Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche...

4
38ste Jaargang No. 1441 Zaterdag 12 Augustus 1911. AMIGOE DI CURAÇAO WEEKBLAD VOOR DE CURAÇAOSCHE EILANDEN Dit Blad verschijnt eiken Zaterdag. Abonnementsprijs voor Curagao, Bonaire, Aruba en de Bovenwindsche eilanden per drie maanden fl. 2.— met vooruitbetaling. V7oor het Buitenland per jaar fl. 10.— Afzonderlijke nummers fl. 0.15. Prijs der Advertentien van I—7 regels f. 0.50; voor el- ken regel meer 7% ets. Es Courant aki ta sali toer dia Sabra. Su prijs di abonnement ta fl. 2,— pa tres luna paga padilanti. Pa lugarnan foi Curasao, Bonaire. Aruba, St. Mar- tin (P. H.), St. Eustatius i Saba fl. 10.— pa anja Uu numero sol fl. 0.15. Anuncio di 1 le 7 regel f 0.50 cada regel mas 7% ets. BUREAUX VAN DIT BLAD Redactie en _^_cliiiiiiistratie Oud No. 223, Nieuw No. 4. TVaterkant, Overzijde. Geloof en Wetenschap Een hoogst merkwaardig proces van Zaligverklaring staat denkelijk voor de deur. Bij de aartsbisschop- pelijke rechtbank te Milaan is het reeds in vollen gang. Daar wordt namelijk officieel onderzoek gedaan naar de heroïeke deugden en de faam van heiligheid, die zou toekomen aan Contardo ITerrini, vóór eenige jaren overleden als professor in het Romeinsche recht aan de hoogeschool van Pavia. De zaak is aanhangig gemaakt door een zijner voormalige ambtge- nooten, Luigi Oliva, nu professor aan de universiteit van Modena en een persoonlijk vriend van Paus Pius X. De H. Vader stelt dan ook leven- dig belang in dit proces. Aan de Fransche pelgrims, die 27 Mei 1909 in 's Pausen tegenwoordig- heid toegelaten werden, verklaarde Z. H. het als Zijn oprechten wensch, dat de Kerk binnenkort een univer- siteitsprofessor de eer der altaren zou kunnen waardig keuren. Uit de vrome Middeleeuwen, toen ook het Hooger Onderwijs geheel vau den godsdienst doortrokken was, ziju méér dergelijke voorbeelden be- kend. De zalige Albertus Magnus, Sint Thomas van Aquino, de H. Anto- nius van Padua en zooveel anderen uog hebben als sterren der weten- schap uitgeblonken en schitterden niet minder door de heiligheid van hun leven. Maar het humanisme, dat feitelijk een herleving was van het heidendom, bracht in de overwegende [>ractijk een tweespalt tusschen ge- oof en wetenschap, die nog altoos niet volkomen werd gedempt. Aan vorsten der wetenschap heeft het sindsdien niet ontbroken. Maar zij waren doorgaans meer van zich zelf vervuld dan van God, en heerschende over het gebied der wetenschap be- grepen zij niet of althans niet ge- noeg, dat de mensen nooit hooger kan stijgen dan wanneer hij God op volmaakte wijze dient: „Deo serviré regnare est." Professor Ferrini muntte uit door geloof en wetenschap beide; maar een geloof, dat leeft door de liefde en en Heiligen maakt. Op 20 jarigen leeftijd volgde hij aan de universiteit te Berlijn het onderwijs van den be- roemden Teodor Mommsen, terecht gehuldigd als grootmeester in de kennis van het Romeinsche Recht. De jonge vreemdeling moest zeer bescheiden leven van de schrale in- komsten zijner studiebeurs en vond fastvrijheid in het Dominicanen looster, waar hij den kloosterregel zoo stipt mogelijk volgde. Voor hem was de bedorven „Stadt der In- teUigenz" slechts een kweekplaats van onmisbare kennis. Maar het volle, eigenlijke leven zocht hij in de kloos- tercel; hij was te Berlijn als kluizenaar in de woestijn. Spoedig genoot hij den roem van buitengewone knapheid. Op een internationale prijsvraag werd de eereprijs zijn deel. Hij was nog student, toen niemand minder dan Mommsen voorspelde: „Watde rechtsstudie betreft, zal de 20ste eeuw mis schien de eeuw van Ferrini heeten" ! De voornaamste universiteiten van Ita- lië betwistten onder elkaar het voorrecht, dezen geleerde onder hare professoren te tellen. Ach- tereenvolgens nam hij een leer- stoel in te Messina, Bologna en Padua; overal gold hij als fac- ile princeps", de erkende meester in zijn vak. Hij schreef tal van grondige verhandelingen over het Romeinsche recht, die onder het het beste worden gerekend, dat onze tijd op dit gebied te voorschijn bracht. Te Pavia vooral leeft zijn roem nog onverminderd voort, zoo- wel onder de studenten, die hem bij overlevering tiooren prijzen als on overtroffen docent, als onder de professoren, die eerbiedig tegen zulk een reus van geleerdheid opzien. Maar het liefste boek van Ferrini was en bleef altijd de H. Schrift. Hij kende Haar nagenoeg geheel vau buiten; om Haar diepen zin nog beter te verstaan, had hij zich vid Oostersche taleu eigen gemaakt. Hij verdeelde zijn leven onvoor- waardelijk tusschen de studeerkamer en de kerk, waar hij dagelijks uren- lang in het gebed verslonden lag, tusschen zijn dierbare studenten en de armen, die om strijd hem ver- eerden als een nooit falende toevlucht in den nood. Van dezen hoogleeraar, met zijn engelachtigen levenswandel, zijn on- uitputtelijke naastenliefde, zijn emi- nente wetenschap, zijn gloeiende wel- sprekendheid, mag gerust dat oude, dood eenvoudige, maar alles zeggen- do grafschrift worden herhaald: „Bene dixit, bene scripsit, bene vixit." Van ziju woorden, zijn ge- schiften en zijn leven valt niets an- ders dan goed te zeggen. Blijft alleen nog de vraag te onderzoeken naar den heroïeken graad zijner deugden en naar de echtheid der wondereu, die op zijn voorspraak hebben plaats gehad. Over beide punten zijn reeds on- wraak bare getuigen in verhoor geno- men. Onder anderen de oud-minister Orlando, een gewezen leerling van Ferrini en waarlijk g.en clericaal; de tegenwoordige rector-magnificus der hoogeschool van Pavia, profes- sor Polacco, en de eveneens daar aangestelde professor Tamassia, die hun voormaligen ambtgenoot zeer intiem hebben gekend. Als zulke be- oefenaars der wetenschap, met hun critischen geest, een gunstig getuige- nis afleggen, moet de buitengewone deugd van Ferrini wel ontwijfelbaar zijn. Wat de wondereu betreft, daar- omtrent is nog geen uitspraak ge- daan. Maar bij voorbaat zou men op dezen heiligen professor het woord van St. Bernardus kunnen toepassen: „Primum et maximum miraculum, quod ipsefecit, ipse eral"; hij zelf was het eer- ste en grootste wonder, dat hij kan hebben verricht." Of was deze hoogleeraar. te midden eener twijfelzieke omgeving, door zijn kinderlijk geloof, zijn brandende godsvrucht, zijn volmaakte afgestor- venheid van de wereld, zijn onbegrens- de liefdadigheid niet een levend won- der ? En bleef deze groóte geest, op het toppunt van geleerden-roem, niet eenvoudig en nederig als de kleinen, aan wie het Godsrijk toebehoort ? Daarom mogen wij met vertrouwen den uitslag van het voorloopig pro- ces te Milaan afwachten. Mogen wij het nog beleven, dat ook de acade- mische wereld, in onzen tijd nog ál te zeer van het bovennatuurlijke ver- wijderd, een modern toonbeeld en haar bijzonderen schutspatroon krij- ge in den gelukzalige Contardo Fer- rini ! Op zijn gezaghebbend voetspoor, onder zijn hemelsr ie bescherming, vinde zij eindelijk dei terugweg naar 6od, den Heer der .vetenschappen!" {De Tijd) Romanijs. Feuilleton. De scheepsbouw van voorheen en thans. III. De aanwending van de stoomma- chine veroorzaakte in het scheep- vaartbedrijf een geheelen ommekeer. De eene snelverbinding na de ande- re kwam tot stand. Het goederen- en vooral het passagiersverkeer be- gon steeds beduidender in omvang te worden. Waar vroeger velen zich afkeerig hadden getoond van een verre zeereis en daarom ook geen betrekking in overzeesche gewesten verlangden, lieten zij zich thans niet meer weerhouden en aanvaardden zij den tocht blijmoedig. Eu door den grooteren omvang, die 't passagiers- verkeer en ook het goederentrans- port verkregen, dit laatste door toe- name vau het aantal handelshuizen, ontstond dra de behoefte aau nieu- were of vergroote types. Want de eene behoefte werd uit de andere geboren. Daar moesten b.v. meer water* dichte schotten zijn, dikwijls meer dekken, meer stutten en meerdere hulpwerktuigen; er moest meer ge- ventileerd, meer gekookt en gestookt worden; daar moesten promenade- dekken aanwezig zijn, meer reddings- booten, etc. etc, in het kort, alles onderging een uitbreiding. Er kwamen stoomschepen met één, twee, of drie dekken, waarvan som- mige met een verhoogd midden-, voor- of achterschip. Als zoodanig onderscheidt men: le. het èèn-dek- schip, tot aan het dek toe water- dicht afgewerkt, waarop zich al wat dienstig is voor de verschillende scheepsbedeelten bevindt, de ketting- bak uitgezonderd, die voor-onderin wordt aangetroffen en ook wel een klein roefje achterin voor kapitein en stuurlieden. Boven over het mid- den bevindt zich de loopbrug, van- waar de commaudo's gegeven wor- den. Een ander type is het spardek-schip, dat drie doorloopende dekken heeft, en tot aau het bovenste dek water- dicht is afgewerkt. Veelal wordt dit type aangetroffen bij groóte vracht- schepen; het is een sterk schip. Som- tijds krijgt dit schip een verhoogd midden- en voorschip, waar de équi page een onderkomen vindt. Weer anders is het awningdeck of sformdekschip. Hier verheft zich op ongeveer 2% M. boven het hoofd dek, een tweede dek, maar van lich- ter constructie. Tusschen deze dek- ken verblijven de passagiers, en is er ook gelegenheid tot stalling van vee; verder bevinden zich daar de volkslogiesen, de kombuizen, de toe- gangen naar machinekamer en stook- E laats, waterclosets, linnenkamer, adkamer, etc. Dit schip is water- dicht tot op één na het bovenste dek, zoodat de lading die zich daar- onder bevindt, geen gevaar loopt. Aan dit type ongeveer gelijk is het sliadedeck of schaduwdekschip ge- nDemd naar de blinden in de zij- den, die geopend kunnen worden tot aanvoer van frissche lucht. Een tweede type, dat aan het schaduwdekschip bijna gelijk is, is het shelter- of bergingsdékschip. Het eenige onderscheid ligt in het lichte dek, dat zich boven het hoofddek verheft, en lichter is dan bij het schaduwdekschip. Bij al deze 3 sche- pen heet het bovenste dek: „tentdek", naar de zonnetent die er overheen kan gespannen worden. Om aan laadvermogen te winnen, vermeerderde men den diepgang. Dit bracht evenwel het nadeel mede, dat zware stortzeeën overkwamen, die zich een weg baanden door de ma- chine-lantaarn en beneden alles op stelten zetten. Toen 'ontstond weder een geheel nieuw type, het raisedquarterdeck of verhoogd achterdekschip. Hierbij werd dus het achterschip verhoogd, welke meerdere ruimte voor lading beschikbaar kwam, zonder dat de diepgang noemenswaardig werd ver- groot. Het schip kreeg door den meerderen last achter grooter diep- gang aldaar, het werd zoogenaamd stuurlastig, maar dit kon veilig ge- doogd worden tengevolge van de verhooging die het schip daar had ondergaan; en waar het voorschip door de ontstane helling achter, omhoog werd geheven, kregen de golven minder gelegenheid zich op het dek te werpen. Het doel werd dus alleszins bereikt. Na 1891 volgde nog het turretdeok of verhoogd opperdekschip over de halve breedte, (zooals de bekende ertsboot met de 14 masten heeft.) Dit schip biedt het voordeel, dat het zeer veel lading kan bergen, en toch door de groóte ruimte aan weerszijden der zoogenaamde trunk of turret, veel materiaal bespaart. Nog ontstond het zgn. deepframe- type of het schip met zware spanten. Dit schip heeft slechts één dek. Het is echter veel hooger dan het be- sproken ééndekschip, en mag er daarom niet bij worden ingedeeld. Bij afwezigheid van tueschendekkeu is het tot berging van veel lading in staat, en bezit door het verlies aan sterkte, hetwelk een dek ver- schaft, zeer zware spanten (ribben). Eindelijk is er nog het driedek-type, een zeer sterk schip, dat wel is waar meerdere dekken heeft voor de pas- sagiers, maar waarvan de 3 bedoel- de dekken de voornaamste, tot den romp behoorende dekken zijn. Heeft een schip meer van zulke dekken, dan spreekt men van een voldekscUp. Tot één van deze beide type's be- hooren de hedendaagsche groóte " mailstoomschepen. Compania fluvial y costanera de Venezuela. In de Openingsrede van den Kolo- nialen Raad op den 9 Mei 11. sprak o. a. onze Gouverneur Mr. Th. I. A. Ndijens het volgende: „Ofschoon de Compañía fluvial y „costanera de Venezuela grooten afbreuk „deed aan onzen handel, doordat „vele reizigers, die vroeger van Ma- „lacaibo via Curagao, naar Puerto- ,,Cabello en Caracas gingen,—en dan „tijdens hun verblijf hier goede klan- „ten waren voor onze winkels— nu „met de kustbooten van de eene „plaats van Venezuela naar de an- „dere gaan, zonder Curagao aan te „doen, was toch de invoerhandel in „het afgeloopen jaar vrij levendig." Voer velen in onze kolonie is van deze Stoomvaart-maatschappij niet veel meer dan alleen de naam bekend. Daarom oordeelden wij het van groot belang voor onzen handel en scheepvaart en wien verder er in be- lang stelt, eenige nadere wetenswaar- dige bijzonderheden omtrent deze scheepvaartonderneming, die in kor- ten tijd reeds zulk ecu reusachtige vlucht genomen heeft, mede te dee- len. Met goedkeuring van het Congres is door de Regeering van Venezuela een contract gesloten voor den tijd van 50 jaar met de „Compañía Anó- nima de Navegación tluvial y costanera de Venezuela" ter oprichting van een Stoomboot-maatschappij voor den geheelen Orinoco, en Rio-Negro, en alle vertakkingen en zijrivieren dezer beide stroomen, voor het Meer van Maracaibo, daaronder begrepen de exploitatie, ontwikkeling en koloni- satie van het Federal Territorium Amazonas. Het tegenwoordig kapi- taal van 6 millioen bolivar zal daar- toe gebracht worden op 50 millioen bol. verdeeld in 50.000 aandeelen elk van 1000 bol. Inschrijvingen worden verwacht binnen 60 dagen te rekenen van den 10 Juli. Wanneer het gehee- le kapitaal niet zou worden volge- teekend, wordt de waarde der reeds gestorte aandeelen gerestitueerd Daar schijnt wol voldoende waar- borg te bestaan voor het welslagen dezer onderneming in de groóte rijk- dommen van het territorium Ama- zonas, die slechts op ontginning wachten, in 't wetenschappelijk onder- zoek en de statistische gegevens om- trent den voortdurenden stijgenden bloei van handel, landbouw en uijver- heidin dit uitgestrekte gebied, en den naam en 't verleden van den Directeur die tegenwoordig aan 't hoofd der on- derneming staat, Generaal Delgado Chalhauo. De bedoeling dezer onder- neming is op deeerste plaats niet met vreemd, doch met eigen Venezo- laansch kapitaal te werken, opdat de winsten niet naar het buitenland verhuizen en den vreemdeling te goe- de komen, maar ten profijte blijven van den landzaat. Reeds onderhoudt deze stoomboot- Maatschappij met een voorbeeldige orde en regelmaat een geregelde ver- binding langs de kusten, op de rivie- ren en meeren van Venezuela, waar- bij haar reeds een talrijke vloot ten dienste staat van schepen van aller- lei typen en beantwoordend aan de verschillende toestanden en behoeften. De kustvloot, die een geregelde vaart onderhoudt langs de kust tusschen Ciudad Bolívar en Maracai- bo bestaat uit de stoomschepen Guyana, Venezuela en Manzanares, wel- ke niet alleen reeds druk bezochte havensteden bezoeken, maar zelfs kleinere havens zooals Tucacas, Hi- guerote, Píritu, Rio-Caribe en Cris- tóbal Colon aandoen, van waaruit allerlei venezolaansche voortbreng- selen naar eigen en vreemde markt worden uitgevoerd. Dit deel der stoom- vaartverbinding leverde, volgens het verslag der maatschappij, in het 2e semester van 1910 een winst op van 117,720 bolivar. De stoomschepen Delta en Maracaibo zorgen voor de vaart tusschen Ciudad Bolívar en Trinidad. In het afgeloo- pen jaar 1910 vervoerden zij naar dit Engelsche eiland bijna 4* miliioen KG. venezolaansche produkten, die een waarde vertegenwoordigden van bijna 22 millioen bolívar, waarbij de- ze stoomlijn een winst maakte van 252.773 bóliv. De vloot, die den Orinoco tot aan Apure bevaart, bestaat uit de stoo- mers Alianza, Arauca, Apure, Ampara, Masparro, Boyacá en Puerto Nutrias en de lichters Avila en La Verdad. Hun aandeel iv de winst bedroeg in het 2e halfjaar van 1910 de som van 221.238 boliv. In den laatsten tijd heeft de Com- pagnie hier nog bijgevoegd de Scheepvaartlijn op het Meer van Ma- racaibo bestaande uit de stoomboo- ten Progreso, Mará en Fénix, de. sleep- boot Táchira en de stoomsloep Villa- mizar. Tot nog toe bestaat er over den geringen tijd, dat deze laatste verbinding is tot stand gekomen, nog geen officieel verslag der baten, die zij heeft opgeleverd. Maar het is al- gemeen bekend, welke belangrijke diensten reeds deze lijn aan den han- del en het publiek heeft bewezen. Deze Stoomvaartmaatschappij wil nu nog grootere uitbreiding geven aan haar vloot en is al begonnen met de reparatie van de boot Pro- greso, Met dat doel heeft men uit het buitenland een bekwamen scheeps- bouw-ingenieur laten uitkomen. Al- les wijst er op dat deze Maatschap- pij onder een goede directie en ad- ministratie staat en zeer veel tot ontwikkeling en den bloei en tot de ontginning der rijkdommen van den bodem van Veuezuela zal bijdragen. Waarschijnlijk zal deze stoomboot- onderneming ook belast worden met de immigratie van gezonde, sterke en ordelijke werkkrachten naar 't Terri- torium Amazonas, waaraan daar tot nu toe nog groot gebrek is. Deze Compagnie heeft de vorige week een contract gesloten met de Astiliero Nacional .(scheepswerf) te Puerto Ca- bello voor de vervaardiging van een koopvaardijschip, dat de eerste boot van dien aard zal zijn, die op vene- zolaansch grondgebied zal gemaakt worden. Deze boot zal de Nueva Mará heeten en volgens contract voor 180.000 bolívares moeten gebouwd worden. Juist de vorige week is te Puerto Cobella met gunstig gevolg ook het tweede stuk van het drijvend dok te water gelaten. Zooals men weet, zijn tegenwoordig een groot aantal Curagaosch timmerlieden en smeden enz. aan dat dok en de werf te Puerto Cabello werkzaam. Beiden zijn eigen- dom van 't Gouvernement. Doch het technisch hoofd-personeel is Ameri- kaansch.

Transcript of Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche...

  • 38ste JaargangNo. 1441 Zaterdag 12 Augustus 1911.

    AMIGOEDI CURAÇAO

    WEEKBLADVOOR DE CURAÇAOSCHE EILANDEN

    Dit Blad verschijnt eiken Zaterdag.Abonnementsprijs voor Curagao, Bonaire, Aruba

    en de Bovenwindsche eilanden per drie maandenfl. 2.— met vooruitbetaling.

    V7oor het Buitenland per jaar fl. 10.—Afzonderlijke nummers fl. 0.15.Prijs der Advertentien van I—7 regels f. 0.50; voor el-ken regel meer 7% ets.

    Es Courant aki ta sali toer dia Sabra.Su prijs di abonnement ta fl. 2,— pa tres lunapaga padilanti.Pa lugarnan foi Curasao, Bonaire. Aruba, St. Mar-

    tin (P. H.), St. Eustatius i Saba fl. 10.— pa anjaUu numero sol fl. 0.15.Anuncio di 1 le 7 regel f 0.50 cada regel mas

    7% ets.

    BUREAUX VAN DIT BLADRedactie en _^_cliiiiiiistratie

    Oud No. 223, Nieuw No. 4.TVaterkant, Overzijde.

    Geloofen WetenschapEen hoogst merkwaardig proces

    van Zaligverklaring staat denkelijkvoor de deur. Bij de aartsbisschop-pelijke rechtbank te Milaan is hetreeds in vollen gang. Daar wordtnamelijk officieel onderzoek gedaannaar de heroïeke deugden en de faamvan heiligheid, die zou toekomenaan Contardo ITerrini, vóór eenigejaren overleden als professor in hetRomeinsche recht aan dehoogeschoolvan Pavia.

    De zaak is aanhangig gemaaktdoor een zijner voormalige ambtge-nooten, Luigi Oliva, nu professoraan de universiteit van Modena eneen persoonlijk vriend van Paus PiusX. De H. Vader stelt dan ook leven-dig belang in dit proces.

    Aan de Fransche pelgrims, die 27Mei 1909 in 's Pausen tegenwoordig-heid toegelaten werden, verklaardeZ. H. het als Zijn oprechten wensch,dat de Kerk binnenkort een univer-siteitsprofessor de eer der altaren zoukunnen waardig keuren.

    Uit de vrome Middeleeuwen, toenook het Hooger Onderwijs geheelvau den godsdienst doortrokken was,ziju méér dergelijke voorbeelden be-kend.

    De zalige Albertus Magnus, SintThomas van Aquino, de H. Anto-nius van Padua en zooveel anderenuog hebben als sterren der weten-schap uitgeblonken en schitterdenniet minder door de heiligheid vanhun leven. Maar het humanisme, datfeitelijk een herleving was van hetheidendom, bracht in de overwegende[>ractijk een tweespalt tusschen ge-oof en wetenschap, die nog altoosniet volkomen werd gedempt. Aanvorsten der wetenschap heeft hetsindsdien niet ontbroken. Maar zijwaren doorgaans meer van zich zelfvervuld dan van God, en heerschendeover het gebied der wetenschap be-grepen zij niet of althans niet ge-noeg, dat de mensen nooit hoogerkan stijgen dan wanneer hij Godop volmaakte wijze dient: „Deoserviré regnare est."

    Professor Ferrini muntte uit doorgeloof en wetenschap beide; maar eengeloof, dat leeft door de liefde enen Heiligen maakt. Op 20 jarigenleeftijd volgde hij aan de universiteitte Berlijn het onderwijs van den be-roemden Teodor Mommsen, terechtgehuldigd als grootmeester in dekennis van het Romeinsche Recht.

    De jonge vreemdeling moest zeerbescheiden leven van de schrale in-komsten zijner studiebeurs en vondfastvrijheid in het Dominicanenlooster, waar hij den kloosterregelzoo stipt mogelijk volgde. Voorhem was de bedorven „Stadt der In-teUigenz" slechts een kweekplaats van

    onmisbare kennis. Maar het volle,eigenlijke leven zocht hij in de kloos-tercel; hij was te Berlijn als kluizenaarin de woestijn. Spoedig genoot hijdenroem van buitengewoneknapheid.

    Op een internationale prijsvraagwerd de eereprijs zijn deel. Hij wasnog student, toen niemand minderdan Mommsen voorspelde: „Watderechtsstudie betreft, zal de 20ste eeuw misschien de eeuw van Ferrini heeten" ! Devoornaamste universiteiten van Ita-lië betwistten onder elkaar hetvoorrecht, dezen geleerde onderhare professoren te tellen. Ach-tereenvolgens nam hij een leer-stoel in te Messina, Bologna enPadua; overal gold hij als fac-ile princeps", de erkende meesterin zijn vak. Hij schreef tal vangrondige verhandelingen over hetRomeinsche recht, die onder hethet beste worden gerekend, dat onzetijd op dit gebied te voorschijnbracht. Te Pavia vooral leeft zijnroem nog onverminderd voort, zoo-wel onder de studenten, die hem bijoverlevering tiooren prijzen als onovertroffen docent, als onder deprofessoren, die eerbiedig tegen zulkeen reus van geleerdheid opzien.

    Maar het liefste boek van Ferriniwas en bleef altijd de H. Schrift.

    Hij kende Haar nagenoeg geheelvau buiten; om Haar diepen zinnog beter te verstaan, had hij zichvid Oostersche taleu eigen gemaakt.

    Hij verdeelde zijn leven onvoor-waardelijk tusschen de studeerkameren de kerk, waar hij dagelijks uren-lang in het gebed verslonden lag,tusschen zijn dierbare studenten ende armen, die om strijd hem ver-eerden als een nooit falende toevluchtin den nood.

    Van dezen hoogleeraar, met zijnengelachtigen levenswandel, zijn on-uitputtelijke naastenliefde, zijn emi-nente wetenschap, zijn gloeiende wel-sprekendheid, mag gerust dat oude,dood eenvoudige, maar alles zeggen-do grafschrift worden herhaald:

    „Bene dixit, bene scripsit, benevixit." Van ziju woorden, zijn ge-schiften en zijn leven valt niets an-ders dan goed te zeggen. Blijft alleennog de vraag te onderzoeken naarden heroïeken graad zijner deugdenen naar de echtheid der wondereu,die op zijn voorspraak hebben plaatsgehad.

    Over beide punten zijn reeds on-wraak bare getuigen in verhoor geno-men. Onder anderen de oud-ministerOrlando, een gewezen leerling vanFerrini en waarlijk g.en clericaal;de tegenwoordige rector-magnificusder hoogeschool van Pavia, profes-sor Polacco, en de eveneens daaraangestelde professor Tamassia, diehun voormaligen ambtgenoot zeerintiem hebben gekend. Als zulke be-oefenaars der wetenschap, met hun

    critischen geest, een gunstig getuige-nis afleggen, moet de buitengewonedeugd van Ferrini wel ontwijfelbaarzijn. Wat de wondereu betreft, daar-omtrent is nog geen uitspraak ge-daan. Maar bij voorbaat zou men opdezen heiligen professor het woordvan St. Bernardus kunnen toepassen:„Primum et maximum miraculum, quodipsefecit, ipse eral"; hij zelf was het eer-ste en grootste wonder, dat hij kanhebben verricht."

    Of was deze hoogleeraar. te middeneener twijfelzieke omgeving, doorzijn kinderlijk geloof, zijn brandendegodsvrucht, zijn volmaakte afgestor-venheid van de wereld,zijn onbegrens-de liefdadigheid niet een levend won-der ? En bleef deze groóte geest, ophet toppunt van geleerden-roem, nieteenvoudig en nederig als dekleinen,aan wie het Godsrijk toebehoort ?

    Daarom mogen wij met vertrouwenden uitslag van het voorloopig pro-ces te Milaan afwachten. Mogen wijhet nog beleven, dat ook de acade-mische wereld, in onzen tijd nog álte zeer van het bovennatuurlijke ver-wijderd, een modern toonbeeld enhaar bijzonderen schutspatroon krij-ge in den gelukzalige Contardo Fer-rini !

    Op zijn gezaghebbend voetspoor,onder zijn hemelsr ie bescherming,vinde zij eindelijk dei terugweg naar

    6od, den Heer der .vetenschappen!"{De Tijd) Romanijs.

    Feuilleton.

    De scheepsbouw van voorheen en thans.III.

    De aanwending van de stoomma-chine veroorzaakte in het scheep-vaartbedrijf een geheelen ommekeer.De eene snelverbinding na de ande-re kwam tot stand. Het goederen-en vooral het passagiersverkeer be-gon steeds beduidender in omvangte worden. Waar vroeger velen zichafkeerig hadden getoond van eenverre zeereis en daarom ook geenbetrekking in overzeesche gewestenverlangden, lieten zij zich thans nietmeer weerhouden en aanvaardden zijden tocht blijmoedig. Eu door dengrooteren omvang, die 't passagiers-verkeer en ook het goederentrans-port verkregen, dit laatste door toe-name vau het aantal handelshuizen,ontstond dra de behoefte aau nieu-were of vergroote types. Want deeene behoefte werd uit de anderegeboren.

    Daar moesten b.v. meer water*

    dichte schotten zijn, dikwijls meerdekken, meer stutten en meerderehulpwerktuigen; er moest meer ge-ventileerd, meer gekookt en gestooktworden; daar moesten promenade-dekken aanwezig zijn, meer reddings-booten, etc. etc, in het kort, allesonderging een uitbreiding.

    Er kwamen stoomschepen met één,twee, of drie dekken, waarvan som-mige met een verhoogd midden-,voor- of achterschip. Als zoodanigonderscheidt men: le. het èèn-dek-schip, tot aan het dek toe water-dicht afgewerkt, waarop zich al watdienstig is voor de verschillendescheepsbedeelten bevindt, de ketting-bak uitgezonderd, die voor-onderinwordt aangetroffen en ook wel eenklein roefje achterin voor kapiteinen stuurlieden. Boven over het mid-den bevindt zich de loopbrug, van-waar de commaudo's gegeven wor-den.

    Een ander type is het spardek-schip,dat drie doorloopende dekken heeft,en tot aau het bovenste dek water-dicht is afgewerkt. Veelal wordt dittype aangetroffen bij groóte vracht-schepen; het is een sterk schip. Som-

    tijds krijgt dit schip een verhoogdmidden- en voorschip, waar de équipage een onderkomen vindt.

    Weer anders is het awningdeck ofsformdekschip. Hier verheft zich opongeveer 2% M. boven het hoofddek, een tweede dek, maar van lich-ter constructie. Tusschen deze dek-ken verblijven de passagiers, en iser ook gelegenheid tot stalling vanvee; verder bevinden zich daar devolkslogiesen, de kombuizen, de toe-gangen naar machinekamer en stook-Elaats, waterclosets, linnenkamer,adkamer, etc. Dit schip is water-dicht tot op één na het bovenstedek, zoodat de lading die zich daar-onder bevindt, geen gevaar loopt.

    Aan dit type ongeveer gelijk ishet sliadedeck of schaduwdekschip ge-nDemd naar de blinden in de zij-den, die geopend kunnen wordentot aanvoer van frissche lucht.

    Een tweede type, dat aan hetschaduwdekschip bijna gelijk is, ishet shelter- of bergingsdékschip. Heteenige onderscheid ligt in het lichtedek, dat zich boven het hoofddekverheft, en lichter is dan bij hetschaduwdekschip. Bij al deze 3 sche-

    pen heet het bovenste dek: „tentdek",naar de zonnetent die er overheenkan gespannen worden.

    Om aan laadvermogen te winnen,vermeerderde men den diepgang. Ditbracht evenwel het nadeel mede, datzware stortzeeën overkwamen, diezich een weg baanden door de ma-chine-lantaarn en beneden alles opstelten zetten.

    Toen 'ontstond weder een geheelnieuw type, het raisedquarterdeck — ofverhoogd achterdekschip. Hierbijwerd dus het achterschip verhoogd,welke meerdere ruimte voor ladingbeschikbaar kwam, zonder dat dediepgang noemenswaardig werd ver-groot. Het schip kreeg door denmeerderen last achter grooter diep-gang aldaar, het werd zoogenaamdstuurlastig, maar dit kon veilig ge-doogd worden tengevolge van deverhooging die het schip daar hadondergaan; en waar het voorschipdoor de ontstane helling achter,omhoog werd geheven, kregen degolven minder gelegenheid zich ophet dek te werpen. Het doel werddus alleszins bereikt.

    Na 1891 volgde nog het turretdeok

    — of verhoogd opperdekschip over dehalve breedte, (zooals de bekendeertsboot met de 14 masten heeft.)

    Dit schip biedt het voordeel, dathet zeer veel lading kan bergen, entoch door de groóte ruimte aanweerszijden der zoogenaamde trunkof turret, veel materiaal bespaart.

    Nog ontstond het zgn. deepframe-type of het schip met zware spanten.Dit schip heeft slechts één dek. Hetis echter veel hooger dan het be-sproken ééndekschip, en mag erdaarom niet bij worden ingedeeld.Bij afwezigheid van tueschendekkeuis het tot berging van veel ladingin staat, en bezit door het verliesaan sterkte, hetwelk een dek ver-schaft, zeer zware spanten (ribben).

    Eindelijk is er nog het driedek-type,een zeer sterk schip, dat wel is waarmeerdere dekken heeft voor de pas-sagiers, maar waarvan de 3 bedoel-de dekken de voornaamste, tot denromp behoorende dekken zijn. Heefteen schip meer van zulke dekken,dan spreekt men van een voldekscUp.Tot één van deze beide type's be-hooren de hedendaagsche groóte

    " mailstoomschepen.

    Compania fluvial y costanerade Venezuela.

    In de Openingsrede van den Kolo-nialen Raad op den 9 Mei 11. sprako. a. onze Gouverneur Mr. Th. I. A.Ndijens het volgende:

    „Ofschoon de Compañía fluvial y„costanera de Venezuela grooten afbreuk„deed aan onzen handel, doordat„vele reizigers, die vroeger van Ma-„lacaibo via Curagao, naar Puerto-,,Cabello en Caracas gingen,—en dan„tijdens hun verblijf hier goede klan-„ten waren voor onze winkels— nu„met de kustbooten van de eene„plaats van Venezuela naar de an-„dere gaan, zonder Curagao aan te„doen, was toch de invoerhandel in„het afgeloopen jaar vrij levendig."

    Voer velen in onze kolonie is vandeze Stoomvaart-maatschappij nietveel meer dan alleen de naam bekend.

    Daarom oordeelden wij het vangroot belang voor onzen handel enscheepvaart en wien verder er in be-lang stelt, eenige nadere wetenswaar-dige bijzonderheden omtrent dezescheepvaartonderneming, die in kor-ten tijd reeds zulk ecu reusachtige

    vlucht genomen heeft, mede te dee-len.

    Met goedkeuring van het Congresis door de Regeering van Venezuelaeen contract gesloten voor den tijdvan 50 jaar met de „Compañía Anó-nima de Navegación tluvial y costanera deVenezuela" ter oprichting van eenStoomboot-maatschappij voor dengeheelen Orinoco, en Rio-Negro, enalle vertakkingen en zijrivieren dezerbeide stroomen, voor het Meer vanMaracaibo, daaronder begrepen deexploitatie, ontwikkeling en koloni-satie van het Federal TerritoriumAmazonas. Het tegenwoordig kapi-taal van 6 millioen bolivar zal daar-toe gebracht worden op 50 millioenbol. verdeeld in 50.000 aandeelen elkvan 1000 bol. Inschrijvingen wordenverwacht binnen 60 dagen te rekenenvan den 10 Juli. Wanneer het gehee-le kapitaal niet zou worden volge-teekend, wordt de waarde der reedsgestorte aandeelen gerestitueerd

    Daar schijnt wol voldoende waar-borg te bestaan voor het welslagendezer onderneming in de groóte rijk-dommen van het territorium Ama-zonas, die slechts op ontginningwachten, in 'twetenschappelijk onder-zoek en de statistische gegevens om-trent den voortdurenden stijgendenbloei van handel, landbouw en uijver-heidin dit uitgestrekte gebied, en dennaam en 't verleden van den Directeurdie tegenwoordig aan 't hoofd der on-derneming staat, Generaal DelgadoChalhauo. De bedoeling dezer onder-neming is op deeerste plaats niet metvreemd, doch met eigen Venezo-laansch kapitaal te werken, opdatde winsten niet naar het buitenlandverhuizen en den vreemdeling te goe-de komen, maar ten profijte blijvenvan den landzaat.

    Reeds onderhoudt deze stoomboot-Maatschappij met een voorbeeldigeorde en regelmaat een geregelde ver-binding langs de kusten, op de rivie-ren en meeren van Venezuela, waar-bij haar reeds een talrijke vloot tendienste staat van schepen van aller-lei typen en beantwoordend aan deverschillende toestanden en behoeften.

    De kustvloot, die een geregeldevaart onderhoudt langs de kusttusschen Ciudad Bolívar en Maracai-bo bestaat uit de stoomschepenGuyana, Venezuela en Manzanares, wel-ke niet alleen reeds druk bezochtehavensteden bezoeken, maar zelfskleinere havens zooals Tucacas, Hi-guerote, Píritu, Rio-Caribe en Cris-tóbal Colon aandoen, van waaruitallerlei venezolaansche voortbreng-selen naar eigen en vreemde marktworden uitgevoerd. Dit deel derstoom-vaartverbinding leverde, volgens hetverslag der maatschappij, in het 2esemester van 1910 een winst opvan 117,720bolivar.

    De stoomschepen Delta en Maracaibo

    zorgen voor devaart tusschen CiudadBolívar en Trinidad. In het afgeloo-pen jaar 1910 vervoerden zij naardit Engelsche eiland bijna 4* miliioenKG. venezolaansche produkten, dieeen waarde vertegenwoordigden vanbijna 22 millioen bolívar, waarbij de-ze stoomlijn een winst maakte van252.773 bóliv.

    De vloot, die den Orinoco tot aanApure bevaart, bestaat uit de stoo-mers Alianza, Arauca, Apure, Ampara,Masparro, Boyacá en Puerto Nutrias ende lichters Avila en La Verdad. Hunaandeel iv de winst bedroeg in het2e halfjaar van 1910 de som van221.238 boliv.

    In den laatsten tijd heeft de Com-pagnie hier nog bijgevoegd deScheepvaartlijn op het Meer van Ma-racaibo bestaande uit de stoomboo-ten Progreso, Mará en Fénix, de. sleep-boot Táchira en de stoomsloep Villa-mizar. Tot nog toe bestaat er overden geringen tijd, dat deze laatsteverbinding is tot stand gekomen, noggeen officieel verslag der baten, diezij heeft opgeleverd. Maar het is al-gemeen bekend, welke belangrijkediensten reeds deze lijn aan den han-del en het publiek heeft bewezen.

    Deze Stoomvaartmaatschappij wilnu nog grootere uitbreiding gevenaan haar vloot en is al begonnenmet de reparatie van de boot Pro-greso, Met dat doel heeft men uit hetbuitenland een bekwamen scheeps-bouw-ingenieur laten uitkomen. Al-les wijst er op dat deze Maatschap-pij onder een goede directie en ad-ministratie staat en zeer veel totontwikkeling en den bloei en tot deontginning der rijkdommen van denbodem van Veuezuela zal bijdragen.Waarschijnlijk zal deze stoomboot-onderneming ook belast worden metde immigratie van gezonde, sterke enordelijke werkkrachten naar 't Terri-torium Amazonas, waaraan daar totnu toe nog groot gebrek is.Deze Compagnie heeft de vorige weekeen contract gesloten met de AstilieroNacional .(scheepswerf) te Puerto Ca-bello voor de vervaardiging van eenkoopvaardijschip, dat de eerste bootvan dien aard zal zijn, die op vene-zolaansch grondgebied zal gemaaktworden. Deze boot zal de Nueva Maráheeten en volgens contract voor180.000 bolívares moeten gebouwdworden.

    Juist de vorige week is te PuertoCobella met gunstig gevolg ook hettweede stuk van het drijvend dokte water gelaten. Zooals men weet,zijn tegenwoordig een groot aantalCuragaosch timmerlieden en smedenenz. aan dat dok en de werf te PuertoCabello werkzaam. Beiden zijn eigen-dom van 't Gouvernement. Doch hettechnisch hoofd-personeel is Ameri-kaansch.

  • Bespreken wij nu eeus het ont-werp van een schip!

    Het ontwerp van een schip, metname van een groot passagiersschip,vordert veel arbeid en beleid. Opde eerste plaats moet het schipsterk, zeewaardig en comfortabelvan inrichting ziin. Ten tweede moeter rekening worden gehouden metde diepte van havens, en met debreedte van bruggen. Het derdepunt van overweging vormen dequaestie van bet aantal machines,en de voor- of nadeelen, die de ver-schillende types aankleven. Om zoomin mogelijk te falen, worden daar-om steeds bestaande scheepsmodel-len tot leiddraad genomeu. "

    Reeds vrij spoedig verkrijgt menhierdoor de vermoedelijke zwaartevan den romp, het vermogen en dezwaarte van machines en ketels.Eerst later volgen nauwkeuriger be-rekeningen, vooral van de zeewaar-digheid. Daarna worden de hoofd-afmetingen vastgesteld.

    Tot verkrijging van de juiste af-metingen van de verschillende scheeps-

    bestanddeelen, kan het schip herleidworden tot een groóte, op vele plaat-sen belast zijnde holle balk. Dit ge-schiedt om kennis te nemen van dewerkingen waaraan het schip isblootgesteld, wanneer het zich opde golven bevindt. Gemakshalvedenkt men zich dan het schip, ge-plaatst in twee standen, midden opeen golfkruin en midden ineen golf-dal, dus temidden van twee golven.De afstand der twee golfkruineuwordt gesteld op de scheepslengteen hare hoogte op 1120 daarvan.Iv beide gevallen is net schip ge-neigd tot middendoorbreken, maarin tegenovergestelde richting. Hetbuigiugsmoment toch is dáár hetgrootst. Bezit nu het schip genoeg-zame sterkte om niet door te bre-ken, dan zeer zeker, wanneer hetzich niet in zulk eene positie be-vindt.

    De weerstand nu, die het schipaan de werkingen biedt, hangt afvan het weerstandsvermogen vanhet materiaal, dat voortkomt uitzijn zoogeuaamde „traagheidsmo-

    ment", of het moment van de le-vende kracht, die als het ware overde gansche oppervlakte van het li-chaam verdeeld is, en waarmedehet aan eene uitwendige werkingweerstand biedt Dit moment te be-rekenen, en evenzeer het buigings-moment, is noodzakelijk om de af-metingen van het materiaal te kun-nen bepalen, die het in staat stel-len aau alle werkingen weerstand tebieden.

    Nu is het om de ontzaglijk om-slachtige berekening, dat deze slechtszelden toegepast wordt. De ingenieurkomt spoediger ter bestemde plaat-se, door de tabellen te raadplegen,die, opgemaakt Daar voorbeeldenuit de praktijk, het werk zeer ver-eenvoudigen.

    Deze tabellen staan bekend onderden naam van „Regels en regelingenvoor stalen schepen" eu worden ver-strekt door de Assurantie-maat-schappijen „Lloyds", „British Corpo-ration of Shipping", „Bureau Veritas".en de „Germanischer Lloyd".

    In een uauw verband met de sterk-

    te staat de snelheid. Een hoogesnelheid vraagt meerdere sterktevoor de scheepsdeelen, die aan degevolgen daarvau zijn blootgesteld.Deze zijn het onderschip vóórin, debodem van het middenschip en hetachterschip onderin. Dit geldt metname voor de passagiersschepen, diezich snel moeten voortbewegen. Ver-schillende redenen als de cisehenvan het verkeer, de concurrentie envoorzeker de pronkzucht spelen inzake de snelheid een voorname rol.Deze laatste factor is ook beslissendvoor de sierlijkheid.

    Deze wordb niet alleen gevormddoor een behoorlijke proportie vande afmetingen, maar evenzeer werktde geheele bovenbouw daartoe krach-tig mede. Van veel invloed op desierlijkheid, is de zoogenaamde „zeeg"of oploop van het dek van uit hetmidden gerekend naar voor en achter.Hierdoor krijgt het schip direct eenvlug aanzien.

    Nergens komt dit zóó tot zijnrecht als bij het raderschip, dat welhet sierlijkste is van alle schepen.

    Eu het is inderdaad te bejammeren,dat het in veel opzichten bij hetschroefschip ten achter staat, waar-om het ook steeds meer tot de zeld-zaamheden gaat behooren.

    Aan zijn raderwerk loopt het lichtaverij op; de groóte breedte doethet wel is waar vast op het wa-ter liggen, maar heeft weder tot na-deel, dat het schip voor veel brug-fen en sluizen te breed is. Ook maget niet diep vareu, wegens den tegrooten weerstand dien de raderenvan het water zouden ondervinden.Van het bergen van veel lading kandus geen sprake zijn, zoodat hetpassagiersvervoer wel zijn hoofdbe-stemming is. Maar de meeste, envooral de groóte schepen moetenuaast hun levende lading, evenzeerveel doodgewicht medevoeren, watgrooten diepgang vereischt, ook inverband met het onder water hou-den der schroeven.

    Amsterdam. Jos. Frings.Scheepsbouwmeester.

    VOORLICHTING OF MISLEIDING?In de N. Roti. Cort. Maileditie van

    21 Juli komt een Particuliere Corres-pondentie voor uit Curagao, onder dentitel van ONDERWIJSPOLITIEK.

    Deze correspondentie, gedateerdden 28 Juni, is dus juist acht dagenverzonden vóór de beruchte zittingvan den Kol. Raad van den 5 Juli,waarin het wetje op de gehuwdeonderwijzeressen werd afgestemd.

    Wie deze corresp. vergelijkt metde redevoeringen in die zitting ge-sproken, behoeft niet meer te vragenvan welken boog deze pijl is afge-schoten. Vooral in het eerste gedeelte is het, als ziet men het schui-felen en kronkelen, het beurtelingsschuil gaan en voor den dag komenvan een slang lang den grond, dieden toeschouwer misleidt. Het iseen geschrijf vol tegenspraak metzich zelf of met onverdachte partij-genooten van den schrijver.

    Een enkel voorbeeld: Van de Em-maschool, waar kosteloos gewoonlager onderwijs verstrekt wordt,"heet het hier:

    „Deze school voldoet bij voort-,,during goed, naar genoegen én„van het publiek én van het be-stuur."

    Vreemd ! — Juist gisteren avondkon men in de Curacaosche Courant le-zen van een vergadering der Vereeni-ging tot bevordering van het Onderwijs(dat is de Vereeniging, geboren uit hetvroegere Tïcton'a-fonds, later hetCraw/e-fonds genoemd) waar alleenbeslist vrijzinnige partijgenooten enverklaarde vrienden van het Open-baren Onderwijs aan het woord wa-ren. Daar klonk het oordeel: „Hetlager onderwijs (men denke hier „op deEmma-school") is ten eeuemale onvol-doende, ten gevolge van gebrek aangeschikte en bevoegde werkkrachten." (!!??)

    In deze correspondentie moet ookdat ontwerp op de gehuwde on-derwijzeressen en het opheffen dernormaallessen, dienst doen omde lezers iv den waan te bren-gen, dat hier systematisch opachterstelling van het openbaaronderwijs bij het bijzonder wordtaangestuurd. Toch is er nog eenmerkbaar verschil. Voor lezers in hetmoederland, weinig of niet bekendmet onze toestanden, behoeft mennog minder consciëntieus met dewaarheid om tespringen. Zevalttochbuiten hun controle. En men heeftbovendien het fortuintje, dat elkeverdachtmaking tegen alles, wat ka-tholiek is, bij de X. Rott. Ct. en haarlezers altijd hoogst welkom is.

    Wil men nog beter weten waaromhier door den Gouv. die normaallessenwerden opgeheven, dan zal deze cor-respondent U inlichten:

    „Nauwelijks na, of misschien zelfs„vóór de stilzwijgende goedkeuring

    der voorgestelde wijziging (dat is„de opheffing der normaallessenRed. Amigoe) door den Kol. Raad„vernam men, dat er een R. K.„Kweekschool voor onderwijzers„opgericht werd." (!?!?!)

    En zulke dwaze en onmogelijkekletspraatjes, worden de wereld in-gestuurd om het bestuur verdachtte maken en haat en tweedracht tezaaien !!!! Die kweekschool zou dusongeveer in het begin van Mei zijnopgericht, maar tot nu bestaat zenog niet en kan ook niet bestaan,omdat er zelfs geen plan of voor-nemen of gedachte er aan ooit be-staan heeft.

    Bij het slot van het artikel komtde aap nog meer uit den mouw:„dat er in den laatsten tijd verwijten vernomen ziju, dat de Gouver-neur zich bijwijlen door partijdigheidlaat leiden."

    Wij veronderstellen, dat die correspondent, die met de waarheid opzulk een intiemen voet leeft, dezelaatste insinuatie in een volgendecorresp. door voorbeelden zal waarmaken. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat dezelfde correspondent die

    zoozeer roeping voelt het publiek inHolland met juistheid omtrent on-ze kolonie voor te lichten, de lezersvau de Nieuwe Rotterd. Ct. dantevens van onze „Kantteekeningen"in den Amigoe di Curacao van 15 Julizal op de hoogte stellen.

    Berichten uit de Kolonie.

    Z. H. Paus Pius X.

    Zeer alarmeerende berichten brachtde telegraaf deze week omtrent dengezondheidstoestand van Z. H. denPaus. Het eerste bericht van 6 Aug.luidde, dat de gezondheid van Z. H.reden gaf tot bezorgheid; daagsdaarna, was de toestand veel ver-beterd, zoodat de vrees gewekenwas. De telegrammen van den 9enlOden luidden echter weer hoogstongunstig. Ten gevolge van uitput-ting en verzwakking, veroorzaaktdoor voortdurend lijden, en de ge-weldige hitte, die op heb oogenblikin Rome heerscht, geraakte de Pausin een soort van bezwijming. Dedoktoren vreesden, dat het gestelvau den Paus er door zou geknaktworden. Donderdag werd den Pausmet caffaïne ingespoten om de ver-zwakte werking van het hart opte wekken. Mocht een nieuwe aan-val van jicht optreden, dan kon detoestand gevaarlijk worden, daarZ. H. uiterst zwak is.

    Zilveren Feest.

    A. s. Dinsdag 15 Augustus viert deEerw. ,Fr. Radulphus Hermes zijnzilveren feest als lid vau de Congre-gatie van Tilburg. Fr. Radulphusis een goede bekende op Curagao.Veel is het Bijzonder Onderwijs aauhem verplicht. Daarvoor heeft hijreeds jaren lang met hart en ziel,met algeheele toewijding, met al zijntalenten gewerkt. Sinds 19 Novem-ber 1890reeds verblijft hij onafgebro-ken in onze kolonie. Niettegenstaan-de in de eerste jaren vooral doorstudie en lessen zijn gezondheid veelgeleden had, is hij met Gods hulp diemoeielijke jaren gelukkig te bovengekomen.

    Na eerst in Tilburg in verschillen-de scholen als onderwijzer te zijnwerkzaam geweest, heeft hij hier nogachtereenvolgens de akten Spaansch,Engelsch, wiskunde en boekhouden

    fehaald. De St. Vincentius- en St.ozef-scholen, die onder zijn leidingstonden, genoten steeds een bestennaam. Sinds het vertrek van PaterZwijsen, is Fr. Radulphus nu Direc-teur van het St. Thomas-College,is sedert 1893 reeds lid van deGouvernementB- examen- commissie,en eveneens van het jaar 1908 afinspecteur van het R. K. bijzonderonderwijs in onze kolonie.

    Hij mag met voldoening op denafgelegden weg terugzien. MogeFr. Radulphus nog lange jaren voorhet onderwijs in onze kolonie ge-spaard blijven.

    Chr Gijnen.

    Vorige maand overleed te Arnhemin het St. Elisabeths-gasthuis na eenlangdurig, pijnlijk, maar geduldig lijden de Heer Christiaan Gijzen, die te-gelijk met de Heeren Maanen en v.n. Donk, den 7 Sepfc. ISB6 als deeerste onderwijzers voor het R. K.Bijz Onderwijzers op Curagao aan-kwam. Hij gaf eerst op Otrabandaeu daarna op Pietermaai onderwijs.Met dankbaarheid zal zich de Mis-sie zijner herinneren, als een die me-de den grondslag gelegd heeft vanhet Kath. bijz. Onderwijs voor de jon-gens in de'stad. In Maart 1897vertrok hij naar het Moederland we-gens ziekte. Zoowel in de paro-chie van Pietermaai als van Otra-banda werden lijkdiensten voor zijnzielrust opgedragen.

    Koloniale Raad.

    Het schrijven, door den Heer Gou-verneur aan den Kolonialen Raadgericht, waarvan wij iv ons vorignummer melding maakten, is vanden volgenden inhoud :

    19 Juli 1911Ter bevordering van den goeden

    gang der zaken veroorloof ik wijde vrijheid het volgende te brengenonder de aandacht van den Kol.Raad. Het is een parlementair ge-bruik in Nederland (en in alle be-schaafde landen, voor zoover ikweet), dat bij de openbare behan-deling van wetsontwerpen in de bei-de Kamers der Stateu Generaal,geen argumenten tegen een ontwerpworden aangevoerd, die niet reedsbij de behandeling van het ontwerpin' de Afdeeling zijn te berde ge-bracht en in het verslag opgenomen.De gronden, waaraan dat gebruikzijn ontstaan te danken heeft, lig-gen voor de hand. De Minister moet,om zich te kunnen verdedigen, we-ten op wat voor gronden men zijnontwerp zal bestrijden, wat voorargumenten er tegen zullen wordenaangevoerd. Onmogelijk is het voorhem ze alle te voorzien, en evenonmogelijk, om ze, onvoorzien, al-tijd in eens, behoorlijk te kunnenweerleggen. Heeft dit gebruik duszijn reden van bestaan in de par-lementen, waarde Ministers zelf hunwetsontwerpen verdedigen, veel meerdient het te gelden hier in de K. R.,waar het geen gewoonte is, dat deGouverneur bij de openbare behan-deling der door hem ingediende ont-werpen tegenwoordig is.

    Wel kan hij een gedelegeerde zen-den om de zittingen bij te wonen,doch dan is deze, die de ontwerpenin den regel zelf niet heeft samen-gesteld, nog in een veel onguustigerconditie dan de Ministers, te wieropzichte men heb volgen van hetaangegeven gebruik noodzakelijkacht. Bovendien kan heb, zoo er bijde behandeling in de afdeelingenweinig of niets tegen ecu ontwerpwordt aangevoerd, zeer goed gebeu-ren, dat er geen gedelegeerde naarde openbare zitting wordt gezonden,terwijl het misschien later zou blij-ken, "dab dit wel menschelijk waregeweest. Op grond van dit alles zouik het zeer op prijs stellen, zoo deK.R. ook voortaan den regel, dieiv Nederland geldt, hier zou willenvolgen. Het Bestuur zal er door inde gelegenheid worden gesteld, omde argumenten, die er tegen zijuontwerpen worden aangevoerd, zoonoodig behoorlijk te weerleggen.

    Het zal dan geen strijd zijn, waar-in feitelijk slechts één der partijenzich kan doen hooreu. De guldenregel: audi et alterampartem, die voorieder onbevooroordeeld man of col-lege geldt als een eisch der billijk-heid eu als de eenige waarborg dater met kennis van zaken kan wor-den geoordeeld, zal dan ook iv deK.B. zijn toepassing vinden.

    De Gouv. van Curagao.NtJYENS.

    K. W. I. M.

    De stoomboot „Prins Willem V"die hier eerst Woensdagmorgen vanSuriname binnen kwam, is reeds dien-zelfden middag weer vertrokken.Alleen op deze wijze kan de bootden verloren tijd weer inhalen.

    Daar heerscht hier zelfs schaarsch-te aan sommige levensmiddelen, daardoor de booten der K. W. I. M. we-gens staking der zeelieden, ook eendeel der lading te Amsterdam moestworden achtergelaten. Voor koopluien particulieren, die op die ladingwachten, is het eene heele teleurstel-ling, en ook mogelijke schade is nietuitgesloten.

    —„De Prins Willem I", die bij demonding der Suriname rivier bijBraamspunt aan den grond vast-

    raakte, is volgens latere berichten,nadat een deel der lading door lich-ters was overgenomen, weer vlot ge-raakt.

    Vechtpartij.

    Het schijnt Zondagavond in eender steegjes van de Punda ruw te zijntoegegian. De polite werd met krui-ken en flesschen gebombardeerd, zoo-dat Commandant Appel om zeschrik aan te jagen van zijn revol-ver moest gebruik maken. Het is tehopen, dat zulke tooneelen zichniet meer herhalen. Het beste is zete voorkomen en dergelijke sujettendie toch van alle toegevendheid steedsmisbruik maken, wat minder vrijheidte geven voor het inrichten hunnerbacnanalien en danspartijen.

    Cur. Weerbaarheids-corps.

    Maandagavond ten 8 uur heersch-te er een ongewone bedrijvigheidaan den Waterkant van Otrabanda.Voorafgegaan door de muziek vanhet garnizoen trok het CuragaoschWeerbaarheidscorps onder aanvoe-ring van de beide officieren de HeerenC. N. Winkel en R. S. de Lannoyuit het Riffort, om een militairemarsch te gaan ondernemen. Langsde Breedestraat, Roode Weg, Mor-genster, Bleiu en Heintje Kool werdin opgewekte stemming de tocht ge-maakt en over Morgenster en ver-der denzelfden weg kwam men tenhalf elf weer in het Riffort terug,waar de troep ontbonden werd.

    Het is een gezonde wandeling enstaalt de spieren en houdt het levener in, want : „Rust roest."

    Onze JantjesIn een artikel in „The naval and

    Military Record" van 12 Juli jl. ge-titeld: „International Fleetmen", en ge-schreven naar aanleiding van derevue vau Spithead, komt o.a. hetnavolgende voor:

    „Zonder twijfel waren zij, die hetnetste voorkomen hadden, — zoowelwat betreft de snit der kleeding, alsde wijze waarop die gedragen werd—de Hollanders. De onderofficieren,met zware gouden galons op demouwen en andere onderscheidings-teekenen, vielen zeer op, en dekortejas', die zij droegen (een kleeding-stuk, dat voor de onderonderoffi-cieren onzer eigen vloot werd afge-schaft) verleende een bijzonder netvoorkomen.

    De manschappen, gekleed in zee-mansuniform, dragen, evenals ande-re zeelieden van hot vasteland, hetbaadje, dat kort geleden ook lietgroot-tenue onzer matrozen was,maar dat nu eveneens is afgeschaft,en hoewel het zeker eenige moeitekost, dit kleedingstuk, in de beperk-te ruimte op een oorlogsschip, ingoeden staat te houden, hebbenmanschappen, die hierin gekleedzijn, een voorkomen, dat de sergekiel oí de serge trui niet kan ver-leenen.

    Het voorkomen der Hollanderswerd verder nog daardoor verhoogd,dat de matrozenkraag aan devoor-zijde met wit is afgezet, wat eenbijzonder goeden indruk maakt. Som-mige der vertegenwoordigde naties,waren wat slordig gekleed, en waardit viel op te merken, scheen hetgepaard te gaan met een minderstreng in acht genomen discipline;het maakte inderdaad den indruk,dat de best gekleede manschappenbehoorden tot de landen, die dehoogste discipline in hun zeemachthandhaven."

    En ten slotte:„De indruk, gewekt bij hen, die

    zich er op toelegden, het karakter,gedrag en houding van de beman-ningen der vreemde oorlogsschepenna te gaan, die alle aan wal verte-genwoordigd waren, was hoogstgunstig.

    Allen schenen zich er op toe teleggen, een goeden indruk te maken, en zich zoo te gedragen als tot

    eer van hun land kon strekken, en,volgens de meening van ieder, dietot oordcelen bevoegd was, werddit doel door de gasten onzer na-tie geheel bereikt, zoodat luisterwerd bijgezet aan de belangwekken-de gebeurtenis waaraan zij kwamendeel nemen, en de eerste vlootrevuevan Koning George V er des te op-merkelijker om werd.

    [Het Vaderland].

    Garnizoen.

    — Bij Kon. besluit is de 2e luit.der inf. van het legerin Nederlandsch-ludië W. F. Van der Hopf, thansmet verlof in Europa, voor den tijdvan drie jaren gedetacheerd bij delandmacht in West-Indië.— Den 21 Juli a.s. vertrekt methet nieuwe stoomschip Oranje Nassauvau den Kon. W. I. Maildienst naarWest-lndië, met bestemming voorCuragao, ecu detachement suppletie-troepen, sterk 23 soldaten. Als com-mandant is aangewezen de 2eluit.der inf. O. I. leger W. C. Van Dui-nen, die voor drie jaren wordt ge-detacheerd bij de landmacht in Su-riname.

    Gered.Donderdag namiddag viel een vrouw,van wie men zegt, dat ze dikwijlsmisbruik maakt van sterken drank,bij het waterscheppen in den groo-ten regenbak van het huis vanden Heer R. H. op den berg vanOtrabanda. Gelukkig waren er ter-stond verschillende personen bij dehand, aan wien het met veel moeitegelukte, de vrouw nog levend teredden. Zij was tevens ontnuchterd.Het is jammer voor het drinkwa-ter, dat hiermede verloren gaat. Menis terstond begonnen den regenbakleeg te maken.

    Zelfmoord.De brigadier VV. die van St. Mar-

    tin naar Curagao was overgeplaatsten met vrouw en kinderen zich aanboord van de Dreadnought bevond,heeft in de nabijheid van Bonairemet een stuk glas zich den halsaderdoorgesneden. Toen men hem zochten vond, was hij reeds overleden.Op Bonaire werd het lijk ter aardebesteld. De ongelukkige weduwe enkinderen zetten met hetzelfde schipde reis naar hier vooit, dat Zon-dag namiddag ten 5 uur onze ha-ven binnenkwam.

    Burgermeester.Onder de benoemingen in het Moe-

    derland trok dezer dagen bij hetdoorbladeren der laatst ontvangenCouranten vooral onze aandachtdie van een oud-bekende den HeerM. J. Selhorst, onzen vroegerendirecteur van Openbare Werken, totburgermeester van Idaarderadeel, eengemeente uit een 8 tal dorpen be-staande met bijna 6000 inwoners,gelegen nabij Leeuwarden.Kat oen oogst op St. Eustatius.Den 1 Aug. is de katoenvloot

    van St. Eustatius uitgevaren d. i.4 Statiaansche zeilsloepen met hetrestant van den katoenoogst n. 1.65 balen. In het geheel heeft denoogst 1910—1911 opgeleverd 168balen geginde katoen, elk van 100KG. een waarde vertegenwoordigd áf 1,65 per KG van bijna f 28.000-Deze katoen is via St. Kitts naarEngeland verzonden. Nu zijn er nogeenige balen gevlekte katoen over,die later verzonden worden. Het isceu prachtig succes, waarvan aan denHeer v. Grol, gezaghebber v. St.Eustatius het grootste aandeel toe-komt. Op deze gegeveus durven wegerust voorspellen, dat het eilandeen schoone toekomst te gemoetgaat.

    Dankbetuiging.Ontvangen van de Heeren Edwin

    Senior en J. Maduro Jr. nieuweitineraria. Onzen oprechten dankhiervoor.

  • Vormreis.In den loop van de volgende week

    zal Mgr. M. G.Vuulsteke, verge-zeld door zijn secretaris Pater P. A.Euwens per zeilschip de vorm- en vi-sitatiereis ondernemen naar Aruba.

    SURINAME.Draadlooze telegrafíe.

    Naar wij vernemen, "bevond zichonlangs te dezer stede een vertegen-woordiger van de AmerikaanscheUnited Wireless Company in verbandmet plannen om hier een stationvoor draadlooze telegrafie op terichten. Door bemiddeling van ecuonzer voornaamste kooplieden, denheer Adolf F. Curiel, is door bedoel-den vertegenwoordiger ter zake ge-confereerd met den wnd. Gouverneur(Mr. Rollin Couquerque) en denwnd. Administrateur van Financiën.

    Ons Bestuur zal de zaak onder deaandacht der Regeering brengen. In-tusBchen, vernemen wij, is telegra-fisch aan den Minister verzocht geenverbintenissen ter zake met anderenaan te gaan, alvoren kennis van deAmerikaansche voorstellen genomente hebben.

    't Plan is de kolonie via Detne-rara met het buitenland te verbin-den. Nickerie en Albina krijgenrechtstreeksche verbinding met Pa-ramaribo.

    (S.)Gouverneur van Suriname.

    Berichten uit onze Zusterkoloniemelden dat de uieuwe GouverneurBaron van Asbeck den 15 Septem-ber a.s. per SS. Prins Maurits de reisvan Amsterdam naar Suriname zalaanvaarden.

    Uit de naburige Republieken.

    VENEZUELA.

    Dr. Carlos F. Grisanti, — welbe-kend als de gevolmachtigde vanVenezuela met de Hollandsche enFransche regeeringen in de bestaan-de geschillen,— is door PresidentJ. V. Gomez benoemd tot juridischConsultor aan het Ministerie vanNijverheid en Openbare Werken teCaracas.

    Berichten uit het Moederland.Het Handels- en Scheepvaartverdrag

    tusschenEngeland en Nederland.

    Strekt het handels- en scheepvaart-verdrag tusschen Groot-Brittanniëen Nederland, waarbij bepaald is,dat aan de schepen van beide lan-den wederkeerig zal worden toege-staan, alle havens, behoorende totelk van beide landen, aan te doen,zich cok uit over de koloniën, diebeide landen bezitten ?

    Met betrekking tot deze vraag isdezer dagen een belangrijke beslissinggevallen. Het Surinaamsch gerechts-hof heeft deze vraag nl. in ontken-nenden zin beantwoord.

    Eenige jaren geleden nl. werd doorhet gouvernement van Surinameaan de firma Sprostons Ltd. inBritech-Guyana, verlof gegeven eenstoombootdienst te onderhouden vanGeorgetown, in Britsch-Guyana, naarParamaribo en andere havens vanSuriname.

    De dienst is sedert dien geregeldonderhouden, zeer ten gerieve vanbeide koloniën.

    Waarschijnlijk om eigen scheep-vaart tot ontwikkeling te brengenheeft het gouvernement van Suri-name verleden jaar het verlof inge-trokken en een kennisgeving aande Engelsche firma gezonden, datde dienst moest worden stop gezet.

    De firma stoorde zich hier echterniet aan en liet haar stoombooteneven geregeld als vroeger varen,totdat de kapitein van één dierschepen voor het gerechtshof teParamaribo werd gedagvaard, onderaanklacht, dat hij handel had ge-dreven tusschen havens in Surinamezonder de toestemming van hetgouvernement.

    De kapitein werd veroordeeld totf 100 boete, subsidiair 7 dagenhechtenis.

    Bij zijn uitspraak zeide de heerL. L. Beakernigh van Loeven inantwoord op de verdediging vande firma Sprostons, die beweerde,dat hel verhinderen van haar diensteen schending zou zijn van hethandels- en scheepvaartverdragtusschen Groot-Brittannië en Ne-derland, dat zulk een verdedigingniet aanvaard kon worden. Ofschoonde betreffende bepaling luidt, datschepen, varende tusschen Groot-Brittannië en Nederland, toegelatenzullen worden in al de havens vanelk van beide landen, strekt zij zichuiet uit over de schepen, varende

    van de cene kolonie naar de andere,en uit het verdrag volgde niet, dataan schepen van elk van beide lan-den toegestaan zou worden, de vaart,te onderhouden tusschen de ver-schillende afzonderlijke havens, dietot die landen behooren.

    In heb Lagerhuis vroeg het lidAshley of Minister Grey berust inde beslissing van NederlandschGuyana, dat het so.heepvaartverdragtusschen Nederland en Engeland(bepalende dat aan schepen vanbeide naties wederkeerig zal wordentoegestaan zich in verbinding testellen met alle havens, aan een vanbeide partijen behoorende), niet vantoepassing is op de koloniën vanbeide landen.

    Mac Kinnon Wood antwoordde,dat bij deratificatie van het verdrag-uitdrukkelijk door beide partijenverklaard, was dat het niet vantoepassing was op beider koloniën.In latere verdragen was daarin geenverandering gebracht en nooit wasvan een gewijzigde gezindheid blijkgegeven.

    Het vonnis van het gerechtshofvan Nederlandsche Guyana is danook volkomen juist.

    Buitenland.

    AMERIKA.Boschbranden.

    In Michigan en Ontario hebbenverschrikkelijke boschbranden gewoeddie reeds verschillende steden en dor-pen vernielden, en tal van mensohenhet leven kostten. Volgens berichtenwas het van North Bay tot Porcu-pine over een uitgestrektheid van200 mijlen één vlammenzee, diebosschen, korenvelden en alles watop haar weg komt vernielden. Delucht zag grauw en donker van dedikke rookkolommen, die ten hemelstegen. Overal zag men mannen,vrouwen en kinderen vol schrikvluchten naar rivieren en meren;daar bij het water dachten zij eenveilige schuilplaats te vinden.

    Vele arme bewoners van I'orcupineen van Pottsville hebben een onder-komen gezocht in Colden City. Maarook deze stad bleef niet gespaard;de voorsteden werden geheel vernielden de bewoners hebben met de tal-rijke vluchtelingen angstige urendoorgestaan, want meu vreesde datook het centrum der stad door devlammen zou verwoest worden. Daarverscheidene winkels en pakhuizenin asch gelegd werden, zijn de levens-middelen zeer schaarsch.

    Ook Cochrane is, geheel in vlam-men opgegaan. De arme bewonerszijn zonder eenig voedsel en moe-ten in spoorwegwagens overnachten.

    Voor de vluchtelingen was hetmoeilijk een uitweg naar debewoondewereld te vinden, want alle bruggenzijn vernield en de wegen onbegaan-baar geworden.

    Alle bosschen langs de spoorlijnvan het Temiscaming-meer tot On-tario, de stad Cochrane en velekleinere steden zooals Pottsville enPorcupine, zijn met den grond ge-lijk gemaakt. Te Cochrane, eenplaats van 3000 inwoners, is slechtséén gebouw overeind gebleven.

    De geweldige droogte heeft er veeltoe bijgedrageu, dat het vuur zichzoo snel kon verbreiden.

    Uit de laatste berichten blijkt,dat het aantal dooden drie a vier-honderd bedraagt, maar de vluchte-lingen uit de verwoeste steden ver-tellen, dat het getal omgekomenennog niet te schatten is.

    Vooral in Tawas City heerschteeen groóte paniek toen de vlammende stad aantastten. Vele vrouwenen kinderen vielen in de straten be-wusteloos neer. Anderen vluchttenkerken en openbare gebouwen binnen,maar ook daar waren ze niet veilig,want weldra stonden ook deze schuilplaatsen in brand. Vele personenkonden zich redden door op schepente vluchten.

    Een der geredden, de tooneelspeel-ster Dora Diamond, vertelde aan eenjournalist, dat het schouwspel vande brandende stad ontzettend was.

    Mannen, vrouwen en kinderen diewilden vluchten, vielen dood op destraten neer. Zinnelooze ouders wier-pen hunne kinderen in het watervan het Huron-meer om ze uit devlammen te redden. Acht stedenlangs het Huron-meer zijn totaalvernield.

    De schade is natuurlijk nog niette schatten, want de vlammen woe-den nog altijd over een afstand vanhonderden kilometers. Ook het aan-tal slachtoffers is niet te overzien,alleen te Porcupine zijn, gelijk wijboven reeds zeiden, drie á vierhon-derd menschen omgekomen. Velevrouwen en kinderen, die reeds geredwaren zijn gestikt door de geweldigehitte.— Latere berichten brengen nog meervreeselijke bijzonderhedeu omtrent deboschbranden bii Porcupine. Dehouderde vluchtelingen, die uit die

    buurt komen, vertellen van de tal-looze lijken, welke zij voorbijkwa-men aan den kant der boschwegen.Velen van hen zijn geheel van streeken geobsedeerd door de herinneringaan de verschrikkelijke vlucht, opde hielen achtervolgd door de snelzich uitbreidende vlammen, terwijleen razende storm van golven van't meer opzweepten. Een ooggetuigeuit Porcupine zag twee en twintigpersonen, die zich aan een houtvlotvastklemden, voor zijn oogeu iv denstorm omkomen. Honderden blevengedurende lange uren tot aan denhals in het water, met iedere golftrachtende eenige adembare lucht opte vangen, steeds bedreigd met ver-stikking door de heete lucht. Hetmeerendeel van hen ontkwam dendood niet. De stad Mathesa branddegeheel af, de 2300 inwoners vluchttenover het meer, maar meer dan 500ervan kwamen om.

    Een ander ooggetuige verhaalt,dat velen per boot of te voet te Gol-den City aankwamen, afschuwelijkverminkt of verschroeid; één zelfskwam er aan, wien beide armenkoold waren; velen waren volslagenblind geworden door de hitte Eendokter en ziju aide zijn aldaar voort-durend bezig met het verzorgen dergewonden.

    Van de 250 Italiaaneche werklie-den, welke in de mijn Pig, te Dome,werkten, bereikten slechts 40 (JoldenCity.

    MEXICO.Verkeerde men tot nu toe in Me-

    xico in spanning, wie tot definitiefpresident zou gekozen worden, dezequaestie is dezer dagen vrijwel opge-lost. De drie politieke persoonlijkheden nml. die na den val vangeneraal Diaz het meest op denvoorgrond traden, te weten: de laBarra, tijdelijk president; FranciscoI. Madero, de overwinnende insur-geuten-aauvoerder, en generaal Bernardo Reyes de meest, invloedrijkeman iv het leger — deze drie perso-nen zijn tot een aceoord gekomen.

    Den lOn. Juni heeft tusschen hen'n lange conferentie plaats geüadop het kasteel Chapultepec, ten eiudede politieke vraagstukken, welke ophet oogenbiik het land in beroe-ring brengen, te bespreken, en menis tot een allen bevredigende envoor het land ontegenzeggelijk ge-lukkige oplossing gekomen.

    Van het resultaat is een officieelenota meegedeeld aan de pers, be-richtende, dat genei nal Reyes, vanaf dat oogenbiik, iv het belang vanhet land en ter bevordering van eenduurzamen vrede en van de rusti-ge uitoefening der herkregen vrijhe-den, afzag van ziju caudidatuurvoor het presidentschap en zijn aan-hangers zou raden, om evenals hijzelf, die van Madero te steunen. Te-vens verklaren zich de la Barra enReyes bereid om, indien het land Ma-dero tot president verkiest, onderhen respectievelijk de portefeuillesvan Buitenlandsche Zaken en Oor-log te aanvaarden.

    Deze overeenkomst tusschen dedrie voormannen geeft waarborg,dat bij de a.s. verkiezingen alle ern-stige agitatie zal vermeden worden,en doet hopen, dat Mexico daarnaeen langen tijd van vrede en voor-spoed zal tegemoet gaan.

    Ook de verdere toestand in hetland schijnt op het oogenbiik be-vredigend te zijn. De gezaut vanMexico te Brussel ontving van zijnregeeriug een telegram, waarin ge-zegd wordt, dat de revolutionnairetroepen vrijwel uiteen zijn en menspoedig met hen zal hebben afge-daan. De financieele en oeconomischetoestand is zeer bevredigend, ge-tuige de toename der schatkistreser-ve: sinds het optreden van de voor-loopige regeeriug, zoo meldt Cerba-chal Sons, de tijdelijke Minister vanBuitenlandsche Zaken, ie die reservevan 62 millioen piasters tot 63 mil-Hoen gestegen.

    HAITI.De Londensche correspondent

    van de Lokal-Anzeiger zendt het vol-gende telegram aan dit blad, datom zijn fantastischen inhoud hetweergeven waard is.

    Hij schrijft: Een zeer merkwaardigbericht uit Haïti bereikte heden overNew-York Londen. De vroegere Ita-liaansche kruiser Umbría, die consulGrosstück in Berlijn aan de regee-ring van Haïti verkocht had, is nietver van Port-au-Prince lek gewordenen is aan zijn lot overgelaten. HetHamburg-Amerika stoomschip Alle-mannia heeft dit bericht naar New-Vork gebracht en zonder twijfel tegoeder trouw. Als men zich echterherinnert, dat het indertijd heette,dat president Simon van Haïtislechts een stroopop was en dat devroegere president van Venezuela dt-werkelijke kooper van de Umbría was,dan kau men de in New-York uit-gestrooide verhalen van deschipbreukmet deu kruiser toch niet heelemaal

    gelooven. Vooral als wij gelijktijdighooren, dat Castro inderdaad aande Westkust van Venezuela gelandis. Daar komt nog bij, dat er tele-grafisch niets van de schipbreuk ge-meld is.

    President Simón moet zeer gewich-tige gronden gehad hebben om deschipbreuk van de Umbría geheimte houden. Als echter nu spoedigaan de Venezolaansche kusten een ge-heimzinnige oorlogsschip zich mochtophouden om Castro's terugkeer ivhet vaderland mee te vieren, danhoeft men zich daarover niet teverwonderen.

    Zeer vermakelijk is het verhaal,dat de kapitein van de Allemanniavan de schipbreuk van de Umbríain New-York heeft gedaan. De zwartepresident van de republiek had hetschip met zijn eigen naam verdoopt.

    De kruiser heet nu president Simonen wordt in officieele berichten deDreadnought van Haïti genoemd.

    Tot viering van zijn inlijving inde vloot, die voor het overige deeluit oude kolenschepen en sleepbootenbestaat, noodigde president Simonzijn dapperste generaals uit, die, ge-volgd door het geheele leger van1000 min of meer in uniform ge-stoken mannen, precies op tijd aanboord van de Umbria verschenen.

    Ook het persoonlijk jacht van denpresident begeleidde de vloot. De ka-nonnen van Port-au-Prince donder-den en het volk schreeuwde hoera",toen de Dreadnought van Haïtihaar eerste tocht onder den nieuwenadmiraal van de vloot begon. Dezeadmiraal was vroeger kapitein c-peen vruchtenschip geweest. Een zij-ner hoofdsuperieuren had voor kor-ten tijd een melkfabriek bestuurd.

    Men had bijna 30 mijlen afgelegd,toen de Dreadnought van Haïtiplotseling tegen iets stootte en eculek kreeg. Er drong water in demachinekamer en het schip stranddespoedig daarop op een zandbank.

    Een wilde paniek brak er in hetleger uit. Het jacht van presidentSimon deed de moeilijkste manoeuvresom in de nabijheid van de Dread-nought te komen en het reddings-werk te beginnen.

    Na twee uur was het gelukt denpresident en zijn staf op te nemen.Daarbij had het jacht echter deboegspriet verbrijzeld. Het ongevalhad de omgeving van den presidentmet zoon groóte vrees vervuld, dathij aan het smeeken gehoor gaf ennaar Port-au-Prince terugkeerde.

    Met bloedend hart liet Simon zijnsoldaten in het lekkende schip ach-ter, beloofde echter spoedig hulp testuren. Toen kwam de Allemanniavoorbij, nam het heele leger aanboord en bracht het naar Port-au-Prince. De Dreadnought van Haïtiligt echter op het oogenbiik nog op

    een zandbank, als niemand haar in-tusschen weggehaald heeft.

    Volgens een bericht van Herold'sTelegraafbureau uit Port-au-Princemoet een s.s. van de Hamburg-Ame-rika-Hjn gisteren, met het bescha-digde Haïtiaausche oorlogsschip Pre-sident Simon op sleeptouw, in de ha-ven van Port-au-Prince aangekomenzijn.

    ITALIË.

    Werkelijk weerzinwekkend en leu-genachtig is het geschetter in de li-berale pers over de glorie en denvooruitgang van het Italië der laat-ste halve eeuw.

    's Is waar, Rome bouwt voormillioenen prachtpaleizen en monu-menten, die de kunstenaars en min-naars der ..Eeuwige stad" wegenshun verfoeilijken wansmaak doenknarsetanden, maar het arme volkzucht in ellende en smeekt aan dekloosterpoort om een stukje brood;zij halen woonhuizen neer, en zettener pronkgebouwen voor in de plaats,maar dekleine burger, de werkman,kan geen geschikte woning vinden,tenzij voor hoogen prijs.

    Terwijl in alle landen het volks-onderwijs steeds hooger opbloeit,en de regeering ijverig scholen bouwt6n vereenigingen steunt, die werkenvoor de volksontwikkeling, bele-ven we thans in Italië nog het treu-rige feit, dat 50 pCt., let wel, vijf-tig procent, dus de helft der be-volking (in Rome 42 pCt., in Cala-brie 60 pCt.) bij de inschrijvingvoor de militie tot de analphabe-ten moeten gerekend worden.

    Jaarlijks trekken zooals uit geenander land ter wereld, vele duizendenpachtboeren en werklieden uit Italiënaar Noord- en Zuid-America om-dat ze thuis het noodzakelijk stukbrood niet kunnen verdienen nochde ontzettend hooge belastingen be-talen. Op politiek gebied — dit laat-ste ministerie is het elfde binnen10 jaren —is het evenals met derechtspraak een echte knoeiwinkelwaarover men slechts lachen zou,ware het niet zoo diep treurig.

    Teekenachtig voor den toestandis zeker ook dat bijna op den dagzelf van het nationale feest een so-cialist ernstig voor het ministerschapin aanmerking kwam. Nog geentwaalf jaar geleden, toen koningHumbert door een oproerling ver-raderlijk was vermoord, riep dezelf-de Bissolati in het Parlement:„Weg met den Koning"! En nuwordt hij door Victor Emmaouel111 officieel geraadpleegd voor devorming van een nieuw ministerie.Mogelijk komt zijn naam nog in de„Staatscourant", als behoorendetot de uitverkoren raadslieden derKroon.

    \ VEA USTED]que cada frasco de Aceite

    f de Hígado de Bacalao quecompre lleve la marca del"Hombre con el Bacalao áCuestas."Ella representa la legíti-ma y la mejor preparaciónde Aceite de Hígado deBacalao que se conoce porel nombre de

    EMULSIÓN DE SCOTTque contiene el mejor y más puro Aceitede Hígado de Bacalao de tal maneraemulsionado con los hipofosfitos de caly de soda y glicerina que hace de loscuatro ingredientes la forma más eficazpara combatir las enfermedades delpecho y los pulmones.

    "Me es grato declarar que habiendo estadobastante enfermo y debilitado por más de un año,y cuando ya las fuerzas se me habían agotadoapesar de los medicamentos que tomaba, un amigo—el Sr. Luis Silva—me recomendó la Emulsión deScott. Tomé seis frascos de esta magnífica pre-paración y quedé completamente curado, gozandoahora de la mejor salud, fuerzas y ánimo, por lo cualrecomiendo siempre o mis amigos la Emulsión deScott." Alfonso Rodríguez, Valencia, Venezuela.

  • BELGIE.Heel het liberale en socialistische

    kamp in België is maanden lang inrep en roer geweest over de inge-diende Schoolwet.

    Onze lezers moeten dan weten dateen der voorname punten in 't nieuwevoorstel was, dat het vrije onderwijswat subsidie betreft op gelijken voetwordt gesteld met het officieele. Ennu hieven alle liberalen en roodeneenstemmig den kreet aan: dat isde ondergang van het openbaaronderwijs !

    Vrijheid, gelijkheid en broederschap ! iseen mooie leuze, mits de katholiekener maar buiten vallen.!!!

    Bij de behandeling dezer wet in hetParlement zijn er tooneelen afgespeelddie een schande zijn voor een be-schaafde natie. Men moest durf heb-ben, om daar als verdediger van hetontwerp op te treden. De socialistHubin liep met gebalde vuisten opeen kath. afgevaardigde los en spuw-de hem in het aangezicht. Een an-dere socialist Augusteyns slingerdein zijn woede een collega de wetboe-ken naar het hoofd. Daar is een ob-structie en oppositie gevoerd, die al-le perken van fatsoen en parlemen-taire vormen te buiten ging.

    Op de liberaal-socialistische ver-gaderingen werd de nieuwe wethoegenaamd zelfs niet aan ernstigekritiek onderworpen. Daar was al-leen de hartstocht van het hef-tigste anticlericalisme aan het woord.Zoo b.v. te Brussel waar de oud-burgemeester Buis, de socialist vander Velde en Hijmans, de leider derdoctrinaire liberalen op een groótevergadering urenlang bezig zijn ge-weest het anti-clericale vuur aan teblazen, te speculeeren op de onwe-tendheid cu den haat van het Brus-selsche plebs. Zelfs deCorresp. der Nw.Rott. Ct. geeselt de dolheid, de domheidvan dit anti-clericalisme en wijst ophet verachtelijke van zoo'n tactiek bij't bespreken eener wet voor 't volk.

    „De werklui, klein burgerij en dewinkelstand, daar te Brussel zegtdeze Correspondent, weerstaan aan elkgezag en vooral aan het geestelijke.

    „Van den Katholieken godsdienstweten zij zoo goed als niets af."„En wordt de priester hen afge-schilderd als iets schadelijks als „lavermine noire" (woorden van denspreker Buis) dan slaat hun onbe-kendheid gemakkelijk over in haat."

    „En zoo is het goed te verklaren,dat, bij eene slechte oppervlakkigekritiek der nieuwe wet, maar met hetvlammende zwaard van het anti-clerica-lisme, de massa gemakkelijk wordt op-gerxtid tegen iets, dat ze nogal gebrekkigkent."

    Ziedaar de oppositie tegen hetKatholieke ministerie en de nieuwewet, van onverdachte zijde geschetst.Zoo doen de mannen, die het „den-kend deel" des volks willen uitma-ken en de verdraagzaamheid inpacht meenen te hebben.

    Wil men een staaltje op welke wijzehet volk misleid werd, ziehier hoehet Hand. v. Antw. vertelde hoe deliberalen in Antwerpen het schoolwets-ontwerp bestreden hebben.

    „Te oorde-len, zegt het Antwer-pensche blad, wat er in het locaal„El Barco" is gezegd, gaat het eenveldtocht worden, waarbij de ge-meenste leugens weer eens dienstzullen doen.

    „De redenaars van gisterenavondwaren M. Cnudde, secretaris van den„Belgischen Onderwijzersbond", —wiens leden bewuste of onbewustepoesjenellen zijn van anderen, diede kopstukken doen marcheeren —en M. Steven Prenau, leeraar aande normaalsschool van Luik.

    „Wilt ge nu een staaltje ervanhebben hoe zulke menschen het volkophitsen en hun publiek op de on-genadigste wijze bedriegen ?

    „Luistert dan:M. Cnudde riep uit: in werkelijkheid

    is het eenig doel der wet alle jaren20 millioen in de kas der kloosterste doen vloeien, waarvan minstens10 millioen zullen dienen voor declericale kiespropaganda. Het cleri-calisme rekent overigens slechts opde almacht van het geld om zijneoverheersching te bouwen....

    M. Steven Prenau vertelde dat hetontwerp een brutale overweldigingvan het onderwijs is door de gees-telijkheid, die sedert drie jaar eenonderzoek instelt, waarvan al de ge-gevens gecentraliseerd werden teMechelen: dat de wet het werk isvan de geestelijkheid, die er toe ge-raken wil al de wereldlijke school-meesters, zelfs de katholieke, vanhunne broodwinning te berooveu

    „Het is niet alleen brutaal gelo-gen, het is met gewilde en opzet-telijke hatelijkheid het minder ont-wikkelde volk opjagen tegen pries-sters en kloosterlingen:

    „Dat heeft gepakt te Barcelona, hetheeft gepakt te Lissabon, waaromzou het niet pakken in België, zooredeneeren deze personen, die eigen-lijk maar het vuile werk verrichtenvan dezelfde organisatie, die hetgepeupel van Barcelona en Lissa-bon petrool verschafte om kerkenau kloosters in brand te steken en

    wapens om priesters en klooster-gen neer te schieten.

    „Strijden voor een politiek ideaalverheft een mensch; het gebruikenvan eerliike wapens verhoogt iemandin de oogen van zijnen tegenstrever.

    „Maar, wie een politiek doelnastreeft door het gebruiken vanleugen- en lastertaal en wie niet te-rugdeinst voor het ontketenen derlaagste driften, die voert geen eer-lijken strijd en verbeurt dan ookalle recht op eerbied en vertrouwen.

    „Wat er van zij, 't wordt tijdde aandacht te roepen op het ge-vaarlijke dezer ophitsingen.

    „Redevoeringen, als deze wijzen denweg aan de oproerige benden, welkede opstokers al in hunnen geest langsde straten zien trekken.

    „Redevoeringen als die van M.Van der Velde met den raad vante doen gelijk in Portugal en hetvoorbeeld te volgen van 1857, duidenrechtstreeks het doel aan.

    Moet men die ophitsingeu latenvoortduren tot deze of gene fana-tieke kliek die raadgevingen naarde letter zal volgen?

    „Moet men bij het volk deze ge-dachte versterken dat de strengheidder strafwetboeken enkel toepasse-lijk is voor het janhagel, dat debevelen 'der leiders uitvoert, terwijldie leiders zelf straffeloos dit janha-gel mogen opruien ?

    „Het openbaar geweten zou tegenzulke straffeloosheid in opstandkomen —en overschot van gelijkhebben."

    Dankbetuiging.

    Wederom heeft de groóte men-schenvriend De. H. Feegusoneen nieuwe bloem gevoegd bijden krans, die zijne slapen ver-siert, 'n krans gevlochten doorde dankbaarheid dergenen,wienhij met de hulp des Heerende onschatbare weldaad heeftbewezen, het stoffelijk licht op-nieuw te aanschouwen.

    Den lof te verkondigen vaneen Arts als De. Feeguson,wiens naam cene welverdiendevermaardheid heeft verworvenniet alleen op dit eiland, maarook in de naburige landen, doorzijne toewijdingen teedere zorgvoor hen die met blindheid zijngeslagen, zal zeker wel overbo-dig zijn. Maar, wanneer menhetlicht der oogen missend, slechtsin dichte duisternis heeft rond-getast en daarna opnieuwhet voorrecht mag genieten,dank zij de zorg van De. Fee-guson, hen die men bemint tekunnen aanschouwen, dan rijstín den boezemeen gevoel vandankbaarheid op, die uitingzoekt, een aandrang om de ge-noten weldaad kenbaar te ma-ken. .

    Deze aandrang noopt mij mijndank te brengen aan Dr. Fee-guson voor de moeielijke operatic, die hij belangeloos en liefde-rijk aan mij heeft verricht endie mij het' gezicht teruggege-ven.

    Moge de goede God Zijn zegenrijkelijk over hem uitstorten enhem nog heel lang sparen voorhet heil der lijdende mensch-heid.

    Oprechten dank betuig ik ookaan de Eerw. Zusters van hetSt. Elizabeths-Gasthuis, voor deteedere verpleging en het on-uitputtelijk geduld gedurendemijn verblijf in deze zoo nutti-ge inrichting,

    Curagao 11 Aug. 1911.

    M. EXTEEN DE JoNGH.

    ADVERTENTIES.D__WARIS~WYSKI

    [ QE BESTE ]BEKROOND MET MEER DAN

    50 (Soudeg MedaillesEN ANDERE PRIJZEN.

    GEDESTILEERD DOOR

    John. Dewar & Sons Ltd.; PertbLeveranciers van het Engelsche

    Hof, (van wijlen Koningin Victoria,van wijlen Koning Eduard VII envan Koning George V )

    Agenten voor Curacao,

    de LANNOY- & Co-

    Adverteert steedsIN de

    Amigoe di Curasao.

    Photographische Inrichting.Soublette et Fils,

    HOFPHOTOGRAFEN

    VAN

    H. M. de Koningin der Nederlanden

    BEKROONDte Amsterdam 1883,„ Antwerpen 1885,„ Chicago 1893, en„ Curagao, Eerste Prijs Eere

    medaille, 1904.„ Brussel, 1910.Curacao, vVaterkant, Otra-

    banda.

    Emulsión de Scott.Esas preparaciones, que se dicen

    contener los principios actives delaceite de hígado de bacalao, son es-pecialmenen te peligrosas para lascriaturas, para los niños para lasnóvenes y señoras, quienes por sultaturaleza delicada y temperamen-do especial no pueden resistir singrandes quebrantos para su saludlos efectos deleterios del alcohol, delia estricnina y otras substancianérgecas

    TE HUURvoor een maand oí langer

    het prachtig gelegenT_aii