J.M.G. Leune LILLO EN LIEFKENSHOEK Repertorium van ......5-1766; bevorderd tot kolonel-commandant op...

534
1 J.M.G. Leune LILLO EN LIEFKENSHOEK Repertorium van personen in en nabij deze Scheldeforten 1585-1786 namen G-K Capelle a.d. IJssel, webversie october 2013

Transcript of J.M.G. Leune LILLO EN LIEFKENSHOEK Repertorium van ......5-1766; bevorderd tot kolonel-commandant op...

  • 1

    J.M.G. Leune

    LILLO EN LIEFKENSHOEK

    Repertorium van personen

    in en nabij deze Scheldeforten

    1585-1786

    namen G-K

    Capelle a.d. IJssel, webversie october 2013

  • 2

    Gaasacker Douarière Gaasacker, bezat rond 1715 5192 roeden grond in de polder het Peerdeschor bij

    Doel. 1

    1 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren, 1977, p. 452.

    Gabion Pieter Gabion, doopgetuige fort Lillo 18-5-1766 en 6-12-1767; zie De Groot ad 11 a en b;

    monsterde op 21-8-1740 aan als jongen (afkomstig van Vlissingen) op het fregat De

    Vrijheijt van de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) met als bestemming

    Spaans West-Indië; 1 vertrok met het fregat De Philadelphia van de MCC op 15-11-1765

    naar Guinee en is verm. kort na aanmonstering, op weg naar of in Guinee overleden; 2 tr.

    Rachel Beleijn (Belin, Bleijn), doopgetuige fort Lillo 6-12-1767; begr. Vlissingen 12-4-

    1797. 3

    1 ZA, arch. MCC, inv. 1274.

    2 Idem, inv. 945.

    3 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 555.

    Gabriëls(e)(n) 1. Maerten Gabriëlse, geb. Doel, ged. Liefkenshoek 30-11-1625 (getuigen: Claes

    Hendricks, Hendrik Mertyns, Fransyne Verstraaten en Catalyne Hermans); zoon van

    Gabriel Martens (Mertens) en Geertge Cornelisdr.; woonde in Doel (zie Martens);

    vermeld in schepenacte ald. 25-11-1652; 1 verkocht 29-12-1673 (samen met Jacob

    Verstraten de jonge) land in Vlaardingenambacht; 2 pachter van een boerderij te Doel,

    die eigendom was van Joos Smout, zilversmid te Antwerpen; 3 was op 8-6-1672 mede-

    erfgenaam van Willemijnken Roosen (dochter van Jan Roosen en Dingene Maas),

    samen met Cornelis Gabriels en de wezen van zijn zuster Petronella Gabriels; 4

    verkocht op 16-3-1672 land te Doel aan Joos van den Eynde; 5 overl. vóór 4-9-1679;

    6

    tr. Elizabeth Passchierse Kille, geb. Doel, ged. Liefkenshoek 2-4-1623, dochter van

    Passchier Laureysse Kille en Maeyken Keysers (zie aldaar), overl. vóór 14-7-1687; 7

    uit dit huwelijk:

    a. Gabriel Maertens, geb. Doel, ged. Liefkenshoek 28-8-1650; getuigen: Boudewyn Cornelis, Joos van den Ende, Catalina Maes en Tanneken de Witte.

    b. Geertruyt Maertens, ged. Liefkenshoek 29-10-1651; getuigen: Jan Roos, Jan Callewaert, Dingentie Maes en Pieternella Gabriels; tr. Adriaan Jacobse Verstraten

    (zie Verstraten ad A 4).

    c. Maria Maertens, ged. Liefkenshoek 19-10-1653; getuigen: Lauwereys van den Eynde, Lauwerys Kille, Maria Gabriels en Janneken Eyens.

    d. Cornelia Maertens, ged. Liefkenshoek 19-12-1655; getuigen: Boudewyn Cornelissen, Pietronella Leenders en Cornelia Kille.

    e. Elisabet Maertens, ged. Liefkenshoek 17-2-1658; getuigen: David Jacobsen Brockx en Leentie Gorissen.

  • 3

    f. Gabriel Maertens (van den Doel), geb. Doel, ged. Liefkenshoek 23-8-1660 (getuigen: Engel Maartens en Catalina Geemse [Foppen]); betaalde in februari

    1689 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:10:6 wegens buitentijds

    ondertrouwen; 8 werd landbouwer te Schakerloo (eiland Tholen) op de hofstede

    “Gortzak”; 9 doopgetuige Liefkenshoek 30-6-1697; overl. Tholen 1701/1702; tr.

    Maria Arisse Verstrate, geb. Doel, dochter van Adriaen Verstraeten en Geertruyt

    Martens (uit dit huwelijk zeven kinderen, geb. tussen 1690 en 1701); zij hertr. 30-

    7-1702 Marijnis Quackelaer. 10

    g. Pieternelle Gabriels, ged. Liefkenshoek 8-10-1673 (getuigen: Jan Watervliet, Dingentie Kil en Catalina Hacobs Huyge); werd rond 1687 (na het overlijden van

    haar moeder) opgenomen in het Simpel Godshuis te Antwerpen bij de

    aalmoezeniers aldaar; zij werd omschreven als innocent (= onnozel). 11

    h. Maertinus Gabriels, ged. Liefkenshoek 25-11-1674 (getuigen: Adriaen Verstraate en Laurens Kille); tr. Govelike Geertse Moeye; zij lieten op 16-03-1710 te Oud-

    Vossemeer dochter Geertje dopen. 12

    (NB: op het eiland Tholen veranderde deze familienaam in de 17de

    eeuw in Van den

    Doel).

    2. Adam Gabriels, woonde in de polder Ketenisse; tr. Paulyne Poules; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Cathalyne Gabriels, 17-9-1631; getuige: Elisabeth Marten Jacobszn.

    3. Thomas Gabrielsen, eiser te Lillo-Zuidland op 7-2-1656. 13

    4. Michiel Gabrieelssen, meestermetselaar te Middelburg; inspecteerde in mei 1662 de nieuw gebouwde kerk in fort Lillo na gebleken gebreken.

    14

    5. Joannes Baptist Gabriels, ged. Stabroek 27-3-1753, zoon van Joannes Baptist Gabriels en Anna Maria Mattheeussen; vestigde zich in 1786 in Lillo-Zuidland; landbouwer

    aldaar in 1796; tr. Anna Catharina Mertens, geb. Ekeren ca. 1749; uit dit huwelijk r.k.

    ged. Stabroek:

    a. Anna Cornelia Gabriels, 15-11-1785.

    uit dit huwelijk voorts r.k. ged. Lillo: 15

    b. Adrianus Gabriels, 17-8-1788.

    c. Joanna Catharina Gabriels, 3-2-1791.

    d. Maria Elisabeth Gabriels, 28-1-1793. e. Anna Catharina Gabriels, 22-3-1796.

    1 RAB, DK, inv. 14, fol. 16.

    2 Idem, fol. 270.

    3 RAB, DK, inv. 15, fol. 171 v.

    4 Idem, fol. 232 v.

    5 Idem, fol. 241.

  • 4

    6 RAB, DK, inv. 16, fol. 337.

    7 RAB, DK, inv. 18, fol. 45 v.

    8 ZA, RB, inv. 275.

    9 VZS, nr. 137, p. 105.

    10 Annemine Scheffer, Maatje Arijsse Verstrate (ca. 1670-april 1735), in: Wij van Zeeland, jrg. 14, nr. 4, oktober

    2012, p. 5-9. [NB: het in dit artikel vermelde vermoedelijke geboortejaar van Maatje Arijsse Verstrate is ontleend

    aan een eerdere versie van het onderhavige repertorium; inmiddels is hierin het vermoedelijke geboortejaar

    aangepast; vermoedelijk was dit 1674].

    11 RAB, DK, inv. 17, fol. 45 v.

    12 ZA, Gen. Afsch. 43, p. 117.

    13 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.

    14 ZA, SZ, inv. 516, fol. 245.

    15 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is

    bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.

    Gabrij Salomon Gabrij, was op 22-3-1672 vaandrig in de compagnie van kapitein Johan de Vassij

    te Liefkenshoek; kreeg toen opdracht om het vaandel te dragen van de compagnie van

    Gillis de Mauregnault tijdens een aanstaande expeditie; 1 verbleef op 10-7-1672 te

    Liefkenshoek. 2

    1 ZA, SZ, inv. 668, 22-3-1672.

    2 ZA, SZ, inv. 1287.1, brief van Johan de Vassij d.d. 10-7-1672.

    Gaelen, van Antonius van Gaelen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-6-1774.

    Gaerbeeck Peeter Gaerbeeck, eiste op 9-4-1663 betaling van achterstallig arbeidsloon (verm. als

    boerenknecht) betreffende de zomer van 1662 (fl. 4 en 10 stuivers). 1

    1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.

    Gaerwijts Jooris Gaerwijts (verm. identiek met Ghooris Gherwits), ingenieur; vestingbouwer; was

    goed op de hoogte met de bouw van het fort Lillo; liep in 1584 over naar het Spaanse

    kamp. 1

    1 F. Westra, Nederlandse ingenieurs en de fortificatiewerken in het eerste tijdperk van de Tachtigjarige Oorlog

    1573-1604, Alphen aan den Rijn, 1992, p. 21.

  • 5

    Gaffel Willem Gaffel, werd op 25-8-1615 door de Gecommitteerde Raden van Zeeland

    aangewezen om het werk aan de stenen poort te Liefkenshoek op te nemen. 1

    1 ZA, SZ, inv. 483, 25-8-1615.

    Gagern, von Carl Friedrich Adolph von Gagern, benoemd tot majoor in het eerste regiment van Waldeck

    op 31-10-1749; kapitein van een compagnie van het Staatse leger die in november en

    december 1750 in Lillo verbleef; 1 bevorderd tot luitenant-kolonel van dit regiment op 18-

    5-1766; bevorderd tot kolonel-commandant op 10-3-1768 en tot generaal-majoor op 22-6-

    1779; 2 bevorderd tot luitenant-generaal van dit leger in 1794.

    3

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2910, fol. 22 v-23.

    2 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 126.

    3 H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 18.

    Gakier Mateus Gakier, maakte in juni 1625 als chirurgijn deel uit van de compagnie van kapitein

    Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 2; zie ook: deel 3c, p. 546-552.

    Gale, van Hans van Gale, vermeld als kapitein van een (mog. Schotse) compagnie die op 10-4-1588

    in Liefkenshoek en op 24-10-1591 in Lillo verbleef. 1

    1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.

    Gallet Joannes Franciscus Gallet, was in 1736 militair in het fort Lillo;

    1 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 14-

    4-1736 Maria van Vught; uit dit huw. r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Joannes Josephus Gallet, 28-3-1736.

    1

    Blijkens het doopboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754.

    Gallieris (Gallierus) 1. Christoffel Gallieris, woonde in Goes; begr. ald. 22-12-1618; tr. Suzanna Noorthoeve,

    dochter van Cornelis Noorthoeve en Neelken Cornelisdr. van Schuyle; zij hertr.

    Cornelis Koecke, schout en kerkmeester in Kapelle (Zuid-Beveland) in 1647; uit dit

    huwelijk (volgorde onbekend): 1

    a. Anthony Gallieris (Gallierus Galieris); zie verder nr. 2.1.

  • 6

    b. Jacob Gallieris, zie verder nr. 2.2. c. N.N. Galieris, begr. Goes 19-8-1611. d. Stoffel Gallieris, begr. Goes 16-12-1618. e. Jan Gallieris, vermeld als zoon van nr. 1 en als broer van Anthony in 1637; tr.

    1637 Susanna Korthoef. 2

    f. (verm.) Cornelia Gallieris.

    2.1 Anthony Gallieris (Gallierus, Galieris) (zoon van nr. 1), woonde in het fort Lillo; doopgetuige Retranchement 29-10-1645;

    3 in 1660 werden te Goes als zijn erfgenamen

    vermeld: Jacobus (= nr. 2.2) en Cornelia Gallieris. 4

    2.2 Jacob Gallieris (zoon van nr. 1), commies van de vivres en ammunitiën en ontvanger van de gemene midelen van consumptie te Lillo, Liefkenshoek en Hoogerwerf 1649-

    1664; als zodanig benoemd op 1-6-1649; 5 verdiende in 1664 als commies van de

    vivres en de ammunitiën 60 pond Vlaams; 6 per abuis soms ook als commandeur

    omschreven; 7 vermeld als gedelegeerd rechter te Lillo op 17-10-1653;

    8 testeerde met

    echtgenote te Goes in 1652; 9 ouderling te Lillo op 30-1-1659;

    10 werd op 3-6-1659

    benoemd tot extra-ordinaris commissaris der monsteringen van de garnizoenen langs

    de Schelde op Lillo, Liefkenshoek, St. Anna en St. Martin op Hoogerwerf als opvolger

    van Antonij Badoux; 11

    overl. vóór 7-2-1665; 12

    tr. Maria van Groeningen, dochter van

    Steven van Groeningen, licentiemeester vanwege Holland te Lillo; 13

    het werd haar

    toegestaan om tot mei 1665 in de woning van haar overleden man in fort Lillo te

    blijven wonen, op voorwaarde dat de heren van de Gecommitteerde Raden die

    vanwege de verpachtingen (van de gemene middelen van consumptie) zouden afreizen

    deze ’s landswoning (= de woning van het gewest Zeeland) als onderkomen zouden

    kunnen gebruiken; zij otr. (2) ’s Heer Hendrikskinderen 31-7-1668 Justus Guilelmus

    Mollerus, toen weduwnaar en predikant in “Marcheijne” in de Palts; in het trouwboek

    van de geref. kerk van Goes werd aangetekend dat zij aan de Weeskamer had voldaan;

    uit dit huw. waarsch.:

    a. Christophorus (Christoffel) Gallieris, geb. Lillo; ingeschreven als student te Leiden op 23-12-1680, 23 jaar oud;

    14 promoveerde op 26-6-1685 aan de

    hogeschool te Harderwijk tot doctor in de medicijnen; 15

    was in 1685 schepen van

    Hulst. 16

    b. Susanna Maria Galierus, geb. Lillo; woonde in mei 1678 in Bergen op Zoom; otr. aldaar 7-5-1678, tr. aldaar 7-6-1678 Sijbrecht Frijters, geb. Oudenbosch, toen

    wonend in Bergen op Zoom.

    1 De Ned. Leeuw, 1988, p. 42; onduidelijk is de familiale verbinding met Octavianus Gallieris die in Arnemuiden

    in de periode 1598-1605 drie kinderen liet dopen (waarvan de moeder onbekend is), te weten Lucretia (15-10-

    1598), Octavio (9-9-1601) en Maria Gallieris (13-2-1605). Eveneens onduidelijk is familieverwantschap met

    Cesar Gallieris, tafelhouder (lombard) te Goes in 1585 (GA Goes, RAZE 1751, fol. 118 v, 24-9-1585).

    2 GA Goes, RAZE 2054, 1637, fol. 225.

    3 De Ned. Leeuw, jrg. 37, 1919, p. 61.

    4 GA Goes, RAZE 2084, 1660; idem, inv. 2071, 1661, fol. 281.

  • 7

    5 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 50 v en 51; ZA, SZ, inv. 502, fol. 55. Werd als ontvanger benoemd door de Raad van

    State. Onduidelijk doch plausibel is een genealogische band met Jacob Gallieris te Hulst, schepen (1675, 1676),

    burgemeester (1683, 1684), begr. te Hulst 2-4-1692 (Algemeen Ned. Familieblad 1902, p. 60 en 61; De

    Wapenheraut jrg. 1902, p. 54 en idem jrg. 1911, p. 74; De Navorscher, jrg. 79, 1930, p. 251). Eveneens plausibel

    is verwantschap Jacob Gaillierus die met zijn echtgenote Johanna de Bruijn op 6-1-1686 deelnam aan het

    Avondmaal te Sluis (ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147). Deze is vermoedelijk identiek met J. Galliers, vermeld

    als ontvanger van de algemene middelen te Sluis in 1697 (NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 2469).

    6 NA, arch. Generaliteitsrekenkamer, inv. 112, fol. 123 v.

    7 ZA, SZ, inv. 1275, 20-12-1660; inv. 652, 29-3-1661, 17-5-1661 en 23-6-1661.

    8 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Govaert Stempel, inv. 77, akte nr. 133.

    9 GA Goes, RAZE 2081, 1652, fol. 223.

    10 ZA, SZ, inv. 511, 30-1-1659.

    11 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 125 v.

    12 ZA, SZ, inv. 521, fol. 74.

    13 ZA, SZ, inv. 517, fol. 263, 23-11-1662.

    14 Album Studiosorum Academiae Lugduno Batavae 1576-1875, Den Haag, 1925.

    15 O. Schutte, Het Album Promotorum van de Academie te Harderwijk, Arnhem 1980, p. 64; VS, jrg. 22, 1986,

    p. 332.

    16 De Navorscher, jrg. 79, 1930, p. 251.

    Gallay Jaeck Gallay, verm. militair; tr. Maddalena Dajelje; uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek:

    a. Marcus, 3-2-1647; getuigen: Marcus Pynissan en Guilamette Couvert.

    Gammelin Francois Gammelin, afkomstig van Lillo;

    1 vertrok als soldaat in het regiment Luxemburg

    op 28-12-1785 met het VOC-schip “Ganges” naar Batavia; overleed aan boord van dit

    schip in 1786, toen het verging. 2

    1

    Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd.

    2 NA, VOC-arch., inv. 12322, fol. 1.

    Gansen, van 1. Jan Gans, eiste op 16-10-1702 te Lillo-Zuidland betaling van huishuur. 1

    2. Petrus van Gansen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-4-1707.

  • 8

    3. Hendrick van Gansen, had op 16-3-1750 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Cornelis Leemans; hij eiste betaling van fl. 57 wegens bodeloon over een periode van 7

    maanden vanaf 1 mei 1749. 2

    1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.

    2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 16-3-1750.

    Garmeijn Josephus Garmeijn, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-4-1726; tr. (1) Anna Maria Beton; tr. (2)

    Catharina van der Hagen; uit het eerste huw. ged. fort Lillo:

    a. Josephus Emmanuel Garmeijn, 7-10-1708; getuigen: Emanuel Harmeijn en Catharina Clarisse; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) juli 1719.

    b. Anna Catharina Garmeijn, 19-2-1710; getuigen: Machiel Beton en Catharina Gijselman.

    uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    c. Daniel Joannes Garemijn, 20-4-1719.

    Gasendam Johannes Gasendam, was in 1754 kanonnier te Lillo; otr. Breda 24-2-1754, tr. aldaar (Grote

    Kerk) 10-3-1754 Helena van Loon, weduwe van Willem Hodding; zij verkregen een

    attestatie van en naar Lillo. 1

    1 Stadsarchief Breda, DTB nr. 44, fol. 122.

    Gaspars Petrus Gaspars, tr. Maria Peeters; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Antonius Gaspars, 2-5-1690.

    Gast N.N. Gast, op 19-1-1635 vermeld als deurwaarder, i.v.m. met een vordering te Lillo;

    1

    verm. identiek met Adriaen Gast, benoemd tot deurwaarder in Zeeland op 24-8-1609. 2

    1 ZA, SZ, inv. 495, 19-1-1635, fol. 154 en 154v.

    2 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 30.

    Gastel, van 1. Anthony van Gastel, vermeld als kanonnier te Liefkenshoek op 11-12-1604 en 21-4-

    1606; 1 op 28-9-1617 werd hem toegestaan te gaan wonen in het huis te Liefkenshoek

    waaruit de majoor was vertrokken; 2 wederom vermeld als kanonnier in 1619, 1620 en

    1621; 3 overl. 25-7-1625;

    4 tr. N.N.; had dochter Janneke (Anneken) die huwde met

    Leunis Pieters (zie aldaar).

  • 9

    2. Leonardus van Gastel, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-3-1690.

    1 ZA, SZ, inv. 1219; ZA, SZ, inv. 479, fol. 44v, 21-4-1606.

    2 ZA, SZ, inv. 484, 28-9-1617.

    3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79600 en 79640 en ZA, SZ, inv. 486, 10-4-1620.

    4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 340-342; ZA, SZ, inv. 488, 18-9-1625.

    Gastelaar, Gasselaar 1. Cornelis Jansen Gastelaar, bezat land te Doel dat op 23-11-1644 in bezit kwam van

    Thomas de Potter, koopman te Antwerpen; 1 bezat voorts een huis met erf onder de

    dijk te Doel; op 9-6-1649 vermeld als voogd en administrateur van Marcelis Joosten te

    Roosendaal; 2 overl. vóór 27-2-1651;

    3 tr. Adriana Wadden, geb. Hoeven; zij hertr.

    Liefkenshoek juni 1666 Abraham Jacob Verkouteren, weduwnaar van Maria Geense

    Foppen (zie Verkouteren ad 3.3); uit dit huwelijk: 4

    a. Jan Gastelaar, zie verder nr. 2. b. Elisabet Gastelaar, tr. Isaac Jacobs Valckenier; zie aldaar. c. (verm.) Jannetie Gastelaar, geb. Doel; otr. Liefkenshoek 10-6-1645, tr. aldaar 9-7-

    1645 Theunis Herbertsen, geb. Willemstad.

    2. Jan Cornelis Gastelaar (verm. zoon van nr. 1), fungerend (“bedienelijke”) meier te Doel-Kieldrecht 1659-1668;

    5 verkocht op 26-4-1668 een huis in de Noordvoorstraat te

    Doel dat hij had geërfd van zijn stiefgrootvader Geert Theunissen; 6 schepen van Doel-

    Kieldrecht van 1672 tot 1675; 7 baljuw van Saaftinge op 14-9-1673;

    8 op 6-12-1681

    wordt melding gemaakt van zijn sterfhuis; 9 op 28-9-1682 berichtte de curator van dit

    sterfhuis (Adriaen Geerts) aan de burgemeester en schepenen van Doel-Kieldrecht dat

    de wezen “nu met de jegenwoordige quaede conjonctuere des tijts sijn in staet dat sij

    van hunnen goederen niet en connen leven”; 10

    tr. (1) Christina Geense Foppen,

    dochter van Geene Foppen en Eyltien Simonsen Gallo, weduwe van Cornelis de Witte;

    tr. (2) Maria Pieterse Lucas, dochter van Pieter Lucas en Maria de Keyser; 11

    op 6-2-

    1690 wordt Adriaan Geerts (oud-schepen) vermeld als haar voogd (en als curator van

    het sterfhuis van Jan Gastelaer); 12

    uit het eerste huwelijk: 13

    a. Heyltie Gastelaar, ged. Liefkenshoek 6-10-1657; getuigen: Geen Foppe, Abraham Jacobsen Vercouteren en Catarina Geens.

    b. Lysbet Gastelaar, ged. Liefkenshoek 10-4-1661; getuigen: Jan Jacobs Vercouteren, Casper Seroy en Maria de Keyser.

    c. Cornelis Jansen Gastelaar, ged. Liefkenshoek 7-5-1662; getuigen: Geene Foppen, Johannis Vercouteren en Johanna Vercouteren; zie nr. 3.

    d. Magdalena Gastelaar; tr. Simon Vaen (zie aldaar). uit het tweede huwelijk:

    14

    e. Pieter Jansen Gastelaar. f. Jan Jansen Gastelaar.

    3. Cornelis Jansen Gastelaar (zoon van nr. 2), geb. Doel; woonde aldaar; betaalde in december 1685 ₤ 3:4:4 aan de diaconie van Liefkenshoek vanwege een schuld die hij

  • 10

    had bij de diaconie, hij stond hiervoor zijn arbeidsloon af; 15

    leende op 15-6-1686 aan

    de schipper Jan Leendersen Stoop geld voor de koop van een smalschip; 16

    ontving in

    september 1695 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:7:2 wegens het leveren van

    winkelwaren; 17

    overl. vόόr december 1700, wanneer zijn vrouw wordt vermeld als

    weduwe; 18

    otr. Liefkenshoek 4-2-1690, tr. aldaar 5-3-1690 Dina Vercouteren, geb.

    Doel ca. 1664, dochter van Engel Martens Vercouteren en Adriaentje Centen

    Keuvelaer; zij ontving in december 1699 van de diaconie van Liefkenshoek een

    vergoeding wegens leveranties aan de armen; 19

    in december 1700 ontving zij van de

    diaconie van Liefkenshoek een vergoeding voor het leveren van klompen en sokken

    e.d.; in april 1702 ontving zij van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding van

    ₤ 0:7:10 volgens kwitantie; 20

    overl. in 1703, vermoedelijk in het kraambed; 21

    in

    september 1703 werd voor het doodskleed van Dina en haar kind ₤ 0:10:0 betaald aan

    de diaconie van Liefkenshoek; 22

    uit dit huwelijk:

    a. Christina Gastelaar, ged. Liefkenshoek 29-10-1690; getuigen: Mathys Boenders en Cornelia Simonsen Strydoms.

    b. Engel Gastelaar, ged. Liefkenshoek 1-3-1693; getuigen: Pieter Verpoorten en Adriaentie Sents.

    c. Jan Gastelaar, ged. Liefkenshoek 13-2-1695; getuigen: Merten Vercouteren en Tanneken Senten.

    d. Engel Gastelaar, ged. Liefkenshoek 13-1-1697; getuigen: Jacobus Vercouteren en Anneken Dronkers.

    e. Johannis Gastelaar, ged. Liefkenshoek 23-5-1700; getuigen: Job Woutersen [Dronkers] en Pieternelle Kryns.

    f. N.N., overl. vóór 5-6-1705; 23 vermoedelijk identiek met het kindje dat gelijk gestorven is met Dina Vercouteren in september 1703.

    24

    4. Claes Gastelaer, zijn vrouw ontving op 26-8-1685 van de diaconie van Liefkenshoek weekgeld, verm. voor het onderhouden van iemand.

    25

    5. Engel Gastelaar, vermeld te Lillo op 14-8-1705, evenals zijn te Doel overleden kind (N.N.) waarvan als erfgenamen werden genoteerd: Elisabeth van Schoor (gehuwd met

    Cornelis de Soute), haar zuster Wilhelmina van Schoor en Elisabeth van Schoor, de

    nagelaten dochter van Isacq van Schoor. 26

    1 RAB, DK, inv. 15, fol. 302 v, 10-6-1675. Hij had mog. een zuster Magdalena Gastelaer, doopgetuige

    Liefkenshoek 2-12-1629. Zij huwde mog. met Joos Strijdom (zie aldaar). In Steenbergen is ene Cornelis Jansen

    Gastelaer op 5-12-1608 vermeld als landbouwer i.v.m. de verkoop van rogge (MHC, oud-recht. arch. Steenbergen,

    inv. 1717, fol. 354 v). Op 28-12-1611 is hij vermeld als landbouwer in het Oudland aldaar i.v.m. de koop van een

    paard (idem, inv. 1718, fol. 276).

    2 RAB, GO Saaftingen, inv. 887, fol. 0.

    3 Idem, inv. 814, fol. 0.

    4 RAB, DK, inv. 20, fol. 233, 17-7-1705.

    5 D. Verelst, 1984, p. 376.

    6 RAB, DK, inv. 15, fol. 161, 26-4-1668.

  • 11

    7 D. Verelst, 1984, p. 380-390.

    8 RAB, GO Saaftingen, inv. 821, fol. 0.

    9 RAB, DK, inv. 16, fol. 139, 6-12-1681.

    10 Idem, fol. 173. Gedoeld zal zijn op de economisch gezien rampzalige gevolgen van de watersnoodramp van 26

    januari 1682.

    11 RAB, DK, inv. 18, fol. 176 v, 6-2-1690; RAB, DK, inv. 16, fol. 139, 6-12-1681.

    12 RAB, DK, inv. 18, fol. 176 v, 6-2-1690.

    13 RAB, DK, inv. 16, fol. 139, 6-12-1681.

    14 Idem.

    15 ZA, RB, inv. 275.

    16 RAB, DK, inv. 17, fol. 198, 15-6-1686.

    17 ZA, RB, inv. 275.

    18 ZA, RB, inv. 276.

    19 Idem.

    20 Idem.

    21 RAB, DK, inv. 20, fol. 229 v, 5-6-1705.

    22 ZA, RB, inv. 276.

    23 RAB, DK, inv. 20, fol. 229 v, 5-6-1705.

    24 Idem, inv. 836 (nieuwe ordening).

    25 ZA, RB, inv. 275.

    26 RAB, DK, inv. 836, 14-8-1705. Zijn herkomst is niet duidelijk. Het is niet erg aannemelijk is dat hij identiek is

    met Engel Lauwreijsse Gastelaar die te Bergen op Zoom woonde en gehuwd was met Dina Knollaerts. Van dit

    paar werden te Bergen op Zoom tussen 1691 en 1708 acht kinderen geref. gedoopt. Deze Engel Gastelaar werd 3-

    4-1709 te Bergen op Zoom begraven.

    Gatteau (zie ook: Gattieu)

    B. van Gatteau, op 13-3-1720 benoemd tot venduemeester te Lillo en Liefkenshoek. 1

    1 ZA, SZ, inv. 787, ongefol.

    Gattieu (mog. Gattiou) (zie ook: Van Gatteau)

    Antonette Gattieu (mog. Gattiou), werd als vroedvrouw te Lillo in 1697 vervangen door

    Janneken Biestmans; 1 vermeld als oude vroedvrouw in fort Lillo in 1698 en 1699; zij

    behield toen nog een deel van haar traktement, namelijk 2 pond Vlaams per jaar; 2 haar

    vervangster ontving toen 4 pond Vlaams per jaar; het standaardtraktement van de

    vroedvrouw te Lillo bedroeg toen 6 pond Vlaams per jaar.

    1 ZA, SZ, inv. 705, 25-4-1697.

  • 12

    2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80820, fol. 59; 80840, fol. 58; ZA, SZ, inv. 707, 7-5-1699.

    Gaz Philippus Josephus Gaz, tr. Joanna van Rosten; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Henricus Gaz, 28-11-1718.

    Gebhart Johan Conrad Gebhart, werd op 10-7-1751 benoemd tot chirurgijn op het wachtschip

    (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo; 1 vervulde die functie tot 9-7-1752.

    2

    1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2566.

    2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7820, fol. 137-138.

    Gedde Hendrick Gedde, verm. militair; tr. Mayeken Jans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Isabella, 17-12-1634; getuigen: Iemant Janssen, Jan Aarmanssen en Neelken Barents.

    Gedley, Gedly Willem Gedley, verm. militair; tr. Lysbet Gyoens (Gyons); uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Alexander Gedly, 11-4-1655; getuigen: David Gyssen, Anneken Gedly en Aeltie Snoecx.

    b. Robbrecht Geddely, 9-12-1657; getuigen: Jeroen Jansen, Gydion Willaart, Maria Berkenbosch en Mayeke Meuren.

    c. Robbert Gedley, 4-12-1661; getuigen: Robbert de Ridder, Lieven Jansen en Joanna Vercouteren.

    Geel, van 1. Pieter van Geel, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein

    Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1

    2. Willem Jacobsz. van Geel, inwoner van Vlissingen; stuurde op 17-1-1630 een brief aan

    de secretaris van de krijgsraad te Lillo i.v.m. de goederen van de weduwe Flemmings

    (Barbara Flemmings, weduwe van Tertullianus van Dorp; zie aldaar). 2

    3. Pieter van Geel, mog. identiek met nr. 1; op 5-8-1641 vermeld als inwoner van Liefkenshoek;

    3 tr. Barbara van der Eyke; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Maria van Geel, 20-11-1650; getuigen: Fransoys Kesbeek, Ary Cornelissen Noorman en en Mayeken Maris.

    b. Machiel van Geel, 15-12-1652; getuigen: Gilliaem Melet en Mayeken Hans.

  • 13

    c. Pieter van Geel, 7-2-1655; getuigen: Jacob Breys en Elisabet Bastiaensen; zie verder nr. 4.

    4. Pieter van Geel, geb. Liefkenshoek, zoon van nr. 3; vertrok op 16-11-1681 als botteliersmaat met het VOC-schip “Burcht van Leiden” naar Kaap de Goede Hoop; dit

    schip arriveerde daar op 4-3-1682. 4

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 15; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.

    2 ZA, SZ, inv. 491, 17-1-1630.

    3 ZA, SZ, inv. 498, 5-8-1641, fol. 315.

    4 NA, archief VOC, 12230, fol. 1.

    Geelink (zie ook Gilijnck)

    Herman Geelink, kwam op 29-6-1730 met echtgenote en met att. uit Namen naar Sluis; 1

    volgde op 28-4-1735 Christoffel IJssel (zie aldaar) op als kapitein van een artillerie-

    compagnie van het Staatse leger; werd in die functie op 12-12-1747 opgevolgd door

    Laurens Smedeken (zie aldaar); 2 was in februari 1745 kapitein van een artillerie-

    compagnie in het garnizoen te Lillo; 3 tr. Anna Elisabeth Minna.

    1 ZA, arch. Herv. Gemeente Sluis, inv. 147, Lidmatenregister Sluis 1678-1769.

    2 H. Ringoir, Afstammingen en voortzettingen der Artillerie, Den Haag, 1979, p. 42.

    3 ZA, Gen. Afsch. 130, nr. 344. Dit betreft de artillerie-compagnie die in de ordening door Will Hermsen

    (DutchRegiments) is aangeduid als AC 677 a. Hij zou de vader kunnen zijn van Anthony Geelinck die op 1-6-

    1762 Steven Ketwig opvolgde als kapitein van de artillerie-compagnie die in de ordening door Will Hermsen is

    aangeduid als AC 677 c. Deze Anthony werd in 1779 bevorderd tot luitenant-kolonel.

    Geelkluijt N.N. Geelkluijt (Geelcluijdt), vermeld als kapitein van een compagnie die in juni 1586 in

    Lillo verbleef. 1

    1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.

    Geens (zie ook Foppen)

    1. Jeroon Geens, soldaat in het garnizoen te Lillo op 26-4-1623; zijn vermoedelijke broer Hans Geens was toen ruiter in het garnizoen te Bergen op Zoom.

    1

    2. Fransois Geens, geb. Mechelen; maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd

    was in Liefkenshoek; werd als zodanig aangenomen op 18-4-1625. 2

    3. Jan Geens; zie Goens.

  • 14

    4. Adrianus Geins (Geens), tr. r.k. Lillo-Kruisweg 3-5-1679 Josina Corteniers; zij hertr. Lambertus Keijpers; uit dit huwelijk:

    a. N.N. Geens, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 9-3-1681.

    5. Joannes Geens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-9-1736; op 5-11-1736 vond de verkoop van zijn nagelaten bezittingen plaats;

    3 idem op 29-4-1737;

    4 tr. (1) Maria Soetens

    (Pieters); zij werd op 6-3-1734 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo 19-6-

    1734 Elisabeth van den Bergh; zij hertr. Frans Braem; uit het eerste huw. r.k. ged.

    Lillo-Kruisweg:

    a. Elisabeth Geens, 9-2-1732; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-7-1735.

    uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    b. Joannes Baptista Geens, 21-6-1735. c. Maria Catharina Geens, 21-9-1736; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-10-1736.

    6. Elisabeth Geens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-11-1739.

    7. Elisabeth Geens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-11-1747.

    8. Elisabeth Geens, begr. Lillo (r.k.) 28-9-1786; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-9-1748 Joannes de Nijs (Neis).

    9. Guillelmus Geens, geb. ca. 1756; vestigde zich in 1786 in Lillo-Zuidland; pattrouillant aldaar in 1796; tr. (1) Theresia Blom, geb. Stabroek ca. 1771; tr. (2) Anna Maria

    Vermeijlen; zij werd op 9-3-1795 begr. (r.k.) te Lillo; uit het eerste huwelijk twee

    kinderen die op 24-5-1796 jonger waren dan 12 jaar. 5

    10. Adrianus Geens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-11-1784.

    1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 19, akte nr. 30.

    2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 16; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.

    3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 25.

    4 Idem, inv. 26.

    5 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is

    bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.

    Geeraerts Zie Gerrits.

    Geeren, van Pieter van Geeren, zijn echtgenote Katelijne Michielsen (dochter van Cornelis Michielsen)

    overleed te Doel in dec. 1712; zij was laatst weduwe van Jan Spaenhoven. 1

  • 15

    1 RAB, DK, inv. 22, fol. 79, 6-5-1713.

    Geerens 1. Pieter Geerens, woonde in de Zuidvoorstraat te Doel; overl. vóór 7-6-1683; tr.

    Amelberga van Raemdonck; uit dit huwelijk: 1

    a. Johannes Geerens, zijn voogd was Jan Geerens.

    2. Antonij Geerens, geb. Vlissingen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704.

    2

    3. Isabella Geerens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-7-1740.

    1 RAB, DK, inv. 16, fol. 225, 7-6-1683.

    2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363.

    Geerts(en) 0 Jan Geertssen, geb. Leiden; was in februari 1590 soldaat onder kapitein Potain [=

    verm. Pottey] te Lillo; werd op 12-2-1590 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te

    Middelburg; overl. ald. 4-3-1590; was gehuwd. 1

    1. Philip Geertse, vermeld als ventjager te Lillo op 2-12-1609. 2

    1a Jacob Geerts, tr. Paschienken (Passchyntie) Willems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek

    [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]:

    a. Mayeken Geerts, 20-4-1625; getuigen: Ariaen van Gilsin en Mayeken Geertreygers.

    b. Cornelis Geerts, 26-12-1629; getuige: Judith Clarisse. c. Pieter Geerts, 12-9-1632; getuige: Mayeken Lucas. d. Susanna Geertsen, 6-4-1636; getuige: Aeltie Rutgers.

    2. Herman Geerts, geb. Hulst; soldaat te Lillo in 1630; otr. fort Lillo, tr. Ierseke 6-2-1633 Leunken Jans, geb. Vlissingen.

    3

    3. Pieter Geertsen, werd in 1632 als arbeider te Liefkenshoek betaald; 4 bierdrager aldaar in 1634.

    5

    3a Willem Geersen, tr. Elisabet Jacobs; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Johannis Geersen, 1-8-1634; getuigen: Jan Florissen en Leynken Maes. b. Mayeken Geers, 23-11-1636; getuigen: Hans Jacobs, Gysbrecht Aryaensen,

    Grietje Huyvrechts en Elisabet Geers.

    c. Jaquemyne Geerts, 21-12-1642; getuigen: Hendrik de Ridder, Adriaen Machiels en Teuntie Lauwereys.

  • 16

    3b Jan Geerts (mog. identiek met Jan Scheers); tr. Maddalena de Raet (zie aldaar); uit dit

    huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Cathalina Geerts, 24-5-1637; getuigen: Jan Jacobs, Abraham de Raadt en Betken Kille.

    3c Gillis Geerts, tr. Cathalina (Leentje) Maes; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Brecht Geeryts, 29-2-1632; getuigen: Willem Geeryts en Griete Niets. b. Maria Geerts, 24-5-1637; getuigen: Symon Willems, Elisabeth Geerts en Synken

    Maes.

    c. Gerrit Geersen, 6-4-1643; getuigen: Jacob Rooms, Elisabet Buysrock en Myntie Verhelst.

    3d Betje Geers, wier zoon Hendrik N.N. in Liefkenshoek op 2-11-1642 werd gedoopt;

    getuigen: Jan Jansen Brom, Margrieta Jans en Dingene Jacobs; naam van de vader in

    kopie-leesboek onleesbaar.

    4. Arent Geertsen, mandenmaker, werd in 1650 betaald (8 schellingen) voor het leveren van vier grote manden voor het distribueren van de turf te Lillo.

    6

    5. Gerard Geertsen, verkocht uit de boedel van Pierijntge Costers op 29-4-1652 een huis in de Noordvoorstraat te Doel;

    7 verm. molenaar te Doel; overl. vóór 23-6-1681; zijn

    erfgenamen (waaronder zijn vermoedelijke broer Abraham Geertsen te Veere)

    verkochten toen aan Jacob van Craenenbroeck (ten behoeve van diens broer Jan) zijn

    windmolen (of het recht op gebruik daarvan) op de Scheldedijk bij Doel; 8 tr. Elisabet

    Jansen.

    5a Engeltje Geerts, nam op 6-4-1664 met belijdenis deel aan het Avondmaal te Sluis; haar

    echtgenoot was toen verbonden aan de compagnie van kapitein Barlees; verkreeg att.

    naar Den Bosch 31-5-1665 en naar Aardenburg 1-1-1667; haar echtgenoot Jan de Jager

    (zie De Jager ad 1) verkreeg vanuit Sluis att. naar Liefkenshoek 29-12-1675 en naar

    Philippine 2-7-1679. 9

    6. Adriaen Geerts, schepen van Doel-Kieldrecht van 1672 tot 1683. 10

    7. Adriana Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-2-1677.

    8. Lucia Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-12-1678.

    9. Petrus Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-12-1678.

    10. Maria Geertsen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-1-1679.

    11. Joannes Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-3-1680.

  • 17

    12. Adrianus Quirinus Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-5-1684; otr. 26-12-1679 en tr. r.k. Lillo-Kruisweg 31-12-1679 Dymphna Geldermans; zij werd op 13-11-1683 begr.

    (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huw. r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Catherina Geerts, 1-1-1681; op 3-6-1714 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 13-3-1712 Niklaas Lenaerts.

    b. Cornelia Geerts, 21-3-1683; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-10-1685.

    13. Catelijne Pietersen Geertsen, ontving van de diaconie van Liefkenshoek in april 1681 mondkost; in oktober 1683 ontving zij weekgeld van de diaconie van Liefkenshoek;

    overl. vόόr februari 1684, toen ontving de diaconie van Liefkenshoek 11 schellingen en

    10 penningen uit haar sterfhuis. 11

    14. Jan Geerts, op 26-9-1687 vermeld als halfbroer van Engel Jansen, wees van Jan Engels en Maria Huybrechts Nottincks.

    12

    15. Barent Geerse, geb. Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1689 tot 1690.

    13

    16. Adrijaen Geerse, geb. Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1689 tot 1690.

    14

    17. Geert Geertsen, landbouwer in de polder van Kallo; stond op 21-5-1691 borg voor zijn schoonzoon Adriaen Engels en zijn dochter Joanna Geeraerts;

    15 tr. N.N.; uit dit

    huwelijk in elk geval:

    a. Joanna Geertsen, tr. Adriaen Engels; woonde met hem in de St. Annapolder; toen Adriaen overleed werden Andries Engels en Gerard Geertsen voogden van hun

    tweejarige dochter Anna Geertsen. 16

    18. Mattheus Geertsen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-1-1692.

    19. Catharina Geerts, was in 1694 als meid werkzaam op de boerderij van Hendrick de Backer in de polder van Lillo.

    17

    20. Henderina Geerts, woonde in 1694 als pleegkind (arm kind), 14 jaar oud, bij de smid en winkelier Cornelis van den Eijnde in de polder van Lillo.

    18

    21. Catelijn Geerts, woonde in 1694 bij het gezin van Job Verhaegen in de polder van Lillo (zie Verhaegen ad 2); was toen 15 jaar oud.

    19

    22. Philip Geerts, betaalde in november 1695 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:12:4 interest over 4 jaar over een lening van fl. 50; ontving in november 1695 van de

    diaconie van Liefkenshoek tien gulden (₤ 1:13:4) voor het onderhouden van het kind

    van Jan de Koningh; 20

    tr. Janneken (Tanneken) de Bruyn, dochter van Jan de Bruyn en

    Katelijne Stappaert (zie De Bruyn ad A 4); uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

  • 18

    a. Catalina Geertsen, 19-9-1687; getuigen: Jan Geertsen en Susanna Wouters. b. Maria Geertsen, 2-10-1689; getuigen: Jacob Janse de Bruyne en Magdalena

    Verstraate.

    c. Janneken Geertsen, 29-8-1694; getuigen: Cornelis de Bruyn en Maria Huybrechtsen.

    d. Johannis Geertsen, 4-12-1695; getuigen: Engel Jansen en Elisabet Jansen de Bruyne.

    e. Geert Geertsen, 9-3-1698; getuigen: Jan Vetjens en Anneken Jacobs de Bruyne. f. Janneken Geertsen, 25-12-1699; getuigen: Johannis Wouter van Rosel en Catalyn

    Jansen Vleeschouwer.

    g. Johannes Geertsen, 27-11-1701; getuigen: Jacob Eyens en Elisabet van Boxem.

    23. Jan Geerts, vleeshouwer (ook: Jan Geertse Vleeshouwer); ontving in augustus 1702 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 2:10:0 volgens kwitantie; werd in november 1702

    door de diaconie van Liefkenshoek betaald voor het onderhouden van Jan Schalck. 21

    in februari 1705 ontving hij ₤ 2:10:0 van de diaconie van Liefkenshoek voor het

    onderhouden van Jan Schalck; 22

    overl. Doel 2-3-1707; in maart 1707 werd voor zijn

    begrafenis aan de diaconie van Liefkenshoek 6 schellingen en 8 groten Vlaams

    betaald; 23

    tr. Elisabet Jansen de Bruyn, dochter van Jan de Bruyn en Katelijne

    Stappaert (zie De Bruyn ad A 4); ontving in november 1696 van de diaconie van

    Liefkenshoek een vergoeding van 8 schellingen; 24

    in februari 1705 ontving zij van de

    diaconie van Liefkenshoek een vergoeding van ₤ 0:8:4; 25

    op 24-4-1707 ontving zij van

    de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding voor het onderhouden van Jan

    Schalck; 26

    uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek: 27

    a. Catalyntie Geertsen, 27-10-1680; getuigen: Jacob de Bruyn en Catalyntie de Bruyn.

    b. Maria Geerts, vermeld als 24 jaar oud op 28-6-1707. 28

    c. Geeraert Geertsen, 17-6-1685; getuigen: Philip Gerritsen [= verm. nr. 22] en Mary de Bruyn; vermeld als 22 jaar oud op 28-6-1707.

    d. Janneken Geerts, 18-4-1688; getuigen: Paschier van Kerschaveren en Janneken Boenders; vermeld als 19 jaar oud op 28-6-1707.

    e. Tanneken Geerts, 2-4-1690; getuige: Anthony Meertens Mattenburgh en Janneken Cornelis; verm. overl. vóór 28-6-1707.

    f. Syke Geerts, 6-9-1691; getuigen: Jan Kille en Maria Eyens; vermeld als 16 jaar oud op 28-6-1707.

    g. Helena Geerts, 6-7-1695; getuigen: Engel Jansen en Elisdabet van Boxem; verm. overl. vóór 28-6-1707.

    h. Pieternelleken Geerts, 6-10-1697; getuigen: Willem Tombal, Han Woutersen van Rosels en Anneken de Bruyne; verm. overl. vóór 28-6-1707.

    Voogden van deze kinderen (met uitzondering van Catalyntie die, als ze toen nog

    leefde, volwassen was) waren op 28-6-1697 Willem van Oosdorp en Jacob Jansen de

    Bruyn.

    i. N.N. Geerts, overl. vόόr augustus 1706, toen werd aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:6:8 betaald voor haar doodskleed;

    29 zij is verm. identiek met

    Tanneken, Helena of Pieternelleken.

  • 19

    24. Joos van Geertssen, was in 1709 knecht op de boerderij van Gerardus Vervloet in de polder van Lillo.

    30

    25. Arnoldus Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-10-1736.

    26. Adrianus Martinus Geerts, was in 1733 militair in het fort Kruisschans; 31 had op 11-6-1736 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Jan Verhulst; Verhulst diende (nog)

    fl. 12 te betalen wegens de koop van een melkkoe; 32

    vermeld (met zijn echtgenote) op

    28-9-1739 i.v.m. een veroordeling door de krijgsraad te Lillo; 33

    verm. begr. Lillo-

    Kruisweg (r.k.) 9-5-1740 of 9-7-1741; tr. (1) Christina Bevaerts; tr. (2) Christina

    Abelaers; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Jacobus Geerts, 17-7-1732.

    uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    b. Lucia Geerts, 1-11-1733; was in 1755 meid op de boerderij van Hendrick Bries in Lillo-Zuidland.

    34

    c. Joanna Catharina Geerts, 1-5-1735.

    27. Joanna Maria Jacoba Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-7-1741.

    28. Joanna Geerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-12-1763.

    29. Adrianus Geerts, tr. Cornelia Christina Willemsens; zij werd op 1-12-1765 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg.

    30. Gerardus Geerts, geb. Brecht ca. 1738; vestigde zich als arbeider in Lillo in 1766; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 27-6-1775 Joanna Cleiren, geb. Berendrecht ca. 1744; uit dit

    huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 35

    a. Cornelius Geerts, 19-5-1776; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-6-1776. b. Maria Elisabeth Geerts, 12-1-1778. c. Elisabeth Geerts, 8-3-1781. d. Isabella Geerts, 1782. e. Joanna Maria Geerts, 21-10-1784.

    31. Albert Geerts (Gierts), geb. Lillo; was als matroos werkzaam op de gaffelschuit (blokschuit) “Barbesteijn” van het gewest Zeeland van 17-9-1746 tot 4-11-1748; hij

    werd door Franse troepen krijgsgevangen genomen te Lillo in het kader van de

    Oostenrijkse Successieoorlog. 36

    1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.

    2 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2452.

    3 VS, jrg. 8, 1972, p. 108.

    4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79850.

  • 20

    5 Idem, inv. 79880.

    6 Idem, inv. 80200, fol. 33 v.

    7 RAB, DK, inv. 15, fol. 12.

    8 RAB, DK, inv. 16, fol. 95.

    9 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147.

    10 D. Verelst, 1984, p. 380-390.

    11 ZA, RB, inv. 275.

    12 RAB, DK, inv. 18, fol. 50.

    13 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7214.

    14 Idem.

    15 RAB, DK, inv. 18, fol. 310 v.

    16 RAB, DK, inv. 20, fol. 121 v.

    17 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en

    beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694.

    18 Idem.

    19 Idem.

    20 ZA, RB, inv. 275.

    21 ZA, RB, inv. 276.

    22 Idem.

    23 Idem.

    24 ZA, RB, inv. 275.

    25 ZA, RB, inv. 276.

    26 Idem.

    27 RAB, DK, inv. 21, fol. 87 v.

    28 Idem.

    29 ZA, RB, inv. 276.

    30 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.

    31

    Blijkens het doopboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754.

    32 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 11-6-1736.

    33 ZA, SZ, inv. 733, 28-9-1739.

    34 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.

    35 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is

    bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.

    36 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7784.

    Geertsem (Geertsom, Geertsum), van 1. Adriaan van Geertsum, bezat een hofstede te Verrebroek, genaamd “den ouden

    Gaverleeuw”; vermeld als schepen van Doel-Kieldrecht in 1704; 1 overl. kort vóór 24-

    11-1711 (staten van goed); tr. (1) Elisabet Sebastiaensen; eveneens overl. vóór 8-1-

  • 21

    1714; tr. (2) Katelijne de Caluwe; zij hertrouwde met Ferdinand Dullaert; uit het eerste

    huwelijk zes kinderen: 2

    a. Maria Catharina van Geertsom, tr. Jacob Janssens. b. Anna van Geertsom, was op 3-1-1721 weduwe van Joris Claus. c. Pieter van Geertsom, zie verder nr. 3. d. Joos van Geertsom, vermeld als voogd op 14-6-1738. 3 e. Jan Andries van Geertsom. f. Paul van Geertsum, die op driejarige leeftijd overleed; Voogden van deze kinderen waren Jacob van Geertsum en Hendrik Sebastiaens.

    4

    2. Jacques (Jacob) van Geertsom, broer van nr. 1; tr. Katelijne Pieters; uit dit huwelijk: 5

    a. Katelijne van Geertsom, overl. in de polder van Kieldrecht kort voor 16-6-1734; tr. Frans Baert, zoon van Pieter Baert.

    3. Pieter van Geertsom (zoon van nr. 1), overl. 23-2-1745; tr. Anna Catharina Stoffels; zij hertrouwde met Joos Baert; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 10-5-1756):

    6

    a. Pieter van Geertsom, 17 jaar; tr. Joanna de Schepper. 7 b. Frans van Geertsom, 14 jaar. c. Cornelia van Geertsom, 10 jaar.

    1 D. Verelst, 1984, p. 380-390.

    2 RAB, DK, inv. 23, fol. 76, 3-1-1721.

    3 RAB, DK, inv. 25, fol. 194, 14-6-1738.

    4 RAB, DK, inv. 22, fol. 98, 8-1-1714; idem, fol. 98, 12-7-1713.

    5 RAB, DK, inv. 24, fol. 253, 16-6-1734.

    6 RAB, DK, inv. 26, fol. 340 v, 10-5-1756.

    7 RAB, DK, inv. 36, fol. 1, 2-7-1789.

    Geeryngh Cornelis Geeryngh, tr. Maria van Gent; uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek:

    a. Fransoys, 29-2-1675; getuige: Adriaen Huysman.

    Geijn, van der Egbertus van der Geijn, pastoor te Zandvliet; werd in november 1660 op bevel van

    commandeur Seijs van Lillo gevangen genomen omdat hij zonder toestemming de

    contrescarp van Lillo was gepasseerd; de Gecommitteerde Raden van Zeeland besloten op

    7-12-1660 hem vrij te laten met de mededeling dat “het plakkaat” tegen katholieke

    geestelijken van kracht zou blijven en streng diende te worden nageleefd. 1 Direct na zijn

    vrijlating berichtte pastoor Van der Geijn aan de Gecommitteerde Raden dat hij als

    hoofdingelande en heffer van tienden (een belasting op de opbrengst van grond) nog wel

    vaker in de polder van Lillo zou willen verblijven en met het oog hierop de contrescarp van

  • 22

    Lillo zou willen passeren. De raadsheren besloten dat de pastoor hiervoor gedurende drie

    maanden toestemming kon krijgen op voorwaarde dat hij als priester het fort niet zou

    betreden. Van een automatische verlenging van de verleende toestemming kon geen sprake

    zijn. 2

    1 ZA, SZ, inv. 513, fol. 345 v en 346.

    2 Idem, fol. 357 v en 364.

    Geijst, van Olivier van Geijst, werd op 25-5-1633 gekozen als kanonnier op de Kruisschans i.p.v. de

    overleden Cornelis Cranenburch. 1

    1 ZA, SZ, inv. 493, 25-5-1633.

    Gejon Jan Gejon, was als soldaat/marinier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van

    oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 1

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363.

    Gelain Francois Gelain, geb. Herfs (?), 28 jaar oud in 1784; was toen gehuwd met een kind;

    rooms-katholiek; wever; op 14-4-1784 aangesteld als soldaat in het tweede bataljon van het

    regiment Nationalen nr. 2 dat in 1784 in de forten Lillo en Kruisschans verbleef;

    deserteerde (met zijn geweer) op het fort Kruisschans 17-6-1784. 1

    1 NA, arch. Raad van State, inv. 1956, fol. 177.

    Gelder(s)man(s) 1. Maarten Cornelisse Geldersman, woonde in 1649 t/m 1654 (en waarschijnlijk al

    eerder) op het eiland Tholen, vermoedelijk steeds in Oud-Vossemeer; was rooms-

    katholiek; had mogelijk een broer Cornelis Cornelisse Geldersman die in de eerste helft

    van de 17de

    eeuw in Scherpenisse woonde; 1 vermeld als eiser en als gedaagde te Lillo-

    Zuidland resp. 25-8-1655 en 13-9-1655; 2 pachtte met ingang van 1-10-1655 “landen

    en de berg daarop” in de polder van Lillo ter grootte van 60 gemeten voor een periode

    van 7 jaren; 3 had 16-4-1657 een schuld wegens werkzaamheden aan zijn huis;

    4

    woonde op 10-10-1661 in een “keete” in de polder van Lillo; 5 moest 12-6-1673

    betalen voor een ton bier en 3-12-1674 voor geleverde stenen, evenals op 17-12-

    1674; 6 tr. Halsteren (r.k.) 25-11-1649 Cornelia Lodewijckx; trouwgetuigen waren

    Cornelis Cornelissen Kooyman en Antonie Cornelissen Kooyman; uit dit huwelijk r.k.

    ged. Halsteren:

    a. Cornelius Geldersman, 6-9-1650, geb. in het land van Tholen; doopgetuigen: Nicolaus Janssen en Joanna Cornelis; zie verm. verder nr. 2.

  • 23

    b. Dignum Geldersman, 28-11-1651, geb. in het land van Tholen; doopgetuigen: Anthonie Cooyman en Copmijnken Lodewijckx.

    c. Ludovicum Geldersman, 27-7-1653, geb. te Oud-Vossemeer; doopgetuigen: Cornelius Cornelissen Kooyman, Jacomina Ariaens en Martina Cornelissen.

    2. Corneli(u)s Geldermans (verm. zoon van nr. 1), arbeider in de polder van Lillo in 1694; tot zijn huishouden behoorden toen vier kinderen (i.c. Cornelis, Elisabeth,

    Jacobus en Maria); 7 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-8-1703; otr. 4-2-1679 en tr. r.k.

    Lillo-Kruisweg 12-2-1679 Magdalena Willemsen(s), weduwe van Joannes Kindt; zij

    werd op 18-1-1693 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-

    Kruisweg:

    a. Cornelia Geldermans, 4-3-1680; op 22-4-1705 werd zij begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 13-7-1704 Jacob Larri.

    b. Cornelis Geldermans, als 14-jarige zoon vermeld in 1694. c. Elisabeth Geldermans, 11-10-1682; overl. in 1712; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-1-

    1708 Jan Gue(e)ns.

    d. Willem Geldermans, 21-12-1684. e. Jacob Geldermans, 17-3-1686; zie mogelijk verder nr. 9. f. Willem Geldermans, 10-9-1688. g. Maria Geldermans, 1-2-1690; overl. Zandvliet 23-1-1748; tr. Jacob Bosyn. Op 12-1-1685, 23-9-1688 en op 7-10-1693 werden te Lillo-Kruisweg drie kinderen van

    Cornelius (r.k.) begraven. Mogelijk zijn ook nr. 3, 4, 5, 6 en 7 kinderen van Cornelius.

    3. Martinus Geldermans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-12-1677.

    4. Cornelia Geldermans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-9-1678.

    5. Martinus Geldermans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-7-1680.

    6. Dymphna Geldermans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-11-1683.

    7. Guilielmus Geldermans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-7-1686.

    8. Elisabeth Geldermans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-12-1719.

    9. Jacobus Geldermans (mog. identiek met nr. 2 d), leverde in 1742 (samen met Anthony van Oosdorp) 175 bossen stro voor de garnizoenen te Lillo;

    8 idem in latere jaren (toen

    alleen), zoals in 1743 (175 bossen) en 1745 (510 bossen). 9

    1 Deze was getrouwd met Maiken Maertens; dit paar liet tussen augustus 1623 en april 1636 in de gereformeerde

    kerk te Scherpenisse zes kinderen dopen: Cornelis, Janneken, Martijnken, Mayken, Maike en Cornelis.

    2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.

    3 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Heronimus de Rouck, inv. 135, 11-12-1654.

    4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.

    5 Idem, inv. 28.

  • 24

    6 Idem.

    7 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en

    beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694.

    8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81260, fol. 44.

    9 Idem, inv. 81270, fol. 42; 81290, fol. 49.

    Gelder(en), van Zie Van Gelre.

    Geldolf J. Geldolf, r.k. pastoor te Doel 1779-1804.

    1

    1 P. van Landeghem, Doel in heden en verleden, Kloosterzande, z.j., p. 30.

    Geleyn(s)(en) 1. Neeltken Geleijns, geb. Lillo; verm. dochter van een militair; tr. (1) Jaspar Storms; otr.

    (2) Bergen op Zoom 10-8-1602, tr. (2) ald. 30-8-1602 Henric Janss Moes, geb.

    Maastricht, weduwnaar, adelborst onder de jonge heer van Cootwijck.

    2. Willem Geleyns: zie Piroole.

    3. Jan Gelijns, staat en inventaris te Lillo-Zuidland op 1-7-1666, opgesteld door Arien Arissen (landmeter), Willem Abbenbroek en Isack Hendricksen Hoogenboom, die

    pretendeerden zijn naaste vrienden en erfgenamen te zijn; zijn nagelaten goederen

    werden 12-7-1666 publiekelijk verkocht. 1

    4. Cornelis Gelijns, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland. 2

    5. Peeter Gelijns, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland. 3

    6. Egidius (Gillis) Geleyn, was in april 1720 militair in het fort Lillo; 4 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 8-4-1720 Maria Sonders; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Maria Catharina Geleyn, 3-2-1721.

    7. N.N. Geleyn, tr. N.N.; uit dit gezin (in elk geval): 5

    a. Boudewijn Geleyn, overl. vóór 10-1-1752. b. Isabella Geleyn, tr. (1) Joos de Wolf; tr. (2) Adriaan Anthonissen. c. Gillis Geleyn.

    8. Adriaan van Gelijns, doopgetuige fort Lillo 6-12-1773; zie Dronkers ad VII-14 sub 2.

    1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.

  • 25

    2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts.

    3 Idem.

    4 Blijkens het trouwboek van de parochie St. Benedictus Lillo-Kruisweg 1713-1722.

    5 RAB, DK, inv. 27, fol. 257 v, 10-1-1752.

    Gelkerken, van Helena Maria van Gelkerken, geb. Lillo; verm. dochter van een militair; woonde in 1758 in

    Bergen op Zoom; otr. aldaar als j.d. (geref.) 18-10-1758, tr. aldaar 26-11-1758 Cornelis

    Maes, geb. Zwolle, geref., korporaal in het eerste bataljon van de luitenant-generaal

    Evertzen in het garnizoen te Bergen op Zoom. 1

    1 MHC Bergen op Zoom, DTB Bergen op Zoom, inv. 36.

    Gellick, van Lucas van Gellick, afkomstig van Liefkenshoek, busschieter op het schip “Mereminne” van

    de Admiraliteit van Zeeland op 17-11-1622; 1 idem op het schip “Arent” op 17-9-1625.

    2

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8163.

    2 Idem, inv. 8194.

    Gelre, van (Van Gelder) 1. Cornelis van Gel(d)re, dijkgraaf in de ambachtsheerlijkheid Doel-Kieldrecht in 1615; 1

    behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614; 2

    vermeld als gecommitteerde van de polder van Doel op 16-2-1627; 3 wederom vermeld

    als dijkgraaf van den Doel op 28-12-1627; 4 overl. vóór 23-3-1671.

    5 Hij is verm.

    identiek met Cornelis van Gelre, geb. ca. 1562, zoon van Jacob van Gelre (heer van

    Vossemeer, schepen van Tholen, raad van de markies van Bergen op Zoom, overl. te

    Gent in 1581) en Anna van Couwerve (dochter van Jan Jansen van Couwerve en

    Baldina van Blieswijk); 6 jurist; penningmeester van Vossemeer ca. 1588; schepen van

    Tholen 1595-1607; overl. na december 1632; otr. Zierikzee 13-3-1585 Antonia

    Rutsaerts, dochter van Jacob Rutsaerts en Magdalena de Floy (uit dit huwelijk zes

    kinderen), w.o. Nicolaas van Gelre, geb. ca. 1586; zie de nrs. 5 en 7. 7

    2. Jacob van Gelre (mog. broer van nr. 1), schepen van Doel-Kieldrecht van ± 1616 tot mei 1618.

    8

    3. Pieter Cornelis van Gelre (mog. zoon van nr. 1), schepen van Doel Kieldrecht van 1624 tot 1632.

    9

    4. Jacob van Gelre, geb. 1619; zoon van Nicolaas van Gelre (secretaris van Vossemeer 1623-1630) en Maria Boeye, kleinzoon van Cornelis van Gelre en Antonia Rutsaerts,

    vermeld bij nr. 1; koopman te Antwerpen; op 23-3-1671 te Doel-Kieldrecht vermeld

    als erfgenaam van Maria van Vinckenborch en als vader van Maria van Gelre; 10

    tr.

    Antwerpen ca. 1645 Maria Vinkenborch; 11

    uit dit huwelijk:

  • 26

    a. Maria van Gelre, overl. vóór 23-3-1671. 12

    5. Michiel van Gelre (broer van nr. 4), geb. ca. 1625; ingenieur en landmeter; geadmitteerd als landmeter te Zeeland op 8-8-1648, toen wonend in de St. Annapolder

    onder Kallo; 13

    ook: wijnroeier te Antwerpen; 14

    vermeld als eiser in een proces te

    Lillo-Zuidland 5-12-1657; 15

    verkocht op 16-4-1661 land te Doel (afkomstig van

    Marinus Claesen), samen met de kamerbode Gerard Dunewalt; verkocht 12-5-1687

    (als gemachtigde van de hoors van wijlen Pieter Volckerik) land te Kieldrecht; 16

    tr.

    Barbara Matheussen. 17

    6. Jan van Gelder, vermeld als gedaagde en als belastingplichtige te Lillo-Zuidland op resp. 22-1-1657 en 9-7-1657.

    18

    7. Gillis van Gelder, huurde 9-4-1663 en huis aan de Kruisweg in de polder van Lillo. 19

    8. Cornelia van Gelre (zuster van nr. 4 en 5), vermeld als weduwe van Marten (Martinus) de Beir (Beer) te Doel-Kieldrecht op 30-12-1677; deze was drossaard te Oudenbosch;

    zij hadden een dochter Cornelia de Beir (Beer), begijn te Lier; 20

    moeder Cornelia

    woonde op 30-7-1685 eveneens te Lier. 21

    9. Albert (Allebregt) van Gelder (van Gelre), mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1736, 1738, 1740, 1743, 1745 en 1748;

    22 was

    verm. herbergier; bezat in de periode 1738-1746 het huis Den Jongen Prins op de

    Gevulde Haven in het fort Lillo op perceel nr. 40; 23

    dit huis werd in 1747 tijdens het

    beleg van fort Lillo door Franse troepen geheel verwoest; 24

    vermeld als brandweerman

    te Lillo op 5-5-1742; 25

    doopgetuige (geref.) Hulst 14-8-1729 en 15-6-1732; begr. Lillo

    (geref.) 27-3-1747; 26

    uit een huwelijk met een onbekende vrouw (vermeld als weduwe

    in febr. 1749) 27

    :

    a. N.N., vermeld als eerstgeboren kind van Allebregt van Gelder, begr. Lillo 3-12-1737.

    b. Antoni van Gelder, begr. Lillo 29-10-1744. c. Josina van Gelder, begr. Lillo 8-2-1745. d. Antoni van Gelder, begr. Lillo 12-5-1746.

    10. Pieter Paul van Gelre, geb. Zierikzee 22-11-1735, ged. ald. 27-11-1735, zoon van Jan Herman van Gelre en Anna Margaretha Ockersse; mede-ondertekenaar van de

    diaconie-rekeningen van de fortkerk van Lillo van 1770-1771, 1771-1772, 1774-1775

    en 1775-1776; 28

    raad van Zierikzee 1756-1795; lid van het college van

    Gecommitteerde Raden van Zeeland namens Zierikzee 10-11-1768 tot 22-7-1795

    [ondertekende vermoedelijk in deze hoedanigheid de genoemde diaconie-rekeningen];

    overl. Zierikzee 20-1-1810; tr. Noordgouwe 4-8-1761 Cecilia van Vrijberghe, geb.

    Zierikzee 31-7-1740, dochter van Johan Francois van Vrijberghe en Isabella Johanna

    de Huybert, overl. Zierikzee 21-5-1825; uit dit huwelijk kwamen geen kinderen

    voort. 29

  • 27

    11. Hendrik Adolf van Gelderen, geb. Lillo; otr. Middelburg 22-4-1804 Catharina Ledertzen, geb. Arnemuiden, weduwe.

    1 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren 1977, p. 376.

    2 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181.

    3 ZA, SZ, inv. 489, 26-2-1627.

    4 Idem, 28-12-1627.

    5 RAB, DK, inv. 15, fol. 215, 23-3-1671.

    6 A. Romeijn, De stadsregering van Tholen (1577-1702), Giessen, 2001, p. 187.

    7 Idem, p. 189.

    8 D. Verelst, 1984, p. 380-390.

    9 Idem.

    10 RAB, DK, inv. 15, fol. 215, 23-3-1671.

    11 A. Romeijn, op. cit., p. 189.

    12 RAB, DK, inv. 15, fol. 215, 23-3-1671.

    13 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 10 v; ZA, SZ, inv. 1270, overzicht landmeters in Zeeland d.d. 13-10-1655.

    14 A. Romeijn, op cit., 2001, p. 189.

    15 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.

    16 RAB, DK, inv. 18, fol. 29, 12-5-1687.

    17 RAB, DK, inv. 15, fol. 101 v, 16-4-1661.

    18 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.

    19 Idem, inv. 28.

    20 RAB, DK, inv. 15, fol. 362, 30-12-1677.

    21 A. Romeijn, op cit., 2001, p. 189.

    22 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81200, 81220, 81240, 81270, 81290 en 81310.

    23 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. Mogelijk betrof het een herberg. Evert Jan de Vassy was bij zijn overlijden nog fl.

    14 aan Van Gelder schuldig wegens kostgeld voor zijn hovenier (ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 4,

    stukken betreffende de boedel van Evert Jan de Vassy).

    24 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v.

    25 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742.

    26 ZA, RB, inv. 255, ongefol.

    27 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v.

    28 ZA, RB, inv. 278.

    29 De Vos, 1931, p. 657.

    Geltmeijer Alexander (Zander) Geltmeijer, vermeld als militair te Liefkenshoek in 1749-1752; op 8-5-

    1751 ontving de diaconie van Liefkenshoek van hem fl. 10, 2 stuivers en 8 penningen

    wegens het gebruik gedurende een jaar van de stal van het groot armhuis; 1 hij betaalde op

    3-11-1752 de diaconie te Liefkenshoek fl. 3 voor een begrafenis, waarbij het beste

  • 28

    baarkleed werd gebruikt; 2 tr. (1) Catharina Verberckmoes; tr. (2) Maria Anna Hermans; uit

    het eerste huw. r.k. ged. Doel:

    a. Petrus Guilielmus Geltmeijer, 18-1-1749; getuigen: Guilielmus Rotthier en Elizabetha Dommen.

    b. Maria Catharina Geltmeijer, 14-10-1750; getuigen: Egidius Norts en Catharina van Schaverbeke.

    Uit het tweede huw. r.k. ged. Doel:

    c. Dorothea Geltmeijer, 9-1-1754; getuigen: Vincentius Brager en Joanna Catharina van Berghen.

    d. Petrus Dominicus Geltmeijer, 21-12-1754; getuigen: Petrus Dominicus Geltmeijer en Dorothea van Berghe.

    e. Joanna Maria Geltmeijer, 19-12-1755; getuigen: Egidius Verbeelen en Maria Agnes Cools.

    1 ZA, RB, inv. 278, 8-5-1751.

    2 Idem, 3-11-1752.

    Genar Michiel Genar, op 25-4-1741 vermeld als gedaagde in een proces met Jan Pauwels te Lillo-

    Zuidland. 1

    1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 25-4-1741.

    Genee, van Evert van Genee, leverde in november 1685 Schotse kolen te Lillo en Liefkenshoek (en

    Rammekens). 1

    1 ZA, SZ, inv. 693, 14-9-1685 en 8-11-1685.

    Genegue Joseph Genegue, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog)

    in de vloot te Lillo in 1706. 1

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363/7383/7432.

    Genico Libert Genico, afkomstig van Lillo;

    1 vertrok als jongsoldaat in 1771 met het VOC-schip

    “Schoonzicht” naar Batavia; ging op Kaap de Goede Hoop aan boord van het VOC-schip

    “Duinenburg”; vertrok daar 27-4-1772 en arriveerde in Batavia op 26-11-1772. 2

    1

    Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd.

    2 NA, VOC-arch., inv. 13189, fol. 360.

  • 29

    Genits Claas Genits, grenadier; overl. fort Lillo 25-4-1784.

    Genst, van de Josephus van de Genst, tr. Cornelia Lammens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Amandus van de Genst, 29-1-1702.

    Gentman Zie Leydecker.

    Genua Petrus Genua, tr. Joanna Simon; uit dit huw. r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Helena Genua, 15-10-1720.

    Gerbedonck N.N. Gerbedonck, stond in 1650, vermoedelijk als appointé, op de monsterrol van de

    compagnie van Johan Seijs, die toen in Lillo verbleef. 1

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 940, fol. 51 v-56.

    Gerber Abraham Gerber, geb. Luckerts, kanton Bern, Zwitserland; waarsch. militair; testeerde in

    fort Lillo met zijn echtgenote 11-6-1756; 1 otr. fort Lillo 25-11-1755 Dina Roelands, geb.

    Doel ca. 1713, dochter van Thomas Roelands en Elisabeth Torre, weduwe van Jacob

    Dronkers.

    1 ZA, SZ, inv. 1968, fol. 56, 11-6-1756.

    Geremeus Joannes Ludovicus Geremeus, tr. Margaretha Neckin; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-

    Kruisweg:

    a. Joannes Geremeus, 10-1-1747.

    Germaijn Jean Germaijn, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein

    Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 7; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.

    Gerreijns Mr. Anthoni Gerreijns, curator; legde op 18-7-1692 beslag op veldvruchten in de polder

    van Lillo. 1

  • 30

    1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.

    Gerrits(e) (Geeraerts) (zie ook Geerts)

    1. Barbara (Barbel) Geeraerts, inwoonster van Lillo; verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 30-3-1618 om een huisje te mogen ‘opslaen’ in Lillo;

    1 verzocht de

    Gecommitteerde Raden van Zeeland op 25-4-1629 om restitutie van gelden i.v.m. de

    bouw van een schuur om officieren in onder te brengen; 2 op 18-5-1629 werd haar door

    Gec. Raden 2 pond Vlaams toegekend. 3

    2. Cornelis Gerritsen, vermeld als constabel op één van de schepen van het gewest Zeeland te Lillo op 23-3-1626.

    4

    3. Jacques Geeraerts, leverde in 1614 teenen (wissen) voor de herbouw van het fort Liefkenshoek.

    5

    3a Jean Geeraerts, maakte in juni 1625 als jongen [page] van de kapitein deel uit van de

    compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd

    was in Liefkenshoek. 6

    3b Hans Geeraerts, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein

    Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 7

    4. Lisbeth Gerrits, geb. Liefkenshoek; tr. (1) Gerrit Meertensz., hij overl. vóór 17-10-1637; otr. (2) Anteunis Teunisz., geb. Zierikzee, weduwnaar van Dijngenken Sta.

    8

    5. Sacharias Gerritsen, ontving op 4-10-1638 een bedrag van ₤ 6:6:8 voor een maaltijd van Graaf Willem van Nassau., vermoedelijk genuttigd in Lillo of Liefkenshoek.

    9

    5a Hendrick Gerrits, tr. Neelken Jans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Johannis Gerrits, 14-8-1639; getuigen: Mr. Cornelis Symons, Hendrik Stoffels, juffr. Maria de Witte en Martijntje Jans.

    6. Leenardt Gerritsen, schipper uit Doel; werd op 12-11-1641 aangewezen om i.p.v. Pieter Verstappen het kleine veer van de haven van Doel naar Lillo en Liefkenshoek te

    bedienen. 10

    6a Pieter Gerretsen, was op 2-6-1645 piekenier in de compagnie van Willem Jan

    Cabbeliau te Liefkenshoek; 11

    mog. identiek met nr. 8.

    6b Barend Gerritsen, verm. militair; tr. Claertie Pietersen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Johannis Gerritsen, 9-8-1654; getuigen: Jan Tebau [verm. Thibou, Tibaut], Gillis Sertier, Aernout Colings en Josyntie Spelts.

  • 31

    7. Gerrit Gerritsen, woonde op 30-6-1656 in het fort Kruisschans; tr. (verm.) Anneke Nockaerts.

    12

    7a Mayke Gerrits, kwam 4-7-1667 met att. van fort Frederik Hendrik naar

    Woensdrecht. 13

    8. Pieter Gerretsen, was op 7-11-1669 72 jaar oud en soldaat in de compagnie van kapitein Ockers te Liefkenshoek; werd toen als appointé op de monsterrol van deze

    compagnie geplaatst. 14

    9. Wessel Gerritsen, was in 1668 schoolmeester in het fort Frederik Hendrik en vanaf 1669 tevens in het fort Kruisschans;

    15 op 24-3-1671 vermeld als schoolmeester en

    voorzanger in de forten Frederik Hendrik en Kruisschans; de Gecommitteerde Raden

    van Zeeland gaven toen commandeur Seijs van Lillo opdracht om hem “te protegeren,

    soo veel als mogelijck sal sijn, in ’t gaen en komen tot het doen van sijnen dienst”; 16

    overl. vóór maart 1678 toen de Raad van State besloot aan zijn weduwe nog een kwart

    jaartraktement uit te betalen. 17

    9a Aelge Gerrets (Gers), geb. Lillo; werd van 10-1-1675 tot 6-3-1675 en van 13-3-1675

    tot 26-4-1675 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg. 18

    10. Adriaen Gerritsen, pachtte in 1676 (en latere jaren) 14 gemeten en 30 roeden land in de polder van St. Anna-Ketenisse, vlakbij het fort Liefkenshoek.

    19

    10a Koenraadt Gerrits, militair; kwam op 4-7-1676 (verm. vanuit Vlissingen) naar

    IJzendijke; vertrok op een onbekend moment naar Lillo en Axel. 20

    11. Joannes Geeraerts, tr. Elisabeth Vermeulen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Jacobus Geeraerts, 8-12-1680.

    12. Christiaen Gerrits, was in februari 1691 soldaat in de compagnie van Van Hille te Lillo; verzocht toen om ontslag wegens “impotentie” (= arbeidsongeschiktheid);

    21

    werd op 7-8-1691 aangesteld als appointé. 22

    13. Henricus Geraerts, tr. Helena Janssens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Henricus Geraerts, 18-7-1703.

    14. Jacob Gerritsen, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot 31-12-1704.

    23

    15. Hendrik Gerrits, geb. Deventer; kanonnier te Lillo in 1720; administrerend diaken (rendant) fortkerk Liefkenshoek 1725-1726; in mei 1725 betaalde de diaconie van

    Liefkenshoek hem voor het leveren van kousen, schoenen, klompen, lijnwaet en voor

    het maken en repareren van kleren en mutsen; begr. Doel (vanuit Liefkenshoek) 11-4-

  • 32

    1727, met het beste doodskleed, waarvoor fl. 3 werd betaald; 24

    otr. Lillo 11-5-1720, tr.

    aldaar 26-5-1720 Johanna Rouveroy, ged. Tholen 26-10-1687, dochter van Anthony

    Willemse Rouveroy en Maria Jacobse Pooij, weduwe van Joost Lievens (zie aldaar);

    zij woonde toen in Liefkenshoek; zij hertr. Johannes Croesten (zie aldaar); uit dit huw.

    ged. Liefkenshoek:

    a. Gerrit Gerritsen, 7-12-1721; getuigen: Wilhelm Rouveroy en Maiken van Overbeek, vrouw van Paschier Ariesen.

    b. Willem Gerrits, 8-8-1723; getuigen: Willem van Haren en Jacoba Rouveroy. c. Maria Hermina Gerrits, 21-7-1726; getuigen: Jacob van Dijk en Cornelia

    Nagelkerke.

    d. Hendrina Cornelia Gerrits, 9-5-1728; getuigen: Willem en Cornelia Rouveroy.

    16. Joannes Geeraerts, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 6-4-1736 Anna Catharina Nicen.

    17. Gerardus (Gerrit) Gerrits(e), soldaat; begr. Lillo 7-12-1745; tr. Margaretha Meijers; uit dit huw. r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Joannes Henricus Gerrits, 25-8-1740; begr. Lillo 19-10-1740.

    18. Johannes Gerrits, soldaat; begr. Lillo (geref.) 7-12-1745.

    19. Herman Gerritse, soldaat, begr. Lillo (geref.) 25-2-1747.

    20. Hermanus Garrits (mog. identiek met nr. 19), tr. Bernardina Machielis; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Maria Garrits, 6-3-1746.

    21. Cornelis Gerrits, werd in 1747 samen met Jan van der Putte betaald voor het maken en leveren van 200 facines te Lillo;

    25 zijn ontvingen tesamen fl. 18 en 18 stuivers.

    26

    22. Joannes Gerres, tr. Bernadrina Pesen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:

    a. Joannes Gerres, 11-4-1771.

    1 ZA, SZ, inv. 485, 30-3-1618.

    2 ZA, SZ, inv. 490, 25-4-1629.

    3 Idem, 18-5-1629.

    4 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2456.

    5 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 145.

    6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 2; zie ook: deel 3c, p. 546-552.

    7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 2; zie ook: deel 3c, p. 546-552.

    8 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K535, fol. 40, boek 12.

    9 ZA, SZ, inv. 497, 4-10-1638, fol. 170v.

  • 33

    10 ZA, SZ, inv. 498, 12-11-1641, fol. 384v.

    11 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.

    12 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 106, akte nr. 75.

    13 MHC Bergen op Zoom, Lidmatenlijst geref. kerk Ossendrecht/Woensdrecht 1653-1721.

    14 ZA, SZ, inv. 665, 7-11-1669.

    15 NA, Raad van State, inv.nrs. 1575 (verbaal 1669 september). Met dank aan H.Uil voor het verstrekken van

    deze informatie.

    16 ZA, SZ, inv. 667, 24-3-1671.

    17 NA, Raad van State, inv. 1578, verbaal voorjaar 1678, fol. 18.

    18 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 22.

    19 ZA, Rekenkamer Zeeland, D 23710.

    20 ZA, Lidmatenlijst IJzendijke 1662-1683, fol. 84.

    21 ZA, SZ, inv. 699, 20-2-1691.

    22 Idem, 7-8-1691.

    23 Idem, inv. 7363 en 7383/7432.

    24 ZA, RB, inv. 278, 11-4-1727.

    25 Een fascine is een bundel takken ter bekleding en versteviging van een aarden verdedigingswerk.

    26 ZA, SZ, inv. 1377.1, brief van Jacobus Ermerins aan de GR d.d. 17-9-1747 met bijlage (“memorie”),

    behandeld door de GR op 20-9-1747.

    Gershoven, van Jaques van Gershove(n), geb. Maastricht; benoemd tot kapitein van een compagnie van het

    Staatse leger op 18-3-1626; was eerder luitenant in de compagnie van kapitein Mentten; 1

    op 9-10-1626 kreeg hij opdracht van de Gec. Raden om zich met zijn compagnie uit Axel

    naar Liefkenshoek te verplaatsen; 2 doopgetuige Liefkenshoek 19-9-1627 en 17-9-1628;

    3

    wederom vermeld als kapitein op 20-9-1633 op de Kruisschans, toen de vrouwen en de

    bagage van de compagnie van kapitein Gershoven van logementen moesten worden

    voorzien; 4 diverse malen vermeld als kapitein in 1634;

    5 op 14-11-1634 werd hij door de

    Gec. Raden verzocht om met zijn compagnie langer op het fort Hoogerwerve te verblijven; 6 verbleef met zijn compagnie op fort Kruisschans in 1635;

    7 op 18-3-1636 werd hij door de

    Gec. Raden naar Lillo gezonden om zich daar met zijn compagnie, met inbegrip van

    vrouwen en bagage, te legeren; 8 vermeld als commandeur te Lillo op 29-4-1636 en 4-3-

    1637; 9 op 21-2-1637 besloten de Gec. Raden zijn halve compagnie van Liefkenshoek naar

    Lillo te verplaatsen; 10

    op 3-6-1637 was hij met zijn compagnie gelegerd op schepen voor

    het fort St. Anna (in de Polder van Namen) en kreeg hij van de Gec. Raden opdracht Zuid-

    Beveland binnen te trekken; 11

    overl. vóór 27-12-1638; werd toen als kapitein opgevolgd

    door Philips Campe (zie aldaar); 12

    tr. N.N.; had een dochter (N.N., mog. Maria) die huwde

    met Diederik Boele (zie aldaar); zij overleed verm. in 1634. 13

    1 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 113.

    2 ZA, SZ, inv. 489, 9-10-1626.

  • 34

    3 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.

    4 ZA, SZ, inv. 494, 20-9-1633, fol. 58 v.

    5 Idem, 7-3-1634, fol. 219 en ZA, SZ, inv. 495, 6-7-1634, fol. 7 v.

    6 ZA, SZ, inv. 495, 14-11-1634, fol. 97 v.

    7 GA Goes, RAZE 2054, fol. 169.

    8 ZA, SZ, inv. 496, 18-3-1636, fol. 45.

    9 Idem, 29-4-1636, fol. 76 v en 77 en 4-3-1637, fol. 36 v.

    10 Idem, 21-2-1637, fol. 27 v.

    11 Idem, 3-6-1637, fol. 85 v.

    12 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 213.

    13 GA Goes, RAZE 2054, fol. 169.

    Gerson Jacob Gerson, waarsch. identiek met Jaques Gershove(n); doopgetuige Liefkenshoek 11-

    12-1622. 1

    1 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.

    Gerstemeter Johannes Gerstemeter, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 13-8-1743.

    Geskens Pieter Geskens, werd op 24-3-1673 vanuit Middelburg als appointé (= oude en/of

    verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1

    1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.

    Gesquire Mathys Gesquire, verm. militair; tr. Nicolle (Nicomaesken) Cabot; uit dit huw. ged.

    Liefkenshoek:

    a. Judicht Gesquire (Ghiquer”), 14-4-1624; getuigen: Paulus de Nijs en Anthonette de Larue.

    b. Paulus Gesquire, 6-7-1625; getuigen: Paulus de Nys en Pyrenne Pieters.

    Get, de Augustin de Get, geb. Bergen op Zoom, zoon van Aert Augustijn de Get(h) (Gett)

    (herbergier te Bergen op Zoom) en Goeltjen Hendricks uit Goirle; was in 1631 ruiter onder

    Van Eekeren; was in 1651 en 1652 ruiter onder Ferutius (Verutius) in het garnizoen te

    Bergen op Zoom; 1 was in 1661 ruiter onder ritmeester Buat; op 10-1-1662 besloten de GR

    van Zeeland hem aan te stellen als appointé (= oude en/of verminkte militair); als zodanig

    vermeld in 1666; 2 in 1668 vermeld als oud-ruiter en als pachter “onder Lijnde”;

    3 werd op

  • 35

    24-3-1673 vanuit Bergen op Zoom als appointé geplaatst op het fort Kruisschans; 4 overl.

    vóór 29-1-1677; otr. (1) Bergen op Zoom 29-1-1631, tr. (1) aldaar 26-2-1631 Sara

    Hermans, geb. Bergen op Zoom; otr. (2) Janneken Pieters; zij otr. Bergen op Zoom

    (omschreven als weduwe van Augustin de Geth) 29-1-1677 Gerrit Fredericks van Goor,

    ruiter onder Wassenaar; uit het eerste huwelijk ged. Bergen op Zoom:

    f. Arnout de Get, 11-8-1632; getuigen: Aert Cornelissen, Willemyntgen Pieters en Tanneken de Get.

    g. Harman de Get, 6-8-1634; getuigen: Warnert Harmans, Jan Marle en Maijken Cornelis. h. Cornelis de Get, 16-7-1638; getuigen: Arnout Cornelissen, Margriete Harmans en

    Catelijne Pieters.

    i. Goeltien de Gedt, 5-8-1640; getuigen: Jan Hermans, Janneken Herckmans en Barbara Goverts.

    j. Hendrick de Get, 2-3-1642; getuigen: Balloo Herckema, Maria Frans en Maria Aerts. k. Johannes de Get, 15-5-1644; getuigen: Zara Harmans en Margriet Harmans. l. Maria de Geth, 23-2-1646; getuigen: Abernaert Harmans, Ballo Harckmans, Maria

    Arnouts en Goeltgen de Geth.

    m. Harmannus de Get, 12-2-1648; getuigen: Margriet Harmans, Jan Harmans en Willem Borren [deze is elders omschreven als William Borne, kanonnier].

    n. Goeltien de Gedt, 22-2-1650; getuigen: Pieter van Eck, Heyndrick van Lier, Anneken Pagé en Janneken Rals.

    o. Arnoldus de Get, 25-4-1653; getuigen: Nijs Adriaensen, Johannes Noijdens, Susanna Dogen en Janneken Coenen.

    Uit het tweede huw. ged. Bergen op Zoom:

    p. Sara de Get, 15-6-1665; getuigen: Wouter Adriaenssen, Jan de Haen, Aelken de Wit, Tanneken Vasen en Mariken Jans.

    q. (verm.) Sijken de Gedt, 16-11-1667 (moeder omschreven als Janneken Augustijns); getuigen: Martijn Martens, Geerit Willemssen, Lijnken Bijncken en Catalijn de Bruijn.

    r. Marijken de Get, 15-4-1670; getuigen: Jan Crieffen, Cornelie Noulaars en Marie de Get.

    1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 13, akte nr. 6, 23-6-1651 en 102, akte nr. 46, 30-4-1652.

    2 Idem, inv. 89, akte nr. 82, 8-9-1666.

    3 Idem, inv. 118, akte nr. 100, 18-9-1668.

    4 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.

    Geurts Hendrik Geurts, soldaat; overl. Lillo 17-3-1775.

    Geus, de Frans de Geus, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein

    Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1

    1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 4 ; zie ook: deel 3c, p. 546-552.

  • 36

    Geuterman Philip Geuterman, soldaat; overl. fort Lillo 23-10-1779.

    Geutrich Frans Georg Geutrich, soldaat; op 14-6-1781 overleed te fort Lillo zijn zoon Johann

    Geutrich.

    Geuzendam Hendrik Geuzendam, kanonnier; overl. fort Lillo 7-9-1782.

    Gevers 1. Elisabeth Gevaerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-6-1707.

    2. Anna Maria Gevers, geb. Hoogstraten ca. 1718; vestigde zich in 1770 in Lillo-Zuidland; woonde als weduwe in 1796 aldaar in bij het gezin Taertwyck-Somers.

    1

    1 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A.

    Geyter, de Jan de Geyter, verkocht op 18-2-1675 voor fl. 600 een huis in de Zuidvoorstraat te Doel aan

    Jan de Rie; zijn schoonmoeder was Aldegonde Vrients. 1

    1 RAB, DK, inv. 15, fol. 301, 18-2-1675.

    G(h)ijsen, Gijzen, (van der) 1. Anthonij Ghijssen, op 12-7-1633 vermeld als kapitein te Lillo. 1

    2. Adriaen Gijssen, landman uit Ketenisse; werd op 14-7-1633 te Lillo betaald voor het leveren van stro; hij ontving een bedrag van ₤ 10 Vlaams;

    2op 10-5-1639 werd hem

    door de Gec. Raden te kennen gegeven dat hij zich diende te onthouden van het

    vervoeren van beesten uit Doel, St. Anna en Ketenisse naar buitengelegen schorren;

    verder werd erop toegezien dat zijn schuit verkocht werd; 3 tr. Judich [Judith?]

    Adriaensen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Adriaen Ghysen, 12-11-1634; getuige: Mayeken Hendriks; doopgetuige Liefkenshoek 19-1-1659.

    3. Hendrik Gysens; tr. Cathalina Gysens; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:

    a. Margrita Gysens, 24-9-1634; getuigen: Marinis van Strien, Adriaen Mattheussen, Susanna Snoecx, Pieternelle leenderts en Seleke Aelmonts.

    4. Jasper Gijsen, schrijver; werd in de eerste helft van 1639 te Lillo betaald wegens gemaakte onkosten voor het stofferen van de korf te Middelburg op last van de heer De

    Moor (= verm. Jacques of Johannes de Moor). 4

  • 37

    5. Pieter Ary Gijsen, verm. zoon van nr. 2, was in 1676 (en latere jaren) eigenaar van 2 gemeten land in de polder St. Anna-Ketenisse;

    5 tr. Janneken Centen; uit dit huw. ged.

    Liefkenshoek:

    a. Maeyken Gysen, 27-9-1648; getuigen: Cornelis Dronkaarts, Claes Arentsen, Tanneken Boogaart en Syntie Verhulst.

    6. Cornelis Ary Gijssen, verm. zoon van nr. 2; was in 1676 (en latere jaren) pachter van 3 gemeten land in de polder St. Anna-Ketenisse.

    6

    7. Claes Ary Gijsen, verm. zoon van nr. 2; 7 was in 1676 (en latere jaren) pachter van 24 gemeten en 200 roeden land in de polder van Doel en van een dijk in deze polder van

    100 roeden; 8 tr. (1) Adriaentie Mertens; tr. (2) Maria Joosen; tr. (3) Lijsebeth N.N.; zij

    beklaagde zich er in 1677 over dat zij door opmerkingen van de predikant van

    Liefkenshoek (Petrus Smytegelt) door haar man bijna was doodgeslagen; zij had om

    die reden “de religie verlaten”; 9 uit het eerste huw.:

    a. Martyntie Gysen, ged. Liefkenshoek 6-8-1651; getuigen: Gys Arissen en Maria Meertens.

    b. Catalina Gysen, ged. Liefkenshoek 1-3-1654; getuigen: Meester Pieter de Staje [waarsch. chirurgijn] en Dingentie Paschiers Kille.

    c. (verm.) Elisabeth Claessens Argijssens, op 17-11-1679 vermeld als echtgenote van Gommer Schalck (zie aldaar).

    Uit het tweede huwelijk ged. Liefkenshoek:

    d. Adriana Gysen, 19-1-1659; getuigen: Ary Aryssen Gysen, Jan Joosten en Adriana Pieters.

    8. Pieter Mertens Gijssen, als schipper vermeld te Lillo in 1663. 10

    9. Jan Gijsen, bakker in het fort Lillo op 30-10-1685; kreeg toen toestemming om op een bepaalde plaats in het fort zijn “winterbrant” op te slaan.

    11

    10. Ary Jacobsen van der Gijzen, als schipper vermeld te Lillo in 1691; 12 herbergier in “De Roose” in het dorp Doel; kocht 18-5-1693 de helft van deze herberg; borg stond

    zijn broer Marten Jacobs, die toen in de polder van Lillo woonde; de andere helft van

    de herberg was in bezit van de wezen van Thomas Jansen Brom, die door de armen van

    Liefkenshoek werden onderhouden en niet aan hun verplichtingen konden voldoen; 13

    werd in 1701 betaald voor het leveren van 9.600 oude stenen voor het maken van de

    sortiepoort onder de wal te Lillo; 14

    voor zijn begrafenis werd in december 1701 aan de

    diaconie van Liefkenshoek 5 schellingen betaald; 15

    tr. Maria Lindersen (Leenderts),

    overl. in “De Roose” kort voor 1-3-1695; uit dit huwelijk: 16

    a. Ariaentie Jacobsen, ged. Liefkenshoek 15-6-1681; getuigen: Cornelis Leenderts, Simon Vercouteren en Maria Cornelissen Boenders; vermeld als 14 jaar oud op 1-

    3-1695; tr. Huybrecht Jansen Heyns; zie aldaar.

  • 38

    b. Esther Arisen Geyze, geb. Doel, ged. Liefkenshoek 25-11-1685; getuigen: Maerten Jacobs en Elisabet Pieters; begr. Poortvliet 1-5-1752; tr. (1) Jan Oostdorp;

    tr. (2) Jan Bils; otr. (3) Nieuw-Vossemeer 13-8-1720, tr. (3) aldaar 18-8-1720

    Adriaan Jacobs van Poortvliet, geb. Poortvliet, begr. aldaar 8-12-1735.

    c. Elisabet Jacobsen, ged. Liefkenshoek 16-3-1688; getuigen: Johannis van de Velde (kapitein-luitenant van de heer overste Schotte) en G