945 Ernst & Young: Invoering Digitaal Patiëntendossier Lukt Niet Per 1 Januari 2006

2
instellingen/ict 101 zorg & financiering > 6-2005 Jellinek verstrekt nog altijd voorkeursbehande- lingen voor betalende cliënten tegen wachtlijst. Dit stelt Keith Bakker van Smith & Jones. Wanneer cliënten bereid zijn om Christian Krappel, de directeur van de Jellinekkliniek, een aanzienlijk bedrag per uur te betalen, krijgen zij binnen vierentwintig uur een behandeling naar keuze. Andere verslaafden, mensen in het zie- kenfonds of zonder geld, moeten gemiddeld drie tot zes maanden wachten op een opname voor behandeling. Keith Bakker van Smith & Jones vindt dat onethisch. Keith Bakker is de oprichter van Smith & Jones Addiction Consultants, een bedrijf gespeciali- seerd in het consulteren en verwijzen van men- sen met een verslaving naar adequate zorg al dan niet in het buitenland. Bakker zet grote vraagtekens bij de vermeende voorkeursbehan- deling voor welvarende cliënten: ‘Een dergelijke voorkeursbehandeling is volgens mij onethisch voor een door de staat gesubsidieerd behande- lingscentrum zoals de Jellinekkliniek.’ Al in april 2004 berichtte NRC Handelsblad over de voorkeursbehandeling. Je hoeft slechts een bepaald nummer te bellen en kunt binnen 24 uur worden geholpen. ‘Inmiddels is er nog altijd niets veranderd. Een alcoholverslaafde die in het ziekenfonds zit, moet soms tot wel zes maanden wachten op zijn of haar behandeling. Vaak moet de cliënt met andere mensen in vervelende wachtkamers zitten en wordt hij of zij soms als een soort ex-veroordeelde behandeld.’ Bakker vervolgt: ‘Iemand die veel geld neerlegt kan daar- entegen binnen 24 uur worden behandeld en een intake krijgen op een plaats naar keuze.’ Het voorkeursbeleid van Jellinek voor rijke men- sen is volgens Bakker een initiatief van het bestuur van de Jellinek. Bakker: ‘Patiënten zonder geld sterven wekelijks door de veel te lange wacht- lijsten voor behandeling van drugsverslaving en alcoholverslaving. Mogelijk ontstaan de wacht- lijsten deels door de voorkeursbehandelingen die de directie verstrekt aan cliënten met geld.’ Bron: persbericht Smith & Jones Addiction Consultants, 16 juni 2005< 944 jellinek geeft rijken voorkeursbehandeling De doelstelling van het Ministerie van VWS om op 1 januari 2006 een landelijk eMedicatie- dosier te hebben, wordt niet gehaald. Dit con- cluderen Ernst & Young en Doxis Informatie- managers op basis van een onderzoek onder 821 huisartsen, medisch specialisten en apothe- kers naar de status en voortgang van de invoe- ring. ‘Het Ministerie van VWS werkt hard aan de invoering van het landelijke eMedicatiedossier. De meeste zorgverleners (huisartsen, specia- listen en apothekers) lopen echter achter op het invoeringsschema.’ Dit stellen N. Huizing en D. Utermark van Ernst & Young. Zij ondervroe- gen in de periode maart tot en met april dit jaar 821 huisartsen, medisch specialisten en apothe- kers hierover. ‘Vooralsnog zal een beperkt aan- tal zorgverleners gebruik gaan maken van de infrastructuur die het mogelijk maakt patiënten- dossiers digitaal te beheren. Het overgrote deel van de zorgverleners is echter niet bij een regio- naal zorgnetwerk betrokken en zal dus ook niet op korte termijn op de regionale ICT-infrastruc- tuur en daarmee op de landelijke infrastructuur kunnen aansluiten. Het is voor een zorgverlener > ict 945 ernst & young: invoering digitaal patiëntendossier lukt niet per 1 januari 2006

Transcript of 945 Ernst & Young: Invoering Digitaal Patiëntendossier Lukt Niet Per 1 Januari 2006

Page 1: 945 Ernst & Young: Invoering Digitaal Patiëntendossier Lukt Niet Per 1 Januari 2006

instellingen/ict

101zorg & financiering > 6-2005

Jellinek verstrekt nog altijd voorkeursbehande-lingen voor betalende cliënten tegen wachtlijst.Dit stelt Keith Bakker van Smith & Jones.

Wanneer cliënten bereid zijn om ChristianKrappel, de directeur van de Jellinekkliniek, eenaanzienlijk bedrag per uur te betalen, krijgen zijbinnen vierentwintig uur een behandeling naarkeuze. Andere verslaafden, mensen in het zie-kenfonds of zonder geld, moeten gemiddelddrie tot zes maanden wachten op een opnamevoor behandeling. Keith Bakker van Smith &Jones vindt dat onethisch.Keith Bakker is de oprichter van Smith & JonesAddiction Consultants, een bedrijf gespeciali-seerd in het consulteren en verwijzen van men-sen met een verslaving naar adequate zorg aldan niet in het buitenland. Bakker zet grotevraagtekens bij de vermeende voorkeursbehan-deling voor welvarende cliënten: ‘Een dergelijkevoorkeursbehandeling is volgens mij onethischvoor een door de staat gesubsidieerd behande-lingscentrum zoals de Jellinekkliniek.’

Al in april 2004 berichtte NRC Handelsblad overde voorkeursbehandeling. Je hoeft slechts eenbepaald nummer te bellen en kunt binnen 24 uurworden geholpen. ‘Inmiddels is er nog altijdniets veranderd. Een alcoholverslaafde die in hetziekenfonds zit, moet soms tot wel zes maandenwachten op zijn of haar behandeling. Vaak moetde cliënt met andere mensen in vervelendewachtkamers zitten en wordt hij of zij soms alseen soort ex-veroordeelde behandeld.’ Bakkervervolgt: ‘Iemand die veel geld neerlegt kan daar-entegen binnen 24 uur worden behandeld en eenintake krijgen op een plaats naar keuze.’Het voorkeursbeleid van Jellinek voor rijke men-sen is volgens Bakker een initiatief van het bestuurvan de Jellinek. Bakker: ‘Patiënten zonder geldsterven wekelijks door de veel te lange wacht-lijsten voor behandeling van drugsverslaving enalcoholverslaving. Mogelijk ontstaan de wacht-lijsten deels door de voorkeursbehandelingen diede directie verstrekt aan cliënten met geld.’Bron: persbericht Smith & Jones Addiction Consultants,16 juni 2005<

944 jellinek geeft rijken voorkeursbehandeling

De doelstelling van het Ministerie van VWS omop 1 januari 2006 een landelijk eMedicatie-dosier te hebben, wordt niet gehaald. Dit con-cluderen Ernst & Young en Doxis Informatie-managers op basis van een onderzoek onder821 huisartsen, medisch specialisten en apothe-kers naar de status en voortgang van de invoe-ring.

‘Het Ministerie van VWS werkt hard aan deinvoering van het landelijke eMedicatiedossier.De meeste zorgverleners (huisartsen, specia-listen en apothekers) lopen echter achter op het

invoeringsschema.’ Dit stellen N. Huizing enD. Utermark van Ernst & Young. Zij ondervroe-gen in de periode maart tot en met april dit jaar821 huisartsen, medisch specialisten en apothe-kers hierover. ‘Vooralsnog zal een beperkt aan-tal zorgverleners gebruik gaan maken van deinfrastructuur die het mogelijk maakt patiënten-dossiers digitaal te beheren. Het overgrote deelvan de zorgverleners is echter niet bij een regio-naal zorgnetwerk betrokken en zal dus ook nietop korte termijn op de regionale ICT-infrastruc-tuur en daarmee op de landelijke infrastructuurkunnen aansluiten. Het is voor een zorgverlener

> ict

945 ernst & young: invoering digitaal patiëntendossier lukt nietper 1 januari 2006

ZenF0605-cyaan.qxd 13-7-2005 14:38 Pagina 101

Page 2: 945 Ernst & Young: Invoering Digitaal Patiëntendossier Lukt Niet Per 1 Januari 2006

kwaliteitsbeleid

102 6-2005 > zorg & financiering

technisch complex en financieel onaantrekkelijkom zelfstandig aan te sluiten op de landelijkeinfrastructuur’, aldus Huizing.Ook blijkt uit het onderzoek dat, van de respon-denten die deelnemen aan een regionaal zorg-netwerk, het merendeel niet weet wat in hunregio de stand van zaken is op het gebied van deinvoering van het eMedicatiedossier. Daarnaastis niet duidelijk welke informatie moet wordenopgenomen of wie toegang krijgt tot heteMedicatiedossier. Onduidelijkheid is er ookover de mate waarin de patiënt betrokken moetworden. Dit verschilt per respondentengroep,maar een kleine meerderheid ziet helemaal geenrol voor de patiënt. De regio’s Noord-HollandNoord en Zwolle hebben van het Ministerieextra budget ontvangen om ervaring op te doenmet de ontwikkeling van een regionaaleMedicatiedossier en deze ervaring beschikbaarte stellen aan de overige drie regio’s. Uit hetonderzoek blijkt dat deze extra gelden niet heb-ben geleid tot een verder gevorderd eMedicatie-dossier dan in de overige regio’s.

In bijvoorbeeld de regio Almere is 71 procentvan de huisartsen aangesloten op een regionaleICT-infrastructuur. Dit in tegenstelling tot detwee regio’s; Noord-Holland Noord (18%) enZwolle (37%). ‘Het is belangrijk om met de koe-pelorganisaties een document op te stellenwaarin verschillende aspecten duidelijk wordengedefinieerd. Hierbij moet worden gedacht aanwelke zorgverleners welke toegang krijgen,welke gegevens minimaal dienen te wordenopgenomen en welke taak, rol en verantwoorde-lijkheid de patiënt heeft’, zegt Huizing. ‘Ook ishet van belang dat een inventarisatie wordtgemaakt van de zorgverleners, buiten de huis-artsen, specialisten en apothekers, die ook ophet landelijke eMedicatiedossier moeten wordenaangesloten. Verder moet vanuit het Ministerievan VWS en het Nationaal ICT Instituut in deZorg een apart traject worden opgestart met alsexpliciete doelstelling de aansluiting van allezorgverleners in een regionaal zorgnetwerk.’ Bron: persbericht Ernst & Young, 28 juni 2005<

Het Ministerie van VWS en het College voorzorgverzekeringen (CVZ) starten een onderzoeknaar de voor- en nadelen van ‘e-health’, zoalshet bestellen van medicijnen via internet.

Minister Hoogervorst schrijft dit in een brief aande Tweede Kamer. Volgens de bewindsman kan‘e-health’ leiden tot tijdsbesparing, kostenver-mindering en kwaliteitsverbetering. Maar daar-naast kan het voorschrijven van medicijnen viainternet negatieve gevolgen hebben. ‘Dit moetmet uiterste zorgvuldigheid gebeuren’, schrijft

Hoogervorst. Evenals de Koninklijke Neder-landse Maatschappij tot bevordering derGeneeskunst (KNMG), vindt Hoogervorst datalleen medicijnen via internet kunnen wordenvoorgeschreven als de arts de patiënt al onderbehandeling heeft. De Minister overlegt met hetCVZ over het starten van een onderzoek naaronder meer de veiligheid, bekostiging, kwaliteiten doelmatigheid van ‘e-health’. De resultatenmoeten in december 2005 bekend zijn.Bron: bericht Ministerie van VWS, 21 juni 2005<

946 minister onderstreept zorgvuldigheid bij internetmedicatie

ZenF0605-cyaan.qxd 13-7-2005 14:38 Pagina 102