Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding...

25
ECOLOGIE en BIOGEOGRAFIE Verspreiding van de flora en fauna op aarde Natuurlijke krachten, zoals vulkanische uitbarstingen, aardschokken, klimaatveranderingen, sterke wind etc., veranderen allemaal iets aan de omgeving waarin organismen op aarde leven en wijzigen daardoor ook hun verspreiding. De manier waarop het leven over land en de zeeën wordt verspreid vormt een fascinerend, voortdurend wisselend en veranderend patroon. Natuurwetenschappers hebben het aardoppervlak en de oceanen op grond van die verspreiding verdeeld in zogenaamde ecozones. Het leven op het land en in de zee Voor zover wij weten strekt het leven zich uit tot het kleinste hoekje van de aarde, tot in de diepste diepten van de oceaan. Men heeft leven ontdekt in de machtige troggen van de diepzeebodem. De biologen menen dat de oceanen een gastvrijer tehuis bieden aan levende wezens dan het land, vooral dicht onder het wateroppervlak. Eén van de redenen voor die veronderstelling is het feit dat 12% van het landoppervlak permanent bedekt is met sneeuw en ijs. Meer dan de helft van dit landschap bevindt zich in het Zuidpoolgebied. Afgezien van de zeehonden, de pinguïns en andere vogels die de kusten bezoeken, wordt het leven hier uitsluitend vertegenwoordigd door vleugelloze insecten, mocroscopische organismen, mossen en korstmossen die zich vastklampen aan de weinige rotsen die boven het ijs uitsteken. Binnen de poolcirkel zijn nooit meer dan drie bloeiende plantensoorten ontdekt. De verspreiding van alle levende wezens Van alle levende wezens op aarde hebben de mensen zich het meest over de aardbodem verspreid. Er zijn maar weinig dieren en planten die het wat dat betreft tegen ons kunnen opnemen. Enkele vogels hebben het bijna even ver gebracht als wij: de kerkuil, de spreeuw en de huismus. Maar hierbij zijn ze meestal door de mens een handje geholpen door mee te varen op schepen of met opzet van het ene naar het nadere continent meegenomen. Er zijn maar heel weinig planten, die zich over de hele

Transcript of Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding...

Page 1: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

ECOLOGIE en BIOGEOGRAFIE

Verspreiding van de flora en fauna op aarde

Natuurlijke krachten, zoals vulkanische uitbarstingen, aardschokken, klimaatveranderingen, sterke wind etc., veranderen allemaal iets aan de omgeving waarin organismen op aarde leven en wijzigen daardoor ook hun verspreiding. De manier waarop het leven over land en de zeeën wordt verspreid vormt een fascinerend, voortdurend wisselend en veranderend patroon. Natuurwetenschappers hebben het aardoppervlak en de oceanen op grond van die verspreiding verdeeld in zogenaamde ecozones.

Het leven op het land en in de zeeVoor zover wij weten strekt het leven zich uit tot het kleinste hoekje van de aarde, tot in de diepste diepten van de

oceaan. Men heeft leven ontdekt in de machtige troggen van de diepzeebodem. De biologen menen dat de

oceanen een gastvrijer tehuis bieden aan levende wezens dan het land, vooral dicht onder het wateroppervlak.

Eén van de redenen voor die veronderstelling is het feit dat 12% van het landoppervlak permanent bedekt is met

sneeuw en ijs. Meer dan de helft van dit landschap bevindt zich in het Zuidpoolgebied. Afgezien van de

zeehonden, de pinguïns en andere vogels die de kusten bezoeken, wordt het leven hier uitsluitend

vertegenwoordigd door vleugelloze insecten, mocroscopische organismen, mossen en korstmossen die zich

vastklampen aan de weinige rotsen die boven het ijs uitsteken. Binnen de poolcirkel zijn nooit meer dan drie

bloeiende plantensoorten ontdekt.

De verspreiding van alle levende wezensVan alle levende wezens op aarde hebben de mensen zich het meest over de aardbodem verspreid. Er zijn

maar weinig dieren en planten die het wat dat betreft tegen ons kunnen opnemen. Enkele vogels hebben het

bijna even ver gebracht als wij: de kerkuil, de spreeuw en de huismus. Maar hierbij zijn ze meestal door de mens

een handje geholpen door mee te varen op schepen of met opzet van het ene naar het nadere continent

meegenomen. Er zijn maar heel weinig planten, die zich over de hele wereld hebben verbreid, hoewel gras bijna

overal wordt gevonden. Het bereik van de meeste soorten, van zowel planten als van dieren, is relatief beperkt.

Ecozones: gebieden met gelijksoortige leefomgevingHetzelfde type leefgemeenschap kan, in verschillende delen van de wereld, zijn samengesteld uit zeer

afwijkende soorten. Een tropisch regenwoud in Zuid-Amerika bevat zeer weinig planten en dieren die worden

aangetroffen in tropische regenwouden in Afrika af Azië. Niettemin vertonen deze leefgemeenschappen veel

overeenkomsten. Zij leven in gebieden waar grotendeels hetzelfde klimaat heerst en scheppen zelf ten dele dat

Page 2: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

klimaat. Deze gelijksoortige omgeving of ecozone heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van

levensvormen die veel overeenkomst vertonen. Tropische wouden bijvoorbeeld herbergen allemaal kruipende en

hangende planten, evenals veelkleurige fruitetende vogels en lenige dieren, die zich met gemak een weg banen

door de toppen van de bomen.

Flora en fauna in de klimaatzones

Het aardoppervlak wordt onderverdeeld in vier grote groepen planten en dieren: flora en fauna van gebieden met

tropische, een subtropische, een gematigd en een pool- of bergklimaat. Met uitzondering van de tropische

leefgemeenschap is geen van deze groepen absoluut gebonden aan een bepaalde streek. Eigenlijk is het juist

omgekeerd. Het klimaat van een landstreek wordt door een groot aantal factoren bepaald: oceaanstromingen, de

winden die er heersen en hoogte. De Gobi-woestijn in Mongolië en het malse bouwland van de Amerikaanse

staat Minnesota liggen op of rond de 45e breedtegraad. Toch zijn er geen grotere verschillen denkbaar dan

tussen de klimaten van deze twee streken en als gevolg daarvan ook tussen de dieren- en

plantengemeenschappen.

°

De ecozones in de plantenwereld

Tijdens de recente geologische geschiedenis van de aarde hebben door wijzigingen in de natuurkundige eigenschappen en het klimaat het planten- en dierenleven zich aangepast aan de veranderende omstandigheden. Natuurwetenschappers hebben op grond hiervan de aarde in zes grote gebieden ingedeeld wat betreft de verspreiding van planten en dieren, de zogenaamde ecozones, gebieden waarin de flora en fauna relatief gezien belangrijke ecologische overeenkomsten vertonen.

De verspreiding van de flora's van de wereld

Page 3: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

De zes ecozones van de wereldflora

De laatste paar miljoen jaren hebben zich bergen uit de aardbodem verheven en zijn andere bergen met de grond

gelijkgemaakt. Eens was Alaska een land waar de palmen welig tierden. In de zuidelijke staten van Amerika was

het koud door de ijzige winden afkomstig van de gletsjers in Pennsylvanië. Waar nu woestijnen zijn waren toen

bloeiende wouden. Gebieden die nu diep landinwaarts liggen waren omvangrijke baaien en delta's. Deze

aspecten van de geologische geschiedenis plus het ononderbroken aanpassingsproces van de zich

ontwikkelende organismen verklaren veel van de manier waarop 's werelds flora op dit moment over de aarde is

verspreid. Een kort overzicht van de ecozones toont aan wat het resultaat van deze geofysische en

klimatologische processen is geweest.

1. Australaziatische zone

Dit gebied herbergt de Australische, Polynesische en Antarctische flora. De plantenwereld omvat de meeste van

alle bekende soorten van de eucalyptusfamilie, waaronder grote hoeveelheden pijnbomen, ceders, palissander,

sandelhout en mahonie. Van veel planten die in Australië worden aangetroffen bestaat er nergens in de wereld

een overeenkomstige vorm; ze hebben ook vaak geen naam in andere talen. Niet alleen de flora van de

Australaziatische ecozone, ook de fauna kent een groot aantal merkwaardige exemplaren die het vermoeden

rechtvaardigen dat Australië en de eilanden in de Stille Oceaan lange tijd van de andere aardmassa's van de

wereld afgezonderd zijn geweest.

2. Holarctische zone

De Holarctica of de Boreaal herbergt talloze organismen die men verspreid over het hele Europese, Aziatische en

Noord-Amerikaanse poolgebied aantreft. Deze flora omvat alle kastanjes, berken, esdoorns, lupinen en

heidesoorten (veenbessen, bosbessen en hun familieleden)

Page 4: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

3. Nearctische zone

(Noord-Amerika en delen van Mexico), een deelgebied van de holarctische zone, is het gebied waaruit de maïs

en het koren stammen, de pompoenen, de kalebassen en de tabaksplant.

4. Palearctische zone

Dit gebied omvat Europa, Noord-Afrika en grote delen van Azië. Het is de streek waar de belangrijkste granen -

tarwe, rogge en haver- zich ontwikkelden.

5. Paleotropische zone

Het betreft hier de Afrikaanse en Indo-Maleise subflora's. Het Afrikaanse gebied is bekend om zijn enorme

apenbroodbomen (zie inleiding), kolabomen en een verscheidenheid aan hardhoutsoorten. Deze streek omvat

enkele van de meest uitgestrekte graslanden ter wereld. De droge, bijna boomloze grasvlakten voeden een zo

grote verscheidenheid aan hoefdieren als men nergens anders op de wereld aantreft. Het Oost-Afrikaanse gebied

bezit een rijkdom aan economisch belangrijke bomen, onder andere ebbehoutsoorten, kamfer, teak en bamboe.

6. Neotropische zone

Een uitgestrekt gebied, voornamelijk Zuid- en Midden-Amerika, met veel klimaten, hoge bergen en echte

woestijnen. Op sommige plaatsen met het hoogste gemiddelde aan neerslag ter wereld, ontstaan door deze

regens oerwouden van een ongelooflijke dichtheid. Ten noorden en ten zuiden worden deze gebieden begrensd

door boomloos grasland. De voor dit gebied typerende vegetatie omvat balsahout, tabaksplanten, cacao- en

rubberbomen. De meeste cactussen en orchideeën op aarde groeien in in het Neotropische gebied, zoals ook de

aardappel en de tomaat deden voor ze naar Europa en Noord-Amerika werden overgebracht.

Vegetatie en flora

Binnen het botanische vlak vormen plantengeografie (fytogeografie) samen met de ecologie van de plant het

meer omvangrijke onderdeel: de geobotanie of botanische biogeografie. De ecologie van de plant houdt zich

voornamelijk bezig met de relatie tussen de planten onderling en tot de condities van hun habitat (gebied waar ze

voorkomen). De

Page 5: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Wereldkaart met de klimaatzones

ecologie van de flora is dus de studie van het leefmilieu van de plant en de invloeden van buitenaf die daarbij een

rol hebben gespeeld. Het verschil tussen plantengeografie en ecologie kan men het best vergelijken met het

onderscheid tussen vegetatie en flora, die ook vaak met elkaar verward worden. De studie van de vegetatie

houdt zich bezig met de structuur en met eigenaardigheden in het aanpassingsvermogen van speciale

plantengroepen, die in nauw verband staan met het klimaat. Daardoor worden in veel gedeelten van de wereld

dezelfde planten aangetroffen. Zo zijn er in Europa zowel als in Noord-Amerika enorme wouden met loofbomen

en is er grasland in alle delen van de wereld. Het woord flora heeft een andere betekenis. Om de loofwouden als

voorbeeld te nemen: we zien dat overal waar deze bossen worden aangetroffen de kenmerken van de vegetatie

met elkaar overeenkomen. Maar de boom- en plantensoorten die in feite samen deze wouden vormen, zijn niet

dezelfde. De verzameling van soorten die in een gebied groeien noemen we de flora van dat gebied.

De ecozones in de dierenwereld

Page 6: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Brughagedis

Meer afbeeldingen -

Brughagedissen of tuatara's zijn reptielen die behoren tot de familie Sphenodontidae en het geslacht Sphenodon. Wikipedia

In de 19e eeuw legde de Britse natuurkundige Philip Sclater de grondslagen voor de hedendaagse

studie van de geografische verspreiding van de dieren. Kort daarop werden door één van de grootste natuurkundigen, Alfred Russel Wallace, aan Sclaters studie nog gegevens en verbeteringen toegevoegd. De classificatie die deze beide geleerden samenstelden van de fauna op onze planeet wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt.

Problemen de fauna in ecozones te verdelen

Page 7: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Wallace

De belangstelling van Philip Sclater (1829-1913) ging vooral uit naar vogels. Hij bestudeerde telkens een ander

stukje van de wereld en catalogiseerde de soorten, families en geslachten van vogels die in elk van deze

gebieden woonden. Hij was op zoek naar overeenkomsten en onderlinge verschillen en probeerde te ontdekken

of er bij de fauna sprake was van een onderverdeling in gebieden.

Alfred Russel Wallace was een ontdekkingsreiziger die in allerlei delen van de tropen soorten had verzameld.

De meeste autoriteiten op dit gebied zijn het erover eens dat er vijf hoofdfauna's zijn, elk met een eigen zeer

nauwkeurig omschreven collectie van families en soorten. Het is duidelijk dat de aarde onmogelijk in vijf

afzonderlijke zoölogische gebieden kan worden verdeeld. De geschiedenis van de evolutie van het aardoppervlak

is lang. Niet veel korter is de ontwikkeling van de levende wezens op de aardkorst, een evolutie die leidde tot de

huidige verspreiding van de dieren, tot de stand van zaken op dit moment. Deze materie kent zoveel variaties, dat

de fauna op aarde niet precies in ecozones kan worden onderverdeeld. Elk systeem dat tot nu toe werd

geprobeerd bleek onuitvoerbaar. Vooral de verspreiding van insecten en schaaldieren stuitte op problemen de

aarde in afzonderlijke zoölogische gebieden af te bakenen.

De zoögeografische zones van SclaterOndanks de bedenkingen van diverse geleerden baseerde Wallace (1823-1913) zijn indeling op de aan- of

afwezigheid van zoogdieren. Op het moment dat hij zich in dit probleem verdiepte, bestonden er al enkele

voorstellen die het overwegen waard waren. Het schema van Sclater vond de meeste aanhangers. Hij had de

volgende indeling gemaakt:

Page 8: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

1. Het Palearctisch gebied: Europa, Afrika (ten noorden van het Atlasgebergte), Rusland, Siberië, Noord-

China.

2. Het Ethiopisch gebied: Afrika (ten zuiden van het Atlasgebergte) en het zuiden Arabië.

3. Het Indisch gebied: India (ten zuiden van de Himalaya), Zuid-China, Borneo en Indonesië.

4. Het Australische gebied: Australië, Nieuw-Guinea, de eilanden in de Stille Oceaan.

5. Het Nearctisch gebied: Groenland, Amerika ten noorden van Noord-Mexico.

6. Het Neotropisch gebied: zuidelijk Mexico, Centraal- en Zuid-Amerika, de Caraïben.

De huidige ecozones in het dierenrijkDit voorstel, dat door Philip Sclater rond 1860 werd gedaan, was dus gebaseerd op de verspreiding van

Sclater vogelgeslachten. Het bleek echter dat de criteria die Wallace had gehanteerd over de verspreiding van

zoogdieren in grote trekken ook kunnen worden toegepast op vogels. Weer een andere geleerde ging bij zijn

verdeling uit van de reptielen en kwam tot resultaten die zeer weinig afweken van die waartoe Sclater (zie

afbeelding links) kwam. In de jaren die volgden stond de zoölogie of dierkunde in het middelpunt van de

belangstelling. Dit leidde onder andere tot een groot aantal voorstellen tot herziening van Sclaters schema.

Wallace presteerde het om elk voorstel te bestuderen waarbij hij zorgvuldig bewijsmateriaal en logica daarachter

tegen elkaar afwoog. Na een grondige studie kwam hij tot de conclusie dat hij noch iemand anders Sclaters

zoögeografische zones van het aardoppervlak werkelijk zou kunnen verbeteren. Op een naamsverandering na -

de naam Indisch gebied werd veranderd in Oriëntaals gebied- bleef de zoögeografische kaart van de wereld

zoals Sclater die eerst had getekend. Daarnaast zijn tegenwoordig steeds meer zoölogen ertoe overgegaan het

Nearctisch en Palearctisch gebied (door Sclater in tweeën gedeeld) in één categorie samen te vatten onder de

naam Holarctisch gebied. Als gevolg daarvan spreken we van de vijf ecozones in de wereldfauna in plaats van de

zes die Sclater in zijn werk vastlegde.

De dieren van de vijf fauna'sSommige dieren leven overal op de wereld. Zij komen in meer dan één ecozone voor. Andere blijven binnen de

grenzen van één van de vijf. De vogelbekdieren bijvoorbeeld, een eierleggende onderklasse der zoogdieren,

Page 9: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

worden alleen in de Australische fauna aangetroffen. De Ethiopische of Afrikaanse fauna omvat bijvoorbeeld

geen leden van de hertenfamilie.

De Holarctische faunaDeze zone bevat een aantal diergroepen die nergens anders worden gevonden. De rivieren, meren en zeeën

wemelen van de steur, de zalm en de baars. De Nearctische of Noord-Amerikaanse subfauna herbergt meer

unieke dieren dan het Palearctische deel, onze 'Oude Wereld'. Onder de vissen vinden we de moddersnoek

uitsluitend in Noord-Amerika. Twee hagedissenfamilies huizen alleen in de Nearctisiche fauna, evenals een

sierlijke Noord-Amerikaanse antilope, de gaffelantilope.

De Neotropische faunaDit gebied bevat diverse unieke families van zoetwatervissen, waaronder de karperzalmen, een familie van kleine

in

Capibara's

zoetwater levende vliegende vissen en sidderalen. Wat betreft de zoogdieren: in Centraal- en Zuid-Amerika leven

vijf vleermuisfamilies (o.a. de vampier) en een merkwaardige buideldierfamilie. Zuid-Amerika bezit een schat van

uitzonderlijke dieren. Geen werelddeel herbergt zoveel bijzondere vogels. In het noordelijk deel van dit continent

bevindt zich waarschijnlijk een grotere verscheidenheid aan vogels dan waar ook ter wereld. De apen van het

Neotropisch gebied horen tot heel andere families dan de apen van de Oude Wereld. Sommige van hen hebben

een grijpstaart. Alleen in dit gebied worden ook miereneters, luiaards en veel exclusieve knaagdierfamilies

gesignaleerd, waaronder Guinese biggetjes, capibara's en chinchilla's. Capibara's zijn de grootste nog levende

Page 10: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

knaagdieren. Ze kunnen 1,20 m lang worden. Soms worden ze bijna 0,50 m hoog en wegen ze meer dan 50 kg.

De Ethiopische faunaDit is een toevluchtsoord voor unieke dieren. Nergens anders vindt men zoogdieren als de tenrec, de

otterspitsmuis, de gouden mol en de olifantspitsmuis. Sommige merkwaardige makifamilies worden alleen op

Madagaskar gevonden. Grotere zoogdieren die uitsluitend in Afrika leven zijn aardvarkens, nijlpaarden en

giraffen.

De Oriëntaalse faunaHet kleinste gebied van alle vijf ecozones van de fauna. Het bezit echter een overvloed aan unieke dierenfamilies.

Zoogdieren als de vliegende maki (halfapen), toepaja's (boomspitsmuizen) en de stekelslaapmuis vinden we

alleen in deze fauna.

De Australische fauna

Kiwi In dit gebied leven veel primitieve zoogdieren, zoals het vogelbekdier en buideldieren: kangoeroe, buidelrat,

wombat en de buidelmarter. Zowel het vogelbekdier als de mierenegel zijn wel heel vreemde zoogdieren. Ze

hebben haar en melkklieren als bij zoogdieren. Toch leggen ze eieren die worden uitgebroed. Dit bezorgt hen een

unieke plaats onder de zoogdieren. Beide dieren hebben een vogelsnuit, maar volgens de geleerden staan ze

dichter bij de reptielen dan bij de vogels. Behalve vleermuizen en een enkele rattensoort bezit Nieuw-Zeeland

geen inheemse soorten. Er wordt één vleermuisfamilie aangetroffen. De Nieuwzeelanders bezitten ook één van

de primitiefste nog in leven zijnde reptielen, de brughagedis, die tot een orde behoort die tegenwoordig nergens

meer op aarde wordt gezien. De naam slaat op de slaapbogen die als een brug over de schedel lopen en alleen

bij deze soort reptielen voorkomen

De nu uitgestorven moa's (grote struisvogelachtige vogels) en de nog in leven zijnde kiwi's beide loopvogels, zijn

nooit buiten deze fauna aangetroffen.

De ecozones van de wereldzeeën

Page 11: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Afbeeldingen van chelonia midas

De oceanen kunnen worden onderverdeeld in afzonderlijke fauna's. Maar de grenzen van deze zeegebieden zijn erg rekbaar. In de zee zijn er minder barrières die de dieren verhinderen zich te verplaatsen. Niettemin bestaan er onder de zeespiegel onzichtbare grenzen: dieptegraden en gebieden met temperatuursverschillen. Het is niet moeilijk te begrijpen dat de temperatuur van het water de verspreiding van het dier kan veroorzaken, maar welke invloed heeft nu die diepte?

Vaststelling van de vier zeefauna'sAls je in een duikerklok tot diep onder de zeespiegel zou moeten afdalen, zou je op weg naar de bodem twee

belangrijke veranderingen waarnemen: het wordt steeds donkerder en de waterdruk wordt groter. Terwijl die druk

geleidelijk toeneemt hoe dichter je de oceaanbodem nadert, bevind je je enkele honderden meters onder het

wateroppervlak al in de diepste duisternis. Dieren die leven onder de verpletterende druk van tonnen water per

vierkante centimeter en die in een totale duisternis zijn gehuld moeten bepaalde eigenschappen met elkaar

gemeen hebben: het vermogen om die verpletterende druk te weerstaan en de kunst om in het donker de weg te

vinden. Dit soort dieren is ook niet gebonden aan een zeegebied die oceanografen hebben vastgelegd als zijnde

zones waar specifieke zeedieren zich ophouden. Hun jachtgronden beginnen op ongeveer 200 meter onder de

zeespiegel en liggen verspreid onder alle oceanen ter wereld. De oceanografen gebruiken het woord isotherm,

een denkbeeldige lijn die punten waar de temperatuur dezelfde is, met elkaar verbindt. Door de oceanen vlak

onder de zeespiegel aan de hand van deze isothermen onder te verdelen, ontstonden er vier zeefauna's: de

tropische, de subtropische, de gematigde en de subarctische zone.

Page 12: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Zeewatertemperatuur aan het oppervlak

De ecozones van de oceanenTropische dieren leven binnen twee 20-graden-isothermen die ten zuiden en ten noorden van de evenaar lopen.

Subtropische vissen vindt men in water dat ligt tussen de 20-graden- en de 16-graden-isotherm. De vissen van

het gematigde klimaat leven tussen de 16-graden-isotherm en de subarctische of pooldieren leven ten noorden

en ten zuiden van de 12-graden-grens. Deze gebieden hebben geen streng afgebakende grenzen. Ten eerste

lopen warme en koude oceaanstromingen er kris-kras doorheen. Bovendien veranderen van seizoen tot seizoen

de grenzen enigszins. Daar komt bij dat de zeewatertemperatuur beneden de 200 meter overal ongeveer gelijk

is, waar we ons ook bevinden. Daaronder is er geen sprake meer van isothermen.

Dieren in de tropische wateren

Als je als een moderne kapitein Nemo de diepten van de oceanen ging verkennen, welke dieren zou je dan

tegenkomen in ieder van deze ecozones van de wereldzeeën? Door sommige eilanden die boven het

wateroppervlak uitsteken eens wat nader te bekijken, vinden we al een antwoord op deze vraag. Koraaldiertjes -

dieren die koraalriffen bouwen- leven in de tropische wateren. Daardoor slingeren zich 's werelds schitterende

koraaleilandjes (atollen) als een snoer parels langs de zoom van de Stille en de Indische Oceaan. Behalve in de

Caribische Zee is het water van de Atlantische Oceaan voor de koraaldieren te koud om erin te kunnen leven.

De dieren die leven in de tropische wateren ten oosten en ten westen van de Panamese landengte hebben

merkwaardig veel verwantschap met elkaar. Daardoor veronderstelt men dat Noord- en Zuid-Amerika miljoenen jaren geleden van elkaar gescheiden waren door een smalle strook zee. In het warme water voor

de kust van tropisch West-Afrika komen diverse typen zeesterren en zee-egels voor die nergens anders in de

wereld worden aangetroffen. De tropische wateren bieden ook een tehuis aan vele soorten weekdieren,

Page 13: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

waaronder de reuzenmossel, zeeslangen, de hamerhaai, vier zeeschildpadsoorten en nog veel meer. Natuurlijk

kunnen we de vele kleurige vissen niet over het hoofd zien: de vlindervissen, koraalvlinders etc. Typerend voor

het subtropische gebied zijn de zee-egels, zeesterren, sardines en ansjovis.

Zeeleven afhankelijk van watertemperatuur en voedsel

Varen we naar koudere wateren, dan vinden we daar de zee vol kabeljauw, schelvis, haring en botervis (lang,

slank

Bultrug

aalachtig visje). Deze zelfde vissen vinden we echter niet altijd terug in het koude water van de Stille en

Atlantische Oceaan. De kabeljauw bijvoorbeeld is een bewoner van het noorden van de Atlantische Oceaan. Je

zult hem niet aantreffen in de Stille Oceaan, evenmin als platvissen, zoals de tarbot. De vestiging en het

voortbestaan van bepaalde vissoorten in zekere geografische gebieden of ecozones in de wereldzeeën is in

hoge mate afhankelijk van de temperatuur van het zeewater, de beschikbaarheid van het nodige voedsel en zelfs

voorzieningen als de juiste zeebodem, dat de visseneieren beschermt tegen rovers. Sommige in open zee

levende wezens zijn niet gebonden aan geografische grenzen. Bultrugwalvissen bijvoorbeeld leven het grootste

deel van het jaar in de Poolzee, maar trekken voor de voortplanting naar de tropen. Zoals alle zoogdieren (met

inbegrip van de mens) hebben zij een constante lichaamstemperatuur.

Page 14: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

De natuurlijke verspreiding van planten en dieren

Planten en dieren vermeerderen zich en vestigen zich in een nieuw gebied op twee manieren: actief en passief. We spreken van een actieve verspreiding als de beweging plaatsvindt door het organisme zelf. De passieve verspreiding is afhankelijk van externe krachten, zoals wind, water en dergelijke. Bij planten is zelden sprake van een actieve verspreiding. In het dierenrijk speelt het een grotere rol, vooral bij de jongen. Ook de evolutie van planten en dieren hebben voor verspreiding gezorgd.

Verspreiding van planten en dieren

Planten verspreiden zich bijna altijd langs passieve weg: hun zaden worden meegenomen door de wind, door het

water, door

kruidje-roer-me-niet

vogels en andere dieren. Bij enkele planten, bijvoorbeeld het kruidje-roer-me-niet en de springkomkommer,

barsten de zaadvruchten bij de minste aanraking open en spuiten de zaden ver weg. Bij de dieren is de actieve

verspreiding veel sterker aanwezig. De meeste hogere dieren hebben de neiging elk jaar terug te komen naar

hetzelfde hol of nest. Jonge dieren komen in hun eerste broedperiode bijna altijd terug naar de plek waar ze

Page 15: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

geboren zijn. Een diersoort bezet een nieuw gebied alleen als enkele leden van zijn stam zijn afgedwaald tot over

de grens van hun gebied. Geleerden zijn er vrij zeker van dat de pioniers meer moeten worden gezocht onder de

jonge dieren. Als deze naar hun geboorteplaats terugkeren, vinden ze die vaak nog steeds bezet door hun

ouders, die gewoonlijk agressiever zijn dan zij, en hun kroost wegjagen. Dan gaan de jonge dieren op zoek naar

een plekje in de buurt. Als de grenzen van hun gebied al overal bezet zijn door soortgenoten, kan het gebeuren

dat dit nieuwe plekje zich honderden of zelfs duizenden kilometers verderop bevindt.

De heersende winden spelen de grootste rol in de passieve verspreiding van plant en dier. Een luchtmonster dat

ter hoogte van de aardbodem wordt genomen bevat een omvangrijke lading aan levende organismen, meestal

microscopisch klein. Alleen in de koude lucht van het poolgebied of in de lucht boven sommige ijskoude zeeën

zou je moeite hebben een stipje leven aan te wijzen.

De natuurlijke verspreiding van planten

Laten we een paar transportmiddelen eens nader bekijken om te zien hoe sommige planten en dieren naar een

nieuw gebied worden vervoerd. De drie voornaamste vervrachters zijn: wind, water en dieren. Het zaad van de

esdoorn heeft 'vleugeltjes' waardoor het blijft zweven, opdat de wind het op weg kan helpen (zie afbeelding

inleiding). De bekendste methode hanteert de paardebloem, waarvan elk zaadje zijn eigen kleine parachuutje van

haartjes bezit en soms kilometers weggeblazen wordt. De treksprinkhaan en de zweefvlieg kunnen door de

stormwind kilometers ver worden meegevoerd. Dan zijn er nog zaadjes met heel kleine haakjes die zich

vasthechten aan dieren die door het landschap zwerven. Andere zaden vallen in beekjes en rivieren, waar ze

door de stroom worden meegevoerd. Aan de hand van deze voorbeelden zal het niet moeilijk zijn te begrijpen

hoe planten en dieren zich, zonder hulp van de mens, over de aardoppervlakte hebben verspreid.

De wind verstrooit allerlei levende wezens; van virussen, die beschouwd worden als de kleinste levende

organismen, en bacteriën, tot de sporen van eencellige dieren en van varens en zaden. Elke hooikoortspatiënt

weet dat de lucht boven velden en bossen wemelt van het stuifmeel. Misschien zal maar één van elke paar

miljoen stuifmeelkorrels terechtkomen op een vrouwelijke cel van dezelfde soort en deze bevruchten. Dat lijkt

misschien een verspilling, maar het voortbestaan van een groot aantal planten op onze aarde danken we aan de

bestuiving door de wind.

De natuurlijke verspreiding van dieren

Het is bekend dat insecten en spinnen zich soms wel 250 km of meer door de wind laten meevoeren. En ook

grotere dieren 'liften' over lange afstanden mee met de stormwinden. Onder deze dierlijke 'lifters' treffen we o.a.

de aardwormen aan,

Page 16: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Sprinkhanenzwermenamfibieën, reptielen, kleine knaagdieren en zelfs vissen. Krachtige, bestendige stormen blazen soms zelfs vogels

naar een nieuw gebied. In 1937 koloniseerde de kramsvogel, die afkomstig is van zuidelijk Noorwegen en die

door een flinke storm over de noordelijke Atlantische Oceaan werd geblazen, voor het eerst het westen van

Groenland. De kluut heeft bijvoorbeeld een zeer uitgestrekt woongebied. Hij broedt zowel in Europa, Azië, als in

delen van Afrika, Noord-Amerika en Australië. Sprinkhanenzwermen bestaan soms uit meer dan een miljard

insecten en beslaan dan ongeveer 12 km². Ze verorberen per dag 3000 ton voedsel. Door de wind worden ze

naar nieuwe voedselgebieden geblazen.

Sinds miljoenen jaren hebben planten en dieren op aarde zich ontwikkeld. Zolang deze evolutie duurt zijn ze ook

al van de ene plaats naar de andere getrokken. Maar elke soort moet van een bepaald geografisch centrum

stammen. De meeste van deze centra bevinden zich in het land dat in het hart ligt van één van de gebieden die

nu worden bewoond door een fauna of een flora, ook al heeft deze in de loop van de tijd, door verspreiding en

kolonisatie, de grenzen van dit gebied overschreden.

De kunstmatige verspreiding van planten en dieren

Page 17: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

parkieten De invloed van de mens op zijn omgeving was in de prehistorie minimaal en daardoor ook zijn invloed op de verspreiding van de flora en fauna op aarde. Mede door de voortschrijdende techniek in vervoersmogelijkheden en communicatie heeft hij bewust en onbewust bijgedragen aan de verplaatsing van planten en dieren van de ene flora en fauna naar de andere. Deze organismen worden exoten genoemd. Voorbeelden hiervan zijn het konijn in Australië en de muskusrat in België en Nederland.

De invloed van de mens op flora en faunaToen de mens op aarde begon te leven schaarde hij zich in de strijd om zijn territorium en om het bestaan aan de

zijde van andere dieren.

Op zoek naar voedsel bestreek hij een groot en uitgestrekt gebied. In het begin was zijn invloed op zijn ecologie -

de relatie met zijn omgeving- niet groter dan die van andere dieren. Het effect dat hij had op de verspreiding van

dieren en planten over onze planeet was waarschijnlijk erg klein. Maar naar mate de tijd vorderde ontwikkelde de

mens zich tot een intelligent, redelijk schepsel. Hij ontwierp gereedschap en wapens, bouwde omvangrijke steden

en legde kilometers lange wegen aan. Hij maakte vaar- en voertuigen en werd zo een wereldreiziger. Dit alles

had de mens voor op het dier; het stelde hem in staat met succes de uitdagingen van zijn omgeving het hoofd te

bieden. Ongeveer 2000 jaar geleden begon de mens zich te mengen in de fauna'a en flora's. In de afgelopen 200

jaar heeft hij, mede door het voortschrijden van de mogelijkhden tot reizen en communicatie, opzettelijk en bij

toeval planten en dieren van het ene gebied naar het andere overgebracht, in een mate die door biologen nog

maar sinds enkele decennia wordt onderkend.

Verspreiding van exoten door de mens

De ecologen schatten dat ongeveer 10% van de dieren en planten die nu in het wild leven door de mens naar hun

huidige woonoorden werden getransporteerd. Van de rond 700 soorten vogels die nestelen in Noord-Amerika zijn

er slechts 14 (±2%) door de mens daar geïntroduceerd. Sommige hiervan, zoals de huismus en de spreeuw,

Page 18: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

bleken als standvogel een groot succes. Maar de meeste nieuwkomers of exoten moesten het in veel gevallen

opnemen tegen inheemse soorten. Daardoor hielden betrekkelijk weinig van deze vogels het uit in de Nieuwe

Wereld.

Maar op eilanden en ander geïsoleerde gebieden ligt de zaak dikwijls anders. Op zulke plaatsen is de ecologie

heel precies uitgebalanceerd. Op de Britse eilanden leven ruim 300 soorten zoetwatervissen, amfibieën,

reptielen, zoogdieren en nestelende vogels. 12% werd door de mens meegebracht. Er zijn in Groot-Brittannië

zo'n 2100 soorten varens en bloeiende planten. Hiervan bracht de mens ongeveer 20% mee uit andere delen van

de wereld. Veel planten 'ontsnapten' uit tuinen en werden wilde exemplaren. Het oosten van de Verenigde Staten

werd ook een vruchtbaar gebied voor menige buitenlandse plant.

Dikwijls brengt een pas aangekomen dier of plant de ecologie in de war. Dan wordt het een ongewenste plaag of onkruid. Maar dit lot ondergaan lang niet alle exoten. Sommige soorten vormen een waardevolle

aanwinst voor de flora en fauna waarin ze zijn binnengedrongen. Zo hebben Amerikaanse geleerden bijvoorbeeld

Europese wespen geïmporteerd om kevers te verdelgen die de iepenziekte verspreidden. Inheemse wespen

voedden zich niet met kevers uit de schors van iepen en olmen. Vanuit zijn geboorteland Australië werd de

parkiet door de mens over de wereld verspreid

Door verschillende soorten met elkaar te kruisen heeft men verschillende kleuren verkregen. Parkieten die aan

hun gevangenschap ontsnappen krijgen echter dikwijls hun natuurlijke groene kleur terug.

Exoten die een plaag veroorzaken

Er zijn ook diereninvasies geweest die rampen veroorzaakten. In 1859 brachten kolonisten konijnen Australië

binnen. Deze dieren kwamen hier niet voor. Ze vonden er geen natuurlijke vijanden, vermenigvuldigden zich bijna

onbeperkt en vraten alles op wat ze tegenkwamen. Rond 1950 waren ze aangegroeid tot enkele honderden

miljoenen en was er sprake van een konijnenplaag. Nadat de Australische overheid op kunstmatige wijze

myxamatose (konijnenziekte) introduceerde werd het aantal konijnen tot een kwart teruggebracht. De muskusrat komt van nature voor in Noord-Amerika en is door de mens in het begin van de 20e eeuw geïntroduceerd in delen

van Europa, als jachtdier en voor op pelsdierboerderijen. Veel invasies van planten en dieren waren louter toeval,

met inbegrip van enkele van 's werelds ergste plagen: de zwarte en bruine rat, de huismus, talloze soorten

ziekteverwekkende schimmels en honderden schadelijke insekten, zoals de coloradokever. In het begin van de

20e eeuw werd de Amerikaanse kastanje geïnfecteerd met een schimmel, de Aziatische kastanjepest. Deze

kastanje is nu in Amerika bijna uitgestorven.

Page 19: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

De Dingo Fence is een ruim 5000 km lang hekwerk dat is gebouwd om schapen in het zuidelijke deel van Australië te beschermen

tegen dingo's

Aan het hekwerk werd begonnen in 1880. Door het hek nam de populatie van dingo's ten zuiden van het hek af

en werden er minder schapen gedood, maar tegelijkertijd namen kangoeroes en konijnen sterk in aantal toe,

wegens het wegvallen van hun natuurlijke vijand. De dingo is een verwilderde hond die waarschijnlijk 5000 jaar

geleden door mensen als huisdier is meegenomen. Ze zijn echter weer verwilderd en hebben zo als exoot een

leefwijze ontwikkeld die sterk lijkt op die van wolven.

Verspreiding van bacteriën en virussen

Het gebeurt wel eens dat de mens per ongeluk de doodsvijand van andere mensen van de ene plaats naar de

andere vervoert. Bovendien zijn deze vijanden onzichtbaar. We bedoelen hier kiemen: bacteriën, virussen en

dergelijke. Hoe kan een lastig verkoudheidsvirus uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten op een eiland in de Stille

Oceaan een dodelijk gevaar worden? Eenvoudigweg omdat wij gewend zijn aan onze virussen. Ons lichaam

heeft een verdediging opgebouwd tegen dergelijke ziektekiemen. Doordat we dikwijls met ze in contact kwamen

Page 20: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

hebben we een soort groepsimmuniteit tegen deze ziekten ontwikkeld. Volkeren die geïsoleerd leven beschikken

niet over dit wapen.

De verspreiding van vogels en zoogdieren

opossumDe zoögeografie is een onderdeel van de biogeografie en bestudeert de verspreiding van dieren en stelt vast welke dieren kenmerkend zijn voor de gebieden op aarde en gaat na hoe de tegenwoordige verspreiding is ontstaan. In de 19e eeuw kwam men tot de ontdekking dat gebieden die qua klimaat en vegetatie bijna identiek waren, totaal van elkaar verschillende dieren herbergden. Men kwam tot de conclusie dat na afscheiding van de werelddelen de soorten hun eigen weg gingen in hun ontwikkeling.

Oorspronkelijke theorie verspreiding van dieren

Jarenlang hebben geleerden aangenomen dat de verspreiding van de vogels en de zoogdieren over het

aardoppervlak

Page 21: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Lynx grotendeels het gevolg was van verschillen in klimaat en vegetatie. Het poolgebied heeft zijn ijsberen en witte

vossen, rendieren, hermelijnen en walrussen, sneeuwhoenders, sneeuwuilen en valken. Het gebied met een

gematigde temperatuur heeft zijn vossen en wolven, zijn konijnen, schapen, bevers en vogels die typerend zijn

voor dit gebied: mussen, zangvogels en vinken. In tropische gebieden leven apen, olifanten, pauwen en

papegaaien samen met duizend-en-één andere dieren en kleurig gevederde vogels, die in koudere streken niet

worden aangetroffen. Kamelen, gazellen en struisvogels leven in de woestijnstreken van Afrika. De bizon,

gaffelantilope en de prairiehonden zijn dieren van de grasvlakte, terwijl hert en lynx in de bossen leven. Dit alles

in aanmerking genomen lijkt het begrijpelijk genoeg dat werd verondersteld dat klimaat en vegetatie de verklaring

vormen voor het feit dat werelddelen en aardstreken bevolkt worden door zoogdieren en vogels die er passen,

terwijl andere diersoorten elders in overvloed aanwezig zijn.

Verschillen in identieke klimaatzones

Toen aan het eind van de 19e eeuw de geleerden belangstelling kregen voor de zoögeografie (de verspreiding

van dieren op aarde) werd het al gauw duidelijk dat deze klimaat-vegetatietheorie niet opging.

Page 22: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

Toekan

De Amazone in Zuid-Amerika en Kongo in Afrika stromen door dichte tropische wouden; toch leven er heel

verschillende dieren. Toen er goede omschrijvingen van de dierenrijken beschikbaar waren, ontdekte men al

gauw dat gebieden die, wat klimaat en fysieke kenmerken betreft bijna identiek waren, totaal van elkaar

verschillende dieren bevatten. In het Afrikaanse oerwoud vinden we olifanten, mensapen, gorilla's, luipaarden,

cobra's, wevervogels en parelhoenders. In de wouden van het Amazonegebied leven bijvoorbeeld apen met

grijpstaarten, maar geen mensapen; er zijn tapirs, jaguars en toekans Klimaat noch vegetatie verklaren het

verschil. Een andere manier om het probleem te benaderen is te inventariseren welke dieren op bepaalde

plaatsen worden aangetroffen, maar die merkwaardigerwijs ontbreken in gebieden die voor hen geschikt zouden

zijn wanneer het klimaat de belangrijkste factor was. De enige verklaring voor de opmerkelijke verschillen binnen

de verspreiding van de dieren is de veronderstelling dat er in het verleden wegen bestonden die het de dieren

mogelijk maakte van de ene landmassa naar de andere te trekken. Toen geologische veranderingen de

werelddelen van elkaar afscheidden of barrières opwierpen, gingen de afgescheiden soorten hun eigen weg in de

evolutie.

De geografie bepalend voor het dierenleven

In dit licht beschouwd is het gemakkelijk te begrijpen dat de zoögeografie een belangrijke steun kan zijn voor de

geologie (processen die de aarde gevormd hebben). Een studie naar de verspreiding van de dieren kan voor de

geoloog een hulp betekenen wanneer hij probeert vast te stellen welke de oudste eigenschappen zijn van het

aardoppervlak en welke de meest recente. Voor we echter de klimaat-vegetatietheorie helemaal overboord

gooien, moeten we rekening houden met het feit dat dieren zich ontwikkelen om te passen in de omgeving waarin

Page 23: Web viewklimaat. Deze gelijksoortige omgeving of . ecozone. heeft de ontwikkeling en instandhouding bevorderd van levensvormen die veel overeenkomst vertonen

ze leven en dat deze aanpassing weer iets te maken heeft met hun verspreiding.

De meeste apensoorten zijn zo voortreffelijk uitgerust voor het leven in het oerwoud, dat ze zich op hun

zwerftochten nooit ver buiten de woudgrens zullen wagen. Datzelfde kan worden gezegd van de opossum (zie

afbeelding inleiding), de wilde katten en eekhoorns. Kamelen en giraffen zouden zich in het oerwoud helemaal

niet prettig voelen. Vogels die erop gebouwd zijn in ondiep water te waden en daar vissen aan hun lange snavels

te rijgen zouden in een woestijnlandschap niet veel overlevingskansen hebben. De neushoornvogels, zo

voortreffelijk uitgerust met een zware snavel voor het eten van vruchten, zouden niet kunnen leven in prairies of

het koude poolgebied.

Om dus het antwoord te vinden op de vraag waarom een diersoort in een bepaald gebied voorkomt, moeten we

afgaan op een serie gecompliceerde langzame wisselwerkingen tussen levende organismen en hun omgeving -

zó langzaam dat een paar duizend of zelfs een miljoen jaar nauwelijks voldoende zijn om een merkbare

verandering teweeg te brengen.