Alles over hulp bij dyslexie

4
Leeshulp: inhoud, tips en adviezen De behandelingsstructuur voor (ernstige) leesproblemen © Sipke Faber 1996-2010 (7 e versie) RT en zorgstructuur Speciale leerhulp (RT) vindt plaats binnen de zorg- structuur van de school. Het gaat daarbij om een gedeelde verantwoordelijkheid: groepsleerkracht RT leerling ouders De leerling motiveren Nadat is vastgesteld dat er sprake is van ernstige leerproblemen wilt u met hulp beginnen. Medewer- king en inzet van leerling en de ouders zijn noodza- kelijk. Ook nadat de behandeling is gestart zult u tij- dens elke sessie aandacht moeten schenken aan het motiveren van het kind. Enkele tips. o Bespreek met de leerling wat er aan de hand is. Leg uit dat u vanwege de leesproblemen wilt helpen. Ga daarover in gesprek. Laat het kind vertellen hoe het zijn leesproblemen ervaart. o Vertel waaruit de hulp zal bestaan (inhoud en organisatie) en vraag of de ll. dat zelf ook wil. Ga in op vragen. Soms denkt een kind dat het lessen moet missen en daardoor achterraakt. o Betrek tijdens de behandelingssessies het kind bij de gang van zaken. Leg aan het begin uit wat u gaat doen en blik terug op de vorige keer. Maak vorderingen zichtbaar (grafieken, een ‘dit kan ik al schriftje’) en laat de leerling dat zelf bijhouden. Geef concrete feedback. Laat de leerling zelf boekjes uitzoeken, registratieformu- lieren invullen, vorderingen bijhouden e.d. o Varieer de oefeningen en gebruik speelse werkvormen. Spreek met de ouders af dat ze een kleine beloning geven als er een ‘mijlpaal’ is bereikt. Materialen Speciale hulp bij het lezen kan vaak op basis van een bestaand (computer)oefenprogramma. Dit is niet altijd mogelijk. Indien een taakleerkracht een goed beeld heeft van hetgeen speciale hulp in- houdt, kan zij een oefenprogramma samenstellen op basis van bij elkaar gezochte oefenstof en een overzicht van de te behandelen leesproblemen. Hiertoe wordt een handelingsplan opgesteld. De oefenstof bestaat uit: Woordrijtjes, zinnen en teksten op instructieniveau. Er wordt bovendien gebruik gemaakt van leesboek- jes en dicteetjes. Deels boekjes bij de methode (aanvankelijk lezen), deel boekjes uit leesseries. Soms bij voorkeur informatieboekjes. Altijd in aan- sluiting op de belangstelling van de leerling. Naast leesoefening (woorden, teksten) is er ook al- tijd sprake van oefening in deelvaardigheden: audi- tief, klank-tekenkoppelingen, geheugen. En van taalvaardigheid: woordenschat, woordbouw en zinsbouw. AVI < M3 AVI M3 AVI E3 AVI E3-M4 AVI > M4 - Perfect leren be- heersen alle klank- tekenkoppelingen - Auditieve oefening - Oefenen met woorden en zinnen - Altijd woordjes schrijven (eerst MKM, dan MKMM en MMKM). - Altijd veel aan- dacht woorden- schat en woord- vinding. - Altijd begrijpend luisteren (interactief voorlezen) - Connect lezen - Speciale aandacht voor tweeteken- klanken en mede- klinkerclusters. - Idem voor aai, ooi, oei en -eer, -oor, - eur. - Oefenen met woorden, zinnen en teksten - Doorgaan met taaltraining en be- grijpend luisteren. - Woordjes schrij- ven. - Connect lezen. - Training woord- herkenning van MKM- , MMKM en MKMM-woorden (automatiseren). - Verder met trai- ning clusters. - Veel oefenen met teksten. - Intensieve spel- linginstructie. - Compenserende maatregelen m.b.t. begrijpend lezen en zaakvakken (bijv. aangepaste teksten en opdrachten, teksten van CD, voorinstructie, indi- viduele hulp). - RALFI. - Bij neiging tot ra- dend lezen: tech- nieken nauwkeurig lezen. - Bij neiging tot spellend lezen: trai- ning woordher- kenning door flitsen en boekje-bandje. - Daarnaast elke dag oefenen met teksten. - Oefening in stra- tegieën begrijpend lezen op basis me- thode. - Doorgaan met compenserende maatregelen. - RALFI. - Nagaan of verder benadrukken lees- techniek zin heeft. Mogelijk is het be- grijpend lezen goed. Leestechniek wel op peil houden. - Nadruk op spelling. - Veel teksten lezen, ook thuis. - Compenserende maatregelen.

Transcript of Alles over hulp bij dyslexie

Page 1: Alles over hulp bij dyslexie

Leeshulp: inhoud, tips en adviezen De behandelingsstructuur voor (ernstige) leesproblemen

© Sipke Faber 1996-2010 (7e versie)

RT en zorgstructuur Speciale leerhulp (RT) vindt plaats binnen de zorg-structuur van de school. Het gaat daarbij om een gedeelde verantwoordelijkheid: groepsleerkracht �� RT �� leerling �� ouders

De leerling motiveren Nadat is vastgesteld dat er sprake is van ernstige leerproblemen wilt u met hulp beginnen. Medewer-king en inzet van leerling en de ouders zijn noodza-kelijk. Ook nadat de behandeling is gestart zult u tij-dens elke sessie aandacht moeten schenken aan het motiveren van het kind. Enkele tips. o Bespreek met de leerling wat er aan de hand is.

Leg uit dat u vanwege de leesproblemen wilt helpen. Ga daarover in gesprek. Laat het kind vertellen hoe het zijn leesproblemen ervaart.

o Vertel waaruit de hulp zal bestaan (inhoud en organisatie) en vraag of de ll. dat zelf ook wil. Ga in op vragen. Soms denkt een kind dat het lessen moet missen en daardoor achterraakt.

o Betrek tijdens de behandelingssessies het kind bij de gang van zaken. Leg aan het begin uit wat u gaat doen en blik terug op de vorige keer. Maak vorderingen zichtbaar (grafieken, een ‘dit kan ik al schriftje’) en laat de leerling dat zelf bijhouden. Geef concrete feedback. Laat de

leerling zelf boekjes uitzoeken, registratieformu-lieren invullen, vorderingen bijhouden e.d.

o Varieer de oefeningen en gebruik speelse werkvormen.

Spreek met de ouders af dat ze een kleine beloning geven als er een ‘mijlpaal’ is bereikt.

Materialen Speciale hulp bij het lezen kan vaak op basis van een bestaand (computer)oefenprogramma. Dit is niet altijd mogelijk. Indien een taakleerkracht een goed beeld heeft van hetgeen speciale hulp in-houdt, kan zij een oefenprogramma samenstellen op basis van bij elkaar gezochte oefenstof en een overzicht van de te behandelen leesproblemen. Hiertoe wordt een handelingsplan opgesteld. De oefenstof bestaat uit: Woordrijtjes, zinnen en teksten op instructieniveau. Er wordt bovendien gebruik gemaakt van leesboek-jes en dicteetjes. Deels boekjes bij de methode (aanvankelijk lezen), deel boekjes uit leesseries. Soms bij voorkeur informatieboekjes. Altijd in aan-sluiting op de belangstelling van de leerling. Naast leesoefening (woorden, teksten) is er ook al-tijd sprake van oefening in deelvaardigheden: audi-tief, klank-tekenkoppelingen, geheugen. En van taalvaardigheid: woordenschat, woordbouw en zinsbouw.

AVI < M3 AVI M3 AVI E3 AVI E3-M4 AVI > M4

- Perfect leren be-heersen alle klank-tekenkoppelingen - Auditieve oefening - Oefenen met woorden en zinnen - Altijd woordjes schrijven (eerst MKM, dan MKMM en MMKM). - Altijd veel aan-dacht woorden-schat en woord-vinding. - Altijd begrijpend luisteren (interactief voorlezen) - Connect lezen

- Speciale aandacht voor tweeteken-klanken en mede-klinkerclusters. - Idem voor aai, ooi, oei en -eer, -oor, -eur. - Oefenen met woorden, zinnen en teksten - Doorgaan met taaltraining en be-grijpend luisteren. - Woordjes schrij-ven. - Connect lezen.

- Training woord-herkenning van MKM- , MMKM en MKMM-woorden (automatiseren). - Verder met trai-ning clusters. - Veel oefenen met teksten. - Intensieve spel-linginstructie. - Compenserende maatregelen m.b.t. begrijpend lezen en zaakvakken (bijv. aangepaste teksten en opdrachten, teksten van CD, voorinstructie, indi-viduele hulp). - RALFI.

- Bij neiging tot ra-dend lezen: tech-nieken nauwkeurig lezen. - Bij neiging tot spellend lezen: trai-ning woordher-kenning door flitsen en boekje-bandje. - Daarnaast elke dag oefenen met teksten. - Oefening in stra-tegieën begrijpend lezen op basis me-thode. - Doorgaan met compenserende maatregelen. - RALFI.

- Nagaan of verder benadrukken lees-techniek zin heeft. Mogelijk is het be-grijpend lezen goed. Leestechniek wel op peil houden. - Nadruk op spelling. - Veel teksten lezen, ook thuis. - Compenserende maatregelen.

Page 2: Alles over hulp bij dyslexie

Leeshulp: tips en adviezen - 2 -

STAPPEN 1. Leesproblemen in kaart brengen U maakt een overzicht van de leesproblemen (fou-tenanalyse) op basis van anamnese, dossieronder-zoek en onderzoeksgegevens (procesanalyse) en bijgesteld op basis van het leesgedrag van de leer-ling tijdens de begeleidingssessies.

2. Overzicht van de behandeling De grote lijn in de behandeling bestaat uit verschil-lende fasen die doorlopen worden. In wèlke fase een leerling zich bevindt wordt duidelijk uit de on-derzoeksresultaten. Zie schema op de vorige blz. De didactiek is afgestemd op de behoeften en wat 'werkt' bij die leerling. Voor intelligente leerlingen geldt bijv. dat zij baat kunnen hebben bij regels en ezelsbruggetjes.

3. De basisingrediënten van de behandeling Bij dyslexie is taaltraining een vast onderdeel van het h.p., omdat aan dyslexie vrijwel altijd een taal-stoornis ten grondslag ligt. о Bijv. op basis van interactief voorlezen: vragen

stellen over de inhoud met vooral aandacht voor moeilijke woorden en zinstructuren (bijv. ver-wijswoorden). Woordenschat en woordvinding: 'wat betekent ....', - 'kan jij uitleggen hoe dat gaat?' Dit evt. i.s.m. logopedie. Vragen om cor-rect en volledig taalgebruik. Kan soms ook thuis.

о Taaltraining ook met specifieke aandacht voor: - synoniemen (weet je een ander woord dat het-

zelfde betekent). - morfeemherkenning (bijv. bezorgen, zorgen,

verzorgen). Evt. i.s.m. logopedie. - homoniemen (dezelfde vorm, verschillende be-

tekenissen, bijv. 'spits'). Nauwkeurig lezen о Motorische ondersteuning:

- het ontsleutelen: door 'hakken en plakken'; - de letterkennis: door lettervormen aftasten, on-dersteunende gebaren, ondersteunende ezels-bruggetjes, ‘luchtschrijven’; - de woordstructuur: het aantal letters of letter-grepen zichtbaar maken d.m.v. structuurstroken.

о Teksten prepareren door van te voren moeilijke woorden eruit te lichten en deze met de leerling te bespreken op betekenis, leesprobleem dat erin optreedt. Kan ook tijdens leescircuit.

о Je kan teksten ‘verzwaren’ om nauwkeurig lezen te bevorderen (‘radende lezers’). Dit verzwaren houdt in dat woorden en delen van woorden (let-terclusters) in een afwijkend lettertype worden geprint. Hiervoor bestaan computerprogram-ma’s.

о Feedback geven: concreet, op basis van eerder gegeven instructie ('dat was weer zo'n woordje met zorg erin, lees het nog maar eens'.

о Ondersteunende auditieve oefeningen, vaak ge-richt op klankherkenning, objectivatie en auditief geheugen. Evt. i.s.m. logopedie.

Herkennend lezen en contextondersteuning о Woordinprenting (flitsprogramma of flitskaartjes

met losse woorden) op basis van een zorgvuldig samengesteld woordpakket met woordsoorten waarmee de leerling nog veel moeite heeft.

о Meeleesteksten: de juiste manier is dezelfde tekst een week lang dagelijks lezen. Moeilijke woorden noteren en extra inoefenen.

о Zinnen bedenken, opschrijven en teruglezen n.a.v. een gelezen tekst.

о Voorlezen en laten meelezen (kan ook thuis). Af en toe stoppen en aan kind vragen door te gaan. Af en toe stoppen en aandacht schenken aan woorden en zinstructuur (betekenis geven).

� Niet àlle basisingrediënten komen in ieder han-

delingsplan aan de orde!

Algemene werkwijze bij de begeleiding Uitgangspunten 1. 'Vaak, kort en krachtig'. Bijv. drie sessies van 20

min. in de week. 2. Instructie en inoefening tijdens RT, verwerking in

de klas. 3. Bij dyslexie: elke dag thuis oefenen, ook tijdens

vakanties. 4. U werkt met oefenstof die:

A. de leerling zelf mag uitzoeken en dus kent. B. boekjes en teksten die u zelf uitzoekt.

5. Het lezen van tekst wordt afgewisseld met ande-re instructie en oefening, bijv. het lezen van (wissel)-rijtjes, auditieve oefeningen, geheugen-oefening of oefenen met letters.

� En vooral: zorg voor een speelse en gevarieerde

aanpak, spel motiveert enorm.

De opbouw van een begeleidingssessie 1. Elke sessie begint met het voorlezen en samen

lezen van een fragment uit een door de leerling gekozen boek. Er wordt hooguit af en toe onder-broken om te helpen bij een leesprobleem.

2. In een gesprekje met de kinderen staat u stil bij woordbetekenissen.

3. Dan licht u een leesprobleem eruit en daarbij geeft u uitleg instructie. De kinderen markeren in hun tekst woorden met die leesmoeilijkheid.

4. U leert strategieën aan bij meerlettergrepige woorden: nl. leren verdelen in lettergrepen; wij-zen op open en gesloten lettergrepen en de in-vloed die daarvan uitgaat op de uitspraak en de spelling.

5. U laat de kinderen om beurten rijtjes woorden lezen waarin de besproken leesmoeilijkheid voorkomt.

6. Daarna wordt weer de tekst nog eens gelezen. 7. De leerlingen bedenkt en schrijft een of twee

zinnen. Dat zal soms moeizaam gaan. U mag helpen bij het schrijven van woorden waar de leerling nog niet aan toe is. Leerlingen die nog niet aan het schrijven van zinnen toe zijn kun-nen misschien woordjes of zinnen leggen (stempelen, woordblokjes of letterdoos).

Page 3: Alles over hulp bij dyslexie

Leeshulp: tips en adviezen - 3 -

8. U bespreekt de zinnen. 9. Blik terug aan het einde: “wat heb je vandaag ge-

leerd”. � U kunt er niet van uitgaan dat een stukje oefen-

stof echt blijvend wordt beheerst. Daarom ook vroegere oefenstof herhalen. Ook ‘eenvoudige’ MKM-woordjes (DMT kaart 1). TIP: gebruik de oefenboekjes ‘Veilig en Vlot’ van Veilig Leren Lezen. En ‘Vloeiend en vlot’ van Estafette.

Oefenen thuis U kunt opdrachten meegeven voor: A. Oefening en verwerking in de klas B. Oefening thuis en in particuliere RT (uitsluitend

wanneer de leerling gemotiveerd is en de ouders het goed kunnen uitvoeren). Geef de ouders ex-pliciete, korte aanwijzingen.

Extra hulpmiddelen 1. Woorden die hardnekkig moeite geven noteren

op flitskaartjes. De leerling dit stapeltje flitskaart-jes elke keer zo snel mogelijk laten lezen, d.w.z. dat de leerkracht elk kaartje in een flits laat zien en dan meteen bedekt. Herkent de leerling het woord niet, dan opnieuw flitsen. Woorden die ze op flitsniveau herkent worden uit het stapeltje verwijderd.

2. Woorden waarmee ze hardnekkig moeite heeft door de leerling laten opschrijven in een 'moeilij-ke woorden schrift', vanwege het woordbeeld.

3. Leesvenster of bijwijsblad. Het nadeel van een leesvenster is dat de leerling niet meer gebruik kan maken van contextinformatie. Dat kan ech-ter voor 'radende' lezers een noodzaak zijn.

Oefenen thuis en particuliere RT De ouders moeten, zeker in het begin, worden voor-zien van diepgaande informatie: o Wijs hen op de oudervereniging ‘Balans’ en de

vele uitgaven van deze vereniging. o Geef kopieën van relevante teksten en artikelen. o Geef grondige uitleg en instructie over didacti-

sche principes. o Geef praktische tips en informatie. o Verschaf waar mogelijk materiaal vanuit school

(boekjes, bandjes, werkbladen, artikelen e.d.).

Wàt er van de ouders wordt gevraagd moet zijn af-gestemd op hun reële mogelijkheden. Dit betekent: doorvragen en inschatten. De ouders groeien mee! Geef ook hen concrete feedback en complimenten.

Nodig ouders en particuliere RT regelmatig, bijv. el-ke drie maanden, uit voor een voortgangsevaluatie. � In verband met terugval na vakanties moet het

oefenen thuis ook tijdens vakanties worden vol-gehouden.

Mogelijk geschikte oefenstof voor thuis 1. Begrijpend luisteren (interactief voorlezen). 2. Het lezen van voorbereide teksten (de leerling

leest eerst voor zichzelf en dan hardop met de ouder).

3. Het om-en-om lezen van teksten. 4. Het oefenen van woordrijen (zowel lezen als

spellen). 5. Meelezen met een ingesproken tekst op CD. De

ouder moet er wel bij blijven). 6. Het laten schrijven van korte teksten. 7. Het werken met educatieve computerprogram-

ma’s (verkrijgbaar in de boekhandel en bij uitge-verijen zoals Bruna, Edurom, Zwijsen en Thie-meMeulenhoff).

8. Voorlezen. 9. Bordspelletjes. Particuliere RT Dit kan heel nuttig zijn. Let erop dat de particuliere RT goed bekend staat bij de school en bereid is om met de school samen te werken. In géén geval mag de particuliere RT een eigen richting volgen. Voor-beelden van samenwerking: - instructie en vooruitleren bij de particuliere RT, verwerking op school. - taakverdeling, bijv. lezen op school en spelling in de particuliere RT. - specifieke deelvaardigheidstraining in de particulie-re RT. verdere oefening op school.

Samenvatting: de 3 pijlers van de hulp aan dyslecten De hulp aan kinderen met ernstige leesproblemen is niet wezenlijk anders dan bij gewone leesproble-men, maar wel uitgebreider, intensiever en langduri-ger. U baseert uw behandeling op drie pijlers: � Deelvaardigheden (auditief, klanken en letters,

geheugen) en taal (woordenschat, woord- en zinsbouw).

� Moeilijke woorden herkennen (voor- en achter-voegsels, meerlettergrepig, vreemde woorden).

� Automatiseren (woorden en teksten flitsen en herhaald meelezen).

TIP Op de volgende bladzijde staat een overzicht van elektronische hulpmiddelen.

Page 4: Alles over hulp bij dyslexie

Leeshulp: tips en adviezen - 4 -

Elektronische hulpmiddelen voor hulp en begeleiding bij dyslexie

Verzameld en beschreven door: Marleen Filarski

TIP Lees ook: Protocol Leesproblemen en Dyslexie 5-8 blz. 109-129 over ‘interventies’.

� � �

Wave, Victor Reader

De Victor Wave is een kleine draagbare en betaalbare Daisyspeler (gespro-

ken boek-speler) die speciaal is ontworpen voor mensen met een visuele

handicap of met dyslexie.

Het is behalve een daisyspeler ook een draagbare CD speler om muziek CD

’s en MP3 CD’ s mee af te spelen.

Stream, Victor Reader

De Victor Stream is een draagbare daisyspeler. De informatie wordt vanaf een

geheugenkaart afgespeeld in plaats van een CD. Hierdoor is de speler zeer

klein. Uniek aan de Victor Stream is de ingebouwde spraak synthese, waar-

mee een tekst bestand door de Stream voorgelezen kan worden. De Victor

Stream bevat ook memorecorder functionaliteit.

PTP 1,

Plextalk Daisy speler

De PTP1 is een draagbare Daisy speler. De informatie wordt vanaf een ge-

heugenkaart afgespeeld in plaats van een CD. Hierdoor is de speler zeer

klein. De PTP1 heeft ingebouwde spraak synthese, waarmee een tekst be-

stand door de PTP1 voorgelezen kan worden. De PTP1 bevat ook memo re-

corder functionaliteit.

ClassicX +, Victor Reader

De ClassicX+ is behalve een daisyspeler ook een speler om muziek CD’s af

te spelen. De ClassicX+ daisyspeler is gemakkelijk in gebruik en ideaal voor

het lezen van boeken en tijdschriften, maar ook voor studieboeken. De Clas-

sicX + kent meer navigatie mogelijkheden dan de Victor Reader ClassicX.

PTN 2, Plextalk

Door de eenvoudige navigatie door inhoudsopgave, hoofdstukken en pagina’s

is de PTN2 goed te gebruiken voor minder ervaren gebruikers. Met de bijge-

leverde kap worden de meeste toetsen, die voor geavanceerd gebruik nodig

zijn, afgedekt. Hierdoor blijven alleen de basis toetsen over en is de speler

overzichtelijk. Naast een CD kan deze speler ook bestanden van een SD ge-

heugenkaart of een USB stick afspelen. Met de ingebouwde spraaksynthese

kunnen tekstbestanden afgespeeld worden.

BookSense

De BookSense is een draagbare Daisy speler. De informatie wordt vanaf een

geheugenkaart afgespeeld in plaats van een CD. Hierdoor is de speler zeer

klein. Verder leest de BookSense met een synthetische stem documenten en

speelt diverse typen audio en media bestanden (waaronder iTunes).

Classmate Reader

De ClassMate Reader is zowel een Daisyspeler als voorleesapparaat. Door

middel van het full-color touchscreen en de bedieningstoetsen kan makkelijk

genavigeerd worden. De huidige Daisyboeken zijn echter niet voorzien van

een tekstbestand en kunnen dus wel worden beluisterd maar niet op het

scherm worden meegelezen. Daisy bestanden die gemaakt zijn met het soft-

wareprogramma EasyProducer of EasyConverter worden wel op het scherm

getoond. Digitale tekstbestanden (txt, xml, html, etc) kunnen worden voorge-

lezen door de ingebouwde spraaksynthese. Bij deze bestanden is de tekst die

wordt voorgelezen zichtbaar en de tekst wordt gevolgd door de meelopende

highlight.

ReadingPen, de mobiele dyslexie-pen

Om snel woorden of korte zinnen te scannen moet even geoefend worden. De

gescande woorden worden vergroot in het leesvenster weergegeven en au-

tomatisch opgeslagen in het geheugen. De ReadingPen bevat drie volledige

woordenboeken: het van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal,

Engels-Nederlands vertalend en Nederlands-Engels vertalend. De Reading-

Pen is handig voor het voorlezen van woorden. Het kan ook gebruikt worden

om korte zinnen voor te laten lezen.