Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch...

56
Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant April 2009

Transcript of Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch...

Page 1: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

Toelichting op het peilbesluit

Almere Overgooi en Stichtsekant April 2009

Page 2: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 3: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 4: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 5: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 6: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 2

Page 7: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 3

Inhoud

1. INLEIDING .............................................................................................................. 4

1.1. ALGEMEEN ......................................................................................................... 4 1.2. PROCEDURE ........................................................................................................ 4 1.3. AANLEIDING TOT OPSTELLEN VAN HET PEILBESLUIT .......................................... 5 1.4. BASISGEGEVENS EN BEREKENINGEN .................................................................. 5 1.5. LEESWIJZER ........................................................................................................ 5

2. WETTELIJK KADER............................................................................................. 7

2.1. WET OP DE WATERHUISHOUDING (14 JUNI 1989) ............................................... 7 2.2. DE WATERSCHAPSWET (6 JUNI 1991) ................................................................. 7 2.3. ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ...................................................................... 7 2.4. VERORDENING VOOR DE FYSIEKE LEEFOMGEVING FLEVOLAND ........................ 8 2.5. REGLEMENT EN VERORDENINGEN WATERSCHAP ZUIDERZEELAND .................... 8

3. BELEIDSKADER .................................................................................................. 10

3.1. NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER ....................................................... 10 3.2. OMGEVINGSPLAN FLEVOLAND 2006 ................................................................ 10 3.3. WATERBEHEERPLAN 'MEER DAN WATER ALLEEN' 2007 – 2011 ....................... 12 3.4. BESTEMMINGSPLANNEN ................................................................................... 13

4. GEBIEDSBESCHRIJVING .................................................................................. 14

4.1. LIGGING EN BEGRENZING PLANGEBIED ............................................................ 14 4.2. BODEMOPBOUW EN HOOGTELIGGING ............................................................... 14 4.3. HUIDIGE WATERHUISHOUDKUNDIGE SITUATIE ................................................. 15

4.3.1. Oppervlaktewater.................................................................................... 15 4.3.2. Grondwater ............................................................................................. 15

4.4. GRONDGEBRUIK EN BELANGEN ........................................................................ 16

5. TOEKOMSTIGE WATERHUISHOUDKUNDIGE SITUATIE ....................... 18

5.1. ONTWIKKELING ................................................................................................ 18 5.2. OPPERVLAKTEWATER EN RIOLERING................................................................ 18 5.3. GRONDWATER .................................................................................................. 21

6. TOETSING EN MAATREGELEN ...................................................................... 22

6.1. TOETSINGSKADER VOOR NIEUW STEDELIJK GEBIED ......................................... 22 6.2. TOETSING ONTWATERING ................................................................................. 23 6.3. TOETSING INUNDATIE ....................................................................................... 23 6.4. BELANGENAFWEGING ...................................................................................... 23 6.5. SAMENVATTING TOETSING ............................................................................... 24

7. NOTA VAN COMMENTAAR ............................................................................. 25

8. LITERATUURLIJST ............................................................................................ 27

Bijlage 1 Procedure vaststelling peilbesluit Bijlage 2 Kaarten Bijlage 3 Definities, verklarende woordenlijst op basis van TNO (1986)

Page 8: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 9: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 4

1. Inleiding

1.1. Algemeen Waterschap Zuiderzeeland voert het peilbeheer over het hoofdwatersysteem binnen haar beheergebied. Zij stemt het peilbeheer in de watergangen af op de functies in het hierop afwaterend gebied. Daarbij wordt ook rekening gehouden met waterkwaliteit, infrastructuur en stabiliteit van dijken. Ten behoeve van dit peilbeheer worden in peilbesluiten streefpeilen vastgelegd. In het peilbesluit wordt ook de belangenafweging tussen verschillende functies gemaakt. In de toelichting op het peilbesluit is terug te vinden hoe deze belangenafweging is gemaakt. Met het peilbesluit wordt de belanghebbenden in het gebied duidelijkheid en rechtszekerheid geboden ten aanzien van de te hanteren streefpeilen. De waterstand in watergangen kan onder invloed van weersomstandigheden fluctueren rond het vastgestelde peil. Van Waterschap Zuiderzeeland mag men verwachten dat zij de vastgestelde streefpeilen zo goed handhaaft als binnen haar vermogen ligt. Het waterschap heeft hiertoe de inspanningsverplichting.

1.2. Procedure In dit rapport wordt een toelichting gegeven op het peilbesluit voor het streefpeil in Overgooi en Stichtsekant, te Almere, hierna genoemd peilbesluit Overgooi/Stichtsekant. De gemeente Almere is voornemens het woongebied Overgooi en het bedrijventerrein Stichtsekant te realiseren. Daarnaast wil de gemeente Almere de Gooimeerbeek optimaliseren. Het gebied waar het peilbesluit betrekking op heeft is weergegeven in bijlage 2. De waterhuishoudkundige inrichting van het plangebied is in de waterhuishoudingsplannen voor Overgooi, de Waterlandsetocht en Stichtsekant uitgewerkt. Hierbij is de eindsituatie van het watersysteem voor het totale plangebied getoetst. Dit peilbesluit is tot stand gekomen middels een openbare procedure met een wettelijke basis in de Wet op de Waterhuishouding, de Waterschapswet, Algemene wet bestuursrecht, Verordening inspraak en bekendmakingen, Verordening Waterhuishouding Flevoland en het reglement voor het Waterschap Zuiderzeeland. Een samenvatting van de procedure is te vinden in bijlage 1. Het peilbesluit is zowel ambtelijk als bestuurlijk afgestemd met alle belanghebbende instanties. Dit zijn de provincie Flevoland, de gemeente Almere, Vitens en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurhistorie en Monumenten (RACM). Daarnaast heeft het peilbesluit 6 weken ter inzage gelegen bij de gemeente Almere en het Waterschap Zuiderzeeland. Hierdoor is een ieder in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze kenbaar te maken. Er is één reactie op het peilbesluit ontvangen ingestuurd door de Gemeente Almere. De ingediende zienswijzen en de beantwoording hiervan door de Algemene Vergadering zijn verwerkt in de bijgevoegde Nota van Commentaar. (hoofdstuk 7). De toelichting op het peilbesluit en de bijbehorende kaarten zijn naar aanleiding hiervan aangepast. Voordat het peil daadwerkelijk wordt gewijzigd zal door Waterschap Zuiderzeeland worden getoetst of aan de voorwaarden die in dit peilbesluit zijn genoemd is voldaan.

Page 10: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 5

1.3. Aanleiding tot opstellen van het peilbesluit Er worden drie soorten peilbesluiten onderscheiden, te weten: 1. Een peilbesluit waarmee voor de eerste maal een bestaand peilregime

ongewijzigd in een peilbesluit wordt vastgelegd. 2. Een peilbesluit ter herziening van een verouderd peilbesluit (ouder dan 10

jaar) maar waarbij het bestaande peilregime ongewijzigd wordt vastgesteld.

3. Een peilbesluit dat betrekking heeft op een wijziging van het tot nu

gehanteerde peilregime. Dit peilbesluit is opgesteld omdat het streefpeil in het plangebied wordt gewijzigd. Het gebied maakt in de huidige situatie deel uit van de Hoge Vaart waarin een streefpeil van NAP -5,20 m wordt gehanteerd. Het peilbesluit is een wijziging op het vigerend peilbesluit Hoge Vaart. De peilwijziging voor het plangebied is door de gemeente Almere aangevraagd per brief van 25-01-2007. De gemeente Almere wil het betreffende gebied ontwikkelen tot woonlocatie en bedrijventerrein. Door het verhogen van het waterpeil wordt negatieve beïnvloeding van de waterkwaliteit door kwel gereduceerd. In het peilbesluit is getoetst of de voorgestelde streefpeilen goed zijn afgestemd op het beoogde grondgebruik en de aanwezige belangen in het gebied, en of ten gevolge van de peilwijziging geen negatieve effecten optreden naar de omgeving. De toetsing en belangenafweging vormen de onderbouwing voor het vaststellen van de streefpeilen. Het is hierbij mogelijk dat (compenserende) maatregelen worden aanbevolen of geëist.

1.4. Basisgegevens en berekeningen De volgende basisgegevens en onderzoeken zijn gebruikt door het waterschap als onderbouwing voor het opstellen van het peilbesluit: 1. Actueel Hoogtebestand Nederland (Meetkundige Dienst, 1998); 2. Berekening van de peilstijgingen ten gevolge van een neerslaggebeurtenis

met een herhalingstijd van eens in de 100 jaar, inclusief 10% conform het middenscenario WB21;

3. Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere

Overgooi.

1.5. Leeswijzer Het peilbesluit bevat de volgende onderdelen die zijn samengebonden in één document:

1. Het peilbesluit; 2. De toelichting op het peilbesluit; 3. De nota van commentaar.

Peilbesluit

Het peilbesluit is opgebouwd uit de volgende onderdelen: I. De overwegingen II. Het besluit III. De peilenkaart Ad I, De overwegingen

Het besluit wordt voorafgegaan door de overwegingen die de Algemene Vergadering tot het besluit hebben doen komen. Ad II, Het besluit

In het besluit wordt formeel door middel van een openbare inspraakprocedure vastgelegd welke streefpeilen, gedurende een bepaalde periode in de nader omschreven gebieden worden nagestreefd. In het peilbesluit is aangegeven wat het streefpeil is in de (hoofd)watergang(en). Daarnaast is een aantal bepalingen opgenomen met betrekking tot de toegestane marge rond het streefpeil en de geldigheidsduur van het peilbesluit. Het besluit wordt

Page 11: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 6

vastgesteld door de Algemene Vergadering en voor goedkeuring toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Flevoland. Ad III, De peilenkaart

Bij het besluit is een peilenkaart gevoegd met een overzicht van de vastgestelde streefpeilen en de bijbehorende peilgebieden. De toelichting op het besluit

De toelichting geeft een beschrijving van de aanleiding voor het peilbesluit, de belangenafweging en de relevante technische informatie met betrekking tot het peilbeheer. De toelichting bevat de volgende hoofdstukken: • Hoofdstuk 1: inleiding; • Hoofdstuk 2: wettelijk kader; • Hoofdstuk 3: beleidskader; • Hoofdstuk 4: gebiedsbeschrijving (waaronder de huidige

waterhuishoudkundige situatie); • Hoofdstuk 5: toekomstige waterhuishoudkundige situatie; • Hoofdstuk 6: toetsing en maatregelen; • Hoofdstuk 7: nota van commentaar (zie verder); • Hoofdstuk 8: literatuurlijst De tekst wordt verduidelijkt door middel van kaartmateriaal. De nota van commentaar

De nota van commentaar bestaat uit twee delen: de reactienota en de nota van antwoord. In de reactienota zijn de reacties opgenomen zoals deze kenbaar zijn gemaakt door derden tijdens de inspraakprocedure. In de nota van antwoord wordt het standpunt van het College van Dijkgraaf en Heemraden van Waterschap Zuiderzeeland ten aanzien van deze reacties weergegeven. Vervolgens is er een conclusie en oordeel aan verbonden hoe met de nota van commentaar wordt omgegaan.

Page 12: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 13: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 7

2. Wettelijk kader

Het peilbesluit wordt door gedeputeerde staten van de provincie Flevoland aan het `recht` getoetst. Hieronder dienen met name te worden verstaan de formele en materiële wetgeving van de centrale overheid, provinciale verordeningen en verordeningen van Waterschap Zuiderzeeland zelf. Tot het recht worden ook gerekend de ongeschreven rechtsbeginselen, waaronder het motiveringsbeginsel (zie paragraaf 2.1). In dit hoofdstuk worden de belangrijkste algemeen verbindende voorschriften genoemd. Voor een toelichting op deze voorschriften wordt verwezen naar de wetteksten zelf en naar de handboeken.

2.1. Wet op de waterhuishouding (14 juni 1989) • Artikel 16, lid 1 van de Wet op de waterhuishouding (Wwh) geeft aan dat

een waterkwantiteitsbeheerder in daartoe aan te wijzen gevallen verplicht is met betrekking tot oppervlaktewateren onder zijn beheer één of meerdere peilbesluiten vast te stellen.

• Artikel 16, lid 2 Wwh geeft ten aanzien van oppervlaktewateren onder

beheer van het Rijk aan dat bij algemene maatregel van bestuur nadere regelen worden gesteld met betrekking tot het peilbesluit.

• Artikel 16, lid 3 Wwh geeft ten aanzien van de overige oppervlaktewateren aan dat de Provinciale Staten bij verordening nadere regelen stellen met betrekking tot het peilbesluit.

Dit peilbesluit heeft alleen betrekking op wateren die in beheer zijn van waterschap Zuiderzeeland.

2.2. De Waterschapswet (6 juni 1991) • In artikel 148 van de Waterschapswet is opgenomen dat peilbesluiten aan

de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zijn onderworpen. • Artikel 149 van de Waterschapswet geeft aan dat Gedeputeerde Staten van

de Provincie de goedkeuring aan een peilbesluit alleen kan onthouden wegens strijd met het recht of algemeen belang.

2.3. Algemene wet bestuursrecht Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt een aantal voorschriften waaraan een peilbesluit moet voldoen: Afdeling 3.4: Openbare voorbereidingsprocedure

• Artikel 3.11: het ontwerp-besluit en de daarop betrekking hebbende stukken liggen tenminste zes weken ter inzage.

• Artikel 3.12: voorafgaand aan de ter-inzage-legging wordt een kennisgeving geplaatst in één of meer dag- of nieuwsbladen. Daarin wordt de zakelijke inhoud van het ontwerp-besluit vermeld. In de kennisgeving wordt ook vermeld waar en wanneer stukken ter inzage liggen en wie in de gelegenheid gesteld wordt zijn zienswijze kenbaar te maken.

• Artikel 3.15: belanghebbenden kunnen hun zienswijze mondeling of schriftelijk naar voren brengen. Van hetgeen mondeling naar voren wordt gebracht, wordt een verslag gemaakt.

Afdeling 3.7: Motivering

• Artikel 3.46: een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. • Artikel 3.47: de motivering wordt vermeld bij bekendmaking van het

besluit. Daarbij wordt zo mogelijk vermeld krachtens welk wettelijk voorschrift het besluit wordt genomen.

Page 14: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 8

2.4. Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland

In de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland is nader aangegeven welke voorwaarden er voor peilbesluiten gelden ten aanzien van de voorbereiding en vaststelling, goedkeuring, herziening, wijziging en rapportage. Artikel 5.12 beschrijft de aanwijzing van verplichte peilbesluiten:

De Algemene Vergadering stelt voor de oppervlaktewateren onder zijn beheer één of meer peilbesluiten vast, waarin de waterstanden worden aangegeven die het waterschap gedurende daarbij bepaalde perioden zoveel mogelijk handhaaft. Gedeputeerde staten verlenen op verzoek van het college van dijkgraaf en heemraden van het bepaalde in het eerste lid ontheffing ten aanzien van gebiedsdelen waar een regeling van de waterstand redelijkerwijs niet mogelijk is. Artikel 5.13 beschrijft de inhoud van het peilbesluit:

Het peilbesluit bevat tenminste: • Een kaart met de begrenzing van de gebieden waarbinnen

oppervlaktewateren gelegen zijn waarop het peilbesluit betrekking heeft, en

• De te handhaven waterstanden, aangegeven in hoogte ten opzichte van NAP, met daarbij aangegeven de perioden en de peilvakken waarvoor de waterstanden gelden.

Het peilbesluit gaat vergezeld van een toelichting waarin tenminste zijn opgenomen:

• De aan het besluit ten grondslag liggende afwegingen en uitkomsten van de verrichte onderzoeken;

• De verwachte grondwaterstanden waarop de gekozen waterstanden gebaseerd zijn en de afwijking ten opzichte van het optimale grond- en oppervlaktewaterregime.

Artikel 5.14 beschrijft de openbare voorbereiding:

Op de voorbereiding van het peilbesluit is afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing (zie paragraaf 2.3). Artikel 5.15 beschrijft de goedkeuring van een peilbesluit:

Bij de toezending van een peilbesluit aan Gedeputeerde Staten, ter verkrijging van de vereiste goedkeuring, voegt het waterschap de verslagen bij van het bij de voorbereiding van het besluit gevoerde overleg, de ingediende zienswijzen en de beschouwingen van de algemene vergadering daarover. Artikel 5.16 beschrijft de herziening van een peilbesluit:

Een peilbesluit wordt ten minste eens in de tien jaren herzien. Op een herziening en een wijziging van een peilbesluit zijn de artikelen 5.13 tot en met 5.15 van overeenkomstige toepassing.

2.5. Reglement en verordeningen Waterschap Zuiderzeeland

Reglement voor het Waterschap Zuiderzeeland

Artikel 29 van het Reglement voor het Waterschap Zuiderzeeland geeft aan dat het door de Algemene Vergadering van het waterschap vastgestelde peilbesluit ter goedkeuring wordt voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland. Verordening inspraak en bekendmakingen van het Waterschap Zuiderzeeland

In deze verordening is geregeld waar stukken ter inzage moeten worden gelegd tijdens de openbare voorbereidingsprocedure zoals genoemd in afdeling 3.4 van de Awb. Besluit Milieu-effectrapportage

De vaststelling van een peilbesluit kan m.e.r.-plichtig zijn. In categorie 14.3 van onderdeel C van de bijlage bij het Besluit Milieu-effectrapportage is alleen de structurele verlaging van het peil van een oppervlaktewater m.e.r.-plichtig gesteld voor de gevallen waarin: • de verlaging 16 cm of meer bedraagt, én

Page 15: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 9

• plaatsvindt in een gevoelig gebied of een weidevogelgebied, én • betrekking heeft op een oppervlakte van 200 hectare of meer. De begrippen ‘gevoelig gebied’ en ‘weidevogelgebied’ zijn gedefinieerd in onderdeel A van genoemde bijlage. Als het waterschap een peilbesluit wil vaststellen waarvoor al deze drie voorwaarden gelden, dan dient de wettelijke m.e.r.-procedure te worden doorlopen voordat het peilbesluit kan worden vastgesteld.) Dezelfde criteria gelden ook voor de SMB (Strategische Milieubeoordeling) Volgens bijlage C 27.3. Een SMB is een MER op strategisch niveau. De richtlijn voor SMB komt naast de bestaande richtlijnen voor MER (85/337/EEG en 97/11/EG.

Page 16: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 17: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 10

3. Beleidskader

Het vigerend Europees en landelijk beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening, waterbeheer en milieu is vastgelegd in richtlijnen, nota's en andere plannen, waaronder:

• de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)

• het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

• de Vierde nota waterhuishouding extra

• het Natuurbeleidsplan

• het Structuurschema Groene Ruimte Het Europees en landelijk beleid is verder uitgewerkt in het beleid van provincie, waterschap en gemeenten. Het beleid van deze overheden is vastgelegd in het Omgevingsplan Flevoland (OPF), het Waterbeheerplan (WBP) en in bestemmingsplannen. De afwegingen in een peilbesluit dienen te worden gemaakt conform het in deze plannen vastgelegde beleid. Aanvullend dient rekening te worden gehouden met nieuw Europees en landelijk beleid dat sinds de vaststellingsdata van het OPF, het WBP en de bestemmingsplannen is vastgesteld. In dit hoofdstuk worden de aspecten van het vigerend beleid aangehaald die van belang zijn voor peilbesluiten.

3.1. Nationaal Bestuursakkoord Water In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zijn wateroverlastnormen opgenomen. In Flevoland zijn echter afwijkende normen voor wateroverlast vastgesteld middels een partiële herziening van het Provinciaal Omgevingsplan in 2004:

Grondgebruik Inundatierisico (1/jr)

Landelijk gebied 80 en minimaal 50 Stedelijk gebied 100

De norm voor landelijk gebied bedraagt 1/80 per jaar. Voor enkele lage gebieden wordt een norm van 1/50 per jaar gehanteerd. De norm voor stedelijk gebied bedraagt 1/100 per jaar.

3.2. Omgevingsplan Flevoland 2006 Inleiding

In het Omgevingsplan Flevoland is het integrale omgevingsbeleid van de provincie Flevoland voor de periode 2006-2015 neergelegd, met een doorkijk naar 2030. Het Omgevingsplan is een samenbundeling van vier wettelijke plannen op provinciaal niveau: Streekplan, Milieubeleidsplan, Waterhuishoudingsplan en Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan. Door de vier plannen in één integraal plan samen te voegen, zijn de hoofdlijnen van het beleid van de provincie Flevoland compact en gewaarborgd. Het Omgevingsplan Flevoland 2006 komt in de plaats van het Omgevingsplan 2000, de partiële herziening van oktober 2004 en de partiële herziening uit juli 2005. Voor peilbesluiten zijn de standpunten ten aanzien van waterbeheer van belang:

Page 18: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 11

Waterbeheer

Door klimaatverandering, bodemdaling en waterkwaliteitseisen moet er met een andere blik naar water worden gekeken. Meer ruimte voor het watersysteem, een andere inrichting en een andere wijze van waterbeheer zijn de belangrijkste opgaven. Het waterbeleid is gericht op:

• het voorkomen van overlast door overschot of tekort aan water, waarbij de gebieden waar de bodem daalt bijzondere aandacht vragen;

• een goede ecologische toestand voor alle wateren ongeacht de bestemming, alsmede de ontwikkeling van de bijzondere waterkwaliteit in een deel van de provincie;

• de bescherming tegen buitendijks overstromingsgevaar en overlast van extreme neerslag.

De provincie wil deze doelen bereiken door ontwikkeling en behoud van duurzame en robuuste watersystemen (met inbegrip van het grondwater). In het waterbeleid worden de volgende inrichtingsprincipes gevolgd:

• toepassing van de tritsen voor wateroverlast en watertekort (vasthouden, bergen, afvoeren), wateraanvoer (vasthouden, bergen, aanvoeren) en waterkwaliteit (schoonhouden, scheiden, schoonmaken);

• het reserveren van voldoende ruimte voor waterberging en ecologisch functioneren, naast uitmalen en dijkenbouw;

• het streven naar meervoudig ruimtegebruik. Wateroverlast

Het watersysteem heeft een gemiddelde inundatiekans van eens in de 100 jaar (1/100). Bij het ontwerp van de polders is uitgegaan met een toename door bodemdaling tot gemiddeld eens in de 80 jaar (1/80), welke behouden moet worden. Hierbij geldt een minimumnorm van eens in de 50 jaar (1/50). Conform de landelijke werknormen geldt voor stedelijk gebied een inundatienorm van eens in de 100 jaar (1/100), met een maximale afvoer van 1,5 liter per seconde per hectare. Vooralsnog worden geen normen voor natuurgebieden vastgesteld.

Waterkwaliteit

Het waterbeheer voor de waterkwaliteit is gericht op een goede ecologische toestand voor alle wateren ongeacht de bestemming. Voor oppervlaktewater, grondwater en waterbodem worden de normen van de Vierde Nota Waterhuishouding aangehouden, tenzij deze niet kunnen worden gerealiseerd als gevolg van natuurlijke omstandigheden. Voor het waterkwaliteitsbeheer zijn gebieden aangegeven waar in de toekomst de goede waterkwaliteit gehandhaafd en verder verbeterd zal moeten worden. Voor de chemische waterkwaliteit geldt dat verslechtering van de waterkwaliteit niet is toegestaan.

Functies van watersystemen

Waterbeheerders hebben de inspanningsverplichting om door middel van het waterhuishoudkundige beheer de toegekende functies en het daarbij behorende eisenpakket te (helpen) realiseren. Het waterschap kan in haar waterbeheersplan meer in detail functies aangeven en/of uitwerken voor de afzonderlijke wateren of delen daarvan.

Water in steden en dorpen

De provincie Flevoland streeft naar aantrekkelijk, toegankelijk, veilig en schoon water in woongebieden, met een diversiteit aan waterplanten en -dieren en betrouwbare gebruiksmogelijkheden. In gemeentelijke waterplannen worden de diverse subfuncties van stedelijk water vastgelegd, van doelstellingen voorzien en in maatregelen uitgewerkt. Het grondwaterpeil wordt afgestemd op drooglegging en stabiliteit van gebouwen, vochtvoorziening van stedelijk groen, kwelreductie in geval van slechte grondwaterkwaliteit en infiltratie en berging van hemelwater. Water en landbouw

Voor een optimale productie van gewassen worden eisen gesteld aan de grondwaterstand, het peilbeheer, de beschikbaarheid en de kwaliteit van water voor beregening. De eisen verschillen per gewas. In gebieden met de functie

Page 19: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 12

'agrarisch water' worden de volgende doelen gesteld: * De optimale vochtvoorziening wordt afgestemd op het meest voorkomende grond-gebruik. * Opbrengstderving als gevolg van wateroverlast en vochttekort wordt geminimaliseerd. * Plaatselijk is sprake van een beperkte en verslechterende drooglegging ten opzichte van de eisen van het agrarisch landgebruik. Hier is een overgang wenselijk naar een gebruik dat ook op langere termijn in overeenstemming is met de drooglegging.

Water en natuur

De abiotische kwaliteit van de EHS moet in 2027 toegesneden zijn op de gewenste natuurwaarden. De milieukwaliteit mag dan niet meer tekortschieten. In Flevoland betekent dit vooral een aanpak van verdroging, versnippering en verstoring door geluid. In 2015 moet in 80% van de als verdroogd aangewezen gebieden de verdrogingproblematiek opgelost zijn en in 2018 100%. Het is denkbaar dat het waterschap en de terreinbeheerders bij de uitwerking van het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) de nieuwe milieutekorten aantonen.

Water en archeologie In het archeologiebeleid maakt de provincie een onderscheid in Provinciaal Archeologische en Aardkundige Kerngebieden (PArK'en), archeologische aandachtsgebieden en de Top-10 archeologische locaties. Deze gebieden en locaties acht de provincie van provinciaal belang. Er zijn vier PArK'en, te weten: Rivierduingebied Swifterbant, Unesco-monument Schokland, Urk en omgeving en Omgeving Kuinderschans en Kuinderburchten. Voor de PArK'en werkt het waterschap het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) met voorrang uit.

3.3. Waterbeheerplan 'Meer dan water alleen' 2007 – 2011

Volgens de Wet op de waterhuishouding heeft elk waterschap de verplichting een waterbeheerplan (WBP) op te stellen voor haar beheergebied. Iedere vier jaar dient een dergelijk plan te worden geactualiseerd.

Het WBP van Waterschap Zuiderzeeland is een beleids- en visie document. Het geeft richting aan de samenwerking met andere organisaties en de uitvoering van het (provinciaal) waterbeleid. Met betrekking tot het peilbesluit staat in hoofdstuk 6 van het WBP omschreven dat in de peilbesluiten wordt getoetst of het vastgestelde streefpeil voldoet aan de functies en belangen in een gebied zoals beschreven in het omgevingsplan Flevoland. Bij het vaststellen van het streefpeil worden de belangen: interne veiligheid, voldoende drooglegging, behoud van archeologisch erfgoed en behoud van een goede waterkwaliteit van zowel grond- als oppervlakte water tegen verdergaande bodemdaling en vergroting van de kwelintensiteit zo goed mogelijk afgewogen. In het waterbeheerplan zijn de functies van het oppervlaktewater die in het OPF 2006 zijn toegekend, verder uitgewerkt, onderverdeeld en gedetailleerd. Per functie zijn bijbehorende normen vermeld. Peilbesluiten dienen niet strijdig te zijn met het behalen van deze normen.

Page 20: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 13

3.4. Bestemmingsplannen In dit peilbesluit is rekening gehouden met de bestemmingen, c.q. gebruiksfuncties, zoals vastgesteld in de voor deze gebieden geldende bestemmingsplannen. De bestemmingsplannen die van toepassing zijn op het plangebied zijn:

• Bestemmingsplan `Overgooi` Almere Haven, januari 2003; • Bestemmingsplan Bedrijvenpark Stichtsekant Almere Hout, september

2005; • Ontwerp-Bestemmingsplan Boswachterij Almeerderhout, december

2006.

Page 21: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 14

4. Gebiedsbeschrijving

Voor de gebiedsbeschrijving van Almere Overgooi en Stichtsekant is gebruik gemaakt van beschikbare gegevens van het watersysteem, het grondwatersysteem, de bodemopbouw, de maaiveldhoogte en van diverse literatuur en kaartmateriaal, onder andere: • Waterhuishoudingsplan Waterlandsetocht, augustus 2003, Royal

Haskoning; • Waterhuishoudingsplan Almere Overgooi `Water in en om de Centrale

Zone`, juli 2002, Royal Haskoning; • Water bedrijventerrein Stichtse Brug (Stichtsekant), mei 2000, Witteveen

en Bos; • Rapportage WB 21 en Natuur, Royal Haskoning, juli 2003 • Omgevingsplan Flevoland (2006); • Waterbeheerplan Waterschap Zuiderzeeland 2007-2011 (2006); • Watersysteemkaart Waterschap Zuiderzeeland; • Grondwaterkaart Nederland; • Landgebruikkaart Nederland; • Bodemkaart Nederland.

4.1. Ligging en begrenzing plangebied De ligging van het plangebied is weergegeven op kaart 1 (bijlage 2). De peilwijziging heeft betrekking op de aan elkaar grenzende gebieden Overgooi, Cirkelbos en Stichtsekant. Deze gebieden worden aan de noordwest kant begrensd door Almere-Haven, ten noorden door de Waterlandseweg en ten zuidoosten door de A27. Dit gebied is circa 852 ha groot.

4.2. Bodemopbouw en hoogteligging

Bodemopbouw

Uit het waterhuishoudingsplan voor de Stichtsekant volgt de bodemopbouw ter plaatse van het plangebied:

• Het huidige maaiveldniveau varieert tussen NAP -3,25 m NAP -3,75 m; • Tot ca. NAP –6,50 - NAP -7,50 m: klei, zavel; • Vanaf ca. NAP –6,50 - NAP -7,50 m: zand, eerste watervoerende

pakket. Het eerste watervoerende pakket heeft een dikte van circa 20 m.

Hoogteligging

De Gooimeerdijk heeft een hoogte boven NAP +2,40 m (buitenkruinlijn) voor het stuk tussen Almere Haven en kilometerpaal 15.4. Tussen 15.4 en 15.9 is er een overgangsprofiel oplopend tot NAP +2,90 m. Van 15.9 tot de Stichtse brug is de hoogte NAP +2,90 m. Het maaiveld achter de dijk loopt van circa NAP –3,25 m af richting de Waterlandseweg naar NAP –3,75 m. Verwachte maaivelddaling

In 2005 is door Waterschap Zuiderzeeland een onderzoek verricht naar de bodemdaling in de Flevopolder en de Noordoostpolder (2005, bodemdalingskaart Flevopolder en Noordoostpolder). Op de locatie van Overgooi en de Stichtsekant wordt tot 2050 een bodemdaling verwacht van 0,20 tot 0,35 m. Bijlage kaart 6 geeft een bodemdaling aan van 0,30 tot 0,40 m ten opzichte van de AHN gegevens van 1998..

Page 22: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 15

Het is mogelijk dat door de autonome bodemdaling delen van het gebied in de toekomst onvoldoende drooglegging hebben, waardoor wateroverlast gaat optreden. Dit wordt bij herziening van het peilbesluit na 10 jaar opnieuw getoetst.

4.3. Huidige waterhuishoudkundige situatie

4.3.1. Oppervlaktewater

Aan- en afvoersysteem en waterpeilen

Het plangebied maakt in de huidige situatie deel uit van het watersysteem van de Hoge Vaart (streefpeil NAP -5,20 m). In de huidige situatie wateren de kavelsloten via de Waterlandsetocht af naar de Hoge Vaart. De Hoge Vaart wordt bemalen door o.a. het gemaal de Blocq van Kuffeler. Achter de Gooimeerdijk ligt een dijkkwelsloot die de horizontale zoete kwel die door de dijk stroomt, opvangt en afvoert. Voor de dijkkwelsoot is geen peil vastgesteld. Het peil van de sloot is lager dan de uitmonding van de drainage ter plaatse van de kwelsloot. Peilregulerende kunstwerken

In de huidige situatie zijn geen peilregulerende kunstwerken aanwezig in het plangebied. De Waterlandse Tocht ligt in open verbinding met de Hoge Vaart.

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit wordt door Waterschap Zuiderzeeland in de Hoge Vaart en nabij de Waterlandsetocht gemeten. In tabel 4.1 zijn deze gegevens gepresenteerd. Tabel 4.1 Waterkwaliteit en normen Hoge Vaart

Cl

(mg/l)

P-totaal

(mg/l)

N-totaal

(mg/l)

O2

(mg/l)

Hoge Vaart 309 0,12 5,2 11,1 Nabij W´tocht

138 0,23 - 9,4

Norm < 2001 < 0,151 < 2,22 > 53

1. Maximaal Toelaatbaar Risico (4e Nota Waterhuishouding)

2. Norm voor stedelijk water (tochten op kleigrond), waterbeheersplan,

Waterschap Zuiderzeeland

Zuurstof voldoet ruim aan de MTR, hierbij moet opgemerkt worden dat is uitgegaan van gemiddelde meetwaarden, terwijl minimale meetwaarden maatgevend zijn. Voor fosfaat voldoet de Hoge Vaart aan de MTR, de Waterlandsetocht overschrijdt de MTR hiervoor. De MTR voor stikstof wordt in de Hoge Vaart overschreden. De chlorideconcentraties worden bij beide meetpunten overschreden. Volgens een inventarisatie van de dijkskwel, die door IWACO is uitgevoerd in 1996, heeft de kwel een goede waterkwaliteit.

4.3.2. Grondwater

Geohydrologische opbouw

Vanaf het maaiveld tot circa NAP -6,50 m – NAP –7,50 m vormen de Holocene klei- en veenafzettingen van de Westland Formatie de slecht doorlatende deklaag. Het eerste watervoerende pakket bestaat uit matig fijne zanden van de Formatie van Twente en uit de grove zanden van de Formatie van Kreftenheye. Ter plaatse van het plangebied is in het watervoerend pakket waarschijnlijk geen scheidende laag aanwezig. De deklaag heeft een weerstand van circa 4.000 tot circa 5.500 dagen. De doorlatendheid van het eerste watervoerende pakket bedraagt circa 400 m2/d.

Page 23: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 16

Freatisch grondwater

De grondwaterstand in de deklaag wordt bepaald door het peil in de poldersloten (NAP –5,20 m). Gedurende natte perioden zal door opbolling de grondwaterstand enkele decimeters toenemen. De ontwatering in het gebied wordt verzorgd door de aanwezige drainage die op ongeveer 1,0 m –mv ligt.

Grondwaterstijghoogte in het eerste watervoerende pakket

In het waterhuishoudingsplan voor de Stichtsekant is een isohypsenkaart opgesteld. Het isohypsenpatroon wordt sterk beïnvloed door (wegzijging uit) het Gooimeer. Dit betekent dat er een stijghoogtegradiënt heerst die loodrecht op het Gooimeer staat. Ter plaatse van de Gooimeerdijk bedraagt de stijghoogte gemiddeld circa NAP –3,50 m en deze neemt af tot gemiddeld circa NAP –5,00 m richting de Hoge Vaart. Door de hoge waterstand in het Gooimeer en de lagere waterstanden in de polder treedt een noordoostelijk gerichte grondwaterstroming op.

Kwel

De intensiteit van de kwel uit het eerste watervoerende pakket die verticaal omhoog stroomt door de deklaag naar het ondiepe freatische grondwater neemt af richting de Waterlandse tocht. In een strook van circa 150 m evenwijdig aan de Gooimeerdijk bedraagt de intensiteit van de kwel 0,1 - 0,5 mm/dag. Richting de Waterlandse tocht neemt de intensiteit af naar kwelneutraal. De dijkkwel bedraagt 200m³/km/dag. (per km dijklengte.)

4.4. Grondgebruik en belangen

Grondgebruik en bestemmingen

Het oppervlaktewaterpeil en het beheer daarvan dient te zijn afgestemd op het grondgebruik en de bestemmingen die zijn vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen. In het Omgevingsplan Flevoland is een structuurbeeld opgenomen voor de stedelijke ontwikkeling van Almere. Hierin is aangegeven dat het plangebied tot 2015 ontwikkeld zal worden als hoofdkern. In de huidige situatie is het plangebied van Overgooi en de Stichtsekant in gebruik als landbouwgebied. Tussen deze gebieden ligt het Cirkelbos. Overige belangen

Naast het grondgebruik zijn er ook nog andere belangen met specifieke wensen ten aanzien van de waterhuishouding. Deze zijn hieronder toegelicht. Voor een aantal van deze belangen gelden droogleggingseisen of ontwateringsnormen, deze zijn weergegeven in tabel 6.1. Een toetsing op deze normen vindt plaats in hoofdstuk 6. De overige belangen die aan de orde zijn voor de locatie van de Overgooi en Stichtsekant, volgen onder andere uit het Provinciaal Omgevingsplan van de provincie Flevoland.

1. infrastructuur (primaire- en secundaire wegen):

De bestaande infrastructuur in de omgeving van het plangebied bestaat uit de Waterlandseweg aan de noordzijde en de A27 ten oosten van het plangebied. De A27 ligt ver boven het maaiveld, op ongeveer gelijke hoogte met de Gooimeerdijk. De wegashoogte van de Waterlandseweg is onbekend, maar de wegen in het landelijk gebied van Flevoland liggen hoger dan het omringende maaiveld. 2. bebouwing:

Er bevinden zich in de huidige situatie enkele agrarische woningen in het plangebied, welke in de toekomstige situatie zullen verdwijnen. 3. natuur:

In het gebied en de directe omgeving zijn geen bijzondere (zoet)water natuurwaarden aanwezig.

Page 24: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 17

Het Cirkelbos is in 1975 aangeplant en bestaat uit populieren, elzen, essen, eiken en esdoorn. 4. kabels en leidingen:

In de noordelijke hoek van het plangebied Stichtsekant ligt een 150 kV leiding. In de berm van de Waterlandseweg (zuidwest) loopt een aardgasdistributieleiding. 5. archeologische- en cultuurhistorische waarden:

Volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden bevinden zich in het plangebied geen archeologische monumenten. Wel bevinden zich stroken door het plangebied met een middelhoge tot hoge trefkans. Tussen 2002 en 2004 zijn voor het plangebied Stichtsekant twee archeologische onderzoeken uitgevoerd. Tussen 2003 en heden zijn voor het plangebied Overgooi twee archeologische onderzoeken uitgevoerd en is er tijdens het opstellen van dit peilbesluit een onderzoek gaande. Het onderzoek wordt uitgevoerd ten behoeve van de provincie voor de ontgronding. Aangezien er in het plangebied alleen peilverhogingen worden opgenomen, zullen de peilwijzigingen geen invloed hebben op de archeologie. 6. Waterkering

Voor veiligheid en onderhoud is het van belang dat er geen stijging van de grondwaterstand in het dijkprofiel plaatsvindt. Daarvoor is handhaven van het huidige peil en een goede afvoer van de kwelsloot noodzakelijk.

Page 25: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 18

5. Toekomstige waterhuishoudkundige situatie

5.1. Ontwikkeling Toekomstige inrichting

De gemeente Almere heeft het voornemen Overgooi te ontwikkelen tot woonlocatie en de Stichtsekant als bedrijventerrein. De wijk Overgooi wordt ten westen van het Cirkelbos en ten zuiden van de Waterlandseweg aangelegd en bestaat uit de wijken Minipolder, Terpenveld en Waterlandse Bos Zuid. Verder wordt het Cirkelbos en de Gooimeerbeek beek tot het gebied van het Cirkelbos gerekend. Het bedrijventerrein Stichtsekant wordt ontwikkeld ten oosten van het Cirkelbos en bestaat uit Stichtse Brug Zuid en Stichtse Brug Noord. De gebieden Waterlandse Tocht en Waterlandse Bos met binnenin het bos de Waterlandse tuinen behoren ook tot het plangebied. Tevens is de gemeente Almere voornemens de Gooimeerbeek te optimaliseren. Voor de diverse ontwikkelingen zijn waterhuishoudkundige plannen opgesteld. In Bijlage 2, kaart 2 zijn de verschillende gebieden aangegeven.

Oppervlakteverdeling

Door de toekomstige inrichting neemt het verhard oppervlak (wegen en daken) in het plangebied van Overgooi en van de Stichtsekant toe van vrijwel geen verharding tot ca. 27%. (Voor tussenpeilvak Overgooi bedraagt de verharding 20% en voor de Stichtse kant 72%) In het Cirkelbos wordt geen verharding toegevoegd. In de toekomstige situatie bedraagt het wateroppervlak voor het plangebied Overgooi en Stichtsekant ca. 3,9%. In tabel 5.1 is de toekomstige oppervlakteverdeling weergegeven. In tabel 5.2 (volgende bladzijde) zijn deze oppervlakken gedetailleerder per peilvak aangegeven. Tabel 5.1: Toekomstige oppervlakteverdeling Overgooi en Stichtsekant

Type oppervlak Oppervlakte

(ha)

Oppervlakte

(%)

Verhard oppervlak 223,60 27,42

Open water 33,56 3,94

Onverhard oppervlak 594,84 69,70

Totaal 852 100

Bron: bijlage 2, Waterhuishoudingsplan Waterlandse tocht Maaiveldhoogteligging

Zowel bedrijventerrein Stichtsekant als woonwijk Overgooi zijn/worden in de toekomst plaatselijk opgehoogd. Voor de Stichtsekant zijn de volgende weg- en vloerpeilen vastgesteld: • Wegpeil: minimaal NAP -3,20 m; • Vloerpeil woningen: minimaal NAP -3,00 m. Voor Overgooi zijn de volgende weg- en vloerpeilen vastgesteld: • Wegpeil: minimaal NAP -3,45 m; • Vloerpeil woningen: minimaal NAP -3,30 m.

5.2. Oppervlaktewater en riolering

Page 26: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 19

Watersysteem

Ook in de toekomst blijft de afvoerende functie van de Waterlandse Tocht gehandhaafd. In Overgooi zijn 5 gebieden te onderscheiden waarin in totaal 2 peilen worden nagestreefd. De gebieden in Overgooi met een hoog peil wateren via de Gooimeerbeek (laag peil) af naar de Waterlandse Tocht. In de Stichtsekant zijn 2 gebieden met 2 verschillende peilen. Stichtse Brug Zuid (NAP -4,40 m) watert af via Stichtse Brug Noord, wat hetzelfde peil heeft als de Waterlandse Tocht (NAP –5,20 m). In het Cirkelbos wordt het streefpeil niet gewijzigd. Hier kunnen wel in de toekomst grotere peilstijgingen optreden, doordat de maximale afvoer in de Waterlandse Tocht gelimiteerd wordt op 1,5 l/s/ha. De peilgebieden zijn weergegeven in de peilenkaart in bijlage 2. In de aanvraag van de gemeente Almere was een apart peilgebied opgenomen voor de dijkkwelsloot. In overleg met de gemeente Almere (april 2007) is hiervan afgeweken en is geen apart peilgebied voor de kwelsloot opgenomen. Hiervoor zijn drie redenen:

• Waterschap Zuiderzeeland heeft in 2006 een ontheffing van de provincie Flevoland gekregen voor het vastleggen van streefpeilen in dijkkwelsloten.

• De dijkkwelsloot kent op dit moment meerdere afwateringsmogelijkheden, terwijl in de aanvraag ervan was uitgegaan dat alle water via twee routes naar de Gooimeerbeek afwatert. Waterschap Zuiderzeeland stelt de eis dat iedere 1000 m een afvoermogelijkheid wordt gehandhaafd.

Ondanks dat voor de kwelsloot geen apart peil wordt vastgesteld, stelt Waterschap Zuiderzeeland naast bovengenoemde afvoereis dat de hoogte van de overige peilen geen belemmering mag vormen voor de afstroming van de dijkkwelsloot Gezien de hoogte van de drainage kan voor de vrije afstroming uit worden gegaan van een peil van maximaal NAP –4,00 m ter hoogte van het Cirkelpad, NAP -4,6 m ter hoogte van de Maatweg en voor het tussen stuk ter hoogte van kavel F34 en K1 NAP -4,40 m. Waterpeil

Zoals in de beschrijving van het watersysteem reeds vermeld is, zijn er verschillende gebieden met verschillende peilen. In tabel 5.2 zijn deze gebieden beschreven. Tabel 5.2: Toekomstige peilvakken Overgooi en Stichtsekant

Aangezien in de huidige situatie het streefpeil in het plangebied NAP -5,20 m bedraagt, geldt de peilwijziging alleen voor de gebieden Overgooi Fase 1,

Gebied

Waterpeil

(m NAP)

Bruto

Oppervlakte

(ha)

Oppervlakte

Water

(ha)

Overgooi fase 1 OS02 -4,80 60 0,2

Gooimeerbeek OS06 -5,20 0 11,1

Cirkelbos OS06 -5,20 220 2,0

Minipolder OS03 -4,80 55 0,2

Terpenveld en Centrale plas

OS04 -4,80 162 0,0

Waterlands Bos Zd OS06 -5,20 60 0,0

Waterlandse Tuinen OS01 -4,35 40 0,0

Waterlandse Tocht OS06 -5,20 45 6,4

Stichtsekant Nrd OS06 -5,20 125 8,2

Stichtsekant Zd OS05 -4,40 85 5,5

Page 27: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 20

Minipolder, Terpenveld en Stichtsekant Zuid. (De waterlandse Tuinen gelegen binnen het Waterlandse Bos Zd hadden al en verhoogd peil van NAP –4,35 m.) De genoemde peilen gelden als streefpeil voor de hoogst gelegen delen binnen de betreffende peilgebieden (nabij de dijkkwelsloot). Dit betekent dat bij het instellen van de stuwen rekening moet worden gehouden met opstuwing. Aan- en afvoersysteem

Het watersysteem wordt in de toekomstige situatie voornamelijk gevoed door afstromend hemelwater en door de kwel uit de dijksloot. Afvoer van de dijksloot vindt plaats om de 1000m. De locaties voor de afwateringsstuwen worden nog bepaald. De Gooimeerbeek wordt de hoofdafvoerader. De beek krijgt een verloop vanaf de dijk door het Cirkel bos, vervolgens loopt de beek door de Gooimeerbeek, gelegen tussen de peilgebieden Minipolder OS03 en Terpenveld OS04 waarna er afwatering richting de Waterlandse tocht plaats vindt. De huidige benedenloop wordt afgedamd. Voor de doorstroming van de Gooimeerbeek kan de afvoer vanaf de dijk niet handmatig worden beïnvloed. Tevens geldt: indien het peil in de dijksloot lager is dan de Gooimeerbeek, mag er geen terugstroming plaats vinden. Wanneer de afvoer van de dijkkwelsloot door de beek wordt geleidt dient de afvoer te worden gegarandeerd of alsnog door sloten te worden geleid. In de peilgebied Terpenveld (OS04) wordt een plas van 7 ha aangelegd die dient voor recreatie, waterberging en voeding van de beek. Deze plas krijgt een peil van NAP -4,80 m. De beek komt ter hoogte van de Meentweg uit op het lage peil van NAP –5,20 m, waarna de afvoer via de Waterlandse tocht richting de Hoge Vaart plaats vindt ter hoogte van de Vogelweg. De huidige Gooimeerbeekroute voert via een korte weg af richting de Waterlandse tocht iets ten westen van de Vogelweg. Deze tak zal worden afgedamd. Waar deze wordt afgedamd is nog niet exact bekend omdat deze loop eventueel nog kan dienen voor de waterafvoer van het Cirkelbos indien dit nodig is. Afvoer van water vindt plaats via een stuw in de watergang tussen de Waterlandse Tocht en de Hoge Vaart ter hoogte van de Vogelweg. De stuw watert af naar de Hoge Vaart met een streefpeil van NAP -5,20 m. Er wordt maximaal 1,5 l/s/ha water uit het plangebied gelaten. Voor een overzicht van het watersysteem in en rond het plangebied wordt verwezen naar de peilenkaart in bijlage 2 (kaart 3). Peilregulerende kunstwerken

De stuw nabij de Vogelweg dient voor het instellen van het streefpeil op NAP –5,20 m, het beperken van de afvoer naar de Hoge Vaart (77 m3/min) en het tegengaan van peilbeïnvloeding in het stedelijke gebied door hoge waterstanden in de Hoge Vaart. Bij het ontwerpen van de waterstructuur is rekening gehouden met een maatgevende neerslaggebeurtenis met een herhalingskans van eens in de 100 jaar. Bij hevige neerslag kan de hele zone waarin de Gooimeerbeek is gelegen worden benut om regenwater te bergen. Berekeningen van Waterschap Zuiderzeeland tonen aan dat de waterstand in het totale plangebied met maximaal 0,83 m stijgt tot NAP –4,37 m. Hierbij is er van uitgegaan dat er gedurende 2 dagen niet kan worden afgevoerd vanwege hoge waterstanden in de Hoge Vaart (tot NAP –4,00 m). De berekende peilstijging in het plangebied blijft 0,92 m beneden de laagst gelegen wegen (NAP –3,45 m).

Page 28: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 21

De stuwen die het peil voor Overgooi fase 1, Minipolder, Terpenveld op NAP –4,80 houden en De Stichtse kant Zuid op NAP –4,40 m staan aangegeven op de peilenkaart in bijlage 2, kaart 2. Riolering

Bij de peilstijgingsberekeningen is rekening gehouden met 100% gescheiden stelsels. Aangezien dit in het kader van het peilbesluit een worst-case scenario is, wordt er van uitgegaan dat bij een eventuele andere systeemkeuze voor het rioolstelsel er geen extra effecten zullen zijn.

Waterkwaliteit

Door het opzetten van het peil en het zoveel mogelijk vasthouden en benutten van de neerslag in het eigen watersysteem worden goede condities gecreëerd voor een goede waterkwaliteit.

5.3. Grondwater Toekomstige ontwateringdiepte Voor de toekomstige ontwateringsdiepte worden de normen zoals deze staan genoteerd in tabel 6.1 gehanteerd. Voor woningen wordt een ontwateringsdiepte van 0,7 m aangehouden. Grondwatereffecten

In het waterhuishoudingsplan Stichtse Brug wordt na berekeningen geconcludeerd dat het nieuwe waterpeil in Stichtse Brug Zuid (NAP –4,40 m) leidt tot een daling van de stijghoogte in het eerste watervoerende pakket. Dit lijdt tot een afname in de kwel in het Cirkelbos, waardoor de freatische grondwaterstand kan dalen. De maximale daling voor het Cirkelbos is bepaald op circa 0,04 m. Het is te verwachten dat deze daling hooguit alleen rondom het peilgebied Stichtse Brug Zuid waarneembaar is. De situatie zoals die geschetst is voor de Stichtse Brug zal tevens opgaan voor de wijk Overgooi. Ook hier wordt het peil opgezet, zodat de kweldruk afneemt.

Infrastructuur

Zowel bedrijventerrein Stichtsekant als de woonwijk Overgooi zijn of worden in de toekomst plaatselijk opgehoogd. De minimale wegashoogte in Stichtsekant bedraagt NAP -3,20 m. In Overgooi bedraagt de minimale wegashoogte NAP -3,45 m. Bebouwing

De minimale vloerpeilen bedragen voor bedrijventerrein Stichtsekant NAP -3,00 m. In Overgooi bedraagt het minimale vloerpeil NAP -3,30 m Bos

Aangezien het waterpeil in het Waterlandse bos gelijk blijft, worden geen negatieve grondwatereffecten verwacht.

Page 29: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 22

6. Toetsing en maatregelen

In dit hoofdstuk is de toetsing en de belangenafweging van de nieuwe streefpeilen weergegeven.

6.1. Toetsingskader voor nieuw stedelijk gebied Door middel van het nemen van peilbesluiten legt het waterschap zichzelf de taak op om de hierin vastgelegde streefpeilen te handhaven. Het uitvoeren van de taak moet toetsbaar zijn. Hiervoor is door het waterschap een toetsingsmethodiek opgesteld. Bij de toetsing wordt onderscheid gemaakt tussen landelijk en bestaand stedelijk gebied, nieuw stedelijk gebied en natuurgebied. Voor dit peilbesluit is alleen de toetsingsmethodiek voor nieuw stedelijk gebied van toepassing. Voor nieuw stedelijk gebied worden de streefpeilen getoetst op ontwatering en de kans op inundatie. Wanneer uit de toetsing blijkt dat de streefpeilen niet voldoen op deze twee punten kunnen mitigerende en/of compenserende maatregelen als voorwaarde worden gesteld. Aanvullend vindt een afweging plaats of bij het ontwerp van het watersysteem voldoende rekening is gehouden met de aanwezige belangen in het gebied. Ontwatering

Het hoogteverschil tussen de grondwaterstand en het maaiveld is de ontwateringdiepte. Voldoende ontwateringdiepte is van belang om grondwateroverlast te voorkomen. De gewenste ontwateringdiepte is afhankelijk van het grondgebruik. De ontwateringnormen waarop wordt getoetst in dit peilbesluit zijn in tabel 6.1 gepresenteerd. De initiatiefnemer die het gebied ontwikkelt dient er zorg voor te dragen dat aan deze normen voldaan wordt. Ontwatering wordt over het algemeen gerealiseerd door de aanleg van drainagemiddelen. De hoeveelheid benodigde drainagemiddelen is afhankelijk van het type bodem, het type drainage, de drooglegging, de benodigde ontwatering en de afstand tot oppervlaktewater. Het ontwerp van een drainagesysteem wordt vastgelegd in een ontwateringsplan. Een uitgangspunt voor het peilbeheer in nieuw stedelijk gebied is dat het streefpeil is afgestemd op de benodigde ontwatering. Wanneer het ontwateringplan nog niet is opgesteld wordt in het peilbesluit getoetst of bij de voorgestelde streefpeilen de ontwikkelingsplannen nog voldoende mogelijkheden bieden om te voldoen aan de ontwateringnormen. Inundatie

Het watersysteem dient voldoende bescherming te bieden tegen inundatie vanuit het oppervlaktewater. Met hydrologische berekeningsmodellen dient te worden aangetoond of voldoende bescherming wordt geboden. Voor stedelijk gebied gelden hierbij de volgende uitgangspunten: • De maximale peilstijging bij een neerslaggebeurtenis met een

herhalingstijd van 100 jaar (+10% conform Middenscenario WB21) is tot aan de insteek van de watergang;

• De maximale afvoer uit het plangebied is 1,5 l/s/ha.

Page 30: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 23

Tabel 6.1 ontwateringsnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000)

Grondgebruik Ontwerpafvoer Ontwateringsnorm

Stedelijk gebied: • Bebouwing (bij vloerpeil

minimaal 0,20 m boven mv) • stedelijk groen, tuinen

5 mm/d

0,50 m-mv 0,25 m-mv

Wegen • primaire wegen • secundaire wegen

5 mm/d

1,20 m-mv 0,80 m-mv

Verblijfsrecreatie (bijv. campings) 7 mm/d 0,50 m-mv Sportvelden 7 mm/d 0,50 m-mv Dagrecreatie (bijv. speel- en ligweiden)

7 mm/d 0,15 m-mv

Golfterreinen • tees en fairways • greens

7 mm/d

0,25 m-mv 0,50 m-mv

Productiebos: • els, wilg, populier • overig

7 mm/d

0,10 m-mv 0,20 m-mv

Fruit, vollegrondsgroenten, bloembollen, glastuinbouw

7 mm/d 0,50 m-mv

Akkerbouw 7 mm/d 0,25 m-mv Natuur 7 mm/d Afhankelijk van

natuurdoeltype1

Opmerking: de ontwateringsnorm mag gemiddeld 1x per jaar gedurende

maximaal 1 dag worden onderschreden

1. Voor het bepalen van de gewenste ontwatering voor diverse

natuurdoeltypen wordt gebruik gemaakt van de rapportage WB21 en

Natuur, Royal Haskoning, juli 2003 .

Overige belangen

Bij het realiseren van nieuw stedelijk gebied dienen nadelige waterhuishoudkundige effecten in en om het te ontwikkelen gebied voorkomen te worden. Er wordt getoetst of bij de wijzigingen in de waterhuishouding voldoende rekening is gehouden met de belangen die zijn genoemd in hoofdstuk 4.

6.2. Toetsing ontwatering In het waterhuishoudingsplan Stichtse Brug is aangegeven dat voor het bedrijventerrein een ontwatering van minimaal 0,7 m –mv wordt gerealiseerd door blokdrainage en cunetdrainage. Hiermee wordt voldoende ontwatering gerealiseerd voor de wegen. Hetzelfde principe wordt toegepast in Overgooi, waardoor ook hier voldoende ontwatering wordt gerealiseerd.

6.3. Toetsing inundatie Bij een neerslaggebeurtenis met een herhalingstijd van eens in de 100 jaar wordt een peilstijging berekend van ca. 0,83 m. Hierbij is rekening gehouden met een maximale afvoer uit het gebied van 1,5 l/s/ha en het volledig afsluiten van het gebied gedurende twee dagen vanwege hoge waterstanden op de Hoge Vaart. Uitgaande van een initieel peil dat gelijk is aan het nieuwe streefpeil (NAP -4,80) komt de peilstijging tot NAP -3,97 m. Dit is 0,52 m beneden de laagst gelegen wegen (NAP –3,45 m in Overgooi) en voldoet hiermee ruim aan de gestelde norm (bij een T=100 bui vindt géén inundatie plaats). De norm voldoet tevens bij de geprognosticeerde bodemdaling tot 2050.

6.4. Belangenafweging 1. infrastructuur (primaire- en secundaire wegen):

Door de hoogteligging van de A27 zijn effecten van de peilstijging op de ontwatering van deze weg te verwaarlozen. Er wordt vanuit gegaan dat de Waterlandseweg niet lager ligt dan de wegen in het plangebied, waardoor ook hier geen effecten op de ontwatering worden verwacht.

Page 31: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 24

2. Bebouwing

In het gehele plangebied staan de woningen gemiddeld 0,15 m tot 0,20 m hoger dan de aanliggende wegen. Aangezien er voldaan wordt aan de inundatie-eis voor de wegen, wordt ook voldaan aan de inundatie-eis voor de woningen. Daarnaast wordt ook aan de minimale ontwateringeis voor woningen voldaan, als er aan de minimale ontwateringeis voor wegen wordt voldaan. 3. kabels en leidingen:

In gebieden waar aan de minimale drooglegging voor wegen wordt voldaan, wordt automatisch voldaan aan de drooglegging voor kabels en leidingen. Waterkering

Door iedere 1000 m een afvoermogelijkheid voor de dijkkwelsloot te realiseren wordt verhoging van de grondwaterstand voorkomen. Er zijn daarom geen negatieve effecten te verwachten op de waterkering. Bos

Aangezien het waterpeil in het Waterlandse bos gelijk blijft, worden geen negatieve grondwatereffecten verwacht. 4. archeologische- en cultuurhistorische waarden:

Vanuit archeologie wordt verwacht dat handhaving en/of stijging van het oppervlaktewaterpeil niet schadelijk zal zijn voor eventuele archeologische resten.

6.5. Samenvatting toetsing In verband met de ontwikkeling van de woningbouwlocatie Overgooi en het bedrijventerrein Stichtsekant wordt het huidige streefpeil van NAP -5,20 m gewijzigd. Er wordt voorgesteld voor bepaalde gebieden een hoger vast peil te gaan hanteren conform tabel 5.1. Uit de toetsing is gebleken dat het voorgestelde peilbeheer voldoende is afgestemd op de inrichting van het plangebied. Het peilbeheer is eveneens afgestemd op overige belangen en de functies in de omgeving.

Page 32: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 33: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 25

7. Nota van Commentaar

Het ontwerp peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant heeft gedurende een periode van zes weken, vanaf 26 november 2008 tot en met 7 januari 2009 ter inzage gelegen. Er is één zienswijze ingediend door de Gemeente Almere In deze nota van commentaar wordt een samenvatting van de reactie op het ontwerp peilbesluit weergegeven met in antwoord daarop de nota van antwoord waarin het standpunt van Waterschap Zuiderzeeland ten aanzien van deze reactie en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan. Reactie nota De zienswijze ingediend op 26 januari 2009 met aanvulling van stukken op latere datum in maart 2009 bevat de volgende punten: §5.2. 3e zin. De centrale zone , de centrale plas, heeft een hoog peil van NAP -4.80 m. §5.3. De toekomstige ontwateringsdiepte bedraagt minimaal 0.70 m voor woningen. Dit is in overeenstemming met Tabel 6.1. De peilgebieden OS02 en OS04 hebben door een iets andere plaatsing van stuwen een wat andere vorm gekregen. Tevens is de centrale plas toegevoegd. Nota van antwoord De tekst “centrale zone” is uit de toelichting verwijderd en vervangen door Gooimeerbeek en/ of de zone rond de Gooimeerbeek. De centrale plas valt onder peilgebied OS04 Terpenveld en is zodanig omschreven. De tekst van §5.3. is aangepast op basis van de zienswijze. Een ontwateringsdiepte van 0,70 m voldoet aan de voorgeschreven ontwateringsdiepte van 0,50 m (bij vloerpeil minimaal 0,20 m boven mv) zoals staat vermeld in tabel 6.1 welke afkomstig is uit het Cultuurtechnisch Vademecum 2000. De peilgrenzen van de toekomstige situatie zijn aangepast en in de bijlagen opgenomen. In de toelichting op het peilbesluit zijn in tabel 5.2. de peilvakken met de bijbehorende oppervlakte verdeling weergegeven. In deze indeling was de centrale zone welke nu is vervangen door de centrale plas al bij het peilgebied Terpenveld OS04 getrokken. Figuur 7.1 en 7.2. geven de wijzigingen in de peilvakken aan.

Page 34: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 26

Figuur 7.1. peilvakken 1

e ontwerp

Figuur 7.2. peilvakken na aanpassing aan de hand van de ingediende zienswijze

Page 35: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 27

8. Literatuurlijst

• Waterbeheerplan 2007-2011, Meer dan water alleen, Waterschap Zuiderzeeland, 2007;

• Provinciaal omgevingsplan Flevoland, 2000;

• Beheersplan Waterkeringen 2004-2008, waterschap Zuiderzeeland;

• Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), Meetkundige Dienst, 2000;

• Bodemkaart van Nederland, Stiboka;

• TNO, 1996, Verklarende hydrologische woordenlijst, ´s Gravenhage;

• Waterhuishoudingsplan Waterlandsetocht, 2003, Royal Haskoning;

• Waterhuishoudingsplan Almere Overgooi, 2002, Royal Haskoning;

• Waterhuishoudingsplan Stichtse Brug (Stichtsekant), 2000, Royal Haskoning

• Water bedrijventerrein Stichtse Brug, 2000 Witteveen en Bos

• Waterschap Zuiderzeeland, 2001, Achtergronddocument toetsing peil(wijzigings)besluit Waterschap Zuiderzeeland;

• Cultuurtechnisch Vademecum, 2000

Page 36: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 37: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 28

Bijlage 1 Procedure vaststelling peilbesluit

PROCEDURE VASTSTELLING PEILBESLUIT

Activiteit Betrokkenen Wettelijke grondslag Doorlooptij

d 1

Voorbereiden en opstellen voorontwerp peilbesluit

• Waterschap, externe adviseurs

• ambtenaren van gemeenten in plangebied en aangrenzende waterschappen.

• Wet op de waterhuishouding art. 16, lid 3

• Verordening Waterhuishouding Flevoland art. 4.2 t/m 4.9

• Verordening Waterhuish. Flevoland art. 4.4

4 – 6 weken

2 Vrijgeven definitief voorontwerp peilbesluit door afdelingshoofd waterbeheer of teamleider BWS voor inspraak

• Waterschap 1 week

3 Openbare bekendmaking

• Waterschap • Algemene wet bestuursrecht afdeling 3.4

• Verordening inspraak en bekendmakingen art. 3 en 4

Alg

em

en

e in

sp

raak e

n r

eacti

e p

eri

od

e

6 weken

4 Ter inzage legging (ontwerp)

• Waterschap • Algemene wet bestuursrecht art. 3.11

• Verordening Waterhuish. Flevoland art. 4.5

• Verordening inspraak en bekendmakingen art. 3 t/m 6

5 • Inspraak • Bestuurlijk en ambtelijk overleg

• Alle belanghebbenden

• Besturen van gemeenten in plangebied;

• Eigenaren en beheerders van natuurterreinen;

• Beheerders van infrastructuur;

• Belangenorganisaties

• Algemene wet bestuursrecht art. 3.13

• Verordening inspraak en bekendmakingen

• Verordening Waterhuishouding Flevoland art. 4.4

6 Opstellen Nota van commentaar

• Waterschap 4 weken

7 Vaststelling peilbesluit en Nota van commentaar

• College van Dijkgraaf en Heemraden

3 weken

8 Verzenden beantwoording zienswijzen aan diegenen die binnen de gestelde termijn een zienswijze hebben ingediend.

• Waterschap • Verordening inspraak en bekendmakingen art. 10

9 Vaststellen peilbesluit • Algemene • Wet op de 5 weken

Page 38: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 29

Vergadering Waterhuishouding • Verordening Waterhuishouding Flevoland

• Verordening inspraak en bekendmakingen art. 9

10 Ter goedkeuring aanbieden peilbesluit aan Gedeputeerde Staten

• College van Dijkgraaf en Heemraden

• Verordening Waterhuishouding Flevoland art. 4.6.1

• Reglement voor het waterschap Zuiderzeeland

1 week

11 Goedkeuring peilbesluit

• College van Gedeputeerde Staten

• Verordening Waterhuishouding Flevoland art. 4.6.2 en 4.6.3

13 – 26 weken

12 Ter inzage legging en verzending goedkeurings-besluit aan indieners zienswijzen en bij vooroverleg betrokken partijen

• College van Dijkgraaf en Heemraden

• Verordening Waterhuishouding Flevoland art. 4.7

2 weken

13 Beroep tegen goedkeuringsbesluit

• Belanghebbenden • Algemene wet bestuursrecht art. 6.8.3 en art. 8.1 en 7.1

6 weken

14 Bekendmaking rechtsgeldigheid (onherroepelijk)

• College van Dijkgraaf en Heemraden

• Verordening Waterhuish. Flevoland art. 4.8

• Algemene wet bestuursrecht

1 week

15 Toezending peilbesluit aan belanghebbenden en indiener(s) zienswijze(n)

• Waterschap

Totale doorlooptijd 46 tot 61 weken

Page 39: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 30

Bijlage 2 Kaarten

KAART 1: OVERZICHTSKAART KAART 2: PEILENKAART

KAART 3: MAAIVELDHOOGTES KAART 4: KWELKAART KAART 5: ARCHEOLOGIE KAART 6: BODEMDALING KAART 7: GRONDGEBRUIK

Page 40: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 41: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 42: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 43: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 44: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 45: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 46: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 47: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 48: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 49: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 50: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 51: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 52: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 53: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 54: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.
Page 55: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Almere Overgooi en Stichtsekant 31

Bijlage 3 Definities, verklarende Woordenlijst op basis van TNO (1986)

A Afwatering: de afvoer van water via een stelsel van waterlopen naar een of meerdere

lozingspunten van het afwateringsgebied; B Bemalen: het afvoeren van overtollig water door middel van een gemaal; Bodem: de bovenste laag van het aardoppervlak voor zover deze door planten

beworteld is, of kan worden, of voor zover deze onder invloed van vormende processen is veranderd;

D d-tocht: droge tocht, watergang waarin doorgaans geen water staat; Dijkskwel: kwel die via het dijkdrainagesysteem uittreedt in de kwelsloot achter de

dijk; Directe kwel: kwel uittredend in vaarten en tochten; Drainage: de afvoer van water uit percelen door de grond en door drainagebuizen

naar het oppervlaktewater; Drainagediepte: de grondwaterstand die bereikt wordt na een droge periode.

Bij benadering komt dit overeen met: a. de gemiddelde hoogteligging van de drainbuizen of; b. de drukhoogte in de ontwateringsmiddelen of; c. de bodem van waterlopen op het moment dat deze droogvallen;

Drooglegging: het hoogteverschil tussen het maaiveld en de waterstand van het oppervlaktewater waarop het betreffende gebied afwatert;

Drukhoogte: de hoogte die wordt bepaald met een tensiometer. Deze hoogte wordt bepaald door de waterdruk op een bepaald niveau te relateren aan de optredende waterdruk onder een vrije waterkolom;

F Freatisch vlak: Onder elk terreinpunt komt een grondwaterstand ofwel freatisch niveau

voor. Hier is de druk van het grondwater gelijk aan de atmosferische druk (indien men een open boorgat maakt of een put graaft, zal deze zich vullen met grondwater tot aan het niveau van het grondwater). De grondwaterstanden van een gebied vormen de grondwaterspiegel ofwel het freatisch vlak;

Freatisch water: vrij grondwater dat aan de bovenzijde begrensd wordt door een freatisch vlak in een relatief goed doorlatende laag en boven een eerste slecht doorlatende of ondoorlatende laag.

Functie: de waterhuishoudkundige bestemming van het oppervlaktewater. De functie geeft aan welke eisen en normen er gelden voor het waterhuishoudkundige systeem en het gebruik ervan;

G Grondwater: water beneden het grondoppervlak en beneden de grondwaterspiegel; Grondwaterspiegel: zie freatisch vlak; Grondwaterstand: de hoogte waarop de druk in het water in de bodem gelijk is aan de

atmosferische druk; H Halve maatgevende afvoer: de helft van de maatgevende afvoer, deze afvoer wordt 10 à 20 dagen

per jaar bereikt of overschreden (6,5 mm per etmaal); Hoogwater normpeil: de gewenste waterstand in een watergang behorende bij de maatgevende

afvoer (H.W.-normpeil); K Kwel: 1. In het algemeen: het uittreden van grondwater;

2. In het bijzonder: het uittreden van grondwater onder invloed van grotere stijghoogten buiten het beschouwde gebied. Het uittreden van water dat binnen het gebied aan het oppervlak is toegevoerd, valt dus

Page 56: Almere Overgooi en Stichtsekant - zuiderzeeland.nl · Ontwateringnormen (Cultuurtechnisch Vademecum, 2000). 4. Waterhuishoudingsplannen Waterlandsetocht, Stichtse Brug en Almere Overgooi.

April 2009 Toelichting op het peilbesluit Overgooi/Stichtsekant te Almere 32

buiten deze term. Het uittreden kan onder meer plaatsvinden direct aan het oppervlak, in vaarten, tochten, sloten, drains, of via capillaire opstijging;

L Landbouwkundige kwel: de kwel die optreedt op kavels en in kavelsloten; M Maaivelddaling: de zakking van het maaiveld, gewoonlijk als gevolg van zetting, krimp,

klink en oxidatie; Maatgevende afvoer: de afvoer die bepalend is gesteld voor het ontwerpen van

waterhuishoudkundige elementen, deze afvoer wordt gemiddeld 1 à 2 dagen per jaar bereikt of overschreden (13 mm per etmaal);

N Normaalwater normpeil: de gewenste waterstand in een waterloop behorende bij halve

maatgevende afvoer (N.W.-normpeil); O Ontwatering: zie drainage; Ontwateringsmiddelen: drainagestelsel en kavelsloten; Ontwateringsdiepte: de afstand tussen het grondoppervlak en de hoogste grondwaterstand

tussen de ontwateringsmiddelen; Ontwerpafvoer: zie maatgevende afvoer; Oppervlaktewater: het water dat stroomt of verblijft op het aardoppervlak; P Peil: kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel ten

opzichte van een referentievlak (bijvoorbeeld NAP); Peilbesluit: een besluit (rechtsgeldig document) van een (kwantiteits-)

waterbeheerder waarin voor een peilgebied het na te streven oppervlaktewaterpeil wordt vastgelegd;

Peilgebied: een gebied waarin de waterlopen en waterpartijen in open verbinding met elkaar staan waarin één en hetzelfde peil wordt nagestreefd;

Plaatshoogte: hoogte van een element ten opzichte van een referentieniveau (bijvoorbeeld NAP);

Polder: een gebied, dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen de waterstand actief beheerd wordt;

Polderpeil: Het peil dat in bemalen gebieden wordt nagestreefd. Er kan sprake zijn van een vast peil gedurende het gehele jaar of er kan sprake zijn van een zomerpeil en een winterpeil. Het polderpeil is een streefpeil. De werkelijke waterstand zal door weersomstandigheden rondom dit streefpeil fluctueren;

S Stijghoogte: de som van drukhoogte in water en de plaatshoogte waar de drukhoogte

is bepaald; Streefpeil: het na te streven oppervlaktewaterpeil bij bepaalde vastgestelde

situaties; Stuwpeil: Het streefpeil in een gestuwd peilgebied. Dit is de stuwkruinhoogte van de

afvoerende stuw plus de overstorthoogte van de basisafvoer. De basisafvoer is de afvoer die optreedt in een langdurig neerslagloze situatie, waarbij alleen eventuele kwel wordt afgevoerd.

T Tocht: waterloop die voornamelijk gebruikt wordt voor de waterbeheersing van

een polder (secundaire waterloop); Totale kwel: de som van de landbouwkundige kwel, de directe kwel en de dijkskwel; V Vaart: waterloop die gebruikt wordt voor scheepvaart (primaire waterloop); Vrij grondwater: zie freatisch water; W Waterbeheersing: het geheel van meten en regelen van debieten, waterstanden en stroom-

snelheden voor het waterbeheer; Watergang/ waterloop: Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige

oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat. Bijvoorbeeld: tocht, sloot, wetering, vaart, gracht, kanaal, rivier, etc.;

Watersysteem: een, in een bepaald gebied, aanwezig samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater (inclusief oevers, waterbodems en technische infrastructuur), de daarin voorkomende planten en dieren alsook de daarbij behorende chemische en biologische processen.