Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve...

24
Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive M. Menkveld B. Jablonska Mei 2013 ECN-E--13-031

Transcript of Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve...

Page 1: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive

M. Menkveld

B. Jablonska

Mei 2013

ECN-E--13-031

Page 2: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

“Hoewel de informatie in dit rapport afkomstig is van betrouwbare bronnen en de nodige zorgvuldigheid is betracht bij de totstandkoming daarvan kan ECN geen aansprakelijkheid aanvaarden jegens de gebruiker voor fouten, onnauwkeurigheden en/of omissies, ongeacht de oorzaak daarvan, en voor schade als gevolg daarvan. Gebruik van de informatie in het rapport en beslissingen van de gebruiker gebaseerd daarop zijn voor rekening en risico van de gebruiker. In geen enkel geval zijn ECN, zijn bestuurders, directeuren en/of medewerkers aansprakelijk ten aanzien van indirecte, immateriële of gevolgschade met inbegrip van gederfde winst of inkomsten en verlies van contracten of orders.”

Verantwoording

Dit rapport is geschreven in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Contactpersoon voor dit project was mevrouw. K. Wattel-Meijers. Dit project is bij ECN

bekend onder het projectnummer 52056. Contactpersoon bij ECN is Marijke Menkveld

([email protected]).

Abstract

Article 5 of the Energy Efficiency Directive (EED) is an annual obligation to renovate 3%

of the building stock of central government. After renovation the buildings will meet the

minimum energy performance requirements laid down in Article 4 of the EPBD. The

Directive gives room to an alternative approach to achieve the same savings. The

Ministry of Interior Affaires has asked ECN to assist with this alternative approach. ECN

calculated what saving are achieved with the 3% renovation obligation under the

directive. Then ECN looked for the possibilities for an alternative approach to achieve

the same savings.

Page 3: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

Summary

Samenvatting

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

1.2 Aanpak

2 Besparing 3%

2.1 Renovatie eisen EPBD

2.2 Energie

2.3 Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

2.4 Besparing

3 Een alternatieve aanpak

3.1 Alternatieve

3.2 Alternatieve aanpak Defensie

4 Conclusies

ECN-E--13-031

Inhoudsopgave

Summary

Samenvatting

Inleiding

Aanleiding

Aanpak

Besparing 3% renovatie

Renovatie eisen EPBD

Energie-Index na renova

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

Besparing van 3% renovatie

Een alternatieve aanpak

Alternatieve aanpak Rijksgebouwendienst

Alternatieve aanpak Defensie

onclusies

Inhoudsopgave

renovatie

Renovatie eisen EPBD

Index na renovatie

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

van 3% renovatie

Een alternatieve aanpak

aanpak Rijksgebouwendienst

Alternatieve aanpak Defensie

Inhoudsopgave

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

aanpak Rijksgebouwendienst

Inhoudsopgave

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

Inhoudsopgave

4

6

9

9

9

11

11

12

13

15

17

17

19

22

3

Page 4: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

4

Summary

Article 5 of the Energy Efficiency Directive (EED) contains an annual obligation to

renovate 3% of the building stock of the central government. After renovation these

buildings need to meet the minimum energy performance requirements as laid down in

Article 4 of the Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) by the Member State.

The obligation refers to buildings owned and used by the central government with a

usable floor area larger than 500 m2, and as of July 2015 it also includes floor areas of

more than 250 m2. These are buildings owned by the Government Buildings Agency:

offices of government departments, courthouses, buildings of customs and police and

prisons. With regard to Defence buildings, only offices and single living quarters are

under the obligation. The Directive allows an alternative approach to realise the same

energy savings. The Dutch Ministry of the Interior and Kingdom Relations has asked ECN

to research the effect on energy savings of the 3% renovation obligation in accordance

with the Directive and to explore the options of an alternative approach to achieve the

same savings.

ECN has received building stock data from the Government Buildings Agency and

Defence. However, these data do not give a complete overview of the national building

stock that is covered by the directive . Nevertheless, it is estimated that over 90% is

included, which is sufficient to answer the research question.

Which saving is realised by the 3% renovation obligation?

The minimum energy performance requirements for existing buildings from the EPBD

are translated into an Energy Index (EI): for offices the EI is 1.54 ( label E), for prisons

this is 1.57 (label E) and for alloy buildings it amounts to 1.65 (label F). Currently, 2.1

million square meters of usable floor area do not meet the requirements. An annual 3%

renovation of the building stock to the level of the EPBD requirements means that a

total of more than 400,000 m2 must be renovated in the period 2014-2020. The realized

energy saving amounts to 219 TJ (0.2 PJ), assuming that buildings with an energy label G

are renovated first.

An alternative approach

The options for an alternative approach are based on an analysis conducted by DHV in

2011 on request of the Government Buildings Agency. The DHV study outlines the

Page 5: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

procurement criteria, optimization

of Energy Service Companies and Energy Performance Contracting.

provide a savings potential

renovation

If the buildings of the

minimum energy performance requirements

of 30% for each

saving per year

accordance with government policy, the Government Buildings Agency

obligation. The total

Buildings Agency

2% energy saving

The Real Estate Department

Advice project

1999 and with

Energy Performance Advice

measures from this EPA

to 2019. These investments

payback period of

usable floor area

applies to all

quarters that not meet the EPBD energy performance

half of the total

approach, is estimated to

is sufficient

Conclusions

The analysis in this

savings in the framework of

stock, in accordance with Article

alternative approach

realization of

and tuning of

energy performance contracting

continue the

Performance Advice approach

the implementation of the Directive, t

between the

Ministry of Defence

ECN-E--13-031

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

rement criteria, optimization

of Energy Service Companies and Energy Performance Contracting.

provide a savings potential

obligation required.

buildings of the Government Buildings Agency should be renovated to

minimum energy performance requirements

for each building.

saving per year for the entire portfolio

accordance with government policy, the Government Buildings Agency

. The total gas and electricity consumption

Buildings Agency amounts

saving a year

Real Estate Department

Advice project for some

with a net floor area

Performance Advice

measures from this EPA

These investments

payback period of the package of measures

sable floor area of buildings

applies to all types of buildings

that not meet the EPBD energy performance

e total. The potential

is estimated to

sufficient for the Defence

clusions

The analysis in this report shows

in the framework of

in accordance with Article

alternative approach. In fact,

realization of 2% energy savings per

tuning of energy installations or the deployment of

energy performance contracting

the realization of

Performance Advice approach

the implementation of the Directive, t

between the real estate portfolio of

Ministry of Defence.

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

rement criteria, optimization and tuning of energy installations to the deployment

of Energy Service Companies and Energy Performance Contracting.

provide a savings potential of hundreds

obligation required.

Government Buildings Agency should be renovated to

minimum energy performance requirements

building. With a renovation pace of

for the entire portfolio

accordance with government policy, the Government Buildings Agency

gas and electricity consumption

amounts more than

a year means energy savings of 14%

Real Estate Department of Defence

years now. For

floor area larger than 1.000

Performance Advice. The implementation of

approach involves a

These investments lead to potential

the package of measures

of buildings, an Energy Performance

types of buildings, whereas

that not meet the EPBD energy performance

The potential energy savings

is estimated to be approximately 300

Defence building stock

report shows that it is definitely

in the framework of the obligation to renovate

in accordance with Article 5 of the Energy

In fact, if the Government Buildings Agency

energy savings per year through

installations or the deployment of

energy performance contracting, this will be sufficient. The Ministry of

realization of the recommended

Performance Advice approach in existing office

the implementation of the Directive, t

real estate portfolio of the Government Buildings Agency

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

and tuning of energy installations to the deployment

of Energy Service Companies and Energy Performance Contracting.

hundreds of terajoules,

Government Buildings Agency should be renovated to

minimum energy performance requirements of the

With a renovation pace of

for the entire portfolio. In case of 2% energy savings per year, in

accordance with government policy, the Government Buildings Agency

gas and electricity consumption

5000 TJ. In the period 2014

means energy savings of 14%

of Defence has been implemented

For all the heated

than 1.000 m2

implementation of

involves a € 65 million

potential savings

the package of measures is 7 years

an Energy Performance

, whereas the selection of

that not meet the EPBD energy performance

energy savings for th

approximately 300 TJ.

building stock to achieve

that it is definitely

obligation to renovate

the Energy Efficiency

the Government Buildings Agency

year through sustainable procurement

installations or the deployment of

, this will be sufficient. The Ministry of

the recommended energy saving measures

existing office buildings

the implementation of the Directive, there are also

the Government Buildings Agency

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

and tuning of energy installations to the deployment

of Energy Service Companies and Energy Performance Contracting.

terajoules, which is much more than the

Government Buildings Agency should be renovated to

of the EPBD, this means an energy saving

With a renovation pace of 3% per year

2% energy savings per year, in

accordance with government policy, the Government Buildings Agency

gas and electricity consumption of all buildings

TJ. In the period 2014

means energy savings of 14% amounting to

been implemented the Energy Perform

heated Defence Buildings buil2 Defence has

implementation of the recommended

65 million investment

savings of 600 TJ, while

is 7 years. For a total of

an Energy Performance Advice is supplied

he selection of the offices

that not meet the EPBD energy performance requirements

for this selection, based on

. Further rollout of

to achieve the objective.

that it is definitely possible to achieve

obligation to renovate 3% of the national

Efficiency Directive

the Government Buildings Agency

sustainable procurement

installations or the deployment of Energy Service Compani

, this will be sufficient. The Ministry of

energy saving measures

buildings and single living quarte

here are also options to differentiate and choose

the Government Buildings Agency

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

and tuning of energy installations to the deployment

of Energy Service Companies and Energy Performance Contracting. These scenarios

much more than the

Government Buildings Agency should be renovated to meet

means an energy saving

this means a

2% energy savings per year, in

accordance with government policy, the Government Buildings Agency amply meets the

of all buildings of the Government

TJ. In the period 2014-2020, the objective of

amounting to 700 TJ.

the Energy Perform

Buildings built

has already developed

the recommended energy saving

investment in the period

while the average

total of 2.7 million

supplied. However,

offices and single living

requirements is slightly

, based on the EPA

urther rollout of the EPA

the objective.

possible to achieve the required

the national building

Directive, through

the Government Buildings Agency continues the

sustainable procurement, optimizing

Energy Service Compani

, this will be sufficient. The Ministry of Defence

energy saving measures from the

and single living quarte

differentiate and choose

the Government Buildings Agency and of

potential savings on the basis of different scenarios, ranging from the use of sustainable

and tuning of energy installations to the deployment

These scenarios

much more than the

meet the

means an energy saving

1% energy

2% energy savings per year, in

amply meets the

Government

2020, the objective of

the Energy Performance

before

developed an

energy saving

in the period 2009

the average

2.7 million m2 of

However, this

and single living

is slightly less than

the EPA

approach

the required

building

an

the

, optimizing

Energy Service Companies and

Defence can

m the Energy

and single living quarters. In

differentiate and choose

of the

5

Page 6: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

6

Samenvatting

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive (EED) staat een verplichting om jaarlijks

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. Die 3% van de

gebouwvoorraad moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake

energieprestatie die door het betreffende lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4

in de EPBD1. De verplichting betreft gebouwen die in bezit en in gebruik zijn van de

rijksoverheid met een gebruiksoppervlakte2 groter dan 500 m2, vanaf juli 2015 groter

dan 250 m2. De gebouwen die eigendom zijn van de Rijksgebouwendienst betreft

kantoren van rijksdiensten, gerechtsgebouwen, gebouwen van douane en politie en

gevangenissen. Van de gebouwen van Defensie hoeven alleen kantoren en

legeringsgebouwen aan de verplichting te voldoen. De richtlijn geeft de ruimte om met

een alternatieve aanpak hetzelfde besparingseffect te realiseren. Het Ministerie van

Binnenlandse Zaken heeft ECN gevraagd te helpen bij de onderbouwing van die

alternatieve aanpak. Ten eerste gaat het dan om de vraag welke besparing de 3%

renovatie verplichting conform de richtlijn oplevert. Vervolgens gaat het om een

verkenning naar de mogelijkheden om met een alternatieve aanpak ten minste dezelfde

besparing te realiseren.

ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over de

gebouwenvoorraad. Deze data geven nog geen compleet overzicht van de

rijksgebouwenvoorraad waar de richtlijn betrekking op heeft. Maar naar schatting is wel

ruim 90% meegenomen, voldoende voor beantwoording van de onderzoeksvraag.

bouwen van douane en politie en gevangenissen.

xxxxxxxxxxxxssssssssxxxxxxxxxxxxxx

1 Artikel 4 uit de Energy Performance of Building Directive (EPBD) gaat over het vaststellen van minimumeisen aan de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen door de lidstaten van de EU. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft voor Nederland minimum eisen aan bestaande gebouwen bepaald en legt deze vast in het bouwbesluit. De eisen aan bestaande gebouwen gelde bij ingrijpende renovaties.

2 De richtlijn gebruikt de term ‘useful floor area’, ECN heeft dit vertaald naar gebruiksoppervlakte.

Page 7: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

Welke besparing

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

vertaald naa

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

gebruiksoppervlakte nu nie

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

2014-2020 ruim 400.000 m

uitgaande dat gebouwen met een energielabel G als

Een alternatieve aanpak

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

gemaakt3. Het DHV onderzoek schetst het be

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

optimalisatie van het inregelen van de energie

van ESCo´s en het

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

afgestoten. Deze scenario´s leveren een besparingspotentieel voor

Rijksgebouwendienst van honderden terajoules, veel m

vereist.

Als de Rijksgebouwendienst g

energieprestatie

energiebesparing van 30%

in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

betreft het veel minder dan 1%

portefeuille

minimum energieprestatie eisen uit de EPBD voldoet

energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

Rijksgebouwendienst

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

EED zou moeten worden bereikt.

alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst bedraagt

jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

besparing van 14%

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

3 DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, december 2011

4 Van allegebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 mEPBD.

5 http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.

ECN-E--13-031

Welke besparing levert de 3% renovatieverplichting?

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

vertaald naar een Energie

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

gebruiksoppervlakte nu nie

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

2020 ruim 400.000 m

uitgaande dat gebouwen met een energielabel G als

Een alternatieve aanpak

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

. Het DHV onderzoek schetst het be

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

optimalisatie van het inregelen van de energie

ESCo´s en het gebruik van prestatiecontract

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

afgestoten. Deze scenario´s leveren een besparingspotentieel voor

Rijksgebouwendienst van honderden terajoules, veel m

de Rijksgebouwendienst g

energieprestatie-eisen voor bestaande bouw uit de EPBD

energiebesparing van 30%

in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

ft het veel minder dan 1%

portefeuille moet worden gerenoveerd maar alle

minimum energieprestatie eisen uit de EPBD voldoet

energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

Rijksgebouwendienst dus ruimschoots

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

EED zou moeten worden bereikt.

alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst bedraagt

aarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

besparing van 14% ofwel

xxxxxxxxxxxxxx

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, december 2011

gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.

levert de 3% renovatieverplichting?

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

r een Energie-Index (EI): voor kantoren een EI van 1,54 (label E), voor

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

gebruiksoppervlakte nu niet aan die eisen. Wanneer jaarlijks 3%

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

2020 ruim 400.000 m2 en levert dat een besparing van 219 TJ (0,2 PJ), ervan

uitgaande dat gebouwen met een energielabel G als

Een alternatieve aanpak

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

. Het DHV onderzoek schetst het be

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

optimalisatie van het inregelen van de energie

gebruik van prestatiecontract

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

afgestoten. Deze scenario´s leveren een besparingspotentieel voor

Rijksgebouwendienst van honderden terajoules, veel m

de Rijksgebouwendienst gebouwen zou moeten renoveren naar

eisen voor bestaande bouw uit de EPBD

energiebesparing van 30% per gerenoveerd gebouw. Bij 3% renovat

in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

ft het veel minder dan 1% energiebesparing

oet worden gerenoveerd maar alle

minimum energieprestatie eisen uit de EPBD voldoet

energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

dus ruimschoots

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

EED zou moeten worden bereikt. Het totale

alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst bedraagt

aarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

ofwel 700 TJ.

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, december 2011

gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.

levert de 3% renovatieverplichting?

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

Index (EI): voor kantoren een EI van 1,54 (label E), voor

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

t aan die eisen. Wanneer jaarlijks 3%

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

en levert dat een besparing van 219 TJ (0,2 PJ), ervan

uitgaande dat gebouwen met een energielabel G als

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

. Het DHV onderzoek schetst het besparingspotentieel aan de hand van

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

optimalisatie van het inregelen van de energie-installaties, tot een s

gebruik van prestatiecontracten. Voor kantoren is ook gekeken naar

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

afgestoten. Deze scenario´s leveren een besparingspotentieel voor

Rijksgebouwendienst van honderden terajoules, veel m

ebouwen zou moeten renoveren naar

eisen voor bestaande bouw uit de EPBD

per gerenoveerd gebouw. Bij 3% renovat

in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

energiebesparing per jaar omdat niet 3% van de gehele

oet worden gerenoveerd maar alleen 3% van da

minimum energieprestatie eisen uit de EPBD voldoet

energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

dus ruimschoots aan de vereiste besparing

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

Het totale werkelijke gas

alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst bedraagt

aarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, december 2011

gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m2) niet aan de energieprestatie eisen uit de

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.

levert de 3% renovatieverplichting?

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

Index (EI): voor kantoren een EI van 1,54 (label E), voor

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

t aan die eisen. Wanneer jaarlijks 3%

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

en levert dat een besparing van 219 TJ (0,2 PJ), ervan

uitgaande dat gebouwen met een energielabel G als eerste worden gerenoveerd.

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

sparingspotentieel aan de hand van

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

installaties, tot een s

. Voor kantoren is ook gekeken naar

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

afgestoten. Deze scenario´s leveren een besparingspotentieel voor

Rijksgebouwendienst van honderden terajoules, veel meer dan de renovatieverplichting

ebouwen zou moeten renoveren naar

eisen voor bestaande bouw uit de EPBD dan betekent dat

per gerenoveerd gebouw. Bij 3% renovat

in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar. In het kader van de richtlijn

per jaar omdat niet 3% van de gehele

n 3% van dat deel dat niet aan de

minimum energieprestatie eisen uit de EPBD voldoet4. Bij een inzet op 2%

energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid, voldoe

aan de vereiste besparing

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

werkelijke gas- en elektriciteitsverbruik

alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst bedraagt ruim 5000

aarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en

gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m) niet aan de energieprestatie eisen uit de

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

Index (EI): voor kantoren een EI van 1,54 (label E), voor

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

van die

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

en levert dat een besparing van 219 TJ (0,2 PJ), ervan

eerste worden gerenoveerd.

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

sparingspotentieel aan de hand van

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

installaties, tot een scenario met inzet

. Voor kantoren is ook gekeken naar

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

afgestoten. Deze scenario´s leveren een besparingspotentieel voor het vastgoed van

eer dan de renovatieverplichting

ebouwen zou moeten renoveren naar de minimum

dan betekent dat een

per gerenoveerd gebouw. Bij 3% renovatie per jaar levert dat

In het kader van de richtlijn

per jaar omdat niet 3% van de gehele

t deel dat niet aan de

Bij een inzet op 2%

voldoet de

aan de vereiste besparing die met een

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

en elektriciteitsverbruik

TJ5. De doelstelling om

aarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014-2020 een

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en

gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m) niet aan de energieprestatie eisen uit de

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

De minimum energie prestatie eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD zijn

Index (EI): voor kantoren een EI van 1,54 (label E), voor

gevangenissen een EI van 1,57 (label E) en voor legeringsgebouwen een EI van 1,65

(label F). Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen vierkante meter

gebouwvoorraad word gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode

en levert dat een besparing van 219 TJ (0,2 PJ), ervan

eerste worden gerenoveerd.

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst baseert

ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft

sparingspotentieel aan de hand van

verschillende scenario´s , variërend van het toepassen van Duurzaam Inkopen criteria,

cenario met inzet

. Voor kantoren is ook gekeken naar

een krimp van de voorraad waarbij gebouwen met een slecht label versneld worden

het vastgoed van de

eer dan de renovatieverplichting

de minimum

een

ie per jaar levert dat

In het kader van de richtlijn

per jaar omdat niet 3% van de gehele

t deel dat niet aan de

die met een

renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de

en elektriciteitsverbruik van

. De doelstelling om

2020 een

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en

gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m2

) niet aan de energieprestatie eisen uit de

7

Page 8: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

8

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen (EPA) uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

bouwjaar van voor 1999 en een netto vloeroppervlakte groter dan 1.000 m2 heeft

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van de

geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode 2009 t/m 2019: € 65

miljoen aan investeringen gemoeid. Deze investeringen leveren potentieel 600 TJ

besparing, de gemiddelde terugverdientijd van het maatregelpakket is 7 jaar. In totaal is

2,7miljoen m2 gebruiksoppervlakte aan gebouwen van Defensie met Energie Prestatie

Adviezen onderzocht. Maar dit betreft alle typen gebouwen. De selectie van de

voorraad kantoren en legeringsgebouwen die niet aan de minimum energie prestaties

eisen voor bestaande gebouwen uit de EPBD voldoet, is net iets minder dan de helft

daarvan. De potentiele energiebesparing van maatregelen uit de EPA’s voor die selectie

zal naar schatting ca. 300 TJ zijn. Het verder uitrollen van de EPA aanpak is dus

voldoende om voor het vastgoed van Defensie de doelstelling te realiseren.

Conclusies

De analyse in dit rapport laat zien dat het zeker mogelijk is om de vereiste besparing

van de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5

uit de Energy Efficiency Directive te realiseren via een alternatieve aanpak. Als

alternatieve aanpak is het voldoende wanneer de Rijksgebouwendienst doorgaat met

de realisatie van 2% energiebesparing per jaar via duurzaam inkopen, het optimaliseren

en inregelen van energie installaties en mogelijk het inzetten van Energy Service

Companies en energieprestatiecontracten en Defensie doorgaat met realisatie van de

geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak in bestaande kantoor en

legeringsgebouwen groter dan 1000 m2. Er zijn ook nog mogelijkheden om bij de

invulling van de richtlijn keuzes te maken tussen de vastgoed portefeuille van de

Rijksgebouwendienst en die van Defensie.

Page 9: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

1.1 Aanleiding

In artikel 5 van de Energie Effici

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. D

gebouwvoorr

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

de EPBD. De verplichting betreft gebouwen die in bezit

rijksoverheid met een gebr

dan 250 m2

besparingseffect te realiseren

gevraagd te helpen bij de onderbouw

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

alternatieve aanpak

1.2 Aanpak

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

aanpak deze besparing te realiseren.

Om de vraag te

maken we de volgende berekening

Stap 1: Eerst passen we de renovatie

referentiegebouwen en berekenen met EPA software welke Energie

wordt bereikt.

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

6De richtlijn gebruikt de term gebruiksoppervlakte.

ECN-E--13-031

Aanleiding

In artikel 5 van de Energie Effici

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. D

gebouwvoorraad moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

De verplichting betreft gebouwen die in bezit

rijksoverheid met een gebr2. De richtlijn geeft de ruimte om met

besparingseffect te realiseren

gevraagd te helpen bij de onderbouw

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

alternatieve aanpak ten minste

Aanpak

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

aanpak deze besparing te realiseren.

Om de vraag te beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren

maken we de volgende berekening

Eerst passen we de renovatie

referentiegebouwen en berekenen met EPA software welke Energie

wordt bereikt.

xxxxxxxxxxxxxx

De richtlijn gebruikt de term gebruiksoppervlakte.

Inleiding

Aanleiding

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive (EED)

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. D

aad moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

De verplichting betreft gebouwen die in bezit

rijksoverheid met een gebruiksoppervlakte

. De richtlijn geeft de ruimte om met

besparingseffect te realiseren. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ECN

gevraagd te helpen bij de onderbouwing van die alternatieve aanpak. Ten eerste gaat

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

ten minste dezelfde

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

aanpak deze besparing te realiseren.

beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren

maken we de volgende berekening:

Eerst passen we de renovatie-eisen ingevolge de EPBD toe op

referentiegebouwen en berekenen met EPA software welke Energie

De richtlijn gebruikt de term ‘useful floor area

1Inleiding

cy Directive (EED)

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. D

aad moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

De verplichting betreft gebouwen die in bezit

uiksoppervlakte6 groter dan 500 m

. De richtlijn geeft de ruimte om met een alternatieve aanpak hetzelfde

. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ECN

ing van die alternatieve aanpak. Ten eerste gaat

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

dezelfde besparing

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren

eisen ingevolge de EPBD toe op

referentiegebouwen en berekenen met EPA software welke Energie

useful floor area’, ECN heeft dit vertaald naar

Inleiding

cy Directive (EED) staat een verplichting om jaarlijks

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. D

aad moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

De verplichting betreft gebouwen die in bezit en in gebruik zijn van de

groter dan 500 m2, vanaf juli 2015 groter

een alternatieve aanpak hetzelfde

. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ECN

ing van die alternatieve aanpak. Ten eerste gaat

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

besparing te realiseren.

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren

eisen ingevolge de EPBD toe op

referentiegebouwen en berekenen met EPA software welke Energie

, ECN heeft dit vertaald naar

staat een verplichting om jaarlijks

3% van de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. Die 3% van de

aad moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

in gebruik zijn van de

, vanaf juli 2015 groter

een alternatieve aanpak hetzelfde

. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ECN

ing van die alternatieve aanpak. Ten eerste gaat

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

te realiseren.

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren

eisen ingevolge de EPBD toe op

referentiegebouwen en berekenen met EPA software welke Energie-Index daarmee

, ECN heeft dit vertaald naar

staat een verplichting om jaarlijks

van de

energieprestatie die voor het betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in

in gebruik zijn van de

, vanaf juli 2015 groter

een alternatieve aanpak hetzelfde

. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ECN

ing van die alternatieve aanpak. Ten eerste gaat

het dan om de vraag welke besparing de 3% renovatie verplichting conform de richtlijn

oplevert. Vervolgens gaat het om een verkenning naar de mogelijkheden om met een

De aanpak bestaat uit 2 onderdelen. Eerst bepalen we welke besparing artikel 5 van de

EED moet opleveren, vervolgens verkennen we of het mogelijk is met een alternatieve

beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren

Index daarmee

Inleiding 9

Page 10: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

10

Stap 2: Vervolgens maken we een selectie van de rijksgebouwenvoorraad die niet aan

deze Energie-Index voldoet. Daarvan moet jaarlijks 3% gerenoveerd worden, beginnend

met de gebouwen met het slechtste label energielabel G Van die selectie van de

rijksgebouwenvoorraad bepalen we de gemiddelde Energie Index en het gemiddeld

energiegebruik per vierkante meter.

Stap 3: Vergelijking van de gemiddelde Energie-Index van de selectie van de

rijksgebouwenvoorraad uit stap 2 met de Energie Index van de referentiegebouwen na

renovatie uit stap 1 levert een besparingspercentage. Dit besparingspercentage wordt

vermenigvuldigd met het gemiddeld energiegebruik per vierkante meter van de selectie

van de rijksgebouwenvoorraad en geeft een besparing per vierkante meter.

Vermenigvuldiging van de besparing per vierkante meter met 3% van het oppervlak en

het aantal jaren in de periode 2014-2020 geeft de vereiste totale besparing volgens

artikel 5 van de EED.

Om deze berekening te maken heeft ECN data ontvangen van de Rijksgebouwendienst

en Defensie over de gebouwenvoorraad. Van de Rijksgebouwendienst hebben we een

bestand ontvangen met de energielabel gegevens van 454 gebouwen (versie 9 oktober

2012). Totaal gaat dit om 2,4 miljoen m2 gebruiksoppervlakte. Van Defensie ontving

ECN meer dan 200 EPA rapportages met 1262 gebouwen. ECN heeft de relevante data

uit de EPA rapportages in een database gezet.

Deze data geven geen compleet overzicht van de rijksgebouwenvoorraad waar de

richtlijn betrekking op heeft. Naar schatting ruim driekwart van de

rijksgebouwenvoorraad is in deze verkenning meegenomen, hetgeen voldoende is voor

de analyse.

LeeswijzerDe vereiste besparing van artikel 5 van de EED is het onderwerp van hoofdstuk 2. De

mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op plannen en studies van de

Rijksgebouwendienst en Defensie zelf. Deze mogelijkheden worden besproken in

hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 sluit af met enkele conclusies.

Page 11: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

Besparing 3% re

2.1 Renovatie eisen EPBD

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake ene

betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in de EPBD

De minimumeisen bij renovatie zijn voor Nederland als volgt:

• Rc van de schil 3,5 en U raam 1,65

• Verwar

• Warm tapwater eis sy

• Koeling eis systeemrendement 0,75

• Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

specifiek ventilatievermogen (Spe

De eis aan het systeemrendement voor verwarming bet

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

boiler. De systeemrendementseis voor koeling is haalbaar

koelmachine. De eis aan het ventilatiesysteem betekent

gelijkstroom ventilatoren, geen debietregeling of recirculatie.

gesteld aan verlichting.

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

7 http://www.rijksoverheid.nl/documentenpublicaties/rapporten/2012/05/31/energetischeverbetering

8 Het rapport uit voetnoot 3 geeft een UAangezien de Ubij de voorziene wijziging van het bouwbesluit per januari 2013 naar U=1,65 W/maangescherpt, is hierbij aangesloten bij deze waarde. Zie ookhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst

ECN-E--13-031

Besparing 3% re

Renovatie eisen EPBD

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake ene

betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in de EPBD

De minimumeisen bij renovatie zijn voor Nederland als volgt:

Rc van de schil 3,5 en U raam 1,65

Verwarming eis systeemrendement 0,65

Warm tapwater eis sy

Koeling eis systeemrendement 0,75

Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

specifiek ventilatievermogen (Spe

De eis aan het systeemrendement voor verwarming bet

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

boiler. De systeemrendementseis voor koeling is haalbaar

koelmachine. De eis aan het ventilatiesysteem betekent

gelijkstroom ventilatoren, geen debietregeling of recirculatie.

gesteld aan verlichting.

xxxxxxxxxxxxxx

http://www.rijksoverheid.nl/documentenpublicaties/rapporten/2012/05/31/energetischeverbetering-van-bestaande

Het rapport uit voetnoot 3 geeft een UAangezien de U-waarde voor nieuwe ramen, deuren en vergelijkbare constructieonderdelen bij de voorziene wijziging van het bouwbesluit per januari 2013 naar U=1,65 W/maangescherpt, is hierbij aangesloten bij deze waarde. Zie ookhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst

Besparing 3% re

Renovatie eisen EPBD

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake ene

betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in de EPBD

De minimumeisen bij renovatie zijn voor Nederland als volgt:

Rc van de schil 3,5 en U raam 1,65

ming eis systeemrendement 0,65

Warm tapwater eis systeemrendement 0,29

Koeling eis systeemrendement 0,75

Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

specifiek ventilatievermogen (Spe

De eis aan het systeemrendement voor verwarming bet

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

boiler. De systeemrendementseis voor koeling is haalbaar

koelmachine. De eis aan het ventilatiesysteem betekent

gelijkstroom ventilatoren, geen debietregeling of recirculatie.

http://www.rijksoverheid.nl/documentenpublicaties/rapporten/2012/05/31/energetische

bestaande-bouw.html

Het rapport uit voetnoot 3 geeft een Uwaarde voor nieuwe ramen, deuren en vergelijkbare constructieonderdelen

bij de voorziene wijziging van het bouwbesluit per januari 2013 naar U=1,65 W/maangescherpt, is hierbij aangesloten bij deze waarde. Zie ookhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst

2Besparing 3% re

Renovatie eisen EPBD

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake ene

betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in de EPBD

De minimumeisen bij renovatie zijn voor Nederland als volgt:

Rc van de schil 3,5 en U raam 1,658.

ming eis systeemrendement 0,65.

steemrendement 0,29.

Koeling eis systeemrendement 0,75.

Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

specifiek ventilatievermogen (Specific Fan Power) 2,5 W/dm3/s

De eis aan het systeemrendement voor verwarming bet

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

boiler. De systeemrendementseis voor koeling is haalbaar

koelmachine. De eis aan het ventilatiesysteem betekent

gelijkstroom ventilatoren, geen debietregeling of recirculatie.

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/05/31/energetische-eisen

bouw.html

Het rapport uit voetnoot 3 geeft een U-waarde van 2,0, mits gelijk aanwaarde voor nieuwe ramen, deuren en vergelijkbare constructieonderdelen

bij de voorziene wijziging van het bouwbesluit per januari 2013 naar U=1,65 W/maangescherpt, is hierbij aangesloten bij deze waarde. Zie ookhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32757-40.html

Besparing 3% renovatie

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

moet na renovatie voldoen aan de minimum eisen inzake energieprestatie die voor het

betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in de EPBD

De minimumeisen bij renovatie zijn voor Nederland als volgt:7

Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

cific Fan Power) 2,5 W/dm3/s

De eis aan het systeemrendement voor verwarming betekent dat een HR

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

boiler. De systeemrendementseis voor koeling is haalbaar met een gewone compressie

koelmachine. De eis aan het ventilatiesysteem betekent nieuwe wisselstroom of

gelijkstroom ventilatoren, geen debietregeling of recirculatie. Er worden geen eisen

eisen-bij-verbouw

waarde van 2,0, mits gelijk aanwaarde voor nieuwe ramen, deuren en vergelijkbare constructieonderdelen

bij de voorziene wijziging van het bouwbesluit per januari 2013 naar U=1,65 W/maangescherpt, is hierbij aangesloten bij deze waarde. Zie ook:

40.html

novatie

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

rgieprestatie die voor het

betrokken lidstaat zijn vastgelegd op grond van artikel 4 in de EPBD.

Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

cific Fan Power) 2,5 W/dm3/s.

ekent dat een HR-ketel moet

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

met een gewone compressie

nieuwe wisselstroom of

Er worden geen eisen

verbouw-vervanging-en

waarde van 2,0, mits gelijk aan nieuwbouweis. waarde voor nieuwe ramen, deuren en vergelijkbare constructieonderdelen

bij de voorziene wijziging van het bouwbesluit per januari 2013 naar U=1,65 W/m2

novatie

In artikel 5 van de Energie Efficiency Directive staat een verplichting om jaarlijks 3% van

de gebouwvoorraad van de centrale overheid te renoveren. De 3% gebouwvoorraad

rgieprestatie die voor het

Ventilatiesysteem alleen eisen bij ventilatiecapaciteit > 5000 m3/h, eis is maximale

ketel moet

worden toegepast en dat verder een hoge temperatuurafgiftesysteem en leidingisolatie

afdoende is. Voor tapwater volstaat een gasboiler, combitap of decentrale elektrische

met een gewone compressie

nieuwe wisselstroom of

Er worden geen eisen

en-

nieuwbouweis. waarde voor nieuwe ramen, deuren en vergelijkbare constructieonderdelen

2K wordt

Besparing 3% renovatieBesparing 3% renovatie 1111

Page 12: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

12

De minister van Binnenlandse Zaken heeft in 2012 in de Tweede Kamer reeds

aangekondigd dat vanaf 2015 de minimale eis voor nieuwe gebouwen aan de isolatie

waarde van de schil naar Rc 5 gaat.9 De minimumeisen bij renovatie zijn nu gelijk aan de

minimumeisen bij nieuwbouw en zouden dan ook aangescherpt kunnen worden. In de

volgende paragrafen nemen we mee wat dat betekent.

2.2 Energie-Index na renovatie

Om de vraag te beantwoorden welke besparing artikel 5 van de EED moet opleveren,

passen we de renovatie eisen uit de EPBD toe op referentiegebouwen en berekenen

met EPA software welke Energie-Index daarmee wordt bereikt.

Er bestaan voor utiliteitsbouw echter geen officiële referentiegebouwen voor de

bestaande bouw zoals voor woningen. We maken gebruik van voorbeeldgebouwen uit

een rapportage over Aanscherping van de EPC-eisen utiliteitsbouw van DGMR uit

200510. Deze voorbeeldgebouwen worden ook in de Energiebesparingsverkenner

bestaande bouw van Agentschap NL gebruikt. Nu nemen we alleen de geometrie van

het referentiegebouw over. De isolatiewaarden van de constructie en de

energieprestaties van de installaties worden naar het niveau van de renovatie eisen uit

de EPBD aangepast.

De renovatie-eisen zeggen weinig over de installaties voor koeling, ventilatie en

verlichting. De systeemeisen voor ventilatie en koeling kunnen met standaard

installaties worden behaald. We kiezen voor gebouwen met een compressiekoeling,

mechanische afzuiging en energiezuinige verlichting (10 W/m2), omdat daarmee een

gemiddelde situatie wordt benaderd .

De renovatie eisen leiden dan tot de Energie-Index in tabel 1.

Tabel 1: Energie Index na renovatie

Gebouwtype Energie Index na renovatie

Kantoren EI=1,54 (label E)

Gevangenis EI=1,57 (label E)

Legeringsgebouwen EI=1,65 (label F)

xxxxxxxxxxxxssssssssxxxxxxxxxxxxxx

9 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/06/08/kamerbrief-over-verhoging-u-waarde-en-rc-waarde-voor-nieuwe-gebouwen.html

10 J. Berben, 2005: Aanscherping EPC-eisen utiliteitsbouw. Haalbaarheidsstudie, DGMR, 2005.

Page 13: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

De resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

midden in de bandbreedte

Tabel 2: Gevoeligheid Energ

Koeling

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

Energie-Index na r

Tabel 3: Energie Index na renovatie bij Rc=5

Gebouwtype

Kantoren

Gevangenis

Legeringsgebouwen

2.3 Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

De 3% renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik

zijn van de Rijksoverheid met een oppervlakte groter dan 500 m

dan 250 m2

de gebouwenvoorraad.

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

alleen op de gebouwen die in bezit zijn van de Rijksgebouwendienst, niet de

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

ECN-E--13-031

resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

midden in de bandbreedte

: Gevoeligheid Energie

Ventilatie

Balans zonder WTW

Balans zonder WTW

Mechanische afzuiging

Mechanische afzuiging

Mechanische afzuiging

Natuurlijk

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

Index na renovatie uit tabel 1.

: Energie Index na renovatie bij Rc=5

Gebouwtype

egeringsgebouwen

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik

zijn van de Rijksoverheid met een oppervlakte groter dan 500 m2. ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over

wenvoorraad.

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

alleen op de gebouwen die in bezit zijn van de Rijksgebouwendienst, niet de

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

midden in de bandbreedte zoals tabel 2 laat zien voor kantoren.

ie- Index na renovatie voor aannames rond koeling, ventilatie en verlichting

Ventilatie

Balans zonder WTW

Balans zonder WTW

Mechanische afzuiging

Mechanische afzuiging

Mechanische afzuiging

Natuurlijk

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

enovatie uit tabel 1.

: Energie Index na renovatie bij Rc=5

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik

zijn van de Rijksoverheid met een oppervlakte groter dan 500 m

. ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

alleen op de gebouwen die in bezit zijn van de Rijksgebouwendienst, niet de

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

zoals tabel 2 laat zien voor kantoren.

Index na renovatie voor aannames rond koeling, ventilatie en verlichting

Verlichting

17 W/m

10 W/m

17 W/m

10 W/m

10 W/m

10 W/m

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

enovatie uit tabel 1.

Energie Index na renovatie

EI=1,50

EI=1,54

EI=1,61

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik

zijn van de Rijksoverheid met een oppervlakte groter dan 500 m

. ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

alleen op de gebouwen die in bezit zijn van de Rijksgebouwendienst, niet de

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

zoals tabel 2 laat zien voor kantoren.

Index na renovatie voor aannames rond koeling, ventilatie en verlichting

Verlichting

17 W/m2

10 W/m2

17 W/m2

10 W/m2

10 W/m2

10 W/m2

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

Energie Index na renovatie

0 (label E)

4 (label E)

1 (label F)

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik

zijn van de Rijksoverheid met een oppervlakte groter dan 500 m2

. ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

alleen op de gebouwen die in bezit zijn van de Rijksgebouwendienst, niet de

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

Index na renovatie voor aannames rond koeling, ventilatie en verlichting

EI na renovatie

1,98 (label G)

1,76 (label G)

1,75 (label F)

1,54 (label E)

1,47 (label E)

0,86 (label A)

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

Energie Index na renovatie

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik 2, vanaf juli 2015 groter

. ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

alleen op de gebouwen die in bezit zijn van de Rijksgebouwendienst, niet de panden die

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

resultaten zijn gevoelig voor de bovengenoemde aannamen ten aanzien van koeling,

ventilatie en verlichting., De aannames die ECN heeft gemaakt leiden tot een waarde

Index na renovatie voor aannames rond koeling, ventilatie en verlichting

EI na renovatie

1,98 (label G)

G)

(label F)

1,54 (label E)

(label E)

0,86 (label A)

Wanneer de eis aan de isolatiewaarde van de gebouwschil in 2015 zou worden

aangescherpt naar Rc 5, dan wordt de Energie Index iets lager (zie tabel 3). De

verschillen zijn echter klein. In de volgende paragrafen gaan we daarom uit van de

Een selectie van de Rijksgebouwenvoorraad

renovatie verplichting heeft betrekking op gebouwen die in bezit en in gebruik

, vanaf juli 2015 groter

. ECN heeft data ontvangen van de Rijksgebouwendienst en Defensie over

Van de Rijksgebouwendienst hebben we een bestand ontvangen met de energielabel

gegevens van alle gebouwen (versie 9 oktober 2012). Voor dit onderzoek richten we ons

panden die

door hen gehuurd worden, omdat deze niet vallen onder de renovatie verplichting uit

de EED. Ook gebouwen die in gebruik zijn van anderen vallen buiten de scope en om die

Besparing 3% renovatiBesparing 3% renovatie 1313

Page 14: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

14

redenen worden musea niet meegenomen. Monumenten worden door de richtlijn ook

uitgezonderd.

Van Defensie ontving ECN meer dan 200 EPA rapportages met 1262 gebouwen. ECN

heeft de relevante data uit de EPA rapportages in een database gezet.

Vervolgens is een selectie in de databestanden gemaakt van gebouwen met een

gebruiksoppervlakte groter dan 250 m2 die niet aan de eisen van het artikel 5 EED

voldoen (in deze studie vertaald naar EI van de voorbeeldgebouwen). Deze moeten

immers worden meegenomen in de 3% renovatie eis. In de data van Defensie zijn alleen

de kantoren en legeringsgebouwen geselecteerd of gebouwen die voor het grootste

gedeelte, meer dan 50% een kantoor- of legeringsfunctie hebben. Andere

defensiegebouwen zijn expliciet uitgesloten in de EED richtlijn.

Tabel 4 geeft aan hoe de selectie van de rijksgebouwenvoorraad er uit ziet. Het gaat om

ruim 2 miljoen vierkante meter gebruiksoppervlakte, meer dan de helft betreft

gebouwen van Defensie. De categorie kantoren van de Rijksgebouwendienst bevat

naast kantoren van rijksdiensten ook gerechtsgebouwen en gebouwen van douane en

politie.

De Europese Commissie vraagt in de richtlijn bij de renovatie te beginnen met de

slechtste gebouwen. Het grootste gedeelte van de selectie van de

rijksgebouwenvoorraad bestaat ook uit gebouwen met een G label (zie tabel 5).

Tabel 4: Selectie Rijksgebouwenvoorraad die niet voldoet aan Energie- Index na renovatie-eisen

Selectiecriterium EI

Voorraad m

2gbo

Aantal gebouwen

Gemiddelde EI

11

Rijksgebouwendienst kantorenEI > 1,54 516.563 77 2,03

Rijksgebouwendienst gevangenissenEI > 1,57 275.094 58 2,14

Defensie legeringsgebouwenEI > 1,65 453.695 168 2,96

Defensie kantorenEI > 1,54 885.817 308 3,31

Totaal2.131.169 611

Tabel 5: Selectie Rijksgebouwenvoorraad met label G

Selectiecriterium EI

Voorraad m

2gbo

Aantal gebouwen

Gemiddelde EI

Rijksgebouwendienst kantorenlabel G 393.424 57 2,16

Rijksgebouwendienst gevangenissenlabel G 222.639 38 2,26

Defensie legeringsgebouwenlabel G 446.720 167 2,97

Defensie kantorenlabel G 881.994 307 3,32

Totaal1.944.778 569

xxxxxxxxxxxxssssssssxxxxxxxxxxxxxx

11Bij de berekening van de gemiddelde EI in tabel 4 en 5 is gewogen naar gebruiksoppervlakte.

Page 15: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

2.4 Besparing van 3% renovatie

In artikel 5 van de Energy Efficiency Directive staat dat in de periode 2014

3% van de rijksgebouwenvoorraad

van de EPBD. Het betreft de

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

een kleinere voorraad berekend w

19,2% van de gebouwenvoorraad. Hoeveel dit is in

gebruiksoppervlakte

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

de vastgoedportefeuille in de komende jaren.

Tabel 6: Hoeveelheid te renoveren oppervlak bij 3% per jaar

Rijksgebouwendienst kantoren

Rijksgebouwendienst gevangenissen

Defensie legeringsgebouwen

Defensie kantoren

Totaal

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

met een G label

besparingspercentage dat we kunnen vermenigvuldigen met het gemiddeld

energiegebruik van de rijksgebouwenvoorraad met een G label.

besparing per vierkante meter die gerenoveerd wordt (zie tabel 7).

De energiegebruiksgegevens zijn ontleend aan d

Defensie. Voor de gebouwen van

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

Defensie is gebruik gemaakt van de werkelijke energiegebruiken u

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

gebouw gebonden energiegebruik te bepalen.

ECN-E--13-031

Besparing van 3% renovatie

In artikel 5 van de Energy Efficiency Directive staat dat in de periode 2014

3% van de rijksgebouwenvoorraad

van de EPBD. Het betreft de

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

een kleinere voorraad berekend w

19,2% van de gebouwenvoorraad. Hoeveel dit is in

gebruiksoppervlakte staat vermeld in tabel 6. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

de vastgoedportefeuille in de komende jaren.

: Hoeveelheid te renoveren oppervlak bij 3% per jaar

Rijksgebouwendienst kantoren

Rijksgebouwendienst gevangenissen

legeringsgebouwen

Defensie kantoren

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

label te vergelijken met de EI na renovatie. Die vergelijking geeft een

ringspercentage dat we kunnen vermenigvuldigen met het gemiddeld

energiegebruik van de rijksgebouwenvoorraad met een G label.

besparing per vierkante meter die gerenoveerd wordt (zie tabel 7).

De energiegebruiksgegevens zijn ontleend aan d

Defensie. Voor de gebouwen van

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

Defensie is gebruik gemaakt van de werkelijke energiegebruiken u

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

gebouw gebonden energiegebruik te bepalen.

Besparing van 3% renovatie

In artikel 5 van de Energy Efficiency Directive staat dat in de periode 2014

3% van de rijksgebouwenvoorraad gerenoveerd moet worden naar de eisen uit artikel 4

van de EPBD. Het betreft de voorraad die niet aan die eisen voldoet, zoals geschetst in

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

een kleinere voorraad berekend wordt. In totaal gaat het in de periode 2014

19,2% van de gebouwenvoorraad. Hoeveel dit is in

staat vermeld in tabel 6. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

de vastgoedportefeuille in de komende jaren.

: Hoeveelheid te renoveren oppervlak bij 3% per jaar

Selectiecriterium EI

Rijksgebouwendienst kantorenEI > 1,54

Rijksgebouwendienst gevangenissenEI > 1,57

legeringsgebouwenEI> 1,65

EI> 1,54

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

te vergelijken met de EI na renovatie. Die vergelijking geeft een

ringspercentage dat we kunnen vermenigvuldigen met het gemiddeld

energiegebruik van de rijksgebouwenvoorraad met een G label.

besparing per vierkante meter die gerenoveerd wordt (zie tabel 7).

De energiegebruiksgegevens zijn ontleend aan d

Defensie. Voor de gebouwen van de Rijksgebouwendienst is het theoretische standaard

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

Defensie is gebruik gemaakt van de werkelijke energiegebruiken u

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

gebouw gebonden energiegebruik te bepalen.

Besparing van 3% renovatie

In artikel 5 van de Energy Efficiency Directive staat dat in de periode 2014

gerenoveerd moet worden naar de eisen uit artikel 4

voorraad die niet aan die eisen voldoet, zoals geschetst in

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

ordt. In totaal gaat het in de periode 2014

19,2% van de gebouwenvoorraad. Hoeveel dit is in

staat vermeld in tabel 6. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

de vastgoedportefeuille in de komende jaren.

: Hoeveelheid te renoveren oppervlak bij 3% per jaar

lectiecriterium EI

Voorraadm

2

EI > 1,54 516.563

EI > 1,57 275.094

EI> 1,65 453.695

EI> 1,54 885.817

2.131.169

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

te vergelijken met de EI na renovatie. Die vergelijking geeft een

ringspercentage dat we kunnen vermenigvuldigen met het gemiddeld

energiegebruik van de rijksgebouwenvoorraad met een G label.

besparing per vierkante meter die gerenoveerd wordt (zie tabel 7).

De energiegebruiksgegevens zijn ontleend aan data van de Rijksgebouwendienst en

de Rijksgebouwendienst is het theoretische standaard

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

Defensie is gebruik gemaakt van de werkelijke energiegebruiken u

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

gebouw gebonden energiegebruik te bepalen.

Besparing van 3% renovatie

In artikel 5 van de Energy Efficiency Directive staat dat in de periode 2014

gerenoveerd moet worden naar de eisen uit artikel 4

voorraad die niet aan die eisen voldoet, zoals geschetst in

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

ordt. In totaal gaat het in de periode 2014

19,2% van de gebouwenvoorraad. Hoeveel dit is in vierkante meters

staat vermeld in tabel 6. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

: Hoeveelheid te renoveren oppervlak bij 3% per jaar

Voorraad2

gbo3% renovatie

per jaarjaar in 2014

m

516.563 15.497

275.094 8.253

453.695 13.611

885.817 26.574

2.131.169 63.935

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

te vergelijken met de EI na renovatie. Die vergelijking geeft een

ringspercentage dat we kunnen vermenigvuldigen met het gemiddeld

energiegebruik van de rijksgebouwenvoorraad met een G label.

besparing per vierkante meter die gerenoveerd wordt (zie tabel 7).

ata van de Rijksgebouwendienst en

de Rijksgebouwendienst is het theoretische standaard

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

Defensie is gebruik gemaakt van de werkelijke energiegebruiken u

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

In artikel 5 van de Energy Efficiency Directive staat dat in de periode 2014-2020 jaarlijks

gerenoveerd moet worden naar de eisen uit artikel 4

voorraad die niet aan die eisen voldoet, zoals geschetst in

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

ordt. In totaal gaat het in de periode 2014-2020 om

vierkante meters

staat vermeld in tabel 6. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

3% renovatie per jaar Eerste

jaar in 2014m

2gbo

Renovatie in 2014

15.497

8.253

13.611

26.574

63.935

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

te vergelijken met de EI na renovatie. Die vergelijking geeft een

ringspercentage dat we kunnen vermenigvuldigen met het gemiddeld

Dat levert een

besparing per vierkante meter die gerenoveerd wordt (zie tabel 7).

ata van de Rijksgebouwendienst en

de Rijksgebouwendienst is het theoretische standaard

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

Defensie is gebruik gemaakt van de werkelijke energiegebruiken uit de EPA

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

2020 jaarlijks

gerenoveerd moet worden naar de eisen uit artikel 4

voorraad die niet aan die eisen voldoet, zoals geschetst in

tabel 4. Een jaarlijkse renovatie van 3% van de gebouwenvoorraad gedurende 7 jaar

betreft in totaal minder dan 21% van de gebouwenvoorraad, omdat de 3% steeds over

2020 om

staat vermeld in tabel 6. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige

voorraadgegevens en wordt geen rekening gehouden met de verwachte verkleining van

enovatie in 2014-2020

m2

gbo

99.189

52.823

87.117

170.092

409.221

De hoeveelheid te renoveren oppervlak is kleiner dan het oppervlak aan rijksgebouwen

met een G label. We gaan er daarom in de berekening van de besparing verder vanuit

dat alleen gebouwen met een G label gerenoveerd worden. Dit is in lijn met de richtlijn

die beoogt bij renovatie met de slechtste gebouwen te beginnen. De besparing die deze

renovatie oplevert, is berekend door de gemiddelde EI van de rijksgebouwenvoorraad

te vergelijken met de EI na renovatie. Die vergelijking geeft een

Dat levert een

ata van de Rijksgebouwendienst en

de Rijksgebouwendienst is het theoretische standaard

energiegebruik conform het energielabel overgenomen. Voor de gebouwen van

rapportages, waarbij het aandeel overig elektriciteitsverbruik is afgetrokken om een

Besparing 3% renovatieBesparing 3% renovatie 1515

Page 16: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

16

Tabel 7: Besparing door renovatie van gebouwen met een G label naar minimum eisen EPBD

GemiddeldeEII van

G labels

EI na renovatie

Besparing%

Gemiddeld energiegebruik

MJ/m2

Besparing MJ/m

2per jaar

Rijksgebouwendienst kantoren

2,16 1,54 29% 1407 404

Rijksgebouwendienst gevangenissen

2,26 1,57 31% 1567 478

Defensie legeringsgebouwen

2,97 1,65 44% 1247 554

Defensie kantoren3,32 1,54 54% 1156 620

De besparing in Mega Joules per vierkante meter uit tabel 7 is vermenigvuldigd met het

te renoveren oppervlak uit tabel 6. De totale besparing als gevolg van een jaarlijkse

renovatie van 3% van de rijksgebouwenvoorraad naar de minimum energieprestatie

eisen uit de EPBD is 219 TJ, ofwel 0,2 PJ (zie tabel 8).

Tabel 8: Besparing door 3% renovatie rijksgebouwen naar minimum eisen EPBD

BesparingMJ/m

2per

jaar

Renovatie2014-2020

m2

gbo

Besparing2014-2020TJ per jaar

Rijksgebouwendienst kantoren404 99.189 40

Rijksgebouwendienst gevangenissen478 52.823 25

Defensie legeringsgebouwen554 87.117 48

Defensie kantoren620 170.092 105

Totaal409.221 219

Page 17: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

Een

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

bereikt. Dit hoofdstuk verkent de mogelijkheden om met een alternati

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

van de richtlijn niet noodzakelijk is.

3.1 Alternatieve aanpak

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft gemaakt

Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkelt, koopt en huurt voor de Nederlandse

Rijksoverheid

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

ministeries en andere Rijksoverheidsorganen. De Rgd wil haar klanten, de

departementen en rijksdiensten, opti

doelstellingen ten aanzien van energiebesparing.

gesteld om jaarlijks gemiddeld 2% energie besparen

energiebespar

ook dat de overheid 100% duurzaam inkoopt, vanaf 1 januari 2010.

Het DHV onderzoek geeft inzicht in het effect van

De toepassing van duurzaam inkoop

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

Een scena

kantoorvoorraad met een slecht energiel

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

12 DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, dec

ECN-E--13-031

Een alternatieve aanpak

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

bereikt. Dit hoofdstuk verkent de mogelijkheden om met een alternati

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

van de richtlijn niet noodzakelijk is.

Alternatieve aanpak

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft gemaakt

Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkelt, koopt en huurt voor de Nederlandse

Rijksoverheid kantoorruimte en andere gebouwen. Zij koopt gebouwen zelf aan of

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

ministeries en andere Rijksoverheidsorganen. De Rgd wil haar klanten, de

departementen en rijksdiensten, opti

doelstellingen ten aanzien van energiebesparing.

gesteld om jaarlijks gemiddeld 2% energie besparen

energiebesparing in 2020 t.o.v. 2008 (Jaarverslag Rgd

ook dat de overheid 100% duurzaam inkoopt, vanaf 1 januari 2010.

onderzoek geeft inzicht in het effect van

e toepassing van duurzaam inkoop

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

en scenario waarin de totale kantoorvoorraad krimpt en gebouwen uit de eigen

kantoorvoorraad met een slecht energiel

xxxxxxxxxxxxxx

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, dec

alternatieve aanpak

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

bereikt. Dit hoofdstuk verkent de mogelijkheden om met een alternati

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

van de richtlijn niet noodzakelijk is.

Alternatieve aanpak

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft gemaakt

Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkelt, koopt en huurt voor de Nederlandse

ntoorruimte en andere gebouwen. Zij koopt gebouwen zelf aan of

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

ministeries en andere Rijksoverheidsorganen. De Rgd wil haar klanten, de

departementen en rijksdiensten, optimaal faciliteren bij het realiseren van de

doelstellingen ten aanzien van energiebesparing.

gesteld om jaarlijks gemiddeld 2% energie besparen

in 2020 t.o.v. 2008 (Jaarverslag Rgd

ook dat de overheid 100% duurzaam inkoopt, vanaf 1 januari 2010.

onderzoek geeft inzicht in het effect van

e toepassing van duurzaam inkoop

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

rio waarin de totale kantoorvoorraad krimpt en gebouwen uit de eigen

kantoorvoorraad met een slecht energiel

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en penitentiaire inrichtingen, december 2011.

3alternatieve aanpak

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

bereikt. Dit hoofdstuk verkent de mogelijkheden om met een alternati

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

Alternatieve aanpak Rijksgebouwendienst

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft gemaakt

Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkelt, koopt en huurt voor de Nederlandse

ntoorruimte en andere gebouwen. Zij koopt gebouwen zelf aan of

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

ministeries en andere Rijksoverheidsorganen. De Rgd wil haar klanten, de

maal faciliteren bij het realiseren van de

doelstellingen ten aanzien van energiebesparing. De rijksoverheid heeft zichzelf als doel

gesteld om jaarlijks gemiddeld 2% energie besparen

in 2020 t.o.v. 2008 (Jaarverslag Rgd

ook dat de overheid 100% duurzaam inkoopt, vanaf 1 januari 2010.

onderzoek geeft inzicht in het effect van verschillende scenario´s:

e toepassing van duurzaam inkoop-eisen. Bij huur en aankoop is de eis dat he

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

rio waarin de totale kantoorvoorraad krimpt en gebouwen uit de eigen

kantoorvoorraad met een slecht energielabel versneld worden afgestoten.

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en ember 2011.

alternatieve aanpak

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

bereikt. Dit hoofdstuk verkent de mogelijkheden om met een alternati

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

Rijksgebouwendienst

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

2011 in opdracht van de Rijksgebouwendienst heeft gemaakt12. De

Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkelt, koopt en huurt voor de Nederlandse

ntoorruimte en andere gebouwen. Zij koopt gebouwen zelf aan of

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

ministeries en andere Rijksoverheidsorganen. De Rgd wil haar klanten, de

maal faciliteren bij het realiseren van de

De rijksoverheid heeft zichzelf als doel

gesteld om jaarlijks gemiddeld 2% energie besparen resulterend in

in 2020 t.o.v. 2008 (Jaarverslag Rgd 2010). Belangrijke doelstelling is

ook dat de overheid 100% duurzaam inkoopt, vanaf 1 januari 2010.

verschillende scenario´s:

Bij huur en aankoop is de eis dat he

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

rio waarin de totale kantoorvoorraad krimpt en gebouwen uit de eigen

abel versneld worden afgestoten.

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en

alternatieve aanpak

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

bereikt. Dit hoofdstuk verkent de mogelijkheden om met een alternatieve aanpak die

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

Rijksgebouwendienst

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

De

Rijksgebouwendienst (Rgd) ontwikkelt, koopt en huurt voor de Nederlandse

ntoorruimte en andere gebouwen. Zij koopt gebouwen zelf aan of

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

ministeries en andere Rijksoverheidsorganen. De Rgd wil haar klanten, de

maal faciliteren bij het realiseren van de

De rijksoverheid heeft zichzelf als doel

resulterend in 25%

2010). Belangrijke doelstelling is

ook dat de overheid 100% duurzaam inkoopt, vanaf 1 januari 2010.

verschillende scenario´s:

Bij huur en aankoop is de eis dat he

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

rio waarin de totale kantoorvoorraad krimpt en gebouwen uit de eigen

abel versneld worden afgestoten.

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en

alternatieve aanpak

In hoofdstuk 2 is de vereiste besparing berekend die met een renovatieverplichting van

3% van de rijksgebouwenvoorraad conform artikel 5 uit de EED zou moeten worden

eve aanpak die

vereiste besparing te realiseren. Daarbij worden de vastgoed portefeuilles van de

Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld, hoewel dat bij de implementatie

Rijksgebouwendienst

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse die DHV in

ntoorruimte en andere gebouwen. Zij koopt gebouwen zelf aan of

huurt deze van beleggers, doet het beheer van deze gebouwen en verhuurt ze door aan

maal faciliteren bij het realiseren van de

De rijksoverheid heeft zichzelf als doel

2010). Belangrijke doelstelling is

Bij huur en aankoop is de eis dat het

aangeboden gebouw minimaal een energielabel C heeft. Indien het energielabel een

D of lager is, zijn aanvullende maatregelen nodig conform het EPA maatwerkadvies.

Hierbij gaat het om een verbetering met twee labelstappen of tot energielabel C.

rio waarin de totale kantoorvoorraad krimpt en gebouwen uit de eigen

abel versneld worden afgestoten.

DHV, 2011: Rijksgebouwendienst portefeuilleanalyse energetische kwaliteit 2011 Kantoren en

Een alternatieve aanpakEen alternatieve aanpak 1717

Page 18: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

18

Een scenario met inzet van FCIB (Functioneel controleren, inregelen en beproeven).

Dit scenario sluit aan bij het FCIB project dat de Rgd uitvoert om de inregeling van

energie-installaties te optimaliseren. De verwachting is dat door deze

optimalisatieslag het energiegebruik van individuele gebouwen gemiddeld met 15%

kan worden verlaagd. Het scenario geeft een inschatting van de potentiële

energiebesparing op voorraadniveau die daarmee gerealiseerd kan worden.

Een scenario met inzet van MainContracting en/of bijvoorbeeld ESCo’s (Energy

Service Companies). Dit scenario geeft een indruk van de potentiële

energiebesparing die mogelijk is door het gebruik van prestatiecontracten, waarbij

het beheer van energie-installaties gedurende de looptijd van het prestatiecontract

wordt overgedragen, en de opdrachtnemer een bepaalde energiebesparing

garandeert.

Het besparingspotentieel uit het DHV onderzoek is samengevat in tabel 13. We kijken

hier alleen naar kantoren in eigendom en gevangenissen omdat alleen deze direct

relevant zijn voor ons onderzoek. Hoewel in een alternatieve aanpak ook gebouwen die

gehuurd worden kunnen worden meegenomen. Het toepassen van criteria voor

Duurzaam Inkopen volgens het DHV scenario verlaagt het gemiddeld energielabel van

kantoren en gevangenissen naar C. De afstoot van gebouwen met een lage

energieprestatie in combinatie met de duurzaam inkopen criteria leidt tot het volledig

verdwijnen van de E, F en G labels uit de kantorenvoorraad van de Rgd. In het laatste

scenario gaat het gemiddeld label naar A.

Tabel 13: Besparingspotentieel scenario´s DHV onderzoek voor Rgd

Scenario´s Kantoren in

eigendom

Besparingspotentieel

TJ per jaar

Gevangenissen

Besparingspotentieel

TJ per jaar

Toepassen criteria voor Duurzaam Inkopen 284 197

Duurzaam Inkopen plus afstoot gebouwen 949 n.v.t.

Toepassen FCIB 165 141

Duurzaam Inkopen plus toepassen ESCo’s

of MainContracting

769 593

Het energiebesparingspotentieel dat in het DHV onderzoek wordt geschetst is een

factor 3 groter dan de vereiste besparing voor kantoren en gevangenissen van de

Rijksgebouwendienst bij 3% renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD.

Bovendien neemt het aantal gebouwen met een F en G label af door het toepassen van

Duurzaam Inkopen criteria. Ook het inkrimpen van de gebouwvoorraad kan daaraan

bijdragen wanneer die krimp wordt gerealiseerd via het afstoten van gebouwen met de

slechtste labels. Het DHV onderzoek gaat ervan uit dat tot 2020 40% van het

kantooroppervlak in eigendom wordt afgestoten. Dit zal ook de besparingsdoelstelling

voor artikel 5 van de EED verlagen. Immers de rijksgebouwenvoorraad wordt kleiner en

van betere kwaliteit.

Als de Rijksgebouwendienst gebouwen zou moeten renoveren naar de minimum

energieprestatie-eisen voor bestaande bouw uit de EPBD dan betekent dat een

energiebesparing van 30% per gerenoveerd gebouw (zie tabel 7). Bij 3% renovatie per

Page 19: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

jaar levert dat in de gehele port

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

dat niet aan de minimum energi

2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

Rijksgebouwendienst

elektriciteitsverbruik

5000 TJ14. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

periode 2014

3.2 Alternatieve aanpak Defensie

EPA aanpak Defensie

De mogelijkheden voor een alternatieve a

Dienst Vastgoed van Defensie uit maart 2012

al enige jaren het project Energie Prestatie Adviezen uit. Van alle verwarmde

Defensiegebouwen in Nederland met een bouwjaar van voo

vloeroppervlakte groter dan 1000 m

Advies laten maken. Er zijn 851

vloeroppervlakte van 2,9 miljoen m

2009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

periode 2009 t/m 2019:

leveren 600 TJ

jaar. Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

van het betreffende gebouwonderdeel worden niet genomen.

tot en met 20

leveren een

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

opslagplaatsen, eetzalen en

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

13 Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 meisen uit de EPBD.

14 http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf15 EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot

en met 2011, Dienst Vastgoed Defensie, versie21 maart 2012. 16 ECN vindt in de EPA rapp

terug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van zaken begin 2012.

ECN-E--13-031

jaar levert dat in de gehele port

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

dat niet aan de minimum energi

2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

Rijksgebouwendienst dus ruimschoots.

elektriciteitsverbruik van alle gebouwen van de Rijksgebo

. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

periode 2014-2020 een besparing van 14% ofwel

Alternatieve aanpak Defensie

EPA aanpak Defensie

De mogelijkheden voor een alternatieve a

Dienst Vastgoed van Defensie uit maart 2012

al enige jaren het project Energie Prestatie Adviezen uit. Van alle verwarmde

Defensiegebouwen in Nederland met een bouwjaar van voo

vloeroppervlakte groter dan 1000 m

Advies laten maken. Er zijn 851

vloeroppervlakte van 2,9 miljoen m

009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

2009 t/m 2019:

600 TJ besparing,

Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

van het betreffende gebouwonderdeel worden niet genomen.

tot en met 2011 ruim € 10

leveren een energiebesparing op van

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

opslagplaatsen, eetzalen en

xxxxxxxxxxxxxx

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 meisen uit de EPBD.

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot en met 2011, Dienst Vastgoed Defensie, versie21 maart 2012.

ECN vindt in de EPA rappterug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van zaken begin 2012.

jaar levert dat in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

dat niet aan de minimum energieprestatie eisen uit de EPBD voldoet

2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

dus ruimschoots.

van alle gebouwen van de Rijksgebo

. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

2020 een besparing van 14% ofwel

Alternatieve aanpak Defensie

De mogelijkheden voor een alternatieve a

Dienst Vastgoed van Defensie uit maart 2012

al enige jaren het project Energie Prestatie Adviezen uit. Van alle verwarmde

Defensiegebouwen in Nederland met een bouwjaar van voo

vloeroppervlakte groter dan 1000 m2

Advies laten maken. Er zijn 85116 gebouwen onderzocht met een totale

vloeroppervlakte van 2,9 miljoen m2 bvo. De EPA’s zijn opgemaakt in de periode 2004

009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

2009 t/m 2019: € 65 miljoen aan investeringen gemoeid. Deze investeringen

besparing, de gemiddelde terugverdientijd van

Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

van het betreffende gebouwonderdeel worden niet genomen.

10 miljoen uitgegeven aan geadviseerde EPA maatregelen. Deze

besparing op van

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

opslagplaatsen, eetzalen en keukens, leslokalen en sportaccommodaties.

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot en met 2011, Dienst Vastgoed Defensie, versie21 maart 2012.

ECN vindt in de EPA rapportages van Defensie meer gebouwen, in totaal 1262 gebouwen terug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van

efeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

eprestatie eisen uit de EPBD voldoet

2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

dus ruimschoots. Het totale werkelijke gas

van alle gebouwen van de Rijksgebo

. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

2020 een besparing van 14% ofwel 700

Alternatieve aanpak Defensie

De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak baseert ECN op een analyse van de

Dienst Vastgoed van Defensie uit maart 201215. De Dienst Vastgoed van Defensie voert

al enige jaren het project Energie Prestatie Adviezen uit. Van alle verwarmde

Defensiegebouwen in Nederland met een bouwjaar van voo

heeft Defensie inmiddels een Energie Prestatie

gebouwen onderzocht met een totale

bvo. De EPA’s zijn opgemaakt in de periode 2004

009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

aan investeringen gemoeid. Deze investeringen

gemiddelde terugverdientijd van

Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

van het betreffende gebouwonderdeel worden niet genomen.

uitgegeven aan geadviseerde EPA maatregelen. Deze

77 TJ. Dit betreft echter alle gebouwtypen, niet

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

keukens, leslokalen en sportaccommodaties.

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m2, zie tabel 4) niet aan de energieprestatie

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot en met 2011, Dienst Vastgoed Defensie, versie21 maart 2012.

ortages van Defensie meer gebouwen, in totaal 1262 gebouwen terug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van

efeuille 1 % energiebesparing op per jaar.

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

eprestatie eisen uit de EPBD voldoet

2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid

werkelijke gas

van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst bedraagt

. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

700 TJ.

Alternatieve aanpak Defensie

anpak baseert ECN op een analyse van de

. De Dienst Vastgoed van Defensie voert

al enige jaren het project Energie Prestatie Adviezen uit. Van alle verwarmde

Defensiegebouwen in Nederland met een bouwjaar van voor 1999 en een netto

heeft Defensie inmiddels een Energie Prestatie

gebouwen onderzocht met een totale

bvo. De EPA’s zijn opgemaakt in de periode 2004

009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

aan investeringen gemoeid. Deze investeringen

gemiddelde terugverdientijd van het maatregelpakket is

Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

van het betreffende gebouwonderdeel worden niet genomen. Er is

uitgegeven aan geadviseerde EPA maatregelen. Deze

Dit betreft echter alle gebouwtypen, niet

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

keukens, leslokalen en sportaccommodaties.

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m, zie tabel 4) niet aan de energieprestatie

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot en met 2011, Dienst Vastgoed Defensie, versie21 maart 2012.

ortages van Defensie meer gebouwen, in totaal 1262 gebouwen terug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van

efeuille 1 % energiebesparing op per jaar. In het kader

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

eprestatie eisen uit de EPBD voldoet13. Bij een inzet op

2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het kabinetsbeleid, voldoet de

werkelijke gas- en

uwendienst bedraagt

. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

anpak baseert ECN op een analyse van de

. De Dienst Vastgoed van Defensie voert

al enige jaren het project Energie Prestatie Adviezen uit. Van alle verwarmde

r 1999 en een netto

heeft Defensie inmiddels een Energie Prestatie

gebouwen onderzocht met een totale

bvo. De EPA’s zijn opgemaakt in de periode 2004

009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

aan investeringen gemoeid. Deze investeringen

het maatregelpakket is

Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

Er is in de periode 2009

uitgegeven aan geadviseerde EPA maatregelen. Deze

Dit betreft echter alle gebouwtypen, niet

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

keukens, leslokalen en sportaccommodaties.

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m, zie tabel 4) niet aan de energieprestatie

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot

ortages van Defensie meer gebouwen, in totaal 1262 gebouwen terug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van

In het kader

van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar omdat niet 3%

van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen 3% van de dat deel

Bij een inzet op

t de

uwendienst bedraagt ruim

. De doelstelling om jaarlijks gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de

anpak baseert ECN op een analyse van de

. De Dienst Vastgoed van Defensie voert

r 1999 en een netto

heeft Defensie inmiddels een Energie Prestatie

bvo. De EPA’s zijn opgemaakt in de periode 2004-

009. Met de realisatie van de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de

aan investeringen gemoeid. Deze investeringen

het maatregelpakket is 7

Er is daarbij wel een selectie gemaakt uit de geadviseerde maatregelen. De

maatregelen die een simpele terugverdientijd hebben die langer is dan de levensduur

in de periode 2009

uitgegeven aan geadviseerde EPA maatregelen. Deze

Dit betreft echter alle gebouwtypen, niet

alleen kantoren en legeringsgebouwen, maar ook werkplaatsen, magazijnen,

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m2

, zie tabel 4) niet aan de energieprestatie

EPA rapportage 2012, Voortgang en effect energiebesparende maatregelen periode 2009 tot

ortages van Defensie meer gebouwen, in totaal 1262 gebouwen terug, maar dat zijn gegevens van eind 2012 en de EPA rapportage 2012 gaf de stand van

Een alternatieve aanpakEen alternatieve aanpak 1919

Page 20: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

20

Selectie kantoren en legeringsgebouwen

In totaal is 2.7miljoen m2 gebruiksoppervlakte (2,9 miljoen m2 bvo) aan gebouwen van

Defensie met Energie Prestatie Adviezen onderzocht. Maar dit betreft alle typen

gebouwen. De selectie van de voorraad kantoren en legeringsgebouwen slechter dan

de minimum energieprestatie eisen uit de EPBD is net iets minder dan de helft daarvan.

De potentiele energiebesparing van maatregelen uit de EPA’s voor die selectie zal dus

naar schatting ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van de

EPA aanpak kan de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits daaraan in de

periode 2014 - 2020 voldoende middelen wordt besteed.

Sloop en afstoting

Door sloop en afstoting zou het oppervlak aan kantoren en legeringsgebouwen dat

onder de renovatieverplichting valt nog kunnen verminderen. De data over de

gebouwvoorraden die in hoofdstuk 2 zijn gebruikt, zijn daarvoor nog niet gecorrigeerd.

Vervangende nieuwbouw mag ook meetellen als invulling van de renovatieverplichting.

Uit cijfers van het Meer Jaren Plan Afstoting blijkt dat Defensie naar verwachting in de

periode 2012-2018 zo’n 250.000 m2 bruto vloeroppervlakte aan kantoren zal afstoten.

Dat is ca. 237.500 m2 gebruiksoppervlakte. Slechts een deel daarvan overlapt met de

gebouwen in de selectie uit hoofdstuk 2. Waarschijnlijk is voor een aantal gebouwen al

geen Energie Prestatie Advies gemaakt omdat Defensie van plan is het gebouw af te

stoten. Welk deel van de gebouwen uit het Meer Jaren Plan Afstoting overlapt met de

selectie van de gebouwenvoorraad uit hoofdstuk 2 kan niet worden bepaald omdat in

de cijfers over afstoting wel de objectcodes maar geen gebouwnummers zijn

aangegeven. Onduidelijk is vanaf welk jaar de gebouwen niet meer mee tellen voor de

EU verplichting: vanaf het moment van overtollig stelling, van ontruiming of van de

afstoting zelf. Aangezien artikel 5 de EED betrekking heeft op gebouwen die in bezit en

in gebruik zijn van de rijksoverheid, mag verondersteld worden dat het jaar van

ontruiming bepalend is.

Uit cijfers over de sloop van gebouwen van defensie blijkt dat 78.000 m2 bruto

vloeroppervlakte aan kantoren en legeringsgebouwen de nominatie ‘sloop’ krijgt, en

270.000 m2 de nominatie ‘sloopwaardig’. Van de gebouwen met nominatie ‘sloop’

overlapt 41.000 m2 met de selectie van de gebouwvoorraad met label G uit hoofdstuk 2.

Onduidelijk is wanneer deze gebouwen gesloopt gaan worden.

Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat sloop en afstoting de besparingsdoelstelling

van de 3% renovatieverplichting kan verminderen in de orde van 10% ten opzichte van

de berekeningen die in hoofdstuk 2 zijn geschetst.

Page 21: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

Gebouwen groter dan 250 m

De EPA aanpak richt zich nu op gebouwen groter dan 1000 m

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

500 m2, vanaf juli 2015 groter dan 250 m

gemaakt voor ECN en kwam op 1,8 miljoen m

aan kantoren en legeringsgebouwen groter dan 250 m

gebruik zijn. In de EPA rapportages hebben we 1,7

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 9

van het gebouwoppervlak van alle gebouwen groter dan 250 m

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

conform artikel 5 uit de EE

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m

dan nog steeds ruim voldoende om die vereiste besparing

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

17 Dit betreft 1,3 miljoen m4 plus 0,1 miljoen menergieprestatielegeringsgebouwen die voor meer dan 50% een andere gebouwfunctie hebben.

ECN-E--13-031

Gebouwen groter dan 250 m

De EPA aanpak richt zich nu op gebouwen groter dan 1000 m

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

vanaf juli 2015 groter dan 250 m

gemaakt voor ECN en kwam op 1,8 miljoen m

aan kantoren en legeringsgebouwen groter dan 250 m

gebruik zijn. In de EPA rapportages hebben we 1,7

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 9

van het gebouwoppervlak van alle gebouwen groter dan 250 m

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

conform artikel 5 uit de EE

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m

dan nog steeds ruim voldoende om die vereiste besparing

xxxxxxxxxxxxxx

Dit betreft 1,3 miljoen m4 plus 0,1 miljoen m2 kantoor en legeringsgebouwen die wel aan de minimum energieprestatie-eisen van de EPBD voldoen,. plus 0,3 miljoen mlegeringsgebouwen die voor meer dan 50% een andere gebouwfunctie hebben.

Gebouwen groter dan 250 m2

De EPA aanpak richt zich nu op gebouwen groter dan 1000 m

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

vanaf juli 2015 groter dan 250 m

gemaakt voor ECN en kwam op 1,8 miljoen m

aan kantoren en legeringsgebouwen groter dan 250 m

gebruik zijn. In de EPA rapportages hebben we 1,7

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 9

van het gebouwoppervlak van alle gebouwen groter dan 250 m

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

conform artikel 5 uit de EED dus slechts iets hoger zijn dan in hoofdstuk 2 is berekend.

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m

dan nog steeds ruim voldoende om die vereiste besparing

Dit betreft 1,3 miljoen m2 kantoor en legeringsgebouwen van Defensie zoals vermeld in tkantoor en legeringsgebouwen die wel aan de minimum

eisen van de EPBD voldoen,. plus 0,3 miljoen mlegeringsgebouwen die voor meer dan 50% een andere gebouwfunctie hebben.

De EPA aanpak richt zich nu op gebouwen groter dan 1000 m

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

vanaf juli 2015 groter dan 250 m2. Defensie heeft eind 2012 een inventarisatie

gemaakt voor ECN en kwam op 1,8 miljoen m2 gebruiksoppervlakte (1,9 miljoen m

aan kantoren en legeringsgebouwen groter dan 250 m

gebruik zijn. In de EPA rapportages hebben we 1,717

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 9

van het gebouwoppervlak van alle gebouwen groter dan 250 m

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

D dus slechts iets hoger zijn dan in hoofdstuk 2 is berekend.

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m

dan nog steeds ruim voldoende om die vereiste besparing

kantoor en legeringsgebouwen van Defensie zoals vermeld in tkantoor en legeringsgebouwen die wel aan de minimum

eisen van de EPBD voldoen,. plus 0,3 miljoen mlegeringsgebouwen die voor meer dan 50% een andere gebouwfunctie hebben.

De EPA aanpak richt zich nu op gebouwen groter dan 1000 m2 netto vloeroppe

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

. Defensie heeft eind 2012 een inventarisatie

gebruiksoppervlakte (1,9 miljoen m

aan kantoren en legeringsgebouwen groter dan 250 m2 die niet in afstoting en in 17 miljoen m2 gevonden. Dat betekent

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 9

van het gebouwoppervlak van alle gebouwen groter dan 250 m2

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

D dus slechts iets hoger zijn dan in hoofdstuk 2 is berekend.

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m

dan nog steeds ruim voldoende om die vereiste besparing ter realiseren.

kantoor en legeringsgebouwen van Defensie zoals vermeld in tkantoor en legeringsgebouwen die wel aan de minimum

eisen van de EPBD voldoen,. plus 0,3 miljoen m2 aan kantoorlegeringsgebouwen die voor meer dan 50% een andere gebouwfunctie hebben.

netto vloeroppe

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

. Defensie heeft eind 2012 een inventarisatie

gebruiksoppervlakte (1,9 miljoen m

die niet in afstoting en in

gevonden. Dat betekent

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 92. Indien ook deze

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

D dus slechts iets hoger zijn dan in hoofdstuk 2 is berekend.

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m

ter realiseren.

kantoor en legeringsgebouwen van Defensie zoals vermeld in tkantoor en legeringsgebouwen die wel aan de minimum

aan kantoor-en legeringsgebouwen die voor meer dan 50% een andere gebouwfunctie hebben.

netto vloeroppervlakte.

Artikel 5 uit de EED richt zich op gebouwen met een gebruiksoppervlakte groter dan

. Defensie heeft eind 2012 een inventarisatie

gebruiksoppervlakte (1,9 miljoen m2 bvo)

die niet in afstoting en in

gevonden. Dat betekent

dat de besparing door de renovatieverplichting uit hoofdstuk 2 is berekend op ruim 90%

. Indien ook deze

kleinere gebouwen worden geïnventariseerd en meegenomen, zal de vereiste

besparing door de renovatieverplichting van 3% van de rijksgebouwenvoorraad

D dus slechts iets hoger zijn dan in hoofdstuk 2 is berekend.

Het besparingspotentieel van de EPA aanpak bij de gebouwen groter dan 1000 m2 is

kantoor en legeringsgebouwen van Defensie zoals vermeld in tabel

Een alternatieve aanpakEen alternatieve aanpak 2121

Page 22: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

22

4Conclusies

Welke besparing levert de 3% renovatieverplichting?

ECN heeft in dit rapport de vereiste besparing berekend van de verplichting uit artikel 5

van de Energie Efficiency Directive (EED) om jaarlijks 3% van de gebouwvoorraad van de

centrale overheid te renoveren. Na renovatie moeten de gebouwen voldoen aan de

minimum eisen inzake energieprestatie die door het betreffende lidstaat zijn vastgelegd

op grond van artikel 4 in de EPBD. Van de rijksgebouwenvoorraad voldoet 2,1 miljoen

vierkante meter gebruiksoppervlakte nu niet aan die eisen die Nederland in het kader

van de EPBD heeft bepaald. Wanneer jaarlijks 3% van die gebouwvoorraad word

gerenoveerd naar EPBD eisen, dan betreft dat in de periode 2014-2020 ruim 400.000 m2

en levert dat een besparing van 219 TJ (0,2 PJ), ervan uitgaande dat gebouwen met een

energielabel G als eerste worden gerenoveerd.

ECN heeft de berekening gemaakt aan de hand van data van de Rijksgebouwendienst en

Defensie over de huidige gebouwenvoorraad. Deze data geven nog geen compleet

overzicht van de rijksgebouwenvoorraad waar de richtlijn betrekking op heeft, naar

schatting is wel ruim 90% meegenomen. De definitieve besparingsdoelstelling kan dus

iets hoger zijn. In de berekening is ook nog geen rekening gehouden met sloop en

afstoting van gebouwen. Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat sloop en afstoting

de besparingsdoelstelling van de 3% renovatieverplichting in de orde van 10% kan

verminderen.

Is een alternatieve aanpak mogelijk?

De EED richtlijn geeft de ruimte om met een alternatieve aanpak hetzelfde

besparingseffect te realiseren. Op basis van de analyses in dit rapport kan

geconcludeerd worden dat invulling van artikel 5 van de EED richtlijn via een

alternatieve aanpak zeker mogelijk is:

Als de Rijksgebouwendienst gebouwen zou moeten renoveren naar de minimum

energieprestatie-eisen voor bestaande bouw uit de EPBD dan betekent dat een

energiebesparing van 30% per gerenoveerd gebouw (zie tabel 7). Bij 3% renovatie

per jaar levert dat in de gehele portefeuille 1 % energiebesparing op per jaar. In het

kader van de richtlijn betreft het veel minder dan 1% energiebesparing per jaar

omdat niet 3% van de gehele portefeuille moet worden gerenoveerd maar alleen

3% van de dat deel dat niet aan de minimum energieprestatie eisen uit de EPBD

Page 23: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

ECN

voldoet

kabinetsbeleid

werkelijke gas

Rijksgebouwendienst bedraagt

gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

besparing van 14% ofwel

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

duurzaam inkopen, het optimaliseren en inregelen van energie insta

mogelijk het inzetten van ESCo´s en energieprestatiecontracten.

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

bouwjaar van voor 1999 en

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode

€ 65 miljoen

besparing,

potentieel betreft alle typen gebouwen. De s

legeringsgebouwen

net iets minder dan de

maatregelen uit de

schatting

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de EPA aanpak kan

daaraan in de periode 2014

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

vastgoed portefeuilles van de Rijksgebouwendienst e

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

xxxxxxxxxxxxssssssssxxx

18 Van alle gebouwen vagebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 mEPBD.

19 http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

ECN-E--13-031

voldoet18. Bij een inzet

kabinetsbeleid, voldoe

werkelijke gas- en elektriciteitsverbruik

Rijksgebouwendienst bedraagt

gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

besparing van 14% ofwel

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

duurzaam inkopen, het optimaliseren en inregelen van energie insta

mogelijk het inzetten van ESCo´s en energieprestatiecontracten.

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

bouwjaar van voor 1999 en

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode

65 miljoen aan investeringen gemoeid. Dez

besparing, de gemiddelde terugverdientijd van

potentieel betreft alle typen gebouwen. De s

legeringsgebouwen

net iets minder dan de

maatregelen uit de E

chatting ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de EPA aanpak kan de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits

daaraan in de periode 2014

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

vastgoed portefeuilles van de Rijksgebouwendienst e

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

xxxxxxxxxxxxxx

Van alle gebouwen van de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

Bij een inzet op 2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het

voldoet de Rijksgebouwendienst

en elektriciteitsverbruik

Rijksgebouwendienst bedraagt ruim 5000

gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

besparing van 14% ofwel 700 TJ.

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

duurzaam inkopen, het optimaliseren en inregelen van energie insta

mogelijk het inzetten van ESCo´s en energieprestatiecontracten.

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

bouwjaar van voor 1999 en een netto vloeroppervlakte groter dan 1000 m

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode

aan investeringen gemoeid. Dez

gemiddelde terugverdientijd van

potentieel betreft alle typen gebouwen. De s

legeringsgebouwen slechter dan de minimum energieprestatie eisen

net iets minder dan de helft daarvan.

Energie Prestatie

ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits

daaraan in de periode 2014-2020 voldoende middelen wordt besteed.

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

vastgoed portefeuilles van de Rijksgebouwendienst e

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

n de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

op 2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het

t de Rijksgebouwendienst

en elektriciteitsverbruik van alle gebouwen van de

ruim 5000 TJ19. De doelstelling o

gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

duurzaam inkopen, het optimaliseren en inregelen van energie insta

mogelijk het inzetten van ESCo´s en energieprestatiecontracten.

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

een netto vloeroppervlakte groter dan 1000 m

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode

aan investeringen gemoeid. Deze investeringen leveren

gemiddelde terugverdientijd van

potentieel betreft alle typen gebouwen. De selectie

slechter dan de minimum energieprestatie eisen

helft daarvan. De potenti

restatie Adviezen

ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits

2020 voldoende middelen wordt besteed.

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

vastgoed portefeuilles van de Rijksgebouwendienst e

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

n de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen mgebruiksoppervlakte) voldoet 33% (ca. 800.000 m2) niet aan de energieprestatie eisen uit de

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

op 2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het

t de Rijksgebouwendienst dus ruimschoots.

van alle gebouwen van de

. De doelstelling o

gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

duurzaam inkopen, het optimaliseren en inregelen van energie insta

mogelijk het inzetten van ESCo´s en energieprestatiecontracten.

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

een netto vloeroppervlakte groter dan 1000 m

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode

e investeringen leveren

gemiddelde terugverdientijd van het maatregelpakket is

electie van de voorraad kantoren en

slechter dan de minimum energieprestatie eisen

De potentiële energiebesparing van

dviezen voor die selectie

ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits

2020 voldoende middelen wordt besteed.

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

vastgoed portefeuilles van de Rijksgebouwendienst en Defensie apart behandeld,

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

n de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m) niet aan de energieprestatie eisen uit de

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

op 2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het

dus ruimschoots. Het totale

van alle gebouwen van de

. De doelstelling om jaarlijks

gemiddeld 2% energie te besparen betekent in de periode 2014-2020 een

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

duurzaam inkopen, het optimaliseren en inregelen van energie installaties en

mogelijk het inzetten van ESCo´s en energieprestatiecontracten.

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

een netto vloeroppervlakte groter dan 1000 m

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

de geadviseerde maatregelen uit de EPA aanpak is in de periode 2009 t/m 2019:

e investeringen leveren 600 TJ

het maatregelpakket is 7 jaar

voorraad kantoren en

slechter dan de minimum energieprestatie eisen uit de EPBD

le energiebesparing van

voor die selectie zal dus naar

ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits

2020 voldoende middelen wordt besteed.

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

n Defensie apart behandeld,

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

n de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m) niet aan de energieprestatie eisen uit de

http://overheid.nl/media/downloads/JaarrapportageBedrijfsvoeringRijk2012.pdf

op 2% energiebesparing per jaar, overeenkomstig het

Het totale

m jaarlijks

2020 een

De Rijksgebouwendienst kan die 2% energiebesparing per jaar realiseren via

llaties en

De Dienst Vastgoed van Defensie voert al enige jaren het project Energie Prestatie

Adviezen uit. Van alle verwarmde Defensiegebouwen in Nederland met een

een netto vloeroppervlakte groter dan 1000 m2 heeft

Defensie inmiddels een Energie Prestatie Advies laten maken. Met de realisatie van

2009 t/m 2019:

600 TJ

7 jaar. Dit

voorraad kantoren en

uit de EPBD is

le energiebesparing van

zal dus naar

ca. 300 TJ zijn. Dit energiebesparingspotentieel is een factor 2 groter dan

de besparingsdoelstelling voor kantoren en legeringsgebouwen van Defensie bij 3%

renovatie per jaar naar de minimumeisen uit de EPBD. Met het verder uitrollen van

de doelstelling van art. 5 EED worden gerealiseerd, mits

ECN heeft bij de verkenning van de mogelijkheden van een alternatieve aanpak de

n Defensie apart behandeld,

hoewel dat bij de implementatie van de richtlijn niet noodzakelijk is. Er zijn dus nog

mogelijkheden voor optimalisatie en keuzes tussen deze 2 vastgoed portefeuilles.

n de Rijksgebouwendienst met een energielabel (totaal 2,4 miljoen m2

) niet aan de energieprestatie eisen uit de

Conclusies 2323

Page 24: Alternatieve aanpak artikel 5 Energy Efficiency Directive · De mogelijkheden voor een alternatieve aanpak voor de Rijksgebouwendienst ECN op een analyse die DHV in 2011 in opdracht

24

ECN

Westerduinweg 3 Postbus 1

1755 LE Petten 1755 ZG Petten

T 088 515 4949

F 088 515 8338

[email protected]

www.ecn.nl