Activa 4, 2014

44
RGS en SBR: ‘Het glas is pas halfvol’ Rijksregisseur Rob Kuipers en Freek Arnoldus van het CBS Jaargang 27 - Nummer 4 - 2014 NOAB-Activa-2014-4.indd 1 06-10-14 10:44

description

 

Transcript of Activa 4, 2014

Page 1: Activa 4, 2014

RGS en SBR: ‘Het glas is pas halfvol’Rijksregisseur Rob Kuipers en Freek Arnoldus van het CBS

J a a r g a n g 27 - N u m m e r 4 - 2 014

NOAB-Activa-2014-4.indd 1 06-10-14 10:44

Page 2: Activa 4, 2014

U vertoont de hoogstandjes in de samenstelpraktijk met CaseWare

CaseWare Nederland bv Amersfoortseweg 15F Apeldoorn Tel: +31(0)55-368 10 50

www.caseware.nl

Traditioneel strijden effectiviteit en efficiëntie om de beste prestatie.

Wat goed moet, kost tijd. En wat snel moet, kost kwaliteit. Maar deze

wetmatigheid is verleden tijd. Ook in de samenstelpraktijk. Vandaag de

dag verlangen cliënten beide van u: dat uw uitgevoerde jaarrekening-

opdrachten voldoen aan alle kwaliteitseisen én dat u de klussen klaart

binnen de reguliere speeltijd. NOAB Samenstel Suite biedt u die eigen-

tijdse vorm van gemengde flexibiliteit. Want met NOAB Samenstel

Suite bepaalt u de speelstijl van uw samenstelaanpak. Risicogericht, of

volgens het ingesloten NOAB kwaliteitssysteem. U heeft de controle

over de kwaliteit door de intelligente checklisten en werkprogramma’s.

En in elke fase behoudt u het overzicht op het gebruiksvriendelijke

Dashboard. Met NOAB Samenstel Suite bent u flexibel in cliëntspeci-

fieke situaties dankzij het instelbare raamwerk. U kunt ballen makkelijk

aannemen en afspelen door online samen te werken met uw cliënten

en collega’s. En u kunt meteen beginnen aan de gedegen opbouw van

uw samenstellingsopdracht door de integratie van NOAB Samenstel

Suite met het elektronisch dossier en de jaarrekening. U kunt direct

doelgericht naar voren door de koppeling tussen de jaarrekening en

het materialiteitsoverzicht. Nou, wilt u al uw administratieve taken

maar één keer raken en op het speelveld van uw praktijk een hoog-

waardige kwaliteit én een hoog tempo? Bel dan snel

even met CaseWare Nederland in Apeldoorn.

Of check snel www.caseware.nl.

159472 Adv NOAB Activa nov 2013.indd 1 18-11-13 11:27NOAB-Activa-2014-4.indd 2 06-10-14 10:44

Page 3: Activa 4, 2014

RGS en SBR: twee-eenheid

6

‘Aanpak btw-carrouselfraude is

in ons gezamenlijk belang’

14

Lenen, lenen, betalen, betalen!

36

10 ‘Risico’s werkgeverschap remmen herstel economie’

12 De discussie over schijnzelfstandigheid

16 ‘SBR vraagt keuzes die invloed  hebben op het werkproces’

18 Geld genoeg

20 HIR-arresten mei 2014: alsnog verplichte vrijval van de HIR?

24 De Basiscursus Accountancy nieuwe stijl: ‘zeer goed en zinvol’

26 Proactief vooruitkijken met de klant

28 De EU zoekt naar eigen inkomsten

30 Twee jaar premiekorting voor jongere werknemer

31 Kantoor in Beeld

33 ‘Het moet allemaal anders!’

34 Zorgondernemers moeten anticiperen op nieuwe situatie

38 Omgaan met btw voor amateurvereniging en -stichting (4)

40 ‘Relevant zijn voor je klant’

42 Tuchtcollege

COLOFON Activa magazine is een uitgave van de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. Activa verschijnt 5x per jaar. Jaargang 27, nr. 4 oktober 2014 ISSN 1384-2676 Secretariaat NOAB Postbus 2478 5202 CL ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 614 14 19 www.noab.nl mail: [email protected] Redactie mr. Ed de Vlam (hoofdredacteur), Loft 238 (eindredactie), Henk Poker, Chris Wolters, Hans Pieters Bladmanagement Michel Hamer, Thijs Knoester Acquisitie NOAB, 073 - 614 14 19 Advertentietarieven Op aanvraag bij de uitgever Contactpersoon Michel Hamer Vormgeving Stephan Lerou ‘s-Hertogenbosch Opmaak Repro Design Zutphen Druk Dekkers van Gerwen ‘s-Hertogenbosch, 088-0280900 Abonnementenadministratie Opgave van abonnementen, opzegging en adreswijziging uitsluitend schriftelijk doorgeven aan de uitgever. Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Abonnementskosten € 45,- per jaar (incl. BTW). Coverfoto Rijksregisseur Rob Kuipers en Freek Arnoldus van het CBS, fotografie Ellen van Doorn ■

Inhoud3

U vertoont de hoogstandjes in de samenstelpraktijk met CaseWare

CaseWare Nederland bv Amersfoortseweg 15F Apeldoorn Tel: +31(0)55-368 10 50

www.caseware.nl

Traditioneel strijden effectiviteit en efficiëntie om de beste prestatie.

Wat goed moet, kost tijd. En wat snel moet, kost kwaliteit. Maar deze

wetmatigheid is verleden tijd. Ook in de samenstelpraktijk. Vandaag de

dag verlangen cliënten beide van u: dat uw uitgevoerde jaarrekening-

opdrachten voldoen aan alle kwaliteitseisen én dat u de klussen klaart

binnen de reguliere speeltijd. NOAB Samenstel Suite biedt u die eigen-

tijdse vorm van gemengde flexibiliteit. Want met NOAB Samenstel

Suite bepaalt u de speelstijl van uw samenstelaanpak. Risicogericht, of

volgens het ingesloten NOAB kwaliteitssysteem. U heeft de controle

over de kwaliteit door de intelligente checklisten en werkprogramma’s.

En in elke fase behoudt u het overzicht op het gebruiksvriendelijke

Dashboard. Met NOAB Samenstel Suite bent u flexibel in cliëntspeci-

fieke situaties dankzij het instelbare raamwerk. U kunt ballen makkelijk

aannemen en afspelen door online samen te werken met uw cliënten

en collega’s. En u kunt meteen beginnen aan de gedegen opbouw van

uw samenstellingsopdracht door de integratie van NOAB Samenstel

Suite met het elektronisch dossier en de jaarrekening. U kunt direct

doelgericht naar voren door de koppeling tussen de jaarrekening en

het materialiteitsoverzicht. Nou, wilt u al uw administratieve taken

maar één keer raken en op het speelveld van uw praktijk een hoog-

waardige kwaliteit én een hoog tempo? Bel dan snel

even met CaseWare Nederland in Apeldoorn.

Of check snel www.caseware.nl.

159472 Adv NOAB Activa nov 2013.indd 1 18-11-13 11:27 NOAB-Activa-2014-4.indd 3 06-10-14 10:44

Page 4: Activa 4, 2014

PORTAL EVENT 2014

Aanmelden viaWWW.PORTALEVENT.NL

AMERSFOORT 4 NOV. 2014

SHAPINGFUTURETH

E

3 PE-PUNTEN NBA

1-1 pag Noab_220x297_250814.indd 1 02-10-14 15:47NOAB-Activa-2014-4.indd 4 06-10-14 10:44

Page 5: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

Elkaar helpen beter te worden

Op het moment dat ik het voorwoord van alweer de vierde Activa van dit jaar schrijf, zit ik in de trein op weg naar het Beconoverleg in Utrecht. Een belangrijk overleg, want een blik op de agenda leert mij dat er zeker weer punten op staan, die u als belangrijke partner in de keten van klant naar overheid raken. De punten van het overleg raken trouwens niet alleen u, maar misschien nog wel belangrijker, ook uw klant. De blokkeringsregeling, SBA, het ondernemersdossier, het zijn allemaal kwesties waar u en uw klant nu of in de toekomst mee te maken gaan krijgen. NOAB maakt zich er sterk voor, dat de zaken voor u als lid goed worden geregeld.De uitkomst zal niet altijd naar ieders 100% tevredenheid zijn, maar de inzet is wel gericht op verbetering van pro-cessen. NOAB is er voor haar leden en ik verwacht van iedereen dat er in het belang van de leden wordt gewerkt. En dat gebeurt, kan ik u verzekeren, met veel enthousias-

me. Uitgangspunt hierbij is altijd samenwerking, respect en begrip voor elkaars posities.Van u als lid verwacht ik feitelijk dezelfde grondhouding. Onze vereniging kan alleen bestaan als alle leden een steentje bijdragen aan de doelen die we ons hebben ge-steld. Binnen de afdelingen geven we dat vorm door mid-del van regelmatige bijeenkomsten met sprekers en colle-giaal overleg. Elkaar helpen beter te worden, dát is in het belang van NOAB en daarmee ook van u als lid.Als wij er als vereniging de komende jaren in slagen beter te worden, weet ik zeker dat we de concurrentieslag met de ‘boekhouder om de hoek’ gaan winnen. We worden dan dé adviseur en sparringpartner van de mkb-onderne-mer, met kennis van de branche van die specifieke onder-nemer. NOAB geldt daarbij als keurmerk voor kwaliteit en kennis!Doe mee en help uzelf, uw collega’s en NOAB vooruit!

PORTAL EVENT 2014

Aanmelden viaWWW.PORTALEVENT.NL

AMERSFOORT 4 NOV. 2014

SHAPINGFUTURETH

E

3 PE-PUNTEN NBA

1-1 pag Noab_220x297_250814.indd 1 02-10-14 15:47

5

VoorwoordMart ien Hermans

Voorzit ter van NOAB

NOAB-Activa-2014-4.indd 5 06-10-14 10:44

Page 6: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

RGS en SBR: twee-eenheidEind mei is versie 1.0 van het Referentie Grootboekschema (RGS) gelanceerd. Met RGS wordt een hulpmiddel aangereikt waardoor

het voor ondernemers en intermediairs gemakkelijker wordt de eigen grootboekindeling aan te sluiten op de vereisten van de SBR-

rapportages die ze moeten leveren. Tevens maakt RGS het beter mogelijk om zinvol te benchmarken.

Door: Hans Pieters

Uiteindelijk kan het RGS een soort standaard worden voor veel ondernemingen, maar RGS is niet bedoeld als formeel ver-plichte standaard. Het taxonomieproject dat uiteindelijk heeft geresulteerd in Standard Business Reporting (SBR), de gestan-daardiseerde gegevensuitvraag van de overheid en de banken, heeft ruim tien jaar in beslag genomen. Rijksregisseur Rob Kuipers is ervan overtuigd dat de uitrol en acceptatie van RGS minder voeten in de aarde zal hebben. “We hebben voor SBR meer tijd nodig gehad dan we bij de start hadden voorzien, maar vergeet niet dat SBR een kwestie was van conceptueel denken over hoe we de rapportagestromen in Nederland wilden inrichten. Dat gaat om zaken als beveiligde berichtenuitwisse-ling, het ontwerpen en inrichten van processen en tal van aan-verwante vraagstukken. Maar je moet vooral partijen hebben die meewillen. Je hebt de publiek-private governance erom-heen nodig, voordat je SBR grootschalig kunt toepassen.”

‘RGS is een mooi traject en een

breed gedragen initiatief’

Volgens Freek Arnoldus van het CBS kent RGS deze kwesties niet, althans veel minder, mede omdat RGS veel dichter op de boekhoudpraktijk zit. “Het is geen techniek. We hebben ons bewust gefocust op de gegevensset die wordt gehanteerd bij het inrichten van de boekhouding door administratie- en ac-countantskantoren. Bij het ontwerp hebben we ook het voor-touw aan de private partijen gegeven, onder het motto: ‘Het is jullie expertise, wij faciliteren het proces’.” Bij RGS is een forum gecreëerd, waarbij alle partijen konden meedenken en de gelegenheid hebben gekregen om hun eigen expertise in te brengen. Wat betreft die ingebrachte expertise mag Harold Kinds van de SRA zeker niet onvermeld blijven. Kuipers vult

aan: “De uitvoering is aan anderen, met name aan de software-branche.”

KritischSBR-criticaster Gerard Bottemanne van onderzoeksbureau GBNED is tevreden over deze aanpak. “De focus ligt met RGS weer op de boekhouding, daar waar SBR te veel een technisch vehikel is geworden.” Zo enthousiast als Bottemanne is over RGS, zo kritisch is hij over het proces tot nu toe. “Waar ik bang voor ben, is dat het een politiek vehikel wordt. Je moet nu tijd en geld vrijmaken voor het ontwikkelen en formaliseren van RGS.” Dat geld is er, verklaart hij. “RGS kan SBR gaan vlottrekken. Het rekeningschema is klaar. Mijn voorstel is dat je RGS onderbrengt bij het SBR-programma. Daar is toch al

Softwareleveranciers positiefEen rondje bellen levert geen enkele negatieve reactie op. Infine is vooral verbaasd dat het al zo lang duurt. Muis is voorstander. De woordvoerder van Yuki vindt RGS een onvermijdelijke ontwikkeling. “Je moet als bedrijf met de tijd en de concurrentie meegaan.” Wilco Kraaij van UNIT4 ziet de bedreiging van RGS niet. “Wij geloven heel erg in RGS. De applicaties zijn er al, alleen hebben we nu een uniforme verslaglegging.” Mohamed Amri van AFAS is erg blij met RGS. “Het RGS kan zorgen voor een be-tere verwerking van inkoopfacturen doordat de codering ook aan de e-factuur meegegeven kan worden. Daarnaast komen er nieuwe mogelijkheden bij het inlezen van de au-ditfile.” Ingeborg Walbrecht van Visma ziet nog een ander voordeel: “Het is eenduidig, medewerkers kunnen mak-kelijk elkaars werk en klanten overnemen omdat iedereen met hetzelfde schema werkt. Klanten kunnen eenvoudig switchen van accountant en op dezelfde wijze zoals ze ge-wend zijn, verder werken.”

6

NOAB-Activa-2014-4.indd 6 06-10-14 10:44

Page 7: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

tientallen miljoenen euro’s doorheen gepompt. Koppel je RGS aan de boekhouding, dan heb je impliciet de boekhouding aan SBR gekoppeld. Vergelijk het met auditfiles, het standaardfor-maat waarmee gebruikers informatie kunnen uitwisselen tus-sen financiële software en de Belastingdienst. Zo’n 99% van de softwareleveranciers heeft dat ingebouwd.”

NOAB-bestuurslid Klaas Nieuwland deelt de vrees voor ver-traging van Bottemanne niet. “Kijk je naar de totstandkoming van het RGS, waarvan inmiddels versie 1.0 beschikbaar is, dan is dat in anderhalf jaar tijd gerealiseerd. Dat is supersnel. De opdracht is nu om het vervolgtraject voortvarend aan te pakken. Dat gebeurt ook. Er zijn verschillende werkgroepen, één daarvan is de ketentest. Ik denk niet dat het zoals bij SBR lang gaat duren. RGS is een open systeem. Het is de bedoeling dat het volop wordt ingevoerd en geïntegreerd in de financiële software.”

AanpassenDe gemiddelde klant zal weinig merken van RGS, meent Nieuwland. “Het is een vrij technisch verhaal. De implemen-tatie vindt plaats via de software. Dat gaat over het algemeen langs de klanten heen, net als met SBR.” Uiteindelijk is RGS in het voordeel van de klanten van de NOAB-kantoren, meent hij. “De aanlevering van de gegevens kan sneller en is eendui-diger, waardoor de kans op fouten veel kleiner is.” Snellere aanlevering betekent automatisch ook minder kosten voor de klanten. Nieuwland ziet dit als een onvermijdelijk proces. “Het is een ontwikkeling die al langer aan de gang is. Het standaard administratiekantoor met inkloppen van de boekhouding van klanten wordt steeds minder. Dit is een volgende stap. Er komt iedere keer weer iets bij. Kantoren zullen zich daarop moeten aanpassen.”

Rijksregisseur Kuipers daarover: “Je ziet dat markten in bewe-ging zijn. Voor de ondernemer wijst alles erop dat de rekening omlaag kan. Er ontstaan nieuwe vormen van dienstverlening op het administratieve vlak, zoals abonnementsvormen. In de sfeer van de samenstelpraktijk van de administratiekantoren gaat minder werk ontstaan, omdat de computer dat sneller en goedkoper kan. Dat is een onvermijdelijke ontwikkeling waar ik geen oordeel over heb en de overheid ook geen mening over hoort te hebben,” besluit hij. Zelf heeft Nieuwland nog een redelijk traditioneel kantoor. “Maar de verandering is onver-mijdelijk. Je functie wordt anders. Je zult je moeten aanpassen. De ontwikkeling gaat best wel hard. Wij zijn een klein kantoor met kleinere klanten. En de mensen uit de regio Den Helder zijn redelijk traditioneel. Daardoor we hebben nog niet zoveel

last van klanten die zelf willen gaan boeken. Het persoonlijke gesprek vinden onze klanten belangrijk.” De ingewikkelde fis-cale regelgeving helpt daarbij een handje.

Twee-eenheidKuipers gebruikt voor de samenhang tussen RGS en SBR de metafoor van een broertje en zusje. “Ze hebben elk hun eigen karakteristiek en samen kunnen ze heel veel presteren. SBR is veel makkelijker toepasbaar voor het bedrijfsleven als RGS daaronder ligt. En RGS gaat vooral nut hebben als je met SBR kunt rapporteren. Het is bijna een twee-eenheid.” De essentie bij SBR draait om standaardisering van de rapportage-eisen, waardoor je eenvoudig aan verschillende partijen gegevens kunt aanleveren. “Ook voor de interne rapportages kun je RGS gebruiken, aldus Arnoldus. “RGS is gebaseerd op de adminis-tratie van de ondernemer zelf. Dat is meteen ook de link tussen de twee. Het is een prachtige aanvulling.”“Anders dan in andere landen, zoals bij onze zuiderburen, is RGS geen voorgeschreven standaard. Ondernemers en hun ad-viseurs zijn er vrij in om het te gebruiken. We bieden het aan als instrument om de hele administratieve keten makkelijker te

Rob Kuipers en Freek Arnoldus

Foto

graf

ie E

llen

van

Door

n

7

NOAB-Activa-2014-4.indd 7 06-10-14 10:44

Page 8: Activa 4, 2014

PM-R

ECOR

D TIM

E

PM-R

ECOR

D IN

VOICE

PM-R

ECOR

D HR

M

PRO MANAGEMENTS O F T W A R E

Intuïtieve en overzichtelijke registratie van uren, producten en diensten:

Registratie o.b.v. aantal, begin- en eindtijd of timer

Tarief per medewerker, klant, activiteit, project of boekjaar

Accorderen van uren door de medewerker

Urenstaten en uitgebreide rapportages

Flexibel en eenvoudig genereren van facturen en speci�caties:

Factureren o.b.v. tijd, dienst, afspraak of voorschot

Uren afboeken, bijboeken en uitstellen

Factuurlay-out volledig zelf op te maken

Digitaal factureren inclusief speci�catie en UBL 2.0 bestand

Uitgebreide en complete personeelsdossiers en verlofregistratie:

Digitale personeelsdossiers

Verlof- en tijd-voor-tijd registratie

Rapportages en overzichten met signaleringsfunctie

+

+

+

+

+

+

+

PRO MANAGEMENT SOFTWARE: VOOR HET MODERNE NOAB-KANTOOR

Informeer naar de

NOAB kortingsregeling

+

+

+

+

ACCOUNTANCY

NOAB-Activa-2014-4.indd 8 06-10-14 10:44

Page 9: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

PM-R

ECOR

D TIM

E

PM-R

ECOR

D IN

VOICE

PM-R

ECOR

D HR

M

PRO MANAGEMENTS O F T W A R E

Intuïtieve en overzichtelijke registratie van uren, producten en diensten:

Registratie o.b.v. aantal, begin- en eindtijd of timer

Tarief per medewerker, klant, activiteit, project of boekjaar

Accorderen van uren door de medewerker

Urenstaten en uitgebreide rapportages

Flexibel en eenvoudig genereren van facturen en speci�caties:

Factureren o.b.v. tijd, dienst, afspraak of voorschot

Uren afboeken, bijboeken en uitstellen

Factuurlay-out volledig zelf op te maken

Digitaal factureren inclusief speci�catie en UBL 2.0 bestand

Uitgebreide en complete personeelsdossiers en verlofregistratie:

Digitale personeelsdossiers

Verlof- en tijd-voor-tijd registratie

Rapportages en overzichten met signaleringsfunctie

+

+

+

+

+

+

+

PRO MANAGEMENT SOFTWARE: VOOR HET MODERNE NOAB-KANTOOR

Informeer naar de

NOAB kortingsregeling

+

+

+

+

laten verlopen. Sommige administratiekantoren hebben al aan-gegeven dat ze het als grootboekschema voor hun klanten gaan hanteren, omdat het prettig is om naar een standaard te gaan. Voor kleine bedrijven is het niet ‘handig’ om een ander schema dan RGS te hanteren.”

KetentestEind mei is RGS gelanceerd. Op basis van de reacties hierop kan binnenkort versie 1.1 van het rekening grootboekschema worden gepresenteerd. “Het is een mooi traject en een breed gedragen initiatief. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid. Misschien liep een aantal marktpartijen al met ideeën. Ik denk alleen dat je ze niet veel eerder aan tafel had gekregen dan nu. Ze zijn over hun schaduw heengestapt,” vertelt Arnoldus.Onlangs is gestart met de contouren neer te zetten van de ketentest. “De bedoeling is dat aan het eind van het jaar de resultaten bekend zijn, die een handreiking bieden voor de im-plementatie. Daarnaast wordt gekeken hoe de samenwerking tussen SBR en RGS handen en voeten kan worden gegeven. De ambitie is om RGS uiteindelijk te laten samenvloeien met SBR. Kuipers: “De broertje-en-zusjevergelijking is meer dan een metafoor. Bij ons heerst het gevoel dat RGS onderdeel kan worden van de taxonomie. Dan krijg je een taxonomie die niet alleen een uitvraagtaxonomie is, maar ook een doorvertaling vindt in je administratieve werk. Dat biedt impliciet de garan-tie dat een verandering in de uitvraagtaxonomie, bijvoorbeeld een fiscale wijziging, automatisch wordt doorvertaald in de administratieve post. Je krijgt het gewoon aangereikt als een geautomatiseerde update.”

Met RGS moet er een standaard grootboekschema komen dat in de rapportagemodules wordt verwerkt, waardoor de aanlevering veel makkelijker verloopt. Een ondernemer of intermediair hoeft daardoor niet meer na te denken hoe hij zijn gegevens uit de administratie tevoorschijn kan toveren. Als voorbeeld noemt NOAB-bestuurslid Klaas Nieuwland de huisvestingskosten. “Daarvoor vraagt het CBS een andere spe-cificatie dan de Belastingdienst. Hetzelfde verhaal bij de auto-kosten. Je moet die gegevens telkens apart uit je administratie samenvoegen of uitsplitsen. Is dat met een simpele druk op de knop uit de administratie te halen, dan is dat winst.” Met RGS wordt dat een stuk eenvoudiger, verwacht hij.

KostenEen heikel punt zijn de kosten die met RGS zijn gemoeid. “NOAB is voorstander van RGS. Het grote voordeel zit ’m bij de uitvragende partijen. De kosten van de implementatie moe-ten dus ook door die partijen worden gedragen,” benadrukt Nieuwland. NOAB zit in diverse werkgroepen om dat scherp in de gaten te houden. Hij is optimistisch dat de kosten zullen meevallen: “Omdat het rekeningschema wordt geïntegreerd in

de software, merkt de klant er waarschijnlijk niets van.” Rijksregisseur Kuipers schat dat administratiekantoren, in het kader van SBR, misschien voor een paar honderd euro nieuwe certificaten moeten aanschaffen. “Maar als je dat voor heel veel klanten doet, valt die investering reuze mee.” Hij verwijst naar SBR: “Overheden hebben daar tientallen miljoenen in gestoken.” Uiteindelijk biedt RGS vooral voordelen, is Kui-pers’ overtuiging. “Er is een aantal doelen die we tegelijkertijd nastreven.

‘Er is sprake van een gezamen-

lijke stip aan de horizon’

De administratieve lasten kunnen omlaag, de uitvoeringskos-ten van de overheid gaan omlaag en zeker zo belangrijk: de kwaliteit en bruikbaarheid van de data gaat omhoog.” Arnol-dus: “De informatie komt in een open format beschikbaar, dat iedereen kan gebruiken. Administratie- en accountantskanto-ren hebben al een paar keer aangegeven dat ze met RGS mak-kelijker in staat zijn om een goede benchmark uit te voeren.” “Steeds meer klanten vinden het van belang dat je snel cijfers kunt aanleveren,” constateert Nieuwland. “Net als banken sneller cijfers willen zien. Dankzij RGS zijn er maar een paar aanpassingen nodig voor een tussentijds verslag, zoals de af-schrijvingen.”

Roadmap“Kijk je vanaf een paar jaar terug waar we nu staan, dan zijn we echt een enorm eind verder,” meent Kuipers. “Er gaan mil-joenen berichten per jaar over de lijn. We hebben alles behoor-lijk op orde. De taxonomie werkt, procesmatig en technisch functioneert alles. Tegelijkertijd heb ik gezegd ‘het glas is pas halfvol’. In de wereld van SBR en RGS is nog een wereld te winnen. Heel recent hebben overheidspartijen en marktpartijen gezamenlijk de SBR-roadmap 2014–2020 vastgesteld. Deze be-vat niet alleen een toekomstvisie waar we in 2020 willen staan, maar ook de stappen die nodig zijn en wie die moeten zetten.” Arnoldus: “De overheid en private partijen waren gescheiden eilandjes. Tien jaar geleden hadden we bij wijze van spreken ieder een eigen infrastructuur gecreëerd. Nu zit iedereen bij el-kaar en is sprake van een gezamenlijke stip aan de horizon en een stappenplan dat we met elkaar hebben gedeeld.” ■

RGS en SBR worden uitgebreid behandeld op de NOAB Leden-dag op 12 november 2014.

9

NOAB-Activa-2014-4.indd 9 06-10-14 10:44

Page 10: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

10

‘Risico’s werkgeverschap remmen herstel economie’Met de komst van de Wet werk en zekerheid is de administratieve lastendruk rond personeel hoger dan ooit. Net als het financiële

risico. “Het maakt de happigheid om iemand in dienst te nemen niet groot,” constateert Hans Biesheuvel, voorzitter van ONL voor

Ondernemers. “De starheid van de regelingen staat creatieve oplossingen in de weg.”

Door: Hans Pieters

De Participatiewet, die per 1 januari 2015 in werking treedt, heeft tot doel om 125.000 mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. ONL-voorzitter Hans Biesheuvel ge-looft niet in een quotum. “Ook ik vind, en ik denk met mij velen, dat iedereen die kán werken zou móeten werken in Nederland. Dat je alles uit de kast moet halen. Ik denk alleen dat de manier die nu wordt gekozen niet gaat werken. Om te beginnen zijn de banen op dit moment al moeilijk te vinden. Je kunt ondernemers niet dwingen mensen aan te nemen. Vergeet niet dat veel bedrijven laag gekapitaliseerd zijn en een kleine orderportefeuille hebben.” Daarnaast zijn de regels rondom de Participatiewet veel te star, meent Biesheuvel. “Alle regelingen gaan uit van vaste banen. Dan vraag ik mij af, hoeveel banen zijn er nu voor 38 uur met een vast contract? Dat zijn er heel weinig.”

‘Er komt te veel op het bord

van de ondernemer’

Volgens Biesheuvel kun je beter de loonkosten naar beneden brengen en de risico’s beperken. “De starheid van de regelin-gen staat oplossingen vooral in de weg. Ik zie bijvoorbeeld bij starters wél veel kansen voor mensen met een arbeidsbeper-king. De banen zitten bij de kleine bedrijven en starters. Daar is vaak voor vijftien tot twintig uur werk, waarbij de taak nog niet zo goed vastligt. Dat moet zich nog ontwikkelen. Juist voor iemand die een tijdje uit het arbeidsproces is geweest, en dat geldt voor heel veel mensen met een arbeidsbeperking, past

dat perfect. Alleen passen dan de regelingen die zijn bedacht weer niet.”

Punt naar vorenOok de nieuwe Wet werk en zekerheid moet het ontgelden. “Neem het voorbeeld dat een werkgever geen proeftijd meer kan afspreken als je iemand een halfjaarcontract geeft. Dat is toch gekkenwerk? Voor ondernemers is dat niet te hanteren. Zit je krap bij kas en neem je iemand aan terwijl je niet van ’m af kunt als hij niet functioneert, dan maakt dat de happigheid om iemand in dienst te nemen niet groot. Ik denk dat dit de groei van de economie echt belemmert. Het risico om iemand in dienst te nemen, het risico op loondoorbetaling bij ziekte, schrikt heel erg af. Dat neemt met de nieuwe Wet werk en ze-kerheid alleen maar toe, merk ik.” Ondernemers hebben geen idee waaraan ze toe zijn, constateert Biesheuvel. De neiging om zaken uit te besteden aan zzp’ers en andere kleine bedrijf-jes zal daardoor alleen nog maar toenemen, verwacht hij. “Ik vind dat onhandig, je bouwt hierdoor geen expertise op. Maar aan de andere kant, wie kan het risico nemen?”

“Wat ik al langere tijd roep, is dat er veel te veel op het bord van de ondernemer komt. Het wordt meer en meer. Niet alleen qua administratieve rompslomp, maar ook qua risico’s. Die liggen vrijwel eenzijdig bij de werkgever/ondernemer. Je kunt niet meer verwachten van die mensen dat ze al die verantwoor-delijkheid op hun nek nemen.” Ondernemers komen in de ogen van Biesheuvel te weinig toe aan het ondernemen. “Ondernemers zijn heel veel aan het be-heren en heel weinig aan het creëren. En we hebben behoefte aan creëren. We zijn veel te veel bezig aan de achterkant. We moeten meer met de punt naar voren voetballen en onderne-mers daarvoor de ruimte geven.”

NOAB-Activa-2014-4.indd 10 06-10-14 10:44

Page 11: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

Foto

graf

ie G

uido

Kop

pes

Hans Biesheuvel

11

StartersparadijsBiesheuvel gaat vrijwel dagelijks het land in om inspiratie te bieden aan ondernemers, met de boodschap ‘Kom op, stroop je mouwen op. Mopperen en klagen heeft geen zin. Ga aan de bak’. Hij ziet genoeg leuke ontwikkelingen, met name op het gebied van netwerken. “Ik ben er steeds meer van overtuigd dat slim netwerken het beste recept voor groei en innovatie is. Je ziet hele nieuwe manieren van samenwerking ontstaan van allemaal kleine bedrijfjes bij elkaar.” Het is in zijn visie een opmerkelijke trend. “Ik ben opgegroeid in een echt midden-standsgezin. Daar was het adagium ‘Je moet nooit apen leren klimmen, houd alles maar voor jezelf’. Tegenwoordig geldt precies het omgekeerde, als je niet samenwerkt, kun je niet succesvol zijn. Dat vind ik het positieve van deze tijd. Je bent als netwerk ook veel wendbaarder.”

‘Sinds de crisis is de

voorspelbaarheid heel moeilijk’

ONL heeft met haar schaduwkabinet een eigen agenda gepre-senteerd. “Een van onze agendapunten luidt ‘maak van Neder-land het startersparadijs van Europa’ en zorg dat de condities zodanig goed zijn dat iedereen die een bedrijf wil starten weet dat hij daarvoor in Nederland moet zijn. Wat minder goed gaat, is het aantal doorgroeiers. We zitten qua doorgroeiende bedrij-ven nog onder Griekenland. Dat is natuurlijk verontrustend.” Dit heeft volgens hem drie oorzaken: er is weinig risicodra-gend kapitaal beschikbaar, het werkgeverschap is te weinig aantrekkelijk – veel starters die wel de potentie hebben, willen geen werkgever worden. “De derde reden is de niet bestendige overheid die continue als een tegenstander van de ondernemer lijkt op te treden. Dat maakt ondernemers onzeker.”

Risico’s“Een van de redenen waarom ik zo’n moeite had met het so-ciaal akkoord was dat de risico’s werden gebagatelliseerd. Ik had er inhoudelijk grote problemen mee en nog steeds. Het is gewoon niet goed voor Nederland. De FNV speelde de kaart van de angst dat de SP de FNV zou overnemen. Dat heeft tot

concessies geleid waar we nu mee zitten.” Bij het sociaal akkoord en het plan van de vakbond om arbeidstijdver-korting in te voeren om meer jongeren aan het werk te krijgen, moet Biesheuvel denken aan het programma ‘Toen was geluk nog heel gewoon’. “Dat Nederland – van de grote bedrijven, de grote cao’s en vas-te banen – is aan het verdwijnen. We hebben een sociaal stelsel nodig dat aansluit bij deze tijd, met minder schotten. Een stel-sel dat de wendbaarheid en flexibiliteit van mensen vergroot.”

Als de crisis één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is het dat de voorspelbaarheid heel moeilijk is, constateert Biesheuvel. “Wat ondernemers afschrikt, is het gevoel dat alle risico’s op hun bord worden gelegd. De meeste ondernemers hebben een dunne orderportefeuille van zes weken tot twee maanden. Neem het voorbeeld van de no risk-polis voor loondoorbetaling bij ziekte. Achmea stopt, andere verzekeraars hebben er geen trek in en de overheid zegt ‘jammer, we kunnen die verplich-ting ook niet overnemen. Daar sta je dan weer. Gaan we daar niks aan doen, dan lossen we de werkloosheid ook niet zomaar op en komen de Wajong’ers niet aan het werk.”

“Bij mijn voordrachten vraag ik mijn toehoorders ‘Droom eens terug naar het kerstdiner van 2007. In welk Nederland leefden we toen?’ Bij de bank kreeg je een hypotheek. Als je een huis kocht, werd het meer waard. We hadden een waardevast pen-sioen. Je kinderen kregen het beter dan jij. Al die dingen zijn niet meer vanzelfsprekend. Althans, dat gevoel leeft niet meer. Al die schijnbare zekerheden zijn in heel korte tijd omgesla-gen. Daar hebben we met z’n allen heel veel moeite mee. Ik hoop dat de komende jaren ondernemersvriendelijker worden. We zijn op zoek naar een nieuwe visie, een nieuw langeter-mijnperspectief. Wat de overheid de laatste jaren heeft gedaan is paniekvoetbal, zonder een langetermijnvisie neer te zetten. Dat maakt Nederland en dus ook heel veel ondernemers alleen maar onzeker.” ■

NOAB-Activa-2014-4.indd 11 06-10-14 10:44

Page 12: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

12

De discussie over schijnzelfstandigheid Zzp’ers worden ten onrechte ‘geframed’ als schijnzelfstandige of gedwongen zelfstandigen, meent hoogleraar creatief ondernemer-

schap Arjan van den Born. “Als zzp’er betaal je minder belasting, maar je loopt ook een fors hoger risico.” Het is terecht dat dit laatste

wordt beloond, vindt hij. Het omgekeerde gebeurt, doordat de sociale partners in Den Haag de dienst uitmaken.

Door: Hans Pieters

Geen enkele club affilieert zich met de zzp’er, meent Arjan van den Born. “Kijk je naar het Nederlandse sociale stelsel, dan hebben we twee entiteiten gedefinieerd, de werkgevers en de werknemers.” Dat is terug te zien in de ‘belangen’-organisa-ties. “FNV Zelfstandigen wordt overstemd door de grote FNV die de neiging heeft om te praten over doorgeschoten flexibili-sering. PZO wordt op haar beurt weer door de werkgeversach-terband koest gehouden. En ZZP Nederland heeft geen plaats aan de overlegtafel.” De politiek wordt alleen rond verkiezings-tijd even wakker. “‘Hé, die groep hebben we ook nog’. Het zijn één miljoen stemmen.”

SchijnzelfstandigheidVan den Born ergert zich over de discussie over schijnzelfstan-digen en gedwongen zelfstandigen. Ter verduidelijking ver-klaart hij het verschil tussen beide begrippen. “Een gedwongen zelfstandige is iemand die liever in loondienst zou werken, maar dat niet doet. Van schijnzelfstandigheid is sprake als je zegt zelfstandig te zijn, maar in werkelijkheid sprake is van een verkapt loonverband. De opdrachtgever heeft autoriteit over wat je doet, wanneer je het doet en hoe je het doet.”

‘De kortste weg naar groei is

samenwerking’

Hij vervolgt: “De eerste, relevante vraag luidt: ‘waarom is iemand gedwongen zelfstandig?’. Een beeldend kunstenaar is bijvoorbeeld gedwongen zelfstandig vanuit de aard van zijn professie. Bij sommige beroepen zijn er maar weinig banen in loondienst, zoals de journalistiek. En managers die bij een reorganisatie hun baan verliezen, kunnen vaak alleen een inte-rimklus vinden. Alleen de laatste categorie, de werknemer die alleen als zzp’er mag doorwerken, zoals de vrachtwagenchauf-

feur is onvrijwillig. Van de anderen kun je je afvragen of het wel zo erg is.” Bij schijnzelfstandigheid wordt gewezen naar het feit dat er maar één opdrachtgever is. “Maar soms is het de beste strate-gie om één klant aan je te binden, waarbij je jezelf onmisbaar maakt,” benadrukt Van den Born. “Dat heet een ‘locked in’-strategie. Ook bij grotere bedrijven komt die strategie voor.” Afhankelijk van de definitie is 10 à 15 procent van de zzp’ers gedwongen zelfstandige, is bekend uit onderzoek, doceert hij. “Tegelijk weten we dat zo’n dertig procent van de werknemers liever vandaag dan morgen zelfstandige wordt. Daarvan zeg-gen we ook niet dat het gedwongen werknemers zijn. Dat het een vrijwillige keuze is, wil overigens niet zeggen dat er aan de randen geen problemen zijn,” vult hij aan.

Overaanbod“In sommige sectoren is sprake een constant overaanbod van mensen. In de creatieve sector is de gemiddelde bruto-omzet van een zzp’er € 24.000. Daarvan moet nog van alles worden betaald en er moeten hele huishoudens van leven. Die mensen redden het niet zonder zelfstandigenaftrek.” Waarmee het on-derwerp verschuift naar de afgeschoten kabinetsplannen om de zelfstandigenaftrek af te schaffen. “In plaats van nadenken over een stelsel dat rekening houdt met de nieuwe realiteit en ondernemerschap stimuleert,” foetert Van den Born. “Dat dit voornemen is gesneuveld, is mede te danken aan het massale protest via social media. Een tweede reden waarom de ingreep in de zelfstandigenaftrek niet is doorgegaan, is druk vanuit de grote gemeenten. Amsterdam en Rotterdam trokken geza-menlijk aan de bel dat afschaffen veel meer gaat kosten dan de paar miljard euro die het oplevert,” vertelt hij. “Als de zelf-standigenaftrek wordt afgeschaft, stopt ongeveer de helft van de zzp’ers, blijkt uit onderzoek. Die groep zakt in dat geval rücksichtslos door het bestaansminimum. Ook als deze groep in de Bbz terechtkomt, is het probleem niet opgelost. Er vindt een vermogenstoets plaats, waarbij ze hun geld mogen opeten, voor zover ze dat hebben. En ze moeten van de ene op de ande-re dag hun bedrijfje stoppen. Alle competenties die ze daarin

NOAB-Activa-2014-4.indd 12 06-10-14 10:44

Page 13: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

13

hebben opgedaan, zijn daarmee voor een groot deel waarde-loos, omdat ze in een beroep werken waarvoor in loondienst geen volwaardige banen zijn.” Natuurlijk is de zelfstandigenaf-trek een verkapte subsidie aan de onderkant, beaamt Van den Born. “Maar Rotterdam en Amsterdam, met grote aantallen zelfstandigen in de creatieve sector, kunnen het alternatieve scenario niet aan.”

SamenwerkingNaast schijnzelfstandigheid is een tweede argument dat zzp’ers niet doorgroeien en dat de zelfstandigenaftrek daar niet voor in het leven is geroepen. Een drogredenering, stelt Van den Born. “Je zou moeten uitzoeken wat zzp’ers belemmert in hun groei. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. ‘Ik wens u veel personeel toe’ is er één van. Mijn gevoel zegt dat groei niet of nauwelijks wordt bepaald door fiscale stimulansen. Groei hangt vooral samen met markten waarin schaalvoordelen zijn te behalen. Dat is meestal niet de markt waarin zzp’ers actief zijn.” De kortste weg naar groei is samenwerking, is de over-tuiging van Van den Born. “Veel snelle groeiers zijn begonnen als duo. Een klankbord of iemand met andere vaardigheden is ontzettend belangrijk. Als je met twee of meer bent, kun je wat complexere producten of diensten aanbieden. Je hebt synergie-voordelen en houdt elkaar scherp, ook met zo iets simpels als de 9-tot-5-routine.” De stap naar een partner is in de praktijk vaak een brug te ver. “De juiste partner vinden is ingewikkeld. De valkuil is dat je iemand kiest die te veel op jezelf lijkt.

‘Een minimumvangnet voor

iedereen is veel rechtvaardiger’

Omgekeerd ontbreekt bij iemand die te ver van je afstaat het wederzijdse respect. In de bouw zeggen ze ‘een vof is een sof’. Terwijl samenwerking waarde toevoegt. In je eentje ben je al gauw een ‘commodity’ met lage tarieven enzovoorts. In een samenwerking kun je complexere producten of diensten aan-bieden en dat maakt innovatief. Niet voor iets komt er steeds meer aandacht voor ‘entrepreneurial teams’. Je hebt andere skills, kunt andere dingen doen en elkaar stimuleren.”

MinimumvangnetIn de huidige situatie is de zelfstandigenaftrek nauwelijks een beloning voor risico nemen, constateert Van den Born. “Het is meer een aflaat voor de werknemersbenefits die je opgeeft.

Ik zou graag naar een samenleving willen waarbij risico en innovatie wordt beloond. Misschien is de zelfstandigenaftrek wel te genereus of te gemakkelijk, maar niet de mate van ri-sico,” meent Van den Born. Het huidige stelsel is krom, als je de belastingdruk afzet tegen het risico, constateert hij. “Als werknemer betaal je meer belasting, maar is het risico dat je loopt minimaal. Als IB-ondernemer betaal je minder belasting, maar krijg je daar ook minder voor terug en loop je een fors hoger risico. Maar kies je een bv, dan betaal je als je het slim aanpakt minder belasting, terwijl je risico weer een stuk naar beneden gaat.” De zzp’er past volgens Van den Born niet in het beeld van Sociale Zaken en de regels die er zijn. “In de jaren ’80 had je nog een minimumvangnet dat was gebaseerd op algemene regels, de ANW, AOW, AWW enzovoorts. Die zijn vervangen door regels die alleen tussen werkgevers en werkne-mers gelden. Die bepalen de agenda. Zzp’ers worden waar het kan geweerd. Het tweede pijlerpensioen is tussen werknemers en werkgevers. Gewoon een minimumvangnet voor iedereen, werknemer of zelfstandige, is veel rechtvaardiger. Omdat je door dat vangnet ook meer risico’s durft te nemen.”

“Ik begrijp de roep om een nieuw stelsel heel goed, met hon-derdduizenden zelfstandigen zonder vangnet aan de onderkant, die niet investeren in pensioen of aov. Je moet je afvragen of je die samenleving wilt. Uiteindelijk zie je dat die mensen te weinig sparen, gewoon omdat het niet kan. Dus kunnen ze ook niet investeren. Waarom verzin je geen tussenoplossing? Misschien moet je het makkelijker maken dat mensen half hun bedrijf mogen houden of half werkloos mogen zijn.” ■

Arjan van den Born

Foto

graf

ie Ir

is B

orst

NOAB-Activa-2014-4.indd 13 06-10-14 10:44

Page 14: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

‘Aanpak btw-carrouselfraude is in ons gezamenlijk belang’De Belastingdienst zit steeds dichter op de BTW-carrouselfraude, maar nog altijd lekken miljarden euro’s in Europa weg en worden de

concurrentieverhoudingen verstoord. De Belastingdienst zoekt daarom actief steun vanuit de markt. “Direct betrokkenen zien dingen

die wij niet zien of pas zien als het geld is verdwenen,” vertelt btw-fraudecoördinator Menno Griffioen.

Door: Hans Pieters

Het wettelijke, Europese systeem van de omzetbelasting is prettig voor de goedwillende ondernemer, aangezien trans-porteurs niet meer voor een stempel hoeven te stoppen aan de grens. Kwaadwillende ondernemers biedt het daarentegen de kans om geld te stelen uit de schatkisten van de verschillende Europese landen. Voor de fraude in z’n meest simpele vorm zijn drie ondernemers in twee landen nodig. Als de goederen de grens overschrijden, is er sprake van een intracommu-nautaire prestatie. Daarbij mag ondernemer A (in een ander EU-land, bijvoorbeeld Duitsland) nul procent btw in rekening brengen. De ontvangende ondernemer B moet de goederen als een belaste prestatie aangeven. Maar hij mag deze btw weer in aftrek brengen. Ondernemer C brengt hij btw in rekening over de binnenlandse prestatie.

‘Uiteindelijk raakt de fraude ook onze eigen portemonnee’Bij de btw-carrouselfraude draagt ondernemer B de verschul-digde btw niet af die hij wél in rekening heeft gebracht. On-dernemer C heeft recht op vooraftrek. Kortom, de btw lekt de schatkist uit doordat ondernemer B niet betaalt. “In de meest simpele vorm gaan de goederen van ondernemer C weer terug naar ondernemer A, vandaar de carrousel. In de praktijk kan het nóg gecompliceerder zijn, met meerdere schakels in meer landen,” vertelt Menno Griffioen.

Tax gap“Meestal zie je dat ondernemer A aan al zijn verplichtingen voldoet, want hij wil zijn 0%-tarief. Daarbij heeft hij z’n admi-

nistratie vaak zó goed op orde, dat het bijna te mooi is om waar te zijn,” vertelt Griffioen. De beperking van het systeem is dat de aangifte altijd pas komt nadat de transacties hebben plaats-gevonden. “Pas op het moment dat de gegevens van onder-nemer A en B worden gematcht, heeft de Belastingdienst een indicatie dat er mogelijk sprake is van een ‘missing trader’.”

De Europese tax gap, een theoretische berekening van de hoe-veelheid geld die binnen zou moeten komen vergeleken met het geld dat daadwerkelijk is ontvangen, gaat uit van 193 miljard euro. “Dat is niet alleen btw-fraude, maar ook faillissementen, mensen die niet kunnen betalen of mensen die een fout maken. Het beperken van btw-fraude is voor ons ook de reden dat we verbinding zoeken met accountants- en administratiekantoren, belastingadviseurs, banken, notarissen en concurrerende on-dernemers, omdat zij er vaak eerder mee in aanraking kunnen komen, dan wel dat zij dingen in de markt zien die wij nog niet zien,” aldus Griffioen. “De fraudeur heeft een infrastruc-tuur nodig om zijn fraude te plegen. Ze moeten langs de KvK, hebben een bankrekening nodig, een boekhouder et cetera. Hun ogen en de oren zijn net zo belangrijk of misschien wel belangrijker, omdat ze heel vroeg in het proces zitten. Maar we moeten die signalen wel ontvangen.”

TransactiesGriffioen geeft als voorbeeld de fraude met CO2-emissierech-ten van enkele jaren geleden. Het balletje ging rollen doordat de Belastingdienst werd gebeld door een adviseur met de me-dedeling ‘ik denk dat mijn klant goedwillend is, maar wat er nu aan transacties door zijn onderneming loopt, dat kan niet kloppen’. “Hij heeft gebeld in overleg met zijn klant, waarbij de klant wist dat zijn handel zou instorten als er iets aan de hand was.” Griffioen vervolgt: “Wij staan open om in ver-trouwen met elkaar in contact te gaan, ook al kunnen we niet vooraf zeggen wat er gaat gebeuren. We zullen proberen om

14

NOAB-Activa-2014-4.indd 14 06-10-14 10:44

Page 15: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

tot een zo goed mogelijke oplossing te komen, maar het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de adviseur of hij actie onderneemt.” “Bij een klant die te goeder trouw is, is het al moeilijk ge-noeg,” stelt Griffioen. “Met name in de advisering vooraf kan een adviseur zijn klant heel erg helpen en beschermen. Zeker als de klant in een risicovolle sector acteert. Het idee van onze aanpak is dat het bedrijfsmodel, doordat we met z’n al-len oplettender zijn, voor een fraudeur moeilijker en lastiger wordt. De basis is de maatschappelijke rol. Als maatschappij wil je die fraude niet hebben en als adviseur maak je deel uit van die maatschappij. Vervolgens moet je daar ook naar han-delen. Dat er wettelijke verplichtingen bij zijn, loopt mee in het verhaal en maakt de afweging of je al dan niet wat moet doen soms makkelijker. Maar het is niet de essentie van de samenwerking. De belangen van de goedwillende onderne-mer worden geschaad, naast dat de schatkisten van de landen in Europa worden geplunderd, en uiteindelijk dus ook onze eigen portemonnee.”Een adviseur moet vanuit zijn maatschappelijke rol actie on-dernemen, stelt Griffioen. “Het voorkomen en beschermen van de klant hoort in onze ogen tot het takenpakket van de adviseur, naar rato van wat iemand voor een klant doet. Bij een adviseur die de volledige administratie verzorgt stellen wij zwaardere eisen. Zo’n klant kan hem ook civiel aanspra-kelijk stellen. Dat is in het verleden ook gebeurd.”

OnzorgvuldigKan de Belastingdienst aantonen dat ondernemer A wist of had kunnen weten dat hij actief is in een fraudelijn, dan kan het 0%-tarief worden geweigerd en wordt er gewoon binnen-landse btw in rekening gebracht. “Voor ondernemer C kan de vooraftrek worden geweigerd,” aldus Griffioen. “De Belasting-dienst zal moeten kunnen aantonen dat hij onzorgvuldig was en wist of had moeten weten dat hij in een fraude betrokken was.” De crux zit in de formulering ‘had moeten weten’, stelt hij. “De ondernemer moet weten met wie hij handelt.” Het is ook afhankelijk van het soort goederen waarin hij handelt. Gaat het om risicogoederen of grotere bedragen, dan gaan de zorgvuldigheidseisen omhoog, verklaart Griffioen. “Daar hoort een ‘know your customer’-beleid bij. Is de prijs te mooi om waar te zijn, dan geldt hetzelfde, dan moet er een belletje gaan rinkelen. We hebben in het verleden situaties gezien dat voor grote bedragen werd verhandeld, waarbij mensen elkaar alleen bij de voornaam kenden en een mobiel telefoonnummer hadden dat geregeld wijzigde. Een kenmerk is ook dat klanten

– zowel leveranciers als afnemers – vaak wisselen. Terwijl de meeste bedrijven toch streven naar bestendige relaties.”

“Het is gezond boerenverstand dat je moet gebruiken,” besluit Griffioen. Dat geldt ook voor de adviseur die de boekhouding verzorgt. “Zie je een groot klantenverloop of klanten die vanuit het niets naar een heel hoog omzetvolume gaan en vervolgens verdwijnen, dan is het jouw rol om de klant te beschermen en afhankelijk van je rol dit ook te melden. Misschien verplicht als ongebruikelijke transactie bij de FIU. Maar ook vanuit je maatschappelijke rol. Je kunt je klant beschermen, ervan uit-gaand dat de klant het goed wil doen.” ■

NOAB-kantoren kunnen bij vragen of vermoedens van fraude contact opnemen met de btw-fraude-eenheid van de FIOD: [email protected].

Menno Gri f f ioen

15

Foto

graf

ie E

llen

van

Door

n

NOAB-Activa-2014-4.indd 15 06-10-14 10:44

Page 16: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Adver to r ia l16

‘SBR vraagt keuzes die invloed hebben op het werkproces’Standard Business Reporting, binnenkort kan niemand er meer omheen. Voor steeds meer financiële rapportages gaan strikte SBR-

eisen gelden: opgesteld conform standaard taxonomieën en verplicht digitaal aangeleverd als XBRL-document. “Er komt dus het

nodige af op NOAB-leden,” stelt Bas Sperling, productmanager bij CaseWare Nederland.

Door: Henk Poker

XBRL is een technisch format voor de veilige en uniforme uitwisseling van financiële verantwoordingsinformatie. Intermediairs moeten hun werkwijze en werkprogramma’s afstemmen op de nieuwe eisen. CaseWare wil hen daarbij zo goed mogelijk ondersteunen. Nog niet alle kantoren zijn al klaar voor SBR, constateert Bas Sperling. CaseWare ont-wikkelde als één van de eerste software-leveranciers gerichte oplossingen voor de SBR-taken. Eerst gebeurde dat nog in de vorm van ‘losse’ producten, maar inmiddels is het ‘SBR-management’ vol-ledig geïntegreerd in de rapportage- en samenstelsoftware van CaseWare. Het bedrijf heeft de overgang naar SBR aangegrepen om een stevige vernieu-wing door te voeren in de digitale dos-siervorming en de rapportageprocessen. Gebruikers profiteren hier dubbel van: ze kunnen gegevens sneller verwerken, terwijl ze tegelijkertijd voldoen aan alle SBR-eisen.

Keuzes makenNOAB-kantoren hebben officieel vanaf 1 januari 2014 te maken met een SBR-ver-plichting. De publicatiestukken over dit boekjaar moeten in principe via XBRL/SBR worden aangeleverd.

Bas Sperling verwacht dat banken snel zullen volgen wat betreft de aanbieding van kredietrapportages. “Er komt dus het nodige af op NOAB-leden. Niet iedereen heeft de consequenties echter al scherp in beeld,” geeft Sperling aan. “Sommige kantoren hebben het idee dat SBR slechts een technische aangelegen-heid is: iets dat zich vooral onder de mo-torkap afspeelt.

‘Niet alleen onder de motorkap’Dat klopt niet. Er moeten keuzes worden gemaakt die rechtstreeks invloed hebben op het werkproces. Elk kantoor moet bijvoorbeeld de beschikking hebben over een online portal van waaruit SBR-documenten worden verstuurd naar de ontvangstpoorten van de overheid (Digi-poort) of de banken (BIV). Dat betekent dat er een portalleverancier moet worden geselecteerd en dat er nagedacht moet worden over de vele toepassingsmoge-lijkheden van de portal.”

“Om informatie met behulp van SBR te kunnen uitwisselen met de overheid en de banken, is verder een speciaal SBR-certificaat vereist,” vervolgt Sper-ling. “Anders worden de rapportages uit veiligheidsoverwegingen niet door de ontvanger geaccepteerd. De aanvraag van een certificaat neemt tijd in beslag. Kantoren moeten daar in hun planning rekening mee houden. Maar nog belangrijker is dat er een check plaatsvindt of de gebruikte rap-portage- en samenstelprogramma’s wel SBR-proof zijn.”

Flinke boostCaseWare Nederland heeft sinds de aan-kondiging van SBR niet stilgezeten. Het bedrijf heeft de overtuiging dat SBR niet alleen voordelen moet opleveren voor de ontvangers van rapportages, overheid en banken, maar ook voor de aanleverende bedrijven en intermediairs. Duidelijke standaarden en uniforme taxonomieën bieden veel kansen om het rapportage- en samenstelproces te verbeteren en efficiënter te maken. Bas Sperling: “We hebben de komst van SBR aangegrepen om onze rapportagesoftware Financials SBR en de NOAB Samenstelmanager een flinke boost te geven.”

NOAB-Activa-2014-4.indd 16 06-10-14 10:44

Page 17: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

17

Foto

graf

ie L

oure

ns S

mak

CaseWare gooide het roer daarvoor radi-caal om. Niet de verschillende rapporta-ge-templates zijn vanaf dit jaar leidend voor de software, maar de taxonomie. Sperling: “Het voordeel is dat we zo al-tijd honderd procent dekkend kunt zijn wat betreft de taxonomie. Ook kunnen we nieuwe taxonomieën heel gemakke-lijk toevoegen. We kunnen dus eenvou-dig updates doorvoeren en nieuwe soft-ware snel uitleveren. Waardoor gebrui-kers weer snel gebruik kunnen maken van de meest actuele taxonomieën.”

Slimme invoerEen groot voordeel van het loskoppelen van taxonomie en template is dat eenma-lig ingevoerde gegevens voor meerdere soorten rapportages kunnen worden gebruikt. Ook kan informatie al worden vastgelegd in het dossier terwijl deze pas voor een latere processtap nodig is. Bas Sperling gebruikt een voorbeeld om dat te verduidelijken. “Als je werkt aan de materiële vaste activa, dan krijg je de mogelijkheid om gelijk de WOZ-waarde toe te voegen. Die heb je namelijk toch al bij de hand. Later heb je deze infor-matie op een andere plek of voor een andere rapportage weer nodig. Dan hoef je de gegevens niet meer apart op te zoeken. In plaats daarvan verschijnen ze automatisch op je scherm. Daarmee heb-ben we een vergaande integratie kunnen realiseren van SBR met de werkproces-sen. Eigenlijk kun je zeggen: op het moment dat het samenstel- en rapporta-geproces is afgerond, is de rapportage zo goed als klaar.”

Een belangrijk winstpunt van de ver-nieuwing is dat documenten nog vóór de

verzending gevali-deerd kunnen wor-den. Sperling: “Als er iets niet in orde is met de rapportage, krijgt de gebruiker vanuit het systeem een waarschuwing. Een foutrapport vermeldt wat er nog aangepast moet worden. De kans dat er in de toekomst nog ingediende stukken zonder par-don retour worden gestuurd door de KvK is daarmee een stuk kleiner gewor-den.”

Online samenstellen CaseWare blijft werken aan vernieu-wingen om grote en kleinere kantoren optimaal te ondersteunen in hun rappor-tagetaken. Zo wordt er steeds meer ge-investeerd in weboplossingen en de be-reikbaarheid van de CaseWare-software. “Speciaal voor NOAB-kantoren hebben we een online versie van de NOAB Samenstelmanager ontwikkeld,” geeft Sperling aan. “Deze is een uitkomst voor kantoren die wel graag gebruik willen maken van de kracht van CaseWare, maar geen grote investeringen willen doen of zware applicaties op hun net-werk willen laten draaien. Zij kunnen voortaan een abonnement nemen op de samenstelmanager waarbij het technisch server- en applicatiebeheer volledig door CaseWare Nederland wordt geregeld.

Daarmee willen we kantoren zoveel mogelijk ‘ontzorgen’. Zij hebben immers met de komst van SBR en alle andere regelgeving al genoeg aan hun hoofd.”

CaseWare Nederland B.V.Amersfoor t seweg 15F7313 AB ApeldoornPostbus 21127302 EM ApeldoornT 055–368 10 50E [email protected] www.caseware.nl

Bas Sperl ing

NOAB-Activa-2014-4.indd 17 06-10-14 10:45

Page 18: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB AGEN

DAS &

CAL

ENDR

IERS

CATA

LOGU

E 201

4-20

15

PLAN

NING

gErer

l’agenda

organ

iser

Gest

ion

des

tAch

es

DEfin

ir les

prior

itEs

www.lyreco.be

Tel : 04 361 99 12

www.lyreco.lu

Tel : 34 63 65

LAM

PEN

CA

TALO

GUS

2014

www.lyreco.be Tel : 04 361 99 23

www.lyreco.nl Tel : 088 60 32 001

New

Meld u nu aan via de NOAB

site ➥ partners ➥ Lyreco

of stuur een e-mail naar

[email protected] bestellen | www.lyreco.nl P.S. vergeet uw agenda’s niet te bestellen.

LYRECO EN OSRAM, PATNERS IN DUURZAAMHEID

adv_NOAB_02_2014.indd 1 02/09/14 16:07

Geld genoegVooral kleine ondernemers, maar ook hun adviseurs, laten behoorlijk wat geld liggen. Onderzoek toont aan dat nog geen 5% van de

mkb’ers een beroep doet op een regeling voor investeringen in innovatie of duurzaamheid.

Door: Chris Wolters

Onbekendheid met regelingen, angst voor papieren rompslomp en hoge kosten voor relatief lage investeringen, worden als oorzaak aangegeven. Een beetje begrijpelijk is de aarzeling wel: er zijn in Nederland bijna tweeduizend subsidieregelin-gen. Plannen voor innovatie, en dan vooral technologisch of vergaande milieumaatregelen, maken juist een uitstekende kans om in aanmerking te komen voor een financiële stimu-lans. Ook voor specifieke sectoren en branches liggen er kan-sen, zoals de agrarische sector, de creatieve branche, de logis-tiek en de zorg. Een kwestie van aanpakken en daarin kunnen ook NOAB-leden een rol spelen.

Talloze regelingenEr zijn dus talloze regelingen met een duidelijk doel. Neem het Innovatiekrediet. Petra van den Elsen, directeur van Hemics, wist onder meer daardoor gesteund de door Hemics ontwikkel-de reumascanner tot een commercieel apparaat te ontwikkelen. De innovatie schuilt erin dat het apparaat objectief, vaker en

sneller een scan kan maken van mensen met reumaklachten aan de handen. De controle kan daardoor worden geïntensiveerd en tegelijk kostentechnisch aantrekkelijker worden gemaakt.

Mede door een investering van de Rijksdienst voor Onderne-mend Nederland (RVO) konden de noodzakelijk klinische tes-ten worden uitgevoerd en kon de ontwikkeling naar een com-merciële productie worden ingezet. Een kijkje op RVO.nl maakt duidelijk dat men ondernemers en hun adviseurs niet alleen goed, maar ook snel en efficiënt wil informeren over de mogelijkheden. Hoewel er natuurlijk altijd formele regels blijven waarvan, omwille van controle en rechtsgelijkheid, niet kan worden afgeweken.

KieshulpenAan de hulp bij het kiezen wordt in ieder geval bijgedragen met kieshulpen zoals ‘In 5 stappen wijzer!’ (zie: www.rvo.nl/MKB-financiering). Wie financiële ondersteuning voor een bedrijf of project wil hebben, kan zich kan met de Kieswijzer Finan-cieringen na beantwoording van vijf vragen een idee vormen van de regelingen die mogelijk van toepassing zijn. De vraag is natuurlijk of het zonder investering van RVO ook gelukt was? Petra van den Elsen is daar duidelijk over: “Zonder het In-novatiekrediet was de financiering van de ontwikkeling en het klinisch testen van de HandScan veel moeilijker geworden.” Veel ondernemers denken dat het ingewikkeld is om de inves-tering rond te krijgen. Was het een papieren rompslomp of viel dat mee? Van den Elsen antwoordt: “RVO vroeg een terdege en uitgebreid plan, dat ook mondeling door ons is toegelicht. Ze doen echter meer, ze houden tijdens het hele project de vinger aan de pols, via tussenrapportages en bezoeken.”

SlagingskansWillo Eurlings, directeur nationale dienstverlening van de KvK, ziet ook meerdere wegen om in aanmerking te komen voor bijdragen, investeringen en subsidies: “Subsidie aanvra-gen is te leren. Gewoon door je er, net als de administratie en de boekhouding, in te verdiepen. Wie daar moeite mee heeft, kan bijvoorbeeld de hulp inroepen van de onafhankelijke financieringsdesk van de KvK of advies inwinnen bij gespe-cialiseerde adviseurs. Zij weten een project vaak op de juiste

Willo Eurl ings

Foto

graf

ie L

oure

ns S

mak

18

NOAB-Activa-2014-4.indd 18 06-10-14 10:45

Page 19: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014AGEN

DAS &

CAL

ENDR

IERS

CATA

LOGU

E 201

4-20

15

PLAN

NING

gErer

l’agenda

organ

iser

Gest

ion

des

tAch

es

DEfin

ir les

prior

itEs

www.lyreco.be

Tel : 04 361 99 12

www.lyreco.lu

Tel : 34 63 65

LAM

PEN

CA

TALO

GUS

2014

www.lyreco.be Tel : 04 361 99 23

www.lyreco.nl Tel : 088 60 32 001

New

Meld u nu aan via de NOAB

site ➥ partners ➥ Lyreco

of stuur een e-mail naar

[email protected] bestellen | www.lyreco.nl P.S. vergeet uw agenda’s niet te bestellen.

LYRECO EN OSRAM, PATNERS IN DUURZAAMHEID

adv_NOAB_02_2014.indd 1 02/09/14 16:07

manier in het plaatje van de subsidieregeling te passen. Overigens, de meeste subsidieadviseurs werken vaak op no cure, no pay basis. Bij toekenning vragen ze gemiddeld tus-sen de 5 en 15% van het subsidiebedrag.” Willo Eurlings snapt dat het overslaan van een subsidieaanvraag soms voor de hand ligt, maar hij onderstreept nog eens dat de ondernemer de slagingskans van zijn plannen er stevig mee kan verhogen. “Groei- en/of innovatiesubsidies zijn vaak uitdagende puzzels.

‘Groei- en innovatiesubsidies

zijn vaak uitdagende puzzels’

Naast het eigen vermogen moet een ondernemer vaak extern kapitaal aantrekken. Dan komen zaken als een subsidie, borg-stelling en risicofinanciering om de hoek kijken.” Onderzoek toont ook aan dat een kwart van de ondernemers behoefte heeft aan toegankelijke informatie over innovatie, netwerken en financieringsmogelijkheden. Eurlings: “Veel informatie is te vinden op de website van de KvK (www.kvk.nl/financiering) en op het digitale Ondernemersplein.”

VoorlopersGevolg van gebrek aan kennis en interesse is dat belastingaf-trekmogelijkheden worden gemist. Een voorbeeld: de subsidie voor het investeren in energiebesparende technieken. Het mi-nisterie van Infrastructuur en Milieu stelde in oktober 2013 20 miljoen euro beschikbaar voor een aanschafsubsidie op zuinige bestelauto’s, taxi’s en bijzondere voertuigen. Een half jaar later hebben 450 bedrijven krap 700.000 euro aangevraagd. Pikant

detail is dat de regeling nog loopt tot 1 januari 2015. De Rijks-dienst voor Ondernemend Nederland, voorheen het Agent-schap.nl, gaat over deze subsidiepot. Willo Eurlings geeft aan: “Bepaalde regelingen zijn beter bekend dan andere, waardoor vooral voorlopers ze benutten.” Dat lijkt op te gaan voor de in-troductie van de regeling MKB Innovatiestimulering Topsecto-ren (MIT) 2014. Dit jaar is 32 miljoen euro beschikbaar om sa-menwerking en innovatie in het mkb te stimuleren, ruim 50% méér dan in 2013. Minister Kamp herhaalde nog maar eens dat ‘het midden- en kleinbedrijf de motor is van onze economie en aanjager van innovatie.’ De hand leggen op een bijdrage blijkt een behoorlijke barrière. Kijk naar een zinsnede als ‘gericht investeren in randvoorwaarden voor kennisontwikkeling, in-novatie, export, financiering en human capital.’ Om dat goed in te vullen is specialistische hulp logisch. In dat kader kunnen bijvoorbeeld de KvK met de onafhankelijke Financieringsdesk ondernemer én adviseur verder helpen.

KenteringWillo Eurlings merkt op dat er ook een kentering heeft plaats-gevonden om een laagdrempelige toegang tot financiering te bereiken: “Bij de onafhankelijke Financieringsdesk wordt ge-dacht vanuit de ondernemer. Een voorbeeld: een filiaalhouder van Polare belde om te kijken of er financieringsmogelijkheden waren om de zaak over te nemen. Vanuit de Financieringsdesk is de juiste weg gewezen naar risicofinanciering, met als ge-volg een geslaagde bedrijfsovername.” Eurlings besluit: “Er zijn ondernemers die opzien tegen een onderzoek over haal-baarheid en het aangaan van samenwerking met derden. Wij tonen de mogelijkheden en de kansen door de match te maken met kennisinstituten of grote ondernemingen. Er bestaat een neiging problemen met subsidieaanvragen te wijten aan de re-geling. Vaak kunnen wij zorgen voor een duwtje in de rug om het juiste terrein te betreden, de juiste weg te bewandelen.” ■

19

NOAB-Activa-2014-4.indd 19 06-10-14 10:45

Page 20: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

HIR-arresten mei 2014: alsnog verplichte vrijval van de HIR? De handel in zogenoemde ‘herinvesteringslichamen’ wordt al geruime tijd door wet- en regelgeving bestreden. De Hoge Raad heeft op

23 mei jl. zijn oordeel gegeven over de samenloop van een belangenwijziging in een herinvesterende bv en het kunnen voorkomen

van de vrijval. De arresten zien op de jaren vóór de aanscherping van de regelgeving, doch het oordeel van de Hoge Raad is van

belang voor de huidige wetgeving.

Door: Marian Cordua

In de praktijk kon onder omstandigheden vrijval van een her-investeringreserve bij afwezigheid dan wel niet langer aanwe-zig zijn van een herinvesteringsvoornemen worden voorkomen door middel van handel in herinvesteringslichamen. De aande-len in de bv met een herinvesteringsreserve worden overgedra-gen aan een koper die wil herinvesteren. Hiermee wordt uitstel van 20-25% vennootschapsbelastingheffing bereikt.

Verplichte vrijvalTer voorkoming van misbruik geldt onder omstandigheden een verplichte vrijval van de herinvesteringsreserve, en wel in de situatie waarin:• het belang in de belastingplichtige ná vorming van de her-

investeringsreserve in belangrijke mate (ten minste 30%) is gewijzigd (‘aandeelhouderstoets’); en

• de bezittingen van de belastingplichtige in de drie maanden vóór de wijziging grotendeels (voor de helft of meer) hebben bestaan uit beleggingen (‘’beleggingstoets’’).

‘De Hoge Raad schept meer

duidelijkheid’

Op basis van deze regel dient de herinvesteringsreserve aan de winst te worden toegevoegd wanneer een verband bestaat tussen de verwerving van het nieuwe bedrijfsmiddel en de aandelenoverdracht1. Dit verband wordt aanwezig geacht als de

belangenwijziging plaatsvindt binnen zes maanden nadat het bedrijfsmiddel is verworven2.

De regeling onderscheidt drie situaties:• een bestaande herinvesteringsreserve ten tijde van de belan-

genwijziging;• een nog te vormen herinvesteringsreserve na de belangen-

wijziging;• een ten tijde van de belangenwijziging reeds afgeboekte her-

investeringsreserve waarbij de verwerving van het bedrijfs-middel verband houdt met de belangenwijziging.

Wanneer aan bovengenoemde aandeelhouders- en beleggings-toets is voldaan, treden de volgende fiscale gevolgen op:• bij een bestaande herinvesteringsreserve ten tijde van de be-

langenwijziging wordt deze reserve direct voorafgaande aan die wijziging aan de winst toegevoegd;

• bij een nog te vormen herinvesteringsreserve mag – indien vóór of ten tijde van de belangenwijziging reeds het besluit tot vervreemding is genomen – na de belangenwijziging geen herinvesteringsreserve worden gevormd;

• bij een afgeboekte herinvesteringsreserve (voorafgaand aan en waarvan de verwerving verband houdt met de belangen-wijziging) wordt de boekwaarde van het bedrijfsmiddel op het tijdstip vóór de belangenwijziging verhoogd en wordt deze herinvesteringsreserve aan de winst toegevoegd.

DuidelijkheidIn de praktijk was het niet altijd duidelijk in hoeverre een korte opeenvolging van vervreemding, herinvestering en wijziging van het belang getroffen wordt door eerdergenoemde anti-

20

NOAB-Activa-2014-4.indd 20 06-10-14 10:45

Page 21: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

misbruikmaatregel. In boven-genoemde procedures schept de Hoge Raad duidelijkheid. Voor de praktijk zijn deze arres-ten van belang in het kader van o.a.3:• het tijdstip van vorming van

een HIR;• het tijdstip van investeren; en • het tijdstip van belangenwijzi-

ging.

Tijdstip van vorming HIRIn de praktijk speelt de discus-sie over het tijdstip van vorming van de herinvesteringsreserve. Daarbij gaat het om de vraag of bovengenoemde regeling werkt in een situatie waarin de belang-wijziging plaatsvindt in het jaar van de vorming. Als vorming van de herinvesteringsreserve zich aan het einde van het jaar voordoet, dan zou deze regeling aan de vorming van de herinvesteringsreserve in de weg staan. Voor de vorming van een herinvesteringsreserve is in beginsel voldoende dat op balansdatum een herinvesteringsvoornemen

aanwezig is. De herinvesteringsreserve valt dan niet in de situ-atie waarbij een vervreemding én herinvestering in hetzelfde jaar én de aandelenoverdracht in de tussenliggende periode plaatsvindt. De Hoge Raad beslist echter dat wanneer is ge-kozen voor de vorming van een herinvesteringsreserve, deze geacht wordt te zijn gevormd op het moment waarop de ver-vreemdingswinst – zonder de herinvesteringsreservefaciliteit – in aanmerking had moeten worden genomen. In het kort komt het erop neer dat de Hoge Raad aan de (keuze tot) vorming van een herinvesteringsreserve terugwerkende kracht toekent tot het moment waarop volgens goed koopmans-

1) De meest voorkomende vorm van wijziging in het uiteindelijke belang in een belas-tingplichtige doet zich voor als de aandelen worden vervreemd. Een wijziging in het belang kan zich echter ook op een andere wijze voordoen.

2) Hier geldt dus een tegenbewijsregeling.3) De arresten van 23 mei jl. inzake de herinvesteringsreserve en de fiscale eenheid en

ruilarresten buiten beschouwing gelaten.

21

Foto

graf

ie E

llen

van

Door

n

Marian Cordua

NOAB-Activa-2014-4.indd 21 06-10-14 10:45

Page 22: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

22

NOAB-Activa-2014-4.indd 22 06-10-14 10:45

Page 23: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

KANTOOR MR. VAN ZIJL B.V.ADVOCATEN • BELASTINGADVISEURSKorvelseweg 1425025 JL TilburgT. 013 - 463 55 99E. [email protected]

UW VRAGEN OVER ARBEIDSRECHT

DIJKSTRA & VAN DEN ENDE ADVOCATENWagenweg 12-b1442 BX PurmerendT. 0299 - 42 30 35E. [email protected]. [email protected]

VOOR UW JURIDISCHE VRAAGSTUKKEN

HAULUSSY THE LAW COMPANY ADVOCATENSchorpioenstraat 59A3067 GG RotterdamT. 010 - 414 86 14E. [email protected]

VOOR UW ONDERNEMERSRECHTELIJKE VRAGEN!

ADVIESGROEP Partners in kwaliteit

gebruik de vervreemdingswinst in aanmerking had moeten worden genomen. De Hoge Raad schept meer duidelijkheid: de belastingplichtige heeft de vrijheid de keuze voor de vor-ming van een herinvesteringsreserve uit te stellen tot balans-datum van het jaar van vervreemding, maar dotatie aan een herinvesteringsreserve doet zich voor zodra deze belasting-plichtige heeft beslist een reserve te willen vormen. Hierdoor werkt bovengenoemde antimisbruikbepaling ook wanneer vervreemding en herinvestering in hetzelfde jaar plaatsvinden en de aandelen in de tussenliggende periode wor-den vervreemd; de herinvesteringsreserve bestaat ten tijde van de belangenwijziging en dient aan de winst te worden toege-voegd.

Tijdstip van afboeking HIRIn de praktijk bestond onduidelijkheid ten aanzien van de situ-atie waarbij een koopovereenkomst ter zake van een vervan-gend bedrijfsmiddel tot stand komt vóór de belangenwijziging, maar de eigendomsoverdracht ná de belangenwijziging plaats-vindt. Naar zijn letterlijke tekst is de antimisbruikbepaling niet van toepassing en zou de aandeelhouder die niet langer een herinvesteringsvoornemen heeft, uitstel van belastingheffing kunnen realiseren. In dit kader beslist de Hoge Raad dat voor de toepassing van de antimisbruikbepaling aangesloten wordt bij het moment van investeren. Naar het oordeel van de Hoge Raad moet men aansluiten bij het tijdstip waarop de verplich-tingen zijn aangegaan. Dit betekent dat de herinvesteringsre-serve al bij de totstandkoming van de obligatoire koop ter zake van de verwerving van het vervangende bedrijfsmiddel kan worden afgeboekt.

Tijdstip van belangenwijzigingDe Hoge Raad is echter ook van mening dat de antimisbruik-bepaling van toepassing is wanneer sprake is van een samen-stel van rechtshandelingen met als doorslaggevend oogmerk het ontgaan van de bepaling. Dit is het geval wanneer sprake is van de situatie waarbij het tijdstip van de belangenwijziging zodanig is bepaald dat het herinvesteringstijdstip juist vóór de belangenwijziging heeft plaatsgevonden, terwijl vanuit mate-rieel oogpunt de herinvestering heeft plaatsgevonden door de nieuwe aandeelhouder en sprake is van uitstel van belasting-heffing.

Wat betekent dit voor de praktijk?Tot en met 1 januari 2013 heeft de wetgever de antimisbruik-wetgeving voor herinvesteringsreservelichamen reeds aange-scherpt. Daar waar de letterlijke tekst van het aangescherpte artikel 12a mogelijk tekortschiet, biedt de Hoge Raad inmid-dels meer uitleg. In uw advisering dient u erop bedacht te zijn dat in plaats van constructies met herinvesteringslichamen wellicht andere fiscale routes bewandeld moeten worden ter realisatie van de gewenste belastingbesparing. ■

Mr. Marian Cordua is als vennoot verbonden aan Marree & Van Uunen Belastingadviseurs in Oisterwijk. Zij verzorgt bovendien fiscale trainingen voor NOAB en publiceert inciden-teel in vakbladen als Activa.

23

NOAB-Activa-2014-4.indd 23 06-10-14 10:45

Page 24: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

24

De Basiscursus Accountancy nieuwe stijl: ‘zeer goed en zinvol’Afgelopen voorjaar is NOAB gestart met de Basiscursus Accountancy Nieuwe Stijl en in het verlengde daarvan de vervolgcursus

Accountancypraktijk voor Gevorderden. Cursusleider Tijn Poelmann vindt het belangrijk dat er vooral meer vanuit de klantgedachte

wordt gewerkt. Hoe kijken de deelnemers daar eigenlijk tegenaan?

Door: Henk Poker

“Boekhouders en assistent-accountants hebben de neiging vanuit een bepaald stramien te werken. Maar het is de vraag of je klanten daar wel enkel en alleen op zitten te wachten. Ie-dereen die in het vak werkzaam is, zou zich als eerste moeten afvragen wat die klant eigenlijk van jou verwacht. Immers, de klant betaalt, dus de klant bepaalt,” zegt Tijn Poelmann. Hij is naast cursusleider in het dagelijks leven partner bij FEROS financieel en fiscaal strategen in Eindhoven, waar hij verant-woordelijk is voor de jaarlijks terugkerende werkzaamheden op het gebied van jaarrekeningen, fiscale aangiften en admi-nistraties, en houdt zich daarnaast bezig met mediation, fusies en overnames.

‘Kwaliteit is vooral gelegen in de

omgang met je klanten’

In de cursus wordt onder meer aandacht besteed aan de the-oretische kennis. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn ‘waarom voeren we een boekhouding?’, ‘aan welke eisen dient een boekhouding te voldoen?’, ‘wat zijn de aandachtspunten en de do’s en don’ts?’ Naast deze verdieping worden tal van voor-beelden en casussen behandeld om de theoretische kennis in de praktijk te brengen.

SoftwareNieuw binnen de Basiscursus Accountancy Nieuwe Stijl is het gebruik van software. “In de vorige cursus hebben we dit voor het eerst toegepast. Naar aanleiding van de evaluaties gaan we

de volgende Basiscursus Accountancy Nieuwe Stijl op het ge-bruik van software aanpassen aan de wensen van de cursisten. Als cursusleider zal ik alleen maar gebruikmaken van software als het gebruik ervan de kwaliteit van de cursus ten goede komt,” aldus Tijn Poelmann. “Daarmee gieten we de cursus in feite in een nieuw jasje, toegespitst op de praktijk van alledag.”

De groep cursisten die begin dit jaar de Basiscursus Ac-countancy volgde, was volgens Tijn Poelmann redelijk divers. “Deze mensen hadden behoefte aan verdieping. Ik doe allerlei handelingen, maar waarom eigenlijk, is een vraag die steeds terug moet komen. Als je de basisprincipes van boekhouden begrijpt, kun je alles oplossen, is mijn overtuiging.”

KwetsbaarKwaliteit en communicatie, daar draait het in de cursussen om. “En kwaliteit is dan niet de inhoudelijke juistheid van bij-voorbeeld een jaarrapport, dat is namelijk de norm. Kwaliteit is vooral gelegen in de omgang met je klanten en of je datgene kunt leveren wat hij van je verwacht. Durf je daarin kwetsbaar op te stellen. Een klant verwacht echt niet dat je alles weet, maar hij wil wel kunnen sparren. Op de cursus wil ik de deel-nemers uit het cijfermatige halen en hen een kader meegeven om zelf na te denken hoe ze willen werken en voor hun klanten het beste kunnen werken.”

Het aantal aanbieders in de branche is groot en neemt nog steeds toe. “Kantoren moeten voorkomen dat ze in een prijzen-slag terechtkomen,” vindt Tijn. “Je moet daarom toegevoegde waarde leveren, maar dat wordt in de praktijk nog wel eens moeilijk gevonden. Want, als je enkel een product – boek-houding, jaarrekening, aangiften – verkoopt, hoe kun je dan onderscheidend zijn van datgene wat een ander ook verkoopt?

NOAB-Activa-2014-4.indd 24 06-10-14 10:45

Page 25: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

Accountancypraktijk voor Gevorderden: In de vervolgcursus Accountancypraktijk voor Gevorder-den wordt ingegaan op facetten van het samenstellen van een jaarrekening en al hetgeen daarbij komt kijken. Daar-naast wordt ook in deze cursus ruime aandacht besteed aan de begrippen kwaliteit en communicatie.

25

Naast het product dien je toegevoegde waarde te verkopen. En vergeet dan niet die toegevoegde waarde aan je klant duidelijk te maken. Pas dan biedt je niet alleen een product aan dat vak-inhoudelijk juist is, maar doe je ook datgene wat een klant van je verwacht. Zo kun je bijvoorbeeld het aantal klantmomenten uitbreiden en daarvoor worden in de cursus handvatten aan-gereikt. Durf aan je klant te vragen wat hij van je verwacht en wanneer hij tevreden is. En ja, dat kan bij elke klant weer an-ders zijn. In de basiscursus gaan we daar nader op in.”

TevredenEén van de deelnemers aan de cursus Accountancy Nieuwe Stijl, die eerder dit jaar werd georganiseerd, was Jeroen Schou-ten van Schouten financiële dienstverlening, met vestigingen in Amsterdam en Amstelveen. Samen met collega Reinier van Overeem behoorde hij tot de groep geslaagden. “Ik heb de cursus als zeer goed en zinvol ervaren,” geeft hij aan. “Maar, de cursus had voor mij wel iets langer gemogen. Met name de laatste les, waarbij we gingen werken met een accountantspak-ket, om het geleerde toe te passen, had voor mij niet gehoeven. Dat kostte veel tijd, terwijl wij zelf niet met het betreffende pakket werken.”

Het examen vond Jeroen pittig en lang. “Maar, alles wat we be-handeld hadden kwam er wel in terug. Echter, niemand bleek in staat om het gehele examen binnen de daarvoor gestelde tijd af te krijgen, dat was wel jammer. Wellicht moet daar de vol-gende keer meer tijd voor worden gegeven of het examen moet wat beknopter worden.”

Enkele kritische noten dus, maar dat neemt niet weg dat Je-roen uitermate tevreden is over de cursus. “Ik heb hier meer geleerd dan tijdens mijn hele opleiding,” zegt hij. “Ik overweeg dan ook zeker om de cursus voor gevorderden te gaan volgen. Daarnaast gaan twee medewerkers naar de tweedaagse BTW-cursus, twee medewerkers naar de cursus Accountancypraktijk voor Gevorderden en één medewerker naar PDL Actualiteiten. Ja, we zijn enthousiast over de NOAB-cursussen, vooral omdat ze praktijkgericht zijn.”

InteractieDat kan Saskia Doerga van A&B Partners in Amsterdam en Haarlem, bevestigen. “De cursusleider werkte met veel prak-tijkvoorbeelden, waardoor je de stof sneller onder de knie kunt krijgen.” Ook zij vond de laatste lesdag met het softwarepakket jammer van de tijd. “Het programma zat redelijk vol en elke les liep ook uit. Dat is niet erg, maar die laatste les hadden ze wat mij betreft mogen weglaten.”

‘Ik heb hier meer geleerd dan

tijdens mijn hele opleiding’

Saskia was blij dat de groep cursisten niet te groot was, waar-door er veel interactie mogelijk was tussen de cursusleider en de groep. “Hij was enthousiast en legde de stof op een begrij-pelijke manier uit.” Ook Saskia vond het examen lang en ze maakte zich zorgen toen ze doorkreeg dat ze het niet af kon krijgen. “Maar, toen ik hoorde dat alle cursisten met dat pro-bleem zaten, was dat een zorg minder.” Sterker nog, Saskia bleek na de beoordeling de hoogste cijfers te hebben gehaald. “En het mooie is dat wat ik geleerd heb, nu in de praktijk toepas. En daar gaat het toch om als je een cur-sus hebt gevolgd.” ■

T ijn Poelmann

Foto

graf

ie L

oure

ns S

mak

NOAB-Activa-2014-4.indd 25 06-10-14 10:45

Page 26: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Adver to r ia l

Proactief vooruitkijken met de klantMet de klant nadenken over de toekomst, dat is wat Infine Software uit Zeewolde beoogt met Infine Tussentijds Rapport Prognose.

“Onze klanten willen op elk denkbaar moment inzicht in de stand van zaken. Administratiekantoren kunnen, en misschien zelfs

móeten, daarin een belangrijke rol spelen,” aldus Erik Vreekamp, sales manager en mede-eigenaar van Infine Software.

Door: Chris Wolters

“Samen met de ondernemer moeten de cijfers worden beoordeeld. Periodiek contact is essentieel.” Erik Vreekamp legt uit: “Dan wordt helder welke kosten opvallend of juist ongemerkt stijgen of wat er gebeurt er met de omzet, met de brutomarges enzovoorts. Als dat dui-delijk is kunnen ondernemers gericht en vooral tijdig bijsturen.” Hij vervolgt: “Tussentijdse rapportages zijn voor veel ondernemers een flinke stap vooruit.” Als basis voor een prognose kunnen historische cijfers ook met een collec-tieve index of juist met een index per post worden geëxtrapoleerd. Vreekamp: “Zo wordt helder wat er gebeurt met het resultaat als de huidige lijn wordt voort-gezet en welke invloed een investering bijvoorbeeld heeft op de liquiditeit in het volgende jaar.”

Klantbeleving als keuzecriteriumHet team van Infine Software combi-neert jarenlange ervaring binnen de accountancy met een uitgebreide ken-nis van financiële automatisering. “We komen zelf uit de branche en we werken met veel mensen uit het vak. We maken het onszelf wel eens moeilijk om de juis-te mensen te vinden. Wij vinden het ech-ter belangrijk dat bijvoorbeeld onze col-lega’s van de helpdesk niet alleen kun-nen uitleggen waar de knoppen zitten, maar ook weten wat er achter sommige verslaggevings- of andere inhoudelijke vragen schuil kan gaan.” Vreekamp vat

samen: “Onze mensen moeten kunnen meedenken en soms een slagje dieper gaan. Onze helpdesk staat als bijzonder goed bekend en we zijn daarom ook trots op onze collega’s. Bij Infine Software deelt men de productgroepen in twee categorieën: de samensteloplossingen waaronder de uitgebreide software voor het opstellen van financiële rapportages als jaarrekeningen en tussentijdse rap-portages vallen. Daaronder ook SBR/XBRL en Samensteldossier.

‘Tussentijdse rappor-tages zijn voor veel ondernemers een flinke stap vooruit’Daarnaast zijn er drie modules voor kantoorautomatisering, namelijk Rela-tiebeheer, Digitaal Dossier, en Urenre-gistratie & Facturering. Erik Vreekamp: “Uiteraard leveren we de software, maar daarnaast implementeren en trainen we en houden we regelgeving actueel in samenwerking met NOAB. Belangrijkste uitgangspunt is dat klanten er geen om-

kijken naar hebben. Uit de markt krijgen we vaak terug dat klanten onze dienst-verlening als zeer uitgebreid ervaren. Dat is ook waar we het verschil kunnen en willen maken.”

Een eigen strategisch planTerug naar de cijfers van de ondernemer. “We merken dat steeds meer onderne-mers vooral vooruit willen kijken.” Erik Vreekamp geeft aan dat achterom kijken aan belang lijkt in te boeten. “Natuurlijk blijven we in Nederland jaarrekeningen maken, maar alleen als verantwoor-dingsdocument aan het einde van een boekjaar. Steeds meer echter is er vraag naar goed onderbouwde prognoses. Een groeiend aantal ondernemers wil voor de eigen bedrijfsvoering niet meer jaar-lijks terugkijken, maar tussentijds. Per kwartaal of per maand, afhankelijk van het type onderneming. Daarin kun je als NOAB-kantoor de klant begeleiden.” Vreekamp schetst: “Je kunt ondernemers uitdagen om naast de rol van vakman ook in de ondernemersrol te kruipen. Natuurlijk wil niet iedere ondernemer dat uit zichzelf. Veel ondernemers heb-ben in eerste instantie een hekel aan alles wat met administreren te maken heeft. Maar voor wie de adviesrol wil invullen, hebben we de juiste ‘tools’. Administratiekantoren hebben natuurlijk als belangrijke taak de zorg voor een juiste en volledige administratie. Juist die administratie is tegelijk een uitste-

26

NOAB-Activa-2014-4.indd 26 06-10-14 10:45

Page 27: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

kende bron voor goed onderbouwde ad-viezen. Correct interpreteren van cijfers op basis van de marktsituatie, omge-vingsfactoren, trends en voorspellingen geven een beeld van de mogelijkheden. Ondernemers willen graag geholpen worden met een steekhoudend antwoord op mogelijke ontwikkelingen. Op basis van reële en geprognosticeerde cijfers kan verantwoord worden geïnvesteerd in activa of is het mogelijk om de haal-baarheid van personeelsuitbreiding na te gaan.

‘Achterom kijken lijktaan belang in te boeten’Voor NOAB-kantoren ligt daar ruimte. Voor alle duidelijkheid: we weten heel goed dat niet iedere ondernemer op een prognose zit te wachten. Een kantoor ziet het opstellen van een prognose ook nog wel eens als een ‘procesverstoring’. Met goede software is dat niet meer no-dig.”

Werken op basis van verschillende scenario’sErik Vreekamp schetst: “Het rapport kan verschillende vormen hebben. In eerste instantie kan bijvoorbeeld alleen de prognose worden getoond, voorafgaand aan het volgende boekjaar. Dan kan in de loop van het boekjaar een vergelij-king worden gemaakt met werkelijke cijfers met Infine Tussentijds Rapport

Prognose” Hij stipt nog even aan: Met een rolling forecast´ rapporteer je op basis van de resultaten van de eerste periodes met aannames over de laatste periodes, zowel op basis van resultaat en liquiditeit.” Vreekamp vat de moge-lijkheden van Infine Tussentijds Rapport Prognose samen. “Het is mogelijk de cijfers te importeren vanuit alle finan-ciële software. Dat gebeurt met behulp van een directe koppeling of auditfile. Er wordt gewerkt met een collectieve of individuele indexering als basis voor de prognose. Je kunt daarnaast verschil-lende alternatieve scenario’s uitwerken, waarvan de tekstuele uitgangspunten in het rapport worden gepresenteerd. Er is sprake van een centrale brugstaat en rap-portgegevens. Overigens is er vanuit het rapport direct inzage in de grootboek-mutaties.” Vreekamp wijst ook op het feit dat er managementinfo kan worden gepresenteerd via dashboards, grafieken, brutomarge-overzichten en kengetallen.

Een prognose met de juiste informatie voor ondernemer of externe financier, maar wel eenvoudig op te stellen. Dat is wat het moet zijn.”

Infine Software B.V.Wagonet te 2A3897 AD ZeewoldePostbus 1113890 AC ZeewoldeT 085–760 05 00E [email protected] www.inf ine.nl

Er ik Vreekamp

27

Foto

graf

ie G

uido

Kop

pes

NOAB-Activa-2014-4.indd 27 06-10-14 10:45

Page 28: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

De EU zoekt naar eigen inkomsten“Komen tot Europees opgelegde belastingen is naïef. Dat kan volgens Europese regelgeving alleen bij unanimiteit en dat is nu en

ook in de toekomst nagenoeg uitgesloten.” Afgelopen juni pookte Willem Vermeend, PvdA’er en ex-staatssecretaris van Financiën, de

discussie over de aanpak van belastingen in Europees verband nog eens op in Buitenhof. Activa peilde de meningen.

Door: Chris Wolters

De Europese Unie praat over eigen belastingen die rechtstreeks bij de burgers geïnd moet worden. Daarbij gaat het om een btw-heffing, een energiebelasting en een vennootschapsbelas-ting. De meningen zijn zeer verdeeld en dat al een heel aantal jaren. Vermeend stelt in dit kader ook dat de EU geen extra middelen nodig heeft maar zelfs met minder toe kan. Herhaling van zettenAl in 2010 legde de Europese Commissie nieuwe manieren voor om de Europese Unie te kunnen financieren. Alain La-massoure, voorzitter van de begrotingscommissie van het Eu-ropese Parlement, deed een poging de voorstellen aantrekkelij-ker te maken. Hij stelde dat een Europese belasting als bijeffect heeft dat de nationale bijdragen omlaag kunnen. Vooral een politiek aantrekkelijk neveneffect dus. De begrotingscommis-sie concludeerde bijna op datzelfde moment dat de bijdragen aan de Europese begroting van de lidstaten in enkele tientallen jaren stegen van ruwweg tien procent toen, naar zeventig pro-cent nu. Een minder aantrekkelijk politiek issue.

‘Nederland is één van de

nettobetalers’

De commissie wees er ook op dat bijdragen van de grote lan-den en de nettobetalers aanleiding waren tot “bittere debatten over nettobetalers en ingewikkelde kortingen”. Het creëren van eigen inkomsten zou daar in de ogen van de commissie een einde aan kunnen maken. Voor de goede orde: Nederland is één van de nettobetalers. Dat betekent simpel gezegd: we beta-len meer dan we terugkrijgen via subsidies uit EU-fondsen. Reduceren van lastenDe discussie over de afdracht aan Europa laait telkens op.

Zeker sinds het referendum van 2005 over Europa. Toenmalig premier Balkenende wist weliswaar een korting van één mil-jard euro te bedingen, nog steeds is Nederland een ‘nettobeta-ler’. Nederlandse Europarlementariërs zijn daarbij geen grote voorstanders van Europese belastingen. De PVV wil, niet zo verrassend, dat Nederland er alles aan doet om de afdracht te reduceren tot nul. PVV-Europarlementariër Lucas Hartong zette de discussie nog eens extra aan: “Lamassoure wil graag meer geld voor zijn Europese hobby’s en is dus boos op de PVV en soevereine lidstaten.” SP-Europarlementariër Den-nis de Jong is iets genuanceerder. Hij meent dat een Europese belasting betekent dat “de burger meer moet betalen en dat Eu-ropa nog meer macht opeist”.

Vermeend: ‘Europese belastingen

zullen wel moeten’

D66 en GroenLinks kijken volstrekt anders naar de plannen. Bas Eickhout (GroenLinks) denkt dat de contributie van Ne-derland omlaag kan en “dan kost het de burger niet meer geld, maar minder”. Het kabinet-Rutte zet evenals het kabinet-Bal-kenende in op een jaarlijkse korting van één miljard euro. Fiscale integratieVermeend stelt in Buitenhof dat je topinkomens en bonus-sen flink mag belasten, maar dat dit op Europese schaal moet worden aangepakt. Doe je dat alleen in Nederland, dan open je de weg naar belastingvlucht en fiscaal ingewikkelde con-structies. “Daar zitten we in ons land niet op te wachten.” Het voorgaande lijkt vermijdbaar met harmonisatie van belasting-tarieven. Europese harmonisatie waarbij landen op vrijwillige basis afspraken maken is vooral van belang voor grenseffecten bij accijnzen. Op andere belastinggebieden ziet Vermeend geen

28

NOAB-Activa-2014-4.indd 28 06-10-14 10:45

Page 29: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

draagvlak. Helma Neppérus, Tweede Kamerlid voor de VVD, stelt: “De VVD is voor een lager toptarief en wil geen verdere nivellering. Men moet ook minder snel in het hoogste tarief terechtkomen. Daarnaast botst de verhoging van vermogens-belasting met vrijheid. Voor mensen die louter van vermogen leven is deze belasting te verdedigen, zij betalen geen andere belasting. Veel minder te verdedigen is, dat mensen die al belasting over hun inkomen hebben betaald en een deel van dat geld niet direct uitgeven, daarover wéér belasting moeten betalen. Dat is veruit de grootste groep en voor die mensen is dit een dubbele belasting over dezelfde euro’s. Onrechtvaardig en een rem om te sparen en zo weer te kunnen investeren. Bij-voorbeeld om een eigen bedrijf starten, maar ook om aandelen te kopen in bestaande bedrijven en daarmee de bedrijvigheid stimuleren.”* FraudebestrijdingDe eenheid binnen Europa is een doel, de praktijk is dat bijvoorbeeld vestiging soms wel heel aantrekkelijk wordt gemaakt. Helma Neppérus: “Wij vinden een goed vestigings-klimaat voor bedrijven die hier echt aan de slag willen van groot belang. De concurrerende landen zijn zeer actief dus wij moeten wat te bieden hebben voordat bedrijven en dus banen verdwijnen.” Over de onvermijdelijkheid van Europese belas-tingen zegt ze: “Belastingen zijn een nationale aangelegenheid en voor liberalen een noodzaak om kerntaken van de overheid als defensie, onderwijs, veiligheid en zorg te betalen.” Van de kreet ‘op naar een Europese belasting’ wordt haar partij niet vrolijk. “We hebben het dan over één Europese inkomstenbe-lasting en één Europese vennootschapsbelasting.

De inkomstenbelasting, met als voorfase de loonbelasting die bij werknemers wordt ingehouden, is goed voor een jaarlijkse opbrengst van 45 miljard euro. De vennootschapsbelasting is goed voor 12 miljard euro. Die inkomsten horen terug te

vloeien in ons eigen land. Eu-ropa kan wel een grote rol spelen in fraudebestrijding, onder meer op het gebied van belas-tingen. Daar is grensoverschrij-dende aanpak voor nodig.” Schadelijke concurrentieEuropa doet al het nodige om verschillen in belasting in alle EU-landen aan te pakken. Soms met opval-lende gevolgen. Recent maakte koffieketen Starbucks bekend van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk te verhuizen. De eufemistische boodschap was ‘dat men liever daar belasting betaalt’. Vermeend stelde in een eerder interview over wetge-ving in Europa gericht op het voorkomen van schadelijke con-currentie in de winstbelasting.

Neppérus: ‘Belastingen zijn een

nationale aangelegenheid’

“Daar zijn richtlijnen voor. Op grond daarvan heeft Nederland de wetgeving in het verleden al moeten aanpassen. Het is niet juist te denken dat dit in andere landen niet het geval zou zijn.” Vermeend vindt de EU geen tandeloze tijger. “Maar als je kijkt naar het Verenigd Koninkrijk, dan zie je dat ze behoorlijk scherp aan de fiscale wind varen door wereldwijd bedrijven te lokken met lage tarieven en fiscale voordelen. Daar moet Europa naar kijken.” Vermeend publiceerde recent het boek ‘Arm & rijk in Nederland’ over de toenemende kloof tussen arm en rijk. Hij vertolkt daarin een heel andere mening dan de econoom Thomas Piketty, die een samenleving van renteniers voorspelt waarbij de rijken ten koste van de armen steeds rijker worden en overal de dienst gaan uitmaken. ■

[* CDA, GroenLinks, PvdA, D66, SP en VVD zijn om een reactie gevraagd. Alleen de VVD heeft een reactie gestuurd, red.]

Sluit uw NOAB-verzekering voorBeroepsaansprakelijkheid bij

Hiscox, de specialistin Beroepsaansprakelijkheid

www.BAVverzekering.nl

www.hiscox.nl HISCOX

Willem Vermeend

29

Foto

graf

ie J

ean-

Pier

re J

ans

NOAB-Activa-2014-4.indd 29 06-10-14 10:45

Page 30: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Twee jaar premiekorting voor jongere werknemerHoewel Nederland langzamerhand uit de crisis komt, ligt de werkloosheid, met name ook onder jongeren, op dit moment nog op

een fors niveau. Het kabinet heeft daarom diverse maatregelen genomen om de cijfers een beter aanzien te geven. Daarvan kunnen

ondernemers nu profiteren.

Door: Henk Poker

Het kabinet vindt het van belang dat jongeren niet langdurig in een uitkering blijven. Het streeft er naar hen een perspectief te geven op een plek op de arbeidsmarkt. De achterliggende gedachte is dat werkgevers een impuls nodig hebben om te stimuleren dat deze jongeren een kans wordt gegeven. Eén van de maatregelen van het kabinet is dat werkgevers onder bepaalde voorwaarden een premiekorting kunnen krijgen bij het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde (WW- of bijstandsuitkering) in de leeftijd van 18 tot 27 jaar. Helaas, zo blijkt uit onderzoek, maken werkgevers nog maar weinig ge-bruik van deze mogelijkheid. Mirjam Sterk, die door het kabi-net tot ambassadeur Jeugdwerkloosheid is benoemd en als taak heeft de jeugdwerkloosheid aan te pakken, heeft het UWV nu gevraagd om de regeling beter onder de aandacht te brengen van werkgevers.

Tijdelijke regelingMet de maatregel Premiekorting wil het kabinet het aantal werkloze jongeren terugdringen. Hoewel het cijfer daalt, zijn nog altijd ruim 100.000 jongeren werkzoekend en daarmee zijn jongeren goed voor 15% van het werklozenbestand in ons land, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Voor het gehele plan heeft het kabinet 300 miljoen uitgetrokken.

De regeling houdt in het kort in dat als werkgevers in 2014 of 2015 een jongere werknemer in dienst nemen, zij jaarlijks een korting op de premies werknemersverzekeringen kunnen ont-vangen van 3.500 euro, voor maximaal twee jaar. Het gaat der-halve om een tijdelijke regeling. Naast het feit dat de jongere uitkeringsgerechtigde is, moet de dienstbetrekking minimaal zes maanden bedragen en een arbeidsomvang van ten minste 32 uur per week hebben.

Inmiddels is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid met enkele wijzigingen gekomen, omdat de regeling in de praktijk enkele ongewenste effecten met zich meebracht. Deze wijzigingen zijn toegepast met betrekking tot de premiekorting bij opeenvolgende dienstbetrekkingen.

‘Jongeren zijn goed voor 15%

van het werklozenbestand’

Het ministerie wil hiermee voorkomen dat een bestaande dienstbetrekking na bijvoorbeeld een half jaar wordt beëindigd en na een korte tijd van uitkering voor de betreffende persoon, hij wederom in dienst wordt genomen, om daarmee te voldoen aan de voorwaarden om voor de premiekorting in aanmerking te komen. Zowel voor de werkgever als de medewerker is dat een ongewenste situatie.

Dienstverband onderbrokenDaarnaast zijn bepalingen opgenomen waarbij premiekorting is toegepast, maar het dienstverband, om welke reden dan ook, wordt onderbroken. Het ministerie heeft nu bepaald dat een dienstverband niet langer dan drie maanden mag worden onderbroken, om recht te houden op de volledige premiekor-tingperiode. ■

30

NOAB-Activa-2014-4.indd 30 06-10-14 10:45

Page 31: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

Transparant, toegankelijk, fris en modernDat is Fris Financieel in Hillegom. Het kantoor dat acht jaar geleden werd opgestart door Mirjam Schrama-Van Nobelen, kende sinds-

dien alleen maar groei. Net even iets meer doen dan de klant van je verwacht en afspraken, hoe klein ook, nakomen, daar draait

het volgens Mirjam om.

Door: Henk Poker

Kantoor in Beeld

Dat klinkt logisch, maar het wordt bij Fris ook dagelijks waargemaakt. “Onze aanpak gaat verder dan alleen het doen van een aangifte,” zegt Mirjam. “We houden wet- en regelgeving in de gaten en kijken daarbij wat voor welke klant interessant is. En we zijn in staat om las-tige zaken begrijpelijk uit te leggen.”

TeamHet is een aanpak die aanslaat, gezien het groeiende aantal klanten. Begonnen in haar eentje, werken er inmiddels vijf dames bij Fris Financieel. Een bewuste keuze? “Nee, dat is toevallig zo ontstaan. Je zoekt een team mensen dat bij elkaar past en dat de kennis in huis heeft waar de markt om vraagt. Wij hebben bijvoorbeeld kennis van veel verschil-lende branches en niet onbelangrijk: we weten bij het samen-stellen van de jaarrekening hoofd- en bijzaken van elkaar te scheiden.”

‘Een klant moet bij ons passen

en andersom ook’

In 2010 werd Fris Financieel lid van NOAB. “Met name omdat we gebruik wilden maken van het kwaliteitssysteem. En we hebben ondervonden dat de helpdesk ook erg prettig is. Daar-naast vind ik NOAB een keurmerk en het benadrukt, evenals onze aansluiting bij het Register Belastingadviseurs, dat je als kantoor aan bepaalde eisen voldoet.” Wat heet, bij de onlangs gehouden herkwalificatie kwam Fris Financieel er uitstekend uit.

GroeiReclame maken doet Fris Financieel niet. “Klanten komen bijna als vanzelf bij ons,” zegt Mirjam. “Zo hadden we in het begin één advocaat als klant, maar niet veel later waren het er al vier. Blijkbaar wordt er over ons gepraat.” Dat wil niet zeg-gen dat Fris Financieel elke nieuwe potentiële klant zomaar klakkeloos aanneemt. Mirjam: “We zijn selectief. Een klant moet bij ons passen en andersom ook. En ben je eenmaal klant bij ons, dan gaan we ook een relatie voor jaren aan. Het verloop is namelijk minimaal.”Een vraag die Mirjam nog wel eens bezighoudt is hoe ze kan laten zien dat wat Fris in huis heeft, meer dan voldoende is voor de gemiddelde MKB’er. “Ik denk dat wij een prima con-current van de accountant zijn, en bovendien goedkoper. Daar-naast hebben wij voor voorkomende specialistische vraagstuk-ken inmiddels een uitgebreid netwerk opgebouwd, waar we gebruik van kunnen maken. Wij weten waar onze kracht ligt en wat we kunnen. We hebben dan ook nooit het gevoel dat er iets op ons af komt wat we niet kunnen oplossen. Wat je niet weet moet je van elders halen, dat overleggen we met de klant en op die manier leveren we maatwerk.”“De toekomst? Ik heb geen idee. We gaan enthousiast en vol energie door op de ingeslagen weg. Datgene doen waar je klan-ten op rekenen. We krijgen regelmatig gebak van onze klan-ten… ja, dan doen we blijkbaar toch iets goed.” ■

31

Foto

graf

ie In

grid

van

Voo

rthu

ijsen

NOAB-Activa-2014-4.indd 31 06-10-14 10:45

Page 32: Activa 4, 2014

Bekijk de online demo op www.infi ne.nl of bel085 - 7 600 500

• Saldi importeren vanuit alle fi nanciële software

• Vanuit het rapport direct inzage in de grootboekmutaties

• Managementinfo via dashboards, grafi eken en kengetallen

• Vergelijking van periodecijfers met vorig boekjaar

• Consolidatie en automatische eliminatie

Tussentijds Rapport Prognose

Samensteldossier Grootboekanalyse Relatiebeheer

Jaarrekening Tussentijds Rapport Digitaal Dossier

SBR Activaregistratie Uren & Facturering

NIEUW

• Collectieve of individuele indexering als basis voor de prognose

• Scenario’s voor uitwerken van alternatieven

• Cashfl ow-overzicht per periode

• Jaaroverzichten met alle periodes in één duidelijk overzicht

• Overzicht van werkelijke cijfers tot nu toe, aangevuld met begroting tot einde jaar

NOAB-Activa-2014-4.indd 32 06-10-14 10:45

Page 33: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

‘Het moet allemaal anders!’Digitaal werken is fijn en goed voor de klanten van administratie- en accountantskantoren én voor de kantoren zelf. Het zorgt ervoor

dat het werk goedkoper kan worden uitgevoerd. Bovendien besparen kantoren op kosten als porti, archief, kopieermachines en opslag.

Door: Hans Pieters

Kees Schaap van Pro Management Soft-ware verbaast zich over de traagheid waarmee organisaties digitaliseren. Een recente ervaring drukte hem nog eens hardhandig op de vastgeroeste gewoon-ten van veel organisaties. Hij vertelt: “Als de nieuwe penningmeester van een plaatselijke ondernemersclub, vroeg ik mijn voorganger of hij mij toegang kon verschaffen tot de administratie en het dossier. ‘Toegang verschaffen? Hoezo? Ik kom de spullen wel brengen!’, was zijn antwoord.” Schaap was verbaasd. “Hij had mij verteld dat hij met Exact Online werkte en dat hij de documenten in een digitaal dossier had opgeslagen.” Omdat zijn voorganger vennoot bij een middelgroot accountantskantoor was, maakte Schaap de afspraak. “Ik was be-nieuwd wat hij bedoelde.” Stomverbaasd was Schaap toen hij vijf ordners meekreeg. “Per jaar waren het grootboek, de debiteuren- en crediteu-renlijsten, bankafschriften en kopieën van inkoop- en verkoopfacturen uit-gedraaid en in de dossiers opgeslagen, samen met een uitdraai van de jaar-rekening, aangiften en een ordner met permanente stukken.”

Digitaal“Op de vraag waarom ik al die spullen mee moest nemen, de man werkte toch digitaal?, luidde het antwoord ‘voor de zekerheid’.” Schaap heeft hem ver-volgens nog maar eens uitgelegd wat digitaal werken inhoudt. Hij herhaalt het voor de zekerheid nog maar een keer:

“Online boekhou-den betekent dat je alleen maar de toegang tot de ad-ministratie hoeft te hebben. Dat is direct te regelen met de softwareleveran-cier, een kwestie van digitaal over-hevelen.” Daarmee zijn alle verkoop-facturen digitaal. De inkoopfacturen en kasstukken kun-nen in de digitale brievenbus worden opgeslagen. “De crediteuren van ondernemers verzoeken wij altijd hun inkoopfacturen digitaal te sturen. Ze reageren eigenlijk altijd enthousiast. Via kassakoppelingen lees je dan dagelijks of wekelijks de muta-ties online in. Hetzelfde geldt voor de bankmutaties. We beoordelen alleen de uitzonderingen.”Aangiften en jaarrekeningen krijgen een plek in een online digitaal dossier (portaal), zoals Digirecord.nl. En rap-portages kunnen worden toegestuurd via apps als ISEEMORE (iseemore.nl) of via SBR.

“Het kan niet anders dan dat het accoun-tantskantoor te veel tijd besteed aan zo’n administratie. En dan nog eens tegen veel hogere tarieven en met veel meer kansen op fouten en onvolledigheid,”

besluit Schaap. “Juist die grote kantoren zouden toch het goede voorbeeld moeten geven?”

Pro Management Software N.V.L i jstersingel 152902 JD Capelle aan den IJsselT 010–451 76 76E [email protected] www.promanagement.nl

Kees Schaap

Adver to r ia l33

Bekijk de online demo op www.infi ne.nl of bel085 - 7 600 500

• Saldi importeren vanuit alle fi nanciële software

• Vanuit het rapport direct inzage in de grootboekmutaties

• Managementinfo via dashboards, grafi eken en kengetallen

• Vergelijking van periodecijfers met vorig boekjaar

• Consolidatie en automatische eliminatie

Tussentijds Rapport Prognose

Samensteldossier Grootboekanalyse Relatiebeheer

Jaarrekening Tussentijds Rapport Digitaal Dossier

SBR Activaregistratie Uren & Facturering

NIEUW

• Collectieve of individuele indexering als basis voor de prognose

• Scenario’s voor uitwerken van alternatieven

• Cashfl ow-overzicht per periode

• Jaaroverzichten met alle periodes in één duidelijk overzicht

• Overzicht van werkelijke cijfers tot nu toe, aangevuld met begroting tot einde jaar

Foto

graf

ie G

uido

Kop

pes

NOAB-Activa-2014-4.indd 33 06-10-14 10:45

Page 34: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Branche in beeld34

Zorgondernemers moeten anticiperen op nieuwe situatieDe gezondheidszorg staat aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. Zo valt een deel van de zorg voor ouderen vanaf 1 januari

2015 onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Hoe gaat de branche met deze enorme transitie om? Activa vroeg het Guus van

Montfort, bestuursvoorzitter van ActiZ, de organisatie van zorgondernemers in met name de ouderenzorg.

Door: Henk Poker

ActiZ telt 430 leden, 80% is actief in de ouderenzorg, de ove-rige leden zijn met name werkzaam in de jeugdgezondheids-zorg en kraamzorg. De leden van ActiZ vertegenwoordigen een kleine 450.000 medewerkers in de zorg. “We sluiten de grootste cao van Nederland af,” geeft Van Montfort de aard van de omvang aan. Daarmee noemt hij één van de kerntaken van ActiZ, namelijk belangenbehartiging. “Mede daardoor hebben onze leden ruimte om te ondernemen, te innoveren en te investeren in bijvoorbeeld kwaliteit. Daarnaast werken we aan een vermindering van de bureaucratie en de administra-tieve lasten. Verder richten we ons op de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt.”

‘Als lid van ActiZ sta je

ergens voor’

Overleg met de overheid, de zorgverzekeraars, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de politiek behoort eveneens tot de kerntaken van ActiZ. Een aantal thema’s keert daarin regelma-tig terug: de organisatie van de zorg, werkgelegenheid, onder-wijs, maar ook vastgoed. “Onderwerpen die vrijwel continue aan veranderingen onderhevig zijn,” geeft Van Montfort aan. “Zeker nu de overheid heeft besloten om een deel van de oude-renzorg, jeugdzorg en gehandicaptenzorg over te hevelen naar de gemeenten, komt er veel op onze leden en op ons af.”

RegioOm te weten wat er onder haar leden leeft, organiseert ActiZ

diverse keren per jaar ledenvergaderingen. Daarnaast gaat zij de regio in en is er vanuit het kantoor in Utrecht vrijwel continue overleg met leden. “Via ons digitale ledennet vragen we leden ook om ons op de hoogte te houden van wat ze in het werkveld tegenkomen,” aldus Van Montfort. “Verder doen we elk jaar een benchmarkonderzoek, waardoor we een goed beeld van de branche krijgen.”Elke ondernemer die actief is in de zorg, kan lid worden van ActiZ. “Tenminste, als men erkend is als instelling en voldoet aan het wettelijke kader. Bovendien moet elk lid voldoen aan de governance code en kwaliteitsinformatie publiceren. In samenwerking met de patiëntenfederatie NPCF ontwikkelen we op dit moment een digitale zorgkaart. Daarin staat, naast feitelijke informatie, wat klanten van een bepaalde instelling vinden. Iedereen die lid is van ActiZ moet daaraan meedoen. Daarmee beogen we maximale transparantie en borging van kwaliteit. Het moet een prikkel voor elke instelling zijn, die zich bij ons aansluit.”Wanneer leden niet aan de voorwaarden voldoen, kunnen ze als lid geroyeerd worden. Van Montfort: “Uiteraard krijgt ie-dereen de kans om eventuele hiaten te herstellen. Zo niet, dan volgt opzegging van het lidmaatschap. Kijk, als lid van ActiZ sta je ergens voor, ik vergelijk dat wel eens met het keurmerk van de BOVAG.”

HervormingenWaar ruim 30 jaar lang voor de cliënt werd beslist wat er met hem of haar moest gebeuren, daar wil ActiZ in feite naar een virtueel budget op basis van een onafhankelijke indicatie, pas-send binnen de transitie die de overheid voor ogen staat. Van Montfort: “We kunnen de hervormingen als een bedreiging zien, maar liever zien wij het als een kans richting de cliënt. ActiZ heeft jaren geleden al een visie ontwikkeld, waarin de

NOAB-Activa-2014-4.indd 34 06-10-14 10:45

Page 35: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

35

cliënt veel meer de regie over zijn eigen leven kan houden. De overheid volgde later, maar koppelde daar een bezuini-ging van 2,8 miljard aan. Voor ActiZ was het toen van belang een standpunt te bepalen. Tijdens een ledenvergade-ring hebben we deze vraag voorgelegd en dat leidde tot een duidelijke keuze van de achterban. De leden kozen dus massaal voor het werken vanuit onze eigen visie op ouderenzorg, dus kiezen voor de cliënt.”

Breed initiatief“De afgelopen dertig jaar is de zorg en ondersteuning van ouderen sec op-gelost binnen het zorgdomein,” gaat Van Montfort verder. “Nu is er meer nodig, bijvoorbeeld om langer thuis te kunnen blijven wonen. Binnen MKB Nederland is daarom een breed initia-tief gestart, waarbinnen onder andere ActiZ, de ICT-branche, maar ook Bouwend Nederland, de installatiebedrijven, et cetera actief zijn, om gezamenlijk tot plannen te komen die bo-venstaande, dus langer thuis blijven wonen, voor meer mensen mogelijk maken.”

‘Wij zijn niet met deze transitie

bezig omdat de politiek dit wil’

Natuurlijk sluit de ActiZ-voorzitter zijn ogen niet voor wat er nu gaande is, lees de vele ontslagen en sluiting van locaties. “Dat zijn nare dingen. Aan de andere kant zijn er ook vele nieuwe initiatieven die de transitie ondersteunen. Ja, wat dat betreft bevindt ActiZ zich in een hybride omgeving. Waarbij wij vooral naar de cliënt als individu willen kijken. Wat heeft hij nodig en hoe spelen we daarop in? Dat is maatwerk en vraagt van iedereen een geweldige inspanning, daar zijn wij van overtuigd.”

ProblemenNieuwe initiatieven zijn volgens Van Montfort de vele tiental-len zorgcorporaties die al zijn opgericht, vaak als gevolg van een burgerinitiatief. “Daarin worden allerlei afspraken ge-maakt, om invulling te geven aan problemen in de markt. En ja, wij weten dat er mensen tussen het wal en het schip gaan vallen, het is aan iedereen in de zorg de taak om dit vroegtij-dig te signaleren en daarop in te spelen. Wij zijn niet met deze transitie bezig omdat de politiek dit wil. Nee, het zijn vooral cliënten die aangeven dat ze het anders willen. Dat ze zelf kun-nen bepalen wat er met hen gebeurt. En dan zul je zien, dat veel mensen meer kunnen dan we denken.”Van Montfort vindt wel dat de politiek nu moet doorpakken in de communicatie naar de burger. “Wij herkennen het heersen-de cynisme en dat komt vooral omdat de overheid er nu voor wegloopt en het aan de markt overlaat. Daarom roepen wij staatssecretaris Van Rijn op om de regie te pakken in wat het grootste veranderingstraject in de zorg is sinds de jaren zestig, toen de AWBZ werd ingevoerd. Wij vinden namelijk ook dat bepaalde zaken nu in een razend tempo veranderen, dat zou best wat geleidelijker mogen. Maar, de overheid heeft gezegd dit niet te willen. Prima, maar dan moeten ze nu wel hun ver-antwoordelijkheid nemen.” ■

Guus van Mont for t

NOAB-Activa-2014-4.indd 35 06-10-14 10:45

Page 36: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Lenen, lenen, betalen, betalen!“Mevrouw Van der Velden, u spreekt met de bank die met u meedenkt.” Cabaretier Youp van ’t Hek beleefde er in 1983 zijn door-

braak mee. Kern van zijn conference was dat geld lenen steeds makkelijker werd, maar terugbetalen behoorlijk problematisch kon

worden.

Door: Chris Wolters

Het verhaal van Youp is nog altijd actueel. Leningen en kre-dieten moeten worden terugbetaald, van welke verstrekker dan ook. Die consumptieve kredieten staan geregistreerd bij Bureau Krediet Registratie (BKR) in het Centraal Krediet Informatie-systeem (CKI). De BKR-woordvoerder stelt dat BKR functio-neert als schakel tussen consument en kredietverstrekker. “Wij beheren de database met de kredietgegevens en geven geen oordeel over het leen- en betaalgedrag. De bewering ‘het mag niet van BKR’ is dus feitelijk onjuist. Kredietverstrekkers bepa-len onder meer op basis van de bij BKR geregistreerde krediet-gegevens of en hoeveel geld er geleend kan worden.”

KredietgegevensDe registratie van consumptief kredieten is wettelijk verplicht, het gaat dus verder dan kredieten waar iets mee aan de hand zou zijn. In Nederland is BKR het enige kredietregistratie-bureau. De woordvoerder wijst op de maatschappelijk taak: “BKR helpt aan de ene kant te voorkomen dat consumenten financieel gesproken te veel hooi op de vork nemen.

‘De bewering ‘het mag niet van

BKR’ is feitelijk onjuist’

Aan de andere kant wordt een bijdrage geleverd aan een ge-zond financieel klimaat. Kredietverstrekkers kunnen hun oordeel bepalen op basis van objectieve kredietgegevens.” “Organisaties die bij BKR zijn aangesloten, kunnen informatie opvragen over lopende kredieten of kredieten die de afgelo-pen vijf jaar zijn verstrekt. Onder andere aan de hand van een BKR-toetsing kan worden beoordeeld of het verantwoord is zaken te doen met de klant.”

RegistratiesBKR legt dus leen- en aflosgedrag van consumenten met bij-

voorbeeld aflopende en doorlopende kredieten, creditcards, klantenpassen en roodstandlimieten vast. Ook worden beta-lingsachterstanden van meer dan 120 dagen op hypotheken vastgelegd. Bij zo’n 92% van de kredieten wordt zonder pro-blemen aan de betalingsverplichtingen voldaan. Dit zijn de zo-genoemde ‘positieve’ registraties. Over die registraties wil nog wel eens dramatisch worden gedaan. Echter, slechts ca. 8% van de consumenten kampt met betalingsachterstanden. Banken en andere kredietverleners zijn verplicht om BKR te raadplegen voordat ze een lening of krediet toekennen. Worden consumen-ten nagetrokken, dan moet dat worden gemeld.

AchterstandenNotoire wanbetalers zullen niet zoveel uitleg nodig hebben over het weigeren van een krediet of een hypotheek. Echter een zogenoemde A-code (achterstandscode) kan al worden toege-kend als een rekening twee maanden te laat is betaald. Vroe-ger werden betalingsachterstanden aan telecombedrijven ook geregistreerd, dat is echter overgenomen door Preventel. Een zogenoemde H-code, de H van herstel, wordt toegevoegd als de betalingsachterstand is ingelopen. Registratie blijft tot vijf jaar na aflossing in het CKI staan. Gegevens over registratie kun-nen tegen een kleine vergoeding worden opgevraagd bij een willekeurige bank of online via mijnBKR.nl.

Een negatieve BKR-codering kan ook ontstaan door een admi-nistratieve fout van een geldverstrekker. De Consumentenbond heeft na onderzoeken vastgesteld dat dit regelmatig voorkomt. Iedereen heeft recht op correctie van foutief geregistreerde gegevens. Daartoe kan een verzoek tot correctie of een klacht worden ingediend bij een geschillencommissie. De geschillen-commissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen op het ge-bied van privacywetgeving en kredietverlening. Ze beoordelen of de kredietverstrekkers en BKR zich hebben gehouden aan de BKR-regels. Het advies is bindend.

GeldnoodOveral is een markt voor, dus ook voor kredietverstrekkers aan mensen die lastig aan een lening komen. Mensen die ‘een

36

NOAB-Activa-2014-4.indd 36 06-10-14 10:45

Page 37: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

aantal dagen over hebben aan het einde van het salaris’. Die leningen worden ook flitskrediet of minilening genoemd. Googlen op ‘lenen met (negatieve) BKR-registratie’ levert heel wat ‘snel-geld-lenen-firma’s op’. Ze klinken als vrienden: “Zit je tijdelijk even in geldnood en heb je zo snel mogelijk geld nodig? Dan is Saldodipje misschien wel wat voor jou. Zelfs met een negatieve BKR kun je geld lenen bij Saldodipje. Saldodipje stort simpel en snel gra-tis geld op jouw rekening wanneer jij dat nodig hebt. Je kunt tot wel 500 euro gratis lenen bij Saldodipje. Er zitten geen addertjes onder het gras bij Saldodipje.”

‘Er wordt gehandhaafd

als het uitkomt’

Het oogt allemaal heel voordelig: “Als je op tijd betaalt is het, afgezien van de rente, gratis.” Inderdaad: afgezien van de rente… De ver-strekkers waarschuwen vaderlijk ‘dat dit soort leningen niet moet worden gebruikt voor het aflossen van andere leningen’. Voor alle duide-lijkheid: snelle geldverstrekkers storten geld op de rekening. Dat is eigenlijk helemaal geen krediet. Bij het Steunpunt Ac-quisitie Fraude (SAF) winden directeur Fleur van Eck en haar collega Fred Speijers zich daarover op. “Het schandalige is dat deze kredieten dus ook niet geregistreerd hoeven te worden.”

HandhavingFleur van Eck en Fred Speijers zijn heel kritisch over de aan-pak van acquisitiefraude en aanverwante zaken. Speijers: “Er wordt gehandhaafd als het uitkomt.” Die uitspraak botst met de benadering van minister Opstelten. Op 14 juni 2014 debat-teerde hij met de Tweede Kamer over een wetsvoorstel dat meer mogelijkheden voor de opsporing, vervolging en bestraf-fing van fraude, omkoping, corruptie en witwassen moet ope-nen. De minister benadrukte het belang van de afschrikkende werking van een verhoogde pakkans en de dreiging van een zwaardere straf. Opstelten wil dan ook de capaciteit bij poli-tie en justitie voor fraudebestrijding verder uitbreiden. Fred Speijers: “Fraudeurs, oplichters et cetera moeten niet alleen worden gepakt, maar ook daadwerkelijk worden bestraft, bij-

voorbeeld door verder handelen onmogelijk te maken. NOAB-leden kunnen een bijdrage leveren door zich te verdiepen in de materie, door tijdig te signaleren dat er bijvoorbeeld bepaalde afdrachten niet worden gedaan en door, als dat nodig is, mee te onderhandelen met de bank of de Belastingdienst.”

MisbruikKredietverlener Ferratum, eigenaar van ‘Saldodipje’, kreeg in 2013 een boete van 300.000 euro. De AFM stelde dat zon-der verplichte vergunning flitskredieten werden aangeboden. Advertenties suggereerden dat een krediet gratis zou zijn. In de praktijk moesten consumenten (hoge) kosten betalen. Al vijf jaar geleden luidde MKB Amsterdam de noodklok over illegale banken. Voorzitter Mark van der Horst stelde in De Te-legraaf dat vele tientallen ondernemers in de stad in de greep waren van criminelen. Vooral allochtone ondernemers zouden bij traditionele banken moeilijk aan krediet kunnen komen. Vervolgens leenden zij bij louche geldverstrekkers en moes-ten woekerrentes afdragen of ze werden in sommige gevallen slachtoffer van intimidatie en bedreigingen.

Fred Speijers

37

Foto

graf

ie M

iche

l de

Groo

t

NOAB-Activa-2014-4.indd 37 06-10-14 10:45

Page 38: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Omgaan met btw voor amateurvereniging en -stichtingIn de vorige bijdrage in deze serie over de omgang met btw door sociaalculturele instellingen (zie Activa 3, 2014) werd terloops

stilgestaan bij contributies die verenigingsleden betalen aan hun club, met daaraan verbonden de vraag of het denkbaar is dat naast

de fondswerving ook ledencontributies onderwerp van btw-heffing kunnen zijn. In deze vierde bijdrage proberen we deze vraag te

beantwoorden.

Door: Hans Fiolet en Anton Fiolet

Deel 4

Zijnde wat het woord al aangeeft (‘vrijetijdsbesteding’), ligt hierin reeds opgesloten dat uit contributies in beginsel geen btw is verschuldigd, met name niet nu jegens aangesloten leden niet snel sprake zal zijn van economische prestaties. Men kan zich daarbij onmiddellijk afvragen of dit óók opgaat voor niet-aangesloten leden, dus voor hen die tijdelijk op projectbasis willen deelnemen aan een verenigingsactiviteit B en daartoe ook gericht een geldelijke bijdrage voldoen.

‘Voor wie incidenteel een balletje

komt slaan, kan btw spelen’

Te denken valt bijvoorbeeld aan ad-hocspelers, liefhebbers die niet zijn aangesloten bij een golfclub, maar meekomen met vrienden en kennissen die wél lid zijn teneinde in het weekend met hen een balletje te slaan.

Arrest Kennemer Golf & Country ClubOm nu maar gelijk bij dit laatste te blijven, er werd tot in hoogste ressort geprocedeerd of uit de geldelijke bijdragen van gelegenheidsspelers wel of niet btw was verschuldigd. Voor de ingeschreven clubleden geldt onbelast (verenigingsleven), maar voor wie hier vanwege het ontbreken van een lidmaatschap geen deel aan heeft en heel gericht een entreebijdrage voldoet om incidenteel een balletje te slaan, ligt het anders (beweerde de inspecteur X) – en dus mooi niet (redeneerde het bestuur Y).

Zijnde een uitleg in geding over harmonisatie van het EU-Gemeenschapsrecht, werd de vraagstelling voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie (zaak C174/00, 22-03-2002, V-N 2002/20.13). De beantwoording van de prejudiciële vragen gaf aan de Hoge Raad aanleiding te beslissen dat de fee van niet-leden niet is belast met omzetbelasting (arrest 33764 van 04-10-2002, V-N 2002/50.17). Hierbij speelde met name mee dat, hoewel de club jaarlijks exploitatieoverschotten behaalde, men niet winstgericht bezig was en de overschotten werden benut voor verbetering van clubprestaties.

Criteria voor vereniging en stichtingenTer beoordeling van al dan niet deelname aan het economisch verkeer – en daarmee naar gehoudenheid omzetbelasting af te dragen – kan onderscheid worden betracht naar vier mogelijk invalshoeken:• het verrichten van diensten aan een besloten groep die niet

of nauwelijks zal wijzigen, neigt niet naar de kwalificatie dat sprake zal zijn van deelname aan het economisch ver-keer. Ergo: geen gehoudenheid tot btw-afdracht over vereni-gingsactiviteiten;

• verander aan het bovenstaande de niet-beslotenheid (ieder-een kan dan dus toetreden) en over de betoonde dienstverle-ning zal nu wél omzetbelasting zijn verschuldigd;

• verander evenwel de aard van de dienstverlening in alge-mene ledenbehartiging, alsdan zal geen sprake zijn van deelname aan economisch verkeer – dus geen afdracht om-zetbelasting;

• is sprake van het tegen betaling verrichten van individuele diensten ten behoeve van leden, dan zal sprake zijn van

38

NOAB-Activa-2014-4.indd 38 06-10-14 10:45

Page 39: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

deelname aan economisch verkeer, óók wanneer de bijdrage of contributie bestaat uit een vast jaarbedrag. Kunstmatig opsplitsen naar belast/onbelast is er niet bij, de contributie is volledig belast met btw.

Een voorbeeldNeem als bekend voorbeeld een koor of gezelschap dat zich toelegt op de vocale vrijetijdsbesteding. Men is zangkoor of operettegezelschap en de vereniging heeft statutair vastgelegd te willen streven naar het bevorderen en ontwikkelen van de zangkunst in het algemeen en van operette-uitvoeringen in het bijzonder. Het daarbij wekelijks repeteren in een kerk of verenigingsgebouw onder leiding van een organist, repetitor of dirigent, is bedoeld om aan de verenigingsdoelstellingen te voldoen. Men streeft hierbij naar een passende omgeving en oefent wekelijks onder goede begeleiding, zijnde kenmerkend voor wat onder verenigingsleven wordt verstaan. Nergens zijn prestaties aan de leden te onderkennen, leden hebben nergens recht op. Men kan slechts toetreden indien op amateurniveau over voldoende zangkwaliteit wordt beschikt. Conclusie: de vereniging ontleent haar bestaansrecht aan de le-denbijdragen (contributies, donaties) en kan daarmee aan haar doelstellingen beantwoorden. Hier is sprake van een voorbeeld naar criterium 3. Dergelijke bijdragen voor vrijetijdsbesteding zijn onbelast voor btw.

Aanspraak op tegenprestatie?Impliciet is hiermee gezegd dat het fout gaat als verenigings-leven plaatsmaakt voor wat gemeenlijk wordt geduid als economische prestatie: leden mogen dan aanspraak maken op iets dat méér wil zijn dan wat verenigingsleven gebruikelijk voorstelt. Hierbij is niet bepalend de kwaliteit van de repetitor, noch de meerdere professionaliteit van gekozen huisvesting,

maar de mate waarin leden aanspraak maken op tegenpresta-tie. Kortweg samengevat: als er rechten ontstaan, gaat het fout!

Als leden recht krijgen op begeleiding bij hun vocale ontwik-keling, dan neemt datgene wat eerst een vrijblijvende vereni-gingsactiviteit was, het karakter van een zangschool aan. De contributies die men bijdraagt blijken dan ineens ‘besmet’ met verenigingsvreemde activiteiten. De artistieke leiding mag zeker wel aspecten van solfège-onderricht opnemen in koor-begeleiding, daarnaast afwisselen in omgaan met technische aspecten van ademsteun en stemvorming B, maar dan moet men hiervoor niet speciaal een ‘vocal coach’ aantrekken en deelnemers schematisch en organisatorisch wekelijks indelen teneinde gestructureerd deel te hebben aan zodanig onderricht B en al zeker niet daartoe de contributie willen verhogen met een toeslag voor ‘onderricht techniekverbetering’.

Gratis verstrekkingEen andere mogelijke besmetting van contributie kan gemoeid gaan met ‘gratis’ verstrekken van relatief dure muziekboeken, het verstrekken van studiemateriaal in de vorm van CD en DVD en waarmee men in zelfstudie wordt geacht goed voor-bereid te verschijnen op de wekelijkse repetities, daarnaast het organiseren en laten deelnemen aan externe workshops en participeren aan begeleide exposities. Allemaal hoogst nuttige zaken die dienstig zullen zijn aan de meerdere professionaliteit van de eigen prestatie, maar waarvan de vraag is of dit feiten-complex nog wel voldoet aan wat de inspecteur aanziet voor btw-onbelast verenigingsleven, de criteria onder 4 hiervóór genoemd in aanmerking nemende.

Als ledenbijdragen daarbij gescheiden zouden worden opge-bracht, dus enerzijds als contributie naast anderzijds aanvul-lend dienstbetoon, valt het wellicht nog beheersbaar te houden, maar dit is niet de figuur die gebruikelijk wordt aangetroffen. Men heft enkelvoudige contributie waarin alles zit opgenomen – en dán gaat het helaas fout! Contributies kunnen voor admi-nistratieve doeleinden niet kunstmatig worden gesplitst in een btw-belast en een btw-onbelast deel: contributies gelden voor ondeelbaar, over het geheel moet dan btw worden afgedragen! Dat het in deze en dergelijk soort zaken goed fout kan gaan, bespreken we in het volgende en laatste deel 5. ■

J.P.F. (Hans) Fiolet (RBc) is eigenaar van Administratiekantoor Fiolet in Monnickendam, Mr. A.F.L. (Anton) Fiolet (RB) is eige-naar-directeur van trustkantoor Admetos B.V. in Huis ter Heide.

VAN KLASSIEKE ACCOUNTANT NAAR STRATEGISCH ADVISEUR

Hoor er alles over op de

UNIT4 Accountancy Najaarstour 2014

Meer informatie én aanmelden: www.unit4.nl/najaarstour

Najaarstour_2014_81x52_def.indd 1 05-09-14 16:31

39

NOAB-Activa-2014-4.indd 39 06-10-14 10:45

Page 40: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

‘Relevant zijn voor je klant’Met het online klantenportaal Cliënt Online biedt PinkWeb klanten de mogelijkheid om werkprocessen te optimaliseren. Efficiency en

service staan daarbij centraal. “Wat ons en het product uniek maakt,” aldus vennoot Jelmer Nieuwenweg, “is dat we altijd voorlopen

op wat de markt vraagt.”

Door: Henk Poker

Met Cliënt Online maken klanten een enorme efficiencyslag. Jelmer Nieuwen-weg: “De communicatie tussen klant, kantoor en uitvragende partijen wordt gigantisch veel sneller door gebruik van het portaal en dat bespaart tijd en geld. Tijd die kan worden ingezet om klanten beter te helpen. Oftewel: de professional

kan bezig zijn met datgene waar hij goed in is en met de advisering van zijn klan-ten. Cliënt Online neemt alle rompslomp eromheen uit handen.”

VerdienmodelEn daar laat PinkWeb het niet bij. Cliënt Online bestaat uit negen modules en

apps, die alle ver zijn dooront-wikkeld en in elk werkproces kunnen worden ingepast. Voorts is de organisatie con-tinue bezig met verbeteringen en datgene wat kantoren nodig hebben. Jelmer legt uit: “De ta-rieven in de accountancy staan onder druk, er is een automa-tiseringsslag gaande en kanto-ren zoeken naar een passend verdienmodel. Dat zit hem bij-voorbeeld in het begeleiden en adviseren van de klant, noem het vooruitkijken met de klant. Dat betekent nu ingrijpen, zo-dat een klant over een half jaar of jaar niet in de problemen komt. Daarin zit de uitdaging. Niet iedereen is dat gewend.”

“Met behulp van Cliënt On-line,” vervolgt Jelmer, “probe-ren we een zo goed mogelijk beeld aan de adviseur te geven, door een profiel van zijn klant op te bouwen, gegevens te analyseren en allerlei actuele

zaken voor die betreffende klant te se-lecteren. Daarmee kan elk kantoor pro-actief inspelen op datgene wat er speelt bij zijn klant. Cliënt Online is daarbij de perfecte aangever.”

WaardevolDe ondernemer wordt ontlast, hoeft het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden. Immers, zijn adviseur zorgt ervoor dat hij op tijd op de hoogte is van ontwikke-lingen die hem aangaan. Jelmer: “Het is voor iedere ondernemer heel waardevol wanneer zijn accountant en/of adminis-trateur de benodigde kennis in huis heeft en hem van deze nuttige informatie op het juiste moment op de hoogte houdt. Immers, als de adviseur daadwerkelijk en tijdig het verschil kan maken, dus niet blussen, maar voorkomen, dan is elke ondernemer daarbij gebaat. Het is uniek dat we met Cliënt Online nu al op dat front bezig zijn.”

“Wat ons verder onderscheidt,” aldus Jelmer, “is het feit dat we de meeste kop-pelingen met softwarepakketten hebben, dat elk kantoor gratis apps krijgt en dat het portaal altijd kan worden aangepast aan de huisstijl van het betreffende kan-toor.”

UpdateDe ontwikkelingen bij PinkWeb staan niet stil. Zo komt het bedrijf nog vóór het einde van het jaar met een grote

Jelmer Nieuwenweg

Adver to r ia l40

Foto

graf

ie L

oure

ns S

mak

NOAB-Activa-2014-4.indd 40 06-10-14 10:45

Page 41: Activa 4, 2014

NOAB Activa | Nummer 4 - 2014

update van een vrij jonge module, na-melijk Formulier Online. “Deze wordt qua functionaliteit fors uitgebreid en het wordt supermakkelijk om in te vullen,” geeft Jelmer aan. “Kantoren sturen wel eens een vragen-lijst naar de klant om deze in te vullen. Daarmee willen ze in het algemeen inventariseren wat er speelt bij de klant, wat hij verwacht en de informatie ver-zamelen om het werk voor hem te kun-nen uitvoeren. De module krijgt nu ook formulieren die permanent beschikbaar zijn, bijvoorbeeld voor het aanmelden van een nieuwe medewerker, het aanvra-gen van stukken of het doorgeven van een mutatie.”

‘Als adviseur tijdig het verschil kunnen maken. Niet blussen, maar voorkomen’

“Bovendien kan de kantoorhouder er rekenmodellen mee ondersteunen. Veel kantoren kunnen dit wel in Excel, maar via deze module kun je veel beter volgen wat klanten doen en of hij eventueel hulp nodig heeft. Het sluit derhalve perfect aan bij datgene waar kantoorhouders behoefte aan hebben, namelijk de vraag: waar is je klant mee bezig? Dát is nodig om vervolgens gerichte informatie te kunnen geven.”

Kwaliteit en tijdigheidEn dit sluit goed aan bij een tweede productontwikkeling, waarbij PinkWeb samenwerkt met drie andere partijen in de markt, onder de naam Alley-Oop. “Dat is een workflow management tool, waarmee de kantoorhouder inzicht in en overzicht over accountancy werkproces-sen van zijn klant en zijn kantoor krijgt. De vier initiatiefnemers, CaseWare Ne-derland, Change to Comm, Full Finance en PinkWeb, willen zo een bijdrage leveren aan de kwaliteit en tijdigheid van zinvolle informatie over prestaties van organisaties. Inzicht dat nu vaak nog gefragmenteerd en incompleet is. Alley-Oop zorgt voor optimale samenwerking tussen verschillende applicaties, door deze met elkaar te verbinden. Zie het als een soort helikopterview, je krijgt managementinformatie van de klant over het hele proces. Dat overzicht ontbrak nu, hoorden we uit de markt, waardoor vaak onnodige handelingen moesten worden verricht. Dat behoort straks tot het verleden.”

“Alley-Oop,” gaat Jelmer verder, “is een

PinkWeb Portal Event 2014

Jelmer Nieuwenweg kan zich voorstellen dat diverse kantoorhouders worstelen met het feit dat ze hun verdienmodel moeten aanpassen. “Dat kan best ingewik-keld en lastig zijn. Wij denken daar graag in mee.” PinkWeb organiseert op 4 no-vember a.s. het PinkWeb Portal Event 2014 in de Rijtuigenloods in Amersfoort. Thema van deze middag is Shaping the Future. Jelmer: “Het heeft alles te maken met de veranderingen die op de kantoorhouders afkomen. Omarm die toekomst en ga haar niet uit de weg. Laat de toekomst niet over je heen komen, maar zet haar naar je hand. Daar gaat het om.”Tijdens de middag zijn er verschillende presentaties met voorbeelden uit de markt in binnen- en buitenland. “De middag is voor zowel klanten als niet-klan-ten en het doel is om mensen te inspireren en hun tegelijkertijd concrete hand-vatten te geven om mee aan de slag te gaan.” Kijk voor meer informatie op www.portalevent.nl.

online platform dat zorgt voor procesop-timalisatie door de integratie van ‘best of breed’-systemen. Het is volledig open voor andere softwareleveranciers om te koppelen en te integreren. Ieder doet dat op eigen wijze en vanuit de eigen expertise. Immers, het gaat bij ons altijd om het zo relevant mogelijk zijn voor de klant. Niets meer en niets minder.” De verwachting is dat Alley-Oop begin 2015 op de markt komt. Op het PinkWeb Portal Event op 4 no-vember a.s. worden zowel het nieuwe Formulier Online als de eerste blik op Alley-Oop gepresenteerd.

PinkWeb Applications B.V.Grote Spui 393813 EZ Amersfoor tT 033–750 13 34E [email protected] www.pinkweb.nl

41

NOAB-Activa-2014-4.indd 41 06-10-14 10:45

Page 42: Activa 4, 2014

Activa | Nummer 4 - 2014NOAB

Klanten veranderen. Verandert u mee?

Bedrijfsautomatisering van A tot Z

De accountancybranche is in beweging. Klanten willen niet meer betalen voor standaard administratief werk. Wel voor meerwaarde. Die vind je vooral in de online samenwerking tussen accountant en klant.Altijd en overal kunnen communiceren. En altijd en overal inzicht. Dat kan altijd met AFAS software. Overal.Ontdek het op afas.nl/accountancy

afas adv accountancy perron 220x295.indd 1 09-10-13 15:19

Uitspraak Tuchtcollege van 20 mei 2014, nr. 38/2014(mr. J.J.J. Engel, P.G.H.H. Schey RA en dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn)

Noot: mr. G. Lammers, oud-advocaat insolventierecht en oud-lid van het Tuchtcollege NOAB

Proceshouding in de tuchtrechtelijke procedure

1. FeitenIn opdracht van klager, zijnde een startende ondernemer met een eenmanszaak, heeft het NOAB-lid geduren-de de jaren 2008–2011 zijn financiële administratie gevoerd en zijn fiscale belangen behartigd. In concreto bestonden de overeengekomen werkzaamheden uit het inrichten en voeren van de administratie aan de hand van de door klager aangeleverde stukken, de rapportering, het opstellen van de jaarstukken, het voeren van de loonadministratie, het verzorgen van de aangiften loonheffingen, omzetbelasting en inkomstenbelasting, het voeren van correspondentie en het verrichten van betalingen aan de leveranciers van klager.Op de overeenkomst van opdracht zijn de NOAB-leveringsvoorwaarden niet van toepassing verklaard.Medio 2011 heeft het NOAB-lid de overeenkomst eenzijdig beëindigd zonder een schriftelijke bevestiging daarvan.

2. KlachtKlager verwijt het NOAB-lid dat zij in strijd met haar zorgplicht heeft gehandeld door: a) zonder opgaaf van redenen te weigeren om de nog ontbrekende stukken uit zijn administratie, waaronder

begrepen de stukken waarop de aangiften 2011 zijn gebaseerd, aan hem ( klager) te overhandigen;b) geen aangiften loonheffingen 2011 te doen;c) een onjuiste aangifte omzetbelasting 2011 te doen, althans deze aangifte niet tijdig te corrigeren;d) hem (klager) niet tijdig te informeren en te waarschuwen over het feit dat in 2011 de continuïteit van zijn

onderneming in gevaar was.

3. Procesverloop1. De klacht is op 14 januari 2014 ter kennisneming van het NOAB-lid gebracht met het verzoek om binnen

drie weken een verweerschrift in te dienen. Het NOAB-lid heeft hierop niet gereageerd. Per e-mailbericht van 7 februari 2014 én bij aangetekende brief van 13 februari 2014 is het NOAB-lid nogmaals verzocht om een verweerschrift in te dienen. Per e-mailbericht van 7 februari 2014 is bovendien aan het NOAB-lid meegedeeld dat het Tuchtcollege de mondelinge behandeling van de klacht heeft gepland op 13 maart 2014 om 10.30 uur. Tenslotte zijn partijen bij aangetekende brief tijdig opgeroepen voor de mondelinge behandeling van de klacht op 13 maart 2014 (zitting met gesloten deuren).

2. Het NOAB-lid heeft op de ochtend van de zitting om 6:27 uur een e-mailbericht naar het secretariaat van NOAB verzonden met onder meer als inhoud:- het hoe en waarom zij niet heeft gereageerd op de brieven/uitnodigingen van het Tuchtcollege;- de mededeling dat zij om haar moverende redenen niet ter zitting zal verschijnen, doch dat zij zich wel

voor het Tuchtcollege wil verantwoorden, maar dan zonder tegenpartij.

3. Het Tuchtcollege heeft vervolgens de zaak ter zitting van 13 maart 2014 behandeld en het onderzoek nog niet gesloten, omdat zij het gewenst achtte dat het NOAB-lid nader zou reageren op hetgeen door klager ter zitting naar voren is gebracht. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift van dit proces-verbaal is bij brief van 27 maart 2014 naar partijen doorgestuurd met onder meer het verzoek aan het NOAB-lid om binnen twee weken schriftelijk te reageren. Het NOAB-lid heeft niet bin-nen de gestelde termijn gereageerd. Bij aangetekende brief van 17 april 2014 heeft het Tuchtcollege het NOAB-lid nogmaals in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken te reageren, bij gebreke waarvan het Tuchtcollege bij haar beslissing op de klacht met die (kennelijke) weigering rekening zal houden zoals het haar geraden voorkomt. Het NOAB-lid heeft taal noch teken van zich laten horen. Het Tuchtcollege heeft vervolgens het onderzoek ter zitting gesloten en de volgende beslissing gegeven.

4. Beslissing van het TuchtcollegeDe enige reactie van het NOAB-lid (het e-mailbericht van 13 maart 2014) bevat op onderdelen het begin van een weerspreking van de klacht. Deze weerspreking is onvoldoende stellig en duidelijk om als een gemoti-veerde betwisting van de klacht aangemerkt te kunnen worden. Daarom heeft het Tuchtcollege besloten om het onderzoek ter zitting niet te sluiten, maar de behandeling aan te houden teneinde het NOAB-lid in de ge-legenheid te stellen nader te reageren. Het NOAB-lid heeft ervoor gekozen om niet meer te reageren. Wegens het ontbreken van een gemotiveerde betwisting wordt de klacht op alle klachtonderdelen gegrond verklaard. Een ambtshalve toetsing door het Tuchtcollege leidt niet tot een ander oordeel.

5. MaatregelHet Tuchtcollege legt het NOAB-lid de maatregel van berisping op met onder meer de bijzondere overweging dat het Tuchtcollege de opstelling van het NOAB-lid in deze klachtprocedure als uitermate laakbaar, zo niet als een gebrek aan respect voor niet alleen klager maar ook het Tuchtcollege beschouwt. Het Tuchtcollege acht deze manier van opstelling dan ook van ernstige aard.

Noot

De bedoeling van het NOAB-tuchtrecht is het waarborgen dat een NOAB-lid in overeenstemming met de voor hem geldende NOAB-regels zijn werkzaamheden op een behoorlijke wijze uitoefent, dit mede ter waarborging van het NOAB-kwaliteitskeurmerk waarop het publiek moet kunnen vertrouwen.In voorkomende gevallen dient een NOAB-lid zich voor het Tuchtcollege te verantwoorden.Het Tuchtcollege biedt dan ruimte voor een debat waarbij klager én het NOAB-lid tot hun recht komen. Uit het procesverloop blijkt dat het NOAB-lid de behandeling van de klacht ernstig heeft bemoeilijkt. Het Tuchtcol-lege zag zich daarom genoodzaakt om in haar laatste aan het NOAB-lid gerichte brief van 17 april 2014 de volgende ongeschreven procesregel te introduceren: “Indien betrokkene (het NOAB-lid) weigert te reageren op hetgeen door het Tuchtcollege is gevraagd, zal het Tuchtcollege daarmee rekening houden zoals het haar geraden voorkomt”.Het NOAB-lid heeft taal noch teken van zich laten horen en daardoor onvoldoende begrip getoond voor de functie van het NOAB-tuchtrecht. Vanuit deze invalshoek is de opgelegde maatregel van berisping meer dan gerechtvaardigd.

ADVIESGROEP Partners in kwaliteit

MARREE & VAN UUNENBELASTINGADVISEURSSprendlingenstraat 615061 KM OisterwijkT. 013 - 577 34 81E. [email protected]

VOOR UW FISCALE VRAAGSTUKKEN

PUNT & VAN DE WEERDT,BELASTINGADVISEURSParkstraat 202514 JK Den HaagT. 070 - 302 58 25E. [email protected]

VOOR UW FISCALE VRAAGSTUKKEN

VAN ELDERENACCOUNTANTS | BELASTINGADVISEURSKanaalpad 77 | 7321 AN ApeldoornT. 055 - 522 33 77E. [email protected] vestigingen in:Arnhem 026 - 351 01 55Ommen 0529 - 46 96 00Zwolle 038 - 423 15 83

42

NOAB-Activa-2014-4.indd 42 06-10-14 10:45

Page 43: Activa 4, 2014

Klanten veranderen. Verandert u mee?

Bedrijfsautomatisering van A tot Z

De accountancybranche is in beweging. Klanten willen niet meer betalen voor standaard administratief werk. Wel voor meerwaarde. Die vind je vooral in de online samenwerking tussen accountant en klant.Altijd en overal kunnen communiceren. En altijd en overal inzicht. Dat kan altijd met AFAS software. Overal.Ontdek het op afas.nl/accountancy

afas adv accountancy perron 220x295.indd 1 09-10-13 15:19NOAB-Activa-2014-4.indd 43 06-10-14 10:45

Page 44: Activa 4, 2014

WEES ERBIJ

UNIT4. SOFTWARE

VOORUITGEDACHT

UNIT4 Accountancy Najaarstour 2014Uw klanten vragen steeds meer van u, zoals proactieve service en extra diensten tegen scherpe tarieven. Hoe kunt u hierop inspelen? En uw accountants- en administratiekantoor klaarmaken voor de toekomst? Op de UNIT4 Accountancy Najaarstour ontdekt u hoe u anno 2014 uw business kunt optimaliseren en hoe UNIT4 u kan meenemen in het cloudtijdperk. Hoe kunt u processen stroomlijnen en systemen vereenvoudigen? Kan de cloud daarbij het verschil maken? In presentaties vertellen experts van UNIT4 hier meer over. U ziet tevens een preview van onze nieuwe oplossingen zoals de online Accountancy Suite. Ook kunt u op de Accountancy Najaarstour terecht voor demonstraties en persoonlijk advies.

14 oktober 2014 UNIT4-vestiging in Veenendaal16 oktober 2014 Van der Valk Hotel Schiphol A4 in Hoofddorp21 oktober 2014 Van der Valk Hotel in Assen28 oktober 2014 Van der Valk Hotel in Dordrecht30 oktober 2014 Van der Valk Hotel in Eindhoven4 november 2014 Van der Valk Hotel in Middelburg

Meld u aan via www.unit4.nl/najaarstour

Adv_Tour_2014_220x297_def.indd 1 01-09-14 17:40NOAB-Activa-2014-4.indd 44 06-10-14 10:45