Archief exemp a - FUMO...2011/06/14 · Archief exemp a provincie fryslan g ~ Is postbus 20120 8900...

Archief exemp aprovincie fryslan g

~ Is postbus 201208900 hm leeuwarden

snekertrekweg 1

telefoon: (058) 292 59 25

telefax: (058) 292 51 25

Van Gansewinkel Nederland B.V. .f y I

e-mail: [email protected]

Postbus 2609200 AG DRACHTEN

Leeuwarden, 14 juni 2011Verzonden, 2 1 J/g gPg

Ons kenmerk : 00959073Afdeling : Omgevingsvergunningen en ToezichtBehandeld door : R. Tieleman / (058) 292 59 43 of [email protected]

Uw kenmerk : 10B-VS-037-CSBijlage(n)

Onderwerp : beschikking Wet milieubeheer, Stuurboord 9, Drachten.

ti.d. +(-QNog q~ct afciei1+>d

procedure Q ~gg t

in Huizengq

-1/10- Ons kenmerk: 00959073

provinsje fryslsnprovincie fryslan ~

BESCHIKKING

Inhoudsopgave:

A. WEERGAVE VAN DE FEITEN: 3A.1. De vergunningaanvraag. 3A.2. Beschrijving aangevraagde activiteiten.A.3. Locatie... ........................................3A.4. Bestemmingsplan/milieubeschermingsgebied........................... 3A.5. Huidige vergunningsituatie..............................................3A.6. Procedure.........................................................3B. OVERWEGINGEN: 4B.1. Bevoegd gezag. 4B.2. Beoordeling ontvankelijkheid. 4B.3. Inhoudelijke beoordeling. 4B.4. Bestaande toestand van het milieu. .6B.5. Ontwikkelingen. .6B.6. De milieuaspecten en de toegepaste technieken.. .6C. OVERIGE ASPECTEN: .8C.1. Overige van toepassing zijnde wetgeving/regelingen.. .8C.2. Ongewone voorvallen/calamiteiten. ...........9C.3. Termijn waarvoor de vergunning wordt verleend/datum in werking treden

van de vergunning. 9C.4. Datum in werking treden van de vergunning. ............9C.5. Nazorg bepaling. 9C.6. Overige...... 10D. BESLUIT 10

-2/10- Ons kenmerk: 00959073

~~oi 11e~@ Q QCVC~5-

nanuul 4 Q @@~p

~C v ui~p.

g( q ~~ c 3ga~g>4avp> p))~~

g ~$]< g~gcJA

I

~U

Q (~

provinsje frysianP ncyg grys)

A. WEERGAVE VAN DE FEITEN:

A.1. De ver unnin aanvraa .Op 2 juni 2010 hebben wij uw aanvraag ontvangen om een vergunning zoals bedoeld in

artikel 8.1, eerste lid, onder b en c, van de Wet milieubeheer, hierna te noemen de Wrn-

vergunning, voor het veranderen en in werking hebben van uw inrichting of het verande-

ren van de werking daarvan voor een afvalverwerkend bedrijf. De vergunning wordt ge-vraagd voor de duur van de onderliggende vergunning.

A.2. Beschri vin aan evraa de activiteiten. e~De verandering betreft het verkleinen van C-hout en het verkleinen van grof bedrijfsafval

met behulp van shredderinstallaties. Ter voorkoming van stofoverlast tijdens werkzaam- oheden is een sproeiinstallatie geplaatst. Tevens wordt uitbreiding van de te accepterenafvalstoffen aangevraagd en aanpassing van de maximaal opgeslagen hoeveelheden

afvalstoffen.

A.3. Aanvullende e evens.Op 6 september 2010, uw kenmerk 10B-VS-060-CS, hebben wij van u de aangepasteversie van het AV-beleid en de AO/IC ontvangen. Wij beschouwen dit als aanvulling op deWm-vergunning.

A.4. Locatie.De inrichting is gevestigd op het perceel, kadastraal bekend gemeente Smallingerland,

sectie A, nummer 11100,plaatselijk bekend Stuurboord 9 te Drachten.

A.5. Bestemmin s lan/milieubeschermin s ebied.Op de inrichting is het bestemmingsplan "Industrieterrein de Haven" van de gemeenteSmallingerland, zoals bij raadbesluit van 10 juli 1976 gewijzigd is vastgesteld, van toepas-sing. De percelen waarop de onderhavige inrichting is gevestigd zijn bestemd voor de

vestiging van bedrijven. De inrichting is gelegen op een gezoneerd industrieterrein.

A.6. Huidi ever unnin situatie.In de onderliggende revisievergunning van 30 november 2005, kenmerk 612386 en de ver-

anderingsvergunning van 17 april 2008, kenmerk 759400 zijn voorschriften opgenomen. De-

ze voorschriften gelden ook voor de nu aangevraagde verandering, De strekking van devoorschriften en de aard van de verandering verzetten zich niet daartegen.

A.7. Procedure.Wij hebben een exemplaar van de aanvraag verzonden aan de wettelijke adviseurs enandere bestuursorganen die betrokken moeten worden bij de totstandkoming van de be-

schikking op de aanvraag.

Uw inrichting ligt weliswaar op een gezoneerd industrieterrein maar omdat de aange-

vraagde wijzigingen niet akoestisch relevant zijn hebben wij geen advies gevraagd inzake

de inpasbaarheid binnen de vastgestelde geluidzone.

Overeenkomstig de bepalingen van de Wet milieubeheer hebben wij de ontwerpbeschik-

king van 28 februari tot en met 11 april 2011 ter inzage gelegd. Er zijn met betrekking tot

de ontwerpbeschikking, geen adviezen of zienswijzen ontvangen.

- 3/10- Ons kenmerk: 00959073

provinsj e fryslanprovincie fryslan g

B. OVERWEGINGEN:

Wij zijn op basis van artikel 8.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer juncto categorie 28.4van Bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer bevoegd op deaanvraag te beslissen.

B.2. Beoordelin ontvankeli kheid.De aanvraag voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wet milieubeheer, zodat deaanvraag ontvankelijk is.

B.3. Inhoudeli ke beoordelin .

Wet milieubeheer:Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 8.8 t/m 8.10van de Wet milieubeheer vormt het

toetsingskader voor de beoordeling van uw aanvraag.

I. Bij de beslissing op de aanvraag moet het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in

artikel 8.8, eerste lid, van de Wet milieubeheer in ieder geval betrekken:a. de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen

kan veroorzaken;b. de gevolgen voor het milieu, mede in hun onderlinge samenhang bezien, die de

inrichting kan veroorzaken, mede gezien haar technische kenmerken en haar ge-ografische ligging;

c. de met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting zal zijn of is

gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het

oog op de bescherming van het milieu;

d. ingebrachte adviezen en zienswijzen;e. de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor

het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen, dan wel zoveel moge-

lijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen;f. het systeem van met elkaar samenhangende technische, administratieve en orga-

nisatorische maatregelen om de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroor-

zaakt, te monitoren, te beheersen en, voor zover het nadelige gevolgen betreft, teverminderen, dat degene die de inrichting drijft, met betrekking tot de inrichting

toepast, alsmede het milieubeleid dat hij met betrekking tot de inrichting voert.

Dit houdt in dat ten minste de aspecten genoemd onder a t/m f bij de besluitvorming

betrokken moeten worden.

II. Voorts dient het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in artikel 8.8, tweede lid, van

de Wet milieubeheer bij de beslissing op de aanvraag in ieder geval rekening te hou-

den met:a. het voor hem geldende milieubeleidsplan;b. het Landelijk afvalbeheerplan (LAP);c. geldende richtwaarden voor de onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting

gevolgen kan hebben.Dit betekent dat als uitgangspunt wordt genomen overeenstemming met de betrokken

aspecten. Onder omstandigheden heeft het bevoegd gezag echter de mogelijkheid

hiervan gemotiveerd af te wijken.

-4/10- Ons kenmerk: 00959073

provinsje rryslanprovincie fryslan ~

III. Bovendien moet het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in artikel 8.8, derde lid,

van de Wet milieubeheer bij de beslissing op de aanvraag in ieder geval in acht ne-

men:a. geldende grenswaarden, die op basis van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer

gelden of die voortvloeien uit hoofdstuk 5 van de Wet geluidhinder;

b. zogenaamde instructieregels op basis van artikel 8.45 van de Wet milieubeheer;c. instructieregels op grond van de Provinciale milieuverordening Fryslan;d. bindende ministeriele aanwijzingen die krachtens artikel 8.27 van de Wet milieu-

'Mbeheer zijn gegeven.

Dit wil zeggen dat de inrichting in ieder geval moet voldoen aan de voorschriften, zo-als deze gesteld zijn onder III a tim d.Als niet voldaan kan worden aan deze eisen, dan moet ingevolge het bepaalde in arti-

kei 8.10, tweede lid, van de Wet milieubeheer de vergunning worden geweigerd.

De vergunning moet ingevolge het bepaalde in artikel 8.10, tweede lid ook worden

geweigerd indien door verlening van de vergunning niet kan worden bereikt dat in deinrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbaretechnieken worden toegepast.

Uit uw aanvraag en de daarbij behorende stukken en uit ingewonnen informatie is onshet volgende gebleken.

Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Richtlijn 96I61/EG van de Raad van de EuropeseUnie van 24 september 1996 inzake geintegreerde preventie en bestrijding van verontreini-

ging (gpbv), treffen de Lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om

uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Deze richtlijn wordt

hierna aangehaald als IPPC-richtlijn.

Ter verdere implementatie van de IPPC-richtlijn en EG-inspraakrichtlijn zijn op 1 december2005 de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging

oppervlaktewateren en het besluit van 8 oktober 2005, houdende wijziging van het Inrichtin-

gen- en vergunningenbesluit milieubeheer, in werking getreden. Tevens is op 1 december2005 de Regeling aanwijzing BBT-documenten (BBT= beste beschikbare technieken) in

werking getreden.

Wij hebben onderzocht of er gpbv-installaties als omschreven in artikel 1.1 van de Wet mili-

eubeheer tot uw inrichting behoren. Dit zijn installaties als bedoeld in bijlage 1 van de IPPC-richtlijn, verder te noemen gpbv-installaties.

In bijlage I van de IPPC-richtlijn staat onder categorie 5 Afvalbeheer het volgende omschre-ven:5.1. Installaties voor de verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen alsbedoeld in de ljist van artikel 1,lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG in de zin van de bjilagen II A

en II B (handelingen R1, R5, R6, R8 en R9) van Richtlijn 2006/1 2/EG en van Richtljin

75!439/EEG van de Raad van 16juni 1975inzake de verwij dering van afgewerkte olie (2)met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag.

Hieruit blijkt dat een gpbv-installatie tot uw inrichting behoort.De nu aangevraagde veranderingen geven hierover geen gewijzigde inzichten en leiden niet

tot aanpassing van de voorschriften.

- 5/10- Ons kenmerk: 00959073

provinsje fryslanprovincie fryslan ~

B.4. Bestaande toestand van het milieu.Over de bestaande toestand van het milieu in de omgeving merken wij op dat uw inrich-

ting is gelegen op een gezoneerd bedrijfsterrein waarop diverse bedrijven zijn gevestigd.De activiteiten binnen uw inrichting zijn mede bepalend voor de milieubelasting rondom

het industrieterrein waarop uw inrichting is gelegen.

Gelet op het bestemmingsplan en de huidige situatie ter plaatse zijn er in de omgeving

geen veranderingen te verwachten. Binnen uw inrichting worden blijkens de aanvraag

geen ontwikkelingen verwacht. ~ ~B.6. De milieuas ecten en de toe e aste technieken.Bij de beoordeling van de aanvraag zullen wij de navolgende aspecten moeten betrekken

of ermee rekening moeten houden:

a Landschap en ecologie:Uw inrichting is gesitueerd op een bedrijfsterrein. Aan een gebied waarop de Habitatricht-

lijn en/of de Vogelrichtlijn van toepassing is, zijn natuurwaarden toegekend. Dat is hier

niet het geval. De inrichting is ingepast in de omgeving. Er is geen aanleiding uit land-

schappelijke overwegingen verdere maatregelen te verlangen.

b Energie:Dit aspect is niet relevant voor de nu aangevraagde wijzigingen.

c Lozing water:Ten aanzien van dit aspect treden geen veranderingen op.

d Bodem:Het kader voor de bescherming van de bodemWij hanteren de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten

(NRB) als het primaire toetsingskader voor de beoordeling van bodembedreigende activi-

teiten. Bij de toetsing van de activiteiten aan de NRB is het van belang welke activiteiten

als potentieel bodembedreigend moeten worden beschouwd. De activiteiten in de aan-

vraag dienen getoetst te worden aan de NRB. Daarbij is als uitgangspunt genomen (ver-

woord in het nationale bodembeleid) dat er bij bedrijfsmatige bodembedreigende activitei-

ten door het aanleggen van voorzieningen en het treffen van maatregelen een verwaar-

loosbaar risico (bodemrisicocategorie A) moet worden behaald. De nu aangevraagde ac-tiviteiten en veranderingen hebben niet tot gevolg dat er aanvullende maatrege-len/voorschriften nodig zijn.

e Lucht:Om de uitstoot van stof te beperken gebruikt u een sproeiinstallatie met een additief.

Hierdoor wordt het stof gebonden en zal tijdens de werkzaamheden vermindering van

stofuitstoot plaatsvinden. Daarnaast is het additief meerdere dagen werkzaam zodat ook

bij de verdere handelingen minder stof zal vrijkomen. Aanvullende voorschriften zijn der-

halve niet noodzakelijk.

f Geur:Ten aanzien van het aspect geur vinden geen wijzigingen plaats.

-6/10- Ons kenmerk: 00959073

provinsje frysjanprovincie fryslan g 46

g Geluid en trillingen:De aangevraagde wijzigingen zijn akoestisch niet relevant omdat er geen wijzigingen zijn in

de bedrijfstijden van de aangevraagde shredder.

h Verkeer en vervoer:De totale verwerkingscapaciteit van de inrichting verandert niet. Er zijn derhalve geen

veranderingen in het aspect verkeer en vervoer.

i Grondstoffen/Afvalstoffen/Preventie van afvalstoffen:Overwegingen voor afvalverwerkers.Het kader voor de toetsing doelmatig beheer van afvalstoffen ~ MOp grond van artikel 8.10Wm kan de Wm-vergunning in het belang van de bescherming

van het milieu worden geweigerd. Onderdeel van het begrip "bescherming van het milieu"

is de zorg voor het doelmatig beheer van afvalstoffen. In artikel 1.1Wm is aangegeven

wat moet worden verstaan onder het doelmatig beheer van afvalstoffen. Op grond hiervan

moeten wij rekening houden met het geldende afvalbeheersplan dan wel het bepaalde in

de artikelen 10.4 en 10.5van de Wm (artikel 10.14van de Wm). In het bedoelde afvalbe-

heersplan (het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021, hierna aangeduid als het LAP) is het

afvalstoffenbeleid neergelegd .

Op grond van de Wm dient het LAP als toetsingskader voor het beslissen op een aan-

vraag om een Wm-vergunning voor zover deze betrekking heeft op afvalbeheer. De

hoofdlijnen van het beleid zijn vastgelegd in het LAP. De doelstellingen van het LAP ge-

ven invulling aan de voorkeursvolgorde voor afvalbeheer zoals die in artikel 10.4 van de

Wm is opgenomen en als volgt is samen te vatten:

~ het stimuleren van preventie van afvalstoffen;

~ het stimuleren van hergebruik/nuttige toepassing van afvalstoffen door het

promoten van afvalscheiding aan de bron en nascheiding van afvalstro-

men. Afvalscheiding maakt produkthergebruik en materiaalhergebruik

(nuttige toepassing) mogelijk en beperkt de hoeveelheid te storten of in

een afvalverbrandingsinstallatie (AVI) te verbranden afvalstoffen;

~ het optimaal benutten van de energie-inhoud van afval dat niet kan wor-

den hergebruikt (nuttig toepassen als brandstof) ;

~ het verwijderen van afvalstoffen door verbranding;

~ het verwijderen van afvalstoffen door storten.

Bij de vaststelling van het LAP is ook rekening gehouden met de in artikel 10.5van de

Wm vermelde aspecten van doelmatig afvalbeheer. Bijlage 4 bij het LAP bevat een invul-

ling van het beleid voor specifieke afvalstoffen.

In het LAP is aangegeven op welke wijze het bevoegd gezag bij het beoordelen van een

Wm-vergunningaanvraag voor het inzamelen, bewaren en be- en verwerken van afval-

stoffen rekening moeten houden met een aantal algemene bepalingen aangaande het

LAP.

De minimumstandaard geeft de meest laagwaardige wijze van be- en verwerking van de

betreffende afvalstoffen, waarvoor nog Wm-vergunning verleend mag worden. Als de mi-

nimumstandaard bestaat uit verschillende be- en verwerkingshandelingen bij diverse

inrichtingen kan voor de afzonderlijke bewerkingsstappen een Wm-vergunning worden

verleend.

- 7/10- Ons kenmerk: 00959073

e

provinsje fryslsnprovincie fryslan ~

Afvalstro(o)m(en) waarvoor in bijlage 4 van het LAP een sectorplan is opgenomenVoor de onderhavige aanvraag zijn de volgende sectorplannen in bijlage 4 van het LAPvan toepassing:

- Sectorplan 3 Procesafhankelijk industrieel afval- Sectorplan 11 Kunststof- Sectorplan 36 Hout

De aangevraagde be-/verwerkingsmethode, namelijk het shredderen en/of verkleinen, omvatniet de volledige minimumstandaard maar is een onderdeel daarvan. Aangezien de aange-vraagde be-/verwerkingsmethode een verdere verwerking overeenkomstig de minimumstan-daard niet in de weg staat, wordt de activiteit als doelmatig aangemerkt. De verwerkte stro-men moeten wel afgevoerd worden naar erkende verwerkers.

Mengen van afvalstoffenAfvalstoffen moeten met het oog op hergebruik en nuttige toepassing over het algemeen nahet ontstaan zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden van andere afvalstoffen. Verderis het ongewenst dat in afval gecumuleerde milieugevaarlijke stoffen door wegmenging on-gecontroleerd in het milieu verspreid raken. Onder bepaalde condities kunnen verschillendeafvalstromen echter net zo goed of soms zelfs beter samengesteld worden verwerkt. Hetsamenvoegen van qua aard, samenstelling en concentraties niet met elkaar vergelijkbare(verschillende ) afvalstoffen alsmede het samenvoegen van afvalstoffen en niet-afvalstoffenwordt mengen genoemd.Mengen is niet toegestaan tenzij dat expliciet en gespecificeerd is aangevraagd en vastge-legd in de Wm-vergunning.

AV-beleid en AO/ICIn het LAP is aangegeven dat een inrichting die afvalstoffen accepteert over een adequaatacceptatie- en verwerkingsbeleid (AV-beleid) en een systeem voor administratieve organisa-tie en interne controle (AO/IC) moet beschikken. In het AV-beleid moet zijn aangegeven opwelke wijze binnen de inrichting acceptatie en verwerking van afvalstoffen plaatsvinden In deAO/IC is vastgelegd hoe door technische, administratieve en organisatorische maatregelende relevante processen binnen een inrichting kunnen worden beheerst en geborgd om derisico's binnen de bedrijfsvoering te minimaliseren.

Bij de aanvraag is een beschrijving van het AV-beleid en de AO/IC gevoegd. Daarin is perafvalstof aangegeven op welke wijze acceptatie en verwerking plaats zullen vinden. Hierbij isrekening gehouden met de specifieke bedrijfssituatie. Het beschreven AV-beleid en deAO/IC voldoen aan de randvoorwaarden zoals die in het LAP zijn beschreven. Op basis vanhet gestelde in de aanvraag kunnen wij met dit AV-beleid en de AO/IC instemmen.

C. OVERIGE ASPECTEN:

C.1. Overi evan toe assin zindewet evin /re elin en.Op grond van artikel 8.9 van de Wet milieubeheer zijn wij verplicht er voor te zorgen dat erbij onze beslissing op uw aanvraag geen strijd ontstaat met regels die met betrekking totuw inrichting gelden onder andere bij of krachtens de in artikel 13.1,tweede lid, genoem-de wetten. Met het verlenen van de onderhavige vergunning ontstaat geen strijd met dezewetten.

- 8/'jo- Ons kenmerk: 00959073

provinsje fryslsnprovincie fryslan g,

Provinciale milieuverordening FryslanOmdat uw inrichting niet is gelegen binnen (of nabij) een milieubeschermingsgebied zijn

instructieregels uit de Provinciale milieuverordening Fryslan niet van toepassing.

C.2. On ewone voorvallen/calamiteiten.Voorts is van belang dat hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer verplichtingen oplegt aande vergunninghouder indien zich binnen de inrichting een ongewoon voorval voordoet,waardoor nadelige gevolgen voor het milieu dreigen te ontstaan. Deze verplichtingen om-

vatten onder meer het (zoveel mogelijk) voorkomen, beperken en ongedaan maken van

nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van het voorval en het melden van het voor-

val aan het bevoegd gezag, in dit geval aan ons. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van

het provinciaal milieu-alarmnummer (058-2122422) of de telefax (058-2925125).

C.3. Termi n waarvoor de ver unnin wordt verleend.De onderliggende vergunning, kenmerk 612386 van 30 november 2005, is verleend voor

de duur van 10 jaar. Omdat de activiteiten genoemd in de veranderingsvergunning slechtskunnen plaatsvinden zo lang de onderliggende vergunning nog geldig is, zal de termijn

van de veranderingsvergunning moeten worden afgestemd op die van de onderliggende

vergunning. Daarom hebben wij bepaald dat deze vergunning verleend zal worden voor

de duur van de onderliggende vergunning, namelijk tot 24 januari 2016.

Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) in werking

getreden. Op aanvragen om vergunning die zijn ingediend voor deze datum, blijft het ou-

de recht van toepassing. Dit betekent dat deze vergunningprocedure wordt afgehandeld

overeenkomstig het bepaalde in de Wet milieubeheer en de overige van toepassing zijnde

wetgeving, zoals die golden voor 1 oktober 2010. Zodra deze vergunning ingevolge deWet milieubeheer onherroepelijk wordt, wordt deze vergunning net zoals geldt voor deonderliggende vergunning gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de betrokken

activiteit. U beschikt dan over een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd.

C.4. Datum in werkin treden van de ver unnin .De vergunning treedt in werking op de dag nadat de beroepstermijn is afgelopen, tenzij erbinnen de beroepstermijn een verzoek is gedaan tot het treffen van een voorlopige voor-

ziening. In dat geval treedt de vergunning in werking op het moment dat door de Voorzit-

ter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dat verzoek is beslist.

Wij wijzen erop dat artikel 10.38van de Wet milieubeheer bepaalt dat de registratie van

bedrijfsafvalstoffen en/of gevaarlijke afvalstoffen, die betrekking heeft op de afgifte ervan,

ten minste 5 jaar moet worden bewaard en gedurende die periode ter beschikking van

ons moet worden gehouden.

- 9/10- Ons kenmerk: 00959073

provinsje fryslan CQprovincie fryslan g,

C.6. ~Overi e.Wij wijzen u nog op het volgende. Als u besluit uw inrichting aan een ander over te dra-

gen, dan schrijft artikel 8.20 van de Wet milieubeheer voor dat u dat ten minste eenmaand tevoren aan ons moet melden. Artikel 5.20 van het Inrichtingen- en vergunningen-besluit milieubeheer geeft aan welke gegevens u ons dan moet verstrekken.

Gezien de in de onderliggende vergunningen opgenomen voorschriften en de aard van dewijzigingen die zijn aangevraagd, zijn wij van mening dat in deze beschikking geen aan-vullende voorschriften hoeven worden opgenomen.

D. BESLUIT: ~ ~Gelet op het voorgaande, de bepalingen in de Wet milieubeheer, alsmede afdeling 3.4van de Algemene wet bestuursrecht en het Mandaatstatuut provincie Fryslan, hebben wij

bes I o te n:

I. aan Van Gansewinkel Nederland B.V. te Drachten de gevraagde vergunning teverlenen als bedoeld in artikel 8.1 eerste lid, onder b en c, van de Wet milieube-heer in verband met een verandering (in de werking) van de inrichting voor een af-valverwerkend bedrijf op het perceel, kadastraal bekend gemeente Drachten, sec-tie A, nummer 11100, plaatselijk bekend Stuurboord 9 te Drachten, tot 24 januari2016, overeenkomstig de gegevens vervat in de van de vergunning deel uitmaken-de aanvraag.

Namen het college van Gedeputeerde Staten,

Ing. N.G. KistemakerClusterleider Vergunningverlening Afdeling Omgevingsvergunningen en Toezicht

-10/10- Ons kenmerk: 00959073

Archief exemplaprovinsje fryslan '(Cprovincie fryslan g

GEMEENTE SMALLINGERLANDKennisgeving beschikking Wet milieubeheer

Gedeputeerde Staten hebben aan Van Gansewinkel Nederland B.V.een vergunning

verleend voor het veranderen van de inrichting of de werking daarvan, voor een afvalver-

werkend bedrijf gelegen aan Stuurboord 9 te Drachten. De verandering betreft om naast

het verkleinen van hout ook de mogelijkheid te hebben om C-hout en grof bedrijfsafval te

kunnen verkleinen met behulp van een shredder. e~De vergunning is ongewijzigd ten opzichte van de ontwerp-vergunning.

De stukken liggen van 27 juni t/m 8 augustus 2011 ter inzage in het:

provinsjehQs, elke werkdag van 9.00 tot 16.00 uur (graag vooraf contact opnemen) ;

gemeentehuis in Drachten, elke werkdag van 9.00 tot 16.00 uur,

buiten werkuren tel. 0512 581306.

Tegen het besluit kan van 28 juni t/m/8 augustus 2011 beroep worden ingesteld bij de Afde-

ling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag door:

belanghebbenden die zienswijzen naar voren hebben gebracht over de ontwerp-

beschikking;belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar

voren te hebben gebracht over de ontwerp-beschikking.

Het beroepschrift bevat ten minste:naam, adres en handtekening van de indiener;

dagtekening;omschrijving van het bestreden besluit;

gronden van het beroep.

Gedurende de beroepstermijn kan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van

de Raad van State een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorzie-

ning. De indiener van het verzoekschrift moet daarbij een kopie van het beroepschrift meestu-

ren.

Voor inlichtingen en inzage van de stukken neemt u contact met de heer R. Tieleman afdeling

Omgevingsvergunningen en Toezicht, tel. 058-292 59 43.

Te plaatsen in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad, zaterdag 25 juni 2011

provinsje fryslan

Archief exemplaapostbus 20120

8900 hm leeuwarden

snekertrekweg 1

telefoon: (058) 292 59 25

telefax: (058) 292 51 25

Van Gansewinkel Nederland B.V. www. fryslan, nl

e-maih [email protected]

Postbus 2609200 AG DRACHTEN M

Leeuwarden, 20 juni 2011Verzond "' 1 Jgfjjf 2011

Ons kenmerk : 00960274Afdeling : Omgevingsvergunningen en ToezichtBehandeld door : Dhr. R. Tieleman/(058) 292 59 43 of [email protected]

Uw kenmerk : 10B-VS-037-CSBijlage(n)

Onderwerp : Toezending beschikking ingevolge Wet milieubeheerVan Gansewinkel, Stuurboord 9 te Drachten

Geachte heer/mevrouw,

Hierbij zenden wij u een exemplaar van onze beschikking van 14 juni 2011, met kenmerk

959073, op uw aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het verkleinen

van c-hout en het verkleinen van grof bedrijfsafval met behulp van shredderinstallaties. De

inrichting is gelegen aan Het Stuurboord 9 te Drachten.Omdat de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning zenden wij u hierbij een gewaar-

merkt exemplaar van de aanvraag retour.

Voorts zenden wij u een exemplaar van de kennisgeving. Voor informatie over de termijn van

terinzagelegging en het indienen van een beroepschrift verwijzen wij u naar de inhoud van de

kennisgeving.

Na n et college van Gedeputeerde Staten,

Sita de Jong-RauwerdaProceduremedewerker Frontoffice Afdeling Omgevingsvergunningen 8 Toezicht

-1/1- Ons kenmerk: 00960274

Archief exemp eprovincie fryslan g,

postbus 201208900 hm leeuwarden

snekertrekweg 1 ,N~

telefoon: (058) 292 59 25

telefax: (058) 292 51 25

College van burgemeester en wethoudersvan de gemeente SmallingerlandPostbus 100009200 HA DRACHTEN M

Leeuwarden, 20 juni 2011Verzonden, g f Jgg )gg

Ons kenmerk : 00960276Afdeling : Omgevingsvergunningen en ToezichtBehandeld door : Dhr. R. Tieleman / (058) 292 59 43 of [email protected]

Uw kenmerkBijlage(n) : 2

Onderwerp : Toezending beschikking Wet milieubeheerVan Gansewinkel, Stuurboord 9 te Drachten

Geacht college,

Hierbij zenden wij u een exemplaar/exemplaren van onze beschikking van 14 juni 2011, met

kenmerk 959073, op de aanvraag van Van Gansewinkel om vergunning ingevolge de Wet

milieubeheer voor het verkleinen van c-hout en het verkleinen van grof bedrijfsafval met behulp

van shredderinstallaties. De inrichting is gelegen aan Het Stuurboord 9 te Drachten.

Voorts zenden wij u een exemplaar van de kennisgeving. Voor informatie over de termijn

van terinzagelegging en het indienen van een beroepschrift verwijzen wij u naar de inhoud

van de kennisgeving.

Wij verzoeken u een exemplaar van de beschikking, alsmede van de kennisgeving, op de

wijze zoals in de kennisgeving is vermeld ter visie te leggen bij de stukken die reeds ter

inzage liggen.

Namen het college van Gedeputeerde Staten,

Sita de Jong-RauwerdaProceduremedewerker Frontoffice Afdeling Omgevingsvergunningen 8 Toezicht

-1/1- Ons kenmerk: 00960276

A+a provinsje fryslan

rChief eX8+P provinciefryslang,M

postbus 201208900 bm leeuwarden

snekertrekweg 1

telefoon; (058) 292 59 25

telefaan (058) 292 51 25

Wetterskip Fryslant.a.v. mevrouw M. ensingPostbus 368900 AA LEEUWARDEN

~ M

Leeuwarden, 20 juni 2011Verzonden, 2 1 )gg gg@

Ons kenmerk : 00960280Afdeling : Omgevingsvergunningen en ToezichtBehandeld door : Dhr. R. Tieleman / (058) 292 59 43 of [email protected]

Uw kenmerkBijlage(n) : 2


Geachte mevrouw Ensing,


kenmerk 959073, op de aanvraag van Van Gansewinkel om vergunning ingevolge de Wet

milieubeheer voor het verkleinen van c-hout en het verkleinen van grof bedrijfsafval met behulp



terinzagelegging en het indienen van een beroepschrift ver wijzen wij u naar de inhoud van de

kennisgeving.

Name s et college van Gedeputeerde Staten,

Sita de ong-RauwerdaProceduremedewerker Frontoffice Afdeling Omgevingsvergunningen 8 Toezicht

-1/1- Ons kenmerk: 00960280

Archief exempta Provinsj e frysianprovincie fryslan ~ M

postbus 201208900 hm leeuwarden

snekertrekweg 1

telefoon: (058) 292 59 25telefax: (058) 292 51 25

Servicebureau De Friese Wouden www. fryslan.nl

Postbus 229e-mail: [email protected]

9200 AE DRACHTEN0

Leeuwarden, 20 juni 2011Verzonden, g ] JQfijf )gg

Ons kenmerk : 00960282Afdeling : Omgevingsvergunningen en ToezichtBehandeld door : Dhr. R. Tieleman / (058) 292 59 43 of [email protected] kenmerkBijlage(n) : 2


Geachte heer/mevrouw,


kenmerk 959073, op de aanvraag van Van Gansewinkel om vergunning ingevolge de Wetmilieubeheer voor het verkleinen van c-hout en het verkleinen van grof bedrijfsafval met behulp



terinzagelegging en het indienen van een beroepschrift verwijzen wij u naar de inhoud van dekennisgeving.

Na ns het college van Gedeputeerde Staten,

/

Sita e Jong-RauwerdaProceduremedewerker Frontoffice Afdeling Omgevingsvergunningen & Toezicht

-1/1- Ons kenmerk: 00t960282

Archief exemp a - FUMO...2011/06/14 · Archief exemp a provincie fryslan g ~ Is postbus 20120 8900...

Documents

Transcript of Archief exemp a - FUMO...2011/06/14 · Archief exemp a provincie fryslan g ~ Is postbus 20120 8900...