Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van...

Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg

Ruimtelijke onderbouwing

DSM Nederland BV april 2013 Definitief

Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg

Ruimtelijke onderbouwing dossier : BB1647-100-100 registratienummer : IS-MA20130315 versie : 1 classificatie : Openbaar

DSM Nederland BV april 2013 Definitief

© HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001. Het

HaskoningDHV Nederland B.V.

INHOUD BLAD

1 INLEIDING 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Situering en planbegrenzing 2 1.3 Vigerend bestemmingsplan 3 1.4 Leeswijzer 3

2 BELEIDSKADER 4 2.1 Rijksbeleid 4 2.2 Provinciaal beleid 6 2.3 Gemeentelijk beleid 7

3 PLANBESCHRIJVING 9 3.1 Huidige mast 9 3.2 Nieuw ontwerp 10 3.3 Gemeentelijke randvoorwaarden 13

4 OMGEVINGSASPECTEN 15 4.1 Milieu 15 4.2 Water 17 4.3 Verkeer 18 4.4 Ecologie 18 4.5 Cultuurhistorie en archeologie 19

5 ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID 20 5.1 Economische uitvoerbaarheid 20 5.2 Exploitatieplan 20 5.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 20

6 BELANGENAFWEGING EN CONCLUSIE 21

7 COLOFON 22 BIJLAGEN 1 Verslag overleg Gemeente Sittard-Geleen, Provincie Limburg, Tennet en

Rijkswaterstaat 22 mei 2012 2 Stedenbouwkundig randvoorwaarden branding icoon Zuid-Limburg 3 Advies welstandscommissie gemeente Sittard-Geleen 4 Brief Tennet d.d. 31 mei 2012

DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg 23 april 2013, versie 1 IS-MA20130315 - 1 - Openbaar


1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

DSM Nederland BV is van plan om de huidige reclamemast aan de A2 te Geleen te vervangen door een nieuwe communicatiezuil inclusief ledschermen. Deze zuil zal de naam ‘Poort van Zuid-Limburg’ krijgen. Uit onderzoek door DHV (2010) blijkt dat de huidige constructie van de reclamemast niet voldoet aan het geldende theoretische veiligheidsniveau. Hoewel er op dit moment geen sprake is van urgentie, uit controle blijkt namelijk dat er geen sprake is van vermoeiingsschade of corrosie aan de constructie, wil DSM/Chemelot de bestaande mast vervangen. In opdracht van DSM/Chemelot heeft Broekbakema een nieuwe communicatiezuil ontworpen. Het initiatief past gezien de maatvoering niet binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein DSMGeleen’. Om een nieuwe zuil (36 meter hoog) te kunnen realiseren, zal naast de vergunning(en) voor de bouw en het gebruik ook de planologische afwijking van het vigerende bestemmingsplan moeten worden geregeld. De basis voor deze afwijking is dat het initiatief is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Vanwege strijdigheid met de vigerende bestemmingsplannen ter plaatse dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd conform art. 2.1 lid 1 onder c (afwijken van bestemmingsplan) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In dit geval kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (art. 2.12 lid 1 onder a sub 3 Wabo). In deze 'goede ruimtelijke onderbouwing' wordt middels onderhavig plandocument voorzien. Om aan te tonen dat het initiatief niet is strijd is met een goede ruimtelijke ordening is onderhavige ruimtelijke onderbouwing opgesteld.

1.2 Situering en planbegrenzing

De locatie van de vervangende communicatiezuil is ongewijzigd ten opzichte van de bestaande reclamemast en is kadastraal bekend als gemeente Geleen sectie H nummer 954. De reclamemast is gelegen ter hoogte van de A2 op het Chemelotterrein te Geleen. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door de A2, aan de oostzijde door de Koestraat. De mast ligt binnen een gebied waar beplanting aanwezig is.



Afbeelding 1.1 ligging plangebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het huidige schetsontwerp voor de zuil past niet binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein DSMGeleen’. Op basis van het vigerende bestemmingsplan is de bestemming ‘utiliteitsgroen’ (artikel 7) van toepassing op de huidige reclamemast. Op gronden met deze bestemming mogen bouwwerken met een hoogte van 5 meter worden gerealiseerd. De huidige mast (24 meter hoog) is gerealiseerd in 1986, vóór de inwerkingtreding van het vigerende bestemmingsplan. Uitgangspunt is dat de bestaande mast valt onder het overgangsrecht van dit bestemmingsplan.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 beschrijft de voor de locatie geldende beleidskaders. In hoofdstuk 3 wordt het initiatief beschreven. In hoofdstuk 4 worden de milieuaspecten besproken en hoofdstuk 5 gaat in op de haalbaarheid van het plan. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 een belangenafweging gemaakt waaraan tevens conclusies worden verbonden.



2 BELEIDSKADER

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie infrastructuur en ruimte

Per 1 januari 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking getreden. Hierin geeft het Rijk een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Het Rijk schetst haar ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028. Het Rijk streeft naar een Nederland dat concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig is. Nederland moet een land blijven waarin het goed wonen en werken is. Dat kan alleen als ons land zich economisch kan blijven meten met andere landen. Als onze steden en dorpen voldoende goede woningen hebben en net als onze werkgebieden goed bereikbaar zijn. Een goede toekomst veronderstelt ook dat mensen, gebouwen en goederen in onze laaggelegen delta veilig zijn tegen het water en de leefbaarheid in stad en land gewaarborgd is. In de SVIR zijn drie hoofddoelen geformuleerd om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijke-

economische structuur van Nederland; • Het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker

voorop staat; • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische

waarden behouden zijn. Deze drie hoofddoelen zijn onderverdeeld in verschillende nationale belangen. Gedegen afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen is een must; zorgvuldig gebruik van schaarse ruimte bevorderen, hergebruik van bestaande bebouwing overwegen en zo nodig optimale inpassing en goede bereikbaarheid. Goede en bestendige ontwerpen en digitale beschikbaarheid van informatie zijn onderdelen van een zorgvuldige afweging in de planvormende fase. Op het gebied van ruimtelijke ordening laat het Rijk meer over aan decentrale overheden, echter geldt ook ‘decentraal tenzij…’. Afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap laat het rijk over aan de provincies en gemeenten. Dit geldt ook voor het budget voor provinciaal en regionaal verkeer en vervoer. Het rijk snoeit in procedures en brengt eenheid in het stelsel van regels voor infrastructuur, water, wonen, milieu, natuur en monumenten.

2.1.2 Rooilijnenbeleid

In verband met de verkeersbelangen hanteert Rijkswaterstaat een zogenoemd rooilijnenbeleid. Hiertoe dient een strook aan weerszijden van een autosnelweg vrij gehouden te worden van bebouwing, vanwege: • mogelijke toekomstige reconstructies; • de mogelijke aanleg van elektronische begeleiding van het wegverkeer; • de aanwezigheid of de reservering van ruimte ten behoeve van een leidingstrook; • het voorkomen van voor de weggebruiker afleidende effecten; • het beperken van milieuhinder voor omwonenden. Deze overwegingen hebben geleid tot het vaststellen van een rooilijnenbeleid door Rijkswaterstaat, vastgelegd in de nota “Rooilijnen langs rijkswegen”. Dit rooilijnenbeleid bestaat normaliter uit een bebouwingsvrije zone en een overlegzone. Langs rijkswegen, in dit geval de A2, is de bebouwingsvrije zone normaliter het gebied tussen de 0 en 50 meter, gemeten uit de as van de dichtstbijzijnde rijbaan, toe- DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg 23 april 2013, versie 1 IS-MA20130315 - 4 - Openbaar


of afrit. De overlegzone langs rijkswegen is het gebied tussen de 50 en 100 meter, eveneens gemeten uit de as van de dichtstbijzijnde rijbaan, hiertoe behoort ook een toe- of afrit. De gemeente heeft het rooilijnbeleid vertaald in het vigerende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein DSM Geleen’ is dit beleid vertaald als het niet mogen bouwen binnen een afstand van 0 tot 50 meter vanaf de dichtst bijgelegen rijbaan zonder overleg. Rijkswaterstaat is echter wel betrokken bij het tot stand komen van deze aanvraag om omgevingsvergunning, zie verder het verslag dat is bijgevoegd als bijlage 11. Tevens kan zij haar eventuele zienswijzen bekend maken middels de uitgebreide procedure voor de omgevingsvergunning. Verder heeft Rijkswaterstaat een toetsingskader opgesteld die wordt gebruikt ter toetsing van objecten langs autosnelwegen.

2.1.3 Beoordeling van Objecten langs Auto(snel)wegen

Rijkswaterstaat heeft een toetsingskader opgesteld ten behoeve van het realiseren of plaatsen van objecten langs haar wegen ‘Beoordeling van Objecten langs auto(snel)wegen – kader vergunningverlening’ (12 oktober 2011). Het betreft hier de overweging die wordt gevolgd om een besluit te nemen over het al dan niet verlenen van een vergunning zoals bedoeld in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr) danwel om een standpunt in te nemen op basis waarvan andere overheden worden aangesproken. De geplande communicatiezuil ligt niet binnen het gebied waarvoor een Wbr-vergunning vereist is. In het kader van dit plan functioneert dit toetsingskader als een nadere invulling van het rooilijnbeleid. Uit het toetsingskader blijkt dat een aantal criteria wordt gehanteerd bij de beoordeling. Deze criteria zijn onderverdeeld in ‘slagboomcriteria’ en ‘afwegingcriteria’. De slagboomcriteria zijn criteria waaraan altijd moet worden voldaan, de afwegingcriteria zijn criteria die in onderlinge samenhang en afhankelijk van de context van toepassing zijn. De slagboomcriteria zijn: 1. Bewegende beelden op digitale billboards zijn niet toegestaan; 2. Objecten mogen niet verblinden. Ze moeten te allen tijde voldoen aan de Richtlijnen Lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtkunde; 3. Afstand ten opzichte van de rijbaan. Binnen het beheersgebied van de weg wordt geen Wbr-vergunning verleend voor het plaatsen van:

a) Commerciële uitingen; b) Objecten, tenzij de aanvraag een locatie betreft buiten de obstakelvrije zone en mits voldaan is

aan de overige criteria. Aan deze criteria kan de vervangende zuil voldoen. De schermen kunnen zodanig worden ingesteld dat deze voldoen aan de eerste twee criteria. Tevens ligt de huidige mast buiten het beheersgebied van Rijkswaterstaat. De afwegingscriteria zijn: 1 Bijlage 1 bij het verslag is niet bijgevoegd bij deze ruimtelijke onderbouwing. De informatie die is opgenomen in de betreffende bijlage is verwerkt in deze ruimtelijke onderbouwing. Bijlage 2 bij het verslag is bijgevoegd als bijlage 4 bij deze ruimtelijke onderbouwing. DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg 23 april 2013, versie 1 IS-MA20130315 - 5 - Openbaar


1. Een object/bord mag niet staan binnen de turbulentieafstanden voor en na een uitvoeging, weefvak, samenvoeging, splitsing (gemeten vanaf het begin en/of einde van de blokmarkering) of gelijkvloers kruispunt.

2. Het object mag qua vormgeving en/of kleur niet lijken op verkeersrelevante informatie. 3. Om te voorkomen dat objecten de aandacht lang vasthouden gelden de volgende criteria:

• Beelden en teksten op digitale billboards mogen niet vaker dan 1 maal per 6 seconden wisselen en de beelden mogen niet aan elkaar gerelateerd zijn.

• Bewegende objecten kunnen worden toegestaan als de beweging voorspelbaar is en er geen licht uitgestraald wordt.

• Binnen 13 meter vanaf de kantstrookmarkering mogen geen objecten boven de weg worden geplaatst met uitzondering van eenvoudige uitingen op gebouwen en traversen op minimaal 8 meter boven de verharding.

• Het moet in één oogopslag duidelijk zijn wat het object voorstelt en het object moet in redelijke mate passen binnen hetgeen weggebruikers rond een auto(snel)weg verwachten.

• Het object mag niet als aanstootgevend kunnen worden ervaren (bijvoorbeeld verbeelding van geweld, bloot, seks, wapens, racisme, ook als het anti is bedoeld).

• Het object mag niet parallel aan de rijrichting staan (hoek mag niet kleiner zijn dan 60 graden, waarbij 90 graden gedefinieerd is als haaks op de rijrichting).

4. Objecten mogen niet misleiden. 5. Objecten moeten landschappelijk worden ingepast en afgestemd op de ruimtelijke kwaliteit van de

omgeving. De communicatiezuil kan voldoen aan de laatste vier afwegingscriteria. De vormgeving en kleur is totaal verschillend van een verkeersbord, de vervangende zuil zal de aandacht niet lang vasthouden, leidt niet tot het mislezen van de weg en is landschappelijk ingepast en afgestemd op de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Met betrekking tot het eerste afwegingscriteria ligt de zuil wél binnen de zogenaamde turbulentiezone. Echter in het toetsingskader staat dat alleen het niet voldoen aan dit criterium onvoldoende reden is om een vergunningaanvraag af te wijzen. De vervangende communicatiezuil voldoet ook aan de afwegingscriteria. Conclusie rijksbeleid Het onderhavige plan treft geen nationale belangen. Daarnaast past het plan binnen de toetsingskader voor ‘objecten langs Auto(snel)wegen’ en het rooilijnenbeleid. Het plan past daarmee binnen het rijksbeleid.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Provinciaal omgevingsplan Limburg

Het Provinciaal beleid is verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2006). HetPOL2006 is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht van de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg, en de ambities, rol en werkwijze op een groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, Waterhuishoudingplan, Milieubeleidplan als Verkeer- en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische en sociaal-culturele beleid. Het POL is een provinciaal toetsingskader. Perspectieven



Aan het grondgebied van de provincie Limburg worden in het POL2006 verschillende perspectieven toegekend. Deze perspectieven karakteriseren een bepaald type gebied en geven de gewenste ontwikkelingsrichting van dergelijke gebieden aan. Het plangebied behoort tot perspectief 9 ‘Stedelijke Bebouwing’. Stedelijke bebouwing (P9) De stedelijke bebouwing omvat de aanwezige of als zodanig reeds bestemde woon- winkel- en voorzieningengebieden, bedrijventerreinen en bijbehorende wegen. Er is hier in veel gevallen nog de nodige ontwikkelingsruimte. De verstedelijkingsopgave wordt voor zover mogelijk hier ingevuld, met inachtneming van de randvoorwaarden vanuit het watersysteem (via de watertoets). Ook dient er aandacht te zijn voor de stedelijke wateropgaven ten aanzien van wateroverlast, afkoppeling, riolering en ecologisch water. Stadsregio Sittard-Geleen De stadsregio Sittard-Geleen is dé industrieregio van Limburg. In de A2-zone Maasbracht-Beek liggen belangrijke hoogtechnologische bedrijven als DSM, Sabic en NedCar. Innovatieve hoogtechnologische bedrijvigheid (gericht op chematerials & energy, automotive, zorg en luchtvaarttechniek) draagt bij aan een concurrerende en duurzame economische structuur. Het chemiecomplex (onderdeel van de cluster chematerials & energy) is een belangrijke drager van de economie in deze regio maar ook voor Limburg als geheel, met de Chemelot Campus als groeimotor. Er ligt een uitdaging om door een gebiedsgerichte milieu- en veiligheidsaanpak optimaal ruimte te bieden aan dit cluster op de locatie Chemelot. Een goed logistiek concept is essentieel met het oog op een efficiënte en milieuvriendelijke afwikkeling van de vele goederenstromen in de regio. De barge- en railterminal Born, de haven in Stein en de Chemelotterminal maken hier deel van uit. Voor de bereikbaarheid van de regio vanuit noordelijke richting is verbreding van de A2 tussen Het Vonderen en Kerensheide noodzakelijk. De realisatie van de N297 zorgt voor een veel betere verbinding met Duitsland en ‘achterlangs’ met Parkstad Limburg.

2.2.2 Provinciale landschapsverordening

Er is geen beleid aangetroffen over reclame uitingen. De provinciale landschapsverordening is inmiddels vervallen. Conclusie provinciaal beleid Het onderhavige plan past binnen het provinciaal beleid.

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Sittard-Geleen

Op 10 juni 2010 heeft de gemeenteraad de structuurvisie voor de gemeente Sittard-Geleen vastgesteld. Deze visie geeft een ruimtelijk beeld van de gemeente Sittard-Geleen en maakt inzichtelijk welke ruimtelijke ontwikkelingen zijn aangezet voor de toekomst. Deze visie is een samenvoeging van bestaand vigerend beleid. Er zijn dus géén nieuwe beleidsvoornemens opgenomen in deze visie. Deze structuurvisie vormt het kader voor het opstellen van bestemmingsplannen.



De economie in de gemeente Sittard-Geleen is gekenmerkt op twee niveaus: internationaal met de pijlers chemie, automotive en logistiek en op het regionale niveau door middelgrote - en kleine bedrijven. Chemelot; het industriegebied aan de zuidkant van de gemeente waar van oorsprong petrochemische bedrijven zijn gevestigd, maar dat zich steeds verder doorontwikkelt tot een cluster van “Chematerials & Energy”. Uit de SWOT-analyse in de structuurvisie (sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen) blijkt dat de gemeente een onduidelijk imago danwel geen imago heeft op het gebied van economie. De ‘Poort van Zuid-Limburg’ zuil kan een rol spelen bij het versterken van de imago van de gemeente als de “Poort van Zuid-Limburg” en belangrijke gemeente op het gebied van werkgelegenheid. Welstandsnota Sittard-Geleen De vervangende communicatiezuil ligt binnen de welstandscluster Chemelot en binnen de bebouwingstypen industrie- en bedrijventerreinen. De in deze nota genoemde criteria zijn vooral van toepassing op gebouwen. De welstandscommissie van Sittard-Geleen heeft in haar vergadering van 20 maart 2013 ingestemd met het voorliggend ontwerp, zie verder paragraaf 3.3. voor een nadere omschrijving. Conclusie gemeentebeleid Gelet op het bovenstaande blijkt dat het plan voldoet aan het gemeentelijke beleid.



3 PLANBESCHRIJVING

3.1 Huidige mast

Van oudsher zijn DSM en Chemelot uitermate belangrijk voor de regio en voor Sittard-Geleen. Ze zijn daarmee ook niet meer weg te denken uit het landschap wanneer je op de A2 rijdt. De huidige reclamemast op het DSM/Chemelot-terrein is aan vervanging toe. De huidige mast kenmerkt zich door een centrale buis met een totale hoogte van ca. 24 m. Daaraan is een drietal statische reclamepanelen bevestigd. Door de beperkte hoogte valt een aanzienlijk deel van de mast uit het zicht omdat dit deel tussen de bomen verdwijnt. De mast is daarmee voor een groot deel niet of pas laat zichtbaar vanaf de A2.

Afbeelding 3.1 Bestaande reclamemast



3.2 Nieuw ontwerp

Hoogte en uitstraling De huidige mast wordt verhoogd van 24 meter naar een hoogte 36 meter. Het verhogen vergroot de zichtbaarheid en signaalwerking hiervan. Het plaatsen van een nieuwe communicatie zuil biedt de mogelijkheid om het begin van de regio Zuid-Limburg en het terrein van DSM/Chemelot te markeren. Enerzijds wordt dit al bewerkstelligd door het verhogen van de zuil. Daarnaast wordt de zuil een herkenbaar object dat past bij de reeds aanwezige bijzondere bouwwerken in het landschap, zoals de koeltorens. Een gelijkzijdige driehoek vormt de basis voor de nieuwe zuil. Deze driehoekvorm van de communicatiezuil komt voort uit een optimale zichtbaarheid vanaf de weg/omgeving. De centrale en constructieve buis van de oude mast wordt vervangen door een licht en ruimtelijk vakwerk. Zo wordt op een duurzame manier de gewenste hoogte van 36 meter bereikt. Er wordt gekozen voor een smalle basis bij de voet en een bredere top afgestemd op de maatvoering van de LED schermen. Vervolgens wordt de driehoek 120 graden over de lengte van de zuil geroteerd. Op deze manier ontstaat er een ruimtelijke en markante communicatiezuil met een sculpturale kwaliteit die past binnen de dynamische plek en haar functie. LED-schermen In het nieuwe ontwerp zullen daarom twee statische panelen plaats maken voor LED-schermen. Deze worden aan de zichtzijden van de A2 gemonteerd. De oppervlakte van de schermen zal toenemen zodat deze vanaf een grotere afstand leesbaar zijn. De LED-schermen maken het voor lokale overheidsinstellingen, ondernemers of andere geïnteresseerden tevens mogelijk om te gebruiken om zichzelf te presenteren. Bekleding Het voorstel is om de communicatiezuil te bekleden met een licht- en luchtdoorlatend membraan (kunststofdoek) zodat de sculpturale en eigentijdse vorm van het ruimtelijk vakwerk beter zichtbaar wordt en zodat deze in harmonie is met de aanwezige koeltorens in het landschap. Een dergelijk membraan heeft een zeer lange levensduur en is dan ook uitermate geschikt voor (lichte) gevels of als een tweede huid. Het heeft een zeer lage rek en is zeer goed toepasbaar op grote hoogtes. Toepassing van het membraan resulteert in een markante en sculpturale vorm passend bij de functie van de communicatiezuil. Verlichting Verlichting in de zuil zorgt ‘s avonds dat deze zichtbaar is als een sculpturaal lichtbaken langs de snelweg. Sterke verlichting is hierbij niet noodzakelijk, maar een diffuus zacht licht van binnenuit de zuil is voldoende om de geometrie van de zuil zichtbaar te maken. Functioneel De nieuwe communicatiezuil zal de naam ‘Poort van Zuid Limburg’ krijgen. Dit heeft te maken met de situering van de zuil ter hoogte van de ingang naar de regio Zuid Limburg. De reden voor deze naam is dat het geen generieke reclamemast wordt. De zuil zal worden gebruikt voor specifieke uitingen die bijdragen aan de bekendheid en het imago van Zuid Limburg. Ter hoogte van de zuil op het Chemelot-terrein begint namelijk de aftakking van de A2 naar de oostelijke en westelijke delen van Zuid Limburg. Het is dus niet de bedoeling dat de nieuwe communicatiezuil wordt gebruikt voor generieke reclame, zoals gebeurt op andere plaatsen langs de A2.



Afbeelding 3.2 van bestaand naar nieuw

Afbeelding 3.2 Impressie nieuwe communicatiezuil



Afbeelding 3.3 Impressie reeks

Afbeelding 3.4 Communicatiezuil ‘s avonds



3.3 Gemeentelijke randvoorwaarden

In overleg met de Welstandscommissie is het ontwerp geoptimaliseerd aan de hand van aanvullende stedenbouwkundige randvoorwaarden die zijn opgesteld door de gemeente Sittard – Geleen en beschreven in een memo. Dit memo is opgenomen in bijlage 2. In bijlage 3 is het welstandsadvies opgenomen. De volgende randvoorwaarden zijn gesteld,

• er is geen stedenbouwkundig bezwaar tegen een hoog object als vervanging en op de plek van de huidige mast; De hoogte van 36 meter vormt geen bezwaar voor het realiseren van deze mast als landmark.

• er dient rekening te worden gehouden met zoneringen met betrekking tot bijvoorbeeld de hoogspanningskabels, aanvliegroute, bebouwingsvrije zone RWS e.d.; Uit de verkenning is gebleken dat de huidige locatie van de mast ook de beste locatie is als rekening wordt gehouden met bovenstaande aspecten, zie verder hoofdstuk 4.

• er dient rekening te worden gehouden met een uitgebreide planologische procedure Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd met projectafwijkingsbesluit.

• het object als geheel moet ‘branding kwaliteiten’ hebben en niet alleen een mast zijn om schermen aan op te hangen; Het voorliggende ontwerp voldoet aan deze eisen van stedenbouw. Het is een landmark met een afwijkende materialisering, waar de LED schermen mee zijn opgenomen.

• het object als geheel moet een verhaal vertellen over Zuid Limburg in relatie tot de plek waar het staat; De zuil is juist bedoeld om het innovatieve karakter van de regio Zuid Limburg te onderstrepen. De relatie met de Chemelot Campus is evident en ook de materialisering refereert aan de Campus. Tenslotte heeft het ontwerp een relatie met een koeltoren, hetgeen ook de relatie aangeeft met het Chemelot terrein en een van haar hoofdbewoners.

• hiertoe dient er een krachtig ruimtelijk-functioneel concept te worden uitgewerkt, (geadviseerd wordt om hierbij een kunstenaar/vormgever/architect te betrekken); In het voorliggende ontwerp is de architect van BroekBakema daarin geslaagd. Het is goed gevisualiseerd en laat zijn inpassing zien in de huidige omgeving.

• het object als geheel moet een icoon worden; ‘een teken dat in zijn vorm overeenkomt met zijn betekenis en datgene waarnaar het in de werkelijkheid verwijst’, Het voorliggende ontwerp beantwoordt hieraan. Het zet in de stad Sittard-Geleen een landmark neer, die vele passanten over de A2 zullen associëren met de innovatieve kracht van de regio Zuid Limburg.

• het object voegt zich naar haar industriële omgeving maar is daarbij voldoende onderscheidend om

op te vallen als landmark, Het ontwerp voldoet hier volledig aan. De LED verlichting in het ontwerp zal ook in de avonduren zijn functie aanduiden en als landmark fungeren.

• het object krijgt bij voorkeur een eigen functionaliteit bijvoorbeeld als uitkijkpunt en/of informatiecentrum, mits dit voldoet aan de veiligheidseisen van de site-user;



Hoewel dit het uitgangspunt was, is om veiligheidsredenen van de site-user hiervan afgezien. Een additionele concentratie van personen op de site is vanuit (externe) veiligheidsredenen niet wenselijk. Voor stedenbouw is het vervallen van het voornemen geen bezwaar.

• er wordt uitgebreid onderzoek gedaan (aan de hand van zichtlijnen) naar de beste positionering om een optimaal ‘branding effect’ te sorteren en mogelijk ongewenste effecten op de omgeving te beoordelen. In het voorliggend ontwerp is dit vanuit alle invalshoeken afdoende gevisualiseerd en daardoor vormt de hoogte van 36 meter dan ook geen bezwaar.

De communicatiezuil dient te functioneren als aanduiding ‘Poort van Zuid Limburg’. De ‘Poort’ is géén reclamemast. Er wordt niets verkocht, er wordt geen conversie nagestreefd en het publiek wordt niet aangezet tot handelen. De ‘Poort’ is een van de vele middelen die Regiobranding hanteert om aan een gevoel, een imago te bouwen. Het ontwerp van de’ Poort’ is ook een boodschap in zichzelf: door een industrieel landmark te ontwerpen is de communicatiezuil veel meer dan een functionele drager van twee beeldschermen, maar een markant element in het industriële landschap dat refereert naar de economische kracht en vitaliteit van de directe omgeving. De zuil voldoet aan de gestelde aanvullende stedenbouwkundige randvoorwaarden.



4 OMGEVINGSASPECTEN

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relevante omgevingsaspecten. De in het gebied aanwezige ruimtelijke belangen zijn: de A2, de 150 kV-hoogspanningsleiding Graetheide – Limmel en een buisleiding. Onduidelijk was wat deze belangen concreet betekenen voor het ontwerp van de communicatiezuil. Om tot een vergunbaar ontwerp te komen, zijn middels een bureaustudie de belangen geïnventariseerd die gelden voor deze elementen en zijn deze vertaald in randvoorwaarden en wensen en zijn deze besproken met de betrokken partijen op 24 mei 2012, zie verslag bijlage 1. In dit overleg zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de te volgen procedure en het te voeren overleg. Tevens heeft Tennet een schriftelijke reactie gestuurd over de aandachtspunten voor het ontwerp, deze brief is bijgevoegd als bijlage 4.

4.1 Milieu

4.1.1 Bodem

Aangezien het voorgenomen plan de realisering van een communicatiezuil betreft, gaat het niet om een verblijf voor mensen. Zodoende is de bodemkwaliteit niet van invloed op de voorgenomen ontwikkeling. De communicatiezuil wordt gesitueerd op de locatie van de bestaande reclamemast en heeft een zeer klein bouwoppervlak. Bodemonderzoek is derhalve niet noodzakelijk.

4.1.2 Geluid

Geluidoverlast kan veroorzaakt worden door industrielawaai, railverkeerslawaai en wegverkeerslawaai. In relatie tot het initiatief is vooral wegverkeerslawaai relevant. Wegverkeerslawaai Langs het plangebied loopt de A2. De wettelijke geluidzones van deze weg reiken tot binnen het plangebied. Het plan betreft een niet-geluidgevoelige bestemming. Een communicatiezuil is in de Wet Geluidhinder niet aangemerkt als geluidgevoelig object. Conclusie De voorliggende ontwikkeling gaat niet uit van het realiseren van geluidgevoelige of lawaaiveroorzakende objecten. Het uitvoeren van nader akoestisch onderzoek is niet aan de orde. Geconcludeerd kan worden dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling.

4.1.3 Licht

Borden met bewegende beelden kunnen de aandacht van een automobilist trekken en daardoor gevaar opleveren voor de verkeersveiligheid. Borden met actieve componenten worden vaker en langer bekeken dan billboards met statische beelden. Objecten met snel veranderende luminanties (grote LCD schermen met bewegende beelden, zwaai- of knipperlichten) en schermen met bewegende beelden zijn bijzonder opvallend. Conform het kader vergunningverlening “Beoordeling van Objecten langs Auto (snel)wegen” wordt geadviseerd dat de vervangende zuil voldoen aan de eisen zoals verwoord in de Richtlijnen Lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (deel 4). DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg 23 april 2013, versie 1 IS-MA20130315 - 15 - Openbaar


In de Richtlijnen Lichthinder zijn de volgende aanbevelingen gedaan: ● Voorkom hinderlijke en maskerende verblindingen ten gevolge van felle lichtbronnen. Deze

verblinding treedt op als de hoek tussen de blikrichting en de lichtbron klein is en het verlichtingsniveau van de omgeving laag.

● Voorkom dat wegsignalering niet meer zichtbaar is door een rommelig visueel beeld van (reclame)verlichting, vooral als de kleur van de (reclame)verlichting sterk overeenkomt met die van de wegsignalering.

● Pleeg bij plaatsing van de (reclame)verlichting overleg met de wegbeheerder. De communicatiezuil is buiten het beheersgebied van de weg gelegen. Doordat de communicatiezuil buiten het beheersgebied van de weg is gelegen, is de kans op visuele afleiding klein. Het vergemakkelijkt het vinden van rijtaakgerelateerde informatie doordat deze informatie van niet-rijtaakgerelateerde informatie is gescheiden en het voorkomt obstakels in de berm die bij aanrijding letsel kunnen veroorzaken en werkzaamheden voor plaatsing en onderhoud die het verkeer kunnen verstoren. De vervangende zuil krijgt twee LED-schermen van ongeveer 60 m2. De LED-verlichting in de mast zorgt ervoor dat deze ’s avond zichtbaar is. Hiervoor wordt geen sterke verlichting gebruikt, maar een diffuus zacht licht van binnenuit de mast. De vervangende zuil voldoet aan de eisen zoals verwoord in de Richtlijnen Lichthinder.

4.1.4 Luchtkwaliteit

Sinds 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking en staan de hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5 Wm). Artikel 5.16 Wm (lid 1) geeft weer, onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (uit lid 2) mogen uitoefenen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:

• er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; • een project draagt ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging; • een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen

een regionaal programma van maatregelen. Conclusie De communicatiezuil zal geen verkeersaantrekkende werking hebben en ook geen schadelijke stoffen uitstoten. Het project draagt tevens niet in betekenende mate bij aan luchtverontreiniging. De communicatiezuil vormt voor het aspect luchtkwaliteit dan ook geen belemmering.

4.1.5 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. Sinds oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid (Bevi) van kracht. De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) regels gesteld. DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg 23 april 2013, versie 1 IS-MA20130315 - 16 - Openbaar


Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden: • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en

risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico; • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en

zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico. Conclusie De realisatie van een communicatiezuil is niet gericht op het verblijf van personen en betreft geen (beperkt) kwetsbaar object. Derhalve hoeft geen toetsing plaats te vinden aan het Bevi en de wet- en regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bepalingen vanuit plaatsgebonden risico en groepsrisico zijn niet van toepassing. De ontwikkeling is tevens geen risicovolle activiteit in het kader van de externe veiligheid.

4.1.6 Kabels en Leidingen

Binnen en in de nabijheid van het plangebied liggen de 150 kV hoogspanningsleiding Graetheide –Limmel een, bovengrondse buisleiding en een kabel. Met betrekking tot de hoogspanningsleiding heeft Tennet al advies gegeven in een brief, die is bijgevoegd als bijlage 4. In deze brief zijn onder andere uitgangspunten opgenomen met betrekking tot het ontwerp. Er dient rekening te worden gehouden met de naast gelegen hoogspanningsleiding door: onder andere extra aandacht te geven aan de verankering, de zuil moet worden voorzien van een deugdelijke aarding en dat voor het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van de hoogspanningsleiding de veiligheidsvoorschriften in acht moeten worden genomen. Gezien het feit dat de vervangende zuil wordt gerealiseerd op de plaats van de huidige mast zijn geen problemen met kabels en leidingen te verwachten.

4.1.7 Bedrijven- en milieuzonering

Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzoneringen van bestaande en toekomstige bedrijven om zodoende de kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Bij milieuzoneringen wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde Lijst van Bedrijfsactiviteiten ('Bedrijven en milieuzonering' 2009). Hierin wordt per bedrijfssoort aangegeven welke milieu-invloed hiervan uitgaat en welke afstand tot aan rustige woonbebouwing hierbij minimaal in acht genomen worden. Conclusie Een communicatiezuil is geen milieugevoelige functie. In de omgeving van het plangebied is Chemelot gevestigd. De bedrijven op dit bedrijventerrein hebben in milieuhygiënisch opzicht geen invloed op onderhavig project. Het aspect milieuzonering vormt derhalve geen belemmering voor de plaatsing van de communicatiezuil.

4.2 Water

In de toelichting op ruimtelijke plannen dient een waterparagraaf te worden opgenomen. In de waterparagraaf wordt beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient te worden uiteengezet of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, grondwater en oppervlaktewater. Het is de



schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: 'het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten'. Het kader voor de watertoets is het vigerende beleid (Vierde Nota Waterhuishouding, Waterbeleid 21e eeuw, Europese Kaderrichtlijn water en de beleidslijn Ruimte voor de Rivier). De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening en water. Projectsituatie De communicatiezuil wordt gerealiseerd op de locatie van de bestaande reclamemast. Het oprichten betreft een kleinschalige ontwikkeling. De toename van verharding is daardoor minimaal. Tevens produceert een communicatiezuil geen afvalwater. De zuil heeft dan ook geen effect op de waterhuishouding. Onderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Conclusie Het aspect water vormt geen belemmering voor het beoogde initiatief.

4.3 Verkeer

De communicatiezuil genereert geen extra verkeer. Daarnaast is nagegaan in hoeverre de communicatiezuil een verstorende invloed kan hebben op het verkeer op de aanliggende rijkswegen. Uit de beoordeling van dit kader blijkt dat Rijkswaterstaat waar mogelijk een rooilijnenbeleid toepast waarbij geen bebouwing wordt toegestaan binnen 50 m uit de as van de rijbaan. Daarnaast hanteert Rijkswaterstaat een zogenaamde overlegzone tussen 50 m en 100 m uit de as van de rijbaan. Aangezien de zuil in deze overlegzone wordt gerealiseerd zal met name getoetst worden op de mogelijke afleidende werking van de zuil op de weggebruiker. Bovendien heeft Rijkswaterstaat heeft een toetsingskader opgesteld ten behoeve van het plaatsen van objecten langs haar wegen, deze is reeds omschreven in paragraaf 2.1.1. .De objecten langs de A2 mogen geen bewegende beelden vertonen. Het wisselen van stationaire beelden is toegestaan mits de wisseling niet langer is dan 0,1 sec. De verlichting zal niet helderder zijn dan noodzakelijk om de boodschap bij duisternis zichtbaar te maken. Verwarring met verkeersborden of andere verkeerssignalen wordt uitgesloten door de maatvoering, vormgeving en kleurstelling van de masten en de aan te brengen boodschap. Bovendien is het industriegebied in de avonduren verlicht in verband met veiligheidseisen. Conclusie Het aspect verkeer vormt geen belemmering voor de realisatie van de communicatiezuil.

4.4 Ecologie

Gebiedsbescherming In het kader van de Natuurbeschermingswet (NB-wet) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dient er getoetst te worden of de beoogde ontwikkelingen een negatieve invloed hebben op de beschermde gebieden.



Het plangebied, evenals de directe omgeving, maakt geen onderdeel uit van een beschermd gebied. Gebiedsbescherming in het kader van de Natuurbeschermingswet, hoeft dan ook niet verder aan de orde te worden gesteld. Soortenbescherming In het kader van de Flora- en faunawet dient te worden nagegaan of vaste rust- en verblijfsplaatsen door de ingreep worden aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of dieren opzettelijk worden verontrust. Voor deze soorten moet bij aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet worden aangevraagd. Gelet op het feit dat de communicatiezuil wordt gerealiseerd op de locatie van de huidige mast kan er van worden uitgegaan dat geen beschermde soorten zullen worden verstoord omdat géén groenelementen worden verwijderd.

4.5 Cultuurhistorie en archeologie

Cultuurhistorie In de directe omgeving zijn geen gemeentelijke, provinciale of rijksmonumenten aanwezig. De vervangende communicatiezuil heeft dus geen gevolgen voor cultuurhistorie. Archeologie Het plangebied is gelegen in een gebied met een middelhoge trefkans ten aanzien van archeologische waarden. Omdat de grond ter plaatse van de communicatiezuil reeds geroerd is ten behoeve van het oprichten van de huidige reclamemast wordt de aanwezigheid van archeologische waarden als verwaarloosbaar beschouwd.



5 ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Het bevoegde gezag heeft de economische uitvoerbaarheid onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat het plan economisch uitvoerbaar is.

5.2 Exploitatieplan

Doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn. Wanneer sprake is van een bouwplan volgens artikel 6.2.1 Bro is het in principe verplicht een exploitatieplan vast te stellen, tenzij het kostenverhaal anderzijds verzekerd is. In het plangebied is geen sprake van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro, het vaststellen van een exploitatieplan is daarom niet verplicht.

5.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning is de in afdeling 3:4 Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing. In het onderhavige geval is de provincie Limburg bevoegd gezag en verantwoordelijk voor het in behandeling nemen en vergunningverlening. Conform artikel 3.11. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) stuurt de provincie Limburg de raad van de gemeente Sittard-Geleen een exemplaar van de aanvraag en verzoekt de gemeenteraad om een zogenaamd verklaring van geen bedenking af te geven. Aan deze verklaring kan de gemeente voorschriften aan verbinden. Samen met het ontwerp verklaring van geen bedenkingen wordt de aanvraag gedurende zes weken ter inzage gelegd waarbinnen eenieder zijn zienswijze kenbaar kan maken. De provincie neemt de ingediende reacties mee in haar besluitvorming over het plan en de gemeente bij het overwegen om een definitieve verklaring van geen bedenkingen af te geven. De uitkomsten van de zienswijzenfase zullen te zijner tijd in deze paragraaf worden opgenomen. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd. 5.3.1 Zienswijzenprocedure

PM



6 BELANGENAFWEGING EN CONCLUSIE

De onderhavige ruimtelijke onderbouwing dient ten behoeve van het omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en is opgesteld om de strijdigheid met het geldend planologische regime op te heffen. De projectlocatie is geschikt voor onderhavig voornemen. De Poort van Zuid-Limburg past binnen het rijks-, provinciaal-, regionaal en gemeentelijk beleid. Dit beleid is gericht op een goede ruimtelijke kwaliteit en verkeersveiligheid. Verder blijkt dat er geen milieutechnische belemmeringen zijn aan de uitvoering van onderhavig voornemen en dat de economische uitvoerbaarheid is gewaarborgd. Concluderend kan worden gesteld dat het initiatief is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing.


nl31911

Stamp

HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Horsterweg 18/A 6199 AC Maastricht Airport Postbus 302 6199 ZN Maastricht Airport T (088) 348 78 48 F (088) 348 78 99 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com


BIJLAGE 1 Verslag overleg Gemeente Sittard-Geleen, Provincie Limburg, Tennet en Rijkswaterstaat 22 mei 2012

DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg bijlage 1 IS-MA20130315 - 1 - Openbaar

Logo

VERSLAG DHV B.V. Vergadering : Overleg vervangen reclamemast Chemelotterrein Datum vergadering : 24 mei 2012 Plaats : Chemelot terrein: Coka 2 geb 2 km 1.004 Opdrachtgever : DSM Nederland, Ben Satorius Project : Poort van Zuid-Limburg Dossier : BB1647-100-100 Onderwerp : vervangen reclamemast Chemelotterrein Ons kenmerk : AM-MA20120943 Datum : 26 juni 2012 Classificatie : Klant vertrouwelijk Aanwezig : DSM Nederland Ben Sartorius (BS)

Sitech Leo Keybeck (LK) Provincie Limburg Jos Haenen (JH) Gemeente Sittard-Geleen Harrie Manders (HM) Jan van den Berg (JvdB) Tennet Robert Florisson (RF) Rijkswaterstaat Miriam Ahn (MA)

DHV B.V.: Eve Philips-Jackson (EP) Afwezig : Andre van den Berg (AvdB) Kopie :

1. Welkom BS heet iedereen welkom. Er volgt een kort voorstelrondje.

2. Voorstelrondje RF is beheerder Regio Zuid van Tennet. Tennet is verantwoordelijk voor het beheer van het energienet. Het beheersgebied Regio Zuid behelst Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. LK vervangt André van den Berg manager Safety, Health, Environment and Quality van Sitech en houdt zich bezig met vergunningverlening op de Chemelot Site. JH werkt bij de afdeling vergunningen binnen de Provincie Limburg en is verantwoordelijk voor het beoordelen en verlenen van omgevingsvergunningen.

DHV Groep is een internationaal advies- en ingenieursbureau dat wereldwijd actief is en kantoren heeft in Europa, Afrika, Azië en Noord-Amerika. DHV B.V. is onderdeel van de DHV Groep. Kamer van Koophandel nr. 31034767. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

DHV B.V.

AM-MA20120943 26 juni 2012 Klant vertrouwelijk - 2 -

HM is eerste aanspreekpunt bij de gemeente Sittard-Geleen voor ruimtelijke ordeningsaspecten op de Chemelotsite. MA is rayonplanoloog bij RWS en vertegenwoordigt haar organisatie bij dit overleg. BS is Senior Project Control Manager voor DSM en is verantwoordelijk voor grote projecten wereldwijd. Hij is gevraagd om het project voor het vervangen van de reclamemast te trekken. JvdB houdt zich bezig met bouwen sloopvergunningen bij de gemeente Sittard-Geleen en in die rol adviseert hij de provincie Limburg. EP werkt voor DHV en is gevraagd door DSM om te kijken naar de voorwaarden die van toepassing zijn op de te vervangen mast.

3. Toelichting initiatief BS geeft aan dat de organisatie regiobranding Zuid Limburg ruim anderhalf jaar geleden is gekomen met een voorstel om de reclamemast ter hoogte van de A2 op de Chemelot site te gebruiken voor specifieke reclames die de regio Zuid-Limburg promoten. Dit omdat deze mast gelegen is ter hoogte van de entree naar deze regio. Het blijkt dat de huidige constructie van de mast niet voldoet aan de huidige constructieve eisen en zeker niet als LEDschermen worden opgehangen. De mast moet worden vervangen. De architect is in overleg met DSM bezig om te kijken naar de vorm die de mast moet krijgen. De mast wordt 36 meter hoog en twee schermen van circa 6 bij 10 meter worden aan de mast opgehangen. BS presenteert tijdens het overleg een nieuw ontwerp voor de mast ten opzichte van het ontwerp dat is opgenomen in bijlage 1. Er is echter nog geen definitief besluit genomen over het ontwerp. De precieze locatie ligt nog niet vast, dit in verband met de belangen die spelen in de omgeving van de te vervangen mast. Het vergunningtraject is maatgevend voor de planning voor de realisatie van de mast.

4. Toelichting inventarisatie randvoorwaarden en wensen EP geeft aan dat uit de analyse van de verschillende belangen die spelen in het gebied de randvoorwaarden en wensen zijn gedistilleerd. Deze zijn verwoord in bijlage 1.

5. Rondje van de verschillende deelnemers van opmerkingen/bevindingen/aanvullende randvoorwaarden

RF geeft aan dat in de memo rekening is gehouden met een afstand van 37 meter ten opzichte van de hartlijn van de bovengrondse 150 kV hoogspanningslijn Graetheide-Limmel. Deze zone vloeit voort uit het vigerende bestemmingsplan. Ter plaatse geldt echter een zakelijk recht met een afstand van 25 meter ter weerzijden van de hartlijn van de hoogspanningsleiding (totaal breedte). Wat dit betreft voldoet de locatie van de mast aan de eisen van Tennet. RF geeft aan dat rekening moet worden gehouden met een goede verankering van de mast. Dit in verband met het risico dat de mast op de hoogspanningsleiding kan vallen. De eigenaar van de mast is namelijk aansprakelijk voor eventuele schade aan de leiding. A1: Afgesproken is dat RF een brief zal sturen met zijn advies en bevindingen. Deze brief is bijgevoegd als bijlage 2.

DHV B.V.

AM-MA20120943 26 juni 2012 Klant vertrouwelijk - 3 -

A2: Daarnaast is afgesproken dat RF een kopie van de uitvoeringsschets zal ontvangen. JvdB geeft aan dat met betrekking tot het welstandsadvies de welstandsnota van de gemeente Sittard-Geleen en het bijbehorende reclamebeleid van toepassing is. Op de industrie gebieden is een laag welstandsniveau van toepassing. Rekening wordt gehouden met de proportionaliteit van de grootte van het terrein en de hoogte van de mast (hoe groter het terrein, hoe groter de mast mag zijn). HM geeft aan dat de gemeente Sittard-Geleen ook een aantal locaties heeft aangegeven die zij hanteert als mogelijke locatie voor het realiseren van masten. Onduidelijk is in hoeverre rekening is gehouden met de bestaande mast op het Chemelot terrein. Gelet hierop adviseert hij om eerst een principeverzoek in te dienen bij de gemeente Sittard-Geleen. Op deze manier wordt duidelijk of de gemeente (college) kan instemmen met het verzoek. Het is echter de gemeenteraad die de verklaring van geen bedenkingen afgeeft bij het indienen van de formele aanvraag om omgevingvergunning bij de provincie Limburg. Deze bevoegdheid is inmiddels gedelegeerd aan een raadscommissie die op oproep kan vergaderen. A3: Afgesproken is dat HM zal nagaan of het beleidsstuk met betrekking tot de ligging van de (geplande) reclamemast kan worden doorgestuurd naar EP. MA geeft aan dat wat betreft de afstanden tot turbulentiezones het in dit geval gaat om een afrit. Zij geeft aan dat zij graag een kopie van de laatste versie van het ontwerp ontvangt zodat zij intern overleg kan plegen met collega’s over het verzoek. A4: Afgesproken is dat een principeverzoek en welstandsverzoek wordt ingediend bij de gemeente Sittard-Geleen met een afschrift aan MA, RF, AvdH en JH. A5: JH geeft aan om de kap- en sloopactiviteiten aan te vragen in een aparte aanvraag om omgevingsvergunning. A6: De planning is om half juni de stukken te sturen naar de verschillende partijen.

6. Sluiting en dank BS dankt iedereen voor hun aanwezigheid en inbreng. Bijlagen

1. Memo poort van Zuid Limburg randvoorwaarden Mast 2. Brief Tennet d.d. 31 mei 2012 betreft vervangen reclamemast


BIJLAGE 2 Stedenbouwkundig randvoorwaarden branding icoon Zuid-Limburg

DSM Nederland BV/Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van Zuid-Limburg bijlage 2 IS-MA20130315 - 1 - Klant vertrouwelijk

Motivering stedenbouwkundige randvoorwaarden irt tot het ontwerp zoals besproken in Welstand dd. 20 maart 2013.

Samenvatting randvoorwaarden - er is geen stedenbouwkundig bezwaar tegen een hoog object als vervanging

en op de plek van de huidige mast, Motivering:

De hoogte van 36 meter vormt geen bezwaar voor het realiseren van deze mast als landmark.

- er dient rekening te worden gehouden met zoneringen met betrekking tot bv.

de hoogspanningskabels, aanvliegroute, bebouwingsvrije zone RWS ed. Motivering:

Uit de verkenning is gebleken dat de huidige locatie van de mast ook de beste locatie is als we rekening houden met bovenstaande aspecten. In de ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de omgevingsaanvraag wordt dit verder geduid.

- er dient rekening te worden gehouden met een uitgebreide planologische

procedure, Motivering: Klopt, er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd met

projectafwijkingsbesluit. - het object als geheel moet ‘branding kwaliteiten’ hebben en niet alleen een

mast zijn om schermen aan op te hangen, Motivering: Het voorliggende ontwerp voldoet aan deze eisen van stedebouw. Het is een

landmark met een afwijkende materialisering, waar de LED schermen mee zijn opgenomen.

- het object als geheel moet een verhaal vertellen over Zuid Limburg in relatie

tot de plek waar het staat, Motivering: De infozuil is juist bedoeld om het innovatieve karakter van de regio Zuid

Limburg te onderstrepen. De relatie met de Chemelot Campus is evident en

Aan: Secretaris Welstand dhr F. Gulikers/ dhr. J. van de Berg Van: Cor Knipscheer/John Janssens Datum: 04-04- 2013 Betreft: Mast Chemelot/infozuil

ook de materialisering refereert aan de Campus. Tenslotte heeft het ontwerp een relatie met een koeltoren, hetgeen ook de relatie aangeeft met het Chemelot terrein en een van haar hoofdbewoners.

- hiertoe dient er een krachtig ruimtelijk-functioneel concept te worden

uitgewerkt, (geadviseerd wordt om hierbij een kunstenaar/vormgever/architect te

betrekken) Motivering: In het voorliggende ontwerp is de architect van BroekBakema uitstekend

geslaagd. Het is goed gevisualiseerd en laat zijn inpassing zien in de huidige omgeving.

- het object als geheel moet een icoon worden; ‘een teken dat in zijn vorm

overeenkomt met zijn betekenis en datgene waarnaar het in de werkelijkheid verwijst’,

Motivering: Het voorliggende ontwerp beantwoordt hieraan en we zetten in de stad Sittard-

Geleen een landmark neer, die vele passanten over de A2 zullen associeren met de innovatieve kracht van de regio Zuid Limburg.

- het object voegt zich naar haar industriële omgeving maar is daarbij voldoende

onderscheidend om op te vallen als landmark, Motivering: Dit is reeds eerder toegelicht, maar het ontwerp voldoet hier volledig aan. De

LED verlichting in het ontwerp zal ook in de avonduren zijn functie aanduiden en als landmark fungeren.

- het object krijgt bij voorkeur een eigen functionaliteit bijvoorbeeld als

uitkijkpunt en/of informatiecentrum, mits dit voldoet aan de veiligheidseisen van de site-user.

Motivering: Hoewel dit het uitgangspunt was, hebben we om veiligheidsredenen van de

site-user hiervan moeten afzien. Een additionele concentratie van personen op de site is vanuit (externe) veiligheidsredenen niet wenselijk. Voor stedebouw is het vervallen van het voornemen geen bezwaar.

- er wordt uitgebreid onderzoek gedaan (adhv zichtlijnen) naar de beste

positionering om een optimaal ‘branding effect’ te sorteren en mogelijk ongewenste effecten op de omgeving te beoordelen,

Motivering: In het voorliggend ontwerp is dit vanuit alle invalshoeken afdoende

gevisualiseerd en daardoor vormt de hoogte van 36 meter dan ook geen bezwaar.


BIJLAGE 3 Advies welstandscommissie gemeente Sittard-Geleen



BIJLAGE 4 Brief Tennet d.d. 31 mei 2012


Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van...

Documents

Transcript of Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreide procedure Poort van...