ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02
-
Upload
robpaulussen -
Category
Documents
-
view
38 -
download
0
Transcript of ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 1/37
ArcheoPro Archeologisch rapport
Nr 9121
De Steeg, Groot Haasdal
Gemeente NuthInventariserend Veldonderzoek (IVO-O);
Bureauonderzoek en verkennend/karterend
booronderzoek
Rob Paulussen
April 2010
ArcheoPro
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 2/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 2
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Colofon
Opdrachtgever: Plangroep Heggen, Parkweg 1a, 6121 HV Born
Status: versie 02-04-2010
Projectcode : 09-250 De Steeg, Groot Haasdal
Bestandsnaam : ArcheoPro, De Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02Opgesteld conform KNA 3.1
Archis onderzoeksmelding (CIS nummer): 39.229
Bevoegd gezag: Gemeente NuthOpslagplaats documentatie: Provincie Limburg
Auteur: Rob Paulussen
Projectleider : Rob Paulussen
Projectmedewerkers: Richard Exaltus, Rob Paulussen, Joep OrbonsOnderaannemers: nvt
Autorisatie: Drs. R.P. Exaltus; senior-archeoloog
ISSN : 1569-7363Uitgegeven door Souterrains, Partner of ArcheoPro© Copyright 2008 Souterrains, Maastricht
Souterrains, Partner of ArcheoPro
Holdaal 6 Tel : 0(0 31) 43 3672586 BTW: NL.1575.24.541.B01 Kamer van Koophandel Zuid Limburg: 14066883 NL 6228 GH Maastricht Fax: 0(0 31) 43 3672585 e-mail: [email protected] ING-bank: 8980640
Nederland Mobiel: 0(0-31) 6-15 071 366 www.souterrains.nl IBAN: NL77INGB0008980640BIC/ Swift: INGBNL2A
De Steeg, Groot Haasdal
Gemeente Nuth
Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O);
Bureauonderzoek en verkennend/karterend
booronderzoek
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 3/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 3
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Inhoudsopgave:
Samenvatting................................................................................................................................ 4
1 Inleiding .................................................................................................................................... 6
1.1 Algemeen ............................................................................................................................... 61.2 Locatiegegevens:.................................................................................................................... 6
1.3 Onderzoek .............................................................................................................................. 6
2 Bureauonderzoek ...................................................................................................................... 92.1 Methode en bronnen .............................................................................................................. 9
2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem............................................................................... 10
2.3 Archeologie.......................................................................................................................... 152.4 Informatie amateurarcheologen ........................................................................................... 17
2.5 Historie................................................................................................................................. 202.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel.............................................................. 23
2.7 Onderzoeksstrategie............................................................................................................. 24
3 Veldonderzoek ........................................................................................................................ 263.1 Verrichte werkzaamheden ................................................................................................... 26
3.2 Resultaten booronderzoek.................................................................................................... 26
4 Conclusies en aanbevelingen (selectieadvies) ........................................................................ 30
Verklarende woordenlijst........................................................................................................... 32
Archeologische tijdschaal .......................................................................................................... 32
Bronnen...................................................................................................................................... 32
Literatuur.................................................................................................................................... 33
Bijlage 1: Boorbeschrijving ....................................................................................................... 35
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 4/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 4
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Samenvatting
Op 5 februari 2010 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O)uitgevoerd op een terrein aan de Steeg te Groot Haasdal.
Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met
bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie tekomen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend
Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologischverwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de
vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig
(kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen.
Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied ter plaatse van de dalhelling een hoge verwachting voor laatpaleolitische en mesolitische
(jacht)kampementen, een middelhoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van
nederzettingsresten (huisplaatsen) daterend vanaf het neolithicum tot en met de ijzertijd eneen lage verwachting voor nederzettingsresten uit de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de
nieuwe tijd.Ter plaatse van de droogdalbodem geldt een lage verwachting voor nederzettingsresten uit
alle perioden. Wel kunnen hier bijzondere datasets inclusief specifieke geoarcheologische
data aanwezig zijn.
Binnen het plangebied zijn in totaal 13 boringen gezet, waarvan 9 karterende boringen op dehelling en 4 verkennende boringen in de dalbodem.
Uit het booronderzoek blijkt dat ter plaatse van de helling een laag puinhoudende grond is
aangebracht. In deze opgebrachte laag is een hoeveelheid vuursteen aanwezig, waaronder ieen
mogelijke kernsteen met een microklingafslag en een mesolitische spits (microliet). In deonderliggende oorspronkelijke bodem ontbreekt dergelijk materiaal. Het materiaal is derhalveafkomstig van een andere locatie, mogelijk van het hellingopwaarts gelegen perceel waar nu
het bedrijfspand van de firma RMP staat. Dit betekent dat de vuursteenvondsten niet in een
archeologische context liggen en derhalve binnen het plangebied geen verder onderzoek rechtvaardigen.
De oorspronkelijk hellingbodem onder de opgebrachte laag is licht tot sterk aangetast
(onthoofd). Op het hoogste deel van het plangebied ontbreekt de oorspronkelijke briklaag
(Bt-horizont) bijna volledig. Halverwege de helling is de briklaag nog vrijwel intact waardoor hier een zogenaamde (afgedekte) bergbrikgrond aanwezig is.
In de droogdalbodem (boring 10, 11, 12 en 13) is een 1,15 tot 1,85 meter dik pakketcolluvium aangetroffen. In boring 10 wordt de basis van dit colluviumpakket gemarkeerd
door een zwak ontwikkelde vegetatielaag met fijne houtskoolspikkels. Deze markeert het
(langzame) begin van de colluviatie met een afzetting van organisch rijker sediment. Dezelaag is gezien de resultaten van boring 11, 12 en 13 slechts fragmentarisch behouden. De
oorspronkelijk bodem (brikgrond) ontbreekt volledig als gevolg van erosie tijdens de (post)middeleeuwse ontginningsfase van de plateaus. De waargenomen houtskooldeeltjes in
boring 10 wijzen niet op bewoning binnen het plangebied maar zijn waarschijnlijk tezamen
met het colluvium van elders aangevoerd. Dit betekent dat de houtskoolspikkels, evenals de bovengenoemde vuursteenvondsten, geen archeologische relevantie hebben voor het
plangebied. Behalve deze vuursteenvondsten en houtskoolspikkels, zijn er tijdens de
boorwerkzaamheden geen archeologische indicatoren aangetroffen.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 5/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 5
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
De resultaten van het onderzoek geven derhalve geen aanleiding om archeologisch
vervolgonderzoek te adviseren. De archeologische verwachting van het plangebied kanvolledig worden bijgesteld naar laag. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische
resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van degeplande werkzaamheden op voorhand rekening zou moeten worden gehouden.
In verband met het volledig ontbreken van relevante archeologische indicatoren binnen het plangebied, zijn de KNA-onderdelenWaardestelling en Selectieadvies, in dit rapport nietnader uitgewerkt.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 6/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 6
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
1 Inleiding
1.1 Algemeen
- Opdrachtgever: Plangroep Heggen, Parkweg 1a, 6121 HV Born
- Geplande ingrepen: aanleg van drie bedrijfskavels met bedrijfswoningen en/of
bedrijfsruimten. Er worden geen kelders aangelegd. Vanwege de situering op eenhelling zal er een terreinegalisatie moeten worden uitgevoerd.
- Datum uitvoering veldwerk: 5 februari 2010
- Archis onderzoeksmelding (CIS nummer): 39.229
- Opgesteld conform KNA 3.1,- Bevoegd gezag: Gemeente Nuth
- Bewaarplaats vondsten: Provincie Limburg- Bewaarplaats documentatie: Provincie Limburg
1.2 Locatiegegevens:
- Provincie: Limburg
- Gemeente: Nuth- Plaats: Groot Haasdal
- Toponiem: De Steeg 15
- Globale ligging: Het plangebied ligt binnen het bedrijventerrein De Steeg, tussen de(historische) kernen van Groot Haasdal in het zuiden en Klein Haasdal in het noorden.
- Hoekcoördinaten plangebied:
o 185.441 / 322.968
o 185.487 / 322.915
o 185.403 / 322.875
o 185.384 / 322.900
- Oppervlakte plangebied: 0,325 ha- Eigendom: de heer B. Reubsaet
- Grondgebruik: weiland
- Hoogteligging: ± 132 m +NAP- Bepaling locaties: GPS Garmin, meetlinten
- Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond hetcentrum van het plangebied
1.3 Onderzoek
Op 5 februari 2010 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O)uitgevoerd op een terrein aan de Steeg te Groot Haasdal.
Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie tekomen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend
Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologischverwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de
vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig
(kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen.
ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnenen is door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het
verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van
opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 7/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 7
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog), R.P.A. Paulussen Bc.
(geograaf), en ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist).
Figuur 1: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de
buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 8/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 8
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 2: De binnen het plangebied voorgenomen aanleg van drie bedrijfskavels met
bedrijfswoningen en/of bedrijfsruimten. Er worden geen kelders aangelegd. Vanwege de situering op een helling zal er een terreinegalisatie moeten worden uitgevoerd.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 9/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 9
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
2 Bureauonderzoek
2.1 Methode en bronnen
Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis
vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te
verwachten archeologische waarden.Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor hetveldonderzoek worden bepaald.
Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst,
dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn):
-Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW)-Archeologische MonumentenKaart (AMK)
-ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS)
-Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)-Gemeente Nuth, archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart
-De geschiedenis van het Zuidlimburgse cultuurlandschap (J. Renes, 1988)-Bodemkaart 1:50.000
-Geomorfologische kaart 1:50.000
-Geologische kaart 1:50.000-Tranchotkaart 1805
-Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1830-Grote historische atlas van Nederland 1:50.000 1838-1857 (Deel Zuid)
-Historische topografische atlas van Limburg 1836-1843, 1:25.000
-Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Limburg 1:25.000 1894-1926-Atlas van topografische kaarten Nederland 1955-1965, 1:50.000
Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 10/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 10
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
2.2 Geo(morfo)logie en bodem
Het plangebied ligt binnen het Zuidlimburgse lössgebied op het zogenaamde Centrale Plateau
oftewel Plateau van Schimmert. Het Centrale Plateau is een relatief vlak erosieterras van deMaas dat wordt begrensd door de dalen van de Geul in het zuiden, de Geleenbeek in het
noorden, de Maas in het westen en het erosiebekken van Heerlen in het oosten.
De ondergrond bestaat uit zeer dikke
pakketten grof Maasgrind en –zand,die zijn afgezet tijdens het Midden-
Pleistoceen (afzettingen van
Valkenburg, St. Geertruid en St.Pietersberg, behorende tot de formaties
van Beegden). Deze fluviatieleterrasafzettingen zijn tijdens de laatste
ijstijd (het Weichselien, , ca. 75.000-
20.000 jaar BP) afgedekt met een pakket eolische löss (leem) behorendetot de afzettingen van Schimmert,
formatie van Boxtel. De dikte van het
lösspakket kan plaatselijk meer dan 10meter bedragen maar varieert sterk
mede als gevolg van erosie.
Het reliëf van het Centrale Plateau
wordt vooral bepaald door dezogenaamde droogdalen. Deze zijn in
eerste instantie ontstaan onder periglaciale omstandigheden
gedurende de laatste fase van de laatste
ijstijd, en zijn vervolgens verdiept of opgevuld onder invloed van
ontbossing en bodemerosie gedurendehet Laat-Holoceen. Centraal op het
plateau zijn deze droogdalen vrij ondiep, meer naar de randen zijn ze meestal diep ingesneden
en vaak asymmetrisch van vorm.In de oorspronkelijke glaciale lössleem op de plateaus, zijn gedurende het Holoceen
zogenaamde brikgronden ontstaan met een kenmerkende roodbruine, relatief lutumrijke B-horizont. In de door erosie gevormde secundaire löss, het zogenaamde colluvium, worden
polder- en ooivaaggronden zonder duidelijke B-horizont, aangetroffen.
Het plangebied ligt geomorfologisch gezien gedeeltelijk (oostelijk deel) op een lösswand
(legenda-eenheid 11/10A410B16, figuur 5) en gedeeltelijk (westelijk deel) in een droogdal(legenda-eenheden 11/10S3). Feitelijk vormen beide kaarteenheden één landschappelijk-
functionele eenheid bestaande uit een relatief vlakke droogdalbodem begrensd door een
relatief steile droogdalhelling. Tussen de droogdalsystemen liggen restanten van vrij vlakke plateauterassen (legenda-eenheid 8E6, figuur 5). Pal oostelijk van het plangebied ligt bovenop
de terrassen een hoge lössrug (legenda-eenheid 10B16, figuur 5). Het hoogteverschil tussen
deze rug en de droogdalbodem binnen het plangebied bedraagt circa 20 meter.
Figuur 4: Reliëfkaart van Zuid-Limburg op basisvan het AHN met ligging van het plangebied (rode
stip).
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 11/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 11
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Op de uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN, figuur 7) is duidelijk te zien
dat het plangebied op de bodem en de noordoostwand van een droogdal ligt. Deontsluitingsweg De Steeg volgt de as van dit dal. Het droogdal watert af in zuidwestelijke
richting en mondt na circa 900 meter uit in een dieper ingesneden beekdal met natuurlijkewaterbronnen.
De bodems binnen het onderzoeksgebied bestaan volgens de bodemkaart van Nederland uitradebrikgronden (legenda-eenheid BLd6, figuur 6) en bergbrikgronden (legenda-eenheid
BLb6, figuur 6) in siltige leem (löss). Radebrikgronden zijn nog volledig intacte bodems meteen A-E.B-C profielopbouw die gekenmerkt worden door de als gevolg van lutum- en
ijzeraanrijking relatief vaste roodbruine B-horizont. Bergbrikgronden zijn onthoofde
radebrikbodems met een A-B-C profielopbouw. Dit betekent dat de roodbruine B-horizonthier aan het maaiveld of direct onder de humusrijke toplaag of ploegvoor ligt. De
aanwezigheid van bergbrikgronden wijst er op dat er bodemerosie heeft plaatsgevondenwaardoor de oorspronkelijke toplaag (A-horizont), de uitspoelingshorizont (E-horizont) en
eventueel ook een deel van de B-horizont is verdwenen. Met name in de droogdalen kunnen
colluviumpaketten in de vorm van verspoelde löss voorkomen. In jong Laat-Holoceencolluvium ontbreken de typische roodbruine lutumrijke brikgronden. Hier zijn veelalooivaaggronden ontstaan, (legenda-eenheid Ldd6, figuur 6). Als gevolg van periodiek natte
omstandigheden hebben deze vaak roestvlekken (gley). Ter plaatse van het plangebied zelf
geeft de bodemkaart de aanwezigheid van radebrikgronden aan.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 12/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 12
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 5: Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 13/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 13
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 6: Uitsnede uit de bodemkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 14/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 14
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 7: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 15/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 15
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
2.3 Archeologie
Het plangebied ligt volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW 3.0) in eenzone met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden.
De archeologische verwachtingenkaart van de gemeente Nuth (zie figuur 10) kent aan het plangebied deels een hoge en deels een middelhoge verwachting toe. De hoge verwachting
geldt voor het deel van het droogdal met een relatief geringe hellingshoek. De middelhogeverwachting geldt voor de enigszins steile aangrenzende oosthelling van het droogdal. In
paragraaf 2.6 zal nader worden ingegaan op deze toegekende verwachting in relatie tot de
landschappelijke situering van het terrein.
Binnen het plangebied liggen volgens de beschikbare kaarten geen monumenten, vondsten of
waarnemingen. Binnen het onderzoeksgebied met een straal van 1 km rond het plangebied,zijn in het verleden diverse archeologische vondsten en waarnemingen gedaan waarvan
enkele aanleiding zijn geweest tot het aanwijzen van archeologische monumenten. De betreffende monumenten zijn: de oude kernen van Klein en Groot Haasdal (monument 16366;
ongeveer 300 tot 400 meter ten noorden, westen en zuiden van het plangebied), resten van
bewoning uit de ijzertijd (monument 8843) en een Romeins villa-terrein dat eind 19e eeuwdoor Habets is onderzocht (monumenten 8828; ongeveer 1000 meter ten zuidwesten van het
plangebied, zie figuur 9).
De vondsten en waarnemingen binnen het onderzoeksgebied kunnen in drie grote groepenverdeeld worden. Een gedeelte van de vondsten dateert uit de Romeinse tijd en behoort bij de
diverse Romeinse villae die ten zuiden en ten oosten van het plangebied aangetroffen zijn. Detweede groep vondsten dateert uit de steentijd en bestaat grotendeels uit vuursteenafval en niet
nader gedetermineerde afslagen. Enkele typologisch herkenbare objecten worden in het
mesolithicum en neolithicum geplaatst (spitsen, klingen, bijlfragment vanvalkenburgvuursteen e.d.). De derde groep bestaat uit middeleeuws aardewerk en een
waterput met puthuis en kan gekoppeld worden aan de laatmiddeleeuwse ontginningen en bijhorende nederzettingen.
Opmerkelijk is de landschappelijke ligging van deze groepen vondsten. De Romeinse villaeen bijhorende vondsten liggen op de wanden van matig diepe droog- en beekdalen. Het
dichtstbijzijnde villaterrein ligt op circa 500 meter ten zuidoosten van het plangebied(monument 8831). De steentijdvondsten daarentegen liggen relatief hoog op de plateauresten
en op de overgang van de plateaus naar de ondiepe droogdalen. De (laat)middeleeuwse
vondsten liggen verspreid over het landschap en vertonen geen relatie tot specifiekegeomorfologische eenheden.
De uitgevoerde onderzoeken in een straal van 1 km rondom het plangebied beperken zich tot
enkel onderzoeken langs een beekdal ruim ten oosten van het plangebied. De resultaten
hiervan vertellen weinig over de eventuele verwachting van het plangebied en worden in ditoverzicht niet verder meegenomen.
Tabel: Monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen uit ARCHIS II Monumenten
nummer X
coördinaat
Y
coördinaat
periode omschrijving complex
8828 184.743 322.225 Romeins Romeinse villa
8843 185.018 321.971 ijzertijd resten van bewoning uit ijzertijd
(afvalkuil en aardewerk)16366 185.117 322.726 late middeleeuwen historische kern van Groot en Klein
Haasdal
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 16/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 16
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
16367 185.705 323.554 late middeleeuwen historische kern van Klein Haasdal
1039 185.999 323.402 Romeins Romeinse villa
8826 185.319 322.150 ijzertijd Nederzetting (kuilen)
8831 185.711 322.455 Romeins Romeinse villa
8824 186.087 322241 steentijd vuursteenvindplaats
8841 186.444 323.012 ijzertijd, middeleeuwen nederzetting (kuilen)
15943 186.459 322.856 Romeins Romeinse villa
Vondstmeldingen
nummer X
coördinaat
Y
coördinaat
periode omschrijving complex
3653 184.630 322.120 Romeinse tijd dakpannen
3654 184.748 322.253 Romeinse tijd aardewerk, dakpannen
106002 184.780 332.710 steentijd en late
middeleeuwen
vuursteenafval en laat middeleeuws
aardewerk
106003 184.850 322.660 steentijd vuursteenafval
106005 184.902 323.541 steentijd enmiddeleeuwen
schrabber en middeleeuwsaardewerk
106006 184.994 323.379 steentijd vuurstenen afslagen
16304 186220 323100 neolihicum gepolijst bijl
15610 185830 322850 late middeleeuwen waterput en puthuis
38507 185300 323800 Romeinse tijd aardewerk
34257 185800 322200 Romeinse tijd kuil
34097 185950 322450 Romeinse tijd villa
38515 185780 322100 Romeinse tijd villa
onderzoeksmeldingen
nummer X
coördinaat
Y
coördinaat
periode omschrijving complex
21048 186.471 322.894 Romeinse tijd ADC 2007, proefsleuvenonderzoek
21049 186.009 322.389 Romeinse tijd ADC 2007, proefsleuvenonderzoek
12942 186.166 322.446 onbekend Grontmij 2005, archeologische begeleiding aanleg waterbuffer
20640 186.444 323.005 onbekend BAAC 2006, booronderzoek
20971 184.874 322.355 steentijd - late
middeleeuwen
ADC 2007, verkennend en karterend
booronderzoek bij 'Provinciale weg'
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 17/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 17
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
2.4 Informatie amateurarcheologen
ArcheoPro heeft ten behoeve van een in november 2009 door ArcheoPro uitgevoerdonderzoek (onderzoeksmelding 37.376) langs de ongeveer 1 km westelijk gelegen Klein
Haasdalerweg contact opgenomen met Jim Pepels uit Valkenburg a/d Geul. De heer Pepelsheeft in en rond het onderzoeksgebied frequent en meerjarig archeologische veldverkenningen
inclusief oppervlaktekarteringen uitgevoerd. Tijdens deze verkenningen zijn door hem diversevondsten gedaan. Het betreffen vooral vuursteenvondsten uit het mesolithicum en hetneolithicum alsmede Romeins aardewerk en bouwmateriaal. Deze vondsten zijn gemeld en
opgenomen in de nationale database van ARCHIS en op basis hiervan al beschreven in devoorgaande paragraaf 2.3. Tevens worden diverse vondsten en vondstlocaties beschreven in
de publicatie “Prehistorische en Romeinse vondsten in en rondom Ulestraten, gemeente
Meerssen” (Pepels, 2009).Uit onderstaande figuur 8 (Pepels, 2009, afb. 40) blijkt dat met name op de plateaus ten
zuidwesten van het onderzoeksgebied vrij veel Romeinse villae hebben gelegen. Deze villaelagen voornamelijk langs de plateauranden op zwak glooiende hellingen nabij beek- en
grotere droogdalen. Resten van een aantal villae zijn echter ook op de meer centrale delen van
de lössplateaus aangetroffen.De door de heer Pepels gevonden vuursteenvindplaatsen liggen vooral ten noordwesten vanhet onderzoeksgebied op de plateaus en de plateauranden. Het betreffen onder andere
fragmenten van gepolijste neolithische bijlen, mesolithische stekers van
Wommersomkwartsiet en mesolithische maasei-schrabbertjes
Figuur 8: Romeinse vindplaatsen rond Meerssen en Valkenburg (uit Pepels, 2009)
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 18/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 18
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 9: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer
rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 19/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 19
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 10: Uitsneden uit de gemeentelijke archeologische verwachtings- en
cultuurhistorische advieskaart (Verhoeven, 2007)
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 20/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 20
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
2.5 Historie
De oudste vermelding van Haasdal dateert uit 1190 (‘Hafkesdale’). Dit toponiem verwijstnaar ‘dal van de persoon Haveke’ of ‘dal van de havik’ (van Berkel en Samplonius, 2006).
Renes (1988) geeft geen nadere informatie over Klein en Groot Haasdal. Het dorp zal in devolle middeleeuwen als een ontginningsdorp zijn gesticht vanuit de oudere nederzettingen in
het Geuldal.Aan de oostrand van Groot Haasdal ligt het herenhuis met pachtboerderij de Bockenhof, ook wel Obbendorf of Huis Haasdal genoemd. Dit historisch complex dateert uit de 17e eeuw
maar gaat mogelijk terug tot in de 13e
eeuw toen in Haasdal het riddergeslacht VanHafkesdael een versterkt huis of kasteel had. Waarschijnlijk gaat de latere naam Obbendorf
terug naar de Limburgse zegswijze oben 't dörp vanwege de ligging boven of achter in het
gehucht.
De Tranchotkaart (zie figuur 11) uit1805 laat zien dat het plangebied
destijds centraal tussen de U-vormige
lintbebouwing met aanliggende boomgaarden van Groot en KleinHaasdal lag. Het plangebied was
als landbouwgrond in gebruik. De
huidige weg De Steeg bestond al envormde de grens tussen de
landbouwpercelen ten oosten van deweg en de dorpsboomgaarden ten
westen. De Steeg was vrijwel
onbewoond; alleen direct ten zuiden vanhet plangebied lagen drie gebouwen.
Volgens de kaart van Renes (zie figuur 12) ligt het plangebied in een gebied met
een sedert 1830 weinig veranderdverkavelingspatroon. Dit geldt nu niet
meer voor het huidige bedrijventerrein
De Steeg. De verkaveling is hier sterk gewijzigd. Alleen De Steeg zelf volgt
nog het oude tracé. Deze weg dateertvolgens Renes uit de middeleeuwen of
uit vroegere perioden. Aannemelijk is
dat De Steeg van oudsher functioneerdeals verbindingsweg tussen Klein Haasdal
op het plateau en het beekdal. Renes(1988) markeert de (holle) weg in het
verlengde van De Steeg echter niet als
een historische weg, terwijl deze wel alop de Tranchotkaart staat weergegeven.
Volgens de topografische kaart (figuur
1) loopt deze holle weg langs een beekjedat door een bron gevoed zal worden.
Figuur 11: Uitsnede uit de Tranchotkaart van 1805.
Figuur 12: Uitsnede uit de kaart met historische
landschapselementen (naar Renes, 1988).
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 21/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 21
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
De kadasterkaart uit 1832 geeft aan dat het plangebied destijds binnen de begrenzing van het
perceel 77 lag. Uit de bijbehorende aanwijzende tafels blijkt dat dit perceel eigendom was vande familie van Oppen en in gebruik was als bouwland. Zuidwestelijk van het plangebied liep
een voetpad of veldweg. Waar deze veldweg De Steeg kruiste is op de kadasterkaart nog juistéén van de reeds op de Tranchotkaart aangegeven gebouwen zichtbaar.
Figuur 13: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 22/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 22
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 14 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1845,
1921, 1960 en 2008. Op deze kaarten is te zien dat tussen 1845 en 1960 talrijke bouwlandenin en rond de historische kern Haasdal zijn beplant met fruitbomen. Tussen 1845 en 1921
heeft deze omzetting van akker naar boomgaard ook ter plaatse van het plangebied plaatsgevonden. Daarentegen is gedurende deze periode de (woon)bebouwing langs de Steeg
niet uitgebreid. De reden hiervoor zal de ligging in een droogdal zijn en het bijbehorenderisico van modder- en wateroverlast door oppervlakkige afstroming. Door de omzetting vanakkers in boomgaarden zal het risico van modderstromen sterk zijn afgenomen. De kans op
periodieke wateroverlast bleef echter onverminderd.
Figuur 14: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1921, 1960 en2008.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 23/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 23
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel
Specifieke ligging (locatie)
Het plangebied ligt in een relatief klein droogdal, gedeeltelijk op de vlakke dalbodem engedeeltelijk op de oostelijke helling(voet) van het droogdal. Het droogdal vormde
waarschijnlijk ook een oude verbindingsroute tussen de plateau-nederzetting Klein Haasdal enhet beekdal. Op de helling of aan de voet van de helling kunnen jonge colluviale afzettingenvoorkomen die oudere vondstlagen afdekken.
Verwachte perioden (datering)
Op basis van bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied alsmede op
basis van de specifieke ligging in een (relatief klein) droogdal geldt voor het plangebied eenlage verwachting voor resten uit alle perioden ter plaatse van de dalbodem.
Met betrekking tot de dalheling geldt een hoge verwachting voor resten uit het laat- paleolithicum en het mesolithicum. De redenen hiervoor zijn de beschutte ligging ten opzichte
van de koude noordelijke winden en de nabijheid van een periodiek watervoerend dal. Voor
resten uit het neolithicum tot en met de ijzertijd geldt een middelhoge verwachting. Kleine,matig hellende terreinen zijn minder aantrekkelijk voor permanente bewoning hoewel ook hier de beschutte ligging als een geografische aantrekkingsfactor kan hebben gediend. Tijdens
de Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd concentreerde de bewoning zich vooral op de
vlakke plateaus of op de grotere dalhellingen en in de vroege middeleeuwen juist in en rondde beekdalen. Voor deze perioden is de verwachting derhalve laag. Deze archeologische
verwachting wijkt af van de gemeentelijke verwachtingskaart (verhoeven, 2007). De oorzaak hiervan is de meer gedetailleerde beschouwing in dit rapport van de specifieke
geomorfologische situatie, in het bijzonder de omvang en oriëntatie van het droogdal en de
dalhelling. Daarnaast wordt rekening houden met het gegeven dat vlakke droogdalbodemsvanwege periodieke wateroverlast in eerste instantie geen aantrekkelijke vestigingslocatie
vormen. Op de gemeentelijke verwachtingskaart wordt daarentegen aan dalbodems vanwegehun veelal gering hellingshoek standaard een hoge verwachting toegekend voor
nederzettingsresten.
De primair lage verwachting sluit echter niet uit dat er vooral in grotere droogdalen juistonder of in het colluvium begraven en dus goed geconserveerde bewoningsresten kunnen
voorkomen, naast andere bijzondere datasets zoals bijvoorbeeld bruggen, depots, afvaldumpsetc. (zie ook van Wijk, en Orbons, 2009). In dergelijke situaties dient het paleoreliëf inclusief
eventueel begraven bodems inzichtelijk te worden gemaakt.
Complextypen
Door de ligging van het plangebied op een matig steile lösshelling langs een relatief kleinnatuurlijk droogdal, kunnen resten van één of enkele individuele boerderijen uit het
neolithicum tot en met de ijzertijd worden aangetroffen. Eventuele bijbehorende grafvelden
worden eerder bovenop het aangrenzende plateau verwacht.Gedurende het laat-paleolithicum en mesolithicum kunnen er op de dalhelling
bewoningskampementen en/of extractiekampjes zijn geweest. Naast deze eventuele nederzettingsresten uit de voornoemde perioden, kunnen er uit de
Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd ook resten van zogenaamde off-site
verschijnselen (perceleringen, graften, grensstenen, wegen e.d.) voorkomen.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 24/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 24
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Uiterlijke kenmerken
Nederzettingsresten uit alle perioden zullen binnen het plangebied uit vondststrooingen bestaan en/of uit opgevulde spoorvullingen onder de bouwvoor of onder een colluviale
opvulling. In een colluviale afzetting kunnen ook archeologische resten voorkomen. Deze zijndan echter door erosie verplaatst en derhalve van elders afkomstig.
Mogelijke verstoringen
Door het gebruik als akker, het planten en rooien van fruitbomen, ploegen, bodemerosie en
terreinegalisaties kan bodemverstoring zijn opgetreden.
2.7 Onderzoeksstrategie
Tijdens het veldwerk moet allereerst worden vastgesteld hoe de bodem is opgebouwd, in
hoeverre deze intact is en of hierin archeologische indicatoren aanwezig (kunnen) zijn.Om de bodemopbouw zo exact mogelijk te kunnen bestuderen kan het beste gebruik gemaakt
worden van een guts of een edelmanboor met een diameter van 7 cm.
Indien blijkt dat de huidige grondbewerking tot in de natuurlijke bodem reikt en een goedevondstzichtbaarheid heerst, is een oppervlaktekartering het meest geschikt voor het opsporenvan archeologische indicatoren. De meeste van de archeologische vondsten in de omgeving
van het plangebied zijn immers gedaan als oppervlaktevondsten.
Indien een oppervlaktekartering niet mogelijk is of in onvoldoende mate effectief zal zijn,wordt nageboord met een edelmanboor met een diameter van 12 cm. Het hiermee
opgeboorde materiaal wordt (nat) gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter of zorgvuldig gesneden en verbrokkeld.
Binnen het plangebied zijn in totaal 13 boorpunten verdeeld over een zo gelijkmatig mogelijk
netwerk. Binnen de oostelijke helft van het plangebied (dalhelling) worden 9 karterende boringen verricht; binnen de westelijke helft (droogdalbodem) 4 verkennende boringen.
Hierdoor wordt binnen het in totaal 0,325 hectare grote plangebied een gemiddelde boordichtheid bereikt van 40 boringen per hectare. Voor het oostelijke deel (helling) bedraagt
de boordichtheid 50 stuks per hectare. Een dergelijke boordichtheid voldoet volgens de
Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006), als brede zoekoptie om vindplaatsen uit alle perioden, in leem (löss) op te sporen. Indien
mogelijk worden de boringen doorgezet tot in de C-horizont of tot onder een eventueel jongcolluviumpakket.
Zelfs met de door ArcheoPro gehanteerde hoge boordichtheid is op basis van booronderzoek
nooit te garanderen dat alle typen archeologische resten kunnen worden opgespoord. De kansop het aantreffen van grondsporen is bijvoorbeeld aanmerkelijk groter indien een
proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd. Een dergelijke aanpak zou echter in dit stadium vanhet onderzoek een te zwaar middel vormen.
Van alle boorpunten wordt de NAP-hoogte bepaald door middel van het AHN en/of de
waterpas.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 25/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 25
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 15: Het plangebied nabij boring 3, gezien in zuidelijke richting
Figuur 16: Het overige del van het plangebied van de helling (boorpunt 4) richting dalbodemmet De Steeg.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 26/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 26
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
3 Veldonderzoek
3.1 Verrichte werkzaamheden
- Positie boringen: regelmatige verdeling over het plangebied, zie figuur 19.
- Gebruikt boormateriaal: edelmanboor met een diameter van 7 en 12 cm.
- Totaal aantal boringen: 13- Boorgrid: 13x15 m (helling) en 15x26 m (dalbodem)- Boordichtheid: 50 boringen per hectare (helling), 28 boringen per hectare (dalbodem)
- Geboorde diepte: 0,8 – 2,0 m -mv
- Inmeten boorlocaties: GPS en meetlint- Boorbeschrijving: Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.1)
- Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: In verband met de begroeiing van het plangebied was geen oppervlaktekartering mogelijk. Evenmin
waren bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de
aanwezigheid van archeologische indicatoren.
3.2 Resultaten en interpretatie booronderzoek
De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het
booronderzoek zijn opgesomd in bijlage 1.
Tijdens het veldonderzoek zijn in totaal 13 boringen uitgevoerd, waarvan 9 boringen op dehelling (boring 1 tot en met 9) en 4 boringen in de dalbodem (boring 10 tot en met 13). De
boorlocaties zijn weergegeven in figuur 19. De boorprofielen zijn weergegeven in figuur 18waarbij twee raaien (boorraai 5-9-11-13 en boorraai 4-7-10-12) dwars op de hoogtelijnen zijn
geconstrueerd.
Uit de boringen blijkt dat de bodem binnen het plangebied overal uit een sterk siltige
(löss)leem (al dan niet met bijmengingen) bestaat. De bodemprofielen variëren op korteafstand onderling echter sterk.
Op de helling (boring 1 tot en met 9) bestaat de toplaag overal uit een 50 tot 70 cm dikke
opgebrachte, lichtbruine leemlaag met meer of minder antropogene bijmengingen zoals puin, baksteen, steenkool, kalksteen (“mergel”), kiezels, sintels, asfaltbeton en in 4 van de negen
boringen ook vuursteen.
De vuursteenvondsten:
De vuursteen is aangetroffen in de boringen 1, 2, 3 en 5) en bestaat uit zowel grove knollen(circa 7 cm diameter) met verse cortex als zeer fijne vuursteensplinters (ca. 5 mm) met verse
breukvlakken. Het betreft een donker blauwe tot blauwgrijze vuursteensoort (vuursteen van
Rijkholt) die ook heden ten dage nog op grote schaal als bijproduct in onder andere de ENCI-groeve wordt gewonnen. Deze vuursteen wordt vooral gebruikt voor terreinverhardingen. In
boring 3 is tevens een afgerond fragment kalksteen gevonden. In de bodem direct onder de
opgebrachte laag is geen vuursteen gevonden.Er zijn geen eenduidige werktuigen c.q. bewerkingssporen vastgesteld. Alleen op een kleine,
poreuze vuursteenknol van circa 3 cm afkomstig uit boring 1 lijkt sprake te zijn van één
microklingafslag. Tevens is in deze boring een langwerpige vuursteensplinter van 12 bij 3mm aangetroffen die waarschijnlijk als een mesolitische pijlspits (microliet) kan worden
beschouwd (zie figuur 17). Tenslotte is een boring een circa 15 mm groot fragment vuursteengevonden met zowel witgrijze cortex als een lichte patina op een van de vlakke zijden. Dit
laatste in combinatie met de poreuze toestand wijst er vooralsnog op dat de vuursteen niet uit
een recente kalksteengroeve afkomstig is maar van een oppervlaktelocatie.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 27/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 27
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 17: Mesolitische microspits uit boring 3
Het aantreffen van de recente ophogingslaag sluit aan op het zichtbare microreliëf. Figuur 15
toont de onderzochte dalhelling in zuidwestelijke richting met de boorlocaties 3 (voorgrond),2 en 1. Figuur 16 laat het overige deel van de planlocatie zien vanaf de helling (boorpunt 4)
richting dalbodem met De Steeg.
Op foto 1 is ter hoogte van de boomgaard duidelijk te zien dat het oorspronkelijk hellingprofiel enigszins hol (concaaf) is. De helling binnen het plangebied is vlakker of zelfs
in geringe mate bol (convex). Deze terreinwaarneming sluit aan op de resultaten van het booronderzoek waaruit blijkt dat ter plaatse van de helling binnen het plangebied sprake is
van een opgebrachte laag. Door het opbrengen van deze laag wijkt het huidige hellingprofiel
af van het oorspronkelijk profiel, zoals nog herkenbaar is op het naastgelegen perceel.
Ter plaatse van de boringen 1, 2, 3 en 4 is de oorspronkelijke bodem onder de ophogingslaagsterk verstoord. De typische briklaag (Bt-horizont) ontbreekt hier. Alleen in boring 5 is nog
een klein restant van een briklaag gevonden en in de boring 2, 3 en 4 is nog het restant van
een BC-horizont herkenbaar. Deze sterke aantasting van het oorspronkelijke bodemprofielkan een gevolg zijn van erosie toen het plangebied in de eerste helft van de 19 e eeuw en
daarvoor als akker in gebruik was. Maar de aantasting kan ook meer recent zijn veroorzaakt
door graafwerkzaamheden.
Ter plaatse van de boringen 6, 7, 8 en 9 iets lager op de helling, is onder de opgebrachte laagwel nog een briklaag aangetroffen. De dikte van deze briklaag van 40 tot 55 cm geeft aan dat
deze waarschijnlijk nog vrijwel intact is. Opvallend was tenslotte dat in de boringen 6 en 7 het
onderste deel van de ophogingslaag vrijwel geen recente antropogene bijmengingen bevatte.
De in de dalbodem gezette boringen 10, 11, 12 en 13 wijken sterk af van de op de helling
gezette boringen. In plaats van een brikgrond is hier een ooivaaggrond aangetroffen met eenin dikte variërende A-horizont die is ontstaan een pakket colluvium. Pal aan de voet van de
helling (boringen 10 en 11) is het colluvium het dikst, namelijk 1,6 en 1,85 meter. Ter plaatsevan de boringen 12 en 13 bedraagt de colluviumdikte 1,15 en 1,3 meter. In de toplaag van
boring 12 en 13 zijn tevens recente puinresten aangetroffen.In boring 10 is op een diepte van 1,6 m –mv, op de overgang van het collvium naar de
onderliggende eolische löss, een zwak ontwikkeld, lichtgrijze A-horizont dan wel een
vegetatielaag met fijne houtskoolspikkels aangetroffen. Er bestaat een duidelijk genetischverschil tussen beide. Een A-horizont heeft zich door humustoevoer vanuit een strooisellaag
en bioturbatie ontwikkeld in het onderliggend leempakket; een vegetatielaag ontstaat tijdensopslibbing van de (begroeide) dalbodem. Deze laatste zijn vooral bekend van beek- en
rivierdalen. Opvallend en afwijkend in boring 10 was tevens de schijngrondwaterspiegel net boven deze 10 cm dikke laag. Dit verschijnsel zal samenhangen met de aangetroffen laag en
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 28/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 28
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
wijst er op dat het een fijnkorrelig colluviaal vegetatielaagje betreft met een bijbehorende
(relatief) slechte verticale doorlatendheid. Een A-horizont in eolische löss ontbeert eendergelijke slechte doorlatendheid en creëert dus geen schijngrondwaterspiegel (het freatisch
grondwater ligt op een diepte van 67 m –mv. Bron: rapportage milieuonderzoek Econsultancy). Uit het bovenstaande volgt dat de in boring 10 aanwezige houtskooldeeltjes
door bodemerosie van elders zijn aangevoerd.
Tijdens de boorwerkzaamheden zijn met uitzondering van de genoemde vuursteenobjecten
geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen.
Figuur 18: Boorprofielen
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 29/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 29
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Figuur 19: Boorpunten met verstoringsdiepten.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 30/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 30
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
4 Conclusies en aanbevelingen (selectieadvies)
Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied ter
plaatse van de dalhelling een hoge verwachting voor laatpaleolitische en mesolitische
(jacht)kampementen, een middelhoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van
nederzettingsresten (huisplaatsen) daterend vanaf het neolithicum tot en met de ijzertijd eneen lage verwachting voor nederzettingsresten uit de Romeinse tijd, de middeleeuwen en denieuwe tijd.
Ter plaatse van de droogdalbodem geldt een lage verwachting voor nederzettingsresten uit
alle perioden. Wel kunnen hier bijzondere datasets inclusief specifieke geoarcheologischedata aanwezig zijn.
Binnen het plangebied zijn in totaal 13 boringen gezet, waarvan 9 karterende boringen op de
helling en 4 verkennende boringen in de dalbodem.
Uit het booronderzoek blijkt dat ter plaatse van de helling een laag puinhoudende grond isaangebracht. In deze opgebrachte laag is een hoeveelheid vuursteen aanwezig, waaronder ieen
mogelijke kernsteen met een microklingafslag en een mesolitische spits (microliet). In deonderliggende oorspronkelijke bodem ontbreekt dergelijk materiaal. Het materiaal is derhalve
afkomstig van een andere locatie, mogelijk van het hellingopwaarts gelegen perceel waar nu
het bedrijfspand van de firma RMP staat. Dit betekent dat de vuursteenvondsten niet in eenarcheologische context liggen en derhalve binnen het plangebied geen verder onderzoek
rechtvaardigen.
De oorspronkelijk hellingbodem onder de opgebrachte laag is licht tot sterk aangetast
(onthoofd). Op het hoogste deel van het plangebied ontbreekt de oorspronkelijke briklaag(Bt-horizont) bijna volledig. Halverwege de helling is de briklaag nog vrijwel intact waardoor
hier een zogenaamde (afgedekte) bergbrikgrond aanwezig is.In de droogdalbodem (boring 10, 11, 12 en 13) is een 1,15 tot 1,85 meter dik pakket
colluvium aangetroffen. In boring 10 wordt de basis van dit colluviumpakket gemarkeerd
door een zwak ontwikkelde vegetatielaag met fijne houtskoolspikkels. Deze markeert het(langzame) begin van de colluviatie met een afzetting van organisch rijker sediment. Deze
laag is gezien de resultaten van boring 11, 12 en 13 slechts fragmentarisch behouden. Deoorspronkelijk bodem (brikgrond) ontbreekt volledig als gevolg van erosie tijdens de
(post)middeleeuwse ontginningsfase van de plateaus. De waargenomen houtskooldeeltjes in
boring 10 wijzen niet op bewoning binnen het plangebied maar zijn waarschijnlijk tezamenmet het colluvium van elders aangevoerd. Dit betekent dat de houtskoolspikkels, evenals de
bovengenoemde vuursteenvondsten, geen archeologische relevantie hebben voor het
plangebied. Behalve deze vuursteenvondsten en houtskoolspikkels, zijn er tijdens de boorwerkzaamheden geen archeologische indicatoren aangetroffen.
De resultaten van het onderzoek geven derhalve geen aanleiding om archeologischvervolgonderzoek te adviseren. De archeologische verwachting van het plangebied kan
volledig worden bijgesteld naar laag. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische
resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van degeplande werkzaamheden op voorhand rekening zou moeten worden gehouden.
In verband met het volledig ontbreken van relevante archeologische indicatoren binnen het plangebied, zijn de KNA-onderdelenWaardestelling en Selectieadvies, in dit rapport niet
nader uitgewerkt.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 31/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 31
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden,
deze gemeld dienen te worden bij de Minister (in de praktijk bij de RCE of de gemeente Nuth,conform Monumentenwet 1988, laatste wijzing van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53
en verder.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 32/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 32
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Verklarende woordenlijst:
BP: Before Present (present = 1950)GPS: Global Positioning System
IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil.
RCE: Rijksdienst voor Cultureel ErfgoedSIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Archeologische tijdschaal
Periode Datering
Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd)
250.000
- 9000
Mesolithicum (midden steentijd) 9000 - 4500 Neolithicum (nieuwe steentijd)
4500
- 2100
Bronstijd 2000 - 800
IJzertijd
800 - 12 v. chr.Romeinse tijd 12 v chr. - 500 n. chr.
Vroege middeleeuwen
500 - 1000Volle middeleeuwen 1000 - 1250
Late middeleeuwen
1250 - 1500
Nieuwe tijd 1500 - heden
Bronnen
Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland 1838-1857 1:50.000.
Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990
Grote historische topografische Provincie Atlas Limburg; 1894-1926 1:25.000. NieuwlandTilburg 2006Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 4 Zuid-Nederland. Topografische
dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997
Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl)
Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008
Luchtfoto, http://maps.google.nl
Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, IKAW 2 (Indicatieve kaartArcheologische Waarden), Amersfoort.
Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, AMK (Archeologische
monumentenkaart), Amersfoort.
Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, ARCHIS II (Archeologisch
Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/
Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft.
Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 33/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 33
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring
Centrum, Wageningen, 1989
Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen,1968.
Tranchot en v. Muffling, Kartenaufnahme der Rheinlande 1803-1820
Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverijtwaalf provinciën. Landsmeer.
Literatuur
Arts, N., A. Huijbers, K. Leenders, J. Schotten, H. Stoepker, F. Theuws en A. Verhoeven,
2007, De middeleeuwen en vroegmoderne tijd in Zuid-Nederland, NOaA hoofdstuk 22 (versie
1.0), (www.noaa.nl)
Bakker, H. de en A.W. Edelman-Vlam, 1976. De Nederlandse bodem in kleur
Bakker, H. de en J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie. De hogere niveaus.Wageningen.
Berendsen, H.J.A., 1997. Landschappelijk Nederland, Assen
Berendsen, H.J.A., 1997. De vorming van het land. Inleiding in de geologie en
geomorfologie, Assen
Berkel, G. van & K. Samplonius 2006. Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie,
Utrecht.
Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen,
DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A.
Deeben, Jos e.a. (red.), 2005. De steentijd van Nederland. Stichting Archeologie
Gaauw, P. van der, M. de Grooth, J. Hoevenberg, L. van Hoof & H. Stoepker, 2007. Evaluatieen synthese van het in Limburg tussen 1995 en 2006 uitgevoerde onderzoek
(www.limburg.nl)
Hekker, R.C. e.a., 1981. Dorp en stad in Limburg. Ontstaan, ontwikkeling, bescherming enherstel van historische nederzettingen. De Walburg Pers
Jappe Alberts, W., 1981. Oorsprong en geschiedenis van de Limburgers, Amsterdam/Brussel.
Louwe Kooijmans, L.P., Broeke van den, P.W., Fokkens, H. & A. van Gijn, 2005. Nederlandin de Prehistorie. Amsterdam.
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 34/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 34
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Mucher, H.J., 1986. Aspects of loess and loess-derived slope deposits: an experimental and
micromorphological aproach. Amsterdam.
Mulder, E.F.J de e.a. (red.), 2003. De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff,Groningen/Houten
Pepels, J., 2009. Prehistorische en Romeinse vondsten in en rondom Ulestraten, gemeenteMeerssen.
Renes, J., 1988. De geschiedenis van het Zuidlimburgse cultuurlandschap, Maastricht
Rensink, E en H. Peeters (red.), 2006. Preserving the Early Past. Investigation, selection and
preservation of Paleolithic and Mesolithic sites and landscapes. NAR 31
Ubachs, P.J.H., Handboek voor de geschiedenis van Limburg, 2000. Maaslandse
Monografieën, 63. Hilversum
Verhoeven, M.P.F., 2007: Hoog, middelhoog en laag, een archeologische verwachtings- en
cultuurhistorische advieskaart voor de Parkstad Limburg gemeenten en de gemeente Nuth,Weesp (RAAP-rapport 1483)
Wijk, I.M. van en J. Orbons, 2009. Verleden met toekomst, Archeologische beleidskaart en
groevenbeleidskaart voor Valkenburg aan de Geul, Archol rapport 121
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 35/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 35
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Bijlage 1: Boorbeschrijving
Boor LDO Lithologie Kleur Overige kenmerken AISnr. (cm) GD BK BS BZ BG BH HK TK IK VLK SST TL LG PLH BHN BI GI
1 10 L 1 1 2 GR BR A OPG
50 L 1 1 BR LIBR 1C OPG BST,
SKO,
SVU,
KST
80 L 1 GE BR LI 2C LSS
2 10 L 1 1 2 GR BR A OPG
60 L 1 1 BR GEBR 1C OPG BST,
SVU,SKO,
PLA
80 L 1 RO BR LI BC LSS
110 L 1 GE BR 2C LSS
3 15 L 1 1 2 GR BR O A OPG
50 L 1 1 BR LIBR 1C OPG BST,
SKO,SVU,
KST
70 L 1 BR LI BC LSS
100 L 1 GE BR LI 2C LSS PLC
4 10 L 1 1 2 GR BR A OPG BST
50 L 1 1 BR LIBR 1C OPG
70 L 1 BR LI BC LSS
100 L 1 GE BR LI 2C LSS
5 15 L 1 1 2 GR BR A OPG
70 L 1 1 BR LIBR 1C OPG BST,SKO
85 K 4 RO BR Bt LSS
110 L 1 BR LI BC LSS
140 L 1 GE BR LI 2C LSS
6 25 L 1 2 GR BR DO A BST,SIN
40 L 1 BR LI OR 1C OPG
80 K 4 RO BR OR Bt LSS
105 L 1 RO BR LI BC LSS
130 L 1 GE BR 2C LSS
Algemene kopgegevens
Soort boring BAR
Projectnummer 09-250
Projectnaam De Steeg 15 Groot Haasdal
Deelgebied NvtOrganisatie ArcheoPro
CIS-code
coördinaatsysteem RD2000
Coördinaatsysteemdatum ETRS89
Locatiebepaling GPS en meetlint
Referentievlak NAP
Bepaling maaiveldhoogte AHN
Boormethode edelman
Boordiameter 12 cm
Opdrachtgever Plangroep Heggen BV
Posities van de boringen
Boornummer XCO YCO m t.o.v. NAP
1 185456.9 322893.8 132.02
2 185448.3 322903.9 132.33
3 185439.8 322913.3 132.264 185431.2 322922.7 132.29
5 185423.2 322932.4 132.33
6 185434.1 322900.8 131.29
7 185425.1 322910.3 131.31
8 185416.7 322919.7 131.37
9 185407.9 322928.8 131.35
10 185419.7 322895.6 130.58
11 185403.5 322914.4 130.75
12 185412.4 322881.4 130.40
13 185396.4 322899.6 130.46
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 36/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 36
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
7 25 L 1 2 2 GR BR A OPG BST,KST,
SIN,
ASF
50 L 1 1 BR 1Ca OPG BST,
ASF,
SIN70 L 1 BR LI 1Ca OPG
110 K 4 RO BR Bt LSS
135 L 1 RO BR LI BC LSS
150 L 1 GE BR 2C
8 25 L 1 1 3 GR BR DO A OPG BST,
PUI
50 L 1 BR LI 1Ca OPG BST
60 L 1 BR ROBR 2Ca OPG
115 K 4 RO BR LI Bt LSS
150 L 1 BR LI BC LSS
175 L 1 GE BR 3C LSS
9 20 L 1 2 BR A OPG LSS PUI
40 Z 3 GN LI 1Ca OPG
50 L 1 BR 2Ca OPG PUI
100 K 4 RO BR LI Bt LSS
125 L 1 BR LI BC LSS
150 L 1 GE BR 3C LSS
10 30 L 1 2 GR BR A XX LSS BST,
SKO
70 L 1 BR LI GRBR 1C COL
160 L 1 BR LI FLA 2C COL
170 L 1 GR BR LI PL2 Ab LSS HKF
190 L 1 BR LI 3C LSS
11 10 L 1 2 GR BR DO A BST
35 L 1 GR BR LI AC
70 L 1 BR LI GRBR FLA 1C COL
170 L 1 BR LI FLA 2C COL
185 L 1 1 BR LI LGRBR FLA 3C COL
200 L 1 BR GE 4C LSS
12 30 L 1 2 GR BR A OPG PUI
45 L 1 1 GR BR LI Ab
55 L 1 GR BR LI GEBR AC
130 L 1 BR LI FLA 1C COL
155 L 1 GE BR 2C LSS
13 30 L 1 2 GR BR A BST,SKO,
PUI
40 L 1 1 GR BR LI LBR AC
115 L 1 BR LI FLA 1C COL
140 L 1 GE BR 2C LSS
5/14/2018 ArcheoPro Rapport de Steeg, Groot Haasdal 2010 04 02 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeopro-rapport-de-steeg-groot-haasdal-2010-04-02 37/37
Archeologische onderzoek De Steeg, Groot Haasdal, Gemeente Nuth. ArcheoPro Rapport, 9121, Pagina 37
Versie: 02-04-2010 www.ArcheoPro.nl
Betekenis van de afkortingen:LDO – Onderzijde boortraject in cm -mvLithologie:
GD – Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zandKorrelgrootte: uf = uiterst fijn, zf = zeer fijn, mf = matig fijn, mg = matig grof, zg = zeer grof, ug =
uiterst grof
Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind,BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst.
Kleur:
HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje,PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart.TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven).IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2e en 3e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig , 3= veel
Overige kenmerken:SO = Sortering: 1 = slecht, 2 = matig, 3 = goed, 4 = zeer goedCO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevigPLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) NVS = nieuwvormingen: MNC = mangaanconcreties, ROV = roestvlekken, FEC = ijzerconcreties
TL = trends in de laag; FUA = naar boven toe fijner, TOH = aan de top humeusSST = Sedimentaire structuren; STKL = kleilagen, STLL = leemlagen, FLA = fijn gelaagdLG = laaggrens; BSE = basis scherp, BGE = basis geleidelijk, BDI = basis diffuus
BHN = Bodemhorizont; BHA = A-horizont, BHAa = esdek, BHB = B-horizont, BHC = C-horizontBI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor , XX = vestoord, XM = verveend, VEG =veengrond, OPG = opgebracht, a = antropogeenGI = Geologische interpretaties; LSS = löss, COL = colluvium, ALL = alluvium, DEZ = dekzand, RIV
= rivierafzettingen, FPG = fluvioperiglaciaal
AIS = Archeologische indicatoren; BST = baksteen, SKO = steenkool, HKF = houtskool fijn verdeeld,
AWF = aardewerkfragmenten, PUI = puin, SIN = sintels, ASF = asfaltbeton, SVU =vuursteenfragmenten, KST = kalksteen (“mergel”), PLC = plastic
MXX = metaal