6 april 2019 DE AANHOUDER WINT: NA 16 ... - Bart Moeyaert · 4/6/2019  · (lacht)Als ik schrijf,...

1
21 zaterdag 6 april 2019 Sinds Bart Moeyaert (54) dinsdag de Astrid Lindgren Memorial Award heeft gewonnen, wandelt hij op wolken. Die Zweedse onder- scheiding bekroont een heel oeuvre en wordt de ‘Nobelprijs voor Jeugdliteratuur’ genoemd. Zestien keer was hij al genomineerd. Toch is Moeyaert nu pas, na 35 jaar schrijven, helemaal van de twijfel af. «Ik heb dan toch al die tijd de juiste keuzes gemaakt. Dat maakt me gelukkig.» • SANDER VAN DEN BROECKE • ucces is niks nieuws voor Bart Moeyaert. Sinds hij op zijn negentiende debuteerde met Duet met valse noten’ heeft hij amper iets anders gehoord dan applaus. Zijn boeken werden bejubeld, verkocht, vertaald. Zijn werk stond op leeslijsten van scholen, op cadeaulijstjes van tieners, op shortlists van literaire prijzen. Hij won zelfs een hele reeks van die awards. En toch duurde het vijftien jaar voor hij zelf ging geloven dat hij kon schrijven, en is hij er nu pas van over- tuigd dat hij er goed aan gedaan heeft om nooit te luisteren naar het stemme- tje in zijn hoofd dat zei: ‘Probeer toch eens een bestseller te schrijven.’ Hij bleef het hebben over kinderen die wat alleen en wat moeilijk in het leven staan, en hij bleef dat doen in bedrieglijk simpele zinnen, die vaak meer suggereren dan ze letterlijk meedelen. Vanwaar die jarenlange twijfel? «Ik ben de jongste uit een gezin met zeven kinderen, zeven jongens dan nog. Mijn vader — een inspecteur voor het lager onderwijs — was streng en veel- eisend. Je best doen, vond hij vanzelf- sprekend. Elf op tien, daar moest je voor gaan. Haalde je een acht, dan vroeg hij waar die twee punten naartoe waren. Hij deed dat niet om je een psychologi- sche mep te verkopen, maar om je scherp te houden, om je uit te dagen. En dat heb ik lang meegedragen. Ik ontwik- kelde een soort van faalangst, het was nooit goed genoeg. Het heeft inderdaad tot vijftien jaar na mijn debuut geduurd vooraleer ik zelf geloofde dat ik effectief kon schrijven. Jarenlang heb ik me heel klein gevoeld en deed ik krampachtig mijn best om mezelf groot te maken. Ik was de hele tijd aan het springen, om toch maar die elf op tien te halen.» Je hebt ook lang van dat bekakte dictie-Nederlands met Hollandse inslag gesproken. «Zo moet een schrijver praten, dacht ik. (lacht) Ik ben van Brugge, en het laatste wat ik wilde, was de ‘g’ en de ‘h’ door elkaar halen. Ik wilde me ook zo helder mogelijk uitdrukken, iets wat ik op papier altijd goed gekund heb, maar DE AANHOUDER WINT: NA 16 NOMINATIES KRIJGT BART MOEYAERT ‘NOBELPRIJS VOOR JEUGDLITERATUUR’ In 21 talen zijn Moeyaerts boeken al vertaald, en door de Astrid Lindgren Memorial Award zullen er daar nog een pak bijkomen. Foto Jan De Meuleneir wat ik in het echte leven een op- dracht vond. Ik voel- de me onzeker als ik mijn mond opendeed en dat perfecte AN was voor mij iets waarachter ik me kon verschuilen.» Hield je dat bezig, hoe een schrijver moest klinken? «Oh ja. Ik ben in de loop der jaren ge- vraagd voor kook- en dansprogramma’s op televisie en dat heb ik elke keer geweigerd, omdat ik dacht dat dat niet paste voor een schrijver, terwijl ik er soms wel zin in had. Zou ik nu gevraagd worden, dan zeg ik misschien wél ‘ja’. Op de boekenbeurs in Bologna, waar de prijs werd uitgereikt, heb ik een filmpje gemaakt waarop ik de silly walk doe. Zou ik vroeger nooit gedurfd hebben — schrijvers moeten een zekere ernst be- waren. (lacht) Ik ging ook minder op café dan ik zelf wilde, gewoon omdat ik dacht: ‘De mensen zullen denken: moet die niet schrijven, dan?’ Maar daar ben ik gelukkig allemaal van af. Ik durf nu mezelf te zijn.» Wat heeft je zover gebracht? «Relaties vooral. Mijn eerste lange relatie en daarna mijn huwelijk en de scheiding van mijn man zijn allemaal cursussen geweest waarin ik mezelf heb leren kennen en aanvaarden. Ik heb vooral leren loslaten. Ik ben minder perfectionistisch, minder bezig met wat anderen van me verwachten. Ik ben veel gelukkiger nu.» Je kijkt anders tegen het leven aan. Vind je dat je in je jonge jaren soms onzin hebt geschreven? «Neen. Ik vind wel dat ik beter ben gaan schrijven — gelukkig maar — maar ik schaam me niet voor de visie in mijn boeken. Ik was blijkbaar verstandiger op papier dan ik in het echte leven was. (lacht) Als ik schrijf, ben ik wel altijd mezelf geweest, heb ik altijd resoluut mijn eigen ding gedaan. Pas als ik bui- tenkwam, begon ik me aan te passen.» Heb je aan je vader gedacht toen je de prijs kreeg? «Meteen. Ik ga hem zaterdag (vandaag, red.) ook bezoeken. Hij is nu 91 en hij dementeert, net als mijn moeder, die er 92 is. Ze zijn nog altijd samen en ze hebben gelukkig nog veel aan elkaar. Praten met mijn vader gaat niet meer. Hij kan niks meer zeggen, maar ik heb de indruk dat hij nog altijd begrijpt wat er gezegd wordt, wat heel heftig is. Mijn moeder vertoont een meer klassieke vorm van dementie: zij vertoeft heel vaak in het verleden, haar brein schiet voortdurend een andere kant op, soms vraagt ze me zelfs hoe het met mijn moeder is. Ik hoop dat het tot haar doordringt als ik haar vertel dat de prijs me overhandigd zal worden door kroonprinses Victoria van Zweden. Ze is gek op alles wat met koningshuizen te maken heeft. Als er van die overhandi- ging een foto gemaakt wordt, zou ze daar vroeger bij wijze van spreken behangpapier van hebben laten maken.» (lacht) Hoe reageerden je zes broers? «Geweldig. Die zijn trots aan het face- booken geslagen. Zij begrijpen door die prijs beter wat ik al die tijd heb gedaan. Als jongste was ik de buitenstaander, het buitenbeentje ook: ik hield me vaak alleen bezig, ik bouwde hutten, ik las boeken, ik zweeg veel en leerde goed te luisteren en te kijken, wat me als schrijver goed van pas is gekomen.» Je beschrijft nu gewoon Bianca, het hoofdpersonage uit je laatste boek ‘Tegenwoordig heet iedereen Sorry’. «Helemaal. Terwijl ik dat tijdens het schrijven dus niet doorheb. Ik heb nooit een uitgewerkt scenario. Ik begin bij één beeld, één scène, en dan kruip ik in de huid van mijn hoofdpersonage en dat personage bepaalt hoe het verhaal verder gaat. Er zitten echt autobiografi- sche stukken in het boek, maar pas achteraf besefte ik dat ik over mezelf had geschreven. Dat Bianca mijn herin- neringen had geleend. Dat heb ik al bij veel boeken gehad.» Ben jij misschien dronken als je schrijft? (lacht) «Een roes is het wel. Ik zit hele- maal in het hoofd van mijn personage.» Jij kan dat makkelijk, heb je al gezegd, je verplaatsen in het hoofd van een kind. «Ik vind dat bijna vanzelfsprekend, maar ik merk dat veel mensen dat niet kunnen. Ik krijg vaak de opmerking van volwassen lezers dat hun jeugd, in tegenstelling tot die van mijn hoofd- personages, alleen maar uit geluk bestond. Maar dat is natuurlijk niet zo. ‘Heb jij dan als kind nooit in bed liggen snotteren omdat je bang was dat je ouders uit elkaar zouden gaan, of omdat je ruzie had met een vriendje, of omdat je schrik had van dat eindeloze heelal?’, vraag ik dan. ‘Neen’, antwoor- den sommigen. Als zij terugblikken op hun jeugd, zien ze alleen bloemen- weides. De angsten en het verdriet van toen — die er bij iedereen geweest zijn— zijn helemaal uitgewist. Een kind met donkere gedachten: dat vinden veel mensen angstwekkend, dat klopt niet met het clichébeeld dat ze van de kindertijd hebben. Dus verdringen ze die herinneringen.» «‘Kinderen willen liever plezante boeken lezen’, zeggen mensen me ook vaak. En op den duur ga je twijfelen. Ook omdat het geld natuurlijk niet binnenstroomt. Dan ga je denken: ‘Misschien moet ik eens een toe- gankelijk, vrolijk vakantieverhaal schrijven, moet ik mijn lezers wat meer knuffelen.’ Gelukkig heb ik het nooit geprobeerd, want een bestseller kan je toch niet op bestelling schrijven. Zelfs wanneer het boek af is, weet je niet of het zal verkopen of niet. Ik heb ooit de uitgever van J.K. Rowling ontmoet en die vertelde me dat hij voor de eerste druk van ‘Harry Potter’ maar 500 exem- plaren van de band had durven te laten rollen. De eerste druk van mijn boeken ligt al op 4.000 exemplaren.» Het geld stroomt niet binnen, zeg je. Jouw werk is in 21 talen vertaald. Komt er dan niet elke maand een bedrag ter waarde van een salaris op je bankrekening? «Was het maar waar. Ik mag niet klagen in vergelijking met andere auteurs, ik verkoop goed, maar het afgelopen jaar heb ik toch hard op de centen moeten letten. Daarom ben ik ook zo blij met de geldprijs (480.000 euro, waarvan na aftrek van belastingen ongeveer 390.000 euro overblijft, red.) Daarmee koop ik rust en zekerheid. Gekke dingen ga ik er zeker niet mee doen. Een nieuwe gsm en een weekje in de zon, en de rest spaar ik op. Als een goeie West-Vlaming.» (lacht) De prijs opent wellicht nieuwe deuren voor je. «Dat is zeker. Je verkoop stijgt. En er komen vertalingen in landen waar ik nog niet ben gepubliceerd, zoals Est- land, Polen en Brazilië. Sommige uit- geverijen die gestopt waren mijn werk te publiceren, gaan dat opnieuw doen. In Zweden zijn nu zes uitgeverijen aan het bieden op de rechten van mijn boeken. Dat is allemaal heel prettig.» «Gelukkig heb ik nooit een bestseller proberen te schrijven» IK HEB AFGELOPEN JAAR HARD OP DE CENTEN MOETEN LETTEN, DUS IK BEN ERG BLIJ MET DE 390.000 EURO DIE IK NU KRIJG. IK KOOP EEN NIEUWE GSM EN EEN WEEKJE IN DE ZON, EN DE REST SPAAR IK. ALS GOEIE WEST-VLAMING

Transcript of 6 april 2019 DE AANHOUDER WINT: NA 16 ... - Bart Moeyaert · 4/6/2019  · (lacht)Als ik schrijf,...

Page 1: 6 april 2019 DE AANHOUDER WINT: NA 16 ... - Bart Moeyaert · 4/6/2019  · (lacht)Als ik schrijf, ben ik wel altijd mezelf geweest, heb ik altijd resoluut mijn eigen ding gedaan.

21zaterdag6 april 2019

Sinds Bart Moeyaert (54) dinsdag de AstridLindgren Memorial Award heeft gewonnen,wandelt hij op wolken. Die Zweedse onder-scheiding bekroont een heel oeuvre en wordt de‘Nobelprijs voor Jeugdliteratuur’ genoemd. Zestienkeer was hij al genomineerd. Toch is Moeyaert nupas, na 35 jaar schrijven, helemaal van detwijfel af. «Ik heb dan toch al die tijd dejuiste keuzes gemaakt. Dat maakt megelukkig.» • SANDER VAN DEN BROECKE •

ucces is niks nieuwsvoor Bart Moeyaert.Sinds hij op zijn negentiende debuteerde met‘Duet met valse

noten’ heeft hij amperiets anders gehoord dan

applaus. Zijn boeken werden bejubeld,verkocht, vertaald. Zijn werk stond opleeslijsten van scholen, op cadeaulijstjesvan tieners, op shortlists van literaireprijzen. Hij won zelfs een hele reeks vandie awards. En toch duurde het vijftienjaar voor hij zelf ging geloven dat hij konschrijven, en is hij er nu pas van over-tuigd dat hij er goed aan gedaan heeftom nooit te luisteren naar het stemme-tje in zijn hoofd dat zei: ‘Probeer tocheens een bestseller te schrijven.’ Hijbleef het hebben over kinderen die wat alleen en wat moeilijk in het levenstaan, en hij bleef dat doen in bedrieglijksimpele zinnen, die vaak meer suggereren dan ze letterlijk meedelen.

Vanwaar die jarenlange twijfel?«Ik ben de jongste uit een gezin met zeven kinderen, zeven jongens dan nog.Mijn vader — een inspecteur voor het lager onderwijs — was streng en veel -eisend. Je best doen, vond hij vanzelf-sprekend. Elf op tien, daar moest je voorgaan. Haalde je een acht, dan vroeg hijwaar die twee punten naartoe waren.Hij deed dat niet om je een psychologi-sche mep te verkopen, maar om jescherp te houden, om je uit te dagen. Endat heb ik lang meegedragen. Ik ontwik-kelde een soort van faalangst, het wasnooit goed genoeg. Het heeft inderdaadtot vijftien jaar na mijn debuut geduurdvooraleer ik zelf geloofde dat ik effectiefkon schrijven. Jarenlang heb ik me heelklein gevoeld en deed ik krampachtigmijn best om mezelf groot te maken. Ikwas de hele tijd aan het springen, omtoch maar die elf op tien te halen.»

Je hebt ook lang van dat bekakte dictie-Nederlands met Hollandse inslag gesproken.«Zo moet een schrijver praten, dacht ik.(lacht) Ik ben van Brugge, en het laatstewat ik wilde, was de ‘g’ en de ‘h’ door elkaar halen. Ik wilde me ook zo heldermogelijk uitdrukken, iets wat ik op papier altijd goed gekund heb, maar

DE AANHOUDER WINT: NA 16 NOMINATIES KRIJGT BART MOEYAERT ‘NOBELPRIJS VOOR JEUGDLITERATUUR’

In 21 talen zijn Moeyaerts boeken al vertaald, en door de

Astrid Lindgren Memorial Award zullen er

daar nog een pak bijkomen.

Foto Jan De Meuleneir

wat ikin hetechteleveneen op-drachtvond. Ik voel-de me onzekerals ik mijn mondopendeed en dat perfecte AN was voor mijiets waarachter ik me konverschuilen.»

Hield je dat bezig, hoe een schrijvermoest klinken?«Oh ja. Ik ben in de loop der jaren ge-vraagd voor kook- en dansprogramma’sop televisie en dat heb ik elke keer geweigerd, omdat ik dacht dat dat nietpaste voor een schrijver, terwijl ik ersoms wel zin in had. Zou ik nu gevraagdworden, dan zeg ik misschien wél ‘ja’.Op de boekenbeurs in Bologna, waar deprijs werd uitgereikt, heb ik een filmpjegemaakt waarop ik de silly walk doe.Zou ik vroeger nooit gedurfd hebben —schrijvers moeten een zekere ernst be-waren. (lacht) Ik ging ook minder opcafé dan ik zelf wilde, gewoon omdat ikdacht: ‘De mensen zullen denken: moetdie niet schrijven, dan?’ Maar daar benik gelukkig allemaal van af. Ik durf numezelf te zijn.»

Wat heeft je zover gebracht?«Relaties vooral. Mijn eerste lange relatie en daarna mijn huwelijk en descheiding van mijn man zijn allemaalcursussen geweest waarin ik mezelfheb leren kennen en aanvaarden. Ik hebvooral leren loslaten. Ik ben minderperfectionistisch, minder bezig metwat anderen van me verwachten. Ikben veel gelukkiger nu.»

Je kijkt anders tegen het leven aan.Vind je dat je in je jonge jaren soms onzin hebt geschreven?«Neen. Ik vind wel dat ik beter ben gaan

schrijven — gelukkig maar — maar ikschaam me niet voor de visie in mijnboeken. Ik was blijkbaar verstandigerop papier dan ik in het echte leven was.(lacht) Als ik schrijf, ben ik wel altijdmezelf geweest, heb ik altijd resoluutmijn eigen ding gedaan. Pas als ik bui-tenkwam, begon ik me aan te passen.»

Heb je aan je vader gedacht toen je deprijs kreeg?«Meteen. Ik ga hem zaterdag (vandaag,red.) ook bezoeken. Hij is nu 91 en hijdementeert, net als mijn moeder, die er92 is. Ze zijn nog altijd samen en ze hebben gelukkig nog veel aan elkaar.Praten met mijn vader gaat niet meer.Hij kan niks meer zeggen, maar ik hebde indruk dat hij nog altijd begrijpt water gezegd wordt, wat heel heftig is. Mijnmoeder vertoont een meer klassiekevorm van dementie: zij vertoeft heelvaak in het verleden, haar brein schietvoortdurend een andere kant op, somsvraagt ze me zelfs hoe het met mijnmoeder is. Ik hoop dat het tot haar doordringt als ik haar vertel dat de prijsme overhandigd zal worden doorkroonprinses Victoria van Zweden. Ze isgek op alles wat met koningshuizen te

maken heeft. Als er van die overhandi-ging een foto gemaakt wordt, zou zedaar vroeger bij wijze van spreken behangpapier van hebben laten maken.» (lacht)

Hoe reageerden je zes broers?«Geweldig. Die zijn  trots aan het face-booken geslagen. Zij begrijpen door dieprijs beter wat ik al die tijd heb gedaan.Als jongste was ik de buitenstaander,het buitenbeentje ook: ik hield me vaakalleen bezig, ik bouwde hutten, ik lasboeken, ik zweeg veel en leerde goed teluisteren en te kijken, wat me als schrijver goed van pas is gekomen.»

Je beschrijft nu gewoon Bianca, hethoofdpersonage uit je laatste boek‘Tegenwoordig heet iedereen Sorry’.«Helemaal. Terwijl ik dat tijdens hetschrijven dus niet doorheb. Ik heb nooiteen uitgewerkt scenario. Ik begin bijéén beeld, één scène, en dan kruip ik inde huid van mijn hoofdpersonage endat personage bepaalt hoe het verhaalverder gaat. Er zitten echt autobiografi-sche stukken in het boek, maar pas achteraf besefte ik dat ik over mezelfhad geschreven. Dat Bianca mijn herin-

neringen had geleend. Dat heb ik al bijveel boeken gehad.»

Ben jij misschien dronken als jeschrijft?(lacht) «Een roes is het wel. Ik zit hele-maal in het hoofd van mijn personage.»

Jij kan dat makkelijk, heb je al gezegd,je verplaatsen in het hoofd van eenkind.«Ik vind dat bijna vanzelfsprekend,maar ik merk dat veel mensen dat nietkunnen. Ik krijg vaak de opmerking vanvolwassen lezers dat hun jeugd, in tegenstelling tot die van mijn hoofd -personages, alleen maar uit geluk bestond. Maar dat is natuurlijk niet zo.‘Heb jij dan als kind nooit in bed liggensnotteren omdat je bang was dat je ouders uit elkaar zouden gaan, of omdat je ruzie had met een vriendje, ofomdat je schrik had van dat eindelozeheelal?’, vraag ik dan. ‘Neen’, antwoor-den sommigen. Als zij terugblikken ophun jeugd, zien ze alleen bloemen -weides. De angsten en het verdriet vantoen — die er bij iedereen geweest zijn—zijn helemaal uitgewist. Een kind metdonkere gedachten: dat vinden veelmensen angstwekkend, dat klopt nietmet het clichébeeld dat ze van de kindertijd hebben. Dus verdringen zedie herinneringen.»«‘Kinderen willen liever plezante boeken lezen’, zeggen mensen me ookvaak. En op den duur ga je twijfelen.Ook omdat het geld natuurlijk niet binnenstroomt. Dan ga je denken: ‘Misschien moet ik eens een toe -gankelijk, vrolijk vakantieverhaalschrijven, moet ik mijn lezers wat meerknuffelen.’ Gelukkig heb ik het nooitgeprobeerd, want een bestseller kan jetoch niet op bestelling schrijven. Zelfswanneer het boek af is, weet je niet ofhet zal verkopen of niet. Ik heb ooit deuitgever van J.K. Rowling ontmoet  endie vertelde me dat hij voor de eerstedruk van ‘Harry Potter’ maar 500 exem-plaren van de band had durven te latenrollen. De eerste druk van mijn boekenligt al op 4.000 exemplaren.»

Het geld stroomt niet binnen, zeg je.Jouw werk is in 21 talen vertaald.Komt er dan niet elke maand een bedrag ter waarde van een salaris opje bankrekening?«Was het maar waar. Ik mag niet klagenin vergelijking met andere auteurs, ikverkoop goed, maar het afgelopen jaarheb ik toch hard op de centen moetenletten. Daarom ben ik ook zo blij met de geldprijs (480.000 euro, waarvan na aftrek van belastingen ongeveer 390.000 euro overblijft, red.) Daarmeekoop ik rust en zekerheid. Gekke dingenga ik er zeker niet mee doen. Een nieuwe gsm en een weekje in de zon, en de rest spaar ik op. Als een goeieWest-Vlaming.» (lacht)

De prijs opent wellicht nieuwe deurenvoor je. «Dat is zeker. Je verkoop stijgt. En er komen vertalingen in landen waar iknog niet ben gepubliceerd, zoals Est-land, Polen en Brazilië.  Sommige uit -geverijen die gestopt waren mijn werkte publiceren, gaan dat opnieuw doen.In Zweden zijn nu zes uitgeverijen aanhet bieden op de rechten van mijn boeken. Dat is allemaal heel prettig.»

«Gelukkig heb ik nooit een bestsellerproberen teschrijven»

IK HEB AFGELOPEN JAAR HARD OP DE CENTEN MOETEN LETTEN, DUS IK BEN ERG BLIJ MET DE 390.000 EURO DIE IK NU KRIJG. IK KOOP EEN NIEUWE GSM EN EEN WEEKJE IN DE ZON, EN DE REST SPAAR IK. ALS GOEIE WEST-VLAMING