A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

35
RAPPORT A11-014-F Molenstraat ongenummerd (perceel Bureauonderzoek met controleboringen Archeologisch onderzoek aan de E124 te Scherpenisse (gemeente Tholen)

Transcript of A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Page 1: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

RAPPORT A11-014-F

Molenstraat ongenummerd (perceel

Bureauonderzoek met controleboringen

Archeologisch onderzoek aan de

E124 te Scherpenisse (gemeente

Tholen)

Page 2: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

ArcheoMedia BV, Postbus 333, 2910 AH Nieuwerkerk aan den IJssel, tel.: 010-2582 360; fax: 010-2582 325

RAPPORT A11–014–F

Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd (perceel E124) te Scherpenisse (gemeente Tholen)

Bureauonderzoek met controleboringen

Opdrachtgever:

contactpersoon:

Dhr. P. Jansen Dalemsestraat 46 4691 CX Tholen

Dhr. P. Jansen tel.: 06-50632243 e-mail: [email protected]

Page 3: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen)

COLOFON

Projectcode: A11–014–F Bestandsnaam: Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd

(perceel E124) te Scherpenisse (gemeente Tholen). Bureauonderzoek met controleboringen.

Datum: maart 2011 Auteur: drs. A.J.D. Isendoorn Projectleider: drs. A.J.D. Isendoorn Bureauonderzoek: drs. A.J.D. Isendoorn Veldonderzoek: drs. R.F. Engelse Redactie: dr. P.T.A. de Rijk Digitale uitwerking tekeningen: drs. A. Timmers en M.T. Leenders MA Archeologische interpretatie: dr. P.T.A. de Rijk Advisering: drs. A. Wagner Autorisatie:

drs. A. Wagner senior KNA–archeoloog ArcheoMedia BV e-mail: [email protected]

©ArcheoMedia BV, archeologisch onderzoeks- en adviesbureau, 2011, Capelle aan den IJssel ISBN/EAN: 978-90-5970-712-2

Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.

Betrouwbaarheid van archeologisch onderzoek Het onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en richtlijnen, zoals vastgelegd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (versie 3.2) van het Centraal College van Deskundigen. Bij ieder bodemonderzoek wordt gestreefd naar een optimale representativiteit. Het onderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen tot een beperkte diepte. Daardoor blijft het mogelijk dat lokaal archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, die tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Bovendien laten bepaalde archeologische resten, zoals grafvelden en steentijdvindplaatsen, zich lastig ontdekken met behulp van grondboringen. Indien andere methoden, zoals geofysisch onderzoek of het graven van proefsleuven, betere resultaten leveren, kan tot de uitvoering daarvan in overleg besloten worden. In dat geval zal een aanvullende offerte worden uitgebracht. ArcheoMedia BV acht zich niet aansprakelijk voor de eventueel uit bovengenoemde afwijkingen voortvloeiende schade of gevolgen. Certificering ArcheoMedia BV heeft sinds 1994 een veiligheidsbeheerssysteem dat voldoet aan de eisen van de VCA. Sinds 1996 voldoet het kwaliteitssysteem van ArcheoMedia BV aan de eisen van de NEN-EN-ISO 9001. Sinds 2003 voldoet het kwaliteitssysteem aan de eisen van de NEN-EN-ISO 9001:2000. ArcheoMedia BV is door het College voor de Archeologische Kwaliteit en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geschikt bevonden voor het verrichten van vergunningsgebonden opgravingswerkzaamheden.

Page 4: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen)

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING.............................................................................................................. 1

1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS.................................................................................... 3

2 AANLEIDING ONDERZOEK EN BELEIDSKADER............................................................... 4

3 ONDERZOEKSVRAGEN ............................................................................................... 5

4 BUREAUONDERZOEK.................................................................................................. 6

5 CONTROLEBORINGEN................................................................................................14

6 SPECIFIEKE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING...........................................................17

7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .............................................................................18

GERAADPLEEGDE BRONNEN EN LITERATUUR....................................................................19

BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN..........................................................................................21

OVERZICHT VAN GEOLOGISCHE EN ARCHEOLOGISCHE PERIODEN .....................................22

BIJLAGE 1 NIEUWBOUWPLAN

BIJLAGE 2 ARCHISKAART

BIJLAGE 3 BOORPUNTENKAART

BIJLAGE 4 BOORSTATEN

Page 5: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 1

SAMENVATTING

Naar aanleiding van het voornemen om op de onderzoekslocatie aan de Molenstraat te Scherpenisse (gemeente Tholen) nieuwbouw te realiseren is door ArcheoMedia BV, in opdracht van de heer P. Jansen, een bureauonderzoek met controleboringen uitgevoerd.

Uit het bureauonderzoek is gebleken dat:

- de bodem op de onderzoekslocatie bestaat uit Laagpakket van Walcheren / Formatie van Nieuwkoop; zeeklei en -zand met inschakelingen van veen;

- de onderzoekslocatie zich nabij de meander van de Schelde bevindt zoals die in de vroege bronstijd gelopen heeft en die in de ijzertijd een zijstroom van de Schelde was;

- de onderzoekslocatie volgens de Archeologische Monumentenkaart deel uitmaakt van een gebied met een hoge archeologische waarde: de oude dorpskern van Scherpenisse;

- de onderzoekslocatie volgens de IKAW een middelhoge archeologische trefkans heeft;

- de CHS aan de onderzoekslocatie een middelhoge trefkans toekent;

- van de onderzoekslocatie zelf geen waarnemingen of vondstmeldingen bekend zijn;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode Neolithicum en bronstijd zeer laag is;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode ijzertijd en Romeinse tijd middelhoog tot hoog is;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode vroege middeleeuwen laag is;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode late middeleeuwen middelhoog tot hoog is;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode Nieuwe tijd hoog is i.v.m. de nabijheid van de Nederlands Hervormde kerk en de aanwezigheid van bebouwing op de onderzoekslocatie op de kadastrale kaart uit 1811-1832.

Uit de controleboringen is gebleken dat:

- de aangetroffen bodemopbouw overeenstemt met de verwachtingen uit het bureauonderzoek;

- de bodemopbouw vanaf 1,20 m –mv intact is en dat de bovenste ca. 0,50 m van dit intacte pakket na de laat–Romeinse tijd zal zijn afgezet; hierin zijn geen aanwijzingen voor leeflagen of antropogene activiteit aangetroffen;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode Neolithicum-late middeleeuwen naar beneden kan worden bijgesteld;

- de bovenste ca. 1,20 m op de onderzoekslocatie op grond van het vondstmateriaal (baksteenspikkels, steenkool, mortel) waarschijnlijk in de Nieuwe tijd is afgezet, dan wel geroerd;

- sommige delen op de onderzoekslocatie tot minstens 1,60 m –mv verstoord zijn.

Conclusie Archeologische resten met betrekking tot de middeleeuwse en vroeg Nieuwetijdse bewoning van Scherpenisse zijn op de onderzoekslocatie niet te verwachten. Archeologische resten uit de Nieuwe tijd (NTB/C) kunnen in de bovenste ca. 1,20 m van de onderzoekslocatie aanwezig zijn. Deze zijn echter waarschijnlijk niet meer intact gezien de duidelijke verstoringen in delen van dit terrein. De resultaten van het bureauonderzoek met controleboringen geven geen aanleiding tot aanpassingen in de voorgenomen bouwplannen op de onderzoekslocatie.

Aanbevelingen Op basis van de resultaten van dit bureauonderzoek met controleboringen wordt een archeologische vervolgonderzoek op de onderhavige onderzoekslocatie niet noodzakelijk geacht.

Met betrekking tot deze aanbeveling dient contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid.

De kans bestaat dat (vondstarme) archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig zijn die in de uitvoeringsfase van toekomstige bodemingrepen aan het licht komen. Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht ex artikel 53 van de Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg. Bij graafwerkzaamheden dient men dan ook attent te zijn op eventuele vondsten. De opdrachtgever verplicht de aannemer(s) om attent te zijn op eventuele vondsten en/of sporen tijdens de werkzaamheden en verplicht hen archeologische vondsten onverwijld te melden bij de bevoegde overheid.

Page 6: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 2

Afbeelding 1: regionale overzichtskaart van Scherpenisse met de ligging van de onderzoekslocatie.

Page 7: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 3

1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Projectnaam: Molenstraat

Provincie: Zeeland

Gemeente: Tholen

Plaats: Scherpenisse

Straatnaam: Molenstraat ongenummerd

Kadastrale gegevens locatie: kadastrale gemeente Scherpenisse, sectie E, perceelnr. 124

Datum bureauonderzoek februari 2011

ARCHIS-onderzoeksmeldingsnr.: 45160

Status terrein: terrein van hoge archeologische waarde, vroeg 13e-eeuwse dorpskern (AMK-nr. 13387).

Soort onderzoek: bureauonderzoek met controleboringen

Oppervlakte plangebied: ca. 324 m2

RD-coördinaten: x= 066.110; y= 396.016 (NW) x= 066.127; y= 396.019 (NO) x= 066.111; y= 395.997 (ZW) x= 066.133; y= 396.003 (ZO)

Bevoegde overheid: Gemeente Tholen Markt 1-5 4695 CE Sint-Maartensdijk

contactpersoon: dhr. P. Quist tel.: 0166-668235

Adviseurs bevoegde overheid: Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) Postbus 49 4330 AA Middelburg

contactpersoon: mw. drs. I.M. van der Weide-Haas tel.: 0118-670613 e-mail: [email protected]

Beheer en plaats van documentatie:

Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) Postbus 49, 4330 AA Middelburg

beheerder: dhr. J.J.B. Kuipers tel.: 0118-670879 e-mail: [email protected]

De documentatie gaat in kopie naar het e–depot.

Beheer en plaats van vondsten: Provinciaal Archeologisch Depot Zeeland (PAD) p/a Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Looierssingel 2 4331 NK Middelburg

Depotbeheerder: dhr. H. Hendrikse Tel.: 0118-670618 / 06-57158771 E-mail: h.hendrikse @scez.nl

Page 8: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 4

2 AANLEIDING ONDERZOEK EN BELEIDSKADER

Aanleiding onderzoek: De opdrachtgever is voornemens aan de Molenstraat ongenummerd te

Scherpenisse een woning te bouwen (afbeeldingen 1 en 2, bijlagen 1 en 2).

Aanleiding voor het archeologische bureauonderzoek is de plaats van de onderzoekslocatie, c.q. het plangebied, binnen een AMK-terrein van hoge archeologische waarde. In verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning dient conform de gemeentelijke bestemmingsplanvoorschriften binnen een dergelijk terrein een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.1

Toekomstige verstoringen:

De aard en omvang van de toekomstige verstoring is nog niet geheel bekend. Er kan echter wel vanuit worden gegaan dat er heipalen worden geplaatst. Verder zullen er geen bijzondere grote verstoringen plaatsvinden. Er zal geen bodem worden verwijderd, met uitzondering van een funderingsbalk op ca. 0,70 m –mv. Aan de achterzijde van het perceel bevindt zich een greppel. Deze zal niet gedempt worden. Links voor de woning zal een garagepad komen. Verder zal er niet veel verharding plaatsvinden.2

Beleidskader: Op basis van het Verdrag van Valletta (Malta) is besloten dat archeologisch onderzoek een onderdeel vormt van bestemmingsplanvoorbereidingen en/of uit te voeren projecten waarbij ingrepen in de bodem plaatsvinden. Het verdrag is uitgewerkt in de aangepaste Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg (in werking getreden per 1–9–2007). Het uitgangspunt ten aanzien van de aanwezige archeologische waarden in de planvorming is volgens rijks– en provinciaal beleid, behoud in situ.3 De provincie Zeeland onderschrijft deze stelling in de Nota Archeologie 2006-2012, de gemeente Tholen ontwikkelt in samenwerking met acht andere Zeeuwse gemeenten een eigen archeologiebeleid. Tot deze in werking treedt volgt de gemeente de provinciale richtlijn.4 Door archeologie tijdig in de planvorming te betrekken, kunnen de archeologische waarden hierin eventueel worden ingepast. Pas na de uitvoering van archeologisch vooronderzoek is het mogelijk een integrale afweging te maken, waarbij de nieuwverkregen archeologische gegevens betrokken dienen te worden.

De bevoegde overheid heeft de resultaten van het onderzoek getoetst.5 Op basis van dit onderzoek zal de bevoegde overheid een (selectie-)besluit nemen. De resultaten van het onderzoek dienen in de planvorming betrokken te worden. Het onderzoek en de adviezen hebben betrekking op archeologische vindplaatsen binnen het plangebied. Het onderzoek is afgestemd op het toekomstige grondverzet en de daarmee samenhangende verstoring van het bodemarchief met de daarin opgeslagen archeologische resten en waarden.

1 Brief gemeente Tholen aan opdrachtgever, kenmerk 07.08579/lllrero. 2 Navraag bij opdrachtgever d.d. 09-02-2011. 3 Zie Begrippen en afkortingen. 4 Provincie Zeeland (red.) 2005. 5 Brief SCEZ aan gemeente Tholen, kenmerk 11.U.0242; datum beoordeling rapport: 11-08-2011.

Page 9: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 5

3 ONDERZOEKSVRAGEN

De onderzoeksvragen beperken zich in algemene zin tot het opstellen van een specifieke archeologische verwachting (per periode) voor de onderzoekslocatie. Aan de hand van de resultaten van dit bureauonderzoek kunnen vragen worden gesteld die tijdens eventueel vervolgonderzoek dienen te worden beantwoord.

Ten aanzien van het uit te voeren onderzoek worden de volgende onderzoeksvragen gesteld:

1. Hoe is de geologische ondergrond van de onderzoekslocatie en wat betekent dat voor de specifieke archeologische verwachting?

2. Welke archeologische resten worden in het plangebied verwacht? Wat is naar verwachting de aard, de datering en de ligging ervan?

3. Wat is de mate van verstoring van de bodemopbouw in het onderzoeksgebied en wat zegt dit over de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische resten?

4. Is aanvullend onderzoek noodzakelijk? En zo ja, in welke vorm?

Afbeelding 2: recente luchtfoto-opname van de onderzoekslocatie (omkaderd; bron: Google Earth 2011).

Page 10: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 6

4 BUREAUONDERZOEK

Doel: Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan

de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een omschreven gebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, het karakter en de omvang, de datering, de gaafheid en de conservering en de relatieve kwaliteit van de archeologische waarden. Aan de hand van deze gegevens wordt een specifieke archeologische verwachting opgesteld.

Onderzoeksopzet: Het onderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen van de provincie en voldoet aan de KNA. Binnen het bureauonderzoek zijn drie deelprocessen te onderscheiden:

Bepalen onderzoekskader Het vaststellen van de kaders waarbinnen het onderzoek dient plaats te vinden, bijvoorbeeld het afbakenen van het onderzoeksgebied. Tevens dienen het mogelijke toekomstige gebruik van het terrein en de consequenties daarvan voor het archeologische erfgoed te worden aangegeven.

Verzamelen bekende gegevens Het verzamelen van gegevens die inzicht geven in het huidige gebruik van het terrein, het historische gebruik en de bekende archeologische waarden. Daartoe worden diverse bronnen geraadpleegd zoals oude kaarten, bodemkaarten en recente archeologische onderzoeken in de omgeving.6 In ieder geval wordt gebruik gemaakt van het AHN, ARCHIS, de AMK, KICH, de IKAW, de CHS en het ZAA.7

Opstellen archeologische verwachting Door alle uit voorgaande stappen verkregen informatie te analyseren en te interpreteren, wordt een verwachtingsmodel opgesteld voor het betreffende plangebied. Daarin wordt aangegeven welke delen van het terrein een hoge, middelhoge, dan wel lage archeologische verwachtingswaarde hebben. Op basis van dit model wordt een advies gegeven over het te volgen vervolgtraject: geen verdere actie, beschermen of aanvullend onderzoek.

Bodemkundige gegevens

Geologie: Geologische overzichtskaart van Nederland (algemeen):8 Laagpakket van Walcheren / Formatie van Nieuwkoop; zeeklei en –zand met inschakelingen van veen. De onderzoekslocatie bevindt zich ten zuidoosten van de meander van de Schelde zoals die in de vroege bronstijd gelopen heeft. In de ijzertijd is dit niet meer de hoofdtak van de Schelde maar een zijstroom die op de Schelde uitkomt.9 Deze zijstroom heeft vertakkingen naar het oosten en met name naar het zuiden, ten westen van de onderzoekslocatie.

In DINO-loket zijn binnen een straal van ca. 400 m drie boringen bekend. Deze boringen liggen ten noordoosten (B49A0011), ten

6 Zie de literatuurlijst. 7 Zie Geraadpleegde bronnen en literatuur; Begrippen en Afkortingen. 8 Blad 49 van de Geologische kaart van Nederland is nog niet verschenen. 9 Vos en Van Heeringen 1997: bijlagen Paleografische en Geologische kaarten van Zeeland, Holoceen.

Page 11: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 7

zuidoosten (B49A0167) en ten zuidwesten (B49A0732) van de onderzoekslocatie. De stratigrafie in deze boringen was als volgt:

B49A016710 0,00-0,60 m –mv bruingrijze, sterk grindige klei 0,60-1,00 m –mv kleiig grijs zand 1,00-1,80 m –mv humeuze grijze klei 1,80-2,70 m –mv veen 2,70-5,80 m –mv grijze klei, onder zwak zandig 5,80-25,8 m –mv grijs zand

B49A073211 0,00-1,00 m –mv grijs tot grijs-groen zand 1,00-2,80 m –mv veen 2,80-3,00 m –mv grijze klei 3,00-3,30 m –mv gyttja 3,30-6,95 m –mv grijze klei 6,95-7,40 m –mv matig tot zeer grof grijs zand

Van boring B49A0011 konden in DINO-loket geen nadere gegevens worden opgevraagd.

Geomorfologie: De onderzoekslocatie ligt op de geomorfologische kaart binnen een ongekarteerd gebied (bebouwing). Bij wijze van extrapolatie ligt de onderzoekslocatie op de grens van twee geomorfologische eenheden: de oostelijke helft ligt mogelijk binnen een gebied van welvingen in getij–afzettingen (3L20) en de westelijke helft ligt in een gebied met een getij–oeverwal (3K34).12

Bodem: De onderzoekslocatie ligt op de Bodemkaart van Nederland binnen een ongekarteerd gebied (bebouwing).13 Geëxtrapoleerd bevindt de onderzoekslocatie zich in een grensgebied van twee bodemkundige eenheden: het merendeel van de locatie zal liggen binnen kalkarme poldervaaggrond, bestaande uit lichte zavel (Mn15C, grondwatertrap VI). De westelijke rand van de onderzoekslocatie ligt vermoedelijk op de rand van kalkrijke poldervaaggrond, bestaande uit lichte zavel (Mn15A, grondwatertrap V*).

Op de bodemkaart van Kuipers ligt de onderzoekslocatie binnen de grenzen van oude kreekruggronden, mogelijk aan de westzijde grenzend aan kreekbeddinggronden (Oudland).14

Eerder onderzoek aan de Molenstraat 5 en aan de Molenweg (ongen.) heeft de volgende bodemopbouw opgeleverd:

Molenstraat 515 0,0-1,0 m –mv: bruin tot bruingrijs kleiig zand 1,0-1,6 m –mv: grijze, sterk zandige klei 1,6-2,0 m –mv: donkerbruin veen

10 x=66230, y=395640. 11 x=66770, y=395780. 12 Geomorfologische kaart van Nederland 1984. 13 Bodemkaart van Nederland 1987. 14 Kuipers 1960. 15 Van der Ham 2009.

Page 12: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 8

Molenweg (ongen.)16 tot minimaal 0,90 m –mv: zwak siltig zand tot minimaal 1,15 m –mv: zwak siltige klei tot minimaal 2,70 m –mv: veen tot minimaal 4,00 m –mv: matig siltige klei

Archeologische gegevens17

Status onderzoekslocatie:

De onderzoekslocatie maakt deel uit van een terrein met een hoge archeologische waarde (AMK-nr. 13387), de historische dorpskern van Scherpenisse (begin 13e eeuw).18

AMK-terreinen in de omgeving:

Scherpenisse telt nog één ander terrein, ook van hoge archeologische waarde, waarin de restanten bewaard zijn van een in de 19e eeuw afgegraven vlietberg of motte genaamd 'Galgenberg'. De restanten zijn nog als een lichte verhoging in de akker zichtbaar.19

Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW):

Voor de onderzoekslocatie geldt een middelhoge trefkans.

ARCHIS-waarnemingen op de onderzoekslocatie:

Op de onderzoekslocatie zijn in ARCHIS geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen geregistreerd.

CHS Zeeland: De onderzoekslocatie maakt deel uit van een kern met een hoge archeologische waarde (voorstraatdorp). Voor de onderzoekslocatie geldt een middelhoge trefkans. De Nederlands Hervormde kerk, in de directe omgeving van de onderzoekslocatie, is een Rijksmonument.20 Op het perceel aan de Molenstraat 15, ten zuidoosten van de onderzoekslocatie, ligt een historische boerderij.

Waarnemingen en vondstmeldingen in de omgeving:

Onder de vroegst daterende waarnemingen op Tholen liggen in de (wijdere) omgeving van Scherpenisse enkele vondsten uit het Neolithicum en de bronstijd, onder andere een bijl van gewei (ARCHIS-waarnemingsnr. 20691).21 Dit kunnen verspoelde vondsten zijn. In de Romeinse tijd lagen de nederzettingen voornamelijk op hogere gronden (zoals fossiele kreken) en langs de oevers van watervoerende kreken in het veengebied, die afwaterden naar de zuidelijker gelegen zeearm de Schelde.

Voor de ijzertijd is een gelijksoortig nederzettingspatroon te verwachten, omdat de top van het veenpakket in de ijzertijd en de Romeinse tijd nog ruim boven het zeeniveau lag. Vondstcomplexen duiden op nederzettingen uit de late ijzertijd (250-12 voor Chr.) en de Romeinse tijd (12 voor - 450 na Chr.): onder meer (inheems-)Romeins handgevormd aardewerk, een La Tène-armband, houten palen van

16 Harmsen 2007. 17 ARCHIS, geraadpleegd d.d. februari 2011. Het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) heeft geen (aanvullende) informatie met betrekking tot de onderhavige onderzoekslocatie (schr. med. drs. J. Jongepier). 18 ARCHIS, geraadpleegd d.d. februari 2011, info bij AMK-nr. 13387; Encyclopedie van Zeeland 1984: 36-37; Zuurdeeg 2006: 55-56. 19 ARCHIS, geraadpleegd d.d. februari 2011, info bij AMK-nr. waarneming P. van der Gauw. 20 Geraadpleegd d.d. februari 2011 via www.zeeland.nl/cultuur/chs. 21 Mesolithische (ca. 8800/7000-4900 voor Chr.) resten kunnen op enkele delen van Tholen aanwezig zijn. De kans dat deze worden aangetroffen is echter klein omdat het niveau met deze resten door latere afzettingen is afgedekt en zich nu op een diepte van circa 8-12 m –NAP bevindt.

Page 13: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 9

vermoedelijk een Romeinse veenbrug (ARCHIS-waarnemingsnr. 20730). Tussen Tholen-stad en Poortvliet is bij een opgraving van de AWN een cultuurlaag met veel vondstmateriaal en een eikenhouten palenrij aangetroffen (ARCHIS-waarnemingsnr. 48877). Tijdens een archeologisch booronderzoek aan de Molenweg (ongen.) zijn enkele fragmenten bouwmateriaal en een verkoolde graankorrel uit vermoedelijk de late ijzertijd of Romeinse tijd in de top van het veen gevonden.22 De verspreiding van vindplaatsen uit de Romeinse tijd laat zien dat de meeste nederzettingen langs de randen van oude kreken en op hoge veenkussens hebben gelegen. Dit kan mede verband houden met de mogelijkheden voor transport, dat vooral over water plaatsvond. Latere overstromingen hebben een groot deel van deze nederzettingen overstroomd en sommige volledig verspoeld. In tegenstelling tot het ‘jonge land’ is het ‘oude land’ van Tholen niet of in mindere mate aangetast door latere overstromingen.23

In de (nabije) omgeving van de onderzoekslocatie zijn enkele hoofdzakelijk aan de historische dorpskern gerelateerde vondsten gedaan, met name tijdens voorgaand archeologisch onderzoek:

- een zandstenen vijzel uit 1300-1400 (ARCHIS-waarnemingsnr. 27133), aan de Westzeedijk, ten noordoosten van de onderzoekslocatie;

- ophooglagen met afval: veel aardewerk en resten van twee leren schoenzolen uit de late middeleeuwen fase B (1250-1500), hoornafval, baksteenpuin, mortel, dierlijk botmateriaal en organisch materiaal (hazelnoot en kersenpit) uit de late middeleeuwen en de Nieuwe tijd (ARCHIS-waarnemingsnr. 27133). Deze resten werden tijdens archeologisch booronderzoek aan de Schoolstraat in de boringen op 40-290 cm –mv binnen kreekrug of oeverwalgronden aangetroffen;

- roodbakkend aardewerk en pijpenkoppen uit de late middeleeuwen en de Nieuwe tijd op 70-100 cm –mv tijdens een booronderzoek in 2008 aan de Molenweg 16 (ARCHIS-waarnemingsnr. 410322), ten noorden van de onderzoekslocatie;

- een pijpaarden beeldje uit de late middeleeuwen fase B (1250-1500) - Nieuwe tijd fase A (1500-1650) aan de oostzijde van het erf van de Nederlands Hervormde Kerk direct ten oosten van de huidige onderzoekslocatie.24

Aan de noordwestzijde van de historische stadskern is tijdens archeologisch booronderzoek in een dijklichaam bouwpuin en aardewerk uit de late middeleeuwen fase B (o.a. grijsbakkend aardewerk) en de Nieuwe tijd aangetroffen.

Uit archeologische booronderzoeken aan de Molenweg 16 en 32, ten noorden van de onderzoekslocatie, is in de boringen respectievelijk de inbraakgeul van ‘de Pluimpot’ en de zuidwaarts lopende zijtak ervan geraakt.25 Bijgevolg is ter plaatse van Molenweg 16 het Hollandveen

22 Harmsen 2007, 17. 23 ARCHIS 2011 en verder Harmsen 2007: 8-10. 24 Informatie ZAA (schr. med. drs. J. Jongepier). 25 Van Wilgen 2008 (Molenweg 16); Leijnse 2003 (Molenweg 32). 26 Leijnse 2003: 8 en 12. Op de locatie Molenweg 32 zijn echter recente, gedempte greppels aanwezig (Schoen 2000: 8, 18). Hoewel deze recente greppels op enige afstand van de boorpunten van RAAP (b)lijken te liggen, kan niet volledig worden uitgesloten dat er mogelijk meer, of oudere, greppels aanwezig zijn geweest die de boorresultaten (zouden) kunnen verklaren. Op de geomorfologische kaart en de bodemkaart is deze zijtak wel zichtbaar.

Page 14: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 10

geërodeerd en verslagen; ter plaatse van de Molenweg 32 zou van bodemerosie sprake kunnen zijn.26 Tijdens genoemd onderzoek is in de boringen op 60 cm –mv botmateriaal en aardewerk uit de Nieuwe tijd waargenomen.

Historische gegevens

Korte bewonings-geschiedenis van Tholen en van het onderzoeksgebied:27

Het voormalige eiland Tholen is ontstaan uit vijf kleinere eilanden, die meestal genoemd zijn naar de bewoningskern. De oude eilanden zijn nu nog herkenbaar in plaatsnamen Stavenisse, Sint-Maartensdijk, Scherpenisse, Poortvliet en Schakerloo. Door inpoldering zijn de verschillende eilanden aaneengegroeid tot het eiland Tholen. De grootschalige bedijkingen vonden plaats vanaf de 12e-13e eeuw. Behalve de ‘defensieve’ bedijkingen van de reeds bestaande eilanden vonden vanaf de 14e eeuw ook ‘offensieve’ bedijkingen plaats. Hierbij werden delen van schorren drooggelegd en als landbouwgrond in gebruik genomen.

De geul ‘de Pluimpot’, die vanuit de Oosterschelde bovenlangs de noordwestzijde van Scherpenisse voerde, verdeelde het huidige eiland Tholen in een oostelijke en een westelijke helft.28 De zuidelijke aftakking van ‘de Pluimpot’, de Eede of Scherpe Ee (waar de onderzoekslocatie aan grenst), werd in 1285 afgedamd. In 1556 werd ook ‘de Pluimpot’ op twee plaatsen afgedamd. In 1957 werd in het kader van de Deltawerken ook het laatste stuk bij Gorishoek, ten zuiden van de dorpskern van Scherpenisse, afgesloten; tot die tijd waren Scherpenisse en Sint-Maartensdijk nog bereikbaar over het water.

Scherpenisse is een oude heerlijkheid, die uit het huis Van Egmond voortkomt en die in de leenregisters grotendeels op naam van de prinsen van Oranje staat. In de oude archieven wordt ‘Scarpenisse’ (vermoedelijk 'landtong') reeds in 1203 genoemd. Scherpenisse is ontstaan als voorstraatdorp bij een dam in de inbraakgeul van ‘de Pluimpot’. Later is de plaats als gevolg van brand in de richting van het water uitgebreid.

Tot in de 15e eeuw was zoutwinning een belangrijke bron van inkomsten, die aan de Franse en Portugese concurrentie in Zeeland teloor ging. Sindsdien vormden de meekrapteelt en -verwerking een belangrijke inkomstenbron. In de 17e en 18e eeuw kwam ook hierin stagnatie als gevolg van buitenlandse concurrentie. Te Scherpenisse bestond een meestoof, waarin de wortel van de meekrapplant tot verfstof werd verwerkt.

De 17e en 18e eeuw geldt voor Scherpenisse niet als een rijke periode. De economische tegenslagen, overstromingen (1645 en 1671), landverlies en militaire acties waren hier de oorzaak van. Dit uitte zich onder meer in het verval, de afbraak of de verkoop van gebouwen, zoals het rechthuis en de kerk, die schuin tegenover de onderzoekslocatie staat.

27 Encyclopedie van Zeeland 1984: 36-37; Zuurdeeg 2006: 6, 55-57. 28 Zuurdeeg 2006: 6.

Page 15: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 11

De Nederlands Hervormde kerk van Scherpenisse, gewijd aan de H. Maagd, is waarschijnlijk de oudste kerk op Tholen.29 Deze dateert oorspronkelijk uit de 15e eeuw. De kerk is na een dorpsbrand afzijdig komen te liggen toen de dorpskern door de aanbouw richting het noorden werd opgeschoven.30 Door de decentrale ligging is dit een van de weinige kerken met een naast- en rondom gelegen kerkhof, dat nog in gebruik is.

Historische geografie: De onderzoekslocatie maakt deel uit van de dorpskern van Scherpenisse. Het ligt centraal aan de zuidzijde, direct ten zuidwesten van de Nederlandse Hervormde kerk.

Op de oudste beschikbare kaarten, o.a. van Christiaan sGrooten (1573) en Visscher-Roman (1655), is Scherpenisse als dorp binnen bedijkt gebied aan ‘de Pluimpot’ schetsmatig afgebeeld met de kerk als middelpunt. Hier omheen ligt bebouwing. Op een prent in de Cronijk van Zeeland van M. Smallegange (ca. 1696) is bebouwing rondom de kerk zichtbaar.31 Uit de prent kan echter niet worden opgemaakt of er daadwerkelijk bewoning op de onderzoekslocatie ligt (afbeelding 3). Op de kaart van Hattinga uit 1744 is de noordelijke verschuiving van de dorpsbebouwing, zoals de situatie nu is, zichtbaar. De kerk ligt aan de zuidzijde van de kern en is rondom bebouwd weergegeven.

Volgens de kadastrale kaart uit de periode 1811-1832 is de onderzoekslocatie, ten zuidwesten van de NH kerk, onbebouwd (afbeelding 4).

In de overigens weinig gedetailleerde gemeenteatlas van J. Kuyper uit 1866 lijkt de situatie op de onderzoekslocatie gewijzigd en bevindt de onderzoekslocatie, ogenschijnlijk met bebouwing, langs een weg en direct ten zuidwesten van de Nederlands Hervormde kerk. De onderzoekslocatie lijkt bebouwd.32

Vanaf ca. 1910 tot ca. 1950 wordt op de beschikbare topografisch militaire kaarten en de topografische kaarten op de onderzoekslocatie bebouwing weergegeven. Vanaf ca. 1950 is geen bebouwing op de onderzoekslocatie zichtbaar.33

KICH: In KICH wordt één rijksmonument in de directe nabijheid van de onderzoekslocatie weergegeven.34 Het gaat om de NH kerk die met twee nummers vertegenwoordigd is. Monument-nr. 35397 is het schip van de kerk (het koor en transept zijn afgebroken) uit de eerste helft van de 16e eeuw. Monument-nr. 35398 betreft de onvoltooide met natuursteen beklede toren, eveneens uit de eerste helft van de 16e eeuw.

29 Zie o.a. Encyclopedie van Zeeland 1984: 37; Zuurdeeg 2006: 57. 30 De datum van de dorpsbrand kon niet worden achterhaald. Aangezien de kerk op de stadsplattegrond van Van Deventer uit het derde kwart van de 16e eeuw (opgenomen op het kaartblad Sint-Maartensdijk) echter reeds afzijdig ligt ten opzichte van het dorp, zal voornoemde dorpsbrand waarschijnlijk uiterlijk in de eerste helft van de 16e eeuw te dateren zijn. 31 Met dank aan dhr. F. van den Kieboom (gemeentearchivaris Tholen). 32 Kuyper 1866. Hetzelfde geldt voor de kaart uit 1838-1857 in de Grote Historische Atlas van Nederland 1990. 33 Topografisch militaire kaarten 1910, 1926; topografische kaarten 1950, 1960, 1968, 1980, 1988, 1995 geraadpleegd via www.watwaswaar.nl, februari 2011. De kaarten zijn weinig gedetailleerd. 34 KICH, geraadpleegd februari 2011.

Page 16: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 12

Afbeelding 3: prent in de Cronijk van Zeeland van M. Smallegange (ca. 1696) met de situering van de onderzoekslocatie (pijl). Bron: Gemeentearchief Tholen, archief Centrale Dienst: Teken.

Scherpenisse 1960/002.

Afbeelding 4: uitsnede uit de kadastrale kaart van Scherpenisse uit 1811-1832. De onderzoekslocatie is zwart omkaderd.

Overige gegevens

Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN):

Op het AHN is een lichte ronde verhoging ter plaatse van de NH kerk zichtbaar. Het zuidelijk omliggende gebied, incl. de onderzoekslocatie, is laaggelegen en de maaiveldhoogte ligt op ca. 0,00-0,25 m NAP. De onderzoekslocatie ligt ten oosten van een rechtlijnige terreinverlaging, die als de zijtak van ‘de Pluimpot’ geïnterpreteerd kan worden.

Huidig of recent gebruik:

De onderzoekslocatie ligt aan de westzijde van de Molenstraat. Het perceel was van de vorige eigenaar in gebruik als tuin. Momenteel bevindt zich op de onderzoekslocatie een grasveld met een ronde vijver met een diameter van ca. 2,2 m en een diepte van ca. 1-1,5 m.

35 Google earth, geraadpleegd februari 2011 (luchtfoto 2005); Luchtfoto–atlas van Zeeland 2004 (luchtfoto 2003).

Page 17: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 13

De raadpleging van luchtfoto's heeft geen toegevoegde informatie opgeleverd.35

Milieukundig onderzoek:

Ten tijde van het bureauonderzoek had het milieukundig onderzoek nog niet plaatsgevonden. Hierover zijn dus ook geen gegevens bekend.

Afbeeldingen 5a en b: de situatie op de onderzoekslocatie tijdens het veldwerk.

Page 18: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 14

5 CONTROLEBORINGEN

Doel: Het doel van het booronderzoek is het aanvullen en toetsen van het

gespecificeerde verwachtingsmodel dat gebaseerd is op het bureauonderzoek. Dit gebeurt met behulp van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Het bepalen van de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de relatieve kwaliteit van de archeologische waarden staan hierbij voorop. Veel gebruikte onderzoeksmethoden zijn oppervlaktekartering, booronderzoek, geofysisch onderzoek en het graven van proefsleuven en proefputten. Het resultaat is een rapport met een waardering en een (selectie-) advies aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden.

Onderzoeksopzet: In overleg met de bevoegde overheid is gekozen voor een booronderzoek door middel van een oppervlaktekartering en enkele controleboringen. Ter plaatse zal vooral gelet worden op mogelijk bewaard gebleven bodem- en bewoningslagen vanaf het Neolithicum t/m de Nieuwe tijd en in welke conditie deze zich bevinden. Het veldonderzoek zal zodanig uitgevoerd worden dat een archeologische beoordeling gegeven kan worden ten aanzien van het (toekomstige) gebruik van de locatie.

Verantwoording gekozen onderzoeksmethode:

Booronderzoek is de minst destructieve methode om de archeologische verwachting te toetsen. Met het booronderzoek is het relatief eenvoudig mogelijk om de bodemopbouw te bepalen, alsmede de mate van verstoring van de bodem. De verwachting is dat de archeologische indicatoren die volgens het bureauonderzoek aanwezig kunnen zijn, in de boringen herkend zullen worden. Aan de hand van de resultaten van de boringen kan de archeologische verwachting, indien noodzakelijk, worden bijgesteld.

Oppervlaktekartering: Voorafgaand aan het uitvoeren van de boringen wordt een oppervlakte-kartering uitgevoerd. Bij een oppervlaktekartering wordt het terrein visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van eventuele archeologische indicatoren, zoals aardewerk, metaal, (verbrande) leem, (verbrand) bot en houtskool. Tijdens een terreinverkenning wordt vooral aandacht besteed aan geploegde akkers, molshopen, geschoonde slootkanten en andere bodemontsluitingen voor het doen van oppervlaktevondsten. Ook wordt gelet op hoogteverschillen, verkavelingspatronen en perceelsvormen die een aanwijzing kunnen zijn voor bewoning.

Controleboringen Boringen worden uitgevoerd volgens een regelmatig verspringend patroon. De onderlinge afstand tussen de boringen is afhankelijk van de situatie en de gewenste nauwkeurigheid. Van de boringen zijn beschrijvingen gemaakt en de opgeboorde grond is geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Daarnaast is gelet op de aanwezigheid van fosfaten (uitgespoelde en neergeslagen organische resten) en cultuurlagen (donkergekleurde bodemlagen, die vaak archeologische indicatoren bevatten). Op basis van de aldus verkregen gegevens kan een verspreidingskaart van de archeologische waarden in een gebied gemaakt worden. Bij ieder bodemonderzoek wordt gestreefd

Page 19: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 15

naar een optimale representativiteit. Het onderzoek is echter gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen tot een beperkte diepte. Daardoor blijft het mogelijk dat lokaal archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, die tijdens het onderzoek niet naar voren komen. Bovendien laten bepaalde archeologische resten, zoals vuursteenvindplaatsen, grafvelden, water- en/of beerputten, verkavelingspatronen of andere bijzondere toevalsvondsten, zich met behulp van grondboringen lastig ontdekken.

Positie boorpunten: Er zijn vier boringen verspreid over de onderzoekslocatie in een verspringend grid gezet. Hierbij werd rekening gehouden met de aanwezigheid van kabels en leidingen (zie bijlage 3).

Boormateriaal: Er is gebruik gemaakt van een Edelmanboor met een diameter van 10 cm (door de aanwezigheid van puin deels 7 cm) tot een diepte van 1 à 2 m -mv (afhankelijk van de diepte van de top van het veen en in verband met de ondoordringbaarheid van de bodem daar boven). Daaronder is gebruik gemaakt van een guts met een diameter van 3 cm.

Minimale boordiepte: De minimale boordiepte bedroeg ca. 4,0 m –mv (B003 en B004).

Maximale boordiepte: De maximale boordiepte bedroeg ca. 5,0 m –mv (B001, B002).

x-,/y-coördinaten boringen gemeten met:

De locaties van de boorpunten zijn ingemeten met een D-GPS (afwijkingsmarge ca. 0,5 m).

z-coördinaten gemeten met:

Herleid tot het AHN (afwijkingsmarge 6-10 cm).

Boorbeschrijving: Conform NEN 5104 (bijlage 4).

Monsters: Er zijn vier monsters genomen van archeologisch interessante lagen. De monsters zijn nat gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 2 mm om eventuele kleine indicatoren op te sporen.

Resultaten

Resultaten oppervlaktekartering:

De onderzoekslocatie bestaat uit en grasveld met aan de rand bomen en een sloot. De straatkant is afgeschermd met struiken (afbeelding 5). Hierdoor was de vondstzichtbaarheid slecht. Er zijn derhalve geen oppervlaktevondsten gedaan. Wel bleek dat het oostelijke deel, langs de weg, ca. 0,2-0,3 m hoger lag dan het westelijke deel van de onderzoekslocatie. Naast de locatie van boring 002 bevindt zich een ronde vijver met een diameter van ca 2,2 meter.

Resultaten booronderzoek:

De globale bodemopbouw is als volgt:

0,0-0,2 m –mv bouwvoor 0,2-0,6/0,85 m –mv zwak zandige, matig humeuze klei, zwak

roest- en schelp- en puinhoudend, kalkhoudend, donkergrijs tot donkerbruin

0,6/0,85-1,2 m –mv sterk zandige klei, sporen schelpen, zwak roesthoudend, matig kalkhoudend, beigegrijs

1,2-1,6-1,8 m –mv klei, zwak siltig, met donkergrijze/-bruine veenlaagjes, onderin veenlaagjes duidelijker zichtbaar (donkergrijs/roodbruin)

1,6/1,8-3,3/3,6 m –mv veen, matig riet- en houthoudend, niet

Page 20: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 16

veraard, natuurlijke overgangen, roodbruin 3,3/3,6-3,5/3,8 m –mv matig silitige klei, plantenhoudend, grijs 3,5/3,8-3,7/4,1 m –mv veen, roodbruin 3,8/4,1-5,0 m –mv klei, sterk siltig, sporen planten, donkergrijs

Tabel 1: monsterlijst. monster: boring: diepte in m -mv: bodemlaag: (archeologische) indicatoren: datering:

001 001 0,2-0,6 klei leisteen (2 stuks, <5 mm), kwarts, enkele aardewerkspikkels (roodoranje, <5 mm), bot (dierlijk, <5 mm)

indet.

002 001 1,6-2,0 veen geen archeologische indicatoren - 003 003 0,8-1,10 klei enkele rode baksteenspikkels, steenkool,

mortel NT?

004 003 1,25-1,55 klei geen archeologische indicatoren - Evaluatie en interpretatie van de boringen:

De natuurlijke bodem bestaat tot een diepte van 5,0 m –mv uit klei (Lp. van Wormer). Hierop heeft zich, in (minstens één) afwisseling met klei, veen (Hollandveen Lp.) gevormd. Op grond van de aanwezigheid van riet in het onderste, ca. 0,25 m dikke veenpakket kan dit veen als rietveen/zeggerietveen worden geduid dat ontstaan is in een voedselrijke (slibhoudende) en brakke tot zoete omgeving. Hierop heeft zich wederom een kleipakket afgezet, wat op overstroming wijst, waarop weer veen is gaan groeien. De onderzijde van dit veenpakket bevindt zich op ca. 3,50 m –mv. Het voorkomen van zowel riet en hout in het veen duidt op broekveen en op een voortschrijdende verlanding. Het veen wordt afgedekt door zwak siltige klei (Lp. van Walcheren), deels afgewisseld met humeuze c.q. venige laagjes, wat op regelmatige overstroming van de omgeving wijst. In de boringen is geen veraard veen aangetroffen. De overstromingen zullen in de laat-Romeinse tijd hebben plaatsgevonden.36

Op dit zwak siltige en humeuze, kalkloze kleipakket met een dikte van ca. 0,50 m ligt een tweede kleipakket dat zwak tot sterk zandig en kalkhoudend is. De overgang tussen het eerste en tweede kleipakket is onscherp wat op sterkere zeeactiviteit wijst zonder dat de top van het onderliggende kleipakket (sterk) erodeerde. Dit kleipakket kan zowel vóór de bedijking in de 13e eeuw dan wel bij een latere overstroming zijn afgezet.37 Het kleipakket loopt door tot de bouwvoor en wordt naar boven toe kalkarmer (boring 001).

In het monster dat van de onderste 30 cm van het tweede kleipakket is genomen (003 in boring 003), zijn baksteenspikkels, steenkool en mortel gevonden. Hoewel steenkool sporadisch in de Romeinse tijd en in de grote steden vanaf de late middeleeuwen toenemend gebruikt werd, kwam steenkool als brandstof pas in de Nieuwe tijd, met name NTB/C, algemeen in zwang. Het lijkt er daarom op dat het bovenste kleipakket pas in de Nieuwe tijd is afgezet dan wel verschillend sterk geroerd is. In boring 004 was dit laatste tot een diepte van minstens 1,60 m –mv duidelijk zichtbaar.38 Het vondstmateriaal hangt mogelijk samen met de cartografisch aantoonbare bebouwing op deze locatie in de 18e/19e eeuw.

36 Vos en Van Heeringen 1997, bijlage 2. 37 Bij dijkdoorbraak en overstroming is een sterk erosieve uitwerking op het onderliggende kleipakket niet uit te sluiten. 38 Tot 1,60 m –mv, gelet op het erosieve contact met het onderliggende veen en zwak zandige karakter van de klei.

Page 21: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 17

6 SPECIFIEKE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING

Ten aanzien van het uitgevoerde onderzoek is een aantal onderzoeksvragen gesteld. De beantwoording van de vragen 1 tot 3 wordt samengevoegd in de specifieke archeologische verwachting. Deze resulteert in een aanbeveling (beantwoording vraag 4, zie hoofdstuk 7).

Vondsten uit het Neolithicum en de bronstijd kunnen in beginsel in het Laagpakket van Wormer (Formatie van Naaldwijk) of eventueel verspoeld als losse vondsten in bovenliggende lagen aangetroffen worden. De verwachtingswaarde voor vondsten uit deze periode is, gelet op de diepte van de lagen waarin deze vondsten eventueel verwacht worden, echter laag.

De verwachting op resten van bewoning uit de ijzertijd en de Romeinse tijd op de hogere en drogere locaties, m.n. langs kreken, in het veengebied is op grond van het bureauonderzoek als middelhoog tot hoog in te schalen indien sprake is van intact, onverstoord veen. Op grond van de controleboringen kan de verwachting echter naar beneden worden bijgesteld aangezien geen veraard veen is gevonden.

De verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de vroege middeleeuwen is gezien het ontbreken van archeologische resten in de omgeving van de onderzoekslocatie laag. Ook in de boringen zijn geen aanwijzingen voor bewoning uit deze periode gevonden.

Gezien de ligging van de onderzoekslocatie binnen de oudste dorpskern van Scherpenisse, in de buurt van de Nederlands Hervormde kerk en nabij de monding van de Scherpe Ee, is op grond van het bureauonderzoek de verwachting voor het aantreffen van sporen en resten uit de vroegste bewoningsfase van het dorp in de late middeleeuwen (begin 13e eeuw of mogelijk iets eerder) middelhoog tot hoog. Sporen en resten kunnen worden aangetroffen van o.a. houten en/of (deels) stenen bebouwing (muurstructuren, palen en funderingen/funderingsgreppels) met erfafscheidingen, waterputten en beerputten, akker- en of ophogingslagen, alsook mogelijke ambachtelijke bebouwing en activiteiten die zowel betrekking hebben op de handel (zelas en meekrap) als op de scheepvaart (kadewerken, beschoeiingen, boten, schepen), de infrastructuur (weg, dam), erfscheidingen en begravingen (o.a. van de NH kerk; gezien de afstand tot de kerk en het feit dat de onderzoekslocatie ieder geval in de 19e/20e eeuw bebouwd was, maakt de aanwezigheid van begravingen echter eerder onwaarschijnlijk) en akkerlagen. Te verwachten resten zijn o.a. gedraaid aardewerk (Pingsdorf-, Paffrath-, witgebakken geelgeglazuurd39 en kogelpotaardewerk), (on)verbrand bot, metaal, glas, natuursteen (o.a. gereedschap), keramisch bouwmateriaal, fosfaten en organische resten (o.a. [on-]verbrand hout, houtskool, zaden). In de controleboringen is hiervan evenwel niets teruggevonden.

Voor de Nieuwe tijd geldt een hoge verwachting omdat uit historisch-geografisch onderzoek blijkt dat in ieder geval in de 19e/20e eeuw bebouwing op de onderzoekslocatie heeft gestaan. Ook is er kans op het aantreffen van achterliggende erven met o.a. beerputten, waterputten, erfafscheidingen, (moes-)tuinaanplantingen. Het vondstspectrum verschilt niet of nauwelijks van dat van de voorgaande cultuurperiode. De controleboringen hebben eveneens aanwijzingen voor de Nieuwe tijd opgeleverd.

De kans op het aantreffen van vondsten van organisch materiaal en van paleo–ecologische resten is sterk afhankelijk van de bodemgesteldheid ter plaatse. Onverbrande vondsten van organisch materiaal en paleo–ecologische resten zullen over het algemeen slechts beneden de grondwaterspiegel kunnen worden aangetroffen. Verbrande vondsten van organisch materiaal en paleo–ecologische resten kunnen daarnaast ook in grondsporen worden aangetroffen.

39 Het zgn. Andenne-aardewerk.

Page 22: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 18

7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Conclusies: Naar aanleiding van het voornemen om op de onderzoekslocatie aan de

Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) nieuwbouw te realiseren is door ArcheoMedia BV, in opdracht van de heer P. Jansen, een bureauonderzoek met controleboringen uitgevoerd.

In de boringen 001-003 blijkt een onverstoorde bodemopbouw vanaf het eerste kleipakket boven het Hollandveen Lp. (ca. 1,20 m –mv). Er zijn hierin geen aanwijzingen voor leeflagen of antropogene activiteit gevonden.

Het bovenste, tweede kleipakket boven het Hollandveen Lp., dat tot de bouwvoor doorloopt, kan zowel voor als na de bedijking in de 13e eeuw zijn afgezet. Het dateert in ieder geval van na de laat–Romeinse tijd. De in dit pakket aangetroffen archeologische indicatoren (monster 003 in boring 003) wijzen op de Nieuwe tijd, met name NTB/C. Zij hangen mogelijk samen met de cartografisch aantoonbare bebouwing op de onderzoekslocatie in de 19e/20e eeuw. Het feit dat deze indicatoren uit de onderste 30 cm van dit pakket stammen, is een aanwijzing dat de grond geroerd is. In boring 004 was dit tot een diepte van minstens 1,60 m –mv duidelijk zichtbaar.

Aanbevelingen: Uit het bureauonderzoek met controleboringen blijkt dat archeologische resten uit de Nieuwe tijd (NTB/C) in de bovenste ca. 1,20 m van de onderzoekslocatie aanwezig kunnen zijn. Deze zijn echter waarschijnlijk niet meer intact gezien de duidelijke verstoringen in delen van dit terrein. Een archeologisch vervolgonderzoek op de onderhavige onderzoekslocatie wordt daarom niet noodzakelijk geacht.

Met betrekking tot deze aanbeveling dient contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid.

Booronderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen tot een beperkte diepte. Daardoor blijft het mogelijk dat lokaal archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, die tijdens het onderzoek niet naar voren komen. Bovendien laten bepaalde archeologische resten, zoals vuursteenvindplaatsen, grafvelden, water- en/of beerputten, verkavelingspatronen of andere bijzondere toevalsvondsten, zich met behulp van grondboringen lastig ontdekken. Daarom is de kans aanwezig dat (vondstarme) archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig zijn en dat deze in de uitvoeringsfase van toekomstige bodemingrepen aan het licht komen. Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht ex artikel 53 van de Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg. Bij graafwerkzaamheden dient men dan ook attent te zijn op eventuele vondsten. De opdrachtgever verplicht de aannemer(s) om attent te zijn op eventuele vondsten en/of sporen tijdens de werkzaamheden en verplicht hen archeologische vondsten onverwijld te melden bij de bevoegde overheid.

Page 23: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 19

GERAADPLEEGDE BRONNEN EN LITERATUUR

Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), geraadpleegd februari 2011 via http://www.ahn.nl/.

Archeologische Monumentenkaart (AMK), geraadpleegd februari 2011 via ARCHIS.

Archeologische waarnemingen en vondstmeldingen, geraadpleegd februari 2011 via ARCHIS.

CHS Zeeland, geraadpleegd februari 2011 op http://zldims.zeeland.nl/geowebchs/Map.aspx.

Bodemkaart van Nederland, 1987, Blad 49 West Bergen op Zoom, schaal 1:25.000.

Deventer, J. van, ca. 1550-1575: De stadsplattegronden van Jacob van Deventer, kaartblad 89 Sint-Maartensdijk (facsimile 1995).

Encyclopedie van Zeeland, 1984, deel III, lemma Scherpenisse, Middelburg.

Geomorfologische Kaart van Nederland, 1984, blad 49 Bergen op Zoom, schaal 1:25.000.

Gemeente Tholen, geraadpleegd februari 2011.

Gemeentearchief Tholen, geraadpleegd februari 2011.

Google Earth, geraadpleegd februari 2011.

Grote Historische Atlas van Nederland, deel 4 Zuid-Nederland 1838-1857, 1990, kaartblad 50, Groningen.

Grote Historische Topografische Atlas Zeeland ca. 1904-1916 1:25 000, 2006, kaartblad 639, Tilburg.

Ham, N.H. van der, 2009: Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat 5 te Scherpenisse (gemeente Scherpenisse. Bureauonderzoek, Capelle aan den IJssel (ArcheoMedia rapport A09-033-F).

Harmsen, C., 2007: Archeologisch onderzoek Molenweg te Scherpenisse (gemeente Tholen). Bureauonderzoek met controleboringen, Capelle aan den IJssel (ArcheoMedia rapport. A07-294-I).

Hollestelle, A., 1879: Geschied- en waterstaatkundige beschrijving van de Waterschappen of polders van het eiland Tholen.

KICH, geraadpleegd februari 2011 via www.kich.nl.

Kuipers, J.J.B., 1992: Een zomerreis door 18e-eeuws Zeeland, kaart van Hattinga uit 1744, Goes.

Kuipers, S.F., 1960: Bodemkaart van Tholen.

Kuyper, J., 1866: Gemeente Atlas van de Provincie Zeeland, kaart van Scherpenisse, Leeuwaarden.

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2, november 2010, Gouda.

Leijnse, K., 2003: Plangebied Molenweg 32 te Scherpenisse, gemeente Tholen; een inventariserend archeologisch onderzoek, Amsterdam.

Page 24: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 20

Luchtfoto–atlas van Zeeland, 2004: Loodrechtluchtfoto's, provincie Zeeland, schaal 1:14.000, blad 64 Scherpenisse, opnamedatum 16 mei 2003, Landsmeer.

Provincie Zeeland (red.), 2005: Nota Archeologie 2006-2012. Cultuur Continu, Middelburg.

Provincie Zeeland (red.), 2009: Provinciale richtlijnen voor inventariserend veldonderzoek in Hollandveen/veen (april 2009).

Roest, J. van der, 2004: Drie locaties voor waterbergingen in de gemeente Tholen; een Inventariserend Veldonderzoek Archeologie, Houten.

Visscher- Romankaart van Zeeland, kaart van Tholen uit 1655.

'sGrooten, Chr., kaart van Tholen, Brusselse Atlas uit 1573.

Smallegange, M., 1696: Cronijk van Zeeland (gemeentearchief Tholen).

Topografisch militaire kaarten 1910, 1926; topografische kaarten 1950, 1960, 1968, 1980, 1988, 1995, geraadpleegd februari 2011 via http://watwaswaar.nl/.

Vos, P.C., en R.M. van Heeringen, 1997: De ontstaansgeschiedenis van het Zeeuwse kustlandschap, Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO.

Wilgen, L.R. van, 2008: Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied Molenweg 16, Scherpenisse, Gemeente Tholen, SOB Research Projectnr. 1458-0804, Heinenoord.

Zeeuws Archeologisch Archief, geraadpleegd februari 2011 via http://www.scez.nl/.

Zuurdeeg, J.P.B., 2006: Tholen en Sint-Philipsland in vogelvlucht, Goes.

Page 25: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 21

BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN

AMK Archeologische MonumentenKaart. Een kaart waarop vastgestelde archeologische monumenten zijn vermeld.

Archeologische Indicatief archeologisch materiaal, zoals houtskool, verbrande leem, indicator/indicatie aardewerk en bot, dat bij (boor)onderzoek een aanwijzing kan zijn voor

de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats (definitie KNA).

ARCHIS Archeologisch InformatieSysteem. Een archeologische database van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarin alle onderzoeks- en vondstmeldingen in Nederland geregistreerd staan.

Bevoegde overheid De overheid, die het selectiebesluit neemt, het Programma van Eisen laat opstellen en goedkeuring verleent aan een eventueel ontwerp (definitie KNA).

CHS Cultuurhistorisch HoofdStructuur. Een verzameling van overzichtskaarten van archeologische, geologische, historische en landschappelijke waarden voor verscheidene regio’s in Nederland.

Complex Een uit meerdere met elkaar in ruimte, tijd en functioneel opzicht samenhangende structuren en/of individuele sporen (definitie KNA).

Cultuurlaag Een licht tot sterk humeuze oude bewoningslaag of afvallaag, ontstaan door menselijke activiteit, met archeologische indicatoren.

CCvD Archeologie Centraal College van Deskundigen Archeologie.

DGPS Differential Global Positioning System. Meetapparatuur die via satellieten de exacte coördinaten van een locatie inmeet.

Ex situ buiten de context van de vindplaats.

(Grond)spoor een ruimtelijk duidelijk begrensbaar verschijnsel ontstaan door menselijke activiteit (bijvoorbeeld een paalkuil, lijksilhouet of muur) of natuurlijke oorsprong (bijvoorbeeld een boomval). Binnen een spoor kunnen verschillende, duidelijk te onderscheiden eenheden voorkomen (definitie KNA).

IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Een op geologische structuren gebaseerde kaart van archeologische waarden.

In situ ter plekke of binnen de context van de vindplaats.

KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

m -mv meter onder het maaiveld.

m -NAP meter onder Normaal Amsterdams Peil (: officieel peilmerk).

PvE Programma van Eisen, goedgekeurd door de bevoegde overheid en de basis van archeologisch onderzoek. Het geeft de probleemstelling en de doelen van de te verrichten werkzaamheden van de vindplaats aan en formuleert de daaruit af te leiden eisen aan het uit te voeren werk.

RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Page 26: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gemeente Tholen) 22

OVERZICHT VAN GEOLOGISCHE EN ARCHEOLOGISCHE PERIODEN

Bron: Toelichting bij de Geologische Kaart van Nederland 1:50.000 blad Gorinchem West. Rijks Geologische Dienst, Haarlem

Page 27: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Bijlage bij rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gem. Tholen)

BIJLAGE 1

Nieuwbouwplan

(bron: : opdrachtgever, 2011)

Page 28: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...
Page 29: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Bijlage bij rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gem. Tholen)

BIJLAGE 2

ARCHISkaart

Page 30: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

66673 / 396555

65608 / 395685

13387

2405

51142406909

27133

404869

410322

413194

20667 20649

8543

8970

14850

28696

20656

39827

23433

39369

3509617060

23949

37941

Molenstraat Scherpenisse 18-01-2011

LegendaONDERZOEKSMELDINGEN

VONDSTMELDINGEN

WAARNEMINGEN

TOP10 ((c)TDN)

MONUMENTEN

IKAWzeer lage trefkanslage trefkansmiddelhoge trefkans

hoge trefkanslage trefkans (water)middelhoge trefkans (water)

hoge trefkans (water)waterniet gekarteerd

Schaal 1:50000 100 m

N Archis2

Page 31: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Bijlage bij rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gem. Tholen)

BIJLAGE 3

Boorpuntenkaart

Page 32: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...
Page 33: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Bijlage bij rapport A11-014-F / Archeologisch onderzoek aan de Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse (gem. Tholen)

BIJLAGE 4

Boorstaten

Page 34: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Projectcode: A11-014-FProjectnaam: MOLENSTRAAT ONGENLokatienaam: SCHERPENISSE

Bijlage: BoorstatenPagina 1 / 1

Boring: 001X: 66125,6Y: 396006

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

0

Klei, matig siltig, matig humeus, zwak zandhoudend, sporen wortels, donkerbruin, BOUWVOOR

20

Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen roest, sporen schelpen, donkergrijs, BS-SPIKKELS1MM CA1 MONSTER

60

Klei, sterk zandig, matig roesthoudend, sporen schelpen, grijsbeige, HUM VEGEN CA2

120

Klei, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, GELAAGD CA-150

Klei, zwak siltig, zwak humeus, matig plantenhoudend, donker roodgrijs, VEEN/KLEI GELAAGD NATUURLIJK

180

Veen, mineraalarm, matig riethoudend, bruinrood, GEL OVG MONSTER

360

Klei, matig siltig, zwakplantenhoudend, grijs, GEL OVG380

Veen, mineraalarm, zwak riethoudend, bruin, NIET VERAARD

405

Klei, sterk siltig, zwak schelphoudend, sporen planten, donkergrijs

480

Klei, sterk siltig, matig schelphoudend, donkergrijs

500

Boring: 002X: 66120,7Y: 396017,2

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

0

Klei, matig siltig, matig humeus, zwak zandhoudend, donkerbruin, BOUWV

20

Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen roest, donkergrijs

85

Klei, sterk zandig, zwak roesthoudend, sporen schelpen, grijsbeige120

Klei, zwak siltig, sterk roesthoudend, bruinrood

125

Klei, zwak siltig, matig humeus, sporen hout, sporen roest, donkerzwart

160

Klei, zwak siltig, matig humeus, donker bruingrijs, K/V GELAAGD

170

Veen, mineraalarm, matig riethoudend, matig houthoudend, bruinrood, NIET VERAARD MAT OVG

360

Klei, matig siltig, sporen planten, grijs, GEL OVG

375

Veen, mineraalarm, matig riethoudend, bruinrood

400

Klei, sterk siltig, sporen planten, donkergrijs

500

Boring: 003X: 66117,8Y: 396011,4

0

50

100

150

200

250

300

350

400

0

Klei, matig siltig, matig humeus, zwak zandhoudend, donkerbruin, BV MV 20CM LAGER DAN 001/002

25

Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak roesthoudend, donkergrijs60

Klei, sterk zandig, matig roesthoudend, sporen schelpen, grijsbeige

80

Klei, sterk zandig, sterkroesthoudend, bruinrood, MONSTER

110

Klei, matig zandig, zwak humeus, matig plantenhoudend, donkerbruin, GELAAGD V/K

125

Klei, zwak siltig, sterk humeus, sporen hout, donkerzwart, MONSTER

155

Veen, mineraalarm, matig riethoudend, zwak houthoudend, bruinrood, NIET VERAARD

330

Klei, matig siltig, matigplantenhoudend, grijs350

Veen, mineraalarm, matig riethoudend, bruinrood

365

Klei, sterk siltig, zwak plantenhoudend, grijscreme

400

Boring: 004X: 66118,7Y: 396001,7

0

50

100

150

200

250

300

350

400

0

Klei, matig siltig, matig humeus, zwak zandhoudend, sporen planten, donkerbruin

20

Klei, zwak zandig, matig humeus, matig wortelhoudend, sporen puin, donkerbruin, VERROMMELD

85

Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig schelphoudend, donkergrijs, CA2 VERROMMELD

140

Klei, zwak zandig, zwak humeus, donkergrijs, CA- EROSIEF160

Veen, mineraalarm, sporen klei, matig riethoudend, bruinrood

170

Veen, mineraalarm, zwak riethoudend, matig houthoudend, bruinrood, GEL OVG

320

Klei, matig siltig, zwakplantenhoudend, grijs345

Veen, mineraalarm, zwak riethoudend, bruinrood370

Klei, sterk siltig, matig plantenhoudend, grijs400

Page 35: A11-014-F DI Molenstraat ongenummerd te Scherpenisse ...

Legenda (conform NEN 5104)grind

Grind, siltig

Grind, zwak zandig

Grind, matig zandig

Grind, sterk zandig

Grind, uiterst zandig

zandZand, kleiïg

Zand, zwak siltig

Zand, matig siltig

Zand, sterk siltig

Zand, uiterst siltig

veenVeen, mineraalarm

Veen, zwak kleiïg

Veen, sterk kleiïg

Veen, zwak zandig

Veen, sterk zandig

kleiKlei, zwak siltig

Klei, matig siltig

Klei, sterk siltig

Klei, uiterst siltig

Klei, zwak zandig

Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

leemLeem, zwak zandig

Leem, sterk zandig

overige toevoegingenzwak humeus

matig humeus

sterk humeus

zwak grindig

matig grindig

sterk grindig

geur

geen geur

zwakke geur

matige geur

sterke geur

uiterste geur

oliegeen olie-water reactie

zwakke olie-water reactie

matige olie-water reactie

sterke olie-water reactie

uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde>0

>1

>10

>100

>1000

>10000

monsters

geroerd monster

ongeroerd monster

overigbijzonder bestanddeel

Gemiddeld hoogste grondwaterstand

grondwaterstand

Gemiddeld laagste grondwaterstand

slib

water