414 NPCF Voor Taakherschikking Eerste Lijn

2
kwaliteitsbeleid 122 3-2006 > zorg & financiering stelt Van Diemen. Het moet vanzelfsprekender worden om elkaar aan te spreken op onprofessi- oneel gedrag en op een niet-correcte behande- ling van een patiënt. Een nieuw opleidings- programma vraagt om een kritisch-reflectieve werkcultuur en dus om een andere houding van artsen. Bron: MedNet, 24 maart 2006< > beroepsuitoefening 414 npcf voor taakherschikking eerste lijn De Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF) is een voorstander van taak- herschikking in de eerstelijnszorg. Ze ziet een belangrijke rol weggelegd voor verpleegkundi- gen, praktijkondersteuners en assistenten. Belangrijke voordelen voor de patiënt van taak- herschikking zijn gespecialiseerde deskundig- heid voor chronische aandoeningen en meer tijd en aandacht voor de patiënt. Verder blijft de brede geneeskundige blik van de huisarts beschikbaar, voor nieuwe patiënten alsook voor patiënten met complexe problematiek. In het vakblad Huisarts en Wetenschap verscheen op 1 maart jl. een artikel over taakverschuivin- gen in de eerstelijnsdiabeteszorg. Hierin vragen de onderzoekers aandacht voor de kwaliteit van de huisartsenzorg als gevolg van taakherschik- king. Eén van deze taken betreft het voorschrij- ven en verstrekken van geneesmiddelen. De onderzoekers wijzen daarbij op de rol van prak- tijkondersteuners bij het voorschrijven. Ze waar- schuwen dat huisartsen expertise dreigen te verliezen. Volgens krantenberichten, die vervol- gens verschenen, schrijven assistenten onbe- voegd recepten uit. Het verstrekken en voorschijven van geneesmid- delen zou volgens de NPCF alleen gedaan mogen worden door artsen en verpleegkundigen. De NPCF pleit voor een duidelijke omschrijving van de bevoegdheden en voorwaarden, respectieve- lijk via de Geneesmiddelenwet en de Wet BIG. De aanpassingen in wet- en regelgeving zouden moeten bepalen dat verpleegkundigen uitslui- tend voorschrijven: binnen hun deskundigheidsgebied, alleen bij reeds gediagnosticeerde patiënten op basis van bestaande medische richtlijnen en standaarden (nieuwe medicijnen horen niet door de verpleegkundige te worden geïn- troduceerd). De opleiding van verpleegkundigen zou hen adequaat moeten toerusten voor hun nieuwe rol bij het verstrekken en voorschrijven van medicij- nen. De huisarts – en in tweede instantie de Inspectie voor de Gezondheidszorg – is verant- woordelijk voor het toezicht op de correcte uit- voering binnen de dagelijkse praktijkvoering. Daarnaast dienen de effecten van taakherschik- king via effectrapportages en kosteneffectivi- teitsonderzoeken te worden gevolgd. KNMG oneens met LHV over onderzoek Artsen zeggen recepten die de praktijkonder- steuner en/of de nurse practitioner voorschrijft, niet altijd zorgvuldig te controleren. Dit blijkt uit een poll op www.mednet.nl. Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is het bekend, maar de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) onderschrijft deze geluiden niet. Ruim veertig procent van de stemmers gaf aan niet elk recept dat de praktijkondersteuner voor- schrijft, zorgvuldig te controleren. Een arts gaf in een reactie op de website aan dat hij de recep- ten allemaal ziet, maar niet bij allemaal een con- trole in het dossier doet. Naar zijn mening mag alleen de arts nieuwe medicatie voorschrijven.

Transcript of 414 NPCF Voor Taakherschikking Eerste Lijn

Page 1: 414 NPCF Voor Taakherschikking Eerste Lijn

kwaliteitsbeleid

122 3-2006 > zorg & financiering

stelt Van Diemen. Het moet vanzelfsprekenderworden om elkaar aan te spreken op onprofessi-oneel gedrag en op een niet-correcte behande-ling van een patiënt. Een nieuw opleidings-

programma vraagt om een kritisch-reflectievewerkcultuur en dus om een andere houding vanartsen.Bron: MedNet, 24 maart 2006<

> beroepsuitoefening

414 npcf voor taakherschikking eerste lijn

De Nederlandse Patiënten en ConsumentenFederatie (NPCF) is een voorstander van taak-herschikking in de eerstelijnszorg. Ze ziet eenbelangrijke rol weggelegd voor verpleegkundi-gen, praktijkondersteuners en assistenten.Belangrijke voordelen voor de patiënt van taak-herschikking zijn gespecialiseerde deskundig-heid voor chronische aandoeningen en meertijd en aandacht voor de patiënt. Verder blijft debrede geneeskundige blik van de huisartsbeschikbaar, voor nieuwe patiënten alsook voorpatiënten met complexe problematiek.

In het vakblad Huisarts en Wetenschap verscheenop 1 maart jl. een artikel over taakverschuivin-gen in de eerstelijnsdiabeteszorg. Hierin vragende onderzoekers aandacht voor de kwaliteit vande huisartsenzorg als gevolg van taakherschik-king. Eén van deze taken betreft het voorschrij-ven en verstrekken van geneesmiddelen. Deonderzoekers wijzen daarbij op de rol van prak-tijkondersteuners bij het voorschrijven. Ze waar-schuwen dat huisartsen expertise dreigen teverliezen. Volgens krantenberichten, die vervol-gens verschenen, schrijven assistenten onbe-voegd recepten uit.Het verstrekken en voorschijven van geneesmid-delen zou volgens de NPCF alleen gedaan mogenworden door artsen en verpleegkundigen. DeNPCF pleit voor een duidelijke omschrijving vande bevoegdheden en voorwaarden, respectieve-lijk via de Geneesmiddelenwet en de Wet BIG.De aanpassingen in wet- en regelgeving zoudenmoeten bepalen dat verpleegkundigen uitslui-tend voorschrijven:

– binnen hun deskundigheidsgebied,– alleen bij reeds gediagnosticeerde patiënten

op basis van bestaande medische richtlijnenen standaarden (nieuwe medicijnen horenniet door de verpleegkundige te worden geïn-troduceerd).

De opleiding van verpleegkundigen zou henadequaat moeten toerusten voor hun nieuwe rolbij het verstrekken en voorschrijven van medicij-nen. De huisarts – en in tweede instantie deInspectie voor de Gezondheidszorg – is verant-woordelijk voor het toezicht op de correcte uit-voering binnen de dagelijkse praktijkvoering.Daarnaast dienen de effecten van taakherschik-king via effectrapportages en kosteneffectivi-teitsonderzoeken te worden gevolgd.

KNMG oneens met LHV over onderzoek

Artsen zeggen recepten die de praktijkonder-steuner en/of de nurse practitioner voorschrijft,niet altijd zorgvuldig te controleren. Dit blijktuit een poll op www.mednet.nl. Volgens deLandelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is hetbekend, maar de Koninklijke NederlandscheMaatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) onderschrijft deze geluiden niet.Ruim veertig procent van de stemmers gaf aanniet elk recept dat de praktijkondersteuner voor-schrijft, zorgvuldig te controleren. Een arts gafin een reactie op de website aan dat hij de recep-ten allemaal ziet, maar niet bij allemaal een con-trole in het dossier doet. Naar zijn mening magalleen de arts nieuwe medicatie voorschrijven.

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 122

Page 2: 414 NPCF Voor Taakherschikking Eerste Lijn

beroepsuitoefening

123zorg & financiering > 3-2006

Hoewel de LHV deze geluiden kent, heeft de ver-eniging er geen verklaring voor waarom huisart-sen in de praktijk de recepten niet controleren.‘In de regels staat duidelijk dat de huisarts ver-antwoordelijk is voor de receptuur, maar wijkunnen niet in de spreekkamer kijken waaromde arts niet controleert, dat is ook niet aan deLHV’, aldus een woordvoerder. De KNMG zegt de geluiden niet te kennen.Volgens de artsenfederatie controleren artsen

wel degelijk de recepten en vindt er bij de apo-theek nog een extra controle plaats. De KNMGvoert op dit moment wel interne gesprekkenmet de Algemene Vereniging Verpleegkundigenen Verzorgenden om een profiel te ontwikkelenvoor de specialistisch verpleegkundige, dieeventueel ‘legaal’ mag gaan voorschrijven. Bronnen: bericht NPCF, 8 maart 2006 en MedNet,23 maart 2006<

415 pvda: elk overleden kind een schouwarts

PvdA Tweede Kamerlid Khadija Arib wil dat elkoverleden kind door een speciale forensisch artswordt onderzocht. Arib: ‘Het komt voor datkinderen die zijn overleden door onduidelijkedoodsoorzaken, mishandeling of verwaarlo-zing worden begraven of gecremeerd, zonderdat er is onderzocht wat er is gebeurd.’

In Nederland overlijden elk jaar ongeveer acht-tienhonderd kinderen. Er wordt aangenomendat daarvan ongeveer vijftig kinderen overlijdenals gevolg van mishandeling, maar dat is slechtseen schatting. Volgens de Wet op de lijkbezor-ging moet de behandelend arts een gemeente-lijke lijkschouwer inschakelen wanneer hijtwijfelt of er sprake is van een natuurlijke dood.Maar uit onderzoek dat begin februari werdgepubliceerd in Huisarts en Wetenschap blijkt datelf procent van de huisartsen een keer een ver-klaring van natuurlijke dood heeft afgegeven,terwijl hij twijfelde over de doodsoorzaak.Uit het onderzoek blijkt ook dat veel van dehuisartsen zichzelf niet vaardig genoeg vindenom een lijkschouw te verrichten. Maar volgensArib vinden huisartsen het ook moeilijk om debeslissing te maken om een gemeentelijke lijk-

schouwer in te schakelen. Arib: ‘De huisartsmoet daarvoor zijn medisch beroepsgeheim bre-ken en de relatie met de ouders op het spel zet-ten, terwijl er na onderzoek misschien blijkt dathet een natuurlijke dood was. Ouders zouden dehuisarts dan zelfs kunnen aanklagen.’Arib dient daarom binnenkort een wetsvoorstelin om vast te leggen dat bij alle sterfgevallen vanminderjarigen een forensisch arts een lijk-schouw verricht. Arib: ‘Het gebeurt dan bij elkkind en ouders hoeven zich daardoor niet ver-dacht te voelen. Bovendien wordt de huisartsvan een aantal problemen verlost, want hij hoeftgeen beslissing te nemen over het wel of nietinschakelen van een forensisch arts en hij hoeftzich geen zorgen te maken over het vaststellenvan de doodsoorzaak.’Ook kunnen er door deze wetswijzigingbetrouwbare cijfers komen over de doodsoorza-ken van minderjarigen en het aantal kinderendat jaarlijks door mishandeling om het levenkomt. Volgens Arib buigen de Ministeries vanBinnenlandse Zaken, Justitie en Volksgezond-heid zich al meer dan tien jaar over dit probleemmaar hakt niemand de knoop door.Bron: persbericht PvdA, 20 maart 2006<

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 123