“We zijn gewoon een goede buur” - Movisie · 2018. 2. 21. · De overheid en de betrokken...
Transcript of “We zijn gewoon een goede buur” - Movisie · 2018. 2. 21. · De overheid en de betrokken...
“ We zijn gewoon een goede buur”Een handreiking voor wijkservicepunten
Deze publicatie is tot stand gekomen dankzij een subsidie van het
Ministerie van VWS.
Auteurs: Anne-Marie van Bergen, Kees Penninx, Jennifer van Leur
Foto omslag: Redmar Kruithof
Foto’s binnenwerk: Marc Bolsius
Ontwerp en productie: Ontwerpburo Suggestie & illusie
Het onderzoek naar wijkservicepunten dat de basis is voor We zijn gewoon
een goede buur is onderdeel van het Actieplan Beter (t)huis in de buurt van de
ministeries van VWS en WWI. De uitvoering van het onderzoek maakte onder-
deel uit van het MOVISIE-project Zilveren Kracht, dat onder meer als thema
heeft ‘Werken aan een uitnodigende woonomgeving voor ouderen’.
De literatuurstudie en de enquête zijn uitgevoerd in samenwerking met Linda
Sanders van Sanders Advies en Projecten. Het onderzoek is gesteund door een
begeleidingsgroep met Gijs Adriaansens en Sandra Weber van het Ministerie
van VWS, Diederik Jansen van het Ministerie van VROM, Ronald Bellekom van
VNG en Daniëlle Harkes van Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg.
ISBN 978-90-8869-027-3
Deze publicatie is te bestellen via www.movisie.nl of rechtsreeks via
Eerste druk, november 2008
© 2008 MOVISIE, kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming.
MOVISIE, september 2008
Voorwoord“Wij zijn gewoon een goede buur”, een goede titel voor een handreiking
over wijkservicepunten.
Naast het verlenen van zorg- en welzijnsdiensten is met name het creëren van
ontmoetingsmogelijkheden een belangrijke functie van wijkservicepunten. De
waarde van dat ontmoeten, van het hebben van sociale contacten, is evident.
Het is essentieel voor de kwaliteit van leven. Bekend is dat ouderen het risico
lopen om te vereenzamen. Immers, juist bij ouderen komen partnerverlies,
zingevingproblemen, toenemende fysieke en mentale kwetsbaarheid en een
verminderde mobiliteit vaker en soms in combinatie voor. Een wijkservicepunt
kan ouderen, maar ook bijvoorbeeld mensen met een ggz-achtergrond, - dicht
in de buurt - actief en ‘erbij ‘ houden.
Wijkservicepunten spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van ouderen
en anderen bij het zelfstandig wonen. Maar ze zijn ook van betekenis voor
de leefbaarheid van de hele wijk of het dorp. Ze kunnen bijvoorbeeld een
wijkgericht grand-café herbergen of vrijwilligers uit de buurt aantrekken voor
verschillende activiteiten. Iemand die gebruik maakt van de voorzieningen van
het wijkservicepunt kan ook betrokken worden bij de wijk. Bijvoorbeeld door
op een school als voorleesoma op te treden. Deze handreiking geeft hier mooie
voorbeelden van.
Het kabinet vindt het bevorderen van sociale samenhang belangrijk. Sociale
samenhang in de buurt draagt bij aan onderlinge verbondenheid en kan het
gevoel van veiligheid in de buurt vergroten. Gemeenten - in het kader van
de Wmo - maar ook andere lokale partijen als woningcorporaties en zorg- en
welzijnsinstellingen spelen hierin een belangrijke rol.
Deze handreiking is opgesteld in het kader van het actieplan ‘Beter (t)huis
in de buurt. Samenwerken aan wonen, welzijn en zorg 2007-2011’. In dit
gezamenlijke actieplan, opgesteld door WWI en VWS, voeren verschillende
partijen activiteiten uit die eraan bijdragen dat mensen (langer) zelfstandig
kunnen (blijven) wonen. MOVISIE brengt met deze handreiking op een
inspirerende manier de mogelijkheden van wijkservicepunten in beeld. Om
de mogelijkheden ten volle te benutten, is het gebouw zelf van belang, maar
zeker ook de betrokkenheid van deelnemende partijen en de buurt. Deze
handreiking geeft veel waardevolle suggesties voor het verder verbeteren
van bestaande wijkservicepunten. Maar wij hopen evenzeer dat het een
inspiratiebron en nuttig hulpmiddel zal zijn bij het opzetten van nieuwe
wijkservicepunten. Want die zijn broodnodig. Daar laten de enthousiaste
reacties van de geïnterviewde buurtbewoners geen twijfel over bestaan.
de minister voor Wonen, de staatssecretaris van
Wijken en Integratie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
E.E. van der Laan M. Bussemaker
Onderzoek naar Wijkservicepunten: hoe werken ze?
1
We zijn gewoon een goede buur 3 * * *
Hek
sen
wie
l
Wijkservicepunten dragen eraan bij dat kwetsbare groepen in de wijk zelf-
standig kunnen (blijven) wonen en deelnemen aan de samenleving. Dit kun-
nen ouderen zijn, maar ook mensen met een lichamelijke of verstandelijke
beperking of een psychiatrisch probleem. Op dit moment hebben ongeveer
honderd gemeenten in Nederland zo’n servicepunt, en zijn er enkele honder-
den in oprichting. Aanleiding hiervoor is onder meer de Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo), die het doel om kwetsbare mensen zo lang mogelijk
zelfstandig te laten wonen onderstreept.
MOVISIE heeft met subsidie van het Ministerie van VWS de ontwikkeling van
deze servicepunten in kaart gebracht, samen met adviesbureau Sanders Advies
en Projecten. In deze publicatie vindt u als resultaat daarvan het antwoord op
de volgende vragen.
Dragen de wijkservicepunten bij aan de zelfredzaamheid van kwetsbare •
wijkbewoners?
Kunnen deze bewoners met hulp van deze servicepunten (langer) zelfstandig •
wonen?
Waarom draagt het ene servicepunt hier meer aan bij dan het andere? •
Welke kenmerken zijn daarbij doorslaggevend?
Deze informatie biedt praktische handvatten voor iedereen die te maken heeft
met het opstarten en exploiteren van wijkservicepunten, zoals woningcorpora-
ties, organisaties voor welzijn en zorg, bewonersorganisaties en betrokkenen
vanuit de gemeente.
Wat is een wijkservicepunt?In onze definitie voldoet een wijkservicepunt aan de volgende kenmerken.
Twee of meer organisaties werken samen op het gebied van wonen, zorg, •
welzijn, vrije tijd of onderwijs.
Hun diensten en activiteiten richten zich op een buurt, wijk of dorp.•
De organisaties streven minimaal de volgende doelen na:•
meer zelfstandigheid van wijkbewoners die ouder zijn en/of een beperking * hebben;
meer onderling contact binnen deze groepen en met andere wijkbewoners. * De organisaties bevinden zich in één gebouw waarbij de gezamenlijke huis-•
vesting een onderdeel is van de strategie waarmee men de beoogde doelen
wil bereiken.
Bij de definitie voor wijkservicepunten is dus duidelijk sprake van een samenwer-
kingsverband. Dat is (meestal) niet aan de orde bij klassieke dienstencentra voor
* * * 4 We zijn gewoon een goede buur
ouderen, bij buurthuizen en bij verzorgingshuizen met een zelfstandig wijkgericht
aanbod. Deze organisaties beschouwen we dan ook niet als wijkservicepunten.
De achtergronden van wijkservicepuntenWijkservicepunten ontstaan juist in deze tijd om ouderen en mensen met
beperkingen dichtbij, in hun eigen buurt voldoende mogelijkheden te bieden
tot contact en ondersteuning.
Ontwikkelingen die hierbij op de achtergrond een rol spelen, zijn:
maatschappelijke ontwikkelingen: vergrijzing en ontgroening, het losser •
worden van sociale verbanden, de extramuralisatie, de toenemende com-
plexiteit van de samenleving, de toenemende diversiteit van de bevolking
en de wens tot zelfstandigheid en zelfregie van mensen met beperkingen;
de komst van de Wmo met de nadruk op lokale oplossingen voor zelfred-•
zaamheid en participatie van kwetsbare burgers;
de aandacht voor wijkgericht werken.•
De overheid en de betrokken organisaties op het gebied van wonen, zorg en wel-
zijn spelen hier onder andere op in door de ontwikkeling van levensloopbesten-
dige wijken en van ketensamenwerking tussen aanbieders van wonen, welzijn en
zorg. Daarbij gaat het niet alleen om de samenwerking tussen beroepskrachten.
Ook organisaties van bewoners, vrijwilligers en cliënten worden steeds vaker be-
trokken. Het fysiek bijeenbrengen van deze partijen in een wijkservicepunt wordt
gezien als stimulerend en faciliterend voor deze samenwerking.
Wethouder Marja Heerkens in GWI-nieuws, de nieuwsbrief bij het programma Geschikt wonen voor Iedereen van de gemeente Breda:
De welzijnsactiviteiten in zorgkruispunten en andere steunpunten krijgen
steeds meer vorm. En dat moet ook, want het is handig als je in de buurt niet alleen
voor zorg, maar ook voor activiteiten, ontmoetingen met mensen en informatie
terecht kunt. Deze ontwikkeling is voor een groot deel te danken aan de bereid-
heid van organisaties om samen te werken en aan de inzet van veel vrijwilligers.
Dat gaat niet vanzelf. Zo’n proces vergt gewenning aan elkaars organisatiecultuur.
Het betekent soms een beetje inschikken en wat zelfstandigheid opgeven. Onze
maatschappelijke partners slagen daar steeds beter in en verdienen wat mij betreft
een grote pluim. Want zij zetten hiermee het belang van de klant voorop. En dat is
precies het uitgangspunt van ons GWI-beleid.
We zijn gewoon een goede buur 5 * * *
Het onderzoekHet onderzoek bestond uit drie delen:
een literatuurstudie naar bestaande informatie over dit onderwerp;•
een enquête naar praktijkervaring bij ongeveer honderd wijkservicepunten;•
vier case-studies: gesprekken met bezoekers, vrijwilligers, medewerkers, •
managers en betrokkenen vanuit de gemeente bij vier wijkservicepunten.
Afsluitend een landelijke expertmeeting met twintig deskundigen uit
praktijk en beleid.
Uit de literatuurstudie en de enquête kwam nog weinig informatie naar
boven over de opbrengsten van wijkservicepunten voor gebruikers. Deze
handreiking gaat daarom vooral in op de kwalitatieve informatie uit het derde
onderdeel: de vier nader bestudeerde voorbeelden. De rapportages over de
drie deelonderzoeken zijn te downloaden van de MOVISIE-website
(www.movisie.nl/wijkservicepunten).
We hebben gekozen voor een kwalitatieve aanpak en een globale verkenning
van de ervaringen in plaats van een wetenschappelijke effectstudie. Dit levert in
relatief korte tijd praktisch goed bruikbare resultaten op, zoals te verwachten
opbrengsten, relevante kwaliteitscriteria en verbeterpunten in de inrichting,
organisatie, programmering en aansturing van wijkservicepunten.
LeeswijzerHoofdstuk 2 gaat in de op de verschillende soorten servicepunten die •
we hebben gevonden in ons onderzoek. Ook beschrijven we hier de vier
wijkservicepunten die we nader hebben bestudeerd.
Hoofdstuk 3 geeft de groepen weer die gebruik maken van de •
wijkservicepunten.
In hoofdstuk 4 leest u meer over de rol en betekenis van het wijkservicepunt •
in het leven van kwetsbare buurtbewoners.
Aandachtspunten voor de kwaliteit van wijkservicepunten komen aan de •
orde in hoofdstuk 5.
Het laatste hoofdstuk geeft de conclusies en aanbevelingen voor nieuwe •
wijkservicepunten en wijkservicepunten die hun kwaliteit willen verbeteren.
De lezer die weinig tijd heeft kan zich in eerste instantie tot dit hoofdstuk
beperken.
* * * 6 We zijn gewoon een goede buur
Soorten wijkservicepunten
2
We zijn gewoon een goede buur 7 * * *
Pan
nen
ho
ef
De literatuur en de enquête geven aan dat de volgende kenmerken van wijk-
servicepunten belangrijk zijn voor het zelfstandig blijven van kwetsbare groepen:
meer functies, in het bijzonder (AWBZ-)zorg, ontmoeting en cursussen, •
informatie en horeca, met een gevarieerd aanbod van activiteiten;
een centrumlocatie in de nabijheid van woningen voor ouderen en andere •
kwetsbare doelgroepen, en van winkels;
samenwerking tussen de partijen in het wijkservicepunt.•
De wijkservicepunten verschillen in de mate waarin ze de ondersteuning van
kwetsbare burgers als doel hebben, welke partij optreedt als primaire trekker
van de samenwerking (zorg of welzijn) en er lijken verschillen te zijn tussen
platteland en stad.
Voor bestudering van goede voorbeelden hebben we gekozen voor wijk-
servicepunten die primair de ondersteuning van kwetsbare burgers als doel
hebben. We hebben vier voorbeelden gekozen met als onderscheid stad of
platteland, en met een welzijnsorganisatie als trekker of een zorgorganisatie
als trekker. Op een aantal andere kenmerken hebben we gestreefd naar zo
min mogelijk verschillen (ten minste 350 bezoekers per week, een goede
spreiding naar aangeboden functies en geen extremen naar grootte).
De wijkservicepunten die we nader hebben onderzocht zijn:
Stad Platteland
Trekker zorginstelling Houthaghe Den Haag Loosduinen
Pannenhoef/de Rode Loper Kaatsheuvel
Trekker welzijnsinstelling Heksenwiel Breda De Bogen Harderwijk
* * * 8 We zijn gewoon een goede buur
* * * Heksenwiel in Breda
Het wijkservicepunt Heksenwiel ligt in de buurt Heksenwiel, Haagse Beemden
Noord West (7.000 inwoners). Haagse Beemden in Breda-Noord is een jonge
wijk, met veel gezinnen en veel koopwoningen. De wijk is gebouwd in de jaren
tachtig en negentig van de vorige eeuw. De komende jaren neemt het aandeel
ouderen er naar verwachting snel toe.
Het gebouw
Heksenwiel is eigendom van woningcorporatie Singelveste. Het complex omvat
tevens woningen geschikt voor ouderen, die deels als seniorenwoningen verhuurd
worden, deels als woningen met zorg voor personen met een zorgindicatie. Het
wijkservicepunt is op de begane grond gevestigd. De bovenliggende woningen
delen de entree met het wijkservicepunt. Eén vleugel van het complex is eigen-
dom van het verpleeghuis, dat hier 24 bedden heeft en dagbehandeling aanbiedt.
Het verpleeghuis gebruikt een eigen ingang. De centrale gangen, ruimten in het
complex en de tuin zijn rolstoeltoegankelijk. De voor de wijk vrij toegankelijke
binnentuin is de trots van het centrum: met vijver, volière, jeu-de-boulesbanen,
bankjes en terras. Ook in de directe omgeving wonen relatief veel ouderen in ge-
schikte eigentijdse (senioren)huisvesting. Het centrum ligt naast een goed lopend
We zijn gewoon een goede buur 9 * * *
Hek
sen
wie
l
winkelcentrum. Op het naastgelegen plein is ook de weekmarkt. De bushalte is
vlak voor de deur, met een frequente busverbinding met het centrum van de stad.
Tevens is er een apotheek en bibliotheek in de directe omgeving. In de wijk zijn
verder geen voorzieningen voor ouderen waar het gaat om ondersteuning van
het zelfstandig wonen.
De samenwerkende organisaties en het aanbod
In Heksenwiel zijn diverse functies gevestigd. Vijf organisaties werken nauw
samen: de woningbouwcorporatie Singelveste, het verpleeghuis Aeneas, het
verzorgingshuis Breedonk, de thuiszorg Breda en de Stichting Ouderenwerk Breda
(SOB). Verder zijn in het pand een prikpost en een fysiotherapiepraktijk gevestigd.
Deze partijen nemen niet actief deel in de samenwerking. De SOB verzorgt in op-
dracht van de gemeente het beheer van de gezamenlijke voorzieningen zoals het
grand café en meer recent het wijkinformatiepunt. Er is een stichting Heksenwiel,
waarin thuiszorg Breda en Breedonk samenwerken ter exploitatie van het com-
plex. Thuiszorg Breda verzorgt de integrale dagbesteding (dat wil zeggen: open
voor alle doelgroepen, van verpleeghuisbewoners tot geïsoleerde mensen uit de
wijk) en het verzorgend team van Breedonk biedt de thuiszorg voor de woningen
boven het wijkservicepunt. Thuiszorg Breda is een van de aanbieders van thuiszorg
in de Haagse Beemden, maar organiseert dit vanuit een andere locatie.
De organisatie en de werkers
Er is geen formele structuur voor de samenwerking tussen de vijf organisaties en
geen officiële centrale coördinator of trekker. Het SOB heeft de coördinatie steeds
meer naar zich toegetrokken, mede omdat de overige organisaties de afgelopen
jaren veel personele wisselingen in de locatieleiding hebben gehad. Er werken
circa 80 betaalde krachten en circa 120 vrijwilligers in het centrum. De vrijwilligers
wonen merendeels zelf in de wijk. De vrijwilligers werken met name in de door de
SOB gecoördineerde activiteiten.
Beleidsmedewerker gemeente Breda:
De inrichting van dit deel van de Haagse Beemden is een goed voorbeeld van
een woonservicezone met zorgkruispunt zoals bedoeld in het gemeentelijk be-
leidskader Geschikt Wonen voor Iedereen. Het Heksenwiel integreert diensten en
voorzieningen die zelfstandigheid bevorderen. Goede voorbeelden daarvan zijn
hand- en spandiensten, het grand café en de integrale dagbesteding.
* * * 10 We zijn gewoon een goede buur
* * * De Bogen in Harderwijk
De Bogen ligt in de nieuwbouwwijk Drielanden in Harderwijk. Deze wijk is nog
in aanbouw. Op dit moment zijn er ongeveer 6000 inwoners. Dit aantal groeit de
komende tien jaar uit naar 12.000. Nu zijn er ongeveer 100 wijkbewoners ouder
dan 75, over tien jaar zijn dit er ongeveer 350. Het is een welvarende wijk met veel
koophuizen. De Bogen ligt in het centrum, vlakbij het winkelcentrum in aanbouw.
Woningen geschikt voor ouderen en gehandicapten liggen voor het merendeel
vlakbij De Bogen. Daarnaast zijn er een paar appartementencomplexen met veel
ouderen aan de rand van de wijk, op circa 500 meter afstand.
Het gebouw
De Bogen is gestart als multifunctionele accommodatie, niet als wijkservicepunt.
Het ontwikkelt zich wel steeds meer in deze richting. In het complex zijn op de be-
gane grond een grand café gevestigd en een beperkt aantal kantoorruimtes. Deze
ruimtes vormen samen het wijkservicepunt. Daarboven zijn appartementen, veelal
verhuurd aan senioren of mensen met beperkingen. In het tweede gebouw van
het complex zitten een werkplaats/winkel waar mensen met beperkingen werk-
zaam zijn en tevens een basisschool, een sporthal en een kinderopvang. Hiermee
vindt nog nauwelijks samenwerking plaats. Pal achter De Bogen bevindt zich een
groot medisch centrum met diverse (para)medische diensten.
We zijn gewoon een goede buur 11 * * *
De
Bo
gen
De samenwerkende organisaties en het aanbod
’s Heeren Loo runt met haar cliënten (verstandelijk gehandicapten) het eetcafé
en heeft in het tweede gebouw van het complex een werkplaats/winkel. Zorg-
centrum de Aanleg biedt thuiszorg aan de ouderen in de seniorenwoningen
die boven het complex liggen en biedt samen met SWO dagopvang voor o.a. de
wijkbewoners (cliënten komen ook uit een groter verzorgingsgebied). Stichting
Welzijn Ouderen Harderwijk (SWO) verzorgt het wijkinformatiepunt Zorgbaken,
organiseert ontmoetings- en vormingsactiviteiten en levert begeleiders voor de
dagopvang. In het Zorgbaken wordt met meer partijen samengewerkt. De wens
is het Zorgbaken om te vormen tot een breder wijkinformatiepunt, Harderwijk-
punt. Bij de start waren gemeente en woningcorporatie sterk betrokken.
Organisatie en werkers
Er is geen formele bestuurs- of beheersstructuur of coördinatie voor De Bogen.
Afspraken over samenwerking zijn door de vele personele wisselingen op de
achtergrond geraakt.
Directeur SWO Harderwijk:
Er is in het begin sterk ingezet op de stenen. De samenwerking betreft nu al-
leen de gezamenlijke exploitatie van café Alleman. Hopelijk komt daar binnenkort
het brede informatieloket Harderwijkpunt Drielanden bij. De betrokken partijen,
de gebruikers en de gemeente zouden tot een gemeenschappelijke visie moeten
komen over het doel van de Bogen. Nu zijn er nog te weinig initiatieven omdat elke
organisatie op zijn eigen eilandje werkt.
* * * 12 We zijn gewoon een goede buur
* * * Pannenhoef/De Rode Loper in Kaatsheuvel
Het complex Pannenhoef/De Rode Loper ligt in Kaatsheuvel, gemeente Loon
op Zand. Pannenhoef (circa 600 woningen) is een typische jaren ’60 buurt in de
wijk Kaatsheuvel-west, met vooral huurwoningen. Eind jaren ’90 ontstonden
plannen gericht op meer differentiatie en meer seniorenwoningen in de wijk.
Dat is gebeurd in het Gerard de Nijshof. Het aandeel ouderen neemt de komen-
de tien jaar naar verwachting aanzienlijk toe.
Het gebouw
Het nieuwbouwgedeelte van dit complex heet ook Pannenhoef. Hierin zijn vooral
woningen gevestigd en de zorgfuncties (o.a. een zotel: tijdelijk verblijf voor
mensen die herstellend zijn van een operatie of ziekte; een gezondheidscentrum
met consultatiebureau voor jeugd en voor ouderen, een prikpost, spreekuren van
maatschappelijk werk, een informatiepunt Wonen-Welzijn-Zorg, diensten voor de
wijk en de bewoners van het complex vanuit de thuiszorg). Ook basisschool Den
Bussel maakt deel uit van het nieuwbouwcomplex. Het complex verhuurt ruimten
aan medische diensten als de huisarts en de fysiotherapie. Ernaast ligt activiteiten-
centrum De Rode Loper.
We zijn gewoon een goede buur 13 * * *
Pan
nen
ho
ef
De samenwerkende organisaties en het aanbod
In De Rode Loper bieden de volgende organisaties diensten en activiteiten aan:
Prisma, RIBW1, Thebe, ROC2, een buitenschoolse opvang en Tejatergroep de Spot.
De partijen hebben een gezamenlijk activiteitenprogramma. Er zijn ook dagbeste-
dingsactiviteiten en dagverzorging specifiek voor mensen met een verstandelijke
beperking, met psychiatrische klachten en ouderen. Diverse voorlichtingsbijeen-
komsten, cursussen, sociaal-culturele activiteiten, het lunchcafé, internetcafé en
het maandelijks koffie-uurtje richten zich wel op de hele buurt. Er wordt beperkt
samengewerkt met welzijnsorganisatie De Triangel en met de basisschool. Daar-
naast wordt ruimte verhuurd voor psychomotorische kindertherapie. Ook andere
externe partijen of bewonersgroepen kunnen een ruimte huren bij De Rode Loper.
Organisatie en werkers
Om multifunctionele wijkaccommodaties te realiseren in het kader van woon-
zorgzones in Loon op Zand is een strategisch samenwerkingsverband gesloten.
Pannenhoef/De Rode Loper is het eerste complex dat als wijkservicepunt operatio-
neel is. Binnenkort worden nog twee andere wijkservicepunten opgezet, waar-
onder BaLaDe in Waalwijk. De organisaties Prisma (dienstverlening aan mensen
met een verstandelijke beperking), Thebe Thuiszorg, Schakelring (verzorgings- en
verpleeghuizen) en Casade (woningcorporatie) vormen de kern die met dit project
is begonnen, en zijn verenigd in de zogeheten Thesaurusgroep. In de loop der tijd
zijn meer partijen aangesloten als full members van de Thesaurusgroep, te weten:
RIBW, Juvans (maatschappelijk werk) en het welzijnswerk. Schakelring neemt
niet deel in Pannenhoef. Voor de operationele aansturing van de samenwerking
binnen Pannenhoef/De Rode Loper nemen vertegenwoordigers van de betrokken
partijen deel in het Management Team Pannenhoef. Dit heeft echter geen juridi-
sche basis en niet alle vertegenwoordigers hebben hetzelfde mandaat.
Coördinator Pannenhoef
De bestuurders hebben een uitgewerkte visie op het concept van Pannenhoef.
Uitgangspunt daarbij is ‘kwaliteit van leven’. Pannenhoef streeft naar kwaliteit van
leven voor alle wijkbewoners, met speciale aandacht voor mensen die zorg en be-
geleiding nodig hebben. Er moet wel nog wel heel wat gebeuren, voordat ideeën
van managers op de werkvloer uitvoering vinden.
1 RIBW: Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (voor mensen met psychiatrische of ernstige psychosociale klachten)2 ROC: Regionaal Opleidingcentrum (middelbaar beroepsonderwijs voor jeugdigen en volwassenen)
* * * 14 We zijn gewoon een goede buur
* * * Houthaghe in Den Haag-Loosduinen
Houthaghe ligt in het Haagse stadsdeel Loosduinen. Loosduinen is van
oudsher een tuindersdorp. Houthaghe ligt in de wijk Houtwijk met ongeveer
7000 woningen en 14.000 inwoners. Meer dan 40% van de inwoners is boven
de 65 jaar. Er zijn weinig allochtone inwoners in deze wijk. De woningen in
de buurt van Houthaghe zijn grotendeels appartementen en meergezins-
woningen, verhuurd door diverse woningcorporaties. Verderop in de wijk
zijn ook veel eengezinswoningen. Het winkelcentrum ligt op een steenworp
afstand en Houthaghe is goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
Het gebouw
Houthaghe is van oudsher een verzorgingshuis. De afgelopen jaren heeft
Houthaghe zich getransformeerd naar een wijkgerichte organisatie. Symbolisch
hiervoor zijn de weggekapte bomen op het entreeplein voor Houthaghe. Doordat
er nu vrij zicht en doorgang is, vormt Houthaghe fysiek meer één geheel met de
wijk. Op de plek waar de bomen stonden, zijn nu jeu-de-boulesbanen en een ter-
ras, die intensief worden gebruikt. Niet alleen door de bewoners van Houthaghe,
maar ook door de wijkbewoners. De woningen in het complex zijn zowel 1-kamer-
appartementen, 2-kamerappartementen als rolstoelappartementen
We zijn gewoon een goede buur 15 * * *
Ho
uth
agh
e
De samenwerkende organisaties en het aanbod
Sommige diensten worden geleverd door Florence, zoals de thuiszorg, de dag-
verzorging voor ouderen met dementie of psychosociale problemen, een wijk-
informatiepunt met cliëntondersteuning en een activiteitenprogramma en het
wijkrestaurant. Welzijnsorganisatie VOOR biedt ook een aantal activiteiten
aan in Houthaghe, ook wordt een aantal activiteiten in eigen beheer georga-
niseerd door verenigingen van wijkbewoners. In Houthaghe bevinden zich een
kapper, een winkel, een bibliotheek, een fitnessruimte, een kerkzaal en een
computerruimte en er zijn spreekuren van de huisarts, fysiotherapeut, audi-
cien, pedicure, schoonheidsspecialiste en de trombosedienst. Het wijkberaad
heeft zijn kantoor in Houthaghe. Ook het wijkpreventieteam werkt vanuit
Houthaghe. Daarnaast stelt Houthaghe haar ruimten beschikbaar voor derde
partijen die voor bijeenkomsten of vergaderingen een onderkomen zoeken in
de wijk, zoals de bewonersbijeenkomsten van het wijkberaad en de woning-
bouwcorporaties of het kiesbureau. In het gebouw is een kinderopvang geves-
tigd, kinderen bezoeken wel de dagopvang voor dementerende ouderen. Ver-
der zijn er nauwe banden met woningbouwcorporaties die vastgoedbelangen
hebben in de wijk. Ook wordt samengewerkt met Parnassia (behandelcentrum
voor mensen met psychische/psychiatrische problematiek, onder andere op het
gebied van dagverzorging en arbeidsrehabilitatie).
* * * 16 We zijn gewoon een goede buur
Ho
uth
agh
e
Organisatie en werkers
Houthaghe is onderdeel van de zorgorganisatie Florence. De locatiemanager
is daar in dienst. Houthaghe werkt sterk vanuit de visie dat samenwerken
van alle organisaties en wijkbewoners noodzakelijk is als je ook in de toe-
komst ouderen en andere kwetsbare burgers zelfstandig in de wijk wilt laten
wonen en participeren. Alle samenwerkingsafspraken op uitvoeringsniveau
zijn pragmatisch en in het algemeen bilateraal. De aansturing van het geheel
is in handen van de locatiemanager.
Houthaghe maakt deel uit van het Zorgnetwerk Loosduinen. Het zorgnetwerk
Loosduinen is een samenwerkingsverband van een achttal zorg- en welzijnsor-
ganisaties in Loosduinen, dat samenwerkt op het gebied van de ontwikkeling
van de keten wonen/welzijn/zorg. Zij hebben samen o.a. elf wijkservicepunten
operationeel. Zij ontwikkelen gemeenschappelijk beleid en ketenzorg, ondanks
het feit dat ze formeel elkaars concurrenten zijn. Het gaat daarbij om projecten
op inhoud, maar ze hebben ook een gemeenschappelijk meerjaren beleidsplan
ontwikkeld. De beleidsonderwerpen zijn verdeeld onder de participanten.
Locatiemanager Houthaghe:
Mensen uit de wijk kunnen hier met alle vragen terecht. Hierbij moet je
als organisatie creatief denken en werken, mensen echt verder helpen. Grenzen
tussen organisaties of een verschil in financiering mogen dat niet belemmeren. Wij
zijn een zorgorganisatie en we zijn een goede buur.
We zijn gewoon een goede buur 17 * * *
Beoogde doelgroepen en het daadwerkelijk bereik
3
* * * 18 We zijn gewoon een goede buur
Ho
uth
agh
e
* * * Ouderen primaire doelgroep
Hoewel alle centra aangeven dat ze in principe bestemd zijn voor alle (kwetsbare)
buurtbewoners, vormen ouderen met zelfredzaamheidsproblemen of dreigende
vereenzaming toch de belangrijkste doelgroep van de wijkservicepunten. Oude-
ren die in of vlakbij de complexen wonen waar een wijkservicepunt gevestigd is,
maken vaker en intensiever gebruik van de mogelijkheden dan ouderen die verder
weg wonen. Hierna wordt een aantal factoren besproken dat van invloed blijkt op
het wel of niet gebruik maken van het aanbod van het wijkservicepunt.
Beperkte mobiliteit Beperkte mobiliteit is een belangrijke factor in het al dan niet bezoeken van
het wijkservicepunt.
Een bezoekster van Houthaghe (80, woont in zelfstandig senioren- appartement op 4 hoog in Houtwijk):
500 stappen lopen, dat kan ik met mijn rollator nog net halen.
Deelnemer Pannenhoef:
Alles is voor mij op loopafstand. Dat moet ook wel, want ik kan niet meer
fietsen en ik beweeg me liever al schuifelend zelfstandig voort dan dat ik in een
scootmobiel plaats neem of de regiotaxi bel.
Eigen initiatiefLang niet iedereen uit de doelgroep gebruikt de mogelijkheden tot contact
en participatie. Hiervoor is wel eigen initiatief nodig.
We zijn gewoon een goede buur 19 * * *
Bezoekster van Houthaghe:
Je kunt niet alle tijd in je eentje op je flat zitten, dat is niet goed. In een flat heb
je weinig aanspraak, dat moet je wel zelf zoeken.
Bezoeker van Heksenwiel:
Je moet zelf de eerste stap doen. Je krijgt je vaste mensen, het eten op het
Heksenwiel is veel gezelliger dan alleen thuis, je komt elkaar op straat ook weer
tegen. Er zijn veel meer vrouwen dan mannen, dat vind ik wel leuk. Je hebt ineens
een ‘harem’.
* * * 20 We zijn gewoon een goede buur
De
Bo
gen
Sociale vaardigheden Veel mensen vinden het een opgave om zo maar contact te maken met een
vreemde. Je moet wel enige sociale vaardigheden hebben. Ook heeft niet
iedereen behoefte aan contacten.
Een bezoeker:
Er vraagt mij wel eens iemand: hoe maak je nu contacten? Dat is toch iets wat
niet iedereen zo maar blijkt te kunnen. Je kunt het niet goed aan iemand uitleg-
gen, je begint gewoon een praatje en als je eenmaal contact hebt komt van het
een het ander. Het is moeilijk om nieuwe contacten te maken, om aan te sluiten
bij een bestaand groepje. Je krijgt dan vaak teleurstellingen, dat je niet echt mee
mag doen. Maar je moet het toch proberen. Je kunt het niet iedereen opleggen.
Sommige mensen willen het gewoon niet al die sociale contacten, die zijn net zo
lief alleen.
Vrijwilligers en beroepskrachten spelen een belangrijke rol om nieuwkomers
te introduceren.
Vrijwilligers uit het Heksenwiel hierover:
Eenzaamheid is het ergste voor de mensen. Zonder contacten redden ze het
niet. Het is voor sommigen heel griezelig om voor het eerst in de zaal op het
Heksenwiel te komen. Een goede introductie is dan heel belangrijk. Je moet als vrij-
williger steeds uitnodigen en stimuleren, maar ook goed luisteren als iemand ‘nee’
zegt en respecteren als iemand het echt niet wil.
Zelfstandigheid als belangrijkste waardeOuderen en mensen met beperkingen beleven zelfstandigheid vaak als een van
de belangrijkste waarden in hun leven.
We zijn gewoon een goede buur 21 * * *
Een bezoekster van Pannenhoef/De Rode Loper:
Het is voor mij een ‘kooitje met een open deur’: ik kan erin en eruit vliegen
wanneer ik zelf wil, maar het biedt wel de veiligheid van een beschermde omge-
ving. Ik krijg hier alle ruimte om mezelf te zijn, ook op dagen dat het soms wat
minder gaat.
* * * Andere doelgroepen: kwetsbare burgers
Welke doelgroepen verder bereikt worden, hangt af van de partners en de
buurt. De contacten en ervaring van de medewerkers van het wijkservicepunt
met een bepaalde doelgroep en in het verlengde daarvan de deelname van een
op die doelgroep gerichte zorgorganisatie aan de samenwerking bepalen welke
groepen van het centrum gebruik maken.
* * * 22 We zijn gewoon een goede buur
Ho
uth
agh
e
Zowel in Pannenhoef/De Rode Loper als in De Bogen zijn organisaties die zich •
richten op mensen met een verstandelijke beperking van meet af aan betrok-
ken bij de inrichting en exploitatie van de centra. Er wonen daar mensen met
verstandelijke beperkingen in het belendende wooncomplex en er is voorzien
in de mogelijkheden voor dagactiviteiten en/of vrijwilligerswerk binnen het
wijkservicepunt. In de Pannenhoef/De Rode Loper is ook de RIBW een actieve
participant. Mensen met psychiatrische beperkingen komen voor hun dagacti-
viteiten naar De Rode Loper.
In Houthaghe worden veel mensen met psychiatrische problematiek bereikt. •
Zij werken er als vrijwilliger. Ouderen (55-plus) met psychiatrische problemen
nemen deel aan het activiteitenprogramma of de dagopvang en/of wonen er
beschermd. De samenwerking met de psychiatrie is goed ontwikkeld. In de
wijk wonen vrij veel mensen met psychiatrische beperkingen en/of licht ver-
standelijke beperkingen en gedragsstoornissen.
In Heksenwiel is de samenwerking met een woonvorm voor mensen met licha-•
melijke beperkingen die in de wijk gevestigd is, in ontwikkeling. Voor mensen
met verstandelijke beperkingen en met psychiatrische problemen bestaan
beperkte activiteiten en mogelijkheden voor vrijwilligerswerk.
* * * Alle buurtbewoners als doelgroep: vaak een brug te ver
Alle centra geven aan dat ze ook de buurtbewoners c.q. de wijk als hun doelgroep
zien. Ze willen bijdragen aan de leefbaarheid van de buurt om kwetsbare en meer
vitale wijkbewoners met elkaar in contact te brengen. Een reden is dat de vitale
wijkbewoners de kwetsbare wijkbewoners kunnen helpen, als vrijwilliger, kennis
of buur. Ook kwetsbare bewoners kunnen bijdragen aan de leefbaarheid, bijvoor-
beeld als leesoma op een school of via hun werk in het grand café voor de buurt.
Er is steeds meer aandacht voor wijkgericht werken en onderlinge steun tus-
sen buurtbewoners. Veel organisaties en voorzieningen bieden hun diensten
en activiteiten op wijkniveau aan. De vooronderstelling hierbij is, dat veel
ouderen en kwetsbare volwassenen minder mobiel zijn en minder gericht
op communicatie via internet en telefoon dan de gemiddelde inwoner. Ook
hebben ze vaak niet de financiële ruimte om te betalen voor ondersteunings-
diensten. Bij het zelfstandig wonen en participeren vormen (goedkope of
gratis) voorzieningen en het directe contact met personen in de eigen wijk de
belangrijkste hulpbronnen. Via het wijkgericht organiseren van het aanbod
We zijn gewoon een goede buur 23 * * *
en het betrekken van vitale buurtbewoners willen de organisaties de onder-
steuning letterlijk en figuurlijk dichtbij de vraag en de vragers brengen.
Hoewel de nadruk op een wijkgerichte aanpak voor de ondersteuning van
kwetsbare burgers zinvol is, willen we hier ook een kanttekening plaatsen. De
laatste jaren komen onder de groep ouderen en volwassenen met een beper-
king of een chronische ziekte - net als binnen de gehele bevolking - steeds meer
personen voor met een geografisch gezien verspreid sociaal netwerk, ruimere
financiële middelen en goede ICT-vaardigheden. Zij onderhouden contacten
en zoeken informatie via internet en telefoon en zijn daardoor juist minder
gericht op hun directe omgeving, op wijkgebonden voorzieningen en buurtge-
noten. Zij zijn eerder geneigd voor praktische hulp diensten tegen betaling af te
nemen dan een beroep te doen op informele hulpbronnen. Voor hen is de gang
naar een wijkservicepunt en het gebruik van daar aangeboden diensten niet
vanzelfsprekend.
Pannenhoef werkt het meest nadrukkelijk aan de wisselwerking met de
buurt, met gebruikmaking van de ABCD-methode (Asset Based Community
Development).
ABCD-methode
De ABCD-methode (Asset-Based-Community-Development) is een uit Amerika •
overgewaaide methode van wijkontwikkeling.
de capaciteiten, kennis en talenten van bewoners en de bestaande samen- •
werking in allerlei (in)formele verbanden vormen het startpunt; de buurtwerker
praat niet alleen naar de wijkraad maar ook met de hondenbezitters, de plein-
voetballers en de kaartclub.
Deze talenten en vaardigheden worden in kaart gebracht en gemobiliseerd, •
zodat van binnenuit gewerkt kan worden aan vitale buurten.
Het zelforganiserend vermogen van de wijk neemt toe. Burgers en hun •
organisaties krijgen de credits. Vermijd de lintjesknippende wethouder of
burgemeester. Laat mensen hun eigen succes tonen.
Het beleidsperspectief wordt omgedraaid: het gaat niet om bewonersparticipatie •
in overheidsbeleid maar om overheidsparticipatie in burgerinitiatieven. Vraag
de burgers op welke manier de overheid kan ondersteunen in plaats van nieuwe
programma’s toe te passen in de buurt. De overheid moet faciliteren en assisteren
en als het proces op gang komt verantwoordelijkheden overdragen.
* * * 24 We zijn gewoon een goede buur
Meer informatie over deze methode voor wijkontwikkeling vindt u op
www.instrumentenwijzer.nl.
Vaak speelt het imago van ‘zorgcentrum voor hulpbehoevende(n) (ouderen)
een rol, waardoor meer valide buurtbewoners niet graag een wijkservicepunt
bezoeken.
De vrijwilligers en coördinator van Pannenhoef:
Wijkbewoners praten over de Rode Loper als ‘de plek waar die ongelukkigen
zitten’. Dit beeld weerhoudt gezonde mensen ervan om er ook eens een keer
binnen te lopen. Zij gaan voor gezelligheid en activiteiten eerder naar het buurt-
huis hier vlakbij.
De onderzochte wijkservicepunten benaderen buurtbewoners anders dan
(kwetsbare) ouderen. Zij bereiken buurtbewoners via het in het wijkservicepunt
gevestigde en op de hele bevolking georiënteerde wijkinformatiepunt met
daaraan gekoppelde voorzieningen, zoals themabijeenkomsten, belastings-
preekuren en - in Breda - hand- en spandiensten. Ook diensten in de medische
hoek zoals een prikpost en/of wijkgezondheidscentrum worden genoemd als
‘publiekstrekkers’ en als een plek waar signalering plaats vindt.
Wijkverzorgende van Thebe, Pannenhoef:
Deze omgeving biedt veel ogen en oren om een hulpvraag te signaleren. Een
kopje koffie drinken in het ontmoetingscentrum kan leiden tot deelname aan de
dagverzorging, die weer een ingang naar andere hulp kan zijn.
Ook bepalend voor de betrokkenheid van vitale wijkbewoners zijn de
samenwerking met het welzijnswerk, met andere buurtaccommodaties, met
een wijkcommissie of wijkraad en de ambassadeursrol van vrijwilligers die
in de wijk wonen.
We zijn gewoon een goede buur 25 * * *
Werkers van het Heksenwiel:
Met sleutelfiguren uit verschillende doelgroepen in de wijk bereik je mensen.
Voor de Haagse Beemden zijn het wijkberaad en alle vrijwilligers goede ambassa-
deurs. Zij kennen ons en zijn enthousiast over ons. Ze vertellen mensen over onze
diensten en activiteiten en nodigen hen uit.
Toch vindt niet iedereen dat een wijkservicepunt ook andere groepen moet
aanspreken. Vooral belangrijk is dat het zijn functies voor de kwetsbare
groepen vervult.
* * * 26 We zijn gewoon een goede buur
Ho
uth
agh
e
De voorzitter van de cliëntenraad van het Heksenwiel:
Als een jonge vent de hal binnenkomt, zit hij meteen tussen tien oude
mensen.
Andere vrijwilligers hierover:
Het centrum is ook vooral bedoeld voor 55-plussers, zo erg is dat dus ook weer
niet. Via de spreekuren voor belastingteruggaaf en de prikpost bereiken we ook
jongeren. We zouden meer van dat soort algemene diensten en activiteiten moeten
aanbieden om duidelijk te maken dat het centrum er voor iedereen is.
De bezoekers van Houthage:
De voorzieningen van Houthage zijn er voor iedereen in de wijk. Het zijn vooral
ouderen die de weg weten te vinden. Maar er komen ook wel jongere mensen over
de vloer: het wijkberaad doet hier zijn vergaderingen en heeft er kantoor, en ook
de wijkcliëntenraad en de bewonerscommissie van de aanleunwoningen.
* * * Jongeren als doelgroep
Alle vier de centra hebben contact met jongeren. Doel is de onderlinge
bekendheid van en contacten tussen jongeren en ouderen te vergroten. De
ervaringen zijn over het algemeen positief. Er zijn contacten met jongeren
van verschillende leeftijden, meestal via een school of organisatie die de
maatschappelijke stages regelt. Het kan gaan om projecten rond levens-
verhalen, maatschappelijke stages, samen kunst maken, bezoek van kleuters
aan dementerende ouderen, leesopa’s en –oma’s, ROC- en Hbo-stages.
We zijn gewoon een goede buur 27 * * *
Een ervaring van het Heksenwiel:
Vanuit een op kunst gerichte Hbo-opleiding wordt een module aangeboden:
kunst jong en oud. De bedoeling is dat de leerlingen aan de hand van levens-
verhalen van ouderen collages maken, die dan weer in het wijkservicepunt ten-
toongesteld worden. Dit gaat in koppels: een oudere en een jongere. Toevallig
bleek er een heel interessante match gevormd: een jongen met een gigantische
hanenkam en een oudere die zijn leven lang kapper is geweest. De heren hebben
uitvoerig en heel technisch overlegd over de beste manier om zo’n hanenkam te
stylen. Dat was echt de match van de dag!
Een aparte dynamiek ontstaat, wanneer een school deel uitmaakt van het complex
en actief de samenwerking zoekt zoals in Kaatsheuvel. Dan ontstaan meer langer
lopende trajecten, waarin ouderen en jongeren gezamenlijk participeren.
* * * 28 We zijn gewoon een goede buur
De
Bo
gen
Vrijwilliger (75, weduwnaar, vrijwilliger, bezoeker en bewoner op Pannenhoef/De Rode Loper):
Ik heb met kinderen van groep 8 van de basisschool hiernaast schilderijen
gemaakt voor ons trappenhuis, onder de naam: ‘Jong leren, oud eren’. Woning-
bouwcorporatie Casade heeft hierbij voor de materialen gezorgd.
In de andere gevallen gaat het toch meer om losse activiteiten, die heel waarde-
vol kunnen zijn om beeldvorming over en weer wat realistischer te maken, maar
die niet echt ertoe leiden dat jongeren en ouderen elkaar vaker ontmoeten.
Hoewel Heksenwiel signaleert, dat er altijd wel een of meer jongeren als vrij-
williger ‘blijven hangen’ naar aanleiding van een eenmalig project.
Intergenerationeel werken
Om meer structureel in te zetten op de ontmoeting tussen generaties zou de door
NIZW/MOVISIE ontwikkelde methode intergenerationeel werken ingevoerd kunnen
worden. Deze methode versterkt én verbindt drie doelen van lokaal sociaal beleid.
Betere toekomstperspectieven voor jongeren;•
Langer zelfstandig wonen en minder sociaal isolement bij ouderen;•
Meer sociale veiligheid en ontmoetingsmogelijkheden in de buurt.•
Er zijn drie basisvarianten van intergenerationeel werk, elk met een eigen
aanpak, die kunnen worden toegepast al naargelang de situatie: omgaan met
conflicten tussen jong en oud, samenwerken aan verbeteringen in de wijk en
intergenerationele service (jong zet zich in voor oud en andersom). Professionals
in intergenerationeel werk zijn sterk in samenwerken, netwerkontwikkeling
en projectontwikkeling. Ze kennen de doelgroepen jong en oud. Ze zoeken
voortdurend nieuwe mogelijkheden om deze groepen met elkaar en met de
gemeenschap te verbinden.
We zijn gewoon een goede buur 29 * * *
De manager van Houthaghe:
Ook het onderwijs - de jeugd dus - wordt als doelgroep gezien. Naast maat-
schappelijke stages en projecten met basisschoolleerlingen zijn er veel stagiaires
van VMBO, ook van de meest lage praktijkgeoriënteerde leerroute, waarbij je al
blij mag zijn als de jongere überhaupt komt, en de meest basale arbeidsvaardig-
heden nog moeten worden aangeleerd (denk aan op tijd komen, samenwerken,
instructies opvolgen, jezelf presenteren). We ervaren het als een uitdaging om zo’n
jongere toch binnen te houden en op te leiden tot een geschikte medewerker.
Op Heksenwiel hebben 35 jongeren van 15 en 16 jaar een maatschappelijke
stage gedaan. Ze zijn een dagje op stap geweest met 45 ouderen. De jongeren
interviewden de ouderen over hun leven en vertelden zelf ook over hun leven.
Jong en oud waren enthousiast over de dag, voor veel ouderen was het echt
de dag van het jaar. Over een wedstrijdje rolstoelracen tussen twee koppels
zegt een jongere: “Gaaf, dat racen met zo’n rolstoel, die oude knakker was
helemaal niet bang”.
De vrijwilligers van De Bogen:
De school versterkt de sociale cohesie in de wijk. Zo viert de school haar
Sinterklaasfeest en Palmpasen in ons grand café, en er is een pannenkoekenfestijn
gehouden op het plein. De cliënten van ’s Heeren Loo, De Aanleg en SWO vinden
deze activiteiten over het algemeen erg leuk.
* * * 30 We zijn gewoon een goede buur
Opbrengsten voor de gebruikers
4
We zijn gewoon een goede buur 31 * * *
De
Bo
gen
Gebruikers van centrum Houthaghe:
Het zou een ramp zijn voor de wijk als deze hulp weg zou vallen. Heel veel
mensen zouden dan naar een intramurale voorziening toe moeten, omdat ze het
dan niet meer redden zelfstandig. Vroeger woonden oude mensen en mensen met
gebreken meestal in huis bij of heel dicht bij hun familie. Maar nu woont familie
veel verder weg, of er is niet eens familie. Het wijkservicepunt vervangt als het ware
deze zorg.
Het gaat hen om behoud van eigen regie met de gegarandeerde mogelijkheid van
zorg, gebruik van diverse diensten en de diverse contactmogelijkheden dichtbij.
* * * 32 We zijn gewoon een goede buur
Hek
sen
wie
l
* * * Eigen regie met zorggarantie
De geïnterviewden benoemen als heel belangrijk voor hun leefkwaliteit het
veilige gevoel dat er zorg is als het nodig is, terwijl je tegelijkertijd je leven naar
eigen inzichten kunt vormgeven. Ofwel: wel de lusten maar niet de lasten van
een verzorgingshuis.
Bezoekers:
Voordeel van de aanleunwoningen en de seniorenwoningen met service door
Houthage is dat je daardoor ook heel lang zelfstandig kán wonen: als het nodig is
komt er een verpleegkundige bij je thuis en in geval van nood komt er ook altijd ie-
mand. Toen ik hier net woonde, heb ik een hartinfarct gehad, en toen kreeg ik ook
meteen hulp aan huis. Ik vind het een veilig gevoel: als er iets is, komen ze.
* * * Diensten
Een tweede element dat bijdraagt aan het zelfstandig wonen zijn de diensten
die maken dat je energie overhoudt voor contacten en activiteiten. Denk hierbij
aan de warme maaltijd, hulp bij het huishouden, klusjes, tuinonderhoud, kapper,
wasserij/stomerij, pedicure, hond uitlaten, boodschappenservice.
Bewoonster:
Ik ben met tranen in mijn ogen naar De Bogen verhuisd, maar na de eerste dag
was ik helemaal om. Ik krijg hulp bij het huishouden van de Aanleg, zodat ik me
daar geen zorgen over hoef te maken. Daardoor kan ik nu van alles doen: voorlees-
oma, kaartclub, lekker eten in de Alleman.
We zijn gewoon een goede buur 33 * * *
* * * Contactmogelijkheden dichtbij
Een derde element dat de geïnterviewden noemen zijn de contactmogelijk-
heden dichtbij die je steun en gezelligheid bieden, het gevoel geven dat je
ergens bij hoort, en de mogelijkheid je nuttig te maken.
Bewoner seniorenwoning Pannenhoefcomplex:
Ik zou hier niet meer weg willen: ik heb nu alles binnen 500 meter, dat is fijn
want ik loop niet meer zo ver. De buurvrouw heeft een sleutel van mijn huis en
brengt me zo nu en dan een lekkere kop soep. En dat ik in De Rode Loper terecht
kan voor een potje biljarten, een praatje of een kopje koffie is erg prettig nu ik niet
meer kan fietsen. Ik help met aardappels schillen voor De Rode Loper.
* * * 34 We zijn gewoon een goede buur
Pan
nen
ho
ef
Bewoner van De Bogen (40-plusser, met lichamelijke beperkingen):
Ik maak geen planning meer voor mijn dag, want alles loopt toch altijd anders
dan gedacht en mijn agenda loopt vanzelf vol. Het is prettig dat je hier nooit alleen
bent, je hoeft maar naar buiten te rijden als je een praatje wil met iemand. In het
grand café is het gezellig eten. Ik heb goed contact met de buren en vind de buurt
gezellig, met een vijver en school dichtbij.
* * * Randvoorwaarden
De geïnterviewden noemden ook een aantal randvoorwaarden om hun leven
op deze manier te kunnen inrichten. Deze worden niet geboden door het
wijkservicepunt maar zijn ook nodig om zelfstandig te kunnen wonen. Deze
randvoorwaarden zijn financiën, een comfortabele woning, vervoersmogelijk-
heden en informatie: weten welke voorzieningen er zijn en hoe je er gebruik
van kunt maken.
Financiën Op alle vier de locaties wordt gemeld dat mensen met een minimuminkomen
thuisblijven omdat ze de eigen bijdragen voor thuiszorg, activiteiten, vervoer,
kopje koffie, warme maaltijd al niet meer kunnen betalen.
Bezoekers in Houthaghe:
Alleen AOW is echt te weinig, je kunt eigenlijk nergens aan meedoen, alles
gaat al op aan huur en eten en zorg. Zelfs het eten op Houthage, en de bijdragen
voor koffie of activiteiten zijn voor mensen met alleen AOW al haast niet op te
brengen.
We zijn gewoon een goede buur 35 * * *
Een comfortabele woning
De huismeester van het Heksenwielcomplex:
Als je woning aangepast is aan je behoefte, kun je veel langer zelfstandig blij-
ven. Denk aan een lift, drempels weg, een laag instapbad en steunen bij wc en bad,
aangepaste keuken, goed bereikbare stopcontacten en sloten, een alarm en een ca-
mera bij de voordeur en een tv-schermpje boven. Ook hulp bij de tuin en bij kleine
klusjes in huis is belangrijk. Ik hoor zo vaak van mensen die tijdelijk verblijven in een
van onze aanleunwoningen: ‘Ik heb altijd geroepen dat ik nooit uit mijn eigen ver-
trouwde huis weg wilde. Maar nu ik revalideer in deze woning met voorzieningen
en aanpassingen merk ik pas hoe zeer dat helpt om dingen zelf te kunnen blijven
doen en hoe oncomfortabel mijn eigen woning is.
Complexe wet- en regelgeving maakt het laten aanpassen van een woning niet
altijd een gemakkelijke zaak. Het kan lang duren voordat een woning dusdanig is
aangepast dat mensen daar zelfstandig kunnen wonen. Datzelfde geldt overigens
ook voor andere specifieke voorzieningen, zoals aangepaste rolstoelen.
Een medewerker van De Aanleg:
Menigmaal hebben onze cliënten echt lang moeten wachten om hun woning
te mogen laten aanpassen, vanwege belemmerende wet- en regelgeving. Het is
een aantal keren voorgekomen dat een woning geheel was aangepast op de cliënt,
waarna de cliënt kwam te overlijden.
VervoerHet vervoer is overal een lastig punt, zowel binnen de wijk als verderop.
Terwijl de mobiliteit nodig is om kinderen en kennissen die verder weg wonen
te kunnen bezoeken.
* * * 36 We zijn gewoon een goede buur
Een jonge bewoner met een lichamelijke handicap:
Vanuit De Bogen is het lastig om ergens te komen. Ik voel me opgesloten in de
wijk. Het openbaar vervoer is minimaal en de weg naar de stad is voor rolstoelge-
bruikers bijna niet begaanbaar. De regiotaxi is een alternatief, maar je staat regel-
matig er wel anderhalf uur in de hal op te wachten. En als je er eenmaal in zit rijdt
hij ook nog eens via Keulen en Aken. Met name bij slecht weer is dat eigenlijk niet
te doen.
De bezoekers in Houthage:
Vervoer is heel belangrijk om nog eigen dingen te kunnen doen buiten de deur,
kinderen en kennissen te kunnen bezoeken. Het gewone openbaar vervoer is slecht
aangepast voor ouderen. Bushaltes vervallen ineens, terwijl ze vlak bij een zorgcen-
trum lagen. Wel is er ouderenvervoer. Je moet alleen vooraf bellen, en je moet vaak
lang op ze wachten.
Ook de vrijwilligers in Breda signaleren, dat veel meer wijkbewoners naar het
Heksenwiel zouden komen, als er vervoer binnen de wijk zou zijn. Voor een
aantal minder valide bewoners van Pannenhoef is de oversteek naar De Rode
Loper al te ver! Kortom, vervoer is in alle vier de locaties die wij bezochten een
zeer zwakke schakel in de ontwikkeling van een wijkservicepunt (annex woon-
voorziening) dat de deuren naar de samenleving echt open wil houden.
InformatieDe vier centra hebben allemaal een informatiecentrum wonen/welzijn/zorg, in
Breda en Harderwijk door vrijwilligers bemenst, in Kaatsheuvel en Den Haag
door beroepskrachten. Hoewel er wel een verbinding is met het Wmo-loket
zoals bedoeld in de Wmo, houdt in alle gevallen de gemeente zich min of meer
afzijdig, vanuit de opvatting dat de informatievoorziening zoals bedoeld in de
Wmo onafhankelijk moet zijn. In Kaatsheuvel, Harderwijk en Breda heeft de
We zijn gewoon een goede buur 37 * * *
gemeente een eigen centraal zorgloket of Wmo-loket. Breda subsidieert de SOB
wel voor het organiseren van het wijkinformatiepunt met daaraan gekoppelde
wijkgericht aanbod van hand- en spandiensten. In Den Haag heeft de gemeente
de informatievoorziening uitbesteed aan wijkgerichte i-shops van de welzijns-
organisaties. De wijkinformatiepunten die vanuit het Zorgnetwerk Loosduinen
georganiseerd worden, staan hiernaast, omdat de samenwerkende organisaties
de gemeente er niet van hebben kunnen overtuigen dat hun aanbod voldoende
garantie bood voor de onafhankelijkheid van informatievoorziening. Ook
organiseert de gemeente Den Haag jaarlijks een seniorenmarkt. In Harderwijk
subsidieert de gemeente een beperkte wijkgerichte informatiefunctie over
zorgvoorzieningen (Zorgbakens) aan een samenwerkingsverband, waarin SWO
Harderwijk een belangrijke rol vervult. Daarnaast vindt op alle plekken ook
informatievoorziening plaats door bewonerscommissies en wijkraden.
* * * 38 We zijn gewoon een goede buur
Hek
sen
wie
l
Doordat de samenwerking tussen Wmo-loket en wijkinformatiepunt nog
onvoldoende is ontwikkeld, wordt de informatie voor de kwetsbare burger
op minimaal twee plaatsen los van elkaar geboden. Dit kan ertoe leiden dat
de kwetsbare burger zijn verhaal twee keer moet doen of tegengestelde
informatie krijgt.
De bezoekers en vrijwilligers signaleren, dat het goed is dat de informatie-
punten er zijn, maar dat mensen pas informatie gaan zoeken op het moment
dat ze een knelpunt ervaren. Dan zoeken ze op allerlei manieren en hebben
vaak niet eens door van wie de informatie afkomt. Belangrijk is dat degenen
die de informatie bieden goed weten wat er allemaal mogelijk is, adequaat
kunnen doorverwijzen en anderen direct kunnen inschakelen.
Een voorbeeld van een informatiecentrum dat momenteel een nieuwe doorstart
krijgt betreft het Zorgbaken in De Bogen (Harderwijk). Het Zorgbaken is een
informatie- en adviespunt voor wijkbewoners die vragen hebben op het brede
terrein van wonen, zorg en welzijn. Dit werkt nu niet goed, omdat het zich
qua naam te veel op ouderen en op zorg richt. Nu overweegt men de naam te
veranderen, zodat wijkbewoners begrijpen dat het breder is bedoeld dan alleen
zorgbehoeftige mensen wegwijs maken. Ook wordt bekeken of de baliefunctie
wellicht omgezet kan worden in een digitaal loket.
We zijn gewoon een goede buur 39 * * *
Kwaliteitbepalende kenmerken
5
* * * 40 We zijn gewoon een goede buur
De
Bo
gen
Globaal zijn de kwaliteitbepalende kenmerken in twee categorieën onder te
verdelen: de stenen en het steunen. Daarmee bedoelen we: stenen voor de fysieke
kant: de ligging in de buurt, de mogelijkheden van het gebouw, en het steunen
voor de inhoudelijke invulling: het aanbod, de samenwerking binnen het centrum
en tussen het centrum en de wijk. Daarnaast spelen andere elementen een rol bij
de kwaliteit, die meer in de randvoorwaardelijke sfeer zitten. In dit hoofdstuk
staan voorbeelden hoe deze kenmerken op de onderzochte locaties spelen.
De stenen
De ligging: fysieke nabijheid
Fysieke nabijheid is een belangrijke factor voor het al dan niet gebruiken van
voorzieningen door ouderen en mensen met beperkingen. Ook de ligging ten
opzichte van andere wijkvoorzieningen en winkels speelt daarbij mee. Een
straal van 500 m blijkt de grens voor de wijkbewoner met beperkte mobiliteit
om nog zelfstandig het wijkservicepunt te kunnen bezoeken met eventuele
gebruikmaking van rollator of rolstoel.
Het wijkservicepunt is dus met name bereikbaar voor diegenen die er dicht bij
in de buurt wonen. In Pannenhoef (Kaatsheuvel) en De Bogen (Harderwijk),
gelegen in een plattelandsregio, blijkt een aantal van de in het wijkservicepunt
gevestigde voorzieningen een functie te vervullen voor een veel groter verzor-
gingsgebied dan de buurt om voldoende schaalgrootte te kunnen krijgen. Een
aantal bezoekers wordt vanuit de regio gehaald en gebracht of verhuist naar
de nabije omgeving van het wijkservicepunt. Daarmee staat de vaak genoemde
en geprezen buurtfunctie van het wijkservicepunt onder druk.
De wijkconsulent van de woningbouwcorporatie in Kaatsheuvel:
Veel woningen in wijkservicepunt Pannenhoef zijn op dit moment toegewezen
aan cliënten van Prisma die daarvoor niet in de regio woonden. Prisma heeft een
bovenregionaal werkgebied. De woningen zijn in eerste instantie echter bedoeld
voor bewoners uit Kaatsheuvel, onder meer om de inzet van mantelzorg te kunnen
stimuleren. Dat lukt nu niet altijd.
We zijn gewoon een goede buur 41 * * *
Wanneer de entree van het wijkservicepunt en de woningen dezelfde is, zoals in
Houthaghe en het Heksenwiel, heeft dit tot gevolg dat buurtbewoners die niet
binnen het complex wonen het aanbod van het wijkservicepunt al snel beleven
als uitsluitend voor de bewoners van het complex. Op hun beurt ervaren die het
komen en gaan van allerlei buurtbewoners soms als onprettig.
De voorzitter van de bewonerscommissie van het Heksenwielcomplex:
Ik merk dat de drukte in wat de bewoners ‘hun’ hal noemen voor hen een bron
van ergernis is . De gezamenlijke ingang werkt in de hand, dat de complexbewo-
ners zich ook naar de voorzieningen opstellen als eigenaar: het is ons grand café, zij
(uit de buurt) nemen veel te veel plaats in.
Toch blijkt de combinatie met de entree voor woningen niet doorslaggevend
in de openheid naar de buurt. Houthaghe heeft duidelijk een buurtfunctie,
waarbij de nadruk ligt op zorg aan en voorzieningen voor ouderen, maar
waarbij de buurtbewoners heel gemakkelijk naar binnen stappen. Dit heeft
veel te maken met de openheid van het gebouw: naar buiten toe gericht, een
voortdurend komen en gaan van allerlei mensen door de centrale hal, voor-
zieningen zoals het kantoor van de wijkraad op een van de verdiepingen, de
kapper die gewoon als zelfstandige in het pand gevestigd is. Maar ook niet
fysieke kenmerken spelen hierin een rol: vanuit de historie weten buurtbewo-
ners dat Houthaghe er “voor de hele buurt” is, en het personeel draagt dit in
haar houding ook uit.
De mogelijkheden die het gebouw biedt
Alle gebouwen hebben een open uitstraling, en mensen kunnen er gemakkelijk
binnenlopen. Er is ruimte voor de verschillende diensten en activiteiten. Over
de bouw en inrichting van het gebouw is vaak ook intensief nagedacht met alle
participanten. Dat loont.
Hierbij zijn nog enige kanttekeningen te maken.
De Bogen is opgezet als hart van de woonservicezone. Het aantal ruimten •
voor groepsactiviteiten is beperkt.
In Pannenhoef werken medewerkers van verschillende partners merendeels •
in een gezamenlijke ruimte. Dat is gunstig voor het onderlinge contact van
* * * 42 We zijn gewoon een goede buur
de medewerkers, maar niet altijd voor hun organisaties. Deze hebben
vaak centraal geregelde ondersteunende diensten zoals IT en een centraal
telefoonnummer en willen dat uit kostenoogpunt graag zo houden. Dat
is in een gezamenlijke ruimte niet altijd gemakkelijk te realiseren.
Door de jaren heen veranderen wensen van organisaties en bewoners. Het •
Heksenwiel zijn de klassieke receptie en de dichte zaal daarachter ingrijpend
verbouwd tot een wijkgerichte informatiebalie met daarachter een open
grand café. De grote keuken wordt nu niet gebruikt omdat de bewoners
goeddeels zelf koken. Deze drukt wel stevig op de exploitatie. In De Bogen
is de keuken van Alleman echter alweer aan de krappe kant.
De locatie is vaak vooral bepaald door toevalligheden: op deze plek stond al •
een verzorgingshuis of een school dus deze locatie was beschikbaar. De locatie
blijkt zeker van belang, inclusief de infrastructuur zoals nabijheid van winkels
en openbaar vervoer. Bij De Bogen, Pannenhoef en Heksenwiel is de bouw
meegenomen in de wijkontwikkeling. In Loosduinen is de zich ontwikkelende
wijkfunctie van het bestaande verzorgingshuis mede aanleiding geweest voor
de woningcorporaties om de woningen in de nabije omgeving van Houthaghe
te bestemmen en geschikt te maken voor senioren.
* * * Het steunen: zorg en welzijn en de samenhang daartussen
Met de stenen zit het meestal wel goed, het steunen kan zeker nog beter. Dit
bestaat uit een aantal elementen: het aanbod moet aansluiten op de behoeften
van de kwetsbare wijkbewoners; de kwaliteit, samenwerking en afstemming
van en tussen de betrokken medewerkers; de verbinding met de wijk.
Bij alle onderzochte wijkservicepunten is de onderlinge samenwerking en
afstemming tussen betrokken organisaties nog niet optimaal. Ook de relatie
en contacten met de wijk zijn vaak minder intensief en vanzelfsprekend dan
men vanuit de visie zou willen.
Multifunctionaliteit: een kleurrijk en aantrekkelijk palet De onderzochte wijkservicepunten bieden een kleurrijk palet aan van
activiteiten, diensten en voorzieningen, dat in de eerste plaats gericht is
op kwetsbare groepen.
We zijn gewoon een goede buur 43 * * *
Heksenwiel De Bogen Pannenhoef/ De Rode Loper Houthaghe
Wijkinformatie-•puntThuiszorg (alleen •binnen complex; in de wijk nu door andere thuiszorg-organisaties) Verpleeghuiszorg•Dagbehandeling•Fysiotherapie- •praktijkPrikpost•
Integrale dag-•besteding en dagverzorging
Restaurant•Activiteiten- •programma (ontmoeting, ontspanning, vorming en sport)Tuin•
Kinderopvang•Uitvalsbasis be-•middeling hand- en spandiensten in de wijk
Zorginformatie-•puntThuiszorg (alleen •binnen complex; in de wijk nu door andere thuiszorg-organisaties)
Dagbesteding/•activering gehandicaptenDagopvang •ouderenRestaurant •Activiteiten- •programma (ontmoeting, ontspanning, vorming en sport) Internetcafé•
Brede school•Belasting- •spreekuurBibliotheek•
Wijkinformatie-•puntThuiszorg (alleen •binnen complex, in de wijk vanuit andere locatie)
Gezondheids- •centrumConsultatiebureau •voor ouderen Prikpost•Zotel (tijdelijke •opname ivm herstel)Dagbesteding/ •activering gehandicapten, ggz-cliënten
Lunchroom•Activiteiten- •programma (ontmoeting, ontspanning, vorming en sport)
Brede school•Buitenschoolse •opvangConsultatiebureau •Cursussen ROC•Sollicitatie- •spreekuur
Wijkinformatie-•puntThuiszorg •(in complex en buiten kantoor-uren ook in wijk)Verzorgings- •huiszorg en tijde-lijke opnamesSpreekuren diver-•se zorgverlenersPrikpost •
Dagbesteding •PG en dagopvang ouderenDagbesteding/ •activering ggzRestaurant•Activiteiten- •programma (ontmoeting, ontspanning, vorming en sport)Kapper, pedicure, •schoonheids- specialisteKinderopvang•Wijkberaad•Uitvalsbasis •wijkpreventieteam
Op alle locaties nemen ouderen een voorname plaats in. Tegelijkertijd richten
zich ook overal functies op een bredere doelgroep. Dit met het oog op ‘spontane’
wisselwerking met de buurt en tussen meer en minder valide groeperingen en het
doorbreken van het eenzijdige zorg- en zieligheidimago.
KetensamenwerkingEr zijn verschillen in de manier van samenwerking tussen de partijen, de
mate waarin sprake is van een gemeenschappelijke visie en beleid, de mate
waarin de samenwerking is geformaliseerd en de verdeling van taken en
verantwoordelijkheden.
* * * 44 We zijn gewoon een goede buur
Houthaghe werkt beleidsmatig op stadsdeelniveau samen binnen het •
Zorgnetwerk Loosduinen. Ze spreken een geografische spreiding en taak-
verdeling af om in alle woonzorgservicezones binnen het gebied een verge-
lijkbaar aanbod te kunnen organiseren. Bij Houthaghe is voor de woonzorg-
servicewijk Houtwijk zorgorganisatie Florence de centrale trekker van de
uitvoering, die andere partijen uitnodigt dan wel door hen benaderd wordt
om samen te werken. Houthaghe biedt andere organisaties ruimte en facili-
teiten om hun activiteiten uit te voeren (waar relevant tegen een schappelijke
huurprijs), in ruil voor toegang tot de geboden activiteiten en voorzieningen
voor (bewoners uit) het complex.
Bij alle anderen is sprake van verschillende organisaties die binnen of vanuit •
het gebouw werkzaam zijn en die via onderlinge afspraken de samenwerking
en afstemming geregeld hebben. Samenwerking op managementniveau
beperkt zich veelal tot de verdeling van de huisvesting- en beheerskosten en
eventuele kosten van gemeenschappelijke ruimtes. In de uitvoering gaat het
meestal om samenwerking op onderdelen, waarbij de afspraken met name op
de werkvloer gemaakt zijn. Daarnaast vindt afstemmingsoverleg plaats met
alle participanten over kwesties rond gebouwenbeheer. Alleen in Pannenhoef/
De Rode Loper is sprake van een wat meer geformaliseerde samenwerking,
met gemeenschappelijke activiteitenplanning, een gemeenschappelijke visie
op de gewenste ontwikkeling (het samenwerken met de wijk via de ABCD
methode) en een door de partijen gezamenlijk gemandateerde coördinator.
De samenwerkende partijen hebben ook een bestuurlijk afstemmingsoverleg,
de Thesaurusgroep. Ook hier zijn samenwerkingsafspraken niet in juridisch
bindende contracten vastgelegd.
De woningcorporatie speelt vaak bij de start een belangrijke rol, maar treedt •
wat meer op de achtergrond wanneer het wijkservicepunt in de uitvoerende
fase komt. De woningcorporatie kan vanuit haar relatief onafhankelijke
positie, haar maatschappelijk ondernemerschap en haar belang bij een vitale
en ondersteunende woonomgeving ook tijdens de uitvoering een stimule-
rende rol hebben in de verbinding tussen de verschillende samenwerkings-
partners onderling, met het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen/
zorg/welzijn en met de wijk. Op het Heksenwiel is in het gebouw een actieve
beheerder van de woningcorporatie en daar neemt de woningcorporatie
ook deel aan het directeurenoverleg. In Pannenhoef is de woningcorporatie
actief binnen het bestuurlijk samenwerkingsverband de Thesaurus Groep
en het managementteam; de wijkconsulent van Casade werkt vanuit de
kantoortuin van Pannenhoef. Bij de Bogen lijkt de woningcorporatie op dit
We zijn gewoon een goede buur 45 * * *
moment alleen nog actief als verhuurder. Bij Houthaghe bestaat alleen ad
hoc afstemmingsoverleg over de diensten vanuit Houthaghe aan bewoners
van de verschillende complexen in de nabijheid. Dit heeft er ook mee te
maken dat het gebouw van Houthaghe eigendom is van Florence en niet van
een woningcorporatie.
De gemeente is in het algemeen alleen als kaderstellend opdrachtgever •
en/of financier betrokken. De gemeenten Den Haag en Breda hebben de
afgelopen jaren kaderstellend beleid geformuleerd op het gebied van woon-
zorgservicezones en daarin gewenste voorzieningen en samenwerking. De
gemeenten Loon op Zand en Harderwijk zijn hiermee bezig. In alle gevallen
zijn de gemeenten niet actief bij de uitvoering van de wijkservicepunten
betrokken, alleen als financier/opdrachtgever van onderdelen, bijvoorbeeld
de wijkinformatiepunten, het welzijnswerk of de (brede) school. De gemeen-
te Breda is het meest actief in het regisseren van de ontwikkeling van de
samenwerking op wijkniveau.
De betrokken werkers en vrijwilligers signaleren dat vaak nog sprake is van
onvoldoende onderlinge afstemming en samenwerking, waardoor de kwaliteit
van de geboden ondersteuning niet altijd optimaal is. De samenwerking is
nu nog vaak gefragmenteerd, en vindt vooral op uitvoeringsniveau plaats.
Bezoekers/gebruikers worden meestal nog individueel cliënt bij de verschillen-
de organisaties, die vaak vanuit verschillende bronnen gefinancierd zijn. Elk
is verantwoordelijk voor zijn eigen aandeel.
Vrijwilligers in De Bogen:
Soms ontbreekt het hier aan onderlinge communicatie. Dan worden dingen
niet doorgegeven of wijzen organisaties naar elkaar bij het zoeken naar de oorzaak
van een probleem. Zo is Alleman dringend toe aan nieuwe bedrijfskleding, maar
niemand heeft daar geld voor want iedereen heeft zijn eigen potje. Gelukkig blij-
ven de organisaties wel met elkaar overleggen en streven naar verbetering.
De wens van professionals om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de vraag van de
cliënt speelt een belangrijke rol bij pogingen om de verkokering zo veel mogelijk
te doorbreken.
* * * 46 We zijn gewoon een goede buur
Werkers in Heksenwiel:
De kracht van de samenwerking is dat we geen nee zeggen, noch tegen
elkaar noch tegen de klant. Je moet dan wel hele korte lijnen hebben met alle
voorzieningen en elkaar durven aanspreken. We hebben nu dagelijks overleg,
zodat we meteen de volgende dag de klant kunnen laten weten wat er met zijn
vraag gedaan wordt.
Een medewerker in Pannenhoef:
Iedereen weet elkaar weer te vinden en kent elkaar, net zoals vroeger. De
dienstverlening is sterk verbeterd, vooral door de verbeterde samenwerking tussen
de partijen hier. Die is ook nodig om mensen zorg op maat te geven. De sfeer is heel
gemoedelijk, door alle lagen van de organisaties heen. Ons motto is: niet alleen
praten, gewoon doen.
We zijn gewoon een goede buur 47 * * *
Hek
sen
wie
l
De ketensamenwerking hangt nu nog goeddeels op de individuele samenwer-
kingsbereidheid en de in de praktijk gegroeide goede praktijken. Hier is nog
een slag te slaan. Ketensamenwerking gaat verder dan elk zijn eigen ding doen.
Je bent samen verantwoordelijk voor het hele pakket en voor het oplossen van
knelpunten zoals schotten en onvolkomenheden in de financiering en wet- en
regelgeving, hiaten in het gemeenschappelijk aanbod. Dit betekent ook, dat alle
medewerkers van hun managers en leidinggevenden de ruimte krijgen voor het
inrichten van het eigen werk.
De coördinator van Pannenhoef:
Je moet er met elkaar voor willen gaan en hiervoor is onderlinge chemie en
vertrouwen nodig. Politieke en strategische belangen zullen altijd een rol spelen,
maar mogen niet leidend zijn. Doordat alle partijen bij elkaar in één gebouw zitten
kunnen we gemakkelijker succesvol samenwerken.
Locatiemanager of coördinator als stuwende kracht In de literatuur wordt het belang benadrukt van een centrale coördinator of
manager die sturing en coördinatie geeft om de doelstellingen van een wijk-
servicepunt optimaal te kunnen realiseren. De locaties verschillen sterk in de
mate waarin hier sprake van is. Eigenlijk is alleen bij Houthaghe sprake van
een locatiemanager die doorzettingsmacht heeft. Dat blijkt wel effectief. De
locatiemanager van Houthaghe kan zonder ruggespraak besluiten nemen, en
geeft aan zijn medewerkers een duidelijke richting en een doel aan.
Werkers van Houthaghe:
Wie om hulp vraagt help je. Je haalt werk naar je toe door die openheid, maar
dat geeft hen ook zo veel terug. We kunnen dit blijven doen omdat we ons altijd
gesteund voelen door de locatiemanager. Hij heeft zelf een achtergrond in de psy-
chiatrie en zegt altijd dat het contact met mensen onze kerntaak is. Bij twijfel ga je
bij hem te rade en haast altijd zegt hij dan: gewoon dóén.
* * * 48 We zijn gewoon een goede buur
De coördinator van Pannenhoef/De Rode Loper heeft slechts beperkt mandaat om
zelfstandig besluiten te nemen die gevolgen hebben voor de inzet of werkwijze
van de medewerkers van de andere partijen. Ook de trekkers van samenwerkings-
projecten in De Bogen en Heksenwiel signaleren het gebrek aan mandaat
en doorzettingsmacht om de verdere ontwikkeling van het wijkservicepunt
gericht en daadkrachtig door te zetten.
De coördinator van Pannenhoef:
Als coördinator mis ik wel een duidelijke opdrachtgever. Daardoor ontbreekt
het nu aan slagkracht. Het zou gunstig zijn als we meer gedelegeerde bevoegdhe-
den hadden vanuit de deelnemende organisaties en een eigen werkbudget voor
Pannenhoef.
De locatiemanager moet iemand zijn met overwicht die overtuigt, stimuleert,
doorzet, knopen helpt doorhakken en daarvoor ruimte en mandaat neemt of
vraagt en krijgt. En het moet vooral iemand zijn, die niet alleen bezig is met eco-
nomisch en fysiek beheer, maar vooral ook met sociaal beheer en ontmoeting.
We zijn gewoon een goede buur 49 * * *
De
Bo
gen
Inbreng van de vrijwilligersDe inbreng van vrijwilligers is van heel groot belang. Vrijwilligers zijn vaak zelf
uit de buurt afkomstig,en hebben ook dezelfde waardeoriëntatie en interesses
als de bezoekers. Soms maken ze al van vroeger deel uit van het sociale netwerk
van bezoekers. Dat vergemakkelijkt de communicatie en zorgt ervoor dat de
relatie tussen vrijwilliger en bezoeker er een is van oprechte onderlinge betrok-
kenheid en wederkerigheid. Dat heeft zijn geheel eigen waarde en is op geen
enkele manier te vervangen door professionele inbreng.
Een vrijwilliger:
De middagmaaltijd in het grand café is voor veel mensen een hoogtepunt.
We delen niet alleen het eten rond, maar zijn ook gastvrouw en maken een
praatje. We proberen de namen te onthouden en tonen belangstelling. Hoe was
je vakantie? Is je kleindochter nu geslaagd? Ook zijn we er als mensen wat kwijt
willen, bijvoorbeeld als ze zenuwachtig zijn voor een ziekenhuisbezoek. Een week
later kunnen we informeren hoe het was.
Uit de verhalen van vrijwilligers blijkt vaak al een jarenlange betrokkenheid bij
het wijkservicepunt en/of de in het wijkservicepunt werkende organisaties. Ook
uiten zij de verwachting dat ze “later als ik zelf niet meer zo goed uit de voeten
kan” zelf ook bezoeker en gebruiker van de diensten zullen worden.
Een stel is altijd heel actief geweest in het vrijwilligerswerk in de wijk, de man was
bijvoorbeeld jarenlang voorzitter van het wijkberaad. Ze kwamen vaak op Houthaghe,
ze gingen er regelmatig eten en mijnheer deed mee met de jeu de boules. Toen werd
mijnheer dement. Hij ging naar de dagopvang in Houthaghe. Van daaruit deed hij nog
steeds regelmatig mee met het jeu de boules. Zijn vrouw werd ook heel leuk opge-
vangen door de mensen op Houthaghe die ze kende, zowel bezoekers als personeel.
Daardoor kon hij nog jaren thuis wonen. Sinds kort is hij opgenomen in het verpleeg-
huis, maar zij woont nog steeds in de wijk en komt eten op Houthaghe, waar ze ook
haar verhaal kwijt kan.
* * * 50 We zijn gewoon een goede buur
Via deze vrijwilligers ontstaat de gewenste verbondenheid tussen het wijkservice-
punt met de buurt, met de levensloop en het eigen netwerk van buurtbewoners.
Ook treden de vrijwilligers op als ambassadeurs van het wijkservicepunt.
Vrijwilliger in Houthaghe:
Ik ben hier terechtgekomen toen ik mijn tantes in Houthaghe bezocht. Ik vind
het enorm gezellig en leuk werk. Toen er een keer handjes tekort waren heb ik
mijn zus gevraagd en zij werkt hier nu alweer zeven jaar. Het is een leuke groep
vrijwilligers.
Vrijwilliger in het Heksenwiel:
Ik kwam tijdens het winkelen een mevrouw tegen die ik van vroeger kende. Ik
vond haar wat sombertjes. Ik vroeg of ze een keer naar het Heksenwiel kwam, maar
dat durfde ze niet. Ik ken ook haar zoon en zei tegen mevrouw: ik bel je zoon, dan
komen jullie samen. Er is daar van alles te doen, wat zou je willen? Ze zou wel iets
van gym willen. Ik heb de zoon gebeld, ze kwamen eerst een keer samen en nu gaat
mevrouw al een hele tijd zeer naar haar zin iedere week naar yoga.
Her en der maakt men zich wel zorgen over de toekomst: blijven er wel voldoende
mensen die vrijwilligerswerk willen en kunnen doen? Mensen werken namelijk
steeds meer en langer betaald en de mentaliteit verandert, waardoor mensen zich
minder gemakkelijk onbetaald voor een ander inzetten. Tegelijkertijd geven alle
onderzochte wijkservicepunten aan, dat ze tot op heden geen moeite hebben om
vrijwilligers te vinden. Meestal is sprake van een goed vrijwilligersbeleid.
Samenwerking beroepskrachten en vrijwilligers: belang van de combinatie.Alle wijkservicepunten beschikken over veel vrijwilligers, zonder welke het
activiteitenaanbod zeker niet in stand zou kunnen blijven. De manier waarop
vrijwilligers samenwerken met beroepskrachten verschilt. Een aantal vrijwilligers
is vanuit een eigen organisatie op de locatie van het wijkservicepunt actief, zoals
We zijn gewoon een goede buur 51 * * *
de wijkberaden, bewonersorganisaties, huisbezoekgroepen en activiteitenclubs.
Deze organisaties zijn in principe autonoom, er worden werkafspraken gemaakt
net zoals met de andere bij het wijkservicepunt betrokken organisaties. Het
interessante van deze inbreng door vrijwilligers is, dat hun eigen organisatie ook
volwaardig partner in de samenwerking is, waardoor ze serieus betrokken zijn bij
overleg over het beleid en de algemene gang van zaken en daarin ook het geluid
‘van buiten, vanuit de buurt’ kunnen laten horen.
Daarnaast hebben bij het wijkservicepunt betrokken organisaties ook eigen
vrijwilligers ‘in dienst’. Zij werken mee binnen de activiteiten, bemensen informa-
tiebalies, treden op als gastheer of gastvrouw, helpen in de bediening van het res-
taurant en achter de bar, doen hand- en spandiensten bij mensen thuis in de buurt
en/of in het complex, begeleiden mensen naar bijvoorbeeld het ziekenhuis, halen
en brengen mensen die in het complex of vlakbij wonen van en naar activiteiten.
De samenwerking gaat niet altijd zonder slag of stoot. Vrijwilligers worden niet
altijd voldoende gewaardeerd en worden soms wellicht onderschat. Waarom
bemensen in Breda en Harderwijk vrijwilligers het wijkinformatiepunt en in
Kaatsheuvel en Den Haag beroepskrachten? Er liggen nog kansen voor het
betere combinatiewerk vrijwilligers - beroepskrachten: de laatsten zorgen voor
continuïteit en bieden waar nodig professionele deskundigheid en de eersten
zorgen voor laagdrempeligheid, herkenbaarheid en een praatje maken.
Tegelijkertijd zijn beroepskrachten soms jaloers op de vrijwilligers die tenmin-
ste nog echt tijd aan de mensen kunnen besteden, “terwijl wij alleen nog het
instrumentele werk mogen doen”. Door het betrekken van vrijwilligers en een
beetje creativiteit kun je met hetzelfde geld wellicht meer doen.
In Breda bedenken de werkers ter plekke een concept dat hierop aansluit:
Een voorbeeld van een mogelijkheid die nu nog niet wordt uitgevoerd: nu
helpen de mensen van de thuiszorg meerdere bewoners met de broodmaaltijd.
Als deze bewoners samen in het grand café zouden eten met vrijwilligers en een
of twee beroepskrachten, zou in totaal waarschijnlijk minder beroepsuren nodig
zijn. Ook zou het voor de bewoners waarschijnlijk gezelliger zijn en eten ze daar-
door beter.
* * * 52 We zijn gewoon een goede buur
Inbedding in de wijk/buurtVoor degenen die het wijkservicepunt weten te vinden en er gebruik maken
van de diensten en activiteiten, voldoet het goed aan het doel: langer en
plezierig zelfstandig kunnen wonen. Maar er is meer winst uit te halen, aan
de ene kant door ook de kwetsbare buurtbewoners te bereiken die nu nog
buiten beeld blijven, aan de andere kant door de buurt meer bij het wijkser-
vicepunt te betrekken en omgekeerd.
Wanneer het centrum zich positioneert als hulpbron en goede buur voor de
buurtbewoners, zullen meer buurtbewoners zich opstellen als hulpbronnen/goede
buren voor het centrum.
Een goed voorbeeld is het informatiepunt met het buurtgerichte bemiddelings-
aanbod voor hand- en spandiensten in Heksenwiel.
Medewerker SOB:
Het wijkinformatiepunt bemiddelt ook voor diensten in de wijk: wanneer men-
sen vragen om diensten zorgt het informatiepunt dat iemand dat oppakt. Dit is een
heel belangrijke ondersteuning voor wijkbewoners. Het Rode Kruis, Humanitas,
Breda Actief (activering WWB) en informele zorg van de thuiszorg werken samen
aan één frontoffice voor alle vrijwillige dienstverlening in de wijk.
De inbedding in de buurt is een van de belangrijkste opgaven voor dit
moment, wil men meer sociale opbrengst uit het wijkservicepunt halen. Een
belangrijk knelpunt daarbij is het imago van het wijkservicepunt als iets voor
zorgbehoeftige mensen.
We zijn gewoon een goede buur 53 * * *
Vrijwilligers die in de wijk wonen en betrokken wijkorganisaties inzetten als •
ambassadeurs om mensen uit te leggen wat er gebeurt en hen uit te nodigen
mee te doen (Heksenwiel).
Algemene wijkvoorzieningen een plek geven in het wijkservicepunt, zoals het •
wijkpreventieteam, het kantoor van de wijkraad, ruimte voor de vergaderingen
van bewonerscommissies en huurdersverenigingen, spreekuren van de wijkagent,
belastingspreekuren (Houthaghe).
Inspelen op activiteiten en gebeurtenissen in de wijk en zoeken naar •
win-winoplossingen.
Voorbeelden (diverse locaties): •
wijkorganisaties ondersteunen bij subsidieaanvraag voor en organiseren van * een wijkfeest en wijkbarbecue (ook praktisch: de kok helpt, de keuken, het
voorterrein, de muziekinstallatie et cetera worden gebruikt); idem voor een
speurtocht en pannenkoekenfeest voor de nabijgelegen basisschool.
het ondersteunen van huurders van aanleunwoningen om een huurdersvere- * niging om te richten ten behoeve van overleg met de woningcorporatie
(adviezen, inzet directiesecretariaat om uitnodigingsbrief te typen en de
oprichtingsvergadering te notuleren);
het ruimte bieden aan een project van de wijkraad voor een start- en infor- * matiepunt voor een kunstwandeling door de wijk.
samenwerking met de woningcorporatie: jullie maken die woningen * geschikt voor senioren, wij garanderen de mogelijkheid voor noodhulp aan
huis/alarmopvolging;
signaleren van behoefte aan en ruimte bieden voor belasting- of * voorzieningenspreekuren van de sociale dienst.
Het uitbouwen van het wijkinformatiepunt via themabijeenkomsten en de •
combinatie met hand- en spandiensten (Heksenwiel, De Bogen)
Samenwerking met het buurthuis, streven naar gezamenlijke programmering •
(Pannenhoef/De Rode Loper)
Lunchcafé, open eettafel, grand café open voor breed publiek (allemaal, in het •
bijzonder de Bogen).
De wijkservicepunten uit het onderzoek hebben hiervoor een aantal goede oplossingen.
* * * 54 We zijn gewoon een goede buur
Samenvatting en aanbevelingen
We zijn gewoon een goede buur 55 * * *
Pan
nen
ho
ef
Hieronder volgt een samenvatting van de conclusies uit het onderzoek met
betrekking tot:
de bijdrage van wijkservicepunten aan de zelfstandigheid en participatie •
van kwetsbare wijkbewoners;
de voorwaarden waaraan een wijkservicepunt moet voldoen;•
aandachtspunten bij het opstarten en exploiteren van een wijkservicepunt.•
Aansluitend geven we aanbevelingen voor bestaande en startende wijkservice-
punten, voor woningcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen en voor betrokken
gemeenten.
* * * De belangrijkste conclusies
Wijkservicepunten dragen bij aan zelfstandig wonenWijkservicepunten hebben veel potentieel als het gaat om het langer zelfstandig
wonen van ouderen en mensen met beperkingen. Dat geldt vooral voor mensen
die binnen een afstand wonen van 500 meter en voor mensen die mobiel genoeg
zijn om een zelfstandig bezoek te brengen. Er zijn veel verhalen bekend van men-
sen die dankzij een wijkservicepunt jarenlang, vaak zelfs tot hun dood, zelfstandig
konden blijven wonen.
Betekenis van wijkservicepunt voor ouderen
Voor veel ouderen betekent een wijkservicepunt met name dat zij kunnen blijven
wonen in hun eigen huis en de regie over hun leven houden. Dat zeggen niet al-
leen de professionals, maar het wordt ook breed bevestigd door de geïnterviewde
burgers. Daarbij hebben zij de garantie dat er zorg aan huis mogelijk is. Waar dat
niet door een thuiszorgteam vanuit het wijkservicepunt wordt geleverd, zorgt het
wijkservicepunt er in ieder geval voor dat thuiszorg wanneer nodig wordt ingezet.
Een voordeel is bovendien dat ze zelf onderlinge mantelzorg beter volhouden en
dat mantelzorgende kinderen worden ontlast. Ook houden de ouderen - dankzij
de diensten van het wijkservicepunt - voldoende energie over voor contacten
met anderen en het ondernemen van activiteiten. Al met al ervaren veel ouderen
kwaliteit van leven doordat ze naar persoonlijke behoefte gebruik maken van het
servicepunt en kunnen deelnemen aan de samenleving.
Betekenis van wijkservicepunt voor kwetsbare volwassenen
Dit geldt ook voor kwetsbare volwassenen met een verstandelijke of lichamelijke
beperking of met een psychiatrisch probleem. Sommigen hiervan kunnen wel van
verder weg naar het servicepunt komen, zeker als ze een tegemoetkoming krijgen
* * * 56 We zijn gewoon een goede buur
voor vervoerskosten. Vaak zijn ze onder begeleiding actief als vrijwilliger binnen
een wijkservicepunt. Deze activiteiten bieden hen een zinvolle dagbesteding en
nieuwe contacten. Soms re-integreren zij langs deze weg op de arbeidsmarkt. Zo
nodig gebruiken ze maaltijden en diensten zoals informatie, advies en administra-
tieve ondersteuning.
Betekenis voor wijkleefbaarheid
Veel wijkservicepunten werken met vrijwilligers uit de buurt. En ook vitale
wijkbewoners kunnen gebruik maken van diensten en activiteiten van het
servicepunt. Hierdoor ontstaat een band tussen de buurt en het centrum. Deze
vergroot de leefbaarheid en draagt bij aan onderlinge bekendheid en steun. Dit
geldt ook voor activiteiten waarbij jongeren en ouderen met elkaar in contact
komen. Deze bevorderen de acceptatie, solidariteit en waardering tussen deze
groepen. Indirect draagt dit bij aan het langer zelfstandig wonen en deelnemen
aan de samenleving van kwetsbare groepen.
Bereik
Alle centra geven aan dat er veel meer mensen gebruik zouden kunnen maken
van het servicepunt. Het is nog niet duidelijk of dit komt door onbekendheid,
door drempelvrees of doordat het aanbod niet goed aansluit op de behoefte
van de groepen die ze op dit moment niet bereiken.
Stenen én steunen zijn noodzakelijk voor het succesEen wijkservicepunt blijkt aan twee voorwaarden te moeten voldoen om succesvol
en effectief te zijn: de ‘stenen’ en het ‘steunen’.
De stenen
Dit onderdeel heeft te maken met de locatie. Bij voorkeur moet het wijkservice-
punt gevestigd zijn in een mooi gebouw:
met een naar buiten gerichte, open uitstraling;•
dat voldoet aan de toegankelijkheidseisen; •
met ruimtes voor de gewenste diversiteit aan activiteiten en voorzieningen.•
Het gebouw moet idealiter zijn gevestigd op een geschikte locatie, nabij •
doelgroepwoningen, winkels en andere voorzieningen.
Het steunen
Deze tweede voorwaarde heeft te maken met het aanbod. Belangrijk zijn daar-
bij de omvang, de kwaliteit en de onderlinge samenhang van zorg, diensten en
activiteiten. Deze moeten een maatwerkpakket voor elke individuele kwetsbare
buurtbewoner kunnen vormen. Omdat professionals en vrijwilligers in het ge-
bouw aanwezig zijn kunnen zij gemakkelijk dingen samen oppakken.
We zijn gewoon een goede buur 57 * * *
Goede kwaliteit van het steunen komt tot stand door:
een goede samenstelling en variatie van activiteiten en diensten (zorg, •
comfortdiensten, informatie, ontmoeting);
samenwerken vanuit een gemeenschappelijke visie;•
een gemeenschappelijk programma en budget;•
een gemandateerde coördinator;•
goede samenwerking tussen professionals, vrijwilligers en actieve partijen •
uit de buurt;
inbreng van vrijwilligers, waaronder buurtbewoners en leden van •
bezoekersgroepen;
goede integratie, onderlinge acceptatie en participatie in de buurt.•
Aandachtspunten Alle geïnterviewden zijn het erover eens: de huidige praktijk is nog maar een
begin en het rendement kan nog veel groter worden. In deze paragraaf vindt u
hiervoor een aantal aanknopingspunten.
Organisatie en bestuur
Evenwichtige verdeling van aandacht, geld en energie tussen ‘stenen’ en •
‘steunen’. Tot nu toe zit vaak relatief meer aandacht in het eerste onderdeel.
Aandacht voor gedeelde visie, structuur en formele samenwerking tussen •
bestuur en uitvoering.
Eén trekker mandaat geven voor inrichting van de samenwerking tussen de •
partijen op inhoudelijk, financieel en organisatorisch gebied.
Waar mogelijk: goede inbedding van de activiteiten in gemeentelijke •
beleidskaders.
Financiën
Laat waar mogelijk de verschillende financieringsstromen van de samen- •
werkende partijen aansluiten op de gezamenlijke uitvoering. Wettelijke regels
zijn niet altijd goed afgestemd op goede samenwerking in een wijkservice-
punt. Vaak zijn kunst- en vliegwerk en creatief boekhouden nodig voor het
leveren van bepaalde activiteiten, diensten en zorg.
Doelgroepen
Aandacht voor betrokkenheid van degenen die gebruik (kunnen) maken van •
het wijkservicepunt.
Kwetsbare bewoners die verder weg wonen of die zelf geen contact opnemen •
pro-actief benaderen vanuit het servicepunt.
Samenwerking zoeken met buurtactiviteiten van vitale buurtbewoners. Aan-•
dacht voor goede samenwerking tussen partijen die het servicepunt bemensen.
* * * 58 We zijn gewoon een goede buur
Imago
Verbetering van het imago van het wijkservicepunt. Meer nadruk op • welzijn
en contact, en minder op zorg vergroot de kans op betrokkenheid van vitale
buurtgenoten.
Direct vanaf de start van het wijkservicepunt buurtgenoten betrekken bij het •
centrum. Let daarbij op een goede profilering als een centrum dat meer is dan
alleen een zorgvoorziening voor behoeftige mensen.
In één beeld: de uitrusting van de keuken en de ‘mise en place’ (het klaarzetten
van de ingrediënten) zijn prima in orde, maar nu nog de koks die er de heerlijke
maaltijd van maken!
* * * Aanbevelingen voor wijkservicepunten
Naast de al genoemde aandachtspunten doen we de volgende aanbevelingen
voor wijkservicepunten die al bestaan of in oprichting zijn, en voor partijen die
een wijkservicepunten willen starten.
Start met een gezamenlijke visie: de klant centraal Partijen hebben soms verschillende belangen, maar er is altijd een gemeen-•
schappelijke factor: de klant. Stel deze centraal, zodat dit gezamenlijk doel
het vertrekpunt blijft.
Bespreek al bij de start met de participanten onderwerpen zoals:•
doelstelling* doelgroep* aanpak* inrichting* aanbod* samenwerking*
Laat vanaf het begin naast de traditionele participanten (woningcorporaties, •
zorgorganisaties en welzijnswerk ouderen) ook actieve buurtgroepen hierbij
aansluiten, zoals een brede welzijnsorganisatie, een dorps- of wijkraad en
cliëntvertegenwoordigers (of andersom, het wijkservicepunt moet aansluiting
zoeken bij het bestaande).
De gemeente kan regisseren, voorwaarden scheppen en enthousiasmeren.•
We zijn gewoon een goede buur 59 * * *
De gezamenlijke visie moet uiteindelijk niet alleen op papier staan, maar met •
name ook in de praktijk tot uitdrukking komen. Blijf het onderwerp daarom
bespreken en gaandeweg met elkaar verbeteren en aanscherpen. Dat betekent
meteen dat niet alle visies en plannen al helemaal uitgewerkt hoeven te zijn
als de uitvoering start.
Werk aan onderling vertrouwenVoor goede samenwerking is onderling vertrouwen nodig. Dat geldt zeker
wanneer partijen elkaar nog niet goed kennen of wanneer ze een verschillende
aanpak of taak hebben. Ook marktwerking en onzekerheid over de toekomst
maken een goed onderling vertrouwen essentieel. Benoem deze onderwerpen
expliciet met elkaar. Spreek af hoe ermee om te gaan.
Partijen werken aan vertrouwen door:
een gezamenlijk doel te hebben;•
duidelijk te maken hoe alle partijen hieraan bijdragen;•
elkaar goed te leren kennen;•
betrouwbaar en transparant te communiceren;•
afspraken na te komen.•
* * * 60 We zijn gewoon een goede buur
Ho
uth
agh
e
Dit geldt vanzelfsprekend voor alle betrokkenen op bestuurs- en uitvoerend
niveau.
Praat niet alleen, maar doe vooral!Het opzetten van een gemeenschappelijk wijkservicepunt kan heel wat voeten
in aarde hebben. Dat geldt eens te meer wanneer hierbij ingrijpende verbou-
wingen of nieuwbouw nodig zijn. Kijk daarom al in de aanloopfase wat al
samen kan worden uitgevoerd voordat de huisvesting klaar is. Zo leren partijen
elkaar en elkaars manier van werken alvast kennen. Van eventuele fouten en
knelpunten kan men al leren zonder grote gevolgen. En bij de eerste successen
krijgt men alvast de smaak te pakken.
Maak een gemeenschappelijke business case met bindende afsprakenTransparantie, ook op financieel gebied, is belangrijk voor een goede samen-
werking. Maar vanwege concurrentie is het niet altijd gunstig om die te geven.
Partijen moeten daarom een zeker risico met elkaar willen aangaan.
Business case
Een feitelijke kosten-batenanalyse kan daarbij helpen. Het is nuttig om de
gezamenlijke visie te vertalen in een business case.
In de business case komen de volgende vragen aan bod.
Welke doelgroepen willen we met het wijkservicepunt bereiken en hoe •
groot zijn die groepen?
Welke voorzieningen, diensten en activiteiten hebben deze groepen nodig •
en gaan we samen en/of met derden aanbieden?
Wat zijn de kosten hiervan? Hoe brengen we die op?•
Wat zijn de verwachte opbrengsten (en wie profiteert daarvan)?•
Verder komen vragen aan de orde zoals:
Hoe financieren we gemeenschappelijke ruimtes, activiteiten en trekkers •
kostendekkend?
Hoe willen we samenwerken met bestaande voorzieningen op het gebied •
van contact, vorming en recreatie (zoals eigen clubs van de bevolking, een
welzijnsorganisatie, een brede school, vrijwilligers- en bewonersorganisaties,
lokale cliëntengroeperingen, vrijwillige thuiszorg- en mantelzorgorganisaties)?
Een gezamenlijke business case helpt ook om oplossingen te vinden als zich
onvoorziene samenwerkingsproblemen voordoen.
We zijn gewoon een goede buur 61 * * *
Vervolgens zouden de initiatiefnemers daarover bindende afspraken moeten
maken met samenwerkende partijen en financiers. Daarbij lijkt het cruciaal om
één centrale speler te hebben met voldoende financiële speelruimte, die oprecht
bereid is om samen te werken.
Planning & control
Zorg bovendien voor een goed functionerende planning & controlcyclus voor het
wijkservicepunt. Deze moet bovendien aansluiten op de planning & controlcycli
van de organisaties die deelnemen.
Ook wanneer wordt gekozen voor de geleidelijke weg van ‘eerst doen, dan
regelen’, is het belangrijk dat partijen de intentie tot samenwerking vastleggen.
Daarbij moeten ze zo concreet mogelijke afspraken maken voor de eerste fase en
voor wanneer ze evalueren en vervolgstappen willen zetten.
Pas implementatiekennis toeZet het aangaan van samenwerking neer als een innovatieproces. Theorie over
het invoeren van een innovatie3 zegt dat deze meer kans op succes heeft:
als de deelnemers overtuigd zijn van de meerwaarde voor hun cliënten en/of •
voor henzelf;
als deelnemers eerst mogen experimenteren, waarbij nog ruimte is voor •
aanpassingen;
als deze • minder of leuker werk oplevert, in plaats van meer werk of minder
leuk werk (bijvoorbeeld wat betreft afwisseling, verantwoordelijkheid en
bureaucratie);
als deze voldoende aansluit bij de gebruikelijke werkwijze. Is dat niet zo, •
dan is vaak goede training/coaching nuttig waardoor deelnemers erop leren
vertrouwen dat ze aan de verwachtingen kunnen voldoen;
als het resultaat zichtbaar is voor de buitenwereld en ze er een beloning voor •
krijgen. Dat hoeft niet in materiële zin, het kan ook in zichtbare waardering
en publiciteit over de resultaten.
Gebruik deze principes bij het maken van een plan van aanpak voor de voorbe-
reiding en de start van het wijkservicepunt.
3 Zie bijvoorbeeld Wensing M, Van Splunteren P, Hulscher M, Grol R. Praktisch Nieuw. Implementatie van vernieuwingen in degezondheidszorg. Assen: Van Gorcum, 2000.
* * * 62 We zijn gewoon een goede buur
Besteed aandacht aan implementatie op de werkvloerSamenwerken gaat niet vanzelf. Bij de start blijkt vaak dat er een kloof is
tussen enerzijds de bevlogen managers en beleidsontwikkelaars die het op
papier en qua visie wel voor elkaar hebben en anderzijds de operationeel
leidinggevenden en hun medewerkers, die vaste routines niet altijd gemakke-
lijk loslaten. In dat geval is ontwikkeling van competenties van de betrokken
medewerkers wenselijk. Denk hierbij aan:
het leren kennen van elkaars werkpraktijk en visie door uitwisseling van •
casuïstiek;
met elkaar meelopen;•
het betrekken van medewerkers bij het invullen van een gemeenschappelijk •
programma voor het wijkservicepunt;
de gelegenheid voor medewerkers om ideeën aan te dragen voor win-win- •
situaties door samenwerking;
een goed aansluitend communicatietraject tussen beleidsmakers en •
uitvoerders.
Iedere medewerker moet daadwerkelijk de ruimte krijgen om de aansluiting
van zijn of haar werk op dat van anderen te realiseren. Zij moeten zich hierbij
gesteund voelen door hun leidinggevende.
We zijn gewoon een goede buur 63 * * *
De
Bo
gen
Houd de vrijwilligers in ereVrijwilligers zijn onmisbaar, onbetaalbaar en onvervangbaar. Ze komen vaak zelf
uit de buurt en/of behoren zelf tot de gebruikersgroepen. Ze staan in vergelijking
met de beroepskrachten vaak dicht bij de gebruikers en hun leefwereld. Ze zijn
daarom heel belangrijk als schakel tussen professional, gebruiker en buurt. De
andere partijen moeten hen dan ook voldoende ruimte geven om mee te denken
over de inrichting, programmering en positionering van het wijkservicepunt.
De vrijwilligers verdienen een goed vrijwilligersbeleid, met regelmatig expliciete
waardering, aandacht voor deskundigheidsbevordering, duidelijkheid over taken
en verantwoordelijkheden, een goed inwerkbeleid, aandacht voor vergoedingen
en verzekeringen, een professional om op terug te vallen en iemand die met hen
ervoor waakt dat zij overvraagd en overbelast worden.
Besteed systematisch aandacht aan de wisselwerking met de buurtHet wijkservicepunt, zijn medewerkers en zijn gebruikers moeten een plek krijgen
in de buurt als een goede buur op wie je altijd een beroep kunt doen. Dat is nodig
voor een goede wisselwerking met de buurt.
Het wijkservicepunt moet actief naar die positie toewerken. Het is open naar
buiten toe, organiseert een kennismaking met de buurt, besteedt aandacht aan
communicatie met de buurt en doet vanaf het begin vanzelfsprekend mee met
activiteiten in de buurt. Idealiter ervaren buurtbewoners het wijkservicepunt
als een plek waar men met goede ideeën kan aankloppen voor steun. Zo gaan
ook de vitale buurtbewoners het wijkservicepunt zien als een voorziening die bij
de buurt hoort, die je bij activiteiten betrekt en waar je zo nodig een keer een
handje toesteekt.
Om dit te realiseren zou een medewerker expliciet als taak kunnen krijgen
om contact te leggen met de buurt. Ook zou het zelfs om een afzonderlijke
functie kunnen gaan, zoals die van de zogenaamde kwartiermaker. Deze legt
contacten en zorgt voor een positieve grondhouding van de bevolking tegen-
over de nieuwe partij.
De kwartiermaker heeft de taak:
bij te dragen aan een bruisende en vitaliserende woonomgeving;•
wederkerigheid tussen wijkservicepunt en buurt te realiseren;•
namens het wijkservicepunt aandacht te besteden aan actuele gebeurtenissen;•
in te spelen op behoeften van de bevolking;•
namens het wijkservicepunt ruimtes, steun en andere faciliteiten beschikbaar •
te stellen aan burgerinitiatieven van (oudere) bewonersgroepen;
* * * 64 We zijn gewoon een goede buur
ervoor te zorgen dat ook collegawerkers en vrijwilligers waar mogelijk samen-•
werken met de buurt;
te onderzoeken of er draagvlak is bij bewoners en buurtorganisaties voor •
gezamenlijke sociale steun (intergenerationele projecten, buddyprojecten,
mentorschappen, formulierenbrigade, coöperatieve dienstenruil, buurtweb-
site, burenhulpcentrale enzovoorts).
De kwartiermaker moet hiervoor slagvaardig kunnen handelen en toezeggingen
kunnen doen namens het wijkservicepunt. Tegelijkertijd gaat de samenwerking
met de buurt een vanzelfsprekend onderdeel vormen van ieders taak. Daarom is
de combinatie met de functie van coördinator zeker te overwegen.
Blijf met elkaar leren en vier kleine successenHet opzetten van een wijkservicepunt is geen project met een eindmoment,
maar een voortdurend ontwikkelingsproces, dat eigenlijk nooit af is. Het moet
bij de cultuur horen om te blijven leren en ontwikkelen. Daarbij is aandacht
voor successen belangrijk voor de motivatie van de betrokkenen. Voorbeelden
daarvan zijn een geslaagde activiteit of iemand die dankzij de inzet van het
servicepunt in zijn eigen huis kan blijven wonen.
* * * Aanbevelingen voor gemeenten
De gemeenten hebben een aantal mogelijkheden om bij te dragen aan effectieve
wijkservicepunten.
Kaderstellend gemeentelijk beleid wonen-zorg-welzijnGemeenten moeten een expliciet beleid hebben gericht op het langer zelf-
standig wonen en participeren van kwetsbare groepen. Dat is nodig om als
wijkservicepunt succesvol te kunnen zijn. Dit beleid gaat niet alleen over
stenen (levensloopbestendig bouwen, accommodatieplanning en spreiding
over de gemeente) maar ook over steunen (welke functies moeten in de
buurt/het dorp/de gemeente aanwezig zijn in relatie tot de samenstelling
en behoeften van de bevolking van het gebied?).
Gemeenten geven in dit beleid aan:
hoe ze de bijdrage van wijkservicepunten zien;•
wat ze verwachten van organisaties die deelnemen, zoals corporaties en •
zorginstellingen;
We zijn gewoon een goede buur 65 * * *
hoe ze hun eigen rol zien;•
hoe ze aansluiting willen realiseren op flankerend beleid (denk aan mo-•
biliteit, eenzaamheidspreventie, armoedebeleid, informatievoorziening,
vrijwilligersbeleid).
Voor een goed draagvlak zijn de uitvoerende partijen en bewonersorganisaties
van meet af aan betrokken bij de ontwikkeling van dit beleid. Dit wordt bij
voorkeur bevestigd in (gemeentebrede) convenanten waarin de partijen het
beleid onderschrijven en aangeven hun bijdrage te willen leveren.
De gemeente in de rol van regisseurEen gemeente kan een belangrijke rol spelen als regisseur van de samenwerking.
Hoe die er in praktijk uitziet, hangt af van de lokale situatie en van de politieke
voorkeur. Als partijen op het gebied van wonen, zorg, welzijn en bewonersorga-
nisaties elkaar spontaan vinden, is de rol van de gemeente vooral actief volgend,
stimulerend en faciliterend. Als nog geen spontane samenwerking plaatsvindt of
de samenwerking moeizaam verloopt, kan ook een initiërende, coördinerende,
verleidende en bemiddelende bijdrage nodig zijn. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot
een gezamenlijk visiedocument of convenant, waar wijkservicepunten onderdeel
van uitmaken.
Als procesbewaker kan de gemeente partijen helpen over eigenbelang heen te
stappen bij concrete initiatieven voor samenwerking. We bevelen aan dat de
gemeente zich daarbij opstelt als pleitbezorger die de belangen van de kwetsbare
burgers voortdurend centraal stelt.
Voor een sluitende financiering kan de gemeente afstemming zoeken met mede-
financiers, zoals het zorgkantoor voor de AWBZ. Aandacht voor de dekking van
grensgebieden is daarbij belangrijk. Ook kan de gemeente in haar contracten met
welzijnsorganisaties afspraken opnemen over hun deelname in wijkservicepunten.
Verder kan de gemeente intern zorgen voor goede afstemming en samenwerking
tussen verschillende gemeentelijke diensten. Denk daarbij aan goede aansluiting
op flankerend beleid en signalering van eventueel optredende ongewenste
neveneffecten van het beleid. Maar ook praktisch: een soepele afstemming voor
het afgeven van vergunningen en dergelijke, het minimaliseren van doorlooptij-
den en administratieve belasting.
* * * 66 We zijn gewoon een goede buur
* * * Meer weten
Hieronder een aantal websites waar meer informatie te vinden is over inhoude-
lijke thema’s die aansluiten op deze handreiking.
Presentie als benaderingswijze om dicht aan te sluiten op de leefwereld van de
doelgroepen: zie www.presentie.nl.
Intergenerationeel werken als methode om onderling contact en begrip tussen
ouderen en jongeren te bevorderen: zie www.zilverenkracht.nl
Eenzaamheidsbestrijding: zie op de website van Vilans www.vilans.nl/ouderen
onder het thema eenzaamheid, waar onder andere een werkboek eenzaamheids-
bestrijding is opgenomen. De aanpak voor ouderen verschilt niet wezenlijk van
die voor andere doelgroepen.
Eigen Kracht-conferenties: een methode om met de betrokkene, zijn persoonlijk
netwerk en betrokken hulpverleners samen afspraken te maken over ondersteu-
ning, zie www.eigen-kracht.nl. onder het thema eigen kracht.
Achter de voordeur: aanpakken gericht op het (ongevraagd) opzoeken en in
contact komen met kwetsbare mensen met als doel hen ondersteuning aan te
bieden, zie www.achterdevoordeur.nl.
Methodisch werken aan onderlinge betrokkenheid van de samenleving in een
woonservicewijk: Escamp heeft hiervoor een methode beschreven, waarin de leef-
wereld van bewoners en de systeemwereld van de organisaties bij elkaar worden
gebracht, zie www.woonservicewijken.nl onder het thema lerende wijken.
Kwartiermaken als benadering om een omgeving of organisatie beter toegan-
kelijk te maken voor kwetsbare mensen, zie www.kwartiermaken.nl.
Voor meer informatie over de ABCD-methode zie www.instrumentenwijzer.nl.
Ruildienstsystemen voor ouderen: voor meer informatie over Seniorengenossen-
schaften, zie http://www.npoe.nl.
We zijn gewoon een goede buur 67 * * *
Voor meer informatie over de vrijwillige inzet en initiatieven van ouderen vanuit
hun ervaring en kwaliteiten zie www.zilverenkracht.nl.
Voor informatie over de mogelijkheden om de zelfsturing van kwetsbare ouderen
te versterken en instructie voor het voeren van een persoonsgericht tweegesprek:
Trees van Gennip en Piet Houben, Werkcahier Werken aan welbevinden. Het
persoonsgerichte tweegesprek stap voor stap. Rotterdam 2005: Rotterdams Forum
Communicatie en Zelfsturing Ouderen, zie ook www.vrijelevensloopacademie.nl.
Voor informatie over de mogelijkheden tot zelfsturing en participatie van
mensen met verstandelijke beperkingen en de methode “Zeg het ons!” zie
www.onderling-sterk.nl.
Voor informatie over initiatieven gericht op zelfsturing en participatie van mensen
met een psychiatrisch probleem zie www.kenniscentrum-ze.nl onder het thema
ervaringsdeskundigheid en de cursus Herstellen doe je zelf.
Voor meer informatie over de ontwikkeling van wijkservicecentra in de afgelopen
jaren zie www.kcwz.nl/wijkservicecentrum.
* * * 68 We zijn gewoon een goede buur
Pan
nen
ho
ef
MOVISIE werkt aan een krachtige samenleving
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau
voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare
kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale
vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg
en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema’s
centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen,
leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.
We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van
burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties,
overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en
burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen
samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het
vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties
en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed
mogelijk doen.
MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl * [email protected]
In een groot aantal Nederlandse gemeenten zijn de laatste jaren
wijkservicepunten opgezet om kwetsbare ouderen en wijkbewoners
met lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen te onder-
steunen bij zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Er zijn er
al minstens honderd operationeel. Naar schatting zijn op dit moment
nog eens driehonderd wijkservicepunten in oprichting, mede ingegeven
door de komst van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo).
We zijn gewoon een goede buur. Een handreiking voor wijkservicepunten
is een handzaam naslagwerk voor het sociaal beheer van wijkservice-
punten. Deze handreiking gaat in op de betekenis van wijkservicepunten
voor de zelfredzaamheid en het (langer) zelfstandig wonen van kwets-
bare wijkbewoners. Welke elementen in vormgeving, organisatie en
aanbod zijn daarbij van belang? Vier centra zijn hiervoor nader bekeken:
Houthaghe in Den Haag, Heksenwiel in Breda, Pannenhoef/De Rode Loper
in Kaatsheuvel en De Bogen in Harderwijk. De handreiking is bedoeld
voor zorg- en welzijnsorganisaties, gemeenten, woningcorporaties,
vrijwilligersgroeperingen en bewonersgroeperingen, die betrokken zijn
bij een wijkservicepunt of de oprichting ervan overwegen.
ISBN 978-90-8869-027-3.