Arbeiders - uitvindingen Burgers en Stoommachines De tijd van … · 51 Hoofdstuk 5 De tijd van...
Transcript of Arbeiders - uitvindingen Burgers en Stoommachines De tijd van … · 51 Hoofdstuk 5 De tijd van...
49
Minimum
1. Waarom verhuisden veel mensen van het
platteland naar de steden?
1. Daar was meer werk in havens en fabrieken.
2. Waarom dronken veel arbeiders sterke drank? 2. Om hun armoede en ellende te vergeten.
3. Waarom lieten arbeiders hun kinderen
meewerken?
3. Omdat de ouders te weinig verdienden en het
geld hard nodig hadden.
4. Wat stond in het Kinderwetje van Van Houten? 4. Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet in
fabrieken werken.
5. Wat is een vakbond? 5. Een vereniging van arbeiders.
6. Welke partij richtte Troelstra op? 6. Sociaal Democratische Arbeiderspartij.
7. Wat is een grondwet? 7. Een wet waarin de voornaamste regels staan
voor het besturen van een land.
8. Wat is een telegram? 8. Een bericht dat geseind is met een telegraaf.
9. Waar werden gloeilampen gemaakt? 9. In de Philipsfabrieken te Eindhoven.
1850 19251875
TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES
1900
1901: Leerplichtwet
TIJD VAN WERELDOORLOGEN
1872: Nieuwe Waterweg
1874: Kinderwetje1885: Rijksmuseum
De tijd van koning Willem III
Arbeiders - uitvindingenBurgers en Stoommachines
50
10. Waardoor verdwenen de cholera-epidemieën? 10. Door de aanleg van waterleiding.
11. Waar ligt de Nieuwe Waterweg? 11. Tussen Rotterdam en Hoek van Holland.
12. Waar ligt het Noordzeekanaal? 12. Tussen Amsterdam en IJmuiden.
13. Wat betekent ANWB? 13. Algemene Nederlandse Wielrijdersbond.
14. Welke schilder is nu wereldberoemd, maar was
tijdens zijn leven arm en onbekend?
14. Vincent van Gogh.
15. Wat is de Haagse School? 15. Een groep kunstschilders uit Den Haag die
landschappen schilderden.
16. Wat is het beroemdste museum van Nederland? 16. Het Rijksmuseum in Amsterdam.
17. Waardoor was koning Willem III bij het gewone
volk geliefd?
17. Hij bezocht slachtoffers van dijkdoorbraken en
gaf hen geld.
Basis
Jaartallen
1872: Nieuwe Waterweg
1874: Kinderwetje
1885: Rijksmuseum
1901: Leerplichtwet
51
Ho
ofd
stu
k 5
D
e t
ijd
van
ko
nin
g W
ille
m I
II
Het leven van de arbeiders
1. Stadsleven tegen het midden van de 19e eeuw. Zet de goede nummers voor de zinnen.
Op de achtergrond staan koopmanshuizen. De bovenste verdieping is vaak een opslagplaats.
De kelders worden ook gebruikt als magazijn.
Een sleepkoets komt de Leidsegracht op. Wanneer de glijders van de slede roestig zijn, pakt de
sleper zijn vette lap, de smeerlap.
De kruier of witkiel brengt een koffer en tas naar het station.
De werkster zet de emmer met glazenspuit neer. Ze krijgt van de postbode een brief voor haar heer.
Een melkmeisje draagt twee emmers aan een juk. Ze gaat langs de huizen om melk te verkopen.
1
2
3
4
56 7
13
89
10
11
12
52
Jongens knikkeren op straat.
Het meisje met de luifelhoed en lange witte werkschort gaat boodschappen doen.
Het koperslagersknechtje brengt een koffiekan van rood koper weg.
Een hekje beschermt de boom tegen beschadiging.
Het houten hutje is de schuilplaats voor de nachtwacht of klepperman.
Een heer te paard groet een dame met haar dochter.
Boven de straat zijn lijnen gespannen, waaraan een olielamp hangt.
Allerlei uitvindingen
2. Bekijk de strip.
a. Welke twee kanalen werden er gegraven in de tijd van koning Willem III?
53
Ho
ofd
stu
k 5
D
e t
ijd
van
ko
nin
g W
ille
m I
II
b. Op welke manier werden die twee kanalen gegraven?
c. Welke drie uitvindingen uit de tijd zie je in deze tekening?
d. Zoek in je boek nog drie andere uitvindingen uit deze tijd op.
3. Watertorens.
a. Voor 1853 waren er maar heel weinig drinkwaterleidingen. Waar haalde men toen drinkwater vandaan?
b. Nadat er een drinkwaterleidingnetwerk was aangelegd, verdwenen de cholera-epidemieën. Leg uit hoe
dat kwam.
c. Op de tekening zie je hoe een watertoren werkt.
Zet de juiste woorden achter de nummers.
Kies uit: reservoir – verbruikers – pomp.
1 =
2 =
3 =
d. Watertorens werden vaak op een hoge plaats gebouwd. Leg uit waarom dat handig is.
54
e. Hier zie je een foto van de watertoren in Rhenen.
Deze watertoren is niet meer in gebruik. Waar zou die toren nu voor
gebruikt worden?
f. Bedenk nog andere bestemmingen voor watertorens die niet meer in
gebruik zijn.
Kunst
4. Vincent van Gogh (1853-1890).
a. Hieronder zie je vier beroemde schilderijen van Vincent van Gogh. Schrijf de titel er onder. Je kunt kiezen uit:
Het gele huis - Zelfportret - Vaas met twaalf zonnebloemen - De aardappeleters
55
Ho
ofd
stu
k 5
D
e t
ijd
van
ko
nin
g W
ille
m I
II
b. Bedenk bij elk schilderij een andere titel. Schrijf dat op de tweede regel.
Extra
Het leven van de arbeiders
1. Bekijk de strip.
a. Wat is ‘pasteuriseren’?
b. Waar komt dat woord vandaan?
c. Zoek thuis naar producten waar het woord ‘pasteuriseren’ of ‘gepasteuriseerd’ op staat. Schrijf hier op
welke producten dat zijn.
56
d. Wie stelde de wet op, waarin stond dat kinderarbeid onder twaalf jaar verboden was?
e. Wie waren niet blij met deze wet? Waarom niet?
f. Noem drie andere sociale wetten.
Allerlei uitvindingen
2. Hier zie je hoe de fiets in de loop der jaren veranderd is.
a. Wat is het grootste zichtbare verschil tussen
de nummers 1-4 en 5-7?
b. Vanaf welk jaar zitten er luchtbanden om de velgen?
c. Met welk model was fietsen het gevaarlijkst? Leg uit waarom dat zo was.
21 3 4
5 7
18301818 1860 1870
1885 1960 1970
6
57
Ho
ofd
stu
k 5
D
e t
ijd
van
ko
nin
g W
ille
m I
II
d. Heb jij weleens op een oud model fiets gereden? Welk model? Waar was dat? Hoe voelde dat?
e. De nieuwste fietsen staan er nog niet bij. Wat is de nieuwste ontwikkeling op fietsgebied?
f. Schrijf vijf fietsmerken op.
Kunst
3. Het Rijksmuseum.
Uit een informatieboek:
Het Rijksmuseum in Amsterdam is een van de zestien rijksmusea in Nederland. De collectie
biedt een overzicht van de Nederlandse kunst en geschiedenis met onder andere werken van
17e-eeuwse Nederlandse meesters als Rembrandt, Vermeer en Heda. Het gebouw is ontworpen
door architect Pierre Cuypers. De bouwstijl is neogotisch.
a. Schrijf achter de titel van het schilderij de naam van de schilder.
Stilleven met een gebroken glas:
Brieflezende vrouw:
De Nachtwacht:
58
b. Zoek bij deze drie schilders nog een schilderij op, dat in het Rijksmuseum hangt.
Rembrandt:
Vermeer:
Heda:
c. In de 19e eeuw hadden mensen veel belangstelling voor het verleden. Ze waren trots op de geschiedenis
van hun land. Noem daarvan een duidelijk voorbeeld. Gebruik daarvoor de tekst uit het informatieboek.
d. Hier zie je een foto van het Rijksmuseum.
Waar lijkt het gebouw op?
e. Wat valt op aan het gebouw?
f. Zoek op of er in jouw stad of dorp gebouwen staan, die gebouwd zijn in neogotisch stijl. Schrijf hieronder
de naam van het gebouw. Schrijf er ook bij, waaraan je dat kunt zien.
59
Ho
ofd
stu
k 5
D
e t
ijd
van
ko
nin
g W
ille
m I
II
4. De wereldtentoonstelling van 1864.
Uit een informatieboek:
In 1864 besloot Napoleon III dat er een internationale tentoonstelling gehouden moest worden in
Parijs. De expositie werd geopend op 1 april 1867 en gesloten op 31 oktober 1867. Ruim 9 miljoen
mensen bezochten de tentoonstelling. De tentoonstelling was destijds de grootste tentoonstelling
ooit. Exposanten kwamen onder andere uit Frankrijk en zijn koloniën, uit het Verenigd Koninkrijk
en Ierland, uit de Verenigde Staten, uit Japan en uit Canada.
a. Keizer Napoleon III was de jongste zoon van de eerste koning en koningin van Nederland. Hoe heetten
die koning en koningin?
en
b. Wat zijn ‘exposanten’?
c. Van welke vervoermiddelen zouden die exposanten gebruik hebben gemaakt?
d. Er was ook muziek op de wereldtentoonstelling. Johann Strauss jr. dirigeerde er zijn An der schönen blauen
Donau.
Luister naar de muziek.
Kruis aan welke instrumenten je hoort.
Strijkers.
Koperen blaasinstrumenten.
Houten blaasinstrumenten.
Slagwerk.
e. Waarom past deze muziek goed bij de 19e eeuw?