Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé...

24
Analyse van 13 de tot 19 de eeuwse geëmailleerde champlevé objecten Liene De Beuckeleer Promotoren: Veerle Van der Linden prof. dr. Koen Janssens Bachelorproef februari - maart 2008 Faculteit Wetenschappen Departement Chemie

Transcript of Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé...

Page 1: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

Analyse van 13de tot 19de eeuwse

geëmailleerde champlevé objecten

Liene De Beuckeleer

Promotoren: Veerle Van der Linden

prof. dr. Koen Janssens

Bachelorproef februari - maart 2008

Faculteit Wetenschappen

Departement Chemie

Page 2: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 2 -

Inhoudstafel 1. Inleiding................................................................................................................................................3

2. Historiek en techniek .........................................................................................................................4

2.1. Geschiedenis................................................................................................................................4

2.2. Het email.......................................................................................................................................5

2.2.1. Glas ......................................................................................................................................5

2.2.2. Metaal...................................................................................................................................6

3. Experimenteel .....................................................................................................................................7 3.1. Monster beschrijving ....................................................................................................................7

3.2. Micro-XRF.....................................................................................................................................9

3.3. Tomografie..................................................................................................................................11

4. Resultaten en discussie ..................................................................................................................13

4.1. Glas .............................................................................................................................................13

4.1.1. Glassamenstelling .............................................................................................................15

4.1.2 Kleurende bestanddelen ....................................................................................................17

4.1.3 Opaakmakers......................................................................................................................19

4.2. Metaal .........................................................................................................................................20

4.3. Pyxis (AV. 1952.008.003)..........................................................................................................20

4.4. Samenvatting van resultaten.....................................................................................................23

5. Conclusie ...........................................................................................................................................23

Referenties.............................................................................................................................................24

Page 3: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 3 -

1. Inleiding

Email is een manier om metalen, glazen, stenen en keramieken voorwerpen te versieren of te beschermen

door er een dunne laag glas op aan te brengen.1 In dit onderzoek betreft het enkel metalen, nl. koperen,

voorwerpen. Het aangebrachte glas is transparant of opaak en wordt gekleurd door toevoeging van één of

meerdere transitiemetalen. In de 13de-14de eeuw is het belangrijkste type van email het champlevé of

groeven-email, dat wordt gemaakt door ondiepe holtes (i.e. groeven) uit een metalen plaat te kerven en op

te vullen met glas.2 Wanneer champlevé geëmailleerde voorwerpen weer populair worden in de 19de eeuw,

overstijgt de vraag naar dit type van kunstwerken het aanbod aan authentieke, 13de eeuwse objecten. Om

het aanbod te vergroten komt de productie op gang van namaakobjecten in de stijl van de 13de eeuw. Gelet

op de zeldzaamheid van middeleeuwse champlevé objecten werd dit namaakproces met veel zorg

uitgevoerd zodat het heden vrij moeilijk is om authentieke 13de eeuwse meesterwerken te onderscheiden

van latere kopieën.3

Analyse van de gebruikte materialen is een belangrijk hulpmiddel geworden bij het dateringsproces. Eén van

de belangrijkste technieken die hierbij gebruikt wordt is x-stralen fluorescentie analyse (XRF). Deze niet-

destructieve techniek heeft als voordeel dat er geen bemonstering moet plaatsvinden. Door XRF

rechtstreeks op een kunstvoorwerp toe te passen kan de aanwezigheid van vele chemische elementen

aangetoond worden, en een aantal daarvan kunnen gebruikt worden voor de datering van het object. Van

deze techniek bestaat ook een compacte versie, nl. draagbare XRF (PXRF – portable XRF) waarmee ter

plaatse, i.e. in een museum, metingen kunnen uitgevoerd worden.4

De geanalyseerde objecten zijn afkomstig uit het Museum Vleeshuis te Antwerpen. Dit museum heeft een

collectie van zo’n 80 000 kunstwerken in allerlei vormen, materialen en stijlen. Voorwerpen met email op

metaal vormen slechts één van de vele subcollecties en deze bestaat uit 83 objecten. Een belangrijke groep

in deze subcollectie is een verzameling van 9 vergulde koperen stukken gedecoreerd met de champlevé

emailleertechniek. Om te verifiëren of deze stukken 13de-14de of 19de eeuws zijn, werd het email op deze

objecten in eerste instantie met behulp van PXRF geanalyseerd.4 Met de PXRF apparatuur werden

elementen gedetecteerd die specifiek zijn voor de 19de eeuw waardoor er twijfel ontstond over de echtheid

van sommige objecten. Een groot nadeel van PXRF is echter dat het geanalyseerde oppervlak ongeveer 1

cm2 groot is. Hierdoor is het niet mogelijk om diverse types gekleurd glas die in kleine naast elkaar liggende

vlakjes voorkomen, afzonderlijk te analyseren. De 9 champlevé kunstwerken werden daarom overgebracht

naar de Universiteit Antwerpen om met behulp van microscopische XRF hun datering te verifiëren.

Page 4: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 4 -

2. Historiek en techniek

2.1. Geschiedenis

De emailleertechniek is ontstaan uit het inleggen van edelstenen in metaal die later worden vervangen door

stukjes glas. Nadat in Egypte het soldeerproces is ontwikkeld, begint men met smalle stroken goud op een

metalen ondergrond te bevestigen. De openingen tussen deze metalen randen worden gevuld met stukjes

glas, op maat gemaakt door glaspoeder samen te smelten.2 Een verdere technologische stap is de

ontwikkeling van het email waarbij het glaspoeder op metaal gesmolten wordt zodat er een goede hechting

ontstaat tussen beide. Hoewel de kunst van het emailleren waarschijnlijk op verschillende plaatsen

tegelijkertijd ontwikkeld is geweest, worden in 1952 de eerste geëmailleerde cloisonné objecten

teruggevonden in Cyprus.5 De email-cloisonné techniek wordt terug populair in de 5de tot 6de eeuw na

Christus. Men soldeert stukjes metaaldraad op een ondergrond zodat er cellen werden gevormd die gevuld

worden met glaspoeder. Het hele object wordt in een oven geplaatst en verhit. Verschillende

emailleertechnieken volgen elkaar op doorheen de tijd, zoals te zien in Figuur 2. In de 5de tot 8ste eeuw

ontstaat bij de Kelten de champlevé emailleertechniek. In de 13de eeuw wordt deze techniek herontdekt en

gevoelig verfijnd, vooral door kunstenaars uit de streek van Limoges, Frankrijk.3 Bij email-champlevé worden

er cellen gecreëerd door ze uit een plaat zacht metaal (zoals rood koper, zilver, goud) uit te kerven. Zoals bij

de cloisonné techniek worden deze daarna gevuld met een mengsel van glaspoeder en water. Het verschil

tussen de twee technieken wordt verduidelijkt in Figuur 1a en Figuur 1b. Bij de champlevé techniek kunnen

er meerdere kleuren in eenzelfde cel aangebracht worden. Wanneer de cellen gevuld zijn, wordt het geheel

lichtjes opgewarmd zodat het glaspoeder kan drogen vooraleer het de oven ingaat. In de oven smelt het

glaspoeder en ontstaat er een hechting tussen het glas en de metalen ondergrond. Wanneer het glas

helemaal gesmolten is, wordt het onmiddellijk uit de oven gehaald en heel langzaam afgekoeld zodat

eventuele spanningen in het glas geminimaliseerd worden en er geen barsten ontstaan. Omdat het vochtige

glaspoeder in volume veel groter is dan het gesmolten glas worden de cellen meerdere keren na elkaar

gevuld en verhit. het. Eens volledig gevuld, wordt het oppervlak van het geëmailleerde stuk meestal gepolijst

en verguld.

Figuur 1: (a) cloisonné emailleertechniek en (b) champlevé emailleertechniek

Tot op het einde van de 15de eeuw worden alle emailleertechnieken beperkt door de randen van de cellen

waarbinnen men het email aanbrengt.3 Geïnspireerd door renaissance schilders, creëert men in Limoges

Page 5: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 5 -

een nieuwe techniek, het email-peint. Hierbij wordt voor de eerste keer het metaal volledig bedekt met een

laag email zonder gebruik te maken van metalen begrenzingen. Hierdoor kunnen meer geleidelijke

kleurovergangen worden gerealiseerd en komt de emailleerkunst dichter bij de schilderkunst te staan.

Bij het begin van de 19de eeuw heeft er een heropleving van de emailkunst plaats waarbij men teruggrijpt

naar alle eerder vernoemde technieken. Het produceren van geëmailleerde objecten geïnspireerd op een

populaire stijl of het kopiëren van objecten in die stijl wordt een waar specialisme.

Figuur 2: Chronologische opeenvolging van de verschillende emailleertechnieken.

2.2. Het email

2.2.1. Glas

De structuur van glas (Figuur 3) bevat 3 basiscomponenten, nl.6

1) een netwerkvormer, meestal een siliciumbron zoals kwartszand (SiO2); 3

2) netwerkvervormers, meestal alkalimetalen zoals Na (uit as van wieren en zeeplanten, zeezout) en K

(uit as van woudplanten). 7 Omdat zuiver kwarts een smelttemperatuur heeft van 1665°C is het nodig

deze component toe te voegen om de verwerkingstemperatuur van het eigenlijke glas te verlagen tot

700-900°C. Na+ en K+ dringen binnen in het driedimensionale netwerk van SiO4-tetraeders waardoor

dit verstoord wordt; hierdoor daalt de smelttemperatuur. 6

3) netwerkstabilisatoren, bvb. aardalkalimetalen zoals Ca en Mg die ofwel toegevoegd worden in de

vorm van schelpen, kalksteen... ofwel als onzuiverheid aanwezig zijn in de twee hoger vernoemde

componenten. Ze verstevigen de vervormde structuur zodat het glas minder gevoelig wordt voor

verwering onder invloed van vocht of andere externe agentia.8

Figuur 3: Silicaatskelet van vensterglas.

Lood is eveneens een component die toegevoegd kan worden aan de glasmatrix. Het grote voordeel van het

toevoegen van lood is dat het een helder en sterk glas met een lagere smelttemperatuur oplevert.9

Page 6: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 6 -

De moeilijkheid bij het emailleren is dat het gebruikte glas en substraatmetaal ongeveer dezelfde

uitzettingscoëfficiënt moeten hebben. Men moet dus zoeken naar een basissamenstelling die resulteert in

een glas dat in gelijke mate uitzet en krimpt als het metaal. Op die manier wordt vermeden dan het email

barst en/of loskomt van het metaal.2

Naast de basissamenstelling kunnen aan glas nog andere elementen toegevoegd worden. Glas kan gekleurd

worden door:

a) het oplossen van metaaloxides (bv. CoO, CuO) in de glasmatrix (Figuur 4a) waardoor er een

homogeen en transparant geheel ontstaat;

b) het toevoegen of het doen vormen van microkristallen (bv. SnO2, Cu2O), met een typisch diameter

van ongeveer 1 µm of kleiner, die stabiel zijn bij hogere temperaturen (Figuur 4b). Deze kristallijne

materialen verstrooien het licht waardoor de transparantie van het glas verminderd. Ze worden

daarom ook wel opaakmakers genoemd.

De productie van een specifieke kleur in het glas is niet enkel afhankelijk van het toevoegen van kleurende

bestanddelen maar ook van de samenstelling van het mengsel, de atmosfeer in de oven en van de duurtijd

en temperatuur van het smeltproces.3

Doorheen de eeuwen heen veranderden zowel de basissamenstelling, de kleurende bestanddelen en de

onzuiverheden in het glas. Hierdoor wordt het mogelijk om met behulp van chemische analyse het gebruikte

glas aan een historische periode toe te wijzen.

Figuur 4: Teruggestrooide elektronenbeelden van (a) (x500) een homogeen groen emailfragment (laagdikte ca 200 µm) en (b) (x800) kleine SnO2 korrels verantwoordelijk voor diffusie van het licht.3

2.2.2. Metaal

In de 12de eeuw worden er drie metalen gebruikt voor het emailleren, nl. goud, zilver en koper. Zilver en

goud worden vooral gebruikt voor cloisonné email waarbij transparante email wordt aangebracht. De

champlevé emailleertechniek vereist een veel dikkere plaat, en omdat dit voor goud en zilver te duur is, gaat

men koper gebruiken. Om het resultaat toch op een gouden kunstwerk te laten lijken, wordt het koper

verguld.10 Zuiver (i.e., rood) koper is een geschikt metaal om op te emailleren omdat (a) het relatief zacht is,

(b) zijn smeltpunt (1083°C11) boven dat van het glas (700-900°C)2 ligt en (c) de uitzettingscoëfficiënt van het

metaal in de buurt ligt van die van glas.10 Voor het emailleren werd steeds een nagenoeg zuiver koper

gebruikt (98-99%).12

a

b

Page 7: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 7 -

Wanneer in de oven het glaspoeder smelt, ontstaat er een reactie

tussen het glas en het koper. Door oxidatie wordt rood koperoxide

(Cu2O) aan het oppervlak van het koper gevormd. Dit is te zien aan de

randen van het email (Figuur 5). Koper(I)oxide lost enerzijds goed op in

het glas en diffundeert anderzijds in het kristalrooster van het

metallisch koper, zodat er een sterke hechtingslaag tussen glas en

mataal gevormd wordt.13 De vorming van het rode koperoxide zorgt er

echter voor dat de kleur van transparant email verandert. Daarom

wordt er bij geëmailleerde champlevé objecten meestal gebruik

gemaakt van halfdoorzichtig tot opaak email.14 Bij email-peint, waarbij

men ook op koper emailleert, wordt dit verkleuringsprobleem vermeden

door eerst een grondlaag in wit email aan te brengen waarop men

verder emailleert. Bij het gebruik van goud en zilver als substraat is het mogelijk om transparant email aan te

wenden omdat de binding van het metaal en het glas niet ontstaat door chemische reacties die een lokale

kleurverandering induceren.14

In par. 2.2.1 werd reeds vermeld dat na het emailleren het metaal afgewerkt kan worden met een vergulding.

Dit kan op twee manieren gebeuren. Een eerste manier is vuurvergulden: hierbij wordt een pasta van een

goud-amalgaam aangebracht op het metaal. Vervolgens wordt het object verwarmd tot ongeveer 360°C. Het

kwik verdampt terwijl het goud zich bindt met het koper zonder dat het email hierbij aangetast wordt.10 De

techniek van het vuurvergulden raakte in onbruik omdat de kwikdampen te gevaarlijk bleken te zijn.15 Een

tweede manier is galvanisch vergulden; deze techniek was meer gebruikelijk in het begin van de 19de eeuw.

Hierbij wordt het koper van een laagje goud voorzien door goud op elektrochemische wijze vanuit een

oplossing (met Au3+-ionen) neer te slaan. Het goud raakt echter moeilijker tot in de diepere groeven.

3. Experimenteel

3.1. Monster beschrijving

De geëmailleerde Limoges champlevé objecten zijn zeer kostbaar en moeten met veel voorzichtigheid

behandeld worden. In Tabel 1 worden alle kunstwerken vermeld die geanalyseerd werden. De voorwerpen

werden naar het laboratorium van de universiteit getransporteerd door de stad Antwerpen, waar ze bewaard

werden in een kluis. Tijdens de µ-XRF analyses worden de voorwerpen op een gemotoriseerd platform

gemonteerd.

Figuur 5: Detail van pyxis AV. 1952.008.003 waarin rood koper(I)oxide te zien is aan de rand tussen het glas en het metaal.

Page 8: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 8 -

Tabel 1: Beschrijving van objecten, alle objecten zijn afkomstig uit het Museum Vleeshuis.

Collectie nummer Beschrijving Kunstenaar Emailkleuren Veronderstelde

periode van herkomst

Foto

AV. 1888 Pyxis Onbekend donkerblauw lichtblauw wit rood

tweede kwart 13de eeuw

AV. 1952.008.003 Pyxis Onbekend donkerblauw

lichtblauw 13de eeuw

AV. 1952.008.001 Kistje Onbekend donkerblauw

lichtblauw geel groen rood turkoois wit

19de eeuw

AV. 1952.008.027 Plaquette Onbekend donkerblauw

lichtblauw geel groen rood wit

19de eeuw

AV. 1952.008.035 Kandelaar Onbekend donkerblauw

lichtblauw geel groen rood turquoise wit

onzeker

Page 9: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 9 -

AV. 1952.008.028 Staf Onbekend donkerblauw lichtblauw rood

onzeker

AV. 1767 Christusfiguur Onbekend donkerblauw,

lichtblauw en groen rood

onzeker

AV. 1952.008.008 Spaans kruis

(groot) Onbekend donkerblauw 14de eeuw

AV. 1952.008.013 Spaans kruis

(klein) Onbekend rood 14de eeuw

3.2. Micro-XRF16

Zoals eerder vermeld wordt er voor de element analyse van de

kunstvoorwerpen gebruik gemaakt van µ-XRF.

X-straal fluorescentie treedt op wanneer er fotonen, met een energie in

het X-straal gebied, invallen op een materiaal (Figuur 6a). De energie

van de invallende fotonen wordt geabsorbeerd door atomen in het

monster en o.a. overgedragen naar hun binnen-elektronen. Hierdoor

kunnen deze elektronen uitgestoten worden en ontstaan er vacatures in

de binnen-schillen van de atomen (Figuur 6b). De betrokken atomen

komen in een onstabiele toestand terecht. Om stabiliteit terug te winnen

zal er een zwakker gebonden elektron vanuit een buitenste schil naar

een sterkere bindingstoestand overgaan en de vacature opvullen.

Tijdens deze transitie kan het verschil in bindingsenergie van het

betrokken elektron worden uitgezonden als een X-straal foton, met een

energie of golflengte die karakteristiek is voor elke atoomsoort (Figuur

6c). De aanmaak van een vacature door invallende straling wordt

Figuur 6: mechanisme -XRF: a) invallend x-straal foton, b)ontstaan vacature, c) uitzenden X-straal foton met karakteristieke energie.

Page 10: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 10 -

gevolgd door een cascade van elektronische transities, waarvan elke transitie gepaard kan gaan met de

emissie van fluorescentiestraling. Deze straling bestaat per atoomsoort uit fotonen met een beperkte reeks

karakteristieke energieën of golflengten, de karakteristieke X-straalenergieën, die geleidelijk toenemen met

stijgend atoomnummer. Ze worden als pieken weergegeven in een

X-straal spectrum. Door het meten van de karakteristieke X-

straalenergieën kunnen de betrokken elementen geïdentificeerd

worden. Voor de metingen op de objecten zal steeds gebruikt

gemaakt worden van energiedispersieve XRF (EDXRF) waarbij men

de intensiteiten van de gedetecteerde energieën gaat meten door

middel van een halfgeleiderdetector.

De XRF spectrofotometer is samengesteld uit verschillende

onderdelen (Figuur 7): een X-stralen bron, een detector en een

camera. Om het monstermateriaal te exciteren is een X-stralen bron

nodig. Hier werden de metingen uitgevoerd met een mini-focus

Kevex PXS4 Mo-tube. Dit is een X-stralenbuis waarin een W-filament

elektronen vrijstelt die door middel van een hoogspanning naar de

anode, een blok hoogzuiver molybdeen, versneld worden. Wanneer

de elektronen invallen op het molybdeen wordt een breed spectrum

aan X-stralen geproduceerd, het Brehmstrahlung continuüm, en ook

de karakteristieke lijnen van het Mo. Omdat het te analyseren

monster direct wordt bestraald met het brede spectrum, wordt dit ook wel direct-excitation EDXRF genoemd.

Er werd telkens gedetecteerd met een buisspanning van 35 keV en een buisstroom van 0,20 mA voor het

email en 0,10 mA voor het metaal. De intensiteit van de energieën van de uitgezonden straling worden

gemeten met behulp van een halfgeleider Canberra Si(Li) detector gekoeld met vloeibare stikstof om

thermische excitatie binnenin het Si-kristal van de detector tegen te gaan. De spectra werden gedurende

300 s verzameld.

Omdat het hier gaat over de analyse van relatief kleine oppervlakken wordt gebruikt gemaakt van een

gefocusseerde X-stralen bundel. Deze wordt gevormd met behulp van een polycapillaire lens, vervaardigd

door The Institute of Low Energy Physics in Beijing (China), gemonteerd op een gimbal lens houder

(Newport M-LP-05B). De polycapillaire lens bestaat uit een groot aantal (meer dan 100 000) dunne holle

glazen buisjes die in een bepaalde vorm zijn gemonteerd (Figuur 8a). De lens collecteert de geproduceerde

straling van de X-stralenbuis en focusseert ze in een brandpunt op ongeveer 1,5 cm buiten de lens door

meervoudige totale externe reflectie (Figuur 8b). De gefocusseerde bundel heeft een doorsnede van

ongeveer 50-100 µm diameter. Deze sub-mm X-stralen bundel maakt het op deze wijze mogelijk om

individuele metingen uit te voeren op specifieke posities op het monster, zonder storing door de

aangrenzende materialen. Tenslotte is er nog een microscoop en videocamera aanwezig waarmee de

objecten correct gepositioneerd kunnen worden ten opzichte van de X-stralen bundel.

2

Figuur 7: Opstelling voor het meten van Christusfiguur met: 1.Licht, 2.X-stralen detector, 3.Camera, 4.X-stralenbron.

Page 11: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 11 -

Figuur 8: Polycapillaire X-stralen lens: (a) doorsnede met zicht op de individuele holle buisjes, (b) zijaanzicht: de X-stralen worden in het brandpunt van de lens gefocusseerd.

Het evalueren van de EDXRF spectra werd uitgevoerd met het computerprogramma AXIL (Analysis of X-

rays by Iterative Least squares). Met behulp van deze software kan de netto-oppervlakte onder een X-

stralen piek berekend worden door de achtergrond af te trekken van het totale spectrum en te

veronderstellen dat de pieken een gausiaanse vorm hebben.

Bij elke meting wordt er één punt geanalyseerd en een spectrum opgenomen. Van een oppervlak van een

object kan ook een verdelingskaart opgenomen worden. Hierbij worden verschillende datapunten binnen dit

oppervlak geanalyseerd en de hieruit verkregen spectra worden samengevoegd waarna de

intensiteitsverdeling per element met grijstinten in kaart wordt gebracht.

XRF is een niet-destructieve techniek die als voordeel heeft dat er geen bemonstering moet plaatsvinden

van het geanalyseerde voorwerp of monster. Door een XRF-meting rechtstreeks op een voorwerp uit te

voeren, kan de aanwezigheid van vele elementen aangetoond worden. Maar naast de vele voordelen,

bestaan er ook nadelen. Zo kunnen met deze µ-XRF opstelling enkel elementen gedetecteerd worden met

een atoomnummer groter dan 14 (Si). Dit betekent dat de belangrijke lage-Z componenten van glas, zoals

Na, Mg en Al, niet kunnen gedetecteerd worden.

De intensiteiten van de pieken worden bepaald door de concentratie van aanwezige elementen, maar

ondervinden ook de invloed van de matrix waarin ze zich bevinden. De grootte van de deeltjes, de

heterogeniteit van het glas, de oppervlaktetextuur en de dikte van de glaslaag spelen hierbij een rol. Dit staat

bekend als het matrixeffect.17 Om in de context van de email analyses die hier besproken worden, toch iets

in kwalitatieve zin over de aanwezige elementen (kleurende en opaakmakende bestanddelen) te kunnen

achterhalen, worden daarom bij voorkeur intensiteitverhoudingen gebruikt van twee elementen die niet te

veel in atoomnummer (en dus in fluorescentie-energie) verschillen.14 Hierbij gaan we van de veronderstelling

uit dat vele van de bovenvermelde matrixeffecten elkaar grotendeels opheffen zodat de gebruikte

intensiteitsverhoudingen goede benaderingen zijn van de equivalente concentratieverhoudingen, op een

relatieve gevoeligheidsfactor na.

3.3. Tomografie

In radiografie gebruikt men Röntgenstraling om de interne structuur van objecten te bekijken zonder ze

daarbij te moeten beschadigen. De verschillende materialen waaruit een voorwerp bestaat hebben andere

dichtheden en elementaire samenstellingen. Wanneer X-stralen door een voorwerp gaan zullen de

materialen met hogere dichtheid meer straling absorberen dan die met lagere dichtheid. Materiaal dat rijker

is aan zware elementen (Au, Pb,...) zal ook meer straling absorberen dan materiaal rijker aan lichte

elementen (C, Al,...). De intensiteit van de doorvallende straling wordt hierdoor verminderd. Na passage door

Page 12: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 12 -

het voorwerp komen de overblijvende X-stralen op een fotografische plaat of een detector terecht. Het

resultaat is een Röntgenfoto, een tweedimensionaal (2D) beeld met verschillende grijswaarden. Op plaatsen

met hoge dichtheid zal het beeld donkerder zijn dan op plaatsen met lage dichtheid. Het 2D-beeld is een

projectie van een 3D-object met als grote nadeel dat wanneer het object een sterk absorberend materiaal

bevat in het midden, men niet kan zien wat ervoor en erachter zit. Er zal enkel een donkere vlek te zien

waaruit geen bijkomende informatie kan afgeleid worden. Aangezien de geanalyseerde geëmailleerde

objecten steeds een koperen drager hebben die sterk absorberend is, kan men op Röntgenfoto’s enkel de

drager zien zonder er veel informatie uit te kunnen halen.

Een oplossing hiervoor is het gebruik van computer gestuurde X-stralen tomografie, een techniek die de

mogelijkheid biedt een 3D-beeld van een object te bekomen op basis van een reeks Röntgenfoto’s. Het

object wordt daartoe in zijn geheel op een draaitafel geplaatst in het toestel. De draaitafel bevindt zich op

een vaste afstand tussen de X-stralenbron en de detector die op één lijn tegenover elkaar staan, zoals

getoond in Figuur 9. De draaitafel draait 180° rond terwijl Röntgenfoto’s van het voorwerp wordt opgenomen

vanuit verschillende hoeken. De computer registreert alle gegevens afkomstig van de detector en verwerkt

ze tot een 3D-reconstructie van het object waarbij de verschillende lagen en structuren van elkaar kunnen

onderscheiden worden aan de hand van hun verschil in dichtheid en/of samenstelling, weergegeven door

grijswaarden. 18

Figuur 9: Werkingsprincipe van X-stralen tomografie (Skyscan 1076 micro-CT).

Het toestel dat gebruikt werd is de SkyScan1076 in-vivo micro-CT dat eigenlijk ontwikkeld werd voor de

tomografische beeldvorming van kleine laboratorium proefdieren zoals muizen. Dit heeft als nadeel dat te

analyseren objecten gelimiteerd worden door hun grootte. Er wordt gededecteerd met een spanning van

100kV, een stroom van 100µA, een 1 mm Al filter en rotatiestappen van 0,3°.

Door deze techniek toe te passen op de email-champlevé objecten is het mogelijk om informatie te bekomen

over de metaallaag die zich onder het opake email bevindt, zonder de noodzaak het email te moeten

verwijderen.

Page 13: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 13 -

4. Resultaten en discussie

4.1. Glas

Alle emailkleuren van de betrokken objecten werden geanalyseerd. De resultaten van de analyses worden

vergeleken met informatie uit literatuur die samengevat is in Tabel 2. Hierin werd informatie opgenomen over

zowel de glassamenstelling, de kleurende bestanddelen als de opaakmakers aangezien al deze gegevens

kunnen bijdragen tot de datering van het glas.

Tabel 2: Vergelijking tussen 13de-14de en 19de eeuws glas wat betreft samenstelling, kleurende bestanddelen en opaakmakers. 13de-14de eeuw 19de eeuw

GLASSAMENSTELLING

lage K/Ca verhouding 7 hoge K/Ca verhouding 7

lage Pb intensiteit 19 hoge Pb intensiteit 19

KLEURENDE BESTANDDELEN

Blauw CoO (0,2%), gecontamineerd door Fe, Cu, Ni, Zn, As, Bi (onzuiverheden in

Co erts) echter zonder invloed op de kleur 7

CoO, industrieel gezuiverd (minder

onzuiverheden) 7

Turquoise CuO 9 - CuO

- Cr (niet noodzakelijk een verband

met de kleur) 19

Rood Cu of Cu2O in de vorm van kleine kristallen gedispergeerd in de glasmatrix

samen met Fe2O3 7

- Cu of Cu2O met Fe2O3

- Cr (niet noodzakelijk een verband

met de kleur) 19

Groen - CuO 9

- S en Fe 20

Cr+III 19

Al de hierboven genoemde kleuren kunnen ook opaak gemaakt worden door ze te mengen met wit opaak email.

OPAAKMAKERS

Geel kristallen van lood antimonaat (Pb2Sb2O7) en lood stannaat (Pb2Sn2O6),

gedispergeerd in het glas 9

- Pb2Sb2O7 9

- Pb2Sn2O6 9

- Pb2As2O619

Wit - Klassieke oudheid: calcium antimonaat (Ca2Sb2O7) kristallen

gedispergeerd in de glasmatrix 9

- vanaf het begin van de 13de eeuw: overstap naar SnO214

- Cr (niet noodzakelijk een verband

met de kleur) 19

- Pb2As2O7 19

- SnO219

De aanwezigheid van al deze componenten wordt aangetoond door het opnemen van een verdelingskaart

van een gebied van 6x6 mm2 van de 13de eeuwse pyxis AV.1888 waarin naast lichtblauw, donkerblauw, wit

en rood email ook metaal voorkomt.

Page 14: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 14 -

Figuur 10: (a) Foto (incl. detail) van Pyxis AV.1888 en (b) verdelingskaarten van het geanalyseerd oppervlak.

Uit de verdelingskaarten (Figuur 10b) kan informatie bekomen worden over:

• de glassamenstelling: Overal waar glas aanwezig is, is er een hoge X-stralen intensiteit van K en Ca

waarneembaar, twee basiscomponenten (resp. de netwerkvervormer K2O en de netwerkstabilisator

CaO) van glas.

• de kleurende bestanddelen: In het rode gebied is een hogere Fe- en Pb-intensiteit te zien. De

kleuring door Cu en Co van het rode resp. het blauwe glas is veel moeilijker te zien. Dit komt omdat

de hoogste intensiteit voor Cu gedetecteerd wordt ter hoogte van de koperen rand (ca 98-100% Cu)

en de hoeveelheid Cu nodig om glas rood of turquoise te kleuren (ca 1-2%)9 veel lager is. Hoewel de

associatie van Co met het blauwe email duidelijk zichtbaar is in de verdelingskaart, is slechts een

beperkte intensiteit waarneembaar omdat dit element sterk kleurend is en er daarom maar 0,1-0,2%

wordt toegevoegd.

• de opaakmakers: De witte en rode emails zijn antimoon-rijk, wat normaal is voor 13de eeuws email.

Het blauw glas bevat een opaakmaker gebaseerd op Sn.

• het metaal: De koperen rand is duidelijk te zien in de Cu-verdelingskaart. In de groef van de koperen

rand is een hoge Au-intensiteit waar te nemen. De vergulding die vroeger op het koper werd

aangebracht is doorheen de tijd van het oppervlak weggesleten maar enige overblijfsels zijn nog in

de groeven aanwezig

Page 15: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 15 -

4.1.1. Glassamenstelling

Met behulp van analyse met µ-XRF kan men achterhalen of een gebruikt materiaal al dan niet uit glas

bestaat. Figuur 11 toont als voorbeeld het spectrum opgenomen van het materiaal dat gebruikt werd voor de

ogen van de Christusfiguur op de plaquette (Figuur 11). In dit spectrum zijn Si, K en Ca pieken te zien,

elementen die deel uitmaken van de basissamenstelling van glas. Aangezien er ook een Co piek aanwezig

is in het spectrum gaat het hier over donkerblauw glas (Tabel 2).

Figuur 11: (a) Foto (inclusief detail) en (b) µ-XRF-spectrum van het materiaal dat gebruik werd voor het linkeroog van de Christusfiguur op plaquette.

Aan de hand van de XRF spectra kan de samenstelling van het glas op de verschillende objecten onderling

vergeleken worden. Er werd hiervoor enkel het donkerblauw email gebruikt, omdat dit op acht van de negen

onderzochte kunstwerken aanwezig is. Zoals eerder vermeld werd de vergelijking enkel op basis van

intensiteitsverhoudingen gedaan, om de invloed van matrixeffecten te minimaliseren. In Figuur 12a en 12b

wordt de waargenomen K/Ca verhouding van het donkerblauw email uitgezet tegenover de Co/Fe

verhouding en ingedeeld volgens de eeuw van vermoedelijke oorsprong. In Figuur 12a zijn al de datapunten

van objecten waarvan de periode van herkomst als zeker wordt beschouwd, aangevuld met datapunten van

13de eeuwse objecten uit literatuur 9. Aan de hand van deze data worden twee gebieden afgebakend, één

voor 13de eeuwse en één voor 19de eeuwse objecten. In de grafiek worden vervolgens de gegevens uitgezet

van de objecten met 13de eeuws uitzicht maar onzekere periode van herkomst, nl. de staf, de kandelaar en

Christusfiguur. Van deze drie objecten wordt vermoed dat ze 19de eeuws zijn.

Page 16: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 16 -

Figuur 12: Vergelijking van de glassamenstelling van het geanalyseerde donkerblauwe email op de verschillende objecten. (a) data van gedateerde objecten en literatuur, (b) data zeker en onzeker gedateerde

objecten

K/Ca: Alle 13de eeuwse objecten blijken een lage K/Ca-verhouding (< 0,5) te bezitten, en de verhouding stijgt

naarmate de betrokken objecten jonger worden. Dit is te verklaren uit de evolutie in het productieproces van

glas (Figuur 13). Gedurende de Romeinse periode en ver daarvoor was het maken van glas

gestandaardiseerd.14 Het had steeds dezelfde samenstelling: ca 8%l CaO en 15-20% Na2O.9 In de

Romeinse periode werd Natron als Na-bron gebruikt, een zoutafzetting uit Wadi Natrun (Egypte) die

voornamelijk uit NaHCO3 bestaat.7 Na de val van het West-Romeinse Rijk (476 n. Chr.) verminderde de

contacten tussen West-Europa en het Oost-Romeinse rijk. Natron was nog gedurende een zekere tijd

beschikbaar, maar de kennis die de Romeinen hadden over het maken van glas ging grotendeels verloren.

Rond 800 n. Chr. schakelde men in het Middellands Zeegebied stilaan over op de as van zeeplanten als

natriumbron.8 Omdat er in West-Europa geen directe natriumbron was, importeerde men glas uit het

Middellands Zeegebied. Dit was duur en aldus ging men op zoek naar een alternatief. Zo begon men te

experimenteren met as van o.a. varens, eiken- en berkenhout. Deze as bevatte veel meer K en veel minder

Na dan de as van zeeplanten.10 In deze periode evolueert de glassamenstelling in West-Europa van

natriumrijk en kaliumarm (Natriumglas) naar kaliumrijk en natriumarm (Kaliumglas). Tijdens deze overgang

bevatte het glas zowel een aanzienlijke concentratie K als Na, omdat men andere alkalibronnen ging

gebruiken of men gebroken natriumrijk glas van een vorige periode recycleerde. Na de Industriële revolutie

heeft het glas nog steeds rijk aan K; er wordt echter ook meer Pb gebruikt in plaats van K en Na.8 Nog in

Figuur 13 is te zien dat de evolutie van de emailleertechnieken niet gelijk loopt met de evolutie in

glassamenstelling.

Aangezien er met de µ-XRF geen Na kan gedetecteerd worden, is het enkel mogelijk de K/Ca verhouding te

gebruiken voor datering van het email. In de context van dit onderzoek kan een K/Ca verhouding hoger dan

0,6 worden geïnterpreteerd als een indicatie dat het betrokken email uit de 19de eeuws stamt.

Page 17: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 17 -

Figuur 13: Evolutie productieproces van glas.

Co/Fe: Om het glas donkerblauw te kleuren wordt kobaltoxide toegevoegd aan het glasmengsel (Tabel 2).

Elementen die in kobalterts worden aangetroffen zijn naast Co: Fe, Cu, Ni, Zn, As en Bi. In de 19de eeuw

werd kobaltoxide gebruikt dat door een verandering van verwerkingsmethoden veel zuiverder was dan in de

13de eeuw. Aan de hand van de hoeveelheid aanwezige contaminatie-element is het mogelijk om een

onderscheid tussen 13de en 19de eeuwse productie te maken.19 In Figuur 12 is te zien dat de verhouding

Co/Fe voor het email uit de 13de en 14de eeuw beduidend lager is dan voor het glas uit de 19de eeuw. Dit is in

overeenstemming met het gebruik van gezuiverd Co in de 19de eeuw.

Met behulp van deze resultaten kan informatie over datering worden afgeleid van de drie objecten met

onzeker periode van herkomst. De K/Ca verhouding van zowel de ‘kandelaar’ als het ‘Christusfiguur‘ ligt in

de buurt van die van het 19de eeuws email en is hoger dan 0,6. De Co/Fe verhouding waargenomen bij deze

voorwerpen is hoger dan die van 13de eeuws email waaruit kan besloten worden dat het glas gekleurd werd

met gezuiverd Co. De ‘staf’ vertoont een samenstelling die met geen enkel ander object overeenkomt: zowel

de K/Ca als de Co/Fe verhouding zijn veel hoger dan al het ander blauw email. Het email op de staf is K-rijk

en werd gekleurd met een gezuiverd Co en bevat dus weinig Fe. Aan de hand hiervan kan verondersteld

worden dat ook dit email 19de eeuws is.

In Figuur 12 kan nog worden opgemerkt dat er twee datapunten afkomstig van een 13de eeuwse voorwerp in

het gebied van de 19de eeuwse voorwerpen liggen. Hierop zal verder ingegaan worden in par. 4.3.

4.1.2. Kleurende bestanddelen

Om glas te kleuren werden allerlei elementen toegevoegd. Tabel 2 geeft weer welke elementen er werden

toegevoegd om een bepaalde kleur te verkrijgen. In Figuur 14 werden de Cr/Fe- en Co/Cu-verhoudingen

tegenover elkaar uitgezet voor een aantal kleuren van de geanalyseerde kunstwerken. De metingen van

donkerblauwe en lichtblauwe gebieden werden gezamenlijk onder de benaming “blauw” weergegeven.

Wanneer het mogelijk is, wordt ook het 13de en het 19de eeuws glas vergeleken.

Page 18: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 18 -

Figuur 14: Vergelijking van kleurende bestanddelen van alle objecten.

Co/Cu: Figuur 14 toont aan dat blauw email een hogere Co/Cu verhouding vertoont dan de andere kleuren.

Dit vloeit voort uit het feit dat Co wordt gebruikt als kleurend bestanddeel om het email blauw te kleuren

(Tabel 2). Turquoise is een kleur die als lichtblauw kan worden aanzien, maar verschilt van donkerblauw

doordat het glas met Cu is gekleurd en niet met Co10 (Tabel 2). Door analyse van het glas met behulp van

XRF kan vrij gemakkelijk een onderscheid gemaakt worden tussen beide kleuren omdat ze door een ander

type bestanddeel gekleurd worden. Ook de overige kleuren (groen, rood) bevatten Cu als kleurend

bestanddeel.

Cr/Fe: Cr is een element dat gebruikt kan worden om de authenticiteit van een email kunstwerk aan te tonen.

Chroom wordt pas in 1797 als chemisch element ontdekt en wordt ook niet veel later (i.e., in de 19de eeuw)

geïntroduceerd om glas te kleuren. Naargelang de oxidatietoestand werd het vooral gebruikt in groen en geel

glas, maar het kan ook worden aangetroffen in blauw, turquoise, en rood glas (Tabel 2).19

Wat opvalt in de grafiek van is Figuur 14 dat het blauwe 19de eeuwse glas een veel grotere Cr/Fe verhouding

vertoont dan het 13de eeuws glas. Een verklaring hiervoor is enerzijds dat het Co dat men in de 19de eeuw

gebruikte zuiverder was en minder Fe bevatte dan in de 13de eeuw, zoals ook al werd aangetoond in Figuur

12. Hierdoor daalt de noemer in de Cr/Fe verhouding zodat de verhouding zelf grotere waarden aanneemt.

Een meer belangrijke reden is dat er in het 13de eeuwse glas bijna geen Cr waargenomen werd terwijl dit bij

het 19de eeuwse glas wel het geval was. De hogere Cr/Fe verhouding die in de 19de eeuw in het blauwe email

wordt waargenomen, is dus zowel het gevolg van een hogere Cr concentratie als van een lagere Fe-

concentratie in het glas, in vergelijking met het 13de eeuwse glas.

Bij het rode email is de Cr/Fe verhouding voor 19de eeuws email ook hoger maar niet zo veel in vergelijking

met het blauwe email. Zoals aangegeven in Tabel 2 kan een rode kleur worden bekomen door toevoeging

van Cu samen met een hoeveelheid ijzer. Metallisch koper of koper(I)oxide wordt hierbij in de vorm van kleine

kristallen gedispergeerd in de glasmatrix, waardoor het glas opaak rood gekleurd wordt. Het ijzer wordt aan

het glas toegevoegd als reducerend bestanddeel omdat het Fe2+ het oxideren van het Cu of Cu2O tijdens het

verhitten voorkomt.14 Zonder het Fe toe te voegen zou de kleur van het glas eerder groen of turquoise zijn ten

gevolge van de aanwezigheid van koper(II)oxide. Het toegevoegde Fe veroorzaakt aldus een daling van de

Page 19: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 19 -

Cr/Fe verhouding. Afhankelijk van de oxidatietoestand van het kleurend bestanddeel, hier Cu, kan op deze

wijze een andere glaskleur worden bekomen. Dit is niet enkel zo voor Cu maar ook voor Fe.

Turquoise en groen kunnen van elkaar worden onderscheiden door een verschil in Cr/Fe verhouding. In

groen glas wordt naast koper ook ijzer gebruikt om te kleuren. Voor ijzer is de kleur afhankelijk van de

oxidatietoestand en de relatieve concentraties van de Fe2+- en Fe3+-ionen. De groene kleur is het resultaat

van een mengsel van Fe2+ dat een gele kleur heeft en Fe3+ dat een blauw/groene kleur heeft.20

Figuur 13 toont aan dat het toevoegen van verschillende elementen als van verschillende oxidatietoestanden

van een element aanleiding geeft tot verschillende kleuren. Ook blijkt dat chroom een belangrijke parameter

is in het dateringsproces, het 13de eeuws glas bevat geen Cr terwijl dit wel het geval is voor het 19de eeuws

glas.

4.1.3. Opaakmakers

Uit de literatuur (Tabel 2) kan worden afgeleid dat de belangrijkste elementen in verband met opaakmakers

Sb, Sn en As zijn. Voor de belangrijkste opake kleuren wordt de Sb-intensiteit uitgezet tegenover de As/Sn

intensiteitsverhouding, en waar mogelijk voor zowel de 13de als de 19de eeuw.

Figuur 15: Vergelijking van opaakmakers.

Sb: In de klassieke periode werden Sb-gebaseerde opaakmakers (Tabel 2) gebruikt. Aan het begin van de

13de eeuw vindt er een omschakeling plaats naar Sn-gebaseerde opaakmakers.9 Dit wordt geïllustreerd in

Figuur 15 waar de 13de eeuwse geëmailleerde voorwerpen een veel grotere Sb intensiteit vertonen dan het

email uit de 19de eeuw. Het 19de eeuwse opaak geel glas heeft de hoogste Sb intensiteit van het 19de

eeuwse glas. Opaak geel glas kan, zoals vermeld in Tabel 2, verkregen worden door dispersie van lood

antimonaat kristallen (Pb2Sb2O7) in de glasmatrix. Deze kristallen hebben een gele kleur en dienen

tegelijkertijd als kleurend bestanddeel en als opaakmaker. Het witte email bevat minder Sb omdat hiervoor

de belangrijkste opaakmakers As en Sn zijn.

As/Sn: Tot in de 18de eeuw was Sn2O de belangrijkste opaakmaker, die voor de aanmaak van wit email

gebruikt wordt. Door de juiste korrelgrootte van Sn2O te gebruiken kan een homogeen witte kleur bekomen

Page 20: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 20 -

worden. In het begin van de 19de eeuw wordt lood arsenaat de overheersende opaakmaker, hoewel

Pb2As2O7 en Sn2O nog een geruime tijd samen werden gebruikt. Het lood arsenaat wit is veel gemakkelijker

om te produceren.19 In Figuur 15 is het witte 19de eeuwse email goed te onderscheiden van de andere

kleuren doordat het een hoge As/Sn verhouding heeft en dus veel As bevat. Ook opvallend, maar niet

onverwacht is dat het 13de eeuwse email zich met een zeer lage As/Sn verhouding onderscheidt van de 19de

eeuwse email.

4.2. Metaal

Van elk voorwerp werd ook het metaal geanalyseerd. Voor al de objecten werd koper als substraatmateriaal

gebruikt. Typische verontreinigingen in Cu zijn Zn, Fe en Ni. De Cu/Zn en Fe/Ni verhouding worden uitgezet

voor al de geanalyseerde kunstvoorwerpen in Figuur 16.

0,1

1

10

0 50 100 150 200 250 300

Cu/Zn ratio

Fe/N

i rati

o

13de E

14de E

19de E

Figuur 16: Vergelijking van samenstelling van metaal.

Zoals vermeld in par. 2.2.2. wordt voor het emailleren steeds een zeer zuivere koperlegering gebruikt. Dit is

te zien aan de vrij hoge waarden die de Cu/Zn intensiteitsverhouding aanneemt, die grotendeels identiek is

aan de Cu/Zn concentratieverhouding. In Figuur 16 is verder geen significant verschil te zien tussen de 13de

eeuws en de 19de eeuwse voorwerpen.

4.3. Pyxis (AV. 1952.008.003)

Een pyxis is een klein rond doosje met deksel uit de katholieke liturgie waarin hosties naar de bv. de zieken

buiten de kerk worden gedragen.1 Bij het vergelijken van de glassamenstelling in Figuur 12 werd opgemerkt

dat er enkele datapunten van een 13de eeuws voorwerp zich in het 19de eeuwse gebied bevinden. Deze

datapunten zijn afkomstig van het deksel van één van de pyxides, nl. AV. 1952.008.003 (Tabel 1).

Anderzijds liggen de datapunten van het lichaam van dezelfde pyxis wel bij de rest van de 13de eeuwse

voorwerpen. Er is dus een vermoeden dat het deksel in een latere periode gemaakt is dan het lichaam.

Wanneer XRF-spectra vergeleken worden van donkerblauw en turquoise email van beide delen zijn er

duidelijke verschillen te zien. Het email van het lichaam bevat veel meer Mn, Fe en Cu dan het email op het

deksel, wat waarschijnlijk te maken heeft met het gebruik van een minder zuivere kleurende bestanddelen

zoals eerder besproken voor Co/Fe in Figuur 12. In het email van het deksel wordt er As waargenomen

terwijl dit niet het geval is voor het lichaam. Arseen kan aanwezig zijn als vervuilend element in het gebruikte

kobalt, maar aangezien er van al de andere vervuilende elementen veel minder aanwezig is lijkt het erop dat

Page 21: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 21 -

het As intentioneel werd toegevoegd. Zoals al vermeld bij de opaakmakers in Figuur 15, wordt vanaf de 19de

eeuw voor de productie van wit email bijna uitsluitend loodarsenaat gebruikt. Blauw email wordt opaak

gemaakt door het toevoegen van wit email. In het spectrum van het turquoise is ook een hoge intensiteit

waargenomen voor Cr, dat zoals vermeld in par. 4.1.2., aanwezig is in 19de eeuws glas. De aanwezigheid

van As en Cr in het email van het deksel van de pyxis bevestigen de 19de eeuws herkomst ervan.

Figuur 17: µ-XRF spectra van donkerblauw en turquoise email van deksel en lichaam van pyxis AV.

1952.008.003

Verder valt het op dat in de EDXRF spectra van het metaal (Figuur 18) een duidelijk Hg-signaal te zien in het

spectrum van het lichaam is terwijl dit signaal volledig ontbreekt in het spectrum van het deksel. Het verschil

in de spectra duidt op het verschil in vergulden van het deksel en het lichaam. De intense Hg-lijn in het

spectrum van het metaal voor het lichaam van de pyxis in Figuur 18 wijst op het gebruik van vuurvergulding

en het voorkomen van een verguldingslaag die voor ca 2/3 uit Au en ca 1/3 uit Hg bestaat. Het ontbreken

van de Hg-lijn kan een aanwijzing zijn dat het deksel galvanisch verguld werd.

Figuur 18: Spectrum van zowel het deksel als het lichaam van pyxis AV. 1952.008.003

Met behulp van µ-XRF kon dus aan de hand van de glassamenstelling, kleurende bestanddelen,

opaakmakers en metaal worden aangetoond dat het deksel van de pyxis (AV. 1952.008.003) oorspronkelijk

niet tot het lichaam behoorde en 19de eeuws is. Maar ook met andere methoden kan deze stelling verder

beargumenteerd worden. Bijkomend werden er microscopische foto’s en tomografische beelden vergeleken

van beide delen van de pyxis.

Page 22: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 22 -

Met behulp van microscopische foto’s in Figuur 19 kan het fysisch uitzicht van beide delen van de pyxis

vergeleken worden. Het email dat aangebracht werd op het deksel heeft een veel grover oppervlak en is

veel meer heterogeen dan dat van het lichaam wat gladder en egaler is. Niet enkel het email maar ook het

metaal ziet er anders. In de metalen randen van de cellen op het lichaam is een uitgestoken lijn zichtbaar

waaruit de vergulding nog niet verdwenen is terwijl op het deksel nergens zulk detail te zien is.

Figuur 19: Microscopische detail foto’s van (a) het deksel en (b) het lichaam van pyxis AV. 1952.008.003

De afmetingen van de pyxis laten het toe om er X-stralen tomografie op toe te passen. De parameters die

werden ingesteld. Er werd een vlak gedefinieerd in de pyxis waarop al de bekomen informatie van voor het

vlak geprojecteerd werd. In de bekomen maximum-absorptiebeelden (Figuur 20a en b), waarin de lichtste

kleur staat voor de meeste absorptie, wordt een verschil opgemerkt tussen het deksel en het lichaam van de

pyxis. In het deksel is het metaal onder het email veel egaler en rechter uitgesneden, terwijl in het lichaam

de sporen van het uitsteken van het metaal veel duidelijker te zien en ook grover zijn. Ook treffen we op het

deksel concentrische cirkels aan die kunnen te wijten zijn aan het machinaal walsen van het metaal, terwijl

het metaal van het lichaam ambachtelijk gesmeed werd. Hieruit blijkt opnieuw dat het deksel waarschijnlijk

jonger is dan het lichaam van de pyxis.

Figuur 20: Tomografie beelden van de pyxis: (a) het volledige object, (b) detail van het deksel.

Page 23: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 23 -

4.4. Samenvatting van resultaten

Tabel 3: Datering na analyse met µ−XRF en argumenten.

Collectie nummer Titel Veronderstelde

periode van herkomst

Datering na analyse met µ-

XRF Argumenten

AV..1888 Pyxis, tweede kwart 13de eeuw

13de eeuw

AV. 1952.008.008 Spaans kruis (groot)

14de eeuw 14de eeuw

AV. 1952.008.013 Spaans kruis (klein)

14de eeuw 14de eeuw

- K/Ca verhouding < 0,6 - weinig gezuiverd Co (veel Fe) - geen Cr - wit: geen As - rood en wit: hoge Sb intensiteit

lichaam: 13de eeuw - K/Ca verhouding < 0,6 - weinig gezuiverd Co (veel Fe) - geen Cr - geen As in blauw en turquoise - Hg aanwezig op metaal (vuurvergulding) - tomografie -> grove uitkering randen

AV. 1952.008.003 Pyxis 13de eeuw

deksel: 19de eeuw - hoge K/Ca verhouding > 0,6 - gezuiverd Co (weinig Fe) - Cr - As in blauw en turquoise - geen Hg aanwezig op metaal - tomografie -> gladde randen

AV. 1952.008.001 Kistje 19de eeuw 19de eeuw AV. 1952.008.027 Plaquette 19de eeuw 19de eeuw AV. 1952.008.035 Kandelaar ? 19de eeuw AV. 1952.008.028 Staf ? 19de eeuw AV. 1767 Christusfiguur ? 19de eeuw

- hoge K/Ca verhouding > 0,6 - gezuiverd Co (weinig Fe) - Cr - pyxis: As in wit - rood en wit: lage Sb intensiteit

5. Conclusie

Het doel van deze bachelorproef was om met behulp van niet-destructieve chemische analyse de periode

van herkomst van enkele geëmailleerde champlevé voorwerpen te bepalen. µ-XRF is hiervoor een gepaste

techniek aangezien deze niet-destructief is en geen monstername benodigt. Het is gebleken dat zowel de

glassamenstelling, de kleurende bestanddelen, de opaakmakers als samenstelling van het metaal gebruikt

kunnen worden als dateringparameters voor de geanalyseerde objecten. Een bijkomend tomografisch

onderzoek bleek hierbij ook een meerwaarde te bieden. Chemische analyse met µ-XRF en X-stralen

tomografie kunnen naast kunsthistorische informatie dus extra hulpmiddelen zijn om 13de van 19de eeuws

geëmailleerde voorwerpen van elkaar te onderscheiden.

Page 24: Analyse van 13de tot 19de eeuwse geëmailleerde champlevé ...aether.cmi.ua.ac.be/bachelorproeven_0708/Proef 1...- 3 - 1. Inleiding Email is een manier om metalen, glazen, stenen en

- 24 -

Referenties 1 Van Dale Droot Woordenboek der Nederlandse Taal (twaalfde uitg.), p. 775 (1992). 2 J.H. Eppens-van Veen, Emailleren, een handleiding voor beginners, C.A.J. van Dishoek-Bussum, p. 7, (1965). 3 V. Van der Linden , O. Schalm , K. Janssens, Chemical analysis of 16th to 19th century Limoges school ‘Painted enamel’, in press, (2007). 4 V. Van der Linden, The use of portable XRF (PXRF) for the in situ scanning of a museum’s enamel on metal collection, onuitg. artikel. 5 P. Michaelides, The Earliest Cloisonne Enamels from Cyprus, Glass on Metal 8 (2), (1989). 6 P. Heller, J. Vervest, Vademecum voor de glastechniek, Kluwer technische boeken B.V. Deventer, (1992). 7 I.C. Freestone, Compositions and origine of glasses from Romanesque champlevé enamels, in Catologue of Medieval Enamels in the British Museum, Vol. 2, p. 39 (1993). 8 O. Schalm, Cursus glas, Hogeschool Antwerpen, (2002). 9 I. Biron, S. Beauchoux, Ion beam analysis of Mosan enamels, Measurement Sience and Technology 14, p. 1564 (2003). 10 N. Stratford, Catologue of Medieval Enamels in the Britisch Museum, Vol. 2, p. 18 (1993). 11 P. Atkins, L. Jones, Chemical Principles, The Quest for Insight (derde editie), W.H. Freeman and Company, p. A24 (2005). 12 J. Tousanaint, Emaux de Limoges. XIIe – XIXe eeuw, Musée des arts anciens du namurois, p. 11 (1996). 13 V.V. Vargin, Technology of enamels, Maclaren & Sons Ltd, p. 51 (1965). 14 H. Swarzenski, N. Netzer, Catalogue of medieval objects, enamels en glass, Museum of Fine Arts, Boston, p. xx (1986). 15 P. Storme, Cursus metalen, Hogeschool Antwerpen, (2003). 16 K. Janssens, Cursus Instrumentele Analyse, Universiteit Antwerpen, (2007). 17 L. D. Glinsman, The practical application of air-path X-ray fluorescence spectrometry in the analysis of museum objects, Reviews in conservation 6, (2005). 18 E. Vanden Ede, Vroege detectie en longitudinale opvolging van het ontstaan van calcificaties in de aorta van ratten met chronische nierinsufficiëntie: een microtomografische studie in vivo, Masterthesis, Universiteit Antwerpen, p10 (2007). 19 S. Röhrs, Authenticitätsuntersuchungen an limousiner maleremals durch mikro-röntgenfluoreszenspectrometrische Materialanalysen, Phd. Dissertation, Technischen Universität Berlin, p. 140 (2004). 20 V. Van der Linden, P. Cosyns, Deeply coloured and black glass in the northern provinces of the Roman Empire: differences and similarities in chemical composition before and after 150 AD, in press, (2008).