895 Toekomstverkenning Vrijwillige Inzet 2015

1
zorg 68 7-2007 > zorg & financiering Evenals in 2005 zal in 2015 ongeveer een kwart van de bevolking regelmatig vrijwilligerswerk verrichten. Ontkerkelijking heeft negatieve ge- volgen voor de geneigdheid om vrijwilligers- werk te doen, terwijl de stijging van het oplei- dingspeil hier weer een positieve invloed op heeft. Vrijwillige inzet wordt steeds meer een individuele keuze waaraan ook voorwaarden worden verbonden. Organisaties zullen hierop moeten inspelen. Onzekere beleidsfactoren zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning en de uitwerking van de maatschappelijke stages. Naast nieuwe vormen van vrijwilligerswerk (vrijwillige inzet) worden meer verplichtende vormen van maatschappelijke inzet belangrijker. Dit zijn enkele conclusies uit Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015, een publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) die on- langs samen met een toekomstverkenning informele zorg is aangeboden aan staatssecreta- ris Bussemaker van VWS. In het rapport geven prof. dr. Paul Dekker, dr. Joep de Hart en drs. Laila Faulk een beeld van de toekomstige ont- wikkeling van het vrijwilligersaanbod in Neder- land. Voor de verkenning zijn diverse achter- grondstudies gemaakt, die alle beschikbaar zijn via de website van het Sociaal en Cultureel Plan- bureau (www.scp.nl ) of later dit jaar zullen ver- schijnen in het vijfde en laatste deel van de SCP- serie Civil society en vrijwilligerswerk’. De verkenning is gemaakt op verzoek van het ministerie van VWS. Bron: ‘Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015’, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, SCP-publi- catie 2007/12 ISBN 978 90 377 0311 5< 895 toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015 > verslavingszorg 896 geld voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid niet goed verdeeld De bekostiging van het rijk voor de maatschap- pelijke opvang en het verslavingsbeleid blijkt onvoldoende aan te sluiten bij de kosten die ge- meenten maken op dit terrein. Een onderzoek naar een betere verdeling van die gelden is op dit moment nog niet voldoende betrouwbaar om tot een structurele herverdeling van midde- len over te gaan. Tot deze conclusie komt de Raad voor de financiële verhoudingen in een advies aan de staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Duidelijk is wel dat er grote verschillen bestaan in de eigen gemeentelijke bijdrage in aanvulling op de rijksbijdrage. Het is echter nog onvol- doende duidelijk waardoor deze verschillen ont- staan. Dit belemmert de ontwikkeling van deug- delijke verdeelmodellen en de interpretatie van de uitkomsten. Een verdeling waarbij rekening wordt gehouden met de zwaarte van de zorg- vraag is een goed criterium voor een rechtvaardi- ge verdeling van middelen. De wijze waarop de opvangdruk wordt vastgesteld, acht de Raad niet solide genoeg. Dit wordt bevestigd door de niet altijd even logische uitkomsten. De Raad denkt wel dat het mogelijk is om op basis van de gegevens van het onderzoeksrap- port, na een kritische toetsing van de gegevens, te komen tot een rechtvaardiger verdeling van middelen, die recht doet aan de verschillen in de kosten tussen de centrumgemeenten. Bronnen: ministerie van Binnenlandse Zaken, 4 juni 2007 en Raad voor de financiële verhoudingen, 4 juni 2007<

Transcript of 895 Toekomstverkenning Vrijwillige Inzet 2015

zorg

68 7-2007 > zorg & financiering

Evenals in 2005 zal in 2015 ongeveer een kwartvan de bevolking regelmatig vrijwilligerswerkverrichten. Ontkerkelijking heeft negatieve ge-volgen voor de geneigdheid om vrijwilligers-werk te doen, terwijl de stijging van het oplei-dingspeil hier weer een positieve invloed opheeft. Vrijwillige inzet wordt steeds meer eenindividuele keuze waaraan ook voorwaardenworden verbonden. Organisaties zullen hieropmoeten inspelen. Onzekere beleidsfactoren zijnde Wet maatschappelijke ondersteuning en deuitwerking van de maatschappelijke stages.Naast nieuwe vormen van vrijwilligerswerk(vrijwillige inzet) worden meer verplichtendevormen van maatschappelijke inzet belangrijker.

Dit zijn enkele conclusies uit Toekomstverkenningvrijwillige inzet 2015, een publicatie van het

Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) die on-langs samen met een toekomstverkenninginformele zorg is aangeboden aan staatssecreta-ris Bussemaker van VWS. In het rapport gevenprof. dr. Paul Dekker, dr. Joep de Hart en drs.Laila Faulk een beeld van de toekomstige ont-wikkeling van het vrijwilligersaanbod in Neder-land. Voor de verkenning zijn diverse achter-grondstudies gemaakt, die alle beschikbaar zijnvia de website van het Sociaal en Cultureel Plan-bureau (www.scp.nl ) of later dit jaar zullen ver-schijnen in het vijfde en laatste deel van de SCP-serie Civil society en vrijwilligerswerk’.De verkenning is gemaakt op verzoek van hetministerie van VWS.Bron: ‘Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015’,Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, SCP-publi-catie 2007/12 ISBN 978 90 377 0311 5<

895 toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015

> verslavingszorg

896 geld voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid nietgoed verdeeld

De bekostiging van het rijk voor de maatschap-pelijke opvang en het verslavingsbeleid blijktonvoldoende aan te sluiten bij de kosten die ge-meenten maken op dit terrein. Een onderzoeknaar een betere verdeling van die gelden is opdit moment nog niet voldoende betrouwbaarom tot een structurele herverdeling van midde-len over te gaan. Tot deze conclusie komt deRaad voor de financiële verhoudingen in eenadvies aan de staatssecretaris Bussemaker vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport.

Duidelijk is wel dat er grote verschillen bestaanin de eigen gemeentelijke bijdrage in aanvullingop de rijksbijdrage. Het is echter nog onvol-doende duidelijk waardoor deze verschillen ont-staan. Dit belemmert de ontwikkeling van deug-

delijke verdeelmodellen en de interpretatie vande uitkomsten. Een verdeling waarbij rekeningwordt gehouden met de zwaarte van de zorg-vraag is een goed criterium voor een rechtvaardi-ge verdeling van middelen. De wijze waarop deopvangdruk wordt vastgesteld, acht de Raad nietsolide genoeg. Dit wordt bevestigd door de nietaltijd even logische uitkomsten.De Raad denkt wel dat het mogelijk is om opbasis van de gegevens van het onderzoeksrap-port, na een kritische toetsing van de gegevens,te komen tot een rechtvaardiger verdeling vanmiddelen, die recht doet aan de verschillen in dekosten tussen de centrumgemeenten.Bronnen: ministerie van Binnenlandse Zaken, 4 juni2007 en Raad voor de financiële verhoudingen, 4 juni2007<