Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar...

59
Gijzelingen: wel of niet over berichten?

Transcript of Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar...

Page 1: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Gijzelingen: wel of niet over berichten?

Naam: Annemarije KoemanStudentnummer: 2154562SLB’er: Monique Hamers

Fontys Hogeschool Journalistiek 2009 - 2014

Page 2: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

INHOUDSOPGAVE

Inleiding p. 2

Hoofdstuk 1: Probleemstelling1.1 Aanleiding: keuze van het onderwerp p. 41.2 Probleemstelling p. 41.3 Doelstelling p. 41.4 Centrale vraagstelling p. 41.5 Deelvragen p. 41.6 Aanpak p. 5

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader2.1 De kern van journalistiek p. 62.2 Verantwoordelijkheid van de journalist p. 72.3 Waarom verschillen de keuzes van journalisten? P. 92.4 Effecten van berichtgeving p. 122.5 Welke rol speelt publiciteit in het gedrag van gijzelnemers? P. 14

2.6 Haat- liefdeverhouding media en terrorisme p. 16 2.7 Overheid en berichtgeving p. 18

2.8 Richtlijnen p. 19

Hoofdstuk 3: Driehoeksverhouding: media, buitenlandse zaken en betrokkenen

3.1 Buitenlandse Zaken p. 213.2 De media p. 233.3 Betrokkenen p. 26

Hoofdstuk 4: Beslissingen van journalisten p. 304.1 Verschil NOS en RTL p. 30

Hoofdstuk 5: Richtlijnen

5.1 Mogelijke richtlijnen p. 33Hoofdstuk 6: Conclusie

6.1 Centrale vraag p. 366.2 Richtlijnen p. 376.2 Voorbeeld p. 38

Bronnenlijst p. 40

Inleiding

1

Page 3: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Zegt de naam Ewold Horn u misschien iets? Of Sjaak Rijke? Waarschijnlijk niet. En dat is nu juist waar mijn reflectieverslag over gaat. Twee jaar geleden kwamen Horn en Rijke dagelijks in het nieuws. Maar nu horen en zien wij niets tot nauwelijks meer over deze twee Nederlandse mannen. Ze zijn allebei al meer dan twee jaar gegijzeld in het buitenland.

Sjaak Rijke, een NS-machinist uit Woerden, maakte in november 2011 samen met zijn vrouw een reis door Afrika. Een droomreis die bruut werd verstoord. Op vrijdag 25 november 2011 viel een groep gewapende mannen hotel Alafia, waar het Nederlandse stel verbleef, in de Malinese stad Timboektoe binnen. Het waren leden van Ansar Dine, dat letterlijk ‘ Verdedigers van het geloof’ betekent. Een islamitische groepering, gelieerd aan al-Qaida. De mannen hielden enkele toeristen onder schot en namen hen mee naar een SUV-wagen. Op dat moment zat Tilly, de vrouw van Sjaak Rijke, toevallig in hun jeep. Zij kon ontsnappen. Maar Sjaak Rijke en twee andere toeristen, een Zweed en een Britse Zuid-Afrikaan, moesten mee. Een Duitser die zich verzette, werd ter plekke doodgeschoten.

Drie maanden na de ontvoering van Sjaak Rijke sloeg het noodlot toe voor een andere Nederlander. De 53-jarige Ewold Horn uit het Groningse Termunten is ornitholoog en samen met Lorenzo Vinciguerra, een vriend uit Zwitserland, maakte hij een reis op de Filipijnen om bijzondere vogels te spotten. Op de eilandengroep Tawi-Tawi, in de buurt van het eiland Borneo, hielden zij een driedaagse zoektocht naar de zeldzame sulu-neushoornvogel met de Filipijnse gids en fotograaf Ivan Sarenas. Toen ze per boot terugkeerden van hun zoektocht ging het mis. Vijf gewapende aanvallers dwongen het drietal in een speedboot te stappen. De gids besloot te ontsnappen toen hij merkte dat ze richting de Jojo-eilanden voeren. Die staan bekend als bolwerk van de radicale islamitische Abu Sayyaf-groepering. Abu Sayyaf ontvoert vaker westerse toeristen om losgeld te eisen. Nadat Sarenas de Nederlander en de Zwitser over zijn ontsnappingsplan had verteld, wensten zij hem veel geluk. De gids waagde uiteindelijk zijn kans toen hij drie vissersboten zag. Hij gokte erop dat de ontvoerders niet zouden schieten met zo veel getuigen in de buurt. Hij dook diep in het water en kon wegzwemmen zonder dat er op hem geschoten werd. Vissers haalden hem uit het water en brachten de man in veiligheid. Een klopjacht te water door het Filipijnse leger bleef zonder resultaat.

Berichtgeving over de twee ontvoerdersNet na beide ontvoeringen besteedden de media dagelijks aandacht aan de ontvoeringen van de twee Nederlandse mannen, maar die ebde daarna weer weg. Negen maanden na de ontvoering doken er beelden op waarin Rijke en zijn lotgenoten te zien waren. Dat leverde korte stukjes op in de kranten en een item in Nieuwsuur. Door het Franse ingrijpen in Mali begin 2013, viel een enkele keer zijn naam in de berichtgeving. In september 2013 verscheen een nieuwe videoboodschap van Rijke op internet. Dit leverde wat media-aandacht op, maar ebde daarna opnieuw weer weg. Anderhalve maand later sprak minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert in het talkshowprogramma ‘Jinek’ over de missie naar Mali, maar de naam Sjaak Rijke werd niet één keer genoemd. Op 27 november verscheen de naam Sjaak Rijke wel opeens bij verschillende media. Zoals bij het RTL Nieuws en Hart van Nederland. Er was geen bericht uit Mali, maar die dag was het precies twee jaar geleden dat Rijke werd ontvoerd. Het NOS journaal heeft hier geen aandacht aan gegeven. Op de dag dat Ewold Horn twee jaar ontvoerd was, gaf niet alleen de NOS hier geen aandacht aan, maar ook het RTL Nieuws deed dat niet.

2

Page 4: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Ik vraag mij af waarom de media, blijkbaar, twijfelen om wel of niet te berichten over de ontvoeringszaken. In de bovenstaande voorbeelden blijkt dat journalisten soms de keuze maken om wel te berichten over ontvoeringszaken in het buitenland terwijl Buitenlandse zaken zo min mogelijk media-aandacht wil. Welke afwegingen maken journalisten? En welke rol speelt het ministerie van Buitenlandse Zaken daarin? Het ministerie van Buitenlandse Zaken vindt media-aandacht niet goed voor ontvoeringszaken. Is dat de reden waarom wij niets meer horen van deze landgenoten? Ruim tien jaar geleden was het anders. Toen kreeg Arjan Erkel, die gegijzeld was in Dagestan, veel media-aandacht. En daar was Erkel achteraf juist dankbaar voor. Is er iets veranderd in die tijd? En zijn er richtlijnen mogelijk voor de berichtgeving van ontvoeringen?

Hoofdstuk 1: Probleemstelling

3

Page 5: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

1.1 Aanleiding: keuze van het onderwerp

Tijdens mijn stage bij het NOS Jeugdjournaal, van juni 2013 tot september 2013, verscheen een filmpje op internet van de ontvoerde journaliste Judith Spiegel en haar man Boudewijn Berendsen. Het stel werd in juni 2013 gegijzeld in Jemen. Spiegel is een journaliste die onder andere werkt voor de NOS. Op de nieuwsvloer van de NOS werd gediscussieerd of het filmpje aandacht moest krijgen in de uitzending. Uiteindelijk is er voor gekozen om dat wel te doen omdat nieuws nieuws is. Veel media lieten het filmpje zien of berichtten er over. Daarna is de media-aandacht rondom deze ontvoeringszaak minder geworden totdat het stel werd vrijgelaten.

Eind november 2013 trok een andere ontvoerde Nederlander mijn aandacht. Na lange tijd van mediastilte rondom de ontvoerde Sjaak Rijke, dook de naam Sjaak Rijke weer op in het RTL Nieuws. Rijke was die dag precies twee jaar gegijzeld in het buitenland. Bij het NOS journaal bleef het rondom Sjaak Rijke stil. Ik ben benieuwd naar welke keuzes journalisten maken bij berichtgeving over ontvoerde Nederlanders. Waarom kiest RTL wel voor berichtgeving en NOS niet?

1.2 Probleemstelling

Op dit moment, april 2014, zijn twee Nederlanders al meer dan twee jaar in het buitenland ontvoerd. Maar de media berichten daar zeer zelden over. Is er daadwerkelijk geen nieuws of wordt er bewust gekozen om het nieuws niet te brengen?

1.3 Doelstelling

Omdat de ontvoeringen zo lucratief zijn, neemt het aantal ontvoeringen volgens VN-ambassadeur van Groot-Brittannië, Mark Lyall Grant, toe, vooral in landen als Syrië, Nigeria en Jemen. Journalisten krijgen dus steeds meer te maken met het nemen van de beslissing of zij kiezen voor het berichten over gijzelingen of zich verantwoordelijk voelen om dat juist niet te doen. De doelstelling is meer te weten te komen over de totstandkoming van berichtgeving van Nederlanders die in het buitenland ontvoerd zijn om uiteindelijk te kunnen bepalen hoe eventuele richtlijnen bij berichtgeving over gijzelingszaken eruit zien.

1.4 Centrale vraagstelling

Hoe komt berichtgeving over ontvoerde Nederlanders in het buitenland tot stand?

1.5 Deelvragen

Wat is de rol van de media in ontvoeringszaken van Nederlanders in het buitenland? Hoe is de verhouding tussen media, buitenlandse zaken en betrokkenen van de ontvoerde

Nederlanders tijdens de ontvoeringszaak? (de driehoeksverhouding) Hoe komen journalisten van nieuwsprogramma’s van NOS en RTL tot een beslissing om wel

of niet te berichten over ontvoeringszaken? Welke mogelijke richtlijnen zijn er bij berichtgeving van ontvoeringszaken?

4

Page 6: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

1.6 Aanpak

Hoe ga ik het antwoord op mijn hoofdvraag vinden?Allereerst begin ik met een literatuuronderzoek. Voor het theoretisch kader ga ik vooral uit van het onderzoek over Trends in terrorisme dat is uitgevoerd door het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement in samenwerking met Clingendael Instituut voor Internationale Betrekkingen. Ook vergaar ik informatie van Henri Beunders, Hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, onderzoeker en publicist op het gebied van maatschappij, media en conflict. Hij is de auteur van hoofdstuk 14 Media en terrorisme uit het boek ‘Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding’, Kluwer 2008. Ook citeer ik uit een artikel over de doelen van gijzelnemers dat is geschreven door Bakker en Abbawi in opdracht van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen, Clingendael. Voor het veldonderzoek ben ik in gesprek gegaan met mensen die te maken hebben met de berichtgeving over gijzelingen. Zo sprak ik met een woordvoerder van Buitenlandse Zaken en voormalig Minister Buitenlandse Zaken, Ben Bot, over de terughoudendheid van Buitenlandse Zaken bij gijzelingen. Ook ging ik in gesprek met drie mensen die ontvoerd zijn geweest. Arjan Erkel was gegijzeld van 2002 tot 2004 in Dagestan, Roelant Jonker zat acht maanden gevangen bij de Farc in Colombia en Judith Spiegel werd in 2013 een half jaar lang ontvoerd in Jemen. Met een goede vriend van Ewold Horn, Klaas Nanninga, sprak ik over de ervaring die hij heeft met berichtgeving over de gijzeling van zijn vriend. Om erachter te komen welke afwegingen journalisten maken, heb ik gesproken met Klaas Treurniet, de eindredacteur van het NOS Journaal, Harm Taselaar, hoofdredacteur van het RTL Nieuws en NVJ-secretaris Thomas Bruning. Deze mensen hebben te maken met het wel of niet berichten over de ontvoerde Nederlanders en de gevolgen daarvan. Uiteindelijk wil ik onderzoeken, door middel van de interviews, of er richtlijnen in berichtgeving van ontvoeringszaken kunnen bestaan en hoe deze richtlijnen er uit zien.

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader

2.1 De kern van journalistiek

5

Page 7: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

In dit reflectieverslag wil ik onderzoeken hoe journalisten tot berichtgeving over gegijzelde Nederlanders in het buitenland komen. Daarvoor ga ik eerst terug naar de kern van het vak journalistiek en de taak van de journalist.

Omdat de maatschappij continu verandert, verandert het beroep van de journalist ook continu. Vroeger was de journalist in Nederland vooral bezig binnen zijn eigen religieuze stroming en politieke voorkeur. Maar na de verzuiling van Nederland zijn de journalisten steeds meer op zoek gegaan naar een eigen beroepsethiek, dus de normen en waarden binnen de beroepsgroep en niet meer alleen binnen de samenleving. Hoewel journalisten in verschillende landen anders denken over bepaalde opvattingen, zijn ze het over het algemeen wel met elkaar eens wat de kerntaken van de journalistiek zijn: het laatste nieuws kritisch en zo waarheidsgetrouw mogelijk volgen, voorzien van achtergronden en analyse, en publiceren op een manier die nuttig en toegankelijk is voor een zo’n breed mogelijk publiek.1

Het primaire doel van de journalistiek is burgers voorzien van informatie die zij nodig hebben om in een volwaardige democratie te leven. Dat is de theorie die Bill Kovach en Tom Rosenstiel beschrijven in hun boek ‘The elements of journalism’. Het gaat over de basisbeginselen van het vak journalistiek: “The primary purpose of journalism is to provide citizens with the information they need to be free and self-governing”. 2 In hetzelfde boek geven de auteurs tien elementen van de journalistiek. Het zijn tien principes die aangeven wat de burger kan verwachten van de journalist en wat de journalist zelf bij het maken van journalistieke producten in zijn achterhoofd moet houden. Ten alle tijden dus ook bij berichtgeving over gijzelingen en terrorisme in het algemeen.

1. Journalism’s first obligation is to the truth.De journalist moet de waarheid brengen. Hierin doet de mening van de journalist zelf er niet toe. De waarheid vertellen is belangrijker dan de eigen mening van de journalist.

2. Its first loyalty is to citizens.De loyaliteit van de journalist ligt bij de burgers. De journalist brengt het nieuws voor hen.De burgers moeten ervan uit kunnen gaan dat de journalist bij het brengen van belangrijk nieuws niet in de weg wordt gezeten door eventuele belangen van hogerhand.

3. Its essence is a discipline of verificationHet essentie is de discipline om de feiten na te gaan. Dus: Checken, checken en nog eens checken.

4. Its practitioners must maintain an independence from those they coverDe journalist moet onafhankelijk blijven van waar hij/zij over schrijft. Het is dus belangrijk dat de journalist objectief is en niet verweven raakt met datgene waarover hij/zij bericht.

5. It must serve as an independent monitor of power.De journalist moet dienen als een onafhankelijke toezichthouder van de macht. De journalist is de ‘waakhond’ van de democratie en moet zich niet laten afleiden door randzaken.

6. It must provide a forum for public criticism and compromise.

1 (Deuze, 2004, p. 78)2 Kovach & Rosenstiel, 2007, p.12

6

Page 8: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Het moet een forum voor openbare kritiek en compromissen bieden. De burger moet de kans hebben om te reageren op de producten van de journalist. In het huidige tijdperk van internet en alle andere mogelijke manieren van communiceren is de mening van de burger niet meer weg te denken.

7. It must keep the news comprehensive and in proportion.De journalist moet het nieuws selecteren en begrijpelijk maken voor iedereen. De burger heeft niet de tijd om zich in te lezen in een onderwerp zoals de journalist dat doet. De journalist moet er dus voor zorgen dat de informatie compleet is.

8. It must strive to make the significant interesting and relevant.De journalist moet zo goed mogelijk proberen het belangrijke nieuws interessant en relevant te maken voor hun kijkers/lezers/luisteraars.

9. Its practitioners have an obligation to exercise their personal conscience.Journalisten hebben de plicht hun geweten te raadplegen bij hun werk.

10. Citizens, too, have rights and responsibilities when it comes to the news.Ook burgers hebben rechten en verantwoordelijkheden als het op het nieuws aankomt.3

2.2 Verantwoordelijkheid van de journalist

Door het bereik van de media hebben journalisten macht en invloed. En daardoor hebben journalisten ook een maatschappelijke verantwoording. Zoals Huub Evers in zijn boek ‘media –ethiek’ beschrijft zijn journalisten de ogen en de oren van de burgers. Dit houdt in dat journalisten informeren over gebeurtenissen in de samenleving. Zij analyseren en commentariëren, leggen verbanden bloot en verschaffen achtergrondinformatie. Zij controleren de politieke besluitvorming en de rechtspleging. Zij onthullen misstanden en wanpraktijken in de samenleving. Omdat burgers op al deze terreinen in grote mate afhankelijk zijn van de media, kan gesteld worden dat journalisten een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben die inhoudt dat ze integer, betrouwbaar en zorgvuldig moet handelen. Dit kan natuurlijk één van de redenen zijn dat journalisten besluiten om niet over gijzelingen te berichten. Zij voelen zich verantwoordelijk voor de gevolgen van de berichtgeving, maar ook voor de gevolgen van het niet brengen van berichten over gijzelingen.

De afwegingen van journalisten is goed te zien in de theorie van Van der Meiden (Van der Meiden & Fauconnier, 1990:179-192. Evers onderscheidt aan de hand van Van der Meiden vier normen van verantwoordelijkheid:

1. De persoonlijke normen. Hier gaat het om die morele opvattingen die ieder mens vanuit milieu, opvoeding, levensovertuiging, scholing of ervaring in zich draagt en die bepalend of althans richtinggevend zijn bij het beantwoorden van de vraag of bepaald gedrag wel of niet door de beugel kan.

2. De organisatienormen. In elk bedrijf gelden geschreven of (meestal) ongeschreven normen die tot cultuur van de organisatie horen en die nieuwelingen te horen krijgen in de zin van: ‘Hier doen wij dat altijd zó.’ Zowel de medewerkers als de omgeving kennen die bedrijfscultuur. Iedereen weet wat hij aan dat bedrijf heeft, welk imago de organisatie heeft:’ Zoiets wordt elders misschien wél getolereerd, maar bij ons absoluut niet!’ Dergelijke

3 (Kovach & Rosenstiel, 2007, p.5-6)

7

Page 9: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

normen worden expliciet ten tijde van conflicten of wanneer de bedrijfsleiding voor keuzen staat die te maken hebben met persoonsbeleid of werkgelegenheid. In feite betreden we hier het terrein van wat tegenwoordig de ‘bedrijfsethiek’ (business-ethics) wordt genoemd.

3. De beroepsnormen. Hiermee wordt bedoeld het geheel van geschreven en ongeschreven morele normen zoals die gelden in de beroepsorganisatie voor de wijze waarop het vak beoefend dient te worden. Wanneer het om geschreven normen gaat, zijn die vaak onderdeel van een gedrags- of beroepscode.

4. Maatschappelijke normen, de algemeen in de samenleving geldende morele opvattingen. Hier is niet zozeer sprake van een strak omlijnd en vastliggend stelsel van normen als wel van een voortdurend verschuivend ‘ ethisch decor’ van diverse normen- en waardestelsels die elkaar beïnvloeden.

Naast deze normen zijn er ook grenzen die getrokken worden door de wet en jurisprudentie, bijvoorbeeld de uitspraken van de mediarechter in een kort geding. 4 De vier genoemde normen kunnen de oorzaak zijn van het niet publiceren over gijzelingen en het daar bijhorende terrorisme. De keuze van een journalist hangt dus van verschillende factoren af. Niet alle journalisten kunnen dezelfde mening hebben want iedere journalist heeft zijn eigen persoonlijke normen waar hij/zij rekening mee houdt.

2.3 Waarom verschillen de keuzes van journalisten?

Waarom kiest de redactie van het RTL Nieuws wel voor het brengen van nieuws over de ontvoerde Sjaak Rijke en het NOS Journaal niet? Blijkbaar is er geen richtlijn en verschillen de keuzes van journalisten. Maar waarom? Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. Zijn onderzoeken richten zich op het effectief bestrijden van terrorisme en

4 (Huub Evers, Media-ethiek, hoofdstuk 2.3 blz 29-30)

8

Page 10: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

radicalisering zonder gevaar voor de democratie. Hierin bekijkt hij ook de rol van de massa media. “Gedurende het selectieproces waarbij uit grote hoeveelheden informatie het ‘nieuws’ wordt geselecteerd, spelen de persoonlijke opvattingen van journalisten een beslissende rol. Men zou kunnen zeggen dat journalisten in een bepaalde mate bepalen wat ‘nieuws’ wordt en wat niet.”5 De beslissingen die journalisten maken komen dus voort uit persoonlijke opvattingen en zullen daarom dus ook verschillen met de persoonlijke opvattingen van andere journalisten.

Hoewel journalisten hun eigen werk als objectief en zonder vooroordeel beschouwen, is dit dus niet terecht. Eigen ervaring en mening zullen altijd bewust en onbewust invloed hebben bij keuzes die journalisten maken. Media berichten op eigen wijze, voor een eigen doelgroep en kiezen hun eigen invalshoek. Dit komt overeen met de vier normen van verantwoordelijkheid van Van der Meiden. Subjectiviteit is een gegeven, wat nog niets zegt over de zorgvuldigheid van overdracht van een boodschap.6

Crelinsten onderzocht het verloop van de berichtgeving. De eerste fase van het nieuws, waarin de primaire feiten aan het licht komen, staat slechts in dienst van het in beweging houden van het verhaal. Journalisten worden getraind om het verhaal gaande te houden. Ze zoeken indien nodig naar nieuwe ontwikkelingen, nieuwe invalshoeken en nieuwe methoden om oude feiten te presenteren.7 Een voorbeeld hiervan is dus het RTL Nieuws die een nieuwe invalshoek bedacht bij het de gijzelingszaak van Sjaak Rijke.Bij langdurige gijzelingen, kapingen of in de nasleep van terroristische incidenten neemt met het verloop van de tijd het aantal nieuwe feiten af. Het RTL Nieuws heeft door een nieuwe invalshoek, de twee jaar durende ontvoering, het verhaal opnieuw aandacht gegeven.

Kenmerken nieuwsWaarom journalisten er dus voor kiezen om iets wel of niet te publiceren, daar is niet één antwoord op te geven. Communicatiewetenschappers en journalisten buigen zich er al jaren over. Een definitie heeft het niet opgeleverd. Wel is iedereen het eens over een rij kenmerken en criteria voor nieuwswaarde zoals: - Dichtbijheid in tijd, afstand en beleving

5 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 58 (Crelinsten, R.D., ‘Television and Terrorism. Implications for Crisis Management and Policy-Making’ in: Terrorism and Political Violence, vol. 9 nr 4, 1997, p 8.) URL: http://www.uvic.ca/research/centres/globalstudies/people/associate-fellows/crelinstenron.php 6 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 58-59(D. van Atta ‘Terrorism and the Media’, in: Harvard International Review, vol. 20, nr 4, 1998, pp. 8.)

7 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 60 (Crelinsten, R.D., ‘Television and Terrorism. Implications for Crisis Management and Policy-Making’ in: Terrorism and Political Violence, vol. 9 nr 4, 1997, p 11-12.)

9

Page 11: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

- Uniciteit- Verandering- Elitepersonen- Elitelanden- Elite-instanties- Emotie, spanning en sensatie- Gevolgen voor de doelgroep van het medium- BeschikbaarheidDeze lijst uit het boek ‘Wat is nieuws?’ van Freerk Teunissen is niet definitief. Er is voortdurend discussie over wat er wel en niet op zou moeten staan. 8 Deze lijst laat zien dat de tweejarige gijzeling van Rijke en Horn als nieuwsonderwerp prima geschikt is.

Media zouden terughoudender moeten berichtenEen voorbeeld waarin de keuzes en het gevoel van verantwoordelijkheid van journalisten verschillen is de berichtgeving over een gezinsdrama in Haarlem in maart 2007 waarbij een vader zichzelf en zijn kinderen doodde. Dit bericht kreeg veel media-aandacht. Maar waar de ene krant het nieuws in een kort en droog bericht op pagina 3 plaatste, pakte de andere krant groots uit met een groot gedetailleerd artikel op de voorpagina. In verschillende radio- en tv-programma’s, op websites én op redacties waren er discussies. Hoe bericht je over een menselijk drama als in Haarlem? En wat is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de media bij dit soort nieuwsonderwerpen? Volgens deskundigen leidt berichtgeving over zelfmoord en familiedrama’s tot meer zelfmoorden en familiedrama’s. Dat is wetenschappelijk bewezen, „vooral als er gedetailleerd wordt bericht”, aldus hoogleraar suïcidepreventie Ad Kerkhof. De Volkskrant bracht zijn verhaal, en dat van andere deskundigen die reageerden op het drama in Haarlem op de voorpagina met de kop: ‘Media zouden terughoudender moeten berichten over zelfmoord om imitatie te voorkomen’.

Door de vele reacties en discussies over de vele berichtgeving over het familiedrama plaatste NRC Next een groot artikel over de verantwoordelijkheid van de journalist en de afwegingen die gemaakt worden op de redactie bij de totstandkoming van berichten. Daarin vertelt Titia Ketelaar, plaatsvervangend chef, waarom nrc.next gekozen heeft voor een kort nieuwsbericht. “„Dit nieuws, hoe vreselijk ook, was in honderd woorden te vertellen en dat was genoeg. Het vermelden van gruwelijke details voegde niets toe”, zegt zij. „En meer aandacht was ook niet nodig, want het ging om een incident.” Bij de beoordeling van nieuws kijkt nrc.next naar context en betekenis. „Staat het verhaal voor méér? Zegt het iets over Nederland?”

Speelde maatschappelijke verantwoordelijkheid – het voorkomen van meer drama's door over dit drama klein te berichten – een rol? Marcella Breedeveld: chef van de Binnenlandredactie:

„Natuurlijk betrek je eventuele gevolgen in je afweging, maar onze journalistieke taak staat voorop. Onze verantwoordelijkheid is: de lezer informeren en de macht controleren.” Waarom dan niet wat meer details over wat zich precies afspeelde op de spoorwegovergang? Bij ons, zegt Breedeveld, „moet meer ook écht meer zijn. We zoeken geen sensatie. Geen ooggetuigenverslagen of gesprekken met de buren. Het gaat om relevantie.” Aan de dood van het meisje Savannah in 2005 heeft de krant uiteindelijk wel veel ruimte besteed, maar pas toen bleek dat Jeugdzorg het gezin al lang in de gaten

8 Teunissen 2008, Wat is nieuws?, p. 12

10

Page 12: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

hield maar niet was opgetreden. Er zat dus structureel iets fout. Breedeveld: „Toen ging dáár de discussie over.”

Bij De Telegraaf was Harrie Nijen Twilhaar één van de verslaggevers die in detail berichtte over het Haarlemse familiedrama. Het ging ons, zegt hij, „om de impact”. Nijen Twilhaar: „Iedereen heeft het hier over. Wij proberen dat op een voor ons verantwoorde manier te brengen. We kijken naar deachtergrond van het drama: wat was er met dat gezin aan de hand? Hoe heeft het zover kunnen komen? Dit soort nieuws staat dichtbij de lezer.” De Volkskrant heeft met het stuk op de voorpagina „een mix gezocht tussen duiden en de lezer getuige laten zijn”, zegt hoofdredacteur Pieter Broertjes. „Mensen praten hierover, ze zijn ontzet. Dat moet je als medium durven laten zien.” Omdat de redactie rekening houdt met de ‘imitatietheorie’ is de krant terughoudend met details.

En wat gebeurde er op televisie? Maandagavond was het drama in Haarlem groot nieuws op de meeste zenders. Het NOS Journaal liet een ooggetuige aan het woord die in detail vertelde hoe de vader zijn auto parkeerde bij de spoorwegovergang en met aan elke hand een kind naar het spoor liep. Later op de avond bracht Pauw & Witteman een machinist die negen zelfdodingen voor de trein had meegemaakt. Desgevraagd vertelde hij hoe zo’n zelfdoding gaat.

„Hoe schadelijk is het dat we het er hier over hebben?”, vroeg Nova-presentatrice Clairie Polak diezelfde avond aan hoogleraar forensische psychiatrie Hjalmar van Marle. „Schadelijk”, was zijn antwoord, „en daarom beperk ik me ook tot deze ene uitzending .” De hoogleraar was door diverse media benaderd om zijn mening te geven over het familiedrama. Hij weigerde de meeste. Van Marle achteraf: „Niet alleen de media staan voor een dilemma, als deskundige sta je dat ook. Je wilt graag vertellen hoe het zit, maar zonder er sensatie van te maken. Hoe meer details je geeft, hoe makkelijker mensen er een voorbeeld aan kunnen nemen. Er lopen altijd wel een paar dolende geesten rond die denken: zo kan ik dus mijn vrouw de les lezen en mijn kinderen krijgen nog een stille tocht ook.”

Een dag na de media-aandacht over het drama ontstonden de pleidooien voor mediastilte. ’s Avonds stemden bezoekers op verschillende websites met zo’n 80 tegen 20 procent vóór stellingen als ‘Media moeten zich terughoudender opstellen bij familiedrama’s’. Ook op www.nrc.nl/discussie. Daar vond 48 procent dat media minder aandacht moeten besteden aan familiedrama’s omdat ‘het nieuwe drama's uitlokt’, 23 procent wilde minder aandacht omdat het ‘onbelangrijk nieuws is’. 27 procent was het oneens met de stelling.

In dit voorbeeld is goed te zien welke afwegingen journalisten maken bij een gevoelig nieuwsonderwerp. Familiedrama’s, zelfmoorden en gijzelingszaken zijn gevoelige onderwerpen. De berichtgeving hierover kunnen gevolgen hebben zoals voor nabestaanden en familieleden. Als er veel media-aandacht is, worden zij hiermee geconfronteerd. Jaap Smit van Slachtofferhulp gaf in het Radio-1 journaal een voorbeeld wat een gevolg kan zijn van veel media-aandacht bij familiedrama’s. “Als je niet uitkijkt staan er straks tien cameraploegen bij lagere scholen. Laat die mensen met rust. Vertel mij als burger wat ik moet weten, namelijk dat er zich een drama heeft afgespeeld, maar hou het daarbij. Beperk je tot je informatieplicht en werp een dam op voor jezelf. Waarom moet ik weten

11

Page 13: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

waar die kinderen op school hebben gezeten? Waarom moet ik weten wat hun laatste tekening was? Waarom moet ik weten wat de buren ervan vinden? Dat gaat mij allemaal geen bal aan!”9

2.4 Effecten berichtgeving

Om erachter te komen wat de effecten zijn van berichtgeving over gijzelingen van Nederlanders in het buitenland bekijk ik de conclusies van een onderzoek van Van Donselaar en Tanja. (Sterk, 2000: 83-94) Zij onderzochten welke remmende en stimulerende effecten de media hebben op racisme en rechts-extremisme. Dit onderzoek gaat dus niet specifiek in op de effecten van berichtgeving over gijzelingszaken, maar rechts-extremisme en racisme. Toch gebruik ik dit onderzoek omdat de effecten van berichtgeving overeen kunnen komen. Bij beide onderwerpen kan worden overwogen om de berichtgeving te negeren. In het onderzoek komen de volgende verschillende effecten voor:

Imitatiegedrag: Wanneer de media veel aandacht besteden aan racistisch en extreemrechts geweld, kan daarvan een ‘aanstekelijke werking’ uitgaan in die zin dat publicitaire aandacht kan leiden tot imitatiegedrag of navolging. Door het plegen van geweld krijgen de daders de aandacht die zij wensen. Veel negatieve publiciteit over racistische of extreemrechtse organisaties kan bovendien in die kringen het ‘wij gevoel’ versterken.

Trend: Een ander gevolg van media-aandacht kan zijn dat de verwachting gewekt wordt dat er sprake is van een trend en dat er dus waarschijnlijk meer aanslagen (gijzelingen) komen. Journalisten kunnen hierdoor achter bepaalde incidenten meer zoeken dan gerechtvaardigd is en dus enigszins overdrijven. Dit kan dan weer werken als ‘free publicity’ voor potentieel geïnteresseerden. De media kunnen zo functioneren als wervingskanaal.

Angst: Publiciteit kan leiden tot paniek en angst bij slachtoffers en bij hen die zich met de slachtoffers identificeren. Dit is vaak precies wat de daders willen. Maar dit effect is moeilijk te vergelijken met een gijzeling in het buitenland. In Nederland zal bijvoorbeeld niet de angst toenemen als gevolg van een ontvoering in Mali. Berichtgeving kan ook leiden tot het onthullen van zaken die gewelddadige organisaties liever geheim hadden willen houden. Gevolg hiervan kan zijn dat er een proces van interne en externe ontmaskering ontstaat. Met interne ontmaskering wordt bedoeld dat er verdeeldheid en instabiliteit ontstaat binnen de organisaties zelf. Bij externe ontmaskering worden potentiële aanhangers afgeschrikt. Dit zou gezien kunnen worden als een argument vóór berichtgeving van een gijzeling.

Tegenkracht en publiek debat: Berichtgeving kan er toe leiden dat er tegenkrachten gemobiliseerd worden in de samenleving. De publieke opinie kan zo beïnvloed worden dat mensen zich nadrukkelijk tegen geweld gaan keren. Het probleem kan hierdoor nadrukkelijker op de politieke agenda komen. De media kunnen met hun berichtgeving ook bijdragen aan het ter discussie stellen van onderwerpen, zoals een gijzelingszaak.

9 Artikel nrc.next 13-03-2007 pagina 4-5: ‘Pas op, dit artikel kan schadelijk zijn. Gezinsdrama leidt tot oproep tot terughoudender berichtgeving’

12

Page 14: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Dit zou een duidelijk voorbeeld kunnen zijn als argument vóór berichtgeving. Als dit effect wordt toegepast in gijzelingszaken zal de publieke opinie bijvoorbeeld als tegenkracht ingaan op het besluit van het ministerie van Buitenlandse Zaken om nooit te onderhandelen en losgeld te betalen aan de gijzelnemers. Berichtgeving kan dus leiden tot discussies in het hele land over bijvoorbeeld een gijzelingszaak. 10

VoorbeeldEen voorbeeld van de invloed van berichtgeving in de media over gijzelingszaken is de kaping in juni 1985 van vlucht TWA 847 van Athene naar Rome. Hierin blijkt dat berichtgeving van invloed kan zijn op de wijze waarop de overheid omgaat met een terroristische actie. De media besteedden veel uitzendtijd aan de Amerikaanse gijzelaars, familieleden en verwanten van de gekaapte vlucht. Het Amerikaanse televisiestation NBC besteedde gedurende de kaping tweederde van haar zendtijd aan de gijzelaars. Deze focus op de gijzelaars maakt het bijzonder moeilijk voor de Amerikaanse overheid om niet op de eisen in te gaan. De sjiitische gijzelnemers eisten de vrijlating van 776 medestanders. Uiteindelijk worden 756 van hen vrijgelaten, in ruil voor 39 gijzelaars. 11 Door de vele media-aandacht voor het verdriet van de families van de gijzelingen, konden de terroristen eisen stellen. De Amerikaanse regering wilde niet onderhandelen of concessies maken, maar door de vele media-aandacht moest dat wel. Daardoor werd het een succesvolle actie voor de terroristen. En een voorbeeld voor andere terroristen.

TerughoudendheidIn sommige gevallen wordt aan media gevraagd om, in het belang van de staat, terughoudend te zijn bij berichtgeving. Zo verzocht de Italiaanse regering na de aanslagen in 2001 in de Verenigde Staten aan de media om minder aandacht te besteden aan de mogelijke dreiging voor Italië. De aandacht van de media werd minder en daardoor verminderde de angst van de Italiaanse burgers voor terroristische aanvallen in Italië. 12

OverheidMediaberichtgeving kan op directe en indirecte wijze het proces rond terroristische acties beïnvloeden. De directe beïnvloeding van de gebeurtenissen door de media is een belemmering van operaties. In de eerste plaats kan de aanwezigheid van media reacties bij het publiek teweegbrengen of maatregelen belemmeren. In de tweede plaats kunnen media relevant bewijsmateriaal beschadigen en de tactieken en strategieën van de politie (ongewild) dwarsbomen. Het uitzenden of publiceren van overheidstrategieën kan directe gevolgen hebben. Zo heeft onderzoek naar verschillende internationale kapingen heeft aangetoond dat mediaberichtgeving over operationele tactieken geleid heeft tot executie van gijzelaars. 13

10 Huub Evers, Media-ethiek, hoofdstuk 9.3 blz. 14711 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 61-62 (Schmid, A.P., ‘Terrorism and the Media: The Ethics of Publicity’, in: Terrorism and Political Violance, vol. 1, nr 4, oktober 1989, pp. 539-565)12 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 5713 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 65 (Crelinsten, R.D., ‘Television and Terrorism. Implications for Crisis Management and Policy-making’ in: terrorism and political Violence, vol. 9 nr. 4, 1997. P. 17-18)

13

Page 15: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

2.5 Welke rol speelt publiciteit in het gedrag van gijzelnemers?

VoorbeeldenGijzelaars die geboeid, gewapend en gemaskerd zijn en dringend hulp vragen voor de camera en eisen stellen zijn beslist niet nieuw. In de jaren tachtig zijn bijna honderd Amerikanen en westerlingen gegijzeld in Libanon. De gijzelaars waren meestal journalist, diplomaat of leraar. Ook in de Filipijnen zijn er al langere tijd ontvoeringen. In 2000 werden toeristen gegijzeld op het Filipijnse eiland Jolo door de islamitische terreurgroep Abu Sayyaf, net als Ewold Horn nu. In het eerste geval zat een aantal westerlingen maanden of langer vast. Sommige van hen werden vermoord, anderen werden na lange, al dan niet geheime, onderhandelingen in ruil voor geld of bepaalde ‘diensten’ vrijgelaten. De gijzelaars in het zuiden van de Filippijnen kwamen op vrije voeten dankzij bemiddeling van de Libische leider Gaddafi (die nauwe betrekkingen met Abu Sayyaf heeft en deze groepering in het verleden heeft gefinancierd). De Libiërs ontkenden dat er harde dollars aan losgeld waren betaald en hielden vol dat ze alleen hebben beloofd ontwikkelingsprojecten uit te voeren in het islamitische zuiden van de Filippijnen waar Abu Sayyaf actief is.

In Nederland zijn ook grote terroristische gijzelingen geweest. Zoals de acties van militante Zuid-Molukkers in de jaren zeventig in Den Haag, Assen, Bovensmilde en De Punt. In het geval van de treinkaping bij De Punt en van de gelijktijdige gijzeling in een openbare lagere school in Bovensmilde werd de vrijlating geëist van 21 gevangenzittende Zuid-Molukkers. Deze zouden na vrijlating met de kapers met een vliegtuig naar onbekende bestemming moeten mogen vertrekken. De acties eindigden in een bestorming door mariniers en politiemannen waarbij acht doden vielen.Minder spectaculair, maar daarom niet minder dramatisch, waren de meer recente gijzelingen van ‘Artsen zonder Grenzen’-medewerker Arjan Erkel in Tsjetsjenië en van de motorrijder Arjen Hilbers – samen met ongeveer dertig andere westerse, vooral Duitse, toeristen – door Algerijnse Salafisten. In beide gevallen kwamen de gijzelaars vrij na het betalen van losgeld, al wordt dat in het geval van de gijzeling in Algerije door de Duitse overheid ontkend nog bevestigd.

Deze verschillende voorbeelden geven aan dat er niet sprake is van één type terroristische gijzelingsactie, en dat bovendien niet duidelijk is wat het primaire doel van de terrorist is:aandacht trekken, het beïnvloeden van de publieke opinie, het afdwingen van een ander nationaal en internationaal beleid, de vrijlating van medestrijders, of simpelweg het incasseren van heel veel geld?14 Het is dus niet altijd zo dat publiciteit altijd een even grote rol speelt bij gijzelingen. Hier zouden journalisten ook rekening mee moeten houden.

Er zijn dus verschillende redenen voor een gijzelingsactie. Vooral journalisten en hulpverleners worden ontvoerd in het buitenland. De meest bekende reden is dat gijzelaars geld eisen. Zo ook bij de ontvoering van Judith Spiegel en Boudewijn Berendsen. Zij hadden geen religieuze redenen. Spiegel: “Ik heb dat ook gevraagd, omdat ik wel graag wilde weten of we door al-Qaida ontvoerd

14 Artikel doelen gijzelnemers, Bakker en Abbawi, Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen ‘Clingendael’: http://www.atlcom.nl/ap_archive/pdf/AP%202004%20nr.%206/Bakker%20Abbawi.pdf en http://nl.wikipedia.org/wiki/Libanese_gijzelaarskwestie

14

Page 16: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

waren. Maar het werd al snel duidelijk dat ze daar niets van moesten hebben.”15 Naast het eisen van geld willen de meeste gijzelaars aandacht. Om die aandacht te krijgen zijn er verschillende strategieën. Eén daarvan is manipuleren. Zeker met de moderne technologie van tegenwoordig. De technische mogelijkheden voor snelle berichtgeving en de toegenomen concurrentiestrijd tussen nieuwsdiensten maakt pogingen tot manipulatie van de berichtgeving door terroristische groepen eenvoudiger.16 Als een filmpje op internet wordt geplaatst, is het wereldwijd bereikbaar. Het manipuleren richt zich op verschillende doelen. Eén daarvan is dat journalisten het medium kunnen worden om berichten door te geven. Onder dwang van bijvoorbeeld het vermoorden van gijzelaars kunnen media besluiten om statements in kranten af te drukken of uit te zenden. Dat is ook gebeurd in 1995. Toen werden de New York Times en de Washington Post gedwongen om het manifest van Theodore Kaczynski met de bijnaam de ‘Unabomber’ af te drukken. Hij had reeds drie mensen vermoord en 23 personen verwond. Hij dreigde met meer moorden als zijn stuk niet werd afgedrukt. Uit bezorgdheid voor de publieke veiligheid raadde het Amerikaanse Ministerie van Justitie aan om het te publiceren.17 In 2002 is er nog een voorbeeld. Tayseer Allouni, journalist van Al-Jazeera, de onafhankelijke Arabische nieuwszender, wordt geïntimideerd door terroristen als hij Bin Laden interviewt. Op de dag van het interview wordt hij geblinddoekt meegenomen door gewapende leden van Al Qaida. Tien dagen voor het interview stuurt de zender een lijst met 23 vragen naar Al Qaida. Maar als Allouni bij Bin Laden zit, blijkt dat de regie louter bij de tweede ligt. De meeste vragen worden gedicteerd door Bin Laden, die vervolgens lustig kan ordenen. Bij Al-Jazeera besluit men de tape met zestig minuten interview niet uit te zenden. Later zendt CNN de beelden wel uit.18

Op langere termijn hebben terroristen aandacht van massamedia nodig om vanuit hun doelstelling te kunnen manipuleren, dreigen of intimideren.19 Bij een gijzeling kan het zijn dat media-aandacht kan helpen bij het akkoord gaan van de overheid op de eisen van de gijzelnemers.

2.6 Haat- liefdeverhouding media en terrorisme

Media zien terrorisme soms als een vorm van entertainment. De kijkcijfers en krantenoplages stijgen ten tijde van terroristische incidenten tot grote hoogte. Terroristen en journalisten hebben een haat-

15 Reformatorisch Dagblad, 21 maart 201416 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 57-65 (D. Atta, auteur van ‘Terrorism and the Media’, in: Harvard International Review)17 http://nl.wikipedia.org/wiki/Theodore_Kaczynski 18 ‘’Tussen hamer en aambeeld’, Groene Amsterdammer, 23 februari 200219 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 60)

15

Page 17: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

liefdeverhouding. Beiden hebben elkaar nodig. Terrorisme zonder media bestaat eigenlijk niet.20 Terroristen willen op grote schaal angst zaaien en daar wordt media-aandacht gebruikt. Maar voor gijzelingen kunnen ook heel andere motieven bestaan, zoals alleen losgeld eisen, en dus hoeft media-aandacht niet altijd een grote rol te spelen bij gijzelingen.

In het algemeen hebben terroristen media-aandacht nodig om hun doelstellingen onder aandacht te brengen– de zogenoemde ‘mediamegafoon’. De berichtgeving over terroristische acties kan als ‘force multiplier’, een sterke toename, worden gezien voor terroristische actiegroepen.21 Berichtgeving over gijzelingen kan ook als ‘force multiplier’ gezien worden voor andere mogelijke gijzelnemers. Het kan zorgen voor meer gijzelingen of aansluiting bij groepen die mensen gijzelen.Aan de andere kant voeren veel media een zoektocht naar indrukwekkende gebeurtenissen: zoals ‘breaking news’ en schokkende situaties. Terroristische incidenten voldoen bijna per definitie aan deze omschrijving, net zoals een gijzeling van een Nederlander. Terroristen willen dus aandacht en de media willen interessante nieuwsverhalen, waaraan terroristische acties vaak aan voldoen. Dit betekent niet dat in deze relatie tussen terroristische incidenten en mediaberichtgeving de mediavertegenwoordigers de doelstellingen van de terroristen steunen. Integendeel. Het laat wel zien dat de media kwetsbaar zijn voor misbruik en manipulatie door terroristische groepen. 22

Hoe terroristen de aandacht van massamedia krijgen om hun doelstelling bekend te maken en te kunnen manipuleren, dreigen of intimideren blijkt uit de citaat van Timothy Mc Veigh . Hij was verantwoordelijk voor de bomaanslag op het federal building in Oklahoma City op 19 april 1995. Hij stelt over acties zonder dodelijke slachtoffers: ‘’That would not have gotten the point across. We needed a body count to make our point.’’23 Zonder dodelijke slachtoffers zal hij veel minder aandacht krijgen.

Media zijn dus onbedoeld of willens en wetens handlangers van de terroristen. In citaten uit het boek Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding blijkt dat dit al tientallen jaren het geval is. Bekende internationale terrorismeauteurs als Laqueur, Nacos en Wilkinson zijn voorvechters geweest van deze opvatting. In de woorden van Laqueur uit 1976: ‘The media are the terrorist’s best friends, (...) the terrorist act by itself is nothing, publicity is all’. Voor deze opvatting waren in die tijd ook wel uitlatingen te citeren van terroristen. Zoals van de Duitse terrorist uit de jaren zestig Michael (Bommi) Baumann. Hij bekende later dat ze zeer mediagericht waren en hun strategie afstemden op de reacties en beschrijvingen van hun daden in de pers. ‘At that time, we were already very much on that media trip (...) And when all went well, you had great fun. We would go home and watch it all on the telly. That was great’. 24

20 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 57-65 (Nacos 1994 en 2002)21 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 57-65 ( D.van Atta , auteur van ‘Terrorism and the Media’, in: Harvard International Review p.2)22 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 57 (P. Wilkinson ‘The Media and Terrorism. A Reassessment, in: Terrorism and Political Violence, vol. 9, nr2, 1997 p.3)23 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 6024 Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding, Beunders, hoofdstuk 14: media en terrorisme, blz. 375

16

Page 18: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Media die geen verslag doen van terroristische incidenten zijn eigenlijk nauwelijks denkbaar. Bij gijzelingen geldt dat dus niet altijd. Er wordt wel vaak bericht dat er een gijzeling heeft plaatsgevonden, maar over het verloop van de gijzeling wordt niet altijd bericht. De wijze waarop in de media verslag wordt gedaan van terroristische aanslagen en van terrorismebestrijding is cruciaal voor het vertrouwen van de bevolking in een overheid. Een voorbeeld van het vertrouwen van enkele burgers in de overheid bij mediaberichtgeving, laten de reacties bij een column van Elma Drayer in Vrij Nederland zien. In haar column heeft ze het over Sjaak Rijke, op dat moment bijna twee jaar ontvoerd , en de weinige berichtgeving over hem. De reacties laten zien dat de wijze waarop in de media wordt bericht over de gijzelaars invloed kan hebben op het vertrouwen van de overheid. Omdat lezers van deze column naast dit artikel niets lezen over Sjaak Rijke, kan er een negatieve mening gevormd worden over de overheid en/of over het onderwerp. Dit zijn enkele reacties:

“Sjaak Rijke moet uit Malinese gijzelneming worden bevrijd! Net als Ewold Horn(Filipijnen) Judith Spiegel en haar man Boudewijn Berendsen(Jemen)! Zelfs als dat een Nederlandse deelname betekent aan de VN missie in Mali(Jemen of de Filipijnen). Hoe bizar dat mijn mening van dit standpunt radicaal om kan slaan nadat ik dit bijzondere artikel las. Deze vergeten mensen vallen overal tussen wal en schip. Geen plicht van de Nederlandse ambassades daar om de Nederlander in gevangenschap bij te staan, want officieel gevangen zijn zij niet. Ook Frans Timmermans minister van BuZa kan rustig slapen al begrijp ik niet dat BuZa wel het lef heeft om hun families de mond te snoeren.”

“We mogen hem niet vergeten! !!!!”

“Dit verdient zó veel meer aandacht...”

“Ik zeg missie 1 van de commando's die daar heen gaan.”25

Een klein deel van de maatregelen die onderdeel zijn van de terrorismebestrijding richt zich dan ook op de beïnvloeding van de media. Volgens Nacos kunnen media dus onderdeel zijn van terrorismebestrijding. 26

2.7 Overheid en berichtgeving

De wijze van berichtgeving kan van invloed zijn op de wijze waarop de overheid omgaat met een terroristische actie. Een voorbeeld hiervan is de kaping in juni 1985 van vlucht TWA 847 van Athene naar Rome, eerder genoemd in hoofdstuk 2.5. Door de vele media-aandacht en vooral voor de

25 http://www.vn.nl/Archief/Media/Artikel-Media/We-mogen-Sjaak-Rijke-niet-vergeten.htm 26 Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding /Kluwer2008, hoofdstuk 11.9 Mediamaatregelen blz 298, E.R. Muller en G.M. Petit (Nacos 1994 en 2002)

17

Page 19: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

families van de passagiers in het gekaapte vliegtuig, is een publieke opinie ontstaan. En daardoor is er een druk op de overheid te komen liggen.

Publiciteit is de zuurstof van de terroristenDe opvatting ‘de media zijn (mede)schuldig’ werd door de vroegere Britse premier Margaret Thatcher als volgt verwoord: ‘publiciteit is de zuurstof van de terroristen’. Om het terreurgeweld van de IRA te bestrijden versterkte ze daarom de greep op die publiciteit, door allerlei maatregelenen verboden op te leggen aan de Britse media. 27

OverheidsingrijpenOverheid gerelateerde en slachtoffer gerelateerde verslagen zijn de twee belangrijkste thema’s die mediaberichtgeving rond terrorisme domineren. Door de mediafocus op slachtoffers valt de publieke aandacht voor de politieke achtergrond van het conflict weg. Dit wordt versterkt door officiële reacties van politici die vaak de daders als moordenaars of criminelen afschilderen. De slachtoffers daarentegen worden nationale helden zoals Arjan Erkel in 2004. In Duitsland en Italië waren een aantal aanslagen in de jaren zeventig, die breeduit in de media behandeld werden. Dit zorgde voor een roep om harde maatregelen om verdere aanslagen tegen te gaan. In Uruguay heeft de overheid lange tijd berichten over terroristische aanslagen gecensureerd. 28

In sommige gevallen wordt aan media zelfs gevraagd om, in het belang van de staat, terughoudend te zijn bij berichtgeving. Zo verzocht de Italiaanse regering na de aanslagen in 2001 in de Verenigde Staten aan de media om minder aandacht te besteden aan de mogelijke dreiging voor Italië. De aandacht van de media werd minder parallel daaraan verminderde de angst can de Italiaanse burgers voor terroristische aanvallen in Italië.29

2.8 Richtlijnen

Een richtlijn voor journalisten is niet nieuw. Door beroepsjournalisten zijn door de jaren heen richtlijnen ontwikkeld. Zowel nationaal: de Gedragscode voor Nederlandse journalisten van het Genootschap van Hoofdredacteuren uit 1995 en de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek uit

27 Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding, Beunders, hoofdstuk 14: Media en terrorisme blz. 37628 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 6429 Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding /Kluwer2008, hoofdstuk 11.9 Mediamaatregelen blz 298, E.R. Muller en G.M. Petit (Lutiis 2003)

18

Page 20: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

2007, als internationaal: de Declaration of Principles of the Conduct of Journalists, beter bekend als de Code van Bordeaux, uit 1954.

Naast bovengenoemde richtlijnen zijn er geen richtlijnen of bepaalde werkwijze hoe de media moeten omgaan met gevoelige berichtgeving zoals terrorisme en gijzelingen. Toch hebben verschillende media geprobeerd om richtlijnen op te stellen voor de omgang met terroristische incidenten. In deze richtlijnen is onder meer aandacht voor het niet direct citeren van terroristen om ongebreidelde propaganda tegen te gaan, het vermijden van directe betrokkenheid bij onderhandelingen, en het onderhouden van directe contacten met politie teneinde af te stemmen wat kan worden uitgezonden.

De Amerikaans nieuwszender CBS News geeft in zijn richtlijn aan te willen vermijden dat een ‘excessive platform for terrorist/kidnapper’ ontstaat. Ook wordt aangegeven dat: ‘the (terrorist) story does not unduly crowd out other important news of the hour/day.

In oktober 2001 zijn de grote Amerikaanse nieuwszenders CNN, CBS, NBC, ABC en Fox Channel akkoord gegaan met het verzoek van Al-jazeera, vooral niet als het om oekazes van Bin Laden gaat. Rice verklaarde haar verzoek gedaan te hebben om mogelijke gecodeerde berichten voor ‘slapende terroristische cellen’ tegen te gaan.30

De bovenstaande initiatieven geven richtlijnen voor media voor berichtgeving bij terroristische incidenten. Bij afwijking van deze richtlijnen kan de journalistieke ‘marktwerking’ optreden. Het publiek kan met afkeur reageren op overmatige aandacht en/of beïnvloeding van de terroristische acties. Andere journalisten kunnen de gevolgde lijn veroordelen en de verantwoordelijke media hangt het risico van juridische vervolging boven het hoofd. 31

Van Atta, auteur ‘Terrorism and the Media’ in Harvard International Review, vreest dat binnen afzienbare tijd de Verenigde Staten en andere democratische landen berichtgeving zullen gaan censureren omdat terroristen biologische, chemische of nucleaire wapens hebben verkregen. Een groot deel van de bevolking zal naar zijn verwachting dergelijke maatregelen ondersteunen, in ieder geval voor korte tijd, ondanks de historisch verkregen vrijheden en burgerrechten. 32 Dit heeft Van Atta in 1998 geschreven. De berichtgeving is niet gecensureerd in de Verenigde Staten en andere democratische landen, maar de media wordt wel geadviseerd niet veel media-aandacht te geven aan bijvoorbeeld gijzelingszaken.

In het volgende hoofdstuk wordt dieper op de besluiten en de manier waarop om wordt gegaan met berichtgeving over gijzelingszaken ingegaan. Er wordt gekeken naar Buitenlandse Zaken, de media en betrokkenen van de gegijzelden.

30 Groene Amsterdammer 23 februari 200231 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 6632 Trends in terrorisme E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie, blz 70

19

Page 21: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Hoofdstuk 3: Driehoeksverhouding: media, buitenlandse zaken en betrokkenen

Bij berichtgeving over gijzelingen zijn drie partijen nauw betrokken. Buitenlandse Zaken is betrokken bij de gijzelingszaak en geven weinig informatie aan de media. De media brengen het nieuws rond de gijzeling, maar krijgen nauwelijks informatie van Buitenlandse Zaken. En betrokkenen, zoals familieleden, krijgen informatie van Buitenlandse Zaken en worden benaderd door journalisten om hun verhaal te doen. Er is als het ware een driehoeksverhouding. Hoe ziet die driehoeksverhouding

20

Page 22: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

er in de praktijk uit en wat zijn de gevolgen daarvan in de media? Om er achter te komen hoe de driehoeksverhouding in de praktijk werkt heb ik gesproken met verschillende partijen.

3.1 Buitenlandse Zaken

Voor Buitenlandse Zaken ben ik in gesprek gegaan met Friso Wijnen, een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, en Ben Bot, oud minister Buitenlandse Zaken.

WerkwijzeBuitenlandse Zaken heeft twee vuistregels bij gijzelingszaken: Er wordt nooit onderhandeld met gijzelnemers en er wordt nooit losgeld betaald door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Friso Wijnen is woordvoerder van Buitenlandse Zaken en legt de werkwijze van Buitenlandse Zaken bij berichtgeving over gijzelingen uit. “Wij zullen altijd terughoudend zijn en zullen geen informatie prijsgeven. De ervaring heeft ons geleerd dat veel media-aandacht kan zorgen voor het eisen van meer losgeld door gijzelnemers. Wij snappen dat er een grote maatschappelijke belangstelling is voor gijzelingen en dat media wel er over willen berichten, maar wij bepleiten terughoudendheid. ”

DubioDat het voor journalisten soms lastig is om de keuze te maken om wel of niet te berichten, weet Friso Wijnen. “Zojuist had ik een journalist van een landelijk televisiestation aan de lijn die in dubio zat. De journalist wilde graag berichten over een gijzeling, maar ik kon de journalist geen informatie geven. De journalist begreep de terughoudendheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar wilde als journalist wel berichten over de gijzeling.”

Privé zaakWijnen laat weten dat de taak van Buitenlandse Zaken bij gijzelingen niet het onderhandelen of betalen van losgeld is, maar dat het ministerie meer een tussenschakel is. “Wij geven informatie door aan familieleden van gegijzelden en zetten ons volop in voor een oplossing van de zaak. Ons belang is het slachtoffer, de gegijzelde.” Buitenlandse Zaken adviseert familieleden niet de media op te zoeken, maar Wijnen legt ook uit dat het aan de mensen zelf is of zij het advies opvolgen of niet. “Een gijzeling is een privézaak. Families kunnen overwegen om de pers op te zoeken. Een voorbeeld is de vermissing van twee jonge vrouwen in Panama. Eerst waren de familieleden terughoudend naar de media toe. Maar vorige week, een maand na de vermissing, verschenen zij in de talkshow RTL Late Night.” Het ministerie van Buitenlandse Zaken vindt het begrijpelijk dat de terughoudende opstelling voor familieleden soms moeilijk is, maar het ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukt graag dat ze er binnen de mogelijkheden alles aan doet om dit soort verschrikkelijke drama's op te lossen en de slachtoffers weer veilig thuis te krijgen.33

Voormalig minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, legt uit waarom stille diplomatie helpt. “Hoe stiller dat gebeurt, hoe groter de kans op succes. Om twee redenen. Op de eerste plaats, mocht het mislukken dan wil je natuurlijk niet een zeperd halen. Aan de andere kant om het te laten lukken moet je ook rekening houden met de opvatting en gevoelens van de gijzelnemers. En als je teveel in de openbaarheid treedt, kan het zijn dat de onderhandelingen mislukken.” Als minister heeft Bot de druk ervaren die op hem lag tijdens de ontvoeringszaak van Erkel. “Je moet je niet laten opjutten. Ik ben ook altijd van mening geweest dat veel media-aandacht invloed kan hebben op de tegenpartij, 33 http://www.ikonrtv.nl/uitzendingDyn.aspx?lIntType=54

21

Page 23: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

de gijzelnemers. Vooral in het eerste stadium waarin Buitenlandse Zaken moet gaan kijken wie de gijzelnemers zijn, wat het verleden is en wat het doel kan zijn van de gijzeling kunnen wij geen informatie geven. Wij moeten dan zelf ook nog van alles uitzoeken.”

“Vaak heeft de familie in het begin de neiging om de media op te zoeken om zo druk op de zaak te leggen. Wij laten de familie weten dat wij denken dat media-aandacht te gijzeling niet zal bevorderen en dat ze daarmee het tegenovergestelde van wat ze willen zullen bereiken.” De oud-minister sluit niet uit dat de vele media-aandacht bij de ontvoering van Arjan Erkel negatieve gevolgen hebben gehad. “Ik denk dat Erkel door alle media-aandacht langer heeft vast gezeten. Het was een hele klus om hem vrij te krijgen. Het was echt kantje boord. De pers weten het fijne niet van wat er zich afspeelt tijdens onderhandelingen. Zeker in de laatste fase van de onderhandelingen zaten wij niet te wachten op media-aandacht.”

3.2 Media

Voor de kant van de media heb ik gesproken met Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten, journaliste Judith Spiegel die zelf een half jaar ontvoerd is geweest in Jemen samen met haar man en Michael Lescroart, voormalig redactiechef van P-magazine. Lescroart was als redactiechef nauw betrokken bij de gijzeling van journaliste Joanie de Rijke, zij schreef in die tijd voor P-magazine. Buitenlandse Zaken is dus altijd terughoudend in informatie geven over gijzelingen. Hoe gaan de media daar mee om? En wat zijn de gevolgen van media-aandacht bij gijzelingen volgens deze mensen die betrokken zijn geweest bij gijzelingen?

Thomas Bruning, NVJ-secretaris

22

Page 24: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, was betrokken bij de gijzelingszaak van Judith Spiegel en Boudewijn Berendsen. De NVJ overlegde achter de schermen intensief met de onderhandelaars en familie van Spiegel en haar man. "Dat moest in stilte, omdat het gevaar bestond dat ze uitgeleverd zouden worden aan al-Qaida, waardoor een ontvoering meer een politiek karakter zou krijgen. Terwijl wel duidelijk was dat ze niet door een politieke groep waren opgepakt." Door media-aandacht voor de ontvoering zou de interesse van zulke groepen voor Spiegel en haar man groeien. "Zij zouden zich dan met de ontvoering kunnen gaan bemoeien."In een later stadium van de onderhandelingen was mediastilte vooral van belang om het proces niet te verstoren, zegt Bruning. "Natuurlijk waren er steeds momenten dat we ons afvroegen of het niet juist functioneel zou zijn om naar buiten te treden en de druk op te voeren. Omdat we het gevoel hadden dat de gesprekken goed verliepen, hebben we dat niet gedaan." 34 In een gesprek met Bruning laat hij weten dat het een moeilijke afweging was om te kiezen voor mediastilte. “Het gaat eigenlijk tegen de natuur van journalisten in. En zeker in het geval van de gijzeling van Judith Spiegel want dat kwam dichtbij. Het hield journalisten en Nederland bezig. Media-aandacht kan opdrijvend werken. Maar onze inzet was het spel meespelen en niet onnodig aandacht creëren. Je weet nooit wat ontvoerders drijft. In dit geval wat het een risico dat Spiegel en Berendsen uitgeleverd zouden worden aan een Al Qaida gelieerde terreurgroep. Dat wilden wij voorkomen.”

Michael LescroartMichael Lescroart heeft de werkwijze van het ministerie van Buitenlandse Zaken niet altijd gewaardeerd. “Mijn beste beslissing ooit was om de regels van Buitenlandse Zaken niet als leidraad te nemen. Als ik de regels van Buitenlandse Zaken wel had gevolgd, was Joanie waarschijnlijk doorverkocht en lang gegijzeld geweest of had zij al lang niet meer geleefd.”

Journaliste Joanie de Rijke reisde in 2008 naar Afghanistan voor een zeldzaam interview met een groep Talibanstrijders. Het was een risicovolle reis, maar haar ervaring en maandenlange voorbereiding gaven Joanie het vertrouwen de ontmoeting door te laten gaan. Wat een openhartig interview had moeten worden, ontaardt in een nachtmerrie: samen met haar tolk wordt ze gegijzeld. Joanie wordt meegenomen door commandant Ghazi Gul de Afghaanse bergen in. Ondertussen zetten haar redactiechef van P-Magazine, Michael Lescroart, in België en een vriend in Kabul alles in werking om haar zo snel mogelijk vrij te krijgen. Zij onderhandelen in het diepste geheim met de Taliban en proberen het losgeld bij elkaar te krijgen. Op veel steun van de Nederlandse overheid konden zij niet rekenen.

Volgens Lescroart houdt de verantwoordelijkheid van de overheid voor de burger op bij de grens. “Het ministerie van Buitenlandse Zaken zal nooit risico’s nemen. In de praktijk ligt het lot van ontvoerde mensen niet bij de overheid, maar bij betrokkenen. Als wij niet betaald hadden… “

Toen Lescroart hoorde dat Joanie de Rijke ontvoerd was, belde hij de Belgische minister van Defensie. Hij bood meteen hulp aan en zei: “If we have to pay we pay.” Nadat bekend werd dat de Rijke geen Belgisch, maar een Nederlandse staatsburger was, reisde Lescroart af naar Den Haag. “Daar kreeg ik te horen dat we eerst zes weken moesten wachten en vooral niks moesten doen. Dat was één van de standaardregels bij een gijzeling.” Uiteindelijk is Joanie de Rijke na zes dagen

34 http://nos.nl/artikel/585179-nvj-ontvoering-spiegel-niet-politiek.html

23

Page 25: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

vrijgekomen. Haar redactiechef, Lescroart, heeft samen met andere hoofdredacteuren het losgeld betaald. Met hulp van Buitenlandse Zaken hebben zij het geld op tijd over kunnen maken. Lescroart is dankbaar dat Buitenlandse Zaken uiteindelijk toch heeft geholpen, maar kan zich nog behoorlijk kwaad maken om de werkwijze van het ministerie. “We onderhandelen niet met terroristen, maar we spelen wel met levens. Dat is de werkwijze van Buitenlandse Zaken.”

De gijzelingszaak van Joanie de Rijke kreeg geen media-aandacht tijdens de gijzeling. De gijzelnemers eisten naast een hoog geldbedrag, geen enkele vorm van publiciteit. Naast de mensen die nauw betrokken waren bij Joanie de Rijke, wist niemand dat zij ontvoerd was. “Alleen een kleine groep wist het. Ze zou een paar dagen niet bereikbaar zijn vanwege het interview dus niemand viel het op.” Daardoor is geen media-aandacht aan de gijzeling besteed tijdens de gijzeling. Lescroart denkt dat media-aandacht bij gijzelingen een positieve invloed kan hebben. “Ik denk dat media-aandacht zeker een positief effect kan hebben bij langdurige gijzelingszaken. Er is een zekere zenuwachtigheid bij kidnappers. Door media-aandacht kan er druk worden gelegd op zowel de kidnappers als op het ministerie van Buitenlandse Zaken.”

Judith SpiegelJudith Spiegel is journalist en werd samen met haar man Boudewijn Berendsen in juni 2013 gegijzeld in Jemen. In december zijn zij vrijgekomen. Zij hebben niets meegekregen van de berichtgeving van de Nederlandse media tijdens de gijzeling. “Via een kleine televisie heb ik wel een paar keer het nieuws van lokale zenders uit Jemen kunnen zien. Het was eigenlijk wel geestig want de gijzelnemers waren trots dat hun gijzeling nieuws op televisie was. Het was een soort activistische berichtgeving. Het waren Jemenieten die voor onze vrijheid een soort protestacties hielden.”Spiegel denkt dat media-aandacht bij een gijzeling niet perse slecht hoeft te zijn. Via het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse Vereniging voor Journalisten, de NVJ, werd een oproep gedaan voor mediastilte. Dan is het natuurlijk aan de media om de keuze te maken om wel of niet te berichten. Hoe erg is het om iets over de gijzeling te publiceren? Ik weet het niet, maar ik heb het gevoel dat wel of geen media-aandacht niet veel uitmaakt. Stel dat de gijzelnemers via de media er achter komen dat de gijzelaar een miljonair is, dan heeft media-aandacht natuurlijk wel degelijk invloed op het verloop van de gijzeling. En het feit is dat media-aandacht een risico kan zijn en mediastilte heeft natuurlijk geen risico op het verloop van een gijzeling. De mediastilte in Nederland heeft in onze zaak geen kwaad gedaan. Alle media herrie in Jemen heeft ons juist goed gedaan. Die media-aandacht legde druk op lokale autoriteiten om iets te doen.”

“Ik snap dat mensen het misschien raar vinden dat we niets horen over gijzelingen die soms al meer dan twee jaar duren, maar je kan niet zeggen dat er niets gebeurd omdat we niets over de gijzeling in de media horen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft geen informatie. En als familieleden ook besluiten geen informatie te geven aan de pers dan heb je als media niet veel te melden. En dat is het punt, denk ik. Er is geen nieuws voor de media.”Spiegel denkt dat de effecten van nationale media-aandacht op gijzelingen wel mee vallen. “De reden dat Buitenlandse Zaken geen media-aandacht wil, is het risico op het verhogen van losgeld. Maar ik geloof niet dat Buitenlandse Zaken altijd denkt dat media-aandacht slecht is voor een gijzeling, maar het komt ze wel goed uit. Op die manier krijgen ze geen lastige vragen.”

24

Page 26: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

“Mijn familie en ook de familie van mijn man hebben de mediastilte als prettig ervaren. Zij hadden totaal niet de behoefte om naar buiten te treden en met hun emoties op televisie te verschijnen. Zij hadden daar ook totaal geen belang bij. Zij zijn tevreden met de manier waarop de media zijn omgegaan met de gijzeling.”

Er is niet altijd sprake geweest van mediastilte tijdens de gijzeling van Spiegel en Berendsen. Een maand na de ontvoering verscheen een video op internet waarin Spiegel en Berendsen een oproep deden. Achteraf bleek dit in scene gezet. Spiegel snapt dat de media over de video bericht hebben. “Het was duidelijk dat de video aandacht moest krijgen, het stond al op internet. Het melden van het opgedoken filmpje op internet zou de zaak niet veel kwaad doen.” Een discussie hierover noemt Spiegel mosterd na de maaltijd. “Het stond toch al op internet en was voor iedereen al toegankelijk. Het is meer een discussie van vóór de social media tijd.”

Wat Spiegel een moeilijker probleem vindt, is als de gijzeling is afgelopen. “Dan gaan de media weer volop publiceren. En ook over het losgeld dat betaald zou zijn. Dat kan gezien worden als een succes voor de gijzelnemers en kan leiden tot kopiegedrag. Ik vind dat een groter journalistiek probleem. Aan de andere kant: stel dat Buitenlandse Zaken betaald heeft, dan vind ik dat het publiek het recht heeft om dat te weten. Het losgeld is dan betaald met belastinggeld. Dat zou ik dan wel publiceren.”

Nadat Spiegel en Berendsen vrijgelaten waren, kregen zij volop media-aandacht. “Na de vrijlating is de pers een rampengebied voor gijzelaars die thuis komen én voor hun familie. Ik kreeg zoveel interview aanvragen. Ik vond de media-aandacht niet erg omdat ik graag een boek wilde publiceren. Ik ben gewend hoe om te gaan met media, maar niet iedereen is daar op voorbereid en daar kan je dan behoorlijk gek van worden. Ik heb iemand ingeschakeld waar ik alle verzoeken naar toe stuurde en mij hielp. Nog steeds word ik benaderd door media. Maar ik vind dat Buitenlandse Zaken en privé bureaus, die worden ingeschakeld bij gijzelingen, de familie en gijzelaars beter moeten begeleiden hoe zij om kunnen gaan met de media. Mijn familie is door niemand geadviseerd.”

3.3 Betrokkenen

Om er achter te komen wat berichtgeving van gijzelingen betekent voor de betrokken heb ik met verschillende mensen gesproken. Ik sprak met een goede vriend van Ewold Horn die nog steeds ontvoerd is op de Filippijnen, Roelant Jonker, hij werd acht maanden lang ontvoerd door de Farc in Colombia en kwam in 2002 vrij, met Arjan Erkel, 607 dagen ontvoerd geweest in Dagestan, en Hans Slaman, algemeen directeur bij International Security Partners.

Klaas NanningaKlaas Nanninga is een goede vriend van Ewold Horn. Op dit moment is Horn nog steeds gegijzeld en dat maakt het gesprek niet gemakkelijk. “Ik kan niets zeggen over het verloop van de gijzeling. En dat wil ik ook niet. We moeten voorzichtig zijn.” Omdat Ewold Horn op dit moment nog gegijzeld is, heeft

25

Page 27: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Fabiola Horn, de vrouw van Ewold Horn, geen behoefte om haar mening te geven over dit onderwerp. Nanninga heeft veel contact met haar en begrijpt het. “De ontwikkelingen bij de gijzeling zijn spannend. De hele zaak vergt veel energie van haar, al twee jaar lang. Het zorgt voor veel onrust.” Een aantal keren per jaar wordt familieleden en vrienden van Ewold Horn, zoals Nanninga, benaderd door journalisten. Zowel door regionale kranten als het dagblad van het Noorden als een nationaal televisieprogramma als Pauw & Witteman. “Praten met de media heeft natuurlijk twee kanten. Media-aandacht kan goed zijn omdat het voor druk op de gijzelingszaak kan zorgen. Aan de andere kant willen we niet iemand in de kaart spelen en moeten we voorzichtig zijn.” Het ministerie van Buitenlandse Zaken adviseert de familie niet met de pers te praten. “Wij hebben wel eens getwijfeld en gedacht om juist de media op te zoeken. Fabiola heeft met de pers gepraat, maar dat heeft niet positief uitgepakt. Het verhaal werd voor haar veel te persoonlijk. De gevolgen van het artikel merkte zij in haar leefomgeving. Ze kreeg veel vragen en dat was erg vermoeiend. Het is natuurlijk een zeer gevoelige en persoonlijke zaak.” Vaak zoeken journalisten contact met de familie van Ewold Horn als er een aanleiding is. “Journalisten belden toen het precies één jaar geleden was dat Ewold Horn ontvoerd werd. Ook bellen journalisten als er een nieuwsaanleiding is zoals de vrijlating van een andere gijzelaar.”

Roelant JonkerRoelant Jonker deed als biologiestudent onderzoek naar papegaaien toen hij in 2001 ontvoerd werd door de Farc in Colombia. De gijzeling heeft acht maanden lang geduurd. Tot zijn vrijlating is er nooit bericht over zijn gijzeling. “Het werd allemaal geheim gehouden, wat best wel frustrerend was. Na drie maanden kreeg ik een radio dus ik kon het nieuws luisteren via de Wereldomroep. En als het dan over ontvoeringen ging, luisterde ik of het ook over mij ging. Maar niets. Helemaal niets is er over mijn ontvoering gemeld. Op dat moment is dat is strontvervelend. Je weet niet of de wereld wel met je bezig is. Ik kreeg ook niets mee over onderhandelingen.” De media waren niet op de hoogte van de gijzeling van Jonker. Pas toen Jonker vrij werd gelaten, kwam de media erachter dat hij bijna acht maanden gegijzeld is geweest. “Het was echt een verrassing voor de pers. Toen ik vrijgelaten werd heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken een persbericht naar buiten gestuurd. Zij stelden mij de vraag of ik dat wilde of niet. Ik dacht: laat maar komen. Bij de ambassade in Colombia ben ik door een journalist van De Telegraaf uitgebreid geïnterviewd. En op Schiphol heb ik direct in een persconferentie mijn verhaal gedaan.” De reden dat de gijzeling van Jonker stil werd gehouden was op aanraden van de politie in Limburg, waar zijn ouders woonden. “Mijn ouders hadden contact met de politie omdat het om een misdaad ging dus het was een politiezaak. Daarnaast was er nauw contact met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij volgden de standaardprocedures. Zo min mogelijk naar buiten brengen, dat zou het beste zijn. En dat betwijfel ik in mijn zaak omdat het niet opschoot. Ik zat er vijf maanden en niemand wist wie ik was. Ik kreeg post via het Rode Kruis van mijn familie en daar hadden ze opgeschreven: ‘Gringo Sueco’. Dat betekent voor de Zweedse buitenlander. Toen brak echt mijn klomp. In die maanden heb ik wat Spaans geleerd en daardoor kon ik brieven schrijven naar de commandant van de Farc. Ik heb geschreven wie ik was en met wie hij contact moest opnemen. Daarna zijn de onderhandelingen pas echt begonnen. Als er aan het begin van mijn gijzeling media-aandacht was voor mijn gijzeling, dan had dat zeker geholpen. Dan wist de Farc dat ze maar met een student te maken hadden en bijvoorbeeld niet met een medewerker van Shell wie veel geld zou kunnen opleveren.”

26

Page 28: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

De politie in Limburg werkte samen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. “Ze hebben geen losgeld betaald en ook niet onderhandeld. Buitenlandse Zaken heeft wel voor de contacten gezorgd. Maar dat staat niet officieel beschreven.” De mening van Jonker over de vuistregels van het ministerie van Buitenlandse Zaken is duidelijk. “Dat is gewoon hypocriet. Door de vuistregels komen mensen nooit meer vrij.”

Jonker denkt dat mediaberichtgeving gijzelnemers kunnen beïnvloeden. “Ze luisteren elke ochtend naar de radio. Het is gewoon een industrie voor ze. Als het duidelijker was dat er niet veel inzat voor ze, was ik misschien eerder vrij geweest. Ik denk dat media-aandacht op dit moment ook helpt bij de gijzeling van Ewold Horn op de Filipijnen. Daar gebeurt nu misschien wel hetzelfde als bij mij. Je hoort er niks over en ook Ewold Horn is daar niet heen gegaan vanwege werk.”

Arjan ErkelArjan Erkel is van 2002 tot 2004, 607 dagen ontvoerd geweest in Dagestan. Hij was daar voor zijn werk voor Artsen Zonder Grenzen. “Ik heb zelf niets meegekregen van alle media-aandacht tijdens mijn ontvoering. Maar mijn familie vond alle aandacht in de media prettig. Zij voelden zich daardoor gesteund en kregen het gevoel dat ik niet vergeten werd.” Toch heeft de familie van Erkel de media niet altijd gewaardeerd. “Soms klopte berichten niet. Het is ook gebeurd dat mijn familie hun best moesten doen om journalisten te overtuigen om een bericht niet te publiceren. Ze moesten echt praten als brugman. Uiteindelijk besloot de hoofdredacteur om het bericht niet te plaatsen.” Na zijn ontvoering besefte Erkel pas hoe veel aandacht zijn ontvoering heeft gekregen. “Vreemde mensen kwamen naar mij toe en hielpen mij weer met het oppakken van mijn leven. Ik heb dat als heel prettig ervaren.” Door zijn ervaring wordt hij nog regelmatig benaderd door journalisten om commentaar te leveren op onderwerpen over gijzelingen. Laatst werd Erkel geïnterviewd door BNR radio over de gijzeling van drie Nederlanders in Nigeria. Daarin kwam het gesprek ook op Sjaak Rijke. ”Ik wilde geen antwoord geven op vragen over de gijzeling van Sjaak Rijke. Ik weet van de familie van Rijke dat zij geen aandacht willen voor de zaak.”Net als oud-minister Ben Bot sluit Erkel niet uit dat media-aandacht invloed heeft gehad op de duur van zijn ontvoering. “Ik denk dat de herrie in de media, zeker in de fase van de eindonderhandelingen, er voor gezorgd heeft dat het langer heeft geduurd voordat ik vrij werd gelaten.”Erkel durft geen antwoord te geven op de vraag of media-aandacht óf mediastilte beter is bij een gijzeling. “Voor beiden kanten valt iets te zeggen. Mediastilte is een strategie. De stilte kan ervoor zorgen dat de waarde van een gijzelaar zakt. Daardoor kan het losgeld omlaag gaan. Maar er is ook een risico dat de gijzelnemers denken: ‘Waarvoor zullen we hem nog in leven laten?’ Aan de andere kant kan media-aandacht goed zijn omdat zichtbaarheid een garantie kan zijn tot het in leven laten van de gijzelaar. De gijzelaar is dan nog van toegevoegde waarde omdat hij misschien nog wel geld op kan leveren.”

Hans SlamanHans Slaman is algemeen directeur bij International Security Partners. In zijn werk heeft hij regelmatig te maken met ontvoeringen. Dat kan zijn als adviseur van de getroffen organisatie of als adviseur van de familie van de ontvoerde(n). In een aantal gevallen treedt hij op als onderhandelaar. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de overheid, inlichtingendiensten, justitie, politie en

27

Page 29: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

verzekeraars. Hij was onder andere betrokken bij de ontvoering van Arjan Erkel die ontvoerd is geweest van 12 augustus 2002 tot 11 april 2004 in Dagestan. Hij snapt goed waarom de familie en Buitenlandse Zaken niks zeggen. “Zij willen geen enkel risico nemen dat de onderhandelingsprocessen in gevaar kan brengen.”

Als onderhandelaar in gijzelingszaken zit hij totaal niet te wachten op veel media-aandacht bij een gijzelingszaak. “Media-aandacht dient de zaak niet. Ik snap dat journalisten willen berichten over ontvoeringen, en daar heb ik ook alle begrip voor, maar het is volgens mij nooit bewezen dat een slachtoffer eerder vrij is gekomen dankzij media-aandacht. Mediastilte is in het belang van alle betrokkenen.”

“Door veel aandacht is er een grote kans dat gijzelnemers zich gesterkt voelen in het idee de juiste mensen ontvoerd te hebben.” Slaman heeft hier zelf mee te maken gehad. “Tijdens onderhandelingen werd de vraagprijs opeens verdubbeld. Op dat moment begrepen wij niet waarom. Later bleek dat de daders op BBC World News de naam van het slachtoffer gehoord hadden. Dat was in de publiciteit gekomen door een Engelstalige krant. En dat was voor die ontvoerders een teken. Zij dachten: ‘Als die naam genoemd wordt in een uitzending van BBC World News, dan zal het wel een belangrijke meneer zijn.’ Dus je wilt zo weinig mogelijk prijsgeven.”In veel gevallen bereikt berichtgeving de gijzelnemers. “Ze zien er misschien niet altijd even sjofel uit, maar ze zijn niet dom. Ze hebben ook smartphones en lezen dus ook het nieuws.” Volgens Slaman maakt het niet veel uit of er alleen nationale of ook internationale media-aandacht is. “In alle gevallen kan het de daders bereiken. Alles verschijnt op internet.” Als voorbeeld geeft Slaman een bericht over een gijzeling in een Kroatische krant. De BBC World pikte dit bericht op en publiceerde het. Met als gevolg dat voor de twee namen die genoemd werden in het artikel bijna het dubbele losgeld werd gevraagd dan anderen die met hen ontvoerd waren. Verder zijn de gevolgen van media-aandacht voor de onderhandelaar de bemoeienissen. Na het lezen van berichten over gijzelingen dienen wereldwijd mensen, organisaties en bedrijven zich aan om te helpen of om raad te geven. Daar zit een onderhandelaar, zoals Slaman, niet op te wachten en het verstoord de onderhandelingen. Media-aandacht heeft niet alleen gevolgen voor de onderhandelaar bij gijzelingszaken, maar ook voor familieleden van de gijzelaars. “Media-aandacht leidt tot veel emoties bij betrokkenen, zoals de familieleden van de gijzelaars. Zij worden dagelijks geconfronteerd met de verhalen rondom de gijzeling en krijgen veel vragen vanuit hun leefomgeving.” Als een gijzeling veel aandacht krijgt in de media, is er de kans dat onjuiste berichtgeving plaatsvindt, groot. “Ik heb de opkomst van het internet meegemaakt en heb veranderingen ervaren. Voorheen werd er veel meer gecheckt door journalisten voordat een bericht gepubliceerd werd. Tegenwoordig zijn er veel meer media en worden feiten niet altijd gecheckt door journalisten. Wij zien zo vaak dat berichten klakkeloos worden overgenomen en gepubliceerd. Journalisten willen scoren. “ Zo legt Slaman uit dat een verhaal een eigen leven kan gaan leiden. “Een Engelse krant publiceerde een bericht over een gijzeling met als kop: ‘They are alive and well’. Al snel nam een Nederlandse krant het bericht over en schreef op internet dat ‘ze waren vrijgelaten’. Het bedrijf van Slaman, die betrokken was bij de gijzeling, moest de familieleden snel inlichten dat de gijzelaars niet vrij waren en dat het om een vertalingsfout ging in de media. Dit leverde veel commotie op bij familieleden van de gijzelaars. “Wij hebben een dagtaak aan het controleren van berichtgeving in de media over onze zaken. Wij kijken naar wat er geschreven wordt en wat de impact daar van is voor familie en het

28

Page 30: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

onderhandelingsproces. Wij, als onderhandelingsbedrijf, kunnen ons niet veroorloven om de media te negeren.”

Hoofdstuk 4: Beslissingen van journalisten

4.1 Verschil tussen NOS Journaal en RTL Nieuws

Buitenlandse zaken pleit voor mediastilte rond een gijzelingszaak. Toch verschijnen er berichten in de media over gijzelingen. Bij de ene gijzeling meer dan bij de andere gijzeling. Bij de gijzelingen van Sjaak Rijke en Ewold Horn is verschil goed te zien. Ook al berichten media niet veel over beide gegijzelde Nederlanders, toch is duidelijk te zien dat Sjaak Rijke meer aandacht krijgt dan Ewold Horn. Een simpele invoer bij LexisNexis laat het verschil zien: 622 berichten over Sjaak Rijke tegenover 211 berichten over Ewold Horn (mei 2014). Een ander duidelijk voorbeeld is de berichtgeving over Sjaak Rijke op 25 november 2013. Die dag was het precies twee jaar geleden dat hij ontvoerd werd. Het RTL Nieuws bracht dit verhaal in een nieuwsitem van 2.30 minuten in het nieuws van half acht. Bij de NOS bleef het stil en werd het nieuws niet gebracht in de uitzending en

29

Page 31: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

op de site. Om er achter te komen welke afwegingen journalisten maken bij gijzelingen ging ik in gesprek met Klaas Treurniet, eindredacteur van het NOS achtuurjournaal en Harm Taselaar, hoofdredacteur van het RTL Nieuws.

Waarom horen we nauwelijks meer iets over Sjaak Rijke en Ewold Horn in actualiteitenprogramma’s?

Klaas Treurniet: “Dat is een goede vraag. Dat komt door een aantal oorzaken. Er gebeurt werkelijk helemaal niks. We hebben wel bericht over het filmpje van Sjaak Rijke dat in september vorig jaar op internet verscheen, maar daarna houdt het op. Buitenlandse Zaken wil niets en de familie wil niets. Er is geen ontwikkeling voor zover wij weten en daarnaast hebben we nauwelijks beeld en geen informatie. Wij vergeten ze niet, maar we denken er ook niet elke dag aan.” Het antwoord van Harm Taselaar is gelijk. “Er is niet elke dag nieuws over deze gijzelingen. Er is geen nieuws meer te melden. Wij hebben wel een lijst met daarop onderwerpen, zoals de gijzelingen, waar wij eens in de zoveel tijd achter aan bellen om te zien of er nieuws is.” Maar omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken en de familie van de gijzelaars geen media-aandacht willen geven beide journalisten aan dat het lastig is om informatie te krijgen.

Treurniet: “Wat er wel gebeurt is dat we gegijzelden noemen als er een andere zaak is in het land waar een Nederlander ontvoerd is. Zo hebben wij Sjaak Rijke laatst nog even genoemd in een nieuwsitem over Fransen die vrijgelaten werden in Mali. Bij zo’n nieuwsonderwerp komt er altijd wel een uitlui met een foto van, in dit geval Sjaak Rijke, en in drie zinnen over hoe het ook alweer zit. Maar meer is het helaas niet. Helaas voor hem, maar voor ons ook want we hebben gewoon niks dan. Er moet dus een nieuwsaanleiding zijn. Of er moet nieuw nieuws zijn en als dat er niet is…wij zijn een nieuwsorganisatie, als er geen nieuws is dan houdt het op.”

Waarom heeft het RTL Nieuws wel het nieuws over de 2-jarige ontvoering van Sjaak Rijke gemeld en het NOS Journaal niet?

Treurniet: “In het begin van de gijzeling zijn er steeds nieuwe feiten en dan melden we elk druppeltje wat we vinden, maar dat was in de gijzeling van Rijke ook al heel weinig. Ook omdat de familie niet wilde meewerken. Ik kan het mij niet goed herinneren, maar het stond wel op de agenda. We moeten kijken wat we voor nieuws konden melden. We zouden er een kort berichtje van kunnen maken. Maar wat is twee jaar? Het is heel lang, maar het is maar een datum. Het is geen nieuws. Het is eigenlijk helemaal geen nieuws dat iemand twee keer 365 dagen ontvoerd is. Het is maar omdat wij nou eenmaal in verjaardagen rekenen.” Taselaar: “Wij vonden het feit dat Rijke die dag al twee jaar ontvoerd was wel een nieuwsaanleiding. Het was misschien wel een magere nieuwsaanleiding, maar voor ons wat het wel iets om over te berichten. Wij hebben er voor gekozen om het verhaal grotendeels te laten vertellen door verslaggever Arthur de Leeuw in Timboektoe.” In het item is te zien dat de verslaggever naar het hotel is gegaan waar Rijke werd ontvoerd. Daar sprak hij met de hotelmanager die ontvoering heeft

30

Page 32: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

gezien. Het nieuwsitem gaat niet alleen over Sjaak Rijke, maar ook over het gebied. Een half jaar na zijn ontvoering kwam het gebied in handen van al-Qaida en rebellengroepen. Ook werd in het item verteld dat Noord-Mali begin 2013 bevrijd werd door de Fransen. “Het feit dat wij het verhaal konden vertellen aan de hand van de beelden van de verslaggever in Mali heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat we dit nieuws wel hebben gebracht. Ik weet niet goed welke afwegingen er zijn gemaakt om uiteindelijk dit nieuws te melden.” Ook de eindredacteur die op 25 november aanwezig was op de redactie kan zich niet meer herinneren waarom er uiteindelijk gekozen is om het nieuws van Rijke te melden. “Maar”, zegt Taselaar, “als wij in Mali geen verslaggever hadden dan zouden wij er misschien ook wel voor gekozen hebben om het nieuws niet te melden. Dan is er weinig beeld.”

Treurniet: “Als Rijke vijf jaar ontvoerd zou zijn geweest dan hadden we het misschien wel gemeld. En als er niet veel ander nieuws was geweest ook. Er staat zoveel op die agenda.” Maar waarom zou Treurniet wel bij vijf jaar berichten? Dan is het alweer zolang geleden. Of als het nieuws is dat Rijke de langst ontvoerde Nederlander ooit is, dan brengen we het wel. Voor mij als eindredacteur die dag was het geen nieuws. Ik zou het nieuws brengen als er iets bijzonders aan de hand is. Twee jaar ontvoerd is geen nieuws. Want het is gewoon een verjaardag. Als de familie bijvoorbeeld een herdenking of stille tocht zouden houden, dan zouden wij er aandacht aan besteden. De nieuwswaarde was gewoon te laag. Ik kan mij voorstellen dat het voor de familie wel een hele gebeurtenis is, maar voor ons als nieuwsorganisatie niet.”

Treurniet begrijpt wel waarom het RTL Nieuws er wel voor gekozen heeft om het nieuws te melden. “Ik vind het helemaal niet raar dat het RTL Nieuws het nieuws wel heeft gebracht. Als wij op tijd een goede invalshoek hadden bedacht en net zoals het RTL Nieuws een verslaggever naar Timboektoe hadden gestuurd, dan hadden wij er ook iets mee gedaan. Maar dat is bij ons niet bedacht. Er is zit zo weinig schot in de zaak dat het bij ons ook niet veel aandacht meer heeft.”

Welke rol speelt de voorkeur van mediastilte van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de keuze bij berichtgeving voor het NOS Journaal en het RTL Nieuws?

De eind- en hoofdredacteur geven aan dat zij zich niet laten leiden door Buitenlandse Zaken, maar er wel rekening mee houden.

Taselaar: “Als het ministerie van Buitenlandse zaken ons heel dringend verzoekt om niet te berichten over een bepaalde zaak, dan luisteren we in de meeste gevallen. Maar het kan ook zijn dat we dat niet doen. Ik vind dat het de verantwoordelijkheid van de media zelf is. Dan zou je natuurlijk de vraag kunnen stellen in hoeverre de media verantwoordelijk zijn. En dat is ingewikkeld. Onze taak is het nieuws brengen. Doorgaans berichten wij niet over zelfmoorden of een eventuele bom vanwege de gevolgen. Maar als hierdoor veel verkeershinder is of er zijn veel mensen bij betrokken, dan brengen wij het wel.” De hoofdredacteur geeft een voorbeeld waarin ook werd gepleit voor minder media-aandacht. “In 2007 werd veel bericht over de verschillende gezinsdrama’s. De gevolgen hiervan zouden meer gezinsdrama’s zijn. Als wij ook minder moeten gaan berichten over gijzelingen dan kan je wel bij alles minder media-aandacht vragen. Ik vind wel dat we rekening moeten houden met

31

Page 33: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

gevolgen van berichtgeving, maar over het algemeen ga ik er van uit dat de media zelf goed kan besluiten om wel of niet te berichten over gevoelige onderwerpen. Als wij weten dat de gevolgen van berichtgeving over leven en dood gaan, dan zullen wij het niet brengen. Maar Het is een afweging die elke keer genomen moet worden, elk onderwerp is anders. En ook elke gijzeling. Het is niet allemaal 1 + 1 = 2.

Treurniet: “Als het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt: ‘Wij willen niet dat jullie hierover berichten, dan doen we het niet gauw. Dat hebben wij bij de gijzeling van Judith Spiegel en Boudewijn Berendsen ook niet gedaan. Of we moeten hele goede redenen hebben, maar als er dan iets misgaat dan heb je wel wat uit te leggen.”Treurniet geeft aan dat de invloed van Buitenlandse Zaken best groot is bij de berichtgeving. ”Zij hebben monopolie. Wij weten niet wat zij wel of niet weten en wat zij doen. Er is niemand die ons iets vertelt. Als er iemand is bij Buitenlandse Zaken die ons wel informatie zou vertellen dan zouden wij daar misschien wel een onderwerp over maken. Of juist niet als het veel gevaar zou opleveren. Wat wij ook niet doen is berichten als een minister op geheim bezoek is in Afghanistan. Dan weten wij dat, maar dan is het geheim want het mag pas bekend worden als hij weer terug is. Daar doen wij nooit moeilijk over. Daar houden wij ons aan. Dat is ook de verantwoordelijkheid van de journalist. Daar houden wij wel rekening mee. Je gaat hierbij niet je eigen weg, althans dat belang is ook niet groot genoeg. In dit soort gevallen houden wij rekening met de gevolgen van berichtgeving. Als het om leven en dood gaat houden wij er rekening mee.”

Door beide redacties wordt regelmatig gebeld met Buitenlandse Zaken en de familieleden, zo geven beide journalisten aan. Treurniet: “Zij willen het waarschijnlijk allemaal op een stille manier doen. En dat is hun goed recht natuurlijk. Dus daar gaan wij verder niet over.” Naast de lijst met onderwerpen die het RTL Nieuws af en toe gebruikt om onderwerpen na te bellen, gaan zij alleen achter informatie aan over de gijzelingen als er een nieuwsaanleiding is.

Hoofdstuk 5: Richtlijnen

5.1 Richtlijnen

Omdat is gebleken dat media verschillend berichten over gijzelingszaken, heb ik het idee voorgelegd om richtlijnen te gebruiken bij een gevoelige zaak als een gijzeling zodat er één lijn getrokken wordt. En hoe zouden deze richtlijnen er uit zien?

Friso Wijnen“Het is niet aan ons om te bepalen of er richtlijnen zouden kunnen bestaan. Wij zien graag dat er niet veel media-aandacht is voor een gijzelingszaak. Het gaat over mensen, over privé zaken en ik denk dat de media daar rekening mee moeten houden.”

Ben Bot

32

Page 34: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

“Geloof mij, ik heb al veertig jaar ervaring met journalisten en het laatste wat er geprobeerd moet worden is journalisten iets opleggen. Een richtlijn? Daar valt niet aan te beginnen. Wij leven in een land met persvrijheid. Er kan natuurlijk wel een vriendelijke afspraak gemaakt worden over hoe om te gaan met berichtgeving van gijzelingen.”

Thomas Bruning“Ik vind het heel moeilijk. Nadat Spiegel en Berendsen vrij waren gelaten ben ik bij het ministerie van Buitenlandse Zaken geweest om te evalueren en om onze leer uit de hele ontvoeringszaak te trekken. Wij hebben het toen ook gehad over een eventuele stappenplan bij berichtgeving van gijzelingen. Maar wij kwamen tot de conclusie dat het bijna niet te doen is om dat in te voeren. Elke gijzeling is namelijk anders. Een gijzeling in Nigeria is anders dan in Syrië. Er zijn verschillen doelen van gijzelingen zoals politieke en economische doelen. Daar moet rekening mee gehouden worden. Wij zijn dus met de conclusie gekomen dat er geen één lijn getrokken kan worden.”

Michael Lescroart“Het ministerie van Buitenlandse Zaken trekt één lijn terwijl alle gijzelingen verschillend zijn en per geval bekeken moeten worden. In de media kan er dus ook niet één lijn getrokken worden, vind ik.”

Judith Spiegel“Ik vind dat journalisten altijd rekening moeten houden met de gevolgen van berichtgeving en dat daar niet een bepaalde richtlijn voor nodig hoeft te zijn. Het is een algemene plicht van journalisten om geen lariekoek te schrijven. Ook al heb ik dat wel meegemaakt. De Telegraaf plaatste een bericht over losgeld dat voor mijn ontvoering betaald zou zijn door een bedrijf zonder dat het bericht gecheckt was. Dat kan niet in dit soort gevoelige zaken. Zelfs de NOS plaatste een bericht over dat één van mijn gijzelnemers dood zou zijn zonder het te checken. Zij hebben niet eens op mijn bevestiging gewacht, maar onmiddellijk gepubliceerd. Media moeten sowieso zorgvuldig omgaan met dit soort onderwerpen.”

Klaas Nanninga“Fabiola, de vrouw van Ewold Horn, heeft niet altijd goede ervaringen gehad met journalisten. Het verhaal werd vaak te sensationeel en te persoonlijk. Misschien is het ook wel logisch dat journalisten die verhalen willen schrijven omdat het goed verkoopt. Maar het is ook voorgekomen dat journalisten niet altijd naar haar wensen luisterden. Daarvoor kan het goed zijn als er een bepaalde gedragscode bestaat.”

Roelant Jonker“Het zijn echt allemaal individuele gevallen. Niet alleen de gijzelaars, maar ook de gijzelnemers. Dus een richtlijn lijkt mij heel erg moeilijk. In het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt ook één lijn getrokken en dat biedt geen perspectief. Dat beleid is niet handhaafbaar en dat vind ik niet kunnen. Door de vuistregels offeren zij de eerste generatie op. Geen losgeld betalen betekent dat mensen blijven zitten, langer dan nodig is. Een gijzeling is niet zonder risico. Hoe langer iemand ontvoerd is, hoe groter de kans dat de gijzelaar het niet overleeft. Door het beleid van Buitenlandse Zaken klinkt het alsof er in de toekomst geen gijzelingen meer zouden voorkomen. Op papier werkt

33

Page 35: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

dat misschien, maar de geliefden van gijzelaars zullen er toch alles aan doen om hun geliefden vrij te krijgen. Het idee is vrij simpel, maar het werkt niet. Bij de media moet er dus per gijzeling gekeken worden wat de gevolgen kunnen zijn. Is het doel politiek of economisch?”

Arjan Erkel“Het zou goed zijn als er een soort morele code gehandhaafd zou worden waarbij de wensen van de familie van de gegijzelden leidend is. Als de Koningin vraagt om terughoudendheid bij de dood van haar zoon, dan wordt dat ook gerespecteerd. Gijzelingszaken zijn net zo gevoelig. Ik vind dat de media meer oog en oor moeten hebben voor de wensen van de familie.”

Hans SlamanDe crisisdeskundige heeft ervaring met de gevolgen van media-aandacht bij gijzelingen en vindt het idee van een richtlijn interessant. “Het is een leuk idee, maar het is een utopie dat het gaat werken. Sommige journalisten zijn hongerig en willen altijd scoren. Zo’n richtlijn heeft pas zin als de journalist die de richtlijn schendt, zijn perspas moet inleveren. Van mij mag het gister al ingevoerd zijn. Maar hoe controleer je zoiets en hoe beheers je dat? Een vorm van gedragscode klinkt beter.” Volgens Slaman is een gedragscode rondom gijzelingen een goed idee als iedere journalist zich daar aan houdt. Er kan afgesproken worden dat berichtgeving over gijzelingen geen sensatieverhalen mogen worden. “Ik werk ook nooit mee aan sensatieverhalen, maar werk alleen met betrouwbare mediapartners. Ik snap dat de schrijfstijl van sensatieverhalen lekker leest en dat het populair is, maar het is heel gedetailleerd en het klopt niet altijd.” Hij geeft een recent voorbeeld van de ontvoering in Nigeria waarbij drie Nederlanders ontvoerd waren. “Enkele dagen na de ontvoering verscheen op de website van De Telegraaf een verhaal dat de gegijzelde Nederlanders vrij waren gelaten. Dit bleek onjuist en gebaseerd op onbevestigde berichten. Volgens hem is dit een goed voorbeeld dat een gedragscode moet voorkomen. Geen sensatieverhalen dus, maar goed gecheckte korte nieuwsberichten.” Een gedragscode zal ook goed zijn voor journalisten, zo vindt Slaman, zodat de journalist weet wat de invloed van media-aandacht bij een gijzeling kan zijn.”

Klaas Treurniet“We moeten natuurlijk helemaal niets. Een aantal jaren geleden is opgeroepen tot stoppen van berichtgeving over familiedrama’s. Hoofdredacteuren zeiden allemaal dat ze dat niet gingen doen omdat zij hun eigen verantwoordelijkheid hadden. Maar toch was er een daling van berichtgeving over familiedrama’s te zien.

Harm Taselaar“Ik houd niet van een bepaalde richtlijn of gedragscode. De media zijn zelf verantwoordelijk voor wat zij berichten. Wij denken wel na. Iedereen is vrij om zelf een keuze te maken, daar hebben wij geen bepaald richtlijnen voor nodig. En anders is er altijd nog de Raad van journalistiek.”

34

Page 36: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Hoofdstuk 6: Conclusie

In dit reflectieverslag heb ik een beeld geschetst over hoe media omgaan met berichtgeving van gijzelingen en wat de betrokkenen daarvan vinden. Dit heb ik gedaan aan de hand van literatuur en interviews. De vele gesprekken die ik heb gehad, hebben invloed gehad op mijn conclusie. De reden dat er zoveel mensen aan het woord zijn gekomen is om een duidelijk beeld te krijgen van verschillende gijzelingszaken en de verschillende betrokken partijen.

6.1 Centrale vraag

Aan het begin van mijn reflectieverslag stelde ik de centrale vraag: Hoe komt berichtgeving over ontvoerde Nederlanders in het buitenland tot stand?De aanleiding voor deze vraag was het verschil in berichtgeving over gijzelingen die ik had opgemerkt. Wat is de reden waarom er zo weinig gepubliceerd wordt over de huidige gijzelingen die al meer dan twee jaar duren?

35

Page 37: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Voor een groot deel heeft het niet te maken met het feit dat het ministerie van Buitenlandse Zaken vindt dat media-aandacht niet goed is voor het verloop van de gijzeling. De reden is meer dat journalisten niet weten wat er gaande is en dat er geen informatie, dus geen nieuws, tot de beschikking van de media is. Dat komt doordat het ministerie van Buitenlandse Zaken geen informatie geeft aan de media en ook familieleden van de gijzelaars geven geen informatie aan de media. Er is dus weinig nieuwsaanleiding. Daardoor wordt het moeilijk om te berichten over gijzelingen.

Journalisten denken niet dagelijks aan de Nederlanders die gegijzeld zijn. Maar op het moment dat er een nieuwsaanleiding is, zullen zij overwegen om de gijzelingszaken van de Nederlanders aandacht te geven. De datum, bijvoorbeeld een jaar nadat de ontvoering plaatsvond, kan een aanleiding zijn om een gijzeling onder de aandacht te brengen. Ik vind de reden van NOS om hierover niet te berichten wat zwak. De eindredacteur van het NOS Journaal geeft als één van de reden aan dat er te weinig beelden zijn om het nieuws te brengen. Ik ben van mening dat er altijd wel een manier is waarop het verhaal verteld kan worden. Het RTL Nieuws heeft het probleem van de beelden opgelost door een verslaggever naar het gebied te sturen waar Rijke ontvoerd werd. Een andere manier om het nieuws te melden is om het verhaal breder te trekken en uit te leggen waarom we niets horen van de twee gegijzelde Nederlanders. Daarbij zou je kunnen vermelden dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en familieleden geen informatie geven. Daarnaast kunnen beelden gebruikt worden van vier Fransen die eerder die maand, begin november, vrij werden gelaten in Mali. Ook zou Hans Slaman aan het woord kunnen komen over hoe hij de situatie van Rijke inschat. Er zijn meer bronnen dan alleen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de familieleden. Er zijn genoeg mogelijkheden om het probleem van weinig beelden op te lossen. Maar dan heerst de vraag of het verstandig is om hierover te berichten. En daar is lastig een antwoord op te geven omdat niet te bewijzen is wat het effect is van berichtgeving op een gijzeling. Er zijn voorbeelden waaruit blijkt dat berichtgeving negatieve gevolgen kan hebben, maar dat zijn enkele gevallen. Zoals Judith Spiegel zegt: “Bij media-aandacht is er altijd een risico en bij mediastilte is er geen risico.” Daar ben ik het mee eens. Maar ik vind niet dat gezegd kan worden nooit te berichten tijdens een gijzeling. Journalisten moeten de vrijheid hebben om zelf te bepalen om wel of niet te berichten. Journalisten moeten wel altijd goed afwegen hoe groot de gevolgen kunnen zijn zowel tijdens als ná de gijzeling. Daarom ben ik tegen sensatieverhalen over gijzelingen. Als journalisten toch willen berichten over een gijzeling terwijl er geen informatie is, neigt het al snel een sensatieverhaal te worden. De vraag is of dat de moeite waard is. Ik denk van niet. De familieleden van de gijzelnemer zullen hierdoor zeker effecten merken. Bijvoorbeeld in de eigen leefomgeving. Journalistiek gezien wordt het gewoon een emotioneel verhaal van een slachtoffer. Dat verkoopt waarschijnlijk goed, maar de journalistieke kwaliteit is hierbij laag. Waarom moeten wij lezen of zien hoe ellendig de familie zich voelt om de gegijzelde Nederlander?

De reden dat Sjaak Rijke meer media-aandacht heeft gekregen, heeft ook te maken met het feit dat er meer nieuwsaanleidingen was om te berichten over de gijzeling van Rijke, zoals het filmpje dat in september 2013 op internet verscheen. De hoeveelheid aandacht heeft dus puur te maken met het aantal nieuwsaanleidingen.

Aan het begin van mijn reflectieverslag was ik verbaasd dat Arjan Erkel veel media-aandacht kreeg en dat bij de gijzelingen van tegenwoordig de mediastilte overheerst. Ik vroeg mij af of er in die jaren

36

Page 38: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

iets veranderd is. Ik dacht dat het misschien lag aan het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken, van de media of van andere betrokkenen. Nu weet ik dat dat er niets mee te maken heeft en dat er niets is veranderd. Maat het heeft puur te maken met de organisatie Artsen Zonder Grenzen waarvoor Erkel werkte. In het zelfde jaar dat Erkel ontvoerd werd, was ook Roelant Jonker gegijzeld. Bij hem was er tijdens zijn gijzeling totaal geen media-aandacht. Het heeft dus niets te maken met een verandering in de afgelopen jaren. Het ligt er gewoon aan hoe de betrokken partij, zoals de werkgever en familieleden, omgaan met de media tijdens de gijzeling.

6.2 Richtlijnen

De journalisten die ik gesproken heb, zijn niet voor het invoeren van een richtlijn. Ik ben ook tegen een richtlijn. Ik vind dat journalisten zelf moeten weten dat zij verantwoordelijk zijn voor de berichtgeving. Wat ik wel een goed idee vind, is een bepaalde gedragscode voor journalisten bij berichtgeving van gijzelingen. Zij mogen zelf de keuze maken of ze berichten of niet, maar moeten rekening houden met familieleden van de gijzelnemers. Journalisten kunnen soms ver gaan voor een goed verhaal. Zoals Arjan Erkel zegt: “Het zou goed zijn als er een soort morele code gehandhaafd zou worden waarbij de wensen van de familie van de gegijzelden leidend is.” Eigenlijk is het vanzelfsprekend, maar niet iedere journalist houdt zich er aan. Als journalist moet je respecteren als de familie bijvoorbeeld niet wil praten met de media. Als zij dit wel willen, moeten journalisten de wensen van de familie respecteren en er bijvoorbeeld geen sensatieverhaal van maken als zij dit niet willen.

6.3 Voorbeeld

Tijdens het schrijven van dit reflectieverslag heb ik mij meerdere malen afgevraagd hoe ik zou handelen als ik een eindredacteur van een nieuwsprogramma zou zijn. Om mijn mening te verduidelijken ga ik hieronder antwoord geven op deze vraag.

Als eindredacteur van een nieuwsprogramma zal ik zeker aan het begin van de ontvoering alle feiten melden. Dat is gewoon hard nieuws. Ik zal niet direct contact opnemen met familieleden om vragen te stellen, tenzij er feiten gecheckt moeten worden. Na een week zullen nieuwsfeiten en nieuwsaanleidingen afnemen en dan is de vraag wat ik als eindredacteur ga doen. Wacht ik af tot er weer nieuws komt of ga ik verhalen zoeken? Ik denk het laatste. Het is niet zo dat ik op zoek ga naar sensatieverhalen, maar ik wil contact houden met betrokkenen. Als eindredacteur wil ik weten hoe zij omgaan met de gijzeling en wat zij willen van de media. Ik zal naar de wensen van de familie luisteren. De gijzeling zet ik als onderwerp op een lijst waar bijvoorbeeld elke week een redacteur

37

Page 39: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

achter aan belt. Dat hoeft niet perse naar de familie te zijn, maar dat kan ook het ministerie van Buitenlandse Zaken of deskundigen zijn.Als er vergelijkbaar nieuws is, zoals een andere ontvoering of vrijlating, zal ik net als Klaas Treurniet de naam van de gijzelaar aan het einde van het item noemen. Zou ik als eindredacteur hebben bericht over de twee jaar durende gijzeling van Sjaak Rijke? Ja, ook als er geen verslaggever in Mali is. Ik zal het onderwerp breder trekken door te melden dat een aantal weken eerder vier Fransen in Mali werden vrijgelaten en een deskundige aan het woord laten. Daarnaast meld ik dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en familieleden niet willen reageren omdat zij van mening zijn dat media-aandacht geen baat heeft bij de gijzeling. Natuurlijk zal ik het ministerie van Buitenlandse Zaken en de familieleden eerder die week wel bellen om te vragen of zij willen reageren. De reden dat ik dit nieuws wel breng is omdat er tijdens de meeste gijzelingen toch al weinig nieuwsaanleiding is. Als er lang niet is bericht over een langdurige gijzelingszaak zal het denk ik niet veel effect hebben op de gijzeling. Langdurige media-aandacht zou een groter effect hebben op de gijzeling. Als eindredacteur zou je kunnen luisteren naar het ministerie van Buitenlandse Zaken en niet berichten. Maar dan zouden media nooit meer berichten over gijzelingen. De enige reden waarom ik niet zou berichten is als de familie van de gijzelnemer mij dringend verzoekt niet te publiceren. Zij weten wat er speelt. En het ministerie van Buitenlandse Zaken ook, maar het ministerie trekt altijd één lijn en zal altijd hetzelfde zeggen. Tijdens de gijzeling zal ik alle feiten die binnen komen goed checken. De gevolgen bij foute berichtgeving in een gevoelige zaak als een gijzeling zijn enorm groot. Het is de verantwoordelijkheid van de eindredacteur en andere journalisten deze feiten altijd dubbel te checken. Na de gijzeling zal ik geen speculaties over losgeld publiceren. Als ik zou weten dat de familie of particulieren losgeld hebben betaald, zal ik het nieuws klein brengen. Ik zal geen bedragen publiceren. Dat is een heftige beslissing van een eindredacteur want eigenlijk is het gewoon nieuws. Zoals Judith Spiegel zei kan de betaling van veel losgeld gezien worden als een succes voor de gijzelnemers en dat kan leiden tot kopiegedrag. Aan de andere kant: stel dat Buitenlandse Zaken betaald heeft, dan zou ik het wel publiceren omdat het ministerie van buitenlandse Zaken altijd zegt niet te betalen.

Als eindredacteur moet je keuzes maken en daarbij moet je altijd in je achterhoofd houden dat je verantwoordelijk bent voor de berichtgeving. Zeker in berichtgeving van gijzelingen waarbij de publicaties grote gevolgen kunnen hebben. Door te blijven communiceren met verschillende betrokkenen kan de einderedacteur een afweging maken om wel of niet te publiceren. Ik zal uiteindelijk besluiten door te kijken naar andere nieuwsonderwerpen van die dag en hoe vaak er al is bericht over de gijzeling. Als er een kleine nieuwsaanleiding is bij de gijzeling van Ewold Horn, zal ik dat melden omdat er al zo’n lange tijd niets vernomen is van de gijzelaar.

De keuzes die gemaakt worden om wel of niet te berichten hangen van veel verschillende factoren af. Elke gijzeling is anders. Soms is er veel informatie en zorgt de werkgever van de gijzelaars voor informatie en soms is er totaal geen informatie. Daarom vind ik dat berichten over een gijzeling moet kunnen als er een nieuwsaanleiding is. Maar journalisten moeten wel zorgvuldig omgaan met de berichtgeving en luisteren naar de wensen van de familie. Journalisten moeten bij dit soort gevoelige onderwerpen beseffen dat zij verantwoordelijk zijn voor eventuele effecten.

38

Page 40: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Bronnenlijst

Literatuur:

E.R. Muller, R.F.J. Spaaij, A.G.W. Ruitenberg, Trends in terrorisme, hoofdstuk 2.5: Media en publieke opinie: Kluwer 2008Kovach & Rosenstiel, The elements of journalism p.5-6: Three Rivers Press april 2007Deuze, Wat is Journalistiek? p. 78: Het Spinhuis 2004Beunders, Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding, hoofdstuk 14: media en terrorisme en hoofdstuk 11.9: Mediamaatregelen: Kluwer 2004Teunissen, Wat is nieuws? p. 12: Boom Lemma uitgevers 2008Evers, Media-ethiek, hoofdstuk 2.3: Noordhoff Uitgevers B.V. 2007Erkel, Ontvoerd 607 dagen tussen leven en dood: Singel pockets, 2007

Internet:

39

Page 41: Web viewMaar na de verzuiling van Nederland ... Ronald Crelinsten bestudeert al meer dan dertig jaar de bestrijding van het terrorisme. ... “Het gaat eigenlijk tegen de

Programma ‘Jinek’ 27 oktober 2013:http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1375855 www.hartvannederland.nl www.rtlnieuws.nlwww.nos.nl https://www.ispbv.nl/international-security-partners/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Theodore_Kaczynski

Videofragmenten:

RTL Nieuws, Sjaak Rijke twee jaar ontvoerd: http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/laatste-videos-nieuws/sjaak-rijke-al-twee-jaar-gegijzeld-door-al-qaeda Videoboodschap Judith Spiegel en Boudewijn Berendsen: http://nos.nl/video/529933-ontvoerde-nederlanders-vrezen-voor-leven.html Videoboodschap Sjaak Rijke: http://nos.nl/video/552001-levensteken-ontvoerde-nederlander.html

Artikelen:

http://politiek.thepostonline.nl/2013/11/28/mali-helpt-stille-diplomatie-ontvoerde-sjaak-rijke/ http://nos.nl/artikel/603021-vraad-betaal-geen-losgeld.html http://nos.nl/artikel/585179-nvj-ontvoering-spiegel-niet-politiek.html http://www.ad.nl/ad/nl/1013/Buitenland/article/detail/3476633/2013/07/16/Media-bezorgd-over-in-Jemen-ontvoerde-Spiegel-en-man.dhtml http://www.vn.nl/Archief/Media/Artikel-Media/We-mogen-Sjaak-Rijke-niet-vergeten.htm Artikel nrc.next, 13-03-2007 pagina 4-5: ‘Pas op, dit artikel kan schadelijk zijn. Gezinsdrama leidt tot oproep tot terughoudender berichtgeving’http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3537307/2013/11/01/Vrijlating-Fransen-ongunstig-voor-ontvoerde-Nederlander-Sjaak-Rijke.dhtml Groene Amsterdammer 23 februari 2002: ’Tussen hamer en aambeeld’Reformatorisch Dagblad, 21 maart 2014, interview Judith SpiegelArtikel doelen gijzelnemers, Bakker en Abbawi, Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen ‘Clingendael’: http://www.atlcom.nl/ap_archive/pdf/AP%202004%20nr.%206/Bakker%20Abbawi.pdf en http://nl.wikipedia.org/wiki/Libanese_gijzelaarskwestie Artikel nrc.next 13-03-2007 pagina 4-5: ‘Pas op, dit artikel kan schadelijk zijn. Gezinsdrama leidt tot oproep tot terughoudender berichtgeving’Interviews:

Friso Wijnen, woordvoerder Buitenlandse ZakenBen Bot, voormalig minister Buitenlandse ZakenThomas Bruning, secretaris Nederlandse Vereniging voor JournalistenMichael Lescroart, voormalig hoofdredacteur P-magazineJudith Spiegel, journaliste o.a. voor NOS en Elsevier en gegijzeld geweestKlaas Nanninga, vriend Ewold HornArjan Erkel, gegijzeld geweestRoelant Jonker, gegijzeld geweestHans Slaman, algemeen directeur bij International Security PartnersKlaas Treurniet, eindredacteur NOS JournaalHarm Taselaar, hoofdredacteur RTL Nieuws

40