Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 ·...

219
I Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze Toelichtingsnota maart 2011

Transcript of Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 ·...

Page 1: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

I

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

Toelichtingsnota

maart 2011

Page 2: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...
Page 3: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

III

Gezien en voorlopig vastgesteld door de Provincieraad in vergadering van

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

De Deputatie verklaart dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van tot

Namens de Deputatie,

op bevel,

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

Gezien en definitief vastgesteld door de Provincieraad in vergadering van

……………………………..

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

Page 4: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

Colofon

Dit document is een publicatie van :

Provincie Oost-Vlaanderen

Gouvernementstraat 1

Directie Ruimte

Dienst Ruimtelijke Planning

9000 Gent

secretariaat: 09-267 75 61

dossiernummer R01/RUP/2002/PRUP/OVL/002

dossierverloop

beslissing Deputatie tot opmaak PRUP 08/02/2007

versturen voorontwerp voor plenaire vergadering 22/11/2010

plenaire vergadering 14/12/2010

voorlopige vaststelling door PR 16/03/2011

openbaar onderzoek 09/05/2011 t.em.07/07/2011

advies PROCORO

De normatieve delen van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn:

(Deze zijn verordenend)

het grafisch bestemmingsplan de stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan

De niet-normatieve delen van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn:

(Deze zijn niet verordenend)

de toelichtingsnota de kaartenbundel het planMER

Ruimtelijk Planner

Hilde Vanfleteren

Page 5: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

I

I N H O U D

D E E L 1 : H E T S T E D E L I J K G E B I E D

1.  Doel en Procesverloop ............................................................................................. 3 

1.1.  Opdrachtomschrijving ............................................................................................... 3 

1.2.  Afbakening van het stedelijk gebied, waarom ? ....................................................... 3 

1.3.  Betekenis van de afbakeningslijn ............................................................................. 4 

1.4.  Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk beleid ........................................................... 4 

1.5.  Procesverloop ........................................................................................................... 5 

2.  Afbakenen van kleinstedelijke gebieden in de provincie Oost-Vlaanderen .............. 7 

2.1.  Kleinstedelijke gebieden en economische knooppunten, een opdracht voor de provincie ................................................................................................................... 7 

2.2.  Provinciale visie op de afbakening van een stedelijk gebied .................................... 8 

2.2.1.  Afbakenen op basis van een koepelbegrip ....................................................... 8 

2.2.2.  Geografische aanduiding van een beleidsruimte .............................................. 8 

2.2.3.  Kwantitatieve taakstellingen als vertrekpunt en leidraad; functionele elementen om verder te stappen ........................................................................................ 9 

3.  Planningscontext .................................................................................................... 12 

3.1.  Structuurplannen .................................................................................................... 12 

3.1.1.  Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ............................................................... 12 

3.1.2.  Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan ................................................................ 16 

3.1.3.  Gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen .................................................... 21 

3.1.4.  Planningsprocessen en beslissingen in uitvoering van structuurplannen op de verschillende beleidsniveaus .......................................................................... 25 

3.1.5.  Streefbeelden .................................................................................................. 32 

3.1.6.  Relevante sectorale projecten ......................................................................... 33 

3.1.7.  Juridische context ........................................................................................... 40 

4.  Bestaande ruimtelijke structuur .............................................................................. 44 

4.1.  Situering en positionering ....................................................................................... 44 

4.2.  Bestaande ruimtelijke structuur van het kleinstedelijk gebied Deinze .................... 47 

4.2.1.  Evolutie van de ruimtelijke structuur ............................................................... 47 

4.2.2.  Analyse van de bestaande ruimtelijke structuur .............................................. 50 

5.  Grensstellende elementen van het buitengebied ................................................... 55 

Page 6: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

II toelichtingsnota

5.1.  Natuurlijke structuur ................................................................................................ 56 

5.2.  De agrarische structuur .......................................................................................... 60 

5.3.  Landschappelijke elementen .................................................................................. 65 

5.4.  Grenzen voor het stedelijk gebied .......................................................................... 68 

6.  Ruimte voor stedelijke functies .............................................................................. 71 

6.1.  Wonen in het stedelijk gebied ................................................................................. 71 

6.1.1.  De taakstelling wonen ..................................................................................... 71 

6.1.2.  Aanbod voor wonen ........................................................................................ 76 

6.1.3.  Confrontatie van aanbod en behoefte ............................................................. 84 

6.1.4.  Differentiatie van de behoefte op gemeentelijk niveau ................................... 85 

6.1.5.  Ruimte voor wonen ......................................................................................... 86 

6.2.  Bedrijvigheid in het stedelijk gebied ....................................................................... 87 

6.2.1.  Taakstelling bedrijventerreinen ....................................................................... 87 

6.2.2.  Aanbod op bedrijventerreinen ......................................................................... 88 

6.2.3.  Gebruik van de bestaande bedrijventerreinen in het stedelijk gebied ............. 91 

6.2.4.  Bijkomende bedrijventerreinen in het stedelijk gebied .................................... 92 

6.2.5.  Specifieke zones voor kleinhandel in het stedelijk gebied .............................. 93 

6.2.6.  Differentiatie van de regionale bedrijventerreinen ........................................... 94 

6.3.  Andere stedelijke functies ....................................................................................... 95 

6.4.  Groengebieden voor de stad .................................................................................. 96 

6.4.1.  Taakstelling groen voor stad ........................................................................... 96 

6.4.2.  Behoefte aan groen voor de stad .................................................................... 96 

6.4.3.  Ruimte voor stedelijk groen ............................................................................. 96 

6.5.  Locaties voor windturbines ..................................................................................... 99 

6.5.1.  Context ............................................................................................................ 99 

6.5.2.  Zoeklocaties voor windturbines ....................................................................... 99 

6.5.3.  Locaties in het stedelijk gebied ..................................................................... 100 

6.6.  Ruimtevragen vanuit het stedelijk gebied ............................................................. 101 

7.  Hypothese van gewenste ruimtelijke structuur ..................................................... 102 

7.1.  Uitgangspunten voor het kleinstedelijk gebied Deinze ......................................... 102 

7.2.  Situering van de ruimtevragen in het kleinstedelijk gebied Deinze ....................... 103 

7.2.1.  Wonen ........................................................................................................... 103 

7.2.2.  Bedrijvigheid .................................................................................................. 104 

Page 7: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

III

7.2.3.  Conclusies voor het kleinstedelijk gebied ..................................................... 111 

7.3.  Ruimtelijke concepten .......................................................................................... 111 

7.4.  Hypothese van gewenste ruimtelijke structuur voor het kleinstedelijk gebied Deinze ............................................................................................................................. 112 

7.4.1.  Nederzettingsstructuur .................................................................................. 112 

7.4.2.  Economische structuur .................................................................................. 113 

7.4.3.  Verkeersstructuur en andere infrastructuren ................................................. 113 

7.4.4.  Groenstructuur .............................................................................................. 114 

7.4.5.  Gewenste ruimtelijke structuur voor het kleinstedelijk gebied Deinze .......... 114 

7.5.  Afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze .................................................. 116 

8.  Realisatie van het stedelijk gebiedbeleid ............................................................. 117 

8.1.  De grenslijn ........................................................................................................... 117 

8.2.  Het actieprogramma ............................................................................................. 117 

8.3.  Aandachtspunten voor acties op gemeentelijk niveau.......................................... 119 

8.3.1.  Wonen in het stedelijk gebied ....................................................................... 119 

8.3.2.  RUP Stationsomgeving ................................................................................. 120 

DEEL 2 : DEELPLANNEN .................................................................................................... 122 

9.  Deelplan grenslijn ................................................................................................. 125 

9.1.  De relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is .............................................................................. 125 

9.2.  Link met toelichtingsnota ...................................................................................... 126 

9.3.  Bestaande feitelijke en juridische toestand ........................................................... 126 

9.4.  Planopties voor het PRUP .................................................................................... 127 

9.5.  Planmilieu-effectrapport, passende beoordeling, ruimtelijk veiligheidsrapport en andere verplicht voorgeschreven effectrapportages ............................................ 130 

9.5.1.  Plan-M.E.R. (milieu-effectenrapport) ............................................................. 130 

9.5.2.  Ruimtelijk veiligheidsrapport ......................................................................... 131 

9.5.3.  Passende beoordeling .................................................................................. 131 

9.6.  Watertoets ............................................................................................................ 132 

9.7.  Toelichting bij de stedenbouwkundige voorschriften ............................................ 132 

9.8.  Toelichtende plannen ........................................................................................... 133 

9.9.  Ruimtebalans en de bestemmingscategorieën ..................................................... 133 

9.10.  Op te heffen voorschriften .................................................................................... 134 

Page 8: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

IV toelichtingsnota

9.11.  Register van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd .... 134 

10.  Deelplan Kouter-D'Hoye ...................................................................................... 135 

10.1.  De relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is .............................................................................. 135 

10.2.  Link met toelichtingsnota ...................................................................................... 136 

10.3.  Bestaande feitelijke en juridische toestand ........................................................... 136 

10.4.  Planopties voor het PRUP .................................................................................... 138 

10.5.  Planmilieu-effectrapport, passende beoordeling, ruimtelijk veiligheidsrapport en andere verplicht voorgeschreven effectrapportages ............................................ 138 

10.5.1.  Plan-M.E.R. (milieu-effectenrapport) ............................................................. 138 

10.5.2.  Ruimtelijk veiligheidsrapport ......................................................................... 140 

10.5.3.  Passende beoordeling .................................................................................. 141 

10.6.  Watertoets ............................................................................................................ 141 

10.7.  Toelichting bij de stedenbouwkundige voorschriften ............................................ 142 

10.8.  Toelichtende plannen ........................................................................................... 143 

10.9.  Ruimtebalans en bestemmingscategorieën.......................................................... 143 

10.10. Limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden ........................................................... 143 

10.11. Register van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd .... 143 

11.  Deelplan De Prijkels ............................................................................................. 145 

11.1.  De relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuur-plannen waarvan het een uitvoering is .............................................................................. 145 

11.2.  Link met de toelichtingsnota ................................................................................. 146 

11.3.  Bestaande feitelijke en juridische toestand ........................................................... 146 

11.3.1.  Situering en bestaande feitelijke toestand .................................................... 146 

11.3.2.  Bestaande juridische context ........................................................................ 149 

11.4.  Planopties voor het RUP ...................................................................................... 150 

11.5.  Planmilieueffectenrapport, passende beoordeling, ruimtelijk veiligheidsrapport en andere verplicht voorgeschreven effectrapportages ............................................ 153 

11.5.1.  Plan-MER (milieu-effectenrapport) ................................................................ 153 

11.5.2.  Ruimtelijk veiligheidsrapport ......................................................................... 161 

11.5.3.  Passende beoordeling .................................................................................. 161 

11.5.4.  Landbouwtoets .............................................................................................. 161 

11.6.  Watertoets ............................................................................................................ 162 

Page 9: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

V

11.7.  Toelichting bij de stedenbouwkundige voorschriften ............................................ 165 

11.8.  Toelichtende plannen ........................................................................................... 201 

11.9.  Ruimtebalans en bestemmingscategorieën.......................................................... 201 

11.10. Limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden ........................................................... 202 

11.11. Register van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd .... 202 

Page 10: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

VI toelichtingsnota

K A A R T E N

kaart 1 :  Operationeel uitvoeringsprogramma afbakening natuurlijke en agrarische structuur ................................................................................................................................ 28 

kaart 2 :  Gewestplan ............................................................................................................. 42 

kaart 3 :  Planningscontext ..................................................................................................... 43 

kaart 4 :  Ruimtelijke positionering van Deinze ...................................................................... 45 

kaart 5 :  Historische evolutie van de ruimtelijke structuur ..................................................... 48 

kaart 6 :  Bestaande ruimtelijke structuur ............................................................................... 54 

kaart 7 :  VEN-gebieden (eerste fase), Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijngebieden .................. 57 

kaart 8 :  Biologische Waarderingskaart ................................................................................ 58 

kaart 9 :  Van nature overstroombare, recent overstroomde gebieden en gemodelleerd overstroombare gebieden. ...................................................................................... 59 

kaart 10 : Situering van de landbouwgebieden ....................................................................... 62 

kaart 11 : Gewenste agrarische structuur ............................................................................... 63 

kaart 12 : Landbouwtyperingskaart ......................................................................................... 64 

kaart 13 : Beschermde landschappen en dorpsgezichten ...................................................... 66 

kaart 14 : Relictzones en ankerplaatsen ................................................................................. 67 

kaart 15 : Grenzen van het buitengebied ................................................................................ 70 

kaart 16 : Deelgebieden voor de kwantitatieve analyse wonen .............................................. 82 

kaart 17 : Situering van het aanbod wonen ............................................................................ 83 

kaart 18 : Situering van de bestaande bedrijventerreinen ...................................................... 89 

kaart 19 : Stadsbos Deinze ..................................................................................................... 98 

kaart 20 : Zoekzones voor regionale bedrijventerreinen ....................................................... 106 

kaart 21 : Hypothese van gewenste ruimtelijke structuur...................................................... 115 

Page 11: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 1

D E E L 1 : H E T S T E D E L I J K G E B I E D

Page 12: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

2 toelichtingsnota

L E E S W I J Z E R

Voorliggend document is de toelichtingsnota bij het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze.

Het PRUP "afbakening van het kleinstedelijk gebied" omvat verschillende documenten. Deze documenten hebben een verschillend statuut.

De grafische plannen en de stedenbouwkundige voorschriften hebben een verordenende waarde en zijn bijgevolg bindend zowel voor de eigenaars en de gebruikers van de betrokken gronden en gebouwen als voor de overheid.

De overige documenten zijnde de toelichtingsnota bestaande uit een tekst en een kaartenbundel en het planMER hebben een informatieve waarde, zij geven enkel toelichting bij de verordenende delen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Page 13: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 3

1 . D O E L E N P R O C E S V E R L O O P

1 . 1 . O p d r a c h t o m s c h r i j v i n g

In uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen worden de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden afgebakend alsook de regionale bedrijventerreinen in de kleinstedelijke gebieden en de specifiek economische knooppunten.

Deinze is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied, het nabijgelegen Nazareth is een specifiek economisch knooppunt. De selectie van de specifiek economische knooppunten heeft net zoals bij de stedelijke gebieden betrekking op de relevante delen van het grondgebied van de gemeente niet op het geheel van het gemeentelijk grondgebied1.

Aangezien het bestaande bedrijventerrein de Prijkels zich deels situeert op grondgebied Deinze, deels op grondgebied Nazareth, komt ook de taakstelling regionale bedrijventerreinen in het specifiek economisch knooppunt Nazareth in dit afbakeningsproces aan bod. Er wordt onderzocht of delen van het bedrijventerrein op grondgebied Nazareth kunnen gesitueerd worden en bijgevolg of delen van het specifiek economisch knooppunt Nazareth deel kunnen uitmaken van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Deinze.

Voorliggende toelichtingsnota bundelt de basiselementen en de visie voor de afbakening van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Deinze en de afbakening van de regionale bedrijventerreinen in voormeld stedelijk gebied alsook in het aangrenzend deel van het specifiek economisch knooppunt Nazareth2.

1 . 2 . A f b a k e n i n g v a n h e t s t e d e l i j k g e b i e d , w a a r o m ?

Vlaanderen raakt alsmaar verder verstedelijkt. De dualiteit tussen stad en platteland vervaagt steeds meer. De open ruimte wordt schaars en komt onder druk te staan. In het RSV wordt geopteerd voor "Vlaanderen open en stedelijk", wat vertaald wordt in een verschillend ruimtelijk beleid voor de "stedelijke gebieden" en het "buitengebied".

Om aan deze beleidsoptie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uitvoering te kunnen geven moeten de stedelijke gebieden worden afgebakend. De bedoeling van deze afbakening is enerzijds aan te geven waar een beleid van groei, concentratie en verdichting kan gevoerd worden en anderzijds ook die gebieden aan te duiden die gevrijwaard moeten blijven van stedelijke ontwikkelingen. Economische knooppunten op zich worden niet

1 RSV, pag. 438

2 Voor dat deel van het grondgebied van Nazareth dat kan beschouwd worden als deel van het

kleinstedelijk gebied (zie verder in deze toelichtingsnota)

Page 14: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

4 toelichtingsnota

afgebakend. In het kader van het ruimtelijk beleid zijn ook taakstellingen voor de stedelijke gebieden en economische knooppunten aangegeven.

Tijdens het afbakeningsproces wordt onderzoek gevoerd naar zowel die elementen die nodig zijn om het stedelijk gebied te onderbouwen en de taakstellingen te realiseren binnen een afbakeningslijn, als de waardevolle agrarische, natuurlijke en landschappelijke elementen die tot het buitengebied behoren en dus van stedelijke ontwikkelingen moeten gevrijwaard blijven. Deze elementen van het buitengebied zijn de grensstellende elementen vanuit landschap en vanuit de agrarische en natuurlijke structuur.

Naast het zoeken naar de afbakeningslijn wordt ook een actieprogramma opgesteld. Dit programma vormt een kader voor de diverse beleidsdomeinen met het oog op een stedelijk gebiedbeleid. De aangegeven acties zijn noodzakelijk om het stedelijk gebied ruimtelijk in te vullen. Mogelijke acties om een stedelijk beleid op het terrein waar te maken zijn bv. herbestemming van gebieden om woonzones, bedrijventerreinen of groengebieden te realiseren, het opstarten van een strategisch project inzake wonen, enz. Het afbakeningsproces bevat bijgevolg ook een formeel engagement van de betrokken bestuursniveaus en betrokken overheidssectoren om het opgenomen ruimtelijk beleids- en actieprogramma uit te voeren, conform de visie op de ontwikkeling van het betrokken stedelijk gebied.

1 . 3 . B e t e k e n i s v a n d e a f b a k e n i n g s l i j n

De afbakeningslijn vormt dus de grens tussen gebieden waar stedelijke ontwikkeling gestimuleerd wordt, het stedelijk gebied, en het buitengebied waar de bebouwingsvormen, de natuur, de landbouw, het bos hun eigen groeiritme bezitten binnen de ontwikkelingsperspectieven geschetst in het RSV. De grenslijn voor het stedelijk gebied heeft aldus een beleidsmatige betekenis. Deze grens staat ook los van bestaande administratieve grenzen, en resulteert in geen geval tot de installatie van een nieuw bestuursniveau.

Aan de grenslijn zijn enerzijds voorschriften gekoppeld, anderzijds is er er ook een actieprogramma aan gekoppeld om het ruimtelijk beleid in het stedelijk gebied actief uit te voeren.

1 . 4 . R e l a t i e m e t h e t g e m e e n t e l i j k r u i m t e l i j k b e l e i d

Opname in het stedelijk gebied betekent niet dat er geen lokaal ruimtelijk beleid meer kan gevoerd worden. Het afbakeningsproces doet alleen uitspraak over zaken van stedelijk belang, bv. regionale bedrijventerreinen. De lokale problematiek, bv. lokale bedrijventerreinen, zonevreemde bedrijven, verdichtingsmogelijkheden voor wonen, … blijft de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit beleid wordt uitgewerkt in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Natuurlijk zal er een wisselwerking zijn. Inzichten van het ene proces kunnen worden ingebracht in het andere proces. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan kan elementen aangeven die belang hebben op kleinstedelijk niveau. Anderzijds zal het resultaat van de

Page 15: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 5

afbakening de richting aangeven voor de ruimtelijke elementen van bovenlokaal belang. Het voorstel van afbakening bepaalt dus mee de planningscontext voor het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

1 . 5 . P r o c e s v e r l o o p

Een afbakening voor een stedelijk gebied verloopt gebruikelijk in twee fases, zijnde een planvormingsfase en de goedkeuringsfase of de decretaal bepaalde procedure tot goedkeuring van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

De planvormingsfase omvat het voorbereidend onderzoek dat uiteindelijk uitmondt in het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze fase wordt ook opgedeeld in twee grote eenheden, enerzijds een onderzoeksfase waarin alle elementen verzameld worden die leiden tot de nodige verantwoording van de afbakeningslijn, anderzijds de fase waarin het RUP voor de afbakeningslijn en desgevallend ook andere RUP's in het kader van het stedelijk gebied worden uitgewerkt. Afbakeningsprocessen verlopen in samenwerking met de drie bestuursniveaus, met name het gewest, de provincie en de betrokken gemeenten. De lopende planningsprocessen worden op elkaar afgestemd en er wordt gestreefd naar een maximale consensus over het voorstel van afbakeningslijn en het eraan verbonden actieprogramma. Om uitvoering te geven aan het actieprogramma is het engagement van de drie partners een noodzaak.

Om deze doelstellingen te realiseren wordt gewerkt binnen een duidelijke en werkbare overlegstructuur. Concreet wordt gewerkt met een plangroep, een projectteam, een stuurgroep en informatievergaderingen.

De dagelijkse opvolging van het proces gebeurt door de plangroep. Deze staat in voor de planvorming en bewaakt het procesverloop.

Het centraal overlegorgaan is het projectteam. Het bespreekt tussentijdse documenten, bereidt de stuurgroep voor en bespreekt het voorstel van afbakening. Het projectteam bestaat uit bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten, de provincie en het Vlaams Gewest en de plangroep.

De stuurgroep bestaat uit een ruimere vertegenwoordiging van de bestuursniveaus, deskundigen en afgevaardigden van diverse maatschappelijke groepen en sectoren via de gecoro. Deze groep toetst de documenten in een eindfase.

Een algemene informatievergadering voor alle betrokkenen en geïnteresseerden wordt georganiseerd tijdens het openbaar onderzoek.

Het studiewerk is in samenwerking met externe opdrachthouders gestart vanaf maart 2004. Stelselmatig worden de nodige onderzoeksgegevens verzameld. In de periode maart 2004 tot februari 2005 worden deze onderzoeksresultaten regelmatig besproken met het projectteam. Op 11 mei 2005 worden de resultatenvoor het kleinstedelijk gebied, die op hoofdlijnen identiek gebleven zijn, toegelicht aan de stuurgroep.

Page 16: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

6 toelichtingsnota

Om een aantal (niet ruimtelijke) breekpunten, die het planningsproces doorkruisten, verder te onderzoeken werd het proces tijdelijk op een laag pitje gezet. Sinds oktober 2007 wordt het resterende voorbereidend ruimtelijk onderzoek uitgevoerd door het provinciebestuur.

Voor de specifieke materies in casu de milieueffectrapportage wordt samengewerkt met externe deskundigen. Voor het afbakeningsproces in globo en in het bijzonder voor de bedrijventerreinen wordt in maart 2008 gestart met de opmaak van een milieueffectenbeoordeling.

Dit plan-MER wordt opgemaakt volgens het integratiespoor. Het voornemen voor de mogelijke deelplannen, de te onderzoeken milieudisciplines, de te onderzoeken alternatieve locaties en mogelijke cumulatieve effecten werden beschreven in een nota voor publieke consulatie. Deze nota wordt door de dienst MER volledig verklaard op 20 augustus 2008. De nota voor publieke consultatie wordt van 8 september 2009 tot en met 7 oktober 2009 ter kennisgeving voorgelegd aan de bevolking, alle betrokken stads- en gemeentebesturen en overheidsadministraties met de vraag om opmerkingen en suggesties over te maken. Op de richtlijnenvergadering van 4 december 2008 worden alle ingediende opmerkingen en suggesties ten aanzien van de nota voor publieke consultatie met de betrokken besturen en instanties besproken. De resultaten van deze bespreking worden door de dienst MER op 8 april 2009 vertaald in richtlijnen voor het verdere onderzoek. Bij de opmaak van het planMER wordt rekening gehouden met deze richtlijnen. Op 26 juni 2009 wordt het ontwerprapport van het planMER besproken met de betrokken besturen en instanties. Het eindrapport van het planMER wordt voltooid op 6 oktober 2009 en voor goedkeuringsonderzoek ingediend bij de dienst MER. Het planMER wordt aanvankelijk afgekeurd door de dienst MER op 4 december 2009. Een bijgewerkte versie wordt ter goedkeuring ingediend op 23 maart 2010 en goedgekeurd door de cel MER op 31 maart 2010.

Page 17: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 7

2 . A F B A K E N E N VA N K L E I N S T E D E L I J K E G E B I E D E N I N D E P R O V I N C I E O O S T-V L A A N D E R E N

2 . 1 . K l e i n s t e d e l i j k e g e b i e d e n e n e c o n o m i s c h e

k n o o p p u n t e n , e e n o p d r a c h t v o o r d e p r o v i n c i e

Het RSV verwoordt de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen. Om deze visie te synthetiseren hanteert het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen de metafoor "Vlaanderen open en stedelijk"; er wordt een stedelijk gebiedbeleid versus een buitengebiedbeleid vooropgesteld. Waarbij er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen een buitengebied en een stedelijk gebied.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen selecteert de stedelijke gebieden en de economische knooppunten. De afbakening van de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden en de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau gebeurt door de provincie in nauw overleg met het Vlaams gewest en de betrokken gemeenten. Ook de afbakening van regionale bedrijventerreinen in de kleinstedelijke gebieden en in de economische knooppunten is een taak voor de provincies.

De stedelijke gebieden zijn bindend geselecteerd. Dit zijn gebieden waar intense ruimtelijke, culturele en socio-economische samenhang en verweving bestaat tussen de verschillende maatschappelijke activiteiten (wonen, werken, recreëren, …), waar dichte bebouwing overheerst en waar het wenselijk is ontwikkelingen te concentreren. Door de afbakening ervan wordt geografisch een ruimte aangeduid waarop het stedelijk gebiedbeleid van toepassing is. Het stedelijk gebied krijgt zo een beleidsmatige betekenis. Bij een stedelijk gebiedbeleid zijn ontwikkeling, concentratie en verdichting uitgangspunten, maar steeds met respect voor de draagkracht van het stedelijk gebied. Dit betekent een beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen in een kwalitatieve woonomgeving, het kwantitatief en kwalitatief voorzien van ruimte voor economische activiteiten, het versterken van het stedelijk functioneren (diensten, gemeenschapsvoorzieningen, stedelijke voorzieningen, …) en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Economische knooppunten zijn gebieden met een hoog aandeel werkgelegenheid, waar ook in de toekomst economische activiteiten worden geconcentreerd.

Complementair aan die afbakeningslijn van het stedelijk gebied wordt in principe mee de beleidslijn voor het buitengebied bepaald. Het stedelijk gebiedbeleid heeft dan ook de bedoeling om een eventuele druk die in het buitengebied zou kunnen ontstaan te kanaliseren naar de stedelijke gebieden. In het stedelijk gebied wordt immers een actief aanbodbeleid gevoerd, in tegenstelling tot het buitengebied. Het specifiek beleid voor het buitengebied is gericht op het concentreren van wonen en werken in de kernen van het buitengebied en het maximaal vrijwaren van de open ruimte voor de structuurbepalende functies natuur, bos en landbouw.

Page 18: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

8 toelichtingsnota

2 . 2 . P r o v i n c i a l e v i s i e o p d e a f b a k e n i n g v a n e e n

s t e d e l i j k g e b i e d

2.2.1. A f b a k e n e n o p b a s i s v a n e e n k o e p e l b e g r i p

Ruimtelijke ontwikkeling is een langzaam proces met ook een bepaalde remweg. Vanuit de traditionele stad is mede door de maatschappelijke socio-economische ontwikkelingen de huidige "uiteengelegde" stad ontstaan in het bijzonder wonen, werken en winkelen raakten verspreid rondom de kernstad. De traditionele stad is deels "uiteengelegd" in deelgebieden, vaak met eigen, eerder monofunctionele kenmerken. Deze suburbanisatie is een basisgegeven en een vertrekpunt voor het ruimtelijk beleid. Door "geografisch" te sturen in deze ruimtelijke ontwikkelingen kan het streven naar een "open en stedelijk Vlaanderen" ingevuld worden. Dit sturen zal ook pas op middellange tot lange termijn vruchten afwerpen. Dit gegeven en de remweg van de huidige ontwikkelingen moet bij de afbakening van een stedelijk gebied in rekening gebracht worden. Bij de afbakening van de stedelijke gebieden moet dan ook die ruimte aangeduid worden waar een stedelijk gebiedbeleid opportuun geacht wordt. Deze afbakening moet bijgevolg gebeuren met het oog op de toekomst.

In haar ruimtelijk beleid voor de kleinstedelijke gebieden gaat het provinciebestuur Oost-Vlaanderen uit van een versterkend en actief aanbodbeleid. De afbakening van de kleinstedelijke gebieden is dan ook gebaseerd op het voeren van dat specifiek beleid, namelijk een stedelijk gebied beleid. Dat stedelijk gebiedbeleid wordt aanzien als een koepelbegrip, waaronder in principe heel wat beleidsmaatregelen en acties kunnen en zouden moeten ondergebracht worden. De expliciete, kwantitatieve taakstellingen wonen en werken van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zijn daar een deel van, maar ook heel wat andere maatregelen op het vlak van recreatie, mobiliteit, flankerende maatregelen om het ruimtelijk beleid op Vlaams niveau gestalte te geven (grondbeleid met fiscale elementen) enz. worden onder deze noemer gerekend. Vanuit deze invulling van het stedelijk gebiedbeleid wordt de beleidslijn tussen stedelijk gebied en buitengebied bepaald.

2.2.2. G e o g r a f i s c h e a a n d u i d i n g v a n e e n b e l e i d s r u i m t e

Door de maatschappelijke socio-economische ontwikkelingen sinds medio 20ste eeuw heeft suburbanisatie het expliciete ruimtelijk onderscheid tussen stad en platteland vertroebeld. De kernstad kan vaak nog zeer duidelijk waargenomen worden, doch in de randstedelijke gebieden is het functioneel onderscheid tussen stad en platteland niet altijd even evident. Bij het geografisch bepalen van de beleidslijn in de afbakening tussen stedelijk gebied en het buitengebied dienen dan ook vanuit de invulling van een stedelijk gebiedbeleid keuzes gemaakt te worden. Met andere woorden waar is welk beleid opportuun.

Page 19: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 9

2.2.3. K w a n t i t a t i e v e t a a k s t e l l i n g e n a l s v e r t r e k p u n t e n l e i d r a a d ; f u n c t i o n e l e e l e m e n t e n o m v e r d e r t e s t a p p e n

De taakstellingen wonen en bedrijventerreinen zijn duidelijk kwantitatieve elementen die echter maar tot 2007 (planningshorizont van het RSV) kunnen helpen aangeven wat zeker als stedelijk gebied moet beschouwd worden of m.a.w. waar de 61 % van de bijkomende wooneenheden en de 77 % van de bijkomende bedrijventerreinen moeten gesitueerd worden. Het louter "ruimtelijk" afbakenen op basis van deze taakstellingen is echter – ons inziens - niet voldoende als invulling van een stedelijk gebiedbeleid. Hiervoor dient een "functioneel" stedelijk gebied in beschouwing genomen te worden. Er dient met andere woorden nagegaan te worden welke gebieden, met bestaande ontwikkelingen, mee functioneren met het stedelijk gebied en welke gebieden potenties hebben, niet ingevuld, om een stedelijk gebied beleid, een actief aanbodbeleid, te voeren. De visie op de ruimtelijke invulling en ontwikkeling van het stedelijk gebied en de afbakening ervan kunnen hierbij abstractie maken van enige planningshorizont gelet op de kwalitatieve elementen van een stedelijk gebiedbeleid en de beperkte kwantitatieve leidraad.

Vanuit een visie op de ontwikkeling van het stedelijk gebied en de versterking ervan dient voor wat de kwantitatieve aspecten betreft, vanuit het gegeven van de taakstellingen en de planningshorizont 2007 een duidelijke fasering opgesteld te worden. Hierbij kunnen in de stedenbouwkundige voorschriften garanties ingebouwd worden ten aanzien van de ontwikkeling van meer perifeer gelegen gebieden.

Bij de analyse van de verstedelijkte ruimte met telkens de selectie van de kleinstedelijke gebieden als uitgangspunt kan in functie van het stedelijk gebied beleid een onderscheid gemaakt worden tussen duidelijk morfologische elementen, functionele elementen, potenties, knelpunten en taakstellingen.

Taakstellingen

Zoals eerder aangegeven vormen de taakstellingen wonen en werken een kwantitatieve vertrekbasis voor de geografische afbakening van het gebied waar een stedelijk gebiedbeleid moet gevoerd worden. Dit aanbod moet met andere woorden zeker in de af te bakenen zone kunnen gerealiseerd worden tot de planningshorizont. Naast wonen en werken moeten ook andere niet kwantitatief bepaalde behoeften echter in toekomst een plaats krijgen in de stedelijke gebieden. Dit betekent dat er bijgevolg ruimte moet voorhanden zijn om een aanbodbeleid te voeren voor (hoogdynamische) stedelijke ontwikkelingen (recreatie, handel, economische functies buiten bedrijventerreinen, dienstverlening, …) van welke aard ook.

Morfologische en functionele elementen

De morfologische opbouw van een stedelijk geheel is mee bepalend bij de afbakening van een kleinstedelijk gebied. Door vanuit het buitengebied te kijken naar de stedelijke ontwikkelingen kunnen grenzen opgelegd worden, maar ook door het stedelijk geheel morfologisch te analyseren kunnen bepaalde plekken tot het stedelijk gebied dan wel tot het buitengebied gerekend worden. Hierbij is de invulling van een stedelijk gebiedbeleid mee bepalend. Een randstedelijk woongebied dat in principe niet meer kan bijdragen tot de taakstelling wonen, wordt wel meegenomen in de afbakening van het stedelijk gebied.

Page 20: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

10 toelichtingsnota

Enerzijds omdat het gebied morfologisch aansluit bij het evidente stedelijk geheel, maar ook omdat het functioneel niet kan losgekoppeld worden van het stedelijk gebied.

Met het oog op het "opladen" van het begrip stedelijk gebiedbeleid mag een dergelijk randstedelijk woongebied bijvoorbeeld vanuit het oogpunt mobiliteit niet uitgesloten worden, anderzijds geeft zo'n gebied mee voeding en gewicht aan het stedelijk gebied

Potenties en knelpunten

De kleinstedelijke gebieden spelen een rol binnen hun eigen regio. Die regio heeft bepaalde eigenheden en kenmerken die zich ook doorvertaald hebben in de ontwikkeling van het stedelijk gebied. Ook het desbetreffende kleinstedelijk gebied heeft daardoor een eigen karakter gekregen. Bij de afbakening moet ook met die ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden. Maatschappelijke fenomenen kunnen immers niet bruusk afgeremd worden, zonder elders effect te laten gelden. Met een stedelijk gebied beleid kan wel gepoogd worden om trends die zich nu – ongewenst – in het buitengebied manifesteren, ruimtelijk te sturen naar een zone in het stedelijk gebied die daarvoor geschikt geacht wordt.

Omgaan met de randen

Bij de afbakening van de stedelijke gebieden manifesteren discussie en beleidskeuzes zich, voorgaande elementen in acht genomen, voornamelijk in de randen. De ruimtelijke afbakening van de stedelijke taakstelling wonen en werken leidt zelden tot discussies. Het zoeken en aanduiden van de randgebieden waarvoor een stedelijk gebiedbeleid opportuun geacht wordt, geeft – door de invulling van het begrip stedelijk gebiedbeleid – aanleiding tot verschillende standpunten.

Vanuit de invulling van het begrip stedelijk gebiedbeleid en de doelstelling om het buitengebied te vrijwaren van ongewenste (stedelijke) ontwikkelingen worden volgende uitgangspunten bij de afbakening meegenomen :

- De kernstad vormt het vertrekpunt voor een morfologische afbakening.

- Randstedelijke woongebieden die morfologisch-functioneel aansluiten bij de kernstad worden meegenomen in de afbakening.

- Evidente "uitlopers" of linten vanuit de stad worden mee afgebakend. De grenslijn wordt bepaald aan de hand van de aard van de bebouwing, een markante overgang of breuklijn in die bebouwing.

- Kernen die morfologisch en meestal ook functioneel vergroeid zijn met het stedelijk geheel worden mee opgenomen in de afbakening.

- Vanuit de eigenheid en met het oog op het afremmen van ontwikkelingen in het buitengebied, worden plekken met specifieke stedelijke potenties mee afgebakend. Bij ruimtelijke en of infrastructurele acties kan met deze potentie reeds rekening gehouden worden. Op die manier kan op bepaalde ontwikkelingen geanticipeerd worden in plaats van de feiten achterna te snellen.

- Bovenlokale elementen of functies in het randstedelijk gebied die morfologisch niet onmiddellijk aansluiten bij het stedelijk geheel en ook "los" van het stedelijk gebied functioneren worden niet opgenomen

Page 21: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 11

Behoren tot het stedelijk gebied kan volgende perspectieven bieden :

- Stimulansen om bv. via strategische projecten onderbenutte en verwaarloosde plekken (spoorwegterreinen, leegstaande bedrijfscomplexen, …) opnieuw te gebruiken voor stedelijke ontwikkeling.

- Er wordt een samenhangend beleidskader ontwikkeld voor het gehele gebied met duidelijke afspraken en taken

- De uitbouw van een hoger en kwaliteitsvoller aanbod aan openbaar vervoer. Naast prioriteit bij de uitbouw van de lijnvoering is bv. uitbreiding van het stadstarief tot het stedelijk gebied mogelijk.

- Een stedelijk gebied kan een grotere verscheidenheid en een hogere kwaliteit van voorzieningen aanbieden

- De realisatie van verschillende nieuwe types van woningen gericht op de zich wijzigende gezinstypes (bv via het uitwerken van projecten). Aandachtspunten daarbij zijn het verhogen van de woonkwaliteit en het versterken van het woonweefsel.

- Aan wonen in het stedelijk gebied kunnen financiële stimuli gekoppeld worden, bv. premies, subsidies, fiscale voordelen. Stedelijk wonen betekent in elk geval beperkte kosten voor verplaatsingen door het hoog aanbod aan allerhande voorzieningen (sport, openbaar vervoer, vorming, cultuur).

- Aandacht voor het vrijwaren en uitbouwen van groene ruimtes en parken, bossen en ruimte voor recreatie in en rond het stedelijk gebied.

Page 22: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

12 toelichtingsnota

3 . P L A N N I N G S C O N T E X T

3 . 1 . S t r u c t u u r p l a n n e n

3.1.1. R u i m t e l i j k s t r u c t u u r p l a n V l a a n d e r e n

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

(RSV, 1997 en latere wijzigingen) vormt het kader voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen op lange termijn. Bij de herziening van het RSV3 werd onder meer de verdeelsleutel voor bijkomende woongelegenheden in de stedelijke gebieden en het buitengebied aangepast alsook de wijze waarop de herbestemming van vergunde zonevreemde bedrijven in rekening moet gebracht worden in de ruimtebalans.

Bij het formuleren van een visie op de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen wordt duurzame ruimtelijke ontwikkeling als uitgangshouding genomen. Duurzame ontwikkeling nastreven, noodzaakt het formuleren van een langetermijn visie rekening houdend met de ruimtelijke, maatschappelijke en historische context. Duurzame ontwikkeling moet vertrekken van bestaande structuren. Belangrijke voorwaarde voor de vrijwaring van een leefbare ruimte voor de volgende generaties, zonder de aanspraken van de huidige generatie te hypothekeren, is een ruimtelijke ontwikkeling gebaseerd op draagkracht en kwaliteit.

De open en stedelijke ruimten in Vlaanderen zijn niet duidelijk gescheiden. Vlaanderen wordt gekenmerkt als een sterk bebouwd landschap. Het RSV streeft naar openheid en stedelijkheid, samengevat in de visie “Vlaanderen : Open en Stedelijk”.

De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen leidt tot vier basisdoelstellingen :

- een selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht bundelen en verweven van functies en voorzieningen waaronder economische activiteiten in de stedelijke gebieden ; daarbij gaat absolute prioriteit naar een zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande stedelijke structuur.

- het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied met een bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied.

- concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen.

- optimaliseren van bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van collectief vervoer en de organisatie van vervoersgenererende activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer.

De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen wordt in ruimtelijke termen vertaald tot 4 ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur.

1. Gedeconcentreerde bundeling.

3 definitief vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003, B.S. 21 april 2004

Page 23: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 13

Het principe van gedeconcentreerde bundeling streeft een selectieve concentratie na van de groei van wonen, werken en andere maatschappelijke functies in de steden en in de kernen van het buitengebied. Hierbij wordt rekening gehouden met het bestaande (gedeconcentreerde) spreidingspatroon en de dynamiek van de functies.

2. Poorten als motor voor ontwikkeling.

De poorten (zie havens, multimodale logistieke parken, stations voor de H.S.T. en internationale passagiers - en vrachtluchthaven) zijn de motor voor de economische ontwikkeling van Vlaanderen, gezien hun vermogen hoogwaardige internationale investeringen aan te trekken.

3. Infrastructuren als bindtekenen en basis voor locatie van activiteiten.

Het netwerk van infrastructuren verbindt de Vlaamse grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden onderling en met stedelijke gebieden buiten Vlaanderen. De verkeersknooppunten situeren zich nabij de stedelijke gebieden en poorten. Door die potentieel goede bereikbaarheid situeren zich daar de beste ontwikkelingsmogelijkheden.

4. Fysisch systeem als ruggegraat.

Het fysisch systeem vormt als het ware de ruggegraat voor de structuren van het buitengebied. Grotere aaneengesloten gebieden van het buitengebied zijn structuurbepalend. Het vrijwaren en versterken van open-ruimteverbindingen tussen deze gebieden is van groot belang voor de continuïteit binnen het buitengebied.

Op basis van deze ruimtelijke principes wordt de gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt voor 4 structuurbepalende componenten :

- de stedelijke gebieden

- het buitengebied

- de gebieden voor economische activiteiten

- de lijninfrastructuur

Stedelijke gebieden en stedelijke netwerken

Stedelijke gebieden zijn gebieden waar dichte bebouwing overheerst en waar het wenselijk is om ontwikkelingen te stimuleren en te concentreren. Het beleid is gericht op ontwikkeling, concentratie en verdichting, doch steeds met respect voor de draagkracht van het gebied.

Door hun ligging en hun functie zijn bepaalde stedelijke gebieden onderdeel van een groter geheel : een stedelijk netwerk. Een stedelijk netwerk (bijv. de “Vlaamse Ruit”

7

) is een complementair en samenhangend geheel van stedelijke gebieden en van structuurbepalende elementen van het buitengebied die verbonden zijn door infrastructuren.

Ontwikkelingsperspectieven voor bebouwing

Zonder Vlaanderen volledig dicht te bouwen moet tegen 2007 op een kwalitatieve wijze voldaan worden aan kwantitatieve woningbehoefte van ca. 400.000 nieuwe woongelegenheden en een renovatie- en vernieuwbouwbehoefte van ongeveer 300.000 woningen. Er is gekozen om de bestaande verhouding van de woningvoorraad tussen stedelijke gebieden en kernen in het buitengebied te behouden op het niveau van 1991 (zijnde 60/40-verhouding). Dit moet een versterking van de stedelijke gebieden waarborgen

Page 24: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

14 toelichtingsnota

en de verdere suburbanisatie van de gemeenten in het buitengebied vermijden. Voor de provincie Oost-Vlaanderen betekent dit dat 61% van de bijkomende woongelegenheden moeten gesitueerd worden in de gemeenten die geheel of gedeeltelijk tot het stedelijk gebied behoren en 39% in de gemeenten die volledig tot het buitengebied behoren. Een verdichting van het wonen wordt nagestreefd. Voor de stedelijke gebieden wordt een dichtheid van 25 woningen per hectare nagestreefd, voor het buitengebied 15 woningen per hectare.

Het accent ligt daarbij op het versterken van de centrumfunctie van de kernen. Ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande en nieuwe economische activiteiten worden gekoppeld aan de kern. Uitbreidingsmogelijkheden voor lokale bedrijvigheid wordt bekeken in samenhang met de ruimtelijke ontwikkeling van de kern.

Om de kleine kernen leefbaar te houden moet een specifiek socio-cultureel en economisch beleid uitgestippeld worden. Een verdere groei van woonlinten en een toename van de verspreide bebouwing wordt niet aanvaard.

Buitengebied

Bekeken op het niveau van Vlaanderen is het “buitengebied” het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Elementen van bebouwing en infrastructuur die in functionele samenhang zijn met de niet-bebouwde ruimte, maken er deel van uit en kunnen plaatselijk overwegen. De ontwikkeling van wonen en werken wordt gebundeld in de kernen (gedeconcentreerde bundeling) om een verdere versnippering van het buitengebied te vermijden. Dit betekent onder andere dat een halt moet geroepen worden aan verdere lintbebouwing. Lokale bedrijventerreinen kunnen nog, maar aansluitend bij een hoofddorp of bij een bestaand bedrijventerrein.

Ontwikkelingsperspectieven voor de natuurlijke structuur

De natuurlijke structuur bestaat uit gebieden waar de natuurfunctie in verschillende gradaties aanwezig is. Op Vlaams niveau zijn de rivier- en beekvalleien, de grote natuurlijke gebieden en de grote boscomplexen zijn structuurbepalend.

De grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en belangrijke factor in het openhouden van het buitengebied is de landbouw. Door het afbakenen van de gebieden van de agrarische structuur worden de ontwikkelingsmogelijkheden gegarandeerd. De concentratie- en specialisatiegebieden van de landbouw moeten het uitgangspunt vormen voor positieve en structuurondersteunende maatregelen.

De landschapsstructuur is het resultaat van de dynamische wisselwerking tussen de fysische omstandigheden, het biotisch milieu en de menselijke activiteiten. De ordening van deze elementen geeft aanleiding tot een specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele beleving en een specifiek menselijk gebruik. Deze verschillen drukken zich uit in de diversiteit en de herkenbaarheid van de verschillende landschappen in Vlaanderen. Gave landschappen, bakens, structurerende reliëfelementen, markante terreinovergangen en openruimtecorridors worden daarbij aanzien als structuurbepalende en karakteristieke elementen.

De andere functies van het buitengebied (recreatie en toerisme, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen) zijn niet structuurbepalend en dienen rekening te houden met de randvoorwaarden die vanuit de essentiële functies worden gesteld. Een laag-dynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur sluit omwille van de beperkte impact op de bestaande

Page 25: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 15

ruimtelijke structuur beter aan bij de functies van het buitengebied. Hoogdynamische elementen kunnen slechts onder strikte voorwaarden worden gehandhaafd.

Gebieden voor economische activiteiten

Troeven voor de versterking van de economische ontwikkeling liggen in de concentratiegebieden van economische activiteiten, met name de economische knooppunten en de poorten.

Economische knooppunten zijn gebieden waar de economische activiteiten nog steeds een relatief sterke bundeling vertonen. Op Vlaams niveau wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen de stedelijke gebieden, gemeenten gelegen in het economisch netwerk van het Albertkanaal en specifieke economische knooppunten. Beleidsmatig wordt geopteerd om in deze gebieden de bestaande bundeling te behouden en te versterken, waarbij vooral gefocust wordt op de ontwikkeling van regionale bedrijven.

De motor van de economische ontwikkeling in Vlaanderen wordt gevormd door de zeehavens van Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oostende met internationaal georiënteerde multimodale logistieke parken, de internationale luchthaven van Zaventem en het (toekomstig) HST-station Antwerpen-Centraal. Deze poorten naar het hinterland zijn aangesloten op een dicht spoor-, weg- en waterwegennet en daardoor verbonden met andere economische activiteiten in de omringende regio’s en landen.

Het ruimtelijk beleid ondersteunt de economische eigenheid van iedere subregio en optimaliseert de economische sterkte ervan optimaliseren, door te zorgen voor een effectief en gedifferentieerd aanbod aan bedrijventerreinen.

De ontwikkelingsperspectieven kunnen als volgt worden samengevat :

- Een gefaseerde ontwikkeling van bedrijventerreinen, om een zekere flexibiliteit ten aanzien van een onzekere toekomstige economische ontwikkeling te waarborgen.

- Concentratie van bedrijventerreinen in economische knooppunten, waarbij, voor de provincie Oost-Vlaanderen, de verhouding 77-82% / 23-18% moet worden gehanteerd om het onderscheid te maken in de verhouding van de te realiseren oppervlakte bedrijventerreinen tussen 1994 en 2007 in de economische knooppunten enerzijds en het gebied daarbuiten anderzijds. Hierbij wordt opgemerkt dat de historisch gegroeide bedrijven in beide categorieën voorkomen.

- differentiatie van de bedrijventerreinen

Verder worden ook ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen aangegeven.

Op Vlaams niveau wordt 500 ha voorzien voor de herlokalisatie en uitbreiding van historisch gegroeide bedrijven binnen gemeenten die niet behoren tot een economisch knooppunt.

Voor het garanderen van groeimogelijkheden van de economische activiteiten kan de oppervlakte aan bestemde industrieterreinen in plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen ten opzichte van de in de plannen van aanleg op 1/1/1994 bestemde industrieterreinen toenemen met een maximum van 7.000 ha tot een totaal van 62.000 ha. In het RSV wordt 1.715 ha bijkomende oppervlakte bedrijventerrein (bovenop de bestaande

Page 26: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

16 toelichtingsnota

reserve van ± 547 ha) voor de periode 1994 – 2007 aan de provincie Oost-Vlaanderen toebedeeld.

Lijninfrastructuur

Het overgrote deel van onze verplaatsingen vindt plaats over de weg. We beschikken over een fijnmazig wegennet, toch is het resultaat een afnemende bereik- en leefbaarheid, vooral rond de stedelijke gebieden. Vanuit een duurzame ruimtelijke ontwikkeling wordt getracht om een duurzame mobiliteit te creëren. Het bestaande infrastructuurnetwerk (zowel weg, spoor en water) wordt gecategoriseerd (o.b.v. functie) in hoofdwegen, primaire en secundaire wegen, de ruimtelijke condities voor auto-alternatieven worden verbeterd en er wordt een beleid gevoerd gericht op het beheersen van het verkeer.

Het beleid gaat uit van een geïntegreerde benadering van ruimtelijke ordening, mobiliteit en infrastructuur. Het beheersen van de groei van de mobiliteit is essentieel. Versterking van de auto-alternatieven, een beheer van het verkeer en een optimalisering van het wegennet staan voorop.

Structurerende elementen op Vlaams niveau

Deinze is geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Het beleid op Vlaams niveau beoogt het bundelen van wonen, voorzieningen en werken in de stedelijke gebieden.

De E17 is geselecteerd als hoofdweg, (maakt ook deel uit van het “Trans-European networks” (TEN), het Europese netwerk van transportassen), de N60 als primaire weg type I vanaf de E17 tot de grens met het Waals gewest, de N35 als primaire weg type II van de aansluiting met de E17 tot het kruispunt voor Petegem.

De lijn Antwerpen-Gent-Kortrijk-Rijsel is een verbinding van internationaal en Vlaams niveau. Voor deze spoorlijn wordt een verbetering van de spoorinfrastructuur voorgesteld onder de vorm van snelheidsverhogingen tussen Kortrijk en Antwerpen (lijn 59 en 75). De spoorlijn Gent-Deinze-Tielt-Lichtervelde behoort tot het secundaire spoorwegennet en is structuurbepalend op regionaal of lokaal niveau. Beide lijnen worden als mogelijk alternatief vermeld voor de verlenging van de Ijzeren Rijn.

De Leie en het kanaal van Schipdonk werden geselecteerd als hoofdwaterwegen. Het zijn internationale waterwegen met een belangrijke vervoersfunctie die bijzondere potenties bieden voor watergebonden regionale bedrijvigheid.

3.1.2. P r o v i n c i a a l R u i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n

Het Ruimtelijk Structuurplan Oost–Vlaanderen (PRS)4 bevat het ruimtelijk beleid met betrekking tot de structuurbepalende elementen van provinciaal belang, de uitwerking van taakstellingen vanuit het Vlaams niveau en bepalingen met betrekking tot de uitvoering ervan.

De ruimtelijke visie wordt geformuleerd aan de hand van deelstructuren en deelruimten.

4 B.S. 10 maart 2004

Page 27: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 17

De indeling in tien deelruimten is gebaseerd op de typische kenmerken en kwaliteiten van een gebied en het feit dat de provincie geen ruimtelijk systeem op zich is, maar als administratieve eenheid begrensd is. Vier deelruimten hebben hoofdzakelijk stedelijke en economische potenties (het Oost-Vlaams kerngebied, het E17-netwerk; de Waaslandhaven en de Dendersteden), zes deelruimten bezitten hoofdzakelijk openruimtepotenties (de Leieruimte, het Oostelijk Rastergebied, de Scheldevallei, het Noordelijk Openruimtegebied, het Westelijk Openruimtegebied en het Zuidelijk Openruimtegebied). Voor elke deelruimte gelden eigen ontwikkelingsperspectieven gebaseerd op hun ruimtelijke karakteristieken en potenties.

Gewenste nederzettingsstructuur

De zwaartepunten van de nederzettingsstructuur in Oost-Vlaanderen zijn het grootstedelijk gebied van Gent, het geheel van stedelijke polen in het E17-netwerk (Sint Niklaas, Lokeren, Temse, Beveren) en de Dendersteden. Op subregionaal niveau spelen de kleinstedelijke gebieden een ondersteunende centrumrol.

Bij de verdeling van de taakstelling wonen (door de herziening van het RSV geldt scenario 2) mag maximum 39% van de taakstelling toegekend worden aan de gemeenten die volledig tot het buitengebied behoren. Er is geopteerd om voor de buitengebiedgemeenten een taakstelling voorop te stellen tot 2007 die 34% van de totale taakstelling omvat. Daarnaast wordt 5% voorbehouden als provinciale reserve voor de buitengebiedgemeenten. Samen vormen deze percentages 39% of de maximum toe te bedelen verhouding voor de buitengebied-gemeenten. Indien een buitengebiedgemeente het in het PRS toebedeelde aantal woningen reeds volledig ingevuld of overschreden heeft kan voor de realisatie van bijkomende woningen worden geput uit de provinciale reserve. Hierbij geldt dat de provinciale reserve enkel mag gebruikt worden voor bijkomende woningen in de hoofddorpen, tenzij het gaat over sociale woningbouw.

De overige 61% gaat naar de stedelijke gebieden en gelden er als een minimaal te realiseren taakstelling. Als gevolg van de belangrijke afname van de stedelijke taakstelling ten behoeve van de groot- en regionaalstedelijke gebieden is de taakstelling voor de kleinstedelijke gebieden erg klein. Beleidsmatig zal bij de afbakening van de kleinstedelijke gebieden dan ook gekozen worden voor een taakstelling die hoger ligt dan de minimum taakstelling zoals hierboven in het kader weergegeven. De toebedeling van het aantal woningen in het buitengebiedgedeelte van de betrokken gemeente wordt hierbij beperkt. Dit betekent dat de taakstelling voor de gemeenten die deels tot het stedelijk gebied en deels tot het buitengebied behoren aan de in het PRS weergegeven verhouding dienen te voldoen

11

. Dit betekent concreet dat de toegekende taakstelling per 100 inwoners in hun stedelijk gebiedsdeel 20% hoger moet liggen dan de toegekende taakstelling per 100 inwoners in hun buitengebiedsdeel.

In het buitengebied staan de hoofddorpen en woonkernen in voor het opvangen van plaatselijke behoeften aan ruimte voor wonen bijkomende voorzieningen en lokale bedrijvigheid. In de andere kernen van het buitengebied (niet geselecteerd als hoofddorp of woonkern) kan geen bijkomend aanbod aan wooneenheden of ontwikkeling van nieuwe bedrijven gecreëerd worden.

Woonwagenbewoning is een huisvestingsproblematiek waarvoor specifieke voorzieningen moeten getroffen worden. Het aantal standplaatsen op doortrekkersterreinen en op

Page 28: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

18 toelichtingsnota

residentiële terreinen voor woonwagenbewoners moet fors opgetrokken worden tegen 2010. Deze terreinen maken deel uit van de nederzettingsstructuur en worden bij voorkeur voorzien in de stedelijke gebieden en de hoofddorpen. In het PRS worden uitgangspunten aangegeven om de behoefte aan deze terreinen te bepalen.

Gewenste openruimte structuren

Het functioneren van de openruimtefuncties wordt maximaal gegarandeerd. De open ruimte wordt zoveel als mogelijk behouden en beschermd. Er wordt gestreefd naar een kwalitatief en gediversifieerd landschap waarbinnen de maatschappelijke ontwikkelingen niet afgeremd worden, maar positief aangewend worden om de landschapskwaliteiten te versterken. Gebiedsgericht worden ontwikkelingsperspectieven voor de open ruimte geformuleerd. Verder gelden tal van selecties en specifieke gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven voor de landschappelijke, natuurlijke en agrarische structuur.

Toeristisch-recreatieve structuur

Met betrekking tot de toeristisch–recreatieve structuur worden gebieden van primair toeristisch- recreatief belang, toeristisch-recreatieve netwerken en aandachtsgebieden en toeristisch-recreatieve knooppunten onderscheiden. Nieuwe hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur is mogelijk in gebieden van primair toeristisch- recreatief belang. Voor de verschillende selecties worden ontwikkelingsperspectieven geformuleerd.

Economische structuur

Het RSV voorziet voor de periode 1994 – 2007 in de provincie Oost-Vlaanderen 1.715 ha bijkomende ruimte voor bedrijventerreinen (bovenop de bestaande reserve van ± 547 ha), waarvan 60% in af te bakenen bedrijventerreinen en 40% in reservebedrijventerreinen.

Deze bijkomende ruimte is bedoeld voor ruimte voor economische activiteit bijgekomen na 1/1/1994 door gewestplanwijziging, bpa’s, rup’s en sectorale bpa’s (voor bestaande zonevreemde bedrijven), ruimte voor (eventuele) uitbreiding van bestaande bedrijven en ruimte voor nieuwe lokale en (specifiek) regionale bedrijventerreinen

Binnen de grenzen gesteld door het RSV, opteert de provincie voor een maximale ondersteuning van de lokale bedrijven in het buitengebied. Daarom opteert de provincie om de verhouding 77-23 als verdeelsleutel te hanteren bij de situering van bijkomende ruimte voor bedrijventerreinen in de economische knooppunten/stedelijke gebieden en het buitengebied. Bij het zoeken naar ruimte voor economische activiteiten geldt een drie-sporen beleid (valorisatie, hergebruik en nieuw).

Voor de gemeenten die deel uitmaken van de kleinstedelijke gebieden en specifieke economische knooppunten bepaalt de provincie de taakstelling. Hiervoor beschikt de provincie over het aandeel van pakket 3 zijnde 620 ha. Dit pakket is bedoeld voor zowel regionale als lokale bedrijventerreinen. De verdeling per knooppunt vindt plaats aan de hand van het gewogen aandeel werkgelegenheid in 1997 en het aandeel aan bedrijventerreinen op 1 januari 2001.

Specifiek voor kleinhandel geldt dat nieuwe ontwikkelingen moeten afgestemd worden op het niveau en de draagkracht van de betrokken kern. Bovenlokale ontwikkelingen moeten gesitueerd worden in de stedelijke gebieden.

Page 29: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 19

Gewenste mobiliteit en lijninfrastructuren

Per deelruimte wordt een gebiedsgerichte mobiliteitsvisie geformuleerd en wordt de categorisering van het infrastructuurnetwerk van het RSV aangevuld met een selectie van infrastructuren van secundair niveau. Verder wordt ook nog een bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk aangegeven.

Structurerende elementen op provinciaal niveau

Deinze is geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied, Nazareth als specifiek economisch knooppunt. De kern Astene wordt in het PRS als hoofddorp5 geselecteerd, waarbij de handel langs de N43 wordt aangeduid als kleinhandelsconcentratie. Sint-Martens-Leerne samen met Maria-Leerne en verder Vinkt en Wontergem worden geselecteerd als woonkernen. Nazareth-Eke is geselecteerd als meervoudig hoofddorp.

De vallei van de Bovenschelde, de Leie en deze van de Oude Kale en het Afleidingskanaal van de Leie zijn in het PRS geselecteerd als structuurbepalende hydrografische en reliëfelementen. De Leievallei (2N19) en het verbindingsgebied van de Poekebeek (2N18), het verbindingsgebied Biezen-Wallebeek (4N1) en het verbindingsgebied Kruishoutem (5N1) zijn als natuurverbindingsgebied geselecteerd. Het Afleidingskanaal van de Leie (Schipdonkkanaal) (1E1), de Kleine Reigerbeek (2E7), Zeverenbeek, Klaverbeek, Vondelbeek en Mandelbeek (4E3), de Oude Leie (4E1) en de Leebeek (5E17) behoren tot de bovenlokale ecologische infrastructuur. In de Leievallei van Gent tot voorbij Deinze zijn relictzones en ankerplaatsen aanwezig.

De kouters van Deinze werden als structuurbepalend element geselecteerd, het boscomplex van Ooidonk-Leiehoek-Hospicebossen is geselecteerd als structuurbepalend boscomplex. Het kasteel van Ooidonk en het kasteelpark werden omwille van de historische samenhang met het meersengebied van de Leie geselecteerd als structuurbepalend baken. De bossen in de omgeving van Deinze en het bosgebied kasteel van Ooidonk worden als prioritair bosuitbreidingsgebied gesuggereerd.

Tussen Deurle-Eke enerzijds en Deinze-Nazareth anderzijds is een openruimte corridor aangeduid. Een tweede openruimte corridor bevindt zich tussen Machelen (Deinze) en Olsene (Zulte). De landbouwzone van het plateau van Tielt (Deinze, Nevele en Aalter) is als prioritair aandachtsgebied inzake landschapsbouw opgenomen. Er wordt geopteerd voor het maximaal behoud van de open kouter in gedifferentieerd openruimte landschap, voor een ruimtelijke ondersteuning van de grondgebonden land- en tuinbouw en voor het behoud en/of herstel van gesloten beekdepressies.

De Leievallei vormt een groene vinger. Binnen bepaalde ecologische randvoorwaarden worden riviervalleien beschouwd als dragers van natuur en recreatief medegebruik. Het ruimtelijk beleid is erop gericht om bijkomende bebouwing te weren, landschapswaarden maximaal te behouden, waardevolle sites te accentueren, valleigebieden meer toegankelijk maken voor fietsers en wandelaars en het voorzien van intensieve vormen van openluchtrecreatie op de raakpunten van nederzettingsstructuur en groene vinger. Binnen deze beleidsoptie kunnen ook geen nieuwe bedrijfszetels of glastuinbouw kunnen ingeplant

5 Indien Astene in de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze wordt opgenomen vervalt de

selectie als hoofddorp.

Page 30: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

20 toelichtingsnota

worden op de hellingen aan de valleiranden, worden bestaande openruimte corridors tussen nederzettingen behouden.

Delen van de gemeente Deinze behoren tot het toeristisch-recreatief netwerk “Gent en de Leiestreek”. De Leie is het structurerend element waarop en waarlangs vele toeristisch–recreatieve activiteiten plaatsvinden. De Leie en het Leiekanaal behoren tot het toeristisch–recreatief hoofdroutenetwerk. Het recreatiedomein de Brielmeersen is geselecteerd als dagrecreatief knooppunt, de jachthaven aan de Brielmeersen specifiek dagrecreatief knooppunt. Voor beide knooppunten behoort uitbreiding tot de mogelijkheden.

Ter hoogte van Deinze situeren zich, volgens de indeling van de traditionele landschappen, de landschappelijke eenheid van de Leievallei (met tussen Gent en Deinze gave meanders, oeverwallen en meersen als kenmerkende elementen en tussen Kortrijk en Deinze afgesneden meanders door de gerealiseerde kanalisatie), het plateau van Tielt, in het noordwesten, met een zacht golvend open landschap met landelijk karakter waarin bossen ontbreken volledig en met een hoge dichtheid van verspreide bebouwing en enkele verstedelijkte kernen met onduidelijke structuur en het Zandgebied tussen Leie en Schelde in het zuidoosten met een overwegend vlak landschap met een kenmerkend microreliëf gevormd door landduinen, relicten van het coulissenlandschap met knotbomen en het ontbreken van weidse vergezichten door sterke compartimentering als gevolg van bebouwing en begroeiing.

Met betrekking tot de agrarische structuur behoort Deinze tot de zandstreek ten noordwesten van Gent. In dit gebied komen nog belangrijke aaneengesloten landbouwgebieden voor. Gezien het groot aantal "wijkers" met een grondgebonden karakter zijn extra maatregelen gewenste om het landbouwareaal van verdere versnippering te vrijwaren. Het gebied heeft potenties voor de ontwikkeling van de sierteelt, de boomkwekerij en de groenteteelt. Door de afbakening van "ontwikkelingsgebieden voor glastuinbouw" worden aan de glastuinbouw bijkomende ontwikkelingskansen gegeven. De landbouw heeft een belangrijke rol in het behoud van het valleigebied van de Leie.Niettemin moet de landbouw rekening houden met de beperkingen voor de bedrijfsvoering in het kader van natuurontwikkeling en integraal waterbeleid.

In het PRS wordt de N35 (van kruispunt N466-N409 tot de provinciegrens) en het deel ten zuiden van de E17 als secundaire weg type I geselecteerd. De N409 (van kruispunt N35-N409 tot N37 in Aalter), de N43 en de N35 (van N409 tot N43 en tot de Krekelstraat6) zijn geselecteerd secundaire weg type II.

Het station van Deinze fungeert als openbaar vervoersknooppunt. Het station van Deinze is een stedelijk station in een knooppunt van lijnen. Verzamelende en ontsluitende buslijnen op Vlaams en regionaal niveau takken er aan.

Het beleidskader voor de inplanting van windturbines

Naar aanleiding van de ontwikkeling van alternatieve energievormen en de groeiende vraag naar mogelijke locaties voor het inplanten van windturbines, heeft de provincie Oost-Vlaanderen een beleidskader opgemaakt voor de inplanting van windturbines. De

6 Het exacte wegsegment hangt af van de scenariokeuze, die gebeurt in het kader van de

streefbeeldstudie en in het kader van het mobiliteitsplan.

Page 31: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 21

provincieraad van Oost-Vlaanderen stelde op 17 juni 2009 het provinciaal beleidskader voor windturbines definitief vast. Op 25 augustus 2009 werd het plan goedgekeurd door de bevoegde Vlaams minister7.

Het provinciaal beleidskader ten aanzien van windturbines gaat uit van clustering, waarbij de voorkeur gaat naar het realiseren van clusters van twee of drie turbines en naar het clusteren van de windturbines met stedelijke gebieden of netwerken, de kernen van het buitengebied of gebundeld met grootschalige infrastructuur die reeds een belangrijke ruimtelijk-landschappelijke en visuele impact heeft. Dit beleidskader geeft de potentiële inplantingslocaties weer voor de inplanting van midden- en grootschalige windturbines in Oost-Vlaanderen.

3.1.3. G e m e e n t e l i j k e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r p l a n n e n

In het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze en de afbakening van het regionaal bedrijventerrein in het specifiek economisch knooppunt Nazareth worden de betrokken gemeentelijke structuurplannen op hun relevantie voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied kort besproken.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deinze

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Deinze werd door de gemeenteraad definitief vastgesteld op 27 september 2007, bij besluit van de Deputatie goedgekeurd op 20 maart 20088.

De visie op de ontwikkeling van de gemeente werkt vanuit een globale uitgangshouding afgestemd op het RSV en PRS. Om een duurzame ruimtelijke ontwikkeling te creëren wordt er gewerkt vanuit de bestaande structuren.

Er wordt gewerkt met deelstructuren en deelruimten, waarbij de stedelijke ruimte een afzonderlijke deelruimte vormt. Kenmerkend zijn de verstedelijkte band langs de N43, de N35, de bedrijfsgebieden langs het Leiekanaal en deze ter hoogte van de N43 en de E17-snelweg, de Brielmeersen en Palaestra als stedelijke recreatieruimten, …. Het beleid is vooral gericht op een stedelijk beleid, waarbij ruimte vrijkomt voor nieuwe functies, in het bijzonder wonen door inbreiding, door herlocalisatie van bedrijven maar ook door sanering van verlaten bedrijfsterreinen. Kernversterking hangt samen met de inrichting van het openbaar domein en de uitbouw van een duidelijke verkeersstructuur met een oplossing voor zowel het noord/zuid als het oost/west verkeer.

De potenties tot uitbreiding van het bedrijventerrein De Prijkels in noordelijke richting wordt in de visie mee opgenomen. Bij uitbreiding als regionaal bedrijventerrein moet voldoende aandacht zijn voor de milieuaspecten, het mobiliteitsaspect en voor een ruimtelijke buffering t.a.v. de aanpalende woonwijken en straten.

Naast de stedelijke ruimte worden nog drie deelruimten onderscheiden, met name de Leieruimte als waardevol landschap in de verstedelijkte omgeving. Het behoud en de

7 Het gedeelte mbt "het opleggen van een windtoets" werd uitgesloten.

8 B.S. 16 april 2008

Page 32: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

22 toelichtingsnota

ontwikkeling van natuurwaarden staat hier voorop. Buiten de stedelijke kern vinden we aantrekkelijke kernen die gegroeid zijn langs de lokale verbindingswegen. Het recreatief medegebruik van de vallei richt zich vooral op de rivier en het rivierenlandschap en krijgt vorm vanuit enkele lokale recreatieve knooppunten.

Het Noordelijk en Zuidelijk openruimtegebied herbergen voornamelijk openruimte functies alsook een aantal kernen. Het gaat om de woonkernen Vinkt en Wontergem en de landelijke kernen Gottem, Grammene, Zeveren en Meigem. Belangrijk zijn de beekvalleien van Mandelbeek, Vondelbeek, Zeverenbeek en Kaandelbeek en de kouterlandschappen. Het Noordelijk openruimtegebied is een open kouterlandschap met naast grondgebonden landbouw ook talrijke veehouderijen en een beperkte glastuinbouw. Het gebied maakt deel uit van een groter geheel (traditioneel landschap “Plateau van Tielt”). Het wordt tevens gekenmerkt door veel verspreide bebouwing. Het Zuidelijk openruimtegebied is een halfopen landschap gekenmerkt door een groot aantal houtkanten en bomenrijen. Hier bevindt zich vooral grondgebonden landbouw. Vooral het gebied tussen de stedelijke ruimte van Deinze - Petegem – Astene en de E17 snelweg staat onder een sterke verstedelijkingsdruk.

In het Noordelijk en Zuidelijk openruimte gebied binnen Deinze, zijn vooral landbouw en natuur structuurbepalend. Het ruimtelijk beleid werkt aan de kwaliteit van de kernen door deze duidelijk te begrenzen en de functies van de open ruimte te beschermen. Het versterken van de groene elementen als de beekvalleien van Zeverenbeek, Mandelbeek, Vondelbeek en Poekebeek ondersteunen dit beleid. Het ondersteunen van de landbouw en het afbakenen van gebieden voor de grondgebonden landbouw past tevens in dit kader.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Nazareth

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Nazareth werd door de gemeenteraad definitief vastgesteld op 19 december 20029 en bij Ministrieel Besluit goedgekeurd op 1 april 2003.

Nazareth werd in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. De gemeente opteert voor het verder versterken van de al goed functionerende en leefbare woongemeente omringd door een kwaliteitsvolle open ruimte. De bedoeling is om van Nazareth een hoogwaardige woon- en werkgemeente te maken.

De ruimtelijke visie vertaalt zich in een aantal ruimtelijke principes :

- De Scheldevallei en het netwerk van beken als ruimtelijk structurerende elementen

- Uitbouw van open ruimtecorridors ter verbinding van de Zandstreek-Leievallei en de Scheldevallei ter hoogte van Callemoeievijver en de verbinding van de Biezenhofvijver-Leievallei en de Robert Orlentvijver-Scheldevallei.

- Groene vingers vanuit de open ruimte in het bebouwd gebied

- Versterken agrarische gebieden ten zuiden en ten noorden van de centrale as tot aan de E17

- Woonontwikkeling op de verdichtingspunten langs de centrale as tussen Eke en Nazareth

- Activiteitenas en verweefbare activiteiten in de kernen

9 B.S. 16 april 2003

Page 33: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 23

- Ontsluiting via de E17, N35 en N60 als voornaamste verkeersdragers

Als specifiek economisch knooppunt en direct aansluitend op de N60 (Gent – Oudenaarde) en de autosnelweg E17 (Antwerpen – Rijsel) heeft Nazareth een aantal extra mogelijkheden om het bedrijvigheidsniveau in de gemeente te waarborgen. Vanuit het GRS wil men dit op een geïntegreerde wijze realiseren waarbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen vanuit de andere sectoren.

Voorgesteld wordt de bestaande bedrijventerreinen te optimaliseren. Voor de ambachtelijke zone Eke opteert de gemeente ervoor om dit terrein deels te behouden als ambachtelijke zone en deels uit te bouwen als regionaal bedrijventerrein, met aandacht voor een detailhandelszone (grootschalige winkelvestigingen). Een kleinschalige uitbreiding richting E17 kan op het grondgebied De Pinte plaatsvinden.

Voor de ambachtelijke zone aan het kruispunt N35 met N60 wordt geopteerd voor een optimalisatie om een functie te vervullen als regionaal bedrijventerrein. Ook de ambachtelijke zone Eke Sluis wordt geoptimaliseerd en zou opgesplitst worden in een deel regionaal en een deel lokaal bedrijventerrein.

Voor het gemengd regionaal bedrijventerrein de Prijkels wordt een verdere ontwikkeling van voorop gesteld. Een mogelijke uitbreiding situeert zich ten westen van de Callemoeievijver, mits een goede buffering van de waterplas. Daarnaast wordt voorgesteld om een gemengd bedrijventerrein (deels lokaal, deels regionaal) te ontwikkelen aansluitend op het bestaande terrein aan de N35 (mogelijke invulling ca. 9ha). Dit gebied is als meest gunstig uit de afweging van een aantal locaties naar voor gekomen. Het bestaande natuur- en bosgebied aan het kruispunt N35 en E17 kan elders in de gemeente gecompenseerd worden.

Inzake verkeers- en vervoersstructuur ligt de nadruk op de herinrichting van de centrale as Eke - Nazareth en de uitbouw van een visie voor de N60 (Gent – Oudenaarde).

GRS Zulte

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zulte werd door de gemeenteraad definitief vastgesteld op 18 maart 2004, bij Ministrieel besluit goedgekeurd op 18 maart 200410. De relevante elementen uit de ruimtelijke visie voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze worden hieronder weergegeven.

Zulte is een gemeente van het buitengebied, maar situeert zich in het economisch netwerk langsheen de E17. Vanuit dit gegeven opteert de gemeente ervoor om "de snaren te stemmen" en formuleert zij de visie : "Zulte stemt zijn snaren : een volwaardige schakel in het economisch netwerk van de E17, ingebed in de natuurlijke structuur van de Leievallei.

De ruimtelijke visie vertaalt zich in een aantal ruimtelijke principes :

- Het bundelen van ontwikkelingen in de 3 dorpskernen met respect voor de ruimtelijke kwaliteiten van vandaag en met het versterken van hun eigen identiteit ;

- Herstructureren van de industriële activiteiten met een keuze voor de versterking van het industrieterrein aan de Karreweg (Zulte, grensgebied Kruishoutem);

10 B.S. 8 april 2004

Page 34: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

24 toelichtingsnota

- N43 herinrichten als drager van lokale activiteiten, gericht op de zachte weggebruiker;

- Natuurlijke band met de Leie, Zouwbeek en Gaverbeek versterken;

- Ontwikkeling van het agrarisch gebied in evenwicht met het landschap en het behoud van de open ruimte;

Bij de gebiedsgerichte opties voor de natuurlijke structuur is het uitbouwen van natuur in de Leievallei een belangrijk streefdoel. De aandacht gaat hierbij vooral naar de Leiearmen en oude meanders. In de rest van de open ruimte wordt gestreefd naar een basisnatuurwaarde.

Bij de gebiedsgerichte opties voor de bedrijvigheid wordt ervoor geopteerd om nieuw lokaal bedrijventerrein te laten aansluiten bij de bestaande zone Karreweg op de grens met Kruishoutem. Verder worden de zone Petersime en de KMO-zone Machelen nabij de N43 ontwikkeld. Voor het gebied aan Leie Rechteroever, op de grens met Deinze, worden geen ontwikkelingsopties geformuleerd, er wordt geopteerd voor het behoud van de open ruimte.

Het herstructureren van de N43, geselecteerd als secundaire weg, wordt voorop gesteld. Buiten de kernen ligt de nadruk op het in de hand houden van de ruimtelijke ontwikkelingen en het behoud van een aantal openruimtevensters. Binnen de kernen wordt aandacht besteed aan de doortochten die heringericht worden met aandacht voor de zwakke weggebruiker.

Per deelkern worden opties geformuleerd. Voor Machelen worden volgende opties genomen: verbeteren van de samenhand van de kern, herinrichten van de N43 als een herbergzame en veilige ruimte binnen de bebouwde kom en herstructureren buiten de bebouwde kom, afwerken van de bebouwde kom, niet ontwikkelen van de woonwijken ten oosten van de spoorweg en uitbouw van de KMO-zone als lokaal bedrijventerrein. Op de grens tussen Machelen en Deinze wordt het behoud en mogelijk versterken van de open ruimte voorop gesteld.

GRS Kruishoutem

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Kruishoutem werd door de gemeenteraad definitief vastgesteld op 15 mei 200611. De relevante elementen uit de ruimtelijke visie voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze worden hieronder weergegeven.

Kruishoutem is een gemeente in het buitengebied. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling wordt als volgt verwoord : "Kruishoutem, bedrijvige gemeente in een groene omgeving". De gemeente onderschrijft deze dualiteit en kiest voor een verdere economische groei en ontwikkeling vanuit het bedrijventerrein aan de E17 en de reeds belangrijke dorpskern Kruishoutem samen met een behoud en aandacht voor het landelijk karakter van de gemeente.

Kruishoutem schakelt zich in in de ontwikkeling van de ruimere regio door :

- het leefbaar houden van de verschillende kernen zoadat hun ruimtelijke kwaliteiten niet verloren gaan

11 B.S. 13 september 2006

Page 35: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 25

- het beperken van de verplaatsingsstromen door het biedenv an een lokaal voorzieningenniveau

- concentreren van bovenlokale bedrijvigheid in de buurt van de E17

- het open houden van de openruimte gebieden

- het bieden van een rust-, stilte- en zacht recreatiegebied.

Het GRS Kruishoutem onderscheidt 9 verschillende deelruimten. Belangrijk voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze is et "noordelijk van de E17 gelegen openruimtegebied". Het ontwikkelingsperspectief voor dit gebied wordt omschreven als een gebied waar de landbouw relatief autonoom kan ontwikkelen. Het gaat om een agrarisch gebied met verspreide bebouwing. Naast landbouw als hoofdfunctie komen ook andere functies voor zoals wonen, niet-agrarische bedrijven, recreatie en infrastructuur. Deze functies zijn echter ondergeschikt aan de landbouwfunctie. Een deel van deze gebieden kan prioritair behouden blijven voor de landbouw. Daar moeten andere functies en activiteiten die de landbouw kunnen belemmeren, worden geweerd. In het kader van een visie op de gewenste economische structuur worden volgende ontwikkelingsopties naar voor geschoven :

- vermenging van wonen en werken zonder creatie van ontoelaatbare hinder voor de bewoners

- stimuleren van werkgelegenheid in de gemeente zonder noemenswaardige ruimtelijke overlast

- een doelmatig en kwalitatief ruimtegebruik : hogere productiviteit met minder ruimtebeslag

- scheppen van zekerheid voor zonevreemde bedrijven

Een zoeklocatie voor bijkomende lokale bedrijventerreinen in de deelruimte "noordelijk van de E17 gelegen openruimtegebied" wordt niet voorgesteld.

3.1.4. P l a n n i n g s p r o c e s s e n e n b e s l i s s i n g e n i n u i t v o e r i n g v a n s t r u c t u u r p l a n n e n o p d e v e r s c h i l l e n d e b e l e i d s n i v e a u s

Afbakening van de gebieden van de agrarische en natuurlijke structuur voor de Leiestreek.

Conform het RSV bakent het Vlaams gewest de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur af. In het buitengbied kunnen ook andere functies als hoofdfunctie voorkomen. De randvoorwaarden voor de ontwikkeling van deze functies worden geformuleerd vanuit de ruimtelijke visievorming op landbouw, natuur en bos.

Hierbij wordt eerst een gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visie op de natuurlijke én agrarische structuur uitgewerkt in overleg met gemeenten en provincies. Er wordt voor het buitengebied een ruimtelijke visie geformuleerd op de structuurbepalende elementen van Vlaams niveau. Vervolgens worden actiegebieden geselecteerd waar deze ruimtelijke visie wordt uitgevoerd. In gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden daartoe enerzijds grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling, natuurverwevingsgebieden, bosuitbreidingsgebieden en gebieden van de agrarische structuur afgebakend. Anderzijds

Page 36: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

26 toelichtingsnota

worden voor (delen van) grote aaneengesloten landbouwgebieden de bestaande gewestplannen herbevestigd12.

Het planningsproces voor de afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur "regio Leiestreek" is afgerond. Op 24 oktober 2008 nam de Vlaamse regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 82.200 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

In de visievorming op het buitengebied wordt gewerkt in deelgebieden. De gewenste ruimtelijke structuur binnen deze deelgebieden wordt opgebouwd rond ruimtelijke concepten (de voor het plangebied relevante concepten zijn opgenomen). Voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze en de afbakening van de regionale bedrijventerreinen in Deinze en het specifiek economisch knooppunt Nazareth zijn de deelruimten Noordelijke Leievallei en Zandig Interfluvium Leie-Schelde relevant.

Het gebied ten noordoosten van de stedelijke kern situeert zich in de deelruimte "noordelijke Leievallei". Deze deelruimte wordt in het noordwesten begrensd door het Afleidingskanaal van de Leie en de valleien van het complex Vondelbeek-Zeverenbeek-Oude Kaandelbeek en de Oude Mandel, in het zuiden door de gewestweg N43 en in het zuidwesten door de Mandelvallei.

In de deelruimte Noordelijke Leievallei is de vallei van de Leie is structuurbepalend voor de natuurlijke structuur op Vlaams niveau. De valleien van het complex Vondelbeek-Zeverenbeek-Oude Kaandelbeek zijn structuurbepalend voor de natuurlijke structuur van deze deelruimte. Binnen dit natuurcomplex wordt gestreefd naar een afwisseling van beekbegeleidende bossen, verspreide moerassige delen, kleine landschapselementen en graslanden die in bepaalde delen verweven voorkomen met de landbouw. De hoger gelegen delen van de deelruimte worden hoofdzakelijk erkend en gevrijwaard voor de land- en tuinbouw. De gewenste ruimtelijke structuur wordt opgebouwd rond een aantal concepten.

Het gebied ten zuiden van Deinze situeert zich in de deelruimte "Zandig Interfluvium Leie-Schelde". In het noorden wordt deze deelruimte begrensd door het grootstedelijk gebied Gent, in het oosten door de Scheldevallei, in het westen door de N43.

Dit deelgebied wordt gevrijwaard voor land- en tuinbouw. De ecologische functie van belangrijke bosgebieden wordt versterkt. Verspreid voorkomende kasteelparken worden versterkt als landschappelijke entiteit.

12 cf. methodiek van de Vlaamse Regering (3 juni 2005)

Page 37: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 27

Voor elke deelruimte wordt vervolgens in een operationeel uitvoeringsprogramma aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. Dit programma moet in samenhang gelezen worden met de gewenste ruimtelijke structuur. Er wordt verwezen naar de relevante concepten die de inhoudelijke elementen van de actie bepalen. De actie geeft op hoofdlijnen aan over welke gebieden en concepten het gaat. In het uitvoeringsprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen de beleidsmatig te herbevestigen bestemmingen van het gewestplan en overige uitvoeringsacties. Op basis van de adviezen op de gewenste ruimtelijke structuur zullen deze uitvoeringsacties verder geoperationaliseerd worden. Daar waar bestemmingswijzigingen noodzakelijk zijn, zal verder overleg en onderzoek op perceelsniveau de exacte begrenzingen bepalen.

Het operationeel uitvoeringsprogramma bevat volgende voor het kleinstedelijk gebied Deinze relevante acties (acties categorie I en II) :

Page 38: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

28 toelichtingsnota

kaart 1 : Operationeel uitvoeringsprogramma afbakening natuurlijke en agrarische structuur

Page 39: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 29

Voor de deelruimte Noordelijke Leievallei wordt voorgesteld om volgende gebieden beleidsmatig te herbevestigen (de nummers tussen de haakjes verwijzen naar de bijhorende concepten in de gewenste ruimtelijke structuur) :

Samenhangend landbouwgebied Markegem (gebied 14)

Bevestigen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor het aaneengesloten landbouwgebied Markegem, tussen de Oude Mandel en de vallei van de Leie (4.8) op grondgebied van de gemeenten Dentergem en Deinze, met de mogelijkheid een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken in functie van: - het differentiëren van het agrarisch gebied als bouwvrij agrarisch gebied voor delen van de open ruimte verbinding (7.3).

Samenhangend landbouwgebied Molenhoek (gebied 15)

Bevestigen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor het aaneengesloten landbouwgebied Machelen (4.11) op grondgebied van de gemeenten Zulte en Deinze (beperkt).

Samenhangend landbouwgebied Grammene (gebied 16)

Bevestigen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor het aaneengesloten landbouwgebied Deinze, Grammene tussen de Zeverenbeek en de vallei van de Leie (4.6), op grondgebied van de gemeente Deinze.

Samenhangend landbouwgebied Landegem, Sint Maria Leerne (gebied 17)

Bevestigen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor het aaneengesloten landbouwgebied (4.1) en van de natuur-, bos- en andere groenbestemmingen (5.1, 5.9, 5.10) tussen het Schipdonkkanaal en de vallei van de Leie op grondgebied van de gemeenten Nevele, Gent en Deinze, met de mogelijkheid een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken in functie van het differentiëren van het agrarisch gebied als bouwvrij agrarisch gebied voor delen van de open ruimte verbindingen (7.1, 7.2).

Voor volgende gebieden wordt op te starten specifiek onderzoek voorafgaand aan uitvoeringsacties op Vlaams niveau aangegeven :

Vallei van Zeverenbeek (en Maanbeek) en Oude Mandelbeek en Vondelbeek (gebied 19)

Hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor delen van de landbouwgebieden (1.2, 4.5, 4.6) samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, rekening houdend met het behoud en het versterken van het typisch landschap van de vallei van de Zeverenbeek (6.3): - het versterken van de natuurwaarden in de vallei van de Zeverenbeek en de vallei van de Vondelbeek (1.12); - het nader uitwerken van de verweving van landbouw, natuur, bos en de waterbergingsfunctie in een deel van de Zeverenbeekvallei, de vallei van de Oude Mandelbeek (2.13, 2.8) en de vallei van de Maanbeek (4.8.).

Opmaak RUP onder meer ter realisatie van de opties uit het ruilverkavelingsplan Wontergem (deel plangebied

Verder onderzoek en overleg nodig ifv het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Opmaken gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

Omgeving Schipdonkkanaal (gebied 20)

Page 40: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

30 toelichtingsnota

Hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor delen van het landbouwgebied (4.1, 4.4) samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor: - het nader uitwerken van de verweving van landbouw, natuur en bos in de onmiddellijke omgeving van het Schipdonkkanaal (2.2).

Verder onderzoek en overleg nodig ifv het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Opmaken gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

Af te stemmen met de mogelijke opties vanuit het Seine-Schelde-project

Leievallei omgeving gekanaliseerde Leie (gebied 21)

Hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor delen van het landbouwgebied (4.6, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11) samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor: - het versterken van de natuurwaarden en de waterbergingsfunctie in de vallei van de Leie (1.9, 1.10, 1.11); - het nader uitwerken van de verweving van landbouw, natuur, bos en de waterbergingsfunctie in de vallei van de Leie (2.7, 2.9, 2.10, 2.11, 2.12).

Verder onderzoek en overleg nodig ifv het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Opmaken gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

Toeristische Leie, tot Deinze (gebied 22)

Hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor delen van de landbouwgebieden (4.1, 4.3) samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan rekening houdend met het behoud en het versterken van het typische landschap van het kasteel van Ooidonk en Leiemeersen (6.2): - het versterken van de natuurwaarden en de waterbergingsfunctie in de Leievallei (1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7); - het nader uitwerken van de verweving van landbouw, natuur en bos (richtcijfer bosuitbreiding ifv stadsbos Deinze 35 ha) in de vallei van de Leie (2.5, 2.3, 2.4, 2.6).

Verder onderzoek en overleg nodig ifv het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Opmaken gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

Voor de deelruimte Zandig Interfluvium wordt voorgesteld om volgende gebieden beleidsmatig te herbevestigen :

Samenhangende landbouwgebieden omgeving E17/N60 (gebied 41)

Bevestigen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor het aaneengesloten landbouwgebied omgeving E17/N60, Machelen Deinze en Zulte-Waregem (1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6) en van de natuur-, bos- en andere groenbestemmingen (7.3-7.7, 7.9, 7.16) op grondgebied van de gemeenten Zulte, Deinze, Sint Martens Latem (beperkt), De Pinte (beperkt), Nazareth, Zingem en Waregem (beperkt); met de mogelijkheid een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken in functie van het differentiëren van het agrarisch gebied als bouwvrij agrarisch gebied voor de openruimteverbindingen (9.1, 9.2, 9.3, 9.4).

Page 41: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 31

Verder onderzoek in een zone ten zuiden van Gent in functie van het eventueel het afbakenen van concentratiezones voor glastuinbouw.

Voor volgende gebieden wordt op te starten specifiek onderzoek voorafgaand aan uitvoeringsacties op Vlaams niveau aangegeven :

Lozerbos (gebied 47)

Hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor delen van het landbouwgebied (1.5.) samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, rekening houdend met het behoud en het versterken van het typische landschap kasteeldomeinen van Aaishove, Lozer, Mullem en Wannegem (6.2), voor: - het versterken van de bosstructuren (richtcijfer bosuitbreiding (4.4, 7.14) 50 ha); - realisatie van een bosverbinding tussen boskernen (4.4, 7.14).

Verder onderzoek en overleg nodig ifv het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Opmaken gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

Hospicebossen (gebied 48)

Hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen voor delen van het landbouwgebied (1.1) samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het versterken van de bosstructuren van de Hospicebossen, binnen de huidige gewestplanbestemming. Eventueel realisatie van beperkte bosuitbreiding in oostelijke richting (effectieve bebossing (4.1) in principe binnen de bestaande groene bestemmingen).

Verder onderzoek en overleg nodig ifv het gedetailleerd in kaart brengen van het landbouwgebruik en de landbouwbedrijfszetels, concrete mogelijkheden voor uitbreiden van natuur- of bosgebieden en mogelijkheden voor waterberging. Opmaken gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied.

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stokstorm – glastuinbouw

Op 10 maart 2009 werd het provinciaal RUP ‘Glastuinbouwgebied Stokstorm’ goedgekeurd.

De glastuinbouwzone Stokstorm is gesitueerd op grondgebied van Deinze en Kruishoutem, ten westen van de N494, vlakbij het stedelijk gebied Deinze en het bedrijventerrein De Prijkels. Via de Karreweg en het bedrijventerrein De Prijkels wordt het gebied ontsloten op de E17.

Het serregebied heeft een oppervlakte van ongeveer 35 ha en is goed voor een 3 à 5 tal serrebedrijven. Structurerende elementen in het serrepark zijn de centrale ontsluitingsas die aantakt op de N494 en de Stokstormbeek. Een duurzame inrichting van het gebied wordt vooropgesteld, onder meer via strenge bepalingen inzake buffering, bouwhoogte, wateropvang en –hergebruik, enz.

De Stokstormhoeve krijgt een functie die complementair is aan de activiteiten van het glas-tuinbouwgebied. Het gaat ofwel om activiteiten die gemeenschappelijk en/of complementair zijn aan tuinbouwactiviteit ofwel om de productie van hernieuwbare energie waarbij rest-warmte wordt geproduceerd die bruikbaar is voor één of meerdere glastuinbouwbedrijven van het RUP Stokstorm.

Het RUP wordt ontwikkeld als een agrarische bedrijvenzone die deel uitmaakt van de gebieden van de agrarische structuur. In het bijzonder maakt het RUP Stokstorm deel uit van

Page 42: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

32 toelichtingsnota

het samenhangend landbouwgebied ‘Omgeving E17‘. In dit gebied is landbouw de hoofdfunctie. Binnen dit gebied wordt ruimte gelaten voor behoud, herstel en ontwikkeling van een raamwerk van kleine landschapselementen, zodat een landschapsecologische basiskwaliteit wordt gegarandeerd. Het RUP Stokstorm wordt landschappelijk ingekleed zodat er geen hinder is voor het omliggende landschap.

RUP noord-west E1713

Op 29 januari 2009 heeft de Deputatie van Oost-Vlaanderen het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Noord-West E17” van de gemeente Nazareth goedgekeurd.

Het plangebied van dit RUP is gesitueerd ten noorden van de E17 en ten oosten van de N35. De totale oppervlakte van het RUP bedraagt ongeveer 442 ha. Dit RUP werd opgemaakt in uitvoering van het bindend gedeelte van het GRS Nazareth waarin wordt gesteld dat voor het gebied ten westen van de E17 (met uitzondering van de Hospicebossen en hun uitbreidingszone en de industriezone De Prijkels) een RUP zal worden opgemaakt waarin de glastuinbouwzone, de woonkorrel Biezenhof en de Biezenhofvijver, de agrarische zone non-aedificandi en de aanwezige zonevreemde woningen en bedrijven worden opgenomen.

3.1.5. S t r e e f b e e l d e n

Streefbeeld N35

Het streefbeeld voor de N35 werd uitgewerkt in opdracht van het Vlaams gewest – Administratie Wegen en Verkeer (AWV) en werd conform verklaard door de PAC op 20 september 2004. Het streefbeeld

geeft een overkoepelende geïntegreerde visie voor de N35 weer en spreekt zich uit over de N35 vanaf het kruispunt met de N43 in Deinze tot het kruispunt met de N60 in Nazareth.

Er wordt onderscheid gemaakt in twee deelgebieden een westelijk en een oostelijk segment.

Voor het westelijk gedeelte (stedelijk weefsel Deinze tot aan de Prijkels) vraagt elk voorstel van scenario een ingrijpende herdimensionering van het wegprofiel. Voor dit wegsegment is het streefbeeld verder uitgewerkt tot een zogenaamd streefbeeld type III, waarbij vooral een verkeerskundige korte termijnbenadering van het traject voorop staat. De maatregelen hebben als doel de verkeersveiligheid te verbeteren en lokaal de doorstroming te bevorderen. Voorstellen voor aangepaste wegtracés zijn geformuleerd voor Volhardingslaan, Gaversesteenweg, Krekelstraat – Karrewegstraat, aansluitend worden een aantal gevaarlijke kruispunten behandeld. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de weg zijn huidige rol moet blijven vervullen. De maatregelen kennen een beperkte kostprijs en mogen geen bijkomende hypotheek leggen op de toekomstige herinrichting van de weg.

13 Dit RUP werd voorlopig vastgesteld in de gemeenteraad op 19 mei 2008. Het openbaar onderzoek

werd georganiseerd van 16 juni 2008 t.e.m. 14 augustus 2008.

Page 43: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 33

In het oostelijk wegsegment bevindt zich het knooppunt Gaversesteenweg -Karrewegstraat/Kortrijkse Heerweg dat het regionaal bedrijventerrein De Prijkels ontsluit. De doorstroming richting Deinze vormt een knelpunt. Bij toename van de verkeersintensiteiten, als gevolg van een mogelijke uitbreiding van De Prijkels, zal dit doorstromingsprobleem ingrijpend toenemen. Ook zijn de huidige fietsvoorzieningen en fietsoversteek ontoereikend en onveilig. Voor dit oostelijk weggedeelte (tussen de Prijkels en het oostelijke op- en afrittencomplex van de E17) werd een streefbeeld type II uitgewerkt. Een ingrijpende herdimensionering van de weg is noodzakelijk, en een consensus is bereikt. Dit segment heeft een verzamelende rol op bovenlokaal niveau. De weg wordt ingericht als zuiver verkeersgebied. Momenteel is het verkeersgenerend effect van een mogelijke uitbreiding van het bedrijventerrein De Prijkels een onbekende factor. In een minimumscenario kan ter hoogte van de verschillende kruispunten gewerkt worden met gelijkvloerse oplossingen. In het maximaal scenario bieden gelijkvloerse oplossingen onvoldoende capaciteit en moeten meer grootschalige kruispuntoplossingen voorzien worden. Volgende opties voor een kruispuntherinrichting zijn in het streefbeeld opgenomen :

- Een tweestrooksovonde : biedt voldoende capaciteit indien het verkeersgenererend effect beperkt blijft tot een verhoging van de intensiteiten met een factor 1,75 van en naar het bedrijventerrein en een algemene toename van het verkeer met 5%. Het bedrijventerrein zal hierbij via de ovonde rechtstreeks op de N 35 aantakken.

- Een turborotonde : biedt voldoende capaciteit indien het verkeersgenererend effect beperkt blijft tot een verhoging van de intensiteiten met een factor 1,75 van en naar het bedrijventerrein en een algemene toename van het verkeer met 10%. Het bedrijventerrein zal hierbij via de ovonde als onderdeel van de turborotonde rechtstreeks op de N 35 aantakken.

- Een Hollands complex : capaciteit wordt bepaald door de rotondes of kruispunten die instaan voor de uitwisseling van het verkeer zonder belast te worden met het doorgaand verkeer (dat kan ongehinderd doorstromen). Het bedrijventerrein kan ook hier via de kruispunten rechtstreeks op de N 35 aantakken.

Eind 2009 werd door AWV een vierde variant voor de herinrichting van het kruispunt uitgewerkt. Het kruispunt zou met een lichtengeregeld kruispunt ingericht worden, waarbij komende vanuit het bedrijventerrein "De Prijkels" een rechts-afstrook richting E17 wordt voorzien. In deze uitwerking zou ook de rechts-in/rechts-uit van de Prijkelstraat kunnen behouden blijven.

3.1.6. R e l e v a n t e s e c t o r a l e p r o j e c t e n

Mobiliteitsplan Deinze

In 1998 werd door Groep Planning een oriëntatienota van het gemeentelijk mobiliteitsplan opgesteld. Bedoeling was een inventaris op te maken van de bestaande plannen en studies ; een inzicht te bieden in de visie van de verschillende actoren ; een probleemstelling te formuleren op vlak van verkeer en mobiliteit.

Het mobiliteitsplan werd verder uitgewerkt door de bureaus Tritel en Abcis en werd door de PAC conform verklaard op 19 december 2005 en door de gemeenteraad goedgekeurd op 27 april 2006.

Page 44: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

34 toelichtingsnota

De tweede fase van het mobiliteitsplanningsproces heeft tot doel een aantal scenario’s te ontwikkelen ten einde maatregelen en middelen te kunnen aanreiken die bijdragen tot een duurzame organisatie van de mobiliteit. Ter onderbouwing van de beleidskeuzes wordt een duurzaam beleidsscenario uitgewerkt. Dit vertrekt vanuit de gewenste ruimtelijke structuur voor Deinze, waarbij de organisatie van het wegennet, de autostructuur, fietsverkeer en openbaar vervoer worden uitgewerkt.

Uit de studie blijkt dat een goede wegstructuur op macroniveau de belangrijkste randvoorwaarde is voor een geslaagd mobiliteitsbeleid te Deinze. Daarom wordt bijzondere aandacht besteed aan het onderzoek naar het functioneren van de Gaversesteenweg N35, waarbij concepten voor de regionale wegstructuur worden afgewogen.

Binnenvaartverbinding Seine – Schelde en Rivierherstel Leie

In 2003 werd binnen de Europese Unie een lijst van 30 projecten opgemaakt die als prioritair worden beschouwd om het ‘TransEuropean transport Network’ te optimaliseren. Binnen het Vlaamse Gewest wordt gewerkt aan de uitbouw van het Trans-Europese Netwerk voor Transport (TEN-T). Dit netwerk moet leiden tot een meer duurzame mobiliteitsontwikkeling waarbij investeringen worden geconcentreerd op het vervoer via spoor en via het water, zodat een modal shift van het wegverkeer naar alternatieve modi (zoals water en spoor) wordt bewerkstelligd.

Studies hebben aangetoond dat de opwaardering van de Seine-Scheldeverbinding in Vlaanderen directe en indirecte effecten zal hebben zowel op het vlak van tewerkstelling en economische groei, als op de transportsector en de transportmodi van de vervoerstromen.”

Bij aanleg van het kanaal Seine-Nord-Europe (kanaal van 105 km tussen de Seine en de Bovenschelde), zou de helft van het wegverkeer tussen Parijs en Rotterdam in aanmerking komen om overgeheveld te worden naar de binnenvaart. De startnota Seine-Schelde- concludeerde dat het realiseren van een Seine-Scheldeverbinding via de gekanaliseerde Leie een goed alternatief zou vormen voor verkeer over de weg (in casu de E17).

Het Seine-Scheldeproject past binnen dit Europese kader en beoogt een opwaardering van internationale binnenvaartverbinding tussen het Schelde- en het Seinebekken voor schepen tot 4.500 ton. Het binnenvaartproject Seine-Schelde omvat vanaf de Franse grens een deel van het traject van vier waterwegen (de gekanaliseerde Leie (tot Deinze), het Afleidingskanaal van de Leie vanaf Deinze, het kanaal Gent-Oostende, tot aan de kruising met de Ringvaart te Gent en het Noordervak van de Ringvaart tot aan het kanaal Gent-Terneuzen. Daar zijn verbindingen voorhanden over het kanaal Gent-Terneuzen naar de Westerschelde of via de Zeeschelde naar Antwerpen en Rotterdam. Het project moet voor 2010 aanvangen en voltooid zijn voor 2020.

Er zijn echter ook potenties om het optimaliseren van de vaarweg van de Leie te combineren met rivierherstel. In navolging op de startnota rond de binnenvaartverbinding Seine – Schelde kwam er daarom een nota ‘Rivierherstel Leie’. Alle maatregelen die bijdragen tot de versterking van het dynamisch evenwicht binnen het riviersysteem (morfologisch, chemisch, fysisch en biologisch) komen aan bod. Naast ecologie en waterbeheer komen ook functies als toerisme, recreatie, historisch erfgoed, economie (watergebonden bedrijvigheid, overslagterminals), milieu (waterwinning, berging baggerspecie op de oevers...) aan bod.

Page 45: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 35

De kerngedachte doorheen de ruimtelijke ontwikkelinsgvisie is de verderzetting en de herwaardering van het riviersysteem in al haar functies, waarbij volgende aspecten aan bod komen in de globale visie : vrijwaren van het landelijk karakter; behoud en versterking van bestaande natuurgebieden; aandacht voor recreatievaart; goed overleg met lokale besturen; economische ontwikkelingen ondersteunen; betere waterkwaliteit bevorderen; geïntegreerde aanpak voor de waterbeheersing; voortdurende aandacht voor het bergen van grondspecie; duidelijke definitie van jaagpaden; waterbinding bedrijventerreinen; publieke toegankelijkheid van meanders en meander-oevers en landschappelijke opwaardering.

Uit de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur volgde een opdeling in 4 secties, met telkens eigen karakteristieken en specifieke punten ten aanzien van de ruimtelijke visie. De meest noordelijke sectie loopt van Sint-Baafs-Vijve tot Deinze.

In deze sectie is het hoofdzakelijk natuurlijk karakter van de vallei kenmerkend. Vooral de meanders bieden specifieke mogelijkheden voor natuurgerichte ingrepen, waarbij recreatief medegebruik voorop staat. De oevers van de gekanaliseerde Leie zijn veelal ingenomen door landbouwgronden. Aandachtspunten voor deze sectie ten zuiden van Deinze zijn :

- verweving nastreven tussen agrarisch gebied en landschappelijk/ecologisch waardevol gebied;

- heropenen van gedempte meanders, fossiele meanders een functie geven in waterberging en historische meanders accentueren door ze op te nemen in toeristische netwerken:;

- laterale en transversale verbindingen tussen meanders slechts realiseren indien er topografisch geen “foute ingrepen” plaatsvinden

- opportuniteiten voor rivierherstel in “plas-dras”-zones van de oever;

- wateroppervlak en oeverzones van meanders maximaal publiek toegankelijk te maken;

- goede binding realiseren tussen vroegere dorpen gelegen aan de meanders en de “nieuwe” Leie.

- Voor de omgeving van Deinze worden volgende acties voorgesteld :

- versterken van de bestaande toeristisch – recreatieve attractiepunten in de stedelijke kern van Deinze;

- te ontwikkelen meersengebied ten zuiden van Leiekanaal. Een in te passen bergplaats voor grondspecie ten noorden van het Leiekanaal;

- uitbouwen van een landschapsbuffer rond de industrieterreinen van de Europalaan

- uitbouwen van een recreatief fietspad langs het Leiekanaal.

- te realiseren recreatieve verbindingspaden langs het Leiekanaal en de Leiemeanders

Landinrichtingsproject Leie en Schelde

De Vlaamse Regering bepaalde bij Besluit van 26 oktober 1994 (B.S. 24 januari 1995), op grond van een voorstudie, de afbakening van het landinrichtingsproject Leie en Schelde. De Vlaamse Regering legde ook de uitgangsdoelstellingen voor het project vast en besliste tot de opmaak van een landinrichtingsplan. Met dit instrument wil de overheid het landelijk

Page 46: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

36 toelichtingsnota

gebied inrichten volgens de bestemming van het gewestplan, landinrichting wijzigt dus geen bestemmingen.

Een landinrichtingsproject bestaat uit een richtplan enerzijds en wordt uitgevoerd binnen één of meerdere inrichtingsplannen anderzijds. Het eindvoorstel van richtplan van het pilootlandinrichtingsproject Leie en Schelde werd door de Vlaamse Regering in zitting van 30 juni 1998 goedgekeurd. Het richtplan geeft de grote opties van de landinrichting en een overzicht van de maatregelen, handelingen en werken die daarvoor nodig zijn.

De uitgangsdoelstellingen voor de Leievallei zijn :

- de inrichting van de vele overgangen tussen stedelijke- en woonfunctie en de landelijke functie;

- het versterken van de landbouwvormen die als drager van de open ruimte optreden: melkveehouderij in de meersengebieden;

- inrichtingen ten behoeve van het integrale waterbeheer van de Leie zowel naar waterbeheersing als naar de waterkwaliteit, met mogelijkheden voor natuur, water en oevergebonden recreatie;

- het realiseren tussen Gent en Deinze van een grotendeels langs de Leie gelegen groenas ten behoeve van zachte recreatievormen;

- multifunctionele inrichting van de afgesneden Leie-arm, Vosselareput.

In het richtplan worden per thema een aantal visies geformuleerd:

Inzake landschap wordt geopteerd voor het behoud van de gaaf gebleven kouters en het herstel van het gesloten karakter van het bulkengebied. In de Leievallei wordt het meersenkarakter behouden. De landschappelijke gaafheid moet gevrijwaard blijven, wat betekent dat de oprichting van agro-industriële constructies en glastuinbouw ongewenst zijn, evenals infrastructurele ingrepen die leiden tot verhoging van de recreatiedruk. Het open-field karakter van de landschappen in de periferie van het projectgebied wordt, op voorwaarde dat zich geen verdere woonuitbreiding voordoet, behouden.

Er wordt geopteerd voor het behoud en een verdere uitbouw van een leefbare bosbouwsector. Voor wat de landbouwsector betreft, wordt ingespeeld op differentiatie in de landbouwproductie, op de bestaande realiteit van de eigenheid van de bedrijven en worden de structuren d.m.v. inrichtingsmaatregelen geoptimaliseerd.

De verstedelijking en versnippering van de Leievallei wordt tegengegaan, er wordt een gericht natuurbeheer van sommige meersen gevoerd en de natuurwaarden van de oevers worden verhoogd. De netwerkstructuur van de kleine landschapselementen met karakteristieken van het kouter-bulkengebied van Leie en Kale (open, kouterruggen, depressies met perceelsrandbegroeiingen) worden hersteld en uitgebouwd.

Inzake recreatief medegebruik wordt geopteerd voor “zachte” recreatievormen en waterrecreatie op de bestaande waters, zachte recreatie langs de Leie, de uitbouw van een fietsverbinding tussen Leie en Schelde en het openen van een aantal jeugdherbergen of trekkershutten. De verdere uitbouw en promotie van de vaart op de Leie is uit den boze. De uitbreiding van het bosbestand is absoluut noodzakelijk.

Page 47: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 37

De eigenlijke uitvoering van de maatregelen voor het landinrichtingsproject gebeurt via verschillende inrichtingsplannen. Deze inrichtingsplannen hebben betrekking op de concrete uitwerking van een deel van de in het richtplan voorziene maatregelen. Elk inrichtingsplan bevat ook een uitvoeringsprogramma en een financieringsplan. In de omgeving van Deinze werden/worden in het kader van het landinrichtingsproject "Leie en Schelde" volgende inrichtingsplannen uitgewerkt.

Het inrichtingsplan Vosselareput werd goedgekeurd in 2000 en voorziet een inrichting in functie van natuur en recreatie. Er wordt gestreefd naar een verhoging van de natuurkwaliteit van de oevers en van het binnengebied. Volgende maatregelen werden reeds uitgevoerd: de aanleg van een fiets- en wandelpad (pad. H. Hart), de aanleg van een zelfbedieningsveer over de Oude Leie, wegenbeplanting, parkeervoorziening, het ruimen van slib, natuurvriendelijke ingrepen (aanleg van bufferstroken, aanplanten van oevervegetatie, …). Momenteel zijn in het kader van dit inrichtingsplan nog een aantal maatregelen in voorbereiding (ruiming van de Rekkelingebeek) of gepland (ruiming Oude Leie, aankoop en inrichting van natuurpercelen).

Het inrichtingsplan schermgroen E17 werd goedgekeurd in 2000 en beoogde om "het grijze lint in het landschap in een groener kleedje te steken zonder daarom een "groene tunnel" te maken. Knotbomen en houtkanten zorgen voor meer groen en versterken tegelijk de structuur van het landschap. De stukjes natuur nabij de op- en afritten worden aantrekkelijker gemaakt voor dieren en planten. Dit inrichtingsplan is volledig uitgevoerd.

Het gebied waarop het inrichtingsplan recreatie-as Gent-Deinze van toepassing is, situeert zich stroomafwaarts de stedelijke kern van Deinze. Het inrichtingsplan werd goedgekeurd in 2001, momenteel zijn nog projecten daarvan in uitvoering. Het is de bedoeling de kwaliteit van fiets- en wandelmogelijkheden in het Leiegebied te verhogen, door bestaande paden te verbeteren en ook een aantal nieuwe verbindingen aan te leggen. Ook het verstrekken van informatie over de Leiestreek is een belangrijke doelstelling. Naast recreatie wordt ook aandacht besteed aan een aantal andere aspecten, bijv. het aanleggen van dijken voor het lenigen van de waterproblematiek.

Het inrichtingsplan Stadsbos Deinze werd goedgekeurd in 2010. Het omvat acties op ecologisch, cultuurhistorisch, sociaal, educatief en recreatief vlak. Dit plan ligt ter goedkeuring bij de bevoegde minister. Er wordt op korte termijn een goedkeuring verwacht. Het projectgebied, 368 ha groot, situeert zich tussen de dorpskernen van Petegem en Astene, ten zuiden van de N43 en de spoorlijn, de Gaversesteenweg, Karrewegstraat en Parijsestraat. Het gebied maakt deel uit van de Vlaamse Zandstreek en was vroeger een kleinschalig dreven- en landbouwlandschap. Hiervan zijn slechts een aantal restanten aanwezig in de vorm van kleine hakhoutbosjes, dreven en houtkanten. De belangrijkste dreef is de ‘Astenedreef’, een verboste dubbele lindendreef die de verbinding vormt tussen de Gampelaerehoeve en het voormalig kasteel, thans het recreatiedomein ‘De Ceder’. De huidige natuurwaarden zijn vooral terug te vinden in de oude bosfragmenten en in het poelen- en grachtensysteem rond de Hoeve Nieuw Goed te Parijs Het plangebied,

De uitgangsdoelstelling van het inrichtingsplan Stadsbos Deinze is de opmaak van een geïntegreerd plan voor een stadsbos rond Deinze met een oppervlakte van ca. 50 ha. Naast het aanleggen van een nieuw bosgebied (deels speelbos) wordt aandacht besteed aan het inrichten van wandeldreven en open ruimte in de bossfeer. De ontwikkeling van een

Page 48: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

38 toelichtingsnota

stadsbos in aansluiting met de stedelijke kern past in de uitbouw van de stedelijke groenzones. Het gebied is belangrijk voor de natuur- en landschapsontwikkeling en richt zich op laagdynamische recreatie. De ontwikkeling dient gepaard te gaan met een goede ontsluiting voor voetgangers en fietsers. Daarbij verdient de bereikbaarheid vanuit het centrum van de stad als deze vanuit de omliggende woongebieden bijzondere aandacht. Zo wordt een aansluiting uitgewerkt met de fietsas langs de spoorlijn die Astene met het centrum van Deinze verbindt en wordt voorzien in een verbinding met de fietsas langs de Leie. Hiervoor zal een bijkomende voetgangers- en fietsersbrug over de Leie worden gerealiseerd nabij Astene ter hoogte van het café “Het Veer”.

De inrichting van het stadsbos bestaat uit twee grote blokken. Het deel ten noorden van de Krekelstraat beoogt een massieve boskern van ca. 30 ha. Het deel ten zuiden van de Krekelstraat wordt een verwevingzone tussen bos en landbouw van ca. 23 ha met behoud van landschappelijke kwaliteiten. De verwevingzone zal een palet van verschillende vegetatietypes bieden gaande van hooiland, ruigte, bos, akker, weiland, enz…

De geplande maatregelen bestaan onder meer uit bosuitbreiding ten noorden en ten zuiden van de Krekelstraat, bosomvorming van bestaande bossen, de aanleg van een verwevingszone, de aanleg van een zaadgaard (= boom- of struiktuin voor de productie van zaden), de aanleg/herinrichting van nieuwe/bestaande dreven en het herstel van poelen.

Samen met de ontwikkeling van het stadsbos wordt een ontwikkelingsvisie voorgesteld om het projectgebied beter te ontsluiten met omliggende zones. Ook intern wordt een netwerk van paden voorzien waarin mogelijkheden voor rolstoelgebruikers worden geïntegreerd.

Het inrichtingsplan streeft ook naar een verbeterde inrichting op het vlak van ecologie, landschap en zachte recreatie. Het omvat maatregelen voor de uitbouw van een drevenstructuur, een betere ontsluiting met de omliggende zones, de aanleg van een fietsersbrug over de Leie en een aantal externe recreatieve verbindingen. Daarnaast wordt een speelzone en een tweetal parkeerzones voorzien. In de omgeving van het stadsbos zijn ook verschillende hoeves aanwezig, vaak met grote cultuurhistorische waarde en al dan niet momenteel nog actief als landbouwbedrijf. In de projectvisie blijft de landbouw een actieve drager in het gebied. Het project wil ondersteuning bieden bij het zoeken naar concrete mogelijkheden voor verbreding/verdieping van de landbouw.

Planprogramma De Soeverein

Op 30 maart 2005 heeft Minister Peeters aan de Vlaamse Landmaatschappij de opdracht gegeven om een ontwerp van planprogramma op te maken voor het ontginningsgebied "De Soeverein" in Deinze. Op 16 mei 2008 keurde de Vlaamse Regering het planprogramma De Soeverein goed. Dit planprogramma omvat één inrichtingsproject landinrichting De Soeverein. De Soeverein is een ontginningsgebied met nabestemming landbouw. Het gebied is reeds gedeeltelijk ontgonnen. Het ontgonnen gedeelte wordt gebruikt als surfvijver, het niet-ontgonnen gedeelte is nog in landbouwgebruik.

De VLM werd belast met de opmaak van het landinrichtingsplan van het inrichtingsproject landinrichting De Soeverein. Vooraleer gestart wordt met de opmaak van de inrichtingsplannen wordt de huidige nabestemming geëvalueerd en eventueel aangepast.

Page 49: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 39

Ruilverkaveling Schelde - Leie14

Op het grondgebied van de steden Gent en Deinze en de gemeenten De Pinte, Nazareth en Sint-Martens-Latem is een ruilverkavelingsproject in onderzoek.

Doelstelling van het het project is een verbetering van de agrarische structuur via herverkaveling. Door de uitbouw van het Parkbos Gent en het stadsbos Deinze zal de gronddruk in de regio stijgen. Via de grondenbank worden ruilgronden aangeboden die verspreid liggen in de ruime omgeving, wat leidt tot een verhoogde versnippering van de landbouwbedrijven. Grondmobiliteit via een ruilverkavelingsproject kan de landbouwstructuren sterk verbeteren. De grote vraag hier is om een flankerend beleid te voeren voor de land- en tuinbouwers in de omgeving van stadsbossen. De baten van herverkaveling gaan niet enkel naar de landbouwsector. Door ruilverkaveling kunnen de geplande ruiloperaties tussen het Agentschap voor Natuur en Bos - ANB, de stad Deinze en een aantal particulieren worden gefaciliteerd en onteigeningen vermeden. Daarnaast kan via ruilverkaveling een snellere, betere en integrale inrichting van het gebied gebeuren.

Kallemoeie-Papelenvijver – nabestemming natuurontwikkeling

Door de herziening van het gewestplan Oudenaarde op 29 oktober 1999 werd de Kallemoeie-Papelenvijver omgezet van industriegebied en waterwinning naar stortgebied met nabestemming natuurontwikkeling. Op 8 juni 2000 heeft het Vlaams gewest het gebied verworven om er baggerspecie uit het Leiebekken te bergen.

De bergingscapaciteit van het stortgebied bedraagt 750.000 m³. De bergingslocatie is operationeel, er werd een milieuvergunning voor het storten van slib afgeleverd voor een periode tot 2023. De baggerspecie wordt eerst ontwaterd op de site Noorderwal (ten noorden van de stedelijke kern) en wordt dan per vrachtwagen vervoerd en definitief geborgen in de Kallemoeie-Papelenvijver. De capaciteit van dit laguneringsveld bedraagt ongeveer 70.000 m³ per jaar. De totale duur van de slibberging is echter nog niet gekend, omdat dit mede afhankelijk is van de programmatie voor het baggeren van de waterlopen door WENZ.

Voor het gebied werd tevens een inrichtingsplan voor de nabestemming natuurontwikkeling opgemaakt. De bestaande vijver wordt niet volledig opgevuld. Er zal een ondiepe vijver behouden blijven, geschikt voor natuurontwikkeling. In samenwerking met het vroegere AMINAL15 werd een natuurontwikkelingsplan opgemaakt. De nabestemming zal geleidelijk, en volgens het tempo van het bergen van de baggerspecie, gerealiseerd worden. Zo kan de natuur zich in de afgewerkte zones reeds ontwikkelen, terwijl de opvulling van de andere zones nog bezig is.

14 Bron: www.vlm.be

15 Nu het Agentschap voor Natuur en Bos

Page 50: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

40 toelichtingsnota

3.1.7. J u r i d i s c h e c o n t e x t

Gewestplan

Deinze valt onder het gewestplan "Oudenaarde"16 en deels onder het gewestplan "Gentse en Kanaalzone"17.

bpa's en rup's

Volgende bpa's kunnen relevant zijn voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze :

- BPA Oostkouter B eerste herziening. (MB 24/06/1982), BPA Oostkouter B tweede herziening. (MB 21/02/2000)en gedeeltelijke herziening BPA Oostkouter B (MB 24/04/2006)

- BPA Ponstraat-Nazarethsesteenweg (MB 1/07/1985) en gedeeltelijke herziening BPA Pontstraat - Nazarethsesteenweg (MB 17/08/2004)

- BPA Oostkouter A tweede herziening. (MB 18/01/2000) en gedeeltelijke herziening Oostkouter A (MB 13/08/2009)

- BPA Brielmeersen vierde herziening (MB 25/02/2002)

- Herziening BPA Meulenhoek (MB 18/12/2003)

- Bpa Zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie en jeugd activiteiten (MB 10/01/2005)

- BPA Hoek Guido Gezellelaan - Karel Picquélaan (MB 26/04/2006)

- BPA Stadionlaan (MB 11/10/2006)

- BPA Leiepad (MB 08/02/2007)

- BPA "site Uco - Leon Declercq (MB 24/08/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Morti" (MB 10/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Claeys" (MB 11/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Bettens" (MB 11/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Interplastics" (MB 11/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Degille" (MB 11/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Hoste" (MB 11/09/2007)

- BPA Kalkhofstraat (MB 18/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Rolvaplast" (MB 27/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Arnou" (MB 27/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Vandecasteele" (MB 27/09/2007)

16 K.B. 24/02/1977, gedeeltelijk gewijzigd 29/10/1999, B.S. 29/03/2000

17 K.B. 14/09/1977

Page 51: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 41

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan De Vlieger" (MB 27/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Moens" (MB 27/09/2007)

- Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven "Deelplan Marbrino" (MB 18/03/2008)

- BPA Ten Bosse Herziening. (MB 02/07/2008)

Speciale beschermingszones

Het habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel" met als deelgebieden "de Broeken nabij Zeveren (BE2300005-10)" en "het bos van Ooidonk (BE2300005-11)"

VEN-gebieden

Het VEN-gebied "Vallei van de Zeverenbeek" en "Vallei van de Benedenleie" ter hoogte van het kasteel van Ooidonk en Leiemeersen.

Beschermde landschappen

- Tieltsesteenweg, Izegemsestraat, Kouter, Kauwestraat, Kaleshoek en Broeklos, de Broeken18 (24/9/1985)

Stads- en Dorpsgezichten

- de hoeve met bijhorende percelen en omwalling van 't Nieuwgoed (24/01/1985)

- de site van de schutsluis, stuw, balansbrug en site van de schutsluis in Astene (9/11/1994)

Beschermde monumenten (relevant voor het stedelijk gebied)

- Kasteel van Ooidonk, Ooidonkdreef (4/5/1944) kasteel van Ooidonk ingangspoortje, kapelanij en gebouwen in de tuinen 19/8/1980, het kasteeldomein van Ooidonk de Ooidonkdreef, de Montmorencydreef, Graaf Henridreef, Hooidreef, Leiemeersdreef, Maaigemdijk 10/11/1995

- Oudenaardsesteenweg 185, "'t Nieuwgoed" (inrijpoort) (24/01/1985)

- het beschermd landschap Astenedreef en Gampelaredreef (17/10/1995)

- de site van de schutsluis, stuw en balansbrug met inbegrip van alle toebehoren in Astene (9/11/1994)

- Astene Parijsestraat 34-36 Astenedreef, omgrachting oude kastelensite, de ijskelder en goed te Breeschoot 17/10/1995

18 de Broeken/vallei van de Zeverenbeek

Page 52: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

42 toelichtingsnota

kaart 2 : Gewestplan

Page 53: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 43

kaart 3 : Planningscontext

Page 54: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

44 toelichtingsnota

4 . B E S TA A N D E R U I M T E L I J K E S T R U C T U U R

4 . 1 . S i t u e r i n g e n p o s i t i o n e r i n g

De gemeenten Deinze en Nazareth bevinden zich in het westen van de provincie Oost-Vlaanderen op de as Gent-Kortrijk. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan wordt dit gebied aangeduid als de Leieruimte. Zij vormt een bufferfunctie in het spanningsveld tussen de stedelijke netwerken van de Vlaamse Ruit, het grensoverschrijdend stedelijk netwerk Gent-Terneuzen en het grensoverschrijdend stedelijk netwerk Kortrijk-Rijsel. De Leieruimte vervult tevens een spilfunctie in de structuur van de open ruimte. Beleidsmatig wordt ernaar gestreefd om de groei van één aaneengesloten verstedelijkte band te voorkomen door het behoud van de relatie tussen het Westelijke en het Zuidelijke Openruimtegebied en het creëren van een functionele en fysieke overgang tussen de ontwikkelingen in het Westelijk en het Zuidelijk Openruimtegebied en het Oost–Vlaams kerngebied.

In de omgeving van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Deinze en het specifiek economisch knooppunt Nazareth situeren zich volgende stedelijke gebieden: Gent als grootstedelijk gebied, Kortrijk en Roeselare als regionaalstedelijk gebied en Oudenaarde, Tielt en Waregem als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Alle stedelijke gebieden zijn ook geselecteerd als economisch knooppunt. Aalter is geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. De haven van Gent wordt beschouwd als een economische poort van Vlaanderen.

Het kruispunt van twee belangrijke snelwegen namelijk E40 Brussel/Gent/ Brugge/Oostende en de E17 Antwerpen/Gent/Kortrijk/Rijsel situeert zich in ten noordoosten van Deinze-Nazareth. Vooral de E17 met het op- en afrittencomplex Deinze – Nazareth is bepalend voor de ruimtelijke structuur van het stedelijk gebied. De ligging van Deinze in het doorgangsgebied tussen E40 en E17 verhoogt de verkeersdruk in de stad. Evenwijdig aan de E17 zorgt de N43 voor de ontsluiting van Deinze met Gent en Kortrijk, de N60 vormt de verbinding naar Gent en Oudenaarde. De N35 doorkruist het gebied en vormt de verbinding enerzijds naar de E40, anderzijds naar de E17 en N60. De internationale spoorlijn Antwerpen-Gent (St.Pieters) - Kortrijk-Rijsel verloopt parallel met de N43. In Deinze situeert zich een aftakking voor de lijn Gent-Lichtervelde-De Panne. In De Pinte bevindt zich een aftakking van de lijn Gent-Oudenaarde met een stopplaats in Eke. Het station in Deinze vormt een knooppunt van openbaar vervoer in de regio.

De Leie en het Afleidingskanaal van de Leie / Schipdonkkanaal zijn belangrijke waterwegen. Stroomopwaarts Deinze is de Leie grotendeels gekanaliseerd en heeft een capaciteit voor schepen tot 1.350 ton. Tussen Deinze en Gent volgt de Leie een meer natuurlijk, meanderend verloop. Het Schipdonkkanaal, het Afleidingskanaal van de Leie, heeft een momenteel een capaciteit voor schepen tot 1.350 ton. Eens de verbreding in Kortrijk voltooid is, zal de Leie bevaarbaar worden voor binnenschepen tot 1.350 ton. Beide waterwegen worden ook steeds belangrijker voor de pleziervaart. In het oosten van de gemeente Nazareth situeert zich de Schelde. Deze rivier is belangrijk voor het ecologisch functioneren van de regio. De Bovenschelde is bevaarbaar tot 1350 ton.

Page 55: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 45

kaart 4 : Ruimtelijke positionering van Deinze

Page 56: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

46 toelichtingsnota

Kenmerkend voor de ontwikkeling van de bebouwing tussen Gent en Kortrijk is de steeds verdergaande verlinting van de N43, de historische verbindingsweg tussen beide steden. De N43 is een belangrijke ruimtelijke drager binnen de Leieruimte en vervult een verzamelfunctie voor het kleinstedelijk gebied, voor de hoofddorpen en de regionale bedrijventerreinen naar de stedelijke gebieden en het hoofdwegennet.

Hoewel de rol van de N43 op vlak van automobiliteit (macroniveau) nu grotendeels is overgenomen door de E17, blijft deze steenweg nog wel belangrijk voor de ontsluiting van woonkernen en woonlinten die erlangs ontstaan zijn, en voor de ontsluiting van de ruimere omgeving naar wegen van een hoger niveau (E17). De N43 wordt gekenmerkt door een dichtere bebouwingsgraad dan de landelijke omgeving, en is functioneel herkenbaar door de aanwezigheid van stedelijke elementen (bijv. kleinhandelsconcentraties) buiten de traditionele stedelijke gebieden. Naast de N43 heeft ook de Leie meegespeeld in de historische ontwikkeling van bedrijvigheid, terwijl de nieuwe meer recente bedrijfsontwikkelingen zich geënt hebben op de E17 (Zulte, Kruishoutem).

De druk op de woningmarkt, in het gebied Deinze-Petegem-Astene, is groot. De dynamiek op de bouw- en woningmarkt toont de aantrekkingskracht van het kleinstedelijk gebied Deinze op het vlak van wonen. Het gebied Deinze-Petegem-Astene kent een positief migratiesaldo, waarbij de afgelopen 15 jaar vooral Petegem (51%) en Astene (45%) een groei gekend hebben.

Het kleinstedelijk gebied Deinze en het specifiek economisch knooppunt Nazareth tellen samen ongeveer 17000 arbeidsplaatsen. Beide gemeenten hebben met een percentage van respectievelijk 79,1 en 100,2 een matig tot hoge werkgelegenheidscoëfficiënt19 (situatie 31 december 2005).

Deinze heeft een belangrijke rol als bovenlokaal verzorgend centrum binnen de Leieruimte, maar ook voor het Westelijk en het Zuidelijk Openruimtegebied. Het is een goed uitgeruste kern, met een belangrijke woon-, handels- en economische functie. Dit betekent dat de behoeften en activiteiten op stedelijk niveau goed door de stad zelf kunnen worden ingevuld. Uit de handelsatlas van Oost-Vlaanderen

blijkt dat de koopbinding inzake gebruiksgoederen (convenience) meer dan 90% bedraagt en dat voor shopping en speciality-goederen respectievelijk 71% en 65% wordt opgetekend. De geregistreerde koopvlucht (shopping en speciality) gaat in belangrijke mate naar Gent, dat als grootstedelijk centrum een belangrijke aantrekkingskracht uitoefent. Door de invloed van Gent en Kortrijk is het ommeland voor Deinze enigszins beperkt. Zelf oefent Deinze een belangrijke aantrekkingskracht uit op de direct omliggende gemeenten. Deinze haalt marktaandelen van meer dan 10% inzake shopping en speciality in de gemeenten Sint-Martens-Latem, Zulte, Nazareth, Nevele, Zingem tot zelfs Gavere, Aalter en Zwalm. De totale bevolking die binnen de invloedsfeer van Deinze valt wordt geraamd tussen 50.000 en 100.000, wat overeenstemt met gemeenten als Wetteren, Eeklo, Zottegem en Lokeren.

Deinze beschikt over een belangrijk aandeel scholen en een sterk uitgebouwd onderwijsnet. Daarnaast is ook de verzorgingssector en de ziekenzorg sterk aanwezig. De (secundaire)

19 aandeel arbeidsplaatsen in de gemeenten t.o.v. de beroepsbevolking in de gemeente, bron:

Sociaal-economische situatieschets voor Oost-Vlaanderen 2008.

Page 57: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 47

scholen in Deinze hebben een regionale uitstraling. Ongeveer twee derde van de leerlingen is afkomstig uit de omliggende gemeenten. Vooral voor de buurgemeenten Zulte, Nevele en Nazareth en in mindere mate Aalter en Kruishoutem, vervult Deinze een relatief belangrijke rol inzake onderwijs. Ook de invloedssfeer van het ziekenhuis strekt zich uit tot een eind buiten Deinze. Tenslotte beschikt Deinze over enkele bijzondere verzorgingsinstellingen zoals het MPI Heilig hart te Bachte en Dagcentrum Ter Linden op Deinze Kouter, met een bovenlokale reikwijdte.

Het domein de Brielmeersen vormt de toeristisch-recreatieve attractiepool van de Leiestreek. Het kasteel van Ooidonk te Deinze is belangrijk omwille van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden. Een fietsroute verbindt de Leiestreek met Gent. In het grootstedelijk gebied Gent situeert zich het recreatiegebied de Blaarmeersen.

De eigen rol van Deinze als kleinstedelijk voorzieningencentrum en tewerkstellingsknooppunt t.o.v. het Zuidelijk en het Westelijk Openruimtegebied wordt verder ondersteund. De rol van Deinze op het vlak van toerisme en recreatie kan worden versterkt, gelet op de aanwezige recreatieve infrastructuur en de ligging aan de Leie.

4 . 2 . B e s t a a n d e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r v a n h e t

k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d D e i n z e

In de ruimtelijke structuur van het stedelijk gebied Deinze kan een duidelijke historische gelaagdheid onderscheiden worden. Van bijzonder belang in de ontwikkeling van Deinze zijn de N43, de N35, de Leie en de E17.

4.2.1. E v o l u t i e v a n d e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r

Reeds in de 15de eeuw vormden de toenmalige kernen Deinze-Binnen en Petegem-Binnen een aaneengesloten stedelijk geheel, beide met stadsrechten. Enkel Deinze was ommuurd. Hertog Filips De Stoute voegde beide samen tot één stad (1469).

Op het einde van de 18° eeuw (Ferrariskaart) was Deinze nagenoeg volledig georiënteerd langs de invalswegen. Het vroegere Deinze-binnen situeerde zich loodrecht op de Leie met in zijn verlengde Petegem dat ter hoogte van het kruispunt De Knok20 een haakse hoek naar het zuiden maakte en parallel met de Leie doorliep tot voorbij de kerk van Petegem. Deze configuratie weerspiegelt duidelijk het verloop van de doorgangswegen. De overgang over de Leie met enerzijds de weg komende van de Scheldevallei (Pontwegen) richting Brugge (Brugse Poort) en anderzijds de verbinding Kotrijk - Gent. Deze verliep aanvankelijk op rechteroever tot aan de Knok, waarna dan de Tolpoortstraat werd gevolgd om de Leie over te steken om de stad op de linkeroever van de Leie via de Gentpoort richting Drongen te verlaten. Pas in de Oostenrijkse periode werd de huidige Kortrijkstraat-Gentstraat aangelegd.

20 Omgeving van het huidig kruispunt Tolpoortstraat met de N43

Page 58: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

48 toelichtingsnota

kaart 5 : Historische evolutie van de ruimtelijke structuur

Page 59: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 49

De bewoning en de bedrijvigheid situeert zich langs deze verkeersassen en blijft hoofdzakelijk beperkt tot de oude stedelijke kernen. De omgevende Leiemeersen werden gebruikt als gemeenschappelijke graasweiden, terwijl de kouterrug in het noorden dienst deed als gemeenschappelijke akker. De ligging aan de Leie en langs belangrijke verkeersassen (Gent – Kortrijk en Oudenaarde – Brugge) was niet alleen gunstig voor de ontwikkeling van handel, maar tevens bepalend voor de morfologie van de stad. Het gebied ten zuiden van de gewestweg Gent-Kortrijk, deel van het Scheldeveld, was grotendeels bebost.

Astene was in die tijd een kleine bewoningskern, met de kerk los daarvan op een duin aan de Leie.

Het doortrekken van de verkeersweg van Kortrijk naar Gent als één lijn op de rechteroever van de Leie verandert de situatie ten dele en maakt dat er bewoning wordt aangetrokken op de verbinding tussen De Knok en Astene. Op het einde van het Ancien Régime en de start van de industrialisatie versnelt dit proces.

In de 19° en eerste helft van de 20° eeuw wordt het landschap rond Deinze langzaam maar zeker getransformeerd. Daar waar de hoger gelegen gronden in het verleden veelal onbebouwd bleven vanwege hun waarde voor de landbouw, worden de randhellingen van de Leiemeersen en de aansluitende kouters in de loop van de 19° en 20°eeuw volgebouwd. Het landschap van de Kalevallei wordt door de aanleg van het Schipdonkkanaal (tussen Deinze en Merendree) in 1842 beperkt tot een smalle strook meersengebied. In 1860 wordt de Leie bij Astene rechtgetrokken. De bossen in het gebied ten zuiden van de Kortrijksesteenweg zijn reeds meer versnipperd. Ter hoogte van de Gampelaerehoeve en het kasteel van Astene situeert zich nog steeds een vrij groot bebost gebied, te wijten aan de arme rivierduinen die én voor landbouw niet geschikt zijn én door hun reliëf voor bewoning evenmin de eerste keuze genieten.

Een belangrijke ingreep in de 19° eeuw is de aanleg van de spoorlijn Gent - Kortrijk en het station in Deinze. Ook het nabijgelegen Astene krijgt na verloop van tijd een stopplaats. Hoewel beide kernen met elkaar verbonden zijn door de N 43, vormen ze nog duidelijk gescheiden morfologische eenheden. De noord-zuidoriëntatie van de stad is nog sterk aanwezig. Het zwaartepunt van de kern is gelegen in het centrum van Deinze ten noorden van de Leie. Het station van Deinze en de stopplaats van Astene vormen twee duidelijke ontwikkelingspolen, ook in Petegem zijn reeds ontwikkelingen waar te nemen ter hoogte van de verbindingsweg Gent-Kortrijk, loodrecht op de oude ontwikkelingsas Brugge-Oudenaarde.

Het gevolg is dat vanaf het begin van de 20ste eeuw watergebonden nijverheid zich is gaan vestigen in het gebied tussen Astene en Deinze ten westen van de N 43 vestigt, terwijl de oostkant dan weer bedrijven aantrekt die via het spoor kunnen ontsloten worden. In is de kerk van Astene naar zijn huidige positie verplaatst, bij de grootste bewoningsgroep. In het zog van deze industriële ontwikkelingen worden er tijdens het interbellum villa's en herenwoningen tussen de fabrieken in gepoot, afgewisseld met rijen arbeiderswoningen. De smalle strook tussen Leie en spoorweg vormt vanaf Petegem tot Astene één lint van afwisselend woning en fabrieken.

Na de Tweede Wereldoorlog, jaren '60 en '70, leidt het veralgemeend autobezit tot een versnelde transformatie. Ook in de rurale gebieden wordt verstedelijking waargenomen. Landelijke kernen die niet aan een spoorlijn gelegen zijn breiden zich uit. De oorspronkelijke

Page 60: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

50 toelichtingsnota

morfologie vervaagt, Deinze en de omliggende kernen vormen een nevelvlek waarin de oude verkeersassen – door hun dichte bebouwing - wel nog goed herkenbaar blijven. In noordelijke richting kent Deinze belangrijke uitbreidingen, bijvoorbeeld bij Hulhage en langs de westelijke oever van het Schipdonkkanaal (Schave). De oost-west richting (Gent-Kortrijk) is een belangrijke groeias geworden. Her en der ontwikkelen zich nieuwbouwverkavelingen. Petegem evolueert van een lint naar een uitgebreide woonzone die in zuidelijke richting bijna tot in Machelen reikt en naar het oosten verdicht tot de oude bewoningskern van de Streyndries (splitsing weg naar Zingem en die naar Kruishoutem). Ook Astene waaiert uit tot een brede vlek, langs beide kanten van de Dorpsstraat. Het bosgebied ter hoogte van de Gampelaeredreef is nog aanwezig, afgeschermd door het kasteel van Astene (later de Ceder).

Belangrijke industriezones ontwikkelen zich niet meer in de stadskern, zoals in het verleden, maar aan de randen van het stedelijk weefsel: langs het Schipdonkkanaal in het noorden, en tussen de spoorwegen naar Kortrijk en De Panne in het westen. Langs de N43 vestigen zich heel wat KMO’s en baanwinkels, soms in de plaats van de vroegere industriële vestigingen. Door de infrastructuurbundel van de spoorlijn en de N43, met alle dynamische ontwikkelingen die daaraan gekoppeld zijn, vormen Astene en Deinze-Petegem een morfologisch geheel, hoewel ze nog steeds van elkaar gescheiden zijn door het bosgebied rond Astene-Dreef.

De jaren ’60 worden gekenmerkt door grootschalige infrastructuurprojecten. Voor Deinze mag de E17 (Gent-Kortrijk) zeker niet onvermeld blijven. Sinds de jaren '80 zijn de oude verkeersassen dan ook minder bepalend geworden voor de morfologie. De aanwezigheid van de E17 wijzigt de hiërarchie van de oorspronkelijke verbindingsassen, waardoor dynamische ontwikkelingen geïnitieerd worden. Bij het op- en afrittencomplex van de E17 wordt een nieuwe bedrijvenzone ontwikkeld (E3-laan/De Prijkels). Ook ten noorden van de Leie, langs het Schipdonkkanaal, breidt de bedrijvigheid zich verder uit in oostelijke richting. Belangrijke woonontwikkelingen situeren zich aan de randen van het stedelijk weefsel: Astene, Petegem en Deinze-Ten Bosse. Het betreft in hoofdzaak gespreide verkavelingen met open bebouwing.

4.2.2. A n a l y s e v a n d e b e s t a a n d e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r

Het stedelijk gebied Deinze situeert zich in de Leievallei. De stedelijke concentratie laat zich ruimtelijk duidelijk onderscheiden in het gebied. Kenmerkend voor het kleinstedelijk gebied Deinze is de bundel van lijninfrastructuren (Schipdonkkanaal, N43 en E17) ter hoogte van het stedelijk gebied. Daarbij vormt het Schipdonkkanaal als het ware een grens met het noordelijk gelegen open ruimte gebied dat aansluit bij het plateau van Tielt. In dit gebied situeren zich de landelijke woonkernen Wontergem, Zeveren, Vinkt en Meigem. Langsheen de Oude Leie situeren zich de kleine kernen Gottem, Grammene, Bachte-Maria-Leerne en Sint-Martens-Leerne. In het zuiden vormt de E17 een duidelijke belijning t.o.v. het zuidelijk open ruimte gebied van het Leie-Schelde interfluvium.

Omheen de bundel van lijninfrastructuren zijn de stedelijke activiteiten ontstaan. Aanvankelijk situeerde het zwaartepunt van deze ontwikkelingen zich in Deinze ten noorden van de Leie, doch begin 20° eeuw vestigde spoor- en watergebonden bedrijvigheid zich in het gebied tussen Deinze en Astene. Met de aanleg van de E17 is dan uiteindelijk een zuidwaartse

Page 61: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 51

ontwikkeling ontstaan. In de afgelopen decennia is ook de bewoning in de kernen Deinze en Astene sterk toegenomen, waardoor deze kernen morfologisch en functioneel meer en meer met elkaar vergroeid zijn tot een stedelijke ruimte. Enkel het parkgebied van Gampelaeredreef heeft het verder aaneengroeien van deze kernen ten zuiden van de N43 verhinderd, in het noorden vormde de Toeristische Leie en het meersengebied, dat voor bebouwing minder in aanmerking kwam, een barrière voor het morfologisch versmelten van beide kernen. Typisch voor de verstedelijking van Deinze maar ook voor de ontstaanstijd zijn de uitgewaaierde verkavelingen rondom de kernstad met een lage woondichtheid.

De ruimtelijke structuur van het stedelijk gebied Deinze bestaat uit volgende elementen :

De stedelijke kern, het dichtstbebouwde gebied met de belangrijkste concentratie aan stedelijke voorzieningen en bovenlokale functies, bevindt zich ten noorden van de N43 tussen de Markt-Tolpoortstraat, Peter Benoitlaan en Kortrijkstraat-Gentstraat. Het gebied wordt gekenmerkt door een hoge tot zeer hoge gemiddelde bouwdichtheid. Binnen deze kern situeert zich het kernwinkelgebied ter hoogte van de Markt, Tolpoortstraat, Kortrijkstraat en Gentstraat. In dit gebied situeren zich ook heel wat handels- en horecafuncties. Deze handelsas loopt verder uit via het baanlint langs de N43. De kern van het kleinstedelijk gebied omvat tevens een groot aantal stedelijke voorzieningen. De meeste ervan zijn geclusterd op de as Peter Benoitlaan-Guido Gezellelaan, Kalkhofstraat, Centrumlaan en Volhardingslaan. Naast onderwijs zijn hier vooral rust- en verzorgingsinstellingen gegroepeerd.

Het verstedelijkte lint langs de N43 (Kortrijksesteenweg, Kortrijkstraat-Gentstraat, Genstsesteenweg-Kapellestraat, Dorpsstraat (Astene) en Emiel Clauslaan) is een multifunctioneel gebied. Vooral het gebied Gentstraat – Kapellestraat wordt gekenmerkt door een hoge dichtheid aan wonen, economische activiteiten en voorzieningen (kleinhandel, horeca en later auto-gerelateerde diensten (garages, bandencentrales, tankstations...)).

Bovendien kent deze weg, parallel aan de E17, een hoge verkeersdruk.

De stedelijke woongebieden (Schave, Oostmeersdreef, Kouterke, het gebied tussen de Gaversesteenweg-Kortrijkstraat-Volhardingslaan en Centrumlaan-Oudenaardsesteenweg. Het centrum van Astene heeft dezelfde kenmerken.) sluiten aan bij de stedelijke kern. Nabij de kern worden zij gekenmerkt door een relatief hoge bouwdichtheid (gesloten en halfopen bebouwing) en een variatie aan functies. Sterk uitgewaaierd in een ruime zone rond de stedelijke kern situeren zich de meer recente woongebieden of randstedelijke woongebieden. Zij zijn functioneel verbonden met de stedelijke ruimte (voorzieningen, recreatie, …), maar worden gekenmerkt door een lagere bouwdichtheid (halfopen en vooral open bebouwing). Zij bevatten nog heel wat woonreservegebieden. Omdat zij vooral gericht zijn op wonen, herbergen zij slechts een beperkt aantal functies. Het gaat om volgende gebieden : Ten Bosse, de wijk Hulhage, St.-Hubertuswijk, Oostkouterwijk, Dries, Leiehoek, Astene – Winkelstraat - Beekstraat.

Verspreid in het stedelijk weefsel situeren zich volgende recreatieve elementen :

Nabij de kern, ter hoogte van de Leie en ontsloten via de Tweebruggenlaan situeren zich het dagrecreatief centrum Brielmeersen, evenementenhall (De Brielpoort), het Stedelijk museum alsook de jachthaven.

Page 62: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

52 toelichtingsnota

Het sportcomplex “Palaestra”, aan de Kastanjelaan, omvat een uitgebreid gamma aan indoor- en openlucht sportfaciliteiten. De zone van de openluchtterreinen vervult tevens een functie als parkgebied op wijkniveau. Het complex is via een netwerk van voetwegen en fietspaden verbonden met de omliggende wijken en de stedelijke kern.

Astene Dreef en domein de Ceder zijn recreatieve locaties in het gebied ten zuiden van het centrum van Deinze. De uitbouw van park- en bosgebieden in aansluiting met het agrarisch gebied leent zich voor verder recreatief medegebruik. Domein “De Ceder” is een vakantie- en vormingscentrum met verblijfsaccommodatie gelegen in een parkachtig domein.

Het recreatiegebied Vosselare Put, ten zuiden van Bachte, heeft een bovenlokale aantrekkkingskracht en voorziet in openlucht-zwemgelegenheid in het binnengebied van de Oude Leiearm. Een verdere uitbreiding en bijkomende accommodatie is niet wenselijk omwille van de ligging in het valleigebied van de Leie.

De gebieden voor economische activiteit in Deinze situeren zich rond de stedelijke kern en kunnen in principe in 4 grote blokken gesitueerd worden, met name : de bedrijventerreinen in het westen, ter hoogte van de N43 en de splitsing van het spoor richting Kortrijk en richting Tielt, de bedrijventerrein in het noorden van het kleinstedelijk gebied gesitueerd langs het Afleidingskanaal van de Leie, de bedrijventerreinen langs de Leie en ter hoogte van de N43 en het bedrijventerrein de Prijkels aan de N35-E17. Al deze gebieden worden naar de snelweg ontsloten via N35 en N43 wat zorgt voor een bijkomende druk op deze verkeersassen.

In het stedelijk woonweefsel bevinden zich nog enkele historische bedrijfssites. De belangrijkste zijn : de Molens van Deinze en Antwerpen in de Tolpoortstraat, Colle aan de Gaversesteenweg en Belgochrom in de Oostmeersdreef. Deze bedrijfssites zijn, of komen, op korte termijn vrij door herlocatie van de bedrijfsactiviteiten. Ook op andere, kleinschalige locaties wordt de bedrijvigheid afgebouwd en komt er ruimte vrij voor nieuwe functies (o.a. hoek Karel Picquélaan – Guido Gezellelaan). Hierbij kan ook het terrein van de voormalige Gasfabriek aan de Louis Dhontstraat worden vermeld.

Het station en tevens openbaar-vervoerknooppunt bevindt zich ten zuiden van de N43, langs de Gaversesteenweg. Deinze beschikt niet over een uitgesproken stationsomgeving. Onder het viaduct van de sporen bevindt zich het busstation met een beperkte parking. Aan de overzijde van de Gaversesteenweg bevindt zich een pendelparking. Het openbaar-vervoeraanbod te Deinze is sterk radiaal gericht op het centrum met een lijnvoering die in hoofdzaak verloopt via de gewestwegen.

De ontsluiting van de gemeente naar het hoofdwegennet (E17 en E40 snelweg) gebeurt via de N35, N409 en de N43. De kruising van deze twee wegen ligt ter hoogte van Petegem/Deinze (Sint-Martinuskerk) direct in aansluiting met het centrum. Zowel N35 en N43 zijn sterk verzadigd en de doorgang richting E17 snelweg is problematisch. De N43 heeft eerder een parallelfunctie aan de E17 (oude as Gent - Kortrijk) en functioneert als regionale verdeel- en verzamelweg voor de gevestigde handelszaken en de erop geënte dorpskernen. Verder zijn nog volgende verbindingen belangrijk : de N466 voor de verbinding via Bachte-Maria-Leerne naar Drongen en Nevele en de N494 voor de verbinding naar Kruishoutem en Oudenaarde. Op de Leie is scheepvaart mogelijk tot het knooppunt met het Schipdonkkanaal. Het Schipdonkkanaal is van groot belang voor de binnenscheepvaart en

Page 63: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 53

vervult een verbindende functie tussen belangrijke economische knooppunten zoals de zeehavens (Zeebrugge) en het binnenland.

In het stedelijk weefsel zelf komen, op de Brielmeersen en het gebied ter hoogte van Astenedreef na, maar weinig groengebieden voor.

Page 64: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

54 toelichtingsnota

kaart 6 : Bestaande ruimtelijke structuur

Page 65: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 55

5 . G R E N S S T E L L E N D E E L E M E N T E N VA N H E T B U I T E N G E B I E D

Structuurbepalende elementen in het buitengebied kunnen grenzen stellen aan de stedelijke ontwikkeling. De bovenlokale planningscontext geeft reeds een aantal elementen voor de afbakening van het stedelijk gebied. Op basis van een analyse van de natuurlijke structuur, de agrarische structuur en landschappelijke elementen kunnen deze grensstellende elementen voor het kleinstedelijk gebied worden verfijnd en/of aangevuld.

Vanuit de bovenlokale planningscontext werden reeds opties genomen of selecties gedaan inzake de grensstellende elementen van het buitengebied. Volgende elementen zijn relevant bij het bepalen van de grenzen vanuit het buitengebied.

- de VEN-gebieden in het valleigebied van de Zeverenbeek en de Leie, met name "Vallei van de Zeverenbeek" en "Vallei van de Benedenleie" ter hoogte van het Kasteel van Ooidonk en Leiemeersen

- Het habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel" met als deelgebieden "de Broeken nabij Zeveren (BE2300005-10)" en "het bos van Ooidonk (BE2300005-11)"

- de Leievallei (2N19) en Oude Kale

- het verbindingsgebied van de Poekebeek (2N18)

- het Afleidingskanaal van de Leie (Schipdonkkanaal) (1E1)

- de Kleine Reigerbeek (2E7)

- de Zeverenbeek

- de Klaverbeek

- de Vondelbeek

- de Mandelbeek (4E3)

- de Oude Leie (4E1)

- de relictzones en ankerplaatsen in de Leievallei van Gent tot voorbij Deinze

- de kouters van Deinze (landbouwzone van het plateau van Tielt)

- het boscomplex van Ooidonk-Leiehoek-Hospicebossen

- het kasteel van Ooidonk en het kasteelpark met het meersengebied van de Leie

- de openruimte-corridor tussen Deurle-Eke enerzijds en Deinze-Nazareth anderzijds

- de openruimte corridor tussen Machelen (Deinze) en Olsene (Zulte)

In deze bepaling van de grenzen van het buitengebied wordt ook de ruimtelijke visievorming op landbouw, natuur en bos in rekening gebracht. (zie kaart 1 : Operationeel uitvoeringsprogramma afbakening natuurlijke en agrarische structuur op pag. 28)

Deze bovenlokale planningcontext kan voor wat de grensstellende elementen t.o.v. de stedelijke ontwikkelingen worden aangevuld door een analyse van de natuurlijke en

Page 66: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

56 toelichtingsnota

agrarische structuur, de landschappelijke elementen en de watergevoeligheid van bepaalde gebieden.

5 . 1 . N a t u u r l i j k e s t r u c t u u r

Voor de analyse van de natuurlijke structuur en de watergevoelige gebieden in functie van het bepalen van de grensstellende elementen wordt gesteund op :

- de VEN-gebieden (eerste fase), de gewenste natuurlijke en bosstructuur (volgende fase), van Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijngebieden (Natura 2000);

- de Biologische Waarderingskaart;

- van nature overstroombare, recent overstroomde gebieden en gemodelleerd overstroombare gebieden.

Volgende elementen in de natuurlijke structuur zijn van belang voor het bepalen van grenzen t.a.v. de stedelijke ontwikkelingen en fungeren als een harde grens :

- Het habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel" met als deelgebieden "de Broeken nabij Zeveren (BE2300005-10)" en "het bos van Ooidonk (BE2300005-11)"

- de VEN-gebieden in het valleigebied van de Zeverenbeek en de Leie, met name "Vallei van de Zeverenbeek" en "Vallei van de Benedenleie" ter hoogte van het Kasteel van Ooidonk en Leiemeersen

De biologische waarderingskaart vermeldt een biologische waardering voor de verschillende ecotopen binnen het onderzoeksgebied en zijn ruime omgeving. De globale biologische waarde steunt op een aantal criteria (zeldzaamheid, kwetsbaarheid, natuurlijkheid en vervangbaarheid). Alle bossen (met uitzondering van de populier-aanplantingen en de naaldhoutbestanden) worden, omwille van de relatieve zeldzaamheid van bossen in dit gebied, als biologisch zeer waardevol geëvalueerd. Tevens vormen soortenrijke graslanden biologisch zeer waardevolle gebieden.

De biologisch waardevolle gebieden situeren zich in hoofdzaak Leievallei en de Leiemeersen en de beekvalleien van de Oude Mandelbeek, de Vondelbeek, de Maanbeek, de Zeverenbeek, de Kaandelbeek en de secundaire depressie van de Vondelbeek. De natuurwaarde is er gekoppeld aan het aaneengesloten complex van vochtige graslanden al dan niet omzoomd met knotbomenrijen. De bosgebieden nabij Astene vormen zeer waardevolle elementen in aansluiting met de stedelijke kern.

In Deinze en omgeving zijn de natuurlijk overstroombare gebieden gesitueerd in de Leievallei (hoofdzakelijk langs linkeroever), en de valleigebieden van de Zeverenbeek/Oude Mandelbeek/Vondelbeek en de depressie van de Oude Kale.

De recent overstroomde gebieden situeren zich in hoofdzaak binnen de natuurlijk overstroombare gebieden. Recent overstroomden een aantal gebieden in de Leiemeersen stroomafwaarts Deinze, de omgeving van het Schipdonkkanaal en nabij de Kaandelbeek. In de winterperiode 2001 en 2002 overstroomden ook de vallei van de Vondelbeek en Zeverenbeek en grote delen van de benedenloop van de Rekkelingebeek.

Page 67: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 57

kaart 7 : VEN-gebieden (eerste fase), Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijngebieden

Page 68: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

58 toelichtingsnota

kaart 8 : Biologische Waarderingskaart

Page 69: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 59

kaart 9 : Van nature overstroombare, recent overstroomde gebieden en gemodelleerd overstroombare gebieden.

Page 70: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

60 toelichtingsnota

5 . 2 . D e a g r a r i s c h e s t r u c t u u r

Rondom de stedelijke kern van Deinze situeren zich nog open landbouwgebieden. In wijzerzin kunnen volgende aaneengesloten gebieden onderscheiden worden :

1. het landbouwgebied ten noorden van de Zeverenbeekvallei en het Schipdonkkanaal21;

2. het landbouwgebied in de wig tussen het Schipdonkkanaal en de Leernesesteenweg;

3. het landbouwgebied tussen De Pinte, N43, Deinze, N35 en de kernen Eke-Nazareth;

4. het landbouwgebied ten zuiden van de kernen Eke-Nazareth, Deinze en de N43;

5. het landbouwgebied Machelen – Deinze (tussen N43 en Leievallei);

6. het landbouwgebied Deinze – Grammene.

Voor de analyse van de agrarische structuur in functie van het bepalen van grenzen vanuit het buitengebied wordt gesteund op een aantal elementen die een indicatie kunnen geven van het belang van deze gebieden voor de landbouw.

- gewenste agrarische structuur (AMINAL afdeling land);

- landbouwtyperingskaart (AMINAL afdeling land, 2004);

AMINAL afdeling Land heeft een ‘gewenste agrarische structuur’ opgemaakt. Daarbij wordt aangegeven welke gebieden belangrijk zijn voor de landbouw.

Er worden voorstellen geformuleerd om niet-gerealiseerde woon- of natuurgebieden die belangrijk zijn voor de agrarische structuur, opnieuw op te nemen binnen het landbouwgebied. Nabij de stedelijke kern van Deinze situeren zich geen dergelijke gebieden.

Er worden gebieden aangeduid die voor de agrarische structuur kunnen uitgesloten worden. Dit zijn bos- en natuurgebieden. Daarnaast worden een aantal verwevingsgebieden voorgesteld alsook gebieden die structureel aangetast zijn en bijgevolg uit de gewenste agrarische kunnen "uitgesloten" worden. De voorgestelde verwevingsgebieden situeren zich hoofdzakelijk in de vallei van de Leie, langs het Schipdonkkanaal.

De landbouwtyperingskaart, opgemaakt in opdracht van AMINAL afdeling land, maakt een onderscheid in vijf waarderingsklassen, waarbij het landbouweconomisch belang van een gebied wordt aangegeven. Deze waarderingsklassen zijn gebaseerd op volgende parameters: bodemgeschiktheid, bemestingsnormen, perceelskenmerken en bedrijfskenmerken. Ten noorden van Leie en Schipdonkkanaal situeren zich de landbouwgebieden met een hoge tot zeer hoge waardering. De zandstreek van Astene en Petegem scoort hoog tot matig. De versnippering is hier groter en het gebied staat onder druk van niet agrarische functies. Het gebied op de grens van Deinze, Zulte en Kruishoutem

21 Dit gebied wordt als structurerend op Vlaams niveau beschouwd, cf. Ruimtelijke visie voor

landbouw, natuur en bos, regio Leiestreek, Eindvoorstel maart 2008

Page 71: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 61

is een belangrijk aaneengesloten agrarisch gebied, het heeft een hoge tot zeer hoge waardering.

Het landbouwgebied ten noorden van de Zeverenbeekvallei en het Schipdonkkanaal kent in hoofdzaak een matig tot zeer hoge waardering. Het gebied in de wig tussen het Schipdonkkanaal en de Leernesesteenweg krijgt een matige waardering. Het landbouwgebied tussen De Pinte, N43, Deinze, N35 en de kernen Eke-Nazareth en het gebied ten zuiden van de kernen Eke-Nazareth, Deinze en de N43 wordt voor de landbouw als hoog tot zeer hoog gewaardeerd. Het landbouwgebied Machelen – Deinze (tussen N43 en Leievallei) is een kleiner gebied, dat matig tot hoog scoort. Het gebied Deinze – Grammene krijgt een hoge waardering.

Het grensstellend karakter vanuit landbouw wordt eerder gehanteerd vanuit het oogpunt versnippering of structurele aantasting van aaneengesloten landbouwgebieden. De hardheid van het grensstellende aspect van de landbouwgebieden t.a.v. stedelijke ontwikkelingen varieert eerder per deelgebied en moet blijken uit meer gedetailleerd onderzoek. In eerste instantie wordt echter voor de bestaande landbouwgebieden aangenomen dat zij een zachte grens vormen.

Page 72: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

62 toelichtingsnota

kaart 10 : Situering van de landbouwgebieden

Page 73: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 63

kaart 11 : Gewenste agrarische structuur

Page 74: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

64 toelichtingsnota

kaart 12 : Landbouwtyperingskaart

Page 75: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 65

5 . 3 . L a n d s c h a p p e l i j k e e l e m e n t e n

Voor de analyse van de landschappelijke elementen in functie van het bepalen van de grensstellende elementen voor het stedelijk gebied wordt gesteund op :

- de beschermde landschappen en dorpsgezichten;

- relictzones en ankerplaatsen uit de landschapsatlas.

Het landschap kan randvoorwaarden opleggen aan de ontwikkelingsmogelijkheden van diverse functies en activiteiten, zonder evenwel de ontwikkelingsmogelijkheden van de structuurbepalende functies in het gedrang te brengen. Binnen de eenheden van de traditionele landschappen verwijzen de relictzones en ankerplaatsen naar de toestand die er vroeger was. Voor de gave landschappen en relictzones wordt gestreefd naar een maximale vrijwaring van de stedelijke ontwikkeling. Ankerplaatsen worden best gevrijwaard van verdere versnippering en versnijding door infrastructuur en bebouwing gelet op hun gaaf karakter en ruimtelijke samenhang.

Volgende ankerplaatsen, relictzones en beschermde landschappen zijn relevant bij de analyse van de mogelijke grensstellende elementen :

- de ankerplaats "Vallei van de Zeverenbeek (A40010)"

- de ankerplaats "Kasteel van Ooidonk en Leiemeersen (A40009)".

- de relictzone "Vallei van de Zeverenbeek, Oude Mandelbeek en Mandelbeek (R34004)"

- de relictzone "Leievallei van Gent tot Deinze (R40040)"

- de relictzone "Leievallei van Zulte tot Deinze (R40049)"

- de relictzone "zone kouter Vosselare en Platte Gracht (R40042)"

- het beschermd landschap de Broeken/vallei van de Zeverenbeek (24/9/1985)

- het beschermd landschap Astenedreef en Gampelaredreef (17/10/1995)

lijnrelicten

- Mandelbeek (L34005)

- Afleidingskanaal van de Leie (L34002)

- de Leie met inbegrip van de oude Leiearmen (L34006)

- Zeverenbeek (L40009)

- Gampelaredreef (L40056)

- Vosselareput (L40085)

De ankerplaatsen en beschermde landschappen vormen harde grensstellende elementen t.a.v. de stedelijke ontwikkelingen, de relictzones vormen een zachte grens.

Page 76: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

66 toelichtingsnota

kaart 13 : Beschermde landschappen en dorpsgezichten

Page 77: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 67

kaart 14 : Relictzones en ankerplaatsen

Page 78: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

68 toelichtingsnota

5 . 4 . G r e n z e n v o o r h e t s t e d e l i j k g e b i e d

In het buitengebied kunnen vanuit natuur, landbouw, landschap en waterhuishouding een aantal grenzen vanuit het buitengebied t.o.v. stedelijke ontwikkelingen aangeduid worden. Sommige van deze elementen in het buitengebied zijn zo waardevol dat ze van stedelijke ontwikkelingen moeten gevrijwaard blijven en als een harde grens ten aanzien van de stedelijke ontwikkelingen mogen beschouwd worden. Andere elementen zijn mogelijks grensstellend of vormen een aandachtspunt. Zij kunnen opgenomen worden in stedelijke groengebieden, landbouwgebieden of openruimte vingers.

Vanuit het samenleggen van de structuurbepalende elementen in het buitengebied kan volgende synthese gemaakt worden inzake de grenzen voor stedelijke ontwikkeling. In het noorden worden duidelijke grenzen voor stedelijke ontwikkeling bepaald door het samengaan van elementen van natuur, water en landschap. In het zuiden van het stedelijk gebied zijn de grensstellende elementen van het buitengebied minder scherp grensstellend dan in het noorden. In onderstaande tabel wordt – indien mogelijk – een onderscheid gemaakt in de mate van het grensstellend karakter van de elementen. De elementen met een groter grenstellend karakter staan in de linkerkolom, deze met een matig tot minder grenstellend karakter staan in de rechterkolom. Samengevat kunnen voor de ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied Deinze - in wijzerzin - volgende grenzen onderscheiden worden :

Grenstellende elementen van het buitengebied

Koutergebied en Leiemeersen stroomopwaarts Deinze

de kouters van Deinze (landbouwzone van het plateau van Tielt); waardevol landbouwgebied

Vallei van de Zeverenbeek habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel" deelgebied "de Broeken nabij Zeveren (BE2300005-10)"

VEN-gebied "Vallei van de Zeverenbeek"

ankerplaats "Vallei van de Zeverenbeek (A40010)"

beschermd landschap de Broeken/vallei van de Zeverenbeek

relictzone "Leievallei van Zulte tot Deinze (R 40049)"

relictzone "Vallei van de Zeverenbeek, Oude Mandelbeek en Mandelbeek (R 34004)"

landbouwgebieden met een hoge tot zeer hoge waardering ten noorden van Leie en Schipdonkkanaal

gebieden met hoge biologische waarde in vallei van de Zeverenbeek

NOG

ROG

Page 79: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 69

gebied ter hoogte van het Afleidingskanaal

relictzone "zone kouter Vosselare en Platte Gracht (R 40042)".

gebieden met (hoge) biologische waarde

NOG

ROG

Leievallei en meersen stroomafwaarts Deinze

habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel" deelgebied "het bos van Ooidonk (BE2300005-11)"

VEN-gebied "Vallei van de Benedenleie"

ankerplaats "Kasteel van Ooidonk en Leiemeersen (A40009)"

relictzone "Leievallei van Gent tot Deinze (R 40040)"

gebieden met hoge biologische waarde in vallei van de Zeverenbeek

NOG

ROG

Astene- en Gampelaredreef beschermd landschap Astenedreef en Gampelaredreef

zandstreek van Astene en Petegem scoort hoog tot matig.

gebied Astene – Nazareth - Sint-Martens-Latem

openruimte-corridor tussen Deurle-Eke enerzijds en Deinze-Nazareth anderzijds

matige tot hoge waardering voor landbouw

landschappelijk waardevol gebied gesitueerd tussen N43 en E17

boscomplex van Ooidonk-Leiehoek-Hospicebossen

landbouwgebied Deinze naar Kruishoutem

deel van een structurerend landbouwgebied

gebied Deinze - Machelen de openruimte corridor tussen Machelen (Deinze) en Olsene (Zulte)

Page 80: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

70 toelichtingsnota

kaart 15 : Grenzen van het buitengebied

Page 81: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 71

6 . R U I M T E V O O R S TE D E L I J K E F U N C T I E S

In het kader van een aanbodbeleid in de stedelijke gebieden zijn in de respectievelijke bovenlokale structuurplannen taakstellingen t.a.v. de stedelijke gebieden en economische knooppunten ingeschreven. De taakstellingen die direct kwantitatief vertaalbaar zijn, betreffen wonen en bedrijventerreinen. De ruimtebehoefte die aan deze taakstellingen gekoppeld is, is mee bepalend voor de afbakening van het stedelijk gebied.

6 . 1 . W o n e n i n he t s t e d e l i j k g e b i e d

6.1.1. D e t a a k s t e l l i n g w o n e n

Beleidskader tot 2007

De taakstelling wonen voor de gemeente Deinze bedraagt volgens het ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen 1.605 wooneenheden voor periode 1991-2007. De taakstelling voor de stedelijke gebieden werd in het PRS aanzien als een minimum.

De maximumtaakstelling voor het buitengebied wordt uit het totaalcijfer van de taakstelling berekend, aan de hand van een aanname van het "stedelijk gebied". Als stedelijk gebied wordt het morfologisch aaneengesloten gebied, dat de kernen Petegem, Deinze en Astene omvat, beschouwd. De taakstelling voor het stedelijk gebied wordt, gezien het een aanbodbeleid ter versterking van de stedelijke gebieden betreft, als een minimum gehanteerd.

Tabel : Realisatiegraad van de taakstelling 1992-2007

Taakstelling tot 2007 voor de gemeente Deinze

1.605

Taakstelling stedelijk gebied (minimum) 1.154

Bijgekomen gezinnen 1992-2002 1136 } 1646

Bijgekomen gezinnen 2003-2007

510

Taakstelling buitengebied (maximum) 451

Bijgekomen gezinnen 1992-2002 778} 914

Bijgekomen gezinnen 2003-2007 136

Op basis van de toename van het aantal gezinnen in de periode 1992-2002 en de periode 2003-2007 is een raming gemaakt van de invulling van de taakstelling. Uit deze toets kan geconcludeerd worden dat de taakstelling wonen tot 2007 voor het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied, zoals ingeschreven in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen binnen het stedelijk gebied gerealiseerd is. De taakstelling voor het buitengebieddeel, die tot 2007 maximum 451 bedraagt, is reeds ruim overschreden.

Page 82: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

72 toelichtingsnota

Op basis van de toename van het aantal gezinnen in de periode 1991-2007 blijkt dat 1646 bijkomende gezinnen of 64 % van de toename zich in het "stedelijk gebied" situeert, tegenover 914 of 36 % in het buitengebied.

Prognose 2012-2017

De taakstelling wonen die werd geformuleerd in het PRS geldt in principe voor de planperiode 1991 – 2007. Hoewel er voor de periode 2012-2017 geen kwantitatieve taakstelling gekend is, blijven de principes van het RSV en PRS gelden. Dit betekent het realiseren van een trendbreuk inzake wonen, waarbij globaal voor Oost-Vlaanderen gestreefd wordt naar een verhouding van 61 % van de bijkomende woningen in de gemeenten die geheel of gedeeltelijk behoren tot het stedelijk gebied en 39 % van de bijkomende woningen in de gemeenten die volledig behoren tot het buitengebied.

Indien een gedeelte van de gemeente behoort tot het buitengebied en een gedeelte tot het stedelijk gebied, stelt het RSV22 volgende kwantitatieve en kwalitatieve uitgangspunten :

- een duidelijk onderscheid tussen het aandeel bijkomende woongelegenheden in het buitengebiedgedeelte en het stedelijk gebiedgedeelte om een verdergaande suburbanisatie te vermijden door een transfer tussen beide aandelen;

- het opnemen van een groter aandeel aan bijkomende woongelegenheden in het stedelijk gebiedgedeelte ten opzichte van het aandeel in het woningpatrimonium in 1992 van het stedelijk gebiedgedeelte ten opzichte van het buitengebiedgedeelte.

Overeenkomstig de bovenvermelde uitgangspunten wordt ervan uitgegaan dat het stedelijk gebiedbeleid voor het kleinstedelijk gebied Deinze gebaseerd wordt op het tegengaan van suburbanisatie, waarbij de verdeling van het aandeel in het woningpatrimonium in 1992 van het stedelijk gebiedgedeelte ten opzichte van het buitengebiedgedeelte als verdeelsleutel tussen het stedelijk gebied en het buitengebied wordt gehanteerd.

Voor de verdeling van het bijkomend aantal wooneenheden wordt ervan uitgegaan dat één huishouden kan gelijkgesteld worden met een woongelegenheid en wordt gerekend met de particuliere huishoudens per statistische sector, NIS, 1991.

Voor deze analyse wordt gewerkt met een aanname van stedelijk gebied op basis van de statistische sectoren, NIS, 1991. De grenzen van deze sectoren komen vooral aan de randen van het bebouwde weefsel niet altijd volledig overeen met de ruimtelijke ontwikkelingen. Vooral in het zuiden van het stedelijk weefsel in Petegem situeren zich een aantal ontwikkelingen in de sector C091 "Petegem verspreide bewoning". Voor de verdere kwantitatieve analyse van het stedelijk gebied wordt gewerkt met volgende deelgebieden :

1. deelgebied Deinze-noord

(zie kaart 16 :Deelgebieden voor de kwantitatieve analyse wonen op pag. 82)

Dit gebied situeert zich grotendeels ten noorden van de gewestweg Kortrijk – Gent en omvat volgende statistische sectoren (NIS, 1991) A000, A01, A02, A03, A07, C05 en K172.

22 RSV (partiële herziening) pag. 359

Page 83: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 73

De sector C062 omvat het recreatiedomein 'de Brielmeersen'. Voor de analyse wonen werd deze sector niet opgenomen in de aanname van stedelijk gebied.

2. deelgebied Petegem

(zie kaart 16 :Deelgebieden voor de kwantitatieve analyse wonen op pag. 82)

Dit gebied situeert zich ten zuiden van de gewestweg Kortrijk – Gent en ten westen van de Tweebruggenlaan en omvat volgende statistische sectoren (NIS, 1991) B11, C000, C01, C02, C07 en C030. De sector C091, het gebied ten zuiden van Petegem met uitzondering van de bedrijvenzone aan de E3-laan, wordt in eerste instantie niet opgenomen in de aanname van stedelijk gebied omdat een groot gedeelte van deze sector zich situeert buiten het morfologisch aaneengesloten woonweefsel. In het noordelijk deel van deze sector situeert zich wel een deel van het randstedelijk woongebied Oostkouter dat momenteel in volle ontwikkeling is.

3. deelgebied Astene

(zie kaart 16 :Deelgebieden voor de kwantitatieve analyse wonen op pag. 82)

Dit gebied situeert zich ten oosten van de kern Deinze en dit zowel ten noorden als ten zuiden van de gewestweg Kortrijk – Gent en omvat volgende statistische sectoren (NIS, 1991) B012, B000, B022 en B033.

In totaliteit waren er in Deinze in 1991 9397 particuliere huishoudens, waarvan er afhankelijk van de aanname van stedelijk gebied (statistische sectoren NIS) aandeel huishoudens situeerden in het stedelijk gebied. Bij een uitsplitsing per deelgebied, op basis van bovengenoemde deelgebieden, situeert zich 52 tot 63 % van de huishoudens binnen de 'aanname van stedelijk gebied'. (Indien we de sector C091 in Petegem mee in rekening brengen, dan situeert zich 66 % van de huishoudens binnen de 'aanname van stedelijk gebied'.)

Toestand particuliere huishoudens 1991

Scenario met Astene

Scenario zonder Astene

# SG 5966 4905

# BG 3431 4300

# huish tot 9397 9397

% SG 63% 52%

% BG 37% 46%

Bron : NIS, 1991; Bewerking Provinciebestuur Oost-Vlaanderen

Page 84: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

74 toelichtingsnota

Absoluut aantal

particuliere huishoudens

1991

Procentueel aandeel particuliere huishoudens 1991 tov de gemeente

deelgebied Deinze 853 A000

311 A01-

475 A02-

355 A03-

54 A07-

65 C05-

21 K172

2134 23%

deelgebied Astene 530 B000

121 B012

28 B022

382 B033

1061 11%

deelgebied Petegem 98 B11-

560 C000

1104 C01-

421 C02-

482 C030

105 C07-

2770 29%

deelgebied Petegem met C091 192 C091 32%

Bron : NIS, 1991; Bewerking Provinciebestuur Oost-Vlaanderen

Overeenkomstig de bovenvermelde uitgangspunten van het RSV kan een minimum aandeel bijkomende woningen te situeren in het stedelijk gebied bijgevolg van 52 % gehanteerd worden, indien wordt uitgegaan van een stedelijk gebied (scenario zonder Astene). Overeenkomstig de bepalingen van het RSV inzake de te realiseren trendbreuk voor wonen, kan ervoor geopteerd worden om dit percentage op te trekken naar minstens 60 %.

Page 85: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 75

Om een indicatie of een toetssteen te hebben inzake ruimte voor wonen voor de komende 10 jaar, wordt gebruik gemaakt van de SVR23-bevolkingsprojecties. Deze projecties voor het aantal huishoudens hebben 2004 als basisjaar en zijn uitgewerkt als een open prognose naar 2025.

Afhankelijk van het gevolgde scenario, zijnde een zwakke of sterke gezinsverdunning, zouden in de periode 2007 tot 2017 voor de volledige gemeente Deinze tussen de 667 en 918 huishoudens bijkomen.

Prognose aantal huishoudens SVR - zwakke verdunning

aantal huishoudens SVR - sterke verdunning

2005 11364 11364

2006 11445 11478

2007 11528 11593

2008 11606 11704

2009 11680 11813

2010 11752 11918

2011 11821 12017

2012 11886 12113

2013 11949 12208

2014 12012 12302

2015 12074 12391

2016 12134 12450

2017 12195 12511

Indien er verder gewerkt wordt op de trendbreuk inzake wonen, waarbij er wordt van uitgegaan dat het aandeel in het stedelijk gebied duidelijk groter moet zijn dan het aandeel van het buitengebied en dit op basis van het aandeel in het woningpatrimonium in 1992 van het stedelijk gebiedgedeelte ten opzichte van het buitengebiedgedeelte. Dan kunnen bij de raming van de vraag voor wonen in het stedelijk gebied een aantal scenario's gehanteerd worden op basis van de verdeling van het wonen in Deinze

Sc 1 : een aandeel wonen van 52 % in het stedelijk gebied (aanname stedelijk gebied zonder Astene)

Sc 2 : een aandeel wonen van 55 % in het stedelijk gebied (aanname stedelijk gebied zonder Astene maar met opname van de sector (091) in Petegem)

23 Studiedienst Vlaamse Regering, bevolkingsprojecties voor voor de 308 gemeenten van het

Vlaamse Gewest voor de periode 2004-2025, bevolkingskubus

Page 86: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

76 toelichtingsnota

Sc 3 : een aandeel wonen van 63 % in het stedelijk gebied (aanname stedelijk gebied met Astene maar zonder opname van de sector (091) in Petegem)

Sc 4 : een aandeel wonen van 66 % in het stedelijk gebied (aanname stedelijk gebied met Astene en met opname van de sector (091) in Petegem)

Omdat de sector (091) morfologisch aansluit bij de kern Petegem wordt niet voor alle analyses een onderscheidend in bovenstaande scenario's gemaakt, maar wordt vereenvoudigd gewerkt met SG zAS (Sc 1 en Sc 2) en SG AS (Sc 3 en Sc 4).

Indien deze scenario's worden toegepast op de prognose sterke gezinsverdunning en de prognose zwakke gezinsverdunning, dan kan het bijkomend aantal wooneenheden voor het stedelijk gebied Deinze op 348 tot 601 bijkomende wooneenheden geraamd worden voor de periode 2007-2017.

Bijkomend aantal huishoudens

Sc 1 52% Sc 2 55% Sc 3 63% Sc 4 66%

Prognose - SVR Zwakke verdunning

Totaal voor de gemeente

2007-2012 358 187 194 227 235

2012-2017 309 161 168 196 202

2007-2017 667 348 362 423 437

Prognose - SVR Sterke verdunning

Totaal voor de gemeente

2007-2012 520 271 282 330 341

2012-2017 398 208 216 253 261

2007-2017 918 479 498 583 601

6.1.2. A a n b o d v o o r w o n e n

Binnen de voormelde vier scenario's van "aannames van stedelijk gebied" die op hoofdlijnen enerzijds de kernen Petegem en Deinze omvat (SG zAS), anderzijds de kernen Petegem, Deinze en Astene (SG AS) wordt ook het aanbod voor wonen geraamd. Afhankelijk van de aard van het aanbod wordt een onderscheid gemaakt in :

- leegstaande woningen

- onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen en langs uitgeruste wegen

- mogelijkheden in binnengebieden en woonuitbreidingsgebieden

- mogelijkheden door herbestemming in het stedelijk weefsel

Leegstaande woningen

Page 87: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 77

Voor het inschatten van de leegstand in het stedelijk gebied wordt gebruik gemaakt van de inventaris van effectief leegstaande en/of verkrotte gebouwen die in aanmerking komen voor leegstandsbelasting (april 2008). Deze gegevens zijn slechts gekend voor het geheel van de kernen Petegem, Deinze en Astene. De structurele leegstand bedraagt er ongeveer 24 woningen en kan dus in het aanbod als verwaarloosbaar beschouwd worden.

Onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen en langs uitgeruste wegen

De inventaris van onbebouwde percelen24 (2008) geeft voor Deinze, Petegem en Astene samen ongeveer 442 onbebouwde percelen gelegen in goedgekeurde verkavelingen en langs uitgeruste wegen.

Onbebouwde percelen (IOP)

Goedgekeurde verkavelingen Woongebied langs uitgeruste weg

Totaal

Deinze 48 0 48

Petegem 169 18 187

In plus (2) 83 4 87

Astene 137 2 139

Totaal onbebouwde percelen

437 24 461

Bron : Tellingen Technische Dienst, Stad Deinze, november 2008

Als wordt verondersteld dat 20% tot 30% van de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen, niet gelegen in goedgekeurde verkavelingen en 80% van de percelen in goedgekeurde verkavelingen binnen een termijn van 10 jaar op de markt komen, dan kan het aanbod de komende 10 jaar geraamd worden op ongeveer 356 eenheden in beide categorieën samen.

Geraamd aanbod op de markt voor de

onbebouwde percelen

Goedgekeurde verkavelingen Woongebied langs uitgeruste weg

Totaal

Deinze 38 0 38

Petegem 135 4 139

In plus (2) 66 1 67

Astene 110 0 110

Totaal onbebouwde percelen

350 5 à 7 356

24 Inventaris van de onbebouwde percelen (IOP) 1997 en geactualiseerd november 2008

Page 88: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

78 toelichtingsnota

Uitgesplitst naar beide scenario's komt dit neer op volgend aanbod in de periode 2007-2017 :

Geraamd aanbod op de markt voor de onbebouwde percelen Sc 1 Sc 2 Sc 3 Sc 4

2007-2012 88 121 143 1762012-2017 89 122 144 1772007-2017 177 243 287 353

Mogelijkheden in woongebieden

In Deinze bevinden zich in de bestaande en reeds ontwikkelde woongebieden geen bijkomende mogelijkheden meer tot wooninbreiding in binnengebieden.

De mogelijkheden in niet ontwikkelde woongebieden in BPA’s wordt weergegeven in onderstaande tabel. De nummering van de gebieden verwijst naar kaart 17 :Situering van het aanbod wonen op pag. 83.

Hier wordt gewerkt met de gezamenlijke oppervlakte van de ingesloten percelen of het niet ontwikkelde woonuitbreidingsgebied, waarbij een bepaalde woningdichtheid toegepast wordt. De oppervlakte van het gebied wordt hierbij aanzien als een bruto-oppervlakte vermits de oppervlakte die ingenomen wordt door aan te leggen ontsluitingswegen e.d. ook is meegeteld. Deze woongebieden zijn echter reeds geordend middels een bpa. In deze gebieden wordt uitgegaan van het mogelijk aantal wooneenheden zoals bepaald door de opties van het vigerende bpa.

Naam Opper-vlakte (ha)

bestemming Resterend aanbod (wooneenheden)

BPA Oostkouter A wonen

Spoorlijn – Sint-Hubertusstraat Petegem (1)

2,6 gewestplan : woongebied 45

BPA Oostkouter B wonen

Spoorlijn – Tonnestraat (2) 3,2 gewestplan : woongebied 64

Sint-Hubertusstraat (3) ? gewestplan : woonuitbreidingsgebied

10

TOTAAL 119

Aanbod in woongebied SG zAS SG AS 2007-2012 60 602012-2017 59 59

Page 89: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 79

2007-2017 119 119

Mogelijkheden door herbestemming in het stedelijk weefsel

Binnen het stedelijk gebied is de bestemming van een aantal bedrijventerreinen achterhaald. In het kader van een stedelijk woonbeleid kunnen in een aantal van die gebieden door herbestemming mogelijkheden gecreëerd worden, voor een capaciteit van ongeveer 484 wooneenheden. Voor een aantal gebieden heeft de stad in de afgelopen jaren reeds een herbestemming doorgevoerd via een bpa. Een deel van het aanbod in deze gebieden kan op korte termijn beschikbaar zijn, een deel kan pas op lange termijn gerealiseerd worden.

Naam Omschrijving potentieel aantal woningen

Karel Picquélaan - Gezellelaan (4)

KMO-zone (1 ha) deels

herbestemd voor wonen in het

BPA K. Picquélaan –

Gezellelaan (MB 26/4/2006)

17525

serviceflats

Oostmeersdreef – Gezellelaan (5) KMO-zone (2,92 ha)

herbestemd voor wonen, in het

BPA Leiepad (MB 8/2/2007)

12226

Poelstraat - Toekomststraat (6) KMO-zone (6 ha) herbestemd

voor wonen, in het BPA UCO –

Leon De Clercq – (MB

24/8/2007)

15027

TOTAAL 447

Het aanbod in deze "herbestemde of te herbestemmen" gebieden zal uiteraard niet volledig op korte termijn kunnen gerealiseerd worden. Op bepaalde sites moeten eerst nog de nodige voorbereidende werkzaamheden gebeuren om ze bouwrijp te maken.

Het gebied aan de Karel Picquélaan situeert zich ter hoogte van het RVT. Ongeveer 1 ha werd herbestemd voor wonen. Deze zone wordt voorbehouden voor de realisatie van serviceflats. Deze woonmogelijkheden zijn dan ook bedoeld voor een specifieke doelgroep. Er wordt geraamd dat dit aanbod tegen 2017 volledig zou kunnen gerealiseerd zijn.

Voor het gebied Oostmeersdreef – Gezellelaan is reeds een eerste gedeelte vergund. Dit betreft het gedeelte waar de parking van het bedrijf gesitueerd was en waar zich bijgevolg geen problemen inzake vervuiling en bijgaande sanering stellen. Binnen dit eerste vergunde

25 cf. bpa K. Picquélaan – Gezellelaan (MB 26/4/2006)

26 cf. bpa Leiepad (MB 8/2/2007). Er werd reeds een vergunning verleend voor 37 wooneenheden.

27 cf. bpa UCO – Leon De Clercq – (MB 24/8/2007)

Page 90: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

80 toelichtingsnota

deel wordt het aanbod voor wonen geraamd op 37 eenheden. Het aanbod aan overige wooneenheden voor dit gebied kan, indien de sanering van het gebied tijdig kan gerealiseerd worden, binnen de periode 2012-2017 gesitueerd worden.

Ook de realisatie van de wooneenheden aan de Poelstraat – Toekomststraat wordt in de periode 2012-2017 gesitueerd.

Aanbod wonen door herbestemming SG zAS SG AS

2007-2012 87 872012-2017 122 + 150 + 88 122 + 150 + 882007-2017 447 447

Voor onderstaande gebieden is de bestemming achterhaald, maar is er nog geen planmatige omzetting naar woongebied definitief goedgekeurd. Voor een aantal van deze gebieden wordt een herbestemming en hergebruik als woongebied verder onderzocht. Voor het gebied van de Molens van Deinze is de formele procedure tot goedkeuring van het RUP lopende.

Voor het gebied Colle is een bodemsanering noodzakelijk. Het aantal te realiseren wooneenheden is echter beperkt. Voor het gebied aan de Louis Dhondtstraat28 zijn de mogelijkheden voor wonen eerder beperkt. De gemeente opteert (GRS) hier voor een herbestemming naar gemeenschapsvoorzieningen t.b.v. socio-culturele activiteiten, met een beperkt woningbouwproject. Voor het gebied van de Molens van Deinze werd een RUP opgemaakt om het gebied te herbestemmen voor wonen. Omdat de omvang van de potentie voor wonen nog niet voor alle gebieden gekend is, worden voorlopig geen expliciete aantallen meegenomen in de confrontatie van vraag en aanbod.

Naam Opper-vlakte (ha)

Planmatige actie potentieel (minimum)aantal woningen

Colle – Gaversesteenweg (7) 0,25 geen planmatige

actie nodig

(woongebied)

(8)

De Molens van Deinze – Tolpoortstraat (8)29

1,1 KMO-zone te

herbestemmen voor

onder meer wonen

200

Louis Dhontstraat (9) geen planmatige

actie nodig

28 Oppervlakte niet exact gekend.

29 RUP 'De Molens van Deinze" goedgekeurd door de Deputatie op 13 januari 2011

Page 91: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 81

(woongebied)

TOTAAL

Mogelijkheden in woonuitbreidingsgebieden

Ter hoogte van de Sint-Hubertusstraat richting Machelen en in Astene situeren zich nog een aantal woonuitbreidingsgebieden. De mogelijkheden in deze gebieden worden weergegeven in onderstaande tabel.

Het woonuitbreidingsgebied "Hulhage", ten oosten van de kern van Deinze en ten noorden van de Toeristische Leie, wordt niet opgenomen bij het aanbod wonen. In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Deinze is ervoor geopteerd om dit woonuitbreidingsgebied, aangrenzend aan de Leiemeersen ten oosten van Deinze, te herbestemmen30 in functie van het behoud van de open ruimte naar een verwevingsgebied voor natuur en landbouw. Het gebied sluit aan bij een risicozone voor overstromingen.

Naam Opper-vlakte (ha)

potentieel aantal woningen

Dichtheid (won./ha)

Sint-Hubertusstraat Petegem (10) 7,5 150 20

Pontstraat-Beekstraat-Karmstraat (11)

12,5 250 20

Karmstraat-Beekstraat-spoorlijn (12) 11 220 20

TOTAAL 620

30 cf. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan, Deinze

Page 92: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

82 toelichtingsnota

kaart 16 : Deelgebieden voor de kwantitatieve analyse wonen

Page 93: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 83

kaart 17 : Situering van het aanbod wonen

Page 94: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

84 toelichtingsnota

6.1.3. C o n f r o n t a t i e v a n a a n b o d e n b e h o e f t e

Bij de confrontatie van vraag en aanbod kan verschillende scenario's gevolgd worden. Enerzijds kan er gekozen worden in de mate van concentratie in het stedelijk gebied gaande van 52 tot 60 %31 in het scenario van een stedelijk gebied zonder Astene.

Uitgaande van het scenario waarbij Astene wel tot het stedelijk gebied wordt gerekend, wordt er een concentratie van bijkomende wooneenheden in de periode 2007-2017 van 66 % vooropgesteld.

Uit de prognose kan geconcludeerd worden dat het bijkomend aantal wooneenheden, geraamd op basis van de gezinsprognose voor de periode 2007-2017 voor het stedelijk gebied Deinze en afhankelijk van het gekozen scenario , op 348 tot 601 eenheden kan geraamd worden.

Aandeel huishoudens 1991 tov de gemeente 52% 55% 63% 66%

RSV (61 %)

Confrontatie vraag en aanbod SG zAS SG zAS (2) SG AS SG AS (2)

2007-2012 aanbod 235 268 290 323

vraag 187 tot 271 194 tot 282 227 tot 330 235 tot 341 218 tot 317

2012-2017

aanbod 508 541 563 596

vraag 161 tot 208 168 tot 216 196 tot 253 202 tot 261 188 tot 243

2007-2017

aanbod 743 809 853 919

vraag 348 tot 479 362 tot 498 423 tot 583 437 tot 601 407 tot 560

vraag = prognose SVR Zwakke Verdunning (ZV) en Sterke Verdunning (SV)

aanbod = woonmogelijkheden binnen de juridische voorraad

Uit bovenstaande tabel blijkt dat kwantitatief beschouwd binnen de juridische voorraad in de periode 2007-2017 en afhankelijk van de aanname van stedelijk gebied 743 tot 919 wooneenheden kunnen gerealiseerd worden, waarvan er 235 tot 323 kunnen gerealiseerd worden in de periode tot 2012 en 508 tot 596 in de periode 2012-2017.

31 Uitgaande van de trendbreuk zoals aangegeven in het RSV wordt hier een concentratie van 60%

van de bijkomende wooneenheden in het stedelijk gebied vooropgesteld, hoewel de verdeling in 1991

(NIS) binnen dit gebied 52 % was.

Page 95: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 85

6.1.4. D i f f e r e n t i a t i e v a n d e b e h o e f t e o p g e m e e n t e l i j k n i v e a u

Aangepaste woningtypes

Rekening houdend met de vergrijzing van de bevolking en de gezinsverdunning, zal een aangepast woonbeleid moeten gevoerd worden.

Het aandeel kleine huishoudens, zijnde 1 of 2-persoonshuishoudens maakt nu al ruim 60 % uit van het aantal huishoudens. Uit de ramingen blijkt dat dit aandeel naar 2012 met 3% en naar 2017 met 5 à 6 % zal toenemen. Het aandeel van de leeftijdsgroep van 75-plussers bedraagt nu 24 % t.o.v. de totale bevolking en zou volgens de raming toenemen met 2 % naar 2012 en 4 % naar 2017.

Op het vlak van huisvesting zal bijgevolg een accent moeten gelegd worden op aangepaste woningen of verblijfsmogelijkheden voor senioren en kleinere huishoudens.

Behoefte aan sociale huisvesting

De gemeente Deinze heeft naar Vlaamse normen een krap sociaal woningpatrimonium. In relatie tot het totale woningbestand (2008) beschikt de gemeente over slechts over 1,7 % sociale huurwoningen en over 0,4 % sociale koop-woningen.

Het decreet grond- en pandenbeleid van 18 maart 2009 voorziet in tal van maatregelen die een invloed hebben op de grond- en pandenmarkt. Eén van die maatregelen voorziet in een sociaal objectief per gemeente. Dit objectief legt het aantal te realiseren sociale woningen op per gemeente voor de periode 2009-2020. Het sociaal objectief bestaat uit sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels. De drie categorieën samen vormen het sociaal objectief.

Het richtcijfer voor sociale huurwoningen binnen het sociaal objectief voor Deinze bedraagt 241 eenheden, het objectief voor de sociale koopwoningen en kavels werd nog niet vastgesteld.

Voorzieningen voor woonwagenbewoning

Woonwagenbewoning is een huisvestingsproblematiek waarvoor specifieke voorzieningen moeten getroffen worden. Conform het PRS bedraagt de taakstelling voor Deinze32 15 standplaatsen op een doortrekkersterrein of 10 residentiële standplaatsen. De ruimtebehoefte wordt geschat op ongeveer 5000 m². De aanleg en inrichting moet kwalitatief zijn, zowel intern als t.o.v. de omgeving.

In Deinze wordt er door doortrekkers gebruik gemaakt van de terreinen aan de Brielpoort gedurende een heel beperkte periode van het jaar. Een problematiek van sedentairen doet zich niet voor. De problematiek inzake woonwagenbewoning is in Deinze niet van die aard dat naar een specifiek terrein gezocht wordt in het kader van het stedelijk gebiedbeleid. Indien de noodzaak zou blijken, kan een locatie voor een doortrekkersterrein in woongebied binnen het stedelijk gebied gezocht worden.

32 De taakstelling wordt bepaald op basis van het aantal inwoners. Deinze situeert zich in de groep

25.000 tot 50.000 inwoners.

Page 96: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

86 toelichtingsnota

6.1.5. R u i m t e v o o r w o n e n

Het aanbod binnen de juridische voorraad in 2007 zou puur kwantitatief beschouwd en afhankelijk van het gekozen scenario voor stedelijk gebied in principe voldoende kunnen zijn om de behoefte tot 2017 voor het kleinstedelijk gebied Deinze in te vullen.

Mogelijke problemen situeren zich – afhankelijk ook van het gekozen verdichtingsbeleid -vooral op de korte termijn tot 2012. Indien we uitgaan van het scenario met een sterke gezinsverdunning en een stedelijk gebiedbeleid met een concentratie van 60 % van de bijkomende wooneenheden in het stedelijk gebied zal in principe geen voldoende aanbod beschikbaar zijn. Afhankelijk van het gekozen scenario van stedelijk gebied en indien alle binnengebieden op deze korte termijn op de markt kunnen gebracht worden kan de vraag weliswaar krap ingevuld worden. Een deel van de te creëren woningvoorraad is echter van een specifiek type en doelgroepgericht, zijnde de serviceflats.

Voor de periode 2012-2017 zal vooral de snelheid van en de effectieve beschikbaarheid van mogelijkheden in de woonprojecten op de verlaten bedrijfssites doorslaggevend zijn. Ruim de helft van het aandeel van het toekomstig woonaanbod situeert zich immers op dergelijke sites.

In functie van een voldoende gedifferentieerde samenstelling en aanbod van de woningvoor-raad en het voeren van een stedelijk gebiedbeleid worden ook de mogelijkheden in de randstedelijke woongebieden mee in rekening genomen.

Page 97: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 87

6 . 2 . B e d r i j v i g h e i d i n h e t s t e d e l i j k g e b i e d

6.2.1. T a a k s t e l l i n g b e d r i j v e n t e r r e i n e n

Op basis van een globale ruimtelijke afweging werd in het PRS voor de economische knooppunten een voorlopige taakstelling bepaald, die in het kader van de afbakeningsprocessen en/of in overleg met de gemeente en mede op basis van de visie in het GRS bijgesteld en afgelijnd moet worden.

Voor het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Deinze werd een voorlopige taakstelling voor ruimte voor economische activiteiten van 44 ha voor de periode 1994-2007 vooropgesteld, voor het aangrenzende specifiek economisch knooppunt Nazareth bedraagt deze taakstelling 20 ha. Deze taakstelling wordt geactualiseerd met de alle bestemmingswijzigingen in functie van bedrijventerreinen na 1 januari 1994. Voor Deinze betekent dit concreet 10 ha in meer, rekening houdend met de gewestplan-wijziging van 1998 en de goedgekeurde bestemmingswijzigingen in bpa's voor verlaten bedrijfssites of zonevreemde bedrijven. De totale oppervlakte van deze gebieden bedraagt ongeveer 9,25 ha. Enkel die gebieden die reeds effectief werden herbestemd zijn mee verrekend in de geactualiseerde taakstelling. Voor Nazareth betekent deze actualisatie 26 ha in meer, door een gewestplanwijziging ter hoogte van de Prijkels in 1999.

Dit brengt de voorlopige taakstelling bedrijventerreinen voor Deinze op 54 ha en voor Nazareth op 49 ha voor de periode 1994 - 2007. Bij de lokalisatie van deze taakstelling dient uiteraard rekening te worden gehouden met de draagkracht van het gebied.

plan wijziging Taakstelling

bedrijven-

terreinen

Deinze 44 ha

Herziening gewestplan Oudenaarde 1988

Wijziging van industriezone (Europalaan) naar agrarisch gebied

+ 2

Bpa's zonevreemde bedrijven

- 1

Bpa Brielmeersen MB 25-02-2002

- 1,24

Bpa K.Picquélaan-

Wijziging van ambachtelijke zone naar zone voor stedelijk wonen

+ 1

Page 98: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

88 toelichtingsnota

G.Gezellelaan MB 26-04-2006

en handel

Bpa Leiepad MB 8-02-2007

Wijziging van ambachtelijke zone naar zone voor stedelijk wonen

+ 2,25

Bpa UCO MB MB 24-08-2007

Wijziging van ambachtelijke zone naar zone voor wonen

+ 6

Actualisatie 53 ha

Nazareth 20 ha

Herziening

gewestplan

Oudenaarde

29/10/1999

Wijziging van

industriegebied/waterwingebied naar

stortgebied met nabestemming

natuurontwikkeling

+ 27

Herziening

gewestplan

Oudenaarde

29/10/1999

Wijziging van landschappelijk

waardevol agrarisch gebied naar

ontginningsgebied met

nabestemming KMO

-1

RUP

Weefstraat-

Heerweg

Wijziging van ambachtelijke zone

naar woonzone met specifiek

karakter en groenbuffer of tuin

+ 4,8

RUP

zonevreemde

bedrijven

-2

Actualisatie 49 ha

6.2.2. A a n b o d o p b e d r i j v e n t e r r e i n e n

Deinze beschikt met inbegrip van het aangrenzende bedrijventerrein op grondgebied Nazareth over ongeveer 300 ha bedrijventerreinen. De belangrijkste zones zijn Dossche / Canteclaer / Vaartlaan – Filliersdreef aan het Schipdonkkanaal Deinze met een oppervlakte van 97 ha, de zone Europalaan / Industrielaan / De Tonne Petegem met een oppervlakte van 63 ha en het gebied “E3-laan - De Prijkels” nabij de E 17 113 ha.

Tussen de kern van Deinze en Astene ter hoogte van de N43 situeert zich nog ongeveer 25 ha bedrijfsgebied verspreid over een viertal locaties .

Page 99: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 89

kaart 18 : Situering van de bestaande bedrijventerreinen

Page 100: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

90 toelichtingsnota

Aan de hand van de inventaris "Bezetting op de bedrijventerreinen" van januari 2008 van de POM Oost-Vlaanderen wordt het nog beschikbare aanbod ingeschat.

Naam bedrijventerrein

Totale oppervlakte

(bestemmingsplan)

Ingenomen oppervlakte Niet-ingenomen

oppervlakte Niet-realiseerbare

oppervlakte

Bezet Reserve

Bedrijven Bouwrijp Nog uit te

rusten Tijdelijk Definitief

DEINZE

Brielmeersen 1,24 1,22 0,00 0,00 0,00 0,03 0,00Vaartlaan Filliersdreef 79,05 66,64 7,95 0,33 0,72 3,41 0,00Canteclaer 3,62 3,62 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00Dossche 14,30 10,26 2,64 1,29 0,00 0,00 0,10Astene 8,31 6,03 2,14 0,00 0,00 0,00 0,14Astene - Gentsesteenweg 12,59 10,58 0,00 0,00 0,00 2,02 0,00Europalaan 32,44 29,29 1,70 0,00 0,00 1,37 0,07Industrielaan 17,16 15,36 0,60 0,00 0,00 1,20 0,00De Tonne 13,05 10,69 1,42 0,00 0,00 0,95 0,00Kapellestraat 1,39 1,37 0,00 0,00 0,00 0,02 0,00Gentsesteenweg 2,27 1,89 0,00 0,00 0,00 0,38 0,00E3-laan De Prijkels 51,94 48,95 0,37 0,00 1,46 0,51 0,65De Prijkels 0,15 0,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

NAZARETH

De Prijkels 60,56 55,51 3,90 0,96 0,00 0,17 0,02 TOTAAL 298,07 261,56 20,72 2,58 2,18 10,06 0,98

Bron : POM, januari 2008

Op basis van de invulling van de bedrijventerreinen, toestand januari 2008, kan geconcludeerd worden dat de reserve aan beschikbare gronden op de bestaande bedrijventerreinen in Deinze-Nazareth beperkt en versnipperd aanwezig is.

In totaal is nog ongeveer 4,5 ha beschikbaar, waarvan 2,59 ha "bouwrijp" en 2,19 ha "nog uit te rusten".

Globaal is ongeveer 20 ha is verspreid en versnipperd over de bedrijventerreinen in reserve bij bestaande bedrijven.

Ongeveer 10 ha is tijdelijk niet realiseerbaar, 1 ha is definitief niet realiseerbaar. Rekening houdend met de tijdelijk niet realiseerbare oppervlakte en de nog niet-ingenomen oppervlakte, zou theoretisch nog 15 ha voor nieuwe bedrijven beschikbaar zijn. Gezien het tijdelijk niet realiseerbaar zijn van een overgroot deel, kan geconcludeerd worden dat er nagenoeg geen aanbod bedrijventerreinen meer is in het kleinstedelijk gebied Deinze.

(voor details per bedrijventerrein zie volgende tabel)

Page 101: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 91

Bri

elm

eers

en

Vaa

rtla

an F

illie

rsd

reef

Can

tecl

aer

Do

ssch

e

Ast

ene

Ast

ene

- G

ents

este

enw

eg

Eu

rop

alaa

n

Ind

ust

riel

aan

De

To

nn

e

Kap

elle

stra

at

Gen

tses

teen

we

g

E3-

laan

De

Pri

jkel

s

De

Pri

jkel

s

To

taal

oppervlakte terrein 1,24 79,05 3,62 14,30 8,31 12,59 32,44 17,16 13,05 1,39 2,27 51,94 60,71 298,08infrastructuur 0,10 16,47 1,49 3,82 2,75 2,66 4,14 1,62 2,10 0,25 0,00 3,71 6,51 45,61leeg 2,90 0,82 1,68 0,50 0,08 0,39 6,36deels leeg 0,22 0,36 0,76 1,33bezet 1,11 38,42 2,11 5,99 3,28 6,44 17,41 9,75 6,81 1,13 1,89 43,70 39,69 177,72in opbouw 0,46 0,25 0,13 6,00 6,85woning/recreatie 0,00 6,17 0,01 0,53 4,15 1,41 0,69 1,15 2,69 16,81constructie 0,00openbaar nut 2,69 1,32 1,47 0,34 5,82beschikbaar 0,33 1,29 0,96 2,59onbekend 0,34 0,08 0,14 0,59 0,18 1,33particulier 1,45 0,76 0,33 2,53milieu 0,00publiek recht 0,72 1,46 2,19ontsluiting 0,00zonevreemd 0,03 1,62 1,94 0,47 0,60 0,95 0,02 0,38 0,17 6,18technisch 0,00 0,10 0,14 0,07 0,65 0,02 0,99statuutwijziging 0,00wijziging eigendom 1,00 1,00in gebruik onbebouwd 0,14 0,12 0,47 0,31 1,04reservegrond 6,95 2,64 2,14 1,70 0,60 1,42 0,37 3,90 19,72Totaal 1,24 79,05 3,62 14,30 8,31 12,59 32,44 17,16 13,05 1,39 2,27 51,95 60,71

BezetReserve BedrijvenBouwrijpNog uit te rustenTijdelijkDefinitief

Bron : POM, januari 2008

ingenomen oppervlakte

niet-ingenomen oppervlakte

niet realiseerbaar oppervlakte

6.2.3. G e b r u i k v a n d e b e s t a a n d e b e d r i j v e n t e r r e i n e n i n h e t s t e d e l i j k g e b i e d

De bedrijventerreinen kunnen grotendeels als "regionaal" getypeerd worden. Een beperkt deel van de totale oppervlakte, ongeveer 30 ha, is in gebruik is als lokaal bedrijventerrein33.

33 Volgende gebieden worden (geheel of) gedeeltelijk als eerder "lokaal bedrijventerrein" beschouwd :

De Tonne, Vaartlaan – Filliersdreef, Gentsesteenweg en Astene Gentsesteenweg.

Page 102: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

92 toelichtingsnota

Een aantal ambachtelijke zones aangeduid op het gewestplan zijn reeds via bpa herbestemd als gebied voor wonen of handel. Ook de bedrijfslocatie van de Molens van Deinze in de Tolpoortstraat (1,5 ha) wordt momenteel in dit aanbod niet meer opgenomen, omdat de site door het bedrijf zal worden verlaten. Door een ligging midden in de stadskern is verder gebruik voor een bedrijfs-economische functie niet aangewezen. Een RUP voor de herbestemming van het gebied is in opmaak.

6.2.4. B i j k o m e n d e b e d r i j v e n t e r r e i n e n i n h e t s t e d e l i j k g e b i e d

De geactualiseerde taakstelling bedrijventerrein in Deinze en Nazareth bedraagt respectievelijk 53 en 49 ha. Deze taakstelling is het totaal-pakket voor bedrijventerreinen, zowel lokale als regionale bedrijventerreinen.

Voor Deinze wordt in het kader van de afbakening van het stedelijk gebied onderzocht waar de bijkomende regionale bedrijventerreinen kunnen gesitueerd worden. De lokale bedrijventerreinen worden normaliter door de gemeente in een RUP vastgelegd.

In het GRS Deinze wordt geopteerd voor de ontwikkeling van twee nieuwe lokale bedrijventerreinen. Gelet op de omvang van de stedelijke kern en de mobiliteitsaspecten kiest de gemeente Deinze voor twee verspreide locaties eerder dan een centraal gelegen grotere zone. De bijkomende bedrijventerreinen hebben een richtinggevende omvang van ± 5 ha. Deze terreinen moeten in de nodige ruimte voorzien zowel voor startende bedrijven als voor de herlocalisatie van bestaande bedrijven. Er wordt uitgegaan van een voorlopig pakket van 10 ha voor lokale bedrijventerreinen34.

In het GRS van Nazareth wordt uitgegaan van een behoefte voor lokaal bedrijventerrein van 10,5 ha. Er wordt geopteerd voor een gemengd bedrijventerrein (deels lokaal, deels regionaal) aansluitend op het regionaal bedrijventerrein "De Prijkels" in de driehoek tussen de N35, E17 en het bestaande bedrijventerrein. Er wordt uitgegaan van een voorlopig pakket van 10 ha voor lokale bedrijventerreinen.

In het GRS van Nazareth wordt ook gesuggereerd om de oppervlakte voor nieuwe regionale bedrijventerreinen in het specifiek economisch knooppunt Nazareth bij voorkeur te situeren aansluitend bij het bestaand bedrijventerrein "De Prijkels".

Bijkomende bedrijventerreinen Deinze Nazareth

34 De verantwoording en doorvertaling van een effectieve oppervlakte in een RUP moet nog gebeuren

door de gemeente in het kader van de opmaak van het RUP.

Page 103: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 93

Geactualiseerde taakstelling 53 ha 49 ha

Lokale bedrijventerreinen ± 1035 ha ± 10 ha36

Regionale bedrijventerreinen 43 ha 39 ha

Afbakening van regionale bedrijventerreinen

82 ha

6.2.5. S p e c i f i e k e z o n e s v o o r k l e i n h a n d e l i n h e t s t e d e l i j k g e b i e d

Context

In het PRS wordt geen kwantitatieve taakstelling voor kleinhandel binnen stedelijke gebieden bepaald. Wel wordt gesteld dat nieuwe terreinen specifiek voor kleinhandel binnen de stedelijke gebieden moeten gesitueerd worden. Verder wordt ook gesteld dat "hoewel verweving van kleinhandel met de woonfunctie in principe vooropstaat, bij de visievorming in de stedelijke afbakeningsprocessen geopteerd kan worden om een bepaalde zone specifiek als kleinhandelszone te bestemmen. De bestaande kleinhandelsconcentraties binnen het stedelijk gebied kunnen in hun huidige aard en omvang bestendigd worden en onder voorwaarden uitgebreid worden.

Aanbod van locaties voor kleinhandel

Binnen stedelijke kern situeert zich het kernwinkelgebied ter hoogte van de Markt, Tolpoortstraat, Kortrijkstraat en Gentstraat.

De handelsas Kortrijkstraat – Gentstraat loopt langs beide zijden verder uit via het baanlint langs de N43, vooral richting Astene. In dit baanlint situeren zich tussen de handelszaken ook nog woningen. In het GRS wordt een onderscheid gemaakt tussen het gedeelte ten noorden van de N43 en dat ten zuiden. Door de situering van de Leie, wordt er in het GRS geopteerd om het gebied ten noorden van de N43 om te vormen tot een gebied voor kwalitatief wonen langs de Leie. De ambachtelijke bestemming is achterhaald en vormt bovendien een hinderpaal om de opties voor dit gebied te realiseren. Het gebied ten zuiden van de N43 omvat een smalle strook ambachtelijke zone begrensd door de spoorweg. Ook hier zitten heel wat kleinhandelsbedrijven, met hier en daar nog woningclusters.

Ruimte voor kleinhandel

Een duidelijke behoefteraming voor kleinhandel is niet voorhanden. Momenteel is de N43 nog steeds een aantrekkelijke locatie voor handelsvestigingen. Om uitholling van de

35 In het GRS van Deinze werd uitgegaan van een behoefte van ongeveer 9 ha voor lokale

bedrijvigheid. (GRS, pag. 112)

36 In het GRS van Nazareth wordt geopteerd om een gemengd bedrijventerrein (deels lokaal, deels

regionaal) van ca. 9 ha te lokaliseren aansluitend op het bestaande bedrijventerrein "De Prijkels in de

driehoek tussen de N35, E17 en de Prijkelstraat. Dit gegeven wordt als dusdanig mee opgenomen in

dit onderzoek "afbakening kleinstedelijk gebied". (GRS, pag. 45)

Page 104: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

94 toelichtingsnota

stedelijke kern tegen te gaan, moet echter omzichtig omgesprongen worden met het aanbieden van bijkomende locaties voor kleinhandel.

Een duidelijke differentiatie tussen het winkelapparaat in de stedelijke kern en dat langsheen de uitvalswegen is hierbij een noodzaak. Kleinschalige handelsvestigingen horen bij voorkeur thuis in de stedelijke kern, met name in het kernwinkelgebied. Grootschalige vestigingen kunnen omwille van hun assortiment en ruimtebehoefte niet altijd terecht in het kernwinkelgebied en zoeken daarom vaak een locatie langs de invalswegen van de stedelijke gebieden.

6.2.6. D i f f e r e n t i a t i e v a n d e r e g i o n a l e b e d r i j v e n t e r r e i n e n

De beschikbare ruimte (= reserve of ijzeren voorraad) voor regionale bedrijventerrein in Deinze en het aangrenzende deel van Nazareth is momenteel praktisch nihil.

In functie van een stedelijk gebiedbeleid, rekening houdend met de behoefte aan lokale bedrijventerreinen en vanuit de taakstelling in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan voor zowel het kleinstedelijk gebied Deinze als het specifiek economisch knooppunt Nazareth kan voor beide economische knooppunten samen ruim 80 ha bijkomende regionale bedrijventerreinen onderzocht worden.

Volgende types van regionale bedrijventerreinen kunnen rekening houdend met de schaal en het draagvlak van het kleinstedelijk gebied overwogen worden : gemengd regionaal bedrijventerren, transport- en distributiezones, watergebonden bedrijventerreinen, kleinhandelszones, bedrijventerrein voor agro-industrie en zone voor afvalverwerking en recyclage. Voor de diverse types van bedrijventerreinen is uiteraard geen enkele indicatie voorhanden die een behoefte in deze of gene richting kan aangeven.

Rekening houdend met de bestaande ruimtelijke structuur, het functioneren en de rol als het kleinstedelijk gebied kan de mogelijke behoefte voor een kleinhandelszone in overweging genomen worden. Het verstedelijkte lint langs de N43 (Kortrijksesteenweg, Kortrijkstraat-Gentstraat, Genstsesteenweg-Kapellestraat, Dorpsstraat (Astene) en Emiel Clauslaan) is momenteel een multifunctioneel gebied, waar groot- en kleinschalige bebouwing elkaar afwisselt.37 Deze multifunctionaliteit is kenmerkend voor vele uitvalswegen. Vooral het gebied Gentstraat – Kapellestraat wordt gekenmerkt door een hoge dichtheid aan wonen gemengd met andere functies (kleinhandel, horeca, ambachtelijke en industriële bedrijven, kledingzaken, doe-het-zelfzaken en tuincentra, electro-handel, meubelzaken, en auto-gerelateerde diensten (garages, bandencentrales, tankstations...)). Een aantal functies zijn omwille van hun grootschaligheid complementair met de handelsfuncties in de stedelijke kern.

Momenteel is het gebied bestemd als woongebied met achterliggend een ambachtelijke zone. Gezien de situering en ook rekening houdend met de invloedssfeer van Gent wordt ervoor geopteerd om op korte termijn geen bijkomende initiatieven ter realisatie van een

37 In het GRS wordt gesuggereerd om de "de facto" zone ten zuiden van de N43 te herbestemmen

naar kleinhandelszone.

Page 105: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 95

aanbodbeleid voor kleinhandel te nemen omdat kleinhandel – om uitholling van het stedelijk winkelapparaat te voorkomen - bij voorkeur moet gelokaliseerd worden in de stedelijk kern.

In deze uitwerking wordt tevens rekening gehouden met een mogelijke differentiatie van de regionale bedrijventerreinen naar invulling, maar ook naar ontsluitingskenmerken. De locatie van de bijkomende bedrijventerreinen moet zowel extern als intern kwalitatief en ruimtelijk verantwoord zijn, d.w.z. zowel vanuit het stedelijk gebied als vanuit de functies van het buitengebied. Ook verkeersafwikkeling en ontsluiting spelen een belangrijke rol.

De geplande opwaardering van het Schipdonkkanaal vormt daarom een belangrijk aandachtspunt dat mee in het onderzoek wordt opgenomen. De mogelijkheid van de realisatie van een watergebonden bedrijventerrein in Deinze wordt daarom in overweging genomen.

Lokale bedrijventerreinen 10 ha 10 ha

Regionale bedrijventerreinen 43 ha 39 ha

Kleinhandelszone 0 0

Gemengd regionaal bedrijventerrein

43 ha

± 37 ha

Watergebonden bedrijventerreinen

(2 ha)38

Afbakening van regionale bedrijventerreinen

82 ha

6 . 3 . A n d e r e s t e d e l i j k e f u n c t i e s

Voor andere stedelijke functies werd nagegaan in hoeverre er een mogelijke ruimtebehoefte is die in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied mee in rekening kan genomen worden.

Het ziekenhuis van Deinze blijft verder werken op de huidige locatie in de stad (Schutterijstraat, Meulestraat, Ramstraat); er zijn geen verdere ruimtevragen gekend. Ook bij het MPI in Bachte-Maria-Leerne werd gepeild naar een mogelijke bijkomende behoefte aan ruimte. Momenteel is er geen behoefte gekend.

Er werd geen bijkomende ruimtevraag genoteerd voor de politie- en brandweerdiensten.

38 In functie van een zonevreemde uitbreiding ter hoogte van het bestaande bedrijventerrein Sluis kan

de mogelijkheid onderzocht worden om dit terrein uit te breiden met 2 ha. De optie om dit terrein,

gezien zijn ligging aan de Schelde, te differentiëren als een watergebonden bedrijventerrein wordt

verder onderzocht.

Page 106: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

96 toelichtingsnota

De vraag naar standplaatsen voor doortrekkers in Deinze is momenteel beperkt tot een aantal aanvragen per jaar. Deze standplaatsen worden dan desgevallend aangeboden op de parking van de Brielpoort. Voor doortrekkers wordt in functie van het afbakeningsproces voor het stedelijk gebied niet meer expliciet gezocht naar een specifieke locatie voor woonwagenterrein. Deze functie kan alsnog in woongebied gelokaliseerd worden.

Momenteel zijn er geen andere ruimtevragen gekend.

6 . 4 . G r o e n g e b i e d e n v o o r d e s t a d

6.4.1. T a a k s t e l l i n g g r o e n v o o r s t a d

Het RSV geeft aan hoeveel bos er op Vlaams niveau wenselijk is, maar localiseert deze behoefte niet. Wel wordt gesteld dat ecologisch verantwoorde bosuitbreiding vooral moet worden gerealiseerd aansluitend bij bestaande bossen, als buffer in functie van natuurontwikkeling en –verbinding of in de nabijheid van stedelijke gebieden (o.m. stadsrandbossen in bosarme streken). Noch het RSV noch het PRS bepalen dus een expliciete taakstelling inzake groengebieden voor de stedelijk gebieden. Niettemin is de aanwezigheid van groen voor de stad een essentieel gegeven voor een kwalitatief en leefbare stedelijke omgeving.

6.4.2. B e h o e f t e a a n g r o e n v o o r d e s t a d

Concrete kwantitatieve behoeften of maatstaven voor groen in de stad ontbreken. Op dit vlak wordt er wel gewerkt met richtnormen. Het Agentschap voor Natuur en Bos vermeldt volgens de Lange Termijnplan bosbouw (1993) een norm van één hectare bos per honderd inwoners. Afgaand op deze normering zou er een behoefte van 200 ha bos bestaan voor het kleinstedelijk gebied Deinze39. Een andere indicatie van de behoefte aan groen in de stad kan gehaald worden uit de ‘Planologische kengetallen’40, waar een behoefte van ongeveer 20 m² groen per inwoner aangegeven wordt. Dit betekent voor het kleinstedelijk gebied een behoefte van ongeveer 40 ha.

Op basis van bovenvermelde kengetallen wordt ervan uitgegaan dat er minstens 40 ha groen, bestaand en nieuw, voor het stedelijk gebied moet beschikbaar zijn.

6.4.3. R u i m t e v o o r s t e d e l i j k g r o e n

Er wordt uitgegaan van een basisbehoefte aan groen van minstens 40 ha tot 200 ha voor het kleinstedelijk gebied Deinze. Naast deze kwantitatieve norm vormt ook de inrichting en de bereikbaarheid vanuit de stad van deze groengebieden een aandachtspunt.

39 De kernen Deinze, Petegem en Astene telden in 2005 samen 20 162 inwoners

40 NIROV, 1976 en geactualiseerd

Page 107: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 97

Een uitbreiding van het stadsbos Deinze is momenteel in uitwerking via een inrichtingsplan van de VLM41. De uitbreiding van het stadsbos wordt samen met bestaande groengebieden in het kleinstedelijk gebied als voldoende geacht. Binnen het afbakeningsproces zullen dan ook geen bijkomende locaties worden aangeduid.

41 cf. 3.1.7 inrichtingsplan stadsbos Deinze van deze toelichtingsnota

Page 108: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

98 toelichtingsnota

kaart 19 : Stadsbos Deinze

Page 109: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 99

6 . 5 . L o c a t i e s v o o r w i n d t u r b i n e s

6.5.1. C o n t e x t

In relatie tot bovenvermeld beleidskader (in ontwikkeling) wordt bij de afbakening van de stedelijke gebieden ook rekening gehouden met het zoeken naar mogelijke inplantingsplaatsen voor windturbines met een masthoogte van 60 meter of meer. Op basis van de randvoorwaarden die in het beleidskader gesteld worden, wordt in het stedelijk gebied gezocht naar mogelijks geschikte locaties voor de inplanting van windturbines.

Het ruimtelijk beleid ten aanzien van windturbines gaat uit van clustering, waarbij de voorkeur gaat naar het realiseren van clusters van twee of drie turbines en naar het clusteren van de windturbines met stedelijke gebieden of netwerken, de kernen van het buitengebied of gebundeld met grootschalige infrastructuur die reeds een belangrijke ruimtelijk-landschappelijke en visuele impact heeft.

6.5.2. Z o e k l o c a t i e s v o o r w i n d t u r b i n e s

Naast de clustering die uitgaat van het zoeken in het kleinstedelijk gebied en de regionale bedrijventerreinen, kunnen vooral het Leiekanaal, de E17, de N35 en N43, de spoorwegen en hoogspanningsleidingen alsook de kernen in de onmiddellijke omgeving meegenomen worden als elementen waarmee clustering kan gebeuren.

Bij de toets op de mogelijke inplanting wordt rekening gehouden met diverse aspecten, zijnde landschap, natuur, luchtvaart, wonen en geluidsimpact en slagschaduw.

Op het vlak van lanschap wordt rekening gehouden met beschermde monumenten en landschappen, ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten en puntrelicten.42 De inplanting van windturbines kan niet gebeuren binnen waardevol landschap omdat dit afbreuk kan doen aan het specifieke gave landschap (vallei van de Leie, Zeverenbeek, Mandelvallei, …).

Windturbines kunnen een negatieve impact hebben op de fauna. Deze kan gaan van effectieve aanvaring, over verstoring met op termijn een gewenning tot uitwijkeffecten die blijvend zijn. Daarom wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van belangrijke natuurgebieden (VEN, habitat- en vogelrichtlijngebieden). Deze gebieden situeren zich grotendeels binnen de reeds landschappelijk waardevolle gebieden.

Naast deze beschermde gebieden wordt een mogelijke impact op de avifauna ook via de vogelatlas getoetst. In de omgeving van het stedelijk gebied Deinze zijn een aantal belangrijke locaties voor de avifauna aanwezig zijn. De belangrijkste gebieden zijn de broedkolonie binnen de Leiemeersen en de slaapplaats van de Callemoeievijver op het bedrijventerrein de Prijkels. Verder situeren zich nog pleistergebieden langs de oude meanders van de Leie en vijvers langs de E17. Over het gebied loopt ook de seizoenstrekroute.

42 Deze aspecten worden ook behandeld bij de grensstellende elementen van het buitengebied.

Page 110: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

100 toelichtingsnota

Het plaatsen van windturbines als obstakel kan een sterk negatieve impact op de avifauna met zich meebrengen. Bijkomend onderzoek naar de impact op de seizoenstrekroute, maar vooral op de broedgebieden, de slaapplaats en de pleistergebieden is een absolute voorwaarde vooraleer een zone in de directe nabijheid kan aangegeven worden als geschikte inplantingsplaats. Om de invloed op de broedkolonie, de slaapplaats en de pleistergebieden te beoordelen kan in deze fase gebruik worden gemaakt van de afstandsbuffers.

Bijzondere aandacht dient ook uit te gaan naar woningen en de impact door slagschaduw en geluidshinder. Door de sterke verspreiding van woningen, al dan niet gekoppeld aan een landbouwbedrijf, is bewoning ook de sterkste beperking voor de inplanting van windturbines. Gebieden met een relatief beperkte aanwezigheid van woningen situeren zich langs de E17, de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie.

In de omzendbrief wordt gesteld dat indien de dichtsbijzijnde woning of recreatief verblijf zich bevindt op een afstand van meer dan 250 m van de windturbinemast, men ervan kan uitgaan dat de hinder tot een aanvaardbaar niveau kan beperkt worden. Vanaf deze afstand is er in principe geen bijkomende geluidsstudie noodzakelijk.

Het is duidelijk dat bij toepassing van een buffer van 250 m rondom woningen de mogelijke inplantingsplaatsen zeer sterk worden beperkt. Op basis van een afstandsbuffering (250 m) ten opzichte van de bestaande woningen worden de – op het vlak van geluidshinder - geschikte inplantingsplaatsen gezocht. Nabij reeds aanwezige geluidsbronnen zoals een autosnelweg kan een geluidsstudie uitwijzen dat op een kleinere afstand dan 250 m geen bijkomende hinder zal optreden.

Bij inplanting van windturbines zal ook slagschaduw optreden. Deze slagschaduw kan zeer hinderlijk zijn indien deze bewoning treft. Daarom moet zijn beperkt worden tot een maximum van 30 uur slagschaduw per jaar.

Een eerste aanwijziging over het al dan niet toelaatbaar zijn van de slagschaduw kan gevonden worden uit de afstand ten opzichte van de turbine. Voorgaande bufferkaart kan hiervoor worden benut. Een verdere detailanalyse naar de slagschaduw en de eventuele manieren om deze te voorkomen (slagschaduwsensor, specifieke aanpassingen aan de woningen) dient in een latere fase te worden uitgevoerd.

Het onderzochte gebied bevindt zich niet in de nabijheid van luchthavens; er is geen luchtverkeersgebied afgebakend. In principe is dan ook geen bebakening nodig voor windturbines met een hoogte lager dan 150 m. Indien windturbines worden ingeplant nabij de autosnelweg dient wel rekening gehouden te worden met de zogenaamde visuele route boven deze autosnelweg. Indien de windturbine wordt ingeplant op minder dan 130 m uit de as van de weg dient bebakening te worden toegepast.

6.5.3. L o c a t i e s i n h e t s t e d e l i j k g e b i e d

Uit toetsing met het beleidskader blijkt dat de omgeving van het kleinstedelijk gebied Deinze beschikt over potenties voor de inplanting van grootschalige windturbines. Buiten de waardevolle valleigebieden, en indien dit op een gestructureerde manier gebeurt, kan de inplanting van de windturbines een landschappelijke meerwaarde betekenen. Het kleinstedelijk gebied en de aanwezige lijninfrastructuren kunnen geaccentueerd worden in

Page 111: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 101

hun ruime omgeving. In dit opzicht zijn vooral de E17, het Leiekanaal en het Afleidingskanaal van de Leie belangrijk.

6 . 6 . R u i m t e v r a g e n v a n u i t h e t s t e d e l i j k g e b i e d

Bij het voeren van een stedelijk gebiedbeleid zijn de ruimtevragen vanuit het stedelijk gebied mee bepalend. Op basis van de behoefte voor het stedelijk gebied kan de grens ook van binnen uit beïnvloed worden. In functie van de afbakening van het stedelijk gebied kunnen voorgaande vragen met betrekking tot regionale bedrijventerreinen en wonen (indirect) ruimtelijk doorvertaald worden, uiteraard rekening houdend met de grensstellende elementen vanuit het buitengebied. De kwantitatieve en kwalitatieve invulling van deze ruimtevragen zal mee bepalend zijn voor de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur en de uiteindelijke afbakening van het stedelijk gebied.

Page 112: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

102 toelichtingsnota

7 . H Y P O T H E S E VA N G E W E N S T E R U I M T E L I J K E S T R U C T U U R

Op basis van de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur van het stedelijk gebied, de rol en de positionering ervan op bovenlokaal niveau, de potenties en sectorale behoeften, wordt een hypothese van gewenste ruimtelijke structuur voor het kleinstedelijk gebied Deinze geformuleerd.

Deze hypothese van gewenste ruimtelijke structuur is geen doel op zich, maar een hulpmiddel om de verschillende ruimte-aanspraken ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het ruimtelijk draagvlak af te wegen.

De hypothese van gewenste ruimtelijke structuur geeft een gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het stedelijk gebied weer met aanduiding van regionale bedrijventerreinen (eventueel specifiek regionaal bedrijventerrein voor hoogwaardige bedrijvigheid of kleinhandel), stedelijke groen- en recreatiegebieden, stedelijke voorzieningen en woongebieden, stedelijke landbouwgebieden en de stedelijke verkeers- en vervoersstructuur.

7 . 1 . U i t g a n g s p u n t e n v o o r h e t k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d

D e i n z e

Voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied Deinze worden de volgende uitgangspunten geformuleerd:

- Kwaliteitsvolle stedelijke woonomgevingen De optie van het RSV om wonen in de stedelijke gebieden te stimuleren wordt ten volle ondersteund, evenwel rekening houdend met de mogelijkheden van de omgeving. In bepaalde gebieden die nu nog open zijn moet gewaakt worden voor de "kwalitatieve" haalbaarheid van deze dichtheid. Volgende aandachtspunten zijn van belang bij het voeren van een stedelijk woonbeleid: een globale woningdichtheid van 25 woningen per hectare in het stedelijk gebied en een duurzaam en kwalitatief aanwenden van de strategische locaties, een gedifferentieerd aanbod van de woningvoorraad in functie van de woningbehoefte en een doelgroepenbeleid en voldoende sociale woningbouw.

- Een compacte stad Het stedelijk weefsel van Deinze is fel uitgewaaierd. In de kern situeren zich weliswaar mits herbestemming een aantal mogelijkheden voor valorisatie als woongebied. De randstedelijke woongebieden bezitten mogelijkheden waarmee op een duurzame wijze moet omgegaan worden teneinde de aantasting van de open ruimte te beperken.

- Bedrijventerreinen op goed ontsloten (multimodale) locaties De verkeersdruk in het stedelijk gebied is omwille van zijn situering ten opzichte van de hoofdwegennet reeds vrij groot. Nieuwe regionale bedrijventerreinen worden dan ook bij voorkeur gesitueerd op goed ontsloten locaties nabij deze

Page 113: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 103

hoofdinfrastructuren. Verder wordt ook gestreefd om de locaties voor regionale bedrijventerreinen multimodaal te ontsluiten.

- Kwalitatieve groenelementen voor het stedelijk gebied De groenelementen in het stedelijk weefsel zijn relatief beperkt. Naast de aanwezigheid van de Toeristische Leie, Vosselareput en het Kasteeldomein "Ooidonk" vormen ook de Brielmeersen, Astenedreef en de Ceder een troef voor het stedelijk gebied.

- Een sterke stedelijke kern De belangrijkste stedelijke functies en voorzieningen situeren zich in de omgeving van de Markt en de Tolpoortstraat. Om het functioneren van de stedelijke kern te waarborgen en deze kern ook niet uit te hollen, worden de stedelijke functies en voorzieningen bij voorkeur in deze kern geconcentreerd.

7 . 2 . S i t u e r i n g v a n d e r u i m t e v r a g e n i n h e t

k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d D e i n z e

7.2.1. W o n e n

De invulling van de taakstelling wonen zou – puur kwantitatief beschouwd en afhankelijk van het gekozen scenario – in principe binnen de juridische voorraad kunnen gerealiseerd worden.

Binnen de analyse van het aanbod werd rekening gehouden met een aantal aannames van stedelijk gebied. Waarbij een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen een scenario met en één zonder Astene. Op korte termijn en rekening houdend met het scenario van sterke gezinsverdunning dat het sterkst lijkt aan te sluiten op de realiteit43 en met een concentratie van 60 % van de bijkomende wooneenheden in het stedelijk gebied, wordt een behoefte van 312 eenheden geraamd. In een stedelijk gebiedscenario zonder Astene kan een dergelijke behoefte binnen de juridische voorraad niet worden opgevangen. In het scenario met Astene is de juridische voorraad wel krap voldoende.

Voor de periode 2012-2017 zou er in principe voldoende aanbod binnen de bestaande woongebieden en voorziene woonprojecten moeten beschikbaar zijn om de behoefte van 239 bijkomende wooneenheden op te vangen. Kritiek punt in deze periode vormt de snelheid van de beschikbaarheid van effectieve mogelijkheden in de woonprojecten op de verlaten bedrijfssites. Ruim de helft van het aandeel van het toekomstig woonaanbod in deze periode situeert zich immers op dergelijke sites.

In functie van het stedelijk gebied beleid zal vooral aandacht moeten gegeven worden aan het bewaken van leegstand in de stedelijke kern en het revaloriseren en – het in functie van wonen - ontwikkelen van verlaten bedrijfssites.

43 Studiedienst van de Vlaamse Regering, Projecties van aantallen huishoudens naar huishoudgrootte

voor de 308 gemeenten van het Vlaams Gewest – twee scenario's voor de periode 2005-2025.

Page 114: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

104 toelichtingsnota

In functie van een voldoende gedifferentieerde samenstelling en aanbod van de woningvoor-raad en het voeren van een stedelijk gebiedbeleid worden rekening houdend met de mogelijke krapte in het aanbod de mogelijkheden in de randstedelijke woongebieden mee in rekening genomen en wordt gekozen voor een scenario waarbij Astene deel uitmaakt van het stedelijk gebied. Vermits het aanbod binnen de juridische voorraad op die manier voldoende blijkt, worden in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze geen bijkomende planinitiatieven ten aanzien van wonen genomen.

7.2.2. B e d r i j v i g h e i d

De geactualiseerde taakstelling voor regionale bedrijventerreinen bedraagt 43 ha voor Deinze en 39 ha voor Nazareth. Bij het zoeken naar mogelijke locaties voor bedrijvigheid spelen de ontsluitingsmogelijkheden een belangrijke rol.

Zoeklocaties voor regionale bedrijventerreinen

Bij het zoeken naar mogelijke locaties voor bijkomende regionale bedrijventerreinen in het kleinstedelijk gebied Deinze – specifiek economisch knooppunt Nazareth wordt gewerkt in twee stappen.

In een eerste stap wordt nagegaan welke gebieden aansluitend bij het stedelijk weefsel in overweging kunnen genomen worden als zoekzone voor bijkomende regionale bedrijventerreinen. Ruimteclaims van andere sectoren kunnen hier reeds uitsluitend werken. Bepaalde projecten zijn immers reeds in die mate ver gevorderd, dat het gebied niet meer als een ernstige en/of haalbare zoeklocatie in overweging kan genomen worden. In een planMER "PRUP Afbakening Kleinstedelijk gebied Deinze" (zie Niet technische samenvatting bijlage 1) werden de mogelijke milieu-effecten van de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein op de diverse zoeklocaties onderzocht.

Naar aanleiding van de ter inzagelegging van de nota voor publieke consultatie werden in de richtlijnen bij het plan-MER en aanvullend op het ruimtelijk onderzoek nog twee te onderzoeken zoeklocaties toegevoegd, zijnde N35-Oost en de Papelenvijver (zie opsomming onder stap 1).

In een tweede stap worden de nog "mogelijke" locaties getoetst op geschiktheid als zoeklocatie voor een regionaal bedrijventerrein alsook op hun wisselwerking met mogelijke grensstellende elementen vanuit het buitengebied.

Stap 1

Op basis van een screening in wijzerzin rondom het stedelijk weefsel komen volgende zoeklocaties voor.

Ten noorden van het Schipdonkkanaal - en watergebonden - kunnen twee zones als zoeklocatie aangeduid worden, met name een zone nabij het bestaande bedrijventerrein Dossche (Kouter – D'hoye) en een zone ten oosten van het bestaande bedrijventerrein Canteclaer (Schipdonk-Noord).

In de wig tussen het Schipdonkkanaal en de N43 kan een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Vaartlaan – Filliersdreef overwogen worden, doch rekening houdend met de nabijheid van de Leievallei. (Vaartlaan - Filliersdreef).

Page 115: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 105

In het kwadrant tussen de N43 en de Gaversesteenweg44 werd – op basis van de opmerkingen bij de nota publieke consultatie van het planMER alsnog als een mogelijke zoeklocatie mee in overweging genomen ter toetsing van de milieu-effecten. (N35-Oost) Ruimtelijk gezien is dit – vanuit ruimtelijk oogpunt en gewenste ruimtelijke structuur en omwille van de reeds aanwezige ruimte-claims - in principe een minder geschikte locatie voor regionaal bedrijventerrein omdat zich in deze zone een open ruimtecorridor situeert en ook de uitbreiding van het stadsbos Deinze er voorzien wordt. In het gebied ten zuiden van het stadsbos op het grondgebied van de gemeente Nazareth is een openruimteRUP goedgekeurd op 5 februari 2009.

Tussen de Gaversesteenweg en de Oudenaardsesteenweg kan de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein de Prijkels, gezien de nabijheid van het op- en afrittencomplex van de E17, onderzocht worden. (de Prijkels Noord, de Prijkels Oost, de Prijkels Zuid-West alsook de Papelenvijver)45.

Het gebied tussen de Oudenaardsesteenweg en de N43 komt niet in aanmerking als mogelijke zoeklocatie, omdat zich momenteel in dit gebied een ontginningsgebied "de Soeverein" situeert en ten zuiden van het ontginningsgebied een RUP is goedgekeurd (10 maart 2009) voor de inplanting van een bovenlokaal glastuinbouwgebied.

In het gebied tussen de N43 en de gekanaliseerde Leie kan de uitbreiding van het bedrijventerrein Europalaan overwogen worden. (Europalaan)

Het gebied ten noorden van de gekanaliseerde Leie tot aan de meander van Grammene kan wegens gebrek aan goede ontsluitingsmogelijkheden (via weg en spoor), niet als een reële zoeklocatie mee in overweging genomen worden.

44 Deze locatie is in het planMER als een mogelijke zoeklocatie mee in overweging genomen n.a.v.

een vraag bij de nota voor Publieke Consultatie. Ruimtelijk gezien– vanuit ruimtelijk oogpunt en

gewenste ruimtelijke structuur en omwille van de reeds aanwezige ruimte-claims - is dit in principe een

minder geschikte locatie voor regionaal bedrijventerrein omdat zich in deze zone een open

ruimtecorridor situeert en ook de uitbreiding van het stadsbos Deinze er voorzien wordt. In het gebied

ten zuiden van het stadsbos op het grondgebied van de gemeente Nazareth is een openruimteRUP

goedgekeurd op 5 februari 2009.

45 Op basis van de opmerkingen bij de nota publieke consultatie van het planMER werd ook de

bestaande Kallemoeie – Papelenvijver alsnog als een mogelijke zoeklocatie mee in overweging

genomen. Momenteel is het gebied bestemd als stortgebied met nabestemming natuurontwikkeling.

De stortactiviteiten zijn vergund voor een periode van 20 jaar (2022) aan een capaciteit van 70.000m³

per jaar.

Page 116: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

106 toelichtingsnota

kaart 20 : Zoekzones voor regionale bedrijventerreinen

Page 117: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 107

Stap 2

In een tweede stap worden deze gebieden verder onderzocht op hun geschiktheid voor de localisatie van een regionaal bedrijventerrein. Dit onderzoek gebeurt zowel vanuit ruimtelijke motieven als vanuit de afweging van de mogelijke milieu-effecten. De afweging van de mogelijke milieueffecten als gevolg van de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein op de diverse zoeklocaties zijn behandeld in het planMER "PRUP Afbakening Kleinstedelijk gebied Deinze.

Zoeklocatie Ontsluitingsmogelijkheden :

Hoofdwegennet

Waterweg

spoor

Oppervlakte die in functie van bedrijventerrein kan onderzocht worden

Grensstellende elementen vanuit de open ruimte

Aansluiting op bestaande bedrijvigheid

Kouter-D'Hoye

Via N35 naar E40/E17

Mogelijk te ontsluiten via het water

Geen ontsluiting via het spoor

± 50 ha Zeer hoge landbouwwaardering

Aanzet van het open landbouwgebied Deinze - Grammene

Aansluitend op het bestaande bedrijventerrein "Dossche"

Schipdonk-Noord

Via lokale wegenis en N35naar E40/E17

Mogelijk te ontsluiten via het water

Geen ontsluiting via het spoor

± 50 ha Hoge landbouwwaardering

Deel van het open landbouwgebied ten noorden van de Zeverenbeekvallei en het Schipdonkkanaal

Relictzone

Habitatrichtlijngebied

VENgebied

Aansluitend op een bestaand bedrijventerrein Canteclaer en aan de overzijde van het kanaal op het bedrijventerrein Vaartlaan Filliersdreef

Vaartlaan-Filliersdreef

Via lokale wegenis en N35 naar E40/E17

Nabij het water, niet rechtstreeks te ontsluiten

Geen ontsluiting via het spoor

gecompartimenteerd in 3 x 10 à 15 ha

Matige landbouwwaardering

Maakt geen deel uit van een open landbouwgebied

Deels in relictzone

Delen aansluitend op het bedrijventerrein Vaartlaan Filliersdreef

N35-Oost Via N35 naar zeer nabijgelegen E17/E40

Geen ontsluiting via het water

Geen ontsluiting via het spoor

> 50 ha Hoge landbouwwaardering

Deel van het open landbouwgebied tussen De Pinte, N43, Deinze, N35 en de kernen Eke-Nazareth

Aansluitend (onrechtstreeks) op een bestaand bedrijventerrein De Prijkels aan de overzijde van de N35

Prijkels Noord

Via N35 naar zeer nabijgelegen E17/E40

Geen ontsluiting via het

± 55 ha Hoge landbouwwaardering

Maakt geen deel uit

Aansluitend op een bestaand bedrijventerrein

Page 118: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

108 toelichtingsnota

water

Geen ontsluiting via het spoor

van een open landbouwgebied, maar wel van een openruimteverbinding

De Prijkels

Prijkels Oost Via N35 naar zeer nabijgelegen E17/E40

Geen ontsluiting via het water

Geen ontsluiting via het spoor

± 20 ha Hoge landbouwwaardering

Maakt geen deel uit van een open landbouwgebied

"restruimte" tussen N35 en bestaand bedrijventerrein

Aansluitend op een bestaand bedrijventerrein De Prijkels

Prijkels Zuid-West

Via N35 naar zeer nabijgelegen E17/E40

Geen ontsluiting via het water

Geen ontsluiting via het spoor

± 70 ha Matige landbouwwaardering

Maakt geen deel uit van een open landbouwgebied, wordt "afgesloten" door de N494 en recente planopties ten westen van deze N494

Aansluitend op een bestaand bedrijventerrein De Prijkels

Papelenvijver Via N35 naar zeer nabijgelegen E17/E40

Geen ontsluiting via het water

Geen ontsluiting via het spoor

± 27 ha (geen landbouwgebruik)

Maakt geen deel uit van een open landbouwgebied

Gebied met nabestemming natuurontwikkeling

Aansluitend op een bestaand bedrijventerrein De Prijkels

Europalaan Via lokale wegenis en N43 naar E17/E40

Mogelijk te ontsluiten via het water

Geen ontsluiting via het spoor

> 50 ha Hoge landbouwwaardering

Deel van het open landbouwgebied Machelen – Deinze tussen N43 en Leievallei

Openruimtecorridor Machelen (Deinze) - Olsenen (Zulte)

Aansluitend op een bestaand bedrijventerrein Europalaan

Bij de bovenvermelde terreinen zijn er een aantal terreinen waarvan de potenties - door de ligging aan het Schipdonkkanaal - als watergebonden regionaal bedrijventerrein manifest zijn. In functie van de opwaardering van het kanaal zouden deze locaties dan ook bij voorkeur voor watergebonden bedrijvigheid kunnen worden voorbehouden.

Vanuit milieuoverwegingen (cf. PlanMER, Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze) kunnen m.b.t. de zoeklocaties voor bijkomende bedrijventerreinen volgende algemene conclusies gemaakt worden.

Page 119: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 109

"De voorkeur voor de inplanting van bijkomende oppervlakte gemengd regionaal bedrijventerrein gaat ondubbelzinnig uit naar de omgeving van de N35 - E17, m.a.w. naar een uitbreiding van “De Prijkels”, en dit in oostelijke en westelijke richting maar niet of slechts zeer beperkt in noordelijke richting. De zones Prijkels – Oost, Prijkels Zuidwest, zoekzones Papelenvijver (enkel op lange termijn) en N35-oost (enkel de zuidelijke strook langs de E17) zijn bijgevolg goed gelegen voor een gemengd regionaal bedrijventerrein.

De voorkeur voor de inrichting van een regionaal bedrijventerrein voor watergebonden bedrijvigheid gaat duidelijk uit naar de zoekzone Kouter-Dhoye, vanwege de talrijke sterk negatieve effecten die de invulling van de alternatieven Europalaan en Schipdonk-Noord met zich mee zouden brengen.

In de verschillende zoekzones t.h.v. De Prijkels is, ook rekening houdend met de nodige bufferzones, in principe voldoende beschikbare oppervlakte om ca. 75 ha bedrijventerrein op te vangen. Verkeerskundig stellen zich geen problemen omdat een turborotonde op het kruispunt N35-Karreweg het verkeer van ca. 98 ha bedrijventerrein kan verwerken. De ca. 27 ha van de zone Papelenvijver komt per definitie pas op lange termijn vrij (vanaf 2025 ?), en kan dus niet voor de huidige taakstelling benut worden. Zone N35-oost komt in principe wel in aanmerking voor de korte termijnbehoefte, al wordt voorgesteld om de beschikbare oppervlakte tussen de N494 en de N35 eerst46 te benutten.

Van de taakstelling van 82 ha voor regionale bedrijventerreinen, kan ca. 20 ha gereserveerd worden voor watergebonden bedrijvigheid in Kouter-Dhoye. De overige ruim 60 ha zou gerealiseerd dienen te worden via uitbreiding van “De Prijkels”, waaraan 10 ha lokaal bedrijventerrein voor Nazareth moet toegevoegd worden. Gelet op de schaarste aan geschikte watergebonden terreinen, wordt voorgesteld om de 5 ha lokaal bedrijventerrein die voorzien is in Kouter-Dhoye (nabij de N35) over te hevelen naar De Prijkels, m.b. in de noordelijke uitbreiding t.h.v. “de Poort”, aangezien deze zone omwille van haar ligging nabij bewoning toch niet geschikt is voor regionale bedrijvigheid. De 5 ha die aldus vrijkomen in Kouter-Dhoye zouden kunnen benut worden voor (tweedelijns) watergebonden bedrijvigheid, zodat een geringere uitbreiding in westelijke richting nodig is (cfr. overstromingsgevoeligheid, landschappelijke en ecologische impact)."

Ruimtelijk gezien gaat de voorkeur voor de inplanting van een gemengd regionaal bedrijventerrein, omwille van de verkeersgeneratie en het gebruik van de wegmodus, uit naar een locatie nabij het op- en afrittencomplex van de E17. Dit werd ook reeds zo geformuleerd in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Door de nabijheid van de hoofdweg te benutten wordt het verkeer van het regionaal bedrijventerrein niet doorheen het stedelijk gebied geleid. De locaties ten noorden van de N43 sluiten allen zeer nauw aan bij het stedelijk weefsel en scoren daarom minder goed op het vlak van rechtstreekse ontsluiting op het hoofdwegennet.

De zoeklocaties de Prijkels Oost en de Prijkels Zuid-West zijn vanuit ruimtelijk oogpunt de meest geschikte locaties voor de inplanting van een gemengd regionaal bedrijventerrein. Deze locaties sluiten rechtstreeks aan op het bestaande bedrijventerrein, en situeren zich

46 Het planMER stelt voor om in functie van de behoeften op langere termijn, de zone N35-oost ook op

te nemen binnen de afbakening van het KSG, maar dan als bouwvrije zone.

Page 120: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

110 toelichtingsnota

tussen de N494 en de N35. (De locatie Papelenvijver kan in functie van de taakstelling regionaal bedrijventerrein op korte termijn niet aangewend worden.) De zoeklocatie N35 Oost wordt ruimtelijk gezien niet als een geschikte locatie beschouwd omdat zij deel uitmaakt van een aaneengesloten openruimte-gebied.

In overeenstemming met de bevindingen en opties van het streefbeeld N35 en samengaand met de verdere uitbouw van het bedrijventerrein "De Prijkels" moet de verkeersafwikkeling op de N35 en de aantakking van het bedrijventerrein op de bestaande weginfrastructuur weliswaar herbekeken worden.

In het streefbeeld N35 zijn een aantal voorstellen gedaan inzake de mogelijke types kruispuntoplossing voor onder meer de ontsluiting van het regionale bedrijventerrein "De Prijkels" naar de N35-E17. Deze kruispuntoplossingen zijn mee in het planMER onderzocht, dit in relatie tot de uitbouw van het regionaal bedrijventerrein en hun verwerkingscapaciteit. Verkeerskundig beschouwd kan een bijkomend bedrijventerrein van 98 ha verwerkt worden door de aanleg van een turborotonde of een Hollands complex en 65 ha ingeval van een tweestrooksovonde.

De locaties nabij de E17 bieden uiteraard geen mogelijkheid voor de ontwikkeling van watergebonden regionale bedrijventerreinen. In functie van het nastreven van multimodaliteit wordt ervan uitgegaan dat watergebonden bedrijventerreinen - indien mogelijk – ook deel moeten uitmaken van een aanbodbeleid in een stedelijk gebied. Daarom wordt ervoor geopteerd om ook die potentie in het stedelijk gebied niet onbenut te laten.

De zone Kouter-D'Hoye vormt vanuit ruimtelijk oogpunt de beste locatie voor een watergebonden regionaal bedrijventerrein omwille van de nabijheid van de N35 als ontsluitingsweg. De zoeklocatie “Europalaan” scoort vooral zwak op het vlak van ontsluiting. In alle richtingen moet het verkeer door het stedelijk gebied van Deinze. Ook het feit dat het gebied doorsneden wordt door de Tichelbeek kan als een probleempunt beschouwd worden. Verder maakt het gebied deel uit van een openruimtecorridor tussen het stedelijk gebied Deinze en Zulte. De zoeklocatie “Schipdonk-Noord” situeert zich t.o.v. het stedelijk weefsel in hoofdzaak aan de overzijde van het Schipdonkkanaal in een aaneengesloten openruimtegebied. Een deel van het gebied is aangeduid als relictzone en grenst bovendien aan een ecologisch waardevol gebied (VEN/Habitatrichtlijngebied).

Ruimte voor regionale bedrijventerreinen

Uit de bovenstaande evaluaties blijkt duidelijk dat van de onderzochte alternatieve locaties voor de inplanting van een gemengd regionaal bedrijventerrein de zoeklocaties “de Prijkels Oost” en "de Prijkels Zuid-West" het beste keuze vormen. De locatie Kouter – D'Hoye is de best mogelijke locatie voor de inplanting van een watergebonden bedrijventerrein.

De taakstelling bedrijventerreinen voor het stedelijk gebied en het specifiek economisch knooppunt Nazareth bedraagt in globo 102 ha (53 ha voor Deinze en 49 ha voor Nazareth).

In functie van het onderzoek naar de mogelijke milieu-effecten van een watergebonden bedrijventerrein ter hoogte van het terrein Kouter-D'Hoye blijkt dat een terrein van ongeveer 20 tot 25 ha haalbaar is. Momenteel zijn echter de gegevens met betrekking tot het gebruik van de waterweg als transportmodus en het enten van activiteiten op deze waterweg nog te beperkt om een gedegen ontwikkelingsperspectief, met daaraan verbonden een bestemming als regionaal watergebonden bedrijventerrein naar voor te schuiven. Verder onderzoek met

Page 121: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 111

het oog op een effectieve ontwikkeling van dit gebied als regionaal watergebonden bedrijventerrein kan evenwel gebeuren rekening houdend met de evoluties en de wijzigende context n.a.v. de uitbouw van het Schipdonkkanaal. Daarom wordt voorgesteld om deze potenties ter hoogte van het Schipdonkkanaal te bewaren door het gebied "Kouter – d'Hoye" voorlopig van verdere ontwikkelingen te vrijwaren.

De invulling van de overige 17 tot 23 ha voor Deinze kan onderzocht worden ter hoogte van de Prijkels Oost en de Prijkels Zuid-West, alsook de taakstelling van 39 ha voor het specifiek economisch knooppunt Nazareth.

7.2.3. C o n c l u s i e s v o o r h e t k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d

Op basis van de geraamde bijkomende behoefte voor wonen in het stedelijk gebied en rekening houdend met het beschikbare aanbod, maar ook met de mogelijke problemen die als gevolg van een krapte in dit aanbod zouden kunnen ontstaan, wordt gekozen voor een scenario waarbij Astene deel uitmaakt van het kleinstedelijk gebied Deinze.

Rekening houdend met de invulling van de taakstelling bedrijventerreinen worden de bijkomende regionale bedrijventerreinen verdeeld enerzijds over de locaties aansluitend bij de Prijkels aan het op- en afrittencomplex van de E17, anderzijds wordt op de locatie Kouter-D'Hoye aan het Schipdonkkanaal een zone gevrijwaard voor een watergebonden regionaal bedrijventerrein.

7 . 3 . R u i m t e l i j k e c o n c e p t e n

Uitgebreid inbreiden

Het stedelijk gebied van Deinze is ruimtelijk zeer uitgedeind. De bestaande configuratie van het stedelijk gebied vormt de basis voor een uitgebreide wooninbreiding. In de woongebieden maar ook in de stedelijke kern situeren zich nog heel wat mogelijkheden om het wonen in het stedelijk gebied te versterken. Ook verlaten bedrijfssites, waarvan een aantal gelegen ter hoogte van de Leie, kunnen na sanering omgevormd worden tot aantrekkelijke woonlocaties.

De natuurlijke Leie als groen-blauw lint

De aanwezigheid van de Leie vormt door haar vele "gezichten" een troef voor het kleinstedelijk gebied. Naast de "groene vinger" die ook in het stedelijk gebied nog zijn kwaliteiten laat gelden, is de Leie ook toeristisch-recreatief niet onbelangrijk. Waar de Leie vroeger een vestigingslocatie voor bedrijvigheid was, kunnen op deze plekken potenties ontstaan voor woonontwikkelingen.

Groene stapstenen tussen binnen en buiten

De groengebieden in het kleinstedelijk gebied Deinze zijn beperkt. Naast de troeven van de Leievallei, het gebied rond Vosselareput en het Kasteel van Ooidonk, zijn de Brielmeersen en Gampelaeredreef de belangrijkste groenelementen voor de stadsbewoners. Door hun ligging eerder aan de rand van het stedelijk weefsel vormen zij verbindende elementen tussen het stedelijk gebied en het buitengebied.

Page 122: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

112 toelichtingsnota

De N43, een multifunctionele hoofdstraat

De N43 vormt als het ware een ruggengraat voor het stedelijk gebied. De recente stedelijke uitbreidingen waren in hoofdzaak geënt op/rondom deze as. In zijn kenmerken heeft deze as een multifunctioneel karakter. Wonen komt er voor tussen handel en ambacht. Reeds vanuit het huidig functioneren kan de N43 de rol van hoofdstraat op zich nemen.

Schipdonkkanaal en E17, hoofdinfrastructuren als vestigingslocatie voor nieuwe bedrijvigheid

Rekening houdend met de ruimtelijke situatie en het streven om alternatieve vervoersmodi een kans te geven, vormen het Schipdonkkanaal en de E17 duidelijke assen als onderdeel van de hoofdtransportnetwerk waarop nieuwe economische ontwikkelingen geënt worden.

De stationsomgeving als centrale schakel

Deinze situeert zich op het vlak van vervoer via het spoor op een goede locatie door het kruisen van twee spoorlijnen. Ook het openbaar vervoer via de weg oriënteert zich radiaal vanuit de stationslocatie. De stationsomgeving op zich bevindt zich echter perifeer in de kernstad. Door het creëren van een uitgesproken stationsomgeving kan een duidelijke "toegang" voor het stedelijk gebied gecreëerd worden.

7 . 4 . H yp o t h e s e v a n g e w e n s t e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r

v o o r h e t k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d D e i n z e

Het kleinstedelijk gebied Deinze situeert zich in een spanningsveld van stedelijke ontwikkelingen. In de band Gent – Kortrijk is de verstedelijkingsdruk manifest aanwezig. Het afbakenen van het kleinstedelijk gebied Deinze moet bijdragen tot het sturen van deze druk naar de stedelijke gebieden.

Deinze heeft in dit spanningsveld een eigen rol te vervullen, omdat de stedelijke invloedssfeer van de stad– door de invloed van de nabijheid van de andere stedelijke gebieden – immers beperkt is. Voor het Westelijk en het Zuidelijk Openruimtegebied kan Deinze een centrale rol vervullen, zowel op het vlak van voorzieningen als van tewerkstelling. In het bijzonder kan de recreatieve rol van de stad nog versterkt worden gelet op de reeds aanwezige infrastructuren en de potenties.

De hypothese van gewenste ruimtelijke structuur geeft de gewenste ontwikkeling voor het kleinstedelijk gebied Deinze weer en wordt als volgt uitgesplitst voor de deelstructuren.

7.4.1. N e d e r z e t t i n g s s t r u c t u u r

De oost-west oriëntatie binnen de nederzettingsstructuur van het kleinstedelijk gebied Deinze is min of meer een constante, waarbij de N43 de ruggengraat of leidraad vormt voor de nederzettingsstructuur. Heel wat recente ontwikkelingen zijn parallel of geënt op deze as ontstaan.

De verstedelijkingsdruk in het gebied tussen Gent en Kortrijk vertaalt zich in een hoge dynamiek op de bouw- en woningmarkt. Het zwaartepunt van de recente

Page 123: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 113

woonontwikkelingen voor het stedelijk gebied Deinze situeert zich momenteel vooral in Petegem met de verdere ontwikkeling van het woongebied "Oostkouter".

Binnen het stedelijk weefsel zijn voldoende mogelijkheden aanwezig en kunnen de potenties voor inbreiding ten volle en op een duurzame wijze benut worden. Hierbij kan op twee sporen gewerkt worden. Enerzijds het benutten van vrijkomende "economische" locaties, anderzijds het benutten van bestaande reserves in de woongebieden. Hierbij moet aandacht zijn voor de diverse doelgroepen in functie van een differentiatie in de woonvormen en moet tevens een duidelijke fasering gehanteerd worden. De "binding" van de woongebieden met de kern en de aandacht voor woonondersteunende voorzieningen op niveau van de stedelijke woongebieden is essentieel.

7.4.2. E c o n o m i s c h e s t r u c t u u r

De lijninfrastructuren in de Leieruimte liggen nu, maar ook in het verleden, nadrukkelijk aan de basis van de ruimtelijke structuur en in het bijzonder aan die van de bedrijfseconomische ontwikkelingen.

Waar in het verleden de Leie en de N43 het richtsnoer waren voor bedrijfseconomische ontwikkelingen, vormen nu vooral de E17 en het Schipdonkkanaal de basis voor de situering van nieuwe regionale bedrijventerreinen. De potenties van de aanwezigheid van deze hoofdinfrastructuren wordt dan ook ten volle benut, evenwel met aandacht voor de draagkracht van het stedelijk gebied, de ontsluitingsmogelijkheden en de aanwezige openruimtecorridors.

Kleinhandel wordt eerder als een woonondersteunende voorziening beschouwd en leunt bij voorkeur ook meer aan bij het woonweefsel. Momenteel bevindt het "stedelijk" handelsapparaat zich in hoofdzaak in de stedelijke kern, met uitlopers langs de N43. Langs deze multifunctionele hoofdstraat, is de aanwezigheid van deze grootschalige kleinhandel aanvaardbaar. Langs de andere hoofdassen in het stedelijk gebied worden nieuwe locaties voor kleinhandelszones minder opportuun geacht. Er wordt voor geopteerd om de handelsfuncties bij voorkeur te situeren in de kern. Grootschalige functies die nu langs de N43 voorkomen, kunnen verweven met de andere functies blijven bestaan. Een specifiek aanbodbeleid onder de vorm van een bijkomende kleinhandelszone wordt alvast op korte termijn niet wenselijk geacht.

7.4.3. V e r k e e r s s t r u c t u u r e n a n d e r e i n f r a s t r u c t u r e n

Het kleinstedelijk gebied Deinze bevindt zich vanuit het perspectief van de bovenlokale verkeersinfrastructuren beschouwd op een ideale locatie. De E17 met een op- en afrittencomplex in het zuiden en het Schipdonkkanaal in het noorden van het stedelijk gebied. Door de nabijheid van de E40 is het stedelijk gebied echter ook een doorgangsgebied. Samen met de N35 vormt de N43 het basisstramien van het kleinstedelijk gebied.

De N35 vervult eerder de rol van verkeersdrager voor de hoofdinfrastructuren. Deze rol kan behouden worden, evenwel met aandacht voor de verkeersleefbaarheid langs het traject. De inrichting en het ruimtelijk functioneren van de weg zal moeten afgestemd worden op de

Page 124: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

114 toelichtingsnota

gewenste rol ervan. Dit betekent dat woonondersteunende voorzieningen, zoals kleinhandelszones bij voorkeur elders in het stedelijk gebied gesitueerd worden.

De N43 heeft een verzamelfunctie binnen het stedelijk gebied, en kan beschouwd worden als de ruggengraat van de woonstructuur. Deze as fungeert immers als "multifunctionele hoofdstraat" voor het stedelijk gebied. Door de jaren heen hebben tal van functies hebben zich langs deze weg gevestigd. Deze weg is gecategoriseerd als secundaire weg. De inrichting en het ruimtelijk functioneren van deze as zal moeten afgestemd worden op de gewenste rol ervan.

In functie van multimodaliteit voor het personenvervoer kan de stationsomgeving uitgebouwd worden als een duidelijke schakel tussen de modi. Aandachtspunten hierbij zijn de binding met de stedelijke kern, de relatie met trage wegen, parkeervoorziening, maar ook de verbinding met de regionale bedrijventerreinen omdat deze locatie een "toegang" moet zijn naar het kleinstedelijk gebied.

7.4.4. G r o e n s t r u c t u u r

Een belangrijk deel van de groen-structuur van het stedelijk gebied is onlosmakelijk verbonden met de Leie. Door het lineair karakter van deze groenstructuur, maar ook door de vele aspecten van de Leie moet de functie van "groen voor het stedelijk gebied" nog door andere elementen mee ondersteund worden. De Brielmeersen en Gampelaeredreef kunnen het basisstramien mee invullen.

Naast het verder ondersteunen en uitbouwen van de natuurwaarden langsheen de Leie kunnen de Brielmeersen en Gampelaeredreef en het gebied tussen Petegem en Astene ontwikkeld en verder uitgebouwd worden als groene recreatieve stapstenen voor het stedelijk gebied.

Ook op recreatief vlak vervullen deze elementen een belangrijke rol voor het kleinstedelijk gebied. De Brielmeersen en de jachthaven vervullen een rol als dagrecreatief knooppunt op bovenlokaal niveau en kunnen ingezet worden op de meer actieve recreatie. De Leie en Gampelaeredreef worden meer beschouwd als aantrekkingspolen in passieve recreatie en recreatief medegebruik.

7.4.5. G e w e n s t e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r v o o r h e t k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d D e i n z e

De integratie van de visies ten aanzien van de respectievelijke deelstructuren resulteert in een hypothese van gewenste ruimtelijke structuur. Zij is de weergave van de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied Deinze. Deze gewenste ruimtelijke structuur wordt vertaald in de grenslijn, die het onderscheid weergeeft tussen het stedelijk gebied en het buitengebied.

Page 125: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 115

kaart 21 : Hypothese van gewenste ruimtelijke structuur

Page 126: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

116 toelichtingsnota

7 . 5 . A f b a k e n i n g v a n h e t k l e i n s t e d e l i j k g e b i e d

D e i n z e

Vanuit de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur en de ruimtevragen voor het kleinstedelijk gebied Deinze wordt de grenslijn bepaald. De bijkomende bedrijventerreinen worden gesitueerd ter hoogte van het bestaande bedrijventerrein De Prijkels en aan Kouter-D'Hoye.

Het PRUP wordt in deel 2 van deze toelichtingsnota uitgewerkt in volgende deelplannen :

1. Deelplan de grenslijn

2. Deelplan Kouter-D'Hoye

3. Deelplan De Prijkels

Page 127: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 117

8 . R E A L I S AT I E VA N H E T S T E D E L I J K G E B I E D B E L E I D

De hypothese van gewenste ruimtelijke structuur voor het kleinstedelijk gebied Deinze wordt uiteindelijk vertaald naar een actieplan om het vooropgestelde ruimtelijk beleid voor het kleinstedelijk gebied Deinze te realiseren.

De aanduiding van de grenslijn is een eerste en minimale vereiste ter realisatie van een stedelijk gebiedbeleid. Daarnaast zijn nog een aantal bijkomende acties noodzakelijk om de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur te realiseren en het stedelijk gebiedbeleid in te vullen.

8 . 1 . D e g r e n s l i j n

Binnen de grenslijn van het kleinstedelijk gebied Deinze wordt een stedelijk gebiedbeleid gevoerd. Dit is een beleid van concentratie en verdichting van (stedelijke) activiteiten (wonen, werken, voorzieningen, recreatie, kleinhandel,…). Daarom worden bestaande en toekomstige stedelijke functies opgenomen binnen het voorstel van afbakening. De bestaande ruimtelijke structuur alsook de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur voor het kleinstedelijk gebied vormen hierbij de basis.

Volgende elementen worden binnen het voorstel van afbakening opgenomen : bestaande stedelijke elementen en gewenste stedelijke elementen.

Verder worden de bestaande grenzen van het gewestplan of bijzondere plannen van aanleg of infrastructuren die een manifeste ruimtelijke grens kunnen vormen zoveel als mogelijk gevolgd.

Dit betekent globaal voor het kleinstedelijk gebied Deinze dat de kernen van Petegem, Deinze en Astene, die in feite morfologisch aaneengegroeid zijn en ook functioneel sterk vergroeid zijn tot één stedelijk geheel, worden opgenomen binnen het voorstel van afbakening. Daarnaast wordt rekening houdend met de locaties voor bijkomende bedrijventerreinen het gebied tussen de N494 en de N35 tot aan de E17 mee opgenomen in het stedelijk gebied. Met het oog op de latere realisatie van het stadsbos Deinze wordt ook dit gebied mee opgenomen binnen de afbakening.

In functie van de juridische vertaling tot op het perceelsniveau (op grote schaal) wordt het voorstel van grenslijn verfijnd (zie deelplan de grenslijn).

8 . 2 . H e t a c t i e p r o g r a m m a

Om het stedelijk gebiedbeleid in het kleinstedelijk gebied Deinze te voeren zijn tijdens het afbakeningsproces reeds een aantal acties naar voorgeschoven.

Een aantal van deze acties zijn inherent aan elk stedelijk gebiedbeleid, zij worden in de tabel aangegeven met de code ASG, andere acties zijn zeer specifiek voor het betrokken stedelijk gebied en kunnen nog uitgesplitst worden naar de respectievelijke deelstructuren waarmee zij gerelateerd zijn. De code verwijst naar volgende deelstructuren :

Page 128: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

118 toelichtingsnota

- N (nederzettingsstructuur),

- E (economische structuur),

- I (infrastructuur),

- G (groenstructuur).

Nr Doelstelling Actie Instrument Trekker Partners Timing

ASG1 Afbakenen stedelijk gebied

Vastleggen van de grenslijn

PRUP provincie KT

ASG2 Opvolgen van het stedelijk gebiedbeleid

Aanstellen Stedelijk manager

provincie KT

E1 Aanbod aan regionale bedrijventerreinen

Afbakening regionaal bedrijventerrein De Prijkels

PRUP provincie Stad Deinze

Gemeente Nazareth

Gemeente Kruishoutem

KT

E3 Vrijwaren van potenties als watergebonden bedrijventerrein op Kouter-D'Hoye

Aanduiden van een bouwvrije zone ten noorden van het kanaal

PRUP provincie KT

E4 Aanbod aan watergebonden regionale bedrijventerreinen en verder onderzoek in functie van watergebonden regionale bedrijventerreinen

Onderzoek naar de potenties en invulling in relatie tot de ontwikkelingen rond het Schipdonkkanaal - Afbakening van een regionaal bedrijventerrein

PRUP provincie Stad Deinze

WENZ

LT

E5 N43 multifunctionele hoofdstraat

Gedifferentieerde voorziening van wonen, diensten en grootschalige handelsvestigingen,

PRUP Provincie Stad Deinze

LT

I1 Optimalisatie kruispunt Karreweg - N35

Herinrichting van het kruispunt N35-Karreweg

PRUP Provincie Vlaams gewest, Stad Deinze,

Page 129: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 119

gemeente Nazareth

I2 Optimalisatie van de stationslocatie

Uitbouwen van de stationsomgeving als een duidelijk schakelpunt

RUP en/of

inrichtingsplan

Stad Deinze

Provincie

De Lijn, NMBS-holding en Infrabel

AWV

I3 Locaties voor windturbines

Faciliteren van inplantingen van windturbines op de geschikte locaties (bv. op de regionale bedrijventerreinen)

PRUP provincie KT

I4 Locaties voor windturbines op lange termijn

Verder onderzoek naar mogelijkheden voor bijkomende locaties

PRUP provincie LT

G1 Ontwikkeling van een stadsbos

Uitbouw van een stedelijk groengebied

RUP Vlaams gewest

Vlaams gewest

VLM

LT

N1 Wooninbreiding en verdichting

Herbestemmen van achterhaalde bedrijfssites

RUP Stad Deinze

KT

8 . 3 . A a n d a c h t s p u n t e n v o o r a c t i e s o p g e m e e n t e l i j k

n i v e a u

Bepaalde acties van het stedelijk gebiedbeleid worden uitgevoerd via gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of inrichtingsplannen. Vanuit dit afbakeningsproces kunnen t.a.v. die uitvoeringsinstrumenten evenwel in functie van het stedelijk gebiedbeleid aandachtspunten, randvoorwaarden, enz. geformuleerd worden.

8.3.1. W o n e n i n h e t s t e d e l i j k g e b i e d

Overeenkomstig het RSV wordt een bundeling van 61 % van de bijkomende woningen in de stedelijke gebieden in Oost-Vlaanderen nagestreefd. De grenslijn van het stedelijk gebied geeft aan waar een beleid van groei, concentratie en verdichting kan gevoerd worden en anderzijds duidt zij ook die gebieden aan die gevrijwaard moeten blijven van stedelijke ontwikkelingen.

Page 130: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

120 toelichtingsnota

Binnen het stedelijk gebiedbeleid wordt een onderscheid gemaakt tussen de locaties in het bestaande stedelijk weefsel die potenties hebben en in functie van de taakstelling wonen kunnen ingezet worden en anderzijds de randstedelijke woongebieden.

Vanuit het afbakeningsproces kunnen bij de ontwikkeling van de woongebieden in het stedelijk weefsel volgende aandachtspunten geformuleerd worden :

- de verdere invulling van de woongebieden is verbonden aan een duidelijke timing en programmatie

- bij het woonbeleid moet er aandacht zijn voor een doelgroepenbeleid, waarbij de demografische analyse een belangrijke leidraad kan vormen

- het creëren van de mogelijkheid tot het voorzien van een bijkomend aanbod woningen moet voldoende garanties tot het realiseren van sociale woningen inhouden

- er moet over gewaakt worden dat de ontwikkeling van de potenties op de achterhaalde bedrijfssites op een kwalitatieve manier gebeurt en in evenwicht en samenhang met de evolutie in het bestaande stedelijk weefsel

8.3.2. R U P S t a t i o n s o m g e v i n g

De stationsomgeving vormt een centrale schakel voor het kleinstedelijk gebied Deinze. Via herinrichting van de publieke ruimte kan deze rol geoptimaliseerd worden. In het GRS Deinze wordt deze herinrichting aangegeven en worden ook een aantal randvoorwaarden opgesomd. Vanuit de opmaak van een inrichtingsplan voor de stationsomgeving moet de noodzaak tot de opmaak van een RUP ten behoeve van de juridisch stedenbouwkundige verankering van een aantal basisopties blijken.

Vanuit het afbakeningsproces kunnen hierbij volgende aandachtspunten geformuleerd worden :

- Creëren van een duidelijk geheel tussen de pendelparking, de trage wegen en het bus en treinstation als één stationslocatie

- Onderzoeken of in het bestaande weefsel potenties aanwezig zijn die een rol kunnen spelen in de verdere uitbouw van de stationslocatie. Bijvoorbeeld verlaten bedrijfspanden …

- Creëren van een duidelijke band tussen de stationslocatie en de stedelijke kern

Page 131: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 121

Page 132: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

122 toelichtingsnota

D E E L 2 : D E E L P L A N N E N

Inleiding Voorliggend document is een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (provinciaal RUP) in de zin van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Dit provinciaal RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat conform Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening47 :

1° een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

2° de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

3° een weergave van de feitelijke en juridische toestand;

4° de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;

5° in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;

6° in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van:

a) het planmilieueffectenrapport,

b) de passende beoordeling,

c) het ruimtelijk veiligheidsrapport,

d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten;

7° in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

47 Besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de coördinatie van de decreetgeving op de

ruimtelijke ordening

Page 133: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

toelichtingsnota 123

In voorkomend geval wordt de verklaring48, vermeld in artikel 4.2.11, §4, eerste lid, 2°, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid opgenomen in een toelichtingsnota bij het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben een verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.

Leeswijzer

Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor het kleinstedelijk gebied Deinze bestaat uit een aantal deelplannen. Voor elk deelplan horende bij dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan werd een op zich staand onderdeel uitgewerkt met enerzijds een toelichting voor het specifieke deelplan of verwijzing naar de toelichtingsnota van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze en anderzijds een verordenend gedeelte met onder meer de noodzakelijke onderdelen van een ruimtelijk uitvoeringsplan zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Op kaart A1 wordt een overzicht gegeven van de grenslijn en de gebieden waarvoor een deelplan is opgemaakt.

Elke "deelnota" omvat in het toelichtend deel :

- de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het

een uitvoering is

- de link van het betreffende deelplan met de toelichtingsnota

- de grenzen van het plangebied, met feitelijke en juridische toestand

- de planopties voor het PRUP

- een overzicht van de eventuele conclusies van:

a) het planmilieueffectenrapport,

b) de passende beoordeling,

c) het ruimtelijk veiligheidsrapport,

d) andere (verplicht voorgeschreven) effectenrapporten;

48 De verklaring die samenvat hoe de milieuoverwegingen in het plan of programma worden

geïntegreerd en hoe rekening wordt gehouden met het goedgekeurde planMER en waarom is

gekozen voor het plan of programma zoals het is aangenomen, dit in het licht van de andere redelijke

alternatieven die zijn behandeld.

Page 134: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

124 toelichtingsnota

- de watertoets

- een toelichting bij de stedenbouwkundige voorschriften (in tabelvorm)

De eerste kolom geeft samenvattend weer welke elementen belangrijk zijn bij de ontwikkeling van de verschillende gebieden. Deze bevat verwijzingen naar het afbakeningsproces, de visie en het ruimtelijk concept alsook aanvullende elementen die te maken hebben met programmatische elementen relevant bij de invulling van de gebieden.

In de tweede kolom worden stedenbouwkundige voorschiften uitgewerkt voor de eerder beschreven inhoudelijke elementen die een verordenende vertaling vereisen.

In de derde kolom wordt er, waar nodig, toelichting gegeven bij het voorschrift.

- de toelichtende plannen zijnde de huidige gewestplanbestemmingen, geldende BPA’s,

ruimtelijke uitvoeringsplannen, verkavelingsvergunningen, beschermde monumenten en

landschappen, beschermde stads- en dorpsgezichten, habitat- en vogelrichtlijngebieden

worden aangeduid.

- de ruimtebalans en de bestemmingscategorieën overeenkomstig het besluit van de

Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking

tot de vorm en inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

- een limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk

uitvoeringsplan en die bijgevolg opgeheven worden

- in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een

bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een

planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel

2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27

maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

Elke deelnota omvat in het verordenend deel :

- de stedenbouwkundige voorschriften inzake bestemming, inrichting en/ of beheer en,

desgevallend, de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27

maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

- het grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van

toepassing is.

Page 135: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan de grenslijn 125

9 . D E E L P L A N G R E N S L I J N

9 . 1 . D e r e l a t i e m e t h e t r u i m t e l i j k s t r u c t u u r p l a n o f d e

r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r p l a n n e n w a a r v a n h e t e e n

u i t v o e r i n g i s

De grenslijn is de geografische weergave van de afbakening van een stedelijk gebied. Deze afbakening vloeit voort uit de opties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen om een stedelijk gebiedbeleid versus een buitengebiedbeleid te voeren.

"De afbakening van de stedelijke gebieden wordt als een essentiële beleidsmaatregel vooropgesteld om de stedelijke leegloop en de lintontwikkeling te stoppen, een "aanbodbeleid" inzake bijkomende woningen en ruimte voor economische activiteiten te kunnen realiseren en het buitengebied te vrijwaren van een stedelijke ontwikkeling. De afbakening laat toe om binnen de grens van het stedelijk gebied de wenselijke kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende maatschappelijke behoeften (wonen, werken, alle voorzieningen eigen aan het stedelijk functioneren) op te vangen. De grens van het stedelijk gebied heeft aldus een beleidsmatige betekenis." (RSV, pag. 344)

De stedelijke gebieden zijn in het RSV bindend geselecteerd en gecategoriseerd. In de bindende bepalingen wordt gesteld dat de afbakening van de kleinstedelijke gebieden, waaronder het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Deinze, gebeurt in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Voor de verschillende categorieën van stedelijk gebieden stelt het RSV verschillende ontwikkelingsperspectieven voorop. Met betrekking tot de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden wordt gesteld dat zij vandaag – op kleinstedelijk niveau – nog een relatief sterke morfologische structuur met een stedelijk karakter (veelal als gevolg van hun historische ontwikkeling) en een goed functionerend stedelijk voorzieningenapparaat vertonen. "De ruimtelijke ontwikkelingen die plaatsvinden buiten de stedelijke kern leiden nog niet tot een fundamentele verzwakking van het stedelijk functioneren en bedreigen het stedelijk voorzieningenapparaat niet alsdusdanig. Het ruimtelijk beleid is erop gericht de stedelijke kern en het stedelijk functioneren te consolideren en te versterken door het creëren van ruimte voor een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten. Dit aanbod kan – omwille van de aanwezigheid van een relatief sterke stedelijke kern – ook worden ingeplant op plaatsen binne het stedelijk gebied die vandaag nog weinig stedelijkheid bezitten.

In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen wordt aan Deinze een centrale rol op kleinstedelijk niveau voor de Leieruimte toegekend. Door de invloed van het grootstedelijk gebied Gent en het regionaalstedelijk gebied Kortrijk is het ommeland van Deinze enigszins beperkt voor de Leieruimte. De eigen rol van Deinze als kleinstedelijk voorzieningencentrum en tewerkstellingsknooppunt t.o.v. het zuidelijk openruimtegebied en het Westelijk Openruimtegebied wordt verder ondersteund. De rol op het vlak van toerisme en recreatie kan worden versterkt tot een recreatief centrum, gelet op de aanwezige recreatieve infrastructuur en de ligging aan de Leie. (PRS, pag. 269) Met betrekking tot de

Page 136: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

126 deelplan Kouter-D'Hoye

economische knooppunten in de Leieruimte wordt gesteld dat economische ontwikkelingen in dit gebied gesitueerd worden met aandacht voor de ecologische en landschappelijke waarden in het gebied.

Om een verdere bandvormige ontwikkeling langs de E17 te voorkomen, wordt regionale bedrijvigheid bij voorkeur gesitueerd nabij het knooppunt Deinze-Nazareth. Verder kan ook het Afleidingskanaal van de Leie de basis vormen voor de situering van nieuwe terreinen. Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Deinze houden rekening met de draagkracht, de aanwezigheid van openruimtecorridors en de ontsluitingsmogelijkheden. Bij situering van een bedrijventerrein aan/nabij de waterwegen moeten de mogelijkheden voor watergebonden bedrijven aangewend worden. Het aanbod voor bijkomende regionale ontwikkelingen mag geen aanzuigeffect induceren. Ontwikkelingen die concurrentieel kunnen zijn voor Gent moeten worden vermeden. In Nazareth kunnen in beperkte mate, rekening houdend met de draagkracht en de ontsluitingsmogelijkheden, bijkomende ontwikkelingen gesitueerd worden. Nieuwe terreinen specifiek voor kleinhandel moeten in de stedelijke gebieden gesitueerd worden. (PRS, pag. 418)

9 . 2 . L i n k m e t t o e l i c h t i n g s n o t a

De hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het kleinstedelijk gebied Deinze wordt uitgewerkt in de toelichtingsnota. Op basis van een confrontatie van de grenzen van het buitengebied, de ruimtevragen vanuit het stedelijk gebied en de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur werd een hypothese van gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt. Deze hypothese van gewenste ruimtelijke structuur werd vertaald naar een voorstel van afbakening, een grenslijn, en een actieprogramma.

9 . 3 . B e s t a a n d e f e i t e l i j k e e n j u r i d i s c h e t o e s t a n d

De bestaande feitelijke toestand wordt weergegeven op volgende kaarten :

Bestaande feitelijke toestand : topografische kaart – kaart G1

Bestaande feitelijke toestand : orthofoto – kaart G2

De bestaande juridische toestand wordt bepaald door het gewestplan en andere plannen.

Gewestplan Oudenaarde, K.B. 24/02/1977, gedeeltelijk gewijzigd 29/10/1999, B.S. 29/03/2000

Gewestplan Gentse en Kanaalzone, K.B. 14/09/1977

De juridische toestand wordt weergegeven op volgende kaarten :

bestaande juridische toestand: gewestplan – kaart G3

bestaande juridische toestand: andere plannen – kaart G4

Page 137: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan de grenslijn 127

9 . 4 . P l a n o p t i e s v o o r h e t P R U P

Binnen de afbakeningslijn wordt een stedelijk gebiedbeleid gevoerd (cf. toelichtingsnota). Dit is een beleid van concentratie en verdichting van (stedelijke) activiteiten (wonen, werken, voorzieningen, recreatie, kleinhandel,…).

Daarom worden bestaande en toekomstige stedelijke functies/elementen opgenomen binnen het voorstel van afbakening. De bestaande ruimtelijke structuur en de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur voor het kleinstedelijk gebied vormen hierbij de basis.

Dit betekent globaal voor het kleinstedelijk gebied Deinze dat de kernen van Petegem, Deinze en Astene, die in feite morfologisch aaneengegroeid zijn en ook functioneel sterk vergroeid zijn tot één stedelijk geheel, worden opgenomen binnen het voorstel van afbakening. Daarnaast wordt rekening houdend met de locaties voor bijkomende bedrijventerreinen het gebied tussen de N494 en de N35 tot aan de E17 mee opgenomen in het stedelijk gebied. Met het oog op de latere realisatie van het stadsbos Deinze wordt ook dit gebied mee opgenomen binnen de afbakening.

Verder worden de bestaande grenzen van het gewestplan of bijzondere plannen van aanleg of infrastructuren die een manifeste ruimtelijke grens kunnen vormen zoveel als mogelijk gevolgd.

In functie van de juridische vertaling tot op het perceelsniveau (op grote schaal) wordt het voorstel van grenslijn verfijnd, daarbij worden volgende principes gehanteerd :

- infrastructuren (wegen, spoorlijnen) kunnen als een duidelijke grens voor het stedelijk

gebied fungeren, indien de grenslijn samenvalt met deze infrastructuur wordt deze ook

binnen de lijn opgenomen;

- Ter hoogte van bestaande woonlinten en uitlopers vanuit het stedelijk gebied richting

open ruimtegebied wordt voor de begrenzing van het stedelijk gebied gezocht naar een

breekpunt in de bestaande bebouwing zoals een overgang van aaneengesloten of

gegroepeerde (meer stedelijke) bebouwing naar een meer open bebouwing;

- op het perceelsniveau (op grote schaal) wordt het voorstel van grenslijn verfijnd. De lijn

wordt zo aangeduid dat dat er een eenduidige uitspraak kan gedaan worden over een

perceel (behoort al dan niet tot het stedelijk gebied). Voor zeer grote of zeer diepe

percelen (bijvoorbeeld 250 m of meer) kan van dit principe worden afgeweken. De

grenslijn wordt dan op gelijke hoogte gelegd met de omliggende percelen.

Beschrijving van de grenslijn

In onderstaand overzicht wordt de grenslijn van het kleinstedelijk gebied Deinze in wijzerzin beschreven.

Kaart G5 geeft een overzichtkaart voor de grenslijn. Voor een meer gedetailleerd plan wordt verwezen naar de kaarten kaarten G5 a tot en met G5 f.

Page 138: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

128 deelplan Kouter-D'Hoye

Onderstaande tabel geeft per segment van de grenslijn een overzicht van de elementen waarop het voorstel van afbakening is gebaseerd. De bevindingen uit het planMER die relevant zijn voor de keuze van de afbakeningslijn werden mee opgenomen in deze tabel.

Begrenzing op basis van ruimtelijke elementen of in functie van de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur

Situering van de grens t.o.v. het gewestplan of bijzondere plannen van aanleg Opmerkingen vanuit het planMER "PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze".

Onderstaande beschrijving van de grenslijn start in het noorden ter hoogte van het kruispunt Kouter –Schave en verloopt in wijzerzin.

1. In het noorden van het stedelijk weefsel wordt de wijk Schave opgenomen in het stedelijk gebied. De grens voor het stedelijk gebied verloopt langs Kouter en parallel met het woongebied Schave en het bestaande bedrijventerrein Canteclaer.

De grenslijn valt samen met het woongebied en het industriegebied (Canteclaer) op het gewestplan

2. De grenslijn verloopt dan verder oostwaarts langsheen het Schipdonkkanaal. Ten noorden valt de grens samen met de KMO-zone aan de andere oever van het Schipdonkkanaal.

De grenslijn situeert zich in agrarisch gebied met landschappelijke waarde. Het gebied Schipdonk-Noord werd in het planMER als zoeklocatie voor regionaal bedrijventerrein afgewogen. Vermits het gebied Kouter-D'Hoye bouwvrij gehouden wordt ter onderzoek ten behoeve van een watergebonden regionaal bedrijventerrein en het gemengd regionaal bedrijventerrein ter hoogte van de Prijkels wordt gesitueerd, wordt de grenslijn hierbij aangepast.

3. Op de rechteroever van het Schipdonkkanaal verloopt de grenslijn parallel met de grens van het bestaande bedrijventerrein. Het bedrijf gelegen ten zuiden van de Leernesesteenweg wordt mee opgenomen in het stedelijk gebied

De grenslijn valt hier samen met de grenzen van de bpa's Nijverheidszone en Ten Bosse.

4. De grenslijn verloopt dan langs het woongebied van de Leernesteenweg naar de Witte Kaproenenstraat. De aangesneden delen van het woonuitbreidingsgebied worden mee opgenomen binnen de grenslijn. Het niet aangesneden gedeelte van het woonuitbreidingsgebied wordt niet mee opgenomen in het stedelijk gebied.

De grenslijn valt samen met het woongebied en de effectief bebouwde delen van het woonuitbreidingsgebied. De niet-aangesneden delen van het woonuitbreidingsgebied "Hulhaege" worden niet opgenomen omdat in het GRS van Deinze ervoor geopteerd wordt om dit gebied te herbestemmen i.f.v. landbouw en natuur.

5. Ter hoogte van Oostmeersdreef verloopt de grenslijn langs het woongebied naar het zuiden tot aan de Leie, waarbij de Leie de noordelijke grens vormt. Het bedrijfsterrein ten noorden van de Leie wordt mee opgenomen in de afbakening. De grenslijn verloopt langs de Leie verder oostwaarts.

De grens verloopt hier parallel met het woongebied zoals aangeduid op het gewestplan en het bestaande bedrijfsterrein.

6. Ter hoogte van de Dokter Adriaan Martenslaan buigt de grenslijn achter het woongebied af naar de Emiel Clauslaan. Het woonpark ten noorden van de Emiel Clauslaan wordt niet mee opgenomen in het stedelijk gebied, omdat dit gebied beleidsmatig geen bijkomende meerwaarde kan leveren/krijgen a.g.v. een stedelijk gebiedbeleid.

De grens verloopt hier parallel met het woongebied op het gewestplan.

Page 139: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan de grenslijn 129

7. Ter hoogte van de Emiel Clauslaan verloopt de grens oostwaarts tot aan de Beekstraat (Astene). De as Beekstraat – Winkelstraat vormt hier de grens van het stedelijk gebied, waarbij de grens gelegd wordt achter de woningen.

De grens volgt het woongebied/woonuitbreidingsgebied ter hoogte van de Beekstraat – Winkelstraat.

8. Aan de Parijsestraat buigt de grens naar het zuiden. Omwille van de optie om in het gebied ingesloten door de Parijsestraat en de Kortrijkse Heerweg – Gaversesteenweg een stadsbos te ontwikkelen, wordt dit gebied reeds mee opgenomen binnen de afbakening van het stedelijk gebied.

De grens loopt hier in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en agrarisch gebied. Het gebied N35 Oost werd in het planMER als zoeklocatie voor regionaal bedrijventerrein afgewogen. Vermits de locaties tussen de N494 en N35 bij voorkeur eerst worden aangesneden en het regionaal bedrijventerrein dus op Prijkels Oost en Prijkels Zuid-West wordt gesitueerd komt deze zone niet onmiddellijk in aanmerking. Het planMER stelt weliswaar voor om in functie van de behoeften voor regionaal bedrijventerrein op langere termijn, ook de zoeklocatie N35-oost (zone ten oosten van N35 en ten noorden van de E17) op te nemen binnen de afbakening van het KSG, maar dan als bouwvrije zone. Vanuit ruimtelijk oogpunt (open-ruimtecorridor, stadsbos Deinze, etc.) is deze keuze niet aangewezen de grenslijn wordt behouden ter hoogte van de Kortrijkse Heerweg.

9. Ter hoogte van de Gaversesteenweg – Steenweg Deinze situeert de grenslijn zich in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De grens verloopt doorheen het natuurgebied naar het zuidoosten.

10. Ten westen van de steenweg situeert zich de uitbreidingslocatie voor het regionaal bedrijventerrein de Prijkels. De grenslijn valt hier samen met het op- en afrittencomplex van de E17, de E17 in het zuiden en de Deinsesteenweg – Oudenaardsesteenweg in het westen.

De grens loopt hier langs agrarisch gebied, industriegebied, stortgebied met nabestemming natuurontwikkeling (niet-giftige baggerspecie) en opnieuw agrarisch gebied.

11. Vanaf de E17 ter hoogte van de Oudenaardsesteenweg verloopt de grenslijn van het stedelijk gebied noordwaarts. De grens van het stedelijk gebied wordt gelegd ten zuiden en langs het woongebied van de Oostkouter (achter de woningen gelegen langs Houtkantlaan, Leemput en Meirelos).

De grenslijn verloopt hier parallel met de grens van het woongebied zoals omschreven in het bpa Oostkouter B.

12. Ter hoogte van de Meirelosstraat en zuidwaarts langs de Sint-Hubertusstraat volgt de grenslijn de woningen langs de Sint-Hubertusstraat en de Pachthofstraat. Het gedeelte van de Pachthofstraat dat niet is bebouwd, wordt niet mee opgenomen in het stedelijk gebied. De grenslijn loopt omheen het bebouwde gebied en verloopt dan verder achter de woningen van de Terwilgenstraat – Sint-Hubertusstraat en Molenstraat richting spoorweg.

De grenslijn volgt het woongebied van het gewestplan (alsook een niet-vervallen verkaveling).

13. Ten noorden van de spoorlijn volgt de grenslijn de grens van het woongebied (Molenhoek) ten zuiden van de Kortrijksesteenweg (N43).

De grenslijn verloopt hier langs het woongebied zoals aangegeven op het gewestplan en voor een beperkt deel in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

14. Ten noorden van de N43 volgt de grenslijn de grens van het woongebied Torenstraat en Torenpark en het industriegebied Europalaan tot aan de gekanaliseerde Leie.

De grenslijn verloopt hier langs het woongebied en industriegebied zoals aangegeven op het gewestplan. Het gebied Europalaan werd in het planMER als zoeklocatie voor regionaal bedrijventerrein afgewogen. Vermits de locaties ter hoogte van de E17 de voorkeur genieten voor de ontwikkeling van een regionaal

Page 140: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

130 deelplan Kouter-D'Hoye

bedrijventerrein en de ontsluitingskenmerken van deze zone niet ideaal zijn, komt deze zone niet in aanmerking voor de ontwikkeling vaneen regionaal bedrijventerrein. De grenslijn valt bijgevolg samen met het bestaande industriegebied en de bewoning.

15. Ter hoogte van de gekanaliseerde Leie loopt de grenslijn langs de waterweg tot aan de spoorlijn. Ter hoogte van de spoorlijn gaat de grenslijn oostwaarts langs en achter de woningen van de Leiemeersstraat – Machelenstraat tot aan de Tweebruggenlaan.

De grenslijn volgt het woongebied zoals aangegeven op het gewestplan.

16. De grenslijn volgt de Tweebruggenlaan noordwaarts over de "Leie" en verloopt op de linkeroever in stroomopwaartse richting langs het recreatiedomein 'De Brielmeersen'.

De grenslijn volgt het recreatiegebied zoals aangegeven op het gewestplan.

17. Ter hoogte van de gekanaliseerde Leie verloopt de grenslijn richting D'Hoye. Het gebied 'D'Hoye' gelegen tussen de meander van de Leie t.h.v. Grammene en Tweebruggenlaan wordt gedeeltelijk mee opgenomen in het stedelijk gebied omwille van de mogelijke potenties voor een watergebonden bedrijventerrein. De grenslijn wordt gevormd door de weg D'Hoye die het gebied noord-zuid doorkruist en aansluit op de Tweebruggenlaan.

De grenslijn verloopt doorheen agrarisch gebied. Het natuurgebied ter hoogte van de meander van de Leie wordt niet mee opgenomen in het stedelijk gebied. Het gebied Kouter – D'Hoye werd in het planMER als zoeklocatie voor regionaal bedrijventerrein afgewogen. Het gebied werd als een geschikte locatie bevonden voor de ontwikkelingen van een watergebonden bedrijventerrein. Het gebied wordt bouwvrij gehouden ter onderzoek van een watergebonden regionaal bedrijventerrein. Het gebied wordt opgenomen binnen de grenslijn.

18. Ter hoogte van de Tweebruggenlaan buigt de grenslijn af naar de Kaandelbeekstraat tot aan het woongebied langs Oude Brugsepoort. Parallel en achter de woningen gelegen langs Oude Brugsepoort loopt de grenslijn naar het noordwesten tot aan het kruispunt met Kouter

De grenslijn verloopt doorheen bufferzone en langs het woongebied zoals aangeduid op het gewestplan.

9 . 5 . P l a n m i l i e u - e f f e c t r a p p o r t , p a s s e n d e

b e o o r d e l i n g , r u i m t e l i j k v e i l i g h e i d s r a p p o r t e n

a n d e r e v e r p l i c h t v o o r g e s c h r e v e n

e f f e c t r a p p o r t a g e s

9.5.1. P l a n - M . E . R . ( m i l i e u - e f f e c t e n r a p p o r t )

De beoordeling van plannen en programma's op hun gevolgen voor het milieu wordt geregeld door het decreet van 27 april 2007 en het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007. Voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze werd een planMER opgemaakt volgens het integratiespoor (Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan), waarbij het RUP parallel met het planMER wordt opgemaakt en waarbij het planMER een belangrijke impact kan hebben bij de opmaak van het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige voorschriften. Het voornemen voor de mogelijke deelplannen, de te onderzoeken milieudisciplines, de te onderzoeken alternatieve locaties en mogelijke cumulatieve effecten werden beschreven in een nota voor publieke consulatie. Deze nota

Page 141: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan de grenslijn 131

werd door de dienst MER volledig verklaard op 20 augustus 2008. De nota voor publieke consultatie werd van 8 september 2009 tot en met 7 oktober 2009 ter kennisgeving voorgelegd aan de bevolking, alle betrokken stads- en gemeentebesturen en overheidsadministraties met de vraag om opmerkingen en suggesties over te maken. Op de richtlijnenvergadering van 4 december 2008 werden alle ingediende opmerkingen en suggesties ten aanzien van de nota voor publieke consultatie met de betrokken besturen en instanties besproken. De resultaten van deze bespreking werden door de dienst MER op 8 april 2009 vertaald in richtlijnen voor het verdere onderzoek. Bij de opmaak van het planMER werd rekening gehouden met deze richtlijnen. Op 26 juni 2009 werd het ontwerprapport van het planMER besproken met de betrokken besturen en instanties. Het eindrapport van het planMER werd voltooid op 6 oktober 2009 en voor goedkeuringsonderzoek ingediend bij de dienst MER. Het planMER werd aanvankelijk afgekeurd door de dienst MER op 4 december 2009. Een bijgewerkte versie werd ter goedkeuring ingediend op 23 maart 2010 en goedgekeurd door de cel MER op 31 maart 2010.

Aangezien de grenslijn op zich geen kader vormt voor het toekennen van vergunningen, was een rechtstreekse beoordeling van dit deelplan in het planMER niet vereist. De aanduiding van een grenslijn voor het stedelijk gebied wijzigt immers geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen en bijgevolg geen bijkomende effecten te verwachten zijn voor het milieu. Niettemin kan een milieubeoordeling van de diverse zoeklocaties voor regionale bedrijventerreinen voor het kleinstedelijk gebied Deinze aanleiding zijn tot keuzes die de ligging van de grenslijn wel kunnen beïnvloeden. Deze aspecten werden opgenomen in de beschrijvende tabel bij de grenslijn (zie verder)

9.5.2. R u i m t e l i j k v e i l i g h e i d s r a p p o r t

Overeenkomstig de decretale bepalingen inzake ruimtelijke uitvoeringsplannen dienen voor een ruimtelijk uitvoeringsplan de mogelijke effecten te worden geschat op het vlak van veiligheid zoals bedoeld in art. 2 en 24 van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijke gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zwaren ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.

Op 26 januari 2007 keurde de Vlaamse Regering het besluit houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage goed. Dit besluit geeft invulling aan het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid van 5 april 1995 en gewijzigd door het decreet van 18 december 2002 voor onder meer de titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage.

Aangezien de grenslijn op zich geen kader vormt voor het toekennen van vergunningenen ook geen bestemmingen wijzigt zijn er geen wijzigingen met betrekking tot de mogelijke externe risico's voor zware ongevallen waarbij waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.

9.5.3. P a s s e n d e b e o o r d e l i n g

Het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat - afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale

Page 142: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

132 deelplan Kouter-D'Hoye

beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse Regering voor Natura 2000 zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 2 mei 1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei1992).

Net buiten de grenslijn van het stedelijk gebied Deinze situeert zich het habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel" met als deelgebieden "de Broeken nabij Zeveren (BE2300005-10)" en "het bos van Ooidonk (BE2300005-11)".

De aanduiding van een grenslijn voor het stedelijk gebied wijzigt geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen en bijgevolg geen effecten te verwachten zijn voor deze Speciale Beschermingszones rond het kleinstedelijk gebied.

9 . 6 . W a t e r t o e t s

Overeenkomstig het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 wordt een watertoets gedaan met als doel de risico's op overstroming (ligging al dan niet in NOGROG-gebieden) en mogelijke waterproblemen als gevolg van de nabijheid van waterlopen in te schatten.

De aanduiding van een grenslijn van het stedelijk gebied wijzigt echter geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen en bijgevolg geen nadelige effecten te verwachten zijn voor de waterhuishouding in en rond het kleinstedelijk gebied.

9 . 7 . T o e l i c h t i n g b i j d e s t e d e n b o u w k u n d i g e

v o o r s c h r i f t e n

Inrichtingsprincipes Verordenend

stedenbouwkundig voorschrift

Toelichting

Artikel 1. Grenslijn kleinstedelijk gebied Deinze

Voorschriften te lezen bij het verordenend grafisch plan: kaart G5 (delen 5a tot en met 5f)

Het gebied binnen de grenslijn is

een kleinstedelijk gebied zoals

geselecteerd in het RSV. Binnen dit

afgebakend gebied wordt een

stedelijk gebiedbeleid gevoerd.

Deze afbakening heeft een

richtinggevend statuut. Elke

overheid kan zijn specifieke

projecten, initiatieven en

De gebieden binnen de grensslijn

behoren tot het kleinstedelijk

gebied Deinze.

Met uitzondering van de

deelgebieden waarvoor in dit plan

voorschriften werden vastgelegd,

blijven de op het ogenblik van de

vaststelling van dit plan bestaande

bestemmings- en

Dit voorschrift wijzigt de bevoegdheidsverdeling tussen de drie planningsniveaus niet. De vervanging van de plannen van aanleg gebeurt conform de taakverdeling zoals die decretaal en in de structuurplannen is vastgelegd.

Page 143: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan de grenslijn 133

inrichtingsplannen in verband met

het kleinstedelijk gebied binnen

deze afbakeningslijn uitvoeren. Dit

betekent niet dat de bindende

bepalingen van het gemeentelijk

ruimtelijk structuurplan worden

gewijzigd.

De ontwikkelingsperspectieven

voor de kleinstedelijke gebieden

zoals opgenomen in het

richtinggevend gedeelte van het

ruimtelijk structuurplan vlaanderen

en het provinciaal ruimtelijk

structuurplan Oost-Vlaanderen

werken –conform de decretale

bepalingen – niet rechtstreeks in op

het vergunningenbeleid. Het

vergunningenbeleid in het stedelijk

gebied wordt gevoerd op basis van

de vigerende aanlegplannen en

ruimtelijke uitvoeringsplannen.

inrichtingsvoorschriften

onverminderd van toepassing.

De bestaande voorschriften kunnen

door voorschriften in nieuwe

gewestelijke, provinciale en

gemeentelijke ruimtelijke

uitvoeringsplannen worden

vervangen.

Bij de vaststelling van die plannen

en bij overheidsprojecten binnen de

grenslijn gelden de relevante

bepalingen van de ruimtelijke

structuurplannen, conform de

decretale bepalingen in verband

met de verbindende waarde van

deze ruimtelijke structuurplannen.

9 . 8 . T o e l i c h t e n d e p l a n n e n

Bestaande feitelijke toestand (kadasterplan, NGI, kleuren- orthofoto, ..) – kaart G2

Bestaande Juridische toestand gewestplan – kaart G3

Andere plannen … (bv.verkavelingen, habitatrichtlijngebied, NOG's,…) – kaart G4

9 . 9 . R u i m t e b a l a n s e n d e b e s t e m m i n g s c a t e g o r i e ë n

Bij een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt een ruimtebalans en een aanduiding van de bestemmingscategorieën overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen toegevoegd.

Voor de grenslijn is dit niet van toepassing, aangezien er geen bestemmingen gewijzigd worden.

Page 144: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

134 deelplan Kouter-D'Hoye

9 . 1 0 . O p t e h e f f e n v o o r s c h r i f t e n

Bij een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt een limitatieve opgave toegevoegd van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die bijgevolg opgeheven worden.

Voor de grenslijn is dit niet van toepassing, aangezien er geen bestemmingen gewijzigd worden.

9 . 1 1 . R e g i s t e r v a n p e r c e l e n w a a r o p e e n

b e s t e m m i n g s w i j z i g i n g w o r d t d o o r g e v o e r d

In voorkomend geval wordt bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, een register toegevoegd, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

Voor de grenslijn is dit niet van toepassing, aangezien er geen bestemmingen gewijzigd worden.

Page 145: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan Kouter-D'Hoye 135

1 0 . D E E L P L A N K O U T E R - D ' H O Y E

1 0 . 1 . D e r e l a t i e m e t h e t r u i m t e l i j k s t r u c t u u r p l a n o f

d e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r p l a n n e n w a a r v a n h e t

e e n u i t v o e r i n g i s

De afbakening van de stedelijke gebieden vloeit voort uit de opties van het Ruimtelijk

Structuurplan Vlaanderen om een stedelijk gebiedbeleid versus een buitengebiedbeleid te

voeren.

"De afbakening van de stedelijke gebieden wordt als een essentiële beleidsmaatregel

vooropgesteld om de stedelijke leegloop en de lintontwikkeling te stoppen, een

"aanbodbeleid" inzake bijkomende woningen en ruimte voor economische activiteiten te

kunnen realiseren en het buitengebied te vrijwaren van een stedelijke ontwikkeling. De

afbakening laat toe om binnen de grens van het stedelijk gebied de wenselijke kwantitatieve

en kwalitatieve behoefte van de verschillende maatschappelijke behoeften (wonen, werken,

alle voorzieningen eigen aan het stedelijk functioneren) op te vangen. De grens van het

stedelijk gebied heeft aldus een beleidsmatige betekenis." (RSV, pag. 344)

In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen wordt aan Deinze een centrale

rol op kleinstedelijk niveau voor de Leieruimte toegekend. Met betrekking tot de

economische knooppunten in de Leieruimte wordt gesteld dat economische ontwikkelingen

in dit gebied gesitueerd worden met aandacht voor de ecologische en landschappelijke

waarden in het gebied. Om een verdere bandvormige ontwikkeling langs de E17 te

voorkomen, wordt regionale bedrijvigheid bij voorkeur gesitueerd nabij het knooppunt

Deinze-Nazareth. Verder kan ook het Afleidingskanaal van de Leie de basis vormen voor de

situering van nieuwe terreinen. Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Deinze houden

rekening met de draagkracht, de aanwezigheid van openruimtecorridors en de

ontsluitingsmogelijkheden. Bij situering van een bedrijventerrein aan/nabij de waterwegen

moeten de mogelijkheden voor watergebonden bedrijven aangewend worden. Het aanbod

voor bijkomende regionale ontwikkelingen mag geen aanzuigeffect induceren.

Ontwikkelingen die concurrentieel kunnen zijn voor Gent moeten worden vermeden. In

Nazareth kunnen in beperkte mate, rekening houdend met de draagkracht en de

ontsluitingsmogelijkheden, bijkomende ontwikkelingen gesitueerd worden. Nieuwe terreinen

specifiek voor kleinhandel moeten in de stedelijke gebieden gesitueerd worden. (PRS, pag.

418)

Ook in het afbakeningsproces werden de potenties van het Schipdonkkanaal en de

toekomstige uitbouw ervan binnen Europees perspectief onderkend.

Page 146: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

136 deelplan Kouter-D'Hoye

1 0 . 2 . L i n k m e t t o e l i c h t i n g s n o t a

De gewenste ruimtelijke structuur van het kleinstedelijk gebied Deinze wordt uitgewerkt in de

toelichtingsnota. Op basis van een confrontatie van de grenzen van het buitengebied, de

ruimtevragen vanuit het stedelijk gebied en de analyse van de bestaande ruimtelijke

structuur werd een hypothese van gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt. Deze hypothese

van gewenste ruimtelijke structuur werd vertaald naar een voorstel van afbakening, een

grenslijn, en een actieprogramma.

Het Schipdonkkanaal in Deinze biedt enorme potenties voor het ontwikkelen van regionale

watergebonden bedrijventerreinen. Momenteel zijn de gegevens met betrekking tot het

gebruik van de waterweg als transportmodus en het enten van activiteiten op deze waterweg

echter nog te beperkt om in het kader van het afbakeningsproces een gedegen

ontwikkelingsperspectief, met daaraan verbonden een bestemming als regionaal

watergebonden bedrijventerrein naar voor te schuiven.

Daarom wordt er in functie van stedelijke ontwikkelingen en in relatie tot de potenties van de

gronden aan het Schipdonkkanaal ter hoogte van D'Hoye in het kader van de afbakening van

het kleinstedelijk gebied Deinze voor geopteerd om deze gronden alvast op lange termijn

bouwvrij te houden in afwachting van verder onderzoek naar de mogelijke

ontwikkelingsperspectieven van het gebied.

1 0 . 3 . B e s t a a n d e f e i t e l i j k e e n j u r i d i s c h e t o e s t a n d

Het plangebied situeert zich ten noordwesten van het afleidingskanaal van de Leie en ten

noordoosten van de Leiemeander van Grammene.

Het plangebied wordt begrensd door de gekanaliseerde Leie, de weg d'Hoye, de wooncluster

in het noorden en het bestaande bedrijventerrein..

Momenteel is het gebied landbouwgebied met enkele verspreide woningen en

landbouwbedrijven langs d'Hoye.

In het gebied situeren zich een aantal wegen die vanaf een bepaald punt divergeren, maar

allemaal de naam d'Hoye dragen.

De bestaande feitelijke toestand wordt weergegeven op volgende kaarten :

bestaande toestand : topografische kaart – kaart K1

bestaande feitelijke toestand : orthofoto – kaart K2

Page 147: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan Kouter-D'Hoye 137

De bestaande juridische toestand van dit gebied wordt bepaald door het gewestplan

Oudenaarde, K.B. 24/02/1977, gedeeltelijk gewijzigd 29/10/1999, B.S. 29/03/2000. Het

gebied is volgens het gewestplan volledig gelegen in agrarisch gebied dat met de beslissing

van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 werd herbevestigd (samenhangend

landbouwgebied Grammene).

bestaande juridische toestand: gewestplan - kaart K3

bestaande juridische toestand: andere plannen – kaart K4

Gewestelijk RUP geen

Provinciaal RUP geen

Gemeentelijk RUP / BPA geen

Verkavelingsvergunningen (ref. dossier)

10-037-506V (10 januari 1964 en gewijzigd 23 juni 1972)

Beschermde monumenten geen

Beschermde dorpsgezichten/landschappen

geen

Vogelrichtlijngebieden geen

Habitatrichtlijngebieden geen

Ramsargebieden geen

VEN-gebieden geen

Gebieden van het Integraal Verwevings- en ondersteunend Netwerk (IVON)

geen

Vlaamse of erkende natuurreservaten

geen

Bosreservaten geen

Beschermingszones grondwaterwinning

geen

waterlopen geen

NOG/ROG gebieden ja

Page 148: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

138 deelplan Kouter-D'Hoye

1 0 . 4 . P l a n o p t i e s v o o r h e t P R U P

De gegevens met betrekking tot het gebruik van waterwegen als transportmodus en in het

bijzonder het Schipdonkkanaal en het enten van activiteiten op deze waterweg zijn

momenteel te beperkt. Bijgevolg is het niet mogelijk om nu - in het kader van het

afbakeningsproces en zonder specifiek onderzoek - een ontwikkelingsperspectief voor de

lange termijn , met daaraan verbonden een bestemming, voor de gronden aan het

Schipdonkkanaal naar voor te schuiven. Niettemin moeten de potenties van de gronden

aansluitend bij het stedelijk gebied en langs het Schipdonkkanaal erkend worden. Dit gebied

werd in het planMER49 als een geschikte locatie aangeduid voor de realisatie van een

watergebonden bedrijventerrein.

In functie van stedelijke ontwikkelingen en in relatie tot de potenties van de gronden aan het

Schipdonkkanaal wordt daarom in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied

Deinze er voor geopteerd om deze gronden alvast voor de lange termijn bouwvrij te houden

in afwachting van verder onderzoek naar de mogelijke ontwikkelingsperspectieven ervan.

1 0 . 5 . P l a n m i l i e u - e f f e c t r a p p o r t , p a s s e n d e

b e o o r d e l i n g , r u i m t e l i j k v e i l i g h e i d s r a p p o r t e n

a n d e r e v e r p l i c h t v o o r g e s c h r e v e n

e f f e c t r a p p o r t a g e s

10.5.1. P l a n - M . E . R . ( m i l i e u - e f f e c t e n r a p p o r t )

De beoordeling van plannen en programma's op hun gevolgen voor het milieu wordt

geregeld door het decreet van 27 april 2007 en het besluit van de Vlaamse regering van 12

oktober 2007. Voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze werd een planMER

opgemaakt volgens het integratiespoor (Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008

betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk

uitvoeringsplan), waarbij het RUP parallel met het planMER wordt opgemaakt en waarbij het

planMER een belangrijke impact kan hebben bij de opmaak van het bestemmingsplan en de

stedenbouwkundige voorschriften. Het voornemen voor de mogelijke deelplannen, de te

onderzoeken milieudisciplines, de te onderzoeken alternatieve locaties en mogelijke

cumulatieve effecten werden beschreven in een nota voor publieke consulatie. Deze nota

werd door de dienst MER volledig verklaard op 20 augustus 2008. De nota voor publieke

consultatie werd van 8 september 2009 tot en met 7 oktober 2009 ter kennisgeving

49 PlanMER "Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze" pag. 226

Page 149: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan Kouter-D'Hoye 139

voorgelegd aan de bevolking, alle betrokken stads- en gemeentebesturen en

overheidsadministraties met de vraag om opmerkingen en suggesties over te maken. Op de

richtlijnenvergadering van 4 december 2008 werden alle ingediende opmerkingen en

suggesties ten aanzien van de nota voor publieke consultatie met de betrokken besturen en

instanties besproken. De resultaten van deze bespreking werden door de dienst MER op 8

april 2009 vertaald in richtlijnen voor het verdere onderzoek. Bij de opmaak van het planMER

werd rekening gehouden met deze richtlijnen. Op 26 juni 2009 werd het ontwerprapport van

het planMER besproken met de betrokken besturen en instanties. Het eindrapport van het

planMER werd voltooid op 6 oktober 2009 en voor goedkeuringsonderzoek ingediend bij de

dienst MER. Het planMER werd aanvankelijk afgekeurd door de dienst MER op 4 december

2009. Een bijgewerkte versie werd ter goedkeuring ingediend op 23 maart 2010 en

goedgekeurd door de cel MER op 31 maart 2010.

De effectbeoordeling van de deelplannen werd in het planMER opgevat als een iteratief

proces50. De keuze en de concrete inrichting van de gebieden voor bijkomende regionale

bedrijventerreinen lag nog niet vast. In die zin kon het planMER randvoorwaarden bepalen

voor het plan en de effectbeoordeling, waarbij de milderende maatregelen eigenlijk als een

integraal onderdeel van het plan beschouwd worden. Afhankelijk van de verwachte effecten

van een eerste "bruto"-benadering wordt het plan stelselmatig bijgestuurd met implementatie

van de vereiste milderende maatregelegen (b.v. buffering) en wordt een nieuwe

effectbeoordeling gemaakt. Het eindresultaat is dan een voorstel van keuze, afbakening en

invulling van het bedrijventerrein met aanvaardbare milieu-effecten.

In de nota voor publieke consultatie werd een kwalitatieve afweging opgenomen voor vijf

zoekzones (Europalaan, Kouter-D'Hoye, Filliersdreef, Schipdonk-Noord en uitbreiding van

het bestaande bedrijventerrein De Prijkels). In de richtlijnen werd gevraagd om ook de

zoekzones Papelenvijver en N35-Oost als volwaardige alternatieven te onderzoeken.

Vanuit milieu-overwegingen zijn volgende conclusies gemaakt met betrekking tot de keuze

van de voorkeursalternatieven voor de inplanting van regionale bedrijvigheid in algemene zin

en voor de inplantingen van watergebonden bedrijvigheid.

Het planMER concludeert dat de voorkeur voor de inplanting van bijkomende oppervlakte

regionaal bedrijventerrein ondubbelzinnig uitgaat naar de omgeving van de N35 en de E17.

De voorkeur voor de inrichting van een terrein voor watergebonden bedrijvigheid ging in het

planMER duidelijk uit naar de zoekzone Kouter-Dhoye, vanwege de talrijke sterk negatieve

effecten die de invulling van de alternatieven Europalaan en Schipdonk-Noord met zich mee

zouden brengen. Dit houdt dus in dat Schipdonk-Noord niet langer als bouwvrije zone wordt

behouden in het PRUP. Maar voor de ontwikkeling van Kouter-Dhoye gelden specifieke

50 (cf. planMER "Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze" 4.1.4., pag. 47-48)

Page 150: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

140 deelplan Kouter-D'Hoye

voorwaarden: inbuffering t.o.v. de woonwijk Kouter (geluid) en de afgesneden Leie-meander

(fauna en flora en landschap), en vooral het vinden van een oplossing voor de

overstromingsproblematiek in dit gebied. De benodigde buffer- en infiltratiecapaciteit moet in

de zone zelf voorzien worden, zodat de waterafvoerproblemen niet doorgeschoven worden

naar andere gebieden. Indien dit laatste onvermijdelijk zou zijn, ondanks de nodige

technische ingrepen (verbreding grachten,…), is de inname van deze zones als

bedrijventerrein niet wenselijk. In afwachting van de resultaten van een studie m.b.t. de

waterhuishouding wordt voorgesteld om het gebied te bestemmen als bouwvrije zone.

Momenteel wordt overeenkomstig de conclusie van het planMER een zone bestemd als

bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik met het oog op latere ontwikkelingsmogelijkheden als

watergebonden regionaal bedrijventerrein.

Aangezien dit deelplan op zich geen kader vormt voor het toekennen van vergunningen, was

een beoordeling van dit deelplan in het planMER niet vereist. Dit deelplan stelt immers

bijkomende bepalingen ten aanzien van het bouwvrij houden van het gebied met het oog op een

latere functie als watergebonden regionaal bedrijventerrein. Het voorliggende deelplan wijzigt

geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen en bijgevolg geen bijkomende effecten te

verwachten zijn voor het milieu.

10.5.2. R u i m t e l i j k v e i l i g h e i d s r a p p o r t

Overeenkomstig de decretale bepalingen inzake ruimtelijke uitvoeringsplannen dienen voor

een ruimtelijk uitvoeringsplan de mogelijke effecten te worden geschat op het vlak van

veiligheid zoals bedoeld in art. 2 en 24 van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999

tussen de Federale Staat, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijke gewest

betreffende de beheersing van de gevaren van zwaren ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen

betrokken zijn.

Op 26 januari 2007 keurde de Vlaamse Regering het besluit houdende nadere regels inzake

de ruimtelijke veiligheidsrapportage goed. Dit besluit geeft invulling aan het Decreet

houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid van 5 april 1995 en gewijzigd door het

decreet van 18 december 2002 voor onder meer de titel betreffende de milieueffect- en

veiligheidsrapportage.

Dit deelplan stelt enkel bepalingen ten aanzien van het bouwvrij houden van het gebied en wijzigt

geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen zijn met betrekking tot de mogelijke

externe risico's voor zware ongevallen waarbij waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.

Page 151: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan Kouter-D'Hoye 141

10.5.3. P a s s e n d e b e o o r d e l i n g

Het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat - afzonderlijk of in combinatie met één

of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een

betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale

beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden

aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse Regering voor

Natura 2000 zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in

toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 2 mei 1979) en de Habitatrichtlijn

(Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei1992).

Ten noorden van het plangebied doch reeds op voldoende ruime afstand situeert zich het

habitatrichtlijngebied "Bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel" met als

deelgebieden "de Broeken nabij Zeveren (BE2300005-10)" en "het bos van Ooidonk

(BE2300005-11)".

Dit deelplan stelt enkel bepalingen ten aanzien van het bouwvrij houden van het gebied en

wijzigt geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen en bijgevolg geen effecten te

verwachten zijn voor deze Speciale Beschermingszones ten noorden van het plangebied.

1 0 . 6 . W a t e r t o e t s

Overeenkomstig het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 wordt een

watertoets gedaan met als doel de risico's op overstroming (ligging al dan niet in NOGROG-

gebieden) en mogelijke waterproblemen als gevolg van de nabijheid van waterlopen in te

schatten.

Deze zone wordt in het zuidwesten begrensd door de natuurlijke Leie (Leie meander van

Grammene) en in het zuidoosten door het Schipdonkkanaal dat aansluit op de Leie. Het

gebied ontwatert in westelijke richting via enkele niet-gecategoriseerde grachten naar de

Leiemeander. (planMER pag. 102)

Het grondwater in deze zone is als deels zeer kwetsbaar, deels matig kwetsbaar (Ca1/Cb) te

beschouwen.51 Het gebied is matig grondwaterstromingsgevoelig, behalve de kleiige

gedeelten die zeer grondwaterstromingsgevoelig zijn (ondiep grondwater, kwel). (planMER

pag. 92)

Binnen deze zone bevinden zich geen grondwaterwinningen. (planMER pag. 93)

51 De kwetsbaarheid hangt vnl. af van de dikte en de aard van de onverzadigde zone : waar deze een

dikte heeft van minder dan 10 m en/of waar de deklaag minder dan 5 m bedraagt of zandig is, is het

grondwater zeer kwetsbaar.

Page 152: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

142 deelplan Kouter-D'Hoye

Dit deelplan stelt enkel bepalingen ten aanzien van het bouwvrij houden van het gebied en

wijzigt geen bestemmingen, waardoor er geen wijzigingen en bijgevolg geen nadelige

effecten te verwachten zijn op de waterhuishouding in en rond het plangebied.

1 0 . 7 . T o e l i c h t i n g b i j d e s t e d e n b o u w k u n d i g e

v o o r s c h r i f t e n

(overstap van inrichtingsprincipes naar stedenbouwkundige voorschriften en de toelichting erbij ( 3 kolommenstructuur : inrichtingprincipes, voorschrift, toelichting)

Inrichtingsprincipes Verordenend stedenbouwkundig

voorschrift Voorschriften te lezen

bij het verordenend grafisch plan:

kaart K5

Toelichting

Beoogd wordt om het

gebied bouwvrij te houden

met het oog op latere

ontwikkelingsmogelijkhede

n als watergebonden

regionaal bedrijventerrein

Bouwvrij gebied voor agrarisch

gebruik

Dit gebied is bestemd voor de

landbouw in de ruime zin.

Alle werken, handelingen en

wijzigingen die nodig of nuttig zijn

voor de landbouwbedrijfsvoering

van bestaande landbouwbedrijven

zijn toegelaten met uitzondering

van het oprichten van bijkomende

gebouwen en gelijkaardige

constructies en het verbouwen of

herbouwen van bestaande

gebouwen en gelijkaardige

constructies.

Dit bouwvrij gebied voor agrarisch

gebruik is een landbouwgebied dat

momenteel nog voor de landbouw

bestemd is, doch dat met het oog op

de toekomst gevrijwaard wordt van

bijkomende bebouwing.

De volgende constructies geplaatst

voor beroepslandbouw zijn evenwel

toegelaten. Ze worden niet als

gebouwen en gelijkaardige

constructies beschouwd :

schuilhokken, plastictunnels,

constructies voor oogstbescherming

en constructies voor kleinschalige

energieopwekking die tijdelijk

geplaatst worden of gemakkelijk

verplaatsbaar zijn (bv. kleinschalige

zonnepanelen om bv. een waterpomp

te laten werken in een weide of om

stroom op te wekken voor

schrikdraad). Serres daarentegen

behoren tot de niet-toegelaten

gebouwen en vergelijkbare

constructies.

Page 153: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan Kouter-D'Hoye 143

1 0 . 8 . T o e l i c h t e n d e p l a n n e n

Bestaande feitelijke toestand (kadasterplan, NGI, kleuren- orthofoto, ..) : kaarten K1 en K2

Juridische toestand : kaart K3

Andere plannen … (bv.verkavelingen, habitatrichtlijngebied, NOG's,…) : kaart K4

1 0 . 9 . R u i m t e b a l a n s e n b e s t e m m i n g s c a t e g o r i e ë n

Voor dit deelplan is geen wijziging m.b.t. de ruimtebalans aangezien de hoofdbestemming

van het gewestplan, zijnde landbouw - evenwel mits de opname van striktere voorwaarden -

voorlopig behouden blijft.

1 0 . 1 0 . L i m i t a t i e v e o p g a v e v a n d e v o o r s c h r i f t e n d i e

s t r i j d i g z i j n m e t h e t r u i m t e l i j k u i t v o e r i n g s p l a n

e n d i e o p g e h e v e n w o r d e n

De bestemming agrarisch gebied op het gewestplan wordt gewijzigd naar een bouwvrij

agrarisch gebied. De bepalingen van het gewestplan voor dit gebied worden middels het

deelplan Kouter – D'Hoye opgeheven.

1 0 . 1 1 . R e g i s t e r v a n p e r c e l e n w a a r o p e e n

b e s t e m m i n g s w i j z i g i n g w o r d t d o o r g e v o e r d

In voorkomend geval wordt bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, een register toegevoegd, al dan

niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die

aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een

planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of

titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

De bepalingen van het gewestplan voor dit gebied worden middels het deelplan Kouter –

D'Hoye opgeheven.

Page 154: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

144 deelplan Kouter-D'Hoye

Kadastrale gegevens Bestemming voor inwerkingtreding RUP perceelsnummer BESTEMMING RUP

DEINZE  1 AFD  44011_A_0503_E_000_00  agrarisch gebied  503e  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0505_D_000_00  agrarisch gebied  505d  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0506_B_000_00  agrarisch gebied  506b  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0507_B_000_00  agrarisch gebied  507b  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0508___000_00  agrarisch gebied  508  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0509___000_00  agrarisch gebied  509  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0535_B_000_00  agrarisch gebied  535b  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0536_B_000_00  agrarisch gebied  536b  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0536_C_000_00  agrarisch gebied  536c  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0537_A_000_00  agrarisch gebied  537a  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0539_B_000_00  agrarisch gebied  539b  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0540_A_000_00  agrarisch gebied  540a  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0542_C_000_00  agrarisch gebied  542c  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0567_G_000_00  agrarisch gebied  567g  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

DEINZE  1 AFD  44011_A_0567_K_000_00  agrarisch gebied  567k  Bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik 

Page 155: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 145

1 1 . D E E L P L A N D E P R I J K E L S

1 1 . 1 . D e r e l a t i e m e t h e t r u i m t e l i j k s t r u c t u u r p l a n o f

d e r u i m t e l i j k e s t r u c t u u r - p l a n n e n w a a r v a n h e t e e n

u i t v o e r i n g i s

Deinze en Nazareth zijn in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bindend geselecteerd als economisch knooppunt. In de bindende bepalingen van het RSV wordt gesteld dat de regionale bedrijventerreinen in de kleinstedelijk gebieden en de specifiek economische knooppunten afgebakend worden in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Het deelRUP "regionaal bedrijventerrein De Prijkels" is een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan in uitvoering van die taakstelling van het RSV en in navolging van de beleidsoptie genomen in het PRS. In het PRS werd voor beide knooppunten een taakstelling voor bedrijventerreinen aangegeven van respectievelijk 44 en 20 ha. (PRS, pag. 419) In functie van het afbakeningsproces werd deze taakstelling geactualiseerd. Zij bedraagt respectievelijk 54 en 49 ha.

Met betrekking tot de economische knooppunten in de Leieruimte wordt in het PRS gesteld dat economische ontwikkelingen in dit gebied gesitueerd worden met aandacht voor de ecologische en landschappelijke waarden in het gebied. Om een verdere bandvormige ontwikkeling langs de E17 te voorkomen, wordt regionale bedrijvigheid bij voorkeur gesitueerd nabij het knooppunt Deinze-Nazareth. Verder kan ook het Afleidingskanaal van de Leie de basis vormen voor de situering van nieuwe terreinen. Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Deinze houden rekening met de draagkracht, de aanwezigheid van openruimtecorridors en de ontsluitingsmogelijkheden. Bij situering van een bedrijventerrein aan/nabij de waterwegen moeten de mogelijkheden voor watergebonden bedrijven aangewend worden. Het aanbod voor bijkomende regionale ontwikkelingen mag geen aanzuigeffect induceren. Ontwikkelingen die concurrentieel kunnen zijn voor Gent moeten worden vermeden. In Nazareth kunnen in beperkte mate, rekening houdend met de draagkracht en de ontsluitingsmogelijkheden, bijkomende ontwikkelingen gesitueerd worden. Nieuwe terreinen specifiek voor kleinhandel moeten in de stedelijke gebieden gesitueerd worden. (PRS, pag. 418)

In uitvoering van het PRS werd de afbakening van het kleinstedelijk gebied Deinze gestart, alsook het onderzoek naar geschikte locaties voor een regionaal bedrijventerrein in het specifiek economisch knooppunt Nazareth. De toelichtingsnota omvat de neerslag van dit onderzoek. De hypothese van gewenste ruimtelijke structuur vormt de basis voor het aanduiden van de grenslijn van het stedelijk gebied, maar geeft ook aan waar welke ruimte voor stedelijke functies kan ingenomen worden. Het gebied rond de Prijkels is in dit onderzoek naar voor gekomen als een geschikte locatie voor een bijkomend gemengd regionaal bedrijventerrein.

Page 156: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

146 deelplan De Prijkels

1 1 . 2 . L i n k m e t d e t o e l i c h t i n g s n o t a

In het PRS wordt gesteld : " Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Deinze houden rekening met de draagkracht, de aanwezigheid van openruimtecorridors en de ontsluitingsmogelijkheden." Binnen het afbakeningsproces voor het kleinstedelijk gebied alsook uit ruimtelijk onderzoek binnen het specifiek economisch knooppunt Nazareth en uit de planMER "Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze" is een locatie nabij de E17 en ter hoogte van het bestaande bedrijventerrein de Prijkels in de afweging voor de situering van regionale bedrijventerreinen het meest geschikt bevonden.

Uiteindelijk blijkt uit onderzoek binnen het afbakeningsproces en in de PlanMER dat het gebied tussen de N35 en de N494 aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein de Prijkels het meest geschikt is om als regionaal bedrijventerrein te ontwikkelen. Het bedrijventerrein wordt ontsloten naar het her in te richten kruispunt op de primaire weg N35. De nodige ruimte voor deze kruispuntoplossing wordt eveneens gereserveerd binnen het deelplan "regionaal bedrijventerrein de Prijkels".

1 1 . 3 . B e s t a a n d e f e i t e l i j k e e n j u r i d i s c h e t o e s t a n d

11.3.1. S i t u e r i n g e n b e s t a a n d e f e i t e l i j k e t o e s t a n d

Het plangebied is gelegen ten zuiden van het centrum van Deinze en situeert zich op het grondgebied van de gemeenten Deinze, Nazareth en Kruishoutem, tussen de N35 (Deinze-Gavere) en de N494 Deinze-Kruishoutem-Oudenaarde en ten noorden van de E17.

Het gebied kan opgedeeld worden in drie grote delen :

Het zuidwestelijk deel

Het plangebied is ongeveer 66 ha groot, is bestemd als agrarisch gebied en is voornamelijk in landbouwgebruik. Naast een aantal verspreide woningen en boerderijen, situeert zich nog de zonevreemde wooncluster "Lulhoek" in het gebied.

Het Oostelijk deel

Het plangebied is ongeveer 19 ha groot en bestaat grotendeels uit bos. In de zuidoostelijke hoek situeert zich nog een beperkt deel agrarisch gebied met de hoeve "Hof te Schaepbeke". In deze hoeve is geen actief landbouwbedrijf meer gevestigd.

Het noordelijk deel

Het plangebied situeert zich tussen het bestaande bedrijventerrein en de Kakelstraat. Aan de randen van het gebied situeren zich (zonevreemde) woningen. Ten noorden van dit gebied bevindt zich een verdeelstation van Fluxys, doorheen het gebied situeert zich een gasleiding.

In het noorden werd de Kakelstraat gedurende het ruimtelijk onderzoek beschouwd als de grens van de uitbreiding. Evenwel werd in een tweede scenario een uitbreiding ten noorden van de Kakelstraat niet uitgesloten. Dit voorstel werd omwille van het tekort aan gegevens inzake de ruimtelijke draagkracht van de omgeving voor een dergelijk grote uitbreiding van het bedrijventerrein, het gebrek aan kennis over de milieu- en mobiliteitseffecten van een

Page 157: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 147

bedrijventerrein van meer dan 200 ha op die locatie als onderzoeksopdracht voor de planMER behouden. Via een geïntegreerde uitwerking van de planMER en het ruimtelijk onderzoek voor het bedrijventerrein de Prijkels werd op basis van de gegevens uiteindelijk besloten om het noordelijk deel hoogstens tot aan de Kakelstraat als mogelijke uitbreidingslocatie te hanteren.

Het plangebied sluit aan op het bestaande bedrijventerrein De Prijkels52. Het bestaande bedrijventerrein op het grondgebied Deinze heeft een omvang van ± 50 ha en telt een 40-tal bedrijven met een totale tewerkstelling van ongeveer 850 personen. Het zuidelijk deel (± 55 ha) van het bedrijventerrein werd recenter ontwikkeld en telt 42 bedrijven met 1050 werknemers.

Het bestaande bedrijventerrein wordt ontsloten aan oostzijde, via de Karreweg en de Prijkelstraat, op de N35 en aan de westzijde via de E3-laan en de Souverainestraat op de N494.

De Karreweg is de centrale bedieningsweg van de bedrijvenzone en sluit aan via een lichtengeregeld kruispunt op de N35. De Prijkelstraat ontsluit het meest zuidoostelijk deel van de bedrijvenzone en is enkel via een rechts-in-rechts-uit aangesloten op de N35.

De N35 geeft zuidwaarts aansluiting op het op- en afrittencomplex van de E17 en gaat verder richting N60 (Nazareth/Gavere/Oudenaarde). Noordwaarts loopt de N35 naar Tielt en geeft hij aansluiting op de N43 (Kortrijk-Gent), de N409 (Deinze/Aalter – E40) en de N466 (Deinze/Gent).

De E3-laan en de Souverainestraat zijn zijstraten van de Karreweg en ontsluiten het bedrijventerrein via twee gewone voorrangskruispunten naar de N494, de verbindingsweg Deinze – Kruishoutem – Oudenaarde.

De ontsluiting van het bedrijventerrein de Prijkels voor het openbaar vervoer is beperkt, aangezien er enkel een reguliere buslijn langs de N494 loopt, en geen langs de N3553. Enkel de belbus rijdt doorheen het bedrijventerrein. Het westelijk deel van De Prijkels wordt bijgevolg bediend door buslijn 83 Deinze-Oudenaarde, die via de N494 loopt. Aangezien momenteel geen enkele buslijn de N35 volgt richting Nazareth of Gavere, wordt het oostelijk deel van De Prijkels niet bediend.

Reguliere lijn 83 Deinze-Oudenaarde:

Op weekdagen: uurfrequentie richting Deinze tussen 6u20 en 20u, richting Oudenaarde tussen 7u en 20u

52 Het plangebied (met de respectievelijke deelgebieden) sluit aan bij het bestaande bedrijventerrein

de Prijkels. In principe wordt het bestaande bedrijventerrein (cf. gewestplan) niet hernomen in het

PRUP, en maakt het senso strictu geen deel uit van onderhavig deelplan. Senso latu wordt de

aanwezigheid van het bestaande bedrijventerrein wel in rekening gebracht bij de uitwerking van de

uitbreidingslocaties.

53 Cf. PlanMER pag. 69 (info De Lijn Oost-Vlaanderen, 13/08/09)

Page 158: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

148 deelplan De Prijkels

Op zaterdag: uurfrequentie richting Deinze tussen 8u en 22u (3 ritten vallen weg), richting Oudenaarde tussen 7u en 21u (3 ritten vallen weg)

Op zondag: tweeuurfrequentie richting Deinze tussen 10u en 22u, richting Oudenaarde tussen 9u en 21u

Haltes: op N494 t.h.v. Souvereinestraat en Kakelstraat

Belbus 25 Nevele-Deinze-Zulte:

Op weekdagen tussen 5u en 20u Op zaterdag en zonder tussen 7u en 23u Haltes: op N494 t.h.v. Souvereinestraat en Kakelstraat en in bedrijventerrein (E3-

laan, Venecoweg)

Belbus 80 Kruishoutem:

Op weekdagen tussen 5u30 en 21u30 Op zaterdag en zondag tussen 8u30 en 23u30 Haltes: op N494 t.h.v. Souvereinestraat en Kakelstraat en in bedrijventerrein (E3-

laan, Venecoweg)

Belbus 45 De Pinte-Sint-Martens-Latem-Nazareth:

Op weekdagen tussen 6u en 22u Op zaterdag en zondag tussen 8u en 24u Haltes: in bedrijventerrein (Venecoweg)

Reeds in het mobiliteitsplan Deinze en Nazareth werd benadrukt dat de huidige openbaarvervoerbediening van de bedrijventerreinen kan geoptimaliseerd worden. Maar op heden is er nog geen uitbreiding van het aanbod gepland.

Ten zuidwesten van het bestaande bedrijventerrein ligt de Papelenvijver54. Deze vijver wordt momenteel gebruikt als slibstort en heeft de nabestemming natuurontwikkeling.

De bestaande feitelijke toestand wordt weergegeven op volgende kaarten:

bestaande toestand: topografische kaart - kaart P 1

bestaande feitelijke toestand: orthofoto – kaart P 2

Beschrijving van het gebied

Het zuidwestelijk deel

Het plangebied begrensd door de Souverainestraat en Papelenvijver in het oosten, de E17 in het zuiden en de Oudenaardsesteenweg in het westen. Volgende straten lopen doorheen het gebied : Karreweg55, Soeverijnstraat56 en de Lulstraat.

54 Ook wel Kallemoeie genoemd.

55 of Karrewegstraat

Page 159: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 149

In het gebied situeert zich de waterscheiding tussen Kattebeek en Beerhofbeek. De Kattebeek situeert zich in het noorden van plangebied, de Beerhofbeek situeert zich in het zuiden van het plangebied en verloopt parallel aan de E17.

Het Oostelijk deel

Het gebied wordt begrensd door de Gaversesteenweg in het noordoosten, de E17 in het zuidoosten en de Prijkelstraat in het zuidwesten. De Karreweg57 situeert zich ten noorden van het plangebied. Doorheen het plangebied lopen geen straten.

Het noordelijk deel

Het plangebied wordt begrensd door de Gaversesteenweg in het oosten, de Karreweg58 en het bestaande bedrijventerrein in het zuiden, de Oudenaardsesteenweg in het westen en de Kakelstraat in het noorden.

In het noorden van het plangebied situeert zich een beek die verder stroomafwaarts uitmondt in de Kattebeek.

In dit gebied situeert zich een ondergrondse gasleiding.

11.3.2. B e s t a a n d e j u r i d i s c h e c o n t e x t

De bestaande juridische toestand wordt afgeleid uit de vigerende plannen van aanleg, in casu het

gewestplan Oudenaarde (KB 24 februari 1977 en latere wijzigingen). Het bestaande bedrijventerrein de Prijkels is van het type industriegebied voor milieubelastende industrieën. Aansluitend in het westen werd de Kallemoeievijver in 1999 bestemd als "stortgebied met nabestemming natuurontwikkeling. Ter hoogte van deze vijver is zachte recreatie mogelijk (hengelzone, kijkhutten, wandelpad).

De voorziene uitbreiding van het bedrijventerrein situeert zich in het noorden in agrarisch gebied. Ten noorden van de Kakelstraat, langs de Gaversesteenweg, situeert zich nog een woongebied met landelijk karakter. De uitbreiding ten westen situeert zich, op het grondgebied van de gemeenten Deinze, Nazareth en Kruishoutem, in agarisch gebied.

De uitbreiding van het bedrijventerrein in het oosten en de kruispuntoplossing op de Gaversesteenweg, situeren zich deels in natuurgebied deels in agrarisch gebied.

De juridische context voor het plangebied wordt beknopt weergegeven op kaart P3 en P4 en in onderstaande tabel :

bestaande juridische toestand: gewestplan – kaart P 3

bestaande juridische toestand: andere plannen – kaart P 4

Gewestelijk RUP geen

56 of Souverainestraat

57 of Karrewegstraat

58 of Karrewegstraat

Page 160: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

150 deelplan De Prijkels

Provinciaal RUP geen

Gemeentelijk RUP / BPA Geen

Verkavelingsvergunningen (ref. dossier)

Zuidwestelijk deel

10195-542V (23 november 1966)

LDZ/NDL/5/45017/708 (12 juli 1993)

Oostelijk deel

geen

Noordelijk deel

Beschermde monumenten geen

Beschermde dorpsgezichten/landschappen

geen

Vogelrichtlijngebieden geen

Habitatrichtlijngebieden geen

Ramsargebieden geen

VEN-gebieden geen

Gebieden van het Integraal Verwevings- en ondersteunend Netwerk (IVON)

geen

Vlaamse of erkende natuurreservaten

geen

Bosreservaten geen

Beschermingszones grondwaterwinning

geen

Onbevaarbare waterlopen waterloop 0746 bis van 3° categorie (ten noorden)

waterloop 0745 (Kattebeek) van 2° categorie (ten westen)

waterloop 0S232 (Beerhofbeek) van 2° categorie (parallel met E17)

NOG/ROG gebieden geen

1 1 . 4 . P l a n o p t i e s v o o r h e t R U P

Voor de inrichting van het regionaal bedrijventerrein wordt geopteerd voor een gemengd

regionaal bedrijventerrein, waarbij de uitdrukkelijke keuze wordt gemaakt om op het nieuw

Page 161: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 151

regionaal bedrijventerrein geen inrichtingen zoals bedoeld in de artikelen 2 en 24 van het

Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest,

het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van

de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn, toe te laten. Op

het bestaande bedrijventerreinen dat door de uitbreiding immers centraal komt te liggen

kunnen zich wel "SEVESO"bedrijven vestigen59.

Voor de ontwikkeling van het gemengd regionaal bedrijventerrein worden volgende

uitgangspunten vooropgesteld :

Zuinig en duurzaam ruimtegebruik;

Een kwalitatief gemengd regionaal bedrijventerrein;

Gefaseerd aansnijden ;

Beperking van de milieuhinder van het bedrijventerrein naar de omgeving;

Ontsluiting rechtstreeks naar de primaire weg;

Voor de uitwerking van het gemengd regionaal bedrijventerrein worden volgende concepten

gehanteerd :

1. Vrijwaren van voldoende ruimte als buffer naar het stedelijk weefsel

Het bedrijventerrein situeert zich ten zuiden van de stedelijke kern van Deinze. De noordelijke grens van het gemengd regionaal bedrijventerrein situeert zich ter hoogte van de Kakelstraat. Het noordelijk gelegen agrarisch gebied kan mede functioneren als afstandsbuffer t.a.v. het stedelijk weefsel.

Op die manier wordt ook een corridor tussen de open ruimte ten oosten en ten westen van het bedrijventerrein behouden.

2. Een centrale hoofdontsluitingsweg gericht naar de primaire weg

Momenteel vormt de Karreweg de aansluiting met het kruispunt ter hoogte van de N35. Er wordt geopteerd om deze as uit te bouwen als de centrale verkeersdrager voor het gemotoriseerd verkeer in de bedrijvenzone.

Deze weg wordt aangesloten op de nieuwe kruispuntoplossing met de N35. Alle wegenis van de bijkomende oppervlakte bedrijventerrein wordt gericht naar deze centrale verkeersdrager.

Met het oog op een optimale en veilige verkeersuitwisseling met de N35 wordt de huidige kruispuntoplossing herwerkt met het oog op een optimale uitwisseling van het verkeer naar het hoofdwegennet.

3. Een "poort" als toegang voor het bedrijventerrein

Het bedrijventerrein zou na uitbreiding een omvang van om en bij de 200 ha beslaan. Om een latente en te verwachten vraag naar ruimte voor complementaire functies op te vangen, wordt in het bedrijventerrein één duidelijke en herkenbare locatie aangeduid om deze complementaire functies te herbergen. Deze plek moet fungeren als entree en centraal punt

59 In principe wordt het bestaande bedrijventerrein (cf. gewestplan) niet hernomen in het PRUP.

Page 162: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

152 deelplan De Prijkels

voor het bedrijventerrein. Deze zone zal ook als zichtelement fungeren om het bedrijventerrein te accentueren. Functioneel omvat deze zone ruimte voor diverse functies, zijnde gemeenschappelijke voorzieningen en ondersteunende dienstverlening. Het is aangewezen om binnen dit gebied ook een comfortabele toegankelijke halte voor het openbaar vervoer te voorzien. Dit gebied wordt gesitueerd nabij de centrale verkeersdrager voor het bedrijventerrein.

4. Voldoende toegangen voor langzaam verkeer

De bestaande toegangen tot het bedrijventerrein worden bij voorkeur behouden. Ook de oversteken met de E17 worden behouden in functie van langzaam verkeer van en naar het bedrijventerrein.

5. Integratie van de aanwezige groen- en natuurelementen

Na uitbreiding komt de Callemoeievijver centraal in het bedrijventerrein te liggen. Dit gebied wordt momenteel gebruikt als slibstort maar heeft een nabestemming natuurontwikkeling. Belangrijk is dat bij de inrichting van het bedrijventerrein deze waterpartij wordt gerespecteerd en wordt gebufferd. Dit omvangrijke groenelement kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit van het bedrijventerrein en creëert een aangename werkomgeving.

Vanuit dit centrale groenelement kan een minimale groenstructuur doorgetrokken worden doorheen het bedrijventerrein. Zowel de hoofdontsluitingsweg als de lusvorminge secundaire ontsluitingswegen worden geaccentueerd door structurerende bomenrijen. Hierop kunnen groenelementen op de percelen aansluiten (bv. voor het inkleden van de parkeerplaatsen).

Langs de E17 moet een bouwvrije strook van 30 m gerespecteerd worden, waar weliswaar in de eerste 20 meter bufferbekkens zouden kunnen aangelegd worden. De laatste 10 meter t.o.v. de snelweg zou absoluut bouwvrij moeten blijven. De bomenrij langs de E17 op het bestaande bedrijventerrein kan langsheen de E17 doorgetrokken worden.

Page 163: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 153

1 1 . 5 . P l a n m i l i e u e f f e c t e n r a p p o r t , p a s s e n d e

b e o o r d e l i n g , r u i m t e l i j k v e i l i g h e i d s r a p p o r t e n

a n d e r e v e r p l i c h t v o o r g e s c h r e v e n

e f f e c t r a p p o r t a g e s

11.5.1. P l a n - M E R ( m i l i e u - e f f e c t e n r a p p o r t )

De beoordeling van plannen en programma's op hun gevolgen voor het milieu wordt

geregeld door het decreet van 27 april 2007 en het besluit van de Vlaamse regering van 12

oktober 2007. Het plan-MER voor de afbakening kleinstedelijk gebied Deinze werd

opgemaakt volgens het integratiespoor (Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008

betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk

uitvoeringsplan), waarbij het RUP parallel met het planMER wordt opgemaakt en waarbij het

planMER een belangrijke impact kan hebben bij de opmaak van het bestemmingsplan en de

stedenbouwkundige voorschriften. Het voornemen voor de mogelijke deelplannen, de te

onderzoeken milieudisciplines, de te onderzoeken alternatieve locaties en mogelijke

cumulatieve effecten werden beschreven in een nota voor publieke consulatie. Deze nota

werd door de dienst MER volledig verklaard op 20 augustus 2008. De nota voor publieke

consultatie werd van 8 september 2009 tot en met 7 oktober 2009 ter kennisgeving

Page 164: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

154 deelplan De Prijkels

voorgelegd aan de bevolking, alle betrokken stads- en gemeentebesturen en

overheidsadministraties met de vraag om opmerkingen en suggesties over te maken. Op de

richtlijnenvergadering van 4 december 2008 werden alle ingediende opmerkingen en

suggesties ten aanzien van de nota voor publieke consultatie met de betrokken besturen en

instanties besproken. De resultaten van deze bespreking werden door de dienst MER op 8

april 2009 vertaald in richtlijnen voor het verdere onderzoek. Bij de opmaak van het planMER

werd rekening gehouden met deze richtlijnen. Op 26 juni 2009 werd het ontwerprapport van

het planMER besproken met de betrokken besturen en instanties. Het eindrapport van het

planMER werd voltooid op 6 oktober 2009 en voor goedkeuringsonderzoek ingediend bij de

dienst MER. Het planMER werd aanvankelijk afgekeurd door de dienst MER op 4 december

2009. Een bijgewerkte versie werd ter goedkeuring ingediend op 23 maart 2010 en

goedgekeurd door de cel MER op 31 maart 2010.

De effectbeoordeling van de deelplannen werd in het planMER opgevat als een iteratief

proces60. De keuze en de concrete inrichting van de gebieden voor bijkomende regionale

bedrijventerreinen lag nog niet vast. In die zin kon het planMER randvoorwaarden bepalen

voor het plan en de effectbeoordeling, waarbij de milderende maatregelen eigenlijk als een

integraal onderdeel van het plan beschouwd worden. Afhankelijk van de verwachte effecten

van een eerste "bruto"-benadering wordt het plan stelselmatig bijgestuurd met implementatie

van de vereiste milderende maatregelegen (b.v. buffering) en wordt een nieuwe

effectbeoordeling gemaakt. Het eindresultaat is dan een voorstel van keuze, afbakening en

invulling van het bedrijventerrein met aanvaardbare milieu-effecten.

In de nota voor publieke consultatie werd een kwalitatieve afweging opgenomen voor vijf

zoekzones (Europalaan, Kouter-D'Hoye, Filliersdreef, Schipdonk-Noord en uitbreiding van

het bestaande bedrijventerrein De Prijkels). In de richtlijnen werd gevraagd om ook de

zoekzones Papelenvijver en N35-Oost als volwaardige alternatieven te onderzoeken.

Vanuit milieu-overwegingen zijn volgende conclusies gemaakt met betrekking tot de keuze

van de voorkeursalternatieven voor de inplanting van regionale bedrijvigheid in algemene zin

en voor de inplantingen van watergebonden bedrijvigheid.

Het planMER concludeert dat "de voorkeur voor de inplanting van bijkomende oppervlakte

regionaal bedrijventerrein ondubbelzinnig uitgaat naar de omgeving van de N35 en de E17,

m.a.w. naar de uitbreiding van “De Prijkels”, en dit in oostelijke en westelijke richting maar

niet of slechts zeer beperkt in noordelijke richting (enkel ZO hoek aansluitend bij “De Poort”).

Tot de wenselijke zones behoren dus de uitbreidingszones Oost en Zuidwest én de

zoekzones Papelenvijver (uiteraard enkel op lange termijn) en N35-oost (enkel de zuidelijke

strook langs de E17). Uitbreidingszone Oost kan volledig ingevuld worden. De potentiële

60 (cf. planMER "Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze" 4.1.4., pag. 47-48)

Page 165: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 155

omvang van de uitbreidingszone Zuidwest hangt af van de keuze of men het deel van de

wooncluster Lulhoek binnen de zoekzone als volwaardig woongebied wenst te bestemmen

of als deel van het bedrijventerrein, en de mate waarin het hoge actuele geluidsniveau,

veroorzaakt door de E17, als relativerende factor wordt aanvaard bij de beoordeling van de

Vlaremnormen. Indien Lulhoek als industriegebied wordt bestemd en rekening wordt

gehouden met het E17-geluid, kan de volledige zoekzone worden ingenomen m.u.v. een

buffer van 50 m rond Lulhoek." Samen met de ruimtelijke overwegingen, waar het gebied ten

oosten van de N35 als een belangrijk openruimte-gebied beschouwd wordt, en het gegeven

dat de Papelenvijver tot 2020 als slibstort met nabestemming natuurontwikkeling zal gebruikt

worden, wordt ervoor gekozen om de delen aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein de

Prijkels te herbestemmen als regionaal bedrijventerrein.

De voorkeur voor de inrichting van een terrein voor watergebonden bedrijvigheid gaat

duidelijk uit naar de zoekzone Kouter-Dhoye, vanwege de talrijke sterk negatieve effecten

die de invulling van de alternatieven Europalaan en Schipdonk-Noord met zich mee zouden

brengen. Dit houdt dus in dat Schipdonk-Noord niet langer als bouwvrije zone wordt

behouden in het PRUP. Maar voor de ontwikkeling van Kouter-Dhoye gelden specifieke

voorwaarden: inbuffering t.o.v. de woonwijk Kouter (geluid) en de afgesneden Leie-meander

(fauna en flora en landschap), en vooral het vinden van een oplossing voor de

overstromingsproblematiek in dit gebied. De benodigde buffer- en infiltratiecapaciteit moet in

de zone zelf voorzien worden, zodat de waterafvoerproblemen niet doorgeschoven worden

naar andere gebieden. Indien dit laatste onvermijdelijk zou zijn, ondanks de nodige

technische ingrepen (verbreding grachten,…), is de inname van deze zones als

bedrijventerrein niet wenselijk. In afwachting van de resultaten van een studie m.b.t. de

waterhuishouding wordt voorgesteld om het gebied te bestemmen als bouwvrije zone.

Normaliter is de detailleringsgraad van een planMER van een andere orde dan een

projectMER niettemin werd waar nodig voor bepaalde aspecten, in het bijzonder de

verkeersafwikkeling, een vrij hoge detailleringsgraad gehanteerd.

Zo wordt in het planMER61 ervan uitgegaan dat er geen bijkomende aansluitingen van het

bedrijventerrein op de N35 of de N494 gemaakt worden. De hoofdontsluiting van het

volledige regionaal bedrijventerrein gebeurt via de Karreweg naar de Gaversesteenweg –

Steenweg Deinze. De berekeningen van de nieuwe kruispuntoplossing op de N35 zijn ook

reeds van dit gegeven uitgegaan. Omdat de capaciteit van de kruispunten bepalend is voor

de mogelijke bijkomende oppervlakte bedrijventerrein werd voor het aspect

verkeersafwikkeling en rekening houdend met de opties in het streefbeeld voor de N35

61 (cf. planMER "Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze" 5.1.5., pag. 70)

Page 166: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

156 deelplan De Prijkels

(nieuw kruispunt ter hoogte van de Karreweg en rotondes ter hoogte van de op- en afritten

van de E17) in het planMER een meer gedetailleerd onderzoek gedaan.

Volgende aspecten uit het planMER zijn bepalend voor de uitwerking van het RUP :

Bodem en grondwater (pag. 98)

Het planMER geeft aan dat indien geopteerd wordt om de Papelenvijver als bedrijventerrein te gebruiken, er een vooronderzoek moet gebeuren omtrent de haalbaarheid en de mogelijke gevolgen (aard van het opvulmateriaal, benodigde zettingstermijn) – technische haalbaarheidsstudie. Daarbij wordt wel gesteld dat het gaat om maatregelen op vergunningenniveau en niet in stedenbouwkundige voorschriften.

Voor de Papelenvijver wordt momenteel geen herbestemming voorgesteld.

Oppervlaktewater (pag. 110)

Bij de inrichting van bedrijventerrein en de bedrijfspercelen, inclusief het openbaar domein moet voorzien worden in voldoende buffer- en infiltratiecapaciteit. De exacte locatie en omvang van de bufferbekkens moeten nog verder uitgewerkt te worden in de concrete inrichtingsstudie voor het bedrijventerrein.

Door het PCM werden infiltratieproeven uitgevoerd op 28 en 29 september 2009 en gebruikt als basis voor de berekening van de benodigde buffer- en infiltratiecapaciteit in functie van het beperkt toegelaten lozingsdebiet.

Deze normeringen werden overgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften.

Maximaal behoud van de bestaande afwateringsstructuur.

Deze bepalingen werden overgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften

Vermijden van verdere verslechtering van de structuurkwaliteit van de waterlopen en waar mogelijk verhoging van de structuurkwaliteit (natuurlijke oevers, meandering)

Deze bepalingen werden overgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften

Afvoer en zuivering van bedrijfsafvalwater volgens de geldende voorschriften.

Dit betreft vigerende wettelijke bepalingen die reeds van toepassing zijn. Zij worden niet overgenomen in stedenbouwkundige voorschriften

Geluid en trillingen (pag. 147-149)

Prijkels Oost : volledige invulling mogelijk

Hier zou de ontwikkelaar akoestisch advies moeten inwinnen m.b.t. de plaatsing (hoogte en oriëntatie van het gebouw) om een optimale schermwerking naar de woonclusters te verzekeren.

In de stedenbouwkundige voorschriften wordt voor het volledige bedrijventerrein aangegeven dat de ontwikkelaar in de inrichtingsstudie moet aantonen hoe door plaatsing, hoogte en oriëntatie van het gebouw een optimale schermwerking naar

Page 167: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 157

de woonclusters kan worden verzekerd.

Prijkels Noord : geen invulling mogelijk met uitzondering van een lokaal bedrijventerrein in de ZO hoek.

In de zuid-oostelijke hoek wordt een lokaal bedrijventerrein voorzien zoals aangegeven in het planMER pag. 140, de rest van de zone tot aan de Kakelstraat wordt aangeduid als bufferzone

Prijkels ZW : volledige invulling mogelijk m.u.v. buffer van 50 m rond wooncluster Lulhoek

Het zuidwestelijk gebied wordt volledig herbestemd als bedrijventerrein. De opname van een buffer van 50 m in de stedenbouwkundige voorschriften onder het punt 1.7. ontwikkeling.

Milieuzoneringssysteem (dat rekening houdt met het tonaal karakter) voor de terreinbeheerder, principe van milieuzonering zou kunnen opgenomen worden in de toelichtingsnota van het RUP.

Opname in de stedenbouwkundige voorschriften dat de beheerder bij de inrichting rekening houdt met het criterium van milieuhinder (geluid, geur, stof, mobiliteit).

Lucht (pag. 158-159)

Het huidig immissieniveau van NO2en PM10 ligt in de doortocht Deinze reeds beduidend boven de norm. Dit probleem wordt echter niet beduidend veroorzaakt door De Prijkels, waardoor er geen milderende maatregelen in het plan kunnen genomen worden.

Deze maatregel kan niet via een RUP uitgevoerd worden en kan bijgevolg niet opgenomen worden in de stedenbouwkundige voorschriften.

Het principe van zonering i.f.v. het beperken van geur- en stofhinder zou kunnen opgenomen worden in de toelichtingsnota het RUP

Deze maatregel kan niet via een RUP uitgevoerd worden en kan bijgevolg niet opgenomen worden in de stedenbouwkundige voorschriften.

Fauna en flora (pag. 172)

Het omzetten van bepaalde zones naar industriegebied heeft potentiële negatieve effecten op fauna en flora.

In het planMER stelt dat voor de grotere eenheden kan gewerkt worden met een bufferzone, voor de kleinschalige elementen kan het volstaan om in de voorschriften aan te geven dat men er bij de inrichting van het bedrijventerrein rekening moet mee houden.

Voor het bosje ter hoogte van de Karrewegstraat zal zoals decretaal bepaald een boscompensatie moeten gebeuren.

Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein wordt aangegeven dat de ontwikkelaar ook instaat voor de ecologische infrastructuur en de landschappelijke integratie van waardevolle erfgoedelementen. Waardevolle natuurlijke elementen worden behouden en geïntegreerd.

Verlies aan bos compenseren door de aanplant van een minimaal gelijke oppervlakte met nieuw bos (inheems) in de onmiddellijke omgeving om lokale fauna de

Dit is een decretale verplichting (bosdecreet) en eigenlijk geen milderende maatregel, maar inherent onderdeel van het project.

Page 168: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

158 deelplan De Prijkels

kans te geven in de omgeving te ontwikkelen (bepalingen Bosdecreet)

Bos verwijderen tijdens najaar en winter om de aanwezige avifauna niet te storen tijdens het broedseizoen

Deze maatregel houdt verband met voorgaande bepaling en hoeft niet via een RUP opgelegd worden

Bij behoud van de Papelenvijver is het noodzakelijk een ruime groenbuffer (30 meter) te voorzien rond het gebied om de geplande natuurontwikkeling niet in het gedrang te brengen, en door de achterzijde van de bedrijven te voorzien aan de kant van de vijver, geen ontsluiting aan de kant van de vijver.

In het PRUP wordt een groenbuffer voorzien van 30 meter extra t.o.v. de huidige buffer rond de vijver.

Bij behoud van de Papelenvijver is het aangewezen om een natuurverbinding met de open ruimte te realiseren.

In het PRUP wordt in de stedenbouwkundige voorschriften een natuurcorridor van 30 meter voorzien binnen de bestemming bedrijventerrein. De concrete uitwerking van deze natuurcorridor tussen de vijver en de het westelijk gelegen open ruimtegebied kan gebeuren in het inrichtingsstudie.

Het hoog omgevingslawaai van verkeer en industrie is een beperkende factor voor de natuurontwikkeling gericht op avifauna ter hoogte van de Papelenvijver.

Voorstellen voor een alternatieve locatie, doch deze mogelijkheden worden voor zover wenselijk doorverwezen naar een aparte studie om de haalbaarheid te onderzoeken (pag. 175)

Het planMer stelt voor om de mogelijkheden alternatieve locatie in een aparte studie verder te onderzoeken op haalbaarheid. De vijver wordt momenteel behouden met de ontwikkelingsopties zoals zij nu voorliggen en met de bijhorende milderende maatregelen uitgewerkt in het PRUP.

Integratie van groene elementen binnen het bedrijventerrein is aanbevelenswaardig

In de stedenbouwkundige voorschriften wordt aangegeven dat de ontwikkelaar moet instaan voor de ecologische infrastructuur en de landschappelijke integratie van waardevolle erfgoedelementen.

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (pag. 199)

Prijkels-Noord : open corridor houden tussen de landschappelijk waardevolle entiteiten rond de beschermde hoeves ‘t Nieuwgoed ten westen van de N494 en Nieuw Goed te Parijs ten oosten van de N35, te bestemmen als bufferzone en/of een andere openruimte bestemming of te behouden als agrarisch

De Kakelstraat vormt de noordelijke grens van het bedrijventerrein, waardoor de noordelijke uitbreiding slechts heel beperkt is. Het gebied tussen de Kakelstraat en de woonwijk te Reibroeck kan bijgevolg als een open corridor fungeren tussen de beschermde hoeves ‘t Nieuwgoed ten westen van de N494 en Nieuw Goed te

Page 169: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 159

gebied. Parijs ten oosten van de N35.

Archeologisch vooronderzoek. Een archeologisch vooronderzoek is opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP.

Mens – ruimtelijke en sociale aspecten (pag. 226)

Vanuit deze discipline wordt een negatieve beoordeling gegeven voor wat betreft het aansnijden als bedrijventerrein :

Prijkels-Noord : gebruikswaarde (landbouw), beeld- en belevingswaarde, leefbaarheid (hinder, indien niet gebufferd; (wordt in één of meerdere andere disciplines negatief beoordeeld)

Prijkels-Zuidwest : gebruikswaarde (landbouw), beeld- en belevingswaarde, leefbaarheid (te verwijderen woningen); (wordt in geen enkele andere discipline negatief beoordeeld)

In het PRUP wordt na afweging van diverse alternatieven gekozen om de bijkomende oppervlakte bedrijventerrein te situeren aansluitend bij de Prijkels. De woonclusters en landbouwbedrijven en -gronden, waarvoor de milderende maatregelen vanuit het planMER zijn overgenomen worden ofwel gebufferd of kunnen onteigend worden.

De randvoorwaarden en milderende maatregelen vanuit de andere disciplines (geluid, verkeer, fauna en flora en landschap) komen ook de deelaspecten beeld- en belevingswaarde en leefbaarheid ten goede.

Voor het verwijderen van woningen en landbouwgrond is een gepaste vergoeding en/of sociale begeleiding aangewezen

De onteigeningsvergoeding vormt geen rechtstreeks voorwerp van een RUP.

Mens – verkeer (pag. 72 – 81)

Voor verkeersintensieve bedrijvigheid komen enkel de zones rondom het bestaande bedrijventerrein De Prijkels in aanmerking.

De locatiekeuze voor bijkomende bedrijventerreinen situeert zich aan de Prijkels.

Voor watergebonden bedrijvigheid gaat de voorkeur naar de zoekzone Kouter-D’Hoye omdat deze rechtstreeks aansluit op de N35

Voor watergebonden bedrijvigheid wordt met het oog op latere ontwikkelings-mogelijkheden een gebied aan Kouter-D'Hoye als bouwvrij gebied voor agrarisch gebruik aangeduid

Maatregelen voor de reductie van verkeer die als principe kunnen opgenomen worden in de toelichtingsnota :

Enkel bedrijven toelaten die geen beroep doen op spoor en water voor de omgeving

Door de situering van het bedrijventerrein aan de E17 is het zeer onwaarschijnlijk dat er zich water- of spoorgebonden bedrijven zouden aandienen. Deze maatregel wordt daarom niet expliciet in het RUP

Page 170: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

160 deelplan De Prijkels

van de Prijkels. overgenomen.

Maatregelen voor de reductie van verkeer die als principe kunnen opgenomen worden in de vergunning :

Bewegwijzeringsplan, bedrijfsvervoerplan, weginrichting en –afmetingen, fietsvoorzieningen binnen het bedrijventerrein

Deze maatregelen situeren zich op vergunningsniveau.

Flankerende maatregelen voor de reductie van verkeer die buiten het RUP vallen :

Herinrichting van knooppunten op de gewestwegen, sterker aanbod openbaar vervoer, maatregelen voor doorstroming van het openbaar vervoer.

Flankerende maatregelen buiten het plangebied van het RUP, kunnen via het RUP niet geregeld worden.

In het planMER wordt uitgegaan van een uitbreiding van het bedrijventerrein zonder bijkomende ontsluitingswegen op de N35 of de N494.

In het RUP wordt op de N35 slechts 1 ontsluiting aangeduid ter hoogte van de Karreweg. Het bestaande kruispunt wordt bij voorkeur geoptimaliseerd. In het PRUP wordt in de stedenbouwkundige voorschriften een hoofdverkeersdrager voorzien, het aantal aansluitingen op de Oudenaardsesteenweg wordt beperkt tot het bestaande aantal.

Het glastuinbouwgebied ten westen van de N494 moet doorheen het bedrijventerrein ontsloten worden naar E17. Dit noodzaakt ter hoogte van de Karreweg-N494 een aansluitingspunt doorheen het bedrijventerrein. In het RUP wordt deze aansluiting voorzien.

Bij uitbreiding van het bedrijventerrein De Prijkels moet het kruispunt N35 - Karreweg heringericht worden. De uitbreiding van het bedrijventerrein werd getoetst aan het type van kruispuntoplossing, met volgende conclusie :

Een turborotonde, een Hollands complex en een VRI-kruispunt laten een bijkomende ontwikkeling van 98 ha toe (Prijkelstraat kan niet op de rotonde worden aangesloten, alleen rechtsin/uit op N35)

Een tweestrookrotonde laat een bijkomende

De bijkomende oppervlakte bedrijventerrein werd aangepast aan deze bevindingen. Door AWV werd de keuze gemaakt voor een VRI-kruispunt.

Page 171: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 161

ontwikkeling van 65 ha toe (Prijkelstraat kan worden aangesloten op een ovonde)

11.5.2. R u i m t e l i j k v e i l i g h e i d s r a p p o r t

Er wordt voor geopteerd om op het nieuw regionaal bedrijventerrein geen inrichtingen zoals

bedoeld in de artikelen 2 en 24 van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de

Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke

stoffen betrokken zijn, toe te laten, waardoor er voor het deelRUP "De Prijkels" in principe

geen ruimtelijk veiligheidsrapport moet opgemaakt worden.

11.5.3. P a s s e n d e b e o o r d e l i n g

Het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat - afzonderlijk of in combinatie met één

of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een

betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale

beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden

aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse Regering voor

Natura 2000 zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in

toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 2 mei 1979) en de Habitatrichtlijn

(Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei1992).

Er situeren zich geen Speciale Beschermingszones nabij het plangebied waardoor er als

gevolg van dit deelplan geen effecten te verwachten zijn ten aanzien van Speciale

Beschermingszones.

11.5.4. L a n d b o u w t o e t s

Dit deelplan "regionaal bedrijventerrein de Prijkels" heeft een impact op vijfentwintig

landbouwbedrijven met samen 71,3 ha in landbouwgebruik. Meer dan de helft van de

percelen situeert zich in deelzone Zuidwest met een oppervlakte van samen 55,5 ha. In het

noordelijk deelgebied situeert zich nog 13 ha in landbouwgebruik en 4,4 in het oostelijk deel.

Binnen het plangebied situeren zich 7 bedrijfszetels. Het betreft hoofdzakelijk bedrijfszetels

van kleine bedrijven met uitzondering van een serrebedrijf en een varkensbedrijf. Deze

bedrijven hebben een gezamenlijke huiskavel van 17,7 ha binnen het plangebied. Een

voldoende grote huiskavel is belangrijk voor de praktische bedrijfsvoering.

Page 172: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

162 deelplan De Prijkels

Ongeveer de helft van het plangebied is in gebruik bij dynamische landbouwbedrijven. De

bedrijven die een grote tot zeer grote impact ondervinden van het RUP zijn de bedrijven

waarvan de bedrijfszetel in het plangebied gelegen is.

Voor 7 bedrijven waarvan 4 kleine tot zeer kleine bedrijven is de impact groot ten gevolge

van de ligging van bedrijfszetel in projectgebied. Voor de overige 3 bedrijven is de impact

zeer groot gezien de ligging van bedrijfszetel, de grote oppervlakte binnen het plangebied of

de grote productieomvang.

1 1 . 6 . W a t e r t o e t s

Overeenkomstig het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 wordt een

watertoets gedaan met als doel de risico's op overstroming (ligging al dan niet in NOG-ROG-

gebieden) en mogelijke waterproblemen als gevolg van de nabijheid van waterlopen in te

schatten.

De zone van de Prijkels situeert zich op de waterscheidingslijn tussen het Leiebekken en het

Bovenscheldebekken. De Karreweg vormt grosso modo de scheidingslijn. De afwatering van

de zone gebeurt door drie waterlopen. De Kattebeek en een zijbeek (waterloop van derde

categorie) staan in voor de afwatering naar de Leie van het gedeelte ten noorden van de

Karreweg. De Beerhofbeek staat in voor de afwatering naar de Schelde van de zone ten

zuiden van de Karreweg (cf. planMER pag. 101). De zone is relatief hoog gelegen ( ± 12 m)

en is niet overstromingsgevoelig. Buiten het plangebied situeert zich stroomopwaarts van de

Kattebeek een overstromingsgevoelig gebied, stroomafwaarts de Beerhofbeek situeert zich

eveneens een overstromingsgevoelige zone.

De Papelenvijver, een wateroppervlak van 27 ha, is ontstaan bij de aanleg van de E17 (jaren

'70). Momenteel wordt het gebied gebruikt als slibstort en werd de vijver door middel van een

benthonietwand afgesloten van het grondwater. Deze vijver staat bijgevolg ook niet meer in

verbinding met het omgevende waterlopen en oppervlaktewater.

Het grondwater ter hoogte van de Prijkels is voor het grootste deel van de zone deels als

zeer kwetsbaar, deels matig kwetsbaar (Ca1/Cb) te beschouwen.62 Langs de E17 waar de

Quartaire deklaag dunner wordt is het grondwater weinig kwetsbaar. Het gebied wordt verder

aangeduid als matig grondwaterstromingsgevoelig (cf. planMER pag. 91)

In deze zone bevinden zich een aantal grondwaterwinningen. (cf. planMER pag. 92-93)

62 De kwetsbaarheid hangt vnl. af van de dikte en de aard van de onverzadigde zone : waar deze een

dikte heeft van minder dan 10 m en/of waar de deklaag minder dan 5 m bedraagt of zandig is, is het

grondwater zeer kwetsbaar.

Page 173: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 163

Door de inrichting van de resterende delen tussen de N35 en de N494 als bedrijventerrein

zal het aandeel verharde oppervlakte in het gebied toenemen. Bij de inrichting en invulling

van het bedrijventerrein is in principe het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober

2004 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake

hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van

afvalwater en hemelwater van toepassing63.

De uitbreidingszones voor de Prijkels worden afgewaterd door de Beerhofbeek en de

Kattebeek. Deze beken vertonen capaciteitsproblemen in hun stroomafwaarts gedeelte,

waardoor het niet wenselijk is om nog veel bijkomende lozingen op deze beken toe te laten.

Omwille van de reeds bestaande problematiek wordt door de waterbeheerder het

lozingsdebiet echter beperkt tot 2 l/s/ha, wat betekent dat de buffercapaciteit in de Prijkels

aanzienlijk hoger zal moeten liggen dan het wettelijk minimum om ook bij piekmomenten

(zware langdurige regenbuien) een dergelijk laag lozingsdebiet te garanderen.

In het najaar van 2009 werden door het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (PCM)

infiltratieproeven uitgevoerd in de drie uitbreidingszones van “De Prijkels”. De gemeten

infiltratiesnelheid bedroeg respectievelijk 667 l/s/ha in de N uitbreiding (nabij de hoek

Kakelstraat/N35), 250 l/s/ha in de ZW uitbreiding en 133 l/s/ha in de oostelijke uitbreiding. De

laagste waarde werd als uitgangspunt genomen voor een inschatting van de benodigde

infiltratie- en buffercapaciteit, rekening houdend met een maximale lozing van 2 l/s/ha op het

oppervlaktewater.

De infiltratie- en bufferbehoeften staan logischerwijs in een omgekeerd evenredig verband

met elkaar (hoe meer water kan infiltreren, hoe minder extra moet gebufferd worden), maar

aangezien infiltratie- en bufferbekkens ruimtelijk geïntegreerd worden, moet er een logische

verhouding zijn tussen beide, rekening houdend met de diepte van de grondwatertafel. Gelet

op de vrij hoge grondwatertafel in “De Prijkels” is maximaal ca. 40 cm berging mogelijk (2,5

m² per m³).

Een infiltratieoppervlakte van 600 m²/ha (6%) verharde oppervlakte komt overeen met een

afvoerdebiet van 10 l/s/ha (6% van 133 l/s/ha = 8 l/s/ha infiltratie + 2 l/s/ha lozing). Een

dergelijk debiet komt bij constante doorvoer en een retourperiode van 20 jaar overeen met

een benodigd buffervolume van 324 m³/ha. Aan een diepte van 40 cm komt dit overeen met

810 m²/ha, waarvan dus 600 m²/ha nuttige infiltratie-oppervlakte. De aldus berekende

infiltratieoppervlakte ligt 3 maal hoger dan de norm van 200 m²/ha volgens het

Hemelwaterbesluit. Het buffervolume is ruim 2x groter dan de norm van 150 m³/ha.

Het inrichtingsconcept van uitbreidingszone Oost van De Prijkels (de “lob”, zie hoofdstuk 2)

voorziet volgens de huidige plannen in een bufferbekken t.h.v. Hoeve Schaapsbeek van ca.

63 Zie ook planMER "Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze" (pag. 104 e.v.)

Page 174: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

164 deelplan De Prijkels

1 ha, dat afwatert op de Beerhofbeek en zo op de Schelde. Maar deze buffercapaciteit dient

vooral voor extra buffering i.f.v. het bestaand bedrijventerrein, dat onvoldoende eigen

buffervolume heeft. Behalve voor de (kleine) oostelijke uitbreidingszone zelf, kan dit

bufferbekken dus niet gebruikt worden i.f.v. bijkomende oppervlakte bedrijventerrein.

De exacte infiltratie- en bufferbehoefte per deelzone en de beste locaties hiervoor (rekening

houdend met de afwateringsrichting) worden nog nader bepaald bij de opmaak van de

concrete inrichtingsstudie voor de uitbreiding van “De Prijkels”, waarbij de berekeningen van

PCM uiteraard als basis kunnen gebruikt worden.

Algemeen geldt dat indien de vereiste buffervolumes en infiltratieoppervlakte voorzien

worden en indien de afwatering naar de infiltratiebekkens via open grachten gebeurt, de

waterkwantiteit van de omliggende oppervlaktewateren in principe weinig zal verschillen van

de huidige toestand, aangezien er slechts beperkte bijkomende afvoer is. Dit veronderstelt

wel dat ook voor verhardingen op openbaar domein (vb. wegenis), waarvoor het

Hemelwaterbesluit niet geldt, de nodige buffering en infiltratie voorzien wordt. Toepassing

van het Hemelwaterbesluit (of strenger waar nodig) wordt in de stedenbouwkundige

voorschriften opgelegd voor verharding op openbaar domein.

Page 175: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 165

1 1 . 7 . T o e l i c h t i n g b i j d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

Artikel 1 : Algemene verordenende stedenbouwkundige voorschriften van toepassing op het volledige plangebied

1.1. Ontsluiting en parkeervoorzieningen

principes VERORDENEND TOELICHTING

De hoofdontsluiting van het bedrijventerrein situeert zich op de Karreweg. De diverse delen van het bedrijventerrein worden via interne wegenis aangetakt op de Karreweg.

Met het oog op een duurzaam woon-werkverkeer en het aanbieden van alternatieven voor de auto is het aangewezen de ontsluiting van het terrein voor het openbaar vervoer te optimaliseren. Een comfortabele halte voor het openbaar vervoer past binnen het concept van de toegangspoort tot het bedrijventerrein.

De ontsluiting van het regionaal bedrijventerrein is gelegen aan het kruispunt van de Karreweg met de Gaversesteenweg. Omwille van de verkeersveiligheid en de doorstroming op de Gaversesteenweg wordt het aantal aansluitingen beperkt tot de wegenis die aantakt op het her in te richten kruispunt op de Gaversesteenweg.

Het aantal aansluitingen op de

De hoofdontsluiting van de bedrijvenzone situeert zich aan het kruispunt Karreweg – Gaversesteenweg. De Prijkelstraat kan functioneren als een secundaire ontsluiting voor (een beperkt deel van) het bedrijventerrein indien de vormgeving van het nieuw aan te leggen kruispunt dit toelaat.

In functie van de hoofdontsluiting voor het bedrijventerrein moet binnen het gebied voor de Poort een comfortabele, toegankelijke halte voor het openbaar vervoer aangelegd worden.

Aan de Oudenaardsesteenweg moet, ter hoogte van een bestaande aansluiting, een ontsluitingsweg aangelegd worden die de rechtstreekse ontsluiting van het glastuinbouwgebied Stokstorm – doorheen het bedrijventerrein - naar het hoofdwegennet kan garanderen.

Tussen voormelde kruispunten Karreweg – Gaversesteenweg en de Karreweg ter hoogte

Een comfortabele, toegankelijke halte voor het openbaar vervoer is een halte die qua dimensionering en inrichting van de infrastructuur beantwoordt aan de vereisten van de openbaar vervoersmaatschappij en die voor de wachtende reizigers een, voor weer en wind, beschutte comfortabele wachtmogelijkheid biedt.

Page 176: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

166 deelplan De Prijkels

Oudenaardsesteenweg wordt omwille van verkeersveiligheid en het voorkomen van sluipverkeer beperkt tot de bestaande aansluitingen.

van de Oudenaardsesteenweg dient doorheen het bedrijventerrein een weg gerealiseerd te worden die zal functioneren als hoofdverkeersdrager voor het bedrijventerrein.

In het plangebied kunnen geen stedenbouwkundige vergunningen voor bedrijfsactiviteiten verleend worden vooraleer de aanpassing van het kruispunt Karreweg-Gaversesteenweg alsook de hoofdverkeersdrager voor het bedrijventerrein van de Oudenaardsesteenweg tot het kruispunt Karreweg-Gaversesteenweg gerealiseerd zijn.

De bedrijfspercelen mogen niet rechtstreeks ontsloten worden op de Gaversesteenweg, de Oudenaardsesteenweg of de Kakelstraat, doch worden ontsloten via wegenis die aantakt op de hoofdverkeersdrager om zo aan te sluiten op het kruispunt Karreweg - Gaversesteenweg.

De Oudenaardsesteenweg mag niet als ontsluitingsweg voor bedrijven gebruikt worden, de inrichting van het gebied dient bijgevolg zodanig geconcipieerd te worden dat de bedrijven ontsloten worden via interne wegenis op het bedrijventerrein.

Page 177: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 167

De Gaversesteenweg mag niet als ontsluitingsweg voor bedrijven in deze zone gebruikt worden, de inrichting van het gebied dient bijgevolg zodanig geconcipieerd te worden dat de bedrijven ontsloten worden via interne wegenis op het bedrijventerrein.

De Kakelstraat mag niet als ontsluitingsweg voor bedrijven gebruikt worden, de inrichting van het gebied dient bijgevolg zodanig geconcipieerd te worden dat de bedrijven ontsloten worden via interne wegenis op het bedrijventerrein.

Ter hoogte van en langsheen de te realiseren groenbuffer aan de Papelenvijver mag geen ontsluitingsweg voor bedrijven voorzien worden, de inrichting van het gebied dient zodanig geconcipieerd te worden dat de bedrijven ontsloten worden via interne wegenis op het bedrijventerrein.

De ontwikkelaar voorziet bij de aanleg van het bedrijventerrein in voldoende parkeerplaatsen waarbij het gebruik van gemeenschappelijke parkings voorop staat; De parkeervoorzieningen mogen niet op het openbaar domein aangelegd worden.

Page 178: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

168 deelplan De Prijkels

1.2. Bouwvrije strook

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Langs de E17 moet een bouwvrije strook van 30 m gerespecteerd worden.

In deze zone kunnen in de eerste 20 meter grenzend aan het bedrijventerrein wel bufferbekkens aangelegd worden.

Een zone van 10 meter grenzend aan de snelweg moet bouwvrij blijven.

De bestaande bomenrij langs de E17 op het bestaande bedrijventerrein kan langsheen de E17 doorgetrokken worden.

1.3. Afwatering en waterbuffering

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Om wateroverlast te vermijden is aandacht voor het waterbergend vermogen noodzakelijk. Uit hydrologisch onderzoek van het gebied in functie van de bijkomende verharding blijkt dat voor waterbuffering en –infiltratie normen noodzakelijk zijn die strenger zijn dan de vigerende gewestelijke verordening. Ook voor verhardingen op openbaar domein (vb. wegenis, …), waarvoor het Hemelwaterbesluit niet geldt, wordt de nodige buffering en infiltratie voorzien.

Bij aanleg van het terrein moet het waterbergend vermogen van het gebied en de huidige afwateringsstructuur zoveel als mogelijk behouden worden en het overstromingsrisico beperkt worden. Waar mogelijk wordt de structuurkwaliteit van de waterlopen verbeterd.

Volgende verplichtingen inzake opvang, infiltratie en/of vertraagde afvoer van hemelwater gelden zowel voor de private als de niet-private delen in het plangebied :

Minimum 324 m³ buffer per hectare

Page 179: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 169

De ontwikkelaar of verschillende bedrijven samen kunnen één collectief infiltratie- en bufferbekken aanleggen. Het collectief bekken moet dan voldoen aan de bepalingen van dit voorschrift, nl. buffering van minimum 324 m³ per hectare verharde oppervlakte en vertraagde afvoer van 10 l/s/ha, te realiseren door een vertraagde afvoer via infiltratie van minimum 8 l/s/ha en een vertraagde afvoer via lozing van maximum 2 l/s/ha.

verharde oppervlakte.

Bij de dimensionering van de buffer- en infiltratiebekkens moet, rekening houdende met de natuurlijke grondwaterstand, uitgegaan worden van maximaal 40 cm nuttige waterberging (= 0,4 m³/m²) in open bekkens.

Het gebufferde hemelwater wordt opgevangen in open infiltratie- en bufferbekkens die een omvang hebben van minimum 810 m² per ha aangesloten verharding (810 m² x 0,4 m³/m² = 324 m³). De nuttige infiltratieoppervlakte in deze bekkens moet minimum 600 m² bedragen per hectare aangesloten verharding wat - gelet op de doorlatendheid van de bodem - resulteert in een afvoerdebiet via infiltratie van 8 l/s/ha.

Om aan een totaal afvoerdebiet (via infiltratie en vertraagde afvoer) van 10 l/s/ha te komen dienen de infiltratie- en bufferbekkens bijkomend te worden voorzien van een vertraagde afvoer met een debiet van maximum 2l/s/ha.

De ontwikkelaar zorgt minstens voor de wateropvang en –buffering van de niet-private gedeelten van het bedrijventerrein,

Page 180: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

170 deelplan De Prijkels

ook voor de private gedeelten kan een collectief infiltratie- en bufferbekken voor meerdere bedrijven samen aangelegd worden. De locatie van deze bufferbekkens wordt aangegeven op de inrichtingsstudie.

De aanleg op het bedrijfsperceel van een volledig gescheiden systeem voor de afvoer van hemel- en afvalwater is verplicht

Bij aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning moeten bedrijven voldoen, of kunnen aantonen dat voor de betreffende percelen voldaan is aan de voormelde verplichtingen inzake opvang, infiltratie en/of vertraagde afvoer van hemelwater.

1.4. publiciteit

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Om de beeldkwaliteit op het bedrijventerrein te garanderen is het aangewezen het aantal publicitaire voorzieningen te beperken.

Publiciteit is enkel toegestaan in de gebieden waar bebouwing is toegelaten.

De publicitaire voorzieningen dienen beperkt te blijven tot de aankondiging van de aanwezige handelszaken; dit kan bevestigd worden op het gevelvlak van het gebouw of door middel van een totem die de hoogte van het gebouw niet mag overstijgen.

De publiciteit mag niet storend zijn voor het uitzicht van de omgeving en moet in

Page 181: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 171

harmonie zijn met de betrokken gevels.

Bij verlichte publiciteit moet de lichtbron onzichtbaar blijven. Opwaarts gerichte lichtbronnen zijn niet toegestaan.

1.5. beeldkwaliteit

Omwille van de belevingswaarde van de omgeving wordt nadruk gelegd op de beeldkwaliteit van de bebouwing. Het bedrijventerrein situeert zich immers ter hoogte van de "toegang" tot het stedelijk gebied en grenst ook aan de E17. Anderzijds is het niet onbelangrijk om ook aan de Papelenvijver voldoende beeldkwaliteit te creëren. Door de gebouwen in dialoog te laten treden met hun omgeving kan op het vlak van beeldkwaliteit een meerwaarde gecreëerd worden

De inrichting van het bedrijventerrein en de architectuur van de gebouwen moet zodanig geconcipieerd worden dat de beeldkwaliteit ten aanzien van de omgeving kan gegarandeerd worden. Deze beeldkwaliteit zal beoordeeld worden aan de hand van volgende criteria :

gevel materialen

architecturaal concept (volume, afmetingen, plaatsing in de omgeving)

plaatsing van de gebouwen

functie en afwerking van de niet-bebouwde ruimte

1.6. Archeologisch vooronderzoek

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied, wordt met het oog op het identificeren van de potentieel waardevolle zones, een archeologisch detectieonderzoek uitgevoerd. Dit detectieonderzoek wordt verricht aan de hand van boringen en

Het vooronderzoek bestaat uit een proefsleuvenonderzoek op de gehele planzone. Het vooronderzoek wordt verricht met een systeem van doorlopende sleuven of alternerende sleuven van één kraanbak (2m) breed, waarbij 10% van het terrein

Page 182: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

172 deelplan De Prijkels

proefsleuven, die op statistisch relevante wijze verspreid worden over de gehele zone, waarbij 10% van de oppervlakte effectief verkend wordt. Wanneer andere bestaande of nieuwe technieken evenwaardige resultaten opleveren, kunnen deze ook aangewend worden.

Indien het vooronderzoek geen archeologische sporen oplevert, worden de percelen onmiddellijk vrijgegeven. Bij aanwezigheid van archeologische sporen worden op de zones die als archeologisch waardevol worden weerhouden, bijkomende archeologische opgravingen uitgevoerd.

afgegraven wordt. Deze methode van vooronderzoek laat een snelle evaluatie van de terreinen toe (minstens 1 ha/ dag). Het afgraven wordt uitgevoerd met een kraan met platte bak, onder toezicht van een archeoloog en tot op de diepte bepaald door de archeoloog.

Op de archeologisch waardevolle zones, geïdentificeerd door het vooronderzoek, worden preventieve archeologische opgravingen uitgevoerd, voorafgaand aan de ontwikkeling. Hierdoor wordt het terrein ontdaan van de archeologische informatie en kan het archeologievrij afgeleverd worden op het moment van de inrichting. Dergelijk archeologisch (voor)onderzoek dient om de potentieel waardevolle zones te identificeren, voorafgaand aan de ontwikkeling. Het doel van dit onderzoek is te vermijden dat op het moment van de bouw of inrichting wordt vastgesteld dat er zich waardevolle archeologische sporen in de ondergrond bevinden waardoor de werken moeten worden uitgesteld tot na de opgravingen. Dit bespaart zowel geld als tijd.

1.7. Overgangsmaatregelen voor wonen en landbouw

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Tot een vergunning verleend is voor de In het gebied zijn overgangsmaatregelen

Page 183: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 173

realisatie van de bestemming zijn per perceel de handelingen, voorzieningen en inrichtingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor wonen in bestaande vergunde woningen en voor de landbouwbedrijfsvoering van de bestaande vergunde landbouwbedrijven en voor de bestaande vergunde bedrijven met aan de landbouw toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten.

voor wonen en landbouw met bedrijfsgebouwen in het gebied van toepassing.

Onder landbouw wordt verstaan, landbouw in de ruime zin van het woord, namelijk het beroepsmatig kweken van planten of dieren voor de markt en niet voor recreatieve doeleinden. Daaronder vallen veeteelt, planten- en bomenkwekerijen, akkerbouw ….

1.8. Ontwikkeling

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Het bedrijventerrein wordt ontwikkeld door 1 instantie, hier de ontwikkelaar genoemd. De ontwikkelaar staat in voor de aanleg van gemeenschappelijke voorzieningen, de gemeenschappelijke bewegwijzering, de wegenis, de fiets- en voetgangersverbindingen.

Hij staat ook in voor de ecologische infrastructuur en de landschappelijke integratie van waardevolle erfgoedelementen. Waardevolle natuurlijke elementen worden behouden en geïntegreerd.

Bij de inrichting houdt de ontwikkelaar rekening met het criterium van milieuhinder (geluid, geur, stof, mobiliteit). Hij tracht, door

Waterlopen of bomenrijen kunnen als perceelsgrens behouden worden.

Page 184: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

174 deelplan De Prijkels

situering van de meest hinderlijke bedrijven in het centrum van het bedrijventerrein, de hinder ten opzichte van de woongebieden zoveel mogelijk te beperken.

Ten aanzien van de zonevreemde woonclusters dient een bufferafstand van 50 meter gerespecteerd te worden. In het inrichtingsstudie dient de ontwikkelaar aan te geven hoe door plaatsing, hoogte en oriëntatie van het gebouw een optimale schermwerking naar de woonclusters kan worden verzekerd.

De beherende instantie richt een klachtenmeldingspunt in. Dit meldpunt heeft minstens tot taak informatie te verstrekken en klachten te behandelen.

1.9. Beheer

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Het bedrijventerrein wordt beheerd door 1 beheersinstantie. De beheersinstantie staat in voor onderhoud van de gemeenschappelijke voorzieningen en de gemeenschappelijke bewegwijzering.

De wegenis, de fiets- en voetgangersverbindingen worden na realisatie overgedragen aan de gemeente.

De beheersinstantie staat ook in voor het

Page 185: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 175

beheer van de ecologische infrastructuur.

De beheersinstantie staat in voor het verzorgd voorkomen van het bedrijventerrein.

1.10. Recht van voorkoop

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Op het volledige plangebied regionaal bedrijventerrein De Prijkels is een recht van voorkoop zoals bedoeld in artikel 2.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van toepassing voor een periode van 15 jaar.

In uitvoering van dit artikel wordt de rangorde van het voorkooprecht als volgt vastgesteld : 1 de intercommunale VENECO 2. de provincie Oost-Vlaanderen 3. de gemeente waarin het perceel gelegen is.

Artikel 2 : Gemengd regionaal bedrijventerrein – Categorie van gebiedsaanduiding 2. Bedrijvigheid

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Het bedrijventerrein is bestemd voor bedrijven van regionaal belang met de volgende hoofdactiviteiten:

- productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen;

- logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel);

- onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten

Een bedrijf van regionaal belang is een grootschalig bedrijf met belangrijke ruimtelijke impact op de omgeving op vlak van mobiliteit, uitzicht, omvangrijke ruimte-inname of potentieel in te bufferen effecten. ‘Regionaal’ verwijst niet naar de economische relaties of het verzorgingsgebied van het bedrijf.

Op een gemengd regionaal bedrijventerrein kunnen bedrijven gevestigd en uitgebaat

Page 186: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

176 deelplan De Prijkels

- productie van energie, het inplanten van windturbines alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie, met aandacht voor samengebruik van ruimte en zuinig ruimtegebruik.

- afvalverwerking met inbegrip van recyclage;

- verwerking en bewerking van mest en slib;

- verwerking en bewerking van grondstoffen met inbegrip van delfstoffen

worden die om ruimtelijke of milieuredenen niet verweefbaar (meer) zijn met een multifunctionele stedelijke of residentiële omgeving.

Met opslag wordt de opslag van de geproduceerde of verwerkte goederen bedoeld. Daarnaast kan bijvoorbeeld ook de opslag van grond voor een grondwerker hieronder begrepen zijn.

Bij het plaatsen van installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie dient erover gewaakt te worden dat een zuinig ruimtegebruik wordt nagestreefd en dat mogelijks de ruimte onder de installaties nuttig wordt besteed.

Eveneens toegelaten zijn :

- Kantoren en toonzalen met beperkte vloeroppervlakte, ondergeschikt en gekoppeld aan de productieactiviteit van individuele bedrijven, zijn toegelaten voor zover die activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. De toonzalen mogen maximaal 10% van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen, ongeacht op welk niveau de toonzalen worden ingericht, de toonzaaloppervlakte mag maximaal 500 m² zijn.

De loketfunctie staat in relatie tot de werking van het bedrijf zijnde onthaal van leveranciers, zakencontacten in functie van de bedrijvigheid, …

In specifieke gevallen kan onder

Page 187: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 177

- Inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel van maximaal 200 m² vloeroppervlakte en beperkt tot één wooneenheid, geïntegreerd in het bedrijfsgebouw

- gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een regionaal bedrijventerrein, inclusief wegenis, infiltratievoorzieningen en wateropvang en -afvoer

- de aanleg van interne wegenis, parkeergelegenheden, fietsers- en voetgangersverbindingen;

- het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en het aanleggen van nieuwe leidingen is toegelaten;

- het oprichten van kleinschalige gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut; de inplanting mag de bedrijfsvoering niet hinderen

- reliëfwijzigingen noodzakelijk voor de realisatie van de bestemming

- groenaanleg

bewakingspersoneel ook de eigenaar, een zaakvoerder of kaderlid worden begrepen, voor zover diens aanwezigheid nuttig of nodig is voor de bewaking en voor de veiligheid van het bedrijf.

Omwille van de keuze om ter hoogte van het kruispunt Karreweg-N35 een Poortgebied te

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

Page 188: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

178 deelplan De Prijkels

ontwikkelen, worden elders op de bedrijvenzone "de Prijkels" geen complementaire dienstverlenende bedrijven toegelaten.

- kleinhandel;

- complementaire dienstverlenende bedrijven

- horeca, motel- en congresaccomodaties,

- agrarische productie;

- autonome kantoren;

- discotheken

- alle sport- en recreatieve functies

- opslag van schroot en storten van afval

- grootschalige opslag, productie en verwerking in open lucht

Voorbeelden van complementair dienstverlenende bedrijven zijn een vrachtwagentankstation, een gemeenschappelijk bedrijfsrestaurant, een bank-/postloket

Met autonome kantoren wordt bedoeld, bedrijven met als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening met een hoofdzakelijk administratief karakter en een hoge personeelsintensiteit. De kantooractiviteit is hier niet ondergeschikt aan andere bedrijfsactiviteiten zoals productie of verwerking van goederen.

Seveso-bedrijven zijn niet gewenst. Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten.

Deze bepaling slaat op alle inrichtingen die vallen onder toepassing van de Seveso-wetgeving, zowel hogedrempelinrichtingen als lagedrempelinrichting.

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt minstens aandacht besteed aan:

Zuinig ruimtegebruik is een algemeen principe voor een bedrijventerrein. Bij de beoordeling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wordt niet alleen rekening gehouden met het zuinig ruimtegebruik maar ook onder meer met: - de

Page 189: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 179

- het optimaal gebruiken van de percelen, evenwel rekening houdend met de verplichtingen inzake veiligheid;

- het groeperen en organiseren op het bedrijventerrein van parkeermogelijkheden voor de gebruikers en bezoekers

invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen; - de inpassing in de omgeving.

Voor de Papelenvijver is het noodzakelijk een bijkomende ruime groenbuffer (30 meter) te voorzien rond het gebied om de geplande natuurontwikkeling niet in het gedrang te brengen, en door de luwe zijde van de bedrijven te voorzien aan de kant van de vijver, de ontsluiting van de bedrijven mag ook niet aan de kant van de vijver voorzien worden maar moet gericht worden naar de interne wegenis voor het bedrijventerrein.

Bij behoud van de Papelenvijver is het aangewezen om een natuurverbinding met de open ruimte te realiseren.

Langs de Papelenvijver dient binnen deze bestemmingszone een groenbuffer van 30 meter voorzien te worden.

Ter verbinding van de Papelenvijver en het westelijk gelegen open ruimte-gebied ten westen van N494 dient een “natuurcorridor” van minstens 30 meter breedte gerealiseerd te worden. Deze natuurcorridor dient aangegeven te worden in de inrichtingsstudie.

In deze corridor kan geen wegenis voor gemotoriseerd vervoer aangelegd worden. Een fiets- en wandelpad van maximum 3 meter breedte in waterdoorlatende materialen is wel toegelaten. Wegenis voor gemotoriseerd vervoer kan deze corridor wel kruisen.

De natuurcorridor kan gerealiseerd worden als een houtkant,waterpartijen,…

Zuinig ruimtegebruik is aangewezen Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning dient een inrichtingsstudie gevoegd te worden. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de vergunningsaanvraag

Bij vergunningsaanvragen wordt een inrichtingsstudie gevoegd die aantoont dat de betreffende aanvraag de verdere ontwikkeling van deze bestemmingszone niet

Page 190: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

180 deelplan De Prijkels

en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen.

De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een reeds bestaande inrichtingsstudie, een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning zal ondermeer beoordeeld worden aan de hand van ondermeer volgende criteria :

- zorgvuldig ruimtegebruik, wat wordt gerealiseerd door het maximaal groeperen van gebouwen waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat en het uitbreiden van

hypothekeert.

Parkeerplaatsen nemen op een bedrijventerrein vaak veel ruimte in beslag. Daarom moet hier bij de inrichting van het bedrijventerrein veel aandacht aan besteed worden. Het voorzien van gemeenschappelijke parkeervoorzieningen en/of het incorporeren van parkeerplaatsen in, onder of op het bedrijfsgebouw moeten grondig onderzocht en afgewogen worden.

Page 191: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 181

bedrijfsgebouwen aansluitend op een bestaand gebouw.

- het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat

- daar waar het beheer dit toelaat groeperen van parkeren en/of het voorzien van parkeermogelijkheden geïncorporeerd in het bedrijfsgebouw

- een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied en architecturale afwerking en de beeldkwaliteit van de bedrijfsgebouwen

De minimale perceelsoppervlakte bedraagt 5000 m². Het opsplitsen van bedrijfsgebouwen in meerdere units voor afzonderlijke bedrijven is niet toegelaten.

Uitzonderingen m.b.t. deze minimale perceelsoppervlakte zijn toegestaan voor:

- percelen met bestaande stedenbouwkundig vergunde bedrijfsgebouwen binnen de zone;

- een beperkt aantal percelen die omwille van de globale inrichting van het bedrijventerrein een kleinere terreinoppervlakte verkrijgen;

- percelen van regionale bedrijven die door een aantoonbaar intensiever ruimtegebruik minder dan 5000m² nodig hebben.

De oppervlakte van de bedrijfspercelen mag bijgevolg na splitsing niet minder van 5000 m² bedragen.

Artikel 3 : Zone voor infrastructuur in overdruk – Categorie van gebiedsaanduiding 2. Bedrijvigheid

Page 192: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

182 deelplan De Prijkels

Principes VERORDENEND TOELICHTING

In deze zone kunnen de nodige infrastructuurwerken en – aanpassingswerken toegelaten worden om een vlotte doorstroming en aansluiting van het verkeer naar het hoofdwegennet te realiseren.

Artikel 4 : Bufferzone in overdruk op de bestemming bedrijventerrein– Categorie van gebiedsaanduiding 2. Bedrijvigheid

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Deze zone wordt ingericht als een visuele buffer tussen een gedeelte van het bestaande bedrijventerrein en de noordelijk gelegen stedelijke woongebieden

Deze zone wordt voorzien voor een nieuw aan te leggen buffer. Deze buffer dient met het oog op een uniform karakter aangelegd en onderhouden te worden door de beherende instantie voor het bedrijventerrein.

De functie van de buffer bestaat uit een visuele en akoestische afscherming en buffering van het bedrijventerrein ten opzichte van de omgeving.

De buffer wordt beplant met streekeigen struiken en hoogstammige bomen .

In deze zone moet rekening gehouden worden met de aanwezige biologisch waardevolle elementen en de inheemse fauna en flora door de levensvoorwaarden van deze fauna en flora zoveel als mogelijk te behouden of te herstellen en zelfs te

Page 193: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 183

creëren en te ontwikkelen.

Waterlopen in de buffer krijgen ruimte voor natuurlijke ontwikkeling; er wordt natuurvriendelijk oeverbeheer toegepast.

Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg en het onderhoud van toegangswegen voor langzaam verkeer met een maximale breedte van 2,5 meter, alsook de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid of van waterbeheersingswerken wordt opgelegd.

Eveneens toegelaten zijn het oprichten van gebouwen en het aanleggen van infrastructuur en leidingen voor openbaar nut; de inplanting mag de bufferfunctie niet hinderen.

Uiterlijk in het tweede plantseizoen volgend op de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet deze zone voor buffer aangelegd en beplant zijn.

De beplanting wordt vakkundig beheerd. Bij afsterven van beplanting gebeurt vervanging/herbeplanting in het eerste daarop volgende plantseizoen. Beplanting mag slechts gerooid worden bij gevaar, bij

In het gebied situeert zich reeds een bestaande gasleiding

Page 194: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

184 deelplan De Prijkels

ziekte die leidt tot afsterven of bij ernstige schade.

Artikel 5 : De Poort – Categorie van gebiedsaanduiding 2. Bedrijvigheid

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Gemeenschappelijke complementaire dienstverlenende bedrijven worden geconcentreerd ter hoogte van het kruispunt Karreweg-N35. Daar wordt een Poortgebied voor de bedrijvenzone "de Prijkels" ontwikkeld.

Deze zone is bestemd voor activiteiten die verbonden zijn met de activiteiten eigen aan een regionaal bedrijventerrein.

Toegelaten zijn : Bedrijven waarvan de hoofdactiviteit

gericht is op fundamenteel en/of toegepast onderzoek

Complementaire dienstverlenende bedrijven die ondersteuning bieden aan bedrijven die fundamenteel en/of toegepast onderzoek uitvoeren;

Kantoorachtigen, dat zijn bedrijven in gebouwen met de uiterlijke vorm van een kantoor maar met een functie en/of hoofdactiviteit die niet gericht is op hoofdzakelijk administratieve en personeelsintensieve dienstverlening (geen loketfunctie)

Gemeenschappelijke kleinschalige, collectieve en complementaire voorzieningen die in hun dienstverlening gericht zijn op de hoge

‘De Poort’ is een specifieke zone binnen het regionaal bedrijventerrein. Haar ligging aan de toegang van het bedrijventerrein maken dat extra functies kunnen aangetrokken worden. Deze functies worden ondergebracht binnen één of meerdere gebouwencomplexen.

Bedoeling is dat “met regionale bedrijven verbonden activiteiten” het hoofdaandeel van de bestemming binnen ‘de Poort’ uitmaken.

Voorbeelden van kantoorachtigen zijn offsetbedrijven, labo’s, onderzoekscentra, gebouw waarin telecom en computerondersteuning gegeven wordt, opslag van hoogtechnologisch materiaal

Voorbeelden van gemeenschappelijke kleinschalige complementaire voorzieningen zijn kinderopvang, restaurant, sportfaciliteiten, (vrachtwagen)tankstation, ...

Page 195: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 185

personeelsomvang van de op het bedrijventerrein gevestigde bedrijven

Vergader- en congresfaciliteiten en werkposten

Kantoren en functies gericht op dienstverlening naar bedrijven toe

Gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen, inherent aan het functioneren van het regionaal bedrijventerrein

In deze zone zijn ook regionale bedrijven met volgende hoofdactiviteiten toegelaten :

Productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen

Op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel

Productie van energie

Verder zijn toegelaten: Inrichtingen voor de huisvesting van

bewakingspersoneel geïntegreerd in het bedrijfsgebouw, met een maximale vloeroppervlakte van 200 m² per wooneenheid en een beperking van één

De congresfaciliteiten moeten niet noodzakelijk complementair zijn, zij bieden ondersteuning aan de hoofdactiviteit.

Voorbeelden van gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen zijn een vrachtwagentankstation, een gemeenschappelijk bedrijfsrestaurant, een bank-/postloket

De mogelijkheid wordt voorzien om, naast "de Poort" met haar specifieke architectuur, ook ‘klassieke’ regionale bedrijven op deze zone te vestigen, dit evenwel zonder het beoogde architectonisch geheel (zie verder in deze voorschriften) te schaden.

In specifieke gevallen kan onder bewakingspersoneel ook de eigenaar, een zaakvoerder of kaderlid worden begrepen, voor zover diens aanwezigheid nuttig of nodig is voor de bewaking en voor de

Page 196: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

186 deelplan De Prijkels

wooneenheid per gebouw.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten: autonome kantoren en kantoren met

zuivere loketfunctie

toeristische logies

Kleinhandel

Discotheken

Geluidsproducerende recreatieve functies

Agrarische productie

Verwerking en bewerking van mest of slib

Afvalverwerking met inbegrip van recyclage

veiligheid van het bedrijf.

Met autonome kantoren wordt bedoeld, bedrijven met als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening met een hoofdzakelijk administratief karakter en een hoge personeelsintensiteit. De kantooractiviteit is hier niet ondergeschikt aan andere bedrijfsactiviteiten zoals productie of verwerking van goederen.

Onder toeristische logies wordt elke inrichting verstaan die aan één of meer toeristen (pers(o)on(en) die zich met het oog op vrijetijdsbesteding, ontspanning, persoonlijke ontwikkeling, beroepsuitoefening of zakelijk contact begeeft naar of verblijft in een andere dan zijn alledaagse leefomgeving) de mogelijkheid tot verblijf biedt voor een of meer nachten en wordt aangeboden aan de toeristische markt

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik.

Daarbij wordt minstens aandacht besteed

aan:

het optimaal gebruiken van de percelen, echter rekening houdend met de

Zuinig ruimtegebruik is een algemeen

principe voor een bedrijventerrein.

Bij de beoordeling van de aanvraag voor een

stedenbouwkundige vergunning wordt niet

alleen rekening gehouden met het zuinig

Page 197: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 187

verplichtingen inzake veiligheid;

de mogelijkheid om bepaalde diensten onder te brengen in gemeenschappelijke gebouwen op het bedrijventerrein;

het groeperen en organiseren op het bedrijventerrein van parkeermogelijkheden voor de gebruikers en bezoekers.

ruimtegebruik maar ook onder meer met:

de invloed op de mobiliteit en de

verkeersleefbaarheid;

de relatie met de in de omgeving van

het gebied vastgelegde

bestemmingen;

de inpassing in de omgeving.

Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten.

Deze bepaling slaat op alle inrichtingen die vallen onder toepassing van de Seveso-wetgeving, zowel hogedrempelinrichtingen als lagedrempelinrichting.

De inrichting van deze zone en het uiterlijk voorkomen van de gebouwen dient gericht te zijn op één architectonisch geheel. Deze uniformiteit uit zich zowel op het vlak van architectuur, gebruik van materialen, ritmiek van de bedrijfsgebouwen als groenontwerp.

Beeldbepalend binnen onderhavige bestemmingszone is de realisatie van één of meerdere gebouwencomplex(en), die architecturaal één beeldbepalend geheel vormen, bestemd voor verschillende

Page 198: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

188 deelplan De Prijkels

activiteiten.

Zuinig ruimtegebruik is aangewezen Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning dient een inrichtingsstudie gevoegd te worden. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen.

De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een reeds bestaande inrichtingsstudie, een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning

Bij vergunningsaanvragen wordt een inrichtingsstudie gevoegd die aantoont dat de betreffende aanvraag de verdere ontwikkeling van de bestemmingszone niet hypothekeert.

Parkeerplaatsen nemen op een bedrijventerrein vaak veel ruimte in beslag. Daarom moet hier bij de inrichting van het bedrijventerrein veel aandacht aan besteed worden. Het voorzien van gemeenschappelijke parkeervoorzieningen en/of het incorporeren van parkeerplaatsen in, onder of op het bedrijfsgebouw moeten grondig onderzocht en afgewogen worden.

Page 199: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 189

zal ondermeer beoordeeld worden aan de hand van ondermeer volgende criteria :

- zorgvuldig ruimtegebruik

Zorgvuldig ruimtegebruik wordt gerealiseerd door het maximaal groeperen van gebouwen waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat en het uitbreiden van bedrijfsgebouwen aansluitend op een bestaand gebouw.

- het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat

- daar waar het beheer dit toelaat groeperen van parkeren en/of het voorzien van parkeermogelijkheden geïncorporeerd in het bedrijfsgebouw

- een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied en architecturale afwerking en de beeldkwaliteit van de bedrijfsgebouwen

Voor de regionale bedrijven bedraagt de minimale perceelsoppervlakte 5000 m2.Uitzonderingen zijn toegestaan voor:

percelen met bestaande

stedenbouwkundig vergunde

bedrijfsgebouwen binnen de zone;

percelen met bedrijven die

gemeenschappelijke en

complementaire voorzieningen

verzorgen;

Page 200: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

190 deelplan De Prijkels

percelen met

bedrijfsverzamelgebouwen;

een beperkt aantal percelen die

omwille van de globale inrichting van

het bedrijventerrein een kleinere

terreinoppervlakte verkrijgen;

percelen met aaneengesloten

gebouwen of gebouwen die

architectonisch een geheel vormen

maar voor verschillende bedrijven

bestemd zijn.

Bedrijfsverzamelgebouwen: voorbeelden daarvan zijn gebouwen waarin verschillende bedrijven hun kantoren voor administratieve diensten groeperen.

Artikel 6 : Zone voor lokale en regionale bedrijven – Categorie van gebiedsaanduiding 2. Bedrijvigheid

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Het bedrijventerrein is bestemd voor bedrijven van lokaal en regionaal belang met de volgende hoofdactiviteiten:

- productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen;

- logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel);

- onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten

- productie van energie, het inplanten van windturbines alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie, met aandacht voor samengebruik van ruimte en zuinig

Met opslag wordt de opslag van de geproduceerde of verwerkte goederen bedoeld. Daarnaast kan bijvoorbeeld ook de opslag van grond voor een grondwerker hieronder begrepen zijn.

Bij het plaatsen van installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie dient erover gewaakt te worden dat een zuinig ruimtegebruik wordt nagestreefd en dat mogelijks de ruimte onder de installaties nuttig wordt besteed.

Page 201: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 191

ruimtegebruik.

- afvalverwerking met inbegrip van recyclage;

- verwerking en bewerking van mest en slib;

- verwerking en bewerking van grondstoffen met inbegrip van delfstoffen

Eveneens toegelaten zijn :

- Kantoren en toonzalen met beperkte vloeroppervlakte, ondergeschikt en gekoppeld aan de productieactiviteit van individuele bedrijven, voor zover die activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. De toonzalen mogen maximaal 10% van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen, ongeacht op welk niveau de toonzalen worden ingericht, de toonzaaloppervlakte mag maximaal 500 m² zijn.

- Inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel van maximaal 200 m² vloeroppervlakte en beperkt tot één wooneenheid, geïntegreerd in het bedrijfsgebouw

- gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een bedrijventerrein, inclusief wegenis, infiltratievoorzieningen en wateropvang en -

De loketfunctie staat in relatie tot de werking van het bedrijf zijnde onthaal van leveranciers, zakencontacten in functie van de bedrijvigheid, …

In specifieke gevallen kan onder bewakingspersoneel ook de eigenaar, een zaakvoerder of kaderlid worden begrepen, voor zover diens aanwezigheid nuttig of nodig is voor de bewaking en voor de veiligheid van het bedrijf.

Page 202: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

192 deelplan De Prijkels

afvoer

- de aanleg van interne wegenis, parkeergelegenheden, fietsers- en voetgangersverbindingen;

- het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en het aanleggen van nieuwe leidingen is toegelaten;

- het oprichten van kleinschalige gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut; de inplanting mag de bedrijfsvoering niet hinderen

- reliëfwijzigingen noodzakelijk voor de realisatie van de bestemming

- groenaanleg

Omwille van de keuze om ter hoogte van het kruispunt Karreweg-N35 een Poortgebied te ontwikkelen, worden elders op de bedrijvenzone "de Prijkels" geen complementaire dienstverlenende bedrijven toegelaten.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

- kleinhandel;

- complementaire dienstverlenende bedrijven

- horeca, motel- en congresaccomodaties,

- agrarische productie;

- autonome kantoren;

- discotheken

- alle sport- en recreatieve functies

Voorbeelden van complementair dienstverlenende bedrijven zijn een vrachtwagentankstation, een gemeenschappelijk bedrijfsrestaurant, een bank-/postloket

Met autonome kantoren wordt bedoeld, bedrijven met als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening met een

Page 203: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 193

- opslag van schroot en storten van afval

- grootschalige opslag, productie en verwerking in open lucht

hoofdzakelijk administratief karakter en een hoge personeelsintensiteit. De kantooractiviteit is hier niet ondergeschikt aan andere bedrijfsactiviteiten zoals productie of verwerking van goederen.

Seveso-bedrijven zijn niet gewenst. Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten.

Deze bepaling slaat op alle inrichtingen die vallen onder toepassing van de Seveso-wetgeving, zowel hogedrempelinrichtingen als lagedrempelinrichting.

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt minstens aandacht besteed aan:

- het optimaal gebruiken van de percelen, evenwel rekening houdend met de verplichtingen inzake veiligheid;

- het groeperen en organiseren op het bedrijventerrein van parkeermogelijkheden voor de gebruikers en bezoekers

Zuinig ruimtegebruik is een algemeen principe voor een bedrijventerrein. Bij de beoordeling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wordt niet alleen rekening gehouden met het zuinig ruimtegebruik maar ook onder meer met: - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen; - de inpassing in de omgeving.

Zuinig ruimtegebruik is aangewezen Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning dient een inrichtingsstudie gevoegd te worden. De

Bij vergunningsaanvragen wordt een inrichtingsstudie gevoegd die aantoont dat de betreffende aanvraag de verdere

Page 204: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

194 deelplan De Prijkels

inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen.

De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een reeds bestaande inrichtingsstudie, een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning zal beoordeeld worden aan de hand van ondermeer volgende criteria :

- zorgvuldig ruimtegebruik, wat wordt gerealiseerd door het maximaal groeperen

ontwikkeling van de bestemmingszone niet hypothekeert.

Parkeerplaatsen nemen op een bedrijventerrein vaak veel ruimte in beslag. Daarom moet hier bij de inrichting van het bedrijventerrein veel aandacht aan besteed worden. Het voorzien van gemeenschappelijke parkeervoorzieningen en/of het incorporeren van parkeerplaatsen in, onder of op het bedrijfsgebouw moeten grondig onderzocht en afgewogen worden.

Page 205: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 195

van gebouwen waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat en het uitbreiden van bedrijfsgebouwen aansluitend op een bestaand gebouw.

- het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat

- daar waar het beheer dit toelaat groeperen van parkeren en/of het voorzien van parkeermogelijkheden geïncorporeerd in het bedrijfsgebouw

- een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied en architecturale afwerking en de beeldkwaliteit van de bedrijfsgebouwen

Artikel 7 : Lokaal bedrijventerrein – Categorie van gebiedsaanduiding 2. Bedrijvigheid

Principes VERORDENEND TOELICHTING

Het bedrijventerrein is bestemd voor lokale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten:

- productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen;

- verwerking en bewerking van grondstoffen met inbegrip van delfstoffen

- productie van energie, het inplanten van windturbines alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie, met aandacht voor samengebruik van ruimte en zuinig

Met opslag wordt de opslag van de geproduceerde of verwerkte goederen bedoeld. Daarnaast kan bijvoorbeeld ook de opslag van grond voor een grondwerker hieronder begrepen zijn.

Bij het plaatsen van installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie dient erover gewaakt te worden dat een zuinig ruimtegebruik wordt nagestreefd en dat

Page 206: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

196 deelplan De Prijkels

ruimtegebruik. mogelijks de ruimte onder de installaties nuttig wordt besteed.

Eveneens toegelaten zijn :

- Kantoren en toonzalen met beperkte vloeroppervlakte, ondergeschikt en gekoppeld aan de productieactiviteit van individuele bedrijven, voor zover die activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. De toonzalen mogen maximaal 10% van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen, ongeacht op welk niveau de toonzalen worden ingericht, de toonzaaloppervlakte mag maximaal 500 m² zijn.

- Inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel van maximaal 200 m² vloeroppervlakte en beperkt tot één wooneenheid, geïntegreerd in het bedrijfsgebouw

- gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een bedrijventerrein, inclusief wegenis, infiltratievoorzieningen en wateropvang en -afvoer

- de aanleg van interne wegenis, parkeergelegenheden, fietsers- en

De loketfunctie staat in relatie tot de werking van het bedrijf zijnde onthaal van leveranciers, zakencontacten in functie van de bedrijvigheid, …

In specifieke gevallen kan onder bewakingspersoneel ook de eigenaar, een zaakvoerder of kaderlid worden begrepen, voor zover diens aanwezigheid nuttig of nodig is voor de bewaking en voor de veiligheid van het bedrijf.

Page 207: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 197

voetgangersverbindingen;

- het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en het aanleggen van nieuwe leidingen is toegelaten;

- het oprichten van kleinschalige gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut; de inplanting mag de bedrijfsvoering niet hinderen

- reliëfwijzigingen noodzakelijk voor de realisatie van de bestemming

- groenaanleg

Omwille van de keuze om ter hoogte van het kruispunt Karreweg-N35 een Poortgebied te ontwikkelen, worden elders op de bedrijvenzone "de Prijkels" geen complementaire dienstverlenende bedrijven toegelaten.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

- kleinhandel;

- complementaire dienstverlenende bedrijven

- horeca, motel- en congresaccomodaties,

- agrarische productie;

- autonome kantoren;

- discotheken

- alle sport- en recreatieve functies

- opslag van schroot en storten van afval

- grootschalige opslag, productie en verwerking in open lucht

Voorbeelden van complementair dienstverlenende bedrijven zijn een vrachtwagentankstation, een gemeenschappelijk bedrijfsrestaurant, een bank-/postloket

Met autonome kantoren wordt bedoeld, bedrijven met als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening met een hoofdzakelijk administratief karakter en een hoge personeelsintensiteit. De kantooractiviteit is hier niet ondergeschikt

Page 208: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

198 deelplan De Prijkels

aan andere bedrijfsactiviteiten zoals productie of verwerking van goederen.

Seveso-bedrijven zijn niet gewenst. Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten.

Deze bepaling slaat op alle inrichtingen die vallen onder toepassing van de Seveso-wetgeving, zowel hogedrempelinrichtingen als lagedrempelinrichting.

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt minstens aandacht besteed aan:

- het optimaal gebruiken van de percelen, evenwel rekening houdend met de verplichtingen inzake veiligheid;

- het groeperen en organiseren op het bedrijventerrein van parkeermogelijkheden voor de gebruikers en bezoekers

Zuinig ruimtegebruik is een algemeen principe voor een bedrijventerrein. Bij de beoordeling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wordt niet alleen rekening gehouden met het zuinig ruimtegebruik maar ook onder meer met: - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen; - de inpassing in de omgeving.

Zuinig ruimtegebruik is aangewezen Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning dient een inrichtingsstudie gevoegd te worden. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en wordt als zodanig meegestuurd aan de

Bij vergunningsaanvragen wordt een inrichtingsstudie gevoegd die aantoont dat de betreffende aanvraag de verdere ontwikkeling van het gebied niet hypothekeert.

Page 209: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 199

adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen.

De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied.

Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning zal beoordeeld worden aan de hand van ondermeer volgende criteria :

- zorgvuldig ruimtegebruik, wat wordt gerealiseerd door het maximaal groeperen van gebouwen waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat en het uitbreiden van bedrijfsgebouwen aansluitend op een

Parkeerplaatsen nemen op een bedrijventerrein vaak veel ruimte in beslag. Daarom moet hier bij de inrichting van het bedrijventerrein veel aandacht aan besteed worden. Het voorzien van gemeenschappelijke parkeervoorzieningen en/of het incorporeren van parkeerplaatsen in, onder of op het bedrijfsgebouw moeten grondig onderzocht en afgewogen worden.

Page 210: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

200 deelplan De Prijkels

bestaand gebouw.

- het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat

- daar waar het beheer dit toelaat groeperen van parkeren en/of het voorzien van parkeermogelijkheden geïncorporeerd in het bedrijfsgebouw

- een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied en architecturale afwerking en de beeldkwaliteit van de bedrijfsgebouwen

De maximale perceelsoppervlakte per bedrijf bedraagt maximum 5000m².

Samenvoegen van percelen is niet toegelaten.

Page 211: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 201

1 1 . 8 . T o e l i c h t e n d e p l a n n e n

Bestaande feitelijke toestand (kadasterplan, NGI, kleuren- orthofoto, ..) : kaarten P 1 en P2

Juridische toestand : kaart P 3

Andere plannen … (bv.verkavelingen, habitatrichtlijngebied, NOG's,…) : kaart P4

1 1 . 9 . R u i m t e b a l a n s e n b e s t e m m i n g s c a t e g o r i e ë n

Dit deelplan voorziet de wijziging van de bestemmingen van het gewestplan naar gemengd

regionaal bedrijventerrein, de poort (activiteiten verbonden met het regionaal

bedrijventerrein), zone voor lokale en regionale bedrijven, lokaal bedrijventerrein, bufferzone

en een zone voor infrastructuur (in overdruk). Deze bestemmingen behoren tot de categorie

van gebiedsaanduiding 2 Bedrijvigheid.

Bestemming PRUP Bestemmingscategorie Oppervlakte (ha)

Bestemming gewestplan

Gemengd regionaal bedrijventerrein

bedrijvigheid 60,08 Agrarisch gebied

De poort bedrijvigheid

2,00 Natuurgebied

2,84 Zone voor milieubelastende industrieën

Zone voor lokale en regionale bedrijven

bedrijvigheid 5,86 Natuurgebied

4,34 Agrarisch gebied

Lokaal bedrijventerrein bedrijvigheid

1,96 Zone voor milieubelastende industrieën

2,14 Agrarisch gebied

1,04 Natuurgebied

Bufferzone bedrijvigheid 10,42 Agrarisch gebied

Zone voor infrastructuur bedrijvigheid (overdruk) -----

Page 212: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

202 deelplan De Prijkels

1 1 . 1 0 . L i m i t a t i e v e o p g a v e v a n d e v o o r s c h r i f t e n d i e

s t r i j d i g z i j n m e t h e t r u i m t e l i j k u i t v o e r i n g s p l a n

e n d i e o p g e h e v e n w o r d e n

De bestemmingen van het gewestplan Oudenaarde (KB 24 februari 1977 en latere

wijzigingen) worden voor wat de delen van het plangebied betreft opgeheven.

1 1 . 1 1 . R e g i s t e r v a n p e r c e l e n w a a r o p e e n

b e s t e m m i n g s w i j z i g i n g w o r d t d o o r g e v o e r d

In voorkomend geval wordt bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, een register toegevoegd, al dan

niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die

aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een

planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of

titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

Page 213: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 203

Kadastrale gegevens Bestemming voor inwerkingtreding RUP perceelsnummer BESTEMMING RUP

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0720___000_00  agrarisch gebied  720  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0711_A_000_00  agrarisch gebied  711a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0711_B_000_00  agrarisch gebied  711b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0712_B_000_00  agrarisch gebied  712b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0712_E_000_00  agrarisch gebied  712e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0712_F_000_00  agrarisch gebied  712f  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0713_B_000_00  agrarisch gebied  713b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0714_B_000_00  agrarisch gebied  714b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0719_A_000_00  agrarisch gebied  719a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0721_A_000_00  agrarisch gebied  721a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0723_A_000_00  agrarisch gebied  723a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0726_B_000_00  agrarisch gebied  726b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0727_B_000_00  agrarisch gebied  727b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0727_C_000_00  agrarisch gebied  727c  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0729_C_000_00  agrarisch gebied  729c  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0729_D_000_00  agrarisch gebied  729d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0732_F_000_00  agrarisch gebied  732f  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0732_G_000_00  agrarisch gebied  732g  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0824___000_00  agrarisch gebied  824  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0827___000_00  agrarisch gebied  827  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0828___000_00  agrarisch gebied  828  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0853___000_00  agrarisch gebied  853  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0799_G_000_00  agrarisch gebied  799g  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0814_K_000_00  agrarisch gebied  814k  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0814_L_000_00  agrarisch gebied  814l  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0814_P_000_00  agrarisch gebied  814p  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0826_S_000_00  agrarisch gebied  826s  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0829_D_000_00  agrarisch gebied  829d  Bufferzone 

Page 214: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

204 deelplan De Prijkels

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0836___000_02  agrarisch gebied  836/2  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0836_A_000_52  agrarisch gebied  836a/52  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0844_F_000_00  agrarisch gebied  844f  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0850_A_000_00  agrarisch gebied  850a  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0808_E_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  808e  De Poort 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0808_H_000_00  natuurgebied  808h  De Poort 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0808_H_000_00  natuurgebied  808h  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0811_B_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  811b  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0812_A_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  812a  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0814_R_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  814r  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0814_R_000_00  agrarisch gebied  814r  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0815_A_000_00  agrarisch gebied  815a  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0815_A_000_00  agrarisch gebied  815a  Bufferzone 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0816_A_000_00  agrarisch gebied  816a  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0817_A_000_00  agrarisch gebied  817a  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0818_B_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  818b  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0822_C_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  822c  Lokaal bedrijventerrein 

DEINZE  3 AFD/PETEGEM‐LEIE/  44054_B_0823_C_000_00  agrarisch gebied  823c  Lokaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0028___000_02  agrarisch gebied  28/2  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0102_B_000_00  agrarisch gebied  102b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0103_B_000_00  agrarisch gebied  103b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0010_A_000_00  agrarisch gebied  10a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0012_P_000_00  agrarisch gebied  12p  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0012_R_000_00  agrarisch gebied  12r  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0012_S_000_00  agrarisch gebied  12s  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0012_W_000_00  agrarisch gebied  12w  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0015_D_000_00  agrarisch gebied  15d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0015_E_000_00  agrarisch gebied  15e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0016_L_000_00  agrarisch gebied  16l  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0016_M_000_00  agrarisch gebied  16m  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

Page 215: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 205

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0016_N_000_00  agrarisch gebied  16n  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0018_E_000_00  agrarisch gebied  18e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0001_N_000_00  agrarisch gebied  1n  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0023_E_000_00  agrarisch gebied  23e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0026_B_000_00  agrarisch gebied  26b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0026_E_000_00  agrarisch gebied  26e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0026_F_000_00  agrarisch gebied  26f  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0027_B_000_00  agrarisch gebied  27b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0028_A_000_00  agrarisch gebied  28a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0002_K_000_00  agrarisch gebied  2k  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0002_L_000_00  agrarisch gebied  2l  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0002_M_000_00  agrarisch gebied  2m  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0030_D_000_00  agrarisch gebied  30d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0032_A_000_00  agrarisch gebied  32a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0034_D_000_00  agrarisch gebied  34d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0039_M_000_00  agrarisch gebied  39m  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0039_N_000_00  agrarisch gebied  39n  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0044___000_02  agrarisch gebied  44/2  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0044_F_000_00  agrarisch gebied  44f  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0046_K_000_00  agrarisch gebied  46k  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0046_L_000_00  agrarisch gebied  46l  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0046_M_000_00  agrarisch gebied  46m  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0089_B_000_00  agrarisch gebied  89b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0008_A_000_00  agrarisch gebied  8a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

KRUISHOUTEM  1 AFD/KRUISHOUTEM/  45017_A_0097_A_000_00  agrarisch gebied  97a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0010_A_000_00  agrarisch gebied  10a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0012_B_000_00  agrarisch gebied  12b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0014_A_000_00  agrarisch gebied  14a  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0017_E_000_00  agrarisch gebied  17e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0001_B_000_00  agrarisch gebied  1b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

Page 216: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

206 deelplan De Prijkels

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0020_M_000_00  agrarisch gebied  20m  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0024_D_000_00  agrarisch gebied  24d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0024_E_000_00  agrarisch gebied  24e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0026_B_000_00  agrarisch gebied  26b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0027_C_000_00  agrarisch gebied  27c  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0027_D_000_00  agrarisch gebied  27d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0028_C_000_00  agrarisch gebied  28c  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0030_D_000_00  agrarisch gebied  30d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0036_H_000_00  agrarisch gebied  36h  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0036_K_000_00  agrarisch gebied  36k  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0003_D_000_00  agrarisch gebied  3d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0005_B_000_00  agrarisch gebied  5b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_B_000_00  agrarisch gebied  7b  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_C_000_00  agrarisch gebied  7c  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_D_000_00  agrarisch gebied  7d  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_E_000_00  agrarisch gebied  7e  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_F_000_00  agrarisch gebied  7f  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_G_000_00  agrarisch gebied  7g  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0007_H_000_00  agrarisch gebied  7h  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0086_C_000_00  agrarisch gebied  86c  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0008_A_003_00  agrarisch gebied  8a3  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0008_Z_002_00  agrarisch gebied  8z2  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0009_N_000_00  agrarisch gebied  9n  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0009_P_000_00  agrarisch gebied  9p  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0009_R_000_00  agrarisch gebied  9r  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0009_S_000_00  agrarisch gebied  9s  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0009_T_000_00  agrarisch gebied  9t  Gemengd regionaal bedrijventerrein 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_A_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118a4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_F_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118f4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_H_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118h4  De Poort 

Page 217: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 207

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_K_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118k4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_L_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118l4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_M_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118m4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_N_003_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118n3  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_N_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118n4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_P_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118p4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_W_003_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118w3  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0118_Z_003_00  gebied voor milieubelastende industrieën  118z3  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0120_G_000_00  gebied voor milieubelastende industrieën  120g  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0121_A_002_00  gebied voor milieubelastende industrieën  121a2  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0121_B_002_00  gebied voor milieubelastende industrieën  121b2  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0121_C_002_00  gebied voor milieubelastende industrieën  121c2  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0132_L_004_00  gebied voor milieubelastende industrieën  132l4  De Poort 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0275_G_000_00  natuurgebied  275g  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0275_H_000_00  natuurgebied  275h  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0276_E_000_00  natuurgebied  276e  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0279_A_000_00  agrarisch gebied  279a  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0281_A_000_00  agrarisch gebied  281a  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0281_B_000_00  agrarisch gebied  281b  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

NAZARETH  1 AFD/NAZARETH/  44048_A_0283_F_000_00  agrarisch gebied  283f  Zone voor lokale en regionale bedrijven 

Page 218: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

208 deelplan De Prijkels

Page 219: Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze › download › 51cb31b9-ae4a-4b... · 2017-12-07 · Plan-MER (milieu-effectenrapport) ..... 153 11.5.2. Ruimtelijk veiligheidsrapport ...

afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

deelplan De Prijkels 209

B I J L A G E N

1. Goedkeuringsverslag PlanMER PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze