513 Sturingsadvies Steven Van Eijck: Koersen Op Het Kind

2
jeugdzorg 71 zorg & financiering > 4-2006 ductie kan niet worden gerealiseerd zonder extra middelen op voorhand. Het IPO stelt om die reden voor de budgetten aan te passen aan het voorgaande jaar. De rijksoverheid spreekt provincies en uitvoerende organisaties aan op de kwaliteit van de jeugdzorg. Volgens de provincies veronderstelt dit dat er ordentelijke prijzen zijn op grond waarvan de vereiste kwaliteit kan worden waargemaakt. Het IPO vindt dat per 1 januari 2007 een systeem van reële prijzen moeten worden ingevoerd, om- wille van een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit. Bronnen: persbericht Ministerie van VWS, 28 april 2006 en Stcrt. 2006, nr. 51< Van Eijck, commissaris Jeugd- en jongeren- beleid, constateert dat het jeugdbeleid in Nederland te veel verkokerd is. ‘Er is sprake van enorme betrokkenheid bij de vele mensen in het veld, maar niemand is verantwoordelijk. Dit frustreert de mensen in het veld, en belang- rijker: het kind en de ouder worden niet ade- quaat geholpen. Signalen worden niet snel genoeg opgepakt en niet omgezet in vroeg- tijdige en veel efficiëntere interventies. Kortom, in de huidige situatie wordt onvoldoende inge- speeld op de problemen die een grote groep kinderen en ouders ervaren bij het opgroeien en opvoeden.’ Van Eijck heeft op 26 april jl aan het kabinet zijn advies aangeboden over de aansturing van het jeugdbeleid. Dit is het eerste deel van het stu- ringsadvies. Het tweede deel zal ingaan op de implementatie en de financiële consequenties en verschijnt over een paar maanden. Het roer moet om, vindt hij. Uitgangspunt moet zijn dat het kind centraal staat en niet de institu- ties. Het sturingsadvies geeft aan dat de huidige problemen in het jeugdbeleid opgelost kunnen worden door: creëren van duidelijke verant- woordelijkheden, minder betrokken partijen (zowel op uitvoerend als bestuurlijk niveau), terugdringen van onnodige bureaucratie om betere voorwaarden voor een resultaatgericht jeugdbeleid te scheppen. Kernpunten advies Kind centraal Centraal in het jeugdbeleid staan de behoeften van het kind. Dat houdt in dat de uitvoering van het jeugdbeleid de levensloop van het kind volgt en aansluit op de leefwereld van het kind. In de uitvoering wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen vrijwillige en gedwongen hulp. De bestuurlijke verantwoordelijkheden worden zo dicht mogelijk bij het kind en de ouders gelegd. Sluitende signaleringsketen en afstemming van zorg Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is in iedere gemeente een laagdrempelig, eerstelijns centrum voor alle jeugdigen en ouders. Op lokaal niveau worden onder verantwoordelijk- heid van de wethouder de algemene en preven- tieve taken uitgevoerd. Belangrijke instrumen- ten hierbij zijn het elektronisch kinddossier en de verwijzingsindex. Bundeling indicatiestellingen De toeleiding naar specialistische voorzieningen moet jeugdigen en ouders zo min mogelijk belasten en zo kort mogelijk zijn. Dit vereist: de integratie van indicatiestellingen van onderwijs en jeugdzorg (incl. jeugdgezond- heidszorg en licht verstandelijk gehandicap- ten); dat CJG verantwoordelijk is voor de toeleiding c.q. de geïntegreerde indicatiestelling; 513 sturingsadvies steven van eijck: koersen op het kind

Transcript of 513 Sturingsadvies Steven Van Eijck: Koersen Op Het Kind

Page 1: 513 Sturingsadvies Steven Van Eijck: Koersen Op Het Kind

jeugdzorg

71zorg & financiering > 4-2006

ductie kan niet worden gerealiseerd zonderextra middelen op voorhand. Het IPO stelt omdie reden voor de budgetten aan te passen aanhet voorgaande jaar. De rijksoverheid spreektprovincies en uitvoerende organisaties aan opde kwaliteit van de jeugdzorg. Volgens deprovincies veronderstelt dit dat er ordentelijkeprijzen zijn op grond waarvan de vereiste

kwaliteit kan worden waargemaakt. Het IPOvindt dat per 1 januari 2007 een systeem vanreële prijzen moeten worden ingevoerd, om-wille van een goede verhouding tussen prijs enkwaliteit. Bronnen: persbericht Ministerie van VWS, 28 april2006 en Stcrt. 2006, nr. 51<

Van Eijck, commissaris Jeugd- en jongeren-beleid, constateert dat het jeugdbeleid inNederland te veel verkokerd is. ‘Er is sprakevan enorme betrokkenheid bij de vele mensenin het veld, maar niemand is verantwoordelijk.Dit frustreert de mensen in het veld, en belang-rijker: het kind en de ouder worden niet ade-quaat geholpen. Signalen worden niet snelgenoeg opgepakt en niet omgezet in vroeg-tijdige en veel efficiëntere interventies. Kortom,in de huidige situatie wordt onvoldoende inge-speeld op de problemen die een grote groepkinderen en ouders ervaren bij het opgroeien enopvoeden.’

Van Eijck heeft op 26 april jl aan het kabinet zijnadvies aangeboden over de aansturing van hetjeugdbeleid. Dit is het eerste deel van het stu-ringsadvies. Het tweede deel zal ingaan op deimplementatie en de financiële consequentiesen verschijnt over een paar maanden.Het roer moet om, vindt hij. Uitgangspunt moetzijn dat het kind centraal staat en niet de institu-ties. Het sturingsadvies geeft aan dat de huidigeproblemen in het jeugdbeleid opgelost kunnenworden door: creëren van duidelijke verant-woordelijkheden, minder betrokken partijen(zowel op uitvoerend als bestuurlijk niveau),terugdringen van onnodige bureaucratie ombetere voorwaarden voor een resultaatgerichtjeugdbeleid te scheppen.

Kernpunten advies

Kind centraalCentraal in het jeugdbeleid staan de behoeftenvan het kind. Dat houdt in dat de uitvoering vanhet jeugdbeleid de levensloop van het kind volgten aansluit op de leefwereld van het kind. In deuitvoering wordt een scherp onderscheidgemaakt tussen vrijwillige en gedwongen hulp.De bestuurlijke verantwoordelijkheden wordenzo dicht mogelijk bij het kind en de oudersgelegd.

Sluitende signaleringsketen en afstemming van zorgHet Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is iniedere gemeente een laagdrempelig, eerstelijnscentrum voor alle jeugdigen en ouders. Oplokaal niveau worden onder verantwoordelijk-heid van de wethouder de algemene en preven-tieve taken uitgevoerd. Belangrijke instrumen-ten hierbij zijn het elektronisch kinddossier ende verwijzingsindex.

Bundeling indicatiestellingenDe toeleiding naar specialistische voorzieningenmoet jeugdigen en ouders zo min mogelijkbelasten en zo kort mogelijk zijn. Dit vereist:– de integratie van indicatiestellingen van

onderwijs en jeugdzorg (incl. jeugdgezond-heidszorg en licht verstandelijk gehandicap-ten);

– dat CJG verantwoordelijk is voor de toeleidingc.q. de geïntegreerde indicatiestelling;

513 sturingsadvies steven van eijck: koersen op het kind

ZenF-0406 cyaan.qxd 16-5-2006 9:14 Pagina 71

Page 2: 513 Sturingsadvies Steven Van Eijck: Koersen Op Het Kind

zorg

72 4-2006 > zorg & financiering

– en de warme overdracht naar de gespeciali-seerde zorg en/of naar het speciaal onderwijs.

Regionale organisatie voor veiligheidOnder verantwoordelijkheid van rijk komt eenregionale voorziening die uitvoering geeft aanjeugdbescherming en jeugdreclassering. Tevensworden op dit niveau de taken van de Raad voorde Kinderbescherming, HALT en STOP uitge-voerd.

RijkDe nieuwe Minister voor Jeugd is binnen het vol-gend kabinet verantwoordelijk voor de samen-hang in het jeugdbeleid, voor het integrale toe-zicht en voor de invoering van het sturingsad-vies. Het integraal toezicht wordt uitgevoerddoor de voortzetting van het Integraal ToezichtJeugdzaken (ITJ). Het ITJ maakt daarbij ondermeer gebruik van jeugdmonitoren en brengt ver-slag uit aan gemeente en de Minister van Jeugd.De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de lan-

delijke kaderstelling van de overheidstaken ophet gebied van onderwijs, gezondheidszorg enveiligheid. De verantwoordelijkheid berust bij deverschillende vakministers. De rijksoverheid istevens verantwoordelijk voor specialistischetaken (speciaal onderwijs, handhaving enbestraffing en geïndiceerde zorg).

ProvincieDe provinciale overheid is niet langer belast mettaken op het gebied van jeugdzorg.

LokaalDe wethouder Jeugd is integraal verantwoorde-lijk voor de algehele regie van het jeugdbeleid.Dat betreft zowel de algemene en preventievetaken als de verbindingen met de specialistischetaken. De aansturing dient gericht te zijn op ver-groting van bereik en effectiviteit en het stimule-ren van horizontale verantwoording binneninstellingen.Bron: persbericht Operatie Jong, 26 april 2006<

Het kabinet trekt vanaf volgend jaar dertienmiljoen euro uit om een impuls te geven aanpreventief jeugdbeleid. Voor dit jaar wordt eenstart gemaakt met 5,5 miljoen euro. Hiermeekrijgen kinderen en gezinnen sneller hulp enwordt voorkomen dat ze uiteindelijk geïndi-ceerde jeugdzorg nodig hebben. Het geld komtbovenop de extra middelen die het kabinet eer-der al beschikbaar stelde voor het aanpakkenvan de wachttijden in de geïndiceerde jeugd-zorg.

De dertien miljoen euro is bestemd voorgemeenten, die daarmee Centra voor Jeugd enGezin concreet invulling kunnen geven. Hetkabinet wil dat dergelijke centra in iederegemeente niet alleen kijken naar het kind, maarook naar het functioneren van het gezin. Datmaakte Staatssecretaris Clémence Ross (VWS)

op 26 april jl. in Den Haag bekend bij de in ont-vangstname van het sturingsadvies van Stevenvan Eijck, commissaris jeugd- en jongeren-beleid.Ross denkt met het extra geld voor de Centravoor Jeugd en Gezin dit jaar honderden gezin-nen in het kader van opvoedingsondersteuningte kunnen helpen. Vanaf 2007 ontvangen nogmeer gezinnen steun. Hierdoor hoopt Ross tevoorkomen dat gezinnen en kinderen in zodani-ge problemen komen dat jeugdzorg noodzake-lijk is. Tijdens haar dankwoord gaf de coördi-nerend bewindspersoon voor jeugdbeleid aanhoe de centra, die in het verlengde liggen vanhet consultatiebureau, kunnen werken. ‘Eenconsult bij het consultatiebureau duurt maarvijftien minuten en is eigenlijk bedoeld voor hetkind, niet voor het gezin. Gaat het met een kindgoed, maar met de moeder niet, dan is er geen

514 dertien miljoen euro voor snelle hulp aan probleemgezinnen

ZenF-0406 cyaan.qxd 16-5-2006 9:14 Pagina 72