76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods...

28
76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan de zonden, die gij bedreven hebt van af UW redelijk aan- wezen - van kindschheid, jeugd en meergevorderden leeftijd zonden, v66r dat de Heer u vrijmachtig verlichtte door &nen Geest en trok door Zijne genade. Neem vervolgens eene beschouwing van uwe afwijkingen en zonden sinds gij geroepen werdt ; - denk hoe gij al weder en weder zondigdet tegen licht en consciente, liefde en bloed. Aan welke ondank- baarheid, opstand, hoogmoed, eigengerechtigheid, vleeschelijk- heid en wereldschgezindheid hebt gij u schuldig gemaakt! Welke begeerlijkheden hebt gij gekoesterd in uw binnenste: wat gewaarwordingen van nijd, afgunst en toorn hebt gij in- gewilligd, zelfs tegen de gunstgenooten Gods 1 Zie op de luttele vergelding, welke gij den Heere deed voor die tijdelijke wel- daden, welke Hij u zoo rijk en overvloedig toevoegde, en op de nog meer ellendige bekentenis van die geestelijke barm- hartigheden, welke Hij zoo mild en vriendelijk als op uw hoofd laadde. Leg ze gezamenlijk in de eene schaal, en al uwe verdrukkingen, tijdelijke en geestelijke, in de andere; en zijn dan nog uwe verdrukkingen zwaar? Weeg uwe verdrukkingen tegenover uwe verdiensten ; onderzoek beider zwaarte, en beslist over dezelve of ze zwaar of licht zijn. Neen, moet gij zeggen, ik ben nu voldaan; indien mijne verdrukkingen verdubbeld, verhonderdvoudigd waren, zij zouden alle, alle lichter zijn dan hetgeen ik verdiende ; alle, alle zijn ze oneindig minder dan mijne zonden, bedreven tegen een’ heilig God, van Zijne hand verdienden. 2. Vervolgens, beschouw uwe verdrukkingen en lijden in vergelijking met de pijnen dergenen, die voor eeuwig onder Gods vreeselijke straf on verontwaardiging liggen, en vraag dan, of uwe verdrukkingen niet licht zijn, Luister naar het gekerm, het roepen, het Godslasterlijk verwenschen van die verdoemden in de hel. Vergelijk uwe verdrukkingen met de hunne, Eebt gij goede hoop in genade? Werd de Heere Jezus Christus ooit uwer ziele dierbaar? Geloofdet gij ooit, dat gij met Hem zult zijn in de gewesten der eeuwige gelukzaligheid? Vergelijk uwe verdrukkingen, schoon zwaar op zich zelven, met wat de verlorenen nu in een eeuwig wee reeds ondergaan. En zijn uwe verdrukkingen dan zwaar? 3. Nog eens: vergelijk uwe verdrukkingen en lijden met dat van den Heere Jezus, Werd uw rug ooit open gereten door geeselriemen 3 Werd uw hoofd ooit met doornen gekroond 3 Werden ooit uwe handen en voeten doornageld? Ja, beschouw Hem hangende aan het kruis, beschimpt van bespottende vijanden, verloochend en verlaten van Zijne vrienden, onder

Transcript of 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods...

Page 1: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

76

@j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wetgebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denkaan de zonden, die gij bedreven hebt van af UW redelijk aan-wezen - van kindschheid, jeugd en meergevorderden leeftijd

zonden, v66r dat de Heer u vrijmachtig verlichtte door&nen Geest en trok door Zijne genade. Neem vervolgenseene beschouwing van uwe afwijkingen en zonden sinds gijgeroepen werdt ; - denk hoe gij al weder en weder zondigdettegen licht en consciente, liefde en bloed. Aan welke ondank-baarheid, opstand, hoogmoed, eigengerechtigheid, vleeschelijk-heid en wereldschgezindheid hebt gij u schuldig gemaakt!Welke begeerlijkheden hebt gij gekoesterd in uw binnenste:wat gewaarwordingen van nijd, afgunst en toorn hebt gij in-gewilligd, zelfs tegen de gunstgenooten Gods 1 Zie op de luttelevergelding, welke gij den Heere deed voor die tijdelijke wel-daden, welke Hij u zoo rijk en overvloedig toevoegde, en opde nog meer ellendige bekentenis van die geestelijke barm-hartigheden, welke Hij zoo mild en vriendelijk als op uwhoofd laadde. Leg ze gezamenlijk in de eene schaal, en al uweverdrukkingen, tijdelijke en geestelijke, in de andere; en zijndan nog uwe verdrukkingen zwaar? Weeg uwe verdrukkingentegenover uwe verdiensten ; onderzoek beider zwaarte, en beslistover dezelve of ze zwaar of licht zijn. Neen, moet gij zeggen,ik ben nu voldaan; indien mijne verdrukkingen verdubbeld,verhonderdvoudigd waren, zij zouden alle, alle lichter zijn danhetgeen ik verdiende ; alle, alle zijn ze oneindig minder danmijne zonden, bedreven tegen een’ heilig God, van Zijne handverdienden.

2. Vervolgens, beschouw uwe verdrukkingen en lijden invergelijking met de pijnen dergenen, die voor eeuwig onderGods vreeselijke straf on verontwaardiging liggen, en vraagdan, of uwe verdrukkingen niet licht zijn, Luister naar hetgekerm, het roepen, het Godslasterlijk verwenschen van dieverdoemden in de hel. Vergelijk uwe verdrukkingen met dehunne, Eebt gij goede hoop in genade? Werd de Heere JezusChristus ooit uwer ziele dierbaar? Geloofdet gij ooit, dat gijmet Hem zult zijn in de gewesten der eeuwige gelukzaligheid?Vergelijk uwe verdrukkingen, schoon zwaar op zich zelven,met wat de verlorenen nu in een eeuwig wee reeds ondergaan.En zijn uwe verdrukkingen dan zwaar?

3. Nog eens: vergelijk uwe verdrukkingen en lijden metdat van den Heere Jezus, Werd uw rug ooit open geretendoor geeselriemen 3 Werd uw hoofd ooit met doornen gekroond 3Werden ooit uwe handen en voeten doornageld? Ja, beschouwHem hangende aan het kruis, beschimpt van bespottendevijanden, verloochend en verlaten van Zijne vrienden, onder

Page 2: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

77

de verberging van Gods aangezicht en bij het terugtrekkenvan het licht der zon, terwijl EQj de zonden van millioenendroeg onder al den toorn Gods, die deze waardig waren; -zie aan Z;jn bloedzweet en emartend lijden. Of boog zich ooituwe ziel in u, omdat gij met den doop van Jezus gedooptwerd, en den lijdensbeker van Hem ten bodem toe ledigdet?Aanzie den lijdenden Jezus ! Zie het Lam Gods in den hof enaan het kruis ! En waar ia dan uw lijden 3 Een weinig lichamelijkepijn, eenige kwijning en moeite in den morgen ; niet juist zoo veelgeld te hebben als gij wel wenschtet; een verdrukt kind, een echt-genoot, misschien meer tot beproeving dan tot ondersteuning. Gijmeent toch niet deze verdrukkingen te vergelijken met het lijdenen ‘de smarten van den God-Mensch? ! En de zaak in dit licht be-schouwd, kunt gij dan nog zeggen, dat uwe verdrukkingen zwaarzijn. Terecht zeide daarom de Apostel : ,onze lichte verdrukking.”@n zijne verdrukkingen waren voorzeker niet zeer licht. Lees maarhare verzameling bij 2 Cor. 6 en 11, de gevaren, die hij had te ver-dragen op het land en op de zee; bij herhaling leed hij schipbreuk,werd gesteenigd. gevangen genomen, zwervende het land door,buiten al zijne geeafelijke smarten en beproevingen. En nochtanszegt hij met het oog op die alle :haast voor bijgaat .”

,onze lichte verdrukking, die zeer

D. ,,Die zeer haast voorbijgaat” ; - al waren ze zwaar, zijduurden een oogenblik zegt de apostel. Wat is de tijd verge-leken bij de eeuwigheid? - Slechts een druppel waters bij deoceaan ;bewonen.

een greintje stof vergeleken bij de wereld, welke wijDeze zijn onvoldoende vergelijkingen. Tijd en eeuwig-

heid kunnen niet vergeleken worden. Veronderstel, dat uwe ver-drukkingen het gansche leven door duurden, en dat uw levenzoolang mogelijk was ; - neen nog meer, dat alle verdrukkingen,welke in lichaam en ziel konden gedragen worden, uw deelwaren: elk ongemak, dat uw lichaam kan treffen, elke verzoe-king, die uw gemoed kan benauwen, en elke angst, welkeneen gunetgenoot Gods immer trof, - eene zaak, schoon niet on-mogelijk, nochtans zeer onwaarechijnlijk; - maar zeg, dat al deverdrukkingen van Job, van Jeremia, van Jona, David, Paulusen de oude martelaren de uwe waren, en al de verdrukkingendergenen, die hun leven zoo hier als elders aan den moordstaakof het vuur der inquisitie overgaven, op u gelegd waren; o,-wanneer dit levenstooneel gesloten en uwe gelukkige ziel vanuit het lichaam in de gewesten der eeuwige gelukzaligheid over-gezet werd, wat zou dat voorleden in uwe schatting zijn, wanneergQ van uit de Hemelsche ‘woningen nederzaagt op deze aardebeneden, welke het tooneel van al deze verdrukkingen en droef-heden was ? - Een oogenblik. Doch niet al deze verdruk-kingen Lullen uw deel zijn. De Heere zal nooit op een Zijner

Page 3: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

l

78

kinderen meer leggen, dan ze kunnen dragen. ,,Hij weet, watmaaksel wij zijn, gedachtig zijnde, dat tij sfof zijn.” Hij is zeerbarmhartig en ontfermende ; Hij zal nóoit het gekrookte rietverbreken, noch de rookende vlaswiek uitbluaschen. Het is ge-meenlijk Slechts een oogenblik, dat de Heere Zijne kinderen v<r-drukkingen oplegt, niet alleen in vergelijking met de eeuwigheid,maar ook ten aanzien van den tijd dezee levens. Gij moogt eeneernstige krankheid hebben, doch Üwe gezondheid, althans eeni-germate, doet Hij weder rijzen ; gij hebt verliezen te betreuren inde voorzienigheid, maar zij worden eenigszins hersteld; eeneberooving in de familie, maar de tijd verzacht uwe smarte, of eenegoede höop voor de afiestorvene betrekkingen leenigt uwe droef-heid en zeer pijnlijke beproeving, maar de Heere geeft u gena-dige ondersteuning. Schoon dus verdrukkingen, ja ook scherpeverdrukkingen mogen komen, nochtans is niet alles lijden noch tenopzichte van tijd noch van zwaarte. Wij lezen, en de zake be-staat, van het -,roemen in de verdrukkiná,” van een ,,ontvangendes Woords in vele verdrukking, met blijdschap des HeiligenGeestes,” en van gezegende proeven, dat #gelijk het lijden vanChristus overvloedig is, alzoo de vertroostingen van Christusovervloedig zijn.” Onder de zwaarste verdrukking geeft de Heeregewoonlijk- de grootste ondersteuning, en in dediepste smartendoet Hij de liefelijkste gezangen zingen, Of moge dit al feilen,er is althans eene belofte verzekerd, een vriendelijke blik, eenwoord der vertroosting, een liefdestraal of een bewijs-Zijner gunstbreekt als een lichtstraal midden door de duistere wolken metHemelsche heerlijkheid. Schoon het pad des Hemels waarlijk volmoeielijkheden is, nochtans is het niet geheel lijden, noch het ge-heele leven door zonder eenige tusschenpoozing of verademiig.Er komen ook tijden, dat de Heere Zijne verdrukkende hand af-wendt, de ziel uitwendig bemoedigt met Zijne genadige toe-Iaching, en ons te zien geeft, welke het einde zal wezen van alZijne bedeelingen - het goede der ziel, zijne eer, en eindelijkHemelsche heerlijkheid, - ons met Mozes genade gevende,liever met het volk Gods kwalijk gehandeld te worden, danvoor eenen tijd de genieting der zonde te hebhen. Welmogen wij daarom met den Apostel zeggen: onze lichteverdrukking” ; en wanneer wij onze oogen buiten de grenzenvan dezen tijd in de gewesten der eeuwigheid vestigen, kunnen wijhem volkomen zijne verklaring toestemmen, dat al de verdruk-kingen, die ons in dezen tegenwoordigen ataat kunnen treffen,.zeer haast voorbrjgaan.”

Nu, ik hoop o<der den zegen Gods eenigzins het raadselontknoopt te hebben, indien het voor uw gemoed een raadselwas - mocht het althans eenig licht verspreid hebben overhetgeen uw gemoed verwarde, wanneer gij, vervuld met opstand

Page 4: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

79

of medelijden met u zelven, met ongeloovige oogen uwe verddrukkingen en moeilijkheden beschouwde.

11. Doch wij gaan in de tweede plaats aanwijzen, wat dezelichte verdrukking voortbrengt, - welke, in de hand desHeiligen Geestes, hare gezegende vrucht en uitwerksel is. Wantdeze waarheid moge ten allen tijde diep in ons gemoed geprentzijn, dat er in de verdrukking geene kracht noch strekking is omuit zich zelve te heiligen of te behouden. Zij is op zijn best eenmiddel in Gods hand, en kan op zich zelven even min werken daneenig werktuig iets kan uitvoeren, zonder de handen van den werk-meester. Doch als zoodanig dan ook door den apostel beschouwd,wordt zij gezegd in ons te werken ,een gansch zeer uitnemendeeuwig gewicht der heerlijkheid.” En als dit het geval is, danheet zij terecht: Jichte verdrukking,” - en naar waarheid magment zeggen : ,,die zeer haast voorbij gaat 1” Maar hoe werktzij ons dat ,gansch zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijk-heid?” Is er dan eenige verdienste in verdrukking en lijden?Ik twijfel niet, of velen zijn van deze gedachte. Toen ik nogleeraar in de nationale kerk was, was ik gewoonlijk zeernaarstig in het bezoeken mijner gemeenteleden, en bijzonderde kranken en verdrukten onder hen, hebbende bijkans zevenjaren lang, twee kerspelen aan mijne zorg toevertrouwd. Alslid eener collegie te Oxfort behoefde ik in geene derzelve mijnewoning te vestigen, en deed dit ook het eerste jaar niet uit-genomen in de groote vacantie; maar toen de dingen dereeuwigheid met meer kracht en gewicht op mijn gemoed be-gonnen te drukken, keerde ik mijn rug naar de Boogeschool,en, schoon met tijdelijke schade, verkoos ik in een mijnergemeenten eene woning. Het heil mijner gemeentenaren enmijner eigene ziel geloof ik de eenige beweegreden daartoe tezijn geweest. Daar, vol ijver en ernst, en begeerte naar hetzielenbeil mijner kudde, bezocht ik ze aanhoudende en besteeddeeen gedeelte van elken dag, om van huis tot huis de armente bezoeken, en met hen te handelen over de gewichtige zakender eeuwigheid. En helaas ! hoe menigmaal pijnigde het mijnoor te moeten hooren: - want ik bezocht alle zieken enlijdenden - ,,ik hoop al mijn lijden in dit leven te moetendragen,” daarmede, schoon niet met zoo vele woorden te kennengevende, dat hun tegenwoordig lijden zou zijn eene verzoeningvoor hunne zonden ; d.at God hen nu strafte voor hunne over-tredingen, en dat Hij hun, als het ware, daarin een onderpandgaf, dat Hij hen hier en niet hier namaals wilde verdrukken.Ik zeg dit, niet om daarmede te bewijzen dat zij, die dusspraken, onkundiger en blinder waren dan anderen, maar alseene proeve van de algemeene beschouwing van de verdruk-kingen ; want de innerlijke eigengerechtigheid van des menschen

Page 5: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

hart, en de diepte zijner onkennis van des Heeren wegen iszoo verbazend, dat zijn lichaamskwalen en pi$en, en zelfs deziekte die den dood tin gevolge heeft, eenig&ins verdienstelijkworden beschouwd. Maar denkt gij, dat er eenige verdienstekan zijn in verdrukkingen? - verdienste in lichaamapijnen,gemoedsangsten, verliezen van kinderen en bezittingen, armoede,weduwschap en ouderdom, of wat ook lichamelijk of tijdelijklijden mag heeten? Is dat de prije, waarmede de Hemel kanworden gekocht en de heerlijkheid gewonnen? Is er eenigevergelijking tusschen die beide? Zal God - den Hemel, eeneeeuwige gelukzaligheid en heerlijkheid in ruil geven voor eenigelichaamspijn, borstkwaal of verminkt ledemaat, voor armoede,hoe benauwend ook, of familieverdrukkingen, hoe smartelijkdie ook zijn? Verre zij deze gedachte ! Een geestelijk gemoedkan ze onmogelijk dragen en dulden, maar verwerpt ze opeenmaal. Nooit kon het bloed en de gehoorzaamheid van Godgeopenbaard in het vleesch meer onteerd worden, dan door‘s menschen verdrukking eenige verdienste toe te kennen, ofeenigszins het natuurlijk lijden op eene lijn te stellen met de.smarten en angsten vin den Zon% Gods. Neen, als verdrukkingons ,,een gansch zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijk:heid werkt, dan kan het niet zijn uit verdienste, of uit krachtavan hare -waarde of eenige höedanigheid. Maar boe kan zedan iets voort brengen 3 - Doch alle Lucht geeft daarom geenverdienste te kennen, want buiten haar kan het middel krachtigen werkzaam zijn, en het instrument, schoon uitnemendgoed,bezit daarom geene innerlijke waarde. Trouwens, de spade,waarmede de grond omgedolven wordt, en de sikkel die hetkoren ter neder velt, heeft, daarom geene verdienste. De eerkomt die hand toe, welke deze instrumenten wel weet te ge-braiken. Derzelver werking ligt in de kracht en vaardigheiddes mans, niet in de hunne. Alzoo werkt verdrukking hetgoede. Zij wordt door God gebezigd als een middel, om alleplannen van heil en geluk te verijdelen, opdat Zijn raad enwerk zou bestaan van eeuwigheid tot eeuwigheid, Wereldschegelukzaligheid en geestelijke “welvaart wil mair niet samengaan.Het hart over te geven aan alles wat vleeschelijk, zinnelijk,zelfzuchtig en Goddeloos is, en dan ook vervuld te wezen metalles wat heilig, Goddelijk en Hemels is, dat gaat niet. Ver-drukking werkt ons dus die uitnemende heerlijkheid, doortoebereiding des harten ;Gods genade,

door haar te heiligen opdat zij doorin ons dien zielstaat voortbrenge, voor welken

Hemelsche wezenlykheden zalig gepast maar ook alleen voeg-zaam zijn.gehad ;

Gij zegt, vele lichaameverdrukkiagen te hebbenof gij ondervondt menigerlei familiebeproevingen ;

misschien nu zelf beangst door uiterste armoedigheid. Maar

Page 6: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

81

&I gij kennis aan genade hebt, en des Heeren bedeelingenmet u vermocht te wegen in de weegschalen des heiligdoms,dan moet gij acht geven op de vrucht dier beproevingen enverdrukkingen, en welk nut en voordeel gij daarvan genotenhebt. Hebben ze u eenigermate nader tot den Heere gebracht?Zijn ze eenigszins geheiligd aan u ten goede uwer ziel? Kuntgij er eenige dier vruchten in vinden van welke de Schriftspreekt? zooals deze: ,, En niet alleenlijk dit, maar wij roemen-ook in de verdrukking: wetende dat de verdrukking lijdzaam-heid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevindinghOP% en de hoop beschaamt niet, omdat- de liefde Gods iIsuitgestort in onze harten,gegeven is,”

door den Heiligen Geest, die onsKunt gij zeggen met David : 9Dit is mijn troost

in mijne ellende! want Uwe toezegging heeft mij levend ge-maakt 3” Of: 9Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest,opdat’ ik Uwe inzettingen leerde ?” Heeft de verdrukking inu gewrocht opstand, iemelijkheid, medelijden met u zehen,onieloof en wan hoop ;- of was hare vrucht gebed, smeeking,schuldbelijdenis, begeerte naar de ontdekking van Christusliefde aan uwe ziel? Werd uw geest daaronder verbroken, zijtgij er onder vernederd, van de-wereld afgezonderd, de zondehatende en Christus dierbaar achtende, den Hemel in het ge-zicht en de aarde onder den voet hebbende 3

Doch wanneer wij van de heiliging der verdrukking spreken,en bqzonder van hare middehjke uitwerking aan ons van eeneeuwig gewicht der heerlijkheid, dan is het niet zoo zeer tij-delijke als wel geestelijke verdrukkingen, welke de Heere totdat einde beschikt. Er is eene zekere voorafgaande toebereidingnoodig voor de openbaring dier genade aan de ziel, welke hetbegin en het onderpand is der eeuwige heerlijkheid. Te weten,schuld der consciëntie bereidt de ziel voor het bloed der be-sprenging. De pijlen des Almachtigen, geschoten van Zijne on-feilbare boog, bereiden het hart voor den balsem Gileads; eengevoel van angsten der hel doen schreeuwen naar een voorsmaakdes Hemels ; de donderen der wet doen roepen naar de verbroos-tingen des Evangelie’s ; en een gezicht van ons zelven maaktde aanschouwinge c hristi noodzakelijk. Bevattingen van dentoekomenden toorn drijven de ziel uit alle toevluchten der leu-genen, overtuigt haar van de noodzakelijkheid eener toegere-kende gerechtigheid, en bewaart haar voor valsche rust. Alzoogeschiedt het, dat de diepste beproevingen vaak uitloopen inde grootste bevrijdingen, en de pijnlijkste benauwdheden in dezoetste vertroostingen, en de angsten der hel in de blijdschapdes Hemels ! Ook is ons hart te vol van de wereld dan dat erplaats zou wezen voor Christus, waarom Hij zelf eerst moet uit-drijven de koopers en de verkoopers, de wisselaars en alle.

Philpot. Zevende Zestal. 6

Page 7: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

vreemde heeren. In des Heexen hand zijn het de verdrukkingenen bijzonder geestelijke verdrukkingen, die ons overtuigen vanhet zondige en dwaze der wereldliefde, maken haar ons bitter,en ontbinden ons hart van die banden, welke hetzelve zoo vastbinden aan het zin- en zienlijke. Welke kracht oefent de zonde dusuit in ons vleeschelijk gemoed ; welk eene behoefte hebben we der--halve aan kastijdingen, om ons het dwaze van onzen weg teleeren, en ons te overtuigen, dat niemand dan Christus ons kanbehouden van den toekomenden toorn ! Alzoo weet de verborgenewijsheid Gods, alle dingen te doen medewerken ten goede deage-nen, die Hem liefhebben ; en zelfs de verdrukking te doen werken,,een gansch zeer uitnemeigd eeuwig gewicht der heerlijkheid.

BG die merkwaardige en schoone woorden moeten wij eenweinig stilstaan, en met Gods zegen derzelver kracht en zoet-heid aantoonen.

#Een gewicht van heerlijkheid.” Het Hebreeuwsche woordheerlijkheid, beteekent letterlijk gewicht ; en de Apostel schijntdaarop te zinspelen, door de verbinding dier beide woorden, Trou-wens, er bestaat een natuurlijk verband tusschen datgene watgewichtig en wat vast, hecht, wezenlijk is. Hij wil de toekomendeheerlijkheid dus voorstellen als iets duurzaams, zeker en vast, endus ten eenenmaal onderscheiden van de lichte, ijdele beuzelingenvan dezen tijd, ja ook van de voorbijgaande verdrukkingen vanden dag. Doch voornamelijk schijnt hij te willen wijzen op de uit-nemende grootheid dier heerlijkheid, welke staat geopenbaardte worden, boven onze tegenwoordige vatbaarheid van lichaamen gemoed. Het is alsof hij zeide : In onzen tegenwoordigen on-volkomen staat, met onze beperkte vatbaarheid des gemoeds, enonzen zwakken, broozen tabernakel, zouden we onmogelijk kun-nen deelen die eeuwige heerlijkheid, welke den heiligen bereidis in de gewesten der eeuwige gelukzaligheid. ,,Geen oog heefthet gezien, en geen oor heeft het gehoord, noch in eens men-schen hart opgekomen, hetgeen God bereid heeftdengenen, dieHem liefhebben.” Ons tegenwoordig lichaam en ziel zouden be-zwijken onder de volle genieting van ‘s Hemels gelukzaligheid.,,Geen mensch zal Mij zien - zegt God tot Mozes, - en leven.“’Toen Johannes op Patmos den verrezen Heer in Zijne heerlijkheidzag, viel hij als dood aai Zijne voeten neder, ofschoon hij aanhet laatste Avondmaal in Zijnen schoot gelegen had. Daarommoet onze ziel gereinigd zijn van alle vlek der zonde, en in alhare onsterfelijke vermogens uitgespreid worden, en ons lichaamverheerlijkt en het heerlijk lichaam van den Heere JezusChristus gelijkvormig gemaakt worden, opdat ziel en lichaambeide bekwaam zijn om te dragen het gewicht der eeuwigeheerlijkheid, waarmede zij zullen bekleed worden ; gelijk de Epos-tel spreekt : ,,Nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed

Page 8: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

worden, opdat het sterfelijke van dit leven verslonden worde.”Doch in het woord ,heerlijkheid” ligt iets, dat de opmerking

zeer waardig is. In dat treffende hoofdstuk van Joh. 17 bidt, ofliever drukt de Heere Zijnen Bemelschen wil dus uit: ,Vader !Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij ge-geven hebt, opdat zij Mijne heerlijkheid mogen aanschouwen,die Gij ‘Mij gegeven hebt:” Dit is het 9gewicht dor heerlijkheid”,waarvan de Apostel hier spreekt - niet slechts vrij te zijnvan zonde en droefheid, noch alleenlijk Christus te Zien, ge-lijk Hij is - maar aanschouwen en genieten de heerlijkheid,welke de Vader Hem gaf, hetwelk is al de heerlijkheid derGodheid, gelijk die zich openbaart en blinkt door Zijne men-schelijke natuur. De volheid en volkomenheid dezer heerliikheidais bewaard vobr de guastgenooten Gods, wanneer zij Hemzullenzien, gelijk Hij is en kennen gelijk zij gekend zijn. De stralendaarvan worden gezien als ChSstUs zich ontdekt- aan de ziel ;wanneer het geloöfsoog in eenen geopenden Hemel blikt; wan-neer Zijne zaligheid en schoonheid aan het hart wordt geopen-baard door de kracht Gods. Maar het uitnemende eeuwig ge-wicht der heerlijkheid kan in dit tegenwoordige leven” zetvolkomenlijk gekend en bevat worden. -

_

Hoe treffend zijn ook de woorden: ,,een gansch zeer uit-nemend eeuwig gewicht !” - en indien ik het oorspronkelijkeinzie, dan moet ik zeggen, dat deze woorden maar zeer flauwen onvolkomen uitdrukken de volle en majestueuze meeningvan den door den Heiligen Geest schrijvende apostel. Letterlijkzegt het eene opeenstapeling, geheel over en boven maat, alsofenkel woorden te gebrekkig waren, en het woord moest her-haald worden om een denkbeeld te hechten aan de overvloedigezekerheid en onmetelijkheid dier heerlijkheid, welke boven alleoverdrijving verheven is. Maar nemen wij de woorden gelijkze bier staan - en zij zijn zeer goed overgezet - dan betaamtons uit te roepen, dat het gewicht der heerlijkheid zoo verrealle aardsche zorgen en droefheden overtreft, als de eeuwig-heid den tijd, Christus den mensch overschaduwt, en de Hemelboven de hel is.

Verdrukking nu, geheiligd door den Heiligen Geest, werktals middel dit gansch zeer uitnemen,d eeuwig gewicht derheerlijkheid; dewijl daarin genade gegeven wordt, en dezegenade zoowel heerlijk is in den knop als in de bloem. Ikgeloof vrij te kunnen zeggen, dat ik nimmer eenige genadehad, welke niet meer of minder door verdrukking kwam. Hetwerk is aangevangen in verdrukking, gaat daarin voort enzal daarin ongetwijfeld eindigen, In deze woorden spreek ikin naam van al Gods lijdende heiligen. Inderdaad, zonder ver-drukking zijn wij niet vatbaar voor eenen zegen, er is daarvoor

Page 9: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

84

geene ruimte in het harte. Verdrukking ledigt de ziel van alleaardsche gelukzaligheid, alle voorbi&aande vreugde, en allevleeschelijk vermaak, en door het wegdrgven van al die anti-christussen, - want dat zijn ze - komt er plaste voor Christus.Hij komt rijdende op de stormen der verdrukking; Hij ver-schijnt in den middernacht van droefheid; Hij schijnt in hethart wanneer de Hemelen omhangen zijn met donkerheid ende ziel bekleed met treuren en weeklagen, Dan zijn Zijnebezoeken zoet, hoogelij k gewaardeerd en dierbaar gelief koord ;voornamelijk, omdat de ziel op dat oogenblik geschikt en toe-bereid is geworden door voorafgaande benauwdheden. In dezenweg en niet uit kracht van verdienste of innerlijke waarde,werkt ,,onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat,ons een gansch zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid.”

Let nÓg eens op de uitdrukking; en hoe de apostel dewoorden in eene gezegende tegenstelling plaat&: - sLichteverdrukking,” en ,, ge wicht der heerlijkheid ;” ,, verdrukking,die zeer haast voorbij gaat,” en ,,eeuwig gewicht der heerlijk-heid.” Aldus zoekt hij onze moedelooze geesten te bemoedigen,en wil, dat wij zullen opwaarts zien, het kruis opnemen endragen, den beker drinken en het lijden verdragen, door onzeoogen te vestigen op deze gezegende waarheid, dat alle lijdenen smarten maar voor een oogenblik zijn, dat ze met den tijdophouden, en uitloopen in eene onmetelijke en eindeloozeheerlijkheid

111. En zoo zijn wij genaderd tot ons derde punt : ,,Dewijlwij niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen,die men niet ziet: want de dingen, die men ziet, zijn tijdelijk,maar de dingen, die men niet ziet, zin eeuwig.”

De apostel spreekt hier van twee afzonderlijke dingen, welkeheiliging der verdrukking voortbrengen : het eene is, de afwendingonzer oogen van de dingen, die gezien worden, welke tijdelikzijn; en het andere, het vestigen onzer oogen op de dingen,die men niet ziet, en deze zijn eeuwig.

Van nature zien wij altijd op de zienlijke dingen; en tenzijgenade ons bekwame kunnen wij onze oogen daarvan nietafwenden. Dag aan dag zien onze natuurlijke oogen op devoorwerpen die ons omringen, en waarmede w;j in dit levente doen hebben. Onze dagelijksche bezigheden, den staat deslevens waarin wij ons bevinden, onze betrekkingen en vrienden,den kring onzer oogenblikkelijke roeping - alles roept onsmet zoo vele stemmen toe: Zie op mij, denk aan mij ! Ikbegeer u en moet u hebben; en wat gij ook verzuimt, gijmoogt mij niet verwaarloozen. Geef mij uw geheele hart. -En wij zijn gereed, ja al te geneigd, om naar de stemmen teluisteren. Gelijk Abraham zorgeloos en dwazelijk naar Sara

Page 10: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

85

luisterde, als zij hem dien vleeselijken raad gaf, om tot Hagarin te gaan, brengende daardoor slavernij en verwarring in zijnhuis ; zo0 zijri wij steeds luisterende Ïiaar de stem van hëtvlees&, onze- oogen bepalende op de dingen, die gezien worden.De zienlijke dingen bevatten in zich alles, waarop het natuurlijkeoog zich vestigt, wat het natuurlijke oor hoort, het natuurlijkehart verstaat, en de natuurlijke tong uitspreekt ; in één woord,de uitdrukking behelst al - de dintien, die ons dagelijks om-ringen, en in de bezigheid of genieting van welke ons natuurlijkleven bestaat. Naarmate wg nu op deze zienlijke dingen onzeoogen vestigen, zullen ze onze gedachten vervullen, onze hartenbezig houden, onze genegenheden verstrikken, en ons van denHemel tot de aarde %oeren. Het is niet ons omringd zijn doorof ons bezig zijn in onze wettige roeping met de zienlijkedingen, hetwelk ons veroordeelt, maar onze ingenomenheidmet dezelve, zoodat zij de dingen Gods buiten sluiten en onzeharten wegstelen. Zoodat het te vreezen is; dat velen, die wij vande kinderen Gods niet durven uitsluiten, daar een ganschen dagheengaan zonder eene geestelijke gedachte; ja wellicht - schaamtevervulle hen ! - zonder een geestelijke uitroep of zucht naar God?Ik moet de uitdrukking herhalen, - schaamt u, om zoo verzwol-gen en ingenomen te>ijn met de arme, vergankelijke dingen vanhet zin- en zienlijke, dät er geene plaats iä voor eene geestelijkebegeerte naar den Heere Jezus. Ik zeg u, de Heere duldt hetniet. Hij moge u voor een tijd toelaten weggesleept te wordenin dat arme, koude, doodige leven ; maar Hij zal u niet altijdlaten afzwerven van Hem, en u levend laten begraven in ditgraf van dood en verderf. Hij heeft eene roede in Zioq, die Hijter Zijner tijd weet te gebruiken ; Hij heeft verdrukkingen inZijn schathuis, welke Hij als boden uitzendt, en gelijk Hij bijouds zeide : ,,Zwaard ! ga door het land”, zoo zal Hij zeggen :Verdrukking! ga tot dat huis; - krankheid ! overval dienmensch; - familie-beproeving ! valt op hem of haar aan. -zij vergeten Mij ; hunne harten zijn in de wereld ; hunne bezig-heden en betrekkingen nemen al hunne gedachten in; maaktu meester van dat huis ; rijst op en ontwaakt deze slapendenuit hunne sluimering. En de gezondene gehoorzaamt; de roedewordt opgeheven en- de slagen- treffen in beproevingen en droef-heden, gelijk Jobs boden, de een erger dan de ander. Nu begintde mensch te ontwaken en zegt : wat heb ik gedaan, en waarben ik al den tijd geweest?-Mijn winkel, min werk, mijnefamilie hebben al mijne gedachten vervuld ; en ik leefde niet voorden Heere; dat Hij mijne afwijkingen geneze, en mijne zielverlosse bit de duisternis en slavernij waarin ik gebracht ben.- Hij bidt en smeekt den Heere om vergeving van zijne aardsch-gezindheid en zinnelijkheid, dat hij zoo vleeschelijk gezind was,

Page 11: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

zijnen besten, eetiigen Vriend verzuimende ; en vraagt van HemHemelschgezindheid, want hij gevoelt dit alleen leven en vredete zijn. En als de Heere zijn gebed hoort, dan is de vruchtdaarvan, dat hij leert afzien van de zienlijke dingen, welke tg-delijk zijn, en zijn oog vestigt op de onzienlijke, de eeuwigedingen ; en door de heiligingr der verdrukking worden zijneoogen gereinigd, en de eeuwige wezenlijkheden komen zoo metkracht en gewicht op zijne consciëntie, dat al het anderein deschaduw valt. Gezegend met geloof en hoop, ziet hij opwaarts,en aanschouwt Jezus aan de rechterhand dee Vaders, de ver-heerlijkte geesten in den Hemel, en een gansch zeer uitnemendeeuwig gewicht der heerlijkheid. En in vergelijking met deeeuwige dingen, erkent hij de zienlijke dingen geene ernstigegedachte, ja in zekeren zin, geen levende begeerte waard. Alsdan in de hand des Geeetes de geheiligde verdrukking gebezigdwordt tot opening zijner oogen, om te zien de kracht en ge-lukzaligheid der eeuwige dingen, zoo vloeien zijne harts-uif-gangen Hemelwaarts ; Jezus wordt dierbaar, het gewicht derheerlijkheid wordt van verre gezien, en onder de scherpe tuchtder verdrukkingen begint hij zich Hemelwaarts en tot de heer-lijkheid te verheffen. Dus begint hij op te houden met te zienop de dingen, die gezien worden, welke tijdelijk zijn, allen voor-bijgaande ; en hij merkt op de onzienlijke dingen, welke eeuwigzijn ; een hij zegt : de Heere verqeve mij, dat mijn gemoedimmer werd afgetrokken van den Hemel tot de aarde ! De Heeredelge mijne overtredingen uit, dat ik mij zoo heb laten mede-alepen door deze arme, voorbijgaande zin- en zienlijke dingen,en daardoor vergetende die gezegende wezenlijkheden, die eenede gansche blijdschap mijner ziele waren ! Nu begint hij deuitwerking te zien der verdrukking - de geheiligde vrucht,door haar nagelaten ; en hij zegent God dat hij vriendelijk ge-noeg ware om Zijne roede aan hem niet te onthouden, met hart enziel de getuigenis van David naschrijvende : ,,Eer ik verdruktwerd dwaalde ik ; maar nu onderhoud ik Uw Woord.”

AMEN.

Page 12: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

DE GETUIGENIS DES GEESTES.

LEERREDE OVER RO M. 8 : 18, 17. ,,DEZELVE GEEST GETUIGT MET

<ONZEN GEBST, DAT WIJ K I N D E R E N GODS ZIJN.

EN INDIEN W$J KINDEREN ZIJN, ZO0 ZIJN WIJ OOK BRFGENAMEN, ERF-

GENAMEN VAN G OD EN MEDE~RFGENABLEN YAN CH R I S T U S ; zoo WIJ ANDERS

BIET HE M L I J D E N, OPDAT WIJ OOK MET REM V E R H E E R L I J K T W O R D E N, ”

Menig waarachtig deelgenoot der genade wordt somtijdspijnlijk beproefd en geoefend in zijn gemoed, of hij wel eenkind van God is, en als zoodanig deel heeft aan het volbrachtewerk van Christus, zijnde wederom geboren door den HeiligenGeest. Van waar, vraagt gij, die - beproevende, huiverendetwiifeling en vreeze? wat geeft haar 8inwezen ; waardoor ver-krijgen Zij gedurig meerdeure kracht en ingang? De fonteinheet een ongeloovig hart, en hare voortduring met onvermin-derde kracht vloeit voort uit zwakheid des geloofs. Daaromzeide de Heere tot Zijne zinkende discipelen: U,Gij kleingeloo-vigen ! waarom hebt gij gewankeld?” Dat is dus eene oorzaakwaarom deze vreeze zoo krachtig en voortdurende is. Eeneandere, d88r nauw mede verbonden is, omdat de volmaakteliefde nog niet heeft uitgedreven die vrees, welke pijn heeft,gelijk de Apostel verklaart : ,Er is in de liefde geene vrees ;ma8r de volmaakte liefde drijft de vrees buiten ; want de vreesheeft pijn, en die vreest, is niet volmaskt in de liefde.” uitzwakheid des geloofs dus en uit gebrek aan volmaakte liefdeworden vele begenadigden soms langen tijd gepijnigd met devrees, of hun werk wel in waarheid is; met sndere woorden,of hetgeen zij hebben ondervonden van ontdekking of ver-troosting, vandroefheid of blijdsch&p, vsn beproeving of ver-lossing, voortvloeiende was uit de werkingen van Gods Geest,of daF’het slechts natuurlijke gewaarwordingen zijn, gelijk diegevonden werden in saui, Achab, Demas, de steenachtigeaarde hoorders, de dwaze maagden, en de personen beschrevenHebr. 6, en 10. Deze vrees is geene genade, ‘en nochtsns iszij in zekere mate verbonden met genade. Trouwens zij wordthoewel ik niet durf zeggen uitsluitend, althans gemeenlijk alleengevonden in de harten, v8n hen, die God geestelijk vreezen.En w88rom voornamelijk bij hunne harten? - Omdat hunne.oogen Goddelijk verlicht zijn om te zien, en hunne hartengeestelijk geopend om te gevoelen de grootheid en mtiesteit

Page 13: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

/88

v8n den Allerhoogsten. Zij kennen op bevindelijke wijze watPaulus noemt ,de schrik des Heeren ;” zij beven voor deheiligheid en rechtvaardigheid Zijner heilige Wet; en zienpijnlijk voor zich als uitgestrekt de breedte van die wijde poortwelke ten verderve leidt, en de engheid van dien nauwen weg,welke ten leven leidt. Ook worden zij geoefend en benauwddoor de verbazende kracht en ingekánkerde hardnekkigheidvan het ongeloof, dat in hun vleescheljk gemoed werkt;.wetende, dat het geloof Gods gave is ; grondig overtuigd zijnde,.dat eene goede hoop alleen uit genade is, en dat geene Gods-dienst zal kunnen bestaan in den grooten dag, of hen zelfskunnen ondersteunen op het sterfbed, dan die, Welke in hunneziele gewrocht werd door eene vrijmachtige, Goddelijke kracht.Wanneer nu het geloof in een lagen stand is, of niet in ge-zegende oefening, - en de Geest Gods niet met hunnen geestgetuigt van hun Goddelijk kindschap, dan vervallen zij nood-.zakelijk in twijfel en vreeze; want in zulke tijden getuigenalle dingen tegen hen, en hun geloof en hoop zijn niet sterk.genoeg om de stemmen van alle aanklachten te doen zwijgen.gn nochtans zijn er in dezulken de onwedersprekelijkste be-wijzen en kenmerken der genade Gods. Zij zijn levendig tothet uitnemende kwaad der zonde; scherpgevoelig voor de ver-

.

- -dorvenheid hunner natuur; zij zijn ter nedergedrukt door hetgewicht des ongeloofs ; zij zija door en door overtuigd, dat inhun zelven hoop noch hulp is, en dat het door eenige eigenoefening onmogelijk is, dat geloof en die liefde te verwekken,n8ar welke zij vurig verlangen, schoon derzelver mededeelingschijnt achter -te blijven. -

_

Hieruit volgt, dat een tekstwoord, gelijk wij heden voor onshebben, vaak zeer beproevende zal zijn voor hen, die nietondervonden hetgeen de Heilige Geest hier als eene liefelijkebevinding van een kind Gods voorstelt: ,Dezelve Geest getuigtmet onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wijkinderen zijn, zoo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen Godsen medeërfgenamen van Christus, zoo wij anders met Hemlijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.” Do& hetx81 mij wellicht onder den zegen Gods mogen gelukken, hun88n te wijzen, dat zij ook deel hebben aan deze verklaringdes Heiligen Geestes, meer dan zij durven gelooven, en datzij meer in hare omvatting begrepen zijn, dan zij dadelijkgevoelen.

In de ontvouwing dezer woorden, zal ik onder des Heerenbekwaammaking,

1. Aantoonen wat het is, een kind van God te zijn; enhoe de Geest zelf getuigt met zijnen geest, dat hij eenzoon is van zijnen Hemelschen Vader.

Page 14: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

11 .

115 l

Wijzen op de gezegende vrucht en gevolg van dat.Goddelijke kindschap : hij is daardoor een erfgenaamGods en een medeërfgenaam van Christus.Stilstaan bij de voorwaarde, welke God aan dat kind-en erfschap verbonden heeft: dat wij met Christusmoeten lijden, indien wij met Hem zullen verheerlijktworden.

1. Het hoogste voorrecht, de grootste zegen, de rijkste gunst,welke God aan eenig zoon en dochter van Adam kan mededee-len is, hem te maken en kennelijk te doen zijn een Zijner ge-liefde kinderen ; want daardoor bevordert Hij denzelven nietslechts tot de hoogste waardigheid, maar ook tot den edelstenstaat van heerlijkheid en gelukzaligheid, die er immer in Zijneeeuwige, zalige tegenwoordigheid kan genoten worden. Wij we-ten, dat in aardsche betrekkingen, de vader staat, rang en waar-digheid aan den zoon geeft. De zoon des Konings is een prins,hoe zijn gedaante er ook moge uitzien ; en dewijl koninklijkbloed zijne aderen doorstroomt, zoo zal hij ter bestemder tijdop zijns vaders troon zetelen. De zoon eens hertogs, hoe zwakof klein ook, is een edelman aanstonds bij zijn geboorte, alskind mag hij minder bevallig en zwakker zijn dan de zoon vaneen boschwachter ; en waar hij tot verfrissching of tot gezondheidin de open lucht rondgevoerd wordt in een rijtuig door warmekleederen tegen de koude beveiligd, daar moet de zoon desdaglooners half naakt in de koude vaak rondzwerven. Derhalve ishet niet de verdienste van het kind, maar de rang en stand desvaders, die hem waardigheid en aanzien geeft. Alzoo in God-delijke zaken. Het is niet uit kracht van verdienste, dat iemandeen kind van God wordt. Het is niet door de waardigheid, goed-heid of rechtvaardigheid in het schepsel of in het vleesch, hetwelkeen zoon of dochter Adams overplant onder de familie van dengrooten en heerlijken Jehovah. Maar gelijk in aardsche betrek-kingen de zoon zijnen staat van zijn vader afleidt, zoo is hetuit kracht eener Hemelsche geboorte en niet door eenige ver-dienste van het schepsel, dat een mensch openbaarlijk een kindvan den Heer, den Almachtigen wordt.

1, Doch wij willen trachten dit punt eenigszins nader te ope-nen: hoe en wanneer wij kinderen Gods worden. Worden wijdat eerst in en bij de wedergeboorte? - Voorzeker niet. Zijnwij op dit oogenblik kinderen Gods, dan waren wij dat reeds inChristus Jezus voor de grondlegging der wereld. ,Overmits gijkinderen zijt, (kinderen zijnde, niet daardoor wordende) zooheeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uwe harten, dieroept: Abba Vader !” (Gal. 4 : 6.) ,,Zie daar Ik, en de kinde-ren, die Mij God gegeven heeft. Overmits dan de kinderen desvleesches en bloeds deelachtig zijn, zoo is Hij ook desgelijks der-

Page 15: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

zelve deelachtig geworden.” (Hebr. 2 : 13, 14.) Deze Schrift=-plaatsen bewijzen zoo duidelijk hetgeen het geheele 176 Hoofd-stuk van Johannes zoo schoon en heerlijk doorademt, dat zij, alsuitverkorenen in den Zoon van eeuwigheid, en als zoodanig doorden Vader aan Hem gegeven, leden van Zijn lichaam, vleeschen been van Hem zijnde, kinderen Gods zijn uit kracht hunnereeuwige vereeniging met Jezus. Omdat Hij de Zoon is, zijn zijkinderen. Daarom zegt Hij na Zijne opstanding : AIk vaar op totMijnen Vader en uwen Vader, en tot Mijnen God en uwenGod.” Waarom uwen Vader? Omdat het heet in den mond vanJezus : ,,Mijn God en Vader. Zoo dat wij, voor zoo ver wij dooreene geboorte van Boven gekend zijn als kinderen Gods, zonenen dochteren zijn, niet alleen door wederbarende genade, maardoor een eeuwig staan en inzijn in den Persoon des Zone Gods- ik zeg, vóór dat de zon haren loop aan den hemel had, ofde sterren als zoo vele diamanten den sterrenhemel versierden.

2. Om nu dit eeuwig voornemen van liefde en genade, SIS ge-zegenden met alle geestelijke zegeningen in den Hemel in Chris-tus, als uitverkorenen in Hem voor de grondlegging der wereld,en te voren verordineerd tot aanneming tot kinderen (Efeze1: 3-5), uit te voeren, worden wij door God te Zijner tijd metons tijdelijk aanwezen begiftigd. Hij bestemde de middelen waar-door en den tijd wanneer wij het levenslicht zouden artnschou-wen; Hij beschikt over elken schalm van die lange en won-dervolle keten, welke van onze afkomst tot ons tegenwoordigaanwezen gesnoerd is, Hij bewaarde ons in Christus, toen wijopstandelingen en vreemden waren, (Judas 1). Hij gorde of om-tuinde ons toen wij Hem niet kenden, (Jez. 45 : 5) en bewaardeons door Zijne voorzienigheid van duizend dooden, tot den oogen-blik, dat er, naar Zijne Goddelijke bestemming, licht en levenuit de heerlijke volheid van Christus in onze ziele kwam. Ditlicht en leven, deze levendmakende straal van de Zon der gerech-tigheid, bracht ons tot geestelijk aanzijn ; want als wij kinderenGods zijn in levende openbaring, dan is dat door eene geeste-lijke geboorte, Daarom zegt de Apostel Johannes van hen, wienChristus macht, of volgens de randteekenaars, het voorrechtgaf, kinderen Gods te worden, dat zij niet geboren waren uitden bloede, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wildes mans, maar uit God.

3. Wanneer dan God onze Vader wordt door de uitzendingvan den Geest Zijns Zoons in onze harten, zoo doet Hij voor onsin de genade, wat een aardsch ouder aan zijn kind doet. Van-

’ waar toch bekomt het kind zijn voedsel? wanneer het met hon-gerige maag van school huiswaarts keert, wie bereidt hem brood ofipijzë, of datgene wat de behoeften zijner begeerte kan voldoen 3 -immers, de vader, Wanneer mijne kinderen vragende en begee-

Page 16: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

91

rende te huis komen, dan gevoel ik dikwijls, dat hetgenade is, dat ik hunne behoeften

vriendelijkekan vervullen. En wie zal

voortdurende al de behoeften des kinds voldoeninge geven, zoolang het in )8 vaders huis blijft? - De vader ; want het is zijn kind.Alzoo in de genade. Alle geestelijke spijs en nooddruft komt vandes Vaders tafel. Hij voedt het kind met melk, en de sterkerenmet vaste spijs. Toen ,de verloren zoon terugkeerde slachtte zijnvader het gemeste kalf. En geeft God ons niet te eten het vleeschvan Zijnen eigen’ Zoon? Want alzoo zegt Hij zelf: ,,Mijn Vadergeeft u dat ware brood uit den Hemel! Want het brood Gods6 Hij, die uit den Hemel nederdaalt, en der wereld het levengeeft.” (Joh. 6 : 32, 33.) En wederom: ,Ik ben het levendebrood, dat uit den Hemel nederdaalt: indien iemand van ditbrood eet, zal in der eeuwigheid leven, en het brood, dat Ikgeven zal, is Mijn vleesch, hetwelk Ik zal geven voor het levender wereld.” (Joh. 6 : 51.) Hij ook geeft elke belofte, elkteeken ten goede, ieder woord, dat ons geest en leven wordt,(Joh. 6 : 63) : ,,want een mensch zal bij brood alleen nietleven, maar bij alle woord, dat uit des Heeren mond uitgaat.”Al dit voedsel, waardoor het verborgen leven als met mannain de ziel onderhouden wordt, wordt de kinderen verschaftvan hunnen Hemeltichen Vader, die hun dagelijks brood geeft,en wel om deze eenvoudige, gewichtige reden, dat Hij hunVader en eeuwige Vriend is.

Wie kleedt de kinderen? Van waar bekwamen wij al onzekleeding vanaf onze kindschheid, in ons vaders huis 3 - Vanonze aardsche ouders. Maar buiten hunne vriendelijke zorgezouden wij letterlijk geweest zijn als die slachtoffers der onder-drukking, welker zaak Job beschrijft, (EL 24 : 7, 8) : ,,Dennaakten laten zij vernachten zonder kleeding, die geen dekselheeft tegen de koude. Van den stroom der bergen worden zijnat, en zonder toevlucht zijnde, omhelzen zij de steenrotsen.”Alzoo in hooger zin. Wie kleedt Zijne kinderen met den mantelder gerechtigheid, gelijk Hij Adam en Eva na den val be-kleedde met de vellen der beesten, die als een eerste offergeofferd werden in den hof waar zij gezondigd hadden, opdatzij niet zouden uitgaan zonder verzoenend bloed aan hunneconsciëntie, rechtvaardigende gerechtigheid over hunne personen,en eene genadige belofte in hunne harten? Door 1 dusdanigebedekking maakt de Vader Zijne kinderen Zich zelven aan-nemelijk in Zijne oogen, opdat zij voor Zijne heilige en ont-zaggelijke tegenwoordigheid zouden staan, niet in de vuilevodden hunner eigene gerechtigheid, maar welgevallig door debeminnelijkheid van Zijnen eigen geliefden Zoon, welke Hij ophen legt. (Ezech. 16 : 14.) Aldus aannemelijk zijnde in denGeliefden, en bekleed met die heerlijke gerechtigheid als hun

Page 17: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

bruiloftskleed, zijn zij zonder vlek, of rimpel, of iets dergelijks,en zijn onberispelijk voor den troon Gods. (Ef. 5 : 27 ; Op, 14 : 5.)

Wie beschermt het kind in de hulpbehoevende dagen derkindschheid? Werwaarts wendt het zich in gevaar of benauwd-heid 3 - Tot het huis van zijnen vader; en de vader is alsvader gehouden het kind te beschermen, -en als het behoefteis beschermt hij het rijsje van zijn leven tegen alle gevaar.Waarom? - Omdat het zulk een goed en gehoorzaam kindis, dat hem nimmer een ongerust u& veroor&akte 3 - Neen ;maar omdat het zijn eigen vleesch en bloed is, en zoozeer zijnehulp en toezicht noodig is. Alzoo in de genade. Wie beschermtU van verderf en ondergang - bedekt uw hoofd ten dagevan den strijd - omring; u”van alle zijden met barmharti&heid, en verbergt u met Zijne gunst als met een schild? Eetis God uw Vader; en wel, omdat Hij uw Vader is. En waaromvliedt gij tot Hem, gelijk David spreekt: .Bij U schuil ik,”(Ps. 143 : 9.) om te vernachten in Zijnen schoot, gelijk eenkind zich bij zijnen vader houdt 3 - omdat gij u gedrevenen getrokken gevoelt: gedreven door den nood, en getrokkendoor de zoetheid Zijner liefde.

Wie voedt de kinderen op? De vader. Hij is het, die henmoet opkweeken voor de onderscheidene standen des levens.Hij waä, naast God, de oorzaak van hun natuurlijk aanz&en als zoodanig is hij gehouden elke zorg op zich te nemen,opdat zij bij hun gaan in de wereld genoegzaam en naar ver-eischte zouden toegerust zijn door het onderricht en de op-voeding, welke zij van hem erlangden. Niet anders is het inde genade. Wie doet het kind kennis verkrijgen van hemzelven, en van den eenigen waarachtigen God, en van JezusChristus, Dien Hij gezonden heeft? Wie plant Zijne vrees inhet harte, als het beginsel der wijsheid3 Wie leidt ons vanden eenen tak tot een anderen van het Hemelsch .onderwijs,om ons alzoo eene gezonde, rijpe., geestelijke opvoeding te ver-schaffen? Wie bestraft de eigenzinnigen en bemoedigt de leer-zamen? Wie leert ons het kwaad der zonde kennen en doetons dat verafschuwen? Wie vertoont ons de schoonheid vanJezus en doet ons Hem beminnen? - De Autheur van onzegeestelijke geboorte en aanzijn, die zelf verklaard heeft: Jkben de Heere, uw God, Die u leert wat nut is, die u leidtop den weg, dien gij gaan moet.” (Jes. 48 : 7.) Gelijk dàneen kind in zijne jeugdige jaren ziet op zijne ouders om voedsel,kleeding, bescherming en opvoeding; en hoe vriendelijker entoegenegener de vader is, des te tieer zal hij zich geroepengevoelen tot al deze plichten, om al wat in zijn vermogen iste besteden tot de tijdelijke welvaart van zijn kind; evenzoodoet onze Hemelsche Vader, in de genade, alles aan Zijne

Page 18: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

93

kinderen, en verschaft hun al de noodzakelijke barmhartighedenen gunstbewijzen, welke Zijne wijsheid goedkeurt, Zijne liefdeaanepoort en Zijne kracht geven kan.

4.- Maar de- apostel zegt in onzen tekst : ,,Dezelve Geestgetuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn.” Merktwel op, dat hij uitdrukkelijk zegt, waar en aan wie Hij ge-tuigenis geeft - m met 0r)zen geesf.” De Geest getuigt niet metons vleeschelijk gemoed, welks bedenken vijandschap is tegenGod (Rom. 8 : 7) ; noch met onze redelijke vermogens, welke Hemniet kunnen bevatten (Job 11: 7-9) ; noch met onze natuur-lijke consciëntie, welke alleen aanklagen of beschuldigen kan(Rom. 2 : 15) ; noch met onze natuurlijke genegenheden, welkete -zinnelijk en te grof zijn voor des Geestes Hemelsche getui-genis ; neen, ook niet met iets wat van het schepsel is of tothet vleesch behoort, hoe ook verfijnd en opgekweekt. ,,Hetgeenuit het vleesch geboren is, dat is vleesch,” waarom het onmo-gelijk is, dat hetzelve het Koninkrijk Gods kan ingaan of zien.(Joh. 3 : 3, 5.) Maar met onzen geest is Zijne getuigenis, da tis, met den nieuwen mens& der genade, welke geest is ge-boren uit den Geest, gelijk de Heere Zelf verklaart: , ,Watuit den Geest geboren is, dat is Geest” (Joh. 3 : 6.) Dit ishet nieuwe hart en de nieuwe geest, ‘bij Ezechiël beloofd.(36 : 26.)

5. Ik sprak straks van de twijfelingen en vreeze, waarmedeGods kinderen vaak geoefend worden. Deze twijfelingen envreeze nu kunnen alleen krachtelijk weggenomen worden doorde getuigenis des Geestes met onzen geest, dat wij kinderenGods zijn. Het vleesch is altijd ongeloovig, twijfelende, vree-zende, van nature vol wantroúwen en GodverloAchening, altijdteekenen van den Hemel begeerende of bewijsredenen en proe-ven aan de rede te ontleenen ; nu eens zoo lichtgeloovig alseene oude vrouw in een armhuis, en dan weder zoo vermetelen lasterend als een Jood. Ook kan het nimmer boven zijneaardsche natuur gaan ; nooit heeft het, of kan het hebbeneenige bevatting van Goddelijke zaken, noch de verklaringe desapostels’ verstaan : ,,Er woont geen goed in.” (Bom. 7 : 18.)Maar uw geest, uwe nieuwe natuur, zijnde uit God geboren,kan Zijne stemme hooren, Zijne tegenwoordigheid gevoelen,Zijne liefde tasten, Zijne goedheid bekennen, en door den Hebligen Geest bewerkt worden als een Geest van kracht en liefde,een Leidsman, Onderwijzer en Trooster.

a. Deze getuigenis nu des Geestes is somtijds rechtstreeksen onmiddellijk. Hij past eene dierbare belofte toe, stort deliefde Gods in het hart uit, geeft eene ontdekkinge van Chrie-tus, fluistert eene zoete uitspraak van het Woord der waar-heid in, openbaart vergeving en vrede, en deelt zoo doende

Page 19: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

94

eene gezegende verzekering mede van deelgenootschap aan deliefde en het bloed van den Heere Jezue.

Doch niet alle kinderen Gods hebben zulk eene onmiddelijkegetuigenis. Velen zijn verlangende daarna ; en zij die haar ge-nieten, zijn alleen voor oogenblikken en als bij hoogtijden daar-mede beweldadigd. Eenmaal haar genoten hebbende, blijft deherinnering aan haar wel over,Ìnaar het genot gaat te loor, en doorverzoekingen en verlating zinken zij in de duisternis en ellende,waar schier alles echijnt verloren en te niete gegaan.

b. Doch er is ook eene andere getuigenis des Geestes, n.1,de terugkaatsing van teekenen, bewijzen en kenmerken, onder-echeiden van het rechtstreeksche licht Zijner onmiddellijke ge-tuigenis.

Bij voorbeeld, gij kunt uw hart zeer uitgetrokken gevoelentot den Veere, en veel begunstigd met den Geest der genadeen der gebeden. Gij kunt op verrassende wijze toegang hebbentot den genadetroon, en uw gansche hart en genegenheden op-getrokken hebben tot den gezegenden Heer, zoo dat gij nietkunt dan gelooven, lieven en Hem aanbidden. Gezien met hetoog des geloofs is Hij nabij gebracht, lief en dierbaar gewor-den aan zijne ziel. Zoo lang dit duurt is er een verborgene in-vloed ademende in en door uwen geest, welke de ganschezielbevredigt, duisternis en ongeloof verdwijnen, twijfel en vrees,schuld en banden gaan henen, en hart en genegenheid wordenopgeheven tot Jezus zittende ter rechterhand Gods. Dit geefteene liefelijke overreding des gemoeds, dat uw naam geschre-ven is in het boek des levens des Lams, en is zoo ver de ge-tuigenis des Geestes met uwen geest, dat gij een kind vanGod zijt.

Of de Heere verbreekt door Zijnen Geest en genade, op on-verwachte wijze, de hardheid en koudheid van uw harte.Mis-achien komt gij onder het gehoor koud en doodig, of vol vanschuld en veroordeeling. Het kan schijnen, alsof gij geen greintjegenade of ware Godsdienst hadt, uw hart is hard en ongevoeligonder de krach& des ongeloofs. Maar ziet, op het onverwachtsdoet de Heere, door de krachtige toepassing van Zijn Woord,uwe ziel in boetvaardigheid en liefde smelten, zoo dat uwe oogenvan tranen overvloeien, en alles wat gij zeggen kunt is : geze-gende, gezegende Jezus ! Dit is de niet rechtstreeksche getui&genis des Geestes met uwen geest, dat gij een kind van God zijt,want dit is de vervulling der belofte : ,Ik zal het steenen hart uituw vleesch wegnemen, en u een vleeschen hart geven,”

Of gij wordt versterkt in het geloof, gelijk gij dat nooit tevoren gevoeldet in uitgestrektheid of hoogte. Pleitende aan dentroon der genade en zoekende te zien den Eeere Jezus inZijn persoon, bloed en gerechtigheid, gevoelt gij uw geloof

Page 20: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

* 95

wondervol versterkt en uitgehaald om vrijmoediglijk Hem teomhelzen. Dit is de vervulling van deze genadige woorden :,,Of hij moest Mijne sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mijmaken ; vrede zal hij met Mij maken.” Door zulk eene ver-sterking uws geloofs getuigt de Geest met uwen geest, dat gijeen kind van God zijt.

Of gij zijt, uit kracht van beseffinge van uwen verloren staat,in grooten angst en gemoedsbenauwdheid ; uwe zonden liggen.reeds sinds maanden met groote kracht en gewicht op uwe con-scientie ; maar de Heere belieft u, onder de prediking of hetlezen des Woords, verborgenlijk te overreden, dat deze zondenachter Zijnen rug geworpen zijn. Wel kan het geene volleverzekering wezen, maar uit de wisseling uwer gewaarwordingende wegneming van den last en het gevoel van den liefelijkenvrede, is er eene innerlijke getuigenis, dat deze zonden u nietzullen verderven,

Of gij zijt zeer ter nedergebogen onder den last van uit-wendige bekommernissen. Weken en maanden lang gingt gijgebukt onder krankheden, familiebeproevingen en bijzonderebenauwdheden. En schoon gij gedurig onder haar tot denHeere riept, nochtans vondt ge geene verlichting, totdat deHeere, wanneer gij het allerminst dat wachtende waart, u eenebelofte gaf, of eenige liefelijke belofte of gedeelte van Zijngezegend Woord uwer ziel toepaste. Toen kondet gij u ver-blijden in het lijden, en gevoeldet, dat gij liever met Godsvolk verdrukking wildet lijden, dan voor eenen tijd de genietingder zonde te hebben. Nu, hier getuigt de Geest met uwengeest, dat gij een kind van God zijt.

Alzoo zien wij, dat er boven de onmiddellijke, rechtstreekschegetuigenis des Geestes, in de uitstorting van Gods liefde, enin het uitdrijven van alle vrees, die pijn heeft, nog eenezachtere, en flauwere en eene niet zoo rechtstreeksche getui-genis is; schoon minder klaar, niet minder wezenlijk; mindervol, maar niet minder zeker; minder voldoende, toch niet minderGoddelijk. De Geest is dezelfde, maar Zijne werkingen ver-schillen, gelijk de apostel zegt: ,Er is verscheidenheid *dergaven, maar het is dezelfde Geest. En er is verscheidenheidder bediening, doch het is dezelfde Heer. En er is verscheiden-heid der werking, maar het is dezelfde God, Die alles in allenwerkt,” (1 Cor. 12 : 4-6.)

6. Ik mag veronderstellen, dat gij voor ‘t grootste gedeelteniet eene sterke en klare verzekering geniet van uw deelaan Christus; menigwerf wordt gij geoefend ten opzichte vanuw kindschap ; en evenwel mocht gij vaak van hier gaan metde aangename getuigenis, dat er genade in uw hart is. Gijhoordet Gods dienstknechten zoo beschrijven de gewaar-

Page 21: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

96

wordingen uwer ziel, zij kwamen zoo in uwe oefeningen,en brachten zulke bewijzen van genade voort, dat gij, inspijt van alle ongeloof, overtuigd waart, dat indien dezemannen naar den zin Gods spraken, hetwelk gij niet durfdefbetwijfelen, van wege de kracht, die er mede vergezeldging, dan waart gij een kind van God; en bij het gevoeldezer inwendige getuigenis wqd uw hart teeder en gaande binnenin u, en gij moest uwe ziel opheffen in prijzen en aanbidden totden God van alle genade. Ja, gij moogt, helaas! wederom schierzoo laag zinken als te voren; maar terwijl gij deze Hemelschegetuigenis genoot, getuigde ook uwe consciëntie, dat gij een kindGods waart, en dan en daar mocht gij gelooven, dat Hij uwVader en Hemelsche Vriend is. Deze tekst snijdt derhalve nietaf degenen, die de volle verzekerdheid des geloofs niet bereik-ten ; de woorden geven niet te kennen, veel minder staat daar,dat allen, die niet klaar en vrijmoedig durven verklaren, datde Geest met hunnen geest getuigt, dat zij kinderen Gods zijn

ik zeg, dat dezen eeuwig zullen verloren gaan. In geenendeele ; maar wij vinden hier plaatse voor een ieder, die, hetzijdan ook in welk een kleine mate, eenige uitredding ondervond.die eenige geestelijke vertroosting gevoelde, of beweldadigdwerd met eene getuigenis zijner aanneming in den Geliefden.Het is geen tweesnijdend zwaard, om te dooden al degenen,die niet eene volle verzekerdheid des geloofs hebben, maar steedsde kracht der waarheid aan hun hart gevoelden. Tot de zwak-ken en kleinen zegt het niet : gij hebt lot noch deel in dezake. Neen, zij worden hier veeleer getrokken tot de schui-lende armen van eeuwige barmhartigheid, en bemoedigd omvoort te gaan met vermeerderde kennis van die inwendige ge-tuigenis, welke hen alleen kan bemoedigen in de ure vanduisternis en angsten, hen ondersteunen op het sterfbed, enbekwamen, om zonder twijfel en vreeze te wandelen, door dedonkere vallei van de schaduw des doods.

II. Doch ik ga voort om aan te wijzen de gezegendevrucht en het gevolg van een kind van God te zijn: - ,,Enindien wij kinderen zijn, zoo zijn wij ook erfgenamen, erfge-namen Gods en medeërfgenamen van Christus.”

1. In het Koninkrijk Gods, is erfgenaamschap altijd eengevolg van het kindschap. Zoo is het niet altijd in aardtichebetrekkingen. Al de kinderen eens edelmans erven niet defamilietitels, rang en goederen. Elke koningszoon beklimt nietzijns vaders troon, Naar onze wet - en wij noemen haar goed- is er een eerstgeboorterecht in de troonopvolging, en inden adelstand. De oudste zoon van den souverein wordt heer-scher, en de edelman is de erfgenaam, die den titel en dewaardigheid inneemt. Hierdoor wordt de -staat gevrijwaard van

Page 22: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

97

regeeringloosheid, en familiën en staten bewaard van verbrok-keling, en dat niet het land bedekt wordt met een’ hooparme edelen, die te hoog zijn om te werken, maar laaggenoeg om zich tot alles te laten gebruiken tegen de staat.Maar in de dingen Gods is het zoo niet. Al Zijne kin-deren zijn erfgenamen ; en hierdoor is het Goddelijk zoon-schap zoo gezegend. In de aardsche familie is er vsak veelafgunst, jaloerschheid en achterdocht, De jongste zonenkunnen het vaak niet dragen, dat hunne oudere broedersal de voorrechten van rang en stand genieten, wanneer zijmet een gedeelte worden afgezet, hetwelk, vergeleken methunnen dorst naar kostbare vermakelijkheden, slechts een armdeeltje schijnt. Doch er behoeft geen jaloerschheid of afgunst tezijn onder de zonen en dochteren van den Heere, den Almach-tigen, Niemand derzelve kan tot den anderen zeggen: gij hebtde geheele erfenis weggenomen, en het gansche land en allebezitting, die mijnen vader toebehoorde, en ik ben met eenekleinigheid afgemaakt. - Ook kan niemand tot zijnen broederzeggen : Ik ben de erfgenaam; maar wie zijt gij? Gij zijt meteen klein gedeelte af te maken, van hetwelk gij u moogt behel-pen. Allen zijn erfgenamen. En welk eene erfenis is de hunne 3Zeg dat gij een geboren zoon eens hertogs zijt; zeg, dat uweerfenis van de alleroudste linie, de verhevenste titels, en deuitgestrektste bezittingen is, die van den meest verhevenen adel.Zg zouden, helaas ! allen spoedig een einde nemen ; en wanneergij zelf in eene schoon sierlijk afgemaakte, laatste stille ver-blijfplaats gelegd wordt, en een heraut uwen rang, titels enwaardigheid over uw arm overblijfsel heeft uitgeroepen, watzou het uwe ziel baten, wanneer zij dan in de hel was, onderden brandenden toorn en het ontzaggelijk ongenoegen des Al-machtigen 3 ,,De rijke man stierf en werd begraven”, en buitentwijfel had hij eene schitterende begrafenis ; maar de tekstheeft een vreeselijk woord hierop, het heet, dat ,,hij zijne oogenopendeed in de hel, zijnde in de pijn.” Het ware beter vooru een arme geweest te zijn ; beter, van de goede gunst en be-deeling van anderen geleefd te hebben en een erfgenaam Godsen een medeërfgenaam van Christus te zijn, dan als een hertogte leven en te sterven, en niets te weten van die geestelijkegeboorte, zonder welke gij eeuwig zult te liggen hebben onderden toorn en wrake Gods.

2. #Een erfgenaam Gods.” De Levieten hadden geen erfdeelonder hunne broeders. God was hunne erfenis. (Joz. 13 : 14,33).Dit was een zinnebeeld van de kinderen Gods, als hebbendegeene erfenis met hunne broederen naar het vleesch. De we-reld is niet voor hen, noch de dingen der wereld. Zij hebbeneene andere erfenis, van welke de wereld niets weet, en waar-

Philpot. Zevende Zestal. 7

Page 23: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

omtrent ze ook geene zorg draagt, namelijk God. Maar watzegt het een erfgenaam Gods te wezen 3 - Het is God tehe&en tot onze eeuwige bezitting - tot al de liefde, heerlijk-heid. zaligheid en zegen van den zelf-bestaanden Jehovah, omte zijn vo& onze entot onze eeuwige genieting. Wat ook dealiefde Gods kan geven, en de genade Gods kan mededeelen,en de heerlijkheid- Gods kan’ontdekken, ja al de volheid derzaligheid hier en de eeuwige tegenwoordigheid van den groo-ten en heerlijken Jehovah_ - dat alles is onze indien wij kin-.deren Gods Zijn. De erfgenaam van eenen edelman moge zichvermaken over zijns vaders bezittingen ; hij kan met een ge-zicht op veld en boom zeggen : di6 is of zal het mi@e zijn ;- -die hoeve in de verte is mijne ; die huizen op den berg, dezewouden aan mijnen voet, die heeren huizen, deze schoöne tui-nen en velden zijn mijne ; alles rondom mij is het mi$e, ik benerfgenaam van dat alles. - Een vreemde kan dit niet zeggen,hij is eigenaar noch erfgenaam. De oudste zoon kan dit zeggen :en dezeide titel, die hem recht geeft tot het eene gedeelte,doet hem ook het andere erven. Alzoo in de genade, Een kindder genade, gezegend met een besef Zijner liéfde, kan zeggen:indien God mijn Vader is en ik Zijn erfgenaam, dan is al hetZijne mijne. Zijne kracht is voor mij ; Zijne heerlijkheid, Zijneliefde, Zijne heiligheid, Zijne eeuwige volmaaktheden zijn voormij ; alles wat Hij is en alles wat Hij heeft is mijne, voor zooverre ik Zijn kind ben, en derhalve ook Zijn erfgenaam. Degezegenden met zulk eene erfenis, behoeven niet te benijdenhen, die op rang, titel, eigendom en uitgebreide landgoederenpochen, of op het eergestoelte in het adelhuis of nabij dentroon roemen, Als eenmaal de gelukzaligheid van dezen zaleindigen, zal die van genen eerst aanvangen. Wanneer zijhunner doodkist zullen worden toevertrouwd, en het stof totstof zal wederkeeren, dan zal het kind van God, veellicht inarmoede gestorven en begraven, eerst recht deel erlangen aaneene onsterfelijke zaligheid en heerlijkheid,

3. Maar een kind van God, is alzoo ,,een medeërfgenaam vanChristus.” Dit kan beteekenen, dat ieder kind van God Chris-tus erft als medeërfgenaam, met al de overige kinderen Gods.Doch wij nemen bet op, naar onze overzetting l) : medeërfge-naam met Christus. De Heere Jezus is naar Zijne Middelaarsbediening de erfgenaam van God. Als Zijn eeniggeboren Zoonerfde Hij al de volmaaktheden des Vaders ; maar als de God-Mensch, het Hoofd en de Vertegenwoordiger der kerk, erft Hijin een bijzonderen zin de liefde, gunst, heerlijkheid en geluk-zaligheid Gods ; en als Hij dit alles erft voor de gemeente in

1) Zoo heeft de Engelsche Vertaling.

Page 24: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

vereeniging met Hem zelven, dan zijn al de gunstgenootenGods medeërfgenamen met Hem. Wat Hij heeft, heeft Hij voorhen ; wat Hij- is en van God ontvangt, is Hij en ontvangt Hijvoor en met haar. Alzoo lezen wij in Joh. 17 : ,,En Ik hebhun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt: opdatzij één zijn : Ik in hen, en Gij in Mij, opdat zij volmaaktzijn in één”. (vs. 22, 23.) Zoo dat, wat de Christus is in Zichzelven, dat is Hij voor de gemeente Gods, Als de ChristusGods ontving Hij het Koninkrijk - een Koninkrijk van ge-nade voor den tijd, en een Koninkrijk van heerlijkheid voorde eeuwigheid. Van dit Zijn Koninkrijk maakt Hij Zijne hei-ligen tot deelgenooten, gelijk Hij tot Zijne discipelen zeide :,Ik verordineer ulieden het Koninkrijk, gelijk Mijn Vader datMij verordineerd heeft”, (Luk. 22 : 20) ; gelijk Hij eenmaal totZijne schapen zal zeggen aan Zijne rechterhand ! ,,Komt, gij ge-zegenden Mijns Vaders ! beërft het Koninkrijk, dat voor ubereid is vóór de grondlegging der wereld,” (Mstth. 25 : 31.)Eene beschouwing van der heiligen medeërfgenaamschap metChristus deed Paulus tot de Corinthiërs zeggen: ,,Niemandroeme op menschen, want alles is uwe. Hetzij Paulus, hetzijApollos, hetzij Cefas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzijdood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn allenuwe. Doch gij zijt Christi” en Christus is Gods.” Wat er is- -in den Hemel en -op aarde, dat tot uw geestelijk goed strekkenkan, alles is uwe zoover gij zijt een erfgenaam Gods en een

l l

medeërfgenaam van ChristÜs. Het zilver en goud, en het veeop duizend bergen zijn allen Christus’ eigendom, omdat Hemis gegeven alle macht in Hemel en op aarde. Welke uwetijdelijke behoeften mogen wezen, Hij kan ze vervullen, omdatHij de Koning is van Hemel en aarde. Welke vijanden gijhebben moogt, Hij kan ze vernederen ; welke kwaden u mogendrukken, Hij kan ze overwinnen ; welke droefheden u mogenomringen, Hij kan u onder haar vertroosten en helpen, Allesen alle dingen in den tijd en in de eeuwigheid, tegenwoordigeen toekomende dingen in deze wereld, zij- zijn allen aan uwezijde, die erfgenamen Gods en medeërfgenamen Christi zijt.

0 zaligheid, een kind van God te wezen! Welk hart zalbevatten “of wat tong zal uitspreken de hoogte en diepte dergenade en heerlijkheid, veiligheid, gelukzaligheid, eer en ge-zegend vermaak van een erfgenaam Gods in Christi te zijn?Weldra zullen wij onze sterfelijke lichamen moeten afleggen,- spoedig zullen wij ons te vernederen hebben tot de wormendes grafs en de aardkluiten van het stof, - wellicht bedennog de onzichtbare wereld moeten ingaan.’ Hoezeer is het danonze behoefte te vragen, welke onze uitzichten zijn voor deeeuwigheid 3 Welke erfenis wachten wij dan? Zal het eeuwige

Page 25: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

100

ellende en weening der oogen en knarsing der tanden zijn?of eene erfenis van de vermakelijkheden, welke er zijn aanGods rechterhand eeuwiglijk en altoos? Hebben wij eenigbewijs of getuigenis, dat wij kinderen Gods zijn? Heeft deGeest, hetzij rechtstreeks of meer door gevolgtrekking, vanonze aanneming getuigenis gegeven, - dat wij kinderen enals zoodanig erfgenamen zijn?? Kunnen wij, met een blik oponze voorledene bevinding, eenige kenmerken vinden van geloofen hoop, als rechte geestelijke bewijzen, dat wij erfgenamenGods en medeërfgenamen Christi zijn? Kunt gij terug zien opdien merkwaardigen tijd, wanneer het den Heerëeerst behaagdete werken aan uwe consciëntie en u te overtuigen van zonde 3- tot dien tijd der minne, wanneer Christus”het eerst aanuw hart geopenbaard werd? - tot dien dag der verdrukkingen benauwdheid, wanneer eene zoete belofte van deelgenoot-schap in Zijne liefde en bloed, met Goddelijke kracht aan uweziel verzegeld werd? Vindt gij zekere, bestendige bewijzen enkenteekenën, dat gij een deelgenoot zijt van vergevende enheiligende genade ; uit God geboren, afgezonderd van de wereldals een vreemdeling en pelgrim, en door duizend angsten ennooden voorbgaande naar de Hemelsche gewesten? Het is vangeen nut op de getuigenis van menschen te steunen, of uwehope te bouwen op een vermetel vertrouwen, ontspringendevan het eigengerechtig, bedriegelijk hart. Het is de getuigenisdes Geestes met onzen geest, hetzij meer of minder duidelijk

de verlichting van des Heeren aangezicht - de openbaringgjner tegenwoordigheid en liefde, welke alleen een kind vanGod kan voldoen, van een deelgenoot dier genade en heerlijk-heid te zijn, die geopenbaard zal worden in de toekomst vanden Heere Jezus.

111. Wij komen tot ons laatste punt, welke was, dat Godeene zekere voorwaarde verbonden heeft aan dit Goddelijkkindschap en erfgenaamschap. Ik gebruik het woord voor-waarde, niet in den gemeenen zin van het woord, alsof wijiets moesten doen ter aanbeveling bij God; maar in dien zin,dat God in Zijne oneindige wijsheid heeft beschikt lijden vóórgenieting ; het kruis v66r de kroon; de enge weg en nauwepoort vóór den ingang ten leven ; strijd vóór overwinning;loopen vóór den prijs; lijden met Christus vóór het verheerlijktworden met Hem. Deze Goddelijk verordineerde voorwaardenu van lijden, werpt menigmaal een duisteren sluier over debevindingen en kenmerken van Gods kinderen, Hadden zijniets atiders dan het schijnsel der zon; - niets dan deonmiddellijke getuigenis des- Geestes met hunnen geest, dat zijkinderen Gods zijn, er zoude bij hen plaats zijn voor twijfelnoch vreeze. Maar dit is Gods weg niet. Integendeel, Hij

Page 26: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

101

heeft besloten, dat er zouden zijn wolken en duisterheict, droef-heid en lijden, beproevingen en oefeningen, wee en vreeze;en dat alle deze zouden liggen in den weg naar den Hemel;met andere woorden, dat lijden de heerlijkheid zoude voorgaan.

Wat kent toch de wereld van de inwendige bevinding derkinderen Gods 3 Ja, zij zien wel eenige arme verachtemenschen, die daar huns inziens droomende en zwaarmoedigheengaan, - die betoonen geen vermaak te hebben in dedingen welke hun vermaken, - wiens belijdenis in menigbelangrijk punt van de hunne verschilt, - wien zij nietkunnen verstaan noch uitvinden ; maar op welken zij metverachting nederzien, en wien zij altijd geneigd zijn tesmaden om het wangedrag van sommigen, die zich onder henstellen, maar toch ook van Gods kinderen worden veroordeelden verworpen. Het is de wille Gods, dat het alzoo zoudewezen. Zoo was het met Zijnen eigen’ geliefden Zoon, Wienzij eenen vraat en een wijnzuiper noemden, Wiens naam zij metschande en schaamte bezwalkten, en Wien zij eindelijk kruisigdenals een misdadiger en lasteraar. Wij moeten met Hem lijdenzullen wij met Hem verheerlijkt worden, Wij hopen met Chris-tus verheerlijkt te worden - met Hem te zitten in hetKoninkrijk Gods -Vaders -

Hem te zien in de heerlijkheid Zijneeu Hem van aangezicht tot aangezicht aanschouwen,

in het licht der eeuwigheid, waar zonde en droefheid nietzullen inkomen, en allé tranen van het aangezicht wordenafgewischt. Doch laat ons niet misvatten: wt moeten eerstmet Hem lijden, Hij zelf leed eerst. Hij kwam in deze wereldals ;‘,,een man van smarten en verzocht in krankheid.” Vande kribbe tot aan het kruis was lijden Zijn deel. Welke ver-bazende angsten droeg Hij in den hof? Welke pijnen en fol-teringen doorstaken Zijn lichaam en ziel aan het kruis. Wijmoeten met Hem lijden, schoon niet in al Zijne uitgestrekt-heid, toch op dezelfde of evengelijke wijze. Verachtte de wereldHem ; ook wij hebben daarop te rekenen. Werd Hij door dewereld vervolgd, ook wij moeten met Hem die vervolgingondergaan. En werd Hij door de wereld niet verstaan; ookwij moeten door haar misverstaan worden. Hij werd gelasterd,- Hij werd gehoond als ,,een Vriend van tollenaren en zon-daren ;” ook wij hebben dat te wachten. Hij werd gegeeseld;ook wij zullen gegeeseld worden, is het niet met scherperoeden, dan met de tong; niet op den rug, dan in naam,karakter en gestalte, Gelijk Hij in de woestijn en op anderetijden, alzoo zullen wij door den satan aangevallen worden..Hij dioeg den zwaren Iast der zonde in Zij< lichaam op hethout ; en alzoo hebben wij dien last te torschen, niet ver-dienende, maar in onze cönscientie. Gelijk Zijne heilige ziel.

Page 27: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

102

schuld en veroordeeling gevoelde onder den vloek der wet;.alzoo zullen wij gevoelen schuld en veroordeeling van dezelfdeheilige wet. Werd Hij door God beproefd door de verbergingvan Zijn aangezicht voor Hem, toen Hij schier in Zijn uiterstewas; ook wij zullen somtijds onder de verberging Gods zuchten.‘Ondervond Hij scherpe en harde benauwdheden, toen Hij denbeker van Gods toorn ledigde en gedoopt werd met denbloed- en lijdensdoop; wij moeten dien beker drinken en metdien doop gedoopt worden. (Mark. 10 : 39,) Zoodat wij, be-schouwende des Heeren lijden van de kribbe tot het kruis,zullen wij met Hem verheerlijkt worden, ook deel moetenhebben aan dat lijden - inderdaad, in vergelijking eenegeringe mate daarvan ; maar toch genoeg, om ons gemeenschapte geven met Hem, (Fil. 3 : 10.)

Maar terwijl wij door dit lijden gaan, rust er vaak eene duisterewolk over onze bewijzenvan genade: ongeloovige opstand, wantrou-wende vragen, murmureerende gedachten rijzen in ons op. Alledezen zijn als een mist en nevel uit den afgrond, die vaak de ge-tuigenissen en bewijzen van Gods genade in de duisternis begra-ven. Dit is niettemin een gedeelte van het lijden. Gelijk Christusleed toen Hij zeide (Luk. 22 : 53) : ,Dit is uwe ure en de machtder duisternis” ; zoo hebben wij te lijden onder dezelfde uurder duisternis en verlating. Gelijk Christus leed toen de satanHem verzocht, zoo zullen wij in evengelijken weg lijden. Dochhet is niet altijd zoo, Een tijd van lijden is dikwijls een tijdvan vreugde. Wij lezen van een roemen in de verdrukking,Rom. 5 : 3 ; van een vermaak hebben in smaadheden, in noo-den, in vervolgingen, in benauwdheden om Christus wil (2 Cor.12 : 10). Maar hetzij wij door dezelve ter nedergeworpen, ofonder haar ondersteund worden, ,indien wij met Hem verdra-gen, wij zullen ook met Hem heerschen.” (2 Tim. 2 : 12.)Indien wij Zijn kruis dragen, dan ook Zijne kroon. Wordenwe met Hem veracht, vervolgd ; zuchten, kermen en treurenwij met Hem, wij zullen dan ook met Hem verheerlijkt wor7den, Hem zien gelijk Hij is, in de gewesten der gelukzaligheid- Hem aanschouwen heerlijk en gezegend, de Godheid blin-kende door Zijne Menschheid boven alle menschelijke bevattingen uitspraak. Dus beproeft de Heere het geloof Zijner kinde-ren. Hier hebben wij te wandelen door geloof, en niet dooraanschouwing ; Zijn lijdend beeld gelijkvormig gemaakt, en tetreden in de voetstappen van den verachten Man van smarten.En ik kan van mij zelven zeggen, dat, hoe mijne hoogmoedigenatuur ook tegen het kruis opsta, en mijn lafhartig vleeschnaar gemak en rust roept,l nochtans heb ik zulk eene schoon-heid en zaligheid in den Hoere Jezus gezien, en mijn hart gaatbij tijden zoo naar Hem nit, dat ik gewillig ben om een pad

Page 28: 76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet ...76 @j u zelven onder den vloek van Gods rechtvaardige wet gebracht! Sla uw oogen terug op uw doorgebracht leven. Denk aan

103

te bewandelen, geheel in tegenkanting met mijn natuurlijkenzin en wil,

En vindt gij nu eenige getuigenis in uw hart, dat de koste-lijke waarheden, welke ik ter dezer ure voor u neder mochtalëmzen, levend en bevinding aan uwe ziele werd? Gevoeldetgf,” b$ de opening dezer Goddelijke en gezegende wezenlijk-heden, dat gij, althans aan sommige derzelve, inwendige be-vinding hadt 3 Ik besluit dan met deze enkele opmerkiig, datgij, indien uw harte recht is voor God, moet gevoelen inuwecönscientie, dat zonder zulk eene beviuding, ali ik u trachttete beschrijven, gij zalig noch gelukkig kunt leven noch sterven.

AMEN.