40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

176
40 JAAR CC STROMBEEK EN WESTRAND ) ( – CULTUURCENTRA IN DE RAND – ACHTEROMKIJKEN

description

Naar aanleiding van ons veertig jarig bestaan brengen de centra samen een tweedelig boek uit. In het deel ‘achteromkijken’ wordt er teruggeblikt op 40 jaar Westrand en Cc Strombeek. Voor het deel ‘vooruitblikken’ hebben prominente figuren hun visie op de toekomst geformuleerd. Enkele namen die meewerkten: Wouter Hillaert, Tom Palmaerts (Trendwolves), Pascal Gielen, Bart Verhaeghe, Franky Devos, Miek De Kepper, Leen Laconte, Eddy Frans, Dirk De Clippeleir, Jan Hautekiet, Carlos Arroyo, Dawid Strebicki... Wil je dat we een boek per post naar jou opsturen? Stuur dan een mailtje naar [email protected] (15 euro per exemplaar, incl. verzendingskosten).

Transcript of 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Page 1: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

4 0 J A A RC C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

– C U L T U U R C E N T R A I N D E R A N D –

A C H T E R O M K I J K E N

Page 2: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.
Page 3: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

A C H T E R O M K I J K E N

U K E E K N A A R …

)

4 0 J A A RC C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

– C U L T U U R C E N T R A I N D E R A N D –

Page 4: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

4

D I T B O E K

I

Page 5: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

5

Kijkt achterom.En ziet dat het goed was. En dat het veel was.

En dat we trots mogen zijn. Veertig jaar CC Strombeek en Westrand, dat heeft wat in beweging gezet.

Het heeft vooral ook heel veel mensen in beweging gezetom te komen kijken, genieten, luisteren, ontmoeten, ontspannen, bijleren, ontroerd worden, nadenken,

fijne momenten beleven... We tonen en vertellen het u in het eerste deel van dit boek.

Dat heeft niet de ambitie om een – laat staan de – geschiedenis van de twee grote cultuurcentra

in de Rand te brengen. We flaneren langs veertig jaar‘leven en werk’.

Veel kijk-, lees en denkplezier met dit boek van en over twee jarigen!

Page 6: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

6

ProloogTwee burgemeesters over twee cultuurcentra

40 JAAR WESTRAND

Sinds 1973 is Dilbeek onherroepelijk veran-derd. Met de bouw, eerstesteenlegging eningebruikname van CC Westrand trad degemeente een nieuw tijdperk binnen.

Niet enkel het lokale sociaal-culturele ver-enigingsleven kwam hierdoor voor de uit-daging te staan om vernieuwend, verhef-fend en verruimend te gaan werken. Ookde ruime publieksprogrammatie plaatsteDilbeek in een nieuw daglicht: hier kon jevoortaan ook nationale en internationaleartiesten of theatergezelschappen meema-ken, kennismaken met het werk van be-kende of minder bekende kunstenaars, eenfilm- of vormingsavond meepikken… Of ge-woon gezellig iemand tegen het lijf lopen.De brede culturele en artistieke wereld werdals het ware afgeleid naar het eigen dorp.Maar altijd met ruime aandacht voor hetlokale verenigingsleven, de basis waaruithet ooit allemaal is ontstaan.

Voor het gemeentebestuur is de aanwezig-heid van een dergelijk cultuurcentrum in aldie jaren van ontzettend belang geweest.De culturele regiofunctie zorgde voor eenopwaardering van het belang van onze ge-meente in de westrand van Brussel. Alsbaken van de Nederlandse cultuur was en

blijft het een belangrijk instrument om opeen positieve en proactieve wijze de ontne-derlandsing tegen te gaan, in het belang vande lokale bevolking en de vele nieuwko-mers.

Onze bijzondere dank gaat dan ook naar dievele generaties die professioneel of dankzijhet vele ontbaatzuchtige vrijwilligerswerkhebben bijgedragen tot dit succes.

Westrand, ad multos annos!

W I L L Y S E G E R S6

Page 7: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

7

40 JAAR CC STROMBEEK

Sinds veertig jaar lang versterkt en vergroothet gemeentebestuur van eerst Strombeek-Bever en vervolgens Grimbergen de waardevan cultuur, omdat het cultuur zag en zietals een basisbehoefte en de voornaamstebron van een warm gemeenschapsgevoel.Zonder dit gevoel zou ons leven steriel zijn.

Cultuur, dat is kennis en kennismaking,een wipplank naar creativiteit en persoon-lijke ontwikkeling van mensen: van elke leef-tijd, vermogend en minvermogend, valideen andersvalide. Vandaar onze laagdrempe-ligheid: we sluiten niemand uit. Daaromook het grote aanbod: workshops, podium-activiteiten, vormingssessies, kunstateliers,taalcursussen en zoveel meer. Zo stimulerenwe het verenigingsleven én vele artiesten.Buiten de grote steden hebben maar weiniggemeenten een cultuurcentrum van niveaudat met zo’n gevarieerd aanbod alle doel-groepen aanspreekt.

In onze ‘plankgasmaatschappij’ is het voorveel mensen drukdrukdruk en stapelt destress zich op. Daarom is er in ons cultuur-centrum naast toneel, dans, film, muzieken andere voorstellingen ook de bibliotheeken yoga, in het teken van de balans tussengeest en lichaam. Ik ben verheugd dat het

centrum de jongste jaren meer naar buitentreedt en enthousiast meewerkt aan pro-jecten van het gemeentebestuur en hetOCMW.

Als in de foyer velen mij toevertrouwen datze genoten hebben van een voorstelling endaarna met een open geest in een onge-dwongen sfeer kunnen napraten en nieuwemensen leren kennen, weet ik dat we goedbezig zijn.

Het is mijn innigste wens dat cultuur deverbeelding van de mensen blijft inspirerenen uitzicht biedt op de zin van het bestaan.Zo creëren we ook sociale samenhang inonze warme gemeente Grimbergen.

M A R L E E N M E R T E N S 7

Page 8: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

8

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

In 40 jaar

Page 9: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

9

hebben ruim 5 miljoen mensen in de theaterzitjes

van Westrand en Strombeek gezeten.

organiseerden Strombeek enWestrand een 600-tal

tentoonstellingen.

vonden ruim 20.000 voorstel-lingen plaats in Westrand en

Strombeek, goed voor een ge-middelde van 500 per jaar.

kregen Strombeek en Westrand zowat 10 miljoen

bezoekers over de vloer.

trad Will Tura 75 keer op inWestrand en Strombeek.

Page 10: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

B E G I N JA R E N 1 9 6 0GROOTSE PLANNEN

Vlaanderen vaart wel in de golden sixties en het geloof in demaakbare samenleving is groot. De overheid speelt een re-gulerende en corrigerende rol: het verzekeren van welvaarten welzijn is haar taak, net als het actief bevorderen van cul-tuur én het ‘verheffen’ van mensen door hen aan cultuur telaten doen. Het onderwijs democratiseert, net als cultuur:er worden gebouwen gepland, er zullen mensen in dienstworden genomen en er worden middelen ter beschikking ge-steld. In die gebouwen moet iedereen terechtkunnen enmoeten mensen elkaar ontmoeten, van alle gezindten. Deoude zuilen brokkelen af.

1 9 6 3 - 1 9 6 6WAT VOORAFGING...

In 1963 wordt de taalgrens vastgelegd: Dilbeek en Strom-beek-Bever zijn Vlaamse gemeenten in de Rand, zonder fa-ciliteiten. Het jaar nadien ontvouwt Renaat Van Elslande,de eerste minister van de Nederlandse cultuur in een Belgi-sche regering, een groots project: er moeten in Vlaanderenculturele centra komen. De bestaande infrastructuur is teverouderd en verzuild. Het worden gebouwen die een bibli-otheek, tentoonstellingsruimte, polyvalent theater, ateliers,vormings- en vergaderlokalen en ruim bemeten ontmoe-tingsruimten ‘onder één dak’ verzamelen. De (nieuwe!)Vlaamse overheid zal 60% van de bouwkosten subsidiëren.Het voorafgaande studiewerk naar de vrijetijdsbestedingvan de Vlaming vertrouwde de minister toe aan professorFrans Van Mechelen, die in 1968 zijn opvolger wordt. Cul-turele centra moeten het lokale en regionale culturele levenop een hoger peil tillen. In de Brusselse Rand zullen de cen-10

J A R E N 6 0 J A R E N 7 0 J A R E N 8 0

Renaat Van Elslande

Page 11: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

11

tra ook steunpunten worden waar de Nederlandstalige cul-tuur wordt verdedigd en gepromoot.

“Als de overheid ernstige financiële middelen ter beschik-king stelt van orkesten, toneelgezelschappen of balletgroe-pen, dan is haar taak niet af wanneer enkele grote ofmiddelgrote steden dit gezien en gehoord hebben. Zonderte beweren dat Zoetenaaie zijn schouwburg en zijn concert-zaal moet hebben, toch is het onbetwistbaar dat de inwoneruit deze kleinste onzer gemeenten evenveel recht heeft opde cultuurgoederen als de inwoner uit de hoofdstad. [...]Er moeten over het ganse land een serie gebouwen bestaanwaarin het mogelijk is alle denkbare kunstmanifestaties telaten plaatsgrijpen.”Renaat Van Elslande

1 9 6 7 - 1 9 6 8DE BESLISSING

De lokale overheden in Strombeek-Bever en Dilbeek beslissentot de bouw van een nieuw pluralistisch cultureel centrummet een regionaal karakter. Er moeten in deze aanloopjarenwat sceptische weerstanden worden ‘weggemasseerd’, vooralbij de lokale verenigingen. Enkele personaliteiten spelendaarin als drijvende kracht een bepalende rol. In Strombeek-Bever zijn dat vooral burgemeester Ernest Soens, schepenvan Cultuur, Sport en Financiën Marc Servotte en ‘diplo-maat’ en eerste voorzitter van de Culturele Raad KarelHemmerechts. In Dilbeek gaat het om burgemeester PhilipVergels en trekker Jan De Craen. Daar wordt ook het groteonderzoek Westrand Brussel opgezet naar het sociaal-cultu-rele gedrag en het integratiepatroon van de bevolking in deBrusselse Westrand, onder leiding van Frans Van Mechelen.

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Burgemeester Ernest Soens

Karel Hemmerechts

Burgemeester Philip Vergels

Jan De Craen

Page 12: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

“Uit de bevolkingsanalyse treedt duidelijk naar voren datin de immigratie in de gemeenten rond Brussel een essen-tiële factor ligt van ingrijpende sociale veranderingen entevens specifieke vraagstukken opwerpt op het sociaal kul-tureel vlak.” – Uit het onderzoek Westrand Brussel

1 9 6 8 - 1 9 6 9DE EERSTE STEEN

In Strombeek-Bever wordt de eerste steen van het nieuwecultureel centrum op 6 oktober 1968 gelegd, in Dilbeek op13 september 1969. Bij de twee gelegenheden onderstreeptminister van Nederlandstalige Cultuur Frans Van Mechelenhet belang van cultuur, van culturele centra en van de spe-cifieke rol van Vlaamse culturele centra in de BrusselseRand, die hij “de gordel van smaragd” noemt. Deze omschrij-ving zal later school maken.

“In een maatschappij van de overvloed van het verbruik,de luxe, dreigt de mens overspoeld te worden. In een tijdwaar hem alles op een presenteerblaadje wordt aangebo-den, is het gevaar voor vervlakking zeer groot. Cultuurdient daartegenover te staan als een uitdaging voor eeneigen persoonlijke creativiteit op alle mogelijke domeinenvan het menselijke leven. [...] De culturele centra zullende haarden zijn van waaruit de culturele vernieuwing zalgebeuren.” – Frans Van Mechelen

1 9 7 0 - 1 9 7 3 – W E S T R A N DTOENEMENDE BETROKKENHEID

Al vanaf 1970 vinden in Dilbeek druk bijgewoonde zondagserondleidingen plaats op de bouwplaats, vlak bij het popu-laire motorcrossoord de Wolfsputten. Vanaf mei wordt de12

J A R E N 6 0 J A R E N 7 0 J A R E N 8 0

Bouwwerf Strombeek

Page 13: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

13

tweemaandelijkse Westrandkrant verspreid in vijf van de zeslatere deelgemeenten. De krant is bijna integraal gesponsorddoor lokale bedrijven en zelfstandigen, en na een tijd bedeelthet personeel de exemplaren zelf. Onder meer door deze ini-tiatieven nemen de betrokkenheid bij en de goodwill voorhet nieuwe cultureel centrum toe.

1 9 7 2 – C C S T RO M B E E KDE EERSTE TAALLEERGANGEN

Al op 1 september start het cultureel centrum in Strombeekmet taalleergangen voor volwassenen en het bijbehorendetalenpracticum: “Hier kunnen de ingewekenen die de taalvan de gemeente niet beheersen, Nederlands leren en zichop die manier inwerken in de lokale leefgemeenschap.” Ne-derlandstalige Strombekenaren van hun kant kunnen er

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Aanvang van de werkzaamheden en eerste betonontkisting. Een van de eerste directeurs gaf op zondagvoormiddag vaak zelf de rondleiding.

Page 14: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Frans en Engels leren. De taalleergangen zijn tot op vandaageen onderdeel van de vzw Cultuurcentrum. De werking isgeëvolueerd naar een Centrum voor Volwassenenonderwijs(CVO) met een uitgebreid aanbod. De vzw treedt op als cen-trumbestuur. Nog vóór de officiële opening in 1973 neemtook het Brussels Kamertoneel zijn intrek in het centrum omer met geëngageerd toneel aan “vormingswerk bij het pu-bliek” te doen.

1 9 7 3HET EERSTE DECREET

Een decreet omschrijft de opdrachten van de nieuwe cultu-rele centra. Kernbegrippen zijn: ruimte ter beschikking stel-len, een cultureel trefpunt zijn, het bevorderen vansociaal-cultureel werk en de ontmoeting van alle bevolkings-groepen. Dankzij Vlaamse subsidies kunnen steden en ge-meenten ook cultuurfunctionarissen bezoldigen die inerkende centra werken: in Strombeek-Bever werken in dezeperiode een vijftal mensen, onder wie één cultuurfunctio-naris, in Dilbeek zijn er drie personeelsleden. Typisch voordeze ‘overheidswerkers’ is dat ze een beleidsopdracht krijgenén tegelijk een grote mate van vrijheid.Het bestuur van de centra weerspiegelt tot op vandaag degeest van het Cultuurpact uit 1974, met de helft vertegen-woordigers uit de politiek en de andere helft uit het midden-veld: verenigingen, gebruikers, experts... Een van deuitdagingen is het vinden van een balans tussen het eigenprofessionele aanbod en de receptieve activiteiten door ‘der-den’ – lees: het lokale, nog verzuilde verenigingsleven – dieaanvankelijk overwegen. Dat zoeken naar een evenwicht isvoor cultuurcentra tot op vandaag een permanente oefening.

14

J A R E N 6 0 J A R E N 8 0J A R E N 7 0

Page 15: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

15

1 9 7 3FEESTELIJKE OPENINGEN

Op 5 mei opent oud-Strombekenaar Jos Chabert, ministervan Nederlandse Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden, hetcultureel centrum van Strombeek-Bever. Op 6 en 7 oktobergaat in Dilbeek Westrand open, tijdens de Jaarmarkt. Tweekeer gaat de opening gepaard met een groot volksfeest, metin Dilbeek een groot bal en in Strombeek “de grootste kermisdie Strombeek ooit beleefde”. In Westrand staan in de thea-terzaal nog geen stoelen, waardoor er dubbel zoveel volk bin-nen kan. In Strombeek spreekt burgemeester Soens de hoopuit dat de toekomst zal uitwijzen dat in 1973 “een einde ge-maakt werd aan de opdringerige beulemans cultuur derFranstaligen”. (De slogan ‘Waar Vlamingen thuis zijn’ prijktsinds 1978 op Westrand.)Het jaar voordien ging in de twee gemeenten ook de Ge-meentelijke Openbare Bibliotheek open, in de culturele centrain aanbouw. In Westrand vond toen al een geruchtmakenden ambiancerijk popfestival plaats. De eerste directeurs zijnIsi Moyson in Strombeek, die in 1978 wordt opgevolgd doorChris Maere, en Wilfried Vanderpooten in Dilbeek. Samenmet hun schepen van Cultuur komen zij geregeld samen mettwee andere pioniers: het Cultureel Centrum Hasselt (PietJaspaert) en De Warande in Turnhout (Erik Antonis). ZowelHasselt als Turnhout – en ook De Schakel in Waregem – zijnal open sinds 1972.

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Minister Chabert met de jonge Dil-bekenaren Dirk Van Dijck en GrietImpe bij de opening van Westrand.

Programma openingCC Strombeek

Page 16: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

16

J A R E N 8 0J A R E N 7 0J A R E N 6 0

Openingsweekend CC Strombeek: verslag in de Gazet van Antwerpen op 7 mei 1973.

Page 17: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

17

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Openingsweekend Westrand:ook de Gentse volkszanger Walter De Buck stond in Westrand op de planken bij de opening.

Openingsweekend Westrand: Dilbeekse hostessen verwelkomden de gasten. Tijdens het feestweekend ‘40 jaar Westrand’ in oktober 2013 waren ze opnieuw van dienst.

Openingsweekend Westrand: Bezoekers konden deel-nemen aan een helikoptervlucht, om het imposante

Westrandgebouw vanuit de lucht te bewonderen.

Minister Jos Chabert en burgemeester Philip Vergels.

Page 18: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

DE ARCHITECTEN EN HUN GEBOUWEN

W E S T R A N D : A L F O N S H O P P E N B R O U W E R S ( 1 9 3 0 - 2 0 0 1 )

Westrand is een ontwerp uit 1968 van ingenieur-architectAlfons Hoppenbrouwers. Hoppenbrouwers speelde een be-langrijke rol in de Belgische architectuur en het kunstonder-wijs, onder meer als oprichter van de kunsthumaniora vanSint-Lucas Brussel en de afdeling Stedenbouw aan het HogerSint-Lucasinstituut in Schaarbeek. Hij ligt begraven op debegraafplaats van de broeders in Groot-Bijgaarden, voor wiehij hun school ontwierp.Westrand was vrij revolutionair. Er werd gekozen voor deformule ‘alles onder één dak’, met een maximum aan infor-meel contact en een minimum aan afzondering tussen deverschillende activiteiten. Ze mochten elkaar ‘prettig sto-ren’. Zo waren er aanvankelijk enkel klapdeuren naar deschouwburg. De diverse functies geven uit op of maken deeluit van wat insiders ‘de Westrandstraat’ noemen, met haar

18

Architect Alfons Hoppenbrouwers

Page 19: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

19

pleintjes, hoekjes en kantjes. De huidige ingang van de bi-bliotheek was oorspronkelijk de hoofdingang van deze‘straat’, die een open uitzicht bood op de Wolfsputten enmet onderweg de infobalie, de speelhoek, de open haard,het jeugdhuis Den High en het café.In de geest van toen moest Westrand een ware ontmoetings-plek zijn voor “kinderen, hippies en bejaarden”. En een ar-chitect moest volgens Hoppenbrouwers “kunst makenvanuit een democratische ingesteldheid”. Het gebouw waszo ontworpen dat gemeenschapsvorming vanzelfsprekendwas. Alleen: het ‘prettig storen’ werd al snel echt storend ener moest worden ingegrepen.De architect liet zich inspireren door het brutalisme van LeCorbusier en door de organische structuur van Hans Scha-roun in het concertgebouw van de Berlijnse Filharmonie.Het harde beton staat in contrast met de zachte organischevormen en kleurrijke popart-elementen in de binneninrich-ting. Er zijn door de jaren heen veranderingen gebeurd –zoals het jeugdhuis dat een vergaderzaal werd en andereruimtes die andere functies kregen, de muziekacademie dieuit Westrand is gehaald, de isolatie en het dubbele glas aande buitenzijde – maar de meeste basisopties hebben de tijdgoed doorstaan. De keuze voor ruime wanden, naakte be-tonnen constructie-elementen en onbeklede vloeren lever-den een gebouw op dat er na veertig jaar intens gebruik nogaltijd patent uitziet.

C C S T R O M B E E K - B E V E R :W A L T E R S T E E N H O U D T ( 1 9 3 0 ) , B I J G E S T A A N D O O R J . C U R I A S

CC Strombeek is een ontwerp van architect Walter Steen-houdt, die een tijdlang directeur was aan de Hogeschoolvoor Wetenschap & Kunst Sint-Lucas (departement Archi-tectuur in Brussel en Gent), adjunct-directeur aan het

Page 20: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Gentse Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas en voorzit-ter van de Nationale Raad van de Orde van Architecten.Het beeldbepalende cultuurcentrum staat aan het Gemeen-teplein, samen met de OCMW-kantoren en de Academievoor Muziek, Woord en Dans. Aanvankelijk deed het ookdienst als politiekantoor en gemeentehuis. De cafetaria vanhet centrum geeft uit op het plein.Het centrum zoals Steenhoudt het ontwierp, telt drie ker-nen waaromheen ‘de rest’ is gebouwd en het geheel is gecon-cipieerd: de expositiezaal is opgevat als een grote ruimte diede andere ruimtes bedient. Je komt er meteen na het bin-nenkomen in terecht en de cafetaria sluit erop aan. Hettweede hart is de theaterzaal, met haar gesloten toneelto-ren, en er is tot slot de bibliotheek. De balie, kantoren, ver-gaderzaaltjes en andere nuttige ruimtes vullen het geheelaan. De lage, beglaasde schil met daarin de eerder onopval-lende ingang omgeeft de volumes van het theater. Zoals inDilbeek maakte ook hier de architect ruimschoots gebruikvan beton.Makkelijk verliep de bouw niet: er waren problemen met destabiliteit van de kwelmgrond, die meerkosten met zichmeebrachten, en tijdens de bouw zorgde het faillissementvan een aannemer voor bijkomende vertraging. De bouwkostte uiteindelijk 60 miljoen Belgische frank of ca. 1,5 mil-joen euro, waarvan de Belgische staat 60% subsidieerde. Eenvoordeel van het nadeel van de problematische stabiliteit isdat men heel diep heeft moeten graven, waardoor er onderde grond een nieuwe, vensterloze ruimte kon worden inge-richt. Die werd aanvankelijk ingepalmd door de jeugdwer-king van... ’t Vensterke.

20

Page 21: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

21

Maquette ontwerp CC Strombeek door Walter Steenhoudt

Beeld Mark Verstockt binnentuin CC Strombeek

Page 22: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

1 9 7 3EEN SPRAAKMAKENDE VOORSTELLING:‘MISTERO BUFFO’

De Internationale Nieuwe Scène voert zowel in Dilbeek – tij-dens het openingsweekend – als in Strombeek-Bever MisteroBuffo op, een Vlaamse bewerking van het Italiaanse origineelvan Dario Fo uit 1969. Het stuk is een mengeling van bijbel-sketches, satire, maatschappijkritiek en volksliederen.Onder meer Dora van der Groen, Jan Decleir en Wannes Vande Velde werken mee aan dit totaalspektakel van CharlesCornette en Hilde Uitterlinden. Het non-conformistischestuk, een mijlpaal in de Vlaamse toneelgeschiedenis, trektheel diverse publieksgroepen aan en kan symbool staan voorde spirit die de culturele centra wilden en willen uitstralen.In Dilbeek zitten de 500 toeschouwers nog op matjes omdatde toneelzetels er dan nog niet zijn.

22

J A R E N 8 0J A R E N 7 0J A R E N 6 0

Beide culturele centra openden hun theaterzaal met de voorstelling Mistero Buffo met Jan Decleir in de hoofdrol.

Page 23: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

23

1 9 7 3 – C C S T RO M B E E K IEDEREEN WELKOM!

De eerste jaren groeit de werking ‘van onderuit’: het vereni-gingsleven is welkom in de nieuwe centra en maakt intensgebruik van de nieuwe ontmoetingsmogelijkheden. In hetcultureel centrum van Strombeek, waar zich tot op vandaagde bibliotheek bevindt, is er onder meer een jeugdwerking(met tot begin jaren 1980 ‘t Vensterke in de kelderruimte),vertoont de Jefi-club films voor kinderen en vinden vor-mingsactiviteiten en opvoeringen van lokale verenigingenplaats: dans, klassieke muziek, toneel, kleinkunst... Er zijn‘gymnastiekoefeningen voor bejaarden’, er is een bejaarden-hoek met restaurant, de scherpschutters hebben hunschietstand in de kelderruimte, er is een fotoatelier, de post-zegelverzamelaars en de yogaclub vergaderen en oefenenhier...: “De zinvolle, verrijkende zelfwerkzaamheden, de in-teressante hobby als remedie tegen het grote gevaar van deafstompende, louter passieve cultuurconsumptie, tegen degeestdodende routine van de arbeid”. De eigen programmering en werking, met voorstellingen vanprofessionele artiesten en gezelschappen en met een eigenfilmclub, krijgt na enkele jaren steviger vorm.

1 9 7 4START VAN HET ATELIER BEELDENDEKUNSTEN

Heel snel starten beide centra met een Atelier BeeldendeKunsten (ABK). De twee culturele centra organiseren vanmeet af aan tal van zeer uiteenlopende cursussen en vor-mingsprogramma’s. In Strombeek zijn de drijvende krach-ten Bert Driesens en Doris Deheyder. In Westrand was hetonder de artistieke leiding van kunstschilder Jacky Duyck,

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Page 24: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

die het dertig jaar lang zal bezielen, samen met andere do-centen en monitoren. Het Atelier, nog altijd een begrip inDilbeek, is samen met Westrand veertig jaar geworden.Zowel jongeren als volwassenen kwamen en komen er mas-saal op af. De ateliers van beide centra traden mettertijd ook‘naar buiten’: op de Jaarmarkten, Open Monumentendag,de Dag van het Park én de jaarlijkse eindejaarstentoonstel-ling in juni enzovoort. Er werden tientallen culturele uit-stappen georganiseerd naar binnen- en buitenlandse musea,weekends met ateliers ‘in de natuur’, kerstfeesten, barbe-cues... Hier ontstonden onder de cursisten talloze vriend-schappen. In 1988 zal binnen de ateliers een werking metandersvalide kunstenaars starten, in samenwerking metV.O.S. Pajottenland en Inclusie Vlaanderen.In de loop van de jaren zijn uit de cursussen enkele nieuweverenigingen ontstaan, zoals in Strombeek/Grimberge n eendansclub, een gilde van boekbinders, een vereniging voorkalligrafie... In Westrand vonden de familiekundigen elkaaren richtten ze een vereniging op.

24

J A R E N 8 0J A R E N 7 0J A R E N 6 0

In oktober 1974 startte het Atelier Beeldende Kunsten (ABK) onder de artistieke leiding van Jacky Duyck.

Page 25: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

25

1 9 7 5 – W E S T R A N DHET EERSTE SINTERKLAASFEEST

In 1975 ontstaat in Westrand, na een onderzoek naar de be-hoeften van senioren uit Dilbeek en omgeving, een merk-waardige traditie, die tot op vandaag succesvol is: hetSinterklaasfeest voor senioren. Ook de meireizen voor dezedoelgroep groeien vanaf 1977 uit tot een traditie.

1 9 7 7FUSIE!

1977 is het jaar van de gemeentefusie, voor veel inwonerseen ingrijpende gebeurtenis die nog altijd nazindert. Strom-beek-Bever fuseert met Grimbergen, Beigem en Humbeek.Groot-Dilbeek bestaat voortaan uit Groot-Bijgaarden,Itterbeek, Schepdaal, Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle. Pas in 1993 – één erkend cultuurcentrum per ge-meente, zegt het decreet uit 1991 – zal Westrand fuseren methet Recreatiecentrum van Itterbeek en Trefcentrum Solleveldin Sint-Martens-Bodegem. Dan wordt ook de vzw CultureelCentrum Dilbeek opgericht.

1 9 7 8 – W E S T R A N DKUNST IN HUIS

In Westrand vestigt zich een nieuwe ‘inwonende’ dienst:Kunst in Huis, een voorbeeld van de democratiserings- enspreidingsgedachte. Voor een klein bedrag kun je er heden-daagse kunstwerken ‘lenen’ en ze een tijdlang in huis hou-den. Wie wil, kan er werk aankopen. Kunst in Huisondersteunt met haar werking ook jonge kunstenaars.Westrand ligt mee aan de basis van Kunst in Huis en maakt

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

De Sinterklaasfeesten die sinds1975 plaatsvinden hebben totop vandaag veel succes. Er wor-den vanuit alle deelgemeentenbussen ingelegd. Een van deeerste hoogtepunten was eenoptreden van BobbejaanSchoepen.

Westrand lag mee aan de basisvan de uitleendienst Kunst inHuis.

Page 26: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

in zijn lokalen dankzij kleine ingrepen plaats voor de collec-tie beeldende kunst. Sinds september 2012 bevinden devaste filialen van Kunst in Huis zich in Antwerpen, Gent enLeuven. Westrand heeft nog op geregelde tijdstippen eenpop-upfiliaal.

1 9 7 9DE JEUGD IN EN UIT DE CULTURELE CENTRA

Het cultureel centrum als plek voor jongeren en hun cultuur:het wordt door de jaren heen een permanente zoektocht,soms met succes, maar ook met de nodige mislukkingen.In Westrand krijgt jeugdclub Den High van bij het begin eenstek. Voor veel jongeren en jongvolwassenen is het de ge-droomde ontmoetingsplek. Tot de club in 1979 dichtgaat:het samenleven van diverse culturen blijkt moeilijker dangedacht. Ook in Strombeek wordt een jeugdhuis onder heteigen dak na een tijdje onhaalbaar: ’t Vensterke stopt beginjaren tachtig met zijn werking.

1 9 8 0 – W E S T R A N DDE VERENIGDE DILBEEKSE TONEEL-SPELERS

In april vindt In Westrand een uniek gebeuren plaats in depost-fusietijd: het stuk Ene misdadige van Nestor Detiègewordt drie keer opgevoerd, in een coproductie van de zesamateurtoneelgezelschappen uit Groot-Dilbeek. De grenzentussen de deelgemeenten worden geslecht en de samenwer-king betekent het begin van een nieuwe jaarlijkse traditie:een wagenspel op de Dilbeekse jaarmarkt.

26

J A R E N 8 0J A R E N 7 0J A R E N 6 0

Jeugdclub Den High, die van bijhet begin in Westrand was opge-nomen, werd gesloten in 1979.De 18/25-jarigen waren toen‘hun’ huis kwijt.

Page 27: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

27

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

CC Strombeek: affiches eigen programmering met professionele artiesten en gezelschappen.

Westrand: pagina uit het gulden boek.

Page 28: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

DOOR DE BRIL VAN DE SCOUT EN DESCHEPEN

Stel je onze gemeente voor zonder cultuurcentrum: geenfilm op dinsdagavond, geen beeldende kunst, geen optredenvan je favoriete artiest, geen vergaderzaal voor je vereniging.Het zou geen leven zijn. Behalve de optredens zouden wevooral ook een plek missen om elkaar te ontmoeten.

Toen het cultuurcentrum eind jaren zestig werd gebouwd,was de plek een lager gelegen open ruimte naast het nieuwegemeentehuis. Als jonge kerels hadden we gehoord over dekomende bouw. Onze biotoop was toen het jeugdlokaal enhet parochiehuis. Toen de werfkeet werd opgetrokken, dach-ten we dat het cultureel centrum er al stond. Zo groot was ze.

Al vlug vonden we vanaf 1973 onze stek in het ‘echte’ cultu-reel centrum: het werd de vergaderplek voor de jeugdraad,we stonden er zelf op de planken tijdens groepsfeesten enwe vonden er een eerste studentenjob: afwassen achter detoog! Onze biotoop vergrootte, we kwamen in contact metmensen van andere verenigingen, mensen met andereideeën. Het cultureel centrum was de hefboom naar eenopen samenleving.

We beleefden memorabele voorstellingen: Mistero Buffo deedons tintelen tot in al onze vezels. Dit totaalspektakel blijftin ons gemeenschappelijk geheugen gegrift. Het centrumbleef maar groeien en wij ontgroeiden onze korte broek. In-middels huisvestte het centrum een jeugdhuis met meerdan vijfhonderd leden. Menig Strombekenaar bracht eenstuk van z’n jeugd door in ’t Vensterke.

Mijn politieke interesse was intussen gewekt en ik belandde28

Page 29: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

29

in het beheersorgaan van de vzw, waar voorzitter KarelHemmerechts mij wel eens vaderlijk vermanend toesprak.Van kelner tot bestuurder, dat was al een atypische carrière-wending, maar mijn aanstelling tot schepen was dat hele-maal. Budgetten, personeel, infrastructuur en EVA-struc-turen zijn sindsdien de dagelijkse besognes.

Maar de voorstellingen en tentoonstellingen blijven de desemvan ons culturele leven. Het cultuurcentrum blijft ten vollezijn rol spelen: toeschouwers ontroeren en elkaar ontmoeten.

M A R C V A N G O D T S E N H O V E N

schepen van Cultuur en Erfgoed in Grimbergen

HOE EEN ‘BETONNEN BUNKER’ DE FUSIEGEMAKKELIJKER MAAKTE

1973, Groot Bijgaarden, een boerendorp aan de rand vanBrussel. Een groot deel van mijn jeugd speelde zich af rondparochiezaal Het Collegium. Boven was de jeugdclub Zolderen in de zaal werd gefeest en vonden lezingen en voordracht-wedstrijden plaats. Vanaf 1976 werd het de vaste stek van deBijgaardse Komedie, waar ik bij acteerde. Verwonderd en zelfsverbijsterd zagen de Bijgaardenaars ondertussen in buurge-meente Dilbeek een lelijke betonnen bunker verrijzen bij deWolfsputten. ‘Een nieuwe cultuurtempel’, werd gezegd.

Op 1 januari 1977 moesten we fusioneren met datzelfdeDilbeek, waarmee we, zoals de andere deelgemeenten, ergweinig affiniteit hadden. Elke deelgemeente bleef bezigonder de eigen kerktoren. In 1978 volgde mijn echte kennis-

Page 30: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

making met Westrand: ik vertegenwoordigde in de raad vanbestuur de jeugd van Groot-Dilbeek en zag het cultuurcen-trum met andere ogen: het bood zoveel meer mogelijkhedenen kansen voor verenigingen. Er traden grote en kleine ve-detten op voor wie je anders naar Brussel moest.

Twee jaar later opperde iemand een idee: een toneelstuk inWestrand, met acteurs uit de zes toneelverenigingen vanGroot-Dilbeek! Er werd een stuk gezocht met veel persona-ges: Ene misdadige, een drama van Nestor Detiège. Drama-turg André Lefèvre van het Mechels Miniatuurtheater werdaangetrokken als regisseur. Het enthousiasme was groot enwe speelden in april 1980 driemaal voor een uitverkochtezaal. Iedere acteur had familie en vrienden meegebracht.Voor velen was het een kennismaking met Westrand. Die vielzo goed mee dat ze sindsdien regelmatige bezoekers werden.

Voor de acteurs was het een zeer prettige ervaring: we leer-den fijne mensen kennen. Ikzelf kreeg er vrienden voor hetleven door. Omdat we zo’n mooie tijd hadden gehad, werdzelfs een nieuwe groep opgericht: Bijdilkapit. Met acteursuit alle deelgemeenten zouden we vanaf dan jarenlang ‘s zo-mers in Westrand repeteren voor het wagenspel op de Dil-beekse jaarmarkt.

Of hoe ik, en ik niet alleen, mijn hart verloor aan een ‘lelijkebetonnen bunker’ en hoe een toneelstuk het bindmiddelwerd tussen de Dilbeekse toneelverenigingen en deelge-meenten.

D I A N E V A N H O V E

schepen van Cultuur en Erfgoed in Dilbeek30

Page 31: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

31

1 9 8 1 – W E S T R A N DDE EERSTE GORDEL

De eerste Gordel vindt plaats. Het woord herinnert aan ‘degordel van smaragd’ waar minister Frans Van Mechelen hetbij de eerstesteenlegging van de culturele centra over had.De massamanifestatie zet op een sportieve wijze hetVlaamse karakter van de Rand in de verf. De Gordel draagtmee bij aan de bekendheid van de stop- en inschrijvings-plaats Westrand, tot ver buiten de eigen regio. Duizendenmensen maken dankzij het evenement kennis met het cul-tureel centrum van Dilbeek.

1 9 8 2GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN IN HETCULTUREEL CENTRUM

Bij de verkiezingen van 1982 spelen de twee culturele centraeens te meer volop hun rol van ontmoetingsplek. Ze wordenzelfs een soort van epicentrum. De kopstukken maken erhun opwachting en de uitslagen worden er in primeur be-kendgemaakt, nog voor de nationale media.

1 9 8 3 – C C S T RO M B E E KABDIJCONCERTEN EN HET CULTUREELCENTRUM

Tot op vandaag vinden – lange tijd onder impuls van ondermeer Vic Nees (+2013) – in de abdijkerk van Grimbergen con-certen plaats. De Werkgroep voor Cultuur – Abdij Grimber-gen (WAG) bestaat sinds 1971. Aanvankelijk is de groep opeigen kracht actief, maar vanaf begin jaren 1980 wordt ernauw samengewerkt met het cultureel centrum van Strom-

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

De eerste Gordel vond plaats in1981 en bleef jarenlang een zeersuccesvolle formule. Westrandwas een trefpunt en raakte medehierdoor bekend tot ver buiten deeigen regio.

Vanaf begin jaren 1980 werkte hetcultureel centrum van Strombeeknauw samen met de WerkgroepAbdijgemeenschap Grimbergenbij de organisatie van concerten inde abdijkerk.

Page 32: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

beek-Bever. Vanzelfsprekend is de samenwerking van een‘katholieke’ werkgroep en een cultureel centrum aanvanke-lijk niet: een ‘neutraal’ en pluralistisch centrum dat naar eenkerk trekt...In de abdijkerk treden in de loop van de decennia grote bui-ten- en binnenlandse namen op, onder wie Kurt Masur vanhet Leipziger Gewandhausorchester, James Galway, Colle-gium Vocale, Huelgas Ensemble, Anima Eterna... In 1992 wordt de vzw Cultuurfonds Noordrand opgericht,die wordt gespijsd door het bedrijfsleven en financieel risico-volle cultuurproducties dekt.

1 9 8 6 – W E S T R A N DDE REVUE EN HET WK

Na twee jaar voorbereiding wordt begin oktober de revue VanHoefgeklepper tot Westrandgetetter opgevoerd, een groots eneenmalig gebeuren in Groot-Dilbeek waar tal van verenigin-gen bij worden betrokken, ook uit de deelgemeenten. Hetidee kwam van de cultuurraad. Zes keer zit de Westrandzaalnokvol. Tijdens de revue wordt ook het Westrandlied gelan-ceerd. Voor de zomer zorgden in mei en juni de successen vande Rode Duivels in Mexico én een groot scherm voor stevigeambiance in het cultureel centrum.

1 9 8 7DE VLAAMSE GOLF IN HET PODIUMLANDSCHAP

In de jaren 1980 wordt het Vlaamse kunstenlandschap op-vallend verrijkt met nieuwe hedendaagse theater- en dans-gezelschappen die in de culturele centra een podium vinden.32

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

De revue Van Hoefgeklepper totWestrandgetetter (3-4-5 oktober1986) was een groots Dilbeeks ge-beuren, waar heel veel verenigin-gen uit alle deelgemeenten bijbetrokken waren, op initiatief vande Cultuurraad. De zaal liep zeskeer vol. Het Westrandlied dat er werd geïntroduceerd, was eencompositie van Guido Vereecke en Marc Vanderauwera.

Het theatergezelschap BlauweMaandag Compagnie drukte jarenlang zijn stempel op hetVlaamse theaterlandschap. Het werd in 1984 in Antwerpenopgericht door Guy Joosten enLuk Perceval, en stond in 1990 in Westrand en CC Strombeek met Voader.

Page 33: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

33

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

CC Strombeek: affiches van toonaangevende acteurs en gezelschappenvan de Vlaamse theatergolf uit de jaren 1980.

Page 34: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Ook de podiumkunsten voor kinderen en jongeren profes-sionaliseren en doen de centra graag aan. Leerkrachten enschooldirecties komen met hun leerlingen naar de culturelecentra, ook voor filmvoorstellingen.CC Strombeek en Westrand spelen als befaamde ‘theater-huizen’ een belangrijke rol in deze golf en zorgen mee voorde uitbouw van de carrière van veel kunstenaars en gezel-schappen. Het zijn ook favoriete premièreplekken.

1 9 8 8CC STROMBEEK EN WESTRAND VERNIEUWD

Als het cultuurseizoen wordt opgestart, is de theaterzaal inWestrand vernieuwd, met een nieuwe vloer en klankinstal-latie, nieuwe zetels, nieuwe kleuren...34

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

In 1987 kwam Wim Vandekeybusvoor het eerst on stage in Westrand met de voorstellingWhat the body does not remember.Vanaf dan werd hij een vastewaarde en een exponent van het Vlaamse kunstenlandschapvan die tijd.

Page 35: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

35

In Strombeek wordt in dezelfde periode de schouwburg op-gefrist en de technische installatie bij de tijd gebracht, ondermeer voor de filmvoorstellingen. Ook andere ruimtes in hetgebouw zijn na vijftien jaar van intens gebruik aan een op-frissing toe.

1 9 8 8DE INTERNETTIJD BEGINT

Als twee van de eerste centra in Vlaanderen starten eerstWestrand en later CC Strombeek met de automatisering vande kaartjesverkoop. Dit betekent het begin van de internet-tijd en de digitalisering voor de promotie, contacten met hetpubliek, ticketting... Vanaf 2010 worden tickets ook onlineverkocht.

1 9 8 8CONCURRENTIE IN DE FILM

Filmvertoningen zijn voor de culturele centra een econo-misch erg rendabele activiteit én trekken een jeugdig publiekaan: het cultureel centrum is voor de jeugd in het weekenddé pleisterplaats en de zaalbezetting is groot. Er wordt sa-mengewerkt met de Leuvense Studio’s van de familie Ra-stelli en het Nationaal Instituut voor de Waardevolle Film(NIWF). Hierdoor kunnen in de centra recente films wordenvertoond.Wanneer Kinepolis zich in het Brusselse Expopark vestigt,betekent dat voor de filmvoorstellingen in de culturele cen-tra van de Brusselse Rand aanvankelijk een streep door derekening. De centra vulden tot dan het gat op dat de verdwe-nen kleine filmzalen in Vlaanderen de decennia voordien

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Page 36: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

hadden gelaten. Maar de centra spelen in op de nieuwe si-tuatie door te kiezen voor de betere kwaliteitsfilm. Strom-beek is de eerste Belgische filmzaal die het systeem van hetvooraf reserveren invoert. Ook de technische ontwikkelin-gen gaan niet aan de centra voorbij: zo schakelen CC Strom-beek en Westrand als een van de eerste over op digitaleprojectie. Zoals andere genres en domeinen is de film eenvoorbeeld van hoe het veld in veertig jaar tijd ingrijpend isveranderd en hoe een cultuurcentrum op deze evoluties kaninspelen.

1 9 8 9 – W E S T R A N DKINDEREN EN GEZINNEN WELKOM!

In Westrand was er altijd een film-, podium- en kunstenaan-bod voor kinderen van alle leeftijden, in school- of familie-verband: de Jefi-filmclub is daar een mooi voorbeeld van.Vanaf 1989 beleefde dat aanbod een ferme groei, dankzij deaanwerving van een programmeur en een positief klimaat.In 1995 is Westrand een van de medebedenkers en trekkersvan Tinteltenen, een samenwerking tussen cultuurcentra ende Gezinsbond om hoge kwaliteit te koppelen aan hoge toe-gankelijkheid, dankzij professionele omkaderingsactiviteiten.Sinds de eerste tournee in 2005 van de musical Pippi Lang-kous, met Veerle Baetens in de hoofdrol en Niek Kortekaasals regisseur en vormgever, heeft ook het betere ‘commerciële’aanbod voor de allerkleinsten (Kaatje, Efteling, Nijntje, …)een plaats in het programma. Er zijn familiefestivaldagen,zoals Spinrag, Pepernoot en Gonzende Zondagen, en sinds2009 krijgt het centrum de hulp van een ploeg vrijwilligers-leerkrachten die in hun vrije tijd naar voorstellingen komen,kinderen van hun school uitnodigen om mee te komen enzorgen voor omkadering.36

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

In de jaren ’90 werden er verschil-lende projecten (Trappelend talent, Tinteltenen, Kotteekoer, ...)uit de grond gestampt met allenhetzelfde doel: zoveel mogelijkmensen bereiken uit de hele regio.

Page 37: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

37

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Met de tentoonstelling Oog in Oog stond Felix De Boeck van 5 tot 21 oktober 1984 in Westrand. De opening lokte heel wat bekende kunstenaars.

Sfeerbeeld uit het ABK voor kinderen.

Page 38: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

1 9 9 1EEN NIEUW DECREET, EEN NIEUWEMIJLPAAL

De Vlaamse middelen voor de culturele centra bevattenvoortaan ook een werkingstoelage: dat betekent een extraondersteuning van de eigen programmatie – met nieuweprogrammeurs en meer podiumkansen voor artiesten – énhet omvat ook een expliciete opdracht tot cultuurspreiding.Het aantal centra en functionarissen neemt toe, tot er in1998 een erkenningsstop komt, waardoor de groei stokt. Deonderlinge concurrentie tussen de centra – 109 op dat mo-ment – dreigt te groot te worden. Voortaan bepalen de lokalebesturen ook zelf hun juridische beheersvorm: gemeentelijkof als vzw.De taken van een cultureel centrum, dat voortaan ‘cultuur-centrum’ heet: ruimte voor cultuur in al haar vormen enstrekkingen ter beschikking stellen, instaan voor ontmoe-ting en contacten, culturele activiteiten organiseren in dekunstsfeer, organisatoren helpen en de culturele sector meecoördineren.

1 9 9 3 e n 1 9 9 4HET FENIKSHOF (CC STROMBEEK)EN BETONROCK (WESTRAND)

Het Fenikshof in Grimbergen met zijn grote polyvalente zaalwordt door het cultuurcentrum in gebruik genomen alsnieuwe ruimte voor verenigingsactiviteiten en populaireconcerten. Het Fenikshof zal in 2003 worden vernieuwd,onder meer met het oog op jongerenconcerten onder hetlabel ‘Fenixx’, de jongerenwerking en het cultureel platformvan CC Strombeek. Dat biedt een gevarieerd en betaalbaarprogramma aan van fuiven en podiumevents. Het doet dat38

J A R E N 6 0 J A R E N 7 0 J A R E N 8 0

Deze affiches kondigden evene-menten van de jeugdwerking FeniXX in Grimbergen aan.

Page 39: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

39

samen met jeugdhuizen en -verenigingen uit de buurt enmet de academie. In Fenixx organiseren, promoten en pro-grammeren de jongeren de projecten mee.Ook Westrand gaat in 1994 op zoek naar manieren om jon-geren aan te trekken, samen met de jeugdhuizen: de West-randharmonica is een voordelig abonnement waarbijmin-26-jarigen samen of individueel tegen voordelige tarievenvan cultuur kunnen genieten. Het is een manier om elkaarin pre-Facebooktijden uit te nodigen voor een evenement.Betonrock, een plaatselijke muziekwedstrijd, is een aantaljaren succesvol tot Oosthoek live, een initiatief van een Dil-beeks jeugdhuis, een gelijkaardige formule overneemt enWestrand de fakkel doorgeeft.

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Op 10 en 11 november 1994 bestond de InternationaleNieuwe Scène twintig jaar enbracht ze opnieuw een versie van Mistero Buffo van Dario Fo in Westrand, zoals tijdens het openingsweekend in 1973.

In 1994 startte Westrand met de Westrandharmonica, een ‘rekbare jeugdpas’ voor jonge cultuurliefhebbers van -26j.Dit bonnenboekje bestond uittien tickets naar keuze en kostteslechts 1000 frank.

Page 40: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

1 9 9 3FEEST! 20 JAAR WESTRAND EN CC STROMBEEK

40

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

CC Strombeek vierde zijn 20-jarige bestaan in aanwezigheid van JohanVerminnen en Geert Hoste, die zijn carrière begon op het podium van dit huis. Oud premier en trouwe bezoeker, Jean-Luc Dehaene huldigdevoorzitter Karel Hemmerechts.

Op 24 en 25 septem-ber 1993 organiseerdeWestrand een feest-weekend naar aanlei-ding van het 20-jarigbestaan met Semolateatre, een fascine-rende Catalaanseopenlucht act.

Page 41: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

41

1 9 9 3DE VERENIGINGEN EN DE CC’S SLAAN DE HANDEN IN ELKAAR

De sociaal-culturele raad van Grimbergen en CC Strombeekslaan de handen in elkaar: de verenigingen kunnen in eenuitgebreide infobrochure zichzelf voorstellen en bij de ope-ning van het culturele jaar vindt een infobeurs plaats overhet Grimbergse verenigingsleven. Ook in de programmatieis een opvallende rol weggelegd voor Grimbergenaars enmensen uit de omgeving.Ook in Westrand worden tal van activiteiten in samenwer-king met gemeentelijke adviesraden georganiseerd, zoals: deDag van de Vrijwilliger, projecten met koren, voorjaarsfees-ten, popconcerten, kerstmarkten... Verenigingen krijgenruimte in de Westrandkrant in de rubriek Kriskras.

1 9 9 5KUNSTEDUCATIE OP DE VOORGROND

Vanaf 1995 heeft kunst- en cultuureducatie een steeds vol-waardiger plaats in het aanbod van Westrand, voor alle leef-tijden, van kleuters tot senioren. Het is ook complementairaan het deeltijds kunstonderwijs. Ook lezingen overdag krij-gen ruimte, vooral sinds de renovatie van Kasteel la Mottein Sint-Ulriks-Kapelle met zijn kleine auditorium. Sinds dekomst van Dil’arte (2012) is de overdagreeks uitgebreid metavondlezingen in de academie. Westrand werkt hierbijsamen met andere culturele spelers. In de meer recentekunstlabo’s leren mensen van elkaar en inspireren ze elkaarom zelf initiatieven te nemen en zo aan gemeenschapsvor-ming te doen.CC Strombeek gaat vanaf 1996 een verregaande samenwer-king aan met de Academie voor Muziek, Woord en Dans: tot

2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .J A R E N 9 0

Jarenlang was de amateurtoneel-vereniging Vlug en Vroom gast inWestrand. De Koninklijke toneel-kring De Bietjes hebben hun thuis-basis in Westrand sinds 1978.

Page 42: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

op vandaag worden projecten samen uitgewerkt en is er deAcademiekaart, waarmee leerlingen per seizoen enkele voor-stellingen en concerten in het cultuurcentrum gratis kun-nen bijwonen.

1 9 9 5HECHTE BANDEN MET KUNSTENAARS

Zowel CC Strombeek als Westrand smeden in de loop van dejaren hechte banden met een aantal kunstenaars en gezel-schappen, zoals: Speeltheater Gent, Victoria, Laika (toennog Blauw Vier), BL!INDMAN, de Blauwe Maandag Com-pagnie, Geert Hoste, Raymond van het Groenewoud, DeNieuwe Snaar... Dat gebeurt onder meer door hen gedurendeeen aantal dagen op allerlei manieren in een (mini)festival-formule aan het publiek voor te stellen – met behalve voor-stellingen ook lezingen, tentoonstellingen... – of door eenresidentiewerking op te zetten.

1 9 9 6 – C C S T RO M B E E KART NIVO

In het wekelijkse atelier Art Nivo komen vanaf 1996 mensenmet een lichte tot matige mentale handicap samen en werkenze rond beeldende kunst. Centrale doelstelling is dat mensenelk op hun manier kunst beleven en beoefenen, en zich viakunst uitdrukken. Art Nivo is ook een integratieproject.

42

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

Op 6 november 1978 nam Raymond van het Groenewoudeen CD op in Westrand met detitel ‘Kamiel in België’.

Art Nivo wordt opgestart in Strombeek, een atelier voor beeldende kunst voor mensen met een mentale handicap.

Page 43: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

43

2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .J A R E N 9 0

Johan Verminnen bracht zoalsveel artiesten van zijn tijd elk jaareen album uit. Zanger zonder meerbetekende voor zijn carrière eendoorstart. De repetities en de pre-mière vonden plaats in Westrand.

CC Strombeek en Westrand smeden hechte banden met kunstenaars en gezelschappenen waren de plekken van talrijke premières.

Page 44: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

44

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

1 9 9 6 – W E S T R A N D E N C C S T RO M B E E KHET CULTUURCENTRUM ALS SPRINGPLANK

Westrand is de thuisbasis van het project ‘Trappelend Talent’:beginnende groepen treden op voor een publiek van pro-grammatoren, waarna een tournee opgezet wordt in cul-tuurcentra. Ook CC Strombeek ondersteunt dit project. Detournees worden financieel en promotioneel ondersteunddoor de Vlaamse Gemeenschap. Maken er hun opwachting:Tine, Pieter en Bert Embrechts, Adriaan Van den Hoof,Dimitri Leue, Raf Coppens, Zefiro Torna, De Beenhouwerij...

1 9 9 8FEEST! 25 JAAR CC STROMBEEK EN WESTRAND

Voor de viering van 25 jaar werkteWestrand een kunstenparcoursvoor families uit in de Wolfsput-ten, met de mooie naam Nesten.Dit was een samenwerking metDe Warande (Turnhout) en CC DeWerft (Geel). Op de foto speelt actrice Katrien Meganck eenstukje uit Mijn Vader op tekst vanToon Tellegen en in een regie vanArlette Van Overvelt.

Affiche en programma voor de viering van

25 jaar CC Strombeek.

Page 45: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

45

1 9 9 9SAMENWERKEN EN AFSTEMMEN

Westrand en CC Strombeek liggen mee aan de basis vanVlabra’ccent, het samenwerkingsverband van alle cultuur-en gemeenschapscentra in de provincie Vlaams-Brabant.Vrij snel ontstonden regiowerkingen, met CC Strombeek alsvoorzitter van Vlabra'ccent. De twee centra zijn trekkers ge-worden in diverse vormen van samenwerking die sindsdienzijn ontstaan, zoals voor CC Strombeek klassiek in de RegioNoordrand, dat focust op ‘klassiek’: lezing-concerten, klas-sieke concerten in de centra zelf en op unieke locaties... Hetgaat om een samenwerking van tien cultuur- en gemeen-schapscentra.Sinds 2000 stemmen Westrand en CC Strombeek hun aan-bod en promotie van theater en dans op elkaar af. Onder denaam Randstad CultuurComplot werken de programmato-ren van beide centra één theater- en dansabonnement uit,met gezamenlijke inleiders en een project als Vlotte Pennenvoor jonge recensenten.

1 9 9 9 – W E S T R A N DFACELIFT

Zowel de cafetaria als de bibliotheek van Westrand onder-gaan een opfrissingsbeurt. De bib wordt ook uitgebreid. Hetconcept komt van de architectengroep L3M.

2 0 0 1

Een nieuw decreet, meer lokale inbedding en samenwerkingCultuur- en gemeenschapscentra – het onderscheid is nieuw– krijgen samen met de bibliotheken een plek in het nieuwe

2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .J A R E N 9 0

Page 46: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

decreet voor het lokale cultuurbeleid, samen met de biblio-theken, adviesraden...: cultuur wordt meer en meer een be-voegdheid en verantwoordelijkheid van de lokale besturen.De samenwerkingsverbanden met onder meer jeugd en wel-zijn nemen toe. Er komt een steunpunt (Locus) en er is eenbelangenbehartiger (VVC, Vereniging van Vlaamse Cultuur-en Gemeenschapscentra).

2 0 0 1 – C C S T RO M B E E KMAGHREBELGIUM

CC Strombeek organiseert “een pittig Maghrebijns evene-ment”, een festival waarin Marokko, Algerije en Tunesiëcentraal staan. Het publiek van het cultuurcentrum maaktkennis met deze landen en culturen aan de hand van mu-ziek, dans, film, beeldende kunsten, lezingen, workshops éneen tentenweekend waarin het park in de buurt van het CCwordt omgeturnd tot een tentendorp met vertellers, muzi-kanten en ‘culinaire goochelaars’.

2 0 0 2DE SCHOUWBURGEN VERNIEUWD

Onder meer omdat 400 zitjes voor een erkenning als A-centrum noodzakelijk zijn, vernieuwt CC Strombeek zijnschouwburg. In Westrand worden in 2005 de theaterzetelsvernieuwd.

46

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

Het seizoen 2002-2003 opende metnieuwe zitjes in de theaterzaal.

Djamel trad op in het kader vanMaghrebelgium.

Page 47: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

47

2 0 0 2SAMENWERKING MET ‘BRUSSEL’

Het succes van de samenwerking van CC Strombeek enWestrand is enkele Brusselse theaters niet ontgaan. In 2002resulteert dat in een nieuwe samenwerking: het Kaaitheater,de KVS, CC Strombeek en Westrand presenteren de Kwart-slagpas, een systeem dat door gezamenlijke promotie toe-schouwers wil laten roteren tussen de verschillendetheaterhuizen. Het is een symbolisch moment: de dialoogmet ‘Brussel’ wordt aangegaan. De pas verdwijnt in 2009,maar de samenwerking gaat voort in de gezamenlijke pre-sentatie van grotere voorstellingen.

2 0 0 3CULTUURCENTRA ALS LANCEERPLATFORMEN

Westrand en ook CC Strombeek spelen een sleutelrol in‘Gouden Vleugels’, een project dat jonge klassieke muziek-ensembleswil lanceren. Ze worden gekoppeld aan gevestigdewaarden die hen coachen. Samen creëren ze tandemconcer-ten. Het project is een samenwerking van de cultuurcentra,Klara, het Muziekcentrum, Cultuur Lokaal, de VlaamseGemeenschap en KBC. Projecten als 'Circuit X en 'NieuweMaatjes' bieden een podium aan jonge, beginnende thea-termakers.

2 0 0 3 - 2 0 0 4 – W E S T R A N DJONGEREN GEZOCHT

In september 2003 start Westrand in samenwerking met dejeugddienst Catsjoe op. Samen met een groepje jongeren

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

‘Kwartslag’ was een samenwer-kingsproject van CC Strombeek,Westrand, het Kaaitheater en deKVS. De Kwartslag-pas stondsymbool voor de dialoog tussen de cultuurhuizen in de Rand en in Brussel.

In september 2003 startte Westrand i.s.m. de jeugddienstCatsjoe op. Samen met eengroepje jongeren werd gezochtnaar mogelijkheden en kansenom culturele initiatieven tenemen die jongeren aansprakenen podiumkansen gaven.

Page 48: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

zoeken ze naar mogelijkheden en kansen om culturele ini-tiatieven te nemen die jongeren aanspreken en waarin ze po-diumkansen krijgen. Vanaf 2004 communiceert Westrand inhet tijdschrift Dretz, opnieuw samen met de jeugddienst,naar jongeren vanaf 14 jaar. Zij worden ook gecoacht om aande hand van optredens voor een ‘echt’ publiek hun artistiekegrenzen te verleggen. Na de vierde editie van Pierced in 2011wordt het initiatief door De Meent en de Boesdaalhoeveovergenomen en aangepast.

2 0 0 4 – W E S T R A N DVERNIEUWDE ATELIERS

Na een werking van dertig jaar neemt Westrand de coördi-natie van de Ateliers Beeldende Kunsten meer in eigen han-den: een team van jonge docenten en kunstenaars stelt hetprogramma samen. Ook heel wat gastdocenten passeren derevue. Nieuwe accenten worden gelegd en kinderen, jongerenen volwassenen worden gestimuleerd om te experimente-ren, te ontdekken en nieuwe technieken te leren beheersen.

2 0 0 4 – C C S T RO M B E E KGERESTAUREERD ORGEL, START ORGEL-CONCERTEN ABDIJKERK GRIMBERGEN

In september wordt het gerestaureerde monumentale hoofd-orgel van de abdijkerk in Grimbergen ingehuldigd tijdenseen groots feestweekend, het begin van een nieuwe toekomst.Er zijn sindsdien grote binnen- en buitenlandse solisten tegast geweest, zowel op het hoofdorgel als op het tweedeorgel in de kerk. De orgelconcerten kunnen rekenen opbezieler Kamiel D’Hooghe, al meer dan dertig jaar organist48

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

Renato Nicolodi werd in 2004coördinator voor de volwassenen-ateliers van het Atelier BeeldendeKunsten, als opvolger van JackyDuyck.

Sinds 2004 vinden op het geres-taureerde orgel van de abdijkerkin Grimbergen en op het koororgelin dezelfde kerk orgelconcertenplaats.

In 2004 nam Westrand het initia-tief Pierced: jongeren brachten indiverse disciplines een nummervoor publiek. Stilaan werd meeringezet op coaching. Na een zesdeeditie in 2011 werd dit projectdoor De Meent en de Boesdaal-hoeve overgenomen en aangepast.

Page 49: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

49

J A R E N 9 0 2 0 1 0 - . . .2 0 0 0 -2 0 1 0

van de abdijkerk. Ze vinden plaats dankzij de samenwerkingvan de Werkgroep Abdijgemeenschap Grimbergen, de abij-gemeenschap zelf en CC Strombeek.

2 0 0 5EEN NIEUW GEMEENTEDECREET

Er komt een wettelijk kader voor alle lokale instellingen mettaken van gemeentelijk belang en hun mogelijke beheers-structuren: zuiver gemeentelijk, minimaal verzelfstandigd,helemaal verzelfstandigd... De uitdagingen blijven dezelfde:het evenwicht tussen de politiek, de gebruikers en de centra,de participatie van burgers en experts, de inhoudelijke au-tonomie in de programmering...Strombeek-Bever en Dilbeek worden op 1 januari 2014 eenEVA (extern verzelfstandigd agentschap). Juridisch blijvenbeide centra een vzw en blijft de inspraak van de gebruikersgewaarborgd door hun afvaardiging in de Raad van Bestuur.

2 0 0 5 – C C S T RO M B E E KDE EERSTE KINDERHOOGDAGEN

Sinds dit jaar wordt één keer per jaar, op een zondag in oktoberof november, in Grimbergen een kinderhoogdag georgani-seerd in en rond het cultuurcentrum. Tijdens zo’n kinder-hoogdag maken kinderen van 4 tot 12 jaar kennis met allemogelijke vormen van cultuur: in workshops, in- en uitloop-activiteiten, straattheater, doorlopende animatie, filmvoor-stellingen... Andere familiefestivaldagen volgen: Pepernooten Sinterklaashappening.

De jaarlijkse Kinderhoogdag issinds 2005 een echte... hoogdag.

Page 50: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

2 0 0 6 – C C S T RO M B E E KEEN VRIJPLAATS VOOR KUNSTENAARS

Van 2006 tot 2013 werkt CC Strombeek samen met Meche-len Expo: bkSM (Beeldende kunst Strombeek/Mechelen)werkt projecten uit rond hedendaagse beeldende kunst. Deuitdaging is de integratie van deze kunst in de context vaneen cultuurcentrum met al zijn ‘publieken’. Dat leidt totthematische tentoonstellingen en individuele exposities.BkSM is al die tijd een vrijplaats en een niet-commercieelgebonden project.

2 0 0 8EEN INTENSERE SAMENWERKING METSCHOLEN

Het aanbod voor scholen van Westrand en CC Strombeekgroeit gestaag, tot de maximumfactuur in september 2008roet in de onderwijspap strooit. Sindsdien is er een terugvalin het aantal schoolbezoekers, maar zijn er óók nieuwe im-pulsen: Westrand probeert een cocreatieve aanpak uit, waar-bij leerkrachten actief meedenken en -werken aan projecten.Een hoogtepunt is sinds 2010 de overnachting, na een voor-stelling in Westrand, van meer dan honderd schoolkinderenonder begeleiding van hun leerkrachten.CC Strombeek start samen met gemeenschapscentrum DeZandloper uit Wemmel Spa Bruis op: SchoolProgrammatieAnders, mét gas. Uitgangspunt is een pijnpunt: de vaststel-ling dat schoolvoorstellingen te vaak ‘verplichte nummertjes’zijn, die tegelijk te vrijblijvend zijn. Een podiumvoorstellingwordt voortaan een ruimer en intensief driemomentenpro-ject dat zowel op school als in het cultuur- of gemeenschaps-centrum plaatsvindt. Een klein cultuurkuuroord, als hetware. Inmiddels is de samenwerking voor het lager onderwijsuitgebreid tot vijf cultuurhuizen.

50

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

Page 51: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

51

J A R E N 9 0 2 0 1 0 - . . .2 0 0 0 -2 0 1 0

Sinds 2010 organiseert Westrandjaarlijks voor een honderdtal zes-dejaars van het lager onderwijseen overnachting na een voorstel-ling. Meer samenwerking tussenprogrammatoren en leerkrachtenwas een van de drijfveren.

2 0 0 8 – W E S T R A N DWESTRAND BUITEN! Het wijkproject ‘Stoep en Drempel’ wordt opgestart als eenklein kunstenfestival met bewoners van bepaalde buurten.De intentie is om in een afgebakend gebied zo veel mogelijkwijkbewoners bij het project te betrekken en het artistiekemateriaal dat ze aanreiken in contact te brengen met pro-fessionals. Het project start in december 2008 in de vrieskouin het Vijverkwartier en passeert in Savio, Itterbeek, Sint-Gertrudis-Pede, Kaudenaarde, de Reinaartwijk en Paloke. Innovember 2013 vindt in Westrand een apotheose plaats.

2 0 0 9JONGEREN GEZOCHT (BIS)

Het kunsteducatieve aanbod voor jongeren wordt duidelij-ker onder de aandacht gebracht van de doelgroep, met spe-ciale cursussen op maat en met een grote eigen creatieveinbreng: de pop- en rockweek, de musicalreeksen... In deschoolprogrammering komt een apart aanbod voor secun-daire scholen, met onder meer de Vlotte Pennen als jong

In 2008 ging ‘Stoep en drempel’van start: Westrand trok naar wij-ken met voorstellingen en grotereprojecten waarin de betrokken-heid van de inwoners een grote rolspeelde.

Page 52: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

52

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

recensentenclubje. Westrand zet vanuit een geïntegreerdeaanpak ook meer in op voorstellingen die jongeren kunnenaanspreken. Mixxit is dan weer de jongerenwerking vanCC Strombeek, met aangepaste thema’s: 3D-videomapping,light graffiti, ultrasonic borduren en tal van andere work-shops.

2 0 1 0 – C C S T RO M B E E KHET CULTUURCENTRUM OPENT BUITENDE MUREN

Sinds 2010 organiseert CC Strombeek opvallende en grootselocatieprojecten. Op vrijdag 11 september, sinds 2001 eenonvergetelijke datum, toont het cultuurcentrum in de be-schermde loodsen van het vliegveld van Grimbergen de filmDial H-I-S-T-O-R-Y van Johan Grimonprez, waarmee hij in-druk maakte op Documenta X te Kassel. De collage van frag-menten uit reclamefilms, nieuwsuitzendingen, muziekclipsen amateurvideo’s toont de onrustbarende kant van deluchtvaart. In 2011 opent het seizoen met Tuning door hetAntwerpse gezelschap Bad van Marie, een compositie vanJoost Van Kerkhoven voor piano, tenor en acht tuning cars.Locatie is deze keer Verbrande Brug in Grimbergen. Na hetconcert vindt een ‘meet and greet’ plaats van liefhebbers vanklassieke muziek en theater met de aanwezige tuners en deartiesten.

2 0 1 1 – C C S T RO M B E E KNAAR EEN MASTERPLAN

Uit informele gesprekken met de gemeentelijke urbanist ende voorzitter van de gemeentelijke commissie voor ruimte-

Page 53: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

53

J A R E N 9 0 2 0 0 0 -2 0 1 0 2 0 1 0 - . . .

Page 54: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

54

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

In 2011 werd de Academie voor Woord, Muziek en Dans gebouwd op de site van Westrand. Architect Carlos Arroyo staat sinds 2013 ook in voor de opmaak van het masterplan van Westrand. De officiële opening van de nieuwbouw vond plaats op 8 september 2012.

Maquette masterplan Strombeek met nieuwe cultuursite (architect: Dawid Strebicki).

Page 55: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

55

lijke ordening, die vanuit het cultuurcentrum werden ge-start, wordt duidelijk dat in Strombeek strategische ingre-pen nodig zijn. Die moeten leiden naar een betere werkingvan het cultuurcentrum en andere overheidsinstellingen, ennaar een betere kwaliteit van de woonomgeving. De ge-meente keurt een masterplan goed met een structurele visieop het Strombeekse centrumgebied. De realisatie daarvanzal voor de omgeving van het cultuurcentrum een belang-rijke meerwaarde betekenen.

2 0 1 2 – W E S T R A N DEEN NIEUWE ACADEMIE

Naast Westrand gaat op 8 september de Academie voor Muziek,Woord en Dans open, in een nieuwbouw van de Spaansearchitect Carlos Arroyo. Diezelfde maand vindt de laatsteeditie van de klassieke Gordel plaats, waarin Westrand enDilbeek jarenlang een belangrijk trefpunt waren voor dui-zenden mensen.

2 0 1 3VLAANDEREN TELT

Vlaanderen telt 13 A-cultuurcentra, waarvan CC Strombeeken Westrand er twee zijn. Er zijn er daarnaast 20 in deB-categorie en 32 in C. Daarnaast zijn er drie grootstedelijkecentra in Gent, Antwerpen en Brussel, en zowat 165 gemeen-schapscentra. In 2012 wordt het decreet Lokaal Cultuur-beleid herzien, in het kader van het planlastendecreet en deinterne staatshervorming.

J A R E N 9 0 2 0 1 0 - . . .2 0 0 0 -2 0 1 0

Page 56: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

2 0 1 3 – C C S T RO M B E E KMUSEUMCULTUUR STROMBEEK/GENT IN HET CULTUURCENTRUM

Na een samenwerking van zeven jaar met Mechelen Expowerkt CC Strombeek sinds januari 2013 interregionaal enstructureel samen met het S.M.A.K., het Stedelijk Museumvoor Actuele Kunst in Gent. Vier jaar lang zal het centrumonder de noemer ‘Museumcultuur Strombeek/Gent’ jaar-lijks twee tentoonstellingsprojecten realiseren: een drieluikin het voorjaar en een tweeluik in het najaar. Daarin wordteen thematiek uitgediept aan de hand van de S.M.A.K.-col-lectie. Die wordt aangevuld met werk uit privécollecties ennieuwe producties. Het initiatief wil een nieuw publiek –ook jonge kinderen! – in contact brengen met de recentekunstgeschiedenis. Het concept is van CC Strombeek.

2 0 1 3 – W E S T R A N DEEN MASTERPLAN VOOR WESTRAND

Carlos Arroyo krijgt de opdracht om een masterplan te ont-werpen voor Westrand en zijn omgeving. Het plan zal ondermeer opnieuw de kleuren binnenbrengen waar architectHoppenbrouwers zo van hield in zijn concepten (maar diehet niet haalden in de realisatiefase). Het legt ook de nadrukop voorstellen om de culturele activiteiten in het centrumcentraal zichtbaar te maken, net als de nieuwe cultuur vanduurzaamheid: groendaken, regenwaterrecuperatie... Het‘nieuwe’ Westrand zal, samen met de bibliotheek, de dienstToerisme en Cultuur en de academie Dil’Arte, het culturelehart van de gemeente en de regio vormen: the place to bevoor de volgende 40 jaar…

56

J A R E N 7 0 J A R E N 8 0J A R E N 6 0

In 2013 nam Carlos Arroyo, ookde architect van de muziekacade-mie, het masterplan voor West-rand op zich. In een eerste fasebracht hij het kleurenpallet vanHoppenbrouwers opnieuw in hetgebouw. Maken er ook deel vanuit: groendaken, een fietspunt, de verhuizing van de kantoren eneen aantal structurele ingrepen.

Page 57: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

57

J A R E N 9 0 2 0 1 0 - . . .2 0 0 0 -2 0 1 0

2 0 1 3SAMEN NADENKEN OVER DE TOEKOMST

In september starten CC Strombeek en Westrand met eenacademische zitting het traject op dat onder meer uitmondtin... dit boek. Hun veertigste verjaardag is de aanleiding ommet tal van ‘betrokken buitenstaanders’ na te denken overde toekomst.

Tijdens het openingsweekend in september 2013vierden zowel Westrand als Cc Strombeek hunveertigste verjaardag op heel feestelijke wijze.

Page 58: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

De twee groepsgesprekken in deel II van dit boekbevatten, net als de andere teksten, tal van prikkelendegedachten over de cultuurcentra van nu en straks. Een

aantal ideeën werd in de vorm van knelpunten enuitdagingen geherformuleerd tot acht controversiële

stellingen. Die vormden de basis voor een publieksdebatdat CC Strombeek en Westrand organiseerden. In deweken vooraf werd het publiek om een reactie op destellingen gevraagd. Dit werd een forum om mee te

denken én te spreken over het cultuurcentrum zoals hetis en (misschien) moet worden. We brengen hier een

klein staal van de reacties.

E N T R ’Stemmen uit

STELLING 2: Cultuur is zoals voetbal: als je er niet van houdt, ga je nooit kijken.

Rode draad in de antwoorden: een meerderheid gaat niet akkoord met wat‘een boutade’ wordt genoemd. CC’s moeten nog meer inspanningen doen om cultuur

minder onbekend en dus minder onbemind te maken(diversiteit, laagdrempelig, toeleiding...).

“Sport en cultuur kunnen misschien wel beter samenwerken,in het kader van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid.”

“Cultuur moet je blijven promoten en laagdrempelig houden.”

“Ik hou niet van voetbal, maar ga er wel eens heen voor de sfeer en de ervaring.Dit zou zo moeten zijn bij mensen die niet van cultuur houden.”

“Cultuur is het resultaat van opvoeding: van kleins af moet jekinderen leren om van cultuur te genieten.”

Page 59: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

STELLING 1: Weg met humor, muziek en theater.

Leve de wijkwerking, projecten en debatten.

Rode draad in de antwoorden: nee. Combineer de twee.

“Ooooh nooooh!”

“Het cc moet een mix zijn van alles!Er moet ruimte zijn om te experimenteren.”

“Leve muziek, humor & theater EN leve wijkwerking,projecten en debatten!”

“Hoe meer aanbod, hoe meer mogelijkhedentot reactie en deelname. Hoe blijer iedereen.”

“Liever een ‘en-en’-verhaal dan ‘of-of’. Kijk naar VickyFeatherstone in Londen of de KVS dichter bij huis.”

A C T E I ’ het publiek

STELLING 3: Het cultuurcentrum moet er zijn voor alle culturen.

Rode draad in de antwoorden: doorgaans is men het hiermee eens.Sommige leggen de nadruk op het Vlaamse aspect.

“Voor elk wat wils!”

“Zeer zeker! Meer campagnes naar verschillende doelgroepen is noodzakelijk.”

“Het cc moet diverse cultuuruitingen aan bod laten komen.Dit werkt integratie in de hand.”

“Laat het centrum een ‘centrum zijn voor alle culturen’.”

Page 60: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

STELLING 4: Het cultuurcentrum is er niet voor jongeren. Die zitten in het jeugdhuis.

Rode draad in de antwoorden: niemand is het hiermee eens.

“Jeugdhuizen zijn waardevol, maar dat wil niet zeggen dat de cc’s niets voorde jeugd hoeven te doen. Een jeugdhuis wordt geleid door jongeren zelf, vanuit

hun leefwereld en visie, een cc kan net dat ietsje meer aanbieden, hen incontact brengen met andere zaken. Daarnaast is samenwerken met

de jeugd belangrijk om de drempel naar cultuur te verlagen.”

“Uit onderzoek blijkt dat de kostprijs niet de drempel is.Er kunnen toegepaste toegangsprijzen zijn voor jongeren,

maar alles gratis kan niet en is niet de oplossing.”

“Het is onze taak als ouders om jongeren warm te maken voor cultuur.”

“Vraag bij de jongeren zelf wat ze willen, zoals workshops met de nieuwstedigitale technieken. Speel daarop in. Dan merk je ook dat

een grote groep jongeren vandaag de dag net heel erg met kunst bezig is.”

“Een cc IS een jeugdhuis, maar met meer middelen.Jongeren moeten kansen en ruimte krijgen om te experimenteren.”

“Cultuur is ook voor jongeren van fundamenteel belang.Aanpassen aan hun interesses is wel noodzakelijk.”

Page 61: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

STELLING 5: Als publiek wil ik mee bepalen wat er in het cultuurcentrum te

zien en te beleven valt.

Rode draad in de antwoorden: men rekent nogal op de professionalsen wil zich laten verrassen. Een aantal mensen geeft graag tips

en wil mee suggesties formuleren.

“Ik wil als abonnee genieten van cultuur en mij latenverrassen door te kunnen kiezen uit een aanbod

dat is samengesteld door de professionals.”

“Als we het aanbod te veel vanuit het publiek laten bepalen,dan zou er een verarming van het aanbod optreden.”

“Het kan wel interessant zijn om met sleutelfigurenuit bepaalde doelgroepen te praten om te luisteren

waar zij geïnteresseerd in zijn.”

“Programmatoren kunnen vastlopen in hun routines.Het is essentieel om feedback te geven en te luisteren.

Dialoog als bron van verrijking.”

“Wat Westrand en CC Strombeek de laatste maanden en jarenin gang zetten, is echt goed. Er zijn heel wat mogelijkheden

gecreëerd om inspraak te hebben, via verschillende kanalen.Ook de bestaande kanalen mogen niet buitenspel gezet

worden. Daarom is het goed dat de cultuurcentra alsbestuursvorm voor een EVA-statuut gekozen hebben.”

“Het is ook verrassend om naar voorstellingen te gaan kijkenvan iemand waar je nog nooit van gehoord hebt.

Dat verruimt juist je cultuur.”

Page 62: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

STELLING 6: Alle jongeren, kansarmen en anderstaligen kunnen gratis naar cultuur.

Rode draad in de antwoorden: er zijn verdeelde meningen over deze stelling,en er is de nuancering dat het om drie heel verschillende groepen gaat en dat

een verminderd tarief denkbaar is, maar gratis niet.

“Als Welzijnsschakels kiezen we niet voor gratis toegangsprijzen. Dat maaktde scheiding alleen maar groter. Het is een fijner gevoel wanneer

de mensen voelen dat ze zelf een bijdrage hebben geleverd.”

“Als ouder moeten we bijdragen aan het financieren van de cultureleactiviteiten van onze kinderen. Die hoeven dus niet gratis te zijn.

Zo leren de jongeren dat cultuur niet gratis kan zijn.”

“Cultuur hoeft niet gratis te zijn, ook niet voor jongeren.Wel is vaak een betere communicatie nodig: formules, kortingen...Want jongeren gaan er vaak vanuit dat cultuur sowieso te duur is.”

“Ook jongvolwassen geraken niet in het cc. Het jachtige leven heeft daarzeker mee te maken: werk, huishouden, kinderen... Misschien kan het

voorzien van kinderopvang bij bepaalde voorstellingen helpen.”

“In Nederland is de ticketprijs verhoogd en zijn de mensen best bereidom meer te betalen. Er zijn ook experimenten om de mensen

te laten betalen wat ze willen betalen.”

Page 63: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

STELLING 7: Het cultuurcentrum is geen spiegel van de samenleving,

het kijkt naar de toekomst.

Rode draad in de antwoorden: de twee zijn nodig, lijkt de teneur.

“Een combinatie van de twee is noodzakelijkvoor een gezonde diversiteit in het programma.”

“Bullshit. Cultuurcentra tonen wat er op dit momentleeft in de maatschappij.”

STELLING 8: Zonder kunstenaar is het cultuurcentrum een lege doos.

Rode draad in de antwoorden: verdeelde meningen, met een kwart mensen dienaar voren schuiven dat een cultuurcentrum ook andere troeven heeft.

“Zonder kunstenaar geen voorstelling. Dus inderdaad een lege doos.”

“Kunstenaars beleven en tonen de cultuurimpulsen rond zich. Ze zettende toeschouwer aan tot denken en het vormen van een eigen mening.”

“Kunstenaars zijn zeer belangrijk maar er zijn nog zoveelandere spelers die voeding geven aan het cc.”

“Het cc is er toch niet voor de kunstenaars. Wel voor het publiek.”

Page 64: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.
Page 65: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

– C U L T U U R C E N T R A I N D E R A N D –

V O O R U I T B L I K K E N

Page 66: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.
Page 67: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

V O O R U I T B L I K K E N

E N D A N V O L G T N U . . .

H E T C U L T U U R C E N T R U M V A N D E T O E K O M S T

)

Page 68: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Proloog – Twee burgemeesters over twee cultuurcentra

I. U keek naar… 40 jaar CC Strombeek en Westrand

Schepenen van Cultuur blikken terug

Entr’acte IStemmen uit het publiek

II. En dan volgt nu… Het cultuurcentrum van de toekomst

Brussel- en Randkenners aan het woordFred Dhont in gesprek met Dirk De Clippeleir, Guido Fonteyn, Eddy Frans en Elke Van Empten

Kenners van de context aan het woordMiek De Kepper in gesprek met Franky Devos, Jan Hautekiet, Leen Laconte en Bert Mulder

Theatermakers aan het woordWouter Hillaert sprak met Michael De Cock, Koen Van Kaam, Lucas De Man, Arne Sierens, Wim Vandekeybus en Raf Walschaerts

Een ondernemer aan het woordBart Verhaeghe

4

Inhoud

6

8

22

42

52

6

10

30

58

Page 69: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

5

Een cultuursocioloog aan het woordPascal Gielen

Een participatiewaker aan het woordBart Rogé

Entr’acte II De cultuurcentra en de Verenigde Naties

Academici aan het woordNele Cannaerts, Daan Sorgeloos en Jesse Segers

Trendwatchers aan het woordTom Palmaerts en Ellen Anthoni

De architecten aan het woordCarlos Arroyo en Dawid Strebicki

De directeurs aan het woordFred Gillebert en Wim Meert

Epiloog – De voorzitters over de toekomst

Schreven meeBouwden mee aan veertig jaar CC Strombeek en WestrandColofon

58

64

70

72

82

88

96

102

104106110

Page 70: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

6

D I T B O E K

II

Page 71: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

7

Blikt vooruit. De tijden, de mensen, de samenleving:

alles verandert voortdurend. Of toch niet? Een cultuurcentrum dat doet wat het moet doen,

evolueert mee met zijn veranderende omgeving en zietook de dingen die blijven in mensenlevens. We gaan met

een aantal gesprekspartners na wat er anders is en wordt, en wat niet, en hoe een cultuurcentrum

daarmee kan omgaan. Er komen mensen uit zeer diversehoeken aan het woord. Ze delen minstens

één gemeenschappelijk kenmerk: ze spreken met kennis van zaken.

Veel kijk-, lees- en denkplezier met dit boek van en over twee jarigen!

Page 72: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

B R U S S E L - E N R A N D K E N N E R S A A N H E T W O O R D

W E S T R A N D E N C C S T RO M B E E K A L S R A N D F E N O M E N E N

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

Page 73: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

9

HET GESPREK: DE CONTEXT

De Rand in 2014 is een andere Rand dan veertig jaar geledenen de Rand in 2024 en 2034 zal weer een heel ander beeldgeven: economisch, sociaal, demografisch, linguïstisch, ophet vlak van ruimtelijke ordening en infrastructuur, wat derelatie met Brussel betreft...We keren veertig jaar terug in de tijd. De cultuurcentra in deVlaamse Rand rond Brussel worden opgericht, onder meerom de toenemende verfransingsdruk vanuit de hoofdstadeen halt toe te roepen, en in een sfeer van ‘cultuur als volks-verheffing en instrument voor emancipatie’. Dat gebeurdeniet zo heel lang na het vastleggen van de taalgrens. West-rand en Cc Strombeek pasten in die strategie. Door hun‘fysieke verschijning’ en hun werking moesten ze ervoor zor-gen dat het Vlaamse karakter van de ‘bedreigde’ gemeentenbewaard bleef. Ze functioneerden als steun voor het Vlaamsegemeenschapsleven en straalden de Vlaamse cultuur uit.In 2013 hebben deze cultuurcentra te maken met een meeren meer diverse bevolking en benadrukt het Vlaamse beleiddat ze zich moeten richten tot die diverse bevolkingsgroe-pen. Hoe kunnen de cultuurhuizen deze opdracht verzoenenmet hun Vlaamse karakter? Wat met de taal en de talen? Enmet de programmatie? Kortom, welk ‘Vlaams karakter’ wil-len ze in de toekomst uitstralen?

Een ander facet, dat nauw met het vorige is verbonden, isde verstedelijking: de identiteit van Cc Strombeek en West-rand wordt in grote mate bepaald door hun geografische lig-ging: op de grens van stad en platteland, van natuur encultuur, van het Vlaamse en het Brusselse Gewest, vannoord en zuid, van industrieel en agrarisch, van internatio-naal multicultureel en lokaal Brabants. Sinds hun oprich-

Fred Dhont en Patrick De Rynck

Dirk De Clippeleir

Page 74: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

10

ting zijn deze grenzen niet meer zo afgelijnd. Wat betekentde gewijzigde realiteit voor het beleid van deze cultuurcen-tra? Welke nieuwe rol kunnen ze vervullen? Een dam tegende verstedelijking, is dat nog aan de orde? Kunnen ze bijdra-gen aan een nieuwe visie op ruimtelijke ordening?En wat met de samenwerking met andere cultuurhuizen, –culturele organisaties en instellingen: vormt de regio, ruimbekeken, in de hoofden van het publiek één cultureleruimte? En als dat zo is, volgen de beleidsmakers deze rede-nering? Is samenwerking op het vlak van cultuurspreidingprioritair of dienen zich andere domeinen aan: educatie,kunstproductie, sociale cohesie, identiteit…? Moeten we fo-cussen op samenwerking met de (groot)stad of ligt er in hethinterland een grotere taak voor de regiowerking van eencultuurcentrum?

Deze vragen over de cultuurcentra en/in hun voortdurendevoluerende sociale, geografische en culturele ruimte – enlaten we ook de digitale ruimte niet vergeten – kwamen aanbod in een pittig gesprek waarvan u in de volgende bladzij-den de weergave vindt.

Guido Fonteyn

Eddy Frans

Elke Vanempten

Page 75: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Moderator F R E D D H O N T is sinds 2006 directeur van Socius, Vlaams steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk. Voordien was hij docent en consulent.Cultuur- en gemeenschapscentra liggen hem na aan het hart.

D I R K D E C L I P P E L E I R is sinds 2011 directeur van de AncienneBelgique en was voordien actief in demuziekbusiness. De AB wil een openmuziekhuis zijn voor alle vormen vanmuziek, met uitzondering van klassiek,en combineert de ontwikkeling van jongtalent met het aanbieden van een po-dium aan gevestigde waarden.

G U I D O F O N T E Y N is observator, Brusselaar, voormalig jour-nalist en auteur van boeken over België,Brussel, Wallonië en hun onderlinge ver-houding. Hij schreef een biografie vanRenaat Van Elslande, die aan de wiegstond van de Vlaamse cultuurcentra, enrichtte mee het Kaaitheater op.

E D D Y F R A N S is sinds 1999 algemeen directeur van vzw deRand, de organisatie die sinds 1996 het Neder-landstalige karakter van de Rand ter harteneemt. Hij is ook voorzitter van de stuurgroepvan Vlabra’ccent, het samenwerkingsverbandvan alle cultuur- en gemeenschapscentra inVlaams-Brabant, ook de gemeenschapscentravan vzw de Rand.

E L K E V A N E M P T E N is burgerlijk ingenieur-architect (KU Leuven). Haar stedenbouwkundig doctoraats-onderzoek (KU Leuven & VUB) gaat over de ontwikkeling van de open ruimte inBrussel en de Rand, waar niet naast de band tussen ‘cultuur’ en ‘ruimte’ kan gekekenworden. Zij is momenteel projectcoördinator Productief Landschap bij ILVO.

11

D E G E S P R E K S PA RT N E R S

Page 76: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

O N T N E D E R L A N D S I N G É NO N T F R A N S I N G

Fred Dhont: “We focussen in dit gesprek opde ‘omgeving’ van de twee huizen: wat ergaande is en nog zal zijn, en hoe dat decultuurcentra uitdaagt. Wordt veertig jaareen wissel in de geschiedenis? Laten weeerst kijken naar de sociale ruimte: de sa-menstelling van de bevolking, vergrijzing,vergroening, verkleuring, verarming, detaalproblematiek... Het is niet slecht daar-bij in het achterhoofd te houden wat volgenshet huidige Vlaamse beleid de taken zijnvan een cultuurcentrum: cultuurparticipa-tie, cultuurspreiding en gemeenschapsvor-ming.”

Eddy Frans: “Westrand en Strombeek zijnontstaan in een geest van ‘we moeten deverfransing en de Franse olievlek indijken’,onder meer met gebouwen. Het was meer‘tegen iets’ dan ‘voor iets’. Vlaanderen hadtoen ook nieuwe bevoegdheden gekregen.De omgeving is intussen ontzettend veran-derd en verandert nog elke dag, in een on-gezien tempo. Het gaat niet meer oververfransing, wel over het Nederlands alsgemeenschappelijke taal diewe geacht worden te koeste-ren en te promoten. Dat Ne-derlands staat onder drukdoor de internationalise-ring: het aantal talen in deRand is groot als je dat vergelijkt met derest van Vlaanderen. Die ‘ontnederland-sing’ wordt recent beleidsmatig gelukkigniet langer gekoppeld aan offensieven

tégen, wel aan uitnodigingen naar nieuwegemeenschappen om zich te verbindenmet de Nederlandse taal en cultuur. Zo be-land je bij de notie gemeenschapsvor-ming.”“Een op vier inwoners in de Vlaamse Randis van vreemde herkomst: hij of zij heefteen andere nationaliteit of een ouder diebij de geboorte een andere nationaliteithad. In Brussel is dat nog een stuk meer.Bij de jongeren is het cijfer in de Rand vierop tien. Die nieuwe omgeving is voor ieder-een een enorme uitdaging. Daarom moetvolgens mij een slogan als ‘Waar Vlamingenthuis zijn’ grondig overdacht worden: watbetekent dat als je geacht wordt voor dehele bevolking beleid te voeren, als ge-meente en als cultuurcentrum?”

Guido Fonteyn: “Tegen 2030 wordt de ver-houding vreemd/Vlaams één op twee, geentwijfel aan. De strijd tegen de verfransingen de olievlek is gelukt en ligt achter ons.De huidige internationalisering leidt naarontnederlandsing én ook naar ontfransing,zoals blijkt uit de jongste gemeenteraads-verkiezingen. Het inzicht groeit dat de be-

volking verandert en dat begint hier altijdvanuit Brussel. Vzw de Rand heeft dat goedingezien, door in haar Randkrant van in heteerste nummer samenvattingen van arti-

12

( De huidige internationalisering leidt naar ontnederlandsing én ook naar ontfransing.

Page 77: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

kels te geven in het Engels, Duits en Frans.Misschien moet er ook aan het Arabisch ge-dacht worden. Dan denk ik aan de niet-Bel-gen in de meer industriële gemeenten,veelal met een moslimachtergrond. Datsegment wordt nu ondergewaardeerd, netzoals de Europese aanwezigheid in Brusselnog altijd fel wordt onderschat. Ik ben óókvoorstander van het weghalen van de slo-gan ‘Waar Vlamingen thuis zijn’.”

S N I J P U N T

Fred Dhont: “Er is in de sociale ruimte ookde vergrijzing en de armoedeproblematiek.De komende jaren komt er een migratie-stroom uit Brussel naar Vlaanderen vannaar schatting een kwart miljoen mensen.Dat betekent gezien de grond- en woning-

prijzen ook import van mensen in armoede.Zij participeren minder aan cultuur, zoalsook ouderen, alleenstaanden, mensen uitandere culturen... Bereikt het cultuurcen-trum zijn doelstellingen slechts gedeelte-lijk? En moet het daar in de toekomst opinzetten?”

Dirk De Clippeleir: “Dat is zo, ook voor deAB, die muziek wil brengen voor iedereen.

Uit ons eigen publieksonderzoek blijkt datwe niet alle bevolkingsroepen en leeftijdenbereiken. Maar kan je daar ooit in slagen?Je bent tenslotte met iets relatief elitairbezig. Maghrebijnse mensen komen niet,ook niet als je Maghrebijnse groepen laatoptreden en lage prijzen hanteert. Er zijninitiatieven om kansarmen naar de zaal tekrijgen, maar dat blijft heel moeilijk.”

Eddy Frans:“Bij de opdrachten van een cul-tuurcentrum hoort gemeenschapsvorming.In een bepaalde interpretatie kan dat watpaternalistisch klinken, maar de term geeftde essentie aan van wat in een verande-rende samenleving met veel migratie ennieuwe mensen nodig is, ook in de Rand:mensen die op zoek zijn naar hun plek uit-nodigen en samenbrengen. Je moet hun be-langstelling en passie aanspreken, en hen

verbinden. Die taak, onder meer van eencultuurcentrum dat voor mij in de eersteplaats een 'gemeenschapscentrum’ is, isbelangrijk maar niet gemakkelijk: naar ver-bindingen zoeken tussen mensen en groe-pen in een lokale omgeving. Dat is iets heelanders dan productie X programmeren endan vaststellen of mensen al dan nietkomen. Het is veel complexer.”“Cultuur- en gemeenschapscentra zijn bij

13

( Cultuur- en gemeenschapscentra zijn bij uitstek de plekken van waaruit een dynamiek kan uitgaan die nieuwe inwoners betrekt bij het lokale leven. Ik heb dat altijd hun grote kracht gevonden.

Page 78: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

uitstek de plekken van waaruit een dyna-miek kan uitgaan die nieuwe inwoners be-trekt bij het lokale leven. Ik heb dat altijdhun grote kracht gevonden: zij zitten op hetsnijpunt van kunsten en sociaal-cultureelwerk. Kunstencentra niet: daar is kunst hetproduct en het doel op zich. Een cultuur-centrum moet het artistiekeen kwaliteit verbinden metde sociaal-culturele dimen-sie. Dat maakt het ookmoeilijk: je mag nooit hetene overboord gooien tengunste van het andere en jemoet zoeken naar mengvormen. Het veron-derstelt bijvoorbeeld een extra muros-be-leid. Hoe betrek je mensen die in eenbepaalde buurt wonen bij je werking? Eenbelangrijke bedenking in dit verband: eenbelangrijk deel van ons traditionele vereni-gingsleven bekijkt al deze bewegingen metveel argwaan en scepsis. Ik verbaas er mijover dat ze zich blijven afzetten tegen on-omkeerbare evoluties en zich daardoor re-actionair opstellen.”

K E N J E P U B L I E K E N

Guido Fonteyn: “Een cultuurcentrum moetinderdaad in de eerste plaats een gemeen-schapscentrum zijn, niet alleen een podiumen een zaal. Er zijn voorbeelden van hoe hetkan. Neem de KVS van Jan Goossens: zijhebben het abonnementensysteem afge-schaft en ze werken met producties voordoelgroepen, met telkens een ander publiek

14

in de zaal. Daar leeft iets nieuws, waar ookcultuurcentra over moeten nadenken: meerdoelgroepgericht werken. De bevolking isveranderd en dus moet je anders program-meren, zonder voor elke gemeenschapaparte dingen te doen, want dan wordt hetfolklore. Je moet internationaliseren, wer-

ken met mensen van de tweede en derdegeneratie.”

Dirk De Clippeleir: “Dat doe je automa-tisch. Het publiek rond jou verandert endus pas je je voorstellingen aan als je je zaalvol wil krijgen. Ik vind de KVS een fantas-tisch voorbeeld van hoe je uit de cocon vanje zaal breekt. Maar toen ze naar Molenbeeken Sint-Joost trokken, bleef dat wel de KVS.Ze werkten niet met de lokale bevolking,maar ze ontplooiden ter plekke een KVS-werking. Dat is geen oordeel, alleen eenvaststelling.”“Wij programmeren naar andere groepen,maar dat is heel moeilijk: een tijd geledenhadden we een overbekende Congolesegroep en daar kwam nauwelijks een Brus-selse Afrikaan uit Matonge op af. Waarom?De artiesten zaten in een rolstoel. De men-sen vonden dat we hen uitlachten. Je moetprogrammatoren in dienst hebben die dediverse bevolkingsgroepen kennen: kans-

( Je moet programmatoren in dienst hebbendie de diverse bevolkingsgroepen kennen:kansarmen, mensen uit andere culturen...Nu is dat niet het geval.

Page 79: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

15

armen, mensen uit andere culturen... Nu isdat niet het geval. En dus lukt het niet.”

Eddy Frans:“Het Nederlandstalige karaktervan de Rand bevorderen is de bestaans-reden van de vzw De Rand. Dat belet onsniet meertaligheid in te bouwen in onzecommunicatie, ook omdat men het onstoestaat. Lokale besturen worden daaringehinderd door de taalwetgeving. Zij zettendie stap niet of nauwelijks. Dat is een han-dicap.”“We zijn het stadium voorbij van ‘de Frans-talige bourgeois die hier komt wonen enweigert Nederlands te spreken’. Er is eenevolutie naar ‘ook wie onze taal niet kent,is welkom en we doen van beide kanteninspanningen’. Ook een cultuurcentrummoet dat doen en zo het Nederlands aan-trekkelijk maken. Natuurlijk moet jeVlaamse kunstenaars blijven programme-ren, maar je kunt mensen ondersteunendoor bijvoorbeeld te zeggen: ‘Dit niveau vanNederlands is nodig voor voorstelling X.’ Enje moet even natuurlijk ook andere dingenprogrammeren. Kortom: mensen binnen-halen, positief met het Nederlands omgaanen je bezoekers daarin ondersteunen.”

Elke Vanempten: “De uitwisseling tussenculturen in een omgeving is erg belangrijkvoor de leefkwaliteit. Je kan focussen op hetmeegeven van de Vlaamse cultuur aan an-dere bewoners, maar je moet tegelijk ook devraag durven stellen: hoe kunnen wij lerenvan andere culturen? Een cultuurcentrumzou daarin een waardevolle rol kunnen spe-

len. Cultuur wordt rijker door andere cultu-ren te leren kennen, zonder je eigenheid opte geven. Het is een wisselwerking.”

Guido Fonteyn: “Waarom niet een stukbrengen in het Turks met boventiteling? Detechnieken zijn er en het gebeurt bijvoor-beeld al in het Kaaitheater. Het mag zoge-zegd niet van de Taalwet, maar daar moetenwe iets aan doen. We moeten dringend onsminderwaardigheidscomplex laten vallen.”

Dirk De Clippeleir: “Er wordt volgens mijvan de kunst- en cultuursector te veel ver-wacht, alsof wij alle maatschappelijke pro-blemen kunnen oplossen. Je voelt die drukin de politiek: minder begoeden binnen-halen, gemeenschappen samenbrengen...Cultuurhuizen mag je niet opzadelen metproblemen die je in de eerste plaats ergensanders moet oplossen.”

R E N DA B E L E C U LT U U R ?

Fred Dhont: “Behalve druk op de socialeomgeving is er ook toenemende druk opons welvaartssysteem. De voorbije veertigjaar gingen er publieke middelen naar cul-tuur. Maar blijft dat zo of laten we het aande markt over? Is het begrip ‘recht op cul-turele ontwikkeling’ uit de grondwet krach-tig genoeg?”

Guido Fonteyn: “We moeten vertrekkenvan het belang van cultuur, ook voor kans-armen. Cultuur is een basisrecht, zoals het

Page 80: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

recht op onderwijs, en datmoeten we verdedigen. Hetwordt nu niet waarge-maakt. Voor de huidige Vlaamse regeringenis cultuur een soort luxeproduct en dat iscompleet verkeerd. Als je het historisch be-kijkt en start bij minister Van Elslande, hetbegin van de Vlaamse culturele autonomie,zie je dat Vlaanderen toen alleen bevoegdwas voor culturele materies. Intussen ligtde nadruk allang niet meer op cultuur,maar op economie. De Vlaamse Gemeen-schap moet absoluut veel meer het belangvan cultuur benadrukken en je moet de ren-tabiliteit van cultuur vergelijken met dievan onderwijs: we spreken dus over delange termijn. Je mag het niet herleiden totde korte termijn en tot wat het kost. Dat iseen politieke keuze.”

Dirk De Clippeleir: “Het klopt dat cultuurin Vlaanderen meer en meer als een econo-misch goed wordt gezien. Cultuur moetomwille van de cultuur blijven bestaan envoor iedereen toegankelijk zijn. Je mag hetbestaansrecht van cultuur dus zeker nietenkel in economische termen vatten.”“Dat is een moeilijk debat: het economischeis nu eenmaal belangrijk en in moeilijke tij-den zal er minder geld zijn voor cultuur. Ikpleit ervoor dat cultuurinstellingen een stukverantwoordelijkheid opnemen en niet aanhet verslavende infuus van de subsidies blij-ven hangen. Je moet daar minstens over na-denken. Mijn broek zakt af als ik uitsprakenhoor als: ‘Wij maken kunst en we zien wel ofdaar mensen op afkomen. Dat interesseert

16

me niet.’ Zulke mensen zitten echt nietmeer op hun plaats. De AB brengt 80% vanzijn middelen zelf op.”“Nu, subsidies of niet, wij hebben de plichttegen de politiek te zeggen: ‘Dank u voor uwgeld en nu buiten, alstublieft. Bemoei u nietmet ons artistiek beleid.’ Dat blijven waar-maken is voor ieder van ons een belangrijkeopdracht: dit is de lijn die we trekken endaar komt u als politicus niet over.”

G O E S T I N G

Fred Dhont: “De decentralisatie zet zich inVlaanderen intussen onmiskenbaar door,ook financieel. Straks krijgen we misschienautonome steden en gemeenten die zelfkeuzes zullen moeten maken. Er is de ver-ambtelijking en het lokale niveau botst weleens met de droom van het vormgeven vanruimtes over de gemeentegrenzen heen. Eris zeker voor de A-cultuurcentra een span-ningsveld tussen de regionale opdracht ende hoe langer hoe meer gemeentelijke con-text.”

Eddy Frans: “Klopt. De vraag naar de legiti-mering speelt ook op lokaal vlak, met debijbehorende eigen visies en gevoeligheden.We hebben er daarom alle baat bij ons bin-nen een gemeente niet als geïsoleerde in-stellingen te positioneren. Omwille van deomgevingsuitdagingen moeten de centra

( Je moet de rentabiliteit van cultuur verge-lijken met die van onderwijs: we sprekendus over de lange termijn.

Page 81: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

17

zich profileren als een partner van het lo-kale beleid en daarin een wezenlijke rol op-nemen: verbindingen leggen, leefbaarheid,identiteitsvorming, gemeenschapsvormingin de lokale omgeving... Denk ook aan debrede school, de jeugd enzovoort. Dáármoeten ze een rol in spelen, in dat brede lo-kale beleidsverhaal.”“Autonomie heeft ook te maken met ver-trouwen. De Vlaamse overheid geeft datvertrouwen meer en meer aan de gemeen-ten. Tegelijk is er binnen gemeenten eentendens om cultuur binnen te halen in degemeentelijke administratie. Dat beperktvoor een stuk de bewegingsvrijheid. Het ismet de uitdagingen die voor ons liggen geengoede evolutie dat het beleid wordt waar-gemaakt door ambtenaren. Tegelijk moet jedat ook relativeren: structuren en beleids-contexten zijn belangrijk en voorwaarden-

scheppend, maar in deze sector staat of valtalles met de mensen die het waarmaken:hun goesting en hun zin voor de uitdagin-gen die zich aandienen...”

Guido Fonteyn: “Zeker centra als Westranden Strombeek hebben een bovengemeente-lijke functie. Samenzitten met andere ge-meenten en met Brussel dringt zich op.Jullie zijn de vuurtorens, de kleinere kun-

nen dat niet zijn. Deze twee centra zijn dusméér dan onderdelen van een gemeentelijkbeleid. Ik verneem dat er meer en meerwordt gedacht aan een soort nieuwe fusies.Er is inderdaad iets nodig tussen de ge-meente en de provincie.”

AFSCHAFFEN, DIE GORDEL!

Fred Dhont: “De geografische ruimte dan,in dit geval de Rand ten opzichte van Brus-sel en de rest van de omgeving. Ook die issinds de jaren 1970 veranderd. Wat is daarbezig?”

Elke Vanempten: “Dat is een brede vraag,maar er zijn zeker fundamentele verande-ringen: denk aan de bevolkingsaangroeidoor de overflow vanuit Brussel, de nieuwe

bevolkingsgroepen, het mobili-teitsverhaal... Hoe verhoudtcultuur zich daartoe en heeft zeer een rol in te spelen? Daar ge-beurt vandaag niet veel mee,terwijl het een interessantevraag is en men veertig jaar ge-

leden wél expliciet de koppeling tussen cul-tuur en de ruimte maakte. Het wasmisschien niet de meest ideale of gewenste,maar er was een wisselwerking. De cultuur-centra waren een middel om het ruimtelijkbeleid op de kaart te zetten. Vandaag zie ikdie koppeling veel minder, behalve als hetover shopping- en cultuurbelevingscentragaat. Maar is dat nog onder de noemer cul-tuur te plaatsen?”

( Omwille van de omgevingsuitdagingenmoeten de centra zich profileren als eenpartner van het lokale beleid.

Page 82: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

“Je ziet wel een evolutie naar het betrekkenvan allerlei actoren met soms zeer diverseachtergronden bij de ruimtelijke planning.Daar heeft een cultuurcentrum misschieneen rol in te spelen. Hoe bereik je die acto-ren, de mensen en gemeenschappen, hoega je in dialoog, hoe leer je mekaar kennen?Er lijkt me een boeiende link denkbaar tus-sen een cultuurcentrum en ruimtelijkeplanningsprocessen.”

Fred Dhont: “De vormgeving van de ruimtewordt nu sterk bepaald door de economi-sche invulling, met inbegrip van de vrije-tijdsindustrie, zoals je zegt. Moeten wehiervoor niet meer sociaal-cultureel gaandenken?”

Elke Vanempten: “Een groter sociaal-cultu-reel tegengewicht zou inderdaad welkomzijn. Zo wordt het mobiliteitsverhaal nulouter economisch ingevuld. En een belang-rijke uitdaging is ook de recreatieve drukvanuit Brussel. Er zijn speelterreinen tekort in Brussel en iets als een provinciaaldomein is er niet. Dat veroorzaakt druk,maar ook mogelijkheden voor de Rand énzeker voor cultuur in de Rand. Ook dat isvoor mij een uitdaging voor de cultuurhui-zen: hoe ga je om met de recreatieve noden,de vrijetijdsnoden...?”

Eddy Frans: “Historisch zijn we ook hiervan een ‘tegen-houding’ naar iets andersgeëvolueerd: men was ‘tegen stedelijkheid’en de Vlaamse Rand moest vooral ietsánders zijn dan stedelijk. Zeg maar: dan

18

Brussel. Hoe zie jij dat evolueren? Is er in-derdaad een evolutie, blijft de weerstand?Je merkt dat de kwaliteit van de ruimte ookin steden meer en meer een thema is. In derealiteit is het evenwicht tussen landelijken stedelijk veranderd, maar misschien nogniet in de hoofden?”

Elke Vanempten: “Ik heb het gebied van denoordoostrand onderzocht. Stedelijkheiden landelijkheid zijn daar vandaag sterkverweven. Er is nog altijd wel weerstand: al-leen al het woord ‘park’ krijgt er soms eenstedelijke connotatie en stoot daardoor optegenstand. Mogen we dat veralgemenen?Daar moeten we mee oppassen. In elkgeval: de Rand is anders dan Brussel, maarer is ook een grote samenhang tussen detwee. Het uitzicht en de sterkte van ge-meenten in de Rand is gerelateerd metBrussel. Denk aan werkgelegenheid, maarook aan het landschap. Vanuit een ruimte-lijke bril zijn er heel wat waardevolle stede-lijke en landelijke verbindingen die degewestgrens overschrijden, maar die netdaardoor weinig aandacht kregen. Dat ver-andert toch stilaan.”

Guido Fonteyn: “Ik ga choqueren: schaf deGordel af. Dat was een defensieve forten-

( De Rand is anders dan Brussel,maar er is een ook grote samen-hang tussen de twee.

Page 83: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

19

gordel tegen de Franstalige Brusselaars. Datis gedaan: we hebben gewonnen. Vervangde burchten door vuurtorens. Westrand bij-voorbeeld moet ook kunnen werken voorLaken, Jette... Daar kunnen ze best watsteun gebruiken. De Gordel is geografischeonzin. Het is beter te vertrekken van stads-gedeelten. Zinnema – ze noemen zichzelf‘een open talentenhuis’ – is een goed voor-beeld: vanuit Anderlecht opereren zij voorde Rand. Dat staat ook in de statuten. Hetis de enige vzw die zo denkt. Er is toch nietsgruwelijkers dan de Gordel: ‘Kom geen cen-timeter binnen Brussel, want daar wonende vijanden!’”

G E B O U W E N O F M E N S E N ?

Fred Dhont:“De bakens zijn gebouwd maarde laatste jaren is cultuur veel meer extramuros gaan werken. Ik denk ook aan de op-komst van gedeelde ruimtes voor onder-wijs, jeugd... tegenover de vroegeresegmentering. Cultuur is daar tot nu toe teweinig bij betrokken. Hoe zien we de cultu-rele infrastructuur van de toekomst?”

Elke Vanempten: “Op een heel andere ma-nier dan nu, en niet door ze op één plek tecentraliseren. De lokale differentiatie vergtiets anders dan alleen ‘fysiek aanwezigzijn’. Ook de digitale ruimte speelt daarineen belangrijke rol. Een cultuurcentrumkan ook hier een functie hebben in het‘iedereen toegang bieden tot’.”

Dirk De Clippeleir: “Voor mij zijn de ‘hui-zen’ ook fysieke gebouwen. Overal en ner-gens zijn is ook maar niets. Mensen moetenzich kunnen verplaatsen om iets te beleven.We mogen dat niet loslaten, die fysieke aan-wezigheid.”

Eddy Frans: “Ik verbind het met de finan-cieel moeilijke tijden en de vele anderenoden, bijvoorbeeld op sociaal vlak. Heb-ben we nu vooral nood aan nieuwe infra-structuur of aan menselijke energie om tewerken rond processen, nog meer dan nuhet geval is? Ik neig naar het tweede. Erstaan al veel gebouwen in de VlaamseRand.”

Dirk De Clippeleir:“Ik verbind het ook metsamenwerking. Er zijn tientallen goed wer-kende huizen in Brussel en de Rand. Legdaar verbanden tussen, laat ze niet allemaalin hun eigen zeetje vuurtorentjes zijn. Laatde samenwerking groeien! Eén voorbeeld:onlangs organiseerde de AB iets in Flagey.Dat leverde een ander publiek op dan in deAB, waar de ‘Europese bevolking’ niet naar-toe komt. Flagey is ‘veiliger’ en ‘properder’.”

Fred Dhont: “Ook de digitale ruimte wordtsteeds belangrijker. Hebben cultuurhuizendaar een rol van betekenis in te spelen:denk aan spreiding, participatie...?”

Dirk De Clippeleir: “Natuurlijk moet je di-gitaal aanwezig zijn. Kijk naar AB-TV: wijstreamen, stellen content gratis ter be-schikking... Zo kun je mensen Stromae live

Page 84: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

laten meemaken op scherm. Dat moet jeuitproberen als cultuurhuis. Dat geldt ookvoor een cultuurcentrum.”

Guido Fonteyn: “Voor mij hoort dat bij hetter beschikking stellen van infrastructuur:een computerruimte, een sociale-media-ruimte... Kijk naar de moderne invullingvan de bib.”

Eddy Frans:“De bib van de toekomst en hetcultuurcentrum van de toekomst hebbeninderdaad veel met elkaar te maken.”

MANTRA

Fred Dhont: “We eindigen met de cultureleruimte: cultuurcentra zijn allang geen al-leenspelers meer. Er is sinds de jaren 1970een cultureel landschap ontstaan met veelspelers, zowel gefinancierd door de over-heid als in de vrijetijdsindustrie. In datlandschap staan nog veel schotjes en wordter apart gewerkt... Een andere evolutie isdat de scheiding tussen cultuurconsumen-ten, -deelnemers en -producenten minderstrikt wordt. Welke uitdagingen zittendaarin vervat voor een cultuurcentrum?”

Dirk De Clippeleir: “Ik kom terug op wat ikdaarnet zei: samenwerken, samenwerken,samenwerken! Het is al veel beter, maar er

20

is nog zo veel meer mogelijk. DeAB bijvoorbeeld dreigde geïsoleerdte raken van zijn omgeving. Je

moet met die omgeving en met andere cul-turele spelers in dialoog gaan. Daaruit ont-staat ook vernieuwing en verrijking... Datis mijn mantra: ga naar buiten, zoek con-tacten, bezoek elkaar. Wij gaan met de di-rectieploeg op bezoek bij collega’s: Bozar,deSingel en zelfs Studio 100.”

Guido Fonteyn: “Dilbeek heeft een cultuur-centrum met daarnaast een conservato-rium en een schitterende open ruimte.Neem nu de Boerenmarkt op zaterdagoch-tend: die maakt deel uit van het completeaanbod in die ruimte. Bij de mensen die er-naartoe komen zijn nogal wat Brusselaars.Ook dat soort activiteiten hoort voor mijergens thuis bij het cultuurcentrum, maarvraag me niet hoe. Zo haal je misschienmensen naar je centrum die niet naar moei-lijk theater zullen komen.”

Eddy Frans: “De cultuur van samenwerkinggroeit. Met de komst van Vlabra’ccent is ernu een beleid om mekaar op te zoeken en

( Mensen moeten zich kunnen verplaat-sen om iets te beleven. We mogen datniet loslaten, die fysieke aanwezigheid.

Page 85: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

21

samen te werken. We bakenen subregionaalsamenwerkingsverbanden af op het vlak vanprogrammering en communicatie. Dat iseen niet-evident intergemeentelijk verhaalvoor lokale besturen. We blijven wel nog inVlaams-Brabant en we zitten in de fase vanhet elkaar leren kennen. De stap over deGewestgrens naar Brussel is er nog niet.”“Dat brengt me bij de vraag: wat ís in dezeomgeving de culturele ruimte? Vanuit eenNederlandstalige profilering moet je zeggendat die niet ophoudt bij de Gewestgrenzen,op één of twee kilometer van Strombeek ofDilbeek. Als ik daarop verder denk en m’neigen winkel in vraag stel, is er het commu-nicatiegegeven...: Brussel Deze Week is Brus-sel en de Randkrant is de Rand. Dat blijvengescheiden werelden en ook daar moet jeover durven nadenken. De calimerohou-ding van de Rand moeten we meer latenvaren. Je moet op lange termijn durvendenken. Is ieder in zijn biotoopje blijven debeste houding?”

Dirk De Clippeleir: “Samenwerken bete-kent voor mij niet het opgeven van je iden-titeit. Ik zou dus de instellingen nietloslaten om bijvoorbeeld ploegen van pro-fessionals te vormen. Elk huis moet zijnidentiteit behouden: de AB is iets andersdan de KVS en dan een cultuurcentrum. Wemoeten wel zoeken naar wat ons bindt,naar extra’s... Dat is een cultureel state-ment, geen politiek. Vat het zo samen: be-tere culturele producten maken voor eenander publiek door samen te werken.”

Eddy Frans: “Als je krachten bundelt enmeer mensen erbij betrekt dan een paarprofessionals per centrum, kun je nichesglobaal aanpakken waarvan het niet evi-dent is dat één individueel centrum ze pro-grammeert, opvolgt, promoot enzovoort.”

MET ONZE BESTE WENSEN!

Fred Dhont: “Tot slot: een ‘laatste wens’voor de veertigjarige cultuurcentra?”Guido Fonteyn: “Doe er maar veertig jaarbij!”Dirk De Clippeleir: “Samenwerking: daarligt de toekomst. Er kan nog heel veel ge-beuren. De AB is een potentiële partner.”Elke Vanempten: “Exploreer het potentieelvan cultuur voor ruimtelijke beleidsproces-sen. En omgekeerd.”Eddy Frans: “Betrek de diversiteit van deomgeving bij je werking zonder je identiteitte verliezen.”

( De calimerohouding van deRand moeten we meer latenvaren. Je moet op lange ter-mijn durven denken.

Page 86: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

K E N N E R S V A N D E C O N T E X T A A N H E T W O O R D

M O D E L L E N W E R K . D E H E RU I T V I N D I N G VA N H E T C U LT U U R -C E N T RU M ?

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

Franky Devos en Leen Laconte

Page 87: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

23

HET GESPREK: DE CONTEXT

Al meteen na hun oprichting bekleedden cultuurcentra eenprominente plaats in de vrijetijdsbesteding van de Vlaming.Ze hadden en hebben duidelijk omschreven taken. Volgenshet Gemeentedecreet draagt een cultuurcentrum op het lo-kale niveau bij tot het welzijn van de burgers en de duur-zame ontwikkeling van ‘het gemeentelijke gebied’. Volgenshet decreet Lokaal Cultuurbeleid en de Vlaamse beleidspri-oriteiten dan weer realiseert een cultuurcentrum een eigenaanbod met een lokale en regionale uitstraling. Dat speeltin op de vragen en behoeften van diverse bevolkingsgroepenen heeft aandacht voor de spreiding van, en wisselwerkingmet, gezelschappen die de Vlaamse overheid subsidieert.Een cultuurcentrum ondersteunt verder actief de amateur-kunsten en de (sociaal-)culturele verenigingen en het zet inop een aangepast aanbod van kunst- en cultuureducatie, insamenwerking met relevante spelers. Om kort te gaan: cul-tuurcentra spelen een actieve, (op)bouwende en sturenderol in de samenleving. Ook in Strombeek en Dilbeek haddende nieuwe centra meteen een sterke aanzuigkracht. In mo-derne marketingtermen hadden ze met hun one stop shop eenunique selling proposition in de zich toen nog volop ontwik-kelende markt van de vrijetijdsbesteding.

Anno 2013 is de situatie veranderd. Behalve het gesubsidi-eerde vrijetijdsaanbod is ook het commerciële aanbod sterkgegroeid. Hadden de cultuurcentra in de beginjaren nog na-genoeg een monopolie, dan delen ze de culturele koek numet andere, vaak grotere aanbieders: concertzalen, festivals,muziekclubs, cinemacomplexen... Het is aan de cultuurcen-tra, ook in de Brusselse Rand, om hierop een antwoord tevinden, zich in de gewijzigde markt te herpositioneren en

Bert Mulder

Page 88: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

24

zo hun marktaandeel te behouden of heroveren. Hoe vullenze hun rol in? Welke effect hebben de cultuurcentra met hunactiviteiten op de samenleving en wat is hun verantwoor-delijkheid daarin? Moeten ze een voortrekkersrol opnemenof zijn ze beter de afwachtende, voorzichtige partner? En alscultuurcentra een maatschappelijk verantwoorde rol willenopnemen, hebben ze dan voldoende aandacht voor duur-zaamheid, sociaal beleid, mensenrechten, het belang van deklant...? Bewaken de cultuurcentra voldoende sociale, ethi-sche en milieukwesties in hun activiteiten? Is die aandachtvoldoende geïntegreerd in hun strategie en geven ze die vol-doende door aan stakeholders en medespelers? Bij welke as-pecten is groei of vertraging noodzakelijk en welke rolmoeten cultuurcentra – met focus op de Rand rond Brussel– opnemen om zich maatschappelijk te kunnen (blijven)verantwoorden?

Naast de centra zelf speelt ook de overheid hierin een rol: erzijn beleidsimpulsen nodig om het aanbod fris, vernieuwenden jong te houden, en de spreiding van gezelschappen enprojecten aan te moedigen. Nieuwe maatschappelijke ten-densen, nieuwe publieksgroepen en de beschikbare midde-len maken dat er moet worden gezocht naar nieuwe formatsvan kunst- en cultuurspreiding. Het blijft een permanent af-stemmen van het juiste aanbod op het juiste publiek. Ofbeter: de juiste publieken. En is het woord ‘aanbod’ – dat indeze inleidende paragrafen zeven keer voorkomt – wel goedgekozen? Dat was een centraal thema in het gesprek waar-van de volgende bladzijden de geschreven weergave zijn.

Page 89: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Moderator M I E K D E K E P P E R is directeur van het steunpunt voor lokaal cultuurbeleid Locus.Zij begon haar rijke loopbaan als directeur van het cultuurcen-trum in het Vlaams-Brabantse Bierbeek.

F R A N K Y D E V O S is directeur van het kunstencentrum Buda in Kortrijk, eenwerkplaats voor theater en dans die zich richt op Kortrijk ende Euregio eromheen, en een filmhuis met een dagelijkseprogrammering. Hij is ook opdrachthouder van Budafabriek,die zoekt hoe kunstenaars, ondernemers, studenten en bur-gers kunnen samenwerken in vernieuwende projecten.

J A N H A U T E K I E T is radiomaker en was eentijdlang actief in de strate-gische afdeling van deVRT, onder meer inzakecultuurbeleid. Als muzi-kant is hij een frequentgebruiker en ook bezoekervan de Vlaamse cultuur-en gemeenschapscentra.

L E E N L A C O N T E was van 2004 tot 2011 directeur vanhet Vlaamse cultuurhuis De BrakkeGrond in Amsterdam en voordien za-kelijk leider van Villanella. Zij werkte ookvoor de Raad van Europa. Momenteeldoet ze als freelancer beleids(gerela-teerd) onderzoek en verzorgt ze hetmanagement van kunstenaars.

B E R T M U L D E R is lector aan de Haagse Hogeschool, met als vakdomein ‘Informatietechnologie ensamenleving’, en speelde in Nederland een actieve (beleids)rol bij de innovatie vanbibliotheken. Hij is lid van het Europees Cultureel Parlement en werkte mee aanhet innovatietraject dat het steunpunt Locus aflegde.

25

D E G E S P R E K S PA RT N E R S

Page 90: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

DE GROTE VERANDERING?

VIER V’S EN HUN GEVOLGEN

Miek De Kepper: “Zijn cultuurcentra nogde zeer aanwezige culturele en maatschap-pelijke spelers die ze in de jaren 1970 en1980 waren: vernieuwend, emancipato-risch, ambitieus...? Praten ze over de ge-meenschap waarvoor ze werken of gaat hetalleen nog over het publiek? De context isin elk geval grondig veranderd. We nemenom te beginnen alskapstokken de vierv’s: vergrijzing, ver-groening, verkleuringen verdunning, of hetgegeven dat de klas-sieke gezinssamenleving rafeliger wordt.Wat zijn de gevolgen van deze tendensenvoor cultuurcentra?”

Bert Mulder: “De samenleving komt de ko-mende twintig jaar onder druk te staan,met als inzet de kwaliteit van leven, niet zo-zeer door bezuinigingen, maar door een ge-brek aan jonge professionals: er komt eenstructureel tekort op ons af, met name ookin de zorg en bij de overheid. Mensen zulleneen grotere verantwoordelijkheid krijgenom bijvoorbeeld hun gezondheid en de sa-menleving te ‘organiseren’: zorg en veilig-heid worden andere concepten.”“Er zijn sterkere individuen nodig, die meervoor zichzelf kunnen zorgen. Dat heeft temaken met de kanteling van de welvaart-staat: we evolueren van een staat die voormensen zorgt naar mensen die voor zichzelf

26

moeten zorgen. Speel je daar als cultuur-speler en cultuurcentrum een rol in? Er isin elk geval een behoefte aan functioneelempowerment van de bevolking. Dat is eenmegatrend, die we vaak niet in verbindingbrengen met een cultuurcentrum.”“’Verkleuring’ of ‘multiculturaliteit’ wordtvaak gebruikt in de zin van de verschillendenationaliteiten die naast elkaar leven. Maarer is ook een multiculturaliteit in de tijd: dehuidige oudere generatie en de jongere ge-

neratie, de generatie Y, verschillen sterk.Het gaat om een ander soort mensen meteen ander cultuurbesef. De vraag wordtdan: programmeer je voor de vorige of denieuwe generatie? En hoe maak je de tran-sitie? Samengevat: de sfeer in de samenle-ving verandert op veel terreinen.”

Jan Hautekiet: “We leven inderdaad in eensamenleving die over de generaties en doorhet multiculturele versplinterd raakt. Er isnood aan verbindende factoren en daarinkunnen de grotere cultuurcentra een rolspelen, met hun infrastructuur, hun ge-schiedenis, de geleedheid van hun activitei-ten... Ze moeten vermijden dat ze verschil-lende doel- en deelpublieken op hun maatbedienen en daardoor de kloof nog grotermaken. Dat lijkt me een wezenlijke op-dracht. Laten we zoeken naar kruispunten.”

( Er is nood aan verbindende factoren en daarinkunnen de grotere cultuurcentra een rol spelen.

Page 91: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

27

VRAGEN VOOR KUNST ENCULTUUR

Leen Laconte: “Nogal wat mensen staanargwanend tegenover traditionele institu-ties. Dat kan cynisch worden, maar hetheeft ook positieve kanten: kijk bijvoor-beeld naar de transitiebeweging. Ik zie daarandere vormen van participatie dan deklassieke. Ik zie ook een wereld waarin in-dividuen veel zelf doen en op eigen krachtvoor zichzelf betekenissen genereren. Wemoeten daar met voorzichtigheid naar kij-ken, maar ik zie in elk geval een speelvelddat sterk geïndividualiseerd is. Is er sprakevan dedemocratisering: een afnemend ge-loof in de civiele samenleving die je als in-dividuen samen kunt bouwen? Ontstaat ereen nieuw ideaalbeeld voor die samenle-ving?”“Voor mij hoort het klassieke kunst- encultuurbeleid bij de vorige eeuw, met hettypische denken van de value chain, dewaardeketen van functies die mekaar op-volgen en op elkaar moeten inhaken: crea-tie, presentatie, spreiding, participatie entalentontwikkeling. En daarna kun je her-beginnen: creatie enzovoort. Er zijn kinkenin die kabel. Dat geeft positieve kansen. Wekunnen proberen om anders te denken overkunst en participatie dan via het pure aan-bodgerichte programmeren: we moetenook vraaggerelateerd durven gaan werken,zonder daarbij de kwaliteit van kunst in hetgedrang te brengen. Het tonen van produc-ten en producties ‘van boven naar bene-den’ om de mensen ‘van beneden naarboven’ te trekken kan niet de enige richting

zijn. We moeten dat niet opgeven, maar ermogen radicaal nieuwe vormen bijkomen.”

Franky Devos: “De vier v’s waar je het overhad, spelen ook op veel andere domeinendan cultuur: hoe kunnen we als culturelesector daarover mee nadenken en kunste-naars betrekken bij de transities in de eco-nomie, de zorg, het onderwijs enzovoort.Hoe kunnen we daar de stem van de artiesteen plaats geven? Je voelt stilaan de bereid-heid om ernaar te luisteren en daarom vindik dit een zeer interessante tijd. Het econo-mische discours heeft door de bankencrisispluimen verloren, om van de godsdienst tezwijgen. Er ontstaat een gezamenlijk ge-voel: ‘We weten het allemaal niet goedmeer.’ Dat is spannend.”

Bert Mulder: “We leven in een tijdwaarin veel onder druk staat enverandert, een tijdperk van crisis.Dat komt zowat om de tachtig jaarvoor sinds 1430: de samenlevingontwikkelt zich in periodes vantachtig jaar. Deze crisis duurt nogzo’n jaar of tien tot vijftien. Het zalal die tijd niet veel beter gaan dannu: het gevoel van onzekerheid en‘het werkt niet’, en de druk blijvenduren. Wat voor rol moet een cul-tuurcentrum in zo’n periode spe-len? Dat is een belangrijke vraagvoor je strategie.”

Page 92: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

“Hoe dragen wij bijaan deze maatschap-pij? Dat is ook eenvraag voor de de crea-tieve en de kunstensector. We moeten eenplatform ontwikkelen, niet zozeer om pu-blieken met elkaar te verbinden, wel ommaatschappelijke domeinen mekaar te latenontmoeten en het debat aan te wakkeren.Zo’n invulling gaat breder dan veertig jaargeleden, maar ondertussen hebben cultuur-centra wel geloofwaardigheid gecreëerd alshet bijvoorbeeld gaat om emancipatie... Enhet besef dat kunstenaars een taal en ver-beelding hanteren die iedereen iets te zeg-gen heeft, dringt door.”

SNELLE INNOVATIE, RUSTIGEVASTHEID

Miek De Kepper: “Innovatie dan: het is eencontainerbegrip geworden. Iedereen neemthet in de mond. Maar wat is innovatie?”

Bert Mulder: “Het vervelende met innova-tie is dat het in een tijd van snelle verande-ringen een noodzaak is geworden. Het isvaak een zorgelijk dossier: ‘We moeten in-noveren.’ Innovatie wordt ‘besteld’ doormensen die niet weten wat het is, zoals be-leidsmakers, en uitgevoerd door mensendie niet innovatief zijn. We noemen het nog‘innovatie’, want het is een grote verande-ring, maar het is niet meer vrolijk... Het isgeïnstitutionialiseerd. Maar dát we moetenveranderen op elk niveau van de samenle-

28

ving en dat we knoppen in ons hoofd moe-ten omdraaien, blijft een noodzaak.”“In het hart van innovatie, en dat vind ikspannend, staat fundamenteel een schep-pende activiteit. Die vind je niet altijd vannature in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Maarscheppen, dat is ook wat in het hart van deartistieke praktijk staat: vertrouwen heb-ben in je identiteit en je vermogen tot cre-atie, in het feit dat je je kunt uitdrukken,dat je ergens naartoe gaat zonder goed teweten waar.”“Er is in de samenleving ook een funda-mentele verschuiving bezig: zolang de tijdzich langzaam ontwikkelt, is het verledeneen goede voorspeller – ‘we blijven doenwat we altijd gedaan hebben’ – maar de ver-anderingen gaan steeds sneller, waardoordat verleden een steeds slechtere voorspel-ler wordt. Je hebt verbeelding nodig om jede toekomst voor te stellen, en verbeeldingis in de cultuursector een natuurlijke com-petentie. ‘De stad die ik wil zijn’ moet ikmij verbeelden: dat is een culturele prak-tijk. Je staat als cultuuractor dus in het hartvan de verschuivingen.”“Het Europees Cultureel Parlement heeftop vraag van de Commissie een stuk ge-schreven over de betekenis van cultuurvoor het Europese project. We hebben drieniveaus onderscheiden: de sector zelf,kunst en cultuur in andere domeinen en,zo mogelijk de interessantste, ‘kunst en

( We moeten een platform ontwikkelen, niet zo-zeer om publieken met elkaar te verbinden, welom maatschappelijke domeinen mekaar te latenontmoeten en het debat aan te wakkeren.

Page 93: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

29

cultuur als de kern van een nieuw para-digma’.”

Leen Laconte:“En er zijn nog tendensen dieerop wijzen dat dit de weg van de toekomstis: kunstenaars willen veel meer in het mid-den van de samenleving staan. Ze willenzich niet belemmerd voelen door het pro-duct dat ze moeten maken à la ‘schouw-burg binnen, licht uit, licht aan en gedaan’.Steeds meer kunstenaars willen hun kunstradicaal in de samenleving integreren. Datis iets anders dan ‘eenvoorstelling voor eenschouwburg’ makenen that’s it. We moe-ten voor dat soortkunstenaars de condi-ties scheppen die ze nodig hebben om kwa-liteitsvol te kunnen werken. In de meestradicale gevallen zal dat leiden tot systeem-innovatie. Dan spreken we over bijzondercomplexe processen. Die vergen leiding, on-dersteuning, specifieke competenties...”“Voor cultuurcentra kan er een specifiekerol zijn weggelegd. Typisch is dat zij in depositie staan om ‘geaard’ te kunnen zijn: erzijn er veel, ze zijn verspreid en ze staanmeestal dicht bij mensen. Dat kan huneigen bijdrage worden in zo’n radicaal syner-getisch artistiek proces. Een cultuurcen-trum is daarin een van de spelers.”

Jan Hautekiet:“Wij hebben het hier terechtover ‘innovatie’, ‘een wereld in verande-ring’, ‘reflecties vanuit de kunst’, ‘artis-tieke praktijken’..., maar we mogen het

publiek niet uit het oog verliezen. Dat weetwat het niet wil, niet wat het wél wil. Hetzoekt bij cultuurcentra rust en vertrouwen,en activiteiten om tot zich te nemen, naeen werk- en filedag. Er is behoefte aanstructuur, zekerheid, ankerpunten: het cul-tuurcentrum als gids in een overaanbod vancommerciële en niet-commerciële aanbie-ders. Dat blijft een belangrijke functie, tenzijwe alleen vooruit willen en niet omkijkennaar wie al dan niet volgt.”

BETEKENIS GEVENLeen Laconte: “Het is complementair,denk ik. Ik herken de nood aan ankerpun-ten en rust, en je moet een reality check in-bouwen. Toch pleit ik voor een andere vormvan programmeren dan alleen aanbodge-richt. We zijn soms niet vinnig en uitdagendgenoeg, en het gaat me om de manierwaarop we dingen doen: cultuurcentra ko-piëren soms te veel de kunstencentra, ver-trekken vanuit hetzelfde paradigma. Voortsis een CC, ondanks talrijke goede voorbeel-den, nog te vaak een geoliede machine:maandag dit, dinsdag dat enzovoort. Bijvraaggelateerd programmeren vertrek jeniet van een discipline en een vormfixatie,maar kijk je naar inhouden, naar wat men-sen boeit. Dan doe je meer dan ‘iets neer-

( Je hebt verbeelding nodig om je de toekomstvoor te stellen, en verbeelding is in de cultuur-sector een natuurlijke competentie.

Page 94: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

zetten’. Er is veel aanbod, maar mensenleggen moeilijk verbanden en zien maarweinig context en betekenissen.”“Betekenisvolle contexten creëren metkunst kan een taak van cultuurcentra zijn.Dat is één ding: een expliciete interactie or-ganiseren tussen kunst en publiek, waarbijbeiden zich evenwaardig tot elkaar kunnenverhouden, in een leergesprek of een ver-diepende ontmoeting. Kunstencentra heb-ben daar vaak de tijd noch de competentiesvoor. Verder kan het bij het programmerenniet alleen gaan over wat we artistiek als ex-cellent of waardevol beschouwen. We moe-ten expliciete verbanden leggen met anderevormen van kunst en cultuur. Een mix cre-eren van wat een kunstenaar maakt en watmensen in hun eigen culturele leefwereldbeleven: artistiek werk, volks- en populairecultuur, erfgoed... Als je op culturele com-petenties werkt, dan moeten de culturelecompetenties van kunstenaars op gelijkevoet ingezet kunnen worden met culturelecompetenties van niet-kunstenaars. In jeprogrammering moeten er dingen samengebeuren. Het mag niet langer alleen blij-ven bij ‘komen kijken’.”“Mensen hun competenties laten inbren-gen wordt dus fundamenteel. We hebben teweinig gewerkt aan die culturele compe-tenties: het leven zin geven, verhalen ver-zinnen, rituele ontwerpen, betekenisvollerelaties aangaan... Die competenties, dichtbij het dagelijkse leven, dat leren we ner-

30

gens, behalve som-migen thuis en in dejeugdbeweging mis-

schien. Maar als onderwerp van de aange-boden activiteiten? Die collectieve ruimteszijn er nauwelijks.”

Bert Mulder: “Dat is een essentieel punt.Het vermogen om betekenis en zin te gevenis inderdaad erg nodig in een overaanbod.En je leert dat in een culturele context. Indie zin zijn cultuur en culturele reflectie eensoort van existentiële opvoeding. Je vindthet nergens anders.”

DE DIGITALE REVOLUTIE

Miek De Kepper: “Als we het over innovatiehebben, is naast de vier v’s ook digitalise-ring een onmiskenbare, zelfs overdonde-rende tendens. De bibliotheeksector is ergevoelig voor en verhoudt er zich toe. Bij decultuurcentra blijft het wat schoorvoetenden beperkt het zich nog tot marketing encommunicatie.”

Franky Devos: “Digitalisering is in elk gevaleen fantastische kans om artistieke for-mats te verspreiden voor een letterlijk we-reldwijd publiek. Je kunt veel meerkunstenaars, ook lokale mensen, aan debak laten komen en hen ook inkomstenlaten verwerven. De nieuwe mogelijkhedendoen nieuwe modellen ontstaan. Ik geefhet voorbeeld van een gamesite die ik ken:je abonneert je erop en koopt maandelijks

( Bij vraaggelateerd programmeren vertrek jeniet van een discipline en een vormfixatie, maarkijk je naar inhouden, naar wat mensen boeit.

Page 95: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

31

een pakket. Je geeft wat je wilt, en jouwpakweg tien dollar verdeel je zelf: een deelvoor de ontwikkelaar, een ander deel vooreen goed doel en een deel voor de platform-aanbieder.”

Bert Mulder: “Cultuurcentra gaan er nietaan ontkomen de digitalisering écht te ver-kennen, niet louter functioneel voor decommunicatie. Het zal een grote invloedhebben. Het verschil tussen de bestaandekunsten in hun diverse vormen en digitalekunst is dat alle vormen worden herleid tottwee processen: expressie en reflectie.”“Ook mediawijsheid wordt fundamenteel:hoe ga je om met die nieuwe werkelijkheid,

waarin alles steeds gelijkwaardiger wordt,in een eindeloze stroom? Het gaat existen-tieel om een ander proces dan pakweg eentoneelstuk, dat een diep proces van beteke-nisvorming met zich brengt. Dat is iets heelanders dan de hele dag naar internet kijken.Die oefening van verdieping is erg noodza-kelijk, omdat ze in het huidige medialand-schap wegvalt, bij het oude én nieuwepubliek.”“De digitalisering zal zich vermengen metkunst: elke organisatie wordt bijvoorbeeldeen radio- en een tv-station. Een voorbeelduit Den Haag: een theatergezelschap zettede repetities voor een stuk live online. Daarwaren veel meer kijkers voor dan voor dedrie uitverkochte voorstellingen: dagelijksduizenden. Dat was fascinerend en onver-wacht. Het publiek kreeg een verdiepte er-varing. Kijk naar The Voice, So you think youcan dance, bepaalde kookprogramma’s: datis hoogwaardige culturele expressie en daarkijkt een heel land gefascineerd naar. Datwas twintig jaar geleden niet het geval. Wekiezen op tv dus voor de fascinatie voorhoogprofessionele kunstuitingen. Als je datdoorprojecteert, wat is dan de rol van eencultuurcentrum? Verdieping? Hoe wordt deverhouding met dit soort uitingen in de toe-komst? Moeten ze de cultureel-esthetischereflectie in de samenleving ontwikkelen?”“We zijn in onze informatiesamenleving intwintig, dertig jaar versneld anders gaankijken, beleven, dingen doen. Dat zal zichvoortzetten, maar hoe? In elk geval: het pu-bliek zal er over twintig jaar helemaal an-ders uitzien.”

Leen Laconte: “We hebben inVlaanderen twee tot drie decenniaaan de democratisering van kunstgewerkt en ik ben daar zelf heeltrots op. Er zijn gigantische stap-pen gezet, de participatie aan de kunst is groot en stevig, en ze iscontinu. Cultuurcentra hebben daareen geweldige rol in gespeeld. Datzie je ook als je het vergelijkt metandere landen. Een dikke proficiatdaarvoor. Maar we zitten wellichtaan de grenzen van wat je met dehuidige systemen kunt bereiken. Wemoeten andere principes zoeken. Opde oude manier zullen we niet toteen groter publieksbereik en meerparticipatie komen.”

Page 96: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

PROCES!

Leen Laconte: “Ik ga even door op die repe-titieprocessen en waarom mensen dat be-langrijk vinden. Door de crisis en de vragenover de legitimiteit van kunst heeft Neder-land een diepgaand introspectieproces ge-voerd, Vlaanderen minder. Ik heb daar zelfuit geleerd dat de impact die kunst kanhebben en waar wij met z’n allen enthou-siast over zijn – je kent het wel: meer ver-beelding, de vrijheid van denken, andereperspectieven innemen enzovoort – in elkgeval en misschien vooral een effect is voorde kunstenaar zelf. Die zit elke dag in datproces en weet hoe fantastisch het is om aldie heerlijke teksten te lezen en na te kun-nen denken over andere samenlevingen.Maar het publiek ziet alleenhet kleine stukje op heteinde van het proces envoelt aan dat het ‘het’ nietmeekrijgt tijdens zijn bezoe-kuurtje. Daarom pikkensteeds minder mensen hetdat kunstenaars zogezegdverbeelding hebben, de wereld beter ken-nen en oplossingen kunnen aanreiken voormoeilijke problemen. Ze zién het niet. Daarkomt veel woede tegenover kunstenaarsvandaan.”

32

“En daarom zalhet steeds min-der gaan overproducten ensteeds meer overprocessen. Kun-stenaars begin-

nen de switch te maken en cultuurcentrazijn geschikte plekken om die processenvorm te geven, als ze maar kwaliteitsvolzijn. Het huidige ‘aanbod’ moet blijven,maar het moet een andere plaats krijgen.Het is geen doel meer op zichzelf, wat hetnu te vaak is.”

Franky Devos: “Klopt: we moeten van onzepiëdestal komen en tonen hoe dingen ge-creëerd worden en welk gedachtegoed er-achter zit. Processen dus. Zo kom je ook opthema’s die dichter aansluiten bij waarmensen dagelijks mee bezig zijn en je com-municeert anders, bijvoorbeeld over maak-baarheid, economische processen, hoeproducten worden gemaakt... Je kunt daar-

rond allerlei activiteiten inrichten: een bibli-otheek van machines waar je ter plaatsemee kunt werken, een Repair Café waardingen hersteld worden. Als je dát publiekziet... Dat is een ander verhaal dan het pu-

( Een theatergezelschap zette de repetities voor een stuklive online. Daar waren veel meer kijkers voor dan voorde drie uitverkochte voorstellingen: dagelijks duizenden.Dat was fascinerend en onverwacht.

( Het publiek ziet alleen het kleine stukje ophet einde van het proces en voelt aan dat het‘het’ niet meekrijgt tijdens zijn bezoekuur-tje. Ze zién het niet. Daar komt veel woedetegenover kunstenaars vandaan.

Page 97: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

33

bliek dat naar voorstellingen komt kijken.Tegelijk was bij ons in Buda de kunstenaarHonoré d’O bij zo’n evenement aanwezigtijdens een van zijn tentoonstellingen envertelde hij over zijn installatiekunst enzijn plastic buizen. Je gebruikt dus proces-sen en trekt een ander publiek aan door denieuwe mix. Mijn ogen gaan daarbij vaakopen.”“Maar intussen zitten cultuurcentra methun infrastructuur, dure zalen en zetels diegevuld moeten worden. Dat is een handi-cap. Misschien moeten er maar een aantalzetels verdwijnen en moet je gedwongenworden in een ander format te denken, meteen heel andere infrastructuur die je ver-zint.”

Jan Hautekiet: “Zoals nu met de kerken ge-beurt...”

Leen Laconte: “De infrastructuur getuigtvan een oud model. Dit is niet de infrastruc-tuur van de toekomst. Absoluut niet.”

AANMODDEREN OFOPTILLEN?

Miek De Kepper: “Digitalisering biedt duskansen, begrijp ik. Tegelijk is er een groei-ende dualisering in de samenleving enleven veel mensen in armoede. Een zorg ommee te nemen voor cultuurcentra?”

Bert Mulder: “Digitalisering kan ook op datvlak een kracht zijn: het internet is bijvoor-

beeld een hefboom om dingen die in ach-terstandswijken gebeuren zichtbaar temaken voor een breder publiek en duurza-mer te maken: een festival van twee dagenkrijgt zo meer ruchtbaarheid. Digitaal zijner veel meer mogelijkheden en is er meer in-teractiviteit. Je kunt een proces hierdoor te-ruggeven aan de wijk, en dus aan desamenleving. Het is een goed instrument,meer nog in crisistijden. Sociale en cultu-rele processen van expressie worden dyna-mischer en meer open, minder naar binnengekeerd. Ze krijgen een grotere sociale slag-kracht.”“Kijk bijvoorbeeld ook naar het digitaalbeschikbare erfgoed dat explosief groeit:interactieve databanken met foto’s, tv-ar-chieven... Er ontstaat een gigantische, gratisdigitale bibliotheek en archief. Wat kun jedaar als cultuurcentrum mee, met dienieuwe clusters? Dat blijft nu liggen enmusea hebben er geen tijd voor...”

Leen Laconte: “Er zijn nieuwe vormen vancollectiviteit aan het ontstaan bij jongemensen, en die vinden nu weinig of geenplek. Misschien is het cultuurcentrum hetlaatste waar ze aan denken. Terwijl ze eenplek, continuïteit en begeleiding zoudenkunnen gebruiken: denk aan Repair Cafés,boekenruilkasten, geefpleinen, maar ookaan naai- en breikransjes, zangfeesten en-zovoort. Die dingen ontstaan spontaan.Het zijn nieuwe vormen van solidariteit dieje als cultuurcentrum kunt steunen. Hoe?Dat moet je aan hen vragen.”“Ik erger me overigens dood aan het ad hoc

Page 98: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

neerplanten van kunstenaars in achterge-stelde wijken. Uiteraard worden mensendaar boos om. De knowhow over de socialeimplicaties van dat soort processen bij diekunstenaars is veel te klein. En voor struc-turele effecten die men zou moeten genere-ren en nazorg is er te weinig aandacht. Hetkomt en gaat weer weg. Die projecten vin-den plaats in een complexe sociale realiteit,en dat vraagt een ingenieus weefsel aan ac-toren en acties als je het op lange termijnaanpakt. Sociaal-artistiek werk is dingensamen doen en het artistieke is maar eendeeltje ervan. Vertrouwen op de kracht vankunst is in die gevallen onvoldoende. Voorje het weet, stuur je het signaal uit: ‘Kunstis niets voor jullie, mensen.’”

Bert Mulder: “Zonder professionals blijfthet wat aanmodderen, bijvoorbeeld metwijkkrantjes. Professionals kunnen de re-flectie aanwakkeren en op een ander niveautillen. Het beheer van betekenissen, hetstellen van wezenlijke vragen: daar kunnenbibliotheken en cultuurcentra voor dienen.Een tweede en derde laag aanbrengen: hetis wonderlijk om dat mee te maken. Diezingeving kun je op brede schaal in de sa-menleving binnenbrengen. Ik maak mesterk dat cultuurcentra en kunstenaarsate-liers de enige plekken zijn waar dat ge-beurt.”

34

Leen Laconte: “In Vlaande-ren ligt dat toch anders, metonze stevige sociaal-artis-tieke werking, die zelfs eensector is. Er is al een en ander

gepresteerd op het vlak van community arten er is zelfs een subsidiesysteem. Elkcultuurcentrum zou bijvoorbeeld zijn eigensociaal-artistiek gezelschap of sociaal-artis-tieke werking in huis kunnen hebben.”

( Het beheer van betekenissen, het stellen vanwezenlijke vragen: daar kunnen bibliothekenen cultuurcentra voor dienen.

Jan Hautekiet: “De grote cultuur-centra hebben een traditie van veer-tig jaar. Het zijn huizen met veelexpertise en ze overschouwen alledisciplines. Kunst en cultuur zijnintussen veel meer gespreid en nurijst de vraag hoe de centra zichzelfkunnen heruitvinden. We moetenin elk geval af van het kopieerge-drag en grote cultuurcentra hebbenook een morele en artistieke verant-woordelijkheid tegenover de klei-nere. Hoe kunnen we de seniorexpertise inzetten in de nieuwe context?”

Page 99: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

35

HET NIEUWE DENKEN INPRAKTIJK

DE OMKERING DER DINGEN

Miek De Kepper: “Ik hoorde bevlogen in-zichten, die ik nu wat ‘aardser’ wil aanpak-ken. Hoe verruim en vernieuw je zonderwat waardevol is weg te gooien? Er is klas-siek het eigen aanbod van cultuurcentrawaarin de programmatoren hun ziel leggen,en het receptieve ‘gastheeraanbod’. Watdoen we met die oude spanningsboog? Methet gebetonneerde onderscheid: amateursstaat gelijk aan ‘receptief’ en professioneelaan ‘eigen aanbod’? Er is een gigantischaanbod en veel activiteiten in Vlaanderenworden naar het receptieve gedraineerd.”

Leen Laconte: “Ik zeg het wat uitdagend:het cultuurcentrum is lang zowat detweede luitenant geweest van kapiteinKunst: het verspreidt wat daar gemaaktwordt. Dat zit ingebakken. Daar moetenwe iets aan doen: die tweederangsrol moetradicaal herdacht worden. Dat hiërarchi-sche model staat trouwens onder druk: erzijn steeds meer kunstenaars met steedsminder middelen. Een steeds groteregroep kunstenaars vindt nergens nog langaansluiting, ook door versnipperde bud-getten en de profileringsdrang onder pro-grammatoren. De klassieke evolutie vankleine naar grote zaal, van jong naar esta-blished, van radicaal vernieuwend naar ge-vestigd, dat is niet meer de normale gangvan zaken. Een nieuwe generatie kunste-

naars is anders bezig dan met voor zichzelfeen plaats veroveren in die piramide.”“Zij maken radicaal andere kunst, volgensmij, en vinden maar weinig plekken in degevestigde kunstencentra of moeten zich-zelf organiseren, bijvoorbeeld in vzw’s. Zijzoeken nieuwe vormen van samenwerking,collectiviteit, hubs, co-creating... Zeker inBrussel. Daar kun je als cultuurcentrumiets mee, ook met disciplines of niches diede kunstensector niet echt oppakt. Watwordt nu niet opgepikt dat toch de moeitewaard is en wat kunnen we daarmee? Hetzou bijvoorbeeld logisch zijn dat een cul-tuurcentrum voor vijf jaar een huisartiestheeft die de lokale gemeenschap tot zijnterrein maakt. Daar is in de traditionelepiramide minder aandacht voor.”“Het blijft anderzijds belangrijk dat eenwerk van een kunstenaar een lange ademkrijgt en dat gezelschappen veel kunnenspelen. Er zijn fantastische voorstellingen,maar het aantal keren dat ze gespeeld wor-den is beperkt. Dat staat niet in verhoudingtot de investering en al helemaal niet totde potentiële betekenis die zo’n tour kangenereren. Tournees van zestig tot tachtigvoorstellingen zijn blijkbaar voorbij, en datis een probleem. “Over het receptieve tot slot: de amateur isallang niet meer de klassieke theatergilde.Er zijn veel nieuwe vormen van liefhebbersen selfmademensen, onder andere op hetinternet. Daar kun je anders mee omgaandan receptief.

Page 100: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Franky Devos: “Als directeur van een cul-tuurcentrum zou ik overwegen de dingenom te draaien: nu staan de podiumkunstencentraal en zijn tentoonstellingen het watondergeschoven kind. Maar tentoonstellin-gen en hun plekken bieden gigantische mo-gelijkheden om er dingen te laten gebeuren,ook de processen waar we het over hadden.De tentoonstelling als methodiek en formatis veel interessanter dan voorstellingen vanhet kijk-en-slik-en-zit-stilgehalte. Je kunthet debat organiseren in de ruimte zelf.”“Gebruik een expo als ontmoetingsplaatsvoor artiesten en de bevolking, en maak er

de spil van, bijvoorbeeld om drie maandenlang dingen te laten gebeuren, een pro-gramma van voorstellingen, lezingen,debatten... Zo wordt je tentoonstelling bre-der en laagdrempeliger. Het is en/en, maarde ruggengraat van je programmering wordtje expo. Je communiceert dan anders en jebouwt een programma op rond thematischelijnen. Het cultuurcentrum als platformwaar je nieuwe publieken binnenkrijgt.Waar het publiek onder elkaar en met kun-stenaars een gesprek aangaat, discussieert,debatteert.”“Zo’n mix zorgt voor interactie die je nietkrijgt met mensen die om vijf vóór achttoekomen voor een voorstelling en daarnanaar huis moeten, omdat de babysit zit te

36

wachten. Wát er in de interactie gebeurt, isniet voorspelbaar en regisseren wij ookniet. We bieden alleen een marktplaats aan,een forum... Denk aan wat bibliotheken nuvaak doen.”

DE NIEUWE PROGRAMMATOR

Miek De Kepper: “Zo’n verhaal sluit inder-daad aan bij het denken over bibliotheken.De collectie is de inhoud, maar ook de plekvan ontmoeting en interactie is belangrijk.Het personeel hoeft niet alleen uit gediplo-

meerde bibliothecarissen tebestaan. Je hebt ook anderecompetenties nodig, zoalshet kunnen initiëren en bege-leiden van processen. Er is inelk geval een gigantische pool

van jong loslopend wild en van jonge ge-pensioneerden met geld en tijd en een hogeopleiding... Maar voor welke thema’s kiesje dan? Dingen die lokaal in de lucht han-gen? En belevenissen, oké, maar wat doe jemet betekenissen?”

Franky Devos:“De thematiek van zo’n expoontstaat door rond de tafel te zitten metondernemers, kunstenaars, designers, ac-tieve burgers, onderwijsmensen... Dan komje bijvoorbeeld uit op iets als ‘gezondheid’.Daar is iedereen mee bezig.”

Leen Laconte: “Een voorbeeld uit mijneigen ervaring: in Amsterdam zat niemandop een Vlaams aanbod te wachten. Daar-

( De tentoonstelling als methodiek en format isveel interessanter dan voorstellingen van hetkijk-en-slik-en-zit-stilgehalte. Je kunt het debatorganiseren in de ruimte zelf.

Page 101: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

( Het komt erop neer dat je mensen van binnen en buitende kunsten en uit verschillende disciplines samen zet,verbindingen maakt en hoopt dat ze over tien jaar zul-len evolueren, samen of apart...

( Er is in elk geval geen redenom het soort dingen die in ditgesprek worden voorgesteld,niet te doen. De wetgevingstaat het niet in de weg.

Jan Hautekiet

Bert Mulder en Franky Devos

Page 102: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Ofwel gaan we meein de totaal nieuwemaatschappelijkeevoluties die weschetsten, ofwel ishet over tien tottwintig jaar gedaan.

Franky Devos: “Het discours overproducties, tentoonstellingen enzo-voort dat kunstencentra hanteren is voor mij passé. Dat is het verlie-zende kamp. Cultuurcentra hebbenhet voordeel dat ze nieuwe dingenkunnen uitdenken.”

Franky Devos

Leen Laconte

Miek De Kepper

Page 103: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

door leerde ik anders nadenken over pro-grammeren: wat zou de Amsterdammer ende Nederlandse kunstprofessional aan eenplek als De Brakke Grond kunnen hebben?Daar kwam bijvoorbeeld uit dat er belang-stelling was voor hoe we in Vlaanderen inde kunsten met volkscultuur omgaan. Dievraag kwam van makers, beleidsmensen,bemiddelaars... Toen Ronde van Italië inAmsterdam startte, hebben we daarrondgewerkt. We hebben dus eerst afgetoetstmet het werkveld én met het publiek, hetproject was structureel en evenementieel,het was een combinatie van hoog en laag,van een aanbod en een actief publiek...”“Dat vergde een langetermijndenken, veelinspanningen en de moed om je plannings-instrument op nul te zetten. Je moet in jeprogrammering lege ruimtes laten, researchdoen, buiten de normale paden van hetprogrammeren treden.”

Franky Devos: “En je moet het inzicht heb-ben dat de kennis van het programmerenniet alleen bij jou zit. Er is veel kennis in eenbuurt, bij mensen die dingen zien, ook in-ternationaal. Ze kunnen dat inbrengen.Jonge mensen zijn daar opener in. Ik laatdat ook binnen: als het dan eens een avondminder verantwoord en kwaliteitsvol is enniet beantwoordt aan De Normen, sowhat? Het is dan maar zo. Natuurlijk magdat niet het enige zijn: je moet blijven kij-ken naar wat er internationaal gebeurt. Ikga niet alleen Kortrijkse kunstenaars bin-nenhalen.”

Bert Mulder: “Maar wat doe je dan precies?Wat gebeurt er eigenlijk? Kun je die nieuwevorm van programmeren leren? Of zijnmensen van nature programmator? Hoe gaje jonge mensen opleiden? Hoe ga je die dy-namiek neerzetten als innovatiestrategie opgrote schaal, bijvoorbeeld van een land?”

Jan Hautekiet: “Het komt erop neer dat jemensen van binnen en buiten de kunstenen uit verschillende disciplines samen zet,verbindingen maakt en hoopt dat ze overtien jaar zullen evolueren, samen of apart...Cultuurcentra als Westrand en Cc Strom-beek hebben hierin als grotere spelers eenverantwoordelijkheid en een hefboom-functie voor de kleinere spelers, die op ter-mijn hiermee aan de slag kunnen.”

DURF!

Leen Laconte: “Word alsjeblieft geen kun-stencentrum! Zij doen hun werk goed,maar een cultuurcentrum hoeft helemaalniet hetzelfde te zijn. Je hebt op lokaal enregionaal niveau de vrijheid om vormen teherdenken. Je hoeft niet te beantwoordenaan landelijke criteria.”“Ik denk aan de discussies over het Vlasmu-seum in Kortrijk: ‘We hebben een collectie,dus moet er een museum komen, en duseen groot gebouw en dure architectuur.’Mijn pleidooi was: waarom voor het format‘museum’ kiezen en vervolgens moetendoen wat alle musea doen om landelijk er-kend te worden? Zijn er geen andere manie-

39

Page 104: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

ren om met dat erfgoed om te gaan, die veeldichter liggen bij de kracht van de streek-identiteit? Bijvoorbeeld door het vlaserf-goed terug te geven aan de landbouwers? “Waarom zou je als cultuurcentrum alleenreceptief werken met ‘amateurs’? Je na-tuurlijke partners zijn de amateurkunsten,het verenigingsleven, volksontwikkeling,erfgoed... Er zou een bottom-up-bewegingen grassrootverbinding moeten komen. Sti-muleer als cultuurcentrum de synergie tus-sen de kunstwereld en de amateurkunsten.Tegelijk zit daar ook wel een fundamenteelprobleem: dit zijn momenteel wellicht nietaltijd de meest vibrante partners die je jekunt inbeelden.”

Bert Mulder: “Kwaliteitsvolle dingen diemensen thuis doen, wat doe je daarmee?Hoe kanaliseer je dat? Het gaat vaak om on-betaalde high professionals. Neem nu eenradiostation starten: met de huidige soft-ware kost dat 900 euro en één uur tijd...Kun je zo al die kunstenaars en hoogwaar-dige amateurs uit de streek een podiumgeven, digitaal en anders? Zo word je eenvrij platform voor de gemeenschap. Je haaltnaar boven wat er leeft, en daar kun je ver-volgens mee werken, bijvoorbeeld om dekwaliteit op te krikken.”

Miek De Kepper: “Ik denk aan het deeltijdskunstonderwijs, waar Vlaanderen omwordt benijd, met zijn hoogwaardige lesge-vers. En je hoort inderdaad meer dan ooitpleidooien om de cultuurcentra relevant temaken voor de lokale of regionale gemeen-

40

schap, en rekening te houden met denoden, wat die ook mogen zijn. Er is in elkgeval geen reden om het soort dingen die indit gesprek worden voorgesteld, niet tedoen. De wetgeving staat het niet in deweg: ‘cultuureducatie’, ‘gemeenschapsvor-ming’... Het zijn rekbare begrippen. Devraag is hoe je het realiseert: meteen met dehele sector of eerst met een paar voorbeel-den en experimenten?”

Jan Hautekiet: “Het detecteren van lokaaltalent, een platform geven aan mensen, dekwaliteit opkrikken, de antennefunctie...:dat is hard werken. Het is méér dan je ka-lender volplamuren en aanvinken welkevoorstelling je binnenhaalt.”

Bert Mulder: “Klopt. Eerst is er de vraagwat een cultuurcentrum is en welke verant-woordelijkheid je wil en moet nemen. Dankun je gaan nadenken over het nieuwe pro-grammeren. Als de verheffing van het volkbij het cultuurcentrum zit, dan moet je datinvullen.”“Het zou een interessante exercitie zijn omte zien of een overheid ook inspirerend kanzijn in haar decreten en beleid, in plaatsvan de huidige betekenis- en inspiratieloos-heid. Kun je de overheid inspireren om in-spirerend te zijn? Moet je plaatsvervangendbeleid maken? Het is een fundamenteelprobleem, ook in de zorg.”

Leen Laconte: “Programmator is het mooi-ste vak op aarde en het valt nergens te leren.Je leert het al doende, en daardoor ontstaat

Page 105: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

41

er ook nogal wat kopieergedrag.Misschien moeten we investerenin ernstige opleidingskansen van program-matoren. En inderdaad, een inspirerenddecreet zou van pas komen. Onderhuidsgroeit ook hier de malaise die we in Neder-land hebben gehad, maar dan zonder hetpublieke debat .”

VAN GATEKEEPER TOTGANGMAKER

Franky Devos: “De politiek denkt in decre-tale kaders: cultuur, onderwijs, welzijn...Alles is opgesplitst. Dat belemmert ons nietom ook middelen bij economie te halen ende opsplitsing mag geen paraplu zijn omdingen niet te doen.”“Mensen zijn mondiger geworden, de bur-gerparticipatie evolueert positief en de cul-turele sector kan niet achterblijven. Je magmet je discours niet te ver van de realiteitstaan, een verwijt dat de sector nu krijgt.Anders worden we gigantisch afgestraft enkrijgen we Nederlandse toestanden. Dus:ofwel gaan we mee in de totaal nieuwemaatschappelijke evoluties die we schets-ten, ofwel is het over tien tot twintig jaargedaan. Het is maar goed dat je verplichtwordt te wankelen en je eigen canon ennetwerkjes ter discussie te stellen. Je moetconstant debatteren met andere sectorenen proberen je punt te maken. Dat is con-fronterend en uitputtend, maar ook span-nend. We moeten het meer doen.”“We zitten nu nog in een comfortabele situ-

atie, maar het zou niet slecht zijn om bij-voorbeeld een aantal gebouwen anders tebedenken en ze misschien een tijd geslotente houden en te zien wat dat teweegbrengt.Of even te snijden in je financiën en eensituatie van onvoldoende middelen te cre-eren. Of een kwart van het personeel eenjaar met loopbaanonderbreking te sturen.Creëer je eigen handicaps. Het zou kunnendat daaruit allerlei creatieve initiatievenontstaan.”

Leen Laconte: “Dé opdracht ligt in het om-draaien van de huidige werkrichting endaarover willen nadenken: we hoeven nietalles zelf te willen doen. We moeten van gate-keepers gangmakers worden en systemenbedenken om andere processen binnen tehalen en niet alles zelf te willen bepalen.Veeg het programma van de tafel en stel devraag: wat zou ik doen als ikzelf niets zouprogrammeren? Wat niet belet dat er nogklassiek geprogrammeerd kan worden...”

Bert Mulder: “Ik heb niet het gevoel dat weheel verschillende dingen zeggen die niet bijelkaar kunnen komen. Je ziet tijdens eengesprek als dit een nieuwe toekomstgroeien. Alleen hebben we nog geen format.Het zou boeiend zijn een imaginair jaar teverbeelden. Een jaar waarin je rekeninghoudt met al die verbindingen. Pas bij deuitwerking word je geconfronteerd met decomplexiteit. Dat lijkt me een spannendeexercitie.”

( Je moet in je programmering lege ruimteslaten, research doen, buiten de normalepaden van het programmeren treden.

Page 106: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

T H E A T E R M A K E R S A A N H E T W O O R D

D E K U N S T VA N MATCHMAKING

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

W O U T E R H I L L A E R T

Al werd het cultuurcentrum ooit opgetrokkenvoor het brede publiek, zijn eerste gasten blijventoch de artiesten. Zij zijn het die het podium –en zo de zaal – vullen. Noem het een vorm vanmatchmaking wat het cultuurcentrum doet. Alveertig jaar geeft dat een bloeiend huwelijk. Maar voor de toekomst vrezen velepodiumkunstenaars haren in de boter. Om hunverhouding met het publiek te doen blijvenfloreren, vragen zij van het cultuurcentrum meerbeweeglijkheid in de programmering én meerstandvastigheid in de artistieke keuzes.

Page 107: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

43

Omdat artiesten altijd artiesten zullen blij-ven, is het cultuurcentrum voor hen in deeerste plaats een podium. Zij willen gezienworden. En zeker in grote A-centra als West-rand en Strombeek kan dat in het lang enin het breed. Theatergezelschappen alsMalpertuis, Zuidpool of Het Gevolg spelenin cultuurcentra vaak op grotere podia envoor een potentieel groter publiek dan inhun eigen zaal. Die fysieke verbreding is ar-tistiek niet altijd een cadeau, maar geefthen wel meer armlengte als gezelschap.CC’s doen hen extra in de spotlights staan. Toch is het cultuurcentrum voor arties-ten meer dan een dak boven hun voor-stellingen. Wim Vandekeybus heeft veelte danken aan Westrand omdat hij erooit warm verwelkomd werd als jongartiest. “Dat was de tijd dat we zelf noggeen repetitieruimte hadden, en alle thea-ters in het centrum van Brussel overboektwaren. Ik stapte naar Westrand en vroeg ofer geen ruimte vrij was om te werken. ‘Tuur-lijk, kom maar af!’ Ik was blijkbaar de eer-ste die dat daar kwam vragen.” Tot opvandaag wijst Vandekeybus jonge dansersen choreografen op het bestaan van de cul-tuurcentra in de Brusselse Rand, als ze opzoek zijn naar repetitieruimte. Die ‘plek buiten het centrum’ begrijpt hetopperhoofd van Ultima Vez niet enkel geo-grafisch, maar ook figuurlijk. “Ik moet den-ken aan onze speelreeks van Sonic Boom inhet Théâtre de la Ville in Parijs, in 2005. Elkeavond was er hetze over die ene scènewaarin een danser zich in de borst snijdt.Maar toen we diezelfde voorstelling in de

rand van Parijs speelden, even verderop,bleek dat totaal geen punt. Buiten het cen-trum is er iets meer ruimte voor avant-garde. Het is een plek voor gedurfder werk.”Voor Vandekeybus moeten schouwburgenals Westrand en Strombeek dat als het uit-gangspunt zien voor hun rol en positie voorde toekomst: dat ze als ‘cultuurcentrum’juist cultuur buiten het centrum aanbieden.“Je wil dat er uit hun aanbod een visiespreekt op alternatief werk. Net omdat ereen kleiner budget is dan bij de Brusselsehuizen, zouden randstedelijke cultuurcen-

tra het in de gedurfde hoek moeten zoeken.Naast de trendy programmering van deKVS, het Kaaitheater of de Beursschouw-burg is er nog zoveel anders! Wil het cultuur-centrum zijn positie blijven handhaven,dan zal het zijn aanbod voorbij die lijn moe-ten denken.”

HET POTJE EN HETDEKSELTJE

Dat is een heel andere kijk op het cultuur-centrum dan hoe het ooit is uitgedacht.Ook vandaag wordt het CC nog steeds uit-gebaat vanuit het perspectief van ‘het lo-kale publiek’. Dat publiek is het prismawaar de drie officiële basisfuncties van het

( Buiten het centrum is er iets meerruimte voor avant-garde. Het iseen plek voor gedurfder werk.

Page 108: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

cultuurcentrum elkaar kruisen: cultuur-spreiding, cultuurparticipatie en gemeen-schapsvorming. Zo is programmeren vooreen CC wel denken vanuit een kwaliteitsvolaanbod, maar altijd met het addendum‘voor ons publiek’. Vandekeybus daarente-gen redeneert, als kunstenaar, veeleer van-uit het bredere artistieke aanbod. Waar kanhet cultuurcentrum het verschil makenvoor wat er vandaag over heel Vlaanderengeproduceerd wordt, en voor degenen diedat produceren?Het zijn twee perspectieven die al vanboven de wieg van het cultuurcentrum metelkaar wedijverden: ‘het CC moet het pu-bliek dienen’ versus ‘het CC moet de kunstdienen’. De centra die zich onderscheiden,zijn zij die week na week bewijzen dat heteigenlijk om een valse tegenstelling gaat. Zijzijn matchmakers volgens de ware kunst vanhet matchen: beide partijen zo verbindendat ze zich elk gerespecteerd voelen in hunprofiel en hun verwachtingen. Het eeuwigeverhaal van het potje en het dekseltje, dus.Beide doen passen vraagt een voortdurendedialoog, enig risicogedrag en een scherpeblik op evoluties in zowel je lokale gemeen-schap als het hele bovenlokale kunsten-veld. Dus ja, het cultuurcentrum is veelmeer dan een podium met een dak boven.Het is een sociaal en een artistiek massage-salon: een voortdurende oefening in prik-kelen, pijngrenzen aftasten, spanningenlosmaken en doen genieten.44

NEEMT NIJNTJE HET OVER?

Alleen: komt binnen die evenwichtsoefe-ning de nadruk niet steeds eenduidiger ophet publiek te liggen? Dat is waar nogal wattheatermakers zich zorgen over maken, alsje hen vraagt naar de toekomst van het cul-tuurcentrum. “Ik zie één groot gevaar, endat is de commercialisering,” aldus ArneSierens. “In Nederland zijn er nu al burge-meesters die van hun schouwburg vragendat die winst maakt. Ook in Vlaanderenvrees ik dat we die weg opgaan. Als je ziethoe het aanbod van stand-up uitbreidt,moet je wel besluiten dat de ruimte voor ri-sico’s krimpt. Voor je het weet, wordenprogrammatoren gewoon conciërges diehun huis opendoen voor commerciële ini-tiatieven, en zien we straks alleen nog K3en Nijntje de Musical. Dat is in vele CC’s nual een pest. Westrand en Strombeek volhar-den wel, maar hoe lang kan dat nog?”De klacht ‘dat het allemaal zo oppervlakkigwordt’ is zo oud als de straat, maar klinktvandaag fundamenteler. Makers wijzenniet langer individuele programmatorenmet de vinger, wel het model waarin zijmoeten werken. “Programmatoren zittenzelf in de klem,” ervaart Koen van Kaam vanZuidpool. “Onlangs kregen we van een CCte horen dat het ons komend seizoen nietkan programmeren ‘omdat jullie voor onzegemeenteraad als te moeilijk gelden’. Dat istoch de wereld op zijn kop? Nu lokale be-sturen een analytische boekhouding moe-ten hanteren en de seizoenprogramma’svan CC’s voorgelegd worden aan de ge-meenteraad, zit de politiek erbovenop.

Page 109: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

45

Zelfs de geëngageerde programmatorenlopen met hun ziel onder de arm. En bij veletheatergezelschappen is de verkoop voorvolgend seizoen rampzalig.”We zitten op een kantelpunt, concludeertMichael De Cock, artistiek leider van t,ar-senaal. “Het hele spreidingsmodel dat veer-tig jaar is uitgebouwd, zit aan zijn grens. Ikherinner me de tijd waarin ik met PieterGenard voor dertig man in de Velinx in Ton-geren speelde, en het cultuurcentrum dattop vond. Dat is nu ondenkbaar geworden.Het systeem valt ten prooi aan vermark-ting, het dictaat van de politiek bepaalt deselectie. Het cultuurcentrum loopt tegeneen identiteitscrisis aan. Het is tijd vooreen nieuw model.”

SYSTEMEN DIE ELKAARBIJTEN

Vanwaar die scherpe analyses, ook vangezelschappen die nooit echt te klagenhebben gehad over de aandacht van cul-tuurcentra voor hun werk? Onder alle ge-vleugelde idealen van cultuurspreiding,cultuurparticipatie en gemeenschapsvor-ming rust nu eenmaal het aardse slijk. Endat geld voor cultuur is tegenwoordig duur.De decennialange doorschuifpolitiek vanverantwoordelijkheden naar het lokale ni-veau, vaak op vraag van burgemeesters zelf,zorgt nu voor wurgende gemeentebegrotin-gen. Stadsbesturen zien zich verplicht tot

fikse besparingen. Enimmateriële winsten –

cultureel genot, kritisch bewustzijn, ge-meenschapsvorming – maken hun rekeningniet. Vandaag tellen harde euro’s, ook in dezachte sectoren. Arne Sierens begrijpt er, zelfs vanuit econo-misch oogpunt, helemaal niets van. “Om hetmet een quote van wijlen Gerard Mortier tezeggen: cultuur is juist de motor van de eco-nomie! Een land dat zijn cultuur niet soig-neert, boert economisch achteruit. En datkan erg snel gaan, zelfs op één generatie tijd.”De besparingsnood knaagt niet enkel aande personeelsbezetting en het programma-budget van CC’s, maar ook aan een van depijlers van hun matchmaking tussen arties-ten en publiek: ‘de interne subsidiëring’binnen cultuurcentra. Die bouwt op hetsolidariteitsprincipe dat de winst van suc-cesvolle voorstellingen het verlies compen-seert van het minder winstgevende aanbod.De comedians ‘betalen’ het theater, zegmaar. Dat principe komt nu onder druk. Detraditie van de uitkoopsom (CC betaalt eengezelschap een vaste prijs) dreigt het temoeten afleggen tegen het partage-systeem(een gezelschap krijgt een deel van de ticket-verkoop). “Dat is een commercieel idee,”vindt Van Kaam. “Maar als wij verplichtzijn om 12,5% eigen inkomsten te verwer-ven, zijn we afhankelijk van uitkoopsom-men.” Van de kunst van matchmaking is dannog weinig sprake. “We gaan naar systemendie elkaar bijten. Het hele model klopt nietmeer.”Toekomstvoorspellingen zijn altijd heikel,

( Onlangs kregen we van een CC te horen dat hetons komend seizoen niet kan programmeren ‘omdatjullie voor onze gemeenteraad als te moeilijk gel-den’. Dat is toch de wereld op zijn kop?

Page 110: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

maar erg roze zien ze er in elkgeval niet uit. “Het veld is dejongste tien jaar ontploft, nu zalhet weer verengen,” voorvoeltMichael De Cock. “Dat hoor ik ook pro-grammatoren voorspellen: we gaan naareen situatie waarin verschillende spelerszullen uitvallen.” Zelf wil De Cock daar nietal te dramatisch over doen. “Er verschuiftvan alles, maar in plaats van de grote crisisuit te roepen, kunnen we beter zoeken naarde opportuniteiten die zich aandienen. Endie zijn er.”

INTENS CONTACT GEWENST

Zo gelooft De Cock dat het zowel voor cul-tuurcentra als voor gezelschappen noodza-kelijk is om weer kleiner te gaan denken enmeer in te zetten op kwaliteit dan op kwan-titeit. “Ik vind het voor de toekomst be-langrijker om te investeren in een

vertrouwensrelatie met een beperkt aantalCC’s dan om in elk gat in Vlaanderen tespelen. Door de bemiddeling van verkoop-bureaus als Thassos, Collage, Bis Produk-ties… is de afstand tussen cultuurcentra engezelschappen de jongste jaren te groot ge-worden. Ik zie hun belang op termijn afne-men. Zij moeten steeds meer voorstellingen

46

verkopen om nog hetzelfde te verdienen enwerken dus eigenlijk meer en meer voorzichzelf dan voor de gezelschappen die zevertegenwoordigen. Bovendien is de margeop voorstellingen voor de gezelschappen téklein geworden om nog een deel van dekoek af te staan. Dat systeem is volgens mijuitgedragen, zowel voor grote als voorkleine structuren.”Daarom gaat t,arsenaal binnenkort weerzelf de boer op om zijn artistieke plannenvoor te stellen aan programmatoren. “Hetmodel van de toekomst is er een van intenscontact, zonder verkoopbureaus, waarbijhet artistiek-inhoudelijke gesprek pri-meert. Het huidige systeem zal verbrokke-len en in elkaar stuiken. Bureaus zullenalleen nog zin hebben als ze weer de kwali-teit van de vertegenwoordiging boven de

kwantiteit zetten.”Arne Sierens verwacht eenzelfde in-stelling van programmatoren. In dehele wisselwerking tussen artiestenen publiek moet juist hun rol weercentraler worden. “Ik merk nu veel

schrik, wat zich uit in de keuze voor grotenamen. Maar dat is niet de maatstaf. Demaatstaf is een goeie programmator die zijnpubliek continu verleidt om te komen kij-ken naar wat hij of zij goed vindt. Een pro-grammator moet niet fungeren als eenambtenaar, maar meer als een artistiek lei-der. Zo zijn de goeie centra die centra die

( Een land dat zijn cultuur niet soigneert,boert economisch achteruit. En dat kanerg snel gaan, zelfs op één generatie tijd.

( Er verschuift van alles, maar in plaatsvan de grote crisis uit te roepen, kunnenwe beter zoeken naar de opportuniteitendie zich aandienen. En die zijn er.

Page 111: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

47

scherpe keuzes maken: ‘Wij gaan resoluutvoor dans’, ik zeg maar wat. Als er dan geenkat komt, heeft de programmator gewoonzijn publiek niet weten te overtuigen. Zijnof haar overtuigingskracht is cruciaal.”‘Meer durf’, ‘meer lef’, ‘avontuurlijker pro-grammeren’: het zijn verwachtingen diezowat alle makers in de mond nemen als zehet over de toekomst van het cultuurcen-trum hebben. Dat doen ze niet voor heteerst. Deze aanmaningen behoren intussentot het standaardrepertoire van het kun-stenveld over de CC’s. Ze kunnen program-matoren wel eens op de kast jagen, omdatze dreigen te veralgemenen. Ook Raf Wal-schaerts van Kommil Foo relativeert. “Erwordt veel geklaagd en geweeklaagd, maarik ken meer dan genoeg programmatorendie hun prospectie zeer ter harte nemen.Wat die vijftien speerpunten zien, bereiktook andere centra. CC’s hebben onderlingbest veel overleg. Het is zeker niet allemaalkommer en kwel.” In feite is de enige relevante vraag die vanprogrammatoren tot zichzelf: kunnen zij inhet huidige klimaat nog hun eigen ambitiewaarmaken? Als dat niet zo is, en die in-druk wordt door makers vrij breed gedeeld,dan is het zoeken naar strategieën van ver-zet tegen vermarkting, politisering, al tefelle commercialisering. Individuele don-quichotterie zal weinig zoden aan de dijkbrengen. Vereende krachten des te meer,over de gemeentelijke grenzen heen, en indialoog met het publiek. De macht van hetcultuurcentrum is immers zijn brede klan-dizie, tegelijk het electoraat van de lokale

politiek. Neutraliteit, daarentegen, is dedood van de kunst.

MEER YOUNG IN HET CC

Hoe zit het overigens met die klandizie vanhet CC? Gepolst naar hun verwachtingenvoor het cultuurcentrum van de toekomst,vragen artiesten niet enkel aandacht voorhun eigen artistieke waren, maar bepleitenze ook een hernieuwde aansluiting bij eenveranderend publiek. Ze vragen van hunmatchmaker dus een creatiever denken opbeide fronten. Zo ervaren meerdere makers, onder wieWalschaerts, dat het abonnementensys-teem waarop het cultuurcentrum sinds jaaren dag stoelt, verouderd raakt. Letterlijk.“Met Kommil Foo doen we jaar na jaar eenuitgebreide tournee langs de cultuurcentra,en daarnaast staan we telkens met langerereeksen in de Arenbergschouwburg inAntwerpen en de Capitole in Gent. Wat onsdaarbij frappeert, is het verschil in publiek.In de Arenberg is het zoveel jonger en diver-ser, terwijl de veroudering in de cultuurcen-tra absoluut een feit is.” Hoe dat komt?Vooral door ‘den boek’: de vuistdikke sei-zoensbrochure waarin al in het voorjaarmet bijna Bijbelse allures wordt vastge-klonken wat er vanaf het najaar in het CCte zien zal zijn. Naarstig maakt de trouwebezoeker zijn potlood nat en kruist hij –vaker een zij – maanden van tevoren zijnprogramma aan. Tickets op zak, klaar voorde zomer!

Page 112: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

“Zo’n abonnementensysteem heeft hetvoordeel van een goeie klantenbinding,maar het nadeel dat het seizoen al voor aan-vang half dichtgebetonneerd zit,” weet Wal-schaerts. “Daar spreek je jonge mensennatuurlijk niet mee aan. Zij hebben geen zinom aan cultuur te doen met een abonne-ment.” Arne Sierens droomt van een flexi-bele programmering, zoals in de muziek.“Als Neil Young uitverkocht is, dan pro-grammeren de organisatoren een tweede endesnoods een derde avond. Waarom kandat niet in de CC’s? Ik denk echt dat ze eenveel groter potentieel hebben dan ze zelfvermoeden, mochten ze wat minder afhan-gen van hun abonneepubliek. Welke acht-tienjarige wil zich nu associëren metplekken waar de gemiddelde leeftijd strakszeventig jaar is?”Kortom: makers vragen meer artistiek ge-sprek voor de langere termijn, en een meerflexibele programmering op kor-tere termijn. Die dubbele vraagvloekt nogal met de huidige gangvan zaken, waarin voorstellingenaangeprezen, vastgelegd en ver-kocht worden tot anderhalf jaarop voorhand – vaak op basis vaneen vaag beginseltekstje voor een creatie dienog amper bedacht is. Ook dat is een oudzeer. Zelfs Raf Walschaerts ziet van die pro-grammering-voor-de-feiten steeds meer debeperkingen. “Het is een vicieuze cirkelwaar alle partijen in verstrikt zitten: de ge-zelschappen, de verkoopbureaus en de cul-tuurcentra. Zowat iedereen frustreert erzich aan, en niemand heeft er echt voordeel

48

bij. Er ontbreekt een leidend principe.” Ookhier geldt: collectieve afspraken zijn deenige remedie tegen een doorgaande con-currentieslag die het aanbod versplintert enuiteindelijk voor iedereen de financiëlemeerwaarde devalueert.

WIT IS OUT

Niet alleen een jonger publiek, ook eenmeer gekleurd publiek zien verschillendeartiesten als een noodzakelijke uitdagingvoor het cultuurcentrum van de toekomst.“Zowat overal waar we spelen, is de zaalzonder meer wit,” merkt Walschaerts. “Datis heel jammer, maar ook heel moeilijk teverhelpen.” Toch zal ‘gemeenschapsvor-ming’ alleen maar een geloofwaardige func-tie van het CC kunnen blijven, als diegemeenschap anders wordt gedacht en be-

naderd. Zeker aan de rand van Brussel, datde komende jaren een stevige bevolkings-explosie op zich af ziet komen, is een cul-tuurcentrum het aan zichzelf verplicht ominterculturaliteit uit te werken als een cen-traal speerpunt. Dat vraagt niet alleen omeen stevige omschakeling, maar ook om eenintegrale visie. Anders krijg je enkel eiland-jes, vanuit een geforceerd doelgroep-den-

( Zowat overal waar we spelen, is de zaalzonder meer wit. Dat is heel jammer,maar ook heel moeilijk te verhelpen.

Page 113: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

49

ken. Matchmaking is samenbrengen, niet elkgemeenschapje apart bedienen.In dat licht heeft Westrand voor meerdereartiesten één grote drempel. Het is boven-dien een hele hoge, als je het gebouw bin-nenkomt: het opschrift ‘Dilbeek, waarVlamingen thuis zijn’, pontificaal op de to-neeltoren. Wim Vandekeybus kan er nog al-tijd niet bij. “Raar dat die gevaarlijke letterser nog altijd hangen, ikschrik elke keer als ik ze zie.Met al die culturen die bijons op het podium staan,zou die slogan er telkensweer af moeten als wij daarspelen. Je kan die overtuiging natuurlijkwel koesteren, maar moet ze dan ook alseen tatoeage op je gebouw? Hoe kan de raadvan bestuur dat nog toestaan? Het is eensymbool dat totaal niet meer bij vandaagpast, en waarmee Westrand vooral zichzelflimiteert.” Zo ziet Koen van Kaam in We-strand de ideale plek voor een intensere uit-wisseling met het Franstalige theater.“Cultuur moet vooroplopen, dat moetenwe samen vanuit de hele sector forceren.”

OPENPLOOIEN NAAR BUITEN

Hoe dat dan allemaal moet, die toekom-stige matchmaking tussen artiesten die weervooral een inhoudelijk gesprek willen, endat publiek dat jonger en diverser moet?Hoe keer je als cultuurcentrum die neigingtot commercialisering en vermarkting om,juist in een tijd waarin de knip op de beurs

gaat? Het is moeilijk buiten de bestaandemallen te denken, ook voor kunstenaars.Maar ideeën zijn er wel degelijk. Arne Sie-rens bepleit een betere integratie tussen hetlokale en het Vlaamse niveau, waardoorcultuurcentra bijvoorbeeld steun kunnenkrijgen om artiesten en groepen in residen-tie te nemen, zoals in Frankrijk, door ze dekans te geven daar te repeteren en een lange

reeks te spelen. Wim Vandekeybus opperteen architecturale ingreep, zodat hetcultuurcentrum ook een black box krijgt,dichter aansluitend op de huidige podium-praktijk. Michael De Cock gelooft in heelnieuwe manieren van cultuur aanbieden,gericht op meer thematische omkaderingrond producties, samen met het lokalemiddenveld. “Veel mensen zijn op zoeknaar inhoud, spreek hen aan!”De jonge Vlaamse regisseur Lucas De Man,vooral werkzaam in Nederland, ziet het al-lemaal nog utopischer. “We moeten een cul-tuurcentrum niet langer zien als louter eenplek waar toeschouwers samen in een zaalzitten, maar als een provider van meerderefuncties in de gemeente. Naast het traditi-onele aanbod in de eigen zaal moet een cul-tuurcentrum ook meewerken aan zijnomgeving. Daar is een hele nieuwe genera-tie makers ook helemaal klaar voor, omconnecties te maken met groepen in de

( Naast het traditionele aanbod in de eigen zaalmoet een cultuurcentrum ook meewerken aanzijn omgeving. Daar is een hele nieuwe gene-ratie makers ook helemaal klaar voor.

Page 114: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

stad, projecten met bewoners op te zetten,noem maar op. Het CC moet zich veel meergaan inschrijven in initiatieven met ver-schillende lagen.”Een andere verschuiving die De Man ziet, iseen nieuwe verhouding tussen local en glo-bal. “Kijk naar projecten als die van Adel-heid Roosen of Sarah Vanhee: ze toereninternationaal, maar betrekken op elkeplek wel plaatselijke bewoners en figuran-ten. Cultuurcentra moeten die netwerkenopbouwen en mee inzetten in artistiekeprojecten. Zo bereikte ik ooit, in het kadervan Varkenland, driehonderd boeren in Ize-gem, omdat het lokale cultuurcentrum henhad benaderd. Het komt erop aan naar bui-ten te plooien en de stad in te nemen.” DeMan ziet ook kansen in de digitalisering.“Het is helemaal niet ondenkbaar dat webinnen afzienbare tijd lokaal inloggen opconcerten op heel andere plekken in de we-reld, of op voorstellingen die zich tegelijkop vier locaties afspelen. Is het cultuurcen-trum daar klaar voor? Niet alleen nationaalreizen, ook de cultuurbeleving zelf zal heelandere vormen aannemen.”Zo sprak Lucas De Man het in mei 2013 ookuit tot de verzamelde schouwburgdirecteu-ren van Nederland, op hun VSCD-congres.Het laatste deel van zijn speech vormt eenmooie coda op deze reflectie van artiestenover wat het cultuurcentrum van de toe-komst kan zijn. Wat wordt de kunst vanmatchmaking na 2014? In elk geval een an-dere kunst dan die van vandaag.

50

Ik spreek tot zij die willen zoeken,vechten, botsen, struikelen en weeropstaan om de volgende stap te zet-ten. Die waarin een schouwburgniet alleen een hoop bakstenen iswaar je leuke voorstellingen kankijken, maar een huis waar alle or-ganisaties, verenigingen en bedrij-ven uit de stad hun ont-moetingkunnen vinden. (Met ont-moetingbedoel ik, in de meest existentiëlezin van het woord: een moment vanniet moeten. Ware kunst creëert eenmoment van niet moeten tussen iken mijzelf, ik en de ander, ik en dewereld.) Een schouwburg is eenhuis dat niet enkel ontvangt, maarook initieert. Een huis waar samen-werking niet alleen een modewoordis, maar een filosofie. Een huis datook buiten de muren gaat, de stadin, soms als partner, soms als ini-tiator, maar steeds als veroorzakervan die ont-moeting. Een huis waarmensen verbonden en betrokkenworden. Waar een kunstenaar nietenkel een voorstelling aan het pu-bliek toont, maar ook zijn zoekenmet hen deelt. Een huis waar de pu-bliciteitsdienst zich niet beperkt toteen leuk boekje en veel posters enflyers, maar mensen heeft die actieflangsgaan bij organisaties, burgersen bedrijven die inhoudelijk passenbij bepaalde voorstellingen of pro-

Page 115: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

51

jecten. Een huis dat hele dagen,soms tot diep in de nacht, open isvoor elke speler van de creatieve in-dustrie van die stad. Waar die men-sen in elke hoek van het gebouwkunnen vergaderen, werken en hunideeën delen en dit eens in de zoveeltijd komen presenteren aan het be-drijfsleven en andere partners uitde stad. Een huis dat een onlinecommunity beheert en ook onlineprojecten doet, waarvan sommige24/24 7/7 doorgaan. Een huis datmaand- of jaarthema’s kiest endaarrond projecten opzet in de helestad, waar wetenschappers, filoso-fen, politici, bedrijven, sociale orga-nisaties, lokale media, kunstenaarsen anderen aan deel kunnen nemen.Een huis waar verschillende groe-pen, samengesteld uit de gemeen-schap, een deel van het programmamogen kiezen. Waar op het dak eenmoestuin wordt aangelegd, waar degemeenteraad twee keer per jaar eenopen sessie organiseert met pu-blieksparticipatie, waar de jongerenhun…

En NEE, u hoeft het niet alleen tedoen. Meer dan ooit hebben de ma-kers en kunstenaars ook een verant-woordelijkheid om met u mee tezoeken, mee te praten, mee te den-ken, en vooral mee te doen, zowelmet creëren als met verbinden. En

het zal per gemeente, per schouw-burg, per directeur, per kunstenaar,per publiek verschillen wat er welwerkt en wat niet. Het zal keihardzijn en sommigen zullen het nietoverleven en zullen hun schouw-burg omgebouwd zien worden toteen HEMA met seniorenflats er-rond. Anderen zullen vasthoudenaan wat was en geen stap durvenzetten, maar het is tijd om te sprin-gen. Er ligt een enorme, maarprachtige taak op ons te wachten.Eindelijk! De taak midden in de sa-menleving te gaan staan en onze rolals veroorzaker en huis van ont-moetingen volwaardig in te vullenen uit te dragen.

En onthoud: NIEMAND WEETHET, NIEMAND. Dus weten weniet waar we zullen uitkomen. Entoch moeten wij – kunstenaars,kunsthuisleiders en kunstkaderaars– durven springen. En misschienzullen we keihard tegen de grondkwakken, maar zolang we gespron-gen hebben met alles wat er in onszit, kunnen wij tenminste zeggendat we tussen de sprong en de valgevlogen hebben.

(Lucas De Man, mei 2013, VSCD-congres)

Page 116: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

E E N O N D E R N E M E R A A N H E T W O O R D

“AUTHENTIEK ZIJN EN RISICO’S DURVEN NEMEN: DAAR GAAT HET OM”

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

Moeten we Bart Verhaeghe (1965), voorzitter van Club Brugge en vanUplace, nog voorstellen? Eén facet van zijn biografie lichten we er in dezecontext speciaal uit: Bart Verhaeghe is een geboren Rand-bewoner, metWest-Vlaamse roots. Hij groeide op in de schaduw van Cc Strombeek.Verhaeghe zag de cultuurcentra in de vier decennia van hun bestaanevolueren. Vóór we aan het gesprek beginnen, past een kleinewaarschuwing: “Ik ben soms nogal zwart-wit. Om uiteindelijk grijs tezeggen. Dat geeft meer effect. En ik wil mezelf niet propageren als kunst-en cultuurfreak. Ik ken jullie business en werking niet bijzonder goed.”

I N T E R V I E W D O O R F R E D G I L L E B E R T , W I M M E E R T E N P A T R I C K D E R Y N C K

B A R T V E R H A E G H E

Page 117: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

53

Hoe kijk je vanuit je persoonlijke ervaring naarde cultuurcentra zoals ze waren?Bart Verhaeghe:“Wij gingen met het collegevoor alle toneelvoorstellingen en ook voorfilms naar het cultuurcentrum. Als ikdaarop terugkijk, heb ik een dubbel gevoel:ik voelde als collegegast te veel betutteling,vanuit een te groot opvoedingsideaal: ikwerd eerder opstandig als ik iets ‘mooi’moest vinden. Maar ik heb er ook veel leukemomenten meegemaakt. Al was het maarhet buitenvliegen tijdens een film omdat jete veel praatte... En natuurlijk was er de in-teractie met de meisjes van de belendendeschool, en later de bar waar we bleven han-gen, toen nog tot twaalf uur. Als kind vanWest-Vlaamse ouders zag ik er onder meerWillem Vermandere. Er waren ook de mu-ziekschool en de taalleergangen. Het wasvoor mij als Grimbergenaar echt een ont-moetingsplaats op fietsafstand, een plaatsdie een stempel drukte op haar omgeving.Maar die dus ook veel te veel poneerde watde norm was, wat goed en slecht was enzo-voort, en die te veel in het eigen kringetjebleef draaien. Daar heb ik op afgehaakt. Ikwilde vrij zijn in mijn geest, zelf dingen ont-dekken.”“Cultuurcentra zijn voor mij een kind vanhun tijd, een product van een overheid diegeloofde in een maakbare wereld. Vandaarde toenemende interventie van die over-heid, ook op cultureel vlak, regulerend encorrigerend. Het was ook een tijd waarinVlaanderen op cultureel vlak autonoomwerd. Democratisering van cultuur en haarexpressies door ze te spreiden was het doel,

en ook het creëren van niet-verzuilde ont-moetingscentra.”

CULTUURCENTRA ANNO NU

Dat waren de jaren 1970. We zijn nu 2014.Bart Verhaeghe: “Ik denk dat die rollenvoorbijgestreefd zijn en dat de culturelewereld naar een autonoom bestaan moetstreven, met een eigen missie in een veran-derende wereld en een zakelijk beleid daterop gericht is winstgevend te zijn. ‘Eman-cipatie’ is voor mij een kernbegrip: de eman-cipatie van de bezoeker betekent dat weafmoeten van het betuttelende en elitaire

opvoedingsideaal. Ik geloof ook niet in ge-forceerde stand-aloneprojecten die inzet-ten op participatiebevordering van watmen ‘maatschappelijk zwakke doelgroe-pen’ noemt.”“De emancipatie van de cultuurcentra zelfwil voor mij zeggen dat ze zich op een au-thentieke, natuurlijke wijze moeten inte-greren in hun omgeving, die dus snel aanhet veranderen is. Het mogen geen eiland-jes zijn. Ze moeten de banden aanhalen methet lokale verenigingsleven, de economie,het toerisme, het onderwijs... De dialoogaangaan met hun gemeenschap, daar komthet op neer.”

( Misschien moet je op jullie dakeen letterlijk ronddraaiendevuur- of lichttoren zetten?

Page 118: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

“Ik zou zeggen: wees niet bang voor de ver-anderingen om je heen, maar word eenwegbereider voor de veranderende samen-leving, en doe dat op een authentieke wijze.Ik vind dat de KVS in Brussel daar heel goedin slaagt: zij nemen hun bezoekers serieusen ze zijn een platform voor de vele stem-men en verhalen in de meertalige en super-diverse hoofdstad van Europa.”

GEMEENSCHAPSVORMING INDE RAND

Als bewoner van de Rand zie je Brussel en dieRand evolueren en als ondernemer speel je in optrends. Welke rol kunnen cultuur en gemeen-schapsvorming spelen in die evoluties? En in

54

Uplace? Zie je mogelijkheden om samen te wer-ken met cultuurcentra?Bart Verhaeghe: “Cultuur heeft een erg be-langrijke rol in de maatschappij en kan echtaan gemeenschapsvorming doen, op éénvoorwaarde: dat ze zich op een natuurlijk,niet-geforceerde wijze in die maatschappijinschuift. Ons wetenschappelijk onderzoekrond Uplace leert bijvoorbeeld dat voor veelmensen ‘luxe’ niet betekent ‘materialisti-sche dingen of geld’, maar unieke beleve-nissen opdoen, lanterfanten, rondkijken,voelen, ruiken, dingen ontdekken endoen... We leven in een beleveniseconomieen de verwachtingen van het publiek zijndaarop ingesteld. Het gaat dus zelfs niet inde eerste plaats om kopen. Ook cultuurcen-tra kunnen daarop inspelen door te bemid-delen tussen kunst- en cultuurmakers en deindividuele totaalbeleving van de bezoeker.Ik kom terug op een woord dat al viel: au-thenticiteit is belangrijk, zowel voor brandsals voor cultuurcentra. Het geldt bijvoor-beeld ook voor voetbal. En je moet mensenstimuleren, niet manipuleren. Ze dingenlaten ervaren, niet voorkauwen.”“Uplace speelt in op dat onderzoek en opde noden die zich voordoen, zoals de ver-schraling van het winkelaanbod: meer danhonderd merken die je wél vindt in debuurlanden, zijn in België afwezig, ondanksde interessante markt en de koopkrachtvan de mensen hier. Uplace zal daaraan be-antwoorden. Het wordt ook een ontmoe-tingsplek en een ervaringsbestemming, meteen intendant. Cultuur, sport en leisure –mode, koken, lichaamsverzorging, de op-

“Risico’s nemen: daar gaat het mijom. Het is maar door mensen die ri-sico’s nemen dat er iets verandert.Je moet durven dingen doen, ook incultuur. Geloof in jezelf. Begin nietmet te zeggen: ik wil eerst geld endan kan ik pas iets doen. Misschienkun je als cultuurcentrum grote enzogezegd onbereikbare namen trig-geren door ze als voorbeeld op tevoeren. Vanuit een maatschappelijkbelang. Of door ze naar hun rootsterug te brengen. De buurt erbij tebetrekken. Zelf een mooi conceptaan te reiken...”

Page 119: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

55

name van een tv-programma – zullen er eengrote rol spelen. Met voortdurend activitei-ten, opleidingen, shows, experience... Ikwil geen tweede Wijnegem worden. Zoplannen we een music hall en theater met3000 zitjes en ongeveer 200 voorstellingenper jaar, met een aanbod dat ligt tussen hetSportpaleis en Vorst Nationaal, en de cul-tuurcentra in de Noordrand. Zo’n zaal is ernu niet in de Noordrand. We kijken ooknaar kids en er komt een bioscoop.”“Natuurlijk kijken we naar mogelijke vor-men van samenwerking met de cultuurcen-tra. Gemeenschapsvorming en de band metde buurtbewoners zijn enorm belangrijkvoor ons: we hebben al een verantwoorde-lijke voor buurtcommunicatie en we spon-soren lokale initiatieven. Wij zijn er ook

voor Machelen, waar we de jeugdwerkingvan de voetbalclub steunen, Diegem, Vil-voorde... Uplace is een investering in mijneigen regio, en wordt een factor van inte-gratie: er zullen ongeveer drieduizend men-sen werken. Ook dat is voor mijduurzaamheid. Ik wil dat mijn regio leuk enbruisend is. In het belang van iedereen.”

ECONOMIE, CULTUUR ENDIGITALISERING, ÉÉN FRONT?

Hoe zie je de financiering van cultuurcentravandaag de dag?Bart Verhaeghe:“We moeten af van het ideedat kunst alleen maar ware kunst kan zijnals ze niet gesponsord is en onafhankelijkvan de markt. De kunstwereld gaat daarnog te veel van uit, van een kunstmatig on-derscheid tussen zogezegd ‘echte’ kunst en‘utilitaire’ kunst. Onder het mom van Au-tonome Kunst krijgen bepaalde organisa-ties hierdoor een elitair kantje. Alscultuurorganisaties zich echt willen inte-greren, moeten ze zelf op zoek gaan naarmiddelen en langetermijnwinst genererendankzij een zakelijk management en eenbedrijfsmatige aanpak.”“We moeten echt stoppen met te denkendat cultuur en economie elkaars tegenpo-len zijn. Het tegendeel is waar: de toenade-ring tussen de economische en de culturelesfeer kan heel wat synergieën teweegbren-gen. Sponsoring brengt cultuurorganisatiesbinnen in het economische veld en dat zaltot een verzakelijking en een optimalisering

“Je leert niet zozeer uit je succes-sen, wel uit je falen. Maar dat ishier een moeilijke gedachte. In diezin is Vlaanderen zeer conservatief.En tegelijk betweterig en arrogant.Ik ben al te vaak geconfronteerd metmensen die mij vanuit een arrogan-tie zeiden hoe iets moest zijn. Hetzijn ook altijd weer dezelfden die inde media worden opgevoerd en diezichzelf alleen maar bevestigen...Mensen zijn te mondig gewordenom dat nog aan te nemen. Ik hebwél veel respect voor echte kenners,zoals ook in het voetbal.”

Page 120: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

van hun beheer leiden. Door sponsoringkun je ook nieuwe doelgroepen aanboren.”“Bedrijven zijn steeds meer op zoek naarmanieren om maatschappelijk verant-woord te ondernemen. Cultuursponsoringkan daarvan genieten: via kunst en cultuurkrijgen bedrijven prestige, doen ze aanwaardebeleving... De toenadering tussen deeconomische en de culturele sfeer biedt dusvoor de twee partijen een heel aantal voor-delen.”“Ik vind wel dat de cultuursector moetstreven naar een vereenvoudiging van het

56

beleid: je hebt vandaag drie beleidsniveausdie allemaal subsidies geven vanuit ver-schillende potjes en met andere criteria enregelgevingen. Dat moet anders kunnen.”

De omgeving wordt hoe langer hoe meer ook di-gitaal. Hoe moeten we daarmee omgaan?Bart Verhaeghe: “Daar moet je écht op in-zetten! Zoals in het echte leven is dat geenof/of-verhaal, maar versterken online en of-fline elkaar, zowel in de bedrijfswereld alsin de culturele sfeer. Digitalisering is geenbedreiging maar een verrijking van hetleven, als je ze goed toepast. Je moet hetomarmen en het tot een troef maken voorje fysieke plaats. Zo doen we het ook bijClub Brugge, met een van de drukst be-zochte websites van het land.”

“Kijk naar de consumenten van vandaag: zebestuderen merken en producten online envergelijken prijzen, maar tegelijk willen zehet product ook voelen en zien in de ‘echte’winkel. Hetzelfde geldt voor kunst en cul-tuur, denk ik: de twee werelden versterken

“Ik woon in Nieuwenrode en vondhet maar doods. Ik heb toen dorps-feesten georganiseerd en gespon-sord, met alle lokale verenigingen.Het hele dorp was er en dan paswisten we van mekaar dat er eengoede muzikant woonde, een actriceenzovoort. Tot de politiek het over-nam. Toen was het kapot.”

“Dat de overheid een rol speelt inde culturele infrastructuur en din-gen faciliteert, vind ik logisch.Maar voor wat er in de gebouwengebeurt, moet je vrij zijn en demarkt laten spelen. Er mag geenvooropgezet idee achter zitten. Datwerkt niet. Het is ook zo eenzijdigen intellectueel oneerlijk.”

“Ik mis in Brussel en omgevingfierheid en het geloof in eigen kun-nen. Het zal van mensen moetenkomen, niet van gebouwen. Kunste-naars, maar ook directeurs van cul-tuurcentra. Jullie moeten hetuitstralen, een netwerk maken, zor-gen voor een smoel voor de regio...”

Page 121: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

57

de ervaring. Je kunt in de culturele wereldhierdoor veel makkelijker de dialoog aan-gaan met je ‘consument’. Ik verbind hetook met de toenemende diversiteit in dewereld rond de cultuurcentra: de digitaleomgeving kan een goed middel zijn omdaarmee om te gaan.”

UITSMIJTER

Bart Verhaeghe: “Wij hebben niet de ambi-tie om een cultuurcentrum te worden.Maar we gaan ook muziek en theater pro-grammeren. En ik wil graag ook grote kunstbij ons brengen. [Stilte bij de twee directeursvan de cultuurcentra] Dat is toch niet erg?Waarom schrik hebben van een concur-rent? Je moet niet kijken naar bedreigin-gen, maar naar je eigen mogelijkheden.Concurrenten maken je beter en zorgen datje je differentieert. Die differentiatie moetje duidelijk maken aan je publiek. En wehebben er samen belang bij dat het goedgaat met de regio hier, in al zijn facetten. Eris nood aan een sterke Rand. Dat moet vande mensen zelf komen. En daar kunnen wesamen voor zorgen.”

“Veel ondernemers – dat is iets an-ders dan bedrijven – willen iets te-rugdoen voor hun omgeving. Jemoet als cultuurhuis duidelijkmaken dat ze belang hebben bij eenbloeiende en boeiende regio en datjij daartoe bijdraagt. Dat beseffen zetrouwens zelf zéér goed. Toon jemaatschappelijk belang en je eigen-heid.”

“Alles moet authentiek zijn. Hanggeen wereld op die er niet is. Doeniet fake en koop geen authentici-teit. Je verhaal moet er stáán. Enjullie kunnen als cultuurhuis dieauthenticiteit bieden, net als sport-clubs. Zoek kunstenaars die daarvanuit een positieve houding overdenken.”

“Integratie wil niet zeggen dat je jebasiswaarden moet opgeven. Maarals je dat zegt, krijg je bij ons depers over je heen. Terwijl eengrondstroom in de bevolking datook vindt en serieus genomen wilworden. Tegelijk moet je openstaanvoor de wereld. Dat is een van detaken van een cultuurcentrum:breng de wereld binnen vanuit eenbreed perspectief, niet alleen vanuiteen bepaalde kleur.”

Page 122: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

E E N C U L T U U R S O C I O L O O G A A N H E T W O O R D

“ K U N S T E NA A R S M O E T E N O N M A AT B I N N E N B R E N G E N ”

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

Kunst- en cultuursocioloog Pascal Gielen (1970) is sinds hetbegin van het nieuwe millennium een van de gezaghebbendestemmen als het over kunst en cultuur in Vlaanderen en verdaarbuiten gaat. Momenteel werkt hij als docent aan deRijksuniversiteit Groningen en aan de Fontys Hogeschoolvoor Kunsten in Tilburg. Gielens kennis van de Nederlandsesituatie zindert ook in dit gesprek mee: “Ik waarschuw aljaren voor Nederlandse toestanden.” Een Rand-specialistwil Gielen zich niet noemen, maar voor de cultuurcentraheeft hij wel pittige boodschappen.

I N T E R V I E W D O O R P A T R I C K D E R Y N C K

P A S C A L G I E L E N

Page 123: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

59

Volgens jou moeten cultuurcentra en zeker A-centra, tegen de economische en politieke drukin, blijven gaan voor artistieke eigenzinnigheiden culturele innovatie. Ze hebben een sociale enculturele opdracht en ze moeten “een uitgespro-ken politieke strategie” ontwikkelen. Is datemancipatie anno 2014?Pascal Gielen: “Voor een goed begrip: ik hebhet niet over partijpolitiek. Politiek is voormij het vormgeven aan de samenleving. Indie zin zijn ook cultuurinstellingen altijdbezig met politiek en daar moeten ze zichbewust van zijn. Tot vijf jaar geleden was ikabsoluut niet met dat politieke aspect bezigen dat zou nog altijd zo zijn als ik niet in Ne-derland was gaan werken. Ik heb daar ge-zien dat er bepaalde krachten aan het werkzijn, onder invloed van de globalisering, dieeen duidelijke politieke agenda doorvoeren,die je niet aan één bepaalde partij of aanlinks of rechts kunt toewijzen. Het gaat om‘de kolonialisering van de leefwereld’, ommet Habermas te spreken.”“Culturele eigenheden worden daardoorbedreigd, zoals het idee dat je als program-mator autonoom X en Y kunt selecteren.Die autonome ruimte wordt aangetast. Datzie je in de Nederlandse schouwburgen:daar zijn ze anders moeten gaan program-meren omdat ze een hoog percentage aaneigen inkomsten moeten genereren. Hier-door verdwijnt je culturele eigenheid. Datmag je niet toelaten als cultuurcentrum. Jemoet daartegen ageren en je mag je daarbijvooral niet opsluiten in de eigen wereld,want dan vergeet je strategieën te ontwik-kelen en goede tactieken te hanteren.”

“Ik ben absoluut voor de autonome cultu-rele ruimte, maar je moet begrijpen dat diteen verworven recht is van de moderniteit,dat je moet blijven bevechten. En dat doeje niet door alleen maar over artistieke kwa-liteit te spreken en voor je eigen parochie tepreken. Je moet je maatschappelijke rele-vantie aantonen voor de buitenwereld endus soms een ander discours hanteren,maar juist om de autonome ruimte te be-houden, niet om toe te geven. Je moet ver-talen waarom die ruimte belangrijk is. Datis mijn pleidooi van de laatste jaren.”

Bij dat ‘vormgeven van de samenleving’ is er inVlaanderen een tendens naar decentralisering:het lokale niveau krijgt meer bevoegdheden, ookwat cultuur betreft.Pascal Gielen: “Ik ben bang voor te veel de-centralisering. Het doet me denken aan de

”Leren verbeelden, dat is heel belangrijk: zo geef je je eigen zijnbetekenis. Dat is dé opdracht van de hele culturele waaier in Vlaande-ren. Meer en meer zien we dat cul-tuur bijna nog de enige speler is diedat reflexief doet en die daarvoor deinstrumenten, kennis en methodesin handen heeft. Cultuur en cul-tuurcentra moeten voortdurendproberen de woorden te vinden – ikwil daar graag bij helpen – om datuit te leggen aan hun omgeving.”

Page 124: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

discussie hoe je het best een democratie or-ganiseert. In elk geval, lokale overhedenhebben minder massa en staan zwakker. Ende bemoeienis van de lokale politiek, dat iseen klassiek verhaal bij de cultuurcentra,vanaf dag één. Je moet je als cultuurcen-trum natuurlijk wél lokaal inbedden, dat isiets anders. Natuurlijk mag en moet de lo-kale overheid op tafel slaan als haar opgoede grond iets niet zint: wanneer je alscultuurcentrum iets supergoed vindt voorje lokale bevolking, maar er zit slechts vijfman in je zaal, dan mag een lokale politicusvragen dat zo’n centrum ervoor zorgt dat ervolk is en dat het daarvoor strategieën ont-wikkelt. Anders voldoet het niet aan zijntaken.”“Maar je moet op Vlaams niveau een stokachter de deur houden, in de zin van: er zijnVlaamse kwaliteitscriteria voor cultuurcen-tra en daar moet je aan beantwoorden. Dankrijg je een goede spanningsrelatie tussenhet Vlaamse en het lokale niveau. Ik benvoor die gezonde spanning en voor een di-vers subsidiëringssysteem. Je hebt als A-cultuurcentrum nu eenmaal verschillende

60

cultuuropdrachten. Je zou zo’n centrumdus met Vlaams geld kunnen betalen om deVlaamse en internationale top in dans,theater enzovoort binnen te halen. Daarheeft een A-centrum met zijn regionaletaken recht op. Eén kanttekening daarbij:de Rand, met z’n ligging vlak bij Brussel, isnatuurlijk een andere situatie dan pakwegHasselt en Turnhout. Andere opdrachtenzijn meer lokaal: ruimte geven aan het lo-kale verenigingsleven en lokale kunste-naars, dat kun je lokaal laten financieren.Die lokale functies en de band met hetbrede sociaal-culturele verenigingsleven,dat is in Nederland compleet weggeslagen.In Vlaanderen zorgt dat nog altijd voor eenveel hogere cultuurparticipatie.”“Zo kun je verschillende lagen inbouwen,met verschillende opdrachtgevers of subsi-diënten. Dan krijg je ook binnen zo’n huiszelf een spanningsveld, ook bij het perso-neel. In die spanningen kunnen zich juistinteressante dingen voordoen en ontstaater een wisselwerking. Je moet ze als A-cen-trum zelfs institutionaliseren.”

Een ander spanningsveld van onze tijd is dattussen aanbodgericht en vraaggestuurd werken.Als je het extreem stelt: moet je als cultuurcen-trum uitgaan van wat mensen vragen? Of be-paal je het aanbod zelf en zorg je ervoor dat jeje met dat aanbod voldoende inbedt in je omge-ving?Pascal Gielen:“Alleen maar aan de vraag be-antwoorden is volgens mij verkeerd. Je hebteen weerstandsfunctie, en die moet je op-bouwen met je publiek. Begin daarom als-

“Maak scherpe keuzes: wat willenwe met de Turkse gemeenschap?Hoe krijg je een natuurlijke relatiemet wat ‘zij’ belangrijk vinden?Hoe maak je ze deelgenoot van je gemeenschap en je kunsten...?Dus niet: ‘We gaan nu eens eenTurk programmeren.’”

Page 125: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

61

jeblieft nooit over ‘klanten’ te praten. Jebent bezig met een gemeenschap, met in-dividuen, met Bildung en het subjectiverenvan mensen.”

“Cultuur is een autonome waardenaast het economische en het soci-ale, en biedt de ondergrond daar-voor. In de Scandinavische landenmerk je nu een sterke cultural turn.Ook in het onderwijs gaat daarweer veel aandacht naar cultuur.”

“De cultuursector in Nederland is meegelo-pen in een managementsdiscours. Ze verlo-ren zelfs de woorden om hun eigenheid teomschrijven, omdat ze zich definieerden intermen van klanten. En zo kon de overheidbeweren dat ze niet bespaarde, maar dat degeldstroom binnen cultuur verschoof naarde creatieve industrie. Ik heb daar niets optegen – ik ben een grote fan van popmuziek,populaire films, series enzovoort – maarverwar het niet met kunst zoals ik die be-grijp. Het gaat in de creatieve industrie omformats die vooraf goed berekend zijn. Hetwordt gevaarlijk als de overheid gaat roepen:‘Kijk eens, mensen van de cultuursector, decreatieve industrie is toch winstgevend?’Zo kan ze de druk opvoeren – ‘je moet meereigen inkomsten hebben’ – onder het momvan maatschappelijk draagvlak, en danloopt het scheef. Zo bouw je geen cultureelpubliek op, wel een publiek van consu-menten.”

“Je moet, als je over cultuur spreekt inbrede zin, altijd met drie aspecten rekeninghouden en die in balans proberen te bren-gen. Cultuur betekent dat je mensen in eensociale orde introduceert, zeg maar: depraktijken en gewoonten van een bepaaldegemeenschap. Dat is een heel belangrijketaak. Een tweede opdracht is het kwalifice-ren: wat zijn vaardigheden, kennis, compe-tenties die je nodig hebt om in een cultuurof in een bepaalde culturele discipline –koken, dansen, communicatie – te kunnenfunctioneren? Dat is in principe een taakvan het onderwijs, maar daar worden heelveel kansen gemist. De taal leren, inburge-ring...: ook daar gaat het om. En een derdekernactiviteit van de cultuursector is sub-jectiveren: mensen leren een zelfstandige,autonome en kritische positie in te nemen.Hen emanciperen en een stem geven. Datlaatste kan bijvoorbeeld door de confronta-tie met een ‘elitaire’ kunstenaar: 90% van

“De culturele component wordt helemaal vergeten in de politiek. Ik denk dat dat een vergissing is en dat de politiek zichzelf zo meeondergraaft. Het wordt meer enmeer een soort managements- enbeheerscultuur, met een retoriekvan ‘de begroting moet in even-wicht zijn’ en ‘goed bestuur’. Erwordt niet meer nagedacht overwaarden waar men voor staat.”

Page 126: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

de mensen zal het niet begrijpen en danmoet je aanvaarden dat het niet voor hen isweggelegd.”

“Kijk naar je omgeving: wie woonthier, wat leeft er in een gemeen-schap en welke kunstenaar zou interessant kunnen zijn om daariets mee te doen? Er zijn meer enmeer kunstenaars, ook van een andere origine, die hierop inspelen.”

Laten we dat even toepassen op de vraag aancultuurcentra om meer buiten de muren actief tezijn en de wijken in te gaan.Pascal Gielen: “Wat ik met dat soort projec-ten in Nederland vaak heb gezien, is dat zeallesbehalve subjectiverend werken. Heelveel community art, zoals dat heet, dient ommensen te socialiseren: ‘Dit is onze socialeorde en daarin proberen we u in te passen.’Er werden absoluut geen structurele poli-tieke vragen gesteld van het type ‘hoe komthet dat hier dingen scheefgroeien?’ En alsje ze stelde, ging de stekker uit het projecten konden kunstenaars ophoepelen. De op-drachtgevers – lokale overheden, immobi-liën... – hebben nu eenmaal ook de macht.Eerst hebben ze het sociale weefsel in veelwijken kapotgemaakt: door fusies vanschooltjes, het wegnemen van medischcentra en dat soort dingen. Dat proberen zenu op te lappen, onder meer met community

62

art: dat is projectmatig, het is goedkoper ende politiek kan ermee uitpakken: er is altijdwel iets moois te zien. Maar structureelgrijpt dat niet in op je sociaal weefsel. Danmoet je er volgens mij niet aan beginnen.Kunst kan overigens absoluut niet alleendie verantwoordelijkheid dragen. Dat is tegemakkelijk. Waarmee ik niet gezegd hebdat een geïntegreerde aanpak geen zin kanhebben, zoals een cultuurcentrum dat sa-menwerkt met het OCMW. Het opkomenvoor de eigen wijk is zelfs bijzonder belang-rijk en kunstenaars kunnen daarin poken.”

Liggen er ook geen kansen door het procesmatigevan kunst en cultuur meer aan bod te latenkomen en dát in de leefwereld van mensen te in-tegreren: laat mensen zien hoe kunstenaars wer-ken, laat ze cocreëren en je krijgt een heel anderedynamiek en misschien minder gehate kunst?Pascal Gielen: “Wat die haat voor kunste-naars betreft, ik vind het juist een van huntaken dat ze gehaat worden vanwege wat zedoen. Zij moeten de onmaat binnenbren-gen in een samenleving. En natuurlijk moetje mensen de kans geven om daarin tekomen. Of je dat bereikt met het procesma-tige, weet ik zo niet: wie betrek je er danbij? Ik wil nog eens zien hoe je grote delenvan de bevolking in zo’n proces integreert.En maakt het mensen begripvoller voorkunst? Veel mensen kopen een ticket enwillen voor de rest vooral niet te veel lastig-gevallen worden. Ik ben ook zo. Is het pro-cesdenken niet opnieuw vooral sociaalinteressant?”“Ik zie het meer structureel. Neem een

Page 127: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

63

voorstelling als Cesena van Anne Teresa deKeersmaeker en Björn Schmelzer van en-kele jaren geleden. Dat ging over funda-mentele thema’s, zoals individualisme. Devoorstelling liet via de polyfonie zien wathet betekent op de grens van een pre-indi-viduele samenleving te handelen, bewegen,zingen. Die inzichten zijn cruciaal voor eenmaatschappij die zich op het hoogtepuntvan het individualisme bevindt. Aan zo’nvoorstelling kun je allerlei dingen koppelen,zelfs een traject van enkele maanden of eenjaar, met wijkprojecten, scholen die mee-doen, debatten.... Waar kwam het idee voorde voorstelling vandaan? Komen dethema’s in andere kunsttakken en vooralin de samenleving breed aan bod? Bestaaner boeken over? Wie heeft er nog rond ge-werkt? Je kunt daar een heel programmarond opzetten. Denk bijvoorbeeld aan wathet stuk Alle Marokkanen zijn dieven vanArne Sierens in Gent teweegbracht, meteen maand op voorhand gigantische dis-cussies waar zowat iedereen zich bij betrok-ken voelde...”“Je zou je als cultuurcentra je kunnen af-vragen: wat is hier politiek aan de hand inde Rand? Het is een bijzondere paradox: in-stellingen die de Vlaamse identiteit uitdra-gen, terwijl ze tegelijk beseffen dat hetdweilen met de kraan open is. Het is juistinteressant daarop in te spelen. Ik weet datmen daar nu genuanceerder mee omgaatdan een tijd geleden, maar toch... Uitein-delijk gaat het over thema’ s als globalise-ring, regionale ontwikkeling en de spanningdaartussen. Dat is perfect om een jaar of

zelfs langer mee te werken. De ligging vanWestrand en CC Strombeek is een enormerijkdom: de Rand is niet de stad. Eigenlijkmoet je dat thematiseren en juist op zoekgaan naar kunstenaars waarvan je denktdat die de thematiek aanraken, breder trek-ken, opengooien.”“Dat vind ik een belangrijker methodiekdan procesmatig werken. Laat dingen incu-beren. Het lijkt me ook interessant voorkunstenaars als ze weten dat een cultuur-centrum hun ding structureel inbedt.Bouw thema’s op, laat kunstenaars hunproject uitleggen, wees geïnteresseerd. Danhoef je niet in te boeten aan elitaire cultuur.En zo maak je van je cultuurcentrum ookeen thuis. Dat is nóg een functie, in tijdenwaarin alles vloeiend wordt: mensen eengevoel van thuis geven, gastvrijheid enoriëntatiepunten aanreiken... zowel voorkunstenaars als voor je publiek.”

“Als ik terugdenk aan mijn eigenjeugd in Maasmechelen en het cul-tuurcentrum daar, dan had je daarook de bibliotheek, alle kookclubs enkaartverenigingen kwamen er, ik or-ganiseerde er een optreden van TCMatic... Alain Platel en Jan Fabreen Anne Teresa De Keersmaekerkwamen er. Alles kon er door elkaar.Die publieken kwamen elkaar opzijn minst tegen. Dat kun je alscultuurcentrum nog altijd.”

Page 128: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

E E N P A R T I C I P A T I E W A K E R A A N H E T W O O R D

M AG I K U WA A R S C H U W E N ?

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

B A R T R O G É

Page 129: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

65

CULTUURBELEVING VAN-DAAG. TWEE VERHALEN

Mag ik u waarschuwen? Volgend jaar, in2015, wordt Michael J. Fox opnieuw hot.Back to the Future? Doet het nog een belletjerinkelen? Daarin hopte een zeker MartyMcFly – het personage dat Fox speelt – van1985 naar 1955 en later, in de sequel, naar…2015. Het hoeft niet altijd honderd jaar naLe Sacre du Printemps te zijn, nietwaar? Uwenst Stravinsky en Diaghilevs Ballets Rus-ses? Wij ook, maar ook regisseur Zemeckisen tijdreizen!Dat was de thematische focus van het laat-ste ‘cultuurweekend’ waaraan ik partici-peerde. Een jaarlijks uitje dat door enkelestudievrienden wordt opgezet. De integralescreening van de Back to the Future-filmtri-logie stond er op het programma, met bij-behorende quiz en een uitvoerig debat overactuele technologische ontwikkelingen,utopieën voor de toekomst en jawel…jeugdcultuur. Was het u ook al opgevallendat de jeugd zich vandaag vrij inspiratieloosspiegelt aan de modetrends uit de jarentachtig? Fleecetruien en witte sokken:‘normcore’ heet die nieuwste vogue onder-tussen. Iedereen denkt er het zijne van,maar ziehier: een fijne format voor cultuur-participatie op maat van het spitsuurgezinmet uiteenlopende universitaire diploma’s,kinderen in verschillende leeftijdscatego-rieën en weinig tijd. Maatschappelijke be-spiegelingen op basis van populaire cultuur,want wie maakt tegenwoordig nog het on-derscheid? Amusement dat alludeert opstudentikoos en jeugdwerksentiment. En

dat alles van op de sofa in een huurhuisje inde Vlaamse Rand. Wie heeft nog cultuur-centra nodig?

Een ander verhaal. Dat van Iddrisu, ofDries, zoals ze hem op de werkvloer door-gaans noemen. Na een jaar Frankrijk be-landde hij als dertienjarige in België. Zijnouders namen wijselijk de biezen toen hette spannend werd in Angola. Vandaag is hijbijna negentien. Best een intelligente en ei-genzinnige kerel, maar echt aarden doet hijniet in het provinciale nest waar hij nuwoont. Een loner, een goeie lasser, die eentechnisch plan kan corrigeren en nog éénjaar heeft als werkstudent voor hij het let-terlijk alleen moet doppen. Hij woont krap,met ouders die maar één ambitie hebben: dathun kinderen – er zijn er vier – het maken.Dat zorgt voor spanningen. Want leeftijdge-noten hebben ‘vrije tijd’, zakgeld en alleruimte om zich ‘te ontplooien’. Iddrisuniet. Niets mag of kan, alles moet. Dus isDries teruggetrokken – asociaal, altijd zijnkoptelefoon op – en ontploft hij soms. Maarde jonge man is wel een wandelende ency-clopedie wat betreft Kuduro. Met regelmaatpompt hij gigabytes Kizomba en Batida-beats over naar mijn computer, brandt hij– tegen een zacht prijsje weliswaar – mixta-pes voor nieuwsgierige leeftijdgenoten enlinkt hij shows in Rijsel, Brussel of Charleroiop zijn Facebook. Maar er ook naartoe gaanzit er dus niet in. Hij participeert aan cul-tuur van op zijn laptop. Surfend op – voorons – obscure muziekblogs en soundcloudaccounts. Ik zou niet weten naar welk cul-

Page 130: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

tuureducatief aanbod ik hem kan toelei-den. Het jeugdcentrum zegt hem niets, laatstaan dat hij aan zijn ouders uitgelegd krijgtwat dat is. Hij vertoeft nog het vaakst in debibliotheek. Als hij zijn laptop moet af-staan aan zijn zus, om er haar huiswerk opte maken. In de bibliotheek hebben ze ookcomputers met koptelefoons en internetdat tot in Angola reikt.

DEFICIT

Met Demos, het steunpunt voor sociaal-ar-tistiek werk in Vlaanderen, schipperen weelke dag tussen dergelijke verhalen door.‘Leefwereldperspectief’, noemen we dat.We komen in het sociaal-artistieke en hetsociaal-culturele, in kunst- en cultuurhui-zen, in het jeugdwerk en in het jeugdwel-zijnswerk, in OCMW’s en CAW’s, inbuurtwerkingen en bij samenlevingsop-bouw… Steeds vaker op plekken die we la-belen als ‘informeel’ omdat er nog geenbeleidskader voor is bedacht. Overal wordtcultuur gemaakt en gesmaakt. In leefwerel-den die we maar zijdelings delen: groot enklein, hoog en laag, duur en voor niets.Overal wordt getrokken en geduwd, geëx-perimenteerd en geprobeerd. We moeten

66

dat onderkennen. Nog nooit stond cultuur-participatie zo hoog op de agenda. Overal:zowel in de praktijk als in het beleid. Wantiedereen ziet het democratische deficit.Niet alleen in de zaal, maar ook op sector-niveau. De brede cultuursector is niet re-presentatief voor de samenleving. Daarmeeis die sector geen unicum. Ook dat moetenwe onderkennen. In andere sectoren speelthet deficit evenzeer en steekt de angel mis-schien nog harder. En overal zijn de breuk-lijnen aan elkaar gelinkt en met elkaarverweven. Ze worden er alleen niet kleinerop. Maar dat ontslaat niemand van de ver-antwoordelijkheid om het deficit te probe-ren te keren. Al blijft een inclusieve cultuur-sector een utopie, de sense of urgency moeteen constante blijven. Die taak neemtDemos op zich.

SLUISWACHTER

Laten we, met de twee verhalen van hier-boven in het achterhoofd, vertrekken vaneen eenvoudige premisse: cultuurparticipa-tie is de motor van de sector. Zonder parti-cipant misschien wel cultuur, maar geencultuursector. Dat klinkt aanlokkelijk maaris toch cru om te stellen, want door de band

noemen we kunstenaarsde ‘drijvende krachten’ inonze sector. We vinden hetonkies om een publiekvrijuit te geven wat hetwil. Daar is de commer-ciële sector voor.

( Nog nooit stond cultuurparticipatie zohoog op de agenda. Overal: zowel in depraktijk als in het beleid. Want iedereenziet het democratische deficit.

Page 131: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

67

Nee, we willeneen sector die be-middelt tussenvraag en aanbod, die creëert en spreidt, dievormt en stimuleert. Dat is de taak die decultuursector moet opnemen. Ze is legitiemen staat onder constante spanning, zowelvanuit het aanbod als vanuit de vraag. Maarhet blijft essentieel te erkennen dat datspanningsveld normatief geladen is. Elkeorganisatie in de sector, dus ook een cul-tuurcentrum, is een sluiswachter die eenwaardeoordeel velt. En met dat oordeelworden participanten ingesloten, maarevengoed uitgesloten. Hetzelfde geldt voorkunstenaars.Vandaag hebben we een cultuursector – eneen bijbehorend beleid – die vooral vanuithet aanbod bemiddelt. Niets belet de sectorom de taak die hij zich toedicht, resoluut telaten starten vanuit de participant. Als eréén uitdaging is voor de toekomst, dan ishet wel deze.

GEDEELDE AGENDA

Hoe kan een cultuurcentrum bemiddelenmet de participant als startpunt? Sta metoe eerst uiteen te zetten hoe cultuurparti-cipatie vandaag benaderd wordt. Het start-punt is het aanbod dat aan de man/vrouwmoet worden gebracht. Dat blijkt geen ge-makkelijke opdracht, want participatiewordt onmiddellijk geframed in drempels:is mijn aanbod betaalbaar, bereikbaar, be-schikbaar, begrijpbaar en bruikbaar? Er

worden dan ook extra inspanningen ge-daan. De termen zijn bekend: ‘toeleiding’,‘doelgroepgerichte communicatie’, ‘kor-tingen’, ‘publiekswerking’, ‘educatie’…Het wegwerken van drempels is een essen-tiële voorwaarde om tot cultuurparticipatiete komen, maar staat niet los van het nor-matieve kader waarbinnen je als organisa-tie actief bent. Nog te vaak wordt er enkelin termen van een eigen kwaliteitsstan-daard, de eigen modus operandi, gedacht.Voor diegenen die niet zomaar aan die stan-daard en formats – willen of kunnen – vol-doen, zijn de extra inspanningen in deeerste plaats een extra station dat de‘norm/normaliteit’ van de samenlevingkracht bijzet. Participanten worden dus be-naderd vanuit een tekort en tegen het lichtvan een maatstaf gehouden. Een tekort datgeheel op hun conto geschreven wordt eneen maatstaf die niet de hunne is. En dushaken ze af.Samenvattend: wanneer cultuurparticipa-tie vanuit een aanbodsoptiek wordt inge-vuld, vervalt de organisatie snel inzelfreferentieel denken. De grote uitdagingligt in het doorbreken daarvan. Hoe pakkenwe dat aan?

Je hebt hulp nodig. Van buitenaf. Om jeeigen normstelling, patronen en maatsta-ven uit te pluizen heb je buitenstaandersnodig. Je kan onderzoeken en consulteren,samenwerken met organisaties uit andere

( Participanten worden dus benaderd vanuit een tekorten tegen het licht van een maatstaf gehouden. Een te-kort dat geheel op hun conto geschreven wordt en eenmaatstaf die niet de hunne is. En dus haken ze af.

Page 132: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

sectoren. Maar je hebt vooral ruimte nodigwaarin andere mensen en groepen iets opde agenda – kunnen en mogen – zetten. Eensterk participatiebeleid start met een ge-deelde agendasetting. Wat we dus zoeken,is een openheid voor confrontatie met an-dere leefwerelden, culturen en levensstijlenom tot die gedeelde agenda te komen. MetDemos drukken we organisaties op het hartdat ze nog altijd sluiswachter moeten zijn,maar geen gated community. Wanneer pro-fessionals niet langer van tussen hun ver-trouwde muren komen, hebben ze deneiging hun eigen professionalisme te ver-absoluteren en doen ze de veronderstellingop dat ‘hun manier’ de enige natuurlijkeweg is om uiteindelijk tot participatie tekomen. Niets is minder waar. Het erkennenvan de participant als een actieve gespreks-partner in de planning en in het creëren vanhet aanbod is geen verhaal van ‘u vraagt,wij draaien’. Het gaat om de dialoog die jeaangaat, een proces dat je doorloopt en detijd die je daarvoor neemt. Omdat je hetnodig vindt.

WEG MET SPREIDING!

Cultuurparticipatie laat zich dus niet van-gen in een consumentenlogica van vraag enaanbod. Het is geen probleem dat goed ge-managed moet worden, geen streven naarefficiëntie en professionalisme. Het is ookgeen verhaal dat zich louter ent op doel-groepen. Want wie is vandaag geen doel-groep en hoe groot is de diversiteit binnen

68

een doelgroep niet? Het participatievraag-stuk richt zich op de vraag wie nu juist opverandering aanstuurt en wat dan het ob-ject van de verandering wordt. Het demo-cratische deficit in onze sector moet kleinerworden, maar zal nooit verdwijnen. Wemogen de doelstelling van een participatie-beleid dus ook niet louter in die richtingoriënteren. Participatie is om zichzelf be-langrijk als proces, en heeft eigenlijk geenduidelijk afgelijnde finaliteit. Maar hoekader je zoiets in je organisatie? Of moeilij-ker: welk beleid faciliteert dit soort proces-sen?Met Demos hebben we geen pasklare ant-woorden. We weten dat we met meer ‘ver-schillende’ mensen de cultuursector vormmoeten geven. Maar het gaat niet om kop-pen tellen. We schrijven ons graag in in eentransitievertoog: oude denkkaders moetenherdacht worden, zonder aan te sturen opeen breuk. Het komt er alleen op aan detransitiefase zo kort mogelijk te houden.Een spreidingsideaal bijvoorbeeld is nietlanger houdbaar. Het culturele aanbod,maar ook de beleving, is te divers en te ge-fragmenteerd geworden. Straks zijn er al-leen nog maar niches en doelgroepen. Daarzullen we allemaal mee moeten leren leven.Net zoals met de vaststelling dat de sociale,economische en demografische breuklijnenin onze samenleving ook door de cultuur-sector lopen en dat we die als sector mis-schien niet kunnen oplossen maar wel eenplaats moeten geven.

Page 133: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

69

NIEUWE POSITIES ENANDERE FOCUS GEWENST

Het transitiedenken brengt ons ertoe eenaantal dynamieken gericht te thematise-ren. Ik som de drie belangrijkste op. Dit isook een oproep om zesamen met Demos aante pakken.De sector benadert departicipant doorgaansals iemand die buitende sector of organisatiestaat. We spreken over het ‘publiek’, ‘deklant’, ‘de leek’, ‘de doelgroep’, ‘de ama-teur’, ‘de deelnemer’… Professionals staanals dragers van kennis, procedures en prak-tijken tegenover participanten, die niet overkennis en macht beschikken. Die tegenstel-ling moeten we herzien. Cultuurbeleid moetmensen ‘bekrachtigen’, hen zeggenschapgeven. Experts en professionals verdwijnendaardoor niet, maar veranderen van positie.Facetten als openheid, partnerschap, ver-bondenheid, codeterminatie en inspraakkomen centraal te staan. Om het democra-tische deficit in de sector te tackelen – omeen breder draagvlak op te bouwen – is zoe-ken naar die nieuwe positie nodig.

Het beleid én de praktijk benaderen cul-tuurparticipatie te eenzijdig als een doel-groepenbeleid. Dat kan anders. Niet departicipatiedrempels maar de cultuurbele-ving moet een focus worden. Daarin ligteen proactieve houding vervat. Iedereen isdrager van cultuur en iedereen moet kansenkrijgen om cultuur actief uit te dragen of te

beleven. Dit wijst organisaties op een zeerdivers veld vol opportuniteiten, op cultuur-beleving die ergens in een ‘tussenruimte’ligt. Het ‘inter’ of het ‘tussen’ zal belangrij-ker worden dan het ‘intra’ of het ‘binnen’.

Wat zich – al dan niet – tussen mensen af-speelt en tussen mensen en een organisatie,zal gerichter belicht moeten worden. In depraktijk hebben we het dan niet meer overprogrammatoren, maar over bruggenbou-wers, bemiddelaars, makelaars… Zij probe-ren het productieve aspect van het‘tussen-zijn’ op te bouwen en te benutten.Tot slot: sectororganisaties blijven – moed-willig of niet – op hun eilandje zitten. Datis niet langer houdbaar. De realiteit nooptde cultuursector om, vanuit afgelijndefuncties, in netwerkverbanden te gaanwerken. Die verbanden lopen door de cul-tuursector heen, maar evengoed daarbui-ten. Net zoals onderwijs, werk of zorgverbindt cultuur mensen, over beleidsdo-meinen en sectoren heen. Het geloof dat wevanuit verschillende doelstellingen kunnensamenwerken moet de verlammende vreesvoor instrumentalisering counteren. Decultuursector zal zijn autonomie moetenherpositioneren als een dynamiek in ont-wikkeling. De interactie tussen sectoren iseen noodzaak.

( Iedereen is drager van cultuur en iedereen moetkansen krijgen om cultuur actief uit te dragenof te beleven. Dit wijst organisaties op een zeerdivers veld vol opportuniteiten

Page 134: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Laten we het in dit boek ook heel even hebben over waar we het als mensen allemaal voor doen. Het lijkt wel de nieuwe Heilige Graal waar

we met z’n allen driftig naar op zoek zijn: het geluk. Wat is het verband van Cc Strombeek en Westrand met ons geluk?

Dat is de uitdagende vraag voor mijn 338 woorden.

Geluk, dat verbinden wij doorgaans met een gevoel en met de tijd: we voelen ons op bepaalde momenten al dan niet gelukkig. Zeggen we.

Ik stel in het spoor van de grote Griek Aristoteles een andere, meer actieve invulling van ‘geluk’ voor, die minder afhangt van

gevoelens en momenten: je bent als mens gelukkig als je in staat bent je mogelijkheden en capaciteiten te ontwikkelen.

De Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum en de Indiër Amartya Senmaakten dat idee recent concreet: wat zijn de essentiële mogelijkheden(in het Engels: capabilities) die mensen moeten kunnen waarmaken om

gelukkig te kunnen zijn? Om ‘wel te zijn’. Ze lijstten er tien op, zoals:een leven van een normale duur kunnen leiden, lichamelijk gezond

kunnen zijn, lichamelijk onschendbaar zijn (ook als het om seksualiteit gaat), in staat zijn te leven met zorg voor de natuur.

E N T R ’De cultuurcentra en

Page 135: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Van de tien fundamentele capabilities heeft de kleine helft te maken met cultuur: mensen moeten vrij gebruik kunnen maken

van hun verbeeldings- en denkkracht, mensen moeten zonder discriminatie kunnen deelnemen aan sociale interactie, mensen moeten kunnen lachen en spelen in vrije tijd,

mensen moeten vrij hun omgeving mee kunnen vormgeven, mensen moeten gevoelens kunnen beleven en zich hechten.

Nussbaum en Sen maakten school: de Verenigde Naties werkt sindsenige tijd met de Human Development Index om na te gaan hoe goed

landen het doen als het om de levenskwaliteit van hun inwoners gaat.Iets als het bruto binnenlands product zegt daar niet genoeg over,

het kunnen waarmaken van capabilities door zo veel mogelijk mensen wél.

En zo komen we tot een eenvoudige vaststelling: cultuurcentra dragen in hoge mate bij aan ons geluk en dus...

aan een hogere VN-Index. Simpel.

P A T R I C K D E R Y N C K

A C T E I I ’ de Verenigde Naties

Page 136: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

A C A D E M I C I A A N H E T W O O R D

A M B I D E X T E R I T Y A L S O RG A N I S AT I E -O P L O S S I N G VO O R H E T C U LT U U RC E N T RU M VA N M O RG E N

N E L E C A N N A E R T S (Universiteit Antwerpen)D A A N S O R G E L O O S (Vrije Universiteit Brussel) J E S S E S E G E R S (Antwerp Management School)

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

Nele Cannaerts Daan Sorgeloos Jesse Segers

Page 137: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

73

De toename van maatschappelijke veranderingen, samen met hun snelheid en complexiteit,

dwingt cultuurcentra tot het aan de orde stellen van hun missie, rol en identiteit.

Daarnaast moeten ze ook focussen op hoe ze zich het best organiseren om die missie en rol succesvol waar

te maken binnen de ‘accelererende’ samenleving. In deze bijdrage hopen we vooral een antwoord te geven

op het interne organisatievraagstuk. Eerst duiden we de bewegingen die cultuurcentra dwingen om tegelijk hun operationele processen

efficiënter te maken (exploitatie) EN innovatieve ideeën te initiëren (exploratie).

Vervolgens reiken we ‘ambidexterity’ als wetenschappelijk organisatiekader aan

om deze conflicterende paradigma’s te integreren in de organisatie. Tot slot maken we de vertaling

naar het organisatie- en teamniveau.

Page 138: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

74

DE SERVICE- EN DE BURGER-GEDREVEN BEWEGING

Cultuurcentra ondergingen, zoals de helepublieke sector, de jongste decennia bredeen ingrijpende wijzigingen. Gesprekkenmet spelers in het veld en de wetenschap-pelijke literatuur brengen ons tot de con-clusie dat hier minstens twee bredebewegingen mee aan ten grondslag liggen.Een eerste beweging heet de servicegedrevenbeweging. Al sinds de jaren 1980 worden pu-blieke dienstverleners gedwongen verder tegaan dan het louteruitvoeren van de wetof hun decretaleplichten. Publiekeorganisaties wordengeacht responsieverte worden voor denoden van hun stakeholders, hen waarvoor hun geld te bieden en diensten meerflexibel en transparant te maken (Bovaird& Löffler, 2003). Publieke organisaties zou-den hiervoor meer en meer als een bedrijfgestuurd en beheerd moeten worden enook managementprincipes uit de privé krij-gen steeds meer ingang. De wetenschappelijke stroming achter hetdenken over zo’n bedrijfsmatige en klant-gerichte overheid wordt wel eens New Pu-blic Management (NPM) genoemd. Destudiedienst van de Vlaamse Overheid (Ver-let & Scheppers, 2010) omschrijft NPM alseen verzamelnaam voor het gedachtegoeddat ervan uitgaat dat publieke dienstverle-ning baat heeft bij heldere doelen, duide-lijke afspraken over verantwoordelijkheden

en meetbare prestaties. Het invoeren vande principes van NPM zou moeten leidentot een efficiëntere en effectievere over-heid. Ook cultuurcentra gingen zich meerals een professioneel bedrijf organiserendoor managementfuncties in te voeren,processen en systemen te informatiserenen te rationaliseren, een publiekswerkingop te zetten enzovoort.

Terwijl de invoering van de servicegedachteen het bedrijfsmatig beheren van cultuur-

centra nog volop aan de gang is, wordt depublieke sector de laatste jaren geconfron-teerd met een tweede beweging: de burger-gedreven beweging, ook wel genoemd de localgovernance-beweging. Zij stelt dat de pu-blieke sector, en cultuurcentra in het bij-zonder, meer en meer de focus moetenleggen op onder meer het activeren van hetmaatschappelijk middenveld door infor-matie, consultatie en participatie, het op-zetten en faciliteren van netwerken tussenbestuursniveaus en burgerverenigingen, enhet managen van kennis (zie Bovaird &Löffler, 2003, p. 168-169 voor een compleetoverzicht).De richting kan worden voorgesteld als eenbeweging van opdracht- (of decretaal) ge-dreven, naar servicegedreven, naar burger-

( Cultuurcentra zijn dan ook genoodzaakt op zoekte gaan naar een evenwicht tussen de marktbena-dering om hun producten en diensten te leverenen het betrekken van burgers bij wat ze doen.

Page 139: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

75

gedreven (zie figuur 1), terwijl die verschil-lende bewegingen ook tot op een bepaaldniveau samen blijven bestaan. Cultuurcen-tra zijn dan ook genoodzaakt op zoek tegaan naar een evenwicht tussen de markt-benadering om hun producten en dienstente leveren (door middel van NPM) en hetbetrekken van burgers bij wat ze doen. Zeworden geconfronteerd met de uitdagingom zowel economisch te rationaliseren alste investeren in burgerparticipatie.

EXPLOITEREN ENEXPLOREREN

Cultuurcentra moeten dus op een efficiëntewijze een hoogstaand aanbod (door middelvan hun programmatie) behouden, en dat

aanvullen met een sterke gemeenschaps-vormende dienstverlening, die samen meten vanuit haar stakeholders en in het bij-zonder de bevolking (door middel van co-creatie) zo veel mogelijk mensen uit hunregio laat deelnemen aan kunst- en cultuur-beleving om de levenskwaliteit van de ge-meenschap te verhogen. De push-benadering,waarbij de eigen dienstverlening naar hetpubliek wordt gebracht, moet zo efficiënten effectief mogelijk worden geëxploiteerd(servicebeweging). Daarenboven moet zeevenwaardig worden aangevuld door de ex-plorerende pull-benadering (burgerbewe-ging), die de betrokkenheid van de burgerbij het cultuurcentrum en kunst en cultuurin het algemeen verhoogt.Binnen de organisatiewetenschappen be-schouwt men exploitatie en exploratie als

Figuur 1: Hervormingsbeweging in de publieke sector (Bovavid & Löffler, 2003)

Decretale conformiteitCompetitiviteit &

effectiviteitLevenskwaliteit v/d

gemeenschap

Staat Publieke sectorMaatschappelijk

middenveld

Hiërarchie Markt Netwerken

Wettelijk Economisch Politiek

Communicatie Consultatie Co-creatie

B U R G E RG E D R E V E N

S E R V I C EG E D R E V E NO P D R A C H T G E D R E V E N

D O E L

P E R S P E C T I E F

C O N T R O L EM E C H A N I S M E

L O G I C A

R E L AT I E M E TB U R G E R

(één-richting stroom van informatievan dienstverlener naar publiek)

(twee-richting dialoog tussen dienstverlener en publiek)

(actieve betrokkenheid van het publiekin politieke beslissingen en/of ontwerp

en uitvoering van diensten)

Page 140: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

76

verschillende veranderingsroutines, leerlo-gica’s, innovatietypes en kennisstrategieëndie belangrijk zijn voor het leren binneneen organisatie, het functioneren van eenteam en het geven van strategische richting(Chermack, Bodwell and Glick, 2010).March (1991) associeerde exploitatie metverfijning, implementatie, efficiëntie, se-lectie en uitvoering, wat resulteert uit cen-tralisatie, hechte culturen, focus door hetverminderen van variatie en een hoge graadvan controle en formalisatie. Dat leidt uit-eindelijk tot kortetermijnperformance. An-derzijds omschreef hij exploratie als zoeken,het nemen van risico’s, experimenteren,innovatie, variatie, flexibiliteit en het ont-dekken van nieuwe elementen. Dat komtallemaal voort uit decentralisatie, losse cul-turen, minder geformaliseerde processenen divers denken, wat uiteindelijk leidt totlangetermijnperformance. Het cultuurcen-trum van vandaag moet met andere woor-den twee logica’s of paradigma’s, die elkeen andere organisatiestructuur en cultuurvereisen, verzoenen en integreren om suc-cesvol te zijn en blijven op korte en langetermijn.

AMBIDEXTROUS

Het integreren van beide paradigma’s ver-eist dus een zekere ‘tweehandigheid’ of ‘am-bidexterity’ van de organisatie. In deorganisatieliteratuur gebruiken weten-schappers dat woord om het vermogen ende bekwaamheid van een organisatie te be-

schrijven om twee afzonderlijke dingen si-multaan uit te voeren en in balans te hou-den: exploitatie en exploratie, efficiëntie enflexibiliteit. Of nog: het duidelijk volgen envasthouden van een richting, en aanpas-singsvermogen.Empirisch onderzoek (Probst & Raisch,2005) toonde aan dat organisaties die am-bidextrous georganiseerd zijn, minder vat-baar zijn voor falen dan organisaties meteen eenzijdige focus. Ook andere weten-schappers (Gibson & Birkinshaw, 2004; He& Wong, 2004; Tushman & O’Reilly, 1996;Kang & Snell, 2009) vonden empirisch be-wijs dat ambidextrous organisaties winstge-vender én tegelijkertijd innovatiever zijndan hun concurrenten die focussen op éénzijde van het continuüm.

DRIE TYPES AMBIDEXTERITY

De wetenschappelijke literatuur geeft driemanieren aan om exploitatie- en explora-tieactiviteiten in balans te brengen: tempo-rele, structurele en contextuele ambidexterity(Aubry & Lièvre, 2010; Bledow, Frese, An-derson, Erez & Farr, 2009; Gupta, Smith, &Shalley, 2006; Jansen, 2005). Temporele ambidexterity creëert een balanstussen exploitatie en exploratie door korteperiodes van exploratie af te wisselen metlange periodes van exploitatie binnen een-zelfde organisatie (Jansen et al., 2009; Kanget al., 2009; Mom et al., 2007; Simsek et al.,2009). Voordeel is dat het heel duidelijk iswat er op een bepaald moment van de or-

Page 141: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

77

ganisatie wordt verwacht, nadeel is het ge-brek aan continuïteit tussen verschillendeactiviteiten.Structureel ambidextrous organisaties creërenmet een ruimtelijke scheiding ‘duale struc-turen’: ze scheiden exploratie- en exploita-tieactiviteiten in verschillende organisatie-eenheden (Jansen, 2005; Tempelaar, 2010;Turner & Lee-Kelly, 2012). Deze differentia-tiebenadering verhoogt de efficiëntie, maarheeft als nadeel dat er stevige barrières ont-staan voor het delen van informatie en hetsamenwerken over de verschillende eenhe-den heen. Er kunnen conflicten ontstaanomdat de verschillende eenheden verschil-lende structuren, culturen en mindsetshebben (Berghman, 2012; Aubry & Lièvre,2010; Turner et al., 2011; Ou et al., 2012). Wanneer een organisatie zich contextueelambidextrous organiseert, worden de ver-schillende exploratie- en exploitatieactivi-teiten samen georganiseerd binnen éénsysteem. In een contextuele ambidextrousorganisatie beschikt elk individu van deorganisatie over de capaciteit om op een si-multane manier exploratie- en exploitatie-activiteiten uit te voeren, gegeven de juistecontext.

Aangezien er binnen de organisatie continuzowel exploiterende als explorerende acti-viteiten moeten worden uitgeoefend, lijkttemporele ambidexterity geen geschikteoptie voor cultuurcentra. Voor grote centra(A-niveau) lijkt contextuele ambidexterityop organisatieniveau weinig haalbaar.Multi-inzetbaarheid en het generalistisch

beheersen van de verschillende expertise-velden binnen de organisatie zijn moeilijkte bereiken voor elk individu. Bovendienzijn niet veel individuen in staat om zowelexploitatieve als exploratieve taken uit tevoeren (Nemanich et al., 2009; Tempelaar,2010). Structurele ambidexterity lijkt wélhaalbaar, door de organisatie op te delen ineen meer exploiterende (bijvoorbeeld zaal-verhuur) en een meer explorerende eenheid(bijvoorbeeld programmatie en publieks-werking), die elk op organisatieprocessenwerkzaam zijn die weinig interafhankelijkzijn in de uitvoering.

HET BEWAKEN VAN DE BALANSTUSSEN EXPLOITATIE ENEXPLORATIE

De uitdaging van ambidexterity op organisa-tieniveau schuilt vooral in het vinden vande juiste balans tussen exploitatie en explo-ratie. March (1991) haalt drie belangrijkeredenen aan die dat bemoeilijken. Eeneerste is dat het streven naar ‘ambidexterity’paradoxale situaties creëert voor een orga-nisatie, omdat de kortetermijnefficiëntieen -controlefocus van exploitatieve eenhe-den (bijvoorbeeld zaalverhuur) tegenstrij-dig zijn met de langetermijnfocus –experimenteel en gedecentraliseerd – vanexploratieve eenheden (bijvoorbeeld pro-grammatie en publiekswerking). Daarkomt bij dat deze eenheden elkaars concur-rent zijn wat de organisatiemiddelen be-treft (bijvoorbeeld schouwburg, technische

Page 142: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

78

ploeg, promotiebudget…). Hoe schaarserdeze middelen, des te meer exploitatie enexploratie elkaar uitsluiten en des te meeraandacht er vanuit de organisatie besteedmoet worden om hulpbronnen en werk-middelen toe te schrijven aan verschillendeeenheden binnen de organisatie. Zo zal dedienst Programmatie en Publiekswerkingeen vrij moment in de schouwburg eerderwillen gebruiken om een financieel onzekerexperiment met een nieuwe doelgroep opte zetten, terwijl de dienst Zaalverhuur devoorkeur zal geven aan een sterk winstge-vend bedrijfsevent. Ten tweede werken ex-ploitatie en exploratie zelfversterkend, watertoe kan leiden dat organisaties inert wor-den en onverschillig voor veranderingen inde omgeving. Gupta et al. (2006) en Goos-sen et al. (2012) voegen hieraan toe dat ex-ploratie soms leidt tot falen, en dat ditfalen tot nog meer exploratie leidt om deproblemen op te lossen, wat kan resulterenin een failure trap. Dat veroorzaakt uitein-delijk ondermaatse prestaties, omdat orga-nisaties niet in staat zijn de vruchten teplukken van hun innovaties. Daarnaastleidt exploitatie vaak tot vervroegd succes,wat de organisatie stimuleert om te blijveninzetten op eenzelfde type exploitatie. Datkan dan weer leiden tot een success trap. Tenslotte stellen exploratie en exploitatie ver-schillende eisen aan flexibiliteit, efficiëntie,behendigheid en starheid; ze hebben eenverschillend karakter, hebben nood aanverschillende structuren, culturen, proce-dures, mindsets, routines, management-stijlen enzovoort.

Mechanismen die kunnen helpen om ex-ploratie- en exploitatie-eenheden te inte-greren zijn: een gedeelde visie en waardenover de eenheden heen creëren, zorgen voorcoördinatie vanuit het – hiërarchisch ho-gere – managementteam, systemen creërenvoor kennisintegratie, appreciatie creërenten aanzien van andere eenheden en het be-lonen van communicatie en samenwerkingover de eenheden heen (Simsek, Heavey,Veiga & Souder, 2009; Yukl, 2009). Bijko-mend dienen deze eenheden zelf ook ambi-dextrous te worden. Enerzijds is dit omwillevan het structureel opgelegde teamworken anderzijds omdat deze teams als een be-langrijke bron van innovatie op organisatie-niveau en dus van een positieve organisa-tieprestatie worden beschouwd (Nemanich& Vera, 2009; Tempelaar, 2010).

OP TEAMNIVEAU: CONTEXTUELEAMBIDEXTERITY?

Het creëren van een exploiterende eenheidop organisatieniveau betekent voor eencultuurcentrum niet per definitie dat deandere eenheid of eenheden zuiver explo-rerend moeten zijn. Een eenheid kan opteamniveau nog steeds ambidextrous zijn.Nemanich en Vera (2009) omschreven ‘am-bidexterity’ in teams als “het vermogen omnieuwe mogelijkheden te exploreren terwijltegelijkertijd de bestaande worden geëx-ploiteerd”. Wij hanteren de volgende defi-nitie: “Een ambidextrous team is een team dat be-

Page 143: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

79

schikt over de gedrags- en cognitieve com-plexiteit om exploratie- en exploitatieacti-viteiten op een succesvolle manier op eenhoog niveau te bereiken.”De klassieke push-programmatie is qua ac-tiviteit eerder exploiterend, terwijl de par-ticipatieve pull-projecten en publiekswer-kingsactiviteiten in verhouding eerderexplorerend zijn van aard. Een verdere op-deling in een explorerend en exploiterendsubteam (structurele ambidexterity) lijkt hierminder effectief en efficiënt. Beiden pro-cessen zijn in hun uitvoering sterk verwe-ven en interafhankelijk, waardoor het wei-nig aangewezen is ze structureel uit elkaarte halen. Het opzetten van contextuele(geïntegreerde) ambidextrous teams dringtzich hier dus op. Het voordeel van zo’n am-bidextrous team is dat het de verschillendeideeën, expertise en kennis van diverse in-dividuen kan samenvoegen om zo exploi-tatie en exploratie in balans te brengen (Ble-dow et al., 2009).

PROGRAMMATORISCHEWEERSTAND

Uit onze interviews en gesprekken in cul-tuurcentra – Geel, Mol, Dilbeek, Ternat,Liedekerke... – blijkt dat deze balans niet al-tijd even makkelijk wordt gevonden. Zovertrekt een programmatieteam voor deopbouw van de programmatie en projectendikwijls nog te eenzijdig van de kunstenaar(push-benadering), eerder dan van de bur-ger. Zo’n team moet evenwaardig vertrek-

ken van lokale en regionale hefbomen omverenigingen, wijken en individuele burgerste ondersteunen in hun maatschappelijkegroei. Je behoudt de huidige kwalitatieveprogrammatie, maar voegt er een sterke co-creatieve en pull-benadering aan toe. Tot opvandaag is er binnen programmatieteamsnogal wat weerstand voor deze benadering.Er wordt niet enkel gevreesd voor het afkal-ven van de artistieke kwaliteit. Programma-toren voelen zich ook onvoldoendecomfortabel omdat ze niet over de ervaring,vaardigheden, methodieken en expertisebeschikken om burgers, verenigingen en ar-tiesten te betrekken, te begeleiden en te fa-ciliteren bij deze explorerende trajecten.Een stereotypering als “Wij zijn toch geensociaal opbouwwerkers” is een veelge-hoorde vorm van weerstand.

MENSELIJK KAPITAAL

De literatuur over ambidexterity, meer be-paald contextuele ambidexterity, meent datmenselijk kapitaal een deel van de oplossingkan zijn (Kang & Snell, 2009): de kennis, devaardigheden en het vermogen van indivi-duen. Dat kapitaal kan specialistisch of ge-neralistisch zijn (Turner, Maylor & Swart,2011; Turner & Lee-Kelley, 2012). Specialis-ten hebben kennis die dieper gaat en inge-bed en geïnvesteerd is binnen bepaalde zeerspecifieke kennisdomeinen (Kang & Snell,2009). Omdat specialisten eerder beschik-ken over en focussen op de verbreding vanspecifieke kennis binnen stevig afgeba-

Page 144: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

80

kende domeinen, concluderen Kang et al.(2009) dat zij meer focussen op exploita-tieactiviteiten. Generalisten van hun kantbeschikken eerder over polyvalente vaar-digheden met een breder repertoire aan mo-gelijkheden die multi-inzetbaar zijn in ver-schillende situaties. Daarom lijkengeneralisten eerder gefocust te zijn op ex-ploratie: ze kunnen zich inbedden in ver-schillende, brede domeinen en zijn dus instaat diverse en nieuwe kennis te vergaren. Programmatieteams bestaan vandaaghoofdzakelijk uit specialisten, hier en daaral aangevuld met een generalistische pu-bliekswerker. Het creëren van een ambidex-trous programmatie- en publiekswerkings-team betekent dus dat programmatorenmeer generalistische kennis en vaardighe-den moeten opbouwen, zonder aan speci-alisme in te boeten. Generalistische pu-bliekswerkers behouden dan weer hunpolyvalentie, maar vullen haar aan met spe-cialistische kennis en vaardigheden op hetvlak van cocreatie, die ze met het team kun-nen delen. Het opbouwen van ambidexterity wordt vol-gens wetenschappers gefaciliteerd door teinvesteren in training en het opbouwen vanvertrouwen in de relaties met teamledenen managers (Adler, et al., 1999: 48).Tushman en O’Reilly (1996) wezen op hetbelang van het creëren van een gedeelde cul-tuur en visie, en van ondersteunende enflexibele leiders.

CONCLUSIE

De service- en de burgerbeweging dwingencultuurcentra exploiterende en explore-rende activiteiten te integreren. Hierdoormoeten ze zich ambidextrous organiseren,waarbij ze een gerichte keuze moetenmaken tussen temporele, structurele ofcontextuele ambidexterity, zowel op orga-nisatie- als op teamniveau. Om exploitatieen integratie succesvol hand in hand telaten gaan, moeten integrerende mechanis-men (gedeelde visie en waarden, kennisin-tegratiesystemen…) ingevoerd worden enzijn gerichte investeringen noodzakelijk omhet menselijk kapitaal op elkaar af te stem-men en te laten groeien.

Met medewerking van de cultuurcentra West-rand (Dilbeek), De Werft (Geel), ’t Getouw(Mol) en De Ploter (Ternat), en het gemeen-schapscentrum De Warande (Liedekerke).

Page 145: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

81

Bibliografie

Aubry, M., and Lièvre, P. (2010), “Ambidexterity as a competenceof Project leaders: A case study from two polar expeditions” inProject Management Journal, 41, 3, p. 32-44

Bledow, R., Frese, M., Anderson, N., Erez, M., and Farr, J. (2009),“A dialectic perspective on innovation: conflicting demands,multiple pathways, and ambidexterity” in Industrial and Orga-nizational Psychology, 2, p. 305-337

Berghman, L. A. (2012), “Strategic Innovation in establishedcompanies: An empirical study of appropriate ambidexteritystrategies” in International Journal of Innovation Management,16, 1, p. 1-30

Bovaird, T. & Löffler, E. (2003). “Public Management and Gover-nance”. Routledge: London.

Chermack, T.J., Bodwell, W., and Glick, M. (2010), “Two strate-gies for leveraging Teams toward organizational effectiveness: sce-nario planning and organizational ambidexterity” in Advancesin Developing Human Resources, 12, 1, p. 137-156

Gibson, C.B., and Birkinshaw, J. (2004), “The antecedents, con-sequences, and mediating role of organizational ambidexterity”in Academy of Management Journal, 47, 2, p. 209-226

Goossen, M.C., Bazzazian, N. (2012), “The performance effectsof simultaneous and sequential exploration and exploitation”,Paper to be presented at the DRUID Academy 2012 On January19-21 at University of Cambridge /The Moeller Centre

Gupta, A. K., K. G. Smith, C. E. Shalley (2006), “The interplay be-tween exploration and exploitation” in Acad. Management , J, 4,p. 693–706

He, Z.-L., P.-K. Wong (2004), “Exploration vs. exploitation: Anempirical test of the ambidexterity hypothesis” in Organ. Sci.,15, 4, p. 481–494

Jansen, J. J. P. (2005), “Ambidextrous Organizations: A Multiple-level Study of Absorptive Capacity, Exploratory and ExploitativeInnovation, and Performance, to obtain his PhD at the Univer-sity of Rotterdam, p. 1-185

Jansen, J.J.P., Tempelaar, M.P., van den Bosch, F.A.J., and Vol-berda, H.W. (2009), “Structural differentiation and ambidexte-rity: the mediating role of integration mechanisms” inOrganization Science, 20, 4, p. 797-811

Kang, S.C., and Snell, S.A. (2009), “Intellectual capital architec-tures and ambidextrous learning: a framework for human re-source management” in Journal of Management Studies, 46, 1,p. 65-92

March, J.G. (1991), “Exploration and exploitation in organizatio-nal learning” in Organization Science, 2, 1, p. 71-87

Mom, T.J.M., van den Bosch, F.A.J., and Volberda, H.W. (2007),“Investigating Managers’ Exploration and Exploitation Activi-ties: The Influence of Top-Down, Bottom-Up, and HorizontalKnowledge Inflows” in Journal of Management Studies, 44, 6, p.910-931

Nemanich, L.A., Vera, D. (2009), “Transformational leadershipand ambidexterity in the context of an acquisition” in The Lead-ership Quarterly, 20, p. 19-33

Ou, A.Y., Peterson, S.J., and Waldman, D.A. (2012), “Organizatio-nal ambidexterity and firm performance: the role of CEO humi-lity”, Accepted for the Academy of Management Annual Meeting

Probst, G., Raisch, S. (2005), “Organizational crisis: The logic offailure” in Acad. Management Executive, 19, 1, p. 90–105

Simsek, Z., Heavey, C., Veiga, J.F., and Souder, D. (2009), “A ty-pology for aligning organizational ambidexterity’s conceptuali-zations, antecedents, and outcomes” in Journal of ManagementStudies, 46, 5, p. 864-894

Tempelaar, M. (2010), “Organizing for Ambidexterity: Studies onthe pursuit of exploration and exploitation through differentia-tion, integration, contextual and individual attributes”, to ob-tain his PhD at the University of Rotterdam, p. 1-169

Turner, N., and Lee-Kelley, L. (2012), “Unpacking the theory onambidexterity: An illustrative case on the managerial architectu-res, mechanisms and dynamics” in Management Learning, 0, 0,p. 1-18

Turner N., Maylor H. and Swart J. (2011), “Ambidexterity-as-Practice: Understanding the Role of the Manager in IT-ServicesProjects”, Presented at the OLKC 2011 Conference, Hull, UK

Tushman, M.L. and C. A. O’Reilly. (1996), “Ambidextrous Orga-nizations: managing evolutionary and revolutionary change” inCalifornia Management Review, 38, 4, p. 8-30

Verlet, D. & De Schepper, G. (2010). “Over efficiëntie en effecti-viteit van de Vlaamse overheid. Een stand van zaken uit de prak-tijk: over kiezen en keuzes beminnen”. Studiedienst van deVlaamse Regering en Departement Bestuurszaken.

Page 146: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

T R E N D W A T C H E R S A A N H E T W O O R D

C U LT U U R F U T U U RT O M P A L M A E R T S E N E L L E N A N T H O N I

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

Wat is de toekomst van cultuurcommunicatie?Eerlijk? Geen idee. Wij zijn nochtans trendwatchers.En de toekomst... zijn ze daar dan mee bezig in deculturele sector? Het beeld dat cultuurcommunicatiebij ons oproept zijn folders, flyers, saaieFacebookpagina’s en dito nieuwsbrieven. Hoewel desector de creatieve medemens in de spotlight plaatst,zijn we door communicatie uit die hoek nog niet vaakvan onze sokken geblazen. Terwijl dat is wat je moetdoen vandaag de dag. Zijn ze te lang gepamperd metsubsidies? Verliezen ze te veel tijd met vergaderen en bestelbons invullen? Zijn ze te veel gericht op hunprogrammatie en te weinig op hun publiek? Deanalyse van de huidige situatie laten we aan decultuurcentra over. Wij fantaseren even over eenmogelijke toekomst.

Page 147: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

83

EEN MENSELIJKE AANPAK

Communicatietools zijn de afgelopen tienjaar enorm veranderd. In 2004 bestond You-Tube nog niet. Facebook was een jaar bezig,maar in België wachtten we tot 2008 voorwe daarop sprongen. Een viertal jaar wasFacebook alleenheerser voor dagelijksepeer-to-peer communicatie. Een sociaalnetwerk waar bedrijven consumenten in eenvertrouwde omgeving konden ontmoeten,gratis en voor niets! Bedrijven en organisa-

ties stortten zich massaal op Facebookmar-keting. En in december 2013... bam...Facebook verandert de algoritmes die bepa-len wat er in news feeds verschijnt en het be-reik van bedrijvenpagina’s daalt met 90%.Eén druk op de knop en alle social mediamarketeers zaten met hun handen in hethaar.Wat we hiermee willen zeggen: focus nietop de kanalen. Tegen de tijd dat mensen eenhandleiding kunnen schrijven over een net-werk, is het netwerk ofwel ‘out’ ofwel zijnde regels aangepast. Op vijftien jaar tijdevolueerden we van bedrijfsgestuurde com-municatie via klassieke mediakanalen naarmultichannel consumentgerichte communi-catie, waarbij de kanalen voortdurend ver-anderen. Paniek en opwinding rond nieuwemedia leidden ons stilaan af van waar het

rond draait in de communicatiesector:mensen warm maken voor je product. Watdat product is, dat weten de meeste orga-nisaties wel. Maar die mensen, wat willenzij eigenlijk?

Het expertisedomein van Trendwolves zijnjongeren. Wij bestuderen jongeren van 12tot 30, een grote groep, die aspirationeel isvoor zowel oudere als jongere generaties.Daarnaast zijn ze de consumenten van

morgen. We brengen sociaal-cultureletrends in kaart en krijgen zo een zicht opwaarden en gedrag die voor marketing enstrategie interessant zijn. De culturele sec-tor heeft een product dat de tijdsgeest re-flecteert. Ten slotte houden creatieven desamenleving een spiegel voor en is de cultu-rele sector het platform dat hen onder-steunt en voor exposure zorgt.Communiceren in de sfeer en met de krachtvan dat product is een hele uitdaging. En-kele trends zijn interessant om mee aan deslag te gaan.

GUTS & DRIVE

We merken dat het klimaat van crises enweggevallen zekerheden een hang naar

( De culturele sector heeft een product dat de tijdsgeest reflec-teert. Ten slotte houden creatieven de samenleving een spiegelvoor en is de culturele sector het platform dat hen ondersteunten voor exposure zorgt.

Page 148: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

ruwheid met zich meebrengt. Het is knok-ken voor een job, een betaalbare woon-plaats, een plek in de maatschappij.Verschillende systemen van onze be-schaafde samenleving hebben gefaald. Derealiteit is rauw en een overlevingsmenta-liteit is noodzakelijk om het te halen. Con-sumenten kijken op naar vechters. Naarbedrijven en organisaties die lef hebben, dieeen statement durven maken en tegen deschenen durven schoppen. Mensen appre-ciëren een maatschappijkritische houdingen daadkracht in rebellie. Guts & drive zijneigenschappen die respect afdwingen. Eenkrachtig verhaal dat doorsijpelt in alles watje doet, is de basis voor succesvolle commu-nicatie.

HET VERSCHIL

Wat dat statement moet zijn, is afhankelijkvan je organisatie. Maar idealiter verwijsthet naar de maatschappelijke relevantievan de organisatie. Consumenten zijn goedgeïnformeerd en kritisch. In de economi-sche realiteit van vandaag de dag stellen zezich vragen bij het maatschappelijke nutvan bedrijven, organisatie, events... Alleskost geld en moeite, en beide zijn eenschaars goed dat maar beter verstandigwordt ingezet. Consumenten verwachtendat een organisatie sociale verantwoorde-lijkheid opneemt. Het begint met in kaartte brengen wat de context van je organisa-

84

tie is. Wat zijn de behoeftes van jepubliek? Hoe spelen andere orga-

nisaties in op die behoeftes? En waar kun-nen jullie het verschil betekenen? Streefernaar een organisatie te zijn met impact.Een organisatie die binnen een netwerk vanandere organisaties mee de sfeer in een stadof regio bepaalt.

OPEN & ECHT

Een volgende voorwaarde voor een succes-volle strategie is openheid. Consumentenzijn wantrouwig, ook ten opzichte van or-ganisaties die hun strepen verdiend heb-ben. De culturele sector heeft geenwinstoogmerk, maar kampt met vooroor-delen rond bijvoorbeeld vriendjespolitiek.Het web 2.0 faciliteert een review-cultuurwaarin geen enkele organisatie beschermdis tegen kritiek. Vertrouwen uitstralen doeje door transparant te zijn over je doelstel-lingen en werking. Dit betekent niet datalles wat je doet perfect moet zijn, allesbe-halve. Een authentieke organisatie maaktfouten. Het is een kwestie van eerlijk te rea-geren op de kritiek daarop.

BETREK DE CROWD

Een transparant merk creëer je door com-municatie enerzijds en door je publiek tebetrekken bij beslissingen anderzijds. Con-sumenten van vandaag de dag zijn geëman-cipeerd. Ze hebben toegang tot kennis eninformatie, en ze hebben een oordeel over

( Guts & drive zijn eigenschappen die res-pect afdwingen. Een krachtig verhaaldat doorsijpelt in alles wat je doet, is debasis voor succesvolle communicatie.

Page 149: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

85

hoe de dingen moeten verlopen. Als je hengeregeld naar hun mening vraagt en betrektbij activiteiten, zoals de programmatie ofevenementen, vergroot je je geloofwaardig-heid. Laat je niet teleurstellen. De groepconsumenten die van de mogelijkheid totcocreatie daadwerkelijk gebruik maakt, isklein. De idee dat het kan, betekent voor demeesten genoeg.

BRINGING THE MESSAGE

Als je je eenmaal hebt gepositioneerd in hetmaatschappelijke landschap en overtuigdbent van je verhaal, begint het communi-catietraject. Alle organisaties en bedrijvenvechten om aandacht en roepen om terluidst, en het vrijetijdsaanbod is enorm. Debehoeften van het publiek zijn divers en deverwachtingen zijn hoog. Waar het op aan-komt is je te onderscheiden van de rest,met een innovatieve, verrassende aanpak.Werk een strategie uit from scratch.Nieuwsbrieven krijgen geen aandacht inovervolle mailboxen. Programmablaadjes

gaan de vuilbak in. Vertaal je statementnaar een eigenzinnige boodschap die trig-gert, uitdaagt, engagement uitlokt. Bouw

daar een strategie rond die vanuit de buikvan de organisatie komt en recht naar hethart van het publiek gaat.

MULTICHANNEL

In je zoektocht naar een campagne die zoweinig mogelijk kost en zo veel mogelijk be-reik heeft, kom je waarschijnlijk uit bij socialmedia marketing. Een tijdrovende bezig-heid. Het cruciale verschil met traditionelemedia is dat je engagement moet tonen opsociale media, want je treedt er in dialoogmet je publiek. Consumenten verwachteninformatie op de kanalen waar zij vertoevenen willen binnen de dag een reactie op hunvragen, reviews, commentaar. Je moet up-to-date blijven met de voortdurend veran-derende mediakanalen, voldoende aanwezigzijn op alle relevante kanalen, frequent pos-ten en daarnaast alle reacties monitoren.Zoek uit wat er gezegd wordt. Kijk wie watzegt en waarop je het eerst moet reageren.Stel je prioriteiten: invloedrijke stemmenverdienen extra aandacht.

SHARING

Het voordeel van socialemedia is dat je er virale cam-pagnes mee kan doen en zomet een kleine investering

veel resultaat kan boeken. We zijn de afge-lopen vijf jaar terechtgekomen in een selfiedriven-wereld, waar we behoorlijk ver ge-

( Laat je niet teleurstellen. De groep consumen-ten die van de mogelijkheid tot cocreatie daad-werkelijk gebruik maakt, is klein. De idee dathet kan, betekent voor de meesten genoeg.

Page 150: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

gaan zijn in de zelfpromotie enhet gebruik van sociale netwer-ken om ons te binden met bekenden en on-bekenden. In 2008 hebben we metTrendwolves ‘I am what I share’ naar vorengeschoven als een van de belangrijkstetrends voor de volgende tien jaar. Momen-teel zien we een terugval van het maniakaledelen op social media. Onder invloed vanhet bewustzijn rond privacy vond er eenverschuiving plaats van ‘I am what I share’naar ‘I am what I hide’. De echt belangrijkezaken in het leven delen we niet. Of zekerniet op het moment zelf. Misschien delenwe het wel #latergram: “Liefde is: je gsmuitzetten als je bij elkaar bent.” De opper-vlakkigheid van social profiling en onlineimagebuilding veroorzaakte een mentali-teitsverandering. De focus ligt nu meer opopiniërende content. Er treedt een soortvan nieuwe bescheidenheid op. Opinies engoede doelen worden makkelijker gedeelddan stoeferige selfies. Vertel een verhaal. Trekde aandacht op wat relevant is. Steun el-kaar. En wees vooral niet te ijdel.

ON THE GO

Een trend in de communicatie die je nietuit het oog mag verliezen is de massaleovergang naar mobiel internet. Mensen zijn‘always on the run’. Mobiel internet past bijde nomadische levensstijl van consumen-ten van vandaag. Mobiel internet maakt ge-bruik van informatie in real time en maaktlocatiegebonden reclame mogelijk. Hier-

86

door kan je berichtgeving personaliseren.Perfect voor wanneer je de consumentmoet ‘pakken’. Consumenten zijn hongerignaar informatie, maar willen enkel infor-matie ontvangen die relevant is voor hen.In een aantrekkelijke vorm en op het devicedat ze op dat moment vasthebben.

VISUEEL VERPAKT

Studies tonen aan dat mensen slechts 20%onthouden van wat ze lezen. 83% van watje leert, gebeurt visueel. De populariteit vanvisuele sociale netwerken zoals Instagram,Pinterest en Tumblr bewijst de emotionelekracht van beelden. Op een gelijkaardigemanier vertellen video’s op een krachtigeremanier dan woorden, en creëren ze een gro-ter engagement bij de consument. Drogedata wordt in infographs gegoten, ingewik-kelde processen in animated video’s. Wehebben een kortere aandachtsspanne enaantrekkelijk beeldmateriaal is hiervoor deoplossing. En het werkt pas echt goed alshet beeldmateriaal gemaakt is door het pu-bliek.

BEAUTY IS IN THE EYE OFTHE BEHOLDER

Stilistisch is er veel mogelijk. Je onder-scheidt jezelf door de regels aan je laars telappen. De toegepaste kunsten waren lange

( Vertaal je statement naar een eigenzin-nige boodschap die triggert, uitdaagt,engagement uitlokt.

Page 151: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

87

tijd onderworpen aan technische en esthe-tische regels. Maar sinds elke huismoederhaar eigen blog heeft en elke retailer zijneigen folders maakt, zien we een rebelse re-actie vanuit de grafische vormgeving. Erwordt op los geëxperimenteerd met stijlen,referenties, kleuren, patronen. Jonge ont-werpers maken websites, video’s, flyers enprints die pijn doen aan de ogen. Het resul-taat is brute, intuïtieve vormgeving dieonaf en slecht gemaakt lijkt, maar wel alscool bevonden wordt. Trashy is classy.

THE POWER OF THE PEOPLE

Communiceer op een manier dat zowel hetpubliek als de performers, muzikanten,kunstenaars, schrijvers, ontwerpers zicherin herkennen. Want die bende engagerenis waar het uiteindelijk om draait. In hoog-technologische tijden wordt het menselijkeaspect vaak over het hoofd gezien. Communicatiestrategieën worden beoor-deeld op basis van het aantal clicks innieuwsbrieven en likes op Facebook. Terwijl‘the-word-of-mouth’ nog altijd het bestewerkt. Zeker voor communicatie rond vrij-etijdsbesteding en in een lokale context.Activeer alle netwerken die gelinkt zijn aanje activiteiten. Communiceer niet naarhen, maar connecteer met hen. En connec-teer hen met elkaar. Breng mensen samen,online of offline, bouw een community enlaat die community het enthousiasme rondje organisatie verspreiden.

PIEKEN EN DALEN

En wat is dan het resultaat van al je moeite?Bij digitale communicatie valt dat eenvou-dig te meten. De meeste social media-kana-len en websites hebben hun eigenanalytics-systeem dat het bereik kwantifi-ceert in aantal views, shares, retweets, likesenzovoort. Maar vergeet dus ook niet deniet-kwantificeerbare communicatie te be-oordelen. Inzicht in het succes van campag-nes en acties heb je nodig om jecommunicatie en strategie voortdurendaan te passen. Het is belangrijk als organi-satie flexibel te zijn en te wennen aan eenveranderende omgeving en publiek. Laat jeniet afschrikken door pieken en dalen. Hethoudt je scherp.

EN DUS...

Relaties opbouwen met je publiek is nieteenvoudig. Het grootste voordeel van deculturele sector is de aard van het product.De emotionele binding met een cultureleactiviteit maakt intrinsiek deel uit van debeleving. En je brengt een product gemaaktdoor creatieve influencers, een groep die in-spireert en meestal een goede voeling heeftmet wat er leeft in de maatschappij. Con-centreer je op alle stakeholders van je acti-viteiten. De makers, het publiek en alleandere betrokkenen. Maak hen warm voorwat je doet, op een krachtige en open ma-nier, anders dan de anderen. Beteken hetverschil. En wees bereid om elke dag op-nieuw bij te sturen. Want de wereld is ineen constante staat van verandering.

Page 152: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

D E A R C H I T E C T E N A A N H E T W O O R D

M E E S T E R L I J K E A RC H I T E C T U U R P L A N N E N

Carlos Arroyo Dawid Strebicki

Ze mogen dan al uit Spanje of Polen komen, voor Carlos Arroyo en DawidStrebicki zijn Vlaanderen en de Brusselse Rand geen onbekenden. Dawidwoonde jarenlang in Gent en Carlos schudde de mooie en opvallendemuziekacademie in Dilbeek uit zijn mouw. Wij brachten beide architectensamen rond de tafel: omdat Carlos de architectuur van Westrand Dilbeekmoet aanpassen aan de 21ste eeuw en Dawid in de weer is met het masterplanvoor de gemeente Strombeek en haar cultuurcentrum.

T E K S T : E R I C A D A M S

Page 153: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

89

TROTS

Veertig jaar geleden waren Westrand en Strom-beek pioniers in Vlaanderen, maar wij vroegenons af of cultuurcentra ook in Polen en Spanjegemeengoed zijn.Carlos: “Spanje heeft een heel andere poli-tieke achtergrond (dictator Franco overleedpas in 1975, in 1978 kreeg het land opnieuween democratische grondwet, red.). Er zijnwel culturele centra, maar uniek in Vlaan-deren is dat jullie toch wel heel erg focussenop ‘ontmoeting’. Daardoor zijn de centrazowat een verlengstuk van wat er thuis bijde mensen gebeurt. In Spanje is alles for-meler, met een officieel sausje overgoten.”Dawid: “Voor mij is het moeilijk vergelij-ken. Ik heb Polen op mijn tiende verlaten,heb 15 jaar in Nederland gewoond en bendan naar België verhuisd. Ander-half jaar geleden ben ik naarPolen teruggekeerd, eerder omeconomische dan om emotio-nele redenen. Ik ken de situatiein Polen dus niet zo heel goed.We werken nu wel samen meteen cultuurcentrum daar, en eigenlijk is desituatie vergelijkbaar met die van Strom-beek, al gaat het wel over een stad van600.000 inwoners. Vanwege de huidige eco-nomische situatie zie ik het nog niet directmogelijk om een centrum als dat vanStrombeek te bouwen in een gemeente vanpakweg 35.000 tot 40.000 inwoners.”Carlos: “In Spanje is de groei van cultuur-centra gelinkt aan de explosieve groei vande vastgoedsector. Bouwpromotoren moe-ten tien procent van de waarde van hun

project aan de gemeente schenken. Datgeld stopt die in scholen of cultuur. Maar integenstelling tot Vlaanderen zit daar geenecht beleid achter, en ook nu nog ontbreekteen echte visie.” Dawid: “Het beleid achter de cultuurcentrahier is ongetwijfeld essentieel. Op foto’s uitde beginperiode kun je goed zien dat het fe-nomeen een reële impact had. Veel is ookgratis, soms ook grote producties. Zoiets istoch wel echt uitzonderlijk op Europees ni-veau. En centra van dit kaliber op lokaalvlak vind je nergens anders in Europa. Daarmogen jullie echt wel trots op zijn. Het isoverigens opvallend dat zowat overal in Eu-ropa bibliotheken vandaag de dag de enigepublieke ruimtes zijn waar je niet hoeft tebetalen.”

Carlos: “En ook dat principe staat onderdruk. Dat is een onrustwekkende evolutie.”

BRUSSEL, VLAKBIJ EN TOCHVER WEG

Strombeek ligt tegen Brussel aan, maartoch komt maar tien procent van de bezoe-kers aan het cultuurcentrum uit de hoofd-stad. Ongeveer de helft komt uit Strombeeken Grimbergen, 40% van elders in Vlaande-

( Centra van dit kaliber op lokaal vlakvind je nergens anders in Europa. Daarmogen jullie echt wel trots op zijn.

Page 154: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

ren. Veel Vlamingen gaan niet naar dehoofdstad omdat het daar soms moeilijkparkeren is en omdat velen een beetje bangzijn van Brussel. Daarom komen ze vaak lie-ver naar de Rand: Strombeek en Dilbeekzijn goed bereikbaar via de autosnelweg.Ook het aanbod is verschillend: sommigetoneelgroepen kunnen niet op Brusselsepodia terecht, wel in Westrand en Strom-beek. De Brusselse cultuurscène is experi-menteler, meer op productie gericht,terwijl dat geen kerntaak is voor cultuur-centra.

Dawid: “De centra draaien op volle toerenen trekken veel volk aan, maar ik vraag meaf of het op termijn houdbaar is dat ge-meenten zoals Dilbeek of Grimbergen cul-tuur organiseren voor grotere regio’s.Westrand en Strombeek hebben ook de am-bitie een dam op te werpen tegen de ver-fransing vanuit de hoofdstad. Maar in depraktijk is de demografische situatie vanStrombeek perfect vergelijkbaar met dievan Brussel. Er is een belangrijke taak omeen multicultureel publiek aan te spreken.Nu is de programmatie nog bijna exclusiefVlaams.”“Er is op dit ogenblik een clash aan de gangtussen mensen voor wie grenzen niet meerbestaan en anderen die heel erg op traditie

90

blijven focussen. Dat vertaalt zich in poli-tieke keuzes. Het beïnvloedt ook de archi-tectuur, zoals in Antwerpen, waar debouwmeester wandelen werd gestuurd. InPolen is er een ruk naar rechts aan de gang,en die politici hebben een heel eigen visieop wat ‘goede kunst’ is. In Vlaanderen be-staat het risico dat politici alles weer‘Vlaams’ willen houden, terwijl de realiteitop straat heel anders is. Anderzijds is hetnatuurlijk ook wel belangrijk dat we wetenwaar onze cultuur vandaan komt. OokBrussel is volop aan het evolueren, en de

opmars van het Engels lijkt on-stuitbaar. Mensen die nu naarBrussel komen, zeggen niet meerdat ze Frans of Nederlands nodighebben, maar Engels.”Carlos: “Het Engels is natuurlijkhandig om elk conflict tussen Ne-

derlands en Frans uit te schakelen. Het isfascinerend hoe taal hier in Vlaanderen cul-tuur beïnvloedt, in vergelijking met andereplekken. Die taalkwestie is heel vreemd,net zoals het feit dat politieke partijen metcompleet verschillende ideologieën elkaarvinden in de taal.”

OPENHEID

Zouden jullie een andere architectuur hanterenmochten jullie Westrand en Strombeek van nulmogen heropbouwen, zodat die een invloed kanhebben op de omgeving en iets in beweging kanbrengen? De gebouwen nu zijn opgevat als eenkasteel en nogal naar binnen gericht.

( Er is een belangrijke taak om een multi-cultureel publiek aan te spreken. Nu isde programmatie nog bijna exclusiefVlaams.

Page 155: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

91

Dawid: “Migranten die vandaag voor We-strand of Srombeek staan, beseffen vaakniet dat je deze ‘kastelen’ gewoon kan bin-nenstappen. Strombeek is inderdaad nogalin zichzelf gekeerd, iets wat in de toekomstzou moeten veranderen. In het masterplanwillen we het plein voor het cultuurcen-trum autovrij maken en het zo omvormendat het uitnodigend werkt om binnen testappen. Het gebouw mag van mij best vrij-staan, in het midden van een plein: nukleeft het aan de achterzijde tegen eenstraat vol rijhuizen aan. Zo kan het makke-lijk bezoekers aanzuigen.”Carlos: “Ik hou wel van de continuïteit tus-sen een cultuurcentrum en het stadsweef-sel eromheen, als een verlengstuk van het

huiselijke leven. Volgens mij biedt dit zekereen meerwaarde. Het centrum en de bibli-otheek via een straat verbinden is ook eengoed idee. In Westrand gebeurt dat boven-dien intern, er loopt een soort overdektestraat door het gebouw die je bijvoorbeeldnaadloos van de bibliotheek naar de thea-terzaal brengt.”Dawid: “In Gent heb je de Zwarte-Zuster-straat die tussen de architectuurafdeling ende kunstacademie van Sint-Lukas loopt.Daar zit tot ’s avonds laat volk op straat als

het mooi weer is. Die straat trekt ook men-sen aan die niet in de eerste plaats voorkunst komen. Zo betrek je hen toch bij water allemaal gebeurt.”Carlos: “Ook de bar kan die rol vervullen ende toegang tot cultuurcentra vergemakke-lijken. Hier heeft elk cultuurcentrum weleen bar, wat in Spanje bijvoorbeeld zekerniet het geval is. Er is meestal ook geen deurals afscheiding. Spreek met iemand af aande ingang en je komt automatisch aan detoog terecht!”

OVERLEG EN FLEXIBILITEIT

Omdat Brussel uit zijn voegen barst, zoekensteeds meer mensen hun heil in deRand. Dat zorgt ook voor extra drukop de voorzieningen in bijvoorbeeldWestrand en Dilbeek: scholen, cul-tuurcentra… Moet de bestaande in-frastructuur volgens jullie wordengedeeld om haar zo optimaal moge-lijk te gebruiken? Is dat iets waar

ook architecten in de toekomst rekening meemoeten houden ? Moet alles multifunctionelerworden?Dawid: “Samenwerken maakt altijd ster-ker, alleen mag het niet te veel administra-tieve rompslomp met zich meebrengen.Multifunctionaliteit eindigt altijd ergens:op twintig jaar tijd kan er veel veranderen,en de structuur van het gebouw moet zichdaaraan kunnen aanpassen. Maar zich da-gelijks aanpassen aan voortdurend veran-derende situaties is misschien wat te veel

( Ik hou wel van de continuïteit tusseneen cultuurcentrum en het stadsweefseleromheen, als een verlengstuk van hethuiselijke leven.

Page 156: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

gevraagd. Een gebouw kan niet exclusief uitpolyvalente zalen bestaan.”Carlos: “Je moet op voorhand duidelijk ma-ken voor welke doeleinden bepaalde ruim-tes gebruikt kunnen worden: vergaderruim-tes bijvoorbeeld, akoestische ruimtes,lounges waar je kan lezen, computerlokalenenzovoort. In de commerciële sector kun-nen werknemers soms van het ene naar hetandere lokaal in een bedrijf switchen, eneen kantoor bestaat vaak gewoon uit eenstekker waar ze telefoon en computer kun-nen inpluggen. In Nijvel is er en kantoor-gebouw waar 25 procent oppervlakte be-spaard werd, en werknemers zijnbovendien veel gelukkiger omdat iedereenover zowat alles kan beschikken. Als hetgoed wordt beheerd, heeft het zeker eenmeerwaarde.”“Een ander voorbeeld: in Wenen is er eengebouw voor co-housing waar ook een kin-derdagverblijf is en een theaterzaal. En eengemeenschappelijke keuken en eetruimte.Je kan er dus voor twintig mensen koken,als het je verjaardag is bijvoorbeeld. Essen-tieel is dat je online kan reserveren. Ge-meenschappelijke ruimtes delen als je met150 bent is niet makkelijk, maar met detechnologie van vandaag is veel mogelijk.”

Kan een architect druk op de ketel zetten omdingen te veranderen? Dawid: “Niet echt, mensen moeten het ge-voel hebben dat iets nodig is. Als ze jouwidee niet leuk vinden of er niet in geloven,dan zullen ze er geen gebruik van maken.”

92

Carlos: “Ik geloof sterk in overleg. Niet datje mensen moet vragen hoe iets er preciesmoet uitzien, daar hebben ze meestal geenidee van. Maar je moet je werk wel be-spreekbaar maken, waardoor goede sugges-ties naar boven kunnen komen en iedereenook achter het eindresultaat kan staan.”

Moet architectuur dingen makkelijker maken,of mag het integendeel een beetje wringen? Carlos: “Voor een architect is het makkelijkom dingen moeilijk te maken. Architectuuris heel traag; er moet een beslissing wordengetroffen, het gebouw moet worden opge-trokken... Dat neemt jaren in beslag. Somsis de maatschappij intussen veranderd. Alsde architectuur te rigide is, dan belet je demaatschappij om te evolueren. Woonhui-zen zijn daar een goed voorbeeld van: ze zijnontworpen voor een bepaald type gezin. Inhet verleden hebben we vaak geprobeerdom de architectuur aan te passen aan demanier van leven van de mensen, maar datis niet altijd goed gelukt. In de praktijk ver-anderen mensen van leefwijze, maar blijftde architectuur onveranderd. Waardoor hetweer niet makkelijk is om zomaar van le-vensstijl te veranderen. Ons stadsweefselberust nog altijd op een structuur vanwooneenheden waar er wel altijd iemandthuis was, terwijl veel gezinnen nu uittweeverdieners bestaan. En er dus ook pro-blemen ontstaan om kinderen in die struc-tuur in te passen en op te vangen. Hetbelangrijkste doel van architectuur moetzijn dat ze veranderende levenswijzen mo-gelijk maakt. Multifunctionaliteit past na-

Page 157: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

93

tuurlijk ook in dat plaatje.”“Die flexibiliteit moet ook zichtbaar zijn: jemoet weten dat het gebouw aanpasbaar is.

Pilaren en buizen zijn daarom belangrijk ineen gebouw: als het gebouw later wordtaangepast aan nieuwe noden, mogen pila-ren niet in de weg staan. Voor buizen moetin voldoende plaats worden voorzien, dewanden en de bekabeling in een ruimtemoeten verplaatsbaar zijn.”Dawid: “En het moet allemaal zo simpelmogelijk zijn, vaak kost alles nu nog te veelmoeite. Efficiëntie boven alles.”

PRONKSTUK?

Moet een gebouw een kunstwerk zijn? Een ge-kend voorbeeld is het Guggenheim in Bilbao.Veel mensen bezoeken de stad om het gebouwte zien en stappen het museum vaak niet eensbinnen.Carlos: “Alles wat we doen, moet eenkunstwerk zijn. Maar dat geldt ook voormijn agenda, die een mooi designvoorwerpis. Wat onze levens beheerst, moet ook in-spirerend zijn.”Dawid: “Je moet het gevoel krijgen dat ietsdeel kan gaan uitmaken van je dagelijkseleven, dan zit het goed.”

Carlos:“Het Guggenheim is een pronkstuk,maar het concept heeft zijn limieten. Velesteden probeerden iets vergelijkbaars uit de

mouw te schudden, veelal zondersucces. Ik was betrokken bij debouw van een opera annex con-grescentrum in de buurt van hetGuggenheim. Een opera met 2500zitplaatsen en een apart gebouwvoor de filharmonie, maar wel veel

minder duur dan het Guggenheim: enkel alde gevel in titanium van het Guggenheimwas even duur als de volledige opera en hetcongrescentrum samen.”Dawid: “Wiels in Vorst is een voorbeeld vaneen goed concept. Het restaurant is op degelijkvloerse verdieping en tickets koop jeergens achteraan in het gebouw. Dat verge-makkelijkt de toegang, ik denk dat het ookeen positieve invloed heeft op de buurt.”

MASTERPLANNEN

Terug naar de masterplannen voor Westrand enStrombeek: hoe gaan jullie te werk, wat willenjullie er precies mee bereiken?Carlos: “We proberen vooruit te kijken,maar ook goed te doorgronden wat er alle-maal gebeurt op dit ogenblik en daar eenantwoord op te formuleren. De grote uitda-ging bestaat erin het gebouw daaraan aante passen. We moeten een lijst opstellen vanwat we allemaal kunnen doen, en criteriadie ervoor zorgen dat alles op een coherentewijze in praktijk wordt omgezet.”

( Het belangrijkste doel van architectuurmoet zijn dat ze veranderende levens-wijzen mogelijk maakt.

Page 158: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Dawid: “We moeten ervoor zorgen dat allesbeter wordt. Gedurende dertig jaar veran-derde er niets, maar alles wordt ouder engaat stuk. We proberen te achterhalen wat erin de toekomst kan gebeuren, maar kijkenook aandachtig naar wat er nu gebeurt, ooknaar wat er in andere steden, gaande is.”Carlos: “Cultuur heeft niet enkel te makenmet het tentoonstellen van schilderijen.Ook het groen op de ontmoetingsplekkenis cultuur, of het houden van bijen bijvoor-beeld. Alleen moet je voor dat laatste opzoek gaan naar een geschikte plek. Verderwillen we met het masterplan activiteitenop het voorplan brengen en zichtbaardermaken. Kantoren verschuiven dan weernaar de achtergrond.”Dawid: “Een voordeel voor architecten vannu is dat we de stad niet meer helemaalmogen platleggen, maar dat we van iets be-staands moeten uitgaan. Dat maakt hetmakkelijker. Omdat het aanpassen van eencultuurcentrum makkelijk tien jaar kanduren, moet de architect ook goed overeen-komen met de bouwheren.”

Wat zijn de grootste problemen waar jullie alsarchitecten van Westrand en Strombeek mee ge-confronteerd worden?Carlos: “In Westrand is dat ongetwijfeldhet klimaat. Veertig jaar geleden was ener-gie geen probleem, nu loopt de factuurhoog op. Een deel van het masterplan fo-cust daarop, en dat is een echte uitdaging:de originele architectuur van het monu-ment vrijwaren en het gebouw toch eengoede klimaatregeling meegeven.”

94

Dawid: “In Strombeek moet er veel onder-handeld worden omdat er veel mensenrond de tafel zitten en het masterplan meerbehelst dan het cultuurcentrum alleen. Naelke vergadering moet iedereen met eengoed gevoel naar huis kunnen terugkeren.Dat is niet altijd makkelijk.”

Page 159: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

95

De masterplannen in een notendop

D A W I D S T R E B I C K I

“We willen een centrumgebied creëren dat zijn directeomgeving dient. Met twee centrale pleinen waar de

meeste publieke functies onderdak hebben gevonden: het meer historische Sint-Amandsplein met de school,het klooster en de kerk, en het meer recente Gemeente-

plein met het cultuurcentrum, de muziekacademie en de bibliotheek.”

C A R L O S A R R O Y O

“De activiteiten in het cultuurcentrum moeten op devoorgrond komen, zodat wie Westrand binnenstapt

mensen kan zien dansen bijvoorbeeld. We behouden ookde interne straat die verschillende activiteiten naadloos

met elkaar verbindt. Dat past ook in een visie waarin cultuur een verlengstuk wordt van het huiselijke leven.”

Page 160: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

D E D I R E C T E U R S A A N H E T W O O R D

E E N S PA N N E N D K A N T E L M O M E N T ?

4 0 J A A R C C S T R O M B E E K E N W E S T R A N D )(

De voorbije decennia passeerden in dit boek de revue en de aangezochtegesprekspartners kregen hun zeg over de jaren die komen. Het is nu aan hetbestuur, de directie en de ploeg medewerkers om de uitdagende, prikkelende,waarschuwende... woorden om te zetten in daden. Wat is de twee directeurs vooral bijgebleven uit de verschillende gesprekken enessays? Wat zien zij als prioriteiten in het lange lijstje van aandachtspunten dieworden geformuleerd? Hebben ze al stappen gezet of ideeën in hun hoofd dieze snel ten uitvoer willen brengen? Wat zijn de wetten en praktische bezwarendie eventueel tussen droom en daad zouden kunnen staan?

T E K S T : M I C H A Ë L B E L L O N

Fred Gillebert Wim Meert

Page 161: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

97

Maar om te beginnen staan we even stil bij delof die verschillende gesprekspartners zwaaidenover wat Westrand en Cc Strombeek de voorbijeveertig jaar gerealiseerd hebben. Dat was eenopvallende rode draad.Fred Gillebert: “Als ik mij probeer voor testellen hoe dat veertig jaar geleden moet ge-gaan zijn – dat een gemeente beslist omwars van weerstanden en op basis van eengrondige studie zo’n gebouw als Westrandneer te laten zetten door een vooraan-staand architect – dan vind ik dat ongeloof-lijk straf. Dat moet wereldschokkendgeweest zijn. In de veertig jaar die zijn ge-volgd, waren er verschillende ijkpunten.Westrand en Strombeek zijn pioniers ge-weest, bijvoorbeeld als het erop aankwameen aanbod te creëren voor de jeugd. Mis-schien kunnen we die pioniersrol nu op-nieuw op ons nemen.”

Wim Meert: “Het is goed dat je met dat po-sitieve verhaal begint, want daarmee leg jeeigenlijk ook een beetje devinger op de wonde. Met water in de discussies in dit boekallemaal besproken is, ben ikhet meestal volmondig eens:we hebben een schitterendtraject afgelegd en we moetenzorgen dat we dat in de toekomst blijvendoen. Maar we merken wel dat we op hetvlak van de beschikbaarheid van ruimtes,financiën en personeel aan onze limiet zit-ten. En dat is zacht uitgedrukt, want eigen-lijk staat het water ons aan de lippen. Weprogrammeren al heel veel, en bieden daar-

naast met onze regionale receptieve wer-king ruimte voor de verenigingen. Het is devraag hoe we al die nieuwe inzichten dieons in de gesprekken en teksten wordenaangeboden gaan implementeren. Ik on-derschrijf de inzichten en ze liggen trou-wens in de lijn van de missie- en visieont-wikkeling waarmee we in Cc Strombeek alin 2012 zijn begonnen, maar we zullen daar-voor ruimte moeten maken. Letterlijk,maar ook financieel en op het vlak van per-soneel.”

DE UTOPIE EN DE REALITEIT

We zitten inderdaad op een kantelmoment. Datjullie niet zondermeer kunnen voortdoen zoalsjullie bezig zijn, blijkt ook uit problematiekendie jullie zelf ervaren. Maar wat zie je zelf vanuitje directeursfunctie als de grootste prioriteit, ofals het krachtigste besluit dat je kan trekken?

Fred Gillebert: “Dat is meteen een moei-lijke vraag. De gesprekken geven in iedergeval eens te meer aan dat we een span-nende tijd beleven. Met de banken zijn delaatste zekerheden verdwenen. We kunnenniet zomaar voort blijven bouwen op wat albestaat. Alles verandert, we moeten met

( De gesprekken geven in ieder geval eenste meer aan dat we een spannende tijdbeleven. We kunnen niet zomaar voortblijven bouwen op wat al bestaat.

Page 162: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

het cultuurcentrum dus een nieuw netwerkopbouwen, en ik vind het boeiend om tekijken hoe we dat kunnen doen in dezeregio vlak naast de grootstadBrussel.”“Ik denk dat kunst en cultuurde kracht hebben om nieuwewerkelijkheden te laten zien,en dat een cultuurcentrum opdie manier de plek kan zijn waar tegenstel-lingen naast elkaar kunnen en mogen staan.Met die diverse waarheden en visies kunnenwe ook gemeenschappen proberen te ver-binden.”

Klinkt dat niet wat te utopisch?Wim Meert: “Nogmaals: ik ben het eensmet de analyse die je maakt. Maar het zaleen moeilijke oefening zijn om een en anderin de praktijk om te zetten, zeker in een tijddat overheden moeten besparen

Fred Gillebert: “Voor goede dingen is er al-tijd geld. We krijgen in dit boek eigenlijk desteun van het hele werkveld. Als de ideeëngoed zitten, dan geloof ik dat we de transi-tie op een aanvaardbare termijn kunnenmaken. We kunnen hier in de Rand ook eenproeftuin worden rond integratie en ge-meenschapsvorming. In iedere sector zoektmen daarnaar. Laat ons dan samen met hetonderwijs en alle andere socialiserende ac-toren proberen onze plek in dat netwerk tevinden.”

Wim Meert: “Juist, wat dit boek zeker be-vestigt is dat het een verhaal is dat in een

98

breed netwerk gerealiseerd moet worden.Ik ben er van overtuigd dat we met dit toe-komstraject terechtkunnen bij de socio-

culturele actoren, het (kunst)onderwijs, deondernemers, de integratieorganisaties, dewelzijnsdiensten en politici.

COULEUR LOCALE ENEENZAAMHEID

Hoe ga je dat doen als je ondertussen met eenwit en verouderend publiek te maken hebt? Wim Meert: “Wat ga je zeggen tegen demensen die nu in onze zalen zitten? Wemogen niet klagen: 2013 was een verdomdgoed jaar qua opkomst en ticketverkoop.We hebben een dankbaar publiek, dat vaakkomt en dat ook de centen neerlegt. Ik wilhen niet naar een andere plek doorsturen.De tweede vraag is hoe je de nieuwe accen-ten die we willen leggen, zakelijk gaat op-vangen. Laat je kunstenaars meer met decouleur locale werken, dan krijg je voorstel-lingen die vooral op maat van je eigen cen-trum zijn gemaakt, die niet zoveel kunnentoeren en die dus relatief meer tijd en geldkosten. Dat hebben we in Strombeek al er-varen na het formuleren van onze missie envisie. Tegenover één voorstelling die ont-staat in dialoog met je gemeenschap, staan

( Wat dit boek zeker bevestigt is dat het eenverhaal is dat in een breed netwerk gerea-liseerd moet worden.

Page 163: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

99

qua tijdsbestek vijf traditionele voorstellin-gen. Bovendien hebben onze mensen deknowhow niet om op die nieuwe manier te-werk te gaan. De bereidwilligheid is er wel,maar begeleiding zal noodzakelijk zijn.”

Fred Gillebert:“Jullie hebben toch ook al dekeuze gemaakt om met publieksbemidde-ling te beginnen? Ook wij hebben dat ge-daan en daarom zou ik ook bijvoorbeeldgraag opnieuw met de mensen van Demos(het kenniscentrum voor participatie endemocratie, red.) samenzitten om dat voorons concreet te maken. Ondertussen berei-den we voor ons programma van volgendjaar een thema voor als ‘culturele identi-teit’. Kunstenaars staan erom te springenom daar een rol in te spelen en in discussiete gaan. Dat kan botsen, maar als het goedis creëert het een draagvlak. Of iets anders:ik las dat tien procent van de ouderen inBrussel met niemand contact heeft en duszeer eenzaam is. Bij ons zal dat niet anderszijn. Dan vind ik dat je als cultuurcentrum,samen met de wijkagenten, OCMW-wer-kers en eventueel ook de scholen, moet sa-menwerken om te weten wat er zich achteronze gevels afspeelt. Met dat soort verhalenkunnen we met kunstenaars aan de slag.”

Wim Meert: “Onze publieksbemiddelingwerkt inderdaad samen met het OCMW, debrede school, de integratiedienst en debuurtwerking, en zal mee bouwen aan debrug met de vele kunstenaars die we in huishebben.”

PARELS, VOORBEELDEN ENMOGELIJKHEDEN

Wim Meert: “Wat nog niet garandeert dat jedaarmee ook de mensen over wie het gaatin je cultuurcentrum binnenhaalt. Onshuis staat voortdurend open en de drem-pels maken we zo laag mogelijk. We biedende buurt dus al voor een stuk een ontmoe-tingsplek aan. Vijftig procent van onze ca-paciteit gaat naar de receptieve werking: deverenigingen die over de vloer komen. Nu

al ervaren we dat nieuwe verenigingen hiereigenlijk niet meer binnengeraken omdater geen plaats meer is. We proberen daar na-tuurlijk oplossingen voor te zoeken. Zo heb-ben meisjes uit de buurt die interessehadden voor hiphop zich kunnen aanslui-ten bij een dansvereniging die hier al bijnaveertig jaar zit. Maar ik voel toch dat dedruk op de infrastructuur verhoogt.”“De andere vijftig procent van onze wer-king betreft het artistieke aanbod van voor-stellingen en tentoonstellingen. Misschienmogen we toch ook nog even benadrukkendat onze twee centra nog altijd een damproberen op te werpen tegen de commerci-alisering en de vervlakking in onze sector.We blijven onze nek uitsteken voor zakendie elders allang van de kaart zijn geveegd.Dat maakt de spanning nog groter. Als we

( Vijftig procent van onze capaci-teit gaat naar de receptieve wer-king: de verenigingen die overde vloer komen.

Page 164: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

ook in dat aanbod plaats willen maken voorprojecten die door en voor de nieuwe om-geving zijn gemaakt, dan moeten we nogmeer snoeien in het traditionele artistiekeaanbod, en dat is niet evident.”

Fred Gillebert: “Toch moeten we dat probe-ren. Ik denk dat er ook achter die gevels enin onze straten artistieke parels te vindenmoeten zijn. En als we de bal dan toch eensmisslaan, dan hoeft dat ook geen drama tezijn. Wat het traditionele verenigingslevenbetreft: men voelt daar ook wel aan dat an-dere groepen ook een plek verdienen. Ikhoorde een tijd geleden hoe Bozar met zijnzaalverhuur omgaat. Het hanteert daarvoorvaste prijzen, maar verenigingen die de

waarden van Bozar delen en uitdragen, bij-voorbeeld omdat ze kansarmen het gebouwbinnenleiden, kunnen korting en zelfs hulpkrijgen. Het lijkt me een spannende oefe-ning om over zo’n formule na te denken.”

Wim Meert: “Dan zal iemand wel moetenbeslissen welke verenigingen welke voorde-len krijgen en waarom. En dan komen webij de diversiteit van onze instelling zelf, diein alle geledingen moet meestappen in hetverhaal. Die diversiteit is nog geen feit.”

100

Fred Gillebert: “Ik geloof dat we iedereenkunnen meenemen in ons verhaal doorvoorbeelden te laten zien die werken, endoor daar goed over te communiceren. Veelonderwerpen zijn ook helemaal niet zo po-litiek gekleurd. Zo gaan wij bijvoorbeeld derelatie tussen het cultuurcentrum en hetnatuurgebied de Wolfsputten versterken enmeedoen aan de Week van het Bos. Wie kandaartegen zijn?”

Wim Meert: “Klopt. Er zijn mogelijkheden.Wij kunnen bijvoorbeeld ook inzetten ophet vlak van taal en integratie. Kinderen uitgezinnen met anderstalige achtergrondenspreken meer en meer Nederlands. Via onsCentrum voor Volwassenenonderwijs

(CVO) krijgen we automatischheel veel mensen binnen onzemuren die Nederlands willenleren. Dat zijn troeven die wenog beter kunnen uitspelen.”

WAARDEN

Een thema dat we nog niet aangeraakt hebbenis digitalisering: ook een uitdaging voor de cul-tuurcentra, die op dat vlak enigszins achteroplopen op de filosofie die bijvoorbeeld in de mo-derne bibliotheek wordt gehanteerd.Wim Meert: “Met digitalisering op het vlakvan communicatie zijn we al een tijd bezig.Het gebruik van drukwerk wordt afge-bouwd en het belang van de website en on-line media neemt toe.Op het vlak van het aanbod ligt de zaak

( Ik geloof dat we iedereen kunnen meene-men in ons verhaal door voorbeelden telaten zien die werken, en door daar goedover te communiceren.

Page 165: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

101

naar mijn mening complexer. Mensen ap-preciëren aan ons huis ook de authentici-teit, het feit dat je er dicht bij dekunstenaars kan komen en even loskomtvan de laptop en de smartphone. Ik weetdus nog zo niet of we ons aanbod onlinemoeten streamen, in plaats van ervoor tezorgen dat mensen die ‘s avonds achter hunlaptop zitten naar onze concerten komen.Natuurlijk zit er bij de jongeren veel creati-viteit die te maken heeft met digitalemedia, maar dan kies ik er eerder voor omdie via workshops en toonmomenten inhuis te halen.”

Jullie kiezen in ieder geval voor een waardege-dreven werking. Staan die waarden op papier?Fred Gillebert: “Dit boek is daar voor eenstuk een voorloper van. Op dit ogenbliktrekken we de discussie zo breed mogelijkopen, om daarna onze waarden scherp testellen en op basis daarvan een nieuwe or-ganisatiestructuur op te bouwen in eenbrede context. Ik hoop in het najaar dewaarden en onze missie te kunnen formu-leren. Ondertussen werken we al aan en-kele kleinere projecten die ons in de juisterichting moeten lanceren. Zo gaan we in dezomer binnenshuis verhuizen, volgens detweede fase van het masterplan van CarlosArroyo. Al het personeel gaat naar detweede verdieping, waardoor benedenmeer plaats vrijkomt voor de gemeen-schap.”Wim Meert: “Bij ons is de missietekst klaaren vertaald naar een nieuw beleidsplan. Indat proces is helder naar voren gekomen

dat we zeker geen eiland mogen wordenwaarnaar alleen nog de klassieke bezoekerzijn weg vindt. Iedereen is het daarmeeeens.Vanaf dit jaar zijn we dat operationeelaan het maken. Vandaar dat ik in dit ge-sprek al heel wat operationele drempelsnaar voren kan brengen. Vanaf volgend sei-zoen gaan we bijvoorbeeld al tien procentminder programmeren om ruimte te creë-ren, al betekent dat ook minder inkomsten.We zullen dus de hulp van de verschillendeoverheden en onze sponsors nodig blijvenhebben en we zullen nog intenser moetensamenwerken met Westrand en anderepartners, zoals het steunpunt voor lokaalcultuurbeleid Locus en vzw de Rand.Daarom is het goed dat we in dit boek ookzoveel externen bij ons denkwerk betrok-ken hebben.”

Page 166: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

102

EpiloogDe voorzitters over de toekomst

DE TOEKOMST, DIE BLIJFTGEHEIM

In 1973 was ‘volksontwikkeling’, zelfs‘volksopvoeding’, de kerntaak van het cul-tuurcentrum. Het Cc moest de mensen deweg tonen naar de cultuur met hoofdletterC, en ze zo op een hoger niveau tillen. Van-daag is die aanpak afgevoerd wegens te be-tuttelend. Ook in 1973 kwam er eencultuurpact, om de filosofische en ideologi-sche strekkingen te beschermen. Het cul-tuurpact bestaat nog, maar relevant is hetniet meer, want de ‘grote verhalen’ zijn on-geloofwaardig gebleken.

Conclusie: niemand heeft veertig jaar gele-den voorspeld hoe de samenleving er nuuitziet. Daarom volgt hier ook geen voor-spelling voor de komende veertig jaar. Weleen overzicht van waar we in de onmiddel-lijke toekomst werk van willen maken, uit-gaande van de missie van het Cc.

Kunst meemaken. We willen nauw betrok-ken zijn bij de artistieke productie van van-daag en tegelijk waardevolle kunst van vroe-ger blijven presenteren. We rekenendaarvoor op de expertise van onze mede-werkers en op hun contacten met de kun-stenaars, en we stimuleren de nieuwsgie-righeid en de interesse van onze bezoekers.

Cultuur ontdekken. We bestrijken het heleveld van de hoge en de lage cultuur. Daar-voor moeten we over een ruime en goed uit-geruste infrastructuur beschikken; het gaatdan vooral, maar niet uitsluitend, om hethoofdgebouw. In het vernieuwde centrumvan Strombeek willen we de plek blijvenwaar niemand omheen kan. Het gebouwmoet die ambitie uitstralen.

Mensen tegenkomen. We willen iedereenaanspreken en bereiken. Daarom zoekenwe contact met vergeten doelgroepen enmet de nieuwe inwoners in ons werkge-bied, en maken we hen wegwijs in ons aan-bod, want dat is voor iedereen bestemd.Dat is onze bijdrage aan de opbouw van desamenleving.

H U B E R T S W A L E N S

voorzitter Cc Strombeek Grimbergen vzw

102

Page 167: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

103

TUSSEN DROOM EN DAAD

Er was eens... Zo beginnen alle sprookjes.Het ‘sprookje’ van de culturele en gemeen-schapscentra in de Rand bracht ons veertigjaar geleden meteen in een sfeer vannieuwsgierigheid, prettige spanning endroombeelden. Hun vele moeders en vadersvertellen nu de veertigjarige geschiedenisvan wat begon als een droom.

De wereld en de gemeenschappen die henaanzetten tot deze initiatieven van ge-meenschapsvorming en culturele ontvoog-ding en -spreiding, zien er vandaaghelemaal anders uit. Niet alleen is BHV ge-splitst en is het aantal inwoners van hungemeenten en de Rand exponentieel ge-groeid, er is ook nog weinig sprake van eentaal- en culturele homogeniteit.

Onze centra geven podiumkunstenaars enpubliek de kans op wederzijdse verrijking.Ze stimuleren mensen om verder te gaandan wat ze al kennen. Dat proces van cul-tureel-artistieke ontwikkeling leidt tot eenopen kijk op onszelf en onze samenleving.De taal, vormgeving en artistieke kwaliteitvan de theatermaker/boodschapper blijvendaarbij de belangrijkste criteria, ongeachtof ze gegroeid zijn in Vlaamse, Europese ofandere culturele werelden – in onze of eenandere taal. Moderne theatertechniekenbieden alle kansen om kunstenaar en pu-bliek met elkaar in een open dialoog tebrengen.

Wij verwachten van het politieke beleid eengrote openheid en onbevangenheid omdeze evoluties te ondersteunen. Zo biedthet beleid kans om door experimenten encompromisloze kunstvormen antwoordente vinden op maatschappelijke vragen.Door de confrontatie van ideeën verbreedtonze mentale ruimte.

Het eigen aanbod, de kunst- en cultuuredu-catie en het ondersteuningswerk zal evolu-eren naar een kleurrijke en meertaligeprogrammatie. De vraag naar de maat-schappelijke relevantie van onze centra zalhierdoor een antwoord krijgen. Dit is demanier om het beleid blijvend te overtuigendat culturele centra nodig en noodzakelijkzijn én de nodige middelen vereisen. In eco-nomisch en financieel onrustige tijden isrelevant zijn een grotere garantie op be-staanszekerheid dan verstrooiing en amu-sement.

De droom om in onze centra de hartslag vande tijd te blijven voelen en wegen naar ant-woorden te vinden moeten wij de volgendedecennia realiseren. Tussen droom en daadliggen vele bezwaren en obstakels… Niet min-der maar andere dan veertig jaar geleden.

F R A N S D E B O E C K

voorzitter Westrand

103

Page 168: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

Behalve de medewerkers van Cc Strombeek en Westrand (zie het colofon op bladzijde 110-111)werkten de volgende mensen mee aan de totstandkoming van dit boek. (Gesprekspartners engeïnterviewden worden voorgesteld in de bladzijden waar ze aan het woord komen.)

104

E R I C A D A M Sis leerkracht Spaans inhet volwassenenonder-wijs en freelance jour-nalist, gespecialiseerdin reizen en cultuur.

E L L E N A N T H O N I is trendwatcher bij Trendwolves,dat als research and marketingcompany focust op jeugdcultuur.

M I C H A Ë L B E L L O N is freelance cultuurjournalist en schrijftonder meer voor De Randkrant, BrusselDeze Week/AGENDA en De Standaard.

N E L E C A N N A E R T S is arbeidssocioloog en doctoraatsstudente aan de UniversiteitAntwerpen, faculteit TEW, departement Management. Haardoctoraat focust op ‘ambidexterity’. Op dit moment richt zij zichspecifiek op de cultuursector.

W O U T E R H I L L A E R T is freelance theatercriticus en cultuurjournalist.Hij schreef voor De Morgen en schrijft mo-menteel voor De Standaard. Verder probeerthij als redactiecoördinator het cultuurtijdschriftrekto:verso (www.rektoverso.be) in de lucht tehouden

T O M P A L M A E R T S is trendwatcher bij Trend-wolves, dat als researchand marketing companyfocust op jeugdcultuur.

Schreven mee

Page 169: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

105

D A A N S O R G E L O O S is onderzoeker en praktijkassistent bijde onderzoeksgroep Arbeids- en Or-ganisatiepsychologie aan de VUB. Hijis als gastdocent geassocieerd metThe Future Leadership Initiative vande Antwerp Management School endoceert aan S.I.O.O. in Nederland.Sinds 2008 leidt hij We Walk, eenadviesbureau voor openbare besturenen sociaal-culturele organisaties.

B A R T R O G É werkt sinds 2008 voor Dēmos, kenniscentrum voorparticipatie en democratie, als stafmedewerker commu-nicatie en kennisbeheer. Hij is bestuurder in muziekclubDe Kreun, de sociaal-artistieke organisaties Platform-Ken Wit.h en in het cultuurcentrum van Kortrijk.

P A T R I C K D E R Y N C K is freelanceredacteur, auteur en publicist. Hij is vooralactief in de cultuur- en erfgoedsector.

J E S S E S E G E R S is professor Leiderschap en Orga-nisatiegedrag aan de AntwerpManagement School, waar hij ookacademic director is van The Fu-ture Leadership Initiative en demasterclass Leiderschap voormiddelmanagement. Hij doceertook aan S.I.O.O. in Nederland

Page 170: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

106

Deze mensen werkten mee aan het beleid en het programma gedurende 40 jaar Westrand en Cc Strombeek:

B U R G E M E E S T E RErnest Soens, 1939-1976Jozef Mensalt, 1971-1991Jean-Pol Olbrechts, 1991-2000Henri Maes, 2001-2003Eddy Willems, 2003-2010Marleen Mertens, 2010-heden

S C H E P E N VA N C U LT U U RMarc Servotte, 1970-1982Jozef Van Win, 1983-1985Andre Bas, 1986-1988Jaak Verbaanderd, 1989-1994Marc Van Godtsenhoven, 1995-2000Patrick Vertongen, 2001-2012Marc Van Godtsenhoven, 2013-heden

V O O R Z I T T E R SKarel Hemmerechts, voorzitter raad sco & cc, 1967-1995Renaat De Windt, 1995-2007Hubert Swalens, 2007-heden

Bouwden mee aan

Page 171: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

107

D I R E C T I EIsi Moyson, 1971-1978Chris Maere, 1978-1993Hendrik Dehandschutter, waarnemend directeur, 1993-1995

en adjunct directeur, 1999-2011Chris Maere, 1995-2009Stefaan Gunst, 2009-2011Hendrik Dehandschutter, algemeen directeur, 2011-2013Wim Meert, 2012-2013Wim Meert, algemeen directeur, 2013-hedenHendrik Dehandschutter, 2013-heden

C U LT U U R F U N C T I O N A R I SMark Racquet, 1976-1978Michel Price, 1978-1997Erika Bosserez, 1979-1998Hendrik dehandschutter, 1980-1999Stef Coninx, 1989-1995Kristof Smet, 1993-2003Riet Jaeken, 1995-2005Sophie Van Weert, 1997-hedenLuk Lambrecht, 1999-hedenJurgen Van Hove, 2003-2004Evi Van Humbeek, 2004-hedenJo Sollie, 2005-hedenKevin Suetens, 2008-2013

... 40 jaar CC strombeek

Page 172: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

108

B U R G E M E E S T E RPhilip Vergels, 1967-1982Jef Valkeniers, 1983-1988Jef De Ridder, 1988-1988Stefaan Platteau, 1989-1991Jan De Craen, 1992-1994Stefaan Platteau, 1995-2012Willy Segers, 2013-heden

S C H E P E N VA N C U LT U U RJan De Craen, 1970-1982Jef De Ridder, 1983-1987Jan De Craen, 1988-1992Jan Margot, 1992-1994Jan De Craen, 1995-1997Jan Margot, 1997-1998Willy Segers, 1998-2012Jef Vanderoost, 1999-2001Elke Zelderloo, 2001-2011Diane Van Hoof, 2013-heden

V O O R Z I T T E R SPhilip Vergels, waarnemend voorzitter, 1973-1973Piet Vanwaeyenberge, 1974-1978Stany Mattheussen, 1978-1984Jo Mattelé - Dekinder, waarnemend voorzitter, 1984-1986Guido Vereecke, 1986-1993Piet Verhasselt, 1993-2010Fernand Collier, secretaris penningmeester, 1993-2010Frans De Boeck, 2010-heden

Bouwden mee aan

Page 173: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

109

D I R E C T I EWilfried Vanderpooten, 1973-1992Jef Gunst, directeur administratie, 1993-2008Julien Decoster, directeur programmering, 1993-2012Piet Walravens, directeur infrastructuur en horeca, 1993-2004

Miranda Vankerk, algemeen directeur, 2008-2012Fred Gillebert, algemeen directeur, 2013-heden

C U LT U U R F U N C T I O N A R I SJef Gunst, 1975-1983Julien Decoster, 1983-1993Philip Lievens, 1983-1985Jef Gunst, 1985-1993Karel Seghers, 1978-1983An Joseph, 1989-1992Wim Van Parijs, 1993-hedenSteven De Mesmaeker, 1993-hedenLies Van Lierde, 1995-hedenElisabeth Maesen, 2009-heden

Dit kon nooit gerealiseerd worden zonder het uitgebreide team van technische, logistieke, administratieve en communicatiemedewerkers en vrijwilligers.

... 40 jaar Westrand

Page 174: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

110

Dit boek is een eerbetoon aan alle mensen die mee bouwden aanveertig jaar cultuurcentra, in hetbijzonder aan Chris Maere, gewezen directeur Cc Strombeek,die bij het ter perse gaan van dit boek overleden is.

Dit is een eenmalige publicatie naar aanleiding van de 40ste verjaardagvan Cultuurcentrum Westrand en Cultuurcentrum Strombeek.

V E R A N T W O O R D E L I J K E U I T G E V E R S

Cc Dilbeek WestrandKamerijklaan 461700 Dilbeek

Cc StrombeekGemeenteplein z/n1853 Strombeek-Bever

R E D A C T I E G R O E PPatrick De Rynck – Jo Sollie – Els Seghers –Wim Meert – Hendrik Dehandschutter –Peter D’Herde – Fred Gillebert – Steven DeMesmaeker – Wim Van Parijs – AnneliesDesmet – Hubert Swalens – Eddy Frans –Lies Van Lierde

W E R K G R O E P E N G E S C H I E D E N I SWestrand: Jan De Craen – Piet Verhasselt – Jef Gunst– Jacky Duyck – Frans De Boeck – HugoVereecke – Guido Vereecke – Jacoba SchoutenCc Strombeek: Chris Maere – Renaat De Windt – GeertHabils – Marc Van Godtsenhoven – HendrikDehandschutter – Jo Sollie – HubertSwalens

D E E L N E M E R S P A N E L G E S P R E K K E NWestrand en Cc Strombeek als Rand-fenomeen: Dirk De Clippeleir – GuidoFonteyn – Eddy Frans – Elke Vanempten –moderator Fred DhontModellenwerk. De heruitvinding van hetcultuurcentrum?: Franky Devos – JanHautekiet – Leen Laconte – Bert Mulder –moderator Miek De KepperPublieksdebat: Panel: Leen Laconte – AnVanlierde. Presentatie: Jan Hautekiet

Colofon

Page 175: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.

111

M E T B I J D R A G E N VA N Willy Segers – Marleen Mertens – Marc VanGodtsenhoven – Diane Van Hove – WouterHillaert – Bart Rogé – Bart Verhaeghe –Pascal Gielen – Nele Cannaerts, DaanSorgeloos en Jesse Segers – Tom Palmaertsen Ellen Anthoni – Carlos Arroyo en DawidStrebicki (Eric Adams) – Fred Gillebert enWim Meert (Michaël Bellon) – Frans DeBoeck – Hubert Swalens – Patrick De Rynck

B E E L D R E D A C T I EEls Seghers – Annelies Desmet – Jo Sollie –Peter D’herde – Katrien Malfroid – LauraVan Dijck – Korneel Boon

E I N D R E D A C T I EPatrick De Rynck

V O R M G E V I N G Leen Depooter, quod. voor de vorm.

M E T F O T O ’ S VA NBram Tack – Marcel Leys – Piet en MielVerhasselt – Jacky Duyck – Piet De Decker –Robert Mason – Wim Van Parijs – LucVerleysen – gemeentearchief Dilbeek –cultuurraad Dilbeek

D R U K W E R KDit boek werd met vegetale inkten gedruktbij PurePrint. De drukkerij is FSC-gecertificeerd en gebruiktelektriciteit voor 100% opgewekt uit CO²-neutrale hernieuwbare bronnen.

Jaar van uitgave: 2014Oplage: 900 exemplaren

Deze publicatie werd mogelijk gemaaktmet de steun van:gemeente Grimbergengemeente Dilbeek Vlaamse overheid

(cel coördinatie Vlaamse Rand)provincie Vlaams-Brabant

Page 176: 40 jaar Cc Strombeek en Westrand, culturele centra in de Rand.