Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

6
16 MEST nr 6 De illustratie is getekend met het bloed van Farida en Jimmy Lemouchi en le- den van The Devil’s Blood (met dank aan Gerry). “Deze wereld is te groot voor mij”, zei Selim Lemouchi toen hij als 4-jarige uit het raam van zijn ouderlijk huis keek. Nee, deze jongen was niet geboren om als blije lulhannes door het leven te gaan. Maar het grootse, meeslepende leven dat volgde, kon niemand voorspellen. Als artistiek leider van de Eindhovense hardrockband e Devil's Blood zette hij occulte rockmuziek wereldwijd weer op de kaart. Bedanken mochten we hem niet, Satan had alles ingefluisterd. Op 4 maart koos hij zelf voor de dood. Een portret van de meest wezenlijke rockheld die Nederland ooit heegekend. h et stinkt naar rottend vlees in de Eindhovense Kruidenbuurt. En de zon schijnt. Verder is alles gewoon troosteloos als altijd in het arbeiderswijkje. De huizen drukken elkaar bijna uit de door hen gevormde rijtjes en een voortuin heb- ben ze niet. Wel veel raamdecoraties. Rood-witte voetbalstickers zijn populair, en op de hoek heeiemand een vredige regenboogvlag voor zijn kozijn getim- merd. Op de voordeur van Distelstraat 1 staat in zwarte blokletters ‘HAIL SATAN’ geschreven. Onder de deurbel hangt een stickertje: ‘Killing is cool’. Daar belt Jérôme Siegelaer aan. Tring. Als de deur opengaat, stormt Jérôme’s labraweiler Jena vrolijk naar het schuurtje in de achtertuin. Daar liggen een paar kilo vlees, botten en een joekel van een duif. De stank is er niet te harden. Die maand, op 21 mei 2010, zal e hEt gRoTe nIeTs hEt nIeTs A L L E S G E V E N V O O R

description

Stan (hoofdredacteur van MEST): 'Ik wil dat je in elke editie van MEST iets echt verrassends vindt. Zoals deze keer het verhaal over Selim Lemouchi, frontman van de band The Devil’s Blood, die begin maart een einde aan zijn leven maakte. Bij het verhaal een bijzonder portret, getekend met het bloed van zijn bandleden. MEST#6 verschijnt eind juni.' www.mestmag.nl

Transcript of Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

Page 1: Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

16 MEST nr 6

De illustratie is getekend met het bloed van Farida

en Jimmy Lemouchi en le-den van The Devil’s Blood

(met dank aan Gerry).

“Deze wereld is te groot voor mij”, zei Selim Lemouchi toen hij als 4-jarige uit het raam van zijn ouderlijk huis keek. Nee, deze jongen was niet geboren

om als blije lulhannes door het leven te gaan. Maar het grootse, meeslepende leven dat volgde, kon niemand voorspellen. Als artistiek leider

van de Eindhovense hardrockband The Devil's Blood zette hij occulte rockmuziek wereldwijd weer op de kaart. Bedanken mochten we hem niet,

Satan had alles ingefluisterd. Op 4 maart koos hij zelf voor de dood. Een portret van de meest wezenlijke rockheld die Nederland ooit heeft gekend.

h et stinkt naar rottend vlees in de Eindhovense Kruidenbuurt. En de zon schijnt. Verder is alles gewoon troosteloos als

altijd in het arbeiderswijkje. De huizen drukken elkaar bijna uit de door hen gevormde rijtjes en een voortuin heb-ben ze niet. Wel veel raamdecoraties. Rood-witte voetbalstickers zijn populair, en op de hoek heeft iemand een vredige regenboogvlag voor zijn kozijn getim-

merd. Op de voordeur van Distelstraat 1 staat in zwarte blokletters ‘HAIL SATAN’ geschreven. Onder de deurbel hangt een stickertje: ‘Killing is cool’. Daar belt Jérôme Siegelaer aan. Tring. Als de deur opengaat, stormt Jérôme’s labraweiler Jena vrolijk naar het schuurtje in de achtertuin. Daar liggen een paar kilo vlees, botten en een joekel van een duif. De stank is er niet te harden.

Die maand, op 21 mei 2010, zal The

hEt gRoTe nIeTs

hEt

nIeTs

A L L E S G E V E N V O O R

Page 2: Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

17MEST nr 6

1980 - 2014

Page 3: Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

18 MEST nr 6

Devil's Blood een headlinershow spelen op het Duitse Rock Hard Festival. Selim Lemouchi wil daar bijzondere beel-den bij van videokunstenaar Jérôme, en daarvoor heeft hij dierlijke botten met rottende vleesresten bij de slager gehaald. Van een vriend leende hij een collectie menselijk gebeente en de verlepte duif vond hij op straat. Met een zakdoek vol Vicks VapoRub onder zijn neus betreedt Jérôme de poel van verderf. Het is er snikheet en zijn hond probeert op allerlei manieren binnen te dringen. Er wordt veel gelachen. De vrienden hebben wel vaker lol om ab-surde situaties. Soms klinkt er ook een serieuze noot, tijdens een van hun vele wandelingen in het Leenderbos bijvoor-beeld, met Jena en Selims Argentijnse dog Diesel. Zo onderhouden ze jarenlang een hechte vriendschap. Tot dinsdag 4 maart 2014, want dan gaat Selim dood. Het moest er een keer van komen.

StrijderOp de haard bij Farida Lemouchi thuis staat nog altijd een knutselwerk-je van haar broer. Een zwaard en een schild. Selim heeft het gemaakt in 2007. “Een cadeautje voor zijn neefje Jimmy”, zegt Farida. Ze haalt de namen van haar zoontje en haar negen jaar jongere broertje regelmatig door elkaar. “Ik kan er niets aan doen, ze lijken ook zo verdomd veel op elkaar.” Na de zelfmoord heeft Jimmy ‘strijder’ op het schild laten schrijven, want dát was zijn oom: ondanks alle depressies en teleurstellingen bleef hij altijd door-denderen. Hij barstte van de levenslust, vooral toen hij in 2007 uit de psychia-trische afdeling van het Eindhovense Diaconessenhuis kwam. Inmiddels we-ten we dat dit een keerpunt was in zijn leven, het begin van The Devil's Blood bovendien.

Selim speelde altijd al in bandjes. Met zijn rode Yamaha-gitaar – gekregen tijdens een hardrockavond in

Helmond – maakt hij vanaf zijn veer-tiende al naam als begenadigd gitarist. Hij begint in bandjes als Godhead en Red King Rising. Het latere JudasVille zegt sommige Eindhovenaren nog wel iets, evenals de hardrock van Powervice. Die laatste band valt net voor zijn mentale instorting uit elkaar. “In Powervice zat een aantal behoorlijke problem childs, er was altijd gedoe”, zegt Farida nu. “Dat kon hij er echt niet bij hebben. Hij had zelf al genoeg proble-men in zijn kop.” Haar broer is chro-nisch depressief – een erfelijke kwaal van hun Algerijnse vader. Lang weet hij zijn duistere zwaarmoedigheid met

humor te relativeren. Bovendien zijn er altijd de drugs, de drank en de vrouwen – de beproefde vluchtheuvel voor veel getroebleerde twintigers. Tot hij in 2007 op de resetknop drukt.

Eenmaal uit het ziekenhuis staat het idee voor The Devil's Blood kraakhelder op zijn netvlies. Typisch Selim, volgens Farida. “Een huis schoonhouden kon hij niet en van zijn administratie bakte hij ook niets, maar de muziek had hij altijd heel goed op orde.” The Devil's Blood moet een occulte rockband worden, met ‘rituelen’ in plaats van ‘optredens’. Kaarsen, geitenschedels, bloed, wie-rook – de hele bataclan. Hij moet alleen zijn zus nog even overtuigen, de rest

van de wereld zou wel volgen. Farida: “Zijn oude bandmaat Milko Bogaard introduceerde hem ooit in het occulte. Selim bestudeerde dat en toen hij uit de kliniek kwam, dook hij er opeens vol overgave in. Gewoon boem, een sprong in de duisternis. Hij zei: ‘Ik wil dat je in de band gaat zingen en bloed over je hoofd gooit’. Ehm, oké...”

Chaos“Ehm”, denkt ook Jérôme Siegelaer als hij het stinkende schuurtje binnenloopt. Selims vrienden krijgen wel vaker ex-tremen opgediend in die jaren. De scha-duwzijde van het leven waar hij zolang

voor vluchtte, blijkt op-eens zijn grote passie. Hij lijkt verlichting te vinden in de satanistische filoso-fie. Farida: “Chaos is gaaf, vond hij, want dan gebeu-ren er dingen, net als in de dierenwereld. Zelfs in de dood zag hij schoonheid.” Sommigen accepteren dit als een artistieke drijf-veer, Jérôme bijvoorbeeld. “Onze samenwerking was gebaseerd op sferen, niet op boodschappen.” Wie wel behoefte heeft aan uitleg, krijgt een uitvoe-rig betoog opgediend. Selim is een intellectueel zwaargewicht, een eru-diete doordenker. Farida: “Soms dacht ik ook wel-eens: ‘Wat zeg je nou toch

allemaal joh.’ Maar Selim wist zijn idee-en altijd kraakhelder uit te leggen, en je hóefde het ook niet met hem eens te zijn. Bovendien zag ik dat het hem goed deed, dat maakte het een stuk makkelijker om dat occulte gedoe te accepteren.”

De satan die Selim na zijn inzinking omarmt, is geen gevallen engeltje met horens en een drietand. Eerder een alles omvattende kracht, de satan als sym-bool voor de chaos van het leven. Wie de bijbehorende filosofie aanhangt, wil le-ven zonder belemmeringen. Het omarmt liefde en haat, trouw en bedrog, het leven en vooral ook de dood; alles wat rondvaart in de grote, troebele soeppan des levens. Het doel: alle aspecten

Farida Lemouchi met haar broertje Selim (1980).

Page 4: Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

19MEST nr 6

van een mensenleven accepteren. “De wereld neigt naar chaos, daar moet je geen orde op leggen”, verklaart Darko Groenhagen. De boeddhistische tatoe-eerder is, ondanks hun verschillen, een belangrijke spirituele maat voor Selim. “Laat de chaos zijn, dat vond hij heel belangrijk. Hij had respect voor mensen die zich overgaven aan natuurdriften, of dat nou rondneukende groupies waren of moordenaars. Dat vond hij de natuur, the survival of the fittest. Dat idee geeft enorm veel vrijheid natuurlijk.”

Die vrijheid wordt Selims artistieke drijfveer. De rituelen die hij later op het podium uitvoert, zijn bedoeld om de geest vrij te maken. Zijn bandleden moeten zich overgieten met bloed om los te komen van hun ego en rationele gedachten. Hij eist com-plete overgave aan de mu-ziek. In zijn woonkamer hangt hij een met bloed besmeurde crucifix, on-dersteboven gekeerd. Na een creatief proces snijdt hij zichzelf soms open. Darko: “In zijn overtui-ging werd alle muziek en creativiteit ingefluisterd. Uit dankbaarheid aan die voorzienigheid offerde hij zijn eigen bloed, een deel van zijn eigen leven. Zie het als boeddhisten die een ledemaat offeren aan Shiva; arm omhoog en wachten tot-ie afsterft.”

Nieuw elan“Ik ga echt geen varkensbloed over m'n hoofd gieten”, is Farida’s eerste ant-woord op de plannen van haar broertje. Op donderdag 17 april 2008 staat ze toch met een volle kelk in haar handen. Een aantal optredens later zou de zange-res zichzelf voor het eerst overgieten, maar nu zegent ze alleen de rest van de band met bloed. Geen van hen is sata-nist, maar het zijn allemaal muzikale klasbakken die de strenge voorselectie van hun voorman hebben overleefd. The Devil's Blood is op dat moment al een voorzichtige hype op internet. Nu,

tijdens het festival Roadburn in Tilburg, debuteert de band in poppodium 013. Als de podiumverlichting aan gaat, wordt een altaar zichtbaar.

“Na zo’n entree verwacht iedereen natuurlijk brute black- of deathmetal” reflecteert festivalorganisator Walter Hoeijmakers. Niets blijkt minder waar. “De band zette een zeer intense, maar weloverwogen rockshow neer. Het was pure kwaliteitsrock, zoals Thin Lizzy in de jaren zeventig. Heel aansteke-lijk. The Devil's Blood gaf ter plekke nieuw elan aan dubbele gitaarsolo’s en klassieke riffs. Dat kwam als geroepen:

de liefhebbers wachtten al jaren op een band als dit. Selim wist dat heel knap te koppelen aan de duistere psychedelica uit de hippietijd. Daarmee bracht hij de spanning terug in de rockmuziek. The Devil's Blood zette occulte rockmuziek weer op de kaart. Kijk maar naar de Zweedse heavymetalband Ghost, die speelt nu overal ter wereld grote, occul-te rockshows.”

Oude metalheads vinden hun heil in de muziek, maar de band bereikt ook een nieuw publiek. Walter: “Selim was een getormenteerde jongen, dat soort men-sen trok hij ook aan. The Devil's Blood werd een veilige haven voor getroe-bleerde jongens en meisjes. Bij latere optredens zag ik mensen in zichzelf snijden voor het podium. Bizarre tafe-relen. Selim wist hun diepste spirituele noot te raken. Hij straalde bevrijding uit, hij had geen waardeoordeel over hen.” Die aantrekkingskracht tilt de band vanaf dat moment naar grote podia in heel Europa. Na het album The Thousandfold Epicentre (2011) volgt zelfs

een Amerikaanse tournee. Een commerciële door-braak lonkt. En Selim? Die kijkt de andere kant op.

CompromisloosZomer 2010, The Devil's Blood is op tournee. Selim en zijn manager Bidi van Drongelen staan back-stage bij een festival in Frankrijk. Verderop doet rockheld Sebastian – Skid Row – Bach wat rockhel-den doen: op de foto met fans, handen schudden, alles wat men van hem verlangt. “Kijk hem nou bezig, dat wil je toch niet als mens”, zegt Selim. “Ja, dat hoort er ook bij jongen”, antwoordt Bidi, “dat staat jou ook te

wachten.” Selim blijft zijn manager een tijdje aankijken. Wat voor Sebastian een levensstijl is, blijkt voor Selim een doemscenario. Bidi: “Ik zag hem ter plekke ongelukkig worden. Hij had sky high kunnen gaan met The Devil's Blood, maar dan had hij wel zakelijker moeten worden. Dat vergt mentale constellatie. Hij heeft dat nooit onder de knie willen krijgen.”

Selim met zijn eerste gitaar, de rode Yamaha (1994).

“Er moest altijd puurheid van muziek uitgaan, hij zocht een publiek dat het ook zo beleefde.”

Page 5: Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

20 MEST nr 6

Bidi voert in die tijd meer moeilijke gesprekken. Met het legendarische label Roadrunner bijvoorbeeld: of Selim even wil tekenen, dan hoeft hij alleen nog maar zes platen te maken. “Dat zag hij echt niet zitten”, zegt Bidi. “Als je mu-ziek maakt op contractbasis wordt het werk. Hij voelde zich beter bij het klei-nere, onafhankelijke Ván Records.” Even later belt De Wereld Draait Door. “Dat gaan we niet doen”, antwoordt Bidi na-mens Selim. “Dat wordt alleen maar een minuutje bebloede aapjes kijken.”

Ook grote festivals worden afgeketst. “Selim vond Noorderslag een soort ‘marktkraam’ voor band-jes en Lowlands was te veel weg-gedreven van zijn roots. Er moest altijd puurheid van muziek uitgaan, hij zocht een publiek dat het ook zo beleefde.”

In de studio gaat het ondertussen niet veel anders. Selim is compro-misloos als een afge-schoten kogel, hij staat in Eindhoven bekend als een ‘bandnazi’. Hij werkt alle muziek tot in detail uit in zijn hoofd en kan pislink worden als dat er tijdens de opnames niet uitkomt. Zijn vaste producer Pieter Kloos moet hem vaak tot rede brengen. “Selim heeft een keer ongelooflijk staan schreeu-wen omdat Farida een tekst verkeerd uitsprak”, zegt Pieter. “Hij was de boodschapper, de rest het medium. Zij moesten zijn ideeën zonder ruis over-

brengen. Als je met hem wilde samen-werken moest je beter zijn dan hij. Ron (van Herpen-red) was misschien een betere gitarist dan Selim en Micha (Ha-ring-red) kon de meest complexe roffels spelen. Fantastisch, maar dat vond Selim soms nog niet genoeg. Tja, wie expliciete muziek maakt, moet expliciet werken.”

DiepteZelfmoord, maar vooralsnog alleen de commerciële variant. Begin 2013 – tijdens de opnames van III: Tabula Rasa or Death and the Seven Pillars – trekken Selim en Farida samen de stekker uit The Devil's Blood. Dat heeft meerdere

aanleidingen. De temperamentvolle broer-zusrelatie komt onder druk te staan en de uitspattingen in de studio vermenigvuldigen zich. In die tijd krijgt de band ook steeds meer volgers – die verantwoordelijkheid trekt Selim slecht. Bovendien verschuift zijn creatieve vi-sie. “Natuurkrachten werden steeds be-langrijker voor hem”, zegt Jérôme. “Het occulte maakte plaats voor een donkere spiritualiteit. Hij creëerde muziek die ontegenzeggelijk de diepte opzocht. Dat was een bijzonder productieve tijd. Bijna manisch. Hij wist de ene na de an-dere mooie melodielijn uit te werken.”

Earth Air Spirit Water Fire is er het prachtige resultaat van, evenals de EP

Mens Animus Corpus. Het werk komt in 2013 uit onder de vlag van Selim Lemouchi & His Enemies – de band-formatie is nagenoeg dezelfde als The Devil's Blood. De creatieve motor van Selim draait overuren, maar de aanloop naar de geplande shows verloopt zeer moeizaam. “Hij kon zich steeds moeilij-ker staande houden”, zegt Farida. “Men-sen kwamen hun afspraken niet na en er was altijd gezeik over dat klote-geld. ‘Wat doe ik nou verkeerd’, vroeg hij dan aan mij. Hij stond hier te trillen in de woonkamer. Ik denk dat hij merkte dat bepaalde dingen zich herhaalden. De depressies van vóór The Devil's Blood

kwamen vaker en intenser terug, en toch had hij altijd de behoefte om alles in de hand te houden. Dat werd hem te veel. Hij ging er mager en bleek uitzien. Ik heb me zo ontzettend zorgen gemaakt de laatste maanden.”

DoodOp 4 maart 2014 sterft Selim Lemouchi een aangekondigde dood. In interviews was hij altijd bijzonder open over zijn lot: hij zou op aarde blijven zolang hij iets te zeggen had. “Ik hoop een stem te zijn die doordringt bij mensen”, zegt hij een jaar voor zijn dood tegen het Amerikaanse Northern

Fury. “Op een gegeven moment zal die energie verbruikt zijn. Ik hoop dat ik dan de zelfreflectie heb om te stoppen.” In datzelfde interview bespreekt hij de dood. “Het concept ‘dood’ is alleen eng als je gelooft dat de oneindigheid uit duisternis bestaat. Als je gelooft dat het vuur is, zijn er mogelijkheden.”

De vraag blijft of die dood een ratione-le keuze was – ingefluisterd door een satanistische filosofie – of een wan-hoopsdaad van een geestelijk gekwelde man. Darko Groenhagen denkt diep na. “Het was duidelijk een rationele keuze. Ik denk dat hij in 2007, net voor het begin van The Devil's Blood, al aan zijn laatste jaren was begonnen. Hij dook vol

“Er is geen weg terug als je met zoveel overgave de duisternis omarmt.”

Selim (l.) met zijn neefje Victor (1992).

Page 6: Alles gegeven voor het grote niets - verhaal over Selim Lemouchi

21MEST nr 6

in het occulte. Hij nodigde zijn demonen bij wijze van spreken uit op de koffie. Dat heeft hem lang goed gedaan, maar hij heeft altijd geweten dat ze hem op een gegeven moment te grazen zouden nemen. Kijk naar de duivel, de gevallen engel. Die wist ook dat hij niet meer bij God aan hoefde te kloppen. Er is geen weg terug als je met zoveel overgave de duisternis omarmt.”

Het grote niets‘Death is the crown of all’, zo sloot Selim al jaren zijn mailtjes af. De dood als beloning voor het leven. Alles geven voor het grote niets. ‘I want nothing and in return give all’, zo klinkt de exem-plarische tekstregel in het nummer I Was Promised a Hunt (2013). De teksten van The Devil's Blood lezen sowieso als één grote sprong in het diepe, soms wanhopig, maar meestal als een viering van het nihilistische bestaan. ‘Even though my voice is choked with joy, my song is a call for grief to come’, zingt hij in hetzelfde nummer. En zo geschiedde. Farida: “In de weken voor zijn dood zag hij echt nergens meer waarde in. Het laatste waar ik hem enthousiast over hoorde, was een televisieserie, True

Detective. Hij kon daar vroeger helemaal in opgaan. Die dinsdagavond werd de laatste aflevering uitgezonden, maar hij heeft er niet op gewacht. Dat vind ik veel zeggen.”

Zondagmiddag 13 april 2014 betreedt Farida opnieuw het podium van 013. Roadburn, het enige concert dat Selim niet geannuleerd had op de speellijst. Selim Lemouchi's Enemies treden voor de laatste keer op – in een halve cirkel, met in het midden een gapend gat om de spirituele aanwezigheid van hun bandleider te symboliseren. Jérôme vult het achterliggende scherm met beelden. “Dat je na je dood nog zo'n optreden kunt geven”, verzucht Walter. Selim is niet meer. Hij heeft zijn ego vermoord. Dat was altijd al zijn doel: het ego eli-mineren zodat niets de kunst in de weg kan staan. Het ego is niet meer, dat heeft hij eigenhandig omgebracht. Wat blijft is de muziek, daar gaat het om. De rest mocht wat hem betreft wegrotten in de Kruidenbuurt.

Tekst Thomas Snoeijs Illustratie Anouk Essers

THE DEVIL'S BLOOD

The Devil's Blood was buiten de landgren-zen groter dan in Nederland. Het debuutal-bum The Time of No Time Evermore (2009) werd wereldwijd jubelend ontvangen. Het tweede album The Thousandfold Epicentre (2012) scoort nog altijd 79 punten op de recensieverzamelsite Metacritic – een Nederlands record. In de zeven bestaans-jaren trok de band door grote delen van Europa. Vooral in het Duitse circuit deed de muziek het goed, dankzij de levende hardrockscene aldaar. De band speelde in 2010 op het grootste metalfestival ter wereld: Wacken Open Air. Ook op andere grote festivals als Hellfest (Frankrijk), Graspop (België) en Summerbreeze (Duitsland) stond de naam op het affiche. In 2012 volgde een succesvolle tournee door Amerika en Canada. De relatie met het thuisland was moeizamer. Ondanks ge-slaagde optredens op festivals en in clubs, bleek een doorbraak naar het grote publiek in Nederland lastig. De vaak extreme ideeën van Selim Lemouchi botsten met de heersende, zeg maar nuchtere muziekcul-tuur hier.

Selim Lemouchi, 2014.

foto: Jérôme Siegelaer.