Agenda voor de toekomst 2008

40
De strategie van de Vereniging van Openbare Bibliotheken voor de jaren 2009 - 2012 Agenda voor de Toekomst Toekomst

description

 

Transcript of Agenda voor de toekomst 2008

Page 1: Agenda voor de toekomst   2008

De strategievan de Vereniging

van OpenbareBibliotheken voor

de jaren 2009 - 2012

Agendavoor de

Toekomst

Agenda

voordeToekom

st

Page 2: Agenda voor de toekomst   2008

De strategievan de Vereniging

van OpenbareBibliotheken voor

de jaren 2009 - 2012

Agendavoor de

Toekomst

Page 3: Agenda voor de toekomst   2008

3

Inhoudsopgave

1 Waarom de Bibliotheek? 6

2 Waarom een Agenda voor de Toekomst? 8

3 Ontwikkelingen en kansen 11

4 Focus 27

5 Kerndoelen 31

6 De Agenda voor 2009-2012 39

7 Veranderprogramma in de steigers 64

<< The best way to predictthe future is to create it>>

Page 4: Agenda voor de toekomst   2008
Page 5: Agenda voor de toekomst   2008

76

1 Waarom de Bibliotheek?

De openbare bibliotheek biedt alle burgers vrijetoegang tot informatie, kennis en cultuur zodat zijzich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in demaatschappij. De bibliotheek vervult daarmee eenunieke rol in de samenleving en wil die rol in de toe-komst nog verder versterken. Juist in onze huidigecomplexe informatiemaatschappij groeit immers debehoefte aan een onafhankelijk instituut dat mensenhelpt bij de selectie van betrouwbare en betekenisvolleinformatie. De bibliotheek wil houvast bieden inde overvloed van informatie en media-uitingen diemensen dagelijks overspoelt. Ook neemt de biblio-theek als ontmoetingsplaats, als huiskamer van desamenleving, een steeds belangrijker plaats in delokale gemeenschap in.

Maar de bibliotheek ismeer dan een baken in de informatie-zee. In een tijd van ontlezing, toegenomen taalachter-standen en laaggeletterdheid, ontwikkelt de biblio-theek zich steedsmeer tot het kenniscentrum voorlezen en literatuur. Het enorme succes van acties zoals‘Nederland Leest’ wijst erop dat de bibliotheek daar-mee in een duidelijke behoefte voorziet.

Met 4miljoen leden en 130miljoen uitleningen per jaar is debibliotheek nog altijd demeest succesvolle cultureleinstelling van ons land. Bijna 100% van de basisschool-leerlingenmaakt gebruik van de bibliotheek. Ookslaagt de bibliotheek erin een grote groep Turkse enMarokkaanse Nederlanders te bereiken. Hun biblio-theekgebruik neemt toe en is onder tieners en jong-volwassenen zelfs opvallend hoog.

Ondanks deze positieve ontwikkelingen is er de afgelopenjaren sprake van een gestage daling van het biblio-theekgebruik. Dit is geen reden voor twijfel over detoekomst; de bibliotheken zien volop kansen om hunbelangrijke taken in de toekomst nog verder uit tebouwen en het bereik onder de bevolking te vergroten.Het is echterwel een belangrijk signaal dat een krachtigantwoord vereist.

Een nieuwe strategie is nodig omde neergaande lijn te kerenen beter in te spelen op de veranderende behoeftenvan burgers in de samenleving. Een strategie ook dieeen gezamenlijke krachtsinspanning van alleNederlandse openbare bibliotheken vereist.

In dit document formuleert de branche haar krachtigeantwoord op de bedreigingen.

1Waarom

debibliotheek?

Page 6: Agenda voor de toekomst   2008

98

2 Waarom een Agenda voor deToekomst?

De samenleving verandert in hoog tempo. De biblio-theek bevindt zich middenin die samenleving enmoetdus voortdurendmee veranderen. Dat doet een enormberoep op het innovatieve vermogen van bibliotheken.Ondanks de schaalvergroting die in de afgelopenjaren is bereikt, is geen enkele bibliotheek in staatdie innovatiekracht stand alone op te brengen.Naast lokaal ondernemerschap is krachtenbundelingop provinciaal en landelijk niveau dan ook een abso-luut vereiste. In een samenhangend netwerk kunnenideeën, kennis en middelen gebundeld worden om toteen maximaal en betaalbaar resultaat te komen.Dat alles met het doel de positie van de bibliotheek inde lokale omgeving stevig en duurzaam te verankeren.

Vernieuwen is geen eindig proces; continue inspelen opmaatschappelijke veranderingen vraagt ompermanenteinnovatie. Het inmiddels wat sleets geworden begripbibliotheekvernieuwing past daar niet meer bij.Het gaat om het ontwerpen van de toekomst, hetmogelijk maken van een nieuwe bloeiperiode van hetopenbare bibliotheekwerk.We zijn ervan overtuigddat dit mogelijk is, mits er ingrijpende veranderingen

worden doorgevoerd. Als vervolg op het proces vanbibliotheekvernieuwing is daarom nu een nieuwe,krachtige strategie nodig. Over de kenmerken van dienieuwe strategie bestaat grote eensgezindheid: focus,regie en tempo zijn bepalend voor het succes.

Deze Agenda begint met een overzicht van ontwikkelingenen kansen. Vervolgenswordt ingezoomdop de thema’sen activiteiten die de komende jaren de hoogste priori-teit verdienen: de concreteAgenda voor de Toekomst.De keuze voor de thema’s is in overlegmet de biblio-theken tot stand gekomen. Daartoe is de afgelopenmaanden een reeks strategiebijeenkomsten georgani-seerd. Het scp-rapport 1, het Eindrapport van deStuurgroep Bibliotheken 2, het advies Bibliotheek-vernieuwing van de Raad voor Cultuur 3 en degesprekkenmet externe deskundigen fungeerdenals waardevol achtergrondmateriaal.In het laatste hoofdstuk worden de onderdelen vanhet ‘Veranderprogramma’ benoemd dat in de tweedehelft van 2008 zal worden uitgewerkt.

1 De openbare bibliotheek tien jaar van nu, april 20082 Eindrapport Stuurgroep Bibliotheken 2002-2007, maart 20083 Advies Bibliotheekvernieuwing 2009-2012, mei 2008

2Waarom

eenAgenda

voorde

Toekomst?

Page 7: Agenda voor de toekomst   2008

1110

DeAgenda geldt voor de periode 2009 t/m 2012. Hoe verderin de toekomst, hoemoeilijker het is om concreet tebenoemenwat ermoet gebeuren. Zo hoort het ook tezijn; wemoeten immers alert kunnen blijven reagerenop ontwikkelingen in de samenleving. Daaromwordtde Agenda jaarlijks geactualiseerd. Ook wordt per jaareen uitvoeringsplan opgesteld.

Centraal in deze Agenda staat het geloof in de toekomst.Natuurlijk zijn er volop bedreigingen, maar wie goedkijkt, ziet dat in elke bedreiging kansen schuilen.Het komt erop aan die kansen te benutten en alles opalles te zetten om tot excellente en voor het publiekwaardevolle resultaten te komen. Zo kunnen we detoekomst voor een groot deel zelf bepalen.

3 Ontwikkelingen en kansen

Onze samenlevingwordtmeer enmeer een informatie-maatschappij. De voortdurende beschikbaarheid vaninformatie en het gebruik van een breed scala aaninformatiekanalen en communicatiemiddelen wordenals vanzelfsprekend beschouwd. Een informatie-intensieve sector als het bibliotheekwezen wordt sterkgeraakt door deze ontwikkelingen.Maar ook anderemaatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed ophet bibliotheekgebruik. De samenstelling van debevolking verandert, gebruikers worden veeleisenderen trends volgen elkaar in steeds hoger tempo op.Het scp-rapport biedt een uitgebreide analyse vandeze ontwikkelingen en de invloed ervan op de biblio-theeksector. In dit hoofdstuk gaan we in op de meestrelevante ontwikkelingen en op de kansen die ze bieden.

3.1 Informatieovervloed en mediawijsheidInternet is een zeer laagdrempelig, democratischmedium. Iedereen kan er de rol van informatieleveran-cier aannemen. Dat heeft een voortdurend uitdijendeovervloed aan informatie tot gevolg. Hoemeer infor-matie, hoemeermoeitemensen hebben de relevanteen betrouwbare gegevens eruit te filteren. Bovendienwordt de informatie veelal gefragmenteerd opgediend,

Page 8: Agenda voor de toekomst   2008

1312

3Ontw

ikkelingenen

kansen

waardoor de context, de betekenisgevende samen-hang verloren raakt.De informatieovervloed blijkt tot een afname vanparate kennis te leiden.Maar wie de feiten niet kent,ontwikkelt ook geen inzicht. ZoalsmanagementgoeroeTom Peters ooit opmerkte: ‘a Flood of Information canbe the Enemy of Intelligence.’Demeeste gebruikers, vooral de jongere, zitten daarnietmee. Voor hen staat niet het verwerven van kennisen inzicht voorop, maar het zo snel mogelijk kunnenvinden van een antwoord. Google voorziet daarin enis dan ook uitgegroeid tot publiekslieveling nummeréén.Ook al wordt er volop gegoogled, de vaardigheid omdeweg te vinden in de digitale wereld is bij demeestegebruikers nogmaar rudimentair ontwikkeld.Uit onderzoek onder jongeren blijkt dat zij – in tegen-stelling tot het algemeen geldende beeld – helemaalniet zulke goede internetgebruikers zijn. Zij blijkenbijvoorbeeld nauwelijks in staat om uit een overvloedaan treffers de waardevolle informatie te selecteren.Ook zijn ze geneigd te geloven dat alleswat op internetstaat waar is. Daarbij komt dat het vaak onduidelijk iswaar informatie ophoudt en reclame begint.Informatie vermengdmet reclame is profijtelijke handelen dus biedt ook Google gesponsorde links aan.Weinig gebruikers weten dit.

Mediawijsheid, het vermogen om kritisch en verant-woord om te gaanmet internet enmetmedia-uitingenin het algemeen, is vooral bij kinderen en jongerenonvoldoende ontwikkeld. Het onderwijs heeft hierineen belangrijke taak, maar blijkt niet altijd bij machteeen adequate oplossing te bieden. Daar ligt eenbelangrijke kans voor bibliotheken. Samenmet hetonderwijs kunnen zij programma’s ter bevorderingvanmediawijsheid ontwikkelen.

3.2 Veranderend gebruikersgedragVerreweg demeeste Nederlanders zijn online enmaken thuis, op school of op het werk gebruik vaninternet. In de wereld van internet zijn ruimte, plaatsen tijd niet van belang. Grenzen zijn opgeheven ensluitingstijden bestaan niet. Overal ter wereld kanop elkmoment gewinkeld worden, informatie wordengeraadpleegd, content worden uitgewisseld encontact worden gelegd via e-mail of chatfunctie.Gebruikers rekenen er daardoor steedsmeer op datze alles kunnen krijgen op hetmoment dat het henuitkomt. Zij stellen hoge eisen aan het product en delevering ervan en willen efficiënt en opmaat bediendworden. Diensten als al@din en Zoek&Boek spelendaarop in, maar halen wat snelheid en servicegemakbetreft (nog) niet het niveau waar demoderne consu-ment aan gewend is.

Page 9: Agenda voor de toekomst   2008

14

Tegelijkertijd zijn de keuzes die consumentenmakensteedsmoeilijker te voorspellen. Traditionele indelingenvan consumentengedrag op basis van leeftijd, inkomenof geslacht blijken nietmeer tewerken. Nieuwemetho-den zijn ontwikkeld waarbij mensen worden gegroe-peerd naar leefstijl en bijbehorend consumptiepatroon.Veel bedrijvenbenuttendeze klantprofielenomeenpas-sendproducten- endienstenaanbod te kunnenbieden.Bibliotheken spelen nog onvoldoende in op debehoefte van gebruikers aan een gepersonaliseerdaanbod. Gebruikersonderzoek en klantsegmentatieleveren uiterst waardevolle input voor het ontwikkelenvan dienstverlening opmaat. Maar wat ook niet ver-getenmagworden, is dat bibliotheken al decennialangover een schat aan informatie beschikken waar het devoorkeuren van hun gebruikers betreft: de uitleenge-gevens. Als deze gegevens geanonimiseerd verwerktworden, levert dat de bibliotheek een verzamelinginteresseprofielen op die zijn weerga niet kent.

Het scp-rapport stelt dat demeerwaarde van een geordendecollectie fysiekemedia, zoals de bibliotheek die biedt,afneemt. Die collectie wordt door gebruikers als eenbeperkte uitsnede uit het totaal beleefd. Zij raken ersteedsmeer aan gewend het aanbod zelf op hun eigenwijze te organiseren en hechten daarbij veel waardeaan de voorkeuren enwaardering vanmedegebruikers.

Page 10: Agenda voor de toekomst   2008

17

In zijn meest basale vorm kennen we dit verschijnselal lang in de bibliotheekwereld. Denkmaar aan depopulariteit van de karmet net teruggebrachte boeken.Wat anderemensen geleend hebben oefent eengrote aantrekkingskracht uit. Deze ontwikkelingenhebben een wat paradoxaal karakter. De behoefte aaneen instituut dat ordeningen en selecties ‘voorschrijft’neemt af, maar tegelijkertijd lijkt de behoefte aanwaardevolle selecties toe te nemen. Het fenomeencanon is aan een sterke opmars bezig. De publicatievan de cultuurhistorische canon van Nederland heefttot een explosie van provinciale en lokale canonsgeleid. Verkiezingen voor het beste Nederlandse enbuitenlandse boek worden georganiseerd en nrc enVolkskrant timmeren aan de wegmet selecties vanverfilmde literatuur en reeksen ‘minder bekendeboeken van grote schrijvers’.De oorzaak van het toegenomen verlangen naar ‘lijst-jes’ en selecties is niet precies bekend.Misschienkomt het omdat de wereld steeds onoverzichtelijkerwordt en het maken van keuzes daardoor complexer.Feit is dat de bibliotheek nog steeds hoge ogen kangooienmet het aanbieden van verantwoorde enbetekenisvolle selecties, zij het dan op eenmoderneremanier. Crossmediaal, maatschappelijk relevant, ver-rassend, maar vooral ook uitnodigend voor gebruikersom op te reageren.

3Ontw

ikkelingenen

kansen

Page 11: Agenda voor de toekomst   2008

1918

3Ontw

ikkelingenen

kansen

3.3 E-economieHoeveelheid en snelheid van content op internetnemen sterk toe en de distributiemogelijkheden zijneindeloos. Dit heeft ingrijpende economische gevolgen.Zo hebben wereldwijde uitwisselingsprogramma’s algeleid tot instorting van de klassieke distributiemodel-len vanmuziek- en filmindustrie.Demogelijkheden van internet hebben tot totaalnieuwemarktdynamieken geleid. Enerzijds vormendie een bedreiging voor bibliotheken; nieuwe commer-ciële aanbieders kunnen belangrijke functies van debibliotheek overnemen, waardoor de vrije, onafhanke-lijke toegang tot informatie onder druk kan komen testaan.Anderzijds biedt de E-economie ook kansen. Door hetwereldwijde karakter en de onbeperkte distributie-mogelijkheden van internet bereikenminder couranteproducten een grote doelgroep. De vele nichemarktenzorgen samen voor een respectabele omzet. Ditmarke-tingprincipe, dat The Long Tailwordt genoemd, kanook worden benut door bibliotheken.Met elkaarkunnen zij The Long Tail van collecties organiseren enzo een enorm gevarieerd en gespecialiseerd aanbodneerzetten. Daarmee kan een groot potentieel aannieuwe klanten worden aangesproken.

3.4 Minder lezen, minder lenenLezen en literatuur ondervinden steedsmeer concur-rentie van andere vormen van tijdsbesteding zoalstelevisiekijken en computergebruik. Er worden iederjaar minder boeken gelezen. Tegelijkertijd worden ermeer boeken verkocht dan ooit. Toenemendewelvaarten het gemak van webwinkels hebben daartoe bijge-dragen (vandaag besteld, morgen in huis), maar ookhet feit dat boeken een gewild cadeauartikel zijngeworden.Het overgrote deel van de gebruikers komt nog altijdnaar de bibliotheek omboeken te lenen,maar de terug-loop van het aantal leden en de ontlezing hebbenuiteraard een negatief effect op de uitleencijfers.De ontlening verloopt ‘generatiegewijs’, aldus het scp.Kinderen in de basisschoolleeftijd gaan vaak naar debibliotheek; meer dan 80% in de leeftijdsgroep tussende 8 en 13 jaar is lid. Vanaf 14 jaar loopt het bibliotheek-gebruik hard terug. Bij 24-jarigen is de bodem in zicht:nogmaar 6,9% is dan lid. Het marktaandeel stijgt ver-volgens weer vanaf 30 jaar, vaak omdatmensen dankinderen krijgen. Vanaf 40 varieert het percentagetussen de 16 en 20%.Omde tendens van teruglopende uitleencijfers tekeren, moet er hard gewerkt worden aan kwaliteit,gevarieerdheid en vindbaarheid van collecties, onder-steund door een uitgekiendemarketingstrategie.

Page 12: Agenda voor de toekomst   2008

2120

3Ontw

ikkelingenen

kansen

Van belang is echter ook het benutten van het ‘boekige’imago van de bibliotheek. Dat mensen de bibliotheekassociërenmet lezen en leesplezier kan juist als sterkmerk worden uitgebuit. Het scp-rapport speelt hierop in door bibliotheken aan te raden de ontlezing enontlening niet als onvermijdelijk te beschouwen enhetboek niet af te schrijven. Lezen is voor een grote groepmensen een belangrijke vorm van ontspanning. Hetleidt af van dedagelijkse beslommeringen en stimuleertde verbeelding. De samenwerkingmet Stichting cpnben Stichting Lezen biedt kansen om het imago van debibliotheek als ambassadeur van het lezen in de toe-komst nog verder te versterken.Overigens betekent dit ook dat bibliotheken er goedaan doen ontwikkelingen als het e-book te omarmen.Diversiteit in het collectieaanbod betreft niet alleende inhoudmaar ook de vormwaarin die inhoud verpaktis. Demarkt voor elektronische boeken groeit welis-waar veel langzamer dan een aantal jaren geledenvoorspeld werd, maar naarmate de apparaten beterworden, neemt de belangstelling toe. nrcHandels-blad biedt momenteel een iLiad eReader aan incombinatie met een digitaal krantenabonnement.

3.5 Lees- en taalvaardigheidOver het belang vanmediawijsheid hebben we hetal even gehad onder ‘Informatieovervloed’. Er zitten

echtermeer aspecten aan. De overheid stelt dat iedereburger over voldoende kennis, vaardigheden enonderscheidingsvermogenmoet beschikken om zichbewust, kritisch en actief te kunnen bewegen in onzehuidige complexe en veranderlijke informatiemaat-schappij. Kunnen lezen en schrijven is een essentiëlevoorwaarde voor zelfredzaamheid. Daarom horenleesbevordering en bestrijding van laaggeletterdheidóók ondermediawijsheid.Voor de overheid zijn dit zeer belangrijke speerpuntenvan beleid. Niet alleen omdat er 1,5 miljoen functio-neel analfabeten in ons land zijn, maar ook omdat ersteedsmeer verontrustende berichten verschijnenover het lees- en taalniveau van scholieren. Vorig jaarbleek dat 57% van dembo-leerlingen niet in staat iseen eenvoudig tekstje te begrijpen. Het grootste deelvan de docenten is dan ook vanmening dat de taal-vaardigheid van hun leerlingen onvoldoende is omte kunnen functioneren in demaatschappij en in eentoekomstig beroep. In de eerste plaats is dit een pro-bleem voor het onderwijs, maar bibliotheken kunnenzich eveneens een belangrijke rol toe-eigenen. Sindsjaar en dag bieden zij al programma’s voor leesbevor-dering aan. De afgelopen tijd zijn daar speciale mediaen activiteiten voor leesgehandicapten en laaggeletter-den bij gekomen. In samenwerkingmet de daartoegeëigende partners kunnen bibliotheken het aanbod

Page 13: Agenda voor de toekomst   2008
Page 14: Agenda voor de toekomst   2008

2524

3Ontw

ikkelingenen

kansen

doorontwikkelen tot een integraal pakket van taal-en leesbevorderingsprogramma’s. Daarmee kunnenzij hun positie op dit terrein nog verder versterken.Nadere samenwerkingmet o.a. Stichting Lezen wordtuitgewerkt. Daarin wordt ook wetenschappelijkonderzoek naar lezenmeegenomen.

3.6 DoelgroepenWaar het de samenstelling van de bevolking betreft,signaleert het scp-rapport een groei van het aantal65-plussers en de komst van nieuwe groepenwesterseen niet-westerse immigranten. Gezien demaatschap-pelijke taak van de bibliotheek verdienen die tweelaatste groepen extra aandacht, hoemoeilijk ze somsook binnen te halen zijn.Datzelfde geldt voor andere kwetsbare enminder kans-rijke groepen in onze samenleving; mensen van jongtot oud, die extra aandacht en steun nodig hebben omzich te kunnen redden in demaatschappij. Het gaat danomachterstandsleerlingen, laaggeletterden enmensendie het in financieel opzicht minder voor de wind gaat.Een kans voor de bibliotheeksector is gelegen in hetontwikkelen van een passend aanbod voor de groeien-de groep actieve en bemiddelde senioren. Daarnaastkan de bibliotheek zich nogmeer toeleggen op hetaanbieden vanmaterialen en programma’s die het‘leven lang leren’ stimuleren en ondersteunen.

3.7 Spreiding en diversiteit van voorzieningenHet dichte netwerk van voorzieningen is een belang-rijk pluspunt van openbare bibliotheken. Naast meertraditionele voorzieningen als servicepunten, filialenen bibliobussen, worden er steedsmeer bibliothekeningebouwd in Brede scholen, woonzorgcentra, cultuur-huizen, dorpscentra en andere voorzieningen.Dit dichte netwerk zorgt er voor dat vrijwel iedereeneen bibliotheek in de buurt heeft.In de afgelopen jaren is het regelmatig voorgekomendat het netwerk van voorzieningen werd aangetastdoor korte termijn bezuinigingen van gemeenten ofdoor competentiestrijd tussenprovincies engemeenten.Die trend lijkt zich nu te keren; de aanwezigheidvan een bibliotheekvoorziening wordt weer als eenbelangrijk element beschouwd in het verbeteren vande sociale cohesie en het leefklimaat van de woon-omgeving, zowel in kleine kernen als in stadswijken.De bibliotheken rekenen op de steun van de gezamen-lijke overheden in het instandhouden en uitbreidenvan het dichte netwerk.

De toegenomen variëteit aan voorzieningenmaakt meerdifferentiatie van het producten- en dienstenaanbodnodig. Er kan nu eenmaal niet overal een volledigaanbodworden geboden, althans niet in fysieke zin.Kansen liggen er in het ontwikkelen van een gemodu-

Page 15: Agenda voor de toekomst   2008

2726

leerd aanbod dat afgestemd is op de behoeften vande bewoners in een kleine kern of stadswijk. Om hetkwaliteitsniveau te kunnen waarborgen, zijn certifice-ringseisen nodig die recht doen aan de diversiteit vanhet aanbod.

4 Focus

Rode draad in de vele aanbevelingen die zijn gedaan,is dat er meer focus moet komen op de kerntaken diemaatschappelijk gezien het meest relevant en ook hetmeest kansrijk zijn. Wie wil focussen, moet stevig metbeide benen op de grond staan. Bibliotheken bevindenzich echter nog in disbalans door het vernieuwings-proces. Het helpt dan om terug te grijpen naar dekern: de reden waarom bibliotheken op aarde zijn.

4.1 De kernDe belangrijkste boodschap die uit de gesprekkenmetexterne deskundigen naar voren kwam, was: ‘ga terugnaar je kern’ en ‘doe vooral goed, waar je goed in bent’.Het merk bibliotheek is volgens deze buitenstaandersnog altijd zeer sterk en hooggewaardeerd. De biblio-theekmoetdaaromniet iets anders proberen teworden,maar zichzelf blijven en de taken vervullen die haardat unieke bestaansrecht geven.

Dat bestaansrecht is nergens beter en kernachtiger geformu-leerd dan in het unescoManifest. De openbare biblio-theek wordt hierin omschreven als ‘de plaatselijketoegangspoort tot kennis, die een essentiële voor-waarde schept voor levenslang leren, onafhankelijke

Page 16: Agenda voor de toekomst   2008

De bibliotheekbron voor persoonlijke ontwikkelingkern, bronnen en kwaliteiten

gebouwen

verrassend

mysterieus

schoon-heid

inspirerend

betrouwbaar/deskundig

veelzijdig

opmaat

rust

orde-nend

openbaar

technologie

verhalen

media

mensen in demaatschappij

eigenmensen

ver-bindend

boeken

horizonverbreding

inzicht

fantasie/verwondering

toegang tot kennisen cultuur

reflectie

2928

4Focus

besluitvorming en de culturele ontwikkeling van indivi-duen enmaatschappelijke groeperingen’. Het betekentdat de bibliotheek er is ommensen zo goedmogelijktoe te rusten, zodat zij zich in cultureel enmaatschap-pelijk opzicht kunnen ontwikkelen. Geletterde engoed geïnformeerde burgers zijn beter in staat hundemocratische rechten uit te oefenen en zich bewust,kritisch en actief te bewegen in demaatschappij.Het betekent ook dat de bibliotheek bijdraagt aan depersoonlijke ontwikkeling vanmensen door ruimte tebieden voor ontmoeting, inspiratie en verdieping.

4.2 De keuzesOmhaar belangrijkemaatschappelijke taak te behou-den en zelfs te vergroten, zal de bibliotheek een ade-quaat antwoordmoeten formuleren op de actuelebehoefte in de samenleving. Dat wil zeggen: gerichtekeuzesmaken, slagvaardig opereren en zorgen voorexcellente kwaliteit. De bibliotheken realiseren zichdat het onmogelijk is om vanuit het huidige gedecen-traliseerde stelsel daadkrachtig in te spelen op dezeenorme inhoudelijke uitdaging. Er is dan ook eengrote bereidheid om op een aantal terreinen de krach-ten te bundelen.Tijdens de strategiebijeenkomsten die de afgelopenmaanden zijn gehouden, bleek grote eensgezindheidte bestaan over de thema’s die de komende jaren dewww.debibliotheekandersbekeken.nl

Page 17: Agenda voor de toekomst   2008

3130

hoogste prioriteit verdienen. Het meest genoemdwerden:

Digitale bibliotheekCollectieMediawijsheidLezen en leesbevordering.

Een gezamenlijke aanpak vanmarketing, ict en hrmwerddaarbij als absolute voorwaarde beschouwd.De gekozen thema’s hebben alle betrekking op dekerntaken Informatie, Educatie en Lezen. De keuzesluit dus aan bij de door de Raad voor Cultuur voorge-stelde focus op deze drie kerntaken. Overigens bete-kent dit niet dat de overige kerntaken ‘kunst en cultuur’en ‘ontmoeting en debat’ numinder belangrijk zijn.Deze worden voor een belangrijk deel lokaal ingevuld,maar zullen landelijk gezienniet uit het zicht verdwijnen.

Het inspelen op de veranderende behoefte van de klantenstaat hoog op de agenda van de bibliotheken. Na eenperiode van door de overheid gestuurde reorganisatieis het tijd om inhoudelijke, voor de klant zichtbare,resultaten te boeken. Rond die klant, diewij ‘de nieuws-gierigemens’ noemen, zijn een drietal kerndoelengeformuleerd. In het volgende hoofdstuk wordendeze nader toegelicht

5 Kerndoelen

Bibliotheken hebben ‘de nieuwsgierige mens’ veel tebieden. De komende jaren staan in het teken van nogmeer toegevoegdewaarde bieden. Voor huidige klantenén voor toekomstige doelgroepen. Het merendeel vande circa 16miljoenNederlanders is immers betrokken ennieuwsgierig. Als bibliothekenwillenwij diemiljoenenmensen stimuleren te blijven lezen, luisteren, kijkenen leren. Op basis van de vele gesprekken die hebbenplaatsgevonden, komen we tot de volgende drie kern-doelen:

Inspelen op de veranderende behoefteVerbetering van aanbod en serviceVerbetering van infrastructuur en beschikbaarheid

5.1 Inspelen op de veranderende behoefteOpenbare bibliotheken zijn qua bereik en klanten-binding demeest succesvolle publieke voorzieningen.Meer dan vier miljoen klanten zijn abonneehouder.Het bereik is groot, maar het kalft wel af. Bepaaldegroepen, zoals laaggeletterden, vmbo- enmbo-scho-lieren en volwassen allochtonen blijkenmoeilijk binnente halen. Er zijn ookmensen die vinden dat het aanboden de dienstverlening van de bibliotheek niet aansluitbij hunbehoefte. Zij ervaren bijvoorbeeld dat openings-

Page 18: Agenda voor de toekomst   2008

De klant centraal

de nieuwsgierige Nederlander

inspelen opde veranderendebehoefte

verbetering vanhet aanbod ende dienstverlening

verbetering vaninfrastructuur enbeschikbaarheid

3332

5Kerndoelen

tijden en service niet passen in hundrukkewerkschema.De uitdaging in de komende jaren is ommeer burgersmet een passend en aantrekkelijk aanbod naar defysieke en digitale bibliotheek te lokken en hen alsklant te behouden. Dat lukt alleen als het aanbod ende service aansluiten bij hun behoeften, nieuwsgierig-heid en omstandigheden.De komende jaren staan dus in het teken van verhogingvan het servicegemak, personaliseren van het aanboden bundelen van diensten voor verschillende doel-groepen. Daarnaast zal de bibliotheekmeer naar buitenmoeten tredenmet haar dienstverlening. Het aanboddaar brengen waar de klanten zijn: bij scholieren enstudenten in hun leeromgeving, bij ouderen in hunwoonzorgcentrum, bij recreanten in hun vakantie-oord en bij bezoekers in dorps- en cultuurhuizen.Van groot belang is ook dat er tegemoet gekomenwordt aan de veranderende behoeften die ontstaandoor de informatieovervloed. Dat betekent: burgersondersteunen bij het ontwikkelen vanmediawijsheiden het maken van verantwoorde en betekenisvolleselecties. Dat is en blijft een belangrijke taak van debibliotheek.

Page 19: Agenda voor de toekomst   2008
Page 20: Agenda voor de toekomst   2008

3736

5Kerndoelen

5.2 Verbetering van het aanbod en dedienstverleningDe komende jaren wordt sterk ingezet op de verbete-ring van een aantal belangrijke pijlers van de dienst-verlening. Eén van die pijlers is de collectie.Wehebbenhet dan niet meer over een verzamelingmedia binnende vier muren van een bibliotheekgebouw, maar overde hybride collectie: een zorgvuldig samengesteldgeheel van traditionele en eigentijdse bronnen, fysieken digitaal, vrij en onder auteursrecht.Door het fysieke en digitale collectieaanbod van deopenbare bibliotheken (en hun samenwerkingspart-ners) samen te voegen tot de Collectie Nederlandontstaat een ongekend rijk en volledig aanbod.De komende jaren wordt gewerkt aan kwalitatiefhoogstaande ontsluiting en beschikbaarstelling vandeze Collectie Nederland, zodat de vraag van de klanten het aanbod van de bibliotheken optimaal bij elkaarkunnen worden gebracht.De openbare bibliotheek heeft zich een belangrijkepositie verworven als ambassadeur van het lezen.Het betreft dan zowel leesbevordering en leesplezierals de spreiding van literaire cultuur. Het imago van‘boekenbibliotheek’ werkt in dit geval in ons voordeel;het kan worden benut om de positie op het terreinvan lezen te versterken. De komende jaren wordt hierkrachtig op ingezet door verdere ontwikkeling en ver-

betering van programma’s rond leesbevordering,laaggeletterdheid en de spreiding van literaire cultuur.

5.3 Verbetering van de infrastructuur en debeschikbaarheidAls het gaat om verbetering van de infrastructuur danstaat digitale infrastructuur de komende jaren boven-aan. De huidige gedecentraliseerde infrastructuur vanopenbare bibliothekenmaakt het doorvoeren vaninnovaties tot eenmoeizaam proces. Dit gaat zeer tenkoste van de voortvarendheidwaarmeede vernieuwingvan de dienstverlening aan het publiek kan wordenaangepakt. Ter ondersteuning van de toekomstplannenvan de bibliotheken zal daarom een krachtig program-maworden opgezet om de ict-infrastructuur te ver-beteren. Het betreft ondermeer een eenduidige pre-sentatie van de Digitale Bibliotheek en de virtueleCollectie Nederland die daar deel van uitmaakt.Andere zaken diemet verbetering van de infrastruc-tuur enbeschikbaarheid temakenhebben, zijn de lande-lijke uitrol van deNationale Bibliotheekkaart, het door-ontwikkelen van digitale diensten en hetmogelijkmaken van thuisgebruik van de online bestanden.In deAgenda is een aparte toelichting opgenomenoverhet ondersteunende programma ict-infrastructuur.Verbetering van infrastructuur en beschikbaarheidheeft daarnaast betrekking op het fysieke netwerk van

Page 21: Agenda voor de toekomst   2008

3938

bibliotheekvoorzieningen. Spreiding en diversiteit vanvoorzieningen is niet als apart thema opgenomen inde Agenda, maar vormt een belangrijk aandachtspuntin alle thema’s die de komende jarenwordenuitgewerkt.Uitdaging voor de toekomst is om ervoor te zorgendat de grote variëteit aan voorzieningen aangeslotenis op de infrastructuur van het hele land. Alle voor-zieningen zullen betrokkenmoeten worden bij deafspraken die gemaakt worden over de collectie, dedigitale bibliotheek, de activiteiten rondom lezen enleesbevordering etc. Voorzieningen in kleine kernenen stadswijken kunnen weliswaar nooit een volledigfysiek aanbod bieden, maar zij dienen wel deel uit temaken van het grote geheel.

6 De Agenda voor 2009-2012

6.1 De thema’sOmde kerndoelen te realiseren, concentreren debibliotheken zich de komende jaren op de thema’s:digitale bibliotheek, de collectie, mediawijsheid, lezenen leesbevordering. Deze thema’s strekken zich uitover alledrie de kerntaken (Informatie, Educatie enLezen), zijn hetmeest kansrijk en lenen zich uitstekendvoor een gezamenlijke aanpak.Essentieel voor het succes is dat deze thema’s onder-steundworden door een krachtigemarketingstrategie,adequate ict-oplossingen en deskundig personeel.Hiervoor worden de ondersteunende programma’smarketing, ict-infrastructuur en hrm-beleid opgezet.

In de komendemaanden worden de thema’s verder uitge-werkt. Daarbij wordt tevens getoetst of de geformu-leerde resultaten in voldoendemate bijdragen aan degestelde kerndoelen.

De Agenda ziet er dus als volgt uit:Digitale BibliotheekCollectie NederlandMediawijsheidLezen en leesbevordering

Page 22: Agenda voor de toekomst   2008

40

Ondersteunend programmamarketingOndersteunend programma ict-infrastructuurOndersteunend programma hrm-beleid

Hieronder worden de thema’s en programma’s toegelicht.

6.2 Digitale BibliotheekDe ambitie is omde digitale bibliotheek in de komendejaren zodanig verder uit te bouwen, dat een toenemendaantal gebruikers op een eigentijdsemanier gebruikkanmaken van het aanbod aan informatie en diensten.Toekomstperspectief is een gezamenlijke professioneledigitale bibliotheek.

Bovenaan staat het ontwikkelen van één heldere internet-presentatie voor alle openbare bibliotheken. Dit isalleenmogelijk als er een gezamenlijke ict-infrastruc-tuur is.

Daarnaast zijn interactie en personalisering de belangrijkesleutelwoorden voor de toekomstige ontwikkelingvan de digitale bibliotheek. Gebruikers van de digitalebibliotheek zullen kunnen beschikken over persoonlijkeonline dienstverlening via ‘Mijnbibliotheek.nl’. Via huneigen interesseprofiel worden zij geattendeerd op aan-winsten op het terrein van lezen, kijken en luisteren.Een voorbeeld is de dienstverlening vanMuziekweb.nl.

Page 23: Agenda voor de toekomst   2008
Page 24: Agenda voor de toekomst   2008

45

6DeAgenda

voor2009

-2012

Digitale diensten zullen worden gebundeld en opmaataangeboden worden aan verschillende doelgroepenen onderwijsniveaus. Voorbeeld hiervan is de Zwolseroc-pilot, waarin al@din, Zoek&Boek, Schoolbieb.nl enAquaBrowser als samenhangend pakket worden aan-geboden en de door leerlingen geproduceerde werk-stukken toegevoegd worden aan de AquaBrowser(werkstukkendatabank).

Ook zal het thuisgebruik van de onlinebestanden wordengeregeld.

6.3 Collectie NederlandOmde tendens van teruglopende ledenaantallen enuitleencijfers te keren en nieuwe leden binnen te halen,bouwen de openbare bibliotheken gezamenlijk aaneen kwalitatief goede, gevarieerde en aantrekkelijkecollectie voor hun gebruikers: de Collectie Nederland.De Collectie Nederland is een geheel van goed toe-gankelijke, deskundig samengestelde traditionele eneigentijdse bronnen; fysiek en digitaal, vrij en onderauteursrecht. De bronnen zijn afkomstig van openbarebibliotheken, hun samenwerkingspartners én vangebruikers; ze zijn aangevuld en verrijkt met de kennisvan bibliothecarissen.

Page 25: Agenda voor de toekomst   2008

4746

De Collectie Nederland ontwikkelt zich tot The Long Tailvan bibliotheekcollecties. Door provinciaal en lande-lijk afgestemd collectie- en bewaarbeleid ontstaat eencomplete en volledige collectie waarin gebruikers ookde bijzondere, moeilijk verkrijgbare en reeds lang uit-verkochte titels kunnen vinden.

Als integraal onderdeel van de Collectie Nederland wordteen netwerk van uitgelezen collecties opgebouwd:de etalagecollecties. Het landelijk stelsel van zwaarte-puntbibliotheken wordt hiertoe omgevormd. De eta-lagecollecties zijn gericht op een specifiek domein ofthema. Ze worden zowel fysiek als digitaal prominentgepresenteerd.

Marktonderzoek en klantprofielen worden benut om decollecties in bibliotheken optimaal af te stemmen opde wensen en behoeften van gebruikers. Aansluitendworden nieuwe ordeningen en presentatiemogelijk-heden ontwikkeld, variërend van winkelconcepten totalternatieve ordeningen zoals ‘De Bibliotheek van de100 talenten’. Met behulp van rfid-technologie wordtgeëxperimenteerdmet spannende en educatievezoekwegen door de collectie.

6DeAgenda

voor2009

-2012

6.4 MediawijsheidIn een overvloed aan informatie enmedia-uitingenwordt het steeds lastiger voormensen om te onder-scheiden wat betrouwbare en waardevolle informatieis. De bibliotheek speelt een belangrijke gidsrol doorhet aanbieden van verantwoorde selecties. Maar van-uit haar taak om burgers goed toe te rusten voor desamenleving, werkt de bibliotheek ook aan het bevor-deren vanmediawijsheid. Een actieve, kritische enbewuste houding ten opzichte van informatie enmedia is in deze tijd onontbeerlijk.

De komende jaren wordt actief ingezet op de gezamenlijkeontwikkeling van leerprogramma’s voor de doelgroe-pen: jongeren, ouderen en leerkrachten.

Bibliotheken zullen daarnaast actief participeren in hetonlangs opgerichteMediawijsheid Expertisecentrum.Er komen ondermeer loketten in de bibliotheken waarouders en anderen terechtkunnen voor informatieover kinderen en de rol van demedia.

Het aanbod aan trainingen en cursussen voor docenten enbibliothecarissen wordt breed uitgezet in het land.Voorbeelden zijn “Nationale OpleidingMediacoach”en “23 dingen” .

Page 26: Agenda voor de toekomst   2008

4948

6DeAgenda

voor2009

-2012

De ontwikkeling van de benodigde elektronische leerom-gevingen zal plaatsmoeten vinden binnen de gezamen-lijke ict-infrastructuur.

Essentieel bij dit alles is dat nauwe samenwerking wordtaangegaanmet het onderwijs, zowel het primaironderwijs, het voortgezet- en hoger onderwijs alshet volwassenenonderwijs. Op dit terrein liggen veelkansen voor bibliotheken. Het themamediawijsheid isook voor het onderwijs betrekkelijk nieuw, waardoorde bereidheid om samen goede programma’s te ont-wikkelen groot is.

6.5 Lezen en leesbevorderingDe bibliotheek ontwikkelt zich steedsmeer tot hetkenniscentrum voor lezen en literatuur. De evenemen-ten die in samenwerkingmet de cpnbworden georga-niseerd, zoals ‘Nederland Leest’ en de Boekenweek,versterken het imago van de bibliotheek als ambassa-deur van het lezen en zullen de komende jaren danook zeker gecontinueerd worden. Kunnen lezen enschrijven is eenessentiële voorwaarde voor zelfredzaam-heid. In Nederland blijken ruim 1,5 miljoenmensenfunctioneel analfabeet te zijn. Daarnaast is geconsta-teerd dat het lees- en taalniveau van scholieren daalt.De grote thema’s voor de komende jaren zijn dan ookleesbevordering en laaggeletterdheid.

Bibliotheken gaan hier breed op inzetten. Het aanbod aantaal- en leesbevorderingsprogramma’s zal wordengebundeld tot een integraal en samenhangend pakketvan activiteiten. Samenwerkingmet het onderwijs enmetmaatschappelijke partners is daarbij een vereiste.

De websites Leesplein en Literatuurplein worden dooront-wikkeld, waarbij gezocht wordt naar mogelijkhedenom de interactie met gebruikers te verbeteren.

6.6 Ondersteunende programma’sDrie krachtige ondersteunendeprogramma’s zijn nodigombinnen de gekozen thema’s tot succesvolle resulta-ten te kunnen komen. Hieronderworden ze toegelicht.

MarketingSucces begint met het leveren van excellente dienstendie goed aansluiten bij de behoeften van de gebruikers.In aansluiting daarop zullen al die kwaliteitsdienstenaan demanmoeten worden gebracht. Een grootbereik is immers essentieel voor het instandhouden,vernieuwen en uitbreiden van de dienstverlening.Lokale promotieacties sluiten aan bij de eigenheid vande lokale bibliotheek. Voor het positioneren van dehele branche is gezamenlijk klantonderzoek enmar-keting noodzakelijk. Ook onderzoek naar franchise-mogelijkheden hoort hierbij.

Page 27: Agenda voor de toekomst   2008

5150

6DeAgenda

voor2009

-2012

In de periode 2009-2012 zal een uitgekiende centralemarketingstrategie geïmplementeerd worden, gerichtop het vergroten van het bereik, die in de voorgaandeperiode is ontwikkeld. Streven is: stijging van het aan-tal bezoekers, meer abonnementhouders, een groterbereik onder doelgroepen en toename van hetgebruik van de digitale bibliotheek.Er zal actief worden ingezet op een groter bereik vaninstellingen, met name scholen, die collectief gebruik-maken van de service en faciliteiten van bibliotheken.Doel is ervoor te zorgen dat openbare bibliothekeneen volwaardiger status als adviseur en ondersteunervan het onderwijs krijgen, vooral ten aanzien vanvoorschools, primair en voortgezet onderwijs. Voorvmbo-scholen en roc’s kunnen bijvoorbeeld business-to-business diensten worden ontwikkeld.

Daarnaast zal een gerichtemarketingaanpak voor de doel-groep jongeren worden ontwikkeld. Jongeren komenmaar zelden naar de bibliotheek omdat ze het daarleuk vinden. De reden van hun bezoek is veelal school-gerelateerd. Zodra de opleiding is afgerond, verliezende bibliotheken het contact met de jongeren. De uit-daging voor de toekomst is om jongeren aan de biblio-theek te binden, maar dan wel op eenmanier die aan-sluit bij hun belevingswereld en hun behoeften. Bij debibliotheken is weinig gesystematiseerde kennis aan-

wezig over de behoeften van jongeren. Een goedonderzoeksprogramma is dan ook een vereiste.Nieuwe en in de praktijk succesvol gebleken conceptenkunnen verder uitgewerkt worden. Een voorbeeld isdok in Delft die gamen gebruikt als leer- en lokmiddelom jongeren binnen te halen. De vobwerkt in eenbreed samenwerkingsverband aan het concept ‘Debibliotheek van de 100 talenten’, waarin nieuwe eneigentijdse vormen van jeugd- en jongerenbiblio-theekwerk worden ontwikkeld voor en door ‘media-wijze’ kinderen.

Vanwege de toename van het aantal 65-plussers in ons land,wordt het ontwikkelen van een passend aanbod voordeze doelgroepook als een belangrijke kans gezien. Eengroot deel van hen is gezond, actief en volop geïnteres-seerd in dewereld omhen heen. Ook voor deze groepgeldtdat eengoedonderzoeksprogrammamoetwordenuitgevoerd om te bepalen hoe de bibliotheek het besteaan kan sluiten op de wensen en behoeften. Daarbijhoort uiteraard ook een gerichtemarketingaanpak.

Naast marketingactiviteiten die specifiek zijn toegesnedenop de gekozen thema’s, is promotie van de bibliotheekals ‘sterkmerk’ ook dringend noodzakelijk. De lande-lijkemarketingstrategie omvat dus een groot aantalactiviteiten waarvan wij er hier enkele noemen:

Page 28: Agenda voor de toekomst   2008
Page 29: Agenda voor de toekomst   2008

5554

6DeAgenda

voor2009

-2012

De bibliotheken gaan opereren als een landelijkeorganisatie met lokale ‘culturele’ ondernemers.Het merk bibliotheek wordt doormiddel van eenheldere en eenduidige landelijke campagne uitge-dragen en gepromoot. Dit vanuit een zelfbewusteidentiteit en een realistische positionering.Bibliothekenmaken in al hun uitingen gebruik vaneen landelijke huisstijl (drukwerk, gebouwen, web-sites, bedrijfskleding).Onderzocht wordt of de bibliotheekbranche zichkan ontwikkelen tot franchiseorganisatie, waarbin-nen landelijke klant- en winkelformules ontwikkeldworden voor plaatsen waar een beperkte lokaleinvullingmogelijk is.Kennis van de klant wordt uitgebreid en klantseg-mentatie (mosaic) wordt benut om beter aan tesluiten bij de servicebehoeften van klanten op hetterrein van openingstijden, prijs, collectie(presen-tatie), diensten etc. Regelmatig worden de effectenhiervan gemeten.Het bibliotheekabonnement krijgt het karakter vaneen klantenkaart, variërend van een eenvoudigeklantenkaart tot een vip-pas die rechten geeft opservice in alle bibliotheken en digitale diensten.De gebruikersvoorwaarden zullen landelijkewordenafgestemd, zodat gebruikers de kaart zullen ervarenals de lidmaatschapskaart van de gezamenlijke

bibliotheken.Landelijk worden afspraken gemaakt over hettariefbeleid.Specifieke aandacht is er voor jongerenmarketingen seniorenmarketing.

In combinatie met de kwalitatief hoogstaande diensten dieontwikkeld worden, zal deze strategie leiden tot eenaanmerkelijke positieverbetering van de bibliotheken.Meermensen zullen deweg naar de fysieke en digitalebibliotheek weten te vinden, waardoor het maat-schappelijk rendement verder zal groeien.

HRMHoe hard er de komende jaren ook gewerkt wordt aanverbetering en vernieuwing van de dienstverlening, hetsucces staat of valt met de kwaliteit van het personeel.Er zal uitstekende servicemoeten worden geleverddoor vakkundige en klantgerichtemedewerkers. In despannende en complexewereld van digitale informatiezal de bibliothecaris een gidsrol moeten vervullen opeen ander niveau dan nu. Ook de keuze voor eenmeermarkt- en klantgerichte aanpak eist andere en toege-voegde kwaliteiten van de organisatie en demede-werkers.Een nieuwberoepsbeeld en een ander opleidingstrajectzijn nodig. De bibliotheek zet in op ‘empowerment’

Page 30: Agenda voor de toekomst   2008

5756

6DeAgenda

voor2009

-2012

van de gebruiker: inhoud bieden die bijdraagt aan deversterking van het zelfbewustzijn en de zelfredzaam-heid van haar gebruikers. Daarbij wordt het verbindenvan inhoud en gebruikers belangrijker, evenals desamenwerking daarin.Dat betekent een nieuwe, excellente beroepspraktijkwaar leren en ondernemenmet inhoud centraal staan.De aanstaande vervangingsvraag ten gevolge van devergrijzing van het personeel is in dit verband eenprobleem dat tegelijk kansen biedt voor vernieuwing.De instroom van studenten op de verschillendeniveaus is te laag om de geanticipeerde uitstroom inde komende jaren op te vangen. Gericht wervings-beleid zal noodzakelijk worden, zeker omdat verwachtwordt dat de schaarste opde arbeidsmarkt de komendejaren sterk zal toenemen. De bestaande scholing sluitonvoldoende aan bij deze nieuwe uitdagingen en doetonvoldoende recht aan de diversiteit aan leervragendie daaruit voortkomen. Er is behoefte aan een nieuwbibliothecair opleidingsprogramma dat geënt is ophet principe van de lerende organisatie. De ambitiehierbij is om de bibliothecaris te benaderen als dragervan cultuur met de kenmerken: excellentie (het pres-tatieniveau), inspiratie (het energieniveau), talent(het ambitieniveau). Er wordt een landelijk, effectiefhrm-beleid opgezet dat de volgende elementen bevat:

Centrale regie op (nieuwe) opleidingen (mbo enhbo/wo), ondersteuningbij strategischepersoneels-planning in de regionale netwerken, (door)ontwik-kelinghr instrumenten, zoals Virtueel Loopbaan-centrum, beloning- en beoordelingssystematiek,gewenste functieprofielen, benodigde competentiesen diversiteitbeleid.Voor het kunnen aantrekken van kwalitatief goedpersoneel (ook zij-instromers) is adequate salarië-ring noodzakelijk en zou, waar mogelijk, getrachtmoeten worden omvangrijkere banen en betereloopbaanmogelijkheden aan te bieden.Stimuleren van het ontstaan van lerende netwerkenmet dwarsverbanden en verbindingen tussen biblio-thekenmet verwante organisatievraagstukken enleerdoelen. Aansluitend daarop een flexibel engevarieerd leeraanbod ontwikkelen, waarbij actiefaansluiting wordt gezocht bij kennis en expertisedie bij hogescholen, universiteiten en andereopleidingsinstituten aanwezig zijn.De certificeringsnorm voor investeringen in deopleiding en ontwikkeling van het zittende perso-neel is momenteel minimaal 3% van de bruto loon-som. De normwordt niet overal gehaald enmenkan zich zelfs afvragen of onder de huidige omstan-digheden een grotere investering niet noodzakelijkis. Zeker daar uit recente analyses van het Centraal

Page 31: Agenda voor de toekomst   2008

58

Bureau van de Statistiek (cbs 2007b) blijkt dat in deafgelopen jaren opleidingen aanzienlijk duurderzijn geworden.

Alles bij elkaar is de personeelskwestie demeest urgentehindernis voor het kunnen slagen van de inhoudelijkevernieuwing. Het zijn immers demensen die het zullenmoeten doen. Startend op zeer korte termijn zullenbranche en overheden de handen ineenmoeten slaanom tot een ‘deltaplan’ voor de personeelsproblematiekte komen. In dit plan dienen opleiding, rekrutering ensalariëring in samenhang te worden aangepakt. Eensturende rol van het Rijk, met een daarbij benodigdefinanciële injectie, ligt voor de hand.

ICT-infrastructuurict is bindmiddel, innovatiemiddel en efficiencymaat-regel ineen. Een eenduidige ict-infrastructuur maaktwerkprocessen eenvoudigerwaardoor kostbare tijd kanworden gewonnen. Tijd die nodig is voor de uitvoeringvan de toekomstplannen van de bibliotheken.In vrijwel al die plannen speelt ict een hoofdrol.Denk aan de ontwikkeling van de Digitale Bibliotheek,de toegang tot de virtuele Collectie Nederland en delandelijke diensten die daaraan gekoppeld zijn, zoalsal@din, g!ds, Zoek&Boek, Schoolbieb.nl, de NationaleBibliotheekkaart etc.

Page 32: Agenda voor de toekomst   2008

61

6DeAgenda

voor2009

-2012

De Stuurgroep Informatiearchitectuur, die ingesteldis door de vob, stelt dat een gezamenlijke informatie-architectuur de enigemogelijkheid is voor de brancheom in de nabije toekomst adequaat in te kunnen spelenop (ict) ontwikkelingen en vernieuwingen.Samenwerking op dit terrein is dus een absolute nood-zaak. Een gezamenlijke informatiearchitectuur biedt devolgende voordelen:

ict-middelen kunnen doelmatiger ingezet worden.Er is een stevige basis voor de ontwikkeling vannieuwe functionaliteiten, zowel voor bibliotheek-organisaties als leveranciers.Afzonderlijke ontwikkelingen kunnen veel beterop elkaar worden afgestemd.Nieuwe vormen van dienstverlening kunnen(sneller) worden ontwikkeld.Kennis en ervaring kunnen worden gedeeld.

Streven is om een gezamenlijke informatiearchitectuur terealiseren, met als speerpunten: contentmanagement,relatiebeheer en zoeken en ontsluiten. Een landelijkecoördinator is nodig om de contacten te leggen, dekennisuitwisseling te stimuleren en de informatie-architectuur te ontwikkelen en te onderhouden.Gedacht wordt ook aan een systeem van ‘kristallisatie-punten’. Dit zijn bibliotheken die –met ondersteuningvan het landelijk netwerk – onderdelen van de archi-

Page 33: Agenda voor de toekomst   2008

6362

gedacht. Daarnaast werpt de samenwerking op hetgebied van lezen en leesbevordering de nodige vruch-ten af.We noemden al de campagne ‘NederlandLeest’ die samenmet het cpnb is opgezet. Dergelijkevormen van samenwerking, ook diemet StichtingLezen, zullen in de toekomst zeker gecontinueerden hopelijk ook versterkt worden.

Misschien wel het allerbelangrijkste is de samenwerkingmet het onderwijs die de komende jaren verdergestaltemoet krijgen. Bibliotheken hebben al jareneen nauwe bandmet het basisonderwijs en de laatstejaren is ook de samenwerkingmet vmbo-scholen enroc’s geïntensiveerd.De strategie voor de toekomst is gericht op het nogverder aanhalen van de bandenmet het onderwijs.Door kwalitatief hoogstaande diensten, aangepastaan de verschillende onderwijsniveaus, willen deopenbare bibliotheken zich ontwikkelen tot een vol-waardige en onmisbare partner voor het onderwijs.Ook samenwerkingmet nieuwe partners, zowel inter-nationale als commerciële partners, zal onderdeel uit-maken van de branchestrategie van de toekomst.

tectuur uitwerken zodat zij vervolgens door anderebibliotheken kunnen worden overgenomen.

6.7 PartnersDe bibliotheken hebben een uitgebreid netwerk vansamenwerkingspartners. De bestaande allianties metKennisnet, Teleac/not, ggd, Stichting Lezen enStichting cpnb hebben tot veel nieuwe activiteitengeleid. Een voorbeeld is de buitengewoon succesvollecampagne ‘Nederland Leest’, die in samenwerkingmet Stichting cpnb tot stand komt.

De thema’s houden allerlei mogelijkheden in zich omsamenwerkingmet nieuwe partners aan te gaan.Voor uitbreiding van de Collectie Nederland en dedaarbij behorende etalagecollecties, zal actief gezochtworden naar partijen die in het bezit zijn van waarde-volle fysieke en digitale collecties. Op veel plaatsen zijnal bronnen van erfgoedpartners en andere culturelepartners ontsloten. Die kunnen een waardevolleaanvulling op de Collectie Nederland vormen.Ook voor de Digitale Bibliotheek zijn nieuwe content-partners van belang.Met name op het gebied vanbeeld en geluid zijn er interessante partners die bijkunnen dragen aan het vergroten van de aantrekkelijk-heid en de veelzijdigheid van de bronnen in deDigitale Bibliotheek.Ook aanGoogle kanworden

6DeAgenda

voor2009

-2012

Page 34: Agenda voor de toekomst   2008

65

7Veranderprogram

main

desteigers

64

Per thema zal in het projectplan tenminste één quick winworden benoemd, zodat eind 2009 gegarandeerd opéén concreet onderdeel per themamarkant en zicht-baar voor klanten en overheden succes wordt geboekt.

Daarnaast wordt in dezelfde periode een aanzet gegeventot de ontwikkeling van de ondersteunende program-ma’s marketing, hrm en digitale infrastructuur. Kennisvan de klant, deskundig en gemotiveerd personeel eneen goede digitale infrastructuur zijn immers onont-beerlijk voor het succesvol ontwikkelen van de vierinhoudelijke thema’s. Met de ondersteunende pro-gramma’s wordt de basis gelegd voor succesvolleinnovatie.

7.2 Bestuurlijke verankeringOmbescherming en ruimte te creëren voor de uit-voering van de Agenda is bestuurlijke verankeringvereist.

Om de daadkracht te vergroten, het tempo te verhogen entegelijkertijd de betrokkenheid vanuit de branche tegaranderen, dient het bestuursmodel van de vob ver-nieuwd te worden. Het nieuwe bestuursmodel moetde basis leggen voor een krachtige uitvoering van dethema’s en de kerndoelen, en de ondersteunendeprogramma’s. Vanuit dit nieuwe bestuursmodel moet

7 Veranderprogramma in desteigers

7.1 Centraal in de AgendaAlmet al kunnen we constateren dat de strategie-bijeenkomsten de gewenste focus hebben opgeleverd.De thema’s voor de komende jaren zijn bepaald:

Digitale BibliotheekCollectie NederlandMediawijsheidLezen en leesbevordering

Omhet tempo erin te houden is een voortvarende aanpaknodig. In de tweede helft van dit jaar worden de vierthema’s en hun aansluiting op de kerndoelen uitge-werkt in projectplannen. De projectplannen wordenbestuurlijk, organisatorisch en qua partnerschappenverankerd en financieel onderbouwd.Projectplannen en bijbehorende begrotingen wordenin december 2008 in de ledenvergadering van de vobvastgesteld. Ten behoeve van de uitvoering wordtgebruik gemaakt van het ondersteunings- en uitvoe-ringspotentieel van bibliotheken (inclusiefwsf), pso’s,nbd/Biblion, partners en het op te richten innovatie-centrum.

Page 35: Agenda voor de toekomst   2008

6766

7Veranderprogram

main

desteigers

ook de relatiemet het innovatiecentrum en de nieuwerelatie met de betrokken overheden vorm krijgen.

Tevensdienende verbanden inhet netwerkherijkt teworden.Devobmoet zichontwikkelen tot eenhoogwaardigelandelijkebrancheorganisatie voor deopenbarebiblio-theken. Ter bevordering vande transparantiewordt ver-dere integratie vanwerkgeversorganisatie (wob) endebrancheorganisatie (vob) in éénorganisatie in 2009voorbereid.Dit voornemengeldtookvoorStichtingwsf.Als gevolg daarvan zal hetNetwerk vanDirecteuren zichmoetenberadenopdepositie die zij inneemtnaast denieuwebrancheorganisatie.

De drie overheden, Rijk, ipo en vng sluiten samenmet devob eennieuwconvenant (bibliotheekcharter) voor deperiode 2009-2012.

7.3 Oprichting innovatiecentrumAlle partijen zijn het er over eens, dat een organisa-torische ingreep nodig is om vaart temakenmet degewenste innovatie. In de aanbevelingen van ipo, vng,Raad voor Cultuur en Stuurgroep Bibliotheken passe-ren verschillende vormen van platforms en innovatie-centra de revue, waarbij het aantal participanten somssterk wordt verbreed. De ideeën hierover zijn nog nietuitgekristalliseerd. Naar onzemeningmoeten daad-

kracht en focus leidend zijn bij de inrichting van hetinnovatiecentrum. Een innovatiecentrum van en voorde openbare bibliotheken, maar losgekoppeld van devob-organisatie lijkt ons daartoe de beste oplossing.Een op zichzelf staand innovatiecentrum, dat gevoeden financieel ondersteundwordt vanuit de branche;losgekoppeldmaar niet losgezongen.

In onze ogen dienen de volgende taken bij het innovatie-centrum te worden belegd:

innovatie-implementatiefaciliteren van veranderprocessenbeheer van online diensten en de landelijke ictinfrastructuur (inclusief standaarden)backofficetaken voor de branche

Het initiatief om te komen tot een dergelijk centrum ismede ingegeven door de goede ervaringen die inNederland zijn opgedaan in de branche van HogerOnderwijs en bij het realiseren van de elektronischeoverheid, waar respectievelijk Stichting surf enStichting ictu goede resultaten hebben laten zien ophet snijvlak van innovatie, ict infrastructuur en beheer.

Wij kunnen ons voorstellen dat in dit centrum slechts eendeel van het uitvoeringsapparaat wordt onderge-bracht, want wij zijn vanmening dat ook de provinciale

Page 36: Agenda voor de toekomst   2008

6968

7Veranderprogram

main

desteigers

serviceorganisaties (in opgeschaalde vorm),nbd/Biblion,bibliotheken en andere organisaties uitvoerende rollenop zich kunnen nemen. Op deze wijze wordt hetinnoverende vermogen over de volle breedte van debranche gestimuleerd.

De centrale regie op de innovatie beleggen we bij het inno-vatiecentrum. De overheden houden toezicht op ditcentrum en kunnen sturen op tempo, focus en kwali-teit. Vanuit de branche wordt aangegeven dat menbereid is ook financieel bij te dragen aan dit innovatie-centrum als hierdoor lokaal en provinciaal geld vrijvalt(doordat taken landelijk worden uitgevoerd) en als decollectieve kwaliteit hoger ligt dan de reeds bereikteindividuele kwaliteit (koplopers moeten niet wordenafgestraft).Men is zich er van bewust, dat we nu ook landelijkekeuzesmoetenmaken en dat men zich daar lokaal bijmoet aansluiten. Het ondernemingsplan voor het inno-vatiecentrum zou eind dit jaar moeten worden opge-leverd,waarin dedrie centrale kennisdomeinen (klanten,bibliotheken, ict) met elkaar in verband zijn gebracht.

7.4 Financieringsmodel voor de AgendaDe sector kan rekenen op voortgezette zorg van hetRijk voor de vernieuwing. De 20miljoen euro blijftbeschikbaar enmogelijk meer.

Voor de bekostiging van de activiteiten van het inno-vatiecentrum, de gekozen thema’s en ondersteunendeprogramma’s is een gezamenlijke inzet vanmiddelennodig. Gezien de ambities gaat het naar een eersteinschatting om een jaarlijks budget van circa 50-55mil-joen euro voor de komende vier jaar (ca. 10% van detotale publiekemiddelen die jaarlijks worden besteedaan het openbare bibliotheekwerk). Dit moet opge-bracht worden uit bijdragen van de openbare biblio-theken zelf, gemeenten, het Rijk en de provincies.De omvang van de bijdrage uit de branche kan in deloop der jaren geleidelijk groeien. Uitgangspuntmoetzijn dat de bijdrage in 2012 in de orde van grootte isvan de huidige rijksbijdrage. Daar tegenover staat dateen gerichte samenwerking ook veel inverdienmoge-lijkhedenmoet bieden.

7.5 Haalbaarheidsonderzoek franchisemodelBibliotheken hebben nog onvoldoende beeld van detoepassing van franchiseachtige arrangementen in debranche en demogelijkheden en beperkingen. In debreedte is er grote bereidheid om gebruik temakenvan retailkennis in de ontwikkeling vanwinkelformules,het uitvoeren van landelijkemarktanalyses en deontwikkeling van een landelijkemarketingstrategie.Ook zien veel leden veel kansen in landelijkemarke-tingacties. Een haalbaarheidsonderzoek is nodig om

Page 37: Agenda voor de toekomst   2008

70

te bepalen of en in hoeverre er mogelijkheden zijn endraagvlak is voor franchisemodellen.

7.6 MarketingonderzoekDe activiteiten rondmarktonderzoek worden geïn-tensiveerd, mede op basis van het scp-rapport. Alleprojectplannen worden voorzien van eenmarketing-paragraaf. Het landelijk ingezettemarketingbeleidwordt met kracht voortgezet.

7.7 Ontwikkeling en implementatie hrm-beleidDe branchenota’s ‘Agenda hrm’ en ‘Leren Schitteren’zijn vastgesteld in de vob-ledenvergadering van resp.juni 2007 en december 2007. Eind 2008 wordt de bij-behorende planning en prioritering uitgewerkt.

Page 38: Agenda voor de toekomst   2008

Colofon

Uitgave Vereniging Openbare Bibliotheken in Nederland

Datum juli 2008

Tekst Peter van Eijk, Frans Meijer, Jacqueline Roelofs, Hans van Soelen,

Hans Veen

Eindredactie Joyce Sternheim

Grafische vormgeving Comma-S ontwerpers, ’s-Hertogenbosch

Drukwerk Drukkerij Lecturis, Eindhoven

Page 39: Agenda voor de toekomst   2008
Page 40: Agenda voor de toekomst   2008

De strategievan de Vereniging

van OpenbareBibliotheken voor

de jaren 2009 - 2012

Agendavoor de

Toekomst

Agenda

voordeToekom

st