilijkheid voor de hedendaagsearchitect, die immers slechts door op te vallen kanoverleven in de heersende magazine- en jaarboek-jungle. De feitelijke architectonische opgave is nietmoeilijk voor diegenen die willen meeliften op hetritme van de wederopbouwstad. Het gaat primairom de ruimtevormende werking. De gebouwen vor-men in hun overeenkomsten, ritme en architectoni-sche evenwicht, collectieve gebieden en een decorvoor het aanwezige groen. De wederopbouwstadvraagt om een architectuur van terugtreden, vanruimte maken.Kortom: de wederopbouwstad vraagt om een eigensensibiliteit in planproces, architectuur en steden-bouw. De talrijke buurten en wijken van na de oor-log verdienen een realistische en respectvolle ver-nieuwing: eigentijds en met verbeeldingskracht.Bouwen in de wederopbouwstad biedt daartoe eenhandreiking.

informatieBouwen in de wederopbouwstad is te bestellen bij:Hebly Theunissen ArchitectenArjan HeblyVan Leeuwenhoeksingel 692611 AE DelftT 015 212 38 57F 015 212 3625E [email protected]

Het onderzoek is mogelijk gemaakt door bijdragenvan het Stimuleringsfonds voor Architectuur en de TU Delft.

den haag, moerwijk, project assumburgweg,hebly theunissen architectenfoto: jan versnel, 2003

den bosch, pettelaar, vanaf 1950foto: peter de ruig

omslag publicatie bouwen in de wederopbouwstad, 2005

Page 8: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 8

architectuur lokaal #50. 10-2005

De gemeente Grave neemt deel aan het door de provincie Noord-Brabant geïnitieerdeproject ‘bouwen binnen strakke contouren’. Dit betekent dat de gemeente Grave van mei2003 tot en met mei 2008 de vrijheid heeft om te bouwen binnen bestaand bebouwdgebied, zonder dat daarbij rekening hoeft te worden gehouden met de gebruikelijkerichtgetallen/contingenten van de provincie. Ten behoeve van het project is de woning-bouwbehoefte onderzocht en is een wensbeeld opgesteld om deze behoefte te kunnenaccommoderen.

Uit deze behoefte kwam naar voren dat voor Velp(één van de kleinere kernen binnen Grave) het beleiddient te zijn gericht op het kunnen voorzien in deeigen woningbehoefte indien dit ruimtelijk verant-woord is; afwijking van dit principe is toegestaan alsde leefbaarheid ernstig in het geding is. Bij de aan-wijzing van nieuwbouwlocaties zullen – binnen hetkader van de pilot ‘bouwen binnen strakke contou-ren’– in beginsel alleen uitbreidingslocaties enafrondingslocaties worden betrokken.

starters en seniorenMede omdat de kern Velp in de gemeente het sterkstvergrijst, zal de nadruk vooral komen te liggen op dehuisvesting van starters en senioren. Gebleken is ookdat de behoefte in Velp zich vooral toespitst op vrij-staande en levensloopbestendige koopwoningen.Ook dient de achterstand in de bouw van huurwoning-en (ook de duurdere) te worden ingelopen en moetWoonmaatschappij Maasland haar bezit actief her-structureren, zonder dat de kernvoorraad in omvangafneemt. Het leefbaarheidbeleid van de gemeentezal vooral gericht zijn op de verkeersveiligheid ensociale veiligheid en voorts op de voorzieningen inhet openbaar gebied.Het wensbeeld voor de verdere (woningbouw)ont-wikkeling is vastgelegd in het door Plein 11 opgesteldeRuimtelijk Toetsingskader Grave. Hierin wordeneen aantal potentiële bouwlocaties genoemd voorvooral vrijstaande en halfvrijstaande woningen. Ophet terrein van de zorginstelling Vizier is een voor-malig jezuïetenklooster aanwezig waarin ook ooitverstandelijk gehandicapten waren gehuisvest. In dit prachtige monumentale gebouw, gelegen ineen bosrijke omgeving en direct grenzend aan de kernvan Velp, zouden appartementen kunnen wordengerealiseerd.

aanjaagfunctie bewonersvereniging velp.Het gemeentelijk beleid is door de inwoners van Velpop de voet gevolgd, mede vanwege het feit dat er al

enkele jaren geen nieuwe woningen meer waren ge-bouwd in het dorp. Onder aanvoering van de huidigevoorzitter Harry Opsteegh is toen een verenigingopgericht bestaande uit oude(re) en jonge Velpsemensen. Doelstelling van deze vereniging is het tenbehoeve van haar leden ontwikkelen en (laten) bouwenvan woningen, het vormgeven aan het beheer vangemeenschappelijke zaken en voorzieningen, voort-vloeiende uit die woningbouw en het leveren vaneen bijdrage aan het verbeteren van de leefbaarheidin Velp in de ruimste zin des woords.Van meet af aan was duidelijk dat de vereniging vooralook een aanjaagfunctie had; het gemeentelijk beleidwas weliswaar keurig vastgelegd, maar de feitelijkeuitvoering van de bouwplannen liet op zich wachten.Daar kwam bij dat de gemeente nog nauwelijksbekend was met het fenomeen ‘bewonersvereniging’en vooral contacten onderhield met projectontwik-kelaars en woonmaatschappijen. Uiteraard was hetgemeentebestuur trots op dit burgerinitiatief endroeg dit ook als zodanig uit bij diverse gelegenheden.Na een fase waarin zowel de vereniging als degemeente elkaar aftastten, verloopt de samenwerkinginmiddels zeer voorspoedig. De gemeente laat hetinitiatief volledig bij de bewoners, die van hun kanteen grote betrokkenheid laten zien.

initiatieven bewonersverenigingDat de vereniging zich hierdoor niet uit het veld lietslaan bleek wel uit het notarieel vastleggen van deverenigingsvorm, het werven van leden, het houdenvan enquêtes om de woningbouwbehoefte en leef-baarheidaspecten in beeld te krijgen en het opstellenvan een plan van aanpak. Zo is er een lijst van 60gegadigden van het eerste uur opgesteld, die doormiddel van loting door de notaris, in aanmerkingkomen voor de woningen (er is ook een tweede lijstwaarop mensen staan die zich later hebben aange-meld). Zij (starters en senioren) krijgen inspraak bijhet bouwen en inrichten van de woningenOok werden op het initiatief van de bewonersvereni-

ging informatiebijeenkomsten gehouden, waarbijgemeentebestuurders en pers werden uitgenodigd.Een en ander heeft onlangs geresulteerd in eenintentieovereenkomst tussen gemeente en de bewo-nersvereniging. Hierin zijn de verantwoordelijkhedenvan de partijen vastgelegd, goede afspraken gemaaktover de rol en inspraak van de bewonersverenigingen is er een duidelijke planning opgesteld. Inmiddels zijn ook schriftelijke afspraken gemaaktmet een projectontwikkelaar die de bewoners-vereniging gaat ondersteunen bij het ontwikkelenvan de bouwplannen en het opstellen van het Planvan Eisen. Primair wordt daarbij ingezoomd op hetcentraal in het dorp gelegen kerkplein en omgeving.Deze locatie heeft thans te weinig uitstraling, deschool en de kerk liggen er ietwat verloren bij en hetplein is nauwelijks geschikt voor dorpsactiviteiten.Door het bouwen van woningen en het sfeervol endoelmatig inrichten van het plein, kan hier eendorpshart ontstaan dat bijdraagt aan de bevorderingvan de leefbaarheid in Velp. Voor deze herinrichtingis contact gezocht met een andere ‘dorpsraad’ diegeacht wordt alle verenigingen in Velp te vertegen-woordigen.

informatieBewonersvereniging VelpHarry Opsteegh (voorzitter)Schotsestraat 1a5363 TJ VelpT 06 53 72 06 84E [email protected]

Gemeente GraveHofplein 15361 EX GraveT 0486 47 72 [email protected]/Op weg naar 2010/Woningbouw/ Projecten in uitvoering

Kees Peters

IInnbbrreenngg bbeewwoonneerrssvveerreenniiggiinngg VVeellppBouwen binnen contouren in Grave

Inbreng bewonersvereniging Velp

Page 9: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 9

architectuur lokaal #50. 10-2005

Net als in veel andere naoorlogse wijken wordt in het Rotterdamse stadsdeel Hoogvlietgewerkt aan een herstructurering, die de zieltogende gemeenschap van nieuwe impulsenen een nieuw imago moet voorzien. Maar liefst eenderde deel van alle woningen, vooralde goedkope huurwoningen in gestapelde blokken, wordt afgebroken en vervangen doornieuwbouw, vooral eengezinswoningen voor de wat hogere inkomens. Temidden van dieomvangrijke operatie, waaraan door de deelgemeente en de woningcorporaties noestwordt gewerkt, voert de zelfstandige stichting WiMBY! (Welcome into My Backyard!)een reeks projecten uit die gebaseerd zijn op haar eigen interpretatie van Hoogvliet.

Met het project Co-Housing gaat het om een woning-opgave, waarbij op een 21e-eeuwse manier vormwordt gegeven aan het stedelijke, collectieve karaktervan een satellietstad. Sociale cohesie was een van degrote kwaliteiten van de Hoogvlietse buurten, maarde oorspronkelijke interpretatie van sociale samen-hang, die in de jaren vijftig zijn uitwerking kreeg inde wijkgedachte, is door zijn opgelegde vorm en zijn(grote) schaal niet bruikbaar meer. Toch wordt diesamenhang nog steeds zeer gewaardeerd, ook – juist– door de individualistisch ingestelde huidige bewo-ners. Het verschil is dat groepen bewoners zelf willenbepalen met wie en op welke manier zij collectievenwillen vormen. De woningcorporatie Vestia vroegWIMBY! om samen met hen een project uit te voerenwaarin dit individualistische collectivisme vormkrijgt (en dat al in 2007 opgeleverd moet worden).Het zijn twee individueel-collectieve woonbuurtenin de wijk Meeuwenplaat geworden, waar nu samenmet twee groepen toekomstige bewoners plannenvoor worden uitgewerkt.

waarom co-housing? Andere bewonersgroepen dan de nu aanwezige kun-nen Hoogvliet gevarieerder, levendiger en stedelijkermaken. Dat kunnen mensen met 'vrije beroepen' zijn(schrijvers, fotografen,vormgevers), die thuis hunwerkplek hebben (en daardoor andere woonbehoef-ten hebben dan de standaard eengezinswoning mettuin); mensen met kinderen, die daardoor behoeftehebben aan groene ruimte in de woonomgeving.Het kunnen ook mensen met een bepaalde hobby zijn(sleutelen aan oude auto's of tuinieren), die de ruimtevan Hoogvliet verkiezen boven de binnenstad vanRotterdam. Dit zijn groepen die eisen aan hun huisen omgeving stellen die op dit moment nog geenenkele honorering krijgen. Juist die andere woon-wensen, voortkomend uit andere werkgewoonten,een andere smaak en een ander leefpatroon, kunnenhet karakter van Hoogvliet diverser en interessantermaken. De cohousingprojecten bieden hen de moge-

lijkheid zelf een sociale structuur te creëren. In plaats van de opgelegde vorm van de wijkgedachtegaat het bij Co-Housing om een Intentional Community,waarbij een kleine groep bewoners (ca. 40 gezinnen)bewust kiest voor een vorm van gemeenschappelijk-heid. Niet in de woning zelf, die volledig individueelis, (het is géén groepswonen of commune), maarwel in de extra voorzieningen en de buitenruimte.De bewoners beslissen zelf over het soort voorzie-ningen en het aanzien van de buitenruimte, waaroverzij het beheer zelf regelen.

samen wonenVestia en WiMBY! hebben een onderzoek laten uit-voeren naar de mogelijkheden van cohousing inHoogvliet en daaruit kwamen al snel twee potentiëlegroepen bewoners naar voren. De eerste is een groepmuzikanten. In Rotterdam woont een groot aantalprofessionele musici wiens huis voor het dagelijksemusiceren, repeteren met een band of lesgeven aanleerlingen in het geheel niet geschikt is. Vaak zijn erburen die last hebben van de muziek, óf is er straat-lawaai, dat voor het musiceren voor overlast zorgt.Juist voor deze mensen is Hoogvliet vanwege zijnrustige omgeving en de nabijheid van de centralestad een ideale locatie. Voor hen wordt nu het eersteCo-Housingproject uitgewerkt, dat zal bestaan uit ca.40 woningen. In elke woning is een eigen oefen-ruimte of studio, een parkeerplaats voor de deurvoor de aanvoer van apparatuur en een gemeen-schappelijke ruimte die gebruikt kan worden alsrepetitieruimte voor combo's, om les te geven ofvoor het organiseren van bijvoorbeeld een klein zon-dagmiddagconcert. Behalve voor de musici zelf zaldeze voorziening ook voor de buurt betekenis krijgen.De tweede groep bestaat uit bewoners die geïnteres-seerd zijn in een meer ecologisch verantwoordemanier van leven, met aandacht voor sociale inter-actie tussen de bewoners en voor de mogelijkheidtot spirituele en geestelijke ontplooiing. Hier ligt denadruk op creativiteit, vrijheid en de mogelijkheid

om zelf te (ver)bouwen en uit te breiden. Het parkerengebeurt buiten de woonomgeving en de gemeen-schappelijke voorzieningen zullen bestaan uit eenmoestuin en een praathuis. Deze groep noemt zichHof van Heden.

stedelijke collectiviteitIedere groep stelt andere eisen aan de ruimtelijke enarchitectonische context: de een heeft voornamelijkfunctionele eisen aan de architectuur, maar zou kun-nen profiteren van een hippe en moderne vormgevingals decor voor haar (muzikale) inspanningen; deandere hecht veel meer betekenis aan de atmosferischeen ruimtelijke waarden van de architectuur omdat deomgeving waarin gewoond wordt een cruciaal onder-deel vormt van haar levensfilosofie. Zo heeft iederegroep ook een andere verhouding met de architectengedurende het ontwerpproces. Daarbij moeten detwee buurten ook ingepast worden in de zorgvuldigemanier waarop dS+V (Dienst Stedenbouw en Volks-huisvesting) samen met WiMBY! en de andere belang-hebbenden in de herstructurering om proberen tegaan met de ruimtelijke samenhang van Hoogvliet,zoals die is vastgelegd in het LOGICA project (zie ook:www.wimby.nl) Nu de groepen zijn uitgekristalli-seerd, er een stedenbouwkundige matrix is vastge-legd en de eerste ideeën over de architectonischeontwerpen zijn geformuleerd, kunnen we beginnenmet de stapsgewijze, aftastende uitvoering van ditkleine project met een grote ambitie: het opnieuwuitvinden van wat stedelijke collectiviteit nodigheeft om in de 21e eeuw te kunnen voortbestaan.

informatieWiMBY!Michelle Provoost en Wouter van StiphoutGroene Kruisweg 8193191 VC HoogvlietT 010 416 44 11 06 48 25 34 24 E [email protected]

Michelle Provoost en Wouter van Stiphout

HHuuiizzeenn vvoooorr nniieeuuwwee HHooooggvvlliieetteerrssCo-Housing voor musici en eco's

logo’s: dus architecten

Huizen voor nieuwe Hoogvlieters

Page 10: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 10

architectuur lokaal #50. 10-2005

Bedrijventerreinen en havens met grote fabriekenen zichtbare activiteiten verdwijnen steeds meer uithet Nederlandse landschap. Het bedrijventerreinanno 2005 bestaat vooral uit platte dozen, en hier endaar een kantoorgebouw. Gewerkt wordt er allangniet meer in de bedrijfshallen, want ze zijn vooralbedoeld voor (tijdelijke) opslag. Een neutrale doosmet een flexibele plattegrond voor wisselende pro-ductie of opslag is de meest geëigende vorm gewor-den voor huisvesting van transportbedrijven. Debouw van dergelijke neutrale hallen is alleen moge-lijk door de productie van gestandaardiseerdebouwelementen en is daardoor uit het architectoni-sche denken verdwenen als ontwerpopgave. Dedozen ontstaan tegenwoordig op de tekentafel vanbouwbedrijven. En dat is zonde, want er is wel dege-lijk eer te behalen aan het ontwerpen van dozen,architecten kunnen daar dus een waardevolle bij-drage aan leveren.

perfecte dozenIn de studie De Perfecte doos, over de architectuur vanbedrijfshallen in Nederland heeft het bureau DaF-architecten de problematiek rond de architectuurvan de bedrijfshal nader onderzocht. Met het onder-zoek wordt aandacht gevraagd voor dit type archi-tectuur en wordt benadrukt dat het gaat om eenarchitectonische ontwerpopgave. De studie plaatstde hal in de historie van de industriële architectuuren geeft een overzicht van de aspecten die bij de tot-standkoming van een bedrijfshal aan de orde zijn.Ook wordt de hal architectonisch gedefinieerd doorverschillende typen te onderscheiden. De kritiek van DaF-architecten richt zich mede opde geslotenheid van bedrijfshallen. Gevels vanbedrijfshallen zijn vaak gesloten omdat er toch geenmensen aan het werk zijn en er dus geen behoefte isaan daglicht. Daardoor is het volgens DaF-architec-ten van buitenaf onzichtbaar wat er binnen gebeurt,terwijl een bedrijfsgebouw door een interessanterelatie tussen binnen en buiten zijn expressieloos-heid kwijtraakt. Pas dan worden de dozen ‘leesbare’objecten voor mensen die niets met de bedrijvigheidte maken hebben: het gebouw functioneert dan alsvisitekaartje.De auteurs menen dat regelgeving en coördinatievan gemeenten geen garantie bieden voor ruimte-lijke kwaliteit. Gemeenten die met de ontwikkelingvan bedrijventerreinen economisch hun slag willenslaan, zijn het grootste probleem. In de concurren-tie met andere gemeenten worden visionaire plan-

nen en regels over aankleding en inpassing nietgemaakt of (te) ruim geïnterpreteerd. Bij de bouw van bedrijfshallen is de rol van eenarchitect vaak miniem. Hoogstens wordt hij ingezetals een soort esthetisch consulent die mag zorgenvoor de verfraaiing van de gevel, het materiaal- enschilderadvies en het logo-ontwerp. Eén van de con-clusies uit het onderzoek is dan ook dat de architectzich weer zou moeten mengen ‘in de ontwikkelingvan het bouwproduct en weer meester wordt overzijn vormgevingsmogelijkheden. Dat biedt hoopvoor de toekomst’. De auteurs van De Perfecte doosillustreren hun stelling onder andere aan de handvan een aantal projecten van het architectenbureauCepezed. Dit bureau bouwde de laatste jaren eenreeks bedrijfsgebouwen en bemoeit zich nadrukke-lijk met productontwikkeling van bouwmateriaal.Cepezed of het aan hen gelieerde bedrijf BouwteamGeneral Contractors fungeert vaak als hoofdaanne-mer. Er wordt gestreefd naar montage van geprefa-briceerde producten. Het ontwerp wordt ter verge-makkelijking opgedeeld in op zichzelf staandeelementen, die seriematig geproduceerd kunnenworden. Dat kan een gevelpaneel, een vloerelementof een gehele sanitaire unit zijn. Deze manier vanwerken levert tijdswinst op en kan daardoor quakosten concurreren met een door een bouwbedrijfontworpen reguliere hal.

de opdrachtgever op terreinniveauDe conclusie uit het onderzoek van DaF-architectenis dat architecten vaker dan zij nu doen, een belang-rijke rol zouden moeten spelen bij het ontwerpenvan afzonderlijke bedrijfshallen. Op zich is dat eengoed idee, maar ik zou daar nog iets aan toe willenvoegen, namelijk voor wie deze conclusies interes-sant zijn. Het lijkt erop dat de auteurs van De Perfectedoos zich richten tot architecten, en hoewel er wordtgezegd dat regels van lokale overheden geen garantievoor kwaliteit bieden, verzuimen zij om aan tegeven dat juist dáár de verantwoordelijkheid ligt: bijde opdrachtgevers. Deze opdrachtgevers op terrein-niveau zijn overigens niet meer alleen de gemeen-ten, steeds vaker mengen projectontwikkelaars zichin het proces. Juist deze opdrachtgevers op het terreinniveau kunnen regels (laten) formuleren voorde bebouwing van een bedrijventerrein. Bij verschil-lende bedrijventerreinen die Architectuur Lokaal inde studie Werk in uitvoering heeft beschreven, werdbijvoorbeeld geëist dat het gebouw door een inge-schreven architect werd ontworpen. Ook kan de

opdrachtgever een architect of stedenbouwkundigeinschakelen om een beeldkwaliteitplan te maken entoe te zien op de naleving daarvan. Dus óók op terrein-niveau is een rol weggelegd voor de ontwerpendedisciplines. Of de opdrachtgevers op terreinniveau nu eisen stel-len aan de gebouwen of niet, uiteindelijk bepaalt deopdrachtgever op kavelniveau wie het pand gaatontwerpen. Er ligt dus ook een grote verantwoorde-lijkheid bij de bedrijven zelf, die als opdrachtgevervoor hun eigen gebouw optreden.Twee voorbeelden kunnen dit illustreren. Project-ontwikkelaar Ballast Nedam gaf voor het bedrijven-terrein IJsseloord 2 in Arnhem aan architect PhilipVencken van bureau GroupA Aukett opdracht hetstedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitplanop te stellen. Ook trad Vencken op als supervisor encontroleerde de ontwerpen van nieuwe bedrijfspandenaan het beeldkwaliteitplan. Volgens Vencken hoevendozen helemaal niet ‘lelijk’ te zijn. Als ze allemaal maaraan relatief eenvoudige maar strakke regels voldoen,kan volgens hem ruimtelijke kwaliteit ontstaan.Vencken wilde eenheid in materiaalgebruik; in zijnbeeldkwaliteitplan stelde hij als eis, dat er een alu-minium gevelplaat moest worden aangebracht endat bij voorkeur hout zou moeten worden gebruikt.Ook werden er eisen gesteld aan reclamegebruik(reclame-uitingen mogen niet boven het dak uitste-ken) en aan de kleuren van de gebruikte materialen. Een ander voorbeeld is bedrijventerrein FlightForum in Eindhoven. In het beeldkwaliteitplan datarchitectenbureau MVRDV in opdracht van degemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate maak-te, wordt het ontwerpen van dozen tot ware kunstverheven. Het terrein bestaat uit zes clusters, waarvan er vijf bebouwd worden met ‘luchtvaartgerela-teerde bedrijven’, transportbedrijven dus, die veelalin dozen huizen. De eisen van MVRDV voor FlightForum gingen nog iets verder dan op IJsseloord 2.De clusters moesten uiteindelijk volledig volge-bouwd zijn. De gebouwen van bedrijven die eenkavel op een van de clusters kochten, moesten dusde volledige kavel bedekken. En omdat de kavelgren-zen vloeiend zijn, ontstonden geen standaarddozenmet rechte lijnen en scherpe hoeken. Daarnaastmoesten kopers van een kavel dus een gebouw neer-zetten, dat aansloot op het gebouw van de buren.Verder dienden de volumes in één materiaal ofpatroon te worden uitgevoerd en mochten er geenluifels uitsteken.

Jetse Oosterbaan Martinius

EEeenn ddooooss aallss oonnttwweerrppooppggaavveeOver bedrijfshallen en bedrijventerreinen

Langs de Nederlandse snelwegen staan bedrijfshallen, bouwmarkten en meubelboule-vards steeds vaker vol in het zicht. De automobilist ziet al van verre het strakke bedrijfs-gebouw met zijn pregnante logo’s en zijn strakke vorm. Bedrijventerreinen lijken uit nietveel meer te bestaan dan parkeerplaatsen met wat dozen ertussen. Het merendeel vandie dozen wordt allang niet meer door architecten ontworpen, maar door tekenaars bijeen bouwbedrijf. En dat is jammer volgens het architectenbureau DaF-architecten, dateen studie heeft verricht naar de architectuur van bedrijfshallen.

Een doos als ontwerpopgave

Page 11: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 11

architectuur lokaal #50. 10-2005

kavels en terreinenDe auteurs van De Perfecte doos concluderen dat hetontwerpen van een lege hal wel degelijk een uitda-ging kan zijn voor architecten. Dat mag zo zijn, maarde opgave voor opdrachtgevers op terreinniveau ismisschien nog wel belangrijker. Dan gaat het om debasisvoorwaarden, waaronder een beter geheel kanontstaan dan op het gemiddelde bedrijventerrein. De studie van DaF-architecten geeft aan dat de wilbij architecten om hallen te ontwerpen aanwezig is,het is nu aan de opdrachtgevers om hen te betrekken,bij het ontwerp van bedrijventerreinen.

informatieHet boek Werk in uitvoering, opdrachtgevers en bedrijventerreinen is te bestellen via www.arch-lokaal.nl en kost € 22,50 (excl. verzendkosten).

De perfecte doos. Over de architectuur van bedrijfshallen in Nederland, is te bestellen via [email protected]

porsche zentrum-stuttgart, ontwerp, architectenbureau cepezed b.v.foto: fas keuzenkamp

beeldkwaliteitplan mvrdv i.o.v. de gemeente eindhoven en schiphol realestate voor bedrijventerrein flight forum in eindhoven

van boven naar onder:bedrijfshal flight forum, eindhovenbedrijfshal ijsseloord 2, arnhembedrijfshal ijsseloord 2, arnhembedrijfshal fight forum, eindhovenfoto’s: joost brouwers

Page 12: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 12

architectuur lokaal #50. 10-2005

Het project Face Your World laat kinderen en jongeren hun eigen leefomgeving onder-zoeken en geeft ze instrumenten om hun omgeving te veranderen, als een echte steden-bouwkundige. Het is in Nederland opgezet als VMBO-scholenproject op initiatief vanSKOR en kunstenares Jeanne van Heeswijk. De speciaal ontwikkelde software voor hetproject, de Interactor, is een interactieve actuele verbeelding van de buurt, inclusief eenvirtuele stedenbouwkundige die als coach optreedt bij het maken van nieuwe plannen.

In januari 2005 startte Face Your World in hetAmsterdamse stadsdeel Slotervaart. Het was depilot in Nederland. In Slotervaart hebben scholierenin een zogenoemd Stedelijklab onder begeleidingvan Van Heeswijk en architect Dennis Kasporimaandenlang gewerkt aan het ontwerp voor eenpark in hun eigen Staalmanpleinbuurt, dat daad-werkelijk gerealiseerd wordt. In juli werd in het Ste-delijklab het voorlopige ontwerp gepresenteerd.

speelplekken, chill-plek en doe-groenDe ontwerppresentatie van het toekomstige Staal-manpark kende een formeel gedeelte met speechesen paneldiscussies, maar was ook een goed verzorgdsocial event. Schrijver dezes was nauwelijks het Ste-delijklab, een tot ontwerpstudio omgebouwde gym-zaal, binnengelopen of hij kreeg een glaasje munt-thee aangeboden en smakelijke deeghapjesvoorgeschoteld die door buurtkinderen werden

rondgedragen op zilveren schalen. Ook tal vanbuurtbewoners en andere geïnteresseerden warenpolshoogte komen nemen. Er heerste een huiselijkegezelligheid, men keek wat rond en her en der warentheekransjes gaande. In de grote partytent buitenzaten vooral Marokkaanse moeders, gescheiden vande mannen, in afwachting van het aangekondigdeprogramma en de barbecue. Na nog geen vijf minu-ten later kwam een meisje aangelopen. ‘Wordt u alrondgeleid?’ Wat volgde was een rondgang langs devele collages die aan de muren van het voormaligegymzaaltje hingen. Knipsels en schetsjes toondende veelheid aan suggesties die de kinderen voor hetpark hadden gedaan. Thema’s als speelplekken,chill-plek en doe-groen hadden tot allerlei inventiefsgeleid. Zoals ‘doe-bomen’ (bomen gecombineerdmet speeltoestellen) waarvan vele verschillendesoorten blijken te bestaan: een discoboom, boks-boom, uitkijkboom, lampboom, snackboom, glij-

boom, internetboom, autobandschommelboom,kapstokboom en bijvoorbeeld een feestboom. Langniet allemaal haalden ze overigens het uiteindelijkeontwerp. Wel komt er een Tarzanboom.Middenin het Stedelijklab stond een maquette vanhet voorlopige ontwerp in groene klei. Het idee isdat het gehele park uit licht glooiende heuvels zalbestaan, waartussen diverse door de kinderen zelfbedachte objecten geplaatst zullen worden. Door het park loopt een pad in de vorm van eenpaperclip, dat gebruikt kan worden als trimbaan endrie verschillende zones met elkaar verbindt: eensport- en activiteitenzone, een rustige familie/ver-blijfszone en een speel- en ontdekzone. De meest inhet oog springende onderdelen zijn verder eensportveld, een fontein, een klimwand annex beheer-derhuisje, een zitkuil en een standbeeld van DeStaalman, die volgens de kinderen in een van de col-lages eruit zou mogen zien als David Beckham.

SScchhoolliieerreenn oonnttwweerrppeenn hhuunn eeiiggeenn ppaarrkkStedelijke vernieuwing met bewoners

Arjan Reinders

foto’s skor

Scholieren ontwerpenhun eigen park

Page 13: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 13

architectuur lokaal #50. 10-2005

Na de privé-rondleiding volgden enkele ronde tafel-discussies waaraan alle aanwezigen mochten mee-doen. Over hoe het park eruit gaat zien, maar ookover de toekomstplannen voor de rest van de wijk eneen onderwerp als buurtparticipatie. Staatssecreta-ris van Cultuur Medy van der Laan, die op werkbe-zoek was, ging met een groep kinderen rond de tafel. Stadsdeelbestuursvoorzitter Henk Goettsch liet ineen speech weten ‘trots’ te zijn op de buurt enbeloofde niet lichtzinnig met het ontwerpvoorstelvoor het park om te gaan. Streetwise, een groepactieve buurtjongeren, had nog een debat georgani-seerd over de vraag hoe je mensen meer kunt betrek-ken bij ontwikkelingen in hun buurt. Probleem isdat stadsvernieuwing vaak een langdurig proces isen dus een lange adem vergt. ‘Geef mensen een taakbinnen het hele proces,’ was daarop het pleidooi vanVan Heeswijk. ‘Hier hebben betrokken jongeren bij-voorbeeld zelf meegeholpen met het verspreidenvan informatie over alle plannen.’ De strekking van haar woorden bereikte in derumoerige partytent niet iedereen, maar dat maaktede dag nauwelijks minder geslaagd. Het vlees gingop de grill en het bleef nog lang onrustig op hetStaalmanplein.

zelfstandig denkenHet project Face Your World vond al eens eerderplaats, in Amerika. Jeanne van Heeswijk ontwikkel-de het in 2002 voor de stad Columbus in Ohio, insamenwerking met het Wexner Center for Arts,COTA (Central Ohio Transport Authority) en de Greater Columbus Arts Council’s Children. Samenmet filosofe Maaike Engelen bedacht ze hiervoor het

computerprogramma Interactor. In plaats van eengymzaal werd daar een stadsbus tot digitale werk-plaats omgetoverd. Kinderen van zes tot twaalf kon-den meerijden en hun buurt virtueel aanpassen aande eigen behoeftes en smaak.De media zaten er inAmerika bovenop. Politici spraken zich erover uit ende burgemeester klopte er zichzelf mee op de borst.‘Maar uiteindelijk was ik er niet helemáál tevredenover,’ zegt Van Heeswijk. ‘Het hield iets teveel hetkarakter van een naschoolse opvang.’Hierna werd, in opdracht van en in samenwerkingmet SKOR (Stichting Kunst en Openbare Ruimte),onderzocht of de Interactor verder te ontwikkelenwas voor de onderbouw van het VMBO. Van Hees-wijk: ‘Maaike Engelen is filosofe, maar zij heeft ookveel gedaan om zelfstandig denken in het VMBO-onderwijs te stimuleren. Zij kwam met het idee omte onderzoeken of het programma zodanig aan tepassen was dat het ook inzicht zou geven in hoebesluitvormingsprocessen werken. Op die manierzou het heel goed kunnen aansluiten bij de huidigebehoefte aan praktijklaboratoria in het VMBO.’Om een start te maken met dit onderzoek werdsamengewerkt met Cinekid. Tijdens het Cinekid-festival in 2003 beleefde de demoversie van deNederlandse Interactor zijn première onder de titelDe kijk van de kinderen op hun stad. In deze versiewerden kinderen uitgenodigd om de binnenstad vanAmsterdam te herontwikkelen. ‘De zaal zat vol kin-deren én experts op het gebied van nieuwe media,’zegt Van Heeswijk. ‘Volgens die laatste groep konhet een volwaardig programma worden. Er bestaatnog weinig software die laat zien hoe besluitvor-mingsprocessen werken.’

Maar software ontwikkelen is dure business. Van-daar dat het Amsterdams Fonds voor de Kunsten(AFK) werd benaderd. Met steun van dit Fonds konde software verder worden ontwikkeld tot eengeheel vernieuwde versie met extra mogelijkhedenen voor een iets oudere doelgroep (10-15 jaar).Bovendien had het AFK net besloten om een tijdjeenkel kunstopdrachten in de Westelijke Tuinstedente verstrekken, in plaats van verspreid over de stad.Vandaar dat begin 2005 het pilot-project kon begin-nen in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Omprecies te zijn de verouderde Staalmanpleinbuurt,met een concentratie van gezinnen met sociaal-eco-nomische achterstanden, waar men juist gingbeginnen met herontwikkeling. Van Heeswijk: ‘Ik dacht toen: als het werkelijk eenpraktijklaboratorium is, dan hoort er een opdrachtbij. In Amerika hadden we die niet, waardoor de kin-deren nooit werkelijk in charge van hun omgevingwaren. In Slotervaart lag al wel een stedenbouwkun-dig masterplan, maar dat was nog niet ingevuld.Toen hebben we bijna een jaar gelobbyd om daar vanhet stadsdeel een opdracht voor te krijgen.’Uiteindelijk werd dat het Staalmanpark. In het Ste-delijklab op het Staalmanplein, gesponsord door hetStedelijk Museum en direct naast het toekomstigepark gesitueerd, konden de leerlingen van de lagereschool Professor Einstein en het Calvijn Junior College (VMBO) werken aan het ontwerp, onderbegeleiding van Van Heeswijk, architect DennisKaspori, de ontwerpafdeling van het stadsdeel enexterne deskundigen. Een serieuze opdracht, wanthet moest aan een aantal vaste eisen voldoen ennaast de eigen wensen en behoeften, moest ook met

Page 14: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 14

architectuur lokaal #50. 10-2005

die van de andere buurtbewoners – onder meer hunouders – rekening worden gehouden. ‘De kinderenleerden dus meteen ook om te gaan met bemidde-lingsprocessen’, aldus Van Heeswijk.‘Verder was het heel belangrijk dat het ontwerpengebeurde in een niet-schoolsituatie. De virtuelerepresentatie van de buurt helpt enorm om een indrukte krijgen van de werkelijke situatie. Maar juist decombinatie werkte erg goed. Als de kinderen decomputer uitzetten en naar buiten liepen, stonden zemeteen tegenover hun toekomstige park. En konden zebeter inschatten of een idee haalbaar zou zijn of niet.’

hele buurt betrokken bij projectVan Heeswijk heeft als kunstenaar een flinke naamopgebouwd met sociaal geëngageerde projecten inde openbare ruimte. Een jaar geleden was ze uitver-koren om Nederland te vertegenwoordigen tijdensde prestigieuze Biënnale van Venetië. Haar projec-ten worden over het algemeen gekenmerkt door eenspecifieke plaatsgebondenheid en een grote betrok-kenheid met de omringende bewoners. Een van haarlaatste grote projecten was De Strip in Vlaardingen. In 1995 werd ze door de gemeente aldaar gevraagdom een masterplan te schrijven voor een wijk die opde schop moest, de zogenaamde Westwijk, waar veelverschillende bevolkingsgroepen wonen. Het werdiets anders. Ter voorbereiding op herbestemmingwilde een woningbouwvereniging een lange strookwinkels, een strip met 36 honderd vierkante meterruimte, dichttimmeren en door een kunstenaarlaten beschilderen. Van Heeswijk realiseerde erdaarentegen een tijdelijke dependance van MuseumBoijmans Van Beuningen, ateliers voor kunstenaars,een videotheek en een ruimte voor videoproductie(gerund door Peter Westenberg), allerhande jonge-

renactiviteiten (door showroom MAMA) en theater-voorstellingen. Met succes: de tijdelijke voorzienin-gen werden actief benut.‘Er was dus een basisvertrouwen,’ zegt Harrie Wien,de projectleider van het werkgebied rondom hetStaalmanplein. ‘Van Heeswijk is iemand die iets rea-liseert, die waar maakt wat ze zegt. Dat maakt indruk.’Toch moest het stadsdeel overgehaald worden.Wien: ‘Voor de gemeente was het een gewaagd pro-ject: je geeft toch het ontwerp van iets uit handen.Uiteindelijk moet het park wel uitvoerbaar zijn,daarmee loop je een risico. Vanaf het begin kon hetplan echter ook op enthousiasme rekenen. Interes-sant was natuurlijk dat het uiteindelijke ontwerpgedragen zou worden door de hele buurt. Daarbijwas het een voordeel dat het specifiek om een parkging. Bij stedenbouwkundige vernieuwing heb jemet een veel langer traject te maken. Maar dat hetVan Heeswijk gelukt is om de hele buurt erbij tebetrekken, is bewonderenswaardig. Op een inspraak-avond komen normaal gesproken met name de watoudere mensen af. Jongeren, de middengroep en allochtonen zijn erg moeilijk te bereiken.’Van Heeswijk: ‘Als het je lukt om de jeugd enthou-siast te krijgen en jongeren hun eigen achterban telaten mobiliseren, kom je een heel eind. Al met alheeft de gemeente door Face Your World toch eenvrij compleet inzicht gekregen in wat de mensen diedaar wonen willen. Nu moet het alleen nog uitge-voerd worden. Het voorlopige ontwerp wordt nudoorgerekend en voorgelegd aan de deelraad. Vanafvolgende zomer, of de zomer dáárop zal met de aan-leg begonnen worden. Het hangt af van een nieuweschool die direct naast het park moet komen te lig-gen. Ook dáár is in het ontwerp rekening meegehouden.’

informatieOp www.faceyourworld.nl is een wekelijks verslagvan de ontwikkelingen van de leerlingen en degebeurtenissen in het Stedelijklab te lezen. Ook ishet creatieve proces gevolgd door filmmakers AliHaselhoef en Inge Willems die het project documen-teren. Zij deden dit in opdracht van SKOR en hetAmsterdams Fonds voor de Kunst, onafhankelijk vanFace Your World en werden geassisteerd door scholierenvan de VMBO school TEC Amsterdam (afdeling licht,beeld en geluid). Deze verslaglegging zal in de loopvan tijd uitgroeien tot een volwaardige documentaire.De Universiteit van Amsterdam doet momenteelonderzoek naar de ontwikkeling van de aan Face YourWorld werkende leerlingen en het gebruik van nieuwetechnologieën. SKOR onderzoekt of het Stedelijklabook op andere plaatsen kan worden uitgevoerd.

SKOR is een landelijk opererende organisatie die detaak heeft bijzondere beeldende kunstprojecten terealiseren. Door op te treden als adviserende enbegeleidende partij wil de stichting het opdrachtge-verschap op dit gebied bevorderen en verbeteren.SKOR werkt samen met gemeenten, culturele instel-lingen in de gezondheidszorg en het onderwijs,maar ook private organisaties en rijksoverheid. Destichting wordt gesubsidieerd door het Ministerievan OCW.

SKOR (Stichting Kunst en Openbare Ruimte)Ruysdaelkade 21072 AG AmsterdamT 020 672 25 25F 020 379 28 09E [email protected]

Page 15: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

architectuur lokaal #50. 10-2005

pagina 15

Duurzame stedenbouw is stedenbouw met oog voor mens en milieu, die lang meegaat en blijft voldoen aan actuele eisen. De publicatie Duurzame Stedenbouw, perspectievenen voorbeelden, beschrijft de stand van zaken in de praktijk van duurzame stedenbouw.Met een historische schets en met voorbeelden van hedendaagse projecten willen deauteurs laten zien dat duurzame stedenbouw geen utopie is, maar zich in de dagelijksebouwpraktijk steeds verder ontwikkelt.

Duurzame Stedenbouw, perspectieven en voorbeeldenis een vervolg op het handboek Nationaal PakketDuurzame Stedenbouw uit 1999. Binnen de vakwereldwas er behoefte aan een inspirerend voorbeeldenboek.De werkgroep Duurzame Stedelijke Ontwikkeling –samengesteld uit leden van de beroepsverenigingenBNSP en NVTL – analyseerde en beschreef vijf zeeruiteenlopende projecten die werden geselecteerd uitruim tweehonderd voorbeeldprojecten van de Sti-muleringsregeling Intensief Ruimtegebruik (StIR)en het Innovatie Programma Stedelijke Vernieuwing(IPSV). De vijf projecten zijn heel verschillend enwaren stuk voor stuk complexe stedelijke opgaven:de herontwikkeling van het terrein van het gemeen-telijk waterleidingbedrijf het GWL-terrein in Am-sterdam, de ecologische woonwijk EVA-Lanxmeerin Culemborg, de naoorlogse woonwijk Schalkwijkin Haarlem, Bedrijvenstad Fortuna in Sittard en deherontwikkeling van twee voormalige bedrijventer-reinen in Ulft in de Achterhoek. In de projectbeschrij-vingen komen ook referentieprojecten aan de orde.

communicatie onontbeerlijk voor slagen projectEen belangrijke les die getrokken kan worden uit dezevoorbeelden is, dat mensen en communicatie essen-tieel zijn voor het haalbaar maken van een duurzamestedelijke ontwikkeling. Het duurzame plan heeft een‘verhaal’ nodig om de vaak ingewikkelde materie ookvoor leken inzichtelijk, begrijpelijk en aanstekelijk temaken. Zonder draagvlak kan zelfs een uitmuntendplan niet worden gerealiseerd. Voorbeeldprojectenzoals De Hutten en het GWL-terrein leren dat het nodigis om de betrokkenen op meerdere momenten in hetproces te horen, zodat hun wensen in de afwegingenkunnen worden meegenomen. Het betekent niet datalle betrokkenen hun zin krijgen of het eens zijn met

het plan. Maar het plan is alleen te accepteren alsbegrepen kan worden waarom welke keuzen zijngemaakt. Het communicatieplan zou daarom eenverplicht onderdeel van het planproces moeten wor-den, zodat vanaf het begin gewerkt wordt aan draag-vlak bij de betrokkenen. Een succesvol voorbeeld ishet plan EVA-Lanxmeer. Een grote groep toekomstigebewoners was hier samen met deskundigen betrokkenbij het gehele proces, vanaf de conceptuele visievormingtot aan de concrete planvorming. Zij droegen zicht-baar bij aan een steeds wijdere kring van acceptatie.Duurzame stedenbouw vaart wel bij dit enthousias-me en engagement. In vrijwel elk geslaagd projectzijn markante, vasthoudende sleutelfiguren aan tewijzen die het project dragen. Dit geldt ook voor hetGWL-terrein, De Hutten en Fortuna. Duurzame stedenbouw is ook in een ander opzichtmensenwerk: mensen zijn bereid zich in te zetten vooriets goeds maar willen wel graag zichtbare resultaten:de maatregelen moeten ‘beleefbaar’ zijn, zichtbaarwerken, en mogen geen negatieve financiële conse-quenties hebben. Dat leert bijvoorbeeld de casusSchalkwijk. Ondanks alle brochures en voorlichtings-avonden sloeg het enthousiasme van de plannenma-kers niet over op de bewoners. Het ingenieuze van deplannen – zoals energiebesparing door aanpassingenaan de appartementencomplexen - was niet genoegzichtbaar, de voordelen onvoldoende voelbaar. Het eerste deel van het voorbeeldenboek bestaat uiteen omvattende reflectie op duurzame stedenbouw,een schets van heden en verleden en een perspectiefop de toekomst. Daarbij is ondermeer gebruik gemaaktvan een tweetal rondetafel-gesprekken met kopstuk-ken uit het werkveld. Goede stedenbouw is per definitie duurzaam was een van de conclusies uitdie gesprekken. Maar in de praktijk gaat dat niet vanzelf: vele inspanningen, ideeën, vaardigheden en

instrumenten zijn nodig. Duurzame stedenbouw isniet vanzelfsprekend.

informatieDuurzame Stedenbouw, perspectieven en voorbeelden isgemaakt in opdracht van het Ministerie van VROM,de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting(SEV), SenterNovem Agentschap voor duurzaamheiden innovatie, Habiforum Kennisnetwerk innovatiefen meervoudig ruimtegebruik en de Vereniging vanNederlandse Gemeenten (VNG).Uitgeverij Blauwdruk in samenwerking met StichtingBeursloge projecten, ISBN 90-75271-19-4, 176 pag., € 37,00 (excl. verzendkosten).

De publicatie is ook als bundel verkrijgbaar samenmet het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw en eencd-rom met het Referentiekader Duurzame StedelijkeOntwikkeling van de Provincie Gelderland. ISBN 90-75271-22-0, 188 pag., € 48,00 (excl. verzendkosten).

Marcelis Wolak LandschapsarchitectuurAntony Marcelis Postbus 1556860 AD OosterbeekT 026 339 01 51 F 026 339 01 [email protected]

Antony Marcelis en Harry Harsema

eva-lanxmeer, culemborg, combinatie vanwaterberging, ecologie en openbaar groenfoto’s: joost brouwers

gwl-terrein, amsterdam, de watertoren is van alle kanten zichtbaar als landmarkin de buurt

DDuuuurrzzaammee sstteeddeennbboouuww hheeeefftt vveerrhhaaaall nnooddiigg

de nutstuinen vormen een belangrijk onderdeel van het groen in de woon- en leefomgeving van de bewoners

Duurzame stedenbouwheeft verhaal nodig

Page 16: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 16

architectuur lokaal #50. 10-2005

In de lichting 2005 gaan veel afstudeerders in opactuele en maatschappelijke vraagstukken. Voor-beelden zijn de integratie van de verschillende cul-turen in Nederland, de hereniging van Cyprus, deherinrichting van Ground Zero, het wonen en wer-ken in de stad en een luchthaven voor de prijsvech-ters. Daarnaast zijn er ook poëtische tijdloze plan-nen voor het wonen in de polder of een museum.Kortom: de oogst van de beste afstudeerplannen vande Nederlandse ontwerpopleidingen is rijk en diversen straalt de ambitie uit van een nieuwe generatieontwerpers, die klaar staat om elke denkbare ont-werpopgave die er toe doet aan te pakken.Vorig jaar concludeerde Paul Groenendijk in zijnonderzoek naar 25 jaar Archiprix dat het initiatiefstructureel een belangrijke positieve bijdrage levertaan het architectuurklimaat in Nederland en onmis-baar is voor het overbruggen van de kloof tussenstudie en beroepspraktijk. Aan die taak blijft Archi-prix in de toekomst inhoud geven. In de slipstreamvan de activiteiten van Archiprix ontstaan nieuweinitiatieven die gefaciliteerd worden door het 'insti-tuut' dat Archiprix inmiddels geworden is. Soms

initieert Archiprix die initiatieven zelf, in anderegevallen wordt de Archiprix 'gebruikt' door derden.In binnen- en buitenland staat de Archiprix bekendals een podium voor veelbelovende architecten, ste-denbouwers en landschapsarchitecten. Niet alleenopdrachtgevers, werkgevers en opleidingen maarbijvoorbeeld ook organisatoren van prijsvragen enworkshops weten steeds beter via de Archiprix debeginnende getalenteerde ontwerpers te vinden.Voor de Archiprix deelnemers betekent dat evenzo-veel kansen om hun talenten te benutten en verderaan te scherpen.

internationaalNaast de nationale Archiprix organiseert Archiprixsinds 2001 de Archiprix International. Aan de Archi-prix International kunnen alle hogere ontwerpoplei-dingen ter wereld meedoen. Een groeiend aantalpresenteert zich op dit eerste en enige podium voorhet mondiale onderwijsveld. De Archiprix Interna-tional wordt tweejaarlijks georganiseerd met wisse-lende partners in het buitenland. Na Rotterdam in2001 en Istanbul in 2003 werden in juni van dit jaar

in Glasgow de HunterDouglas Awards uitgereikt aande winnaars van de Archiprix International 2005. In2007 is China aan de beurt, waar wordt samenge-werkt met de Tongji Universiteit in Shanghai.

informatieOver Archiprix 2005 en Archiprix International 2005verschenen de volgende publicaties:Archiprix 2005, De beste Nederlandse studentenplannen.Redactie Henk van der Veen, 80 pag, ISBN 90 6450 552 7, € 24.50, Archiprix International 2005, World's best graduationprojects. Redactie Henk van der Veen, 128 pag., met dvd, ISBN 90 6450 556 x, € 29.50.

ArchiprixHenk van der VeenMuseumpark 253015 CB RotterdamT 010 440 12 00E [email protected]

AArrcchhiipprriixx 22000055De beste afstudeerplannen

Archiprix presenteert jaarlijks de beste afstudeerplannen op het gebied van de architectuur,stedenbouw en landschapsarchitectuur van de Nederlandse ontwerpopleidingen: de TU's in Delft en Eindhoven; de academies van bouwkunst in Amsterdam, Rotterdam,Tilburg, Arnhem, Groningen en Maastricht en Wageningen Univeriteit.

Henk van der Veen

concrete poetry, an underground club ontop of the north-southline. eervolle vermelding. petra van de ven

De ondergrondse club is gesitueerd in het centrumvan Amsterdam, boven het metrostation Vijzelgrachtin de 'Noord-Zuidlijn'. De ondergrondse ruimte krijgthet karakter van een kathedraal waar het levengevierd wordt. De kathedraal, die de gehele ruimteboven het station vult, is opgebouwd uit gewelvenwaarbij de buitenkant en de binnenkant in elkaaroverlopen. Deze nieuw ontwikkelde vorm is ver-gelijkbaar met een Möbius lint of de fles van Klein.

hhn low cost carrier terminal tweede prijstheo reitsema

Het ontwerp voor een passagiersterminal voorFrankfurt-Hahn Airport (HHN) presenteert eenantwoord op de stormachtige ontwikkelingen in deluchtvaart. De terminal is modulair opgebouwd.Door het uitgekiende concept zijn de looplijnenkort, het bagagesysteem efficiënt en blijft de opper-vlakte in de terminal beperkt tot 9 m2 per passagier.Ter vergelijking: op Schiphol is dat 30 m2 per passa-gier, op Kuala Lumpur International Airport zelfs60 m2. De routing in de terminal sluit op natuurlijkewijze aan bij het vliegen. Bij vertrek stijgen de pas-sagiers in het gebouw op naar het licht dat door delichtpatio’s binnen valt. De ervaring van het vliegenis optimaal.

islamitische begraafplaats amsterdam Eerste prijsfurkan köse

De Islamitische begraafplaats in Amsterdam omvattevens een moskee en een uitvaartcentrum aanweerszijden van de begraafplaats. De architectuurcombineert op subtiele wijze modernistische refe-renties met de islamitische ornamentiek. Het pro-ject gaat over het alledaagse, over leven en dood enover de tweede generatie allochtonen in Nederland.Door het verschuiven van het perspectief voor eengrote groep allochtonen van tijdelijke naar blijven-de vestiging in Nederland, is de behoefte ontstaannaar een eigen plek waar overleden islamieten opeen waardige manier begraven kunnen worden. Delaatste jaren staat de islam in een negatief daglicht.Dit plan probeert een positieve bijdrage te leverenaan de discussie over de integratie en het Islamiti-sche idioom in de Nederlandse context.

Archiprix 2005

Page 17: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 17

architectuur lokaal #50. 10-2005

a new dimension to the urban landscapepatrick miemietz

de andere stad · l'autre villenanne verbruggen

huis van culturenhilde van dijk

jit-life! (just-in-time-living)alex doezé

nicosia media centerjasper tonk

thuishaven en uitvalsbasiswoon- en openbaar gebouw, ijburgfloris peeters

adres bekendriëtte bosch

designing the a6 urban voidbart wubben

identity in the generic citykenny tang & sammy chen

le pays basbas van bolderen

onverklaarbaar bewoondjeroen boersma & coen germeraad

villa al-chamanmaarten scheurwater

architectural obstinacyjorrin ten have & jeroen hagendoorn

het eilandverhaalnynke-rixt jukema

in.gradientjob floris

memorial library lower manhattanpim van oppenraaij

polyvalent podiummichiel van der wielen

wonen in waterlandab hans

beyond good and evil, legermuseum in amsterdam westard de vries

hoge raad der nederlandenronny van bakel

instituut voor menselijke voortplantingpeer glandorff

muziekcomplex langs de snelwegthomas gillet

the inbetween, cultural centre barcelonaannika hermann

ycoonjoost mulders

Page 18: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

architectuur lokaal #50. 10-2005

De omgeving en de geschiedenis van de rivier de Oude Rijn is bijzonder en veelzijdig.Dat vinden de deelnemers aan de manifestatie focus locus Oude Rijn. Bewoners enfotografen hebben het afgelopen jaar de bijzondere kwaliteit van de Oude Rijn, vanKatwijk tot aan Utrecht, in beeld gebracht. Het resultaat is samengebracht in een ten-toonstelling, een foto(blik)boek en een internetsite.

de vele gezichten van de oude rijnBij de manifestatie focus locus Oude Rijn staat de bele-ving van het gebied langs de Oude Rijn centraal. Debewoners hebben tijdens Oude Rijn ateliers foto’sgemaakt van plekken en gebouwen die zij karakte-ristiek, mooi of juist niet mooi vonden. Op de terug-tocht werd besproken wat de deelnemers was opge-vallen. Er was veel gelijkgestemdheid, maar niet allebeelden werden door iedereen op dezelfde maniergewaardeerd. Zo zou je verwachten dat de bewonersvanuit nostalgie en romantiek alleen de oude boer-derijen en molens zouden fotograferen, maar voorde meeste van hen is het net zo vanzelfsprekend dater bedrijven langs de Oude Rijn staan. Als die bedrij-ven maar wel iets te maken hebben met de OudeRijn. ‘Een autosloperij kan overal zitten, maar pot-grondoverslag hoort bij de Oude Rijn en zorgt voorleven op de rivier.’ Er werd ook niet alleen gesprokenover mooie en lelijke architectuur. Anekdotes overde verschillen tussen de Katwijkers en de Rijnsbur-gers kwamen aan de orde. En de Haagse Schouwheeft niets te maken met een chique schoorsteen,maar met de plek waar het jaagpad wisselde van denoord- naar de zuidoever en waar mens en dier meteen schouw werden overgezet.

recreatierivierJournalist Tijs van den Boomen heeft op basis vandeze foto’s en een wandeling van Katwijk naarUtrecht een reisverslag geschreven. Zijn verhaal laatduidelijk zien dat de Oude Rijn niet in één karakte-

ristiek te vangen is: ‘De Oude Rijn blijkt een overstel-pend aantal gezichten te hebben, je vindt er roestigeloodsen naast glimmende boerderettes, oude scheeps-werfjes naast statige boerenhoeves, rommeligevolkstuintjes naast gladgeschoren gazons. Aanweerszijden vormt het achterland met zijn geome-trische verkaveling een toonbeeld van Nederlandseruimtelijke ordening, de lintbebouwing direct aande Oude Rijn doet echter juist Belgisch aan.’ Niet alleen bewoners hebben foto’s gemaakt en ver-halen verteld, ook drie fotografen geven hun visieop het gebied. Karel Tomeï bekijkt de Oude Rijn vanaf grote hoogte; hij heeft het gebied vastgelegd vanuit de lucht. Ellen Kooi heeft de Oude Rijn in surrealistische beelden gevangen, waarbij ze ookbewoners heeft betrokken. Aleks Droog geeft zijnvisie op het landschap en het gebruik daarvan inpanoramabeelden weer. Het zijn letterlijk en figuur-lijk onverwachte perspectieven, die door de criticusJohan Vos van commentaar zijn voorzien. Het geheel aan foto’s en verhalen levert een boeiendverslag en tijdsbeeld op van het gebied langs deOude Rijn. Het toont de ontwikkeling van hetgebied en laat zien dat de Oude Rijn een woon-,werk- en recreatierivier is met een heel gevarieerdkarakter. Er zijn industriële landschappen, pastoraleagrarische landschappen en moderne stedelijkelandschappen. Kortom: een rivier met veel gezichten. Arm en rijk, boer en burger leven al eeuwen naastelkaar en dat zie je aan de oude boerderijen, dag-

geldershuisjes, arbeiderswijken bij de steenfabriekenen burgermanswoningen. De Oude Rijn heeft nietde allure van de Utrechtse Vecht, het kent niet detraag stromende riviermeanders van de Waal. Het iseen rivier die al lang geleden in zijn bedding is vast-gelegd en die diep verankerd is in de structuur vanhet Groene Hart. Op de luchtfoto´s is dat goed tezien. De oude opstrekkende verkaveling uit demiddeleeuwen plooit mee met de bochten van deOude Rijn en heeft zijn sporen nagelaten in de struc-tuur van steden en dorpen.

nederland wordt langzamer van bovenafEen van de doelen van de manifestatie focus locusOude Rijn is een bewustzijn creëren dat het hier gaatom een bijzonder gebied, dat niet stilzwijgendopgenomen wordt in de volgende uitbreiding. De foto’s zijn een momentopname. De fotograafdrukt af op het moment dat zijn verhaal in beeldkomt. Of zoals Johan Vos schrijft bij de luchtfoto´svan Karel Tomeì: ‘De schijnbaar trage rivierenmaken weidse bochten. Vanuit het hoge standpuntwordt Nederland langzamer. De mensen verdwijnendan beetje bij beetje, het land wordt proper en overzichtelijk, de problemen van elke dag wordenkleiner, het wekt de indruk dat alles nu zo ongeveeronder controle is. (…). De foto’s werden gemaakt bijeen heldere lucht. Er is nauwelijks een zweem vanmist of sluier. Dat is niet normaal. Karel Tomeï koosdit bewust. Hij wil scherpe lijnen, herkenbare

Marcel Eekhout

EEeenn rriivviieerr mmeett vveellee ggeezziicchhtteennBewoners en fotografen brengen de Oude Rijn in beeld

pagina 18

betonfabrieken foto’s deelnemers oude rijn ateliers

molen bij zwammerdam fotograferende deelnemer oude rijnatelier leiden- hazerswoude-rijndijk

Een rivier met vele gezichten

Page 19: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 19

architectuur lokaal #50. 10-2005

straten, mensen en auto’s, dit land helder en zonnig.Er zijn maar weinig dagen op een jaar dat er zo gefotografeerd kan worden. Het zijn feestdagen. De kleuren worden dan helder, het groen als sla inde lente, de pannen van het dak lichtend, het waterdiepblauw, en de rode autootjes knalrood. En op degewone dagen, de dagen van de nevel en de mist, dedagen waarbij de mensen naar kantoor rijden enshoppen in het warenhuis is het belangrijk om tedenken aan deze foto’s, en zichzelf te zien als eenkleine stip in een wereld met veel water en machtigegrote rondingen.’

initiatief provincie leidt tot toekomstvisieDe manifestatie focus locus Oude Rijn is een projectvan de Provincie Zuid-Holland en onderzoektsamenwerkingsvormen tussen ruimtelijke orde-ning en kunst en cultuur. Met focus locus Oude Rijnwil de Provincie de samenhang en de identiteit vanhet landschap van de Oude Rijn van Katwijk totUtrecht zichtbaar maken. De manifestatie is de eer-ste stap in een reeks van projecten die uiteindelijkmoeten leiden tot een ruimtelijke visie op de toe-komst van de Oude Rijn en zijn directe omgeving.De resultaten van focus locus Oude Rijn wordengebruikt bij het opstellen van toekomstvisies van deprojecten ‘As Leiden-Katwijk’ en ‘Oude Rijnzone’(het gebied tussen Leiden en Bodegraven). Deze projecten zijn gericht op het verbeteren van deruimtelijke kwaliteit (groen, water, cultuurhistorie,

recreatie), het oplossen van knelpunten in de infra-structuur en het realiseren van woningbouw enbedrijvigheid. In het project ‘Oude Rijnzone’ wordtfocus locus ook ingezet bij het opstellen van eenruimtelijke visie en een beeldkwaliteitplan voor detoekomstige inrichting van het gebied. Daarnaastworden de resultaten van focus locus Oude Rijngebruikt in het project ‘Oude Rijn doet NieuweZaken’. Dit project heeft tot doel om cultuurhistorieeen belangrijke plaats te geven bij de verstedelijkingin het gebied van Katwijk tot en met Bodegraven.In dit project werkte de provincie Zuid-Hollandsamen met de provincie Utrecht. Ook het GroeneHartteam (overgegaan in het ProgrammabureauGroene Hart voor de Provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht), het Centrum voor Beeldendekunst Utrecht, de Rijksdienst voor OudheidkundigBodemonderzoek en diverse gemeenten langs deOude Rijn zijn betrokken. Het project wordt onder-steund door de Europese Unie. Namelijk in hetkader van het project Interreg IIIB/Sustainable OpenSpace-II. In SOS-II werken zeven regio’s in Noord-west-Europa samen. Doel van SOS-II is het ontwik-kelen van strategieën voor het gebruik van de iden-titeit van het landschap in planvorming, marketingen communicatie in open gebieden die onder stede-lijke druk staan. Parklaan landschapsarchitecten heeft de uitwerkingvan het concept focus locus Oude Rijn voor zijn rekeninggenomen en de organisatie en begeleiding van deOude Rijn Ateliers.

informatieDe reizende tentoonstelling met een selectie van defoto’s en verhalen bestaat onder andere uit groteprints die doorgelicht worden, kleine kijkers die de foto’s van de bewoners tonen en een gigantischeluchtfoto van het gebied tussen Katwijk en Utrecht.

De tentoonstelling is te zien geweest in Katwijk en Bodegraven en wordt nog getoond in Gemeentehuis Rijnwoude (15/9 – 6/10); Gemeentehuis Alphen aan den Rijn (7 – 27/10); H2O sociaal cultureel centrum in Harmelen (28/10 – 17/11); Provinciehuis Utrecht in Utrecht(18/11 – 1/12). Zie voor verdere informatie: www.focuslocusouderijn.nl

De foto’s en teksten zijn gepubliceerd in een fotoblik met zeven boekjes, te bestellen bij Uitgeverij Aprilis, ISBN 90 5994 090 3, € 19,50

Parklaan landschapsarchitectenMarcel EekhoutVughterstraat 2805211 GR Den BoschT 073 614 01 91E [email protected]

reizende tentoonstelling focus locus oude rijn

Page 20: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 20

architectuur lokaal #50. 10-2005

De Bolder is een woonzorgcentrum in Huizen voorsenioren die meer of minder zorg nodig hebben: fittebewoners, bewoners met lichamelijke ongemakkenen demente bewoners. De laatste tijd wordt debehuizing toegespitst op deze diverse bewoners-groepen. Zo is de afgelopen twee jaar het toenmaligeverzorgingshuis ingrijpend gerenoveerd, het ver-pleeghuis deels aangevuld met nieuwbouw en zijn eraanleunwoningen bijgebouwd. Deze transformatiebood de gelegenheid om in het verpleegdeel groeps-woningen te introduceren. Dementerende seniorenwonen hier samen met maximaal zes bewoners eneen altijd aanwezige verzorger. Bij het zorgconceptvan kleinschalig groepswonen wordt de nadrukgelegd op een zo normaal mogelijke woonsituatie.De woningen hebben daarom ook een voordeur aande straat. De voordeuren van de groepswoningen dragen bijaan de verankering van De Bolder in de buurt. Hetverbeteren van de verankering in de buurt was eenander doel van de renovatie/nieuwbouw. Dat komtbijvoorbeeld ook tot uitdrukking in de verplaatsingvan de hoofdentree en het toegankelijk maken vanvoorzieningen voor buurtbewoners.

dubbelzinnige inrichtingDe verankering van De Bolder in de buurt laat echternog veel te wensen over. Het probleem spitst zichtoe op de inrichting van de collectief gebruikteruimten en de inrichting van de buitenruimten.Hier komt de relatie tussen de bewoners onderlingen die met de ‘buitenstaanders’ (buurtbewoners,bezoekers, familie) tot uitdrukking. Op het ogenblikis de inrichting nogal dubbelzinnig. Lange gangenmet een institutionele uitstraling aan de ene kant engezellige zitjes aan de andere kant. Een bruin café,dat echter diep in het gebouw verstopt zit en eenpubliek restaurant met een glasgevel aan het entree-plein, maar slechts toegankelijk via de balie. Eenverenigingszaal aan de achterkant van het centrum

en buitenruimten die gedomineerd worden doorgeparkeerde auto’s. Op zijn best geformuleerd heeftDe Bolder de complexiteit van een kleine stad. Nega-tief geformuleerd is De Bolder ongastvrij door haaronoverzichtelijkheid.

mogelijke verbeteringenDe vraag naar verbetering is makkelijker gesteld dan te beantwoorden. Is het voldoende om alleenhet interieur opnieuw in te richten of zijn er ingrij-pende architectonische maatregelen nodig? Is eenherinrichting voldoende of is een herschikking vande collectief gebruikte ruimten het gebruik wense-lijk? Betreft het alleen het interieur of is de buiten-ruimte ook onderdeel van de opgave? Kunnen debeeldende kunsten van betekenis zijn?Om te zoeken naar de mogelijkheden om verbeterin-gen aan te brengen heeft op 22 april 2005 een work-shop plaatsgevonden voor ontwerpers en deskundi-gen uit de zorg met een tweeledig doel: hetformuleren van de (ontwerp)opgave voor het verbe-teren van de inrichting van de collectief gebruikteruimten èn het verbeteren van de relaties van DeBolder met de buitenruimten. Het doel sluit aan bijde zorgvisie van De Bolder. Een visie die er op neerkomt dat de bewoners van De Bolder, de buurt, debezoekers, de familie en de verzorgers met elkaar temaken hebben.

wat hebben bewoners de buurt te vertellen?De vraag is wat de buurt en De Bolder elkaar te ver-tellen hebben. Tijdens een voorbereidende excursiemet de deelnemers aan de workshop, lijkt de bood-schap van de verschillende woonzorgcentra vooraldat er hele normale, hele gewone mensen wonen. Devormgeving en de inrichting is erop gericht een zovertrouwd en zo herkenbaar mogelijke omgeving tescheppen. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in knussezitjes en gezellige decoraties. Aan de andere kant

lijkt er een algemeen gedeelde opvatting te bestaan,dat de voorzieningen in de zorgcentra ook toeganke-lijk en bruikbaar moeten zijn voor de buurtbewoners.De centra doen op vele manieren hun best om debuitenwereld naar binnen te halen en zo de grenzentussen buiten en binnen zo veel mogelijk te slechten. Tijdens de workshop is dit denkmodel van hetwoonzorgcentrum als buurthuis ook verkend. Erkwam echter ook een ander denkmodel naar voren:het woonzorgcentrum als klooster. Het klooster is indit denkmodel metafoor voor een type gebouw waar-bij de specifieke leefwereld van bewoners leidend isvoor de vormgeving en inrichting.

het woonzorgcentrum als ‘klooster’Als de bewoners van De Bolder en de buitenwereldeen betekenis voor elkaar hebben, wat is dat dan?Het woonzorgcentrum als klooster legt de nadrukop het bijzondere en het anderszijn van de bewonersdoor De Bolder juist níet eruit te laten zien als debuitenwereld. De specifieke inrichting en vormge-ving van De Bolder weerspiegelt dit anderszijn vande bewoners. Buitenstaanders bezoeken dan De Bolder omdat het anders is dan de normale wereld,omdat De Bolder kwaliteiten heeft die elders niet tevinden zijn. Zoals er mensen zijn die de bijzonderekwaliteiten van een klooster (rust, bezinning, aandacht, regelmaat en soberheid) juist opzoeken om teontsnappen aan de hectiek van het dagelijks bestaan. Niemand weet nog hoe het denkmodel van hetwoonzorgcentrum als klooster concreet gestalte kankrijgen. Op voorhand kunnen we wel twee aspectennoemen waarin de bewoners van De Bolder zichonderscheiden: het tempo en de waarneming. Hettempo van het dagelijkse leven ligt voor de bewonersvan De Bolder lager dan in de buitenwereld. Vandaag de dag kunnen we dat zien als een kwaliteit;kijk naar de debatten over onthaasting en een feno-meen als slow food. Het lagere tempo is voor debewoners van De Bolder niet alleen het gevolg van

WWiijj zziijjnn ((ooookk)) aannddeerrss!! Herinrichting woonzorgcentrum De Bolder

Bij een woonzorgcentrum zoals De Bolder in Huizen is de samenhang tussen het gebouw,de buurt, de zorgverlening, de mensen die er wonen en de mensen die er werkenessentieel. Het gezamenlijk denken door disciplines uit de zorg en ruimtelijke disciplinesover de aard van die samenhang en hoe die een ruimtelijke uitdrukking kan krijgen, ligt dan ook erg voor de hand, maar blijkt nog niet erg vanzelfsprekend. In april 2005werd met ondersteuning van de Premselaregeling van het Stimuleringsfonds voorArchitectuur een workshop georganiseerd. De workshop had een tweeledig doel: hetverkennen van de mogelijkheden tot versterking van de relaties met de buurt en hetverbeteren van de inrichting van de collectieve ruimten van De Bolder. Het onderwerp washet steeds veranderende spanningsveld tussen het publieke, het gemeenschappelijkeen het private domein. Waar gaat privacy over in vereenzaming? Waar is de grens tussen gemeenschapszin en bemoeizucht of controle? Waar houdt de verzorging op en begint het eigen huis?

Sjoerd Cusveller

Wij zijn (ook) anders!

Page 21: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 21

architectuur lokaal #50. 10-2005

fysieke gebreken of mentale achteruitgang. Zij kunnen ook de tijd nemen omdat ze hun werkzameleven achter de rug hebben. Voor de buitenstaander kan het lage tempo eenbewuste keuze zijn. Het tempo heeft zowel effect opde inrichting als op de programmering. Het ligt bijvoorbeeld minder voor de hand om zogenaamdegemakswinkels toe te voegen waar de buurtbewonernog snel even een boodschap doet. Te denken valt dan eerder aan een traditionele buurtwinkel, waarhet uitwisselen van de laatste nieuwtjes belangrijkeris dan de boodschap, of een klassieke leesbibliotheekmet voorleesuren, een fotoarchief, een bloemen-kwekerij of een damcafé. Ook in hun waarnemingsvermogen onderscheidende bewoners van De Bolder zich. De waarnemingvan geluid, beeld of geur verandert naar gelang deleeftijd, maar ook de betekenis die aan prikkels wordt

gehecht verandert. Voor de demente bewoners verandert ook de manier waarop prikkels verwerktworden. Hoe deze veranderingen een uitdrukkingkunnen krijgen in een andere inrichting blijft een nog open vraag. Dat de inrichting anders zal zijndan de ‘normale’ inrichting met alle attributen endecoraties van huiselijkheid is wél duidelijk Het zal veel experiment en onderzoek vergen om toteen zinvolle uitdrukking van het anderszijn tekomen, tot een inrichting met specifieke kwaliteiten.Dat vraagt om een acceptatie van het anderszijn enminder om de benadrukking van het gewoon-zijn.Als eerste stap werkt De Bolder de resultaten van deworkshop uit tot een soort masterplan. Tegelijker-tijd wordt een ontwerp gemaakt voor de inrichtingvan de binnentuinen bij de groepswoningen voordementen.

informatieDit artikel kwam tot stand in samenwerking met Monique Wijnties (adviseur Aedes-ArcaresKenniscentrum Wonen-Zorg)

Vivium zorggroepHelene WüstDe Bolder Akkerweg 571276 BB HuizenT 035 577 31 00F 035 525 37 49E [email protected]

woonzorgcentrum de bolder, entree-ruimte met ontvangstbalie en zitjes.foto’s: joost brouwers

woonzorgcentrum de bolder, groepswoningen aan de straat

Page 22: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 22

architectuur lokaal #50. 10-2005

Voor kleine dorpen is soms het besef dat er iets tekiezen valt al een eye-opener. Meestal is men al blijdát er een ontwikkelaar is te vinden om in het dorpaan de slag te gaan en stelt men geen verdere vragenof eisen aan het voorstel van de ontwerper. In degemeente Haaren ging het anders.De gemeente Haaren staat voor de opgave om naastde kerk en het stadhuis, in het hart van het dorp Haa-ren, een renovatie- en (ver)nieuwbouwprogrammate realiseren. Het programma omvat twee scholenen 178 seniorenappartementen en tien grondgebon-den woningen. Behoud van het dorpse karakter vindtmen belangrijk. Een stedenbouwkundige visie isvastgesteld. Eerdaags volgt een beeldkwaliteitplan. In het dorp Helvoirt, eveneens onderdeel van degemeente, wordt ook gewerkt aan een centrumplan.Zowel bij de gemeenteraad als bij het College vanB&W bestond de behoefte aan meer informatie overde aandachtspunten bij de planbeoordeling, de procesaanpak, als ook bij het formuleren van eenduidelijke visie op de planvorming.

cursus voor de gemeenteraad: de prak-tijk eldersArchitectuur Lokaal werd gevraagd bouwstenen televeren voor de discussie die moet leiden tot eenbeeldkwaliteitplan. Dat betekende dat allereerstnagedacht moest worden over de identiteit van Haaren. Wat is die identiteit? Wat wil de gemeentebereiken? Voor de beantwoording van deze vragenstelde Architectuur Lokaal een cursusprogrammaop voor de gemeenteraad en het College, waarin debegrippen ruimtelijke kwaliteit (en hoe benoem jedat?) en architectonische kwaliteit (en waaropbeoordeel je dat?) centraal stonden. Praktijkverhalenvan andere gemeenten met een soortgelijke opgave(maar een andere aanpak) en een workshop gavenbeter inzicht in de aard van de opgave en de moge-lijke aanpakken.Één van de discussiepunten die naar boven kwam,ging over typologieën die nooit eerder in een dorpbestonden (zoals appartementen) en hoe die vorm

zouden kunnen krijgen. Een dorp heeft traditioneeleen gemengd programma - er staan veel verschillendesoorten gebouwen, met verschillende functies inverschillende afmetingen door elkaar heen. Moderneprogramma’s bestaan echter voornamelijk uit woning-bouw, vaak appartementen. Dan zijn wel een aantalkunstgrepen nodig om het beeld van een dorp over-eind te houden. De vraag is hoe met eigentijdsemiddelen een dorpse architectuur kan ontstaan, dieook nog refereert aan de cultuurhistorische wortelsvan het dorp. Voor Haaren boden Grave en Oostzaannuttige aanknopingspunten.Grave is vooral bekend vanwege het masterplan datin 1994 is gemaakt door de Zweedse architect RalphErskine (inmiddels overleden). De nadruk hierin lagop het creëren van een nieuwe identiteit met eigen-tijdse middelen. Inmiddels zijn vele plannen gerea-liseerd en vindt herbezinning plaats. Verder gaan opde ingeslagen weg van Erskine of is er behoefte aannieuwe impulsen? Een belangrijke opgave in hethart van het dorp is de locatie ‘Hofplein en Bijl’ terplaatse van het stadhuis dat over een paar jaar over-bodig wordt vanwege nieuwbouw elders (door Erickvan Egeraat). In het hart van het dorp, op het dorps-plein denkt men daar aan de bouw van 30 starter-woningen. Oostzaan heeft met haar centrumplan ingezet ophet creëren van een nieuw en bruisend dorpshart.Vier aspecten vormden het uitgangspunt ter realise-ring daarvan: een bundeling van functies en voor-zieningen die het centrum levendig houden; eendorpse architectuur die aansluit bij de bestaandebebouwing en de cultuurhistorie; economischevitaliteit. En tot slot, een eigentijdse architectonischevormgeving.

dorpse architectuur in het groenIn de gemeente Haaren is de ambitie nu geformuleerd.Haaren wil in het dorp Haaren een groene gemeenteblijven en de nog aanwezige cultuurhistorische ele-menten behouden. Zo zal de relatie met het beekdal,waar naartoe nog diverse historische paden naar toe

lopen, intact blijven, misschien zelfs worden versterkt.De architectuur moet aansluiten bij de historischwaardevolle beelden in het gebied, maar niet doormiddel van een historiserende beeldentaal. En hetdorpsplein moet de sfeer uitstralen van een Brabantsdorp op zandgrond. De gemeente(raad) houdt devinger stevig aan de pols. Het ontwerp beeldkwaliteit-plan zal voor besluitvorming worden voorgelegd,waarschijnlijk in twee keer zodat nog een aanpassingmogelijk is voor de definitieve vaststelling. Voor deuitwerking ervan gaat de voorkeur uit naar een ruimerstedenbouwkundig plan en een beeldkwaliteitplan,waarbij uiteindelijk de raad kiest voor een concreetontwerp per deelproject.

en elders?Met onze quick survey hebben we maar een tipje vande sluier opgelicht. Er zijn veel dorpen die bezig zijnmet het vernieuwen van hun dorpscentrum, somsook als ‘reparatieronde’ van eerdere ingrepen. Ervaringen elders blijken moeilijk vindbaar voorgemeenten, maar als ze gevonden worden blijkt eenvergelijking met de eigen opgave zeer leerzaam. Aandie uitwisseling draagt Architectuur Lokaal graagbij. Onze vraag aan u is: wat zijn de uitgangspuntenbij de vernieuwing van het dorpshart in uw gemeente,wat zijn de ambities, hoe verloopt het proces en watis resultaat? Vertel uw ervaringen aan ArchitectuurLokaal en neem contact op met Indira van ’t Klooster,(T 020 530 40 00 of [email protected]).

informatieGemeente HaarenEd MolMgr. Bekkersplein 25076 AV HaarenT 0411 62 72 82F 0411 62 72 98E [email protected]

NNiieeuuwwbboouuwwppllaannnneenn vvoooorr hheettddoorrppsshhaarrtt?? VVeerrtteell hheett oonnss!!

In veel dorpen in Nederland worden nieuwbouwplannen gemaakt voor het centrum. Aandeze plannen wordt echter zelden veel aandacht besteed. De dorpen beschouwen hunveelal kleinschalige ontwerpen niet als baanbrekend en de buitenwereld merkt ze doorhun geringe omvang meestal niet op. Toch zijn deze plannen van wezenlijke betekenisvoor de economie, de sociale samenhang en de ruimtelijke perceptie van het dorp.

Indira van ‘t Klooster

karakteristiek haaren karakteristiek helvoirt ontwikkelingsgebied centrum helvoirt

Nieuwbouwplannen voor hetdorpshart? Vertel het ons!

Page 23: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

pagina 23

architectuur lokaal #50. 10-2005

Aan het begin van 2005 werd de laatste sleutel overhandigd aan de trotse eigenaren vaneen van de seniorenwoningen van het nieuwbouwproject ‘Europan’ aan de Kampersingelin Haarlem. Dit project dankt zijn naam aan de internationale prijsvraag Europan, die elketwee jaar gelijktijdig in een groot aantal Europese landen wordt georganiseerd voorarchitecten onder de veertig jaar. Reële bouwlocaties worden beschikbaar gesteld doorgemeenten en opdrachtgevers, met de intentie om hier ook daadwerkelijk een uit Europanvoortgekomen project te realiseren.

wonen in het centrumDertien jaar zat er tussen het moment van uitschrijvenvan de derde editie van Europan, Europan 3, en deoplevering van de laatste woningen van het projectin Haarlem. In 1992 was Haarlem een van degemeenten die een locatie beschikbaar stelden voorEuropan 3. Het gaat hierbij om de locatie Koning-stein in de wijk Het Rozenprieel, een Haarlemsestadsvernieuwingswijk gebouwd eind 19e eeuw. Degemeente kocht de wasserij en het omliggende ter-rein van de firma Rookmaker en wilde hier woning-bouw realiseren. De locatie was zeer aantrekkelijkgelegen: dichtbij het centrum en nabij het Spaarne.In het prijsvraagprogramma voor de deelnemerspleitte de gemeente Haarlem voor meer toegangentot Het Rozenprieel, passend in de stedenbouwkun-dige structuur van de wijk. Groenvoorzieningen,ruimte voor spelende kinderen, recreatie, verkeer enparkeren waren kernpunten uit het prijsvraagpro-gramma. Er moesten ongeveer 80 woningen wordengebouwd, waarvan de helft in de sociale sector.Omdat een deel van de woningen bestemd was voor55-plussers betekende dit extra aandacht voor aan-pasbaar bouwen, flexibele woningindeling en eenveilige woonomgeving.

engelse tuinstadIn 1994 wees de jury uit de 62 inzendingen, die uit 14 verschillende landen binnenkwamen, het planvan Gaby Higgs en Gary Young van het bureau HiggsYoung Architects uit Londen aan als winnaar. De jury koos voor het plan omdat ’Het bouwblok een heldere, centrale binnenruimte schept en goedeaansluitingen heeft met het zuidelijk gelegen woon-gebied; een probleem waar veel andere inzendersover zijn gestruikeld.’ Het prijsvraagontwerp, gebaseerd op de Engelsetuinstadgedachte, bestaat uit een woonblok metmaisonnettes van vijf lagen en eengezinswoningen

van drie lagen, georiënteerd op een groen midden-gebied. Door het gebruik van verschillende woning-typen wilden Higgs en Young een gedifferentieerdwoonmilieu realiseren. Alle woningen, bedoeldvoor huishoudens met kinderen en 55-plussers, zijnvoorzien van een aparte werkruimte. Met de in hetplan opgenomen voorzieningen voor het gebruikvan actieve en passieve zonnewarmte, destijds nogminder actueel dan heden, waren Higgs en Younghun tijd vooruit.De gemeente Haarlem was tevreden met de keuzevan de jury. Ook de wijkbewoners spraken zich tij-dens een informatiebijeenkomst in meerderheidpositief uit over het plan. Er kon dus onmiddellijkworden begonnen met de uitwerking van het ont-werp, ware het niet dat de bodem van de locatie,waar de wasserij gestaan had, vervuild bleek. Het uiteindelijke plangebied werd kleiner dan deoorspronkelijke prijsvraaglocatie, omdat bovendiende voorgenomen verwerving van onder andere eenmoskee niet op korte termijn kon plaatsvinden. Ookde noodzakelijke bodemsanering bleek een pro-bleem. De vervuiling was ernstiger en omvangrijkerdan in eerste instantie verwacht, en ook de vraag wiefinancieel verantwoordelijk was voor de bodemsa-nering zorgde voor veel vertraging.Voormalig stadsarchitect van Haarlem Thijs Assel-bergs werd mentor van de Engelse architecten. Hij stond hen met raad en daad bij en zorgde voor de vertaling van hun ideeën naar de Nederlandseregelgeving en eisen voor volkshuisvesting. In 1997 kreeg het bureau van Thijs Asselbergsopdracht voor het uitwerken van het project met alsuitgangspunt dat Higgs en Young de ontwerpendearchitecten zouden zijn. Een Nederlands - Engelseuitwisseling ontstond. Zo veranderden de platte-gronden onder invloed van het Nederlandse bureauen kreeg de rijke materiaalkeuze van de Engelsearchitecten veel lof.

eindelijk klaarOndanks de aanpassingen aan het prijsvraagontwerpen de locatie bleef de opzet van het oorspronkelijkeplan in grote lijnen gehandhaafd. Eindelijk, infebruari 2003 ging de eerste paal de grond in. Daarna ondervond de realisatie weinig hinder meer.Het project zoals het nu gerealiseerd is bestaat uitdrie delen. Zo is er een appartementengebouwgebouwd met 43 huurwoningen voor seniorenboven een half ondergrondse parkeergarage. Langsde Kampersingel, tussen de bestaande herenhuizen,staan acht koopwoningen met een woonwerkruim-te. In het binnengebied, aansluitend op de achterlig-gende wijk Het Rozenprieel, omsluiten 30 eengezins-woningen een semi-openbare groene binnentuin.De eengezinswoningen hebben geen privé-tuin, maareen royaal terras. Voor alle woningen is een overdekteparkeerplaats aan het middengebied beschikbaar.In een latere fase zullen de woningen, die op de plaatsvan de moskee zijn gepland, worden gerealiseerd.De oude moskee wordt gesloopt en een nieuwe moskee zal elders in Haarlem worden gebouwd.

informatieEvenals bij andere gerealiseerde Europan-projectenverschijnt er van dit project eind 2005 een doorEuropan verzorgd boekje.

Europan NederlandSandra MellaartT 010 440 12 38F 010 436 00 90E [email protected]

Sandra Melllaart

WWoonniinnggbboouuww aaaann hheett SSppaaaarrnneeRealisatie prijsvraagontwerp na 13 jaar

koningstein in de wijk het rozenprieel, haarlem ontwerp: higgs young architects

Woningbouw aan het Spaarne

Page 24: Architectuur Lokaal - Vernieuwing · 2014. 6. 2. · architectuur lokaal #50. 10-2005 In het Actieprogramma Ruimte en Cultuur beschrijven zeven bewindslieden hun goede voornemens

ALKMAARAIAWillem Hedastraat 241816 KC AlkmaarT 072 520 27 01 F 072 520 43 42 [email protected]

ALMERECASLAMarkt 1101354 BA AlmereT 036 538 68 42F 036 538 61 64 [email protected]

AMERSFOORTDe ZonnehofDe Zonnehof 4A3800 AR AmersfoortBezoekadres:De Zonnehof 8, AmersfoortT 033 463 30 34F 033 465 26 91 [email protected]

AMSTERDAMARCAM Prins Hendrikkade 6001011 VX AmsterdamT 020 620 48 78F 020 638 55 98 [email protected]

AMSTERDAMDe ZuiderkerkZuiderkerkhof 721011 WB AmsterdamT 020 552 79 68 F 020 552 79 88 [email protected]

APELDOORNBouwhuisPostbus 41537320 AD ApeldoornT 055 576 04 11 F 055 521 97 10 secretariaat@architectuurcen-trumbouwhuis.nlwww.architectuurcentrumbouw-huis,nl

ARNHEMCASAStatenlaan 856828 WC ArnhemT 026 443 77 [email protected]

BREDAGebouw F Bastionstraat 134817 LD BredaT 076 530 06 25F 076 531 07 [email protected]

DELFTDelft DesignPostbus 28382611 HN DelftT 015 214 39 41F 015 214 63 43 [email protected]

DEN HAAGSTROOMBeeldende kunst t/m architectuur Hogewal 192514 HA Den HaagT 070 365 89 85F 070 361 79 [email protected] www.stroom.nl

DEN HELDERStichting TriadePostbus 1281780 AC Den HelderBezoekadres:Middenweg 2, Den HelderT 0223 53 72 00F 0223 53 72 [email protected]–denhelder.nl

DEVENTERArchitectuurcentrum RondeelKunstenlab, Laboratoriumplein 37411 CH DeventerT 0570 61 19 01F 0570 67 20 74info@rondeel deventer.nlwww.rondeeldeventer.nl

DIEPENHEIMKunstvereniging DiepenheimGrotestraat 177478 AA DiepenheimT 0547 35 21 43F 0547 35 14 [email protected]

DORDRECHTStichting De StadNoordendijk 1353311 RN DordrechtT 078 639 98 [email protected]

DRENTHEArchitectuurcentrum Drenthei.o.Ruimtelijke Kwaliteit ProvincieDrenthePostbus 1229400 AC AssenBezoekadres: Westbrink 1, AssenT 0592 36 54 17F 0592 36 54 [email protected]

EINDHOVENACE De Witte DameEmmasingel 205611 AZ EindhovenT 040 296 11 [email protected] www.architectuurcentrumeind-hoven.nl

GOUDAGRAP Gouds Regionaal Architectuur PlatformMolenwerf 2a2801 PP Gouda [email protected]

GRAVEProjectenwinkel GravePostbus 75360 AA GraveBezoekadres:Hofplein 1, Grave

GRONINGENPlatform GRASHofstraat 219712 JA GroningenT 050 312 33 95F 050 313 22 [email protected]

HAARLEMABCGroot Heiligland 472011 EP HaarlemT 023 534 05 84F 023 542 49 [email protected]

HAARLEMMERMEERPodium voor Architectuur HaarlemmermeerPostbus 1102130 AC HoofddorpT 023 566 95 89M 06 14 89 27 23F 023 566 95 34Bezoekadres: Raadhuisstraat 7podium@pier–k.nlwww.podiumarchitectuur.nl

HEERLENVitruvianumPostbus 16400 AA HeerlenBezoekadres: GlaspaleisBongerd 18, HeerlenT 045 577 22 05F 045 577 22 [email protected]

HELMONDArchitectuurcafé HelmondPostbus 8185700 AV HelmondF 040 243 94 [email protected]/helmond/architec-tuurcafe

’s-HERTOGENBOSCHBAI Postbus 7165201 AS ’s-HertogenboschT 073 642 81 78F 073 642 81 [email protected]

HILVERSUMDudok CentrumDudokpark 11217 JE HilversumT 035 629 22 62F 035 629 24 [email protected]

HOORNACHCentrale bibliotheekWisselstraat 81621 CT HoornT 0229 21 94 41F 0229 23 84 [email protected]

HOUTENMakeblijdePostbus 4603990 GG HoutenBezoekadres: Oud Wolfseweg 3, HoutenT 030 636 52 72F 030 636 52 [email protected]

KENNEMERLANDGebouw & OmgevingVereniging HaerlemPostbus 11052001 BC HaarlemBezoekadres: Grote Markt 17, HaarlemT 0255 51 31 06www.haerlem.nl

LEEUWARDENFries Architectuur CentrumPostbus 18900 AA LEEUWARDENT 058 299 42 40F 058 299 42 42info@friesarchitectuurcentrum.nlwww.friesarchitectuurcentrum.nl

LELYSTADStichting ALSPostbus 21088203 AC LelystadT 06 542 118 [email protected]

LEUSDENStichting Architectuur LeusdenMeidoornhof 143831 XR LeusdenT 033 494 36 [email protected]

MAASTRICHTTOPOSTongersestraat 49A6211 LM Maastricht T 043 327 02 83F 043 327 02 [email protected]

NAGELEMuseum NageleZuidwesterringweg 158308 PC NageleT 0527 65 25 79F 0527 65 23 [email protected]/museum

NIJMEGENACNKannenmarkt 66511 KC NijmegenT 024 324 43 82T 024 360 89 71F 024 360 92 61info@architectuurcentrumnij-megen.nlwww.architectuurcentrumnijme-gen.nl

RIJNLANDRAPNieuwstraat 332312 KA LeidenT 071 513 75 25F 071 514 66 [email protected]

ROTTERDAMArchiCenter/ Rotterdam MarketingPostbus 302353001 DE RotterdamBezoekadres: Beurs/WTCBeursplein 37, RotterdamT 010 205 15 00F 010 205 15 [email protected]

ROTTERDAMStichting AIRPostbus 218283001 AV RotterdamBezoekadres: Coolsingel 63, RotterdamT 010 280 97 00F 010 280 96 [email protected]

TILBURGCAST Dunantstraat 15017 KC TilburgT 013 544 92 22F 013 544 96 69013 584 10 10F 013 584 10 [email protected]

TWENTEACTDeurningerstraat 67514 BH EnschedeT 053 483 79 85F 053 432 68 96.info@architectuurcentrumtwen-te.nlwww.architectuurcentrumtwen-te.nl

UTRECHTAorta Achter de Dom 143512 JP UtrechtT 030 232 16 86F 030 232 13 [email protected]

VENLOAPVEOPostbus 1285900 AC VenloT 077 351 70 56F 077 354 81 [email protected]

WEERTStichting Architectuurlijk WeertWindmolen 246003 BK Weert Bezoekadres: Noordkade 48a, WeertT 0495 54 09 37T 073 523 39 [email protected]

ZAANDAMBABELCornelis van Uitgeeststraat 2D1508 EH ZaandamT 075 670 06 95F 075 612 54 88

ZEELANDHet Zeeuwse GezichtPostbus 414330 AA MiddelburgT 0118 61 14 43F 0118 65 09 [email protected] www.hetzeeuwsegezicht.nl

ZUTPHENRAiAVan Essenstraat 317203 DH ZutphenT 0575 54 22 [email protected]

ZWOLLEZAPVan Hallware 1248014 RT ZwolleT 038 423 06 84F 038 422 76 [email protected]

Coördinatie Overleg LokaleArchitectuurcentra OLA Architectuur [email protected]

Adressen van lokale architectuur-centra in binnen- en buitenland: www.arch-lokaal.nl/arch-centra/index.html

AArrcchhiitteeccttuuuurrcceennttrraa NNeeddeerrllaanndd

architectuur lokaal: verschijnt 4x per jaar. Tussen de Bogen 18, 1013 JB Amsterdam, T 020 530 40 00, F 020 530 40 04, [email protected], www.arch-lokaal.nl,www.ontwerpwedstrijden.nl > Redactie & productie: Architectuur Lokaal > Fotografie: Architectuur Lokaal, tenzij anders aangegeven > Vormgeving: Joseph Plateau,Amsterdam > Druk: robstolk © Amsterdam > Oplage 4300 > ISSN 1385-0482 > Abonnement: Een abonnement op de krant is kosteloos verkrijgbaar op aanvraag. Nog beschikbare nummers uit eerdere jaargangen zijn tegen verzendkosten te bestellen bij Architectuur Lokaal. > Foto omslag: SKOR.