875 Macrokostendecompositie Toegepast Op Instellingen Voor Verstandelijk Gehandicapten

2
financiering 48 7-2007 > zorg & financiering Wiegel verwacht echter dat het nettobedrag waarover zorgkantoren uiteindelijk kunnen beschikken, aanmerkelijk kleiner zal zijn dan de genoemde groeiruimte van 257 miljoen euro, waarmee de NZa een evenwicht tussen zorg- vraag en contracteerruimte verwacht. Een groot deel van dit bedrag is nodig voor het wegwerken van de knelpunten uit 2006. Verder heeft de NZa de ontwikkeling van de geïndiceerde zorgvraag onvolledig in beeld gebracht. ZN verwacht dat de krapte met het budgettaire kader daardoor groter zal worden, omdat de zorgkantoren op aanwijzing van VWS de zorginkoop baseren op de indicaties. Het overzicht van de NZa geeft een landelijk beeld. Dit geldt ook voor de kanttekeningen die ZN bij het advies heeft aan de staatssecretaris heeft gemaakt. Per regio kunnen zaken anders uitpakken. Zorgkantoren zullen de ontwikke- ling van zorgindicaties bijhouden, evenals de ‘onder- en overproductie’ die bij aanbieders ont- staat. Waar mogelijk zal het zorgkantoor zelf, via her- schikking van contracteerruimte, tot een opti- male afstemming van zorgvraag en zorgaanbod komen. Maar het blijft een reële verwachting dat de toename van zorgindicaties het budgettaire kader te boven zal gaan. Omdat de zorgkantoren geen invloed hebben op die indicaties, zal ZN, de NZa en VWS aanspreken op een toereikende contracteerruimte. In juli verwacht ZN een reëel beeld van de groei van indicaties en de onder- en overproductie, afgezet tegen de regionale groeiruimte. De zorg- kantoren zullen in juli 2007 het beeld per regio aan de NZa kunnen voorleggen. Bron: ZN Journaal, 2007, nr. 25< 875 macrokostendecompositie toegepast op instellingen voor verstandelijk gehandicapten Tussen 1984 en 1998 zijn de variabele kosten van de algemene instellingen voor verstandelijk gehandicapten vrijwel verdubbeld. De ontwik- keling van de lonen en de prijzen van materiaal zijn verantwoordelijk voor de helft van deze kostentoename. Verder wordt de kostengroei veroorzaakt door met name de groei van de pro- ductieomvang en de autonome ontwikkeling (waarschijnlijk kwaliteitsverbetering). De zorg- zwaarte (intensiteit van de zorg), de schaaleffec- ten (omvang van de instellingen) en de doel- matigheid (efficiënt gebruik van middelen) leveren in de onderzochte periode slechts een bescheiden en soms temperende bijdrage aan de totale kostengroei. Dit zijn enkele conclusies uit Kosten in kaart. Een macrokostendecompositie toegepast op instellingen voor verstandelijk gehandicapten, een publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Hierin beschrijven de auteurs een nieuwe methode om de kostenontwikkelingen van publieke voorzie- ningen op landelijk niveau (macro) te herleiden (decompositie) tot achterliggende factoren zoals veranderingen in de productie, de prijzen en de kosten per product. Om de kosten per product nader te analyseren is de traditionele aanpak – op basis van landelijke kostencijfers – verder verfijnd door gebruik te maken van gedetailleerde informatie over instel- lingen. Hiermee kunnen de effecten van doel- matigheid (efficiënt gebruik van middelen), kwalitatieve ontwikkelingen en veranderingen in de productieomvang per instelling afzonder- lijk worden gemeten. Het onderzoek strekt zich uit over een periode van vijftien jaar: van 1984 tot 1998. Doel was vooral het ontwikkelen van een nieuwe methode die op een later moment kan worden toegepast op actuelere cijfers. Voor de periode na 1998 zijn als gevolg van de grote ver- anderingen in de sector niet voldoende gegevens over deze instellingen beschikbaar om de

Transcript of 875 Macrokostendecompositie Toegepast Op Instellingen Voor Verstandelijk Gehandicapten

Page 1: 875 Macrokostendecompositie Toegepast Op Instellingen Voor Verstandelijk Gehandicapten

financiering

48 7-2007 > zorg & financiering

Wiegel verwacht echter dat het nettobedragwaarover zorgkantoren uiteindelijk kunnenbeschikken, aanmerkelijk kleiner zal zijn dan degenoemde groeiruimte van 257 miljoen euro,waarmee de NZa een evenwicht tussen zorg-vraag en contracteerruimte verwacht. Een grootdeel van dit bedrag is nodig voor het wegwerkenvan de knelpunten uit 2006. Verder heeft de NZade ontwikkeling van de geïndiceerde zorgvraagonvolledig in beeld gebracht. ZN verwacht datde krapte met het budgettaire kader daardoorgroter zal worden, omdat de zorgkantoren opaanwijzing van VWS de zorginkoop baseren opde indicaties.Het overzicht van de NZa geeft een landelijkbeeld. Dit geldt ook voor de kanttekeningen dieZN bij het advies heeft aan de staatssecretarisheeft gemaakt. Per regio kunnen zaken andersuitpakken. Zorgkantoren zullen de ontwikke-

ling van zorgindicaties bijhouden, evenals de‘onder- en overproductie’ die bij aanbieders ont-staat.Waar mogelijk zal het zorgkantoor zelf, via her-schikking van contracteerruimte, tot een opti-male afstemming van zorgvraag en zorgaanbodkomen. Maar het blijft een reële verwachting datde toename van zorgindicaties het budgettairekader te boven zal gaan. Omdat de zorgkantorengeen invloed hebben op die indicaties, zal ZN,de NZa en VWS aanspreken op een toereikendecontracteerruimte.In juli verwacht ZN een reëel beeld van de groeivan indicaties en de onder- en overproductie,afgezet tegen de regionale groeiruimte. De zorg-kantoren zullen in juli 2007 het beeld per regioaan de NZa kunnen voorleggen.Bron: ZN Journaal, 2007, nr. 25<

875 macrokostendecompositie toegepast op instellingen voor verstandelijk gehandicapten

Tussen 1984 en 1998 zijn de variabele kostenvan de algemene instellingen voor verstandelijkgehandicapten vrijwel verdubbeld. De ontwik-keling van de lonen en de prijzen van materiaalzijn verantwoordelijk voor de helft van dezekostentoename. Verder wordt de kostengroeiveroorzaakt door met name de groei van de pro-ductieomvang en de autonome ontwikkeling(waarschijnlijk kwaliteitsverbetering). De zorg-zwaarte (intensiteit van de zorg), de schaaleffec-ten (omvang van de instellingen) en de doel-matigheid (efficiënt gebruik van middelen)leveren in de onderzochte periode slechts eenbescheiden en soms temperende bijdrage aande totale kostengroei.

Dit zijn enkele conclusies uit Kosten in kaart. Eenmacrokostendecompositie toegepast op instellingen voorverstandelijk gehandicapten, een publicatie van hetSociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Hierinbeschrijven de auteurs een nieuwe methode om

de kostenontwikkelingen van publieke voorzie-ningen op landelijk niveau (macro) te herleiden(decompositie) tot achterliggende factoren zoalsveranderingen in de productie, de prijzen en dekosten per product.Om de kosten per product nader te analyseren isde traditionele aanpak – op basis van landelijkekostencijfers – verder verfijnd door gebruik temaken van gedetailleerde informatie over instel-lingen. Hiermee kunnen de effecten van doel-matigheid (efficiënt gebruik van middelen),kwalitatieve ontwikkelingen en veranderingenin de productieomvang per instelling afzonder-lijk worden gemeten. Het onderzoek strekt zichuit over een periode van vijftien jaar: van 1984 tot1998. Doel was vooral het ontwikkelen van eennieuwe methode die op een later moment kanworden toegepast op actuelere cijfers. Voor deperiode na 1998 zijn als gevolg van de grote ver-anderingen in de sector niet voldoende gegevensover deze instellingen beschikbaar om de

Page 2: 875 Macrokostendecompositie Toegepast Op Instellingen Voor Verstandelijk Gehandicapten

algemeen/verzekeringen

49zorg & financiering > 7-2007

kostenontwikkelingen toe te wijzen aan achter-liggende factoren.Bronnen: ‘Kosten in kaart. Een macrokostendecomposi-tie toegepast op instellingen voor verstandelijk gehandi-

capten’, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag,SCP-publicatie 2007/9, ISBN 978 90 377 0143 2 enbericht SCP, 19 juni 2007<

> verzekeringen

876 onvz mag polisvoorwaarden niet aanpassen

Zorgverzekeraar ONVZ mag volgens de voorzie-ningenrechter niet tussentijds de voorwaardenvan zijn aanvullende zorgverzekeringen wijzi-gen en daarmee de dekking beperken. De zoge-noemde en-blocclausule is naar de maatstavenvan redelijkheid en billijkheid niet van toepas-sing. ONVZ heeft volgens de rechter niet vol-doende aannemelijk gemaakt dat de maatregelalleen gevolgen heeft voor de groep verzekerdendie excessief hoge claims heeft ingediend. Dezorgverzekeraar heeft aangegeven het adviesvan de minister te hebben gevolgd om eenruimhartig acceptatiebeleid te voeren voor deaanvullende verzekering. Dit ontslaat de zorg-verzekeraar echter niet van zijn eigen verant-woordelijkheid, aldus de voorzieningenrechterin zijn oordeel in het kort geding tussen ONVZen de Consumentenbond.

ONVZ wilde de polisvoorwaarden in april aan-passen omdat een beperkt aantal klanten exces-sieve bedragen claimde. Maar vele klanten heb-ben zich aangemeld bij ONVZ op basis van dereclamecampagnes waarin ONVZ zich profileertals betrouwbare zorgverzekeraar met een ruimedekking.Klanten van ONVZ mogen er volgens de rechterdan ook op rekenen dat zij voor een heel jaarvoor de kosten gedekt zijn die in de polisvoor-waarden van januari 2007 zijn genoemd. Tenzijer bijzondere omstandigheden zijn. Die heeftONVZ niet kunnen aantonen.

Andere mogelijkheden

Het feit dat ONVZ in 2007 bij een ongewijzigdevoortzetting van de individuele aanvullende ver-zekeringen een verlies op die verzekeringen zallijden, legt niet genoeg gewicht in de schaal.ONVZ heeft niet of onvoldoende onderbouwdwelke gevolgen dit verlies voor zijn financiëlepositie en vooral voor zijn solvabiliteit zal mee-brengen. De omvang van het verlies wordtbovendien beperkt, omdat ONVZ per 1 januari2008 opnieuw aanpassingen kan doorvoeren.Ook is onvoldoende aannemelijk gemaakt datzonder de dekkingsbeperkingen het excessieveclaimgedrag van een bepaalde groep verzeker-den zal leiden tot aanzienlijke premiestijgingenvoor alle verzekerden. ONVZ heeft anderemogelijkheden om het excessieve claimgedragin te perken en zou de personen om wie het gaatindividueel moeten benaderen in plaats vanpolisvoorwaarden aan te passen waardoor allecliënten gedupeerd worden. Het tegengaan vanexcessief-hoge of medisch niet-noodzakelijkeclaims op individuele basis vergt grotere inspan-ningen en hogere kosten dan het invoeren vanalgemene dekkingsbeperkingen. Dit kan echterniet rechtvaardigen dat aan alle aanvullend ver-zekerden kostenvergoedingen worden ontno-men die hun uitdrukkelijk door ONVZ warenvoorgespiegeld en die zij vervolgens met ONVZzijn overeengekomen, omdat deze maatregelvoor ONVZ voordeliger is.