Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga

9
Anna Heslinga Lisa en de heliumballonnen Lisa kijkt mij met grote vragende ogen aan. “En?”, vraagt ze. “Heb je ze meegenomen?” “Ja”, antwoord ik. “Ze zijn knalroze!” Lisa heeft bedacht hoe wij ons laatste gesprek gaan afsluiten, ze wil heliumballonnen oplaten. We schrijven samen twee kaartjes voor de twee roze ballonnen. Eén met de stomme dingen over de scheiding. Eén met de dingen waar ze blij van wordt. We rennen door de regen het schoolplein op, naar het speelhuisje waar we droog staan. Lisa zegt: “Eerst de stomme ballon.” Ze laat deze los en samen kijken we hem na. “Zo, en nu de fijne ballon.” Die kijkt ze niet na. Ik vraag hoe het nu voelt. “Heel fijn.” Ik zie dat haar schoudertjes ontspannen. Verder zonder hulpverlener Zou het goed zijn als alle hulpverleners die werken met kinderen, gebruikmaken van afscheidsrituelen bij het afsluiten van de hulpverlening? Dit is wat ik mij heb afgevraagd gedurende mijn stageperiode binnen het schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs. Tijdens de hulp die ik kinderen bood vertrouwden ze mij en hechtten zij zich aan mij. Ze vonden het lastig wanneer de hulp stopte, dat ze het verder zonder mij moesten doen. Maar ook ik had wel eens moeite met het moment van afscheid. Zo liep ik ertegenaan dat er alleen een algemene afsluiting werd gehanteerd voor volwassenen, met een afsluitend gesprek waarin je kon evalueren met behulp van een evaluatieformulier met standaardvragen. Dit sloot onvoldoende aan op de kinderen, zij konden niet voldoende hun gevoelens en gedachten kwijt. Ik merkte dat de kinderen behoefte hadden aan een andersoortige afsluiting. De richting voor het vinden hiervan vond ik bij de sociale vaardigheidstraining voor basisschoolleerlingen in dezelfde organisatie. De laatste bijeenkomst werd gewijd aan ‘afscheid nemen’ en ‘verder gaan’. Er was tijd voor het afscheid nemen van elkaar en het afsluiten van de hulpverlening. Doormiddel van verschillende rituelen gaven ze elkaar moed om zonder de groep en trainers verder te gaan. Ook de trainers kregen de gelegenheid elk kind individueel een steuntje in de rug mee te geven. Het effect was dat de kinderen die voorafgaand aan de laatste bijeenkomst aangaven het jammer te vinden dat het de laatste keer was, nu vol zelfvertrouwen de uitdaging aandurfden zonder de groep en trainers verder te gaan. Ditzelfde effect wilde ik graag ook in de individuele begeleiding bereiken. Daarom ben ik gaan experimenteren met gebruikmaking van rituelen bij de afsluiting van de hulpverlening. Inspiratie vond ik vanuit mijn creatieve achtergrond; ik heb een jaar op de kunstacademie gezeten en een propedeuse creatieve therapie behaald. DE KRACHT VAN EEN AFSCHEIDSRITUEEL Werken met kinderen en rituelen binnen de hulpverlening. Het afscheid zien als een ritueel

Transcript of Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga

Anna Heslinga Lisa en de heliumballonnen Lisa kijkt mij met grote vragende ogen aan. “En?”, vraagt ze. “Heb je ze meegenomen?” “Ja”, antwoord ik. “Ze zijn knalroze!” Lisa heeft bedacht hoe wij ons laatste gesprek gaan afsluiten, ze wil heliumballonnen oplaten. We schrijven samen twee kaartjes voor de twee roze ballonnen. Eén met de stomme dingen over de scheiding. Eén met de dingen waar ze blij van wordt. We rennen door de regen het schoolplein op, naar het speelhuisje waar we droog staan. Lisa zegt: “Eerst de stomme ballon.” Ze laat deze los en samen kijken we hem na. “Zo, en nu de fijne ballon.” Die kijkt ze niet na. Ik vraag hoe het nu voelt. “Heel fijn.” Ik zie dat haar schoudertjes ontspannen. Verder zonder hulpverlener Zou het goed zijn als alle hulpverleners die werken met kinderen, gebruikmaken van afscheidsrituelen bij het afsluiten van de hulpverlening? Dit is wat ik mij heb afgevraagd gedurende mijn stageperiode binnen het schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs. Tijdens de hulp die ik kinderen bood vertrouwden ze mij en hechtten zij zich aan mij. Ze vonden het lastig wanneer de hulp stopte, dat ze het verder zonder mij moesten doen. Maar ook ik had wel eens moeite met het moment van afscheid.

Zo liep ik ertegenaan dat er alleen een algemene afsluiting werd gehanteerd voor volwassenen, met een afsluitend gesprek waarin je kon evalueren met behulp van een evaluatieformulier met standaardvragen. Dit sloot onvoldoende aan op de kinderen, zij konden niet voldoende hun gevoelens en gedachten kwijt. Ik merkte dat de kinderen behoefte hadden aan een andersoortige afsluiting. De richting voor het vinden hiervan vond ik bij de sociale vaardigheidstraining voor basisschoolleerlingen in dezelfde organisatie. De laatste bijeenkomst werd gewijd aan ‘afscheid nemen’ en ‘verder gaan’. Er was tijd voor het afscheid nemen van elkaar en het afsluiten van de hulpverlening. Doormiddel van verschillende rituelen gaven ze elkaar moed om zonder de groep en trainers verder te gaan. Ook de trainers kregen de gelegenheid elk kind individueel een steuntje in de rug mee te geven. Het effect was dat de kinderen die voorafgaand aan de laatste bijeenkomst aangaven het jammer te vinden dat het de laatste keer was, nu vol zelfvertrouwen de uitdaging aandurfden zonder de groep en trainers verder te gaan. Ditzelfde effect wilde ik graag ook in de individuele begeleiding bereiken. Daarom ben ik gaan experimenteren met gebruikmaking van rituelen bij de afsluiting van de hulpverlening. Inspiratie vond ik vanuit mijn creatieve achtergrond; ik heb een jaar op de kunstacademie gezeten en een propedeuse creatieve therapie behaald.

DE KRACHT VAN EEN AFSCHEIDSRITUEEL

Werken met kinderen en rituelen binnen de hulpverlening. Het afscheid zien als een ritueel  

“Zo, en nu de fijne ballon.” Die kijkt ze niet na. Ik vraag hoe het nu voelt. “Heel fijn.” Ik zie dat haar schoudertjes ontspannen.  

Rituelen Wat zijn rituelen? Laat ik in mijn omgeving het woord ritueel vallen, dan ontstaat er meestal een discussie over de vraag wat rituelen zijn? Sommigen beweren stellig dat een ritueel enkel godsdienstig is, anderen dat het ook in alledaagse dingen kan zitten, zoals het voorlezen van een verhaaltje voor het slapen gaan. Volgens Van Kerckhove en Vens (2010) worden in het dierenrijk bij alle diersoorten constant rituelen uitgevoerd. Geloof je bijvoorbeeld dat de mens voortkomt uit de dieren, dan zit het biologische aspect van ‘rituelen’ ook in de mens verscholen. Rituelen horen bij de mens, jong en oud. Een ritueel kan verzonnen worden, spontaan ontstaan of er kan gebruikgemaakt worden van bestaande, traditionele rituelen. Zoals een bruiloft of begrafenis. Het nut van rituelen Over de algemene zin van rituelen is veel geschreven. Volgens Riphagen-Hamoen (1997) wordt onder een ritueel vaak een godsdienstige plechtigheid of ceremonie verstaan. Echter, oorspronkelijk was het doel van een ritueel daarmee je leven op orde te houden. Een ritueel kan worden gezien als een overgang, die een proces op gang kan brengen. Dit kan zowel bewust als onbewust gebeuren. Rosseels (1997) stelt dat veel belangrijke dingen in het leven afhankelijk zijn van het toeval. Rituelen kunnen helpen bij het aanvaarden van dit toeval. Rituelen kunnen helpen bij het ondervangen van problemen, kleine crisisjes. Deze crises horen bij het leven. “Als men van een oude levenssituatie naar een nieuwe toegroeit, dan

kunnen rituelen helpen om beter met de spanningen die ontstaan, om te gaan.” (Riphagen-Hamoen, 1997, p. 11). Menken-Bekius (2001) zegt dat psycholoog Onno van der Hart veel geschreven heeft over het werken met rituelen in de psychotherapie. De functie van overgangsrituelen is volgens hem dat ze overgangen in de levensloop markeren en je daarin begeleiden. Antropoloog Arnold van Gennep schreef al in 1909 een boek over de structuur van rituelen. Hij ontdekte dat rituelen volgens een bepaald patroon verlopen. Waarbij hij een ritueel duidde als een proces over een langere tijdsperiode en niet enkel het moment van de rituele handeling zelf. Overgangsrituelen zijn daarmee in drieën te delen met eerst de afscheidingsfase, het losmaken uit de oude situatie. Dan is er een tussenperiode, de persoon verkeert niet meer in de oude situatie, maar is ook nog niet aanbeland in de nieuwe situatie. De laatste fase is het aanbelanden in de nieuwe situatie. Deze processen kunnen zijn het uit huis gaan, trouwen, weduwe/weduwnaar worden, pubertijd. Dit soort processen gaan gepaard met rituelen die vooral in de tussenfase van betekenis kunnen zijn. Ze brengen het markeringspunt aan waardoor het oude achtergelaten kan worden en een nieuw begin mogelijk wordt gemaakt. “Als men van een oude levenssituatie naar een nieuwe toegroeit, dan kunnen rituelen helpen om beter met de spanningen die ontstaan, om te gaan.”

“Zo, en nu de fijne ballon.” Die kijkt ze niet na. Ik vraag hoe het nu voelt. “Heel fijn.” Ik zie dat haar schoudertjes ontspannen.  

Tot slot stelt Aubyn (1994) dat rituelen en symbolen de taal van het onderbewuste spreken. Zij communiceren met ons op een veel dieper niveau dan mogelijk te bereiken is met het bewuste denken. Het is dus mogelijk uit een ritueel kracht te putten en daardoor om te kunnen gaan met het nieuwe en onbekende. Daarnaast blijkt een ritueel beter in staat de diepere, wezenlijke dimensies van de mens te raken. Kind en ritueel Rituelen horen bij het dagelijkse leven van kinderen Kijk je terug naar je eigen jeugd, dan zat deze in veel gevallen vol met ‘verstopte’ rituelen. Zo kreeg ik van mijn opa altijd een briefje van 5 om daar snoep van te halen bij de winkel om de hoek en fluisterde hij in mijn oor dat ik niks tegen mijn oma mocht zeggen. Het verhaaltje voor het slapen gaan, kerkelijke rituelen, zoals op zondag naar de kerk gaan. In de auto op weg naar een kampeervakantie in Frankrijk altijd dezelfde cd’s beluisteren van Kinderen voor Kinderen en Brigitte Kaandorp. Op mijn verjaardag kiezen wat ik wilde eten. Een liedje zingen voor het slapen gaan…etc. Maar ook op belangrijke schakelpunten in mijn kindertijd kan ik mij rituelen herinneren. Bijvoorbeeld bij verhuizing of de overgang naar een andere school. “Twee begrippen die van wezenlijk belang zijn voor de opvoeding van het kind zijn veiligheid en geborgenheid. Ze hebben ook een belangrijke functie bij de rituelen.” (Riphagen-Hamoen p. 12). Je kind veiligheid en geborgenheid geven, dat is het mooiste en belangrijkste wat je als

opvoeder kunt geven. Een kind wordt iedere dag overspoeld met indrukken en prikkels. Dat vraagt om structuur, vaste en duidelijke punten voor het kind. Het liefst iedere keer op precies dezelfde manier. Daarom zijn rituelen zeer belangrijk voor kinderen. Ze willen bijvoorbeeld hun knuffels voor het slapen gaan allemaal een kusje geven; je moet het verhaaltje keer op keer weer voorlezen; het spelletje moet precies volgens de regels gespeeld worden; het kind wil altijd drie kussen op de ene en de andere wang, omdat het anders uit evenwicht raakt. Dit geldt niet alleen voor de leuke dingen, ook straf of troost ontvangen ze graag op exact dezelfde manier, volgens een vast ritueel. Riphagen-Hamoen (1997) stelt dat rituelen ook in de opvoeding op school verschillende functies hebben: Het stimuleren van het loslatingsproces van ouders, prikkelen om iets gedaan te krijgen, de werkhouding versterken, het uithoudingsvermogen vergroten, ondersteunen in het aangaan van contact/relaties met leeftijdsgenootjes en het helpen oplossen van conflicten. Dus waarom ook niet gebruikmaken van rituelen in de hulpverlening? Kinderen communiceren anders Ga je als hulpverlener met een kind praten, dan is het belangrijk je ervan bewust te zijn dat kinderen anders communiceren dan volwassenen. “Twee begrippen die van wezenlijk belang zijn voor de opvoeding van het kind zijn veiligheid en geborgenheid. Ze hebben ook een belangrijke functie bij de rituelen.”

Iets tastbaars, een duidelijke markering, zorgt ervoor dat het kind gesterkt wordt om door te gaan. Delfos (2008) zegt dat het belangrijk is om spelen en praten te combineren, omdat kinderen veel meer energie hebben dan volwassenen. Ze kunnen meerdere activiteiten combineren; je kunt dus al tekenend met hen praten. Lang stilzitten is voor een kind erg onplezierig, zeker als ze zich gespannen voelen bij bijvoorbeeld een laatste gesprek, wat allerlei gevoelens kan oproepen. Zijn kinderen goed gemotiveerd, dan kan hun concentratie weer heel hoog zijn. Dus als je het kind verleidt met een passende opdracht, is de kans het grootst dat het er volledig bij is met zijn concentratie. Het gebruik van rituelen sluit hier bij aan omdat in een ritueel meestal een beroep wordt gedaan op meerdere zintuigen. Rituelen in de hulpverlening Afsluitingsfase Voor een kind dat hulp ontvangt van een schoolmaatschappelijk werker, wordt het moment dat deze hulp stopt vaak als dubbel ervaren. Aan de ene kant is het kind blij dat het weer wat beter gaat, voelt hij zich sterker om verder te gaan, anderzijds is het eng; het kind moet nu weer alleen verder. Het kind bindt zich aan jou als hulpverlener en voelt zich vertrouwd en op zijn gemak. De afronding van de hulp moet dus even serieus worden genomen als de hulp zelf, misschien nog wel serieuzer. Afscheid nemen kan voor zowel de cliënt als de hulpverlener zwaar zijn. Hoewel de hulpverlener, als het goed is, beter

geoefend is in het afscheid nemen van zijn cliënten dan andersom. Voordelen voor het kind Volgens creatief therapeut M. de Hertog (persoonlijke communicatie, 22 maart 2014) kan een kind door gebruikmaking van een ritueel bij de afsluiting van de hulpverlening betekenis geven aan dat wat hij heeft gedaan. Ze heeft tijdens haar werk gemerkt dat voor kinderen alleen het praten niet genoeg is. De hulp zal hen langer bijblijven en langer van betekenis zijn als er daadwerkelijk iets tastbaars gemaakt wordt. Het betekenis geven aan, speelt een belangrijke rol in het werken met rituelen. Het leert je om iets een plek te geven. Een herinnering vast te leggen. Wanneer het kind een positieve ervaring heeft gehad met de hulpverlening dan zal het in de toekomst wanneer hij of zij weer in contact komt met hulpverlening, hier aan terug denken. Dat kan ervoor zorgen dat hij of zij meer open zal staan voor hulp en misschien eerder aan de bel zal trekken. Je zou dus kunnen spreken van een preventieve werking. Gezinscoach A. Sneller (persoonlijke communicatie, 31 maart 2014) zegt dat als het kind een positief gevoel krijgt bij de afsluiting, dat op langere termijn effect kan hebben, omdat het kind iets heeft om op terug te kijken. Iets tastbaars, een duidelijke markering, zorgt ervoor dat het kind gesterkt wordt om door te gaan. Tegelijkertijd heeft het kind iets om op terug te grijpen wanneer het fout dreigt te gaan. Daarnaast stelt ze dat het ‘afscheid markeren’ zorgt voor een duidelijke afsluiting, want voor kinderen is dit vaak moeilijk. Wanneer je de afsluiting

‘open’ laat, kunnen ze verwachtingen naar de hulpverlener blijven houden. Tot slot ervaart het kind in het ritueel dat het van betekenis is geweest voor je, zeker als je het ritueel samen met het kind hebt bedacht en uitgevoerd. Voordelen voor de hulpverlener Jagt & Jagt (2004) zeggen dat hulpverleners moeten oppassen voor een bekende valkuil: de neiging om te rekken. Ze schuiven in het tijdslimiet en gaan wat langer door dan gepland of eigenlijk nodig is. De hulpverlener kan denken dat er nog meer te behalen valt in het proces, dat de cliënt nog meer stappen kan maken als ze nog even doorgaan. Begrijpelijk en herkenbaar voor elke (beginnende) hulpverlener. Het gevoel dat je nodig bent; een van de redenen waarom velen met het vak zijn begonnen, toch? Maar ‘rekken’ kan ook vanuit de cliënt ontstaan. Deze kan aangeven het eng te vinden om alleen verder te gaan. Het is daarom van belang als hulpverlener in te zien dat er altijd wel iets blijft om aan te werken. Volgens Jagt & Jagt (2004) kent de afronding van de hulpverlening twee aspecten: evalueren en afscheid nemen. Evalueren is een kruispunt tussen terugkijken en vooruitblikken. “Afscheid nemen betekent: tijd en aandacht geven aan de gevoelens die het uit elkaar gaan oproept.” (Jagt en Jagt 2004 pag. 189). Het is belangrijk dat je als hulpverlener stil staat bij deze gevoelens, ze herkent en erkent. Bij gebruik van een ritueel bij het afscheid en tijdige informatie hierover naar de cliënt, zal deze zich daaraan ook verbinden, wordt het iets van de cliënt en de hulpverlener samen. Is het ritueel uitgevoerd, dan kan de hulpverlener het beter loslaten; er is immers een goede afsluiting geweest

Het betekenis geven aan, speelt een belangrijke rol in het werken met rituelen. en de cliënt weet precies waar hij of zij aan toe is. Daarnaast is het gebruik van rituelen een toevoeging op de geleerde vaardigheden met betrekking tot de gespreksvoering met jonge kinderen vanuit de maatschappelijk werkopleiding. Hiermee wordt nu onvoldoende rekening gehouden. Voor hulpverleners kan het interessant zijn om zich te laten inspireren door middel van workshops van creatief therapeuten over de toepassing van creatieve middelen. Creatief therapeut S. Omarsdottir (persoonlijke communicatie, april 2014) denkt dat door samenwerking van verschillende disciplines er meer uitbreiding kan komen van een hulpverlenersrepertoire. Zij ziet een rol weggelegd als creatief therapeut om maatschappelijk werkers te helpen en inspireren. Voordeel voor betrokkenen Een mooi bijeffect van ritueelgebruik kan zijn dat ook ouders en docenten het resultaat hiervan kunnen gebruiken in de opvoeding van het kind. Zo hoorde ik van ouders en leerkrachten, enkele weken na de hulpafsluiting, dat het kind het gemaakte wensdoosje ter herinnering er nog wel eens bij pakte om de positieve briefjes te lezen. Of terugbladerde in de werkbladen die het gemaakt had bij de sociale vaardigheid groepstraining.

Het afscheidsritueel Hoe pak je het aan “Soms kan enig afscheidsritueel helpen bij het zetten van een echte punt achter de relatie. Een klein teken wordt opgericht: dit is het laatste moment van onze samenwerking, vanaf nu is de cliënt cliënt-af. Het ritueel hoeft niet ingewikkeld te zijn, als het de betekenis van het moment maar onderstreept en markeert.” (Jagt & Jagt 2004 pag. 189.) Ga je met rituelen aan de slag, dan is het in de allereerste plaats van belang om er rekening mee te houden dat het ritueel aansluit bij de belevingswereld van het kind. Je kunt daarvoor zorgen door het kind zelf het ritueel te laten verzinnen of dit samen te doen. Heeft het kind dit zelf verzonnen, dan komt dit ook beter uit de verf. Het kind zal enthousiast en gemotiveerd raken. Begin de één na laatste bijeenkomst vast over het afscheid, benoem de laatste keer dat je elkaar zult zien/spreken. Vraag wat het kind daarvan vindt en vertel dat er verschillende manieren zijn om afscheid van elkaar en eventueel ook de problemen/’oude ik’ te nemen. Je kunt uitleggen dat je samen een manier kunt verzinnen waarop je op een speciale manier hier aandacht aan besteedt door het uitvoeren van een zelfverzonnen afscheid. Je kunt ook samen met de ouders een ritueel verzinnen dat het hele gezin met elkaar kan uitvoeren. Vervolgens ga je brainstormen; misschien komt het kind meteen met een goed idee, of heeft het even hulp nodig. Heb je zelf ideeën, dan kan je deze op tafel leggen en het kind laten kiezen. Daarna spreek je af wat er voorbereid moet worden en wie wat doet. Het kind kan iets meenemen van thuis,

misschien moet er iets gekocht worden? Gezinscoach A. Sneller (Persoonlijke communicatie, 31 maart 2014): “Ik sta stil bij de kern van de hulpverlening aan het kind en wat het kind raakte, wat zijn/haar kracht was of waar het kind veel aan had. Dan bedenk ik wat het allerbelangrijkst zou zijn om het kind nog eens mee te geven voor de langere termijn en bedenk daar een symbool bij.” Van belang is dat het kind zich niet gedwongen voelt tot een bepaald ritueel, maar intrinsiek gemotiveerd is om het uit te voeren. “Het spreekt vanzelf dat elk ritueel dat om de verkeerde reden wordt verricht, aanzienlijke schade kan aanrichten en naar alle waarschijnlijkheid zijn terugslag zal hebben op degenen die het hebben uitgevoerd.” (Aubyn 1994 pag. 12). Ontdek In de eerste instantie is het belangrijk dat je open staat voor het gebruik van rituelen in de hulpverlening. Hopelijk kriebelt er iets en ben je enthousiast geraakt hiermee aan de slag te gaan. Probeer inspiratie op te doen en nodig hier ook je collega’s voor uit of vraag eens rond in je beroepsgroep wie hier al ervaring mee heeft. Durf te experimenteren als je het gevoel hebt dat het bij je werkwijze past. Als je begint zal je zien dat het kind vaak heel goed met je mee kan denken, waardoor het als vanzelf zal ontstaan. Maak het niet te groot en besteed er niet te veel tijd aan. In veel gevallen zul je er bovendien weinig tot geen tijd voor krijgen van de werkgever. Waak er dan ook voor dat je dit niet te veel in je vrije tijd gaat doen. Het is prima om een eerder verzonnen ritueel weer in een nieuw jasje te steken,

denk daarin in de korte oplossingsgerichte therapie. “Als iets (beter) werkt, ga er mee door. Als iets niet werkt, doe dan iets anders.” (Bannink 2006 pag. 18). Conclusie In het begin van dit artikel vroeg ik mij af of het goed zou zijn als alle hulpverleners die werken met kinderen gebruikmaken van afscheidsrituelen bij het afsluiten van de hulpverlening. Vooraf hebben we gezien dat het belangrijk is je te realiseren dat voor een kind een ritueel niet spannend of nieuw is. Het zit in het zijn van de mens en kinderen krijgen in hun opvoeding en op de basisschool vaak met rituelen te maken; het geeft ze een veilig en vertrouwd gevoel. Voorwaarden die we ook in de hulpverlening beogen. Vervolgens heb ik de voordelen van het gebruik van rituelen uiteengezet en kom ik tot de conclusie dat het voor verschillende partijen winst kan opleveren. Je sluit aan bij de belevingswereld van het kind, als hulpverlener kan je een nieuwe uitdaging aangaan en in de toekomst kan het preventief werken omdat door de uitvoering van een afscheidsritueel de hulp beter beklijft. Een positieve ervaring met hulpverlening op jonge leeftijd heeft invloed op de omgang met hulp op latere leeftijd. Ik denk dat het goed is als je als hulpverlener af en toe net dat extra tandje bijzet, iets verder denkt dan de kaders die je instelling je opdraagt, durf toont. Dus toch tijd maakt voor een ritueel. Met een ritueel krijg je juist de persoon achter het kind te zien. Met een ritueel krijg je juist de persoon achter het kind te zien.

Tot slot een aantal inspirerende voorbeelden: • het oplaten van heliumballonnen

met zelfgeschreven/getekende kaartjes;

• het maken/versieren van een wensdoosje met daarin positieve en bekrachtigende briefjes;

• een collage maken met plaatjes en teksten die het kind bemoedigen; deze kan hij ophangen boven zijn bureau/bed of ergens in een laatje stoppen;

• een brief schrijven naar personen om hen te bedanken voor hun steun en te vragen of zij dit willen blijven doen;

• gezinsleden brieven naar elkaar laten schrijven om elkaar te bekrachtigen;

• het schrijven van een gedicht/liedje; • flessenpost; • een doos vullen met dingen die je

als gezin achter je wilt laten en deze begraven;

• een gelukspoppetje maken.

Met dank aan: • Annelies Sturm,

afstudeercoach • Anne Sneller, gezinscoach

Leger des Heils • Bastiaan van den Berg,

kritische lezer • Ellen Grootoonk,

beoordelaarster • Jessamy Balster, medestudent • Maaike de Hertog, creatief

therapeut drama • Magda Kramer, kritische lezer • Soley Omarsdottir, creatief

therapeut beeldend • Ursula Becker,

schoolmaatschappelijk werker MD Veluwe, eigenaar praktijk Aventurijn en expert voor dit artikel

Literatuurlijst Bannink, F. (2009) Oplossingsgericht vragen, handboek oplossingsgerichte gespreksvoering. Uitgeverij Pearson Amsterdam. Buitink, J. (2012) Beroepscode voor de maatschappelijk werker. Uitgeverij Anraad Nieuwegein. Delfos, M. (2003) Luister je wel naar mij? Gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar oud. Uitgeverij SWP Amsterdam Fleischmann, K. (2010), Beroepscode voor de maatschappelijk werker, NVMW, Utrecht. Jagt & Jagt, N, L. (2006) Taakgerichte hulpverlening in social work. Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum Houten. Kerckhove, C & Vens, E. (2010) Overgangsrituelen. Standaarduitgeverij België Menken-Bekius, C. (2001) Werken met rituelen in het pastoraat. Uitgave Kok Kampen Riphagen-Hamoen, E. (1997) Kinderen en rituelen, het belang van vaste gewoonten voor opgroeiende kinderen. Uitgeverij Kok Lyra Kampen. Rosseels, C. (1997) Rituelen vandaag. Uitgeverij Hadewijch Antwerpen. Saint Aubyn, L. (1994) Rituelen en ceremoniën voor alledag. Uitgeverij Ankh-Hermes Deventer.