De kracht van immunogenetica in 2014 bij de …users.skynet.be/fa686441/GAB/GAB-2014/Immunogenetica...
Transcript of De kracht van immunogenetica in 2014 bij de …users.skynet.be/fa686441/GAB/GAB-2014/Immunogenetica...
De kracht van immunogenetica in 2014 bij de diagnose van HLA-geassocieerde ziektebeelden en
transfusie gerelateerde problemen”
Emonds Marie-Paule, HILA
03 juni 2014 Gent
Goals presentatie vandaag
− Rol van Immunogenetica begrijpen & verhouding tot antropogenetica
− Meerwaarde van HLA typering bij HLA geassocieerde aandoeningen & hoe “multifactorieel” stilaan inhoud krijgt
− Toegevoegde waarde van typering bij NAITP
− Toegevoegde waarde van RBC typeringen
Overzicht
Adaptieve Immuunresponse
Bestudeert het verband tussen genetica & de immuunresponse.
Is een subcategorie van de constitutionele genetica
In geval van auto immuunziekten die een complexe entiteit zijn met multifactoriële en ook genetische factoren kan de immunogenetica bijdragen tot
− De ontwikkeling van nieuwe therapeutische benaderingen
− Het ontrafelen van het mechanisme dat aan de basis ligt van deze aandoeningen.
− Ondersteuning van de diagnostiek
Immunogenetica
Genetische diversiteit & verschillen die aanleiding geven tot antistoffen
− Orgaantransplantatie
• ABH & HLA
− Moeder/kind
• ABH, HPA, Rh, andere RBC gensystemen
− Transfusieproblemen
• ABH, HPA, Rh, andere RBC gensystemen
Genetische diversiteit & antigenpresentatie
− Stamceltransplantatie
• HLA (genotypische identiteit) / GVHD / immuunreconstitutie
− Ziekte associaties
• HLA & andere gensystemen betrokken bij de immuunreactie
− Drug hypersensitiviteit
• HLA & andere gensystemen betrokken bij de immuunreactie
Immunogenetica in HILA
B
A
Type voorbeeld:
− ABACAVIR & HLA-B*57:01
• AIDSREMMER
• Ernstige anafylactische reacties
• HLA molecules hebben sleutelrol in
> Antigenherkenning (door presentatie van peptiden aan T cellen)
> Presentatie van antigen aan T cellen
Drug hypersensitiviteit
RR (ratio in populatie die HLA antigen heeft vs niet heeft)
PPV (kans dat de patient met een positieve test ook de aandoening heeft)
Typeringsmethoden
Real Time PCR LR of HR Light cycler
Luminex principe
xMAP™ bead technology:
iedere bead heeft
een eigen identiteit
• xMAP™ bead
technology:
iedere bead is gecoat
met een specifiek product
Generisch & automatiseerbaar zowel HR als LR typering
Bead reactiviteit
Bead identificatie
2.2 HLA: techniques – HLA typing : SSO ___________________________________________
2.1 HLA: techniques – HLA typing : SSP ___________________________________________
More SSPs on one strip (8 reactions)
or on a plate (96 reactions)
Ex: combitray
Ampliconpatron on agarose gel gives the identification:
Commercieel beschikbaar ovv generische lage
resolutietest of ovv test set per aandoening
Dit is een methode die vaak wordt gebruikt voor HLA-B27 typering (2 primersets
volstaan) & aangeboden door firma’s specifiek voor bepaalde aandoeningen.
Ook mogelijk ovv Real Time PCR
Type voorbeeld Ankyloserende spondilitis
(HLA-B27)
Ziekte associaties
Ontsteking
littekenweefsel gevormd dat de ruimte tussen
twee beenderen (bijvoorbeeld wervels) opvult. ->
bamboospine
SA veroorzaakt soms de typische verstijving van
de nek en de rug.
Pijn & typische houding door de verstijving met
bewegingsbeperking.
Meestal zijn het de gewrichten van de rug en het
bekken die aangetast worden.
Multifactorieel – Wat is verband met HLA?
− Vb Hemochromatosis (associatie met HLA-A3,B14)
• Owv lokatie van hemochromatose gen tussen HLA genen
• Nu gebeurt directe typering van het polymorfisme in het hemochromatose gen (HFE gen voor type 1).
• Verband met immuunsysteem
> Ja owv het belang van Fe in innate immuunresponse & granulocyte functie
Geldt dit ook voor Ankyloserende spondilitis SA & HLA-B27?
Multifactoriële aandoeningen & HLA
HLA-B27 positive first-degree relatives of AS cases
− are 5.6–16 times more likely to develop disease themselves than HLA-B27 positive carriers in the generalcommunity (Calin et al., 1983; van der Linden et al., 1983).
− Identical twins are much more likely to be concordant for AS (60–75%)than HLA-B27-positive dizygotic twins (24%)
Ankyloserende spondilitis
Ubiquitination, aminopeptidases & MHC class I presentation -> important role
− The proteasome degradeert eiwit
• recycleert de resulterende producten
of
• De peptides kunnen gepresenteerd worden via de MHC class I molecules aan het celoppervlak.
Ubiquitination (bereid eiwitten voor op afbraak) & speelt een belangrijke rol in de bepaling welke antigenen zullen gepresenteerd worden aan het immune systeem.
Ankyloserende spondilitis
Two loci (chromosomes 5p15 and 17q21) containing genes encoding four aminopeptidases have now been implicated in AS aetiology (International Genetics of Ankylosing Spondylitis
et al.,2013).
ERAP1 and 2 are resident in the endoplasmic reticulum (ER) and are an integral part of the MHC class I presentation pathway.
Ankyloserende spondilitis
Roles of ERAPs in the regulation of immune responses.
Hattori A , and Tsujimoto M J Biochem 2013;154:219-228
© The Authors 2013. Published by Oxford University Press on behalf of the Japanese
Biochemical Society. All rights reserved
Multifactorieel – Wat is verband met HLA?
- omgevingsfactoren
• Peptiden uit bepaalde E-Coli stammen
− Immuun genetische aspecten
• Antigen processing: ERAP-1
• Antigen herkenning & presentatie: HLA klasse I polymorfisme – HLA-B27
• Effector mechanisme
Ankyloserende spondilitis
Once peptides have been processed through the proteasome,
the Transporter associated with Antigen Processing (TAP) takes the
resultant peptide from the cytoplasm into the ER.
ERAP1 and ERAP2 then trim any N-terminally extended peptides longer
than 9 amino-acids down to that length (Chang et al., 2005; York et al.,
2002),
which is the favoured length for subsequent loading onto MHC classI
molecules such as HLA-B27.
-> HLA-B27 type is direct betrokken in de pathogenese,
doch op zich een onvoldoende voorwaarde voor
ontwikkeling van de aandoening (lage PPV).
Narcolepsie
- neurological disorder characterized by excessive daytime sleepiness, cataplexy,
hallucinations, sleep, paralysis, and disturbed nocturnal sleep patterns. (freq: 0,02
– 0,067 %)
-specific loss of hypothalamic hypocretin (orexin) producing neurons in the lateral
hypothalamus.
An autoimmune basis for the disease has long been suspected based on its strong
association with the genetic marker DQB1∗06:02.
Narcolepsy with hypocretin deficiency is associated with:
-human leukocyte antigen (HLA) and
-T cell receptor (TCR) polymorphisms, targeting a peptide unique to
hypocretin-producing neurons via specific HLA-peptide-TCR interactions.
Arguments: increase of childhood narcolepsy in 2010 following the 2009 H1N1
pandemic (pH1N1) in China and vaccination with Pandemrix, an adjuvanted H1N1
vaccine that was used in Scandinavia.
-
Narcolepsie – pathogenese
Crossreactive T cells
Molecular mimicry at the
MHC/TCR synapse (bvb H1N1
of Strept. Pyogenes met
hypocretin neuron auto
antigens)
DQA1*01:02/DQB1*06:02
HLA-DQB1*06:02
− > 85% van patienten met Narcolepsie & Cataplexie zijn positief voor DQB1*06:02 (hoge RR)
− Slechts 40% van patienten zonder cataplexie zijn eveneens DQB1*06:02 positief (lage PPV)
− 12%-38% van de populatie zijn positief voor DQB1*06:02.
− Diagnose van Cataplexie als symptoom van Narcolepsie is duidelijk zonder DQ typering
− > waarde van screening is eerder beperkt
wel vereiste parameter voor terugbetaling bepaalde therapie. (nog gebaseerd op oude nomenclatuur & linkage : DR2, DR15,DQ1,DQ6)
Rol van HLA in Diagnose van Narcolepsie
Auto immune aandoening die dundarm aantast, getriggerd door inname van GLUTEN.
Sterke linkage met:HLA- DQA1*05:01/DQB1*02:01 (sommige DQ2) & DQB1*03:02 (DQ8)
Ook associatie met andere auto immuunziekten
Rol van Gliadine antistoffen in pathogenese is niet duidelijk
Anti-tissue transglutaminase 2 antistoffen
Potentieel andere genen (reeks gekend maar nog niet volledig ontrafeld)
Verband met o.a.:
− Diabetes Mellitus
− Dermatitis herpetiformis
− Vitamine D deficientie
Ref: Curr Allergy Asthma Rep.(2013) 13: 347-353
Coeliakie
-> Birdshot retinopathie & HLA-A29 (HLA-A*29:02): RR 50-224
− 70-97 % van patienten met Birdshot Retinopathie zijn HLA-A29 positief
− 7% van de bevolking is HLA-A29 positief
− Ziekte is erg zeldzaam. PPV is dus erg laag
− Pathogenetische rol niet gekend
Uveitis – Rol van LR HLA typering
ABD (Adamantaides-Behçet ziekte)
-> HLA-B5 (B51)
− Geen echte rol in diagnose of prognose
− Regio gebonden (Japan, Turkije, Duitsland & Griekenland)
− Zijderoute
− Pathogenetische rol niet gekend
Uveitis – Rol van LR HLA typering
Andere oogaandoeningen geassocieerd aan:
− HLA-DRB1*04:05/10
− HLA-B27
Globaal:
HLA typering (niet enkel HLA-B27,A29,B51) is nuttig bij anterior, intermediate & posterior uveitis; doch niet conclusief & vooral belangrijk om pathogenese te begrijpen.
HILA voelt generische test uit die per locus alles in 1 bepaling opneemt.
Uveitis – Rol van LR HLA typering
Diabetes Mellitus
Rheumatoide Arthritis
…..
Andere
Geen RIZIV terugbetaling
B*57:01 tot voor kort door Firma. Nu Genetica?
HLA-DQB1*06:02 & HLA-B*57:01: companion tests
− Voorwaarde voor terugbetaling van medicatie
Standaardtarieven DvB
− 87 Euro per locus Lage resolutie (A, B, DRB1)
− 175 Euro per locus Hoge resolutie (DQB1)
Voor een aantal aandoeningen zoals voor Uveitis & Narcolepsie met Cataplexie wordt het eerder gezien als hulp bij ontrafelen mechanisme dan bij diagnostiek.
RIZIV en kosten
Genetische diversiteit & verschillen die aanleiding geven tot antistoffen
− Orgaantransplantatie
• ABH & HLA
− Moeder/kind
• ABH, HPA, Rh, andere RBC gensystemen
− Transfusieproblemen
• ABH, HPA, Rh, andere RBC gensystemen
Genetische diversiteit & antigenpresentatie
− Stamceltransplantatie
• HLA (genotypische identiteit) / GVHD / immuunreconstitutie
− Ziekte associaties
• HLA & andere gensystemen betrokken bij de immuunreactie
− Drug hypersensitiviteit
• HLA & andere gensystemen betrokken bij de immuunreactie
Immunogenetica in HILA
Bloedplaatjes immunologie
− Neonatale trombopenie
− Refractoriteit aan bloedplaatjes
− Post Transfusie purpura
Rode Bloedcel immunologie
− Auto immune hemolytische anemie
− Congenitale hemoglobinopathien
− HFA (high frequency antigens)
Transfusie & Zwangerschap geassocieerde allo-immuniteit
neonatale allo immune cytopenie (vb NAITP)
Moeder O /partner A of B of AB
Moeder Rhesus neg /partner Rhesus pos
Moeder Kell neg /partner Kell pos
Moeder HPA-1a neg /partner HPA-1a pos
HLA
Presentatie:
− Intracraniële bloeding tijdens zwangerschap
− Neonatale trombopenie (petechiën & mucosale bloedingen )
Diagnose: detectie van anti-HPA-1a antistoffen bij mama & HPA-1a typering baby & mama negatief.
Voorkomen:
− Frequentie : 1/1000 geboorten in W.Europa
• 50% met bloedingen
• 10% ICH
NAITP
NAITP (neonatale allo immune trombopenie) - focus op aan-/afwezigheid van HPA- antistoffen
− Meestal: anti-HPA-1a antistoffen (sterk reactief)
• >90% is DRB3*01:01 positief (
• Frequentie van afwezigheid HPA-1a (HFA) : < 2% in populatie W.Europa
− HPA-1a typering mama vervolledigt diagnose
− Prenataal advies volgende zwangerschap:
• HPA typering partner vereist
HPA-typering & NAITP
DRB3*01:01 is geassocieerd aan sterk reactieve HPA owv “adequate antigen presentatie door dit HLA-antigen”
Negatieve/zwak reactieve antistoffen – neonatale trombopenie meestal milder: slechts 25% is positief voor DRB3*01:01
Predispositie
Data DvB
Strategie DvB
Aanvraagpad neonatale trombopenie (Mama, Papa, Baby)
Telkens HLA antistoffen & HPA antistoffen
HPA typering van mama, papa, baby: methode PCR-SSP (geschikt voor
uitvoeren van 1 staal / Beadchip (batch testing)
Zo mogelijk ook antistoffen bij baby.
- titers
- HLA antistoffen transplacentair bij zeer hoge titer bij mama
Diagnose
-> Follow up met behandeling IV-Ig tijdens de zwangerschap
-> transfusie met compatibele plaatjes post nataal
-> prenataal advies voor volgende zwangerschap (zygotie partner)
Nog niet voorzien op voorschriftformulier: follow up antistoftiter tijdens
zwangerschap
− HILA screent & identificeert HPA antistoffen:
• EIA werd verlaten & vervangen door Luminex methode
• geen MAIPA,
• geen immunofluorescentie (interferentie HLA antistoffen)
• geen SPR
− HILA voert HPA typeringen uit in parallel (vangt evt vals negatieve screeningen op)
• Direct, onafhankelijk van de resultaten van de antistoffen
• Deze strategie wordt soms gecontesteerd door perifere ziekenhuizen (owv “te duur” & “nodig?”).
− DRB3 typering wordt aangeboden en aangeraden maar owv “geen terugbetaling” niet standaard uitgevoerd, enkel na overleg met behandelende arts.
•
Strategie DvB (2)
Terugbetaling
Uitgebreide bloedgroepen
„bloedgroep‟: welke variatie?
- ABO
> Zeer complex / Met DNA typeer je transferases, niet hun activiteit.
− Rhesus D
> Deleties
> Crossing over (hybride)
> Inserties
> Exon duplicaties
> Alternatieve RNA splicing
- Ee, Cc en Fya/Fyb, M/N, S/s, Jka/Jkb,…
> Puntmutaties
Wat is een bloedgroep?
Rhesus D: naast RhD+ en RhD-…
Rhesus
Klassificatie D antigen fenotype
Variatie in eiwitstructuur
Gevolgen
Zwakke D kwantitatief # aminozuren intramembranair of –cellulair
Minder antigenen op RBC oppervlak Alle antigenen zijn aanwezig • patiënt: RhD pos • donor: RhD pos
Partiële D* kwalitatief # aminozuren op RBC membraan (extracellulair)
Ontbrekende RHD epitopen zijn lichaamsvreemd • patiënt: RhD neg • donor: RhD pos
Hybride CE - D
idem
idem Andere epitopen: CE • patiënt: RhD neg • donor: RhD pos
* Meer bij etnische minderheden
− Chronische transfusie
• Sikkelcelanemie
• Warme autoantistoffen
• Stamceltransplantatie
patiënten en donoren
− Bloedgroep (uitz. ABO) recent getransfundeerde patiënten
− Zwakke reacties (RhD)
− Auto- of alloantistoffen?
− Geen serologische reagentia beschikbaar
− Risico foetus op hemolytische ziekte pasgeborene
Indicaties andere moleculaire testen
Real time PCR op foetaal DNA uit materneel bloed
− Beschikbaar voor resus D
− In sommige lab‟s ook voor “c” & voor “Kell”
Standaardmethode: Foetaal DNA (afkomstig van chorionvlokken of van amniosvocht)
− Voor elk RBC antigen waarvoor standaardmethode beschikbaar is
− Voor HPA antigenen,
− ……………….
Terugbetaling?
Prenatale typering
RIZIV
555015 – 555026 B 150
Bepalen van bloedgroepen ABO-RH1 (maximum 1)
555030 – 555041 B 250
Bepalen van RH fenotype (antigenen RH2 C, RH3 E, RH4 c RH5 e) (maximum 1)
555052 – 555063 B 125
Opsporen van een zwak RH1 fenotype (maximum 1)
Diagnoseregel 23: enkel igv RhD negatieve zwangere vrouwen en pasgeborenen van RhD negatieve moeders.
Terugbetaling
RIZIV
55772 – 554783 B 150
Bepalen van andere erythrocyten antigenen dan ABO en RH. Per bepaald antigen (maximum 16)
Diagnoseregel 33: enkel igv onregelmatige antistoffen, igv orgaan, stamcel of beenmerg transplantatie of igv chronische anemie die veelvuldige transfusies vergt gespreid over meerdere maanden.
Terugbetaling
DNA typering RBC
Aangerekend ten laste aanvragend labo (onderaanneming) – patient (hoofdaanneming)
Niet -Terugbetaald
In principe permanent gegeven.
Enkel nog IH nodig voor opvolging medische pathologie
Geen nood aan vooraf opsturen van stalen voor differentiële allo adsorptie (om de 8 dagen indien transfusie) – Spaart vaak 2 transporten H/T naar IH-labo‟s
Bloed direct beschikbaar (geen 24h vertraging)
Organisatie dagziekenhuis (slechts 1 opname vereist)
Actueel nog niet aanvraagbaar via standaardformulier
Verrekening
Immunogenetica
− Geneesmiddelen overgevoeligheid - Abacavir
− Ziekte associaties - AS
− Allo immune cytopeniën
• HPA - NAITP
• RBC
− Genetische polymorfismen met invloed op bloedtransfusiestrategie
Samenvatting