4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt...

14
1 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie 4. Proef C Theorie De leerling krijgt een theorieboekje, dat bestudeerd moet worden. De instructeur helpt daarbij. Proef C is een gericht programma voor als er niet geroeid kan worden. Algemeen • Proef C bestaat uit 5 stappen (geen lessen). • Mogelijk zijn meer of minder lessen nodig om Proef C te halen. • Vanaf de eerste praktijkles is de instructeur bezig de theorie aan te leren. De beschreven stappen dienen ter ondersteuning van nog niet eerder geleerde theorie. • De volgorde van de onderstaande stappen mag gewijzigd worden. • Kennis van het vaarreglement voor zover van toepassing op het roeien. Het kennen van alle roeicommando's op de voorgeschreven KNRB wijze. • Het kunnen benoemen van de voornaamste boottypen en bootonderdelen. Weten hoe met het materiaal om te gaan: - Tijdens in/uitbrengen van de boot. - Met alle losse onderdelen (riemen, roer, bankjes). - Na het roeien (evt. afspuiten, drogen van boot, riemen en roer met een schone droge doek). • Bekend zijn met de handelwijze na omslaan. • Weten hoe een boot af te schrijven. • Weten hoe schade of gebreken te melden. • Op de hoogte zijn van de verenigingsregels. Stap 1 Doel: Kennis nemen van de belangrijkste verkeersregels te water. Organisatie en tijdsduur (30 minuten): Eén instructeur instrueert vier of vijf leerlingen. Maak gebruik van een schoolbord, een whiteboard of een flip- over. Praktijk: • Neem gezamenlijk het theoriedeel Vaarreglement door. • Teken vier situatieschetsen uit Bijlage 4.1 (pag 88 t/m95) over en vraag elke leerling welke boot voorrang heeft. Vraag ook om een toelichting. • Laat een geluidssignaal horen en vraag aan elke leerling naar de betekenis van het signaal. • Laat elke leerling een boot nadoen (met geluiden en bewegingen). Markeer het vaarwater en geef elke boot een vastgestelde koers. Zorg ervoor dat de koersen elkaar kruisen. De leerlingen moeten zich gedragen naar het vaarreglement. Laat ze hun handelwijze toelichten. Boots in ieder geval de bestaande verenigingssituatie en de bekende vaartrajecten na. Herhaal dit spel een aantal keren met verschillende situaties. • Vraag of er naar aanleiding van de tekst van het Vaarreglement nog onduidelijkheden zijn.

Transcript of 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt...

Page 1: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

1 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

4. Proef C Theorie

De leerling krijgt een theorieboekje, dat bestudeerd moet worden. De instructeur helpt

daarbij. Proef C is een gericht programma voor als er niet geroeid kan worden.

Algemeen

• Proef C bestaat uit 5 stappen (geen lessen).

• Mogelijk zijn meer of minder lessen nodig om Proef C te halen.

• Vanaf de eerste praktijkles is de instructeur bezig de theorie aan te leren. De beschreven stappen

dienen ter ondersteuning van nog niet eerder geleerde theorie.

• De volgorde van de onderstaande stappen mag gewijzigd worden.

• Kennis van het vaarreglement voor zover van toepassing op het roeien. Het kennen van alle

roeicommando's op de voorgeschreven KNRB wijze.

• Het kunnen benoemen van de voornaamste boottypen en bootonderdelen. Weten hoe met het

materiaal om te gaan: - Tijdens in/uitbrengen van de boot. - Met alle losse onderdelen (riemen, roer,

bankjes). - Na het roeien (evt. afspuiten, drogen van boot, riemen en roer met een schone droge doek).

• Bekend zijn met de handelwijze na omslaan.

• Weten hoe een boot af te schrijven.

• Weten hoe schade of gebreken te melden.

• Op de hoogte zijn van de verenigingsregels.

Stap 1

Doel:

Kennis nemen van de belangrijkste verkeersregels te water.

Organisatie en tijdsduur (30 minuten):

Eén instructeur instrueert vier of vijf leerlingen. Maak gebruik van een schoolbord, een whiteboard of een flip-

over.

Praktijk:

• Neem gezamenlijk het theoriedeel Vaarreglement door.

• Teken vier situatieschetsen uit Bijlage 4.1 (pag 88 t/m95) over en vraag elke leerling welke boot voorrang

heeft. Vraag ook om een toelichting.

• Laat een geluidssignaal horen en vraag aan elke leerling naar de betekenis van het signaal.

• Laat elke leerling een boot nadoen (met geluiden en bewegingen). Markeer het vaarwater en geef elke boot een

vastgestelde koers. Zorg ervoor dat de koersen elkaar kruisen. De leerlingen moeten zich gedragen naar het

vaarreglement. Laat ze hun handelwijze toelichten. Boots in ieder geval de bestaande verenigingssituatie en de

bekende vaartrajecten na. Herhaal dit spel een aantal keren met verschillende situaties.

• Vraag of er naar aanleiding van de tekst van het Vaarreglement nog onduidelijkheden zijn.

Page 2: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

2 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Stap 2

Doelen:

De commando's kennen en begrijpen Zelfstandig de juiste commando's op het juiste moment met luide stem en

de juiste intonatie geven. Het kunnen uit- en inbrengen van een boot met en zonder kiel.

Organisatie en tijdsduiur (30 minuten):

Eén instructeur instrueert vier of vijf leerlingen.

Praktijk:

• Neem gezamenlijk het theoriedeel Commando's (vanaf pagina 29) door.

• Vorm een boot van vier leerlingen. De armen en handen maken de bewegingen van de riemen en de bladen. Al

lopende wordt de vaarrichting van de boot aangegeven. De vijfde leerling geeft nu een aantal commando's. Let er

op dat de commando's luid en duidelijk worden uitgesproken. Corrigeer de beweging van de 'boot' waar nodig.

Vraag aan de 'stuurman' de bedoeling van het commando. Wissel de 'stuurplaats' af totdat alle leerlingen een

keer 'gestuurd' hebben.

• Oefen het uit- en inbrengen van een boot met en zonder kiel. Vertel vooraf waaraan en hoe getild gaat worden.

Controleer dit individueel. Laat onervaren junioren altijd tillen met een overtal om overbelasting en

materiaalschade te voorkomen. Stimuleer wel het zelfstandig tillen.

• Vraag naar aanleiding van de tekst Commando's of er nog onduidelijkheden zijn.

Stap 3

Doelen:

De verschillende boottypen herkennen. De diverse bootonderdelen kennen.

Zorgvuldig met het materiaal omgaan.

Organisatie en tijdsduur (45 minuten) :

Een instructeur instrueert vier of vijf leerlingen. Deel aan elke leerling papier en pen uit. Bereid het 'materiaal-

kwartet' voor.

Praktijk:

Neem gezamenlijk het theoriedeel Materiaal (pagina 35 t/m 37) door. Laat de leerling een aantal boottypen

schematisch tekenen. Loop de loods door en wijs een vijftal verschillende boottypen aan. Laat de leerlingen

individueel het type omschrijven en behandel naderhand de antwoorden. Laat de leerlingen een C2x/C4x en een

1x/2x in singels neerleggen. Let op het juiste uitvoeren van de commando's, correct tillen (met rechte rug) en

zorgvuldig omgaan met het materiaal. Corrigeer waar nodig. Wijs een tiental verschillende onderdelen van de

boot aan en laat de leerlingen individueel de namen van de onderdelen opschrijven. Behandel naderhand de

antwoorden. Leg de twee boten weer in de stellingen. Speel met de leerlingen 'materiaal-kwartet'. Het spel met

een aantal instructeurs bedenken en uitvoeren. Tevens een summier draaiboek opstellen waardoor het doel en

de werkwijze van het kwartet voor iedereen duidelijk gemaakt kan worden. Maak de speelkaarten aan de hand

van de volgende onderwerpen: onderdelen boot, prijzen boten/riemen, regels op en om het water, boottypen,

schade. Vraag of naar aanleiding van de tekst - materiaal - uit het theorieboekje (op pagina 75) er nog

onduidelijkheden zijn.

Page 3: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

3 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Stap 4

Doelen: Bij omslaan op de juiste manier reageren. Het afschrijven van de boot. Het melden van schades. De

overige op de vereniging geldende regels kennen.

Organisatie: Alle leerlingen gezamenlijk. Tijdsduur: 30 minuten.

Praktijk:

Geef een toelichting op de handelwijze bij omslaan. Leg uit hoe het afschrijfboek ingevuld moet worden. Geef een

toelichting op de handelswijze bij een schade: •

Meenemen van de brokstukken.

• De schade noteren in het schadeboek.

• De schade melden bij de bootsman/materiaalcommissaris. Geef een toelichting op de onderstaande 'huisregels'

voorzover van toepassing op de vereniging (laat deze aankruisen en invullen in het theorieboekje): 1. De

roeiverboden: Bij mist. Bij harde wind. Bij onweer. Bij vorst. Bij ijsgang. Na zonsondergang en voor zonsopgang ('s

avonds en 's nachts). 2. De

leeftijds- en gewichtsgrenzen bij het sturen en roeien. Geef tevens de minimumleeftijd voor vrij roeien aan.

3. Geef de gedragsregels aan bij het wegvaren van en aankomen aan het vlot.

4. Een winterstop.

5. Het gebruik en het afschrijven van roei-ergometers.

Stap 5

Doel: •

Oefenen voor het theorie-examen. •

Vaststellen van het kennisniveau voor het theorie-examen.

Organisatie en tijdsduur (30 minuten):

Alle leerlingen gezamenlijk. Deel aan elke leerling papier en potlood/pen uit.

Praktijk:

• Laat de leerlingen een proef maken. Maak een selectie uit de situatieschetsen en vragen uit: Bijlage 4.1 (vanaf

pagina 88).

Page 4: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

4 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Binnenvaartpolitiereglement (zie bijlage 4.0.)

Het Binnenvaartpolitiereglement bevat de wettelijke bepalingen die ten aanzien van het gebruik van alle

Nederlandse vaarwegen gelden. Het overgrote deel van dit reglement bevat bepalingen die niet van toepassing

zijn op roeiboten. Het begrip 'roeiboot' komt in het reglement niet voor. Een roeiboot voldoet in het reglement

aan de bepalingen voor 'schip' en die voor 'klein schip'. In een enkel artikel bedient de wetgever zich van de

frase: 'door spierkracht voortbewogen klein schip' als hij specifiek een roeiboot bedoelt.

Daar waar in de artikelen de woorden 'schip' of 'klein schip' gebruikt worden kunt u dus ook 'roeiboot' lezen.

De artikelen die voor roeiers van belang zijn staan in de bijlage “politie regelement”. Artikelen die roeiers niet of

slechts in uitzonderlijke gevallen zullen raken zijn weggelaten. Degenen die het volledige reglement willen lezen

kunnen het downloaden op http://wetten.overheid.nl

Geluidsseinen (zie ook bijlage 4.2., pag. 67)

Toelichting

_ Korte stoot (ongeveer 1 seconde)

____ Lange stoot (ongeveer 3 seconden).

Algemene seinen

____ Attentie

_ Ik ga naar stuurboord

_ _ Ik ga naar bakboord

_ _ _ _ Ik kan niet manoeuvreren

Doorvaren van bruggen, sluizen en stuwen (zie bijlage 4.2.)

Page 5: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

5 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Commando’s (Uit: BRS-gids HRV De Compagnie)

Toelichting.

Een stuurman heeft als instrument voor het manoeuvreren van de boot alleen maar een roer en de roeiers tot

zijn beschikking. Het roer kan hij zelf bedienen, maar vooral als de boot weinig snelheid heeft, heeft dat niet veel

effect. Hij zal dus vaak de roeiers moeten inzetten om de boot de juiste koers en snelheid te kunnen geven. In de

loop van de tijd is er een vrij groot aantal commando's ontstaan die de stuurman en de roeiers kennen om aan te

geven wat er moet gebeuren. Veel commando's bestaan uit een vooraankondiging en een signaal om het

moment van uitvoeren aan te geven. Dat tweede deel is vrijwel altijd: 'nu'.

Begrippen.

Het is nuttig om bij commando's veel gebruikte begrippen nog even op een rijtje te hebben:

Stuurboord = groen = links voor de roeier = rechts voor de stuur

Bakboord

= Rood = Rechts voor de roeier = Links voor de stuur

Boeg = De roeier die het dichtst bij de voorpunt (=de boegbal) zit

Slag = De roeier die het dichtst bij de achterpunt zit

Boegen

= Bij vieren en achten: de twee roeiers die het dichtst bij de voorpunt van de boot zitten

Slagen

= Bij vieren en achten: de twee roeiers die het dichtst bij de achterpunt van de boot zitten

Een, Twee, Drie, Vier, etc

= Het nummer van elke roeier. Het tellen begint bij de boeg. De boeg is dus altijd nummer 1.

We gaan het water op.

Voor de stuur: Als de instructeur dat nog niet heeft gedaan, schrijft de stuur vóór het roeien de boot af in het afschrijfboek.

Vanaf het moment dat de ploeg naar de boot loopt, begint het sturen al. Bedenk dat de stuur dan eerst controleert of alle losse onderdelen van de boot, dus ook de riemen naar buiten zijn gebracht. De stuur loopt altijd naar de boeg, en tilt (als dat mogelijk is) daar mee. In principe moet de ploeg de boot zelf kunnen tillen. Belangrijker zijn de commando´s die je als stuur geeft:

Naar buiten brengen van de boot De meeste instructie boten liggen op een kar waarmee de boot naar het vlot gereden kan worden.

Te water laten van de boot

De C-boot heeft een verstevigde kiel. Daarom leg je de boot haaks op de kant.

Verspreid de roeiers over de boorden, zodat zij de boot in evenwicht kunnen houden, terwijl je als

stuur de boot het water in laat glijden. Let op: Niet tillen met je rug!

"achter over de kiel inzetten en recht houden" (zie foto)

de roeiers die de achtersteven dragen, zetten deze op de rand van het vlot. De boot

wordt nu over de kiel in het water geschoven, waarbij de roeiers de boot recht

houden. Nu kunnen de riemen er ingelegd worden en het roertje er aan gehangen

worden.

Page 6: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

6 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Het instappen in de boot

Voor de stuur: Bij het instappen houdt de stuur de boot voor de ploeg vast (meestal halverwege de boot, één hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde) wal schuurt, of op de riggers leunt. De ploeg stapt éérst in, dán pas de stuur.

Één: voet tussen de sliding Twee: andere voet in voetenboord Drie: zitten op het bankje

"opgelet" of “klaarmaken om in te stappen”

de roeiers stellen zich naast de boot op met het gezicht naar de achtersteven en nemen de riemen ter hand (aan vlotzijde overslag dicht en aan waterzijde worden de riemen in de dol geschoven).

"instappen gelijk...... waarschuwingscommando

één............................ de voet aan waterzijde wordt op het opstapplankje geplaatst

twee............................ het lichaamsgewicht wordt overgebracht op de in de boot geplaatste voet. Het tweede been wordt binnenboord gebracht en die voet wordt in het voetenboord geplaatst. Nu kan de roeier op het rolbankje gaan zitten.

drie" de voet op het opstapplankje wordt nu in het voetenboord gebracht. 'overslagen dicht'

'voetenborden stellen' Belangrijk! Voorkomt omslaan aan het vlot. Als het druk is aan het vlot, dan voetenborden stellen op het water.

boeg gereed, slag gereed? Als iedereen gereed is……… Stuur stapt in Roeiers houden handen aan rand van het vlot en zeggen: “Welkom stuur”.

Van het vlot wegvaren

Klaar maken voor uitzetten Iets overhellen naar waterkant om rigger over randje te laten gaan Uitzetten ... gelijk Als de boot moeizaam uit de wal komt, riemen intrekken en met blad verticaal

afzetten tegen de rand van het vlot. Indien mogelijk, laat je de boot uitzetten door iemand die op het vlot staat.

Slag klaarmaken Roeiers gaan in inpikhouding zitten (bladen plat op het water) Slag klaar ... Bladen kantelen (verticaal) en onder water (alleen blad, niet de steel).

Go Roeibeweging wordt gemaakt.

We gaan roeien.

De commando’s, die tijdens het roeien gegeven kunnen worden, bestaan doorgaans uit een waarschuwings-commando en een uitvoeringscommando. De waarschuwingscommando geeft aan wat er gaat gebeuren en de uitvoeringscommando geeft aan wanneer het moet gebeuren.

Stoppen met roeien Opgelet…. Laat…. Waarschuwingscommando: wordt gegeven bij de inpik

…….lopen, bedankt Uitvoeringscommando: wordt gegeven bij de uitpik. De roeiers maken de haal af, strekken de armen en leggen de bladen plat op het water

Noodstop (bij gevaar voor aanvaring)

Houden (beide boorden) … …..nu!!!!!

De bladen worden half opgedraaid en met de bolle kant in het water gedrukt en krachtig tot verticaal opgedraaid. De roeier heeft daarbij de armen gestrekt.

Page 7: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

7 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Vaart verminderen tot stilliggen Houden beide boorden …nu Bij dit commando - i.h.a. - voorafgegaan door het commando :"laat lopen" - worden

de bladen half opgedraaid en met de bolle kant in het water gedrukt. De bladen worden geleidelijk tot verticaal opgedraaid naarmate de snelheid afneemt. Bij het houden heeft de roeier de armen gestrekt.

Achteruit roeien

"strijken gelijk of strijken bak- of stuurboord...

Het (de) blad(-en) met de bolle kant naar de achtersteven draaien. Let op: Houdt je stuurtouw strak, zodat het roer niet kan ‘dubbelklappen’. Als het roer namelijk niet dubbelklapt, dan kun je het ook bij achteruitvaren gebruiken om te sturen. Kijk bij wherry’s wel uit dat je niet het roer letterlijk tussen ‘wal en schip’ laat komen. Een roer is dan namelijk gemakkelijk beschadigd. Wordt voorafgegaan door laat lopen bedankt en

houden beide boorden. Keren/wenden vanuit stilstand

“rond maken over stuur- of bakboord…

Waarschuwingscommando: de roeiers gaan in de uitpikstand zitten en draaien het genoemde blad zo, dat ermee gestreken kan worden

...........nu" Bedankt, bakboord (of

stuurboord) halen Bedankt. Herhalen tot boot in

gewenste richting ligt.

Uitvoeringscom.: met het genoemde blad wordt nu gestreken (korte haaltjes). Het andere blad wordt mee "gestreken" maar dan plat over het water. Zodra het gevraagde boord klaar is met strijken, gaat het andere boord halen. Ook nu weer wordt het andere blad mee-"gehaald" maar dan plat over het water, etc.

Met minder/meer kracht roeien light paddle / spoelhaal Er wordt met weinig / zonder kracht geroeid.

….bedankt Opheffingscommando Paddle / strong paddle /

volle kracht Er wordt met enige (50%) / sterke (75%) / maximale kracht geroeid

Attentiecommando om op de riemen te letten

"denk om de riemen aan bak- of stuurboord

Als dit commando gegeven wordt let iedere roeier op zijn eigen blad.

We gaan aanleggen

Voor de stuur: Als er merkbaar (veel) wind is, dan leg je aan … tégen die wind in. Tegen de wind in zal de boot minder snel aan het vlot komen en ook beter sturen. Het is dan ook niet erg om eerst voorbij het vlot te roeien, als de wind uit Echten komt en naar Hoogeveen waait. Vervolgens rondmaken en tegen de wind in aanleggen. Hetzelfde als er veel stroming is in het kanaal: aangelegd wordt tegen de stroming in.

Ga voor de aanlegmanoeuvre uit van een hoek van aankomst van ongeveer 45, iets kleiner voor langere boten (voor een acht b.v.ca. 20) en iets groter voor kortere boten (voor een wherry ongeveer 40). Laat minimaal 10 meter uit de kant lopen, zodat je ruim tijd hebt. Bereid de ploeg voor: “ stuurboord riemen hoog, Klaar om te houden bakboord”. Enkele meters uit de kant geef je het commando houden. De boot mindert dan vaart en draait van het vlot af. Nu kan je met het roertje corrigeren, gaat het draaien te snel, dan stuur je naar het vlot. Als je te weinig draait dan stuur je af. Bij een perfecte aankomst lig je 10 cm uit het vlot evenwijdig stil. Als je niet goed uit komt, modder dan niet door, maar stop tijdig (houden gelijk) en begin opnieuw. (Zie ook: hfdst. 7 Sturen).

Aankomen aan het vlot

“we gaan aankomen aan stuur-/ bakboord wal, light

paddle / spoelhaal;

De roeiers weten nu aan welke zijde de boot gaat aankomen en letten daarbij op hun eigen riem(en). De gehele boot met weinig kracht laten roeien.

opgelet, laat… lopen De roeiers houden op met roeien

Page 8: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

8 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Stuurboord/ bakboord riemen hoog

De riemen van het boord dat wordt aangegeven worden hoog gehouden,

Klaar maken om te houden met (of: overhellen naar) stuur/

bakboord

De roeiers leunen (in beide gevallen) zachtjes naar genoemd boord (“waterkant”), zodat riggers andere zijde over het vlot kunnen schuiven en wachten op het volgende commando.

… houden!" (indien nodig, om

boot te laten langszij vlot “vallen”) de bladen van het genoemde boord worden half opgedraaid en met de bolle kant in het water gedrukt. De bladen worden geleidelijk tot verticaal opgedraaid naarmate de snelheid afneemt. Bladen weer plat op het water.

Uitstappen uit de boot

Stuur stapt uit; handen aan het vlot

De stuur stapt als eerste uit (roeiers houden vlot vast) en loopt weer naar het midden van de boot, om daar de boot aan de riggers, met altijd één hand aan eind van de rigger of op de dol, iets van de wal te houden. Roeiers zeggen: bedankt stuur.

Overslagen los Roeiers maken de overslagen los. Klaar maken om uit te

stappen ... Voorbereiden om uit te stappen

Uitstappen gelijk ... één ... twee ... drie

Het omgekeerde van instappen. Zie de foto’s en instructie bij 3. De riem aan de waterkant wordt bij het uitstappen gelijk meegenomen.

Laat een boot nooit onbeheerd achter bij het vlot. Een grote golf of goede windvlaag zal de boot laten wegdrijven of op het vlot laten slaan waardoor de boot stuk gaat.

Boot uit het water halen

Boot met beschermde (metalen strip) buiten kiel

Het omgekeerde van 2; De boot wordt haaks op het vlot over de kielbalk op het vlot getrokken (zorg ervoor dat de boot recht blijft) en vervolgens op de kar gelegd.

OPGELET! Je mag de boot NOOIT tillen aan: Het voetenbord, de stuurstoel, de slidings, de kruislatten, de riggers.

Til liever met te veel mensen, dan met te weinig.

Je mag de boot wel tillen aan: de boeg (´voorpunt´), de achtersteven (´achterpunt´), de spanten

Altijd tillen vanuit je benen en met een rechte rug.

Afspoelen en drogen

De stuur verdeelt nu de taken. Slagen de boot, boegen de riemen (of omgekeerd)

De boot wordt nu zorgvuldig afgespoten (als de boot vies is; bruine rand) en afgedroogd. De riemen worden opgehaald, gedroogd op het roei rekje en op hun plek in het rek gehangen.

Page 9: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

9 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Boot terug in de stelling

Is de boot op de kar naar het vlot gebracht, dan wordt de boot ook weer op de kar naar de loods gereden, daar schoongemaakt en afgedroogd en vervolgens op z’n plaats gebracht.

Voor de stuur:

Tot slot. Tijd terugkomst in afschrijfboek noteren. Indien er schade aan de boot is ontstaan, dit melden aan de coach en/of noteren op het onderhoudsformulier.

LET OP! Kijk goed uit dat er geen fietsers aankomen, voordat je met de boot het fietspad gaat

oversteken!!

Materiaal

Toelichting.

Dit hoofdstuk bestaat uit drie delen. Eerst worden de verschillende gangbare boottypen met de afkortingen

genoemd. Vervolgens worden de verschillende onderdelen van de boten aan de hand van tekeningen benoemd.

Tot slot wordt de materiaalbehandeling beschreven aan de hand van de manieren van tillen en het uit- en

inbrengen van de boten.

Verklaring van de tekens

Boottypen

De meest gangbare boten die momenteel bij roeiverenigingen in gebruik zijn kunnen als volgt worden

onderverdeeld:

1. Naar breedte: • Glad: Smal • C: Iets breder • Wherry: Breed

2. Naar het aantal roeiplaatsen: • 1, 2, 4 of 8

3. Naar de manier van roeien: • Scull: elke roeier heeft in elke hand een riem. • Boord: elke roeier heeft maar één

riem.

4. Manier van sturen: • Met stuurman • Zonder stuurman

De meeste boottypen kunnen met een letter-cijfer combinatie worden geïdentificeerd.

1. Een smalle (wedstrijd-)boot heeft geen letter, een iets bredere boot begint meestal met een C.

Een wherry heeft geen letter, maar heet altijd wherry. Daar is dus geen cijfer-letter combinatie voor.

2. Vervolgens komt een cijfer voor het aantal roeiplaatsen.

3. Dan komt de aanduiding voor de manier van roeien: Een x betekent dat het een scullboot is. Geen x betekent

dat het een boordroeiboot is. 4. Als laatste komt de aanduiding voor de manier van sturen:

Een + betekent: met stuurman, een - betekent: geen stuurman. Staat er geen + en ook geen -, dan is er geen

stuurman.

Vaar/looprichting

Vaarrichting

Boot

Roeier

Stuur

Page 10: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

10 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

-Toerboten, die zoals de naam al aangeeft worden gebruikt voor roei

instructie en/of voor toertochten, hebben een van boeg tot achtersteven

doorlopend boord.

De kielbalk zit aan de buitenzijde van de boot.

Dit zijn veelal C-boten en Wherry’s.

-De boten dienen altijd een witte boegbal te dragen als bescherming bij

aanvaringen.

-Naast toerboten zijn er ook wedstrijdboten, de zgn. gladde boten. Lichter

en ranker dan de C-boten en Wherry’s..

Scullboten

Page 11: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

11 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Bootonderdelen (Uit: BRS-gids HRV De Compagnie)

De onderdelen van de boot die je moet kennen zijn:

Dol (26), rigger (27), roer.

Sliding (30), bankje (31), voetenbord (29)

Kiel (38), spant (32), opstapplankje (28).

Boord, huid (37), kielstrip (39),

De onderdelen die je moet kennen (zie fig hiernaast) zijn:

Riem: blad, manchet, kraag handle.

Dol: dolpen, dolklep en dol.

Roer: roerpen, roerblad en stuurtouw.

Boordroeiboten

Page 12: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

12 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Materiaal behandeling (Uit: BRS-gids HRV De Compagnie)

Afschrijven en schade

Er wordt gebruik gemaakt van het afschrijfboek dat in de botenloods ligt.

Men moet de boot duidelijk afschrijven onder vermelding van eigen naam en ploeggenoten en het tijdstip

van vertrek. Na het roeien tijdstip van terugkeer vermelden.

De inschrijver is verantwoordelijk voor de boot en riemen.

Bij het constateren van schades dient, naast vermelding in het afschrijfboek, ook een onderhoudsformulier

ingevuld te worden; bij ernstige schades moet de materiaalcommissaris worden ingelicht. Bewaar altijd alle

losse onderdelen, dan is de schade makkelijker te repareren.

Riemen

Scullriemen mogen per twee naar buiten worden gebracht, met het blad naar voren. Neem in elke hand 1

riem mee.

De riemen dienen buiten op het riemenbankje gelegd te worden, altijd met de bolle kant naar boven.

Eerst worden de riemen aan de walkant in de dollen gelegd. Na het inschuiven van deze riem, de holle kant

van het blad naar boven op het vlot leggen.

De riem aan de waterzijde wordt niet geheel in de dol geschoven. Laat deze riem nooit in het water hangen,

maar leg hem neer met de steel op de andere riem of op het boord.

Na het roeien worden de riemen droog gemaakt en terug op hun plaats in het rek gehangen.

Er mag uitsluitend worden geroeid met de riemen die bij de boot horen, boot en riemen zijn op elkaar

afgesteld.

Let er bij het uitzetten van de boot op dat de bladen niet beschadigen!! Met verticaal blad, ong. in het

midden, afzetten (dus niet met een puntje van het blad).

Boten

Boten worden naar buiten en naar het vlot gereden/gedragen.

De boot (met beschermde buiten kiel) dient over de kiel in het water geschoven te worden.

Na terugkomst de boot weer over de kiel uit het water schuiven en op de kar tillen.

De boot wordt, voordat hij de loods in gereden wordt, schoongemaakt, afgedroogd en de dollen worden

gesloten en naar binnen gedraaid.

Aanleggen altijd tegen de wind in.

De boot mag nooit onbeheerd in het water liggen.

In een gestuurde boot mag niet ongestuurd geroeid worden.

Page 13: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

13 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Omslaan

Maatregelen om omslaan te voorkomen:

• Het draaggewicht van de boot moet in overeenstemming zijn met het gewicht van de roeier.

• De overslagen moeten goed dichtgedraaid zijn.

• Het voetenbord moet goed afgesteld staan, zodanig dat de handvatten van de riemen niet langs het

lichaam kunnen.

Voorzorgsmaatregelen:

• Neem schone kleding en een handdoek mee.

• Draag een sportbril of borg de bril met een touwtje.

• Draag geen horloge of sieraden.

• Trek de voetenriemen of de veters niet te strak aan. Zorg dat de voeten gemakkelijk uit het

voetenbord kunnen.

Maatregelen na het omslaan:

• Probeer zo snel mogelijk los van de boot te komen. • Voorkom het binnenkrijgen van water. •

Blijf altijd bij de boot. Bij vermoeidheid of kramp kan je de boot vastpakken. • Waarschuw

voorbijgangers, zodat zij kunnen assisteren. • Probeer weer in de boot te komen. - Draai de boot op het

water om. Klim vervolgens weer in de boot en roei terug naar de vereniging of - Zwem op de benen met

de boot naar de kant. Als inklimmen of instappen onmogelijk is, laat de boot dan achter en ren naar de

vereniging terug. Laat de boot ophalen. • Ga direct douchen. • Controleer of er schade aan de boot is

ontstaan.

Nazorg:

Raadpleeg na het omslaan een huisarts als: -Je

plotselinge ziek wordt. -Je veel water hebt binnen gekregen. -Je open wonden hebt opgelopen

Schade (Uit: BRS-gids HRV De Compagnie)

Voorkomen van schades. •

Controleer de boot bij vertrek. Repareer direct (indien mogelijk) alle ondeugdelijke zaken om erger te

voorkomen. •

Gebruik alleen de losse onderdelen die bij de boot horen. Leen geen onderdelen van andere boten.

Voorkomen van aanvaringen.

• Volg de regels uit het vaarreglement op.

• Houd goed stuurboordwal.

Melden van schades •

Verzamel alle kapotte onderdelen na een schade of aanvaring en geef deze af op de vereniging. Noteer

bij een aanvaring de volgende gegevens:

- Tijdstip en plaats van de aanvaring. •

Maak een schets van de situatie ten tijde van de aanvaring.

• Noteer de schade op het schadeformulier en stuur een e-mail naar:

[email protected]

• Meld tevens bij grote schades en aanvaringen het voorval direct bij een bestuurslid, bij voorkeur de

materiaalcommissaris.

Page 14: 4. Proef C Theorie - hrvdecompagnie.nl · hand aan het eind van de rigger of op de dol), en houdt de boot iets van de kant, zodat bij instappen de boot niet per ongeluk langs de (harde)

14 Ansen, aug 2018 Proef C. Theorie

Verenigingsregels Vereniging (Uit: BRS-gids HRV De Compagnie)

Om zoveel mogelijk persoonlijke ongelukken en schade aan de boten te voorkomen zijn er een aantal regels

opgesteld die iedereen dient te kennen en zich aan dient te houden.

Algemeen

Iedereen die in een boot plaatsneemt, moet kunnen zwemmen.

Stuurlieden dienen over een goed gezichtsvermogen te beschikken.

Alle roeiers/stuurlieden/instructeurs/coaches dienen de weersverwachtingen te kennen en na te gaan of er

uitgevaren kan worden.

Er mag slechts geroeid worden (zonder instructeur) in die boten, waarvoor men gekwalificeerd is.

Boeg en stuur/slag dragen voor zichtbaarheid een fluoriderend eigen shirt of hesje (in de loods)

Aandachtspunten

Alvorens uit te varen dient men de boot en de onderdelen te controleren.

Let op de walkant: daar waar geen rechte harde walkant is, zit +/- 20 cm onder water een ijzeren waterkering

die de boot onherstelbaar kan beschadigen.

Wat betreft zwemmen: omdat door de beweging in koud water de afkoeling versneld wordt en dus de

bloedtoevoer naar arm- en beenspieren vermindert, neemt het vermogen om te zwemmen snel af: goede

zwemmers komen in koud water meestal niet verder dan 25 meter. Hoe kouder het is, hoe dichter men bij de

wal moet blijven. Eventueel dient men van een tocht met risico's af te zien.

Het dragen van een zwemvest voor de stuur is verplicht, voor de kleine nummers aan te bevelen.

Wanneer is er sprake van een vaarverbod

Bij (dreigend) onweer.

Bij windkracht 5 of meer (schuimkoppen). Voor beginnende roeiers bij windkracht 4.

Bij dichte mist (zicht minder dan 500 m; vanaf vlot, bocht rechts niet meer zichtbaar)

Voor zonsopgang – na zonsondergang.

Als er sprake is van ijsvorming in de Hoogeveensche Vaart.

Er geldt een algemeen roeiverbod als de temperatuur overdag en 's nachts onder 0˚ C blijft.

Als de temperatuur overdag boven 0˚ C komt dan geldt er geen roeiverbod, tenzij de temperatuur naar

verwachting de komende nacht onder de -5˚ C graden zakt. Dit in verband met het voorkomen van schade

aan de boten. (Raadpleeg de thermometer aan de loods).

De belangrijkste scheepvaartregels

Roeiboten hebben geen voorrang, dienen altijd uit te wijken.

Uitwijken naar stuurboord en nooit vlak voor motorboten langs varen.

Roei aan stuurboord wal, haal in aan bakboord zijde.

Geef ruim op tijd duidelijk aan wat je gaat doen.

Afvaren van het vlot alleen toegestaan als het vaarwater vrij is.

Boten die aankomen of vertrekken vanaf het vlot, hebben géén voorrang. Je kijkt goed naar elkaar: De boot

die al bezig is, hetzij met aanleggen, dan wel met afzetten, dient de ruimte te krijgen.

Op het water spreken we eigenlijk niet van voorrang, maar van wijken. Anders dan op straat, neem je dus nooit

het initiatief om voorrang te nemen, maar om uit te wijken!

Tenslotte

Vermijd risico’s

Volg de regels van de vereniging.

Overschat je capaciteiten niet.

Houdt altijd in het oog wat je zelf wel en niet wil/kan.

Laat je niet overhalen flink te doen.

Zie verder: Reglement veilig roeien op de website