5 aandachtspunten bij het ontwerpen van een betrouwbare overdrukinstallatie

3
© Colt International 5 aandachtspunten bij het ontwerpen van een betrouwbare overdrukinstallatie Al tientallen jaren worden trappenhuizen voorzien van overdrukinstallaties om ze brandveilig te maken. Een overdrukinstallatie blaast lucht het trappenhuis in op een zodanige manier dat in geval van brand de rook het trappenhuis niet in kan stromen. Dat lijkt logisch. Het is zelfs zo dat de bouwregelgeving een dergelijke installatie als een zogenaamde ‘gelijkwaardige oplossing’ erkent voor die situaties waar niet aan de eisen van het Bouwbesluit kan worden voldaan of waar men dat niet wil. Denk bijvoorbeeld aan bestaande gebouwen die een tweede vluchtroute moeten krijgen . Of aan een trappenhuis waarbij geen ruimte is om te voorzien in voorportalen of een “niet-besloten ruimte” als toegang tot het trappenhuis. Ook in de nieuwbouw kan het lastig zijn te voldoen aan het bouwbesluit wanneer een trap het predicaat veiligheidsvluchtroute krijgt maar doorloopt in ondergrondse bouwlagen. Het creëren van een niet besloten ruimte onder de grond is namelijk lastig. Maar er zijn ook situaties waarin wel aan het Bouwbesluit voldaan kan worden maar waar het niet wenselijk is. Zo kunnen gebruikers voorportalen lastig vinden of een architect vindt dit esthetisch niet passen of de investeerder wil zo min mogelijk niet verhuurbare ruimte. Een overdrukinstallatie is een veel toegepaste gelijkwaardige oplossing voor al deze situaties. Gemeente en brandweer zijn hiermee bekend en overtuigd van de goede werking van deze systemen. Is dat vertrouwen terecht? Op het eerste oog lijkt het ontwerp van een overdrukinstallatie relatief eenvoudig. Menigeen durft zich er aan te wagen. Toch zijn er een aantal aandachtspunten die al in het ontwerpstadium van overdrukinstallatie tot in detail uitgedacht moeten worden. Wanneer deze over het hoofd worden gezien, en vervolgens achteraf opgelost moeten worden dan kost dit in de regel veel tijd en geld. De belangrijkste op een rij: 1. Luchttoevoerpunt In gebouwen hoger dan 11 meter moeten luchttoevoerpunten gelijkmatig verdeeld worden over de hoogte van de overdrukruimte. Hierbij moet op elke derde verdieping een luchttoevoerpunt komen. Dat luchttoevoerpunt moet minstens 3 meter verwijderd zijn van de hoofduitgang.

Transcript of 5 aandachtspunten bij het ontwerpen van een betrouwbare overdrukinstallatie

© Colt International

5 aandachtspunten bij het ontwerpen van een betrouwbare overdrukinstallatie

Al tientallen jaren worden trappenhuizen voorzien van overdrukinstallaties om ze brandveilig te maken. Een overdrukinstallatie blaast lucht het trappenhuis in op een zodanige manier dat in geval van brand de rook het trappenhuis niet in kan stromen. Dat lijkt logisch. Het is zelfs zo dat de bouwregelgeving een dergelijke installatie als een zogenaamde ‘gelijkwaardige oplossing’ erkent voor die situaties waar niet aan de eisen van het Bouwbesluit kan worden voldaan of waar men dat niet wil.

Denk bijvoorbeeld aan bestaande gebouwen die een tweede vluchtroute moeten krijgen . Of aan een trappenhuis waarbij geen ruimte is om te voorzien in voorportalen of een “niet-besloten ruimte” als toegang tot het trappenhuis. Ook in de nieuwbouw kan het lastig zijn te voldoen aan het bouwbesluit wanneer een trap het predicaat veiligheidsvluchtroute krijgt maar doorloopt in ondergrondse bouwlagen. Het creëren van een niet besloten ruimte onder de grond is namelijk lastig. Maar er zijn ook situaties waarin wel aan het Bouwbesluit voldaan kan worden maar waar het niet wenselijk is. Zo kunnen gebruikers voorportalen lastig vinden of een architect vindt dit esthetisch niet passen of de investeerder wil zo min mogelijk niet verhuurbare ruimte.

Een overdrukinstallatie is een veel toegepaste gelijkwaardige oplossing voor al deze situaties. Gemeente en brandweer zijn hiermee bekend en overtuigd van de goede werking van deze systemen. Is dat vertrouwen terecht?

Op het eerste oog lijkt het ontwerp van een overdrukinstallatie relatief eenvoudig. Menigeen durft zich er aan te wagen. Toch zijn er een aantal aandachtspunten die al in het ontwerpstadium van overdrukinstallatie tot in detail uitgedacht moeten worden. Wanneer deze over het hoofd worden gezien, en vervolgens achteraf opgelost moeten worden dan kost dit in de regel veel tijd en geld. De belangrijkste op een rij:

1. Luchttoevoerpunt

In gebouwen hoger dan 11 meter moeten luchttoevoerpunten gelijkmatig verdeeld worden over de hoogte van de overdrukruimte. Hierbij moet op elke derde verdieping een luchttoevoerpunt komen. Dat luchttoevoerpunt moet minstens 3 meter verwijderd zijn van de hoofduitgang.

© Colt International

2. Luchttoevoerschacht / luchtkanaal

De luchttoevoerschacht of het luchtkanaal vormt een onderdeel met het trappenhuis en moet dan ook voldoende brandwerend van de overige delen worden gescheiden. De toevoerschacht moet bestand te zijn tegen de mogelijke luchtstromen.

3. Drukvereffening

Als de aangrenzende ruimte niet voorzien wordt van een drukontlatingspad zal het drukverschil tussen trappenhuis en aangrenzende ruimte binnen afzienbare tijd via kieren onder de deuren of via andere openingen en lekken kleiner worden en uiteindelijk zelfs opgeheven worden. Om rook te weren is een minimale overdruk van ca. 8 Pa nodig. Bij gelijke druk in de aangrenzende ruimte is er dus geen sprake van dit drukverschil en kan de rook toch de overdrukruimte in stromen. Het drukontlatingspad kan uitgevoerd worden door natuurlijke openingen of mechanische afzuiging. De ontwerpnormen geven grenswaarden voor de temperatuurbestendigheid van de drukontlating en bieden berekeningsmethoden voor de bepaling van de capaciteit van deze voorzieningen.

4. Openingskracht deur

Deuren van een trappenhuis met een overdrukinstallatie draaien in de regel in de vluchtrichting, dus het trappenhuis in. Deze deuren moeten zelfsluitend zijn en dus voorzien van deurdrangers. De krachten van de overdrukinstallatie in combinatie met de deurdranger drukken de deur dicht. Zonder voorzieningen om de maximale overdruk in het trappenhuis te regelen bestaat het risico dat er teveel kracht nodig is om de deur van het trappenhuis te openen. Vooral voor kinderen en senioren. De ontwerpnormen geven grenswaarden voor de openingskracht.

5. Rookvrij aanzuigen

De lucht waarmee je het trappenhuis op druk brengt moet schone buitenlucht zijn. De positie van de luchttoevoer moet zodanig gekozen zijn dat er bij een brand geen rook en hitte van buitenaf naar binnen wordt gezogen of dat aflaatgassen van klimaatinstallaties worden aangezogen. Dat kan bijvoorbeeld door het aanzuigen van verse lucht op laag niveau. Toevoer via het dak is ook mogelijk maar ook hiervoor gelden strenge grenswaarden vanuit de ontwerpnormen.

Samenvattend kan gesteld worden dat een overdruksysteem meer is dan een mechanische toevoerventilator in het trappenhuis en een open te sturen raampje in de gang. Het ontwerpen van een overdrukinstallatie is specialistenwerk. Een doelmatige overdrukinstallatie is ontworpen en aangelegd op basis van de daarvoor geldende normen. In Nederland zijn dit de EN 12101-6 en de NPR6095-2. Pas als hieraan wordt voldaan én de opleveringsproeven zijn geslaagd, kan er terecht vertrouwen worden gesteld in het functioneren van de overdrukinstallatie.

Interesse in de herontwikkeling van gebouwen als alternatief voor nieuwbouw? Download dan onderstaand artikel over duurzaamheid als uitgangspunt bij de keuze voor nieuwbouw, verbouw of sloop.

© Colt International

Tekst: Gertie Arts