3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van...

114
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van gedecentraliseerde inbreuken op het intellectueel eigendomsrecht Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Bregt Raus (Studentennr. 01006590) Promotor: Professor Dr. Ben Depoorter Commissaris: Professor Dr. Jef De Mot

Transcript of 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van...

Page 1: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent

Academiejaar 2014-2015

3D-printen door consumenten: inzichten in

het ontstaan van gedecentraliseerde

inbreuken op het intellectueel

eigendomsrecht

Masterproef van de opleiding

‘Master in de rechten’

Ingediend door

Bregt Raus

(Studentennr. 01006590)

Promotor: Professor Dr. Ben Depoorter

Commissaris: Professor Dr. Jef De Mot

Page 2: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things
Page 3: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

i

Woord Vooraf

Ik wil graag en eerst en voor alles enkele mensen te bedanken.

In de eerste plaats is er mijn promotor professor Ben Depoorter. Ik wil hem niet alleen bedanken voor

zijn advies, maar ook omdat mij de ruimte heeft gegeven dit bijzondere onderwerp te verkennen.

Daarnaast wil ik graag familie en vrienden bedanken. Vaders, moeders, broers, zussen, vrienden en

vriendinnen, aan allen mijn dank voor hun unieke bijdragen.

Een speciaal dankwoord gaat uit naar mijn moeder, mijn vader en mijn vriendin. Alle drie hebben ze

mij niet alleen bij het schrijven van deze masterproef, maar gedurende heel mijn opleiding gesteund en

gemotiveerd. Ik ben ongelooflijk dankbaar dat deze bijzondere personen deel zijn van mijn leven.

Tot slot wens ik iedereen veel leesplezier. 3D-printen is een onderwerp dat mij persoonlijk erg

interesseert. Het is een erg dynamische materie maar juridische teksten zijn soms een beetje kleurloos.

In deze masterproef heb ik daarom geprobeerd om een gezonde mix van het juridische, het technische

en het economische samen te brengen in een boeiend geheel. Hopelijk kan deze masterproef de lezer

overtuigen van de relevantie en het belang van het onderwerp.

Bregt Raus

Page 4: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

ii

Inhoud Woord Vooraf .......................................................................................................................................... i

1 Inleiding .......................................................................................................................................... 1

2 3D-printen ....................................................................................................................................... 2

2.1 Techniek, voordelen en consumenten ..................................................................................... 2

2.1.1 Techniek .......................................................................................................................... 2

2.1.2 Voordelen ........................................................................................................................ 4

2.1.3 Consumenten en 3D-printen ............................................................................................ 7

2.2 Bezorgdheid............................................................................................................................. 8

2.2.1 3D-Napster ...................................................................................................................... 8

2.2.2 Twee assumpties ............................................................................................................ 10

3 Een ongegronde bezorgdheid ........................................................................................................ 13

3.1 Obstakels voor 3D-Napster vandaag: juridische analyse ...................................................... 13

3.1.1 Inleiding......................................................................................................................... 13

3.1.2 De uploader ................................................................................................................... 16

3.1.3 De downloader .............................................................................................................. 28

3.1.4 De 3D-service ................................................................................................................ 31

3.1.5 Conclusie juridische analyse ......................................................................................... 39

3.2 Obstakels voor 3D-Napster vandaag: technische kosten ....................................................... 40

3.2.1 Inleiding......................................................................................................................... 40

3.2.2 Van product naar digitale kopie (eerste omzetting) ....................................................... 43

3.2.3 Van digitale kopie naar product (tweede omzetting) ..................................................... 51

3.2.4 Tussenpersonen ............................................................................................................. 61

3.2.5 Conclusie technische kosten .......................................................................................... 65

3.3 Waarom 3D-Napster ook na technologische vooruitgang niet waarschijnlijk is .................. 70

3.3.1 Inleiding......................................................................................................................... 70

3.3.2 Technologische vooruitgang ......................................................................................... 71

3.3.3 Fysieke voorwerpen ...................................................................................................... 74

3.3.4 Napster in de mediawereld was een uniek verhaal ........................................................ 77

3.3.5 Conclusie 3D-Napster na technologische vooruitgang ................................................. 83

3.4 Een toekomstperspectief ........................................................................................................ 84

3.4.1 Industriële betrokkenheid .............................................................................................. 84

3.4.2 Het Belgisch intellectueel eigendomsrecht ................................................................... 90

3.4.3 Conclusie toekomstperspectief ...................................................................................... 92

4 Besluit ............................................................................................................................................ 94

Bibliografie ............................................................................................................................................ 96

Page 5: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

1

1 Inleiding

‘Illegaal uploaden, delen en downloaden’, het klinkt bekend; maar wat als het kan met fysieke

voorwerpen? 3D-printers maken het mogelijk om digitale bestanden om te zetten in reële objecten. Zal

het gebruik van deze technologie door consumenten ertoe leiden dat we niet alleen onze favoriete serie,

maar ook een nieuwe broodrooster illegaal kunnen downloaden via het internet?

Het 3D-printen kent de laatste jaren een echte opmars. De globale marktwaarde van 2014 werd begroot

op meer dan 4 miljard dollar1 en dit zal in de nabije toekomst enkel nog verveelvoudigen.2 Het

grensverleggende van de technologie zit in het geautomatiseerde additieve maakproces. Dit additieve

proces kan, in tegenstelling tot de klassieke productiemethoden, het produceren in kleine (of unieke)

oplagen fundamenteel simpeler en goedkoper te maken.

De recente opmars gaat gepaard met de nodige media-aandacht. Dit laatste is voornamelijk toe te

schrijven aan het feit dat consumenten meer en meer betrokken worden in de wondere wereld van 3D-

printen. Door prijsdalingen kunnen consumenten enerzijds zelf 3D-printers en 3D-scanners kopen.

Anderzijds kunnen consumenten die niet willen investeren in eigen hardware, ook een beroep doen op

een 3D-printservice of een 3D-scanservice.

De toegankelijkheid van deze technologie voor consumenten heeft een gemeende bezorgdheid

veroorzaakt. Veel juristen en ook anderen vrezen dat de beschikbaarheid van 3D-printers en 3D-scanners

een soort Napster voor fysieke voorwerpen tot stand zal brengen. Onder ideale omstandigheden kan een

consument die beschikt over een digitaal 3D-model immers met een 3D-printer een object genereren

zonder enige persoonlijke interventie. Theoretisch gezien kan daarom een digitaal 3D-model van een

beschermd voorwerp door een consument verspreid worden via het internet en elders door een ander

gedownload en uitgeprint worden.

In deze masterproef zal ik beargumenteren waarom deze bezorgdheid ongegrond is. In het tweede

hoofdstuk wordt eerst uitgeweid over 3D-printers, de voordelen en de bezorgdheid. In het derde

hoofdstuk volgt daarna de eigenlijke argumentatie. Het concept waarbij consumenten digitale 3D-

modellen van fysieke voorwerpen via het internet verspreiden, downloaden en uitprinten wordt onder

de loep genomen. Na een juridische en technische analyse, zal geconcludeerd worden dat dit concept

vandaag niet kan ontstaan en dat het bovendien erg onwaarschijnlijk is dat dit in de toekomst zal

ontstaan. Het derde hoofdstuk sluit af met een blik op de toekomst waarna nog een kort besluit volgt.

1 X, “Wohlers Report: 3D printmarkt doorbreekt grens 4 miljard dollar omzet”, 3D-print magazine, 10 april

2015, http://3dprintmagazine.eu/wohlers-report-3d-printmarkt-doorbreekt-grens-4-miljard-dollar-omzet/. 2 X, “3D printing market to grow to US$16.2 billion in 2018”, Canalys, 31 maart 2014,

www.canalys.com/newsroom/3d-printing-market-grow-us162-billion-2018; L. COLUMBUS, “2015 Roundup Of

3D Printing Market Forecasts And Estimates”, Forbes Tech, 31 maart 2015,

www.forbes.com/sites/louiscolumbus/2015/03/31/2015-roundup-of-3d-printing-market-forecasts-and-estimates/.

Page 6: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

2

2 3D-printen

2.1 Techniek, voordelen en consumenten

2.1.1 Techniek

De term 3D-printen is eigenlijk een soort koepelterm voor een aantal verschillende technologieën die

benoemd worden als additive manufacturing. De 3D-printer leest een digitaal 3D-model en zet het om

in een fysiek object. De 3D-printer produceert het object door successief kleine laagjes op elkaar te

stapelen. Elk laagje bestaat uit een soort vlakke dwarsdoorsnede van het eindproduct; vandaar de naam

additive manufacturing.

Van naderbij bekeken bestaat het hele 3D-printproces eigenlijk uit drie stappen.

Het eerste wat nodig is, is een digitaal 3D-model van een object dat fungeert als blauwdruk. Dit model

kan gemaakt worden met behulp van een CAD-programma (computer aided design). Het is ook mogelijk

om een bestaand objecten te scannen met een 3D-scanner. Onder consumenten is het meest gebruikte

bestandsformaat voor deze digitale 3D-modellen ‘STL’.3 STL-bestanden zijn beperkt in die zin dat ze

enkel de oppervlaktegeometrie van het object beschrijven. Kenmerken zoals kleur en textuur vallen in

principe buiten het vermogen van ‘STL’.4 Nieuwere bestandsformaten zoals AMF5 en 3MF6 maken

komaf met deze beperkingen maar worden vooralsnog minder of niet gebruikt door consumenten.

In de tweede stap worden het 3D-model en de printer voorbereid. Het digitale model wordt in plakjes

gesneden en vertaald in instructies die de 3D-printer begrijpt: de zogenaamde g-code. De software die

het 3D-model in plakjes snijdt heet de slicer. De bestuurder die het printproces controleert zal in de

slicersoftware allerlei instructies moeten ingeven om een succesvol resultaat te bekomen.7 Daarnaast

moet ook de 3D-printer zelf afgesteld worden om het eindresultaat te optimaliseren.8

In de laatste stap gebeurt het eigenlijke printen. De 3D-printer produceert het object laagje per laagje op

additieve wijze. In de praktijk zal het voortbrengsel vaak nog manueel bewerkt moeten worden. Deze

3 L. OSBORN, “Of PhDs, Pirates and the Public: ThreeDimensional Printing Technology and the Arts”, Tex.

A&M L. Rev. 2014, http://scholarship.law.campbell.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1095&context=fac_sw,

(811) 814. 4 www.materialise.com/glossary/stl-file. 5 Zie ASTM International, www.astm.org/Standards/ISOASTM52915.htm en

www.astmnewsroom.org/default.aspx?pageid=2539. 6 X, “3MF opvolger van STL formaat”, 3D-Print Magazine, 4 mei 2015, http://3dprintmagazine.eu/3mf-

opvolger-stl-formaat/. 7 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013, 33-

39; B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 3, 27. 8 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013, 5,

39-41 en 46-48.

Page 7: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

3

extra stap is meestal nodig om het eindresultaat af te werken door het object te veilen, op te poetsen, of

te bewerken met een chemisch product.9

Zoals in het begin vermeld, bestaat 3D-printen uit een heleboel verschillende technieken die allemaal

‘additief’ te werk gaan. De verschillende technieken laten bovendien toe om met verschillende

materialen te werken.10 De materialen worden in de wereld van het 3D-printen ‘filament’ genoemd.

Om het geheel nog complexer te maken, kan bovendien vermeld worden dat de verschillende technieken

en materialen op hun beurt gebruik maken van verschillende hardware. En zelfs binnen dezelfde

techniek kunnen 3D-printers van verschillende fabrikanten dan weer opteren voor variaties op deze

hardware.11

De bekendste drie technieken zijn ‘Fused Deposition Modeling’ (FDM), ‘Selective Laser Sintering’

(SLS) en ‘Stereo Lithography’ (SLA). FDM wordt in de praktijk soms ook aangeduid als Fused Filament

Fabrication (FFF) omdat het grote Amerikaanse bedrijf Stratasys merkhouder is van onder andere

‘FDM’.12 Voor consumenten klinkt FDM het bekendst in de oren omdat het de meest gebruikte techniek

is voor consumenten-3D-printers.13 Doorgaans is FDM namelijk de goedkoopste techniek.

FDM werkt door verhitting van thermoplastische materialen. In de printkop wordt het filament verhit

tot een vloeibare massa. Deze verhitte vloeistof wordt dan over het printbed gespoten in de vorm van

een dwarsdoorsnede van het te printen object. Is het eerste laagje afgewerkt, begint de printer aan het

tweede enz. Het materiaal verhardt telkens waardoor de laagjes onmiddellijk aan elkaar binden.14 Door

de techniek van verhitting en extrusie is FDM beperkt tot thermoplastische materialen zoals Nylon, ABS

(Acrylonitril Butadiene Styrene) en PLA (Polyactid Acid).15

Bij SLS wordt een dun laagje poeder over een plateau gelegd. Dit poeder wordt verhit met behulp van

een laser. Door de verhitting smelt het materiaal aan elkaar en ontstaat een tweedimensionaal patroon.

Na het afwerken van elke laag, zakt het plateau één laagdikte en wordt opnieuw poeder gelegd. Dit

poeder kan dan weer op dezelfde wijze verhit worden. Het proces wordt herhaald tot het object voltooid

is.16

9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things – Visions and Essentials for 3D

Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 9. 10 Voor een overzichtelijke samenvatting van de meest gebruikte materialen zie B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen,

Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 46-55 11 FDM-printers kunnen zo bijvoorbeeld gebruik maken van één of meerdere printkoppen 12 www.stratasys.com/legal/legal-information. 13 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things – Visions and Essentials for 3D

Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 18. 14 E. PALERMO, “Fused Deposition Modeling: Most Common 3D Printing Method”, Live Science, 19 september

2013, www.livescience.com/39810-fused-deposition-modeling.html. 15 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things – Visions and Essentials for 3D

Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 13-14. 16 B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 37-38.

Page 8: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

4

SLA gelijkt op SLS. Een plateau bevindt zich in een bassin, gevuld met een vloeibaar fotopolymeer. In

de eerste stap bevindt het plateau zich helemaal bovenaan in het bassin, op één laagdikte van het

oppervlak. Een laser schijnt in op het plateau en verhardt de vloeistof die zich boven het plateau bevindt

in het gewenste patroon. Na het afwerken van elke laag zal het plateau één laagdikte zakken waardoor

een nieuw laagje van het fotopolymeer blootgesteld kan worden aan de laser. De laser zal opnieuw een

patroon in de vorm van een dwarsdoorsnede van het object verharden. Dit proces wordt herhaald tot het

voorwerp voltooid is en uit het bassin gehaald kan worden.17

2.1.2 Voordelen

Wie de technische samenvatting van 3D-printen leest stelt zich misschien de terechte vraag waarom

deze technologie zo speciaal is. In essentie is het antwoord dat 3D-printen het potentieel heeft om

produceren in kleine (of unieke) oplagen fundamenteel simpeler en goedkoper te maken.

Het baanbrekende van 3D-printen zit in het geautomatiseerde additieve proces. Een korte blik op de

geschiedenis van fabricageprocessen leert ons namelijk dat de mens in principe op drie manieren iets

kan maken. Ten eerste kan men objecten snijden en kappen uit een blok materiaal. Ten tweede kan men

stukken materiaal fragmentarisch bijeenbrengen en opbouwen tot een object. Tot slot kan men ook een

plastiek of een vloeistof aanbrengen in een vooraf gemaakte vorm; een mal. Het gewenste object wordt

zo gemaakt door de vloeistof die zich zet.18

De mens is een creatief dier. In de jaren ‘50 ontstond het idee om deze fabricagetechnieken te

automatiseren door ze aan te sturen met een computer. Dit heet CNC of Computer Numerical Control.

Het voordeel is dat met de computer veel complexere vormen gemaakt kunnen worden dan met de hand.

Vandaag zijn zo goed als alle commerciële producten, direct of indirect door CNC-machines gevormd.19

De typische CNC-machines zijn frezen, boormachines, graveermachines en dergelijken. Deze machines

zijn niet additief maar subtractief. In plaats van materiaal toe te voegen, verwijderen ze het. Deze

subtractieve machines kennen twee beperkingen. Ten eerste is het ontzettend complex om het juiste pad

te programmeren dat de snijmachine moet volgen.20 Ten tweede kunnen de subtractieve CNC-machines

nooit echte interne structuren creëren.21 Door deze beperkingen zijn er een heleboel voorwerpen die wel

17 E. PALERMO, “What is Stereolithography?”, Live Science, 13 juli 2013, www.livescience.com/38190-

stereolithography.html. 18 S. BRADSHAW, A. BOWYER, en P. HAUFE, “The intellectual property implications of low-cost 3D printing”,

SCRIPTed 2010, (5) 6. 19 N. GERSHENFELD, “How to Make Almost Anything: The Digital Fabrication Revolution”, Foreign Affairs

2012, (43) 43-44. 20 S. BRADSHAW, A. BOWYER, en P. HAUFE, “The intellectual property implications of low-cost 3D printing”,

SCRIPTed 2010, (5) 7. 21 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013, 1.

Page 9: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

5

beschreven kunnen worden in een 3D-model, maar praktisch niet onmiddellijk gemaakt kunnen worden

door een subtractieve machine.

Wie met deze informatie terugkijkt naar de initiële definitie begrijpt onmiddellijk wat 3D-printen zo

speciaal maakt. Wat 3D-printen namelijk onderscheidt van de rest, is het geautomatiseerde additieve

proces. Additive manufacturing maakt komaf met de bovengenoemde beperkingen. Het is veel simpeler

om de hardware te programmeren. Door met laagjes te werken is er steeds een vlak oppervlak met

onbeperkte toegang. Complexere objecten kunnen zo in één beweging gevormd worden.22

Onder ideale omstandigheden levert deze nieuwe productiemethode een aantal directe en indirecte

voordelen op.

Ten eerste bouwt de printer telkens het object, laagje per laagje, beginnende van niets. Dit betekent dat

er geen gebruik moet worden gemaakt van mallen of gietvormen, en dat er minder of geen assemblage

vereist is.23 Dit is op zichzelf kostenbesparend maar zorgt ook voor een lagere opstartkost en een flexibel

productieproces.24 Het kost namelijk bijna niets om een wijziging door te voeren aan een product.25 Het

eerste product kan verschillend zijn van het tweede, dat weer verschillend kan zijn van het derde enz.

Ten tweede bespaart men door de additieve werkwijzen op de materiaalkost.26 Er moet geen materiaal

weggesneden worden. Alles wat nodig is wordt gebruikt door de printer.

Initieel werden deze directe voordelen ingezet om snel prototypes te kunnen maken. Dit is de reden

waarom 3D-printen in de beginfase rapid prototyping genoemd werd. Gaandeweg verbeterde echter de

kwaliteit van de afgewerkte producten.27 Vandaag en in de toekomst kan de technologie daarom ook

ingezet worden voor het maken van eindproducten. Dit zet de deur open voor een heleboel indirecte

voordelen voor de producent en voor de consument.

22 M. WEINBERG, “It will be awesome if they don’t screw it up: 3D printing, Intellectual property, and the fight

over the next great disruptive technology”, Public Knowledge 2010,

www.publicknowledge.org/files/docs/3DPrintingPaperPublicKnowledge.pdf, (1) 2; B. TIMROFF, Ontdek 3D-

printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 4. 23 J. HORNICK, “3D Printing and the Future (or Demise) of Intellectual Property”, 3DP 2014, (34) 35; A. VICARI,

“Efficiences of improved 3D printing inspire innovation”, E&P, 2 januari 2014,

http://www.epmag.com/efficiencies-improved-3-d-printing-inspire-innovation-709866, (1) 5. 24 B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 16. 25 D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning lessons from

the past?”, EIPR 2013, (155) 157-158; T. BIRTCHNELL en J. URRY, “3D, SF and the Future”, Futures 2013,

http://ro.uow.edu.au/cgi/viewcontent.cgi?article=1656&context=lhapapers, (1) 5; 26 D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning lessons from

the past?”, EIPR 2013, (155) 158; J. HORNICK, “3D Printing and the Future (or Demise) of Intellectual

Property”, 3DP 2014, (34) 35. 27 M. KURMAN, “Carrots, Not Sticks: Rethinking Enforcement of Intellectual Property Rights for 3D-Printed

manufacturing”, 3DP 2014, (44) 44.

Page 10: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

6

Voor de producent betekenen deze directe voordelen dat het mogelijk wordt om meer lokaal te

produceren en zo te besparen op transportkosten.28 3D-printen zou ook ingezet kunnen worden voor on

demand productie. Een product wordt dan pas gemaakt wanneer het nodig is. Een ontwerper zou in

theorie dus een product kunnen ontwerpen en naar de markt brengen, zonder noodzakelijk te moeten

investeren in het aanleggen van voorraden.29 Hij kan daarnaast het product ook testen en aanpassen op

basis van de reacties van de consument.30 Bovendien zorgt de flexibiliteit van het productieproces er

voor dat het mogelijk wordt om een product te personaliseren op maat van de klant.31 Tot slot zouden al

deze dingen samen ook een positieve invloed op het milieu kunnen hebben. Wanneer goederen lokaal

geproduceerd kunnen worden, vermindert dit de impact van het fysiek transport op het milieu.32 Ook de

vermindering van verspilling van materiaal zou een positieve uitwerking op het milieu kunnen hebben.33

Naast de producent kan ook de consument genieten van de voordelen van 3D-printen. Het flexibele

productieproces laat de producent toe om te personaliseren op maat van de klant. De consument kan zo

zijdelings betrokken worden bij de realisatie van het eindproduct. In een ideaal scenario kan de

consument zelfs op directe wijze vorm geven aan het eindproduct. Onder perfecte omstandigheden zet

een 3D-printer een digitaal 3D-model namelijk volautomatisch om in een fysiek voorwerp zonder

menselijke interventie.34 In dit droombeeld is het maakproces zodanig gedemocratiseerd dat de

consument zijn eigen producten kan (laten) printen.35

De conclusie is dat 3D-printen het potentieel heeft om productie in kleine (of unieke) oplagen

fundamenteel simpeler en goedkoper te maken.36 3D-printen knabbelt zo aan de schaalvoordelen uit de

klassieke industrie.37 In een ideaal scenario zou er dus geen noodzakelijk verband meer moeten bestaan

28 T. BIRTCHNELL en J. URRY, “3D, SF and the Future”, Futures 2013,

http://ro.uow.edu.au/cgi/viewcontent.cgi?article=1656&context=lhapapers, (1) 6. 29 B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 18. 30 D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning lessons from

the past?”, EIPR 2013, (155) 157. 31 S. BRADSHAW, A. BOWYER, en P. HAUFE, “The intellectual property implications of low-cost 3D printing”,

SCRIPTed 2010, (5) 10; T. BIRTCHNELL en J. URRY, “3D, SF and the Future”, Futures 2013,

http://ro.uow.edu.au/cgi/viewcontent.cgi?article=1656&context=lhapapers, (1) 5; B. TIMROFF, Ontdek 3D-

printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 21-22. 32 S. BRADSHAW, A. BOWYER, en P. HAUFE, “The intellectual property implications of low-cost 3D printing”,

SCRIPTed 2010, (5) 11. 33 In het kader van milieuverantwoorde consumptie werd additive manufacturing zelfs al vernoemd door Vlaams

minister van leefmilieu, natuur en cultuur Joke Schauvliege, zie Beleidsbrief Leefmilieu en Natuur (Joke

Schauvliege), Parl.St. Vl. Parl. 2013-2014, nr. 2242/1, http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2013-

2014/g2242-1.pdf, 29-31. 34 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 474; S. SHAWSON, “3D Printing: A Lesson In

History: How To Mold the World of Copyright”, Sw. L. Rev 2014., (483) 484-485. 35 D. DESAi en G. MAGLIOCCA, “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo. L.J.

2014, (1691) 1693. 36 R. SMITH, “Alles uit de printer”, National Geographic Nederland-België 2014, afl. 12, (114) 124. 37 I. PETRICK en T. SIMPSON, “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create New Rules of

Competition”, Research-Technology Management 2013, http://strategic-technology-

roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf, (1) 4.

Page 11: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

7

tussen het productieproces en de lopende band in een afgelegen fabriek.38 Dit zet de deur open voor

creativiteit, innovatie en betrokkenheid van de consument.39 In plaats van te moeten redeneren in termen

van massaproductie wordt het namelijk mogelijk om vrij te produceren wat we kunnen bedenken.40

2.1.3 Consumenten en 3D-printen

Hoewel het 3D-printen de laatste jaren geniet van een flinke dosis media-aandacht, bestaat de

technologie zelf al enkele decennia. In 1977 werd in de VS het eerste octrooi verleend.41 De eerste

commerciële installaties dateren van het einde van de jaren ’80.42 Deze discrepantie is te verklaren door

het onderscheid tussen industrieel 3D-printen en 3D-printen voor consumenten. Lange tijd kende de 3D-

technologie enkel industriële toepassingen waardoor het brede publiek weinig interesse toonde.43 Over

de jaren heen verbeterde de technologie, verliepen enkele belangrijke octrooien44 en werd de technologie

goedkoper. Uiteindelijk werden ook 3D-printers aangeboden, betaalbaar voor consumenten.45 Door

consumenten als maar meer te betrekken bij de wereld van de 3D-technologie (3D-printen, 3D-scannen

en 3D-modelleersoftware), groeide de algemene belangstelling.

Een consument die vandaag een voorwerp wil 3D-printen moet eerst beschikken over een digitaal 3D-

model dat zal fungeren als blauwdruk. De consument kan ervoor opteren om dit model zelf te creëren

aan de hand van CAD-software. Populaire voorbeelden van programma’s die gericht zijn op

38 M. WEINBERG, “What’s the Deal with Copyright and 3D Printing?”, Public Knowledge 2013,

www.publicknowledge.org/files/What%27s%20the%20Deal%20with%20Copyright_%20Final%20version2.pdf,

(1) 1; B. DEPOORTER, “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings L.J.

2014, (1483) 1484-1485. 39 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal

Comité en het Comité van de Regio’s - Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot groei en economisch

herstel, 10 oktober 2012, COM(2012)582 def., http://eur-lex.europa.eu/legal-

content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012DC0582&from=NL, 8. 40 I. PETRICK en T. SIMPSON, “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create New Rules of

Competition”, Research-Technology Management 2013, http://strategic-technology-

roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf, (1) 3. 41 S. BRADSHAW, A. BOWYER, en P. HAUFE, “The intellectual property implications of low-cost 3D printing”,

SCRIPTed 2010, (5) 7-8. 42 T. WOHLERS en T. GORNET, “History of additive manufacturing”, Wohlers Report 2012,

www.wohlersassociates.com/history2012.pdf, (1) 1. 43 Zie bijvoorbeeld Joris Peels die beschrijft hoe het brede publiek doorgaans onwetend is over gebruikte

productietechnieken in de industrie, J. PEELS, “This is the most successful 3D printed product in the world”,

Inside 3DP, 22 september 2014, www.inside3dp.com/successful-3d-printed-product-world/. 44 T. WOHLERS en T. GORNET, “History of additive manufacturing”, Wohlers Report 2012,

www.wohlersassociates.com/history2012.pdf, (1) 17; M. COPELAND, “Why 3-D Printing Won’t Turn Your

Home Into a Factory”, Wired, 21 maart 2013, www.wired.com/2013/03/ideas-not-dinner-plates-are-the-future-

of-3-d-printing/. 45 De ‘RapMan’ van het bedrijf Bits from Bytes en de ‘Cupcake’ van MakerBot waren de eerste. Zij kwamen op

de markt in april 2009, T. WOHLERS en T. GORNET, “History of additive manufacturing”, Wohlers Report 2012,

www.wohlersassociates.com/history2012.pdf, (1) 14.

Page 12: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

8

consumenten zijn Tinkercad46 en 123D Design47.48 Daarnaast kan de consument ook een bestaand

voorwerp inscannen met behulp van een 3D-scanner. De consument die zelf niet beschikt over een 3D-

scanner kan een beroep doen op een 3D-scanservice.49 Wil de consument werken met een bestaand 3D-

model, kan hij een digitaal bestand (al dan niet tegen betaling) downloaden van het internet. De grootste

en bekendste50 website waar vandaag gratis 3D-modellen verkregen kunnen worden is Thingiverse.51

Op CGtrader52 bijvoorbeeld kunnen sommige modellen ook tegen betaling gedownload worden.

Om het 3D-model vervolgens uit te printen, heeft de consument twee opties: gebruik van de eigen 3D-

printer of gebruik van een 3D-printservice.53 3D-printers die bestemd zijn voor consumenten

(consumenten-3D-printers) zijn relatief duur en vaak beperkt in hun capaciteiten.54 Veel consumenten

doen daarom een beroep op een 3D-printservice. Bekende voorbeelden van online printservices zijn

Shapeways55 en i.Materialise56.

Tot slot bestaat er nog een alternatieve route waarlangs consumenten indirect met de 3D-technologie te

maken krijgen. Bepaalde websites, zoals Shapeways, presenteren ook een soort online marktplaats.57 Op

deze marktplaats worden allerlei 3D-modellen aangeboden die ontworpen zijn door particulieren en

andere enthousiastelingen. De consument kan dan een 3D-model kiezen dat vervolgens uitgeprint en

toegezonden zal worden door Shapeways.

2.2 Bezorgdheid

2.2.1 3D-Napster

De beschikbaarheid van deze technologie voor consumenten heeft bij veel mensen een bepaalde

bezorgdheid getriggerd: het ontstaan van 3D-Napster en de onvermijdbare aftakeling van de

intellectuele rechten op fysieke voorwerpen. Vele juristen en ook anderen vrezen dat de beschikbaarheid

46 www.tinkercad.com/. 47 www.123dapp.com/design. 48 Voor een overzicht zie: C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things –

Visions and Essentials for 3D Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 17. 49 Bijvoorbeeld www.plantin.be/bn/PlantinNews/3D-Scanservice.html. 50 E. KRASSENSTEIN, “MakerBot Launches Thingiverse Groups, Bringing the Community of 3D Designers

Together”, 3DPrint.com, 20 januari 2015, http://3dprint.com/38680/makerbot-thingiverse-groups/. 51 www.thingiverse.com/; Het project is opgestart en wordt beheerd door Makerbot; een Amerikaanse fabrikant

van 3D-printers gericht op consumenten. Makerbot werd in 2013 gekocht door Stratasys; één van de grootste

namen in de wereld van de 3D-technologie, K. LOBOSCO, “Stratasys buys Makerbot 3-D printing company for

$400 million”, CNN Money, 19 juni 2013, www.money.cnn.com/2013/06/19/technology/makerbot-stratasys-

merger/. 52 www.cgtrader.com/3d-print-models. 53 Eventueel bestaat nog een derde optie waarbij een consument betaalt voor het gebruik van de 3D-printer van

een andere consument, zie www.3dhubs.com/. 54 Zie infra ‘3.2.3.1’. 55 www.shapeways.com/. 56 http://i.materialise.com/; i.Materialise is de online 3D-printservice van het Belgische Materialise. 57 www.shapeways.com/marketplace/?li=nav-tab.

Page 13: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

9

van de 3D-printtechnologie ervoor zal zorgen dat consumenten fysieke voorwerpen zullen kopiëren en

verspreiden via het internet op basis van een soort gedecentraliseerd netwerk.58 Dit concept van

gedecentraliseerd kopiëren en verspreiden door consumenten benoem ik in deze masterproef als

Napster. Het concept is afkomstig uit de film –en muziekwereld (hierna: mediawereld) en wordt ook

benoemd als peer-to-peer file sharing. In zoverre dit concept betrekking heeft op fysieke voorwerpen

spreek ik van 3D-Napster.

Binnen Napster zijn het dus de consumenten die zich bezighouden met het kopiëren en verspreiden van

beschermde producten. Net zoals in de mediawereld, impliceert 3D-Napster zo een golf aan

gedecentraliseerde inbreuken op het intellectueel eigendomsrecht.59 Deze decentralisatie dwarsboomt

het afdwingen van de intellectuele rechten.60

In geval van decentralisatie kunnen rechtenhouders hun pijlen niet richten op een klein aantal

tussenpersonen maar worden ze geconfronteerd met een overvloed aan inbreukmakers die moeilijk te

identificeren zijn.61 De inbreuken vinden bovendien plaats bij gebruikers thuis waardoor een gevoel van

veiligheid en anonimiteit ontstaat. Daarnaast zal de pakkans dalen omdat steeds meer gebruikers

inbreuken plegen. Het dalen van de pakkans stimuleert vervolgens het plegen van inbreuken. Het

verhoogde aantal inbreuken vermindert op zijn beurt weer de pakkans enz.62 De verhoogde kosten

maken het onmogelijk om alle inbreukmakers individueel aan te spreken.63 Maar ook het voeren van

een afschrikkingsstrategie is geen onbezorgde oplossing. Onderzoek toont aan dat wanneer juridische

58 Zie bijvoorbeeld A. ENGELFRIET, “3D printen: revolutie of de nieuwe Napster?”, Tijdschrift voor Internetrecht

2011, (141) 141; D. DOHERTY, “Downloading Infringement: Patent Law as a Roadblock to the 3D Printing

Revolution”, Harv. J.L. & Tech. 2012, (353) 354; D. MENDIS, “The rise of 3D printing and its implications for

intellectual property law – Learning Lessons from the Past?”, EIPR 2013, (155) 155 en 159; M. DE COCK

BUNING en S. KULK, “Intellectuele Eigendom en Reclamerecht, 3D printen: Attack of the Clones of A New

Hope?”, IER 2013, (309) 310; D. BREAN, “Asserting Patents to Combat Infringement: It’s no Use”, Fordham

Intell. Prop. Media & Ent. L.J. 2013, (771) 781; J. TITLOW, “Why 3D Printing Will Be The Next Big Copyright

Fight”, ReadWrite, 20 februari 2013, http://readwrite.com/2013/02/20/3d-printing-will-be-the-next-big-

copyright-

fight?utm_source=feedburner&utm_medium=feed&utm_campaign=Feed:%20businessinsider%20(Business%20

Insider); B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 30; L. OSBORN, “Of

PhDs, Pirates and the Public: Three-Dimensional Printing Technology and the Arts”, Tex. A&M L. Rev. 2014,

http://scholarship.law.campbell.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1095&context=fac_sw, (811) 824; S. SHAWSON,

“3D Printing: A Lesson In History: How To Mold the World of Copyright”, Sw. L. Rev 2014., (483) 494; TJ.

MCCUE, “Hasbro Offers Artwork For 3D Printing At Shapeways”, Forbes Tech, 31 juli 2014,

www.forbes.com/sites/tjmccue/2014/07/31/hasbro-offers-artwork-for-3d-printing-at-shapeways/; E-J. LOUWERS,

“3D-printen zonder kleerscheuren”, 3D-print magazine, 2015, afl. 1, (28) 28. 59 B. DEPOORTER, “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings L.J. 2014,

(1483) 1483 en zie infra ‘3.1.2’ en ‘3.1.3’. 60 T. WU, “When code isn’t law”, Va. L. Rev 2003, (101) 137-140, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=413201. 61 W. KEUVELAAR, “Intellectual property rights for music file sharing” in A. SCHMIDT, W. DOLFSMA en W.

KEUVELAAR (eds.), Fighting the War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (93) 124 62 B. DEPOORTER, “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings L.J. 2014,

(1483) 1496. 63 R. SCHOEFS, “De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI 2013,

(136) 137.

Page 14: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

10

afdwinging als buitensporig wordt ervaren, dit tot gevolg kan hebben dat het aantal inbreuken net zal

stijgen in plaats van dalen.64

Het afdwingen van intellectuele rechten in het geval van 3D-Napster is dus erg problematisch. Eenmaal

consumenten vrij kopieën kunnen maken en verdelen, kan het intellectueel eigendomsrecht weinig doen

om hieraan een einde te stellen.65 Er heerst een bezorgdheid dat de intellectuele “rechten op fysieke

producten zullen wegspoelen door het elektronische vergiet”. 66

Aan de ene kant heeft deze bezorgdheid zeker zijn nut. Het potentieel van 3D-printen toont namelijk

aan dat deze technologie een ontwrichtend vermogen heeft.67 Het voorspellen van de toekomst is altijd

onzeker, maar het moment om na te denken over deze toekomst is wel vandaag. Door op tijd te beginnen

met nadenken, kunnen de industrie, de beleidsmakers en het recht optimaal reageren om het meeste

voordeel uit deze nieuwe technologie te halen.68

Aan de andere kant leidt deze ongerustheid tot een soort doemdenken. Dit vertroebelt het zicht op de

toekomst. Telkenmale in de (juridische) literatuur geschreven wordt over 3D-printen en consumenten,

wordt vertrokken vanuit deze bezorgdheid. De ongerustheid lijkt algemeen aangenomen te zijn. Weinig

of geen aandacht gaat uit naar vraag of de bezorgdheid zelf eigenlijk wel gegrond is. In deze masterproef

zal ik mij richten op deze vraag.

2.2.2 Twee assumpties

Om de ongerustheid over het ontstaan van 3D-Napster in vraag te stellen is het noodzakelijk om eerst

na te gaan waar ze vandaan komt.

Twee elementen zijn essentieel aan Napster. De mogelijkheid tot het maken van deugdelijke kopieën en

een gedecentraliseerde structuur die gebruikers in staat stelt om deze kopieën te verspreiden zonder

commerciële tussenkomst. De gedecentraliseerde structuur is noodzakelijk in zoverre het gaat om

beschermde producten. Het kopiëren en verspreiden van een beschermd product betekent namelijk

64 B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1256-

1257. 65 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

291. 66 M. DE COCK BUNING en S. KULK, “Intellectuele Eigendom en Reclamerecht, 3D printen: Attack of the Clones

of A New Hope?”, IER 2013, (309) 310. 67 De mogelijkheid om eenvoudig te kunnen kopiëren loopt vanzelfsprekend parallel met de mogelijkheid om het

intellectueel eigendomsrecht te schenden, M. WEINBERG, “It will be awesome if they don’t screw it up: 3D

printing, Intellectual property, and the fight over the next great disruptive technology”, Public Knowledge 2010,

www.publicknowledge.org/files/docs/3DPrintingPaperPublicKnowledge.pdf, (1) 4. 68 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

251; D. DESAi en G. MAGLIOCCA, “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo. L.J.

2014, (1691) 1694.

Page 15: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

11

meestal een inbreuk op het intellectueel eigendomsrecht.69 De decentralisatie bemoeilijkt de afdwinging

van eventuele inbreuken70 en houdt zo het concept overeind.

Het internet kan deze gedecentraliseerde structuur ondersteunen, maar enkel voor computerbestanden.

De digitalisering van muziek en film betekent dat gebruikers muziek en film eenvoudig in

computerbestanden kunnen transformeren om ze vervolgens in digitaal format te verspreiden via het

internet.71 Materiële voorwerpen daarentegen, lijken beschermd te zijn tegen Napster door hun fysiek

karakter.72 Wat betreft objecten, bestaat er een intuïtieve kloof tussen fysiek en digitaal.

Een theoretische blik op 3D-printen stelt dit laatste in vraag. In een ideaal scenario kan de consument

namelijk het voorwerp maken met behulp van een 3D-printer zodra hij beschikt over het digitale bestand,

zonder enige persoonlijke interventie.73 3D-printen zou dus, als brug tussen het fysieke en het digitale,

kunnen zorgen voor de digitalisering van objecten.74 Hierdoor wordt het mogelijk om objecten, als

digitale bestanden, op gedecentraliseerde wijze te kopiëren en te verspreiden via het internet.75 In

essentie is de bezorgdheid omtrent het ontstaan van 3D-Napster dus gebaseerd op een vergelijking met

Napster in de mediawereld. Zoals reeds het geval was voor mediabestanden, stelt 3D-printen

consumenten namelijk ook in staat om fysieke voorwerpen te digitaliseren.

Samenvattend ziet dit er zo uit:

Het internet ondersteunt de gedecentraliseerde structuur van Napster. Het internet is beperkt tot digitale

bestanden. 3D-printen maakt het mogelijk voor consumenten om objecten te digitaliseren. Objecten

vallen daarom ten prooi aan Napster.

Deze ongerustheid is impliciet gebaseerd op twee assumpties. De bezorgdheid berust namelijk op de

veronderstelling dat het mogelijk is om fysieke voorwerpen te digitaliseren en dat Napster automatisch

voortvloeit uit deze digitalisering. Met andere woorden, deze redenering gaat er vanuit dat 3D-Napster

69 Zie infra ‘3.1.2’ en ‘3.1.3’. 70 Supra ‘2.2.1’. 71 J. JANSSENS, S. VANDAELE en T. VANDER BEKEN, “The Music Industry on (the) Line? Surviving Music

Piracy in a Digital Era”, European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice 2009, afl. 17, (77) 77-

78; D. DESAi en G. MAGLIOCCA, “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo. L.J.

2014, (1691) 1693, 1697; Zie ook infra ‘3.2.1’. 72 B. DEPOORTER, “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings L.J. 2014,

(1483) 1487. 73 S. SHAWSON, “3D Printing: A Lesson In History: How To Mold the World of Copyright”, Sw. L. Rev 2014.,

(483) 484-485. 74 D. DESAi en G. MAGLIOCCA, “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo. L.J.

2014, (1691) 1692, 1697; J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the

copyrightization of patents, and a method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J.

Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249) 300. 75 L. OSBORN, “Of PhDs, Pirates and the Public: Three-Dimensional Printing Technology and the Arts”, Tex.

A&M L. Rev. 2014, http://scholarship.law.campbell.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1095&context=fac_sw,

(811) 824; D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning

lessons from the past?”, EIPR 2013, (155) 155.

Page 16: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

12

kán ontstaan en zál ontstaan. Ik trek deze assumpties, en bijgevolg ook de bezorgdheid omtrent het

ontstaan van 3D-Napster, in twijfel.

Page 17: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

13

3 Een ongegronde bezorgdheid

Juristen en ook anderen vrezen dat 3D-printen zal leiden tot het ontstaan van 3D-Napster. Net zoals

muziek en film zullen consumenten fysieke voorwerpen op gedecentraliseerde wijze verspreiden via het

internet. Deze bezorgdheid is gebaseerd op de veronderstelling dat het mogelijk is voor consumenten

om objecten te digitaliseren en dat 3D-Napster automatisch voortvloeit uit deze digitalisering. In dit

hoofdstuk zal ik beargumenteren waarom deze bezorgdheid ongegrond is.

De argumentatie loopt parallel met de assumpties uit de redenering. Het hoofdstuk start met een korte

juridische analyse van 3D-Napster naar Belgisch intellectueel eigendomsrecht (‘3.1’). Deze analyse

heeft tot doel de verschillende inbreukmakende handelingen te identificeren en na te gaan wat de

juridische positie is van 3D-printservices en 3D-scanservices. Na het juridisch overzicht volgt een

onderzoek naar de technische obstakels voor het ontstaan van 3D-Napster (‘3.2’). De huidige stand van

de 3D-technologie voor consumenten presenteert namelijk een aantal beperkingen die ervoor zorgen dat

de digitalisering van objecten nog niet op punt staat. Deze twee deelhoofdstukken (‘3.1’ en ‘3.2’)

vormen samen het luik dat betrekking heeft op de eerste veronderstelling. De juridische analyse samen

met de technologische beperkingen verklaren waarom 3D-Napster vandaag niet kán ontstaan.

Omdat het eerste luik grotendeels gebaseerd is op technologische beperkingen, wordt in het derde

deelhoofdstuk toegelicht waarom het ontstaan van 3D-Napster ook na technologische vooruitgang niet

waarschijnlijk is (‘3.3’). Dit vormt het tweede luik en heeft betrekking op de tweede assumptie. Omdat

de wereld van de fysieke voorwerpen te hard verschilt van de mediawereld is het erg onwaarschijnlijk

dat 3D-Napster zál ontstaan. Op het einde van het hoofdstuk volgt een kort toekomstperspectief (‘3.4’).

3.1 Obstakels voor 3D-Napster vandaag: juridische analyse

3.1.1 Inleiding

3.1.1.1 Overzicht

In dit deelhoofdstuk zal ik een beknopt overzicht geven van de juridische positie van de verschillende

actoren binnen 3D-Napster naar Belgisch intellectueel eigendomsrecht. Een diepgaand onderzoek van

alle verschillende facetten valt buiten het kader van deze masterproef. Want het valt niet te ontkennen

dat de 3D-technologie (3D-printen, 3D-scannen en 3D-modelleersoftware) nieuwe juridische vragen

oproept waarop geen rechtlijnig antwoord bestaat.

In dit overzicht vertrek ik steeds vanuit de verschillende spelers binnen 3D-Napster. Zonder in te gaan

op de technische aspecten van 3D-Napster kunnen, vereenvoudigd gezien, drie belangrijke actoren

Page 18: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

14

aangewezen worden: de uploader, de downloader en de 3D-service (3D-printservice en/of 3D-

scanservice).76 De juridische positie van de spelers die betrokken zijn bij het eigenlijke netwerk (zoals

websites die 3D-modellen hosten, websites die bestanden indexeren, software die het kopiëren en

verspreiden mogelijk maakt, enz.) wordt niet besproken. Ze wordt buiten beschouwing gelaten omdat

de nadruk in deze masterproef ligt op de het concept zelf, en niet zozeer op de technische aspecten.

Bovendien is de juridische positie van de spelers die betrokken zijn bij het eigenlijke netwerk zodanig

complex, dat aan dit onderwerp alleen al een volledige masterproef gewijd kan worden.

3.1.1.2 Relevante rechtsdomeinen

In de mediawereld impliceert het kopiëren en verspreiden van muziek en film hoofdzakelijk dat het

auteursrecht aan de orde is. In het geval van fysieke voorwerpen komen ook andere intellectuele rechten

op de voorgrond. In deze juridische analyse betrek ik daarom het auteursrecht, het octrooirecht, het

merkenrecht en het tekeningen- en modellenrecht.77 In deze analyse ligt de focus op het identificeren

van mogelijke inbreuken en inbreukmakers. In beginsel zal daarom niet ingegaan worden op

burgerrechtelijke of strafrechtelijke gevolgen van schendingen van het intellectueel eigendomsrecht.

Het eerste stelsel dat betrokken wordt in de analyse is het auteursrecht. Het auteursrecht beschermt

werken van letterkunde of kunst.78 Dit is een erg ruim begrip. Het Europees Hof van Justitie (hierna:

Hof van Justitie) verwijst naar artikel 2 van de Berner Conventie79 en zegt: “ (…) als werken van

letterkunde en kunst wordt verondersteld dat het gaat om scheppingen van de geest. (…) Aldus kan het

auteursrecht (…) slechts gelden met betrekking tot materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat

om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan.”80 Later licht het Hof dit verder toe en zegt:

“Zoals blijkt (…) is een intellectuele schepping een eigen schepping van de auteur wanneer zij de

uitdrukking vormt van diens persoonlijkheid. Dat is het geval wanneer de auteur bij het maken van het

76 Dit is een vereenvoudiging omdat in de praktijk de downloader vaak tegelijk ook uploader is, afhankelijk van

de gebruikte technologie. Desalniettemin is er altijd één gebruiker die een bestand initieel beschikbaar maakt.

Deze persoon wordt in deze masterproef benoemd als de uploader. Zie N. SCHAUMANN, “Direct Infringement on

Peer-to-Peer Networks”, William Mitchell Legal Studies Research Paper 2005, 19-22,35, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=703882##. 77 Door het gebrek aan relevantie zal ik niet ingaan op de bescherming van databanken, computerprogramma’s,

geografische benamingen, topografieën van halfgeleiderproducten, kwekersrechten of andere

beschermingsstelsels die mogelijk vallen onder de noemer van het intellectueel eigendomsrecht. Ook collectieve

merken, het gemeenschapsmerk en het gemeenschapsmodel worden niet besproken om redenen van beknoptheid

en omdat de materiële bepalingen hiervan grotendeels overlappen met de behandelde regimes. 78 Art. XI.165, §1, eerste lid Wetboek van Economisch Recht (hierna: WER). Boek XI en de bepalingen eigen

aan boek XI in boek I, XV en XVII ingevoegd bij wet 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI,

"Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen

aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, BS 12 juni 2014, 44.352. 79 Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld

te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te

Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971,

gedaan te Parijs op 24 juli 1971, United Nations Treaty Series, vol. 828, 227. 80 HvJ C-5/08, Infopaq v. Danske Dagblades Forening, 2009, punt 37, http://curia.europa.eu.

Page 19: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

15

werk zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en

creatieve keuzen.”81

Veel fysieke voorwerpen vallen dus onder de bescherming van het auteursrecht. In de praktijk gaat het

bijvoorbeeld over een regendouche82, T-shirts83, een paraplu84 of een handtas85. Dit maakt het

auteursrecht relevant voor 3D-Napster in geval bestaande voorwerpen gekopieerd worden.86 Maar ook

wanneer afgeleide producten geprint zouden worden is het auteursrecht eventueel van toepassing. Het

auteursrecht kan namelijk ook de concrete vormgeving van een personage beschermen87 en kent

bovendien bescherming toe voor de adaptatie88 van een bestaand werk.

In België betreft het octrooirecht iedere uitvinding, op alle gebieden van de technologie, die nieuw is,

op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid.89 Het

begrip ‘uitvinding’ wordt niet gedefinieerd. In het kader van het Europees Octrooiverdrag90, omschrijft

het Europees Octrooibureau een uitvinding als: “subject-matter having technical character”.91 Vele

fysieke voorwerpen omvatten zulke uitvindingen. Naast het auteursrecht is daarom ook het octrooirecht

mogelijk relevant binnen 3D-Napster wanneer objecten gekopieerd worden omdat de octrooihouder

iedere derde kan verbieden een voortbrengsel waarop het octrooi betrekking heeft, te vervaardigen, aan

te bieden, in het verkeer te brengen, te gebruiken.92

Ook het merkenrecht kan een rol spelen met betrekking tot 3D-Napster. In beginsel kunnen alle voor

grafische voorstelling vatbare tekens die dienen om waren of diensten van een onderneming te

onderscheiden, als merk worden beschouwd. Ook vormen van waren of van verpakking vallen

hieronder.93 Volgens art. 2.20, 1 BVIE kan de merkhouder, onder specifieke omstandigheden, iedere

derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen, het gebruik van een teken verbieden. Onder

‘gebruik’ valt onder andere, het aanbrengen van het teken op de waren of op hun verpakking.94 Maar

ook het aanbieden, in de handel brengen of daartoe in voorraad hebben van waren of het aanbieden of

81 HvJ C-145/10, Eva-Maria Painer v. Standard Verlags GmbH, 2011, punten 88-89, http://curia.europa.eu. 82 Antwerpen (1ste k.) 13 februari 2012, JLMB 2013, 688. 83 Antwerpen 23 januari 2012, RABG 2012, 374. 84 Brussel 21 november 2011, AR 2010/AR/2490, onuitg., vermeld in A. HALLEMANS, “Bescherming van mode

op basis van het auteursrecht en de Marktpraktijkenwet”, IRDI 2012, 340. 85 Brussel 16 november 2004, RABG 2005, 1841. 86 Art. XI.165, §1, eerste lid WER. 87 Voorz. Kh. Antwerpen 20 september 2011, RABG 2011, 1301. 88 Art. XI.165, §1, tweede lid WER. 89 Art. XI.3, eerste lid WER. 90 Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, United Nations Treaty Series, vol.

1065, 199. 91 EPO T 0258/03, Auction method/Hitachi, 21 april 2004, www.epo.org/law-practice/case-law-

appeals/recent/t030258ex1.html. 92 Art. XI.29, §1, a WER. 93 Art. 2.1, 1 Benelux-Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of

modellen), BS 26 april 2006, 21867. (Hierna: BVIE) 94 Art. 2.20, 2, a BVIE.

Page 20: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

16

verrichten van diensten onder het teken kan gebruik uitmaken.95 Het merkenrecht is dus mogelijk

relevant voor 3D-Napster wanneer de vorm van het object zelf beschermd is als merk of wanneer een

merk verwerkt is in een bepaald object en het object in kwestie gereproduceerd wordt.

Tot slot is ook een bespreking van het tekeningen- en modellenrecht aan de orde bij de juridische analyse

van 3D-Napster. Een tekening of model betreft het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan.96

Het uiterlijk kan twee- en/of driedimensionaal zijn. Het wordt namelijk afgeleid uit de kenmerken van

met name de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur of de materialen van het voortbrengsel

zelf of de versiering ervan.97 Een voortbrengsel is op zijn beurt elk op industriële of ambachtelijke wijze

vervaardigd voorwerp, met inbegrip van onder meer onderdelen die zijn bestemd om tot een

samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering, grafische symbolen en

typografische lettertypen.98 Net zoals in het merkenrecht, wordt ook hier aan de rechtenhouder een erg

ruime bescherming toegekend.99

3.1.2 De uploader

De eerste speler is de uploader. Hij zal een 3D-model maken van een beschermd voorwerp en dit online

ter beschikking stellen. Het maken van een 3D-model kan in principe op twee manieren. Door reverse

engineering of met behulp van een 3D-scanner.100 Voor reverse engineering zal de uploader gebruik

maken van CAD-programma (3D-modelleersoftware).

Het is ook mogelijk dat de uploader het 3D-model enkel ter beschikking stelt in plaats van het eerst zelf

te maken en vervolgens ter beschikking te stellen. In het octrooirecht, het merkenrecht en het

tekeningen- en modellenrecht verandert dit niets aan de juridische analyse. De bepalingen in kwestie

zijn daar zodanig ruim dat de juridische positie van de uploader in beide situaties dezelfde is.101 In het

auteursrecht is dit onderscheid mogelijk wel relevant.

Hieronder volgt een overzicht van de positie van de uploader onder het huidige auteursrecht, het

octrooirecht, het merkenrecht en het tekeningen- en modellenrecht.

95 Art. 2.20, 2, b BVIE. 96 Art. 3.1, 2 BVIE. 97 Art. 3.1, 3 BVIE. 98 Art. 3.1, 4 BVIE. 99 Art. 3.16 BVIE. 100 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 491. 101 Art. XI.29, §1, a WER, art. 2.20, 2 BVIE en art. 3.16, 2 BVIE.

Page 21: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

17

3.1.2.1 Auteursrecht: 3D-model maken en ter beschikking stellen

-Art. XI.165, §1, eerste lid WER

Art. XI.165, §1, eerste lid WER bepaalt het volgende: “Alleen de auteur van een werk van letterkunde

of kunst heeft het recht om het op welke wijze of in welke vorm ook, direct of indirect, tijdelijk of

duurzaam, volledig of gedeeltelijk te reproduceren of te laten reproduceren.” Zoals gezegd zal de

uploader een 3D-model creëren van een beschermd werk. Hoewel slechts een virtuele versie van een

materieel object gecreëerd wordt, zal dit toch een ongeoorloofde reproductie uitmaken onder art. XI.165,

§1, eerste lid WER.

Ten eerste kan gewezen worden op de ruime bewoording van het relevante artikel zelf. Het artikel

spreekt over het “direct of indirect”, “volledig of gedeeltelijk” reproduceren, “op welke wijze of in welke

vorm ook”.

Bovendien kan ook gewezen worden op enkele overwegingen die gemaakt worden in de richtlijn van

22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige

rechten in de informatiemaatschappij.102 In overweging 21 wordt opnieuw een brede interpretatie van

mogelijke reproductiehandelingen benadrukt.103 Daarnaast wordt in overweging 5 onderlijnd dat

bestaande concepten uit het auteursrecht moeten worden aangepast en aangevuld om adequaat op

economische gegevenheden zoals nieuwe exploitatievormen te kunnen reageren.

Tot slot moet worden beklemtoond dat een goed 3D-model dat dient als basis om 3D-prints te maken,

uiterst gedetailleerd is.104 Aangezien zulk model uiteindelijk geprint zal worden, zit heel de look-&-feel

van het voorwerp verwerkt in het model. Deze 3D-modellen zijn meer dan alleen een visuele weergave

van een fysiek voorwerp. Het gaat om een echte virtuele nabootsing. Het feit dat er sprake is van een

andere materiële drager is daarom volstrekt irrelevant.105

-Art. XI.165, §1, tweede lid WER

Art. XI.165, §1, tweede lid WER zorgt ervoor dat ook ingrijpend gewijzigde reproducties nog onder de

bescherming van het auteursrecht vallen zolang de vorm van het oorspronkelijke werk herkenbaar

blijft.106

102 Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2001/29/EG, 22 mei 2001betreffende de harmonisatie van

bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten inde informatiemaatschappij, Pb.L. 22 juni 2001,

afl. 167, 10. (Hierna: Infosoc-richtlijn) 103 Ook onderlijnd door het Hof van Justitie, HvJ C-5/08, Infopaq v. Danske Dagblades Forening, 2009, punt 39-

43, http://curia.europa.eu. 104 Zie infra ‘3.2.2.1’. 105 F. GOTZEN, “Art. 1 en art. 2” in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet: de Belgische

auteurswet. Artikelsgewijze commentaar, Gent, Larcier, 2012, (5) 10. 106 F. GOTZEN, “Art. 1 en art. 2” in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet: de Belgische

auteurswet. Artikelsgewijze commentaar, Gent, Larcier, 2012, (5) 11.

Page 22: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

18

-Uitzonderingen

Op grond van art. XI.190, 5° WER kan de auteur zich niet verzetten tegen een reproductie op papier of

op een soortgelijke drager wanneer die reproductie uitsluitend bestemd is voor privégebruik en geen

afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk. Het maken van een virtueel 3D-model kan

vermoedelijk niet beschouwd worden als een reproductie op papier of een soortgelijke drager.107 Art.

XI.190, 5° WER vindt daarom geen toepassing. Ook art. XI.190, 9° WER zal de uploader niet kunnen

redden. Deze bepaling vereist namelijk dat de reproductie geschiedt in familiekring en ook daarvoor

bestemd is. De uploader zal het bestand beschikbaar maken via het internet, hetgeen de familiekring

overschrijdt.108 Art. XI.190, 9° WER is niet in overeenstemming met artikel 5.2, b Infosoc-richtlijn. Dit

verandert niets aan de conclusie omdat het beschikbaar maken van een 3D-model ook het privégebruik

– zoals bepaald in art. 5.2, b Infosoc-richtlijn - overstijgt. Tot slot moet ook rekening gehouden worden

met de rechtspraak van het Hof van Justitie waaruit blijkt dat de uitzonderingen strikt dienen

geïnterpreteerd te worden.109 De uploader zal zich dus niet kunnen beroepen op een uitzondering.

3.1.2.2 Auteursrecht: 3D-model enkel ter beschikking stellen

In de praktijk is het ook mogelijk dat de uploader het 3D-model niet zelf creëert maar enkel online ter

beschikking stelt. Ook dit zal een inbreuk uitmaken op het auteursrecht.

-Art. XI.165, §1, eerste lid WER

Afhankelijk van de wijze waarop het 3D-model ter beschikking wordt gesteld, is het mogelijk dat door

de terbeschikkingstelling zelf, het bestand wordt gekopieerd. Dit is een technologisch gevolg van het

gebruik van computers. Deze reproductie valt onder art. XI.165, §1, eerste lid WER.110

-Art. XI.165, §1, vijfde lid WER

Naast de reproductie, maakt de terbeschikkingstelling mogelijk ook een inbreuk uit op het publiek

mededelingsrecht111 of op het distributierecht112 van de rechtenhouder. Mijns inziens valt dit onder het

107 Volgens JANSSENS en BAERVOETS valt het scannen naar een computer niet onder deze uitzondering. D.

BAERVOETS, “Kopiëren voor eigen gebruik en reprografie na de wet van 22 mei 2005 houdende de omzetting in

Belgisch recht van richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisering van bepaalde aspecten van het

auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij”, IRDI 2006, (7) 10; M-C. JANSSENS, “Art. 21,

22 en 22 bis” in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet: de Belgische auteurswet.

Artikelsgewijze commentaar, Gent, Larcier, 2012, (137) 160. 108 Zie Cass. 26 januari 2006, Arr.Cass 2006, (220) 224, waar het Hof in het kader van het oude artikel 22, §1, 3°

het begrip familiekring definieert als: “in besloten kring ten overstaan van personen tussen wie een familiale

band bestaat, daaronder begrepen een beperkte groep van personen tussen wie een dermate nauwe band bestaat

dat hij kan worden gelijkgesteld met een familiale band”. 109 HvJ, C-435/12, ACI Adam BV v. Stichting De Thuiskopie, 2014, punt 23, http://curia.europa.eu. 110 G. SOMERS en J. DUMORTIER, “Juridische aspecten van web 2.0 – online informatie en aansprakelijkheid

(content aggregation, content location en user generated content)”, Cah.jur. 2009, afl. 2, (47) 54-55. 111 Art. XI.165, §1, vierde lid WER. 112 Art. XI.165, §1, vijfde lid WER.

Page 23: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

19

distributierecht omdat permanente kopieën aan het publiek uitgedeeld worden. Het publiek

mededelingsrecht daarentegen doelt op reproducties in niet-duurzame, maar efemere vorm.113 Het

distributierecht bepaalt dat enkel de auteur het recht heeft de distributie van het origineel of van kopieën

toe te staan aan het publiek.

-Uitzonderingen

Wat betreft de uitzonderingen kan verwezen worden naar supra ‘3.1.2.1’ bij uitzonderingen.

3.1.2.3 Octrooirecht: 3D-model maken en ter beschikking stellen

-Art. XI.29, §1, a WER

Volgens art. XI.29, §1, a WER kan de octrooihouder iedereen verbieden een voortbrengsel waarop het

octrooi betrekking heeft, te vervaardigen, aan te bieden, in het verkeer te brengen, te gebruiken, dan wel

daartoe in te voeren of in voorraad te hebben. De relevante vraag hier is of het 3D-model een

voortbrengsel is.

Het Hof van Cassatie lijkt op het eerste gezicht een ruim criterium te hanteren. Volgens het Hof is het

vereist maar voldoende dat de wezenlijke kenmerken van de uitvinding waarop het octrooi betrekking

heeft terug te vinden zijn in de werkwijze of het voortbrengsel van de derde. Bijkomstige of

oppervlakkige verschillen sluiten namaak niet noodzakelijk uit.114 Naar mijn mening is het 3D-model

toch geen voortbrengsel waarop het octrooi betrekking heeft.

Supra in ‘3.1.1.2’ verwees ik reeds naar de definitie van een uitvinding volgens het Europees

Octrooibureau: “subject-matter having technical character”.115 Het technisch karakter (een technische

oplossing voor een technisch probleem) is essentieel voor de uitvinding.116 Wanneer een 3D-model van

een bestaand voorwerp gemaakt wordt, heeft dit model niet hetzelfde technisch karakter omdat het

slechts een virtuele weergave is. Het is geen voortbrengsel want het vervult niet dezelfde technische

functie. Het 3D-model zelf biedt geen technische oplossing voor een technisch probleem; het is een

weergave. Bijgevolg is er volgens mij geen sprake van een inbreuk op art. XI.29, §1, a WER.

-Art. XI.29, §2, eerste lid WER

Een tweede relevante bepaling is art. XI.29, §2, eerste lid WER. Deze bepaling heeft een materieel en

een moreel element.117

113 H. VANHEES, Auteursrecht in een notendop, Leuven, Garant, 1998, 35. 114 Cass. 3 februari 2012, IRDI 2012, 255. 115 Supra voetnoot 91, p.15. 116 EPO T 0154/04, Estimating sales activity/Duns Licensing Associates, 15 November 2006, www.epo.org/law-

practice/case-law-appeals/recent/t040154ex1.html. 117 E. DE GRYSE, “Straffe koffie (met een laagje schuim)!” (noot onder Antwerpen 8 november 2005), ICIP-

Ing.Cons. 2005, (532) 538.

Page 24: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

20

“Het octrooi geeft de octrooihouder ook het recht iedere derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft

verkregen te verbieden op Belgisch grondgebied aan een ander dan degenen die gerechtigd zijn de

uitvinding toe te passen, middelen betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding aan te bieden

of te leveren (materieel element) voor de toepassing van de geoctrooieerde uitvinding op het

grondgebied, indien de derde weet dan wel het gezien de omstandigheden duidelijk is, dat deze middelen

voor die toepassing geschikt en bestemd zijn (moreel element).” Hier komt de uploader mogelijk wel

in de problemen.

Wat betreft het materiële element is het voldoende dat het gaat om middelen betreffende een wezenlijk

bestanddeel van de uitvinding.118 De middelen zelf moeten dus geen wezenlijk bestanddeel zijn.119

Afhankelijk van de beschikbare 3D-printtechnologie zal het 3D-model voldoen aan deze omschrijving.

In een ideaal scenario kan de 3D-printer namelijk het voorwerp - en dus ook de uitvinding - tevoorschijn

toveren zodra de gebruiker beschikt over een betrouwbaar 3D-model. “Feed it a design for a wrench,

and it produces a physical, working wrench.”120 Hoewel het 3D-model zelf geen voortbrengsel is, zit het

potentieel van de uitvinding wel vervat in het model. Het enige wat het 3D-model en de uitvinding

scheidt is een 3D-printer. In dit geval is het 3D-model, mijns inziens, wel degelijk een middel

betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding. Zoals gezegd is deze redenering wel sterk

afhankelijk van de beschikbare 3D-printtechnologie. 3D-printers die het voorwerp in kwestie kunnen

printen zonder complicaties moeten beschikbaar zijn om de redenering te doen kloppen.

Ook aan het morele element is voldaan in hoofde van de uploader. Voor de uploader is het duidelijk dat

het 3D-model uitgeprint kan worden. Bovendien is niet vereist dat de downloader de uitvinding

daadwerkelijk print. Het is voldoende dat de downloader niet tot toepassing van de uitvinding gerechtigd

is.121 Het feit dat de downloader zich kan beroepen op de uitzondering van art. XI.34, §1, a WER is

daarbij irrelevant. 122

-Uitzonderingen

Art. XI.34, §1, a WER bepaalt dat de rechten die voortvloeien uit een octrooi zich niet uitstrekken tot

handelingen die in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden worden verricht. Het gaat

hier om cumulatieve voorwaarden.123 Omdat via het internet een massaal publiek bereikt kan worden,

lijkt het mij onwaarschijnlijk dat een rechter zal oordelen dat de handelwijze van de uploader in de

particuliere sfeer blijft.

118 Een mooi voorbeeld van juridische nonsens. 119 Antwerpen 8 november 2005, ICIP-Ing.Cons. 2005, 502, noot E. DE GRYSE. 120 M. WEINBERG, “It will be awesome if they don’t screw it up: 3D printing, Intellectual property, and the fight

over the next great disruptive technology”, Public Knowledge 2010,

www.publicknowledge.org/files/docs/3DPrintingPaperPublicKnowledge.pdf, (1) 2. 121 Antwerpen 8 november 2005, ICIP-Ing.Cons. 2005, 502, noot E. DE GRYSE. 122 Art. XI.29, §2, derde lid WER. 123 Gent 14 februari 2005, IRDI 2005, 296.

Page 25: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

21

3.1.2.4 Octrooirecht: enkel ter beschikking stellen

Als de uploader het 3D-model enkel ter beschikking stelt valt dit ook onder art. XI.29, §1, a WER.

Daarom kan voor dit deel verwezen worden naar supra ‘3.1.2.3’.

3.1.2.5 Merkenrecht: 3D-model maken en ter beschikking stellen

In het merkenrecht moeten vier bepalingen besproken worden: art. 2.20, 1, a, art. 2.20, 1, b, art. 2.20, 1,

c en art. 2.20, 1, d BVIE. De bewoordingen van de verschillende bepalingen lopen in zekere zin gelijk.

Om redenen van helderheid en om kruisverwijzingen ter vergemakkelijken werk ik hieronder tijdelijk

met randnummers.

-Art. 2.20, 1, a BVIE

Art. 2.20, 1, a BVIE laat de merkhouder toe op te treden tegen het gebruik (3) in het economisch verkeer

(4) van een gelijk teken (1) voor dezelfde waren als die waarvoor het merk is ingeschreven (2).

1. Een teken is gelijk wanneer het zonder wijziging of toevoeging alle bestanddelen van het merk

afbeeldt, of wanneer het in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn

dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen.124 Bij een goed 3D-model zal

het teken identiek zijn. De uploader streeft er immers naar het voorwerp zo nauwkeurig mogelijk weer

te geven.

2. Voor toepassing van art. 2.20, 1, a BVIE moet het teken gebruikt worden voor dezelfde waren als die

waarvoor het merk is ingeschreven.

Een merk wordt steeds ingeschreven voor bepaalde waren of diensten.125 Deze worden bij het depot

aangegeven door de deposant.126 In de praktijk gebeurt het aangeven van waren of diensten aan de hand

van een internationaal gebruikte standaard die ook wel de Nice Classificatie127 wordt genoemd.128

De toepasbaarheid van art. 2.20, 1, a BVIE is bijzonder onduidelijk in de context van 3D-Napster. Een

deposant zal namelijk een merk inschrijven voor de waren die hij maakt en verkoopt overeenkomstig de

Nice Classificatie. Eigen aan 3D-Napster is echter dat de uploader niet de betrokken waren, maar 3D-

124 HvJ C-291/00, LTJ Diffusion SA v. Sadas Vertbaudet SA, 2003, punt 54, http://curia.europa.eu. 125 Art 2.8, 1 BVIE. 126 Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, “Toelichting op het depotformulier”, punt 14,

www.boip.int/wps/wcm/connect/www/ca89ff80-8096-467f-a772-

9a30c2198a13/BnlApplicationExplanation.pdf?MOD=AJPERES. 127 WIPO Nice Classification, official publication, http://web2.wipo.int/classifications/nice/nicepub/en/fr/edition-

20150101/taxonomy/. 128 Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten

ten behoeve van de inschrijving van merken, zoals gewijzigd in Stockholm op 14 juli 1967, United Nations

Treaty Series, vol. 828, 191. (hierna: Overeenkomst van Nice); Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom,

“Internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken”,

https://register.boip.int/bmbonline/tmregisterhelp/nl/niceClassification.html.

Page 26: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

22

modellen van deze waren ter beschikking stelt. Binnen 3D-Napster gebruikt de uploader het merk dus

voor 3D-modellen en niet voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven. Zijn deze 3D-modellen,

die een virtuele reproductie zijn van de waren waarvoor het merk is ingeschreven, gelijk aan de waren

waarvoor het merk is ingeschreven?

Een voorbeeld. Producent X maakt vazen met een speciale vorm. Deze vorm is beschermd als merk,

ingeschreven voor ‘vazen’.129 De uploader maakt een virtuele kopie van deze vaas in een 3D-model en

maakt deze beschikbaar via het internet. De vorm, die beschermd is als merk, zit dus ook verwerkt in

het 3D-model. De uploader gebruikt dus eigenlijk het beschermde merk voor een 3D-model van een

vaas. Het merk is echter niet ingeschreven voor ‘3D-modellen van vazen’, maar voor ‘vazen’. Art. 2.20,

1, a BVIE vereist dat de uploader het merk gebruikt voor dezelfde waren als die waarvoor het merk is

ingeschreven. Zijn 3D-modellen van vazen dezelfde waren als ‘vazen’?

Aan de ene kant zou men kunnen argumenteren dat het gaat om dezelfde waren omdat de 3D-modellen

uiteindelijk slechts dienen om ge-3D-print te worden. De bestemming van een 3D-model is dus wel het

goed waarvoor het merk is ingeschreven. De bestemming van een 3D-model van een vaas, in de context

van 3D-Napster, is wel degelijk een vaas. Aan de andere kant kan men niet ontkennen dat een 3D-model

van een vaas en een vaas niet hetzelfde zijn. Een 3D-model blijft een virtuele reproductie. Bovendien

gaat het bestemmingsargument niet helemaal op omdat de downloader uiteindelijk zal beslissen wat de

bestemming is.130 De downloader kan bijvoorbeeld het 3D-model nog wijzigen of het gewoon helemaal

niet uitprinten. Volgens mij gaat het dus niet om dezelfde waren in de zin van art. 2.20, 1, a BVIE maar

om soortgelijke waren in de zin van art. 2.20, 1, b BVIE.131

3. De merkhouder kan alleen optreden als het gebruik van de uploader afbreuk doet (of kan doen) aan

de functies van het merk. Tot die functies behoren niet alleen de wezenlijke functie van het merk - het

waarborgen van de herkomst van de waar of de dienst ten aanzien van de consument - maar ook de

overige functies. Wat betreft de overige functies gaat het bijvoorbeeld over de garantie op kwaliteit, de

communicatie‑, de investerings‑ en de reclamefunctie.132

Of het gebruik afbreuk doet zal afhangen van de concrete feiten. Het is niet ondenkbaar dat een uploader

afbreuk doet aan één van deze functies. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de 3D-modellen van de

uploader van slechte kwaliteit zijn en dat daarom afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteitsfunctie.

4. Tot slot is ook vereist dat de uploader het teken gebruikt in het economisch verkeer. Volgens het Hof

van Justitie betekent dit dat het teken wordt gebruikt in het kader van een handelsactiviteit waarmee een

economisch voordeel wordt nagestreefd, en niet in de particuliere sfeer.133 Het is niet duidelijk of het

129 Dit zal in de praktijk thuishoren in categorie 21 van de Nice Classificatie. 130 Zie ook infra bij ‘uitzonderingen’. 131 Zie infra bij art. 2.20, 1, b BVIE. 132 HvJ C-487/07, L’Oréal SA, v. Bellure NV, 2009, punt 58, http://curia.europa.eu. 133 Hvj C-206/01, Arsenal Football Club v. Matthew Reed, 2002, punt 40, http://curia.europa.eu.

Page 27: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

23

online delen van 3D-modellen onder deze definitie valt. De uploader streeft geen economisch voordeel

na, maar zijn gedrag overstijgt waarschijnlijk wel de particuliere sfeer.

Indien aangetoond kan worden dat het publiek de 3D-modellen substitueerbaar acht, kan men

beargumenteren dat deze modellen gebruikt worden in het economisch verkeer omdat ze concurreren

met het origineel. Anderzijds is het zo dat het Hof spreekt over het “nastreven” van een economisch

voordeel. Dit impliceert een bepaalde intentie. De uploader die een model kosteloos ter beschikking

stelt, streeft op geen enkel ogenblik een economisch voordeel na. Hij heeft geen enkele economische

intentie. Onder deze omstandigheden maakt de uploader allicht geen gebruik van het teken in het

economisch verkeer.

-Art. 2.20, 1, b BVIE

Art. 2.20, 1, b BVIE laat de merkouder toe op te treden tegen het gebruik in het economisch verkeer (2)

van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk (1). Bovendien moet het gebruikt worden

voor dezelfde of soortgelijke waren (3) en moet bij het publiek verwarring kunnen ontstaan, inhoudende

het gevaar van associatie met het merk (4).

1. Bij een goed 3D-model zal het teken identiek zijn. Zie supra art. 2.20, 1, a BVIE, eerste punt.

2. Net zoals in Art. 2.20, 1 a BVIE is ook hier vereist dat de uploader het merk gebruikt in het

economisch verkeer. Hierboven heb ik beargumenteerd waarom dit volgens mij niet het geval is. Binnen

deze interpretatie is ook art. 2.20, 1, b BVIE niet van toepassing Zie supra art. 2.20, 1, a BVIE, vierde

punt.

3. Het 3D-model en het weergegeven voorwerp dat eraan ten grondslag ligt zijn volgens mij soortgelijke

waren. (Enkel indien de merkhouder het merk heeft ingeschreven voor 3D-modellen gaat het om

dezelfde waren. Zie supra art. 2.20, 1, a BVIE, tweede punt.) Volgens het Hof van Justitie moet bij de

analyse van de soortgelijkheid rekening gehouden worden met alle relevante factoren die de verhouding

tussen de waren kenmerken. Het Hof vermeldt de aard, bestemming, gebruik en concurrerend karakter

als voorbeelden.134

Het 3D-model is een virtuele versie van het object. In wezen zijn de twee slechts door een 3D-printer

gescheiden. In zoverre het printproces zonder complicaties verloopt, bestaat er bijgevolg slechts een

flinterdunne lijn tussen het model en het eigenlijke voorwerp dat eraan ten grondslag ligt. Het 3D-model

en het voorwerp zijn soortgelijk omdat de persoon die beschikt over het model, enkel toegang moet

hebben tot een 3D-printer om ook het voorwerp in handen te krijgen.135 De aanwezigheid van en de

134 HvJ C-39/97, Canon Kabushiki Kaisha v. Metro-Goldwyn-Mayer Inc., 1998, punt 23, http://curia.europa.eu. 135 Zie voetnoot 120, p. 20.

Page 28: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

24

toegang tot 3D-printers maakt dat 3D-modellen en de weergegeven voorwerpen die eraan ten grondslag

liggen soortgelijke waren zijn.

4. Art. 2.20, 1, b BVIE vereist daarnaast dat er bij het publiek verwarringsgevaar bestaat inhoudende het

gevaar van associatie van het merk. Verwarringsgevaar treedt op “wanneer het publiek kan menen, dat

de betrokken waren of diensten van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch

verbonden ondernemingen afkomstig zijn”.136 Dit zal van de concrete omstandigheden afhangen.

Volgens het Hof van Justitie moet het verwarringsgevaar namelijk globaal worden beoordeeld, met

inachtneming van alle relevante omstandigheden van het concrete geval. Zo zal er bijvoorbeeld rekening

gehouden worden met de overeenstemming van de merken, de soortgelijkheid van de waren en de

onderscheidingskracht van het merk.137

Het is niet ondenkbaar dat het publiek verward zal zijn als allerlei 3D-modellen van bekende voorwerpen

op het internet verschijnen. Zeker niet in een toekomst waar producenten zelf 3D-modellen aanbieden.

Zoals gezegd zal dit in elk geval afhangen van de concrete feiten.

-Art. 2.20, 1, c BVIE

Art. 2.20, 1, c BVIE laat de merkouder toe op te treden tegen het gebruik van een teken wanneer dat

teken gelijk is aan of overeenstemt met het merk (1) en in het economisch verkeer gebruikt (2) wordt

voor waren of diensten die niet soortgelijk zijn (3). Op basis van deze bepaling kan de merkhouder enkel

optreden als het merk bekend is binnen het Benelux-gebied (4) en door het gebruik, zonder geldige reden

(5), van het teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken of afbreuk wordt gedaan aan het

onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk (6).

1. Bij een goed 3D-model zal het teken identiek zijn. Zie supra art. 2.20, 1, a BVIE, eerste punt.

2. Net zoals in art 2.20, 1, a en b BVIE is vereist dat de uploader het teken gebruikt in het economisch

verkeer. Hierboven heb ik beargumenteerd waarom dit volgens mij niet het geval is. Binnen deze

interpretatie is ook art. 2.20, 1, c BVIE niet van toepassing. Zie supra art. 2.20, 1, a BVIE, vierde punt.

3. Hierboven beargumenteerde ik reeds dat een 3D-model en het weergegeven voorwerp dat eraan ten

grondslag ligt soortgelijk waren zijn. (supra art. 2.20, 1, b BVIE, derde punt) Indien een rechter zou

oordelen dat niet gaat om soortgelijke waren of gelijke waren, dan speelt art. 2.20, 1, c BVIE.

4,5. In tegenstelling tot de andere bepalingen kan een merkhouder op grond van art. 2.20, 1, c BVIE

enkel optreden indien het merk bekend is binnen het Benelux-gebied.138 De uploader mag bovendien

136 HvJ C-39/97, Canon Kabushiki Kaisha v. Metro-Goldwyn-Mayer Inc., 1998, punt 29, http://curia.europa.eu. 137 HvJ C-251/95, Sabel BV v. Puma AG, 1997, punt 22-24, http://curia.europa.eu.; HvJ C-39/97, Canon

Kabushiki Kaisha v. Metro-Goldwyn-Mayer Inc., 1998, punt 17, http://curia.europa.eu. 138 Voor een invulling van dit begrip zie HvJ C-375/97, General Motors Corporation v. Yplon SA, 1999, punt 26-

31, http://curia.europa.eu.

Page 29: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

25

geen geldige reden hebben. Deze redenen kunnen objectief of subjectief zijn.139 Aangezien de uploader

het voorwerp in kwestie bewust repliceert, lijkt het mij onwaarschijnlijk dat hij zich zal kunnen beroepen

op een geldige reden. Dit zal van de concrete omstandigheden afhangen.

6. Tot slot zal de merkhouder enkel kunnen optreden indien door het gebruik van de uploader

ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend

vermogen of de reputatie van het merk.

Volgens het Hof van Justitie verwijst ‘ongerechtvaardigd voordeel’ niet naar de schade die aan het merk

wordt berokkend, maar naar het profijt dat de uploader haalt. Het gaat eigenlijk over ‘free riden’. “Het

omvat met name alle gevallen waarin, dankzij de afstraling van het imago van het merk of de door dit

merk opgeroepen kenmerken op de waren die worden aangeduid door het teken dat daaraan gelijk is of

daarmee overeenstemt, duidelijk sprake is van exploitatie van de bekendheid van het merk.”140

Aangezien het in de eerste plaats al twijfelachtig is of de uploader het teken gebruikt in het economisch

verkeer, lijkt het mij bijzonder moeilijk aan te tonen dat de uploader ‘profijt’ haalt. Dit zal in de

rechtspraak, aan de hand van de concrete feiten beoordeeld moeten worden.

In de context van 3D-Napster is het meer waarschijnlijk dat de uploader afbreuk doet aan het

onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk. De merkhouder zal moeten aantonen “dat het

economische gedrag van de gemiddelde consument van de waren of diensten waarvoor het oudere merk

is ingeschreven, is gewijzigd als gevolg van het gebruik van het jongere merk of dat er een grote kans

bestaat dat dit gedrag in de toekomst wijzigt”.141 Ook dit zal weer van de concrete feiten afhangen. Het

zal niet gemakkelijk zijn om in de praktijk een (potentiële) causaliteit aan te tonen tussen het gebruik

door de uploader en het economisch gedrag van de gemiddelde consument.

-Art. 2.20, 1, d BVIE

Art 2.20, 1, d BVIE is de vreemde eend in de bijt. Deze bepaling valt niet onder het communautaire

recht.142 In principe is dus het Benelux Gerechtshof de bevoegde autoriteit. Hieronder zal ik toch

verwijzen naar art. 2.20, 1, c BVIE en de aldaar aangehaalde rechtspraak van het Hof van Justitie. De

bewoordingen van art. 2.20, 1, c en art. 2.20, 1, d BVIE zijn op sommige vlakken identiek waardoor

aangenomen mag worden dat de rechtspraak van het Hof van Justitie in het kader van art. 2.20, 1, c

BVIE gezaghebbend is voor de interpretatie van art. 2.20, 1, d BVIE.

Art. 2.20, 1, d BVIE laat de merkhouder toe op te treden wanneer het teken gebruikt wordt anders dan

ter onderscheiding van waren of diensten (1), indien door gebruik, zonder geldige reden (2), van dat

139 HvJ C-65/12, Leidseplein Beheer BV, v. Red Bull GmbH, 2014, punt 45, http://curia.europa.eu. 140 HvJ C-487/07, L’Oréal SA, v. Bellure NV, 2009, punt 41, http://curia.europa.eu. 141 HvJ C-252/07, Intel v. CPM United Kingdom, 2008, punt 76-77, http://curia.europa.eu. 142 HvJ C-23/01, Robelco NV v. Robeco Groep NV, 2002, punt 31-34, http://curia.europa.eu.

Page 30: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

26

teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend

vermogen of de reputatie van het merk (3).

1. Art. 2.20, 1, d BVIE onderscheidt zich van de vorige drie bepalingen. Ten eerste vereist deze bepaling

niet dat er sprake is van gebruik in het economisch verkeer. Supra bij art. 2.20, 1, a BVIE, vierde punt,

beargumenteerde ik reeds dat de uploader geen gebruik maakt van het teken in het economisch verkeer.

Binnen deze interpretatie is daarom art. 2.20, 1, d BVIE de enige bepaling waarop een merkhouder zich

binnen 3D-Napster zou kunnen beroepen.

Ten tweede moet het gaan om een gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten. Volgens

rechtspraak van het Benelux Gerechtshof betekent dit dat het publiek het gebruik niet mag opvatten als

een gebruik dat betrekking heeft op een of meer bepaalde, door die ondernemer verhandelde of ter

levering aangeboden waren, welke door dit gebruik van die van anderen worden onderscheiden.143 Het

is onduidelijk of dit toepasbaar is op de uploader. In kwestie gaat het om situaties waar het object zelf

beschermd is als merk of waar een merk verwerkt is in een bepaald object. Wanneer de uploader een

3D-model maakt van dit object en ter beschikking stelt, wordt dus ook het merk gereproduceerd. Is dit

een gebruik anders dan ter onderscheiding van waren? De gebruikte bewoordingen van art. 2.20, 1, d

BVIE en het arrest van het Benelux Gerechtshof zijn erg onduidelijk. Mijns inziens is art. 2.20, 1, d

BVIE niet van toepassing omdat de uploader het merk gebruikt op dezelfde manier als de merkhouder.

Het bestaande voorwerp wordt immers gekopieerd. Een 3D-model van een schoen van Adidas kan

onderscheiden worden van een 3D-model van een schoen van Nike op basis van het gebruikte merk. In

die zin verandert er niets aan het gebruik van merk.

2. Zie supra art. 2.20, 1, c BVIE, vijfde punt.

3. Zie supra art. 2.20, 1, c BVIE, zesde punt.

-Uitzonderingen

In het geval wordt geoordeeld dat de uploader het teken gebruikt in het economisch verkeer, zijn er twee

relevante uitzonderingen: art. 2.23, 1, b en art. 2.23, 1, c BVIE.

De merkhouder zal niet kunnen optreden tegen het gebruik “van aanduidingen inzake soort, kwaliteit,

hoeveelheid, bestemming, waarde, plaats van herkomst, tijdstip van vervaardiging van de waren of

verrichting van de dienst of andere kenmerken van de waren of diensten”. Het is ook niet mogelijk om

het gebruik van het merk te verbieden, wanneer het gebruik nodig is om de bestemming van een waar

of dienst, met name als accessoire of onderdeel, aan te geven.

De uploader zou kunnen argumenteren dat het weergegeven voorwerp de bestemming is van het 3D-

model. Het gebruik van het merk met betrekking tot het 3D-model dient dan enkel om de bestemming

143 Beneluxhof 7 november 1988, nr. A 87/3, www.courbeneluxhof.be.

Page 31: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

27

aan te geven. Het is de downloader die uiteindelijk zal beslissen om het 3D-model al dan niet uit te

printen. Problematisch aan deze redenering is dat de uitzonderingen vereisen dat er sprake is van eerlijk

gebruik in nijverheid en handel.144 Een rechter zou kunnen oordelen dat dit niet het geval is omdat de

uploader bewust 3D-modellen van bestaande voorwerpen verspreidt.

3.1.2.6 Merkenrecht: 3D-model enkel ter beschikking stellen

Art. 2.20, 1 BVIE bepaalt dat de merkhouder kan optreden tegen het gebruik. Dit wordt verder

gedefinieerd in art. 2.20, 2 BVIE. Het omvat zowel het aanbrengen van het teken op de waren of op hun

verpakking als het aanbieden, in de handel brengen of daartoe in voorraad hebben van waren of het

aanbieden of verrichten van diensten onder het teken. Door de ruime omschrijving van het ‘gebruik’

kan voor dit deel verwezen worden naar supra ‘3.1.2.5’. De juridische analyse is dezelfde wanneer de

uploader het 3D-model enkel ter beschikking stelt.

3.1.2.7 Tekeningen- en modellenrecht: 3D-model maken en ter beschikking stellen

-Art. 3.16, 1 BVIE

Op grond van art. 3.16, 1 BVIE kan de houder van een tekening of model optreden “tegen het gebruik

van een voortbrengsel waarin de tekening of het model is verwerkt of waarop de tekening of het model

is toegepast en dat hetzelfde uiterlijk vertoont als de gedeponeerde tekening of het gedeponeerde model,

dan wel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, rekening houdend met

de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van de tekening of het model”. Net zoals in

het merkenrecht wordt de term ‘gebruik’ erg ruim gedefinieerd. Het omvat onder andere het

vervaardigen, aanbieden of gebruiken.145 De houder van een tekening of model zal dus kunnen ingrijpen

in het geval het 3D-model een voortbrengsel is dat hetzelfde uiterlijk vertoont, dan wel bij de

geïnformeerde gebruikers geen andere algemene indruk wekt.

Vooreerst moet bepaald worden of het 3D-model een ‘voortbrengsel’ is. De ruime bewoording van het

begrip lijkt alvast te impliceren dat een 3D-model als ‘voortbrengsel’ beschouwd kan worden.146 Of het

3D-model hetzelfde uiterlijk vertoont, dan wel bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene

indruk wekt is minder duidelijk. Aan de ene kant kan men beargumenteren dat een tweedimensionale

weergave van een driedimensionaal voorwerp per definitie een andere indruk wekt. Aan de andere kant

staat natuurlijk wel dat een goed 3D-model, dat dient als basis voor een 3D-print, uiterst gedetailleerd

is.147 Daarbovenop stelt de bepaling dat rekening moet worden gehouden met de mate van vrijheid van

de ontwerper. In dit geval heeft de ontwerper (de uploader) een oneindige vrijheid maar repliceert

144 Voor een invulling van dit begrip zie HvJ C-100/02, Gerolsteiner Brunnen GmbH & Co. v. Putsch GmbH,

2004, punt 24, http://curia.europa.eu. 145 Art. 3.16, 2 BVIE. 146 Art. 3.1, 4 BVIE. 147 Infra ‘3.2.2.1’.

Page 32: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

28

bewust het model of de tekening in kwestie. Omwille van deze laatste reden zal vermoedelijk in het

voordeel van de rechtenhouder geoordeeld worden.

-Uitzonderingen

De uploader zal zich vermoedelijk niet kunnen beroepen op art. 3.19, 1 a BVIE aangezien het online

delen waarschijnlijk de particuliere sfeer overstijgt. De rechtspraak zal dit verder moeten uitwerken.

3.1.2.8 Tekeningen- en modellenrecht: 3D-model enkel ter beschikking stellen

De houder van een tekening of model kan optreden tegen het gebruik van een voortbrengsel. Het

‘gebruik’ wordt ruim gedefinieerd in art. 3.16, 2 BVIE en omvat ook het aanbieden. Deze ruime definitie

maakt dat voor dit deel verwezen kan worden naar supra ‘3.1.2.7’ omdat de juridische analyse dezelfde

is.

3.1.3 De downloader

De tweede speler is de downloader. Hij zal het 3D-model, ter beschikking gesteld door de uploader,

overnemen en (laten) uitprinten met behulp van een 3D-printer.

3.1.3.1 Auteursrecht

-Art XI.165, §1, eerste lid en art. XI.165, §1, tweede lid WER

Wie downloadt maakt een kopie. Net zoals uploaden is dit een gevolg van het gebruik van computers.

Wat gezegd is supra in ‘3.1.2.1’ en ‘3.1.2.2’ geldt hier analoog. Het downloaden is een reproductie die

valt onder art. XI.165, §1, eerste lid WER. Ook wanneer de downloader het 3D-model uitprint is er

sprake van een reproductie. In het geval de kopie van een mindere kwaliteit is, zal dit nog steeds een

inbreuk uitmaken zolang de vorm van het oorspronkelijke werk herkenbaar blijft. Dit is een toepassing

van het adaptatierecht.148

-Uitzonderingen

Supra in ‘3.1.2.1’ is vermeld dat de uploader zich niet kan beroepen op Art. XI.190, 9° WER omdat de

online terbeschikkingstelling de familiekring overschrijdt.149 De downloader print het object uit voor

zichzelf. Toch zal ook de downloader zich niet kunnen beroepen op deze uitzondering. Het Hof van

Justitie oordeelde namelijk in 2014 dat deze uitzondering niet geldt voor kopieën voor privégebruik die

zijn vervaardigd uit een ongeoorloofde bron.150 Eerder151 werd reeds gesteld dat de uploader de rechten

148 Art. XI.165, §1, tweede lid WER 149 Ook art. XI.190, 5° WER speelt hier niet omdat dit een reproductie vereist op papier of op een soortgelijke

drager. 150 HvJ, C-435/12, ACI Adam BV v. Stichting De Thuiskopie, 2014, punt 41, http://curia.europa.eu. 151 Supra ’3.1.2.1’ en ‘3.1.2.2’.

Page 33: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

29

van de auteur schendt. De bron waarop de downloader zich baseert zal dus niet geoorloofd zijn. De

downloader schendt het auteursrecht.

3.1.3.2 Octrooirecht

-Art. XI.29, §1, a WER

De downloader zal het 3D-model overnemen. Het downloaden zelf impliceert het maken van een kopie

van het 3D-model. Supra in ‘3.1.2.3’ beargumenteerde ik reeds dat het 3D-model geen voortbrengsel is

onder art. XI.29, §1, a WER. Het downloaden op zich zal daarom geen inbreuk uitmaken op het

octrooirecht. De downloader zal het 3D-model ook uitprinten. Dit zal een inbreuk uitmaken van zodra

de wezenlijke kenmerken waarop het octrooi betrekking heeft terug te vinden zijn in het

voortbrengsel.152 In zoverre de 3D-print een realistische reproductie is van het originele voorwerp zal

dit vermoedelijk het geval zijn.

-Uitzonderingen

Art. XI.34, §1, a WER bepaalt een uitzondering voor handelingen die in de particuliere sfeer en voor

niet-commerciële doeleinden worden verricht.153 Een downloader die een model uitprint voor zichzelf

doet dit in beginsel niet voor commerciële doeleinden en blijft in de particuliere sfeer. De downloader

zal daarom het octrooirecht niet schenden voor het downloaden en uitprinten van het 3D-model. De

toekomst zal moeten uitwijzen of het reproduceren uit ongeoorloofde bron hier overeind blijft.

3.1.3.3 Merkenrecht

-Art. 2.20, 1, a, art. 2.20, 1, b en art. 2.20, 1, c BVIE

Zowel art. 2.20, 1, a als art. 2.20, 1, b als art. 2.20, 1, c BVIE vereisen gebruik in het economisch verkeer.

Volgens het Hof van Justitie vindt dit plaats wanneer het teken wordt gebruikt in het kader van een

handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd, en niet in de particuliere sfeer.154

Supra in ‘3.1.2.5’ bij art 2.20, 1, a BVIE, vierde punt argumenteerde ik reeds dat de uploader niet voldoet

aan deze voorwaarde. A fortiori geldt deze argumentatie voor de downloader. De downloader zal het

3D-model downloaden en uitprinten. Doorgaans zal hij hierbij geen economisch voordeel nastreven.

Zijn gedrag blijft in de particuliere sfeer. Binnen deze interpretatie zijn art. 2.20, 1, a, art. 2.20, 1, b en

art. 2.20, 1, c BVIE niet van toepassing op de downloader.

152 Cass. 3 februari 2012, IRDI 2012, 255. 153 Deze voorwaarden dienen cumulatief vervuld te zijn, Gent 14 februari 2005, IRDI 2005, 296. 154 Hvj C-206/01, Arsenal Football Club v. Matthew Reed, 2002, punt 40, http://curia.europa.eu.

Page 34: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

30

-Art. 2.20, 1, d BVIE

Zolang de downloader zich niet begeeft in het economisch verkeer, is art. 2.20, 1, d BVIE de enige

relevante bepaling. Op grond van deze bepaling kan de merkhouder optreden tegen een gebruik anders

dan ter onderscheiding van waren of diensten.155 Aangezien de downloader doorgaans het 3D-model

enkel zal downloaden en uitprinten voor zichzelf is allicht aan deze vereiste voldaan.

Ten tweede bepaalt art. 2.20, 1, d BVIE dat door het gebruik van de downloader ongerechtvaardigd

voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie

van het merk.

Volgens het Hof van Justitie verwijst ongerechtvaardigd voordeel niet naar de schade die aan het merk

wordt berokkend, maar naar het profijt dat de downloader haalt. Er moet sprake zijn van exploitatie van

de bekendheid van het merk.156 Een rechter zou kunnen oordelen dat de downloader profiteert van het

feit dat het voorwerp in kwestie online ter beschikking is gesteld. Het valt te betwijfelen of dit valt onder

de ‘exploitatie’ van de bekendheid van het merk.

Wat betreft de afbreuk aan het onderscheidend vermogen moet herinnerd worden aan de zware

bewijslast die opgelegd wordt door het Hof van Justitie.157 Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat een

merkhouder kan aantonen dat het economisch gedrag van de gemiddelde consument wijzigt als gevolg

van het feit dat de downloader het 3D-model download en uitprint.

Tot slot kan de downloader zich misschien beroepen op een geldige reden. Dit kan betrekking hebben

op objectief dwingende redenen maar het kan ook aanknopen bij de subjectieve belangen van de

downloader.158 Als geldige reden zou de downloader kunnen aanvoeren dat hij als consument geen

enkele invloed heeft op de exploitatie van het merk.

-Uitzonderingen

Art. 2.23, 1, b en art. 2.23, 1, c BVIE zijn niet van toepassing bij afwezigheid van gebruik in het

economisch verkeer.

3.1.3.4 Tekeningen- en modellenrecht

-Art. 3.16, 1 BVIE

Zoals vermeld supra in ‘3.1.2.7’ kan een houder van een tekening of model zich verzetten “tegen het

gebruik van een voortbrengsel waarin de tekening of het model is verwerkt of waarop de tekening of het

155 Zie supra ‘3.1.2.5’ bij art. 2.20, 1, d BVIE, eerste punt voor een verdere uitwerking van deze vereiste. 156 HvJ C-487/07, L’Oréal SA, v. Bellure NV, 2009, punt 41, http://curia.europa.eu. 157 Supra ‘3.1.2.5’ bij art. 2.20, 1, c BVIE, zesde punt, HvJ C-252/07, Intel v. CPM United Kingdom, 2008, punt

76 77, http://curia.europa.eu. 158 HvJ C-65/12, Leidseplein Beheer BV, v. Red Bull GmbH, 2014, punt 45, http://curia.europa.eu.

Page 35: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

31

model is toegepast en dat hetzelfde uiterlijk vertoont als de gedeponeerde tekening of het gedeponeerde

model, dan wel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, rekening

houdend met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van de tekening of het

model”.159

Voor zover de downloader het 3D-model enkel downloadt kan verwezen worden naar wat gezegd is

supra in ‘3.1.2.7’ bij art. 3.16, 1 BVIE. Door het downloaden wordt namelijk opnieuw een kopie van

het ter beschikking gestelde 3D-model gemaakt. De ruime definitie van het begrip ‘voortbrengsel’ in

art. 3.1, 4 BVIE doet vermoeden dat het 3D-model hier onder valt. Het is echter onduidelijk of het 3D-

model hetzelfde uiterlijk vertoont, dan wel bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk

wekt.

De downloader zal het 3D-model ook (laten) printen. Deze 3D-print valt duidelijk onder begrip

voortbrengsel uit art. 3.1, 4 BVIE. Vertoont deze 3D-print hetzelfde uiterlijk of wekt het bij de

geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van

de kwaliteit en het materiaal van de 3D-print, maar vermoedelijk is het antwoord positief. Vooreerst

spreekt art. 3.16, 1 BVIE over een “algemene indruk”. De verwerkte tekening of het verwerkte model

moet dus niet identiek zijn. Daarnaast vermeldt de bepaling dat rekening moet worden gehouden met de

mate van vrijheid van de ontwerper. In het geval van 3D-Napster zal men proberen om het originele

voorwerp zo nauwkeurig mogelijk na te bootsen.

-Uitzonderingen

De downloader zal zich wellicht kunnen beroepen op art. 3.19, 1, a BVIE. De houder van een tekening

of model kan namelijk niet optreden tegen handelingen in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële

doeleinden. Een downloader die een model uitprint voor zichzelf doet dit in beginsel niet voor

commerciële doeleinden en blijft in de particuliere sfeer (Zie supra ‘3.1.3.2’ bij de uitzonderingen op

het octrooirecht.)

3.1.4 De 3D-service

De laatste speler is de 3D-service. De 3D-service is een professioneel die beschikt over kwaliteitsvolle

3D-scanners en 3D-printers. Een 3D-service is een soort 3D-belichaming van wat we vandaag kennen

als het copycenter. Uploaders en downloaders zouden gebruik kunnen maken van deze 3D-services om

voorwerpen te 3D-scannen en te 3D-printen.160

159 Art. 3.16, 1 BVIE. 160 Wat betreft online 3D-services zal niet besproken worden om redenen van beknoptheid, de complexe relatie

met richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2000/31/EG, 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische

aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt,

Pb.L. 17 juli 2000, afl. 178, 1 (hierna: Richtlijn Elektronische Handel).

Page 36: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

32

3.1.4.1 Auteursrecht

-Art XI.165, §1, eerste lid en art. XI.165, §1, tweede lid WER (directe inbreuk)

“Alleen de auteur van een werk van letterkunde of kunst heeft het recht om het op welke wijze of in

welke vorm ook, direct of indirect, tijdelijk of duurzaam, volledig of gedeeltelijk te reproduceren of te

laten reproduceren.

Dat recht omvat onder meer het exclusieve recht om toestemming te geven tot het bewerken of het

vertalen van het werk.”

Op grond van deze twee bepalingen is het maken van een 3D-model met behulp van een 3D-scanner en

het uitprinten van een 3D-model met een 3D-printer niet geoorloofd. De vraag is echter wie de

kopieerder is. Indien een persoon (uploader/downloader) bij de 3D-service een object laat 3D-scannen

of laat 3D-printen, is de persoon (uploader/downloader) of de 3D-service dan kopieerder?

In 2005 kwam een zaak tot bij het Hof van Cassatie waar een gelijkaardige vraag aan de orde was.161

Het copycenter stelde een Cd-writer ter beschikking die gebruikt kon worden door zijn clientèle. Vraag

was of het copycenter dan wel het clientèle in kwestie kopieerder was. Het Hof oordeelde: “Dat,

derhalve, kopieerder blijft in de zin van de Auteurswet, degene die de kopie materieel vervaardigt, dan

wel daartoe opdracht geeft, ook wanneer de kopie in een ‘copycenter’ wordt vervaardigd door middel

van een ter beschikking gesteld apparaat;”

In deze zaak was het nog steeds het clientèle dat de eigenlijke kopie maakte, de apparatuur werd enkel

ter beschikking gesteld. Vraag is dus of deze uitspraak ook toegepast mag worden op een situatie waarbij

een 3D-service meer dan alleen de apparatuur ter beschikking stelt, maar ook het eigenlijke scannen en

printen verzorgt. Mijns inziens overstijgt de uitspraak van het Hof de feitenconstellatie van de zaak in

kwestie. Het Hof oordeelt dat degene die de kopie materieel vervaardigt, dan wel daartoe opdracht geeft,

kopieerder blijft. Dit betekent dat, in het kader van 3D-Napster, de 3D-service geen (directe) inbreuk

kan begaan op basis van art. XI.165, §1, eerste lid of art. XI.165, §1, tweede lid WER zolang de service

opdrachten van klanten uitvoert.

-Indirecte inbreuk

Onder de huidige rechtspraak van het Hof van Cassatie begaat een 3D-service die in opdracht werkt

geen directe inbreuken op het auteursrecht. Kan de 3D-service een indirecte inbreuk begaan? De

auteursrechtelijke bepalingen van het wetboek van economisch recht behandelen het bestaan van een

161 Cass. 27 mei 2005, www.cass.be.

Page 37: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

33

indirecte inbreuk niet rechtstreeks. Via een omweg zou dit in het Belgisch recht toch mogelijk kunnen

zijn.162

Art. XI.293 eerste lid WER bepaalt dat wie kwaadwillig of bedrieglijk inbreuk pleegt op het auteursrecht

en de naburige rechten, schuldig is aan het misdrijf van namaak. Art. XV.69 WER stelt bovendien dat

de bepalingen van Boek I van het Strafwetboek (hierna: Sw.) van toepassing zijn op de inbreuken

bedoeld in het wetboek van economisch recht. Via art. 66 en art. 67 Sw. zou zo een indirecte

auteursrechtelijke inbreuk bekomen kunnen worden.163 Art. 66 Sw. bepaalt namelijk dat “zij die de

misdaad of het wanbedrijf hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks hebben meegewerkt” of

“zij die door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp hebben verleend dat de misdaad of het

wanbedrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd” als dader worden beschouwd. Art.

67 omschrijft medeplichtigen als “zij die wapens, werktuigen of enig ander middel hebben verschaft,

die tot de misdaad of het wanbedrijf hebben gediend, wetende dat ze daartoe zouden dienen”.

Om een 3D-service te zien veroordelen op basis van deze juridische constructie moet dus eerst

aangetoond worden dat de uploader of downloader een kwaadwillige of bedrieglijke inbreuk pleegt

(Art. XI.296, eerste lid WER).164 Daarnaast moet ook worden aangetoond dat de 3D-serivce aan de

uitvoering van de namaak heeft meegewerkt of dat de 3D-service zodanige hulp heeft verleend dat de

namaak zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd (art. 66 Sw.). Op basis van art. 67 Sw. is

het ook mogelijk aan te tonen dat de 3D-service werktuigen (3D-printers of 3D-scanners) heeft

verschaft, wetende dat ze tot namaak zouden dienen.

Er moeten een heleboel dingen bewezen worden, maar theoretisch gezien is het mogelijk.165

-Stakingsbevel

Zelfs indien de 3D-service geen inbreuk pleegt (direct of indirect) kan de rechtenhouder zich nog richten

tot de 3D-service. Op grond van art. XI.334, tweede lid WER kan de rechter namelijk een bevel tot

staking uitvaardigen tegenover tussenpersonen van wie diensten door derden worden gebruikt om

inbreuk op het auteursrecht te plegen. De 3D-service valt vermoedelijk onder het ruime begrip

‘tussenpersoon’.166 Deze bepaling is onafhankelijk van het plegen van een eigen inbreuk in hoofde van

162 V. VANOVERMEIRE, “Wie is kopieerder in de zin van de Auteurswet?” (noot onder Cass. 27 mei 2005), IRDI

2005, (277) 284. 163 M-C. JANSSENS, H. VANHEES en V. VANOVERMEIRE, “De intellectuele eigendomsrechten verankerd in het

Wetboek Economisch Recht: een eerste analyse”, IRDI 2014, (452) 498. 164 Volgens de parlementaire voorbereidingen kan bedrieglijk opzet gedefinieerd worden als “de wil om zichzelf

of iemand anders een onrechtmatig, zelfs niet-financieel en onrechtstreeks voordeel te bezorgen”. Kwaadwillig

opzet wordt gedefinieerd als “de wil om de, al dan niet materiële, belangen van de rechthebbende te schaden”.

Memorie van toelichting bij wetsontwerp betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele

eigendomsrechten, Parl.St. Kamer 2006-07, nr. 2852/001, 36. 165 Zie bijvoorbeeld Voorz. Rb. Antwerpen 17 november 2008, AM 2009, (398) 403-404, waar de redenering van

strafbare deelneming wordt gevolgd maar afgewezen door een gebrek aan bewijzen. 166 Zie R. SCHOEFS, “De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI

2013, (136) 137.

Page 38: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

34

de 3D-service.167 Sterker nog, volgens sommigen is het zelfs niet vereist dat de 3D-service op de hoogte

was van de inbreuk.168 Vereist is wel dat vastgesteld wordt dat een inbreuk gepleegd wordt door een

derde (uploader of downloader) die gebruik maakt van de diensten van de 3D-service.

Deze verregaande stakingsbevelen zouden het leven van 3D-services in de toekomst knap lastig kunnen

maken. De rechter beschikt namelijk, bij het opleggen van een stakingsbevel, over de mogelijkheid om

maatregelen te bevelen die kunnen bijdragen tot de stopzetting van de vastgestelde inbreuk.169 Richtlijn

2004/48/EG170 ligt aan de basis van deze regeling.171 In overweging 24 van deze richtlijn wordt

gesproken over corrigerende maatregelen zoals “terugroeping, definitieve onttrekking aan het

handelsverkeer, of vernietiging van de inbreukmakende goederen en, in voorkomend geval, van het

materiaal en de hulpmiddelen waarvan hoofdzakelijk gebruik is gemaakt bij het scheppen of

vervaardigen van de goederen”.172

3.1.4.2 Octrooirecht

-Art. XI.29, §1, a WER

Op grond van art. XI.29, §1, a WER kan de houder van een octrooi iedere derde verbieden “een

voortbrengsel waarop het octrooi betrekking heeft, te vervaardigen, aan te bieden, in het verkeer te

brengen, te gebruiken, dan wel daartoe in te voeren of in voorraad te hebben”. Supra in ‘3.1.2.3’

beargumenteerde ik reeds dat een 3D-model van een voorwerp geen voortbrengsel is. Voor 3D-services

zal dus alleen het 3D-printen, en niet het 3D-scannen, relevant zijn binnen het octrooirecht.

In het octrooirecht stelt zich een analoog probleem aan het auteursrecht: wie vervaardigt het

voortbrengsel? De 3D-service of de persoon (uploader/downloader) die de opdracht geeft?

Mijns inziens kan het cassatiearrest uit het auteursrecht173 analoog toegepast worden op het octrooirecht.

De manier waarop het Hof van Cassatie tot haar besluit komt, kan namelijk parallel toegepast worden

167 Zie bijvoorbeeld “Het is niet vereist dat de tussenpersoon zou bijdragen tot of deelnemen aan het plegen van

de inbreuk, dan wel de inbreuk zou vergemakkelijken of mogelijk maken.” Voorz. Rb. Antwerpen 17 november

2008, AM 2009, 398. 168 B. MICHAUX, “Les nouvelles dispositions procédurales relatives aux injunctions à l’encontre des

intermédiaires (articles 8,9 et 11 de la directive 2004/48)” in F. BRISON (ed.), Sancties en procedures in

intellectuele rechten, Brussel, Larcier, 2008, (260) 280-281. 169 R. SCHOEFS, “De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI 2013,

(136) 138. 170 Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2004/48/EG, 29 april 2004 betreffende de handhaving van

intellectuele eigendomsrechten, Pb.L. 30 april 2004, afl. 157, 45. 171 Art. 11 van de richtlijn bepaalt: “De lidstaten dragen er tevens zorg voor dat de rechthebbenden om een

rechterlijk bevel kunnen verzoeken tegen tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om inbreuk

op een intellectuele-eigendomsrecht te maken,” 172 Voor een toepassingsgeval zie Voorz. Rb. Antwerpen 17 november 2008, AM 2009, 398, waar aan een

marktorganisator positieve verplichtingen opgelegd werden in het kader van een stakingsbevel. 173 Cass. 27 mei 2005, www.cass.be.

Page 39: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

35

op het octrooirecht. In essentie zegt het Hof174 eigenlijk dat er exclusieve rechten zijn en uitzonderingen

hierop. Het Hof zegt dan dat wie een beroep doet op een copycenter, de toestemming nodig heeft van

de uitbater. Maar, zegt het Hof, de toestemming van uitbater van het copycenter staat los van enige

toestemming die vereist is van de rechtenhouder. Daarom blijft degene die de opdracht geeft kopieerder.

Het Hof minimaliseert dus eigenlijk gewoon de rol van het copycenter.

Indien de persoon die de opdracht geeft het voortbrengsel vervaardigt, is art. XI. 29, §1, a WER niet van

toepassing op de 3D-service.

-Art. XI.29, §2 WER

Art. XI.29, §1, a WER is niet de enige relevante bepaling. De houder van een octrooi kan ook iedereen

verbieden middelen betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding aan te bieden of te leveren

voor de toepassing van de geoctrooieerde uitvinding op het grondgebied, indien de derde weet dan wel

het gezien de omstandigheden duidelijk is, dat deze middelen voor die toepassing geschikt en bestemd

zijn. Dit is de indirecte inbreuk op grond van art. XI.29, §2 WER.

Zoals supra vermeld in ‘3.1.2.3’ heeft deze bepaling een materieel en een moreel element.

Het materiële element moet zo begrepen worden dat de 3D-service geen middelen betreffende een

wezenlijk bestanddeel van de uitvinding mag aanbieden. Wat de 3D-service aanbiedt is een dienst. De

3D-service zal namelijk in opdracht 3D-modellen uitprinten met behulp van een 3D-printer. Het is niet

duidelijk of deze dienst beschouwd kan worden als een middel betreffende een wezenlijk bestanddeel

van de uitvinding. Aan de ene kant lijkt gebruik van het neutrale woord “middelen” te insinueren dat

zowel goederen als diensten relevant zijn onder art. XI.29, §2 WER. Aan de andere kant lijkt het eerder

vergezocht om te beweren dat het 3D-printen van 3D-modellen een “middel betreffende een wezenlijk

bestanddeel van de uitvinding” is. De bewoording van art. XI.29, §2 WER is zodanig vaag dat het in de

rechtspraak beide kanten op zou kunnen gaan.

Het morele element vereist dat de 3D-service weet, dan wel het gezien de omstandigheden duidelijk is,

dat het 3D-printen van 3D-modellen voor de toepassing van de geoctrooieerde uitvinding geschikt en

bestemd is. De 3D-service weet natuurlijk dat, in abstracto, het 3D-printen van een voorwerp een

mogelijke inbreuk op een octrooi kan uitmaken. Maar het is, bedrijfseconomisch, onmogelijk voor de

174 “Overwegende dat de omstandigheid dat de cliënt in een "copycenter" enkel met de toestemming van de uitbater

een kopie kan nemen of laten nemen door middel van de aldaar ter beschikking gestelde apparatuur, geen afbreuk

doet aan de regel dat degene die de kopie neemt of laat nemen, hetzij over de toestemming van de rechthebbende

moet beschikken, hetzij moet voldoen aan de wettelijke voorwaarden om zich te beroepen op een der

uitzonderingen op het exclusief reproductierecht; dat de toestemming van de uitbater van het "copycenter" om het

ter beschikking gestelde apparaat te gebruiken immers vreemd is aan de toestemming van de rechthebbende vereist

door de Auteurswet om een werk te mogen reproduceren; Dat, derhalve, kopieerder blijft in de zin van de

Auteurswet, degene die de kopie materieel vervaardigt, dan wel daartoe opdracht geeft, ook wanneer de kopie in

een "copycenter" wordt vervaardigd door middel van een ter beschikking gesteld apparaat;”

Page 40: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

36

3D-service om dit voor elke specifieke opdracht na te gaan. Mijns inziens is daarom, opdat aan het

morele element voldaan zou zijn, meer nodig dan de vaststelling dat de 3D-service het voorwerp heeft

geprint. De houder van het octrooi zal moeten aantonen dat de 3D-service, in concreto, kennis had of

dat het gezien de omstandigheden duidelijk was dat het 3D-printen voor de toepassing van de

geoctrooieerde uitvinding geschikt en bestemd was. Een ruimere interpretatie is om praktische redenen

niet werkbaar.

-Art. 66 en 67 Sw.

Wat supra in ‘3.1.4.1’ bij de indirecte inbreuk is gezegd kan analoog toegepast worden op het

octrooirecht. Uit een samenlezing van art. XI.60, §1 en XV.103, §1 WER volgt namelijk dat wie met

kwaadwillig of bedrieglijk opzet een inbreuk maakt op het octrooi recht, zich schuldig maakt aan het

misdrijf namaak. Art. XV.69 WER bepaalt op zijn beurt dat de bepalingen van boek I van het

strafwetboek van toepassing zijn. Zo kunnen ook art. 66 en art. 67 Sw. met betrekking tot het

octrooirecht toegepast worden.

-Stakingsbevel

Art. XI.334, tweede lid WER heeft eveneens betrekking op octrooien. Voor de bespreking van het

stakingsbevel kan verwezen worden naar supra ‘3.1.4.1’.175

3.1.4.3 Merkenrecht

-Art 2.20, 1 BVIE

Rechtspraak van het Benelux Gerechtshof en het Hof van Justitie in verband met de situatie van

tussenpersonen lijkt erop te wijzen dat een 3D-service geen inbreuk op het merkenrecht begaat bij het

3D-scannen of 3D-printen in opdracht van zijn klanten.

In een bekend arrest van 29 juni 1982 moest het Benelux Gerechtshof uitspraak doen over de

aansprakelijkheid van een ‘bloot vervoeder’ (Hagens Transport-arrest).176 Een bloot vervoerder is, aldus

het Beneluxhof, een vervoerder die met de van een merk voorziene waren geen enkele andere

bemoeienis heeft dan dat hij die waren van de afzender in ontvangst neemt, vervoert en bij de

geadresseerde aflevert. Het Beneluxhof oordeelde dat “van de bloot vervoerder (…) niet gezegd kan

worden dat hij zich – ook al is dat merk bij het in ontvangst nemen, vervoeren of afleveren voor derden

zichtbaar – van dat merk bedient met betrekking tot en ter bevordering van de afzet van de door hem

aangeboden en bewezen vervoersdiensten, dan wel ter aanduiding van de eigen onderneming”.

175 Voor een toepassingsgeval in het octrooirecht zie Rb. Antwerpen 11 september 2008, vermeld in R. SCHOEFS,

“De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI 2013, (136) 142. Dit

vonnis benadrukt opnieuw dat het stakingsbevel niet afhankelijk is van enige fout of tekortkoming in hoofde van

de tussenpersoon. 176 Beneluxhof 29 juni 1982, nr. A81/5, www.courbeneluxhof.be.

Page 41: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

37

Daarbovenop zegt het Beneluxhof dat het feit dat de vervoerder kennis had of moest hebben van een

merkinbreuk, geen verschil uitmaakt voor deze beoordeling.

Een 3D-service vertoont veel gelijkenissen met een ‘bloot vervoerder’ uit het arrest van het Benelux

Gerechtshof. Net zoals een bloot vervoerder heeft een 3D-service namelijk niets te maken met de van

een merk voorziene waren die hij in opdracht 3D-print of 3D-scant. Analoog met de bloot vervoerder

zal daarom vermoedelijk geoordeeld worden dat een 3D-service zich niet van een merk bedient, ook al

is dat merk voor derden zichtbaar. Zelfs wanneer de 3D-service kennis had of moest hebben van een

merkinbreuk. Op basis van deze redenering moet enige aansprakelijkheid in hoofde van de 3D-service

voor een merkinbreuk afgewezen worden. (Het Beneluxhof laat wel een opening voor aansprakelijkheid

op grond van het gemeenrecht, zie infra.)

Ook recenter oordeelde het Hof van Justitie in een aantal zaken in het voordeel van de tussenpersoon.

In 2010 zei het Hof het volgende: “Het feit dat iemand zorgt voor de technische voorzieningen die nodig

zijn voor het gebruik van een teken, en daarvoor wordt vergoed, betekent immers niet dat degene die

deze dienst verleent, zelf het teken gebruikt.”177

In 2011 verwees het Hof van Justitie naar deze uitspraak uit 2010 om te oordelen dat een dienstverlener

die in opdracht en volgens aanwijzingen van een derde verpakkingen afvult waarop voorafgaand een

teken is aangebracht dat gelijk is aan of overeenstemt met een als merk beschermd teken, zelf geen

gebruik maakt van dit teken.178

Tot slot oordeelde ook het hof van beroep te Luik in 2012 dat aan een wijnboer geen merkinbreuk kan

worden toegekend voor het opstellen en aanbrengen van inbreukmakende etiketten op flessen wijn,

overeenkomstig de instructies van zijn klant.179

Overeenkomstig deze rechtspraak zal de 3D-service geen merkinbreuk begaan zolang de 3D-service

orders vervult in opdracht van zijn klanten.

-Art. 1382 en 1384, lid 1 BW

Zoals het Hagens Transport-arrest en de aanzet van art. 2.20, 1 BVIE al aangeven kan de 3D-service

ook aangesproken worden op basis van het gemeen aansprakelijkheidsrecht. Hierbij kan gedacht worden

aan art. 1382 op basis van de eigen fout van de 3D-service, en aan art. 1384, lid 1 BW op basis de

hoedanigheid van bewaarder van goederen.

177 HvJ C-236/08 tot C-238/08, Google France v. Louis Vuitton Malletier, 2010, punt 55-57,

http://curia.europa.eu. 178 HvJ C-119/10, Frisdranken Industrie Winters v. Red Bull, 2011, punt 37, http://curia.europa.eu. 179 Luik 19 april 2012, Ing. Cons. 2012, 415.

Page 42: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

38

In een vonnis van 14 oktober 2008 oordeelde de rechtbank van koophandel te Brussel dat een

tussenpersoon aansprakelijk was op basis van art. 1384, lid 1 BW.180 Een derde had een inbreuk begaan

op het merkenrecht. Deze inbreuk maakte dat de waren behept waren met een juridisch gebrek. De

tussenpersoon in kwestie vervoerde deze gebrekkige waren. De rechtbank besliste dat de tussenpersoon,

als bewaarder, aansprakelijk was op grond van art. 1384, lid 1 BW.

Dit vonnis werd niet alleen bekritiseerd181, het lijkt ook onwaarschijnlijk dat art. 1384, lid 1 BW op een

3D-service toegepast zou kunnen worden. Art. 1384, lid 1 BW vereist namelijk dat de 3D-service kan

worden beschouwd als bewaarder van de zaak die ge-3D-print of ge-3D-scand wordt. Uit vaststaande

rechtspraak volgt dat de bewaarder van een zaak, de persoon is die voor eigen rekening de zaak gebruikt,

het genot ervan heeft of voor het behoud ervan zorgt, met recht van toezicht, leiding en controle.182 Het

valt ten zeerste te betwijfelen dat de 3D-service hieraan voldoet.

-Art. 66 en 67 Sw.

Voor de invoering van het WER regelde de wet van 15 mei 2007183 de bestraffing van het misdrijf

namaak met betrekking tot het merkenrecht. Uit een samenlezing van artikel 8, §1, 1 en art. 12, eerste

lid van deze wet volgde duidelijk dat de artikelen 66 en 67 Sw. van toepassing waren op het misdrijf

namaak inzake het merkenrecht.184

De wet van 15 mei 2007 werd opgeheven met de invoering van het wetboek van economisch recht. Het

artikel 8 werd overgenomen in art. XV.103 WER. Het artikel 12 werd overgenomen in art. XV.69

WER.185 De bewoordingen van art. XV.69 WER zijn echter licht gewijzigd ten aanzien van het oude

artikel 12 waardoor het onduidelijk is of de bepalingen van Boek I van het Strafwetboek – waaronder

art. 66 en art. 67 Sw. – nog van toepassing zijn op het misdrijf van namaak inzake het merkenrecht.

Mijns inziens is er geen reden waarom de wetgever dit gewijzigd zou willen hebben. Uit een

samenlezing van art. XV.103 en art. XV. 69 WER volgt daarom dat art. 66 en art. 67 Sw. nog steeds

toegepast kunnen worden in het merkenrecht.186 In het kader van het merkenrecht moet sprake zijn van

een inbreuk op art. 2.20, 1, a, art. 2.20, 1, b of art. 2.20, 1, c BVIE met kwaadwillig op bedrieglijk opzet

in het economisch verkeer opdat er sprake is van het misdrijf namaak.

180 Kh. Brussel 14 oktober 2008, IRDI 2009, 65. 181 R. SCHOEFS, “De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI 2013,

(136) 143. 182 B. GOOSSENS en T. NUYTS, “Tussenpersonen bij het vervoer en parallelinvoer treffen geen schuld, maar zijn

aansprakelijk” (noot onder Kh. Brussel 14 oktober 2008), IRDI 2009, (69) 71. 183 Wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten,

BS 18 juli 2007, 38.734. 184 Zie P. MAYAERT, “Het materiële en morele element van de misdrijven van namaak en piraterij” in F. BRISON

(ed.), Sancties en procedures in intellectuele rechten, Brussel, Larcier, 2008, (68) 97-98. 185 Concordantietabel bij wetsontwerp houdende de invoeging van boek XI,“Intellectuele eigendom” in het

Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en

XVII van hetzelfde Wetboek, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 3391/001, 570. 186 Zie supra ‘3.1.4.1’ voor een meer uitvoerige bespreking van art. 66 en art. 67 Sw.

Page 43: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

39

-Stakingsbevel

Het BVIE voorziet in een eigen stakingsgrond gericht aan tussenpersonen. Op grond van art. 2.22, 6

BVIE kan de rechter een stakingsbevel uitvaardigen tegen tussenpersonen wier diensten door derden

gebruikt worden om een merkinbreuk te plegen.187 Ook deze bepaling vindt haar grondslag in richtlijn

2004/48/EG.188 Wat gezegd is supra in ‘3.1.4.1’ met betrekking tot de inhoud van deze stakingsbevelen,

geldt daarom ook in het merkenrecht.

3.1.4.4 Tekeningen- en modellenrecht

-Art. 3.16 BVIE

In tegenstelling tot het merkenrecht is in het tekeningen- en modellenrecht nog geen rechtspraak bekend

met betrekking tot de positie van de tussenpersoon. Het tekeningen- en modellenrecht en het

merkenrecht vinden hun grondslag in hetzelfde verdrag. De rechtspraak uit het merkenrecht doet dus

alvast vermoeden dat de tussenpersoon ook in het tekeningen- en modellenrecht zelf geen inbreuk begaat

op de rechten van de houder van een tekening of model bij het uitvoeren van opdracht van klanten.

-Art. 66 en 67 Sw.

Wat gezegd is supra in ‘3.1.4.3’ geldt hier analoog.

-Stakingsbevel

Ook in het tekeningen- en modellenrecht kan een stakingsbevel uitgevaardigd worden. Ditmaal op basis

van art. 3.18, 6 BVIE. Ook deze bepaling vindt haar grondslag in richtlijn 2004/48/EG. Wat daarom

gezegd is bij het auteursrecht, supra in ‘3.1.4.1’ geldt analoog in het tekeningen- en modellenrecht.

3.1.5 Conclusie juridische analyse

Op het einde van deze analyse wordt al gauw duidelijk dat de juridische positie van de verschillende

spelers binnen 3D-Napster in grote mate afhankelijk is van de interpretatie van de toepasselijke

rechtsregels. Gebruik van de 3D-technologie door consumenten impliceert een heleboel nieuwe feiten

waarop geen rechtlijnig antwoord bestaat.

De uploader schendt duidelijk het auteursrecht. Ook het tekeningen- en modellenrecht wordt

vermoedelijk geschonden door de ter beschikkingstelling van 3D-modellen.189 De positie van de

uploader onder het octrooirecht en het merkenrecht is minder helder. In het octrooirecht is deze

187 Voor een toepassingsgeval zie Voorz. Kh. Brussel 26 september 2012, IRDI 2013, 203. 188 Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, 1 december 2006, houdende

wijziging van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of

modellen), ondertekend te Den Haag op 25 februari 2005, BS 22 december 2006, 73.952. 189 Dit is het geval indien geoordeeld zou worden dat het 3D-model in kwestie hetzelfde uiterlijk vertoont, dan

wel bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt (supra ‘3.1.2.7’).

Page 44: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

40

onduidelijkheid grotendeels toe te schrijven aan de onbesliste relatie tussen een voorwerp (een

uitvinding) en een digitaal 3D-model van dat voorwerp. In het merkenrecht speelt dezelfde twijfel, maar

is het bovendien onzeker of de uploader handelt ‘in het economisch verkeer’.

De positie van de downloader is over het algemeen, met uitzondering van het auteursrecht, veel beter.

Door recente rechtspraak van het Hof van Justitie zal het downloaden en uitprinten van een 3D-model,

ongeoorloofd ter beschikking gesteld door de uploader, het auteursrecht schenden.190 Het merkenrecht

is, voor het grootste deel, niet van toepassing op de downloader omdat de toepasselijke regels een

gebruik ‘in het economisch verkeer’ vereisen.191 Wat betreft het octrooirecht en het tekeningen- en

modellenrecht zal de downloader zich kunnen beroepen op een uitzondering gericht op particulier

gebruik.192

Tot slot wordt ook de juridische positie van 3D-services gekenmerkt door een grote onzekerheid. Met

betrekking tot de directe inbreuken in het auteurs- en octrooirecht is het onzeker of de opdrachtgever,

dan wel de 3D-service aanzien moet worden als kopieerder. Ook de toepasselijkheid van de indirecte

inbreuk in het octrooirecht is niet helder. In het tekeningen- en modellenrecht is daarnaast geen

bestaande rechtspraak om de positie van de 3D-service goed in te kunnen schatten. Door zijn rol als

tussenpersoon hangen tot slot mogelijk ook strafrechtelijke gevolgen boven het hoofd van de 3D-service

en kan de service benaderd worden met een stakingsbevel.193

3.2 Obstakels voor 3D-Napster vandaag: technische kosten

3.2.1 Inleiding

In dit deelhoofdstuk wordt toegelicht welke technische obstakels het ontstaan van 3D-Napster vandaag

belemmeren. Het juridisch overzicht (‘3.1’) en dit deelhoofdstuk vormen samen het eerste luik.

Sean Fanning introduceerde Napster194 in 1999 en startte zo het begin van een nieuw tijdperk voor de

muziek –en filmindustrie.195 Napster introduceerde een vernietigend recept op basis van twee

ingrediënten: het maken van perfecte kopieën en veelvuldige gedecentraliseerde verspreiding.

190 HvJ, C-435/12, ACI Adam BV v. Stichting De Thuiskopie, 2014, punt 41, http://curia.europa.eu. 191 Art. 2.20, 1, d BVIE vereist geen gebruik in het economisch verkeer. Omwille van andere redenen is

vermoedelijk ook deze bepaling niet van toepassing op de downloader (supra ‘3.1.3.3’). 192 De vraag is of deze laatste uitzonderingen, in het licht van de rechtspraak van het Hof van justitie omtrent de

privékopie in het auteursrecht, overeind zullen blijven. 193 Voor de bespreking van tussenpersonen zie ook infra ‘3.2.4’ en ‘3.4.2.2’. 194 Napster is hier niet gecursiveerd en duidt daarom op het historisch programma uit 1999. 195 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

258; D. DESAi en G. MAGLIOCCA, “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo. L.J.

2014, (1691) 1693.

Page 45: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

41

Reeds voor het ontstaan van Napster bestond de mogelijkheid om muziek om te zetten in

computerbestanden (meestal mp3). Meer nog, het was vanzelfsprekend om muziek op de eigen

computer te plaatsen voor persoonlijk gebruik. Het idee achter Napster was dan om al deze persoonlijke

mini-databases met elkaar te verbinden via het internet.196 Napster zelf was geen lang leven beschoren.

Omdat de architectuur niet volledig gedecentraliseerd was, konden de rechtenhouders met succes hun

intellectuele rechten afdwingen op basis van een indirecte aansprakelijkheid.197

Napster was meer dan het programma alleen. Het introduceerde een concept waarbij gebruikers

beschermde producten198 gingen kopiëren en verspreiden op gedecentraliseerde wijze via het internet.

Dit concept leefde wel voort.199 Fanatiekelingen ontwikkelden steeds nieuwe verspreidingstechnologie,

die telkenmale meer gedecentraliseerd was, om juridische aansprakelijkheid te ontwijken.200 Ook

vandaag nog proberen rechtenhouders zo hard mogelijk om deze verspreidingstechnologieën te

bestrijden. We stellen echter vast dat er steeds alternatieven opduiken en inbreuken legio zijn.201

Al deze verspreidingstechnologieën gebruiken het internet om een gedecentraliseerde structuur te

waarborgen. Gebruikers kunnen er met elkaar in contact komen en probleemloos volmaakte kopieën

uitwisselen zonder het gebruik van economische tussenpersonen. Hoewel juridisch gezien inbreuken

gepleegd worden door de gebruikers, wordt de afdwinging van de intellectuele rechten erg verstoord

door een gebrek aan centralisatie.202

Gebruik van het internet impliceert dat enkel computerbestanden verspreid kunnen worden. In Napster

vindt daarom tweemaal een technische omzetting plaats: van product naar digitale kopie en van digitale

kopie terug naar product. Het resultaat is dat, via de omweg van de digitale kopie, een getrouwe

reproductie van het originele product verspreid kan worden.

196 A. SCHMIDT, “Preliminaries” in A.SCHMIDT, W. DOLFSMA en W. KEUVELAAR (eds.), Fighting the War on

File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (1) 1; A. SCHMIDT, “Understanding the war” in A. SCHMIDT, W.

DOLFSMA en W. KEUVELAAR, (eds.), Fighting the War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (133)

173. 197 B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1258-

1259. 198 Initieel was dit enkel muziek. Naarmate internetsnelheden verbeterden, breidde dit zich uit tot film en

televisieprogramma’s, J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the

copyrightization of patents, and a method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J.

Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249) 258. 199 “File sharers were not simply enamored of the Napster application: instead, they had internalized sharing

norms that transcended any particular application or network. As a result, after Napster shut down, end users

migrated to other networks.” D. OPDERBECK, “Peer-to-Peer Networks, Technological Evolution, and Intellectual

Property Reverse Private Attorney General Litigation”, Berkeley Tech. L.J. 2005, (1685) 1700-1701. 200 A. SCHMIDT, “Preliminaries” in A. SCHMIDT, W. DOLFSMA en W. KEUVELAAR (eds.), Fighting the War on

File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (1) 2; B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright

Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1258-1259. 201 Bijvoorbeeld J. DEBACKERE, “Webpiraten doen Netflix pijn”, De Morgen, 23 januari 2015,

www.demorgen.be/tvmedia/webpiraten-doen-netflix-pijn-a2192163/; Bijvoorbeeld ERNESTO, “Pirate Bay

Shutdown Doesn’t Stop People From Sharing”, TorrentFreak, 17 december 2014,

https://torrentfreak.com/pirate-bay-shutdown-doesnt-stop-people-sharing-141216/. 202 Zie supra ‘2.2.1’

Page 46: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

42

Grafisch ziet dit er zo uit: (figuur 1)

In de mediawereld lijkt het alsof deze omzettingen niet meer plaatsvinden. Door het langdurig gebruik

van computerbestanden vereenzelvigen we muziek en film met hun digitale kopie. Er bestaat een

technologische vanzelfsprekendheid met betrekking tot de twee omzettingen. Perfecte kopieën kunnen

probleemloos gemaakt, verspreid en afgespeeld worden.203 Zie bijvoorbeeld het statement van Warner

Music Group in 2005204:

“Digital piracy has grown dramatically in the last five years, enabled by the increasing

penetration of broadband Internet access and the ubiquity of powerful microprocessors, fast

optical drives (particularly with writable media, such as CD-R) and large inexpensive disk

storage in personal computers. The combination of these technologies has allowed

consumers to easily, flawlessly and almost instantaneously make high-quality copies of

music using a home computer by “ripping” or converting musical content from CDs into

digital files, stored on local disks. These digital files can then be distributed for free over

the Internet through anonymous peer-to-peer file sharing networks such as Limewire,

WinMX and KaZaA (“illegal downloading”).”

3D-Napster slaat op het verspreiden van reproducties van materiële objecten op gedecentraliseerde

wijze via het internet. Het gebruik van het internet impliceert ook hier het gebruik van digitale bestanden,

en dus een dubbele omzetting (zie figuur 1). In de wereld van fysieke objecten vormen de eerste en de

tweede omzetting samen wat men zou kunnen benoemen als het digitaliseren van objecten (het omzetten

van het object in een digitale kopie en omgekeerd).

203J. JANSSENS, S. VANDAELE en T. VANDER BEKEN, “The Music Industry on (the) Line? Surviving Music

Piracy in a Digital Era”, European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice 2009, afl. 17, (77) 77-

78. 204 Warner Music Group, Form 10-K United States Securities and Exchange Commission, 1 december 2005,

www.sec.gov/Archives/edgar/data/1319161/000119312505234771/d10k.htm, 18-19.

Page 47: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

43

Het digitaliseren van objecten is echter geen vanzelfsprekendheid. Deze complexiteit is grotendeels te

wijten aan het feit dat fysieke voorwerpen zich manifesteren in de werkelijkheid.205 Een mediabestand

is altijd een soort versimpelde weergave van een empirische prikkel. Een materieel voorwerp

daarentegen, kan gezien, geroken, gevoeld, gehoord en geproefd worden. Een voorwerp heeft een

bepaald gewicht, een bepaalde geur en een bepaalde textuur. Bovendien bestaan bijna alle dagdagelijkse

objecten uit verschillende materialen die verschillende eigenschappen (zoals smelttemperatuur)

hebben.206

Zoals hierboven gesteld, is de gedecentraliseerde structuur een essentieel element van Napster. In

principe betekent dit dat deze omzettingen moeten gebeuren door de gebruikers zelf en niet door

economische tussenpersonen om centralisatie te voorkomen.207 De 3D-technologie (3D-printers, 3D-

scanners en 3D-modelleersoftware) die voorhanden is voor consumenten vertoont echter enkele

duidelijke technologische beperkingen.208 Deze beperkingen drijven de kosten van de totale operatie

omhoog en maken 3D-Napster onaantrekkelijk ten opzichte van een product dat aangeboden wordt door

de producent zelf op de legale markt (hierna: legaal alternatief). Zolang dit legale alternatief goedkoper

is, kán 3D-Napster niet ontstaan.

In de mediawereld zijn deze technologische beperkingen, en dus ook de gerelateerde directe kosten, niet

aanwezig.209 Er is geen ‘out-of-pocket’ kost.210 Het gevolg is dat de totale operatie zo goed als gratis is.

Dit maakt het legale alternatief in de mediawereld bijzonder onaantrekkelijk: you can’t compete with

free.

3.2.2 Van product naar digitale kopie (eerste omzetting)

De eerste omzetting gebeurt door de uploader. Hij moet een digitale kopie maken van het product.

Fysieke objecten verschillen erg van muziek en film wat betreft deze eerste omzetting.

In het geval van muziek en film bestaat er een technologische vanzelfsprekendheid die het mogelijk

maakt om het product (het muzieknummer of de film) probleemloos om te zetten in een perfecte digitale

205 M. KURMAN en H. LIPSON, “Why You Shouldn't Worry About 3D-Printed Piracy”, Popular Mechanics, 30

mei 014, www.popularmechanics.com/technology/gadgets/a10687/why-you-shouldnt-worry-about-3d-printed-

piracy-16841445/. 206 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750. 207 Voor de bespreking van tussenpersonen zie infra ‘3.2.4’. 208 M. KURMAN en H. LIPSON, “Why You Shouldn't Worry About 3D-Printed Piracy”, Popular Mechanics, 30

mei 2014, www.popularmechanics.com/technology/gadgets/a10687/why-you-shouldnt-worry-about-3d-printed-

piracy-16841445/. 209 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 507. 210 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

277-278.

Page 48: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

44

kopie met behulp van een persoonlijke computer.211 Dit heet rippen. Deze digitale kopie kan dan

beschikbaar gemaakt worden via het internet door de uploader. De persoon aan de andere kant, de

downloader, kan deze kopie overnemen. Wanneer het gaat om film of muziek is het maken van de

digitale kopie dus foutloos en nagenoeg kosteloos door de beschikbare technologie. Wat betreft muziek

ziet het schema er bijvoorbeeld zo uit: (figuur 2)

Een fysiek object (het product) zal ook eerst omgezet moeten worden in een digitale kopie. Zoals in het

tweede hoofdstuk vermeld, is het meest gebruikte formaat thans STL. Hier bestaat echter geen

technologische evidentie die de omzetting foutloos en kosteloos maakt; integendeel.

De omzetting kan in principe op twee manieren: door reverse engineering of met behulp van een 3D-

scanner.212 Reverse engineering en 3D scannen van objecten zijn complex en brengen bijgevolg erg veel

kosten in de brede zin met zich mee. Het schema ziet er zo uit: (figuur 3) 213

211 Voor muziek is het bijvoorbeeld mogelijk om gewoon Windows Mediaplayer te gebruiken zie:

http://windows.microsoft.com/nl-BE/windows-xp/help/windows-media-player/11/rip-a-cd ; Voor dvd’s kan dit

bijvoorbeeld eenvoudig met de software Handbrake zie: www.pcadvisor.co.uk/how-to/digital-

home/3332271/how-rip-dvd-windows-pc-mac/.; zie ook voetnoot 204, p. 42. 212 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 491. 213 In deze figuur representeert STL het bestandsformaat van de digitale kopie. Zoals supra vermeld in ‘2.1.1’

kent STL enkele beperkingen en wordt het misschien in de toekomst vervangen als standaard bestandsformaat.

STL wordt in deze figuur gebruikt omdat het thans onder consumenten nog steeds het meest courante

bestandsformaat is.

Page 49: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

45

3.2.2.1 Reverse engineering

Wie door reverse engineering een digitale kopie van een object wil maken, heeft hiervoor CAD-software

(3D-modelleersoftware) nodig. Het correct gebruik van driedimensionale digitale tekensoftware is niet

eenvoudig en bijzonder tijdsintensief. Het vereist een hoge dosis expertise van de ontwerper.214 Het

getekende object moet namelijk meer zijn dan de weergave van het voorwerp.215 De 3D-tekening moet

ook geschikt zijn om te printen in drie dimensies waar natuurkundige wetten van toepassing zijn. De

ontwerper moet dus meer doen dan het object imiteren. Hij moet ook rekening houden met de

eigenschappen van de materialen en de mechanica van het voorwerp. Wat betreft objecten die bestaan

uit meerdere bestanddelen bijvoorbeeld, zal de ontwerper eerst het object uit elkaar moeten halen om

het interne mechanisme volledig te begrijpen. Pas daarna kan hij zorgvuldig alle verschillende

bestanddelen digitaal tekenen in de software. Tot slot zijn ook vele CAD-programma’s niet voorzien op

het maken van ontwerpen die geschikt zijn om te 3D-printen.216

Ondertussen zijn wel al enkele consumentvriendelijke programma’s beschikbaar die specifiek gericht

zijn op 3D-printen. De programma’s zijn eerder simpel en weinig gedetailleerd. Hoewel ze meer

consumentvriendelijk zijn, vereisen ze vaak toch enige tijd om onder de knie te krijgen.217 Populaire

voorbeelden zijn Tinkercad en 123D Design.218 Deze programma’s zijn natuurlijk gericht op

consumenten. Ze zijn te weinig gedetailleerd om realistische kopieën van bestaande voorwerpen te

vervaardigen.

3.2.2.2 3D-scannen

Het 3D-scannen van een object is de tweede optie. Op het eerste gezicht lijkt dit voordelig omdat er

geen ontwerper/expert vereist is. 3D-scannnen brengt echter eigen hindernissen met zich mee.

De eerste logische hindernis is de prijs van de scanner. De prijs verschilt uiteraard naargelang de

kwaliteit. Goedkope 3D-scanners voor consumenten zijn al beschikbaar vanaf €329.219 Professionelere

modellen kosten al gauw enkele tienduizenden euro’s.220 Zoals eerder vermeld hebben fysieke

voorwerpen een zekere look-&-feel. Het lijkt me daarom weinig zinvol om objecten met een goedkope

3D-scanner te scannen aangezien deze een lage resolutie bieden en niet de exacte textuur van het

214 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 491-492. 215 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750; B. TIMROFF, Ontdek

3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 27-28. 216 C. SEEPERSAD, “Challenges and Opportunities in Design for Additive Manufacturing”, 3DP 2014, (10) 10-11;

H. LIPSON, “Is CAD Keeping up?”, 3DP 2014, 177. 217 C. SEEPERSAD, “Challenges and Opportunities in Design for Additive Manufacturing”, 3DP 2014, (10) 12. 218 Zie supra ‘2.1.3’. 219 De “Sense” 3D-scanner van 3D Systems (prijs exclusief btw). http://cubify.com/en/Products/Sense. 220 Zie www.aniwaa.com/3d-scanners/compare-3d-scanners/ (consultatie 3 mei 2015).

Page 50: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

46

voorwerp kunnen vastleggen. Het scannen van objecten met een goedkope 3D-scanner leidt niet tot het

maken van betrouwbare digitale kopieën. Zoals hierboven vermeld, is er namelijk een verschil tussen

het maken van een driedimensionale tekening van een voorwerp en het maken van een bestand dat

daadwerkelijk geprint kan worden. Zeker met een goedkope scanner is er daarom geen garantie dat het

gescande voorwerp ook succesvol geprint kan worden.

De tweede hindernis is het gebruik van de scanner. Vooreerst is het enkel mogelijk om de buitenkant

van het object te scannen.221 Ten tweede is het zo dat de output van de vele scanners geen printbaar

bestand is. Het resultaat van een scan is meestal slechts een driedimensionale point cloud. Deze wolk

van coördinaten kan dan gebruikt worden om een soort maas te creëren dat kan dienen als bruikbaar

printmodel.222 Dit vereist uiteraard een nabewerking. Ten derde moet men realiseren dat vele

dagdagelijkse objecten bestaan uit bewegende bestanddelen. Het scannen van zulke objecten vereist nog

steeds dat de onderdelen uit elkaar genomen worden (wat niet altijd mogelijk is) en apart gescand

worden.223 Wanneer men namelijk een object dat uit meerdere onderdelen bestaat in één keer zou

scannen, creëert men een immobiele replica uit één stuk.

Toegegeven, ook hier staat de technologie niet stil. Meer consumentvriendelijke producten bereiken de

markt. Eind februari 2015 bijvoorbeeld, werd op kickstarter een nieuwe soort 3D-scanner gefinancierd:

de Einscan-S.224 Deze scanner maakt komaf met enkele problemen waar oudere scanners mee kampten.

De Einscan-S heeft een accuraatheid van minder dan 0.1 mm en heeft een erg hoge resolutie. Bovendien

is de output van deze scanner een STL-bestand waardoor nabewerking niet altijd noodzakelijk is. Deze

scanner kost minder dan $1000.225

Toch is de relevantie van deze nieuwe scanners enigszins betwistbaar. Het is nog steeds niet mogelijk

om objecten, bestaande uit verschillende (al dan niet bewegende) onderdelen, in één simpele beweging

te scannen. Daarenboven is de output ‘slechts’ STL. Dit bestand kan dan wel onmiddellijk ge-3D-print

worden, maar STL-bestanden beschrijven enkel de oppervlaktegeometrie van een object zonder

aandacht voor kleur of textuur.226 Tot slot vraag ik me af wie het doelpubliek is van dit soort apparatuur.

Waarom zou een consument een 3D-scanner voor deze prijs kopen? Wat gaat deze consument juist

scannen? Het praktisch nut van zulk een 3D-scanner voor een modale consument lijk mij bijzonder

klein.

221 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750. 222 B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 107; C. FINNOCHIARO,

“Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of Consumer 3-D Printing”,

Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 492. 223 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 492-493. 224 www.kickstarter.com/projects/681809941/einscan-s-fast-accurate-safe-3d-scanner-for-3d-pri/description. 225 www.einscan.com/#!einscan/cjg9 (consultatie 30 april 2015). 226 Supra ‘2.1.1’.

Page 51: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

47

Wie een betrouwbare kopie van een voorwerp wil kan uiteraard ook een beroep doen op een 3D-

scanservice.227 Niet alleen zijn deze prijzig, ze doen ook afbreuk aan de gedecentraliseerde structuur van

Napster.228

3.2.2.3 Kosten

Supra is de complexiteit van de eerste omzetting beschreven (zie figuur 1 en figuur 3). Deze complexiteit

verhoogt de kosten van de totale operatie.

Ten eerste is het zo dat de uploader zelf vele kosten heeft. Het maken van een digitale kopie door middel

van reverse engineering vereist een investering van tijd, expertise en software. Het maken van een

digitale kopie met behulp van een 3D-scanner vereist op zijn beurt een investering van tijd en apparatuur.

In theorie is het ook mogelijk om een digitale kopie te laten maken bij een 3D-scanservice. De service

zal echter betaald moeten worden. Dit brengt niet alleen hoge kosten met zich mee, maar doet ook

afbreuk aan de gedecentraliseerde structuur die noodzakelijk is voor Napster. In de mediawereld is deze

eerste omzetting nagenoeg kosteloos. Met een thuiscomputer kunnen probleemloos muziek en film

worden omgezet in verspreidbare computerbestanden.

Deze verhoogde kosten langs de zijde van de uploader maken het onwaarschijnlijk dat gebruikers op

een gedecentraliseerde manier digitale kopieën van materiële voorwerpen gratis beschikbaar zullen

stellen zoals dit gebeurt in de mediawereld. Wie meer moet investeren, zal namelijk een grotere

compensatie verwachten. Deze compensatie kan echter niet pecuniair zijn. Een model waarbij men zou

betalen voor illegale kopieën is onhoudbaar. Aan de ene kant creëert dit economische tussenpersonen.

De tussenpersonen doen afbreuk aan de gedecentraliseerde structuur van Napster. Aan de andere kant

zal het vragen van een pecuniaire vergoeding de kosten van de downloader direct verhogen. Hoge kosten

in het kamp van de downloader, maken 3D-Napster echter onaantrekkelijk ten aanzien van een legaal

alternatief.229 Bovendien zal de gebruiker die betaalt, een kwaliteitsgarantie verwachten. Het is moeilijk

om kwaliteit te garanderen met betrekking tot illegale bestanden.

Indirect wordt ook de downloader geconfronteerd met een duidelijke kost. De complexiteit van de eerste

omzetting zorgt er namelijk voor dat er een grote kans bestaat op fouten in de digitale kopie. Deze fouten

doen afbreuk aan het gebruiksgemak. De downloader zal meerdere pogingen moeten ondernemen om

een betrouwbare kopie in handen te krijgen. Dit impliceert een tijdsinvestering.

227 Zie bijvoorbeeld www.plantin.be/bn/PlantinNews/3D-Scanservice.html (consultatie 21 april 2015). 228 Voor de bespreking van tussenpersonen zie infra ‘3.2.4’. 229 Zie infra 3.2.5.

Page 52: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

48

3.2.2.4 Praktijkvoorbeelden

Twee praktijkvoorbeelden illustreren dat het onaantrekkelijk is voor gebruikers om gratis digitale

kopieën van materiële voorwerpen beschikbaar te maken.

1. De PirateBay is één van de bekendste websites binnen Napster. De website wordt gebruikt als

indexeringssite voor illegale bestanden. In 2012 lanceerde de PirateBay een aparte categorie voor

fysieke voorwerpen: physibles. Dit kent geen succes. De twee laatst toegevoegde bundels dateren van

14 april 2015 en 25 november 2014. In totaal zijn er maar elf bundels beschikbaar gemaakt in 2014. De

meerderheid van deze bundels zijn bovendien onbruikbaar door een gebrek aan gebruikers die nodig

zijn om de bestanden te kunnen downloaden.230

2. De grootste en bekendste website waar vandaag gratis 3D-modellen verkregen kunnen worden is

Thingiverse.231 Thingiverse wil echter geen platform zijn voor piraterij. In tegendeel, Thingiverse neemt

het intellectueel eigendomsrecht erg serieus.

De inleiding van hun Intellectual Property Policy leest als volgt:

“The Company respects the intellectual property of others and asks that users of our Site

and Services do the same. In connection with our Site and Services, the Company has

adopted and implemented a policy respecting intellectual property that provides for the

removal of any infringing or unauthorized materials and for the account termination, in

appropriate circumstances, of users of our online Site and Services who are repeat

infringers of intellectual property rights or who repeatedly submit unauthorized content.”232

Wat betreft het auteursrecht, volgt Thingiverse het bekende Amerikaanse notice-and-

takedownsysteem233 uit de Digital Millennium Copyright Act. Voor alle andere intellectuele

eigendomsrechten implementeert Thingiverse een gelijkaardig systeem.234 Bovendien zal Thingiverse

het account beëindigen van gebruikers die geregeld inbreuken plegen op het intellectueel

eigendomsrecht.235

Dat dit geen lege woorden zijn bleek bijvoorbeeld eind 2011. Thomas Valenty, een onbekende

gebruiker, ontwierp enkele figuurtjes die gebaseerd waren op de figuurtjes uit het spel Warhammer.

230 The PirateBay, (consultatie 20 april 2015). 231 www.thingiverse.com/ (zie supra ‘2.1.3’). 232 www.thingiverse.com/legal/ip-policy. 233 Voor een heldere uitleg zie M. WEINBERG, “What’s the Deal with Copyright and 3D Printing?”, Public

Knowledge 2013,

www.publicknowledge.org/files/What%27s%20the%20Deal%20with%20Copyright_%20Final%20version2.pdf,

(1) 5-6. 234 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 498. 235 www.thingiverse.com/legal.

Page 53: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

49

Deze ontwerpen plaatste hij op Thingiverse. De eigenaar van Warhammer, Games Workshop,

verwittigde Thingiverse via de notice-and-takedownprocedure. Thingiverse verwijderde de modellen

onmiddellijk.236

Men zou zich de vraag kunnen stellen waarom gebruikers toch 3D-creaties gratis ter beschikking stellen

op sites als Thingiverse. Een mogelijke verklaring is dat de incentive hier ligt in een soort vergoeding

in de vorm van respect en reputatie binnen de community. Dit verklaart ook waarom attributie en

erkenning erg belangrijk is op Thingiverse. Wanneer een gebruiker een model uploadt op Thingiverse

zal hij een ‘secundaire licentie’ moeten kiezen. Deze licentie regelt het gebruik van het 3D-model in

relatie met andere gebruikers. Thingiverse maakt voor deze secundaire licenties gebruik van ‘Creative

Commons licenties’.237 Creative Commons is een non-profitorganisatie die streeft naar digitale

creativiteit en innovatie.238 Hiervoor stellen ze onder andere een aantal voorbeeldlicenties beschikbaar.

Thingiverse maakt gebruik van deze voorbeeldlicenties. In al deze licenties is naamsvermelding van de

maker essentieel.239

3.2.2.5 Producent maakt de digitale kopie

Volgens figuur 3 moet een object omgezet worden in een digitale kopie door middel van reverse

engineering of met behulp van een 3D-scanner (eerste omzetting figuur 1). Enkel digitale bestanden

kunnen namelijk via het internet verspreid worden. Supra heb ik beschreven hoe de huidige stand van

de techniek het voor consumenten erg moeilijk maakt om betrouwbare kopieën te creëren. Impliciet

vertrek ik daarbij van de premisse dat er geen digitale bestanden voorhanden zijn en dat consumenten

deze zelf moeten maken om de spreekwoordelijke rekken van 3D-Napster te vullen.240

Op termijn zouden producenten natuurlijk ook zelf legale digitale kopieën van hun producten ter

beschikking kunnen stellen. De consument kan deze dan tegen vergoeding verkrijgen en zelf (laten)

uitprinten. Dit is mogelijk een aantrekkelijk model omdat de ‘producent’ zo kan besparen op

transportkosten, productiekosten en kosten verbonden aan het aanleggen van fysieke voorraden.241 Ten

aanzien van andere producenten zal de producent die de 3D-technologie benut, van een concurrentieel

voordeel genieten omdat producten gepersonaliseerd kunnen worden door de consument zelf. 242

236 C. THOMPSON, “Clive Thompson on 3D printing’s legal morass”, Wired, 30 mei 2012,

www.wired.com/2012/05/3-d-printing-patent-law/. 237 “4. Secondary License for Thingiverse Designs”, www.thingiverse.com/legal. 238 http://creativecommons.org/about. 239 http://creativecommons.org/licenses/. 240 Zie supra 3.2.2 (eerste omzetting). 241 D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning lessons

from the past?”, EIPR 2013, (155) 168. 242 I. PETRICK en T. SIMPSON, “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create New Rules

of Competition”, Research-Technology Management 2013, http://strategic-technology-

roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf, (1) 2.

Page 54: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

50

Dit legale model brengt ook een potentieel gevaar met zich mee. Het impliceert namelijk dat

consumenten toegang zouden krijgen tot hoogwaardige, foutloze digitale kopieën van fysieke objecten.

Het gevaar bestaat dat ondeugende consumenten deze bestanden gratis op het internet zouden

verspreiden. Ter bescherming zouden de bedrijven de bestanden kunnen verdedigen met behulp van

Digital Rights Management (hierna: DRM).243

Het nut van DRM is echter omstreden. In een studie van Rice University en Duke University

bijvoorbeeld, werd de complexe relatie tussen DRM, piraterij en winst voor de muziekindustrie

onderzocht. Het onderzoek concludeert (onder andere) dat in bepaalde omstandigheden, het wegnemen

van DRM net piraterij kan doen verminderen.244

De impact van het wegnemen van DRM op het volume van piraterij is eigenlijk niet onlogisch.

Gesofisticeerde piraten zullen namelijk steeds de DRM-beveiliging omzeilen waardoor het illegale

exemplaar niet gekenmerkt wordt door DRM-beperkingen. Het gevolg is dat welmenende consumenten

geconfronteerd worden met de DRM-beperkingen terwijl illegale downloaders deze beperkingen niet

kennen.245 Het wegnemen van DRM verhoogt dus de concurrentiële kracht van legale bestanden. Ook

Apple maakte in 2009, na het overtuigen van enkele grote platenlabels, komaf met kopieerbeperkingen

op de muziek verkrijgbaar via iTunes.246

Het model waarbij de producent de digitale kopie te koop aanbiedt, komt vandaag - voor zover mij

bekend - niet voor in de praktijk. De bekommernis om illegale verspreiding is één van de mogelijke

redenen voor deze afwezigheid. Dezelfde bezorgdheid wordt door sommigen ook aangeduid als één van

de redenen waarom de muziekindustrie lange tijd niet overging tot het aanbieden van een legaal digitaal

243 In het kader van deze masterproef gebruik in DRM in de volgende betekenis: “het beschermen van rechten

van intellectuele eigendom door een combinatie van gebruikerslicenties en technologische beperkingen op

digitale bestanden”. Strikt juridisch is het mogelijk om een verder onderscheid te maken tussen ‘informatie

betreffende het beheer’ en ‘technische voorzieningen” of TPM. Mijn definitie combineert deze twee begrippen.

Voor een omslachtige definitie van het onderscheid in de context van auteursrechten zie art. 6,3 en art. 7,2

Infosoc-richtlijn; Zie ook A. FIERENS, “Elektronische handel en intellectuele eigendomsrechten” in P. VAN

EECKE (ed.), Recht & elektronische handel, Gent, Groep De Boeck, 2011, (74) 114-115. 244 D. VERNIK, D. PUROHIT en P. DESAI, “Music Downloads and the Flip Side of Digital Rights Management

Protection”, Marketing Science 2011, http://static.arstechnica.net/2011/10/10/2011-10-10-VernikDRM.pdf, (1)

6-7, 11-13. 245 D. VERNIK, D. PUROHIT en P. DESAI, “Music Downloads and the Flip Side of Digital Rights Management

Protection”, Marketing Science 2011, http://static.arstechnica.net/2011/10/10/2011-10-10-VernikDRM.pdf, (1)

2; M. KURMAN, “Carrots, Not Sticks: Rethinking Enforcement of Intellectual Property Rights for 3D-Printed

manufacturing”, 3DP 2014, (44) 49. 246 www.apple.com/pr/library/2009/01/06Changes-Coming-to-the-iTunes-Store.html; B. STONE, “Want to Copy

iTunes Music? Go Ahead, Apple Says”, The New York Times, 6 januari 2009,

www.nytimes.com/2009/01/07/technology/companies/07apple.html.

Page 55: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

51

alternatief247 en waarom ook de filmindustrie terughoudend was om films in digitale vorm (op DVD)

beschikbaar te maken.248

Telkens in de praktijk 3D-printen door een bestaande producent wordt gebruikt in directe relatie met de

consument, zal de consument nooit zelf beschikken over het 3D-model. De consument zal steeds de

mogelijkheid hebben om het product te laten 3D-printen249 maar zal nooit zelf het STL-bestand in

handen krijgen.250

Er zijn vier mogelijke (cumulatieve) verklaringen. Ten eerste kan de producent, door samen te werken

met een professionele 3D-printservice, een bepaalde kwaliteit garanderen. De printservices beschikken

over professionele high-end 3D-printers die in verschillende kleuren en met verschillende materialen

kunnen printen. Ten tweede beschikken de meeste consumenten nog niet over een 3D-printer. Het is dus

interessanter om een service aan te bieden waarbij het product voor de consument geprint wordt. Ten

derde is het zo dat de consument die beschikt over het onderliggende STL-bestand, het voorwerp zoveel

kan uitprinten als hij wil. Zolang de consument niet beschikt over het onderliggende bestand, kan de

producent een prijs aanrekenen per exemplaar. Ten vierde vermijdt men dat consumenten toegang

krijgen tot de 3D-modellen. Zo ontwijkt men het gevaar op illegale verspreiding van de

terbeschikkinggestelde bestanden.

De vraag is of deze tactiek, waarbij de producent weigert de bestanden ter beschikking te stellen,

optimaal is. Indien de consument het 3D-model namelijk illegaal zou verkrijgen, zou hij wel beschikken

over het onderliggende bestand. Dit kan het illegale 3D-model aantrekkelijker maken. Voor de

bespreking van deze problematiek verwijs ik naar infra ‘3.4.1.3’.

3.2.3 Van digitale kopie naar product (tweede omzetting)

In Napster worden getrouwe reproducties van het originele product verspreid op basis van een digitale

kopie. Dit impliceert een dubbele omzetting: van product naar digitale kopie en omgekeerd. Beide

omzettingen moeten gebeuren door gebruikers om de gedecentraliseerde structuur te garanderen.

247 A. SCHMIDT, “Understanding the war” in A. SCHMIDT, W. DOLFSMA en W. KEUVELAAR (eds.), Fighting the

War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (133) 188-189; zie ook infra ‘3.3.4.1’. 248 S. SHAWSON, “3D Printing: A Lesson In History: How To Mold the World of Copyright”, Sw. L. Rev 2014.,

(483) 509 met verwijzing naar Court of Appeals for the Second Circuit, Universal City Studios v. Corley, 2001,

http://cyber.law.harvard.edu/people/tfisher/IP/2001%20Corley%20Abridged.pdf, 2. 249 Zie bijvoorbeeld www.makie.me, www.mixeelabs.com of www.toyze.com/#how-it-works waar het mogelijk

is om poppetjes te personaliseren. Op de website kan je het poppetje personaliseren maar finaal print het bedrijf

het poppetje steeds uit voor de consument. Ook op Shapeways krijgt de consument het onderliggende bestand

niet in handen 250 Wie een 3D-model downloadt via Thingiverse of CGTrader zal wel het STL-bestand in handen krijgen. Ik

laat dit echter buiten beschouwing omdat de modellen, aangeboden op Thingiverse en CGTrader, niet afkomstig

zijn van bestaande producenten uit de maakindustrie. De 3D-modellen zijn er gemaakt door particuliere

gebruikers.

Page 56: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

52

(figuur 1)

Net zoals bij de eerste omzetting, bestaat er ook bij de tweede omzetting een technologische

vanzelfsprekendheid voor muziek en film. We zagen eerder al dat de digitale kopieën in principe

foutloos zijn. Wie bijgevolg beschikt over het digitale bestand moet enkel nog een mediaspeler

raadplegen om het product te kunnen benutten. Aangezien mediaspelers gratis beschikbaar zijn op het

internet is ook de tweede omzetting voor muziek en film nagenoeg kosteloos.251 (Voor muziek

bijvoorbeeld figuur 3)

Met betrekking tot fysieke voorwerpen, is de tweede omzetting de plaats waar het eigenlijke 3D-printen

een rol kan spelen. 3D-printen zou mogelijk deze vanzelfsprekende link tussen de digitale kopie en

product kunnen vormen. Het idee is namelijk dat 3D-printen de brug vormt tussen digitaal en fysiek.252

3D-printen zou het maakproces zodanig versimpelen dat eenmaal men beschikt over een digitale

blauwdruk, de printer het object creëert. Het proces zou volledig automatisch verlopen zonder

251 De downloader kan de digitale kopie ook branden op een cd. 252 Zie supra ‘2.2.2’.

Page 57: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

53

menselijke interventie.253 Met andere woorden: “Feed it a design for a wrench, and it produces a

physical, working wrench.”254

Het klopt dat 3D-printen een enorm potentieel heeft. Er bestaat echter een groot verschil tussen

potentieel en realiteit. De uitspraak dat 3D-printen de brug zou kunnen vormen tussen digitaal en fysiek

moet worden gekaderd in een ideaalcontext. Deze technologische vanzelfsprekendheid bestaat voor

consumenten nog niet. 3D-printen is erg gecompliceerd. Bovendien impliceert het gebruik van een 3D-

printer steeds de kost van de printer en de kost van het materiaal. Dit betekent dat de downloader met

betrekking tot de tweede omzetting kosten ervaart die zich niet of in mindere mate voordoen in de

mediawereld.

Volgens sommige studies bevindt consumenten-3D-printen zich momenteel in een hype.255 Het is

onduidelijk of de hype de oorzaak, dan wel het gevolg is, maar volgens mij bestaat er een ongenuanceerd

beeld van wat er mogelijk is met 3D-printers voor consumenten. In de media verschijnen vaak

spectaculaire berichten over 3D-printen. Deze berichten hebben meestal echter betrekking op industriële

toepassingen, en zijn het gevolg van erg dure machines die bediend worden door hoogopgeleide

professionelen.256 Door steeds te redeneren vanuit het potentieel worden deze spectaculaire industriële

ontwikkelingen menigmaal geprojecteerd op consumenten-3D-printen.257 De realiteit van het

consumenten-3D-printen is vandaag echter heel anders.

253 S. SHAWSON, “3D Printing: A Lesson In History: How To Mold the World of Copyright”, Sw. L. Rev 2014.,

(483) 484-485. 254 M. WEINBERG, “It will be awesome if they don’t screw it up: 3D printing, Intellectual property, and the fight

over the next great disruptive technology”, Public Knowledge 2010,

www.publicknowledge.org/files/docs/3DPrintingPaperPublicKnowledge.pdf, (1) 2. 255 Gartner's 2014 Hype Cycle for Emerging Technologies Maps the Journey to Digital Business,

www.gartner.com/newsroom/id/2819918. 256 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750. 257 Enkele voorbeelden: V. WOOLLASTON, “Print your own car in less than TWO DAYS: World’s first-3D

printed ‘Strati’ vehicle costs £11,000 and is made using just 49 parts”, Daily MailOnline, 8 oktober 2014,

www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2784792/Print-car-TWO-DAYS-World-s-3D-printed-Strati-vehicle-

costs-11-000-using-just-49-parts.html; S. ALEN, “Maak je eigen schoenen met 3D-printer”, HLN, 22 augustus

Page 58: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

54

3.2.3.1 3D-printers

Zoals eerder gezegd moet de tweede omzetting gebeuren door gebruikers zelf om de gecentraliseerde

structuur van Napster te vrijwaren. De meest logische stap is daarom dat de consument zelf een 3D-

printer koopt.

Vooraleer ik overga tot een kort overzicht van enkele 3D-printers voor consumenten en hun

beperkingen, is het noodzakelijk om even terug te keren naar het begin. In het tweede hoofdstuk is een

bondige weergave gegeven van de verschillende stappen die doorgelopen moeten worden bij het 3D-

printen. Deze bondige weergave verhelderde onmiddellijk waarom 3D-printen niet eenvoudig is voor

consumenten. Wie in detail wil printen zal bijvoorbeeld geconfronteerd worden met een heleboel

verschillende instellingen in de slicer.258 De meeste 3D-printers voor consumenten werken bovendien

op basis van FDM.259 Dit betekent dat de gebruiker ook het printoppervlak (printbed) moet afstemmen

op de verticale as (z-as) van de printkop om optimaal te kunnen printen. 260 Zoals vermeld in het tweede

hoofdstuk, volgt meestal ook nog een vorm van manuele nabewerking nadat de 3D-printer zijn werk

voltooid heeft.

Er is daarnaast een reële kans dat het mis gaat.261 Een 3D-printer combineert namelijk mechanica,

elektronica, software, filament en 3D-modellen. De output van de 3D-printer is bijgevolg maar zo sterk

als de zwakste schakel. 3D-printers voor consumenten zijn niet altijd even betrouwbaar.

Deze complexiteit schrikt consumenten af. Fabrikanten van 3D-printers brengen daarom meer en meer

machines op de markt die consumentvriendelijk zijn. Afhankelijk van het kaliber van de printer

beginnen te prijzen rond de €600.262 Duurdere modellen die nog geschikt zijn voor consumenten kunnen

gaan tot meer dan €4000.263 De duurdere modellen kennen meestal een betere resolutie, een groter

bouwvolume en beschikken vaak over de mogelijkheid om met meerdere materialen en in meerdere

2013, www.hln.be/hln/nl/4124/Multimedia/article/detail/1691170/2013/08/22/Maak-je-eigen-schoenen-met-3D-

printer.dhtml; Zie ook J. PEELS in een interview met bbc: “The press has mixed up the capabilities of an

industrial machine with what a desktop can do.”, J. WAKEFIELD, “Has 3D printing in the home been over-

hyped?”, BBC Technology, 22 april 2013, www.bbc.com/news/technology-22093072; Zie ook R. SMITH, “3D-

printen bestaat al zo’n dertig jaar. De ontwikkelingen gaan op dit moment erg snel en de verwachtingen over

toekomstige toepassingen zijn hooggespannen. Toch gaapt er een diepe en mogelijk onoverbrugbare kloof tussen

hypermoderne commerciële 3D-printers en die voor de consumentenmarkt.”, R. SMITH, “Alles uit de printer”,

National Geographic Nederland-België 2014, afl. 12, (114) 124. 258 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013,

33-39. 259 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things – Visions and Essentials for 3D

Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 18. 260 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013,

47-48; B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 160-169. 261 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013,

51-61; Zie ook het voorbeeld in J. LEBER, “What Yoda Taught Me About 3-D Printing”, MIT Technology

Review, 7 januari 2013, www.technologyreview.com/news/509286/what-yoda-taught-me-about-3-d-printing/. 262 www.trideus.be/nl/xyzprinting-da-vinci-10.html (consultatie 1 mei 2015). 263 Bijvoorbeeld de ‘BotObjects CubePro C Blue’ voor €3999 exclusief BTW, http://botobjects.com/prices (

consultatie 1 mei 2015).

Page 59: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

55

kleuren tegelijk te printen. Deze printers zijn meer consumentvriendelijk door een automatisering van

de hierboven beschreven instellingen zoals de kalibratie van het printbed. Deze printers werken ook

steeds met een slicersoftware die meer geautomatiseerd is. Kortom: gebruiksgemak is beschikbaar, maar

niet gratis.

Hoewel 3D-printers voor consumenten meer consumentvriendelijk zijn, blijven ze beperkt in hun

gebruik. De eerste beperkingen zijn het bouwvolume en de snelheid.264 De andere beperkingen zijn

grotendeels toe te schrijven aan de gebruikte techniek van de meeste consumenten-3D-printers: FDM.

Het bouwvolume van de meeste consumenten-3D-printers varieert tussen 6 dm³ en 16 dm³, waarbij de

prijs van de printer recht evenredig is met het volume.265 10,6 dm³ komt bijvoorbeeld overeen met

bouwafmetingen van 230 mm op 225 mm op 205 mm.266 Dit is niet bijzonder groot. De borden in mijn

kast en de schoenen aan mijn voeten vallen reeds buiten de afmetingen van de meeste consumenten-3D-

printers.

Ook de snelheid van de meeste printers voor consumenten is niet zo hoog.267 Het is moeilijk om hiervan

een objectief beeld te geven. De snelheden verschillen erg van printer tot printer.268 Doorheen de

verscheidene printers zijn er toch een aantal vermeldenswaardige constanten. Wanneer een bepaalde

printsnelheid wordt geadverteerd is dit steeds een relatief begrip. Dit is namelijk afhankelijk van de

ingestelde resolutie. Door dunnere lagen te printen, verhoogt men de resolutie, maar vertraagt men de

printsnelheid.269 Bovendien impliceren ook mislukte prints een significante tijdsinvestering. Zoals supra

vermeld in ‘3.2.2.3’ zijn veel beschikbare 3D-modellen behept met fouten die mogelijk resulteren in

mislukte prints. Tot slot resulteert ook de onbetrouwbaarheid van het 3D-printen op zich meer dan eens

in een mislukte print.270

264 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 489. 265 Bijvoorbeeld: het verschil tussen een ‘Ultimaker 2’ en een ‘Ultimaker 2 extended is enkel 5 dm³ in

bouwvolume. Toch verschillen deze printers meer dan €700 in prijs. 266 Dit zijn de afmetingen van het bouwvolume van de populaire ‘Ultimaker 2’,

https://ultimaker.com/en/products/ultimaker-2-family#quality. 267 M. KURMAN en H. LIPSON, “Why You Shouldn't Worry About 3D-Printed Piracy”, Popular Mechanics, 30

mei 2014, www.popularmechanics.com/technology/gadgets/a10687/why-you-shouldnt-worry-about-3d-printed-

piracy-16841445/. 268 Recente ontwikkelingen insinueren dat de snelheid van 3D-printen kan verbeteren in de toekomst, X, “Rising

from the ooze”, The Economist – Science and Technology, 17 maart 2015, www.economist.com/news/science-

and-technology/21646537-quicker-way-print-objects-rising-ooze. 269 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750; I. PETRICK en T.

SIMPSON, “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create New Rules of Competition”,

Research-Technology Management 2013, http://strategic-technology-

roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf, (1) 2. 270 B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 28; Zie ook het voorbeeld in J.

LEBER, “What Yoda Taught Me About 3-D Printing”, MIT Technology Review, 7 januari 2013,

www.technologyreview.com/news/509286/what-yoda-taught-me-about-3-d-printing/.

Page 60: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

56

De overige beperkingen van consumenten-3D-printers zijn grotendeels te wijten aan de gebruikte

techniek. Bijna alle consumenten-3D-printers werken op basis van FDM.271 In januari 2014 ontstond

even oproer hieromtrent omdat één van de belangrijkste octrooien met betrekking tot SLS vervallen

was. Men verwachtte dat het vervallen van dit octrooi zou leiden tot prijsdalingen, technologische

vooruitgang en opkomst van consumenten-3D-printers die werkten op basis van SLS.272 Vandaag zien

we echter dat FDM-printers de consumentenmarkt blijven domineren.273 Waarschijnlijk is dit het gevolg

van het gecompliceerde en onveilige karakter van SLS.274

Zoals besproken in het tweede hoofdstuk is het gebruik van FDM beperkt tot thermoplastische

materialen.275 De meeste goedkope printers kunnen enkel printen met PLA en ABS.276 PLA en ABS zijn

eigenlijk een soort duurzame plastic. Duurdere printers kunnen soms ook met variaties op plastic

werken. Een bekende variatie is bijvoorbeeld Woodfill. Dit filament combineert PLA met houtvezels

om een houtachtige look teweeg te brengen.277

Hoe we het ook draaien of keren, werken met FDM betekent werken met plastic. Het gebruik van

verschillende soorten plastic kent duidelijke nadelen. Ten eerste, plastic smelt door hitte (vandaar de

naam thermoplastisch). Dit betekent dat het niet mogelijk is om onderdelen te maken die hoge

temperaturen kunnen weerstaan.278 Ten tweede zijn verschillende soorten plastic niet veilig om voedsel

in te plaatsen omdat ze bepaalde chemicaliën afgeven.279

De twee belangrijkste beperkingen van FDM zijn inherent aan de techniek zelf. FDM werkt als een soort

lijmpistool. Het filament wordt verhit en in zijn vloeibare vorm op het printbed gespoten in de gewenste

vorm. Is het eerste laagje afgewerkt, begint de printer aan het tweede enz.280

271 Zie voetnoot 13, p. 3; Een uitzondering hierop is de ‘Form 1+’ dewelke gebruik maakt van SLA,

http://formlabs.com/products/form-1-plus/. 272 E. KRASSENSTEIN, “Laser Sintering 3D Printing May Now Take Off with a Very Important Patent Expiring

Today”, 3DPrint.com, 28 januari 2014, http://3dprint.com/387/laser-sintering-3d-printing-may-now-take-off-

with-a-very-important-patent-expiring-today/; G. TEMPLETON, “Major patent expiration could spark a second 3D

printing revolution”, ExtremeTech, 29 januari 2014, www.extremetech.com/extreme/175562-major-patent-

expiration-could-spark-a-second-3d-printing-revolution. 273 Er is misschien verandering op komst: zie S. ANDERSON, “New Details Emerge on the $3,999 Sintratec SLS

3D Printer”, 3DPrint.com, 22 oktober 2014, http://3dprint.com/20602/sintratec-desktop-sls3dprinter/. 274 S. BREWSTER, “Why you won’t see a laser sintering 3D printer on your desk anytime soon”, Gigaom, 25 april

2014, https://gigaom.com/2014/04/25/why-you-wont-see-a-laser-sintering-3d-printer-on-your-desk-anytime-

soon/. 275 Supra ‘2.1.1’. 276 J. HORNICK, “3D Printing and the Future (or Demise) of Intellectual Property”, 3DP 2014, (34) 37. 277 www.trideus.be/nl/colorfabb-woodfill.html. 278 A. WILLIAMS, Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform, 2013, 2. 279 D. JOHNSON, “3D printing: Don't believe the hype”, CBS Moneywatch, 21 juni 2013,

www.cbsnews.com/news/3d-printing-dont-believe-the-hype/. 280 Zie voetnoot 14, p. 3.

Page 61: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

57

De eerste belangrijke beperking, inherent aan deze techniek, is de nood aan steunmateriaal.281 Door de

techniek van het ‘lijmpistool’ is het niet mogelijk om vrij in de hoogte en de breedte te printen. De

volgende laag moet in principe altijd kunnen steunen op de vorige. Neem als voorbeeld het printen van

de letter C:

Wanneer de printer de hoogte van de rode lijn bereikt stelt zich een probleem. De printer zal namelijk

links de boog van de C printen, maar de printer zal ook uiterst rechts het uiteinde van de C willen printen.

Dit laatste is natuurlijk niet mogelijk aangezien er niets is om het uiteinde te ondersteunen. De printer

zou als het ware in de lucht moeten printen. Dit probleem kan enkel opgelost worden door een

steunstructuur te voorzien. De techniek van de verhitting van filament zorgt er ook voor dat het materiaal

soms een beetje verzakt als het niet kan steunen.

De ontwerper kan ervoor kiezen om deze steunstructuur mee te ontwerpen in het 3D-model. De meest

recente versies van slicercersoftware kunnen vaak deze steunstructuren automatisch genereren en de

opdracht doorgeven aan de printer.282 Deze steunstructuren moeten na het printen manueel verwijderd

worden.283 Printers die beschikken over twee printkoppen kunnen zo ingesteld worden dat één printkop

enkel steunstructuren print uit een oplosbaar materiaal.284 Dit vergemakkelijkt de manuele nabewerking.

De tweede belangrijke beperking, inherent aan FDM, is het gebruik van printkoppen (extruder heads).

Sommige printers beschikken over één printkop, andere over twee. De printkop spuit het filament over

het printbed. Het aantal printkoppen determineert dus het aantal materialen (en meestal ook het aantal

kleuren) waarmee geprint kan worden.285 Omdat de tweede printkop vaak aangewend wordt om de

steunstructuur te printen, is het aantal materialen de facto vaak gelimiteerd tot één. De meeste, misschien

zelfs alle, dagdagelijkse objecten zijn echter opgebouwd uit een combinatie van materialen.286

281 B. TIMROFF, Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 43. 282 Bijvoorbeeld Slic3r, http://manual.slic3r.org/expert-mode/support-material. 283 E. PALERMO, “Fused Deposition Modeling: Most Common 3D Printing Method”, LiveScience, 19 september

2013, www.livescience.com/39810-fused-deposition-modeling.html. 284 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things – Visions and Essentials for 3D

Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 14. 285 Ook hier is er misschien verandering op komst zie L. RADIS, “The Palette Filament Feeding System”,

3DPrinting.com, 24 april 2015, http://3dprinting.com/news/the-palette-filament-feeding-system/ en de

bijhorende kickstarter www.kickstarter.com/projects/mosaic3d/the-palette-3d-printing-evolved. 286 M. KURMAN en H. LIPSON, “Why You Shouldn't Worry About 3D-Printed Piracy”, Popular Mechanics, 30

mei 2014, www.popularmechanics.com/technology/gadgets/a10687/why-you-shouldnt-worry-about-3d-printed-

piracy-16841445/; M. COPELAND, “Why 3-D Printing Won’t Turn Your Home Into a Factory”, Wired, 21 maart

2013, www.wired.com/2013/03/ideas-not-dinner-plates-are-the-future-of-3-d-printing/.

Page 62: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

58

Bovendien bestaan deze dagdagelijkse objecten ook vaak uit bewegende onderdelen. Samen betekent

dit dat, zelfs om de simpelste objecten uit het dagelijkse leven te printen, alle bewegende onderdelen en

componenten uit verschillende materialen apart geprint moeten worden. De gebruiker moet dan achteraf

deze losse onderdelen monteren.287

Consumenten-3D-printers zijn dus traag en kunnen enkel relatief kleine objecten printen. Bovendien

kunnen ze enkel in verschillende soorten plastic printen. Deze plastics zijn vaak niet resistent tegen hoge

temperaturen en zijn onveilig om te gebruiken in combinatie met voedsel. Daarbovenop, hoewel

verschillende soorten plastic voorhanden zijn, kan de printer meestal slechts één soort plastic aanwenden

per geprint object. Dit betekent dat voorwerpen, bestaande uit verschillende materialen, onderdeel per

onderdeel geprint moeten worden. Ook de kwaliteit ligt eerder aan de lage kant. Tot slot moet steeds

een steunstructuur voorzien worden voor overhangende vormen. Deze steunstructuren moeten manueel

verwijderd worden.

Deze samenvatting klinkt een pak realistischer dan het beeld dat vaak opgeworpen wordt in populaire

media. Het is ook mogelijk om gebruik te maken van een professionele 3D-printservice om deze

beperkingen te vermijden. Er bestaan in België online services288 en echte printwinkels289. Maar, net

zoals in het geval van 3D-scanners, zijn deze services duur en doen ze afbreuk aan de gedecentraliseerde

structuur van Napster.290

3.2.3.2 Kosten

Supra heb ik verduidelijkt hoezeer de realiteit verschilt van het potentieel. Een consument die vandaag

aan de slag gaat met een 3D-printer zal worden geconfronteerd met een verzameling kosten. In het kader

van Napster is dit de downloader. In de mediawereld is de tweede omzetting daarentegen nagenoeg

kosteloos. Wie beschikt over een computer, kan probleemloos mediabestanden afspelen.

Vooreerst is er de prijs van de printer. De kostprijs van de printer varieert afhankelijk van de kwaliteit.291

Dit impliceert een significante kost voor de downloader. Consumenten-3D-printers hebben vandaag

voor doorsnee consumenten namelijk weinig te bieden. Zoals besproken supra in ‘3.2.2.5’ zijn er

momenteel geen 3D-modellen beschikbaar van bestaande producten. Dit betekent dat de consument

naast eigen creaties, enkel creaties van andere niet-professionele gebruikers kan printen indien deze hun

werk delen via het internet. Ook kan een consument die zichzelf vandaag een 3D-printer aanschaft, enkel

287 D. JOHNSON, “3D printing: Don't believe the hype”, CBS Moneywatch, 21 juni 2013,

www.cbsnews.com/news/3d-printing-dont-believe-the-hype/. 288 Bijvoorbeeld i.Materialise, de online 3D-printservice van Materialise, http://i.materialise.com/. 289 R. PRUIJN, “Eerste Belgische 3D-printshop voor consumenten opent in Brussel”, ZDNet, 23 september 2013,

www.zdnet.be/nieuws/151851/eerste-belgische-3d-printshop-voor-consumenten-opent-in-brussel/;

http://modelloprint.com/wp0-2/. 290 Voor de bespreking van tussenpersonen zie infra ‘3.2.4’. 291 Zie supra ‘3.2.3.1’.

Page 63: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

59

printen in verschillende soorten plastic. Plastic als materiaal limiteert het aantal printbare voorwerpen.

Objecten die bestaan uit meerdere materialen of uit meerdere onderdelen moeten in stukken geprint

worden en manueel verwerkt worden. Daarbovenop levert het gebruik van FDM een veel lagere

kwaliteit op dan de kwaliteit van een industriële 3D-printer. Door de toevoeging van steunmateriaal, ten

slotte, is bijna altijd manuele nabewerking vereist. De consument die een 3D-printer aankoopt, doet dit

vandaag dus uit hobbyistische overtuigingen. Voor doorsnee consumenten die niet overweldigd worden

door 3D-print-enthousiasme lijkt mij deze kost bijzonder afschrikwekkend. 3D-printers zijn vandaag

simpelweg niet nuttig voor gewone consumenten.292

In de mediawereld was het verhaal totaal verschillend. Consumenten beschikten reeds over een

computer waarop mediabestanden afgespeeld konden worden (de tweede omzetting). Het was de komst

van het internet die voor de omwenteling zorgde door de plotse massale gedecentraliseerde verspreiding.

Om Napster mogelijk te maken, was er bijgevolg geen aanvullende investering vereist in de grootorde

van de kostprijs van een 3D-printer. Toegegeven, vijftien jaar geleden was ook een computer geen

banale investering. Maar in tegenstelling tot de 3D-printer, had de computer voor de consument een veel

duidelijker nut. De computer kon namelijk gebruikt worden voor tekstverwerking, internetgebruik en

het afspelen van legale mediabestanden. De consumenten-3D-printer kent vandaag bijzonder weinig

nuttige toepassingen.

Naast de prijs van de printer is er de prijs van het filament. Deze is relatief duur.293 De materiaalprijs is

natuurlijk afhankelijk van het voorwerp dat geprint wordt.294 Additive manufacturing impliceert dat meer

materiaal vereist is naargelang het volume van het object. Dit betekent simpelweg: hoe meer volume,

hoe duurder.295 Daarbovenop moet rekening gehouden worden met het feit dat vele 3D-modellen, door

de complexiteit van fysieke objecten, behept zijn met fouten en dat consumenten-3D-printers nog steeds

enigszins onbetrouwbaar zijn. Het maken van mislukte prints impliceert op zijn beurt meer volume en

dus een grotere kost.

Vijftien jaar geleden kende Napster in de mediawereld een gelijkaardige kost. Wie destijds betaalde

voor internet deed dat waarschijnlijk naargelang het volume, net zoals de materiaalkost bij 3D-printen

vandaag. Wat de kostprijs van het internet echter onderscheidt van de materiaalkost bij 3D-printen is de

aard van het product. Internet drukt zich uit in toegang tot het netwerk. Filament is tastbaar. Daar waar

internet dus eerder een service is, is filament een goed. Wie vandaag betaalt voor internet betaalt

eigenlijk een vaste vergoeding voor een bepaald pakket. Dit pakket kan zelfs ongelimiteerd zijn. Dit

292 L. GILPIN, “3D printing: 10 factors still holding it back”, TechRepublic, 19 februari 2014,

www.techrepublic.com/article/3d-printing-10-factors-still-holding-it-back/#. 293Bijvoorbeeld: één kilogram goedkoop PLA kost ongeveer €27, www.trideus.be/nl/formfutura-pla-premium-

dutch-orange.html (consultatie 1 mei 2015). 294 D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning lessons

from the past?”, EIPR 2013, (155) 158. 295 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750.

Page 64: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

60

betekent dat, wat betreft de mediawereld, gaandeweg de internetkost verwaarloosbaar werd. Aangezien

filament een goed is, en geen service, is het onwaarschijnlijk dat dezelfde evolutie zich zal voordoen

wat betreft de materiaalkost. Dit betekent dat thuis 3D-printen nooit gratis zal zijn. Zelfs al worden

beschikbare 3D-modellen beter en printers betrouwbaarder, 3D-printen zal altijd de kostprijs van het

filament vereisen. Dit is een niet te onderschatten conclusie. 3D-Napster zal altijd een kost voor de

downloader impliceren. En consumenten die betalen verwachten een bepaalde kwaliteit. De platenlabels

op de muziekmarkt daarentegen moeten concurreren met een gratis alternatief.296

Naast de kostprijs van de printer en het filament zijn er nog andere kosten. Deze andere kosten spruiten

grotendeels voort uit het hobbyistische karakter van consumenten-3D-printers. De onbetrouwbaarheid

van consumenten-3D-printers vertaalt zich in een hoge kans op mislukking van prints. Dit zijn

zogenoemde error costs. Het gebruik van steunmateriaal en het apart printen van onderdelen wanneer

het voorwerp bestaat uit verschillende materialen betekenen daarnaast dat manuele nabewerking door

de consument vaak vereist is. Tot slot zijn veel consumenten-3D-printers ook gewoon heel traag. Al

deze vaststellingen impliceren een tijdsinvestering voor de downloader.

3.2.3.3 Praktijkvoorbeelden

Dezelfde voorbeelden als gegeven supra in ‘3.2.2.4’, tonen aan dat piraterij met betrekking tot fysieke

voorwerpen geen aantrekkelijk platform is.

1. De weinige 3D-modellen die terug te vinden zijn op The Pirate Bay zijn niet populair. De meerderheid

van de elf modellen, beschikbaar gemaakt in 2014, worden niet gedownload.297

2. De gratis modellen op Thingiverse298 zijn wel populair. Supra vermeldde ik reeds dat Thingiverse het

intellectueel eigendomsrecht serieus lijkt te nemen. Toch staan er op Thingiverse een heleboel populaire

modellen die mogelijk een inbreuk maken op het intellectueel eigendomsrecht. Twee begeerde

voorwerpen zijn bijvoorbeeld ‘Darth Vader’299 en ‘Yoda’300. Beide zijn personages uit Star Wars. Eén

specifiek model, dat het hoofd van Darth Vader afbeeldt, is al meer dan 4500 keer gedownload.301 Een

ander model, dat een buste van Yoda afbeeldt, is al meer dan 17000 keer gedownload.302 Toch wordt

hierop niet gereageerd vanuit het kamp van de rechtenhouders. Sommige waarnemers speculeren dat

296 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

258. 297 The PirateBay, (consultatie 23 maart 2015). 298 www.thingiverse.com. 299 www.thingiverse.com/search?q=darth+vader&sa=. 300 www.thingiverse.com/search?q=yoda&sa=. 301 www.thingiverse.com/thing:1783 (consultatie 2 mei 2015). 302 www.thingiverse.com/thing:10650 (consulatie 2 mei 2015).

Page 65: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

61

het gebrek aan reactie te wijten is aan de zeldzaamheid van mensen met een 3D-printer. Gezien de

marginale impact zou het dus eerder slechte PR zijn om in te grijpen.303

Hoewel de slechte PR vermoedelijk deel uitmaakt van de reden, is het totale plaatje allicht iets

gecompliceerder. Ten eerste is het zo dat de beschikbare modellen niet in directe concurrentie staan met

Disney; de huidige eigenaar van Star Wars. De aanwezige modellen ogen eerder simpel. Het gaat niet

om replicaties van bestaande producten die aangeboden worden door Star Wars/Disney zelf. In die zin

vormen de beschikbare modellen misschien wel inbreuken op het intellectueel eigendomsrecht, maar

zijn ze geen vorm van directe concurrentie. Wanneer Star Wars/Disney zich dus afvraagt wat de invloed

is van deze modellen op hun totale inkomsten, is het antwoord waarschijnlijk positief. Al deze populaire

modellen zijn namelijk een vorm van gratis reclame (promotioneel effect).304 En aangezien de bestanden

geen replica’s uitmaken van bestaande Star Wars-producten, is er geen direct inkomstenverlies. Ten

tweede wil Star Wars/Disney misschien een belangrijke ‘fout’ uit de piraterij in de mediawereld

vermijden. Een overdreven reactie op deze eerder onschuldige community zou immers een omgekeerd

effect kunnen hebben. Onderzoek met betrekking tot de mediawereld toont aan dat wanneer juridische

afdwinging als buitensporig wordt ervaren, dit tot gevolg kan hebben dat het aantal inbreuken net zal

stijgen in plaats van dalen.305 De kans bestaat dat indien de Thingiverse-gemeenschap afgeschrikt wordt,

de gemeenschap zich verplaatst naar een illegaal platform zoals The PirateBay. In zekere zin is het dus

ook interessant voor Star Wars/Disney om de inbreukmakende modellen op Thingiverse te houden

omdat ze daar een onopvallende controle kunnen uitoefenen via het notice-and-takedownsysteem.

Zolang de modellen zich op Thingiverse bevinden, en zolang Thingiverse zich houdt aan het notice-

and-takedownsysteem, behoudt Star Wars/Disney de controle over wat beschikbaar is en wat niet.

Voor een verdere bespreking van de reactie van Star Wars/Disney verwijs ik naar infra ‘3.4.1.4’.

3.2.4 Tussenpersonen

Bij de bespreking van de technische beperkingen gerelateerd aan de twee omzettingen kwamen 3D-

services meermaals ter sprake.306 Deze economische tussenpersonen lijken op het eerste gezicht een

oplossing te bieden voor de verschillende beperkingen die optreden wanneer consumenten de

303 P. HANNA, “The next Napster? Copyright questions as 3D printing comes of age”, Ars Technica, 6 april 2011,

http://arstechnica.com/tech-policy/2011/04/05/the-next-napster-copyright-questions-as-3d-printing-comes-of-

age/, (1) 2. 304 Zie bijvoorbeeld Jeff Bewkes, ceo van Time Warner (eigenaar van HBO), over de piraterij van hitserie Game

of Thrones in 2013: “Our experience is, it all leads to more penetration, more paying subs, more health for HBO,

less reliance on having to do paid advertising — we don't do a whole lot of paid advertising on HBO, we let the

programming and the views talk for us — it seems to be working.”, W. HICKEY, “HBO: We Know You're

Pirating 'Game Of Thrones' And That’s Fine”, Business Insider, 8 augustus 2013,

www.businessinsider.com/time-warner-ceo-people-pirating-game-of-thrones-is-better-than-an-emmy-for-hbo-

2013-8?IR=T. 305 B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1256-

1257. 306 Zie voetnoot 207, p. 43, 228, p. 47 en 290, p. 58.

Page 66: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

62

omzettingen moeten volbrengen die een noodzakelijk deel uitmaken van 3D-Napster. 3D-scanservices

en 3D-printservices beschikken namelijk over hoogwaardige apparatuur die het mogelijk maakt om het

product om te zetten in digitale kopie en omgekeerd.307 Hieronder zal ik echter illustreren waarom het

gebruik van economische tussenpersonen in 3D-Napster niet plausibel is.

Ten eerste moet herinnerd worden aan de twijfelachtige juridische positie van 3D-services.308 Een korte

analyse van het huidig intellectueel eigendomsrecht toont aan dat er erg veel onzekerheden zijn met

betrekking tot de positie van 3D-services. In het auteursrecht is het onduidelijk of de 3D-service dan

wel zijn klant aanzien moet worden als de kopieerder. Hetzelfde probleem geldt met betrekking tot de

directe inbreuken in het octrooirecht.309 In het octrooirecht is het bovendien onzeker of de 3D-service

kan worden aangesproken op basis van een indirecte inbreuk.310 In het merkenrecht zorgt art. 1384, lid

1 BW voor de nodige onzekerheid en in het tekeningen- en modellenrecht is geen bestaande rechtspraak

om de positie van de tussenpersoon goed in te kunnen schatten. Daarnaast hangen strafrechtelijke

gevolgen boven het hoofd van de 3D-service in alle takken van het intellectueel eigendomsrecht door

mogelijke toepassing van art. 66 en art. 67 Sw. Tot slot staat het als een paal boven water dat de

rechtenhouders zich, binnen alle takken van het intellectueel eigendomsrecht, zullen kunnen wenden tot

de 3D-service met een stakingsbevel. Deze stakingsbevelen kunnen het de 3D-services knap lastig

maken. De rechter kan immers corrigerende maatregelen opleggen om een einde proberen te stellen aan

de inbreuk.

Daarnaast zijn economische tussenpersonen een voorkeursdoelwit voor rechtenhouders. Binnen Napster

zijn het in principe de consumenten zelf die producten kopiëren en verspreiden, en op die manier

mogelijk de intellectuele rechten schenden.311 Deze gedecentraliseerde inbreuken zijn problematisch

voor de rechtenhouders omdat het onmogelijk is om alle gebruikers individueel aan te spreken.312 In dit

scenario is het interessanter om een economische tussenpersoon aan te spreken omdat deze meestal

beschikken over een groter kapitaal. Een grotere monetaire vergoeding kan van hen bekomen worden.313

Daarnaast is het aanspreken van tussenpersonen kostenbesparend omdat de afdwinging kan worden

gericht op enkele tussenpersonen in plaats van vele eindgebruikers.314 Indien een tussenpersoon wordt

uitgeschakeld, wordt ook het inbreukmakend gedrag van de eindgebruikers die zich bedienden van de

307 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 499. 308 Zie supra ‘3.1.4’. 309 Art. XI.29, §1, a WER. 310 Art. XI.29, § 2 WER. 311 Zie supra ‘3.1.2’ en ‘3.1.3’. 312 R. SCHOEFS, “De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI 2013,

(136) 137. 313 D. BREAN, “Asserting Patents to Combat Infringement: It’s no Use”, Fordham Intell. Prop. Media & Ent. L.J.

2013, (771) 785-786. 314 B. DEPOORTER, “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings L.J.

2014, (1483) 1496.

Page 67: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

63

tussenpersoon gestopt.315 Zo beklemtoont bijvoorbeeld ook de richtlijn van 22 mei 2001 van het

Europees Parlement en de Raad in overweging 59 dat tussenpersonen in veel gevallen de meeste

aangewezen personen zijn om een einde te maken aan de inbreukmakende handelingen.316

Het runnen van een 3D-service vereist significante investeringen in apparatuur en eventueel in het

aanleggen van een bijkomend distributienetwerk. Dit onderscheid een 3D-service van een zuiver digitale

tussenpersoon die niet te maken heeft met gelijkaardige vaste kosten. De bedenkelijke juridische

toestand en de positie als voorkeursdoelwit maken het samen onwaarschijnlijk dat iemand bereid is om

kapitaal te investeren om vervolgens de intellectuele rechten van anderen te negeren en het kapitaal te

riskeren.317

Eerder gaf ik het voorbeeld van i.Materialise.318 i.Materialise is de online 3D-printservice van het

Belgische bedrijf Materialise: via de website kunnen modellen geüpload worden die door Materialise

geprint en opgestuurd worden. i.Materialise is een voorbeeld van een belangrijke tussenpersoon die het

intellectueel eigendomsrecht erg serieus neemt. De algemene voorwaarden stellen dat wie een order

plaatst, garandeert dat dit geen inbreuk maakt op intellectuele rechten van derden. In het geval van een

risico op een inbreuk kan Materialise de opdracht weigeren en is de plaatser van het order aansprakelijk

voor eventuele schade. Materialise bevestigt daarnaast dat rechtenhouders aangemoedigd worden om de

service te contacteren wanneer ze denken dat hun rechten miskend worden.319

Naast de conclusie dat het voor tussenpersonen zelf interessant is om de intellectuele rechten te

respecteren, is ook het gebruik van tussenpersonen voor gebruikers van 3D-Napster onaantrekkelijk.

Ten eerste is het zo dat wanneer de gebruikers van Napster van thuis uit kunnen handelen, er een groot

gevoel van veiligheid en anonimiteit heerst. Deze gevoelens nemen af wanneer een fysieke service moet

gebruikt worden, of wanneer online betaald moet worden.320

Ten tweede, zelfs wanneer printservices gebruikt worden, is er nog steeds het probleem van de

onbeschikbaarheid van betrouwbare digitale 3D-modellen.321 Het gebruik van 3D-scanservices zou dit

315 D. BREAN, “Asserting Patents to Combat Infringement: It’s no Use”, Fordham Intell. Prop. Media & Ent. L.J.

2013, (771) 786. Dit gaat enkel op voor zover de eindgebruikers zich niet wenden tot een alternatief. 316 Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad, 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van

bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, Pb.L. 22 juni 2001,

afl. 167, 15. 317 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 503-504. 318 Zie voetnoot 56, p. 8. 319 http://i.materialise.com/legal/terms#intellectual. 320 B. DEPOORTER, “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings L.J.

2014, (1483) 1496. 321 Zie supra ‘3.2.2.3’; C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard

Realities of Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 501-502.

Page 68: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

64

probleem wel oplossen. Scanservices zijn echter moeilijker te vinden en kunnen niet benaderd worden

via het internet.

Ten derde zijn 3D-services onaantrekkelijk voor de gebruikers van 3D-Napster omdat deze een

beduidende tijd –en geldinvestering met zich meebrengen. Sterker nog, het gebruik van een 3D-

printservice is vaak financieel ongeschikt voor het repliceren van materiële voorwerpen. Additive

manufacturing impliceert namelijk dat de traditionele schaalvoordelen veel minder spelen.322 Dit maakt

het produceren van unieke oplagen economisch haalbaar.323 Ondanks deze haalbaarheid zal de

consument die gebruik maakt van de printservice wel een flinke vergoeding moet betalen voor de

professionele tussenkomst. De producent die het originele product maakt met behulp van klassieke

productietechnieken daarentegen, geniet wel van de traditionele schaalvoordelen.324 De producent kan

daardoor in vele gevallen het officiële product in een uitgebreide oplage goedkoper op de markt brengen.

Het resultaat bestaat erin dat het voor veel voorwerpen vandaag nu eenmaal goedkoper is om ze te kopen

in de winkel, dan om ze laten printen via een printservice.

Een versimpeld voorbeeld: het printen van een vaas.

De producent maakt gebruik van een klassieke productietechniek. Hij heeft een vaste kost van 100 en

een variabele kost van 4 per gemaakte vaas. Het maken van één enkele vaas kost 104. De consument

kan de vaas laten printen bij een 3D-printservice. Deze vraagt een vergoeding van 15 per vaas. Op het

eerste gezicht lijkt de vaas afkomstig van de 3D-printservice goedkoper: deze kost 15 en de vaas van de

producent kost 104. Echter, zodra de producent 10 vazen maakt, daalt de prijs tot 14 per vaas ((100 +

40):10). Door de verruimde oplage wordt de vaas afkomstig van de producent goedkoper. Dezelfde

schaalvoordelen doen zich niet voor met betrekking tot de vaas die geprint wordt door de 3D-

printservice.325

Ten vierde bieden 3D-printservices geen volwaardige garantie op kwaliteit. Indien de downloader een

digitale kopie overneemt van het internet en deze laat uitprinten door een printservice, is er geen

zekerheid op succes. De printservice mag dan wel beschikken over hoogwaardige apparatuur, indien de

digitale kopie gebrekkig is, zal ook het eindresultaat gebrekkig zijn.

322 X, “A third industrial revolution”, The Economist, 21 april 2012, www.economist.com/node/21552901; I.

PETRICK en T. SIMPSON, “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create New Rules of

Competition”, Research-Technology Management 2013, http://strategic-technology-

roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf, (1) 1. 323 D. DESAi en G. MAGLIOCCA, “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo. L.J.

2014, (1691) 1693. 324 T. LASETER en J. HUTCHINSON-KRUPAT, “A Skeptic’s Guide to 3D Printing”, Strategy+Business, 26

november 2013, http://www.strategy-business.com/media/file/00219_A_Skeptics_Guide_to_3D_Printing.pdf,

(1) 3-4. 325 Zie bijvoorbeeld het standpunt van Shapeways (één van ’s wereld grootste online 3D-printservices): “Due to

the nature of 3D Printing, the price per object does not decrease with larger volumes. As a result, we do not offer

volume discounts”, www.shapeways.com/support/faq (consultatie 25 april 2015).

Page 69: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

65

3.2.5 Conclusie technische kosten

3.2.5.1 3D-Napster: teveel kosten

Ik begon dit onderdeel met een beschrijving van Napster. Tweemaal vindt er een omzetting plaats: van

product naar digitale kopie en omgekeerd. (Figuur 1)

In de mediawereld bestaat er een technologische vanzelfsprekendheid die deze operatie nagenoeg

kosteloos maakt. Dit betekent dat een legaal product er moet concurreren met een gratis gelijkwaardig

alternatief. Het kosteloos maken van perfectie kopieën in combinatie met een gedecentraliseerde

verspreiding verstoort het technisch monopolie in handen van de bestaande producenten.

In de uiteenzetting hierboven heb ik proberen aantonen dat de digitalisering van objecten nog niet op

punt staat. Er is nog geen technologische vanzelfsprekendheid met betrekking tot materiële voorwerpen.

Deze beperkingen creëren kosten voor de betrokken gebruikers van 3D-Napster.

De beperkingen met betrekking tot de eerste omzetting creëren kosten langs de zijde van de uploader.

Deze kosten maken dat het niet interessant is om gratis illegale 3D-modellen beschikbaar te maken via

het internet. Het vragen van een pecuniaire vergoeding is onhoudbaar wegens centralisatie. Waar

eventueel toch een financiële vergoeding gevraagd zou worden, impliceert dit een directe kost voor de

downloader. Op sites als Thingiverse, waar gratis modellen beschikbaar gemaakt worden, waakt de

moderator over de toepassing van het intellectueel eigendomsrecht.

De complexiteit van de eerste omzetting maakt ook dat vele CAD-modellen onbetrouwbaar zijn. Dit

brengt kosten mee voor de downloader. Hij zal een tijdsinvestering moeten doen om een bruikbare kopie

te vinden. Indirect betekent de aanwezigheid van onbetrouwbare digitale kopieën ook dat de downloader

kosten ervaart met betrekking tot de tweede omzetting. Slechte kopieën brengen namelijk mislukte

prints met zich mee. Deze betekenen op hun beurt dat er meer tijd en materiaal vereist is.

De beperkingen met betrekking tot de tweede omzetting scheppen kosten langs de zijde van de

downloader. De downloader zal eerst moeten investeren in een 3D-printer. Vervolgens betekent ook het

Page 70: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

66

gebruik van filament een kost. De consumenten-3D-printers zal slechts voorwerpen in één materiaal

kunnen printen. Manuele nabewerking zal dus vereist zijn indien de downloader een product wil dat

bestaat uit meerdere materialen. Ook het gebruik van steunmaterialen impliceert een noodzakelijke

nabewerking.

Het gebruik van professionele tussenpersonen om komaf te maken met deze beperkingen is niet

plausibel. Economische tussenpersonen doen afbreuk aan de gecentraliseerde structuur die

fundamenteel is voor Napster. Gebruik van deze 3D-services is vak duur in vergelijking met het legale

alternatief. Daarnaast vermindert het gebruik van tussenpersonen ook het gevoel van veiligheid en

anonimiteit bij het schenden van het intellectueel eigendomsrecht. En zelfs al wordt gebruik gemaakt

van een printservice, dan nog is de beschikbaarheid van betrouwbare 3D-modellen problematisch. Tot

slot zullen tussenpersonen zelf niet geneigd zijn het intellectueel eigendomsrecht te schenden.

De conclusie is dat 3D-Napster in de regel meer kosten met zich meebrengt dan het legale alternatief.

3D-Napster kán als het ware niet ontstaan.

Dit kostenmechanisme zou ook kunnen dienen om bijvoorbeeld de stijging van gedecentraliseerde

inbreuken in de boekenwereld te verklaren. Deze stijging kan namelijk toegeschreven worden aan het

gebruik van e-readers en e-books.326 De kosten van Napster voor boeken lagen eerst erg hoog. De

uploader moest pagina per pagina inscannen en uploaden (eerste omzetting). Deze kost maakte het

oninteressant om gratis boeken online beschikbaar te maken. De downloader ervoer ook een significante

kost. Hij moest namelijk de digitale kopie van het boek printen om het te kunnen lezen (tweede

omzetting). Dit impliceerde de prijs van inkt, papier en tijd. Bovendien leverde het geen afgewerkt boek

af. Daarnaast stond dat uitgeverijen goedkoper konden printen door schaalvoordelen. Bij wijze van

slotsom was het kopen van een boek, het legale alternatief, vaak aantrekkelijker.

De komst van e-readers verminderde deze kosten. Uitgeverijen maakten zelf e-books beschikbaar tegen

betaling. Uploaders konden deze bestanden hacken en moesten niet langer boeken manueel inscannen.

Voor de downloaders betekende de komst van e-readers ook dat de kosten van de tweede omzetting

daalde. De digitale kopieën konden nu namelijk direct afgelezen worden op de e-reader. Het resultaat is

een stijging van gedecentraliseerde inbreuken omdat het legale alternatief duurder werd dan de illegale

versie.

3.2.5.2 Schema

Het is mogelijk om deze kosten te schematiseren en op die manier de relatie met het legale alternatief te

verhelderen. In wezen zijn er vier soorten kosten. De kosten verbonden aan het aanbod van 3D-

modellen: A. De kosten verbonden aan het 3D-printen: B. Kosten verbonden aan de onbetrouwbaarheid:

326 M. RICH, “With E-readers Comes Wider Piracy of Books - Print Books Are Target of Pirates on the Web”,

The New York Times, 11 mei 2009, www.nytimes.com/2009/05/12/technology/internet/12digital.html.

Page 71: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

67

C. En kosten verbonden aan de juridische overtreding van het intellectueel eigendomsrecht: D. Deze

verschillende categorieën verschillen naargelang de downloader gebruik maakt van een eigen printer,

dan wel een beroep doet op een printservice en/of een scanservice. Deze schematisering geeft een

overzicht van de invloed van technologische beperkingen op de kosten verbonden aan 3D-Napster. Met

de specifieke factoren uit infra ‘3.3’ wordt hier dus in principe geen rekening gehouden.

1. De gebruiker beschikt zelf over een 3D-printer

1.A: kosten verbonden aan het aanbod van 3D-modellen

Indien de gebruiker de digitale kopie zelf maakt, betekent dit een investering van tijd en software in het

geval van reverse engineering. Het gebruik van een 3D-scanner impliceert daarnaast ook de marginale

kost van de 3D-scanner (prijs van de scanner gedeeld door het aantal gescande voorwerpen).

Indien de downloader een gratis digitale kopie zoekt op het internet zijn er de kosten verbonden aan de

beperktheid van de keuze. Bovendien is een tijdsinvestering vereist voor het zoeken naar een

betrouwbaar model.

Betalen voor een digitale kopie op het internet is geen aannemelijk scenario. Gebeurt dit toch, dan is A

gelijk aan de kost van de kopie plus de tijdsinvestering vereist voor het zoeken naar een betrouwbaar

model en de kosten verbonden aan de beperktheid van de keuze

1. B: kosten verbonden aan het 3D-printen

Allereerst is er de marginale kost van de printer (kostprijs printer gedeeld door het aantal prints).

Daarnaast is er de prijs van het gebruikte filament. Zelf printen impliceert ook een tijdinvestering die

groter wordt indien manuele nabewerking vereist is. Het gebruik van een consumenten-3D-printer

impliceert bovendien de kosten verbonden aan de beperkte materiaalkeuze, de beperkte kleurkeuze, het

beperkt bouwvolume, de lage kwalitatieve afwerking en het feit dat de meeste objecten slechts geprint

kunnen worden uit één materiaal.

1. C: kosten verbonden aan de onbetrouwbaarheid

3D-modellen van bestaande voorwerpen zijn vaak behept met fouten. Consumenten-3D-printers zijn

enigszins onvoorspelbaar. Samen maakt dit de hele operatie onbetrouwbaar. De kost die hieraan

verbonden is, is de kost van onzekerheid. Er is geen kwaliteitsgarantie. Sterker nog, er is zelfs geen

veiligheidsgarantie.

1.D: kosten verbonden aan de juridische overtreding

3D-Napster impliceert dat de gebruiker mogelijk het intellectueel eigendomsrecht overtreedt. Een

eventuele kost hier is van morele aard. Gebruikers kunnen het als negatief ervaren om te wet te

overtreden omdat ze angst ervaren en/of omdat ze dit immoreel achten. Een tweede kost bij juridische

Page 72: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

68

overtredingen is de schadevergoeding naar aanleiding van aansprakelijkheid vermenigvuldigd met de

pakkans.

2. De gebruiker doet een beroep op een 3D-printservice en/of 3D-scanservice

Supra, in ‘3.2.4’, heb ik beargumenteerd dat dit geen plausibele optie is voor 3D-Napster. In het kader

van de volledigheid vermeld ik hier toch de mogelijkheid en de gerelateerde kosten.

2.A: kosten verbonden aan het aanbod van 3D-modellen

Indien de gebruiker een beroep zou doen op een 3D-scanservice wordt A gelijk aan de vergoeding van

deze service. Indien geen scanservice gebruikt wordt, is 1A gelijk aan 2A.

2.B: kosten verbonden aan het 3D-printen

Indien de gebruiker een beroep doet op een 3D-printservice wordt A gelijk aan de vergoeding van deze

service. De kosten, uit 1B, verbonden aan het gebruik van de consumenten-3D-printer nemen af. Via

een printservice zijn meer materialen beschikbaar, meer kleuren, een groter bouwvolume, een hogere

kwalitatieve afwerking en prints uit meerdere materialen.

2. C: kosten verbonden aan de onbetrouwbaarheid

Indien gebruik gemaakt wordt van een scanservice verdwijnen de kosten gelinkt aan de

onbetrouwbaarheid van de digitale kopie. Indien enkel gebruik gemaakt wordt van een printservice,

verdwijnen de kosten gelinkt aan de onbetrouwbaarheid van de 3D-printer, maar niet aan de

onbetrouwbaarheid van de digitale kopie.

2. D: kosten verbonden aan de juridische overtreding

De kosten zijn hier mogelijk groter dan in 1D. Door het gebruik van een tussenpersoon vermindert

namelijk het gevoel van anonimiteit en veiligheid. Mogelijk verhoogt ook de pakkans.

Wanneer we enkel kijken naar deze kosten kunnen we concluderen dat zolang A+B+C+D groter is dan

de kostprijs van het legale alternatief, dit laatste aantrekkelijker is.

Voorbeeld

Om duidelijk te maken hoe dit kostenmechanisme voor de 3D-technologie in de praktijk werkt, zal ik

hier een gedetailleerd voorbeeld geven waarbij ik zelf proefpersoon zal spelen. Ik besef dat dit, bij wijze

van empirisch onderzoek, slechts een beperkte wetenschappelijke waarde heeft. Dit voorbeeld dient dan

ook niet als wetenschappelijk bewijs, maar enkel om de lezer een praktischer beeld te geven van de

kosten verbonden aan 3D-Napster.

Page 73: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

69

Nog voor ik van start wil gaan, treedt reeds de eerste beperking op: wat kan ik printen? Ik beschik niet

over de vereiste technische vaardigheden om zelf iets te maken. Ik wil bovendien zo weinig mogelijk

kosten maken. Als oplossing richt ik mij op Thingiverse waar gratis 3D-modellen downloadbaar zijn.

[Hierdoor druk ik A.] Ik weet dat in het geval van 3D-printen, de prijs recht evenredig is met het volume

van het materiaal. De keuze is enigszins beperkt. [Deze kost valt onder A.] Ik kies voor een kleine

Yodabuste. [Hierdoor druk ik B.] Ik maak deze keuze om twee redenen. Vooreerst weet ik dat de

Yodabuste een erg bekend object is uit de 3D-printwereld.327 Ik wil zeker zijn dat het model, dat ik

download, ook printbaar is. [Hierdoor druk ik C.] Aangezien de modellen op Thingiverse gratis zijn, is

er namelijk geen garantie op een geslaagde print. Ten tweede weet ik dat de modellen van Yoda op

Thingiverse niet afkomstig zijn van Star Wars/Disney. De Yodabuste maakt hoogstwaarschijnlijk dus

een inbreuk uit op het intellectueel eigendomsrecht. (Figuur 4 toont het gekozen 3D-model.328)

Het downloaden van dit model is gratis. De volgende stap is printen. Ik beschik zelf niet over een 3D-

printer. De aankoopprijs van een consumenten-3D-printer is te hoog. Ik moet bijgevolg een beroep doen

op een printservice en neem i.Materialise bij wijze van voorbeeld. Zoals eerder vermeld, zou Materialise

dit order kunnen weigeren.329 Op de website van i.Materialise330 is het mogelijk om een 3D-model te

uploaden en een prijsofferte te krijgen. De buste in kwestie is 7,0 cm op 6,1 cm op 6,4 cm. Deze buste,

in één kleur, uit één materiaal (polyamide) laten printen kost ongeveer €40 zonder verzendingskosten.

[Deze kost valt onder B.] Het legale alternatief is echter véél goedkoper. Zo kan ik bijvoorbeeld op

internet een yodapoppetje kopen voor minder dan €20.331 Dit poppetje bestaat uit verschillende kleuren

327 Zie bijvoorbeeld J. LEBER, “What Yoda Taught Me About 3-D Printing”, MIT Technology Review, 7 januari

2013, www.technologyreview.com/news/509286/what-yoda-taught-me-about-3-d-printing/. 328 Model gemaakt door bmoshe, www.thingiverse.com/thing:10650. 329 Zie supra voetnoot 319, p. 63. 330 http://i.materialise.com/ (consultatie 24 maart 2015). 331 www.bol.com/nl/p/funko-yoda-wacky-wobbler/9200000027572423/ (consultatie 24 maart 2015).

Page 74: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

70

en is 10 cm op 10 cm op 21 cm groot. Het poppetje heeft bovendien een bewegend hoofd. Daarnaast

betekent het legale alternatief een garantie op kwaliteit. Deze garantie bestaat niet in het illegale circuit.

Toegepast op het schema geeft dit volgende invulling.

A= kost van de zoektocht naar een geschikt model.

B= kost van de printservice (€40 zonder verzending) + kost van de beperkte materiaalkeuze en de kost

van het feit dat het geprinte voorwerp volledig uit één materiaal bestaat en dus immobiel is.

C= kost van de onzekerheid als gevolg van het feit dat het 3D-model kan falen.

D= kost die ik persoonlijk voel bij het schenden van het intellectueel eigendomsrecht + de kost van

mijn aansprakelijkheid vermenigvuldigd met de pakkans.

Daar tegenover staat een legaal alternatief van minder dan €20. Het is dubbel zo groot, het is ingekleurd,

het hoofd kan bewegen en er is een garantie op kwaliteit.

3.3 Waarom 3D-Napster ook na technologische vooruitgang niet

waarschijnlijk is

3.3.1 Inleiding

Na een juridische (‘3.1’) en technische analyse (‘3.2’) in het eerste luik, is geconcludeerd dat 3D-Napster

niet kán ontstaan omdat de kosten voor de gebruikers te hoog zijn. Op het eerste gezicht lijkt het alsof

er een heel simpel tegenargument bestaat: technologische vooruitgang. Als namelijk de 3D-technologie

voor consumenten zodanig evolueert dat een vanzelfsprekende digitalisering van objecten wordt bereikt,

dan bestaan vele van de hiervóór beschreven kosten niet meer. In dit deelhoofdstuk zal ik echter

beargumenteren waarom het ontstaan van 3D-Napster ook na technologische vooruitgang erg

onwaarschijnlijk is.

Eerst wordt kort stilgestaan bij de technologische vooruitgang die verwacht kan worden in de toekomst

(‘3.3.2’). Naar mijn mening, zal het 3D-printen voor consumenten zich in de nabije toekomst niet richten

op het maken van afgewerkte producten in de woonkamer maar zal de nadruk liggen op het gebruik van

3D-service.332 In deze toekomstvisie vervult het thuisgebruik van consumenten-3D-printers slechts een

marginale rol.333

332 Zie ook J. LEBER, “What Yoda Taught Me About 3-D Printing”, MIT Technology Review, 7 januari 2013,

www.technologyreview.com/news/509286/what-yoda-taught-me-about-3-d-printing/. 333 T. LASETER en J. HUTCHINSON-KRUPAT, “A Skeptic’s Guide to 3D Printing”, Strategy+Business, 26

november 2013, http://www.strategy-business.com/media/file/00219_A_Skeptics_Guide_to_3D_Printing.pdf,

(1) 3.

Page 75: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

71

Na kort te hebben stilgestaan bij de technologische vooruitgang, zal ik beargumenteren dat de

digitalisering alleen geen voldoende voorwaarde is voor het ontstaan van 3D-Napster. Met andere

woorden, 3D-Napster vloeit niet automatisch voort uit de digitalisering. De bezorgdheid omtrent het

ontstaan van 3D-Napster is namelijk gebaseerd op een analogie met Napster in de mediawereld. De

redenering gaat er vanuit dat, net zoals mediabestanden, fysieke voorwerpen ten prooi vallen aan

Napster door de digitalisering.334 Men mag echter niet uit het oog verliezen dat het maken van een

zinvolle analogie met de mediawereld vereist dat de determinerende omstandigheden evenwaardig zijn.

Dit is niet het geval. Er zijn namelijk een aantal specifieke factoren eigen aan de mediawereld die

Napster voor muziek en film hebben aangewakkerd en opgedreven. Dit maakt het ontstaan van Napster

in de wereld van de fysieke voorwerpen (3D-Napster) erg onwaarschijnlijk.

In de realiteit zijn al deze factoren, die Napster in de mediawereld vormgaven, met elkaar verweven.

Om redenen van structuur en helderheid zal ik toch proberen de verschillende factoren enigszins af te

lijnen en op te delen. Men mag echter niet vergeten dat deze factoren afzonderlijk misschien bescheiden

klinken, maar samen determinerend zijn.

In wezen verschilt de wereld van de fysieke voorwerpen van de mediawereld op twee vlakken die

relevant zijn voor het ontstaan van Napster.335 Ten eerste verschilt het product. Muziek en film hebben

andere kenmerken dan fysieke voorwerpen (‘3.3.3’). Het tweede verschil is de reactie vanuit het kamp

van de rechtenhouders. Door de specifieke context was Napster in de mediawereld een uniek verhaal

(‘3.3.4’). Achteraf gezien kunnen we met overtuiging beargumenteren dat de reactie van de muziek- en

filmindustrie Napster niet heeft afgeremd en waarschijnlijk zelfs heeft gestimuleerd. De situatie is totaal

verschillend waardoor een gelijkaardige reactie in de wereld van fysieke voorwerpen onwaarschijnlijk

is. Bovendien kan de maakindustrie leren van de ‘fouten’ gemaakt door de muziek- en filmindustrie.

3.3.2 Technologische vooruitgang

Naar mijn mening zal het 3D-printen voor consumenten zich in de nabije toekomst niet richten op het

maken van afgewerkte producten in de woonkamer. Zo lijkt het mij dat de producten, gemaakt met

behulp van een consumenten-3D-printer, niet in directe concurrentie zullen staan met de bestaande

producenten. Voor consumenten zal volgens mij de nadruk liggen op het gebruik van 3D-services.336

Supra in ‘3.2.4’ heb ik beschreven waarom het gebruik van tussenpersonen geen plausibel scenario is

voor 3D-Napster. Deze toekomstvisie, waarin het thuisgebruik van consumenten-3D-printers slechts

334 Zie supra ‘2.2.2’. 335 Ik beoog geen volledig overzicht van de dynamiek die vorm gaf aan Napster in de mediawereld. Ik belicht

enkel de elementen die relevant zijn om aan te tonen hoe de wereld van de fysieke voorwerpen verschilt. 336 Zie ook J. LEBER, “What Yoda Taught Me About 3-D Printing”, MIT Technology Review, 7 januari 2013,

www.technologyreview.com/news/509286/what-yoda-taught-me-about-3-d-printing/.

Page 76: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

72

een beperkte rol zou spelen337, zou daarom een opmerkelijke hinderpaal betekenen voor het ontstaan

van 3D-Napster

There are two types of forecasters: those who don’t know and those who don’t know they don’t know.338

Het is moeilijk om te voorspellen wat de toekomst is van consumenten-3D-printen. Ik poneer mijn eigen

toekomstvisie dan ook met de nodige voorzichtigheid. In principe zijn alle mogelijke toekomstscenario’s

hypotheses die verdedigd kunnen worden met zinvolle argumenten. De meest rechtlijnige hypothese is

om te stellen dat de technologie zal verbeteren en dat prijs van consumenten-3D-printers zal dalen. Als

gevolg hiervan zouden consumenten wijdverspreid toegang krijgen tot de technologie in hun eigen

thuisomgeving.339 In deze hypothese lijkt het alsof thuisgebruik van verbeterde 3D-technologie de

volgende logische stap is. Mijns inziens, is dit toekomstscenario minder aannemelijk en zal het

thuisgebruik van consumenten-3D-printers slechts een beperkte rol spelen in de nabije toekomst.

Ten eerste is het ietwat nonchalant om gratuit te stellen dat de technologie zal verbeteren en dat

consumenten toegang zullen krijgen tot deze technologie in hun eigen thuisomgeving. De rode draad

doorheen deelhoofdstuk ‘3.2’ toont aan dat 3D-technologie uiterst gecompliceerd is. Technologische

vooruitgang van 3D-technologie die toegankelijk is voor consumenten, is daarom zeker niet

vanzelfsprekend.340

Wat vaak over het hoofd wordt gezien is dat de 3D-technologie bestaat uit twee facetten die gelijk lopen

met de twee omzettingen uit figuur 1. Aan de ene kant zijn er 3D-modelleersoftware en 3D-scanners en

aan de andere kant zijn er 3D-printers. Deze twee facetten zijn verbonden met elkaar. 3D-printen is maar

interessant als er dingen te printen vallen. En het maken van 3D-modellen van fysieke voorwerpen is

maar interessant als ze daadwerkelijk geprint kunnen worden. Opdat thuisgebruik van de 3D-

technologie interessant zou zijn, is het daarom nodig dat de gehele 3D-technologie evolueert en niet

enkel de technologie van de printers.

337 T. LASETER en J. HUTCHINSON-KRUPAT, “A Skeptic’s Guide to 3D Printing”, Strategy+Business, 26

november 2013, http://www.strategy-business.com/media/file/00219_A_Skeptics_Guide_to_3D_Printing.pdf,

(1) 3. 338 Bekende woorden uitgesproken door de Amerikaanse econoom John Kenneth Galbraith in een interview met

de Wall Street Journal van 22 januari 1993. 339 Zie bijvoorbeeld F. HORNICK: “The relative unsophistication of consumer-level 3D printers is a short-term

problem, and some company will eventually want to sell consumers a 3D printer that can print things with

virtually any functionality.” F. HORNICK, “3D Printing and the Future (or Demise) of Intellectual Property”, 3DP

2014, 38. 340 C. FINNOCHIARO, “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities of

Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, (473) 506; Zie ook M. COPELAND, “Why 3-D Printing

Won’t Turn Your Home Into a Factory”, Wired, 21 maart 2013, www.wired.com/2013/03/ideas-not-dinner-

plates-are-the-future-of-3-d-printing/; Zie ook R. SMITH, “3D-printen bestaat al zo’n dertig jaar. De

ontwikkelingen gaan op dit moment erg snel en de verwachtingen over toekomstige toepassingen zijn

hooggespannen. Toch gaapt er een diepe en mogelijk onoverbrugbare kloof tussen hypermoderne commerciële

3D-printers en die voor de consumentenmarkt.”, R. SMITH, “Alles uit de printer”, National Geographic

Nederland-België 2014, afl. 12, (114) 124.

Page 77: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

73

Daarnaast is het ook zo dat meer dan alleen de prijs en technologie bepalen of de technologie

wijdverspreid zal geraken onder consumenten. Andere belangrijke factoren zijn bruikbaarheid en

gebruiksgemak. Deze twee factoren gaan hand in hand. De bruikbaarheid van een consumenten-3D-

printer wordt immers bepaald door datgene waarvoor de consument de printer kan gebruiken. En

aangezien de modale consument niet technisch onderlegd is, wordt dat laatste in grote mate bepaald

door het gebruiksgemak. De complexiteit van de 3D-technologie maakt dat bruikbaarheid en

gebruiksgemak reële obstakels zijn.341 Het is niet ondenkbaar dat, door de complexiteit van de 3D-

technologie, het gebruiksgemak op een onoverkoombare drempel zal stuiten wat het nut van

consumenten-3D-printers sterk zou limiteren.

Wat heeft de 3D-industrie hier zelf over te zeggen? Het is moeilijk om een objectief beeld te krijgen van

de toekomstvisie die heerst in de sector zelf. Langs de ene kant zijn er de producenten van consumenten-

3D-printers die de capaciteiten van deze printers mogelijk overroepen om hun product te kunnen

verkopen.342 Langs de andere kant zijn er de printservices die het nut van consumenten-3D-printers dan

weer mogelijk minimaliseren. De ceo van Shapeways (één van ‘s werelds grootste online marktplaatsen

en 3D-printservices) zei dat hij in de toekomst consumenten-3D-printers en industriële 3D-printers een

verschillende functie ziet invullen. Volgens hem zullen consumenten-3D-printers enkel dienen om

kleine, last-minute projecten in te vullen. Voor grotere opdrachten zullen volgens hem industriële 3D-

printers gebruikt worden.343

De mening van Shapeways ceo Peter Weijmarusen lijkt mij realistischer. Zo is er bijvoorbeeld ook Carl

Bass, ceo van Autodesk.344 Autodesk is de grootste producent van 3D-modelleersoftware. Volgens Bass

worden consumenten-3D-printers overgewaardeerd en industriële toepassingen ondergewaardeerd. Hij

zegt dat het erg onwaarschijnlijk is dat alle consumenten zullen beschikken over een eigen 3D-printer.345

Tot slot kan het printen van foto’s dienen als voorbeeld/referentiepunt voor de toekomst van het gebruik

van consumenten-3D-printers. Hoewel de prijs van 2D-printers voor consumenten daalt, bereiken

slechts weinig modellen de kwaliteit die vereist is voor het printen van deugdelijke foto’s. Het goedkoper

worden van de technologie verandert ook niets aan het beperkte printoppervlak. Bovendien moet ook

voortdurend inkt en papier bijgekocht worden, en durft de printer meer dan eens te haperen.

341 L. GILPIN, “3D printing: 10 factors still holding it back”, TechRepublic, 19 februari 2014,

www.techrepublic.com/article/3d-printing-10-factors-still-holding-it-back/#. 342 J. PEELS in een interview met bbc: “The technology hasn't necessarily been overhyped but there is an element

of 3D printer makers over-claiming in order to sell their devices.”, J. WAKEFIELD, “Has 3D printing in the home

been over-hyped?”, BBC Technology, 22 april 2013, www.bbc.com/news/technology-22093072. 343 S. BREWSTER, “The future of consumer 3D printing: What’s real, what’s coming, and what’s hype”, Gigaom,

2 oktober 2013, https://gigaom.com/2013/10/02/the-future-of-consumer-3d-printing-whats-real-whats-coming-

and-whats-hype/. 344 www.autodesk.com/. 345 L. GILPIN, “Autodesk CEO 'debunks the hype' on 3D printing, says industrial 3D printing is the real

revolution”, TechRepublic, 4 april 2014, www.techrepublic.com/article/autodesk-ceo-debunks-the-hype-on-3d-

printing-says-industrial-3d-p-autodesk-the-largest-producer-of-3d-modeling-software-says-improvements-in-

software-machinery-and-material-science-are-driving-an-exci/.

Page 78: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

74

Daartegenover staan professionele printservices die een (goedkoop) zorgeloos en kwalitatief superieur

alternatief aanbieden.346

Waar dit voorbeeld/referentiepunt aantoont dat technologische vooruitgang op het niveau van de

consument beperkt is en professionele printservices een interessant alternatief aanbieden voor het

printen van foto’s, geldt de redenering a fortiori voor het 3D-printen van fysieke voorwerpen.

Driedimensionale objecten zijn namelijk véél complexer dan tweedimensionale foto’s.

Hoewel ik uiterst voorzichtig wil zijn in het maken van voorspellingen, lijken deze factoren er op te

wijzen dat de impact van consumenten-3D-printers in de nabije toekomst beperkt zal zijn.347 Volgens

mij is het thuisgebruik van de technologie voor het maken van afgewerkte producten niet het meest

logische toekomstbeeld. Dit betekent niet dat wijdverspreid thuisgebruik van de 3D-technologie per

definitie nooit zal plaatsvinden. Maar volgens mij zal dit zodanig ver in de toekomst zijn dat het amper

zin heeft om er vandaag over te speculeren. Eén ding is wel zeker, als de 3D-technologie ooit

ingeburgerd geraakt in de huiskamer van de modale consument dan zal deze evolutie op zijn minst

geleidelijk zijn.348

3.3.3 Fysieke voorwerpen

Specifieke factoren eigen aan de mediawereld hebben Napster voor muziek en film vormgegeven. Dit

maakt het ontstaan van 3D-Napster erg onwaarschijnlijk. Het eerste punt waar de wereld van fysieke

voorwerpen zo verschilt van de mediawereld is op het vlak van het product. Muziek en film verschillen

erg van fysieke voorwerpen.

Ten eerste zijn muziek en film cultureel verbonden. Ze zijn eigenlijk een soort sociaal product. Mensen

kijken naar dezelfde films, luisteren naar dezelfde muziek en delen deze ervaring met anderen die kijken

en luisteren naar dezelfde dingen. Dit heeft een effect op de aanbodzijde. De aard van het product zelf

zorgt namelijk voor een incentive om muziek en film te delen. Langs de zijde van de vraag betekent het

ook dat mensen bewust op zoek gaan naar dezelfde producten. Zo was bijvoorbeeld de hitserie ‘Game

of Thrones’ van HBO in 2014 voor de derde keer op rij, de meest illegaal gedownloade tv-serie.349 Meer

346 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

307-308. 347 N. ALLEN, “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei 2013,

http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750. 348 S. BRADSHAW, A. BOWYER, en P. HAUFE, “The intellectual property implications of low-cost 3D printing”,

SCRIPTed 2010, (5) 31; J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the

copyrightization of patents, and a method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J.

Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249) 305; Bijvoorbeeld ook Mark Hatch, ceo van Techshop: “It’s been a gradual

improvement over the last 20 years, and will continue to be gradual.” in M. COPELAND, “Why 3-D Printing

Won’t Turn Your Home Into a Factory”, Wired, 21 maart 2013, www.wired.com/2013/03/ideas-not-dinner-

plates-are-the-future-of-3-d-printing/. 349 S. FRIZELL, “Game Of Thrones Was the Most Pirated TV Show of 2014”, Time, 26 december 2014,

http://time.com/3647612/game-of-thrones-downloads/.

Page 79: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

75

recent zorgde ook het lekken van enkele afleveringen van het nieuwe seizoen voor een

‘downloadgekte’.350 Het feit dat mensen bewust op zoek gaan naar dezelfde producten, creëert een

duidelijke vraag, wat op zijn beurt een signaal geeft aan de aanbodzijde. Er ontstaat een soort levende

markt met een duidelijke wisselwerking tussen vraag en aanbod.

Met betrekking tot fysieke voorwerpen is de wisselwerking tussen vraag en aanbod veel minder helder.

Waaruit bestaat de vraag bij materiële objecten? Het domein van de voorwerpen is ruimer en

chaotischer. Er bestaat geen ultratop 100 van fysieke voorwerpen. Aangezien het niet duidelijk is welke

objecten gewenst zijn en aangezien de meeste voorwerpen geen sociale dimensie hebben, heeft een

uploader weinig redenen om willekeurig objecten beschikbaar te maken. Als downloaders op hun beurt

niet vinden wat ze zoeken, zullen ze wegblijven. Dit vermindert opnieuw de incentive voor de uploaders.

Zonder downloaders hebben ze namelijk geen reden om bestanden beschikbaar te maken.

Voor de volledigheid dient vermeld te worden dat voorwerpen met een sociale dimensie mogelijk wel

relevant zijn. Hierbij kan gedacht worden aan afgeleide producten van culturele fenomenen zoals de

yodabuste uit het voorbeeld supra in ‘3.2.5.2’. Fans zijn mogelijk geïnteresseerd in voorwerpen die

gelinkt zijn aan hun favoriete hobby. Het verschil met de mediawereld is echter dat deze producten niet

automatisch in directe concurrentie staan met de producten van de rechtenhouder. De kracht van 3D-

printen zit namelijk in de personalisering. Hoewel deze afgeleide voorwerpen mogelijk een inbreuk

kunnen maken op het intellectueel eigendomsrecht betekenen ze niet noodzakelijk een direct

inkomensverlies voor de rechtenhouder. Zie infra ‘3.4.1.4’ voor een verdere analyse.

Een tweede belangrijk verschil tussen mediabestanden en fysieke voorwerpen is de verschijningsvorm.

Mediabestanden kunnen eenvoudig bewaard worden in hun digitaal format en even simpel weer

verwijderd worden. Afgezien van de harde schijven waarop ze gestockeerd moeten worden, nemen ze

in principe dus geen ruimte in. In zoverre dat mediabestanden gestreamd worden, is er zelfs helemaal

geen opslag vereist. Als gevolg is er geen verschil tussen het kopiëren van vijf films of vijfhonderd

films. Mediabestanden kunnen onbeperkt gekopieerd worden zonder praktische zorgen. Materiële

voorwerpen daarentegen moeten steeds ergens gestockeerd worden. Hun driedimensionaal karakter

maakt ze meer permanent. Het is niet mogelijk om grote hoeveelheden op te slaan en op te bergen.

Aansluitend is het belangrijk om te wijzen op de volgende opmerking. Een gemiddeld persoon koopt

niet veel fysieke objecten per maand. De aankoop is bijna altijd gelinkt aan een praktisch nut. Dit hangt

samen met het eerste verschil. Mediabestanden zijn cultureel verbonden. Dit impliceert hoe meer hoe

350 P. TASSI, “Nearly Half Of 'Game of Thrones' Season 5 Has Leaked Online”, Forbes, 12 april 2015,

www.forbes.com/sites/insertcoin/2015/04/12/nearly-half-of-game-of-thrones-season-five-has-leaked-online/;

ERNESTO, “Leaked Game Of Thrones Episodes Trigger Piracy Craze”, TorrentFreak, 12 april 2015,

https://torrentfreak.com/leaked-game-of-thrones-episodes-trigger-piracy-craze-150412/.

Page 80: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

76

beter. In zoverre dat voorwerpen enkel een bepaald nut hebben, heeft het geen zin om over een grote

kwantiteit te beschikken.

Een derde verschil vloeit eigenlijk voort uit het tweede verschil. Het kopiëren van mediabestanden is

een zuiver digitaal gegeven. Er is daardoor een totale loskoppeling van alles wat fysiek is. Dit zorgt

mogelijk voor een morele drempelverlaging.351 De gebruiker ervaart nooit het gevoel dat hij iets van

tastbare waarde ontneemt. Schrijver en columnist Luuk Koelman beschrijft een interessant fenomeen

dat zich voordoet wanneer hij online boeken verkoopt. Dit doet hij op erg informele wijze. Uit de

praktijk blijkt dat bij de verkoop van zijn e-book, 80 procent van de mensen niet betaalt. Bij de verkoop

van zijn gewone boeken ervaart hij nooit dit probleem, hoewel de verkoop even informeel verloopt.352

De verklaring voor dit verschil is onduidelijk maar het voorbeeld toont zonder meer aan dat mensen

digitale producten anders beleven. In het geval van 3D-Napster bestaat deze loskoppeling met het

fysieke per definitie veel minder. Het eindproduct is immers een object. Het is niet ondenkbaar dat het

illegaal kopiëren van echte voorwerpen een hogere morele drempel veroorzaakt.

Een vierde verschil is de complexiteit van de digitalisering. Dit is de rode draad doorheen het

deelhoofdstuk supra ‘3.2’. Zoals reeds vermeld, bestaat er een technologische vanzelfsprekendheid die

het mogelijk maakt om muziek en film om te zetten in een digitale kopie en omgekeerd.353 De industrie

moest onmiddellijk concurreren met perfecte illegale kopieën. De situatie in de wereld van fysieke

objecten is verschillend. De digitalisering staat nog niet op punt. Zelfs indien we aannemen dat de 3D-

technologie zal verbeteren, dan nog impliceert dit een geleidelijk proces.354 Omdat de digitalisering van

objecten zodanig complex is355, bestaat er steeds een onzekerheid met betrekking tot een illegale kopie

van een voorwerp. Er is geen garantie op succes of kwaliteit. Het legale alternatief kan deze garantie

wel bieden.

Aansluitend moet herinnerd worden aan een vijfde verschil. Door de technologische

vanzelfsprekendheid is het kopiëren en verspreiden van mediabestanden nagenoeg kosteloos wat betreft

de directe uitgave. Er is geen ‘out-of-pocket’ kost.356 Het kopiëren van een object daarentegen, zal steeds

een materiaalkost met zich meebrengen.357 Het vierde en het vijfde verschil betekenen samen dat het

maken van een illegale reproductie een directe kost meebrengt, zonder garantie op kwaliteit.

351 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

272. 352 L. KOELMAN, “Piraterij uitdaging voor de boekenbranche”, Webwereld, 9 februari 2012,

http://webwereld.nl/beveiliging/868-piraterij-uitdaging-voor-de-boekenbranche-column. 353 Zie supra ‘3.2.1’. 354 Voetnoot 348, p. 74. 355 Supra ‘3.2.5’. 356 Supra voetnoot 210, p. 43. 357 D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning lessons

from the past?”, EIPR 2013, (155) 168.

Page 81: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

77

Deze vijf verschillen stellen de belangstelling voor 3D-Napster in vraag. Is 3D-Napster wel relevant?

In het geval van mediabestanden is Napster erg relevant. Er heerst namelijk een soort graaicultuur. Het

betreft culturele producten. Mensen willen het zoveel mogelijk hebben en willen het delen met anderen.

Er zijn geen praktische bezwaren aan het bezitten van grote hoeveelheden. Kopiëren is bovendien

probleemloos, nagenoeg kosteloos en heeft slechts een kleine morele impact. Deze belangstelling voedt

als het ware het concept.

Wat betreft fysieke voorwerpen is de relevantie van Napster veel minder duidelijk. De meeste

voorwerpen worden maar verworven omdat ze nuttig zijn. Bovendien nemen ze ruimte in. De vraag is

dus intrinsiek reeds beperkt. Ook het aanbod is geen gegeven daar de meeste voorwerpen geen sociale

dimensie hebben. Daarnaast is het reproduceren van voorwerpen op basis van een illegale kopie onzeker.

Er is geen garantie op een werkend of kwalitatief product hoewel het maken van de reproductie wel een

materiaalkost met zich meebrengt. Tot slot is er mogelijk een hogere morele drempel omdat een tastbaar

object gereproduceerd wordt. De eigenschappen van fysieke voorwerpen maken dus dat er minder

belangstelling is voor 3D-Napster.

Consumenten verwerven slechts een beperkt aantal fysieke voorwerpen per jaar. Gaan consumenten

voor deze gelimiteerde oplage hun toevlucht nemen tot een illegale kopie die een directe kost met zich

meebrengt hoewel er geen garantie is op kwaliteit? Een positief antwoord lijkt mij erg onwaarschijnlijk.

De vijf verschillen tonen aan dat de vergelijking tussen mediabestanden aan de ene kant en fysieke

voorwerpen aan de andere kant, niet vanzelfsprekend is. Het maken van een instinctieve analogie tussen

de twee is daarom betwistbaar.

Hierboven vermeldde ik reeds dat de factoren die Napster in de mediawereld vormgaven, één verweven

geheel zijn. De argumentatie die in dit deel (‘3.3.3’) naar voren gebracht is met daarom altijd samen

gelezen worden met het volgende deel (infra ‘3.3.4’).

3.3.4 Napster in de mediawereld was een uniek verhaal

De wereld van de fysieke voorwerpen verschilt van de mediawereld op twee vlakken die relevant zijn

voor het ontstaan van Napster. Het eerste verschil is behandeld supra in ‘3.3.3’. Het tweede verschil

omvat de reactie van de rechtenhouders. Napster in de mediawereld ontstond namelijk in een

specifieke context die het hele gebeuren tot een uniek verhaal maakte. De situatie in de wereld van de

fysieke voorwerpen is totaal verschillend.

Page 82: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

78

3.3.4.1 Reactie in de mediawereld

De digitalisering van muziek (en onmiddellijk daaropvolgend ook van film) waarbij gebruikers

producten massaal kopieerden en deelden kwam in 1999 als een onverwachte wending.358 Achteraf

gezien kunnen we met de nodige overtuiging stellen dat de reactie die hierop volgde vanuit het kamp

van de rechtenhouders onfortuinlijk was. Deze gebrekkige reactie bracht geen einde aan Napster maar

lijkt het eerder te hebben gestimuleerd.

Voor de consumenten was deze vorm van digitalisering uiterst interessant. Muziek en film werden in

essentie beschikbaarder en goedkoper. De digitalisering was dus een onvermijdbaar gegeven, een vorm

van technologische vooruitgang. De rechtenhouders hebben dit toekomstbeeld echter niet omarmd.

De status quo bias en het endowment effect359 leveren samen de meest bevredigende verklaring voor de

conservatieve reactie vanuit het kamp van de rechtenhouders.360 De rechtenhouders zijn namelijk niet

de artiesten zelf, maar de platenlabels en de filmstudio’s. Zij zijn eigenlijk een soort supplementaire

tussenpersoon. Ze zijn in principe niet rechtstreeks betrokken bij het creatieve proces, maar hebben

enkel belang bij de maximalisering van winst. Vóór de digitalisering was hun positie verzekerd en

genoten ze een comfortabele winst. De onvoorziene digitalisering en verspreiding was een abrupte

spelbreker. De rechtenhouders stonden plots in directe concurrentie met een superieur alternatief.

Mediabestanden werden nagenoeg kosteloos door de consumenten zelf gekopieerd en verspreid.361 De

rechtenhouders zagen niet onmiddellijk in hoe zij van deze technologie gebruik konden maken en welke

rol zij nog konden invullen in deze digitale toekomst.362 Verandering is onzeker. Om hun eigen positie

daarom te beschermen en de vertrouwde inkomsten veilig te stellen, hebben ze krampachtig

vastgehouden aan het oude verdienmodel en de nieuwe technologie proberen te onderdrukken. De

reactie vanuit het kamp van de rechtenhouders was dus conservatief en repressief.

358 A. SCHMIDT, “Understanding the war” in A. SCHMIDT, W. DOLFSMA en W. KEUVELAAR (eds.), Fighting the

War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (133) 198-199. 359 Voor een inzicht in deze begrippen zie D. KAHNEMAN, J. KNETCH en R. THALER, “Anomalies: The

Endowment Effect, Loss Aversion, and Status Quo Bias”, The Journal of Economic Perspectives 1991, afl.1,

193-206. 360 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

263-264. 361 S. SWANSON, “3D Printing: a Lesson in History: How to Mould the World of Copyright”, Sw. L. Rev. 2014,

(483) 511-512 en zie statement Warner Music Group supra voetnoot 204, p. 42. 362 H. PERRIT, “New Business Models for Music”, Vill. Sports & Ent. L.J. 2011, (63) 73-81, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2175782##; E. NASH, “How Steve Jobs Saved the Music

Industry”, The Wall Street Journal, 21 oktober 2011,

www.wsj.com/articles/SB10001424052970204002304576629463753783594.

Page 83: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

79

Ten eerste duurde het tot 2003 vooraleer de eerste legale alternatieven werden aangeboden via de iTunes

Music Store.363 Napster werd reeds geïntroduceerd in 1999 en was superieur aan de analoge markt door

de lage prijs, het grote aanbod en het gebruiksgemak.364 Gedurende deze vierjarige kloof wendden

mensen zich tot het ‘ondergrondse’ digitale aanbod omdat er simpelweg geen legaal alternatief was.

Bovendien gold een mathematisch principe: hoe meer mensen gebruik maakten van het illegale

alternatief, hoe kleiner de pakkans werd voor iedere inbreuk. Daarbovenop bestond er een sociale

opvatting omtrent de onschadelijkheid van het thuis kopiëren.365 Dit werd dan allemaal extra versterkt

door het stijgend aantal gebruikers. Hoe meer mensen het deden, hoe meer mensen het gevoel kregen

dat er niets aan de hand was.366 Napster kreeg de kans om te groeien en werd een gevestigde waarde.

Meer en meer mensen geraakten vertrouwd met het concept. Kosteloze beschikbaarheid werd de

maatstaf. 367

Ook na de introductie van de iTunes Music Store kan bezwaarlijk gesproken worden van een volwaardig

alternatief. Al de aangeboden muziekbestanden waren beschermd met DRM tot 2009.368 Films zijn

vandaag nog steeds beschermd. Het nut van DRM is fel omstreden. Gesofisticeerde piraten zullen de

beveiliging steeds omzeilen waardoor reguliere consumenten met de beperkingen opgezadeld

worden.369 DRM zorgt er dus voor dat de legale versie minder gebruikswaarde heeft dan het onbegrensde

363 www.apple.com/pr/library/2003/04/28Apple-Launches-the-iTunes-Music-Store.html; E. NASH, “How Steve

Jobs Saved the Music Industry”, The Wall Street Journal, 21 oktober 2011,

www.wsj.com/articles/SB10001424052970204002304576629463753783594. 364 A. SCHMIDT, “Understanding the war” in A. SCHMIDT, W. DOLFSMA en W. KEUVELAAR, (eds.), Fighting the

War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (133) 198; J. STORCH, “3-D Printing your way down the

garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a method for manufacturers to avoid the

entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249) 270. 365 Volgens WU speelden de eerste peer-to-peer-netwerken in op deze sociale opvatting, T. WU, “When code

isn’t law”, Va. L. Rev 2003, (101) 108, 143-147, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=413201. 366 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

287-289. 367 Zie D. OPDERBECK: “File sharers were not simply enamored of the Napster application: instead, they had

internalized sharing norms that transcended any particular application or network. As a result, after Napster shut

down, end users migrated to other networks.” D. OPDERBECK, “Peer-to-Peer Networks, Technological Evolution,

and Intellectual Property Reverse Private Attorney General Litigation”, Berkeley Tech. L.J. 2005, (1685) 1700-

1701. 368 www.apple.com/pr/library/2009/01/06Changes-Coming-to-the-iTunes-Store.html. 369 M. KURMAN, “Carrots, Not Sticks: Rethinking Enforcement of Intellectual Property Rights for 3D-Printed

manufacturing”, 3DP 2014, (44) 49.

Page 84: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

80

illegale alternatief. 370 DRM-vrije bestanden zijn daarom een sterkere vorm van concurrentie voor het

illegale alternatief.371

De totale afwezigheid van een alternatief zorgde er initieel voor dat Napster groeide en een gevestigde

waarde werd. Het aanbieden van een (minderwaardig) alternatief kon consumenten later niet overtuigen

om Napster achter zich te laten.

Ten tweede was ook het procederen tegen individuele consumenten geen goede strategie. Door de

gedecentraliseerde structuur van Napster zijn het de consumenten zelf die de intellectuele rechten

schenden. Aangezien het procederen tegen de ontwerpers van de verspreidingstechnologieën geen

reddingsmiddel bleek te zijn, richtten de muziek- en filmindustrie zich daarom ook op de gebruikers.372

Op het eerste gezicht lijkt deze strategie niet onlogisch. Afdwingen van de intellectuele rechten is in de

geschiedenis eigenlijk altijd effectief gebleken. Het is één van de traditionele wapens van de muziek-

en filmindustrie.373 Bovendien verwachtte men dat het afschrikkingseffect het aantal inbreuken zou

terugdringen. Toch was deze tactiek niet doeltreffend en zelfs contraproductief.

Verschillende redenen liggen aan de basis van dit onverwachte resultaat. Samenvattend denk ik te

kunnen stellen dat de verklaring ligt in de onderschatting van het belang van de morele/sociale acceptatie

van de norm (hier het intellectueel eigendomsrecht). Effectieve dwang vervult eigenlijk slechts een

gedeeltelijke (misschien zelfs ondergeschikte) rol in de naleving van normen.374 Belangrijk is ook de

morele acceptatie: mensen leven de norm na omdat ze geloven dat dit juist is. Hiervoor moeten de

mensen de norm als rechtvaardig ervaren.375 Door te procederen tegen de individuele gebruikers hoopte

men naleving van de norm te verwezenlijken door een vorm van dwang. Deze handelwijze ondermijnde

echter de morele acceptatie op twee manieren.

370 Meerdere malen werden programma’s ontwikkeld om deze DRM te ontwijken. Voor het repertoire van de

bekende hacker Jon Johansen bijvoorbeeld zie T. SMITH, “DVD Jon: buy DRM-less tracks from Apple iTunes”,

The Register, 18 maart 2005, www.theregister.co.uk/2005/03/18/itunes_pymusique/; P. COHEN, “PyMusique

Author Hacks Apple's ITunes Fix”, PC World, 23 maart 2005, www.pcworld.com/article/120146/article.html;

W. MEEUSEN, “DVD Jon blijft media-industrie provoceren”, ZDNet, 22 februari 2008,

www.zdnet.be/dvdjon/80713/dvd-jon-blijft-media-industrie-provoceren/. 371 D. VERNIK, D. PUROHIT en P. DESAI, “Music Downloads and the Flip Side of Digital Rights Management

Protection”, Marketing Science 2011, http://static.arstechnica.net/2011/10/10/2011-10-10-VernikDRM.pdf, (1)

2, 4. 372 X, “RIAA v. The People: Five Years Late”, Electronic Frontier Foundation, 30 september 2008,

www.eff.org/files/eff-riaa-whitepaper.pdf, (1) 1-5. 373 A. SCHMIDT, “Understanding the war” in A. SCHMIDT, W. DOLFSMA en W. KEUVELAAR (eds.), Fighting the

War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (93) 189. 374T. WU, “When code isn’t law”, Va. L. Rev 2003, (101) 143-144, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=413201; D. OPDERBECK, “Peer-to-Peer Networks,

Technological Evolution, and Intellectual Property Reverse Private Attorney General Litigation”, Berkeley Tech.

L.J. 2005, (1685) 1709; M. VAN HOECKE, Law as Communication, Oxford, Hart, 2008, 35. 375 B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1267-

1268.

Page 85: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

81

Vooreerst, door een monetair bedrag af te dwingen plakte de industrie een prijs op het schenden van de

intellectuele rechten. Dit ondermijnt het belang van de morele acceptatie omdat de kwestie verschoven

wordt van ‘juist of fout’ naar ‘goedkoop of duur’. De consument is minder bezorgd om de morele

correctheid en kan zijn handeling evalueren als een zuivere marktransactie.376 Het morele aspect neemt

dus af in belang omdat het vervangen wordt door een berekenbare kost. In zoverre de afname van de

morele acceptatie groter is dan de toevoeging van de berekenbare kost, werkt deze maatregel

contraproductief.

Door te procederen tegen individuen ondermijnde de muziek- en filmindustrie de morele acceptatie van

het intellectueel eigendomsrecht ook op een tweede manier. Deze afdwinging werd namelijk als

buitensporig ervaren en dat is niet geheel onlogisch. Exuberante bedragen werden geëist van

willekeurige slachtoffers om gebruikers af te schrikken. In de ogen van de publieke opinie was een

machtige industrie arme consumenten aan het uitmelken.377 Vele gebruikers oordeelden dat er geen

schade was aangezien de gebruiker het bestand in kwestie toch niet zou hebben aangekocht op de

normale markt. De schade werd bovendien niet geëist door de artiesten zelf.378

Als onbedoeld gevolg ontstond een afkeurende publieke opinie ten aanzien van de intellectuele rechten

in kwestie.379 De afdwinging ten aanzien van consumenten creëerde of versterkte dus een gevoel van

onrechtvaardigheid van de norm. Dit had een contraproductief effect omdat gebruikers mogelijk de

kosten van de inbreuk gingen negeren in het licht van de vermeende onrechtvaardigheid. Anderzijds is

het ook mogelijk dat sommige gebruikers door de vermeende onrechtvaardigheid baten ervoeren bij het

schenden van de norm.380

Nogmaals herhaal ik dat ik met deze versimpelde weergave geenszins volledig probeer te zijn. Ik licht

kort enkele facetten toe om duidelijk te maken hoe de conservatieve en repressieve reactie van de

muziek- en filmindustrie faalde om Napster af te remmen.

3.3.4.2 Reactie in de wereld van de fysieke voorwerpen

In de mediawereld lijkt de onfortuinlijke reactie van de rechtenhouders Napster gestimuleerd te hebben.

In de wereld van de fysieke voorwerpen spelen afwijkende factoren die een gelijkaardige stimulans

onwaarschijnlijk maken.

376 J. STORCH, “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a

method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249)

263-275. 377 X, “RIAA v. The People: Five Years Late”, Electronic Frontier Foundation, 30 september 2008,

www.eff.org/files/eff-riaa-whitepaper.pdf, (1) 5-6. 378 P. LAURIA, “Infringement!”, New York Post, 27 februari 2008, http://nypost.com/2008/02/27/infringement/. 379 B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1264-

1270. 380 B. DEPOORTER, A. VAN HIEL en S. VANNESTE, “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, (1251) 1270.

Page 86: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

82

In het geval van muziek en film bestond er een technologische vanzelfsprekendheid die het mogelijk

maakte om perfecte digitale kopieën te maken. Omdat consumenten zelf kopieën gingen verspreiden

kwamen rechtenhouders in onvoorziene directe concurrentie met een superieur alternatief. De

technologie was dus reeds onder consumenten aanwezig. Napster was een feit; het bestond. Het was nu

aan de industrie om hiermee om te gaan. De rechtenhouders reageerden conservatief en repressief, wat

Napster lijkt gestimuleerd te hebben.

Het verhaal in de wereld van fysieke voorwerpen is verschillend. Er bestaat nog geen technologische

vanzelfsprekendheid. 381 Het digitalisering van objecten is uiterst gecompliceerd. Dit is de rode draad

doorheen deelhoofdstuk ‘3.2’. Deze complexiteit impliceert dat de 3D-technologie slechts geleidelijk

zal verbeteren in de toekomst.382 In tegenstelling tot de mediawereld komen de rechtenhouders dus niet

onmiddellijk in onvoorziene directe concurrentie met een kosteloos alternatief.

Dit gradueel proces van technologische vooruitgang is essentieel. In de mediawereld was de technologie

om perfecte kopieën te maken reeds onder de consumenten beschikbaar. Napster was een feit en de

industrie was op inhalen aangewezen. In de wereld van de fysieke voorwerpen is de technologie er nog

niet. 3D-Napster is er nog niet. Dit betekent dat er ruimte is voor de bestaande producenten. Er is geen

acute noodzaak tot het verschaffen van een legale versie aangezien er simpelweg geen illegale versie

voorhanden is. Deze ruimte laat toe om een conservatieve en repressieve reactie te vermijden, zeker nu

men kan leren van de onfortuinlijke reactie in de mediawereld.

De complexiteit van de 3D-technologie betekent dat de consument een vraag heeft naar kwaliteit,

veiligheid en gebruiksgemak. De bestaande producenten kunnen de 3D-technologie omarmen en deze

vraag invullen door producten aan te bieden met een garantie op kwaliteit en veiligheid.383 Ze kunnen

dus gebruik van de 3D-technologie zelf aanreiken. En ze hebben daar ook bij te winnen. 3D-printen stelt

bestaande producenten namelijk in staat om voorwerpen te personaliseren (of door de consument te laten

personaliseren) en zo een concurrentieel voordeel te genieten.384 Wanneer de consument het voorwerp

zelf zou (laten) printen, kan men bovendien besparen op transportkosten, productiekosten en kosten

verbonden aan het aanleggen van voorraden.385

Het scenario van het verhaal is dus omgekeerd. In de mediawereld was de digitaliseringstechnologie

reeds beschikbaar onder de consumenten. Het concept, geïntroduceerd door Napster, was superieur door

381 Zie ook supra het vierde verschil in ‘3.3.3’. 382 Voetnoot 348, p. 74. 383 M. KURMAN, “Carrots, Not Sticks: Rethinking Enforcement of Intellectual Property Rights for 3D-Printed

manufacturing”, 3DP 2014, (44) 49. 384 I. PETRICK en T. SIMPSON, “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create New Rules

of Competition”, Research-Technology Management 2013, http://strategic-technology-

roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf, (1) 2. 385 Zie supra ‘2.1.2’ en D. MENDIS., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law –

Learning lessons from the past?”, EIPR 2013, (155) 168.

Page 87: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

83

de lage prijs, het grote aanbod en het gebruiksgemak.386 De industrie was van meet af aan op inhalen

aangewezen. In het scenario van de fysieke voorwerpen daarentegen, is er ruimte voor de bestaande

producenten. De consument zal vragen naar industriële betrokkenheid waardoor de producenten de

technologie zelf kunnen aanreiken. In dit scenario benut de consument de 3D-technologie in

samenwerking met de industrie. Het legale alternatief, aangeboden door de industrie, is hier superieur

door de aanwezigheid van kwaliteit, veiligheid en gebruiksgemak. Hierdoor heeft 3D-Napster geen

bestaansreden.

3.3.5 Conclusie 3D-Napster na technologische vooruitgang

Aangezien technische obstakels de kosten van gebruikers de hoogte in drijven, lijkt het alsof

technologische vooruitgang het ontstaan van 3D-Napster zal teweegbrengen. Dit is niet het geval.

Niet alleen is het ontstaan van 3D-Napster ook na technologische vooruitgang erg onwaarschijnlijk,

technologische vooruitgang zelf mag niet zomaar als vanzelfsprekend beschouwd worden. Met de

nodige voorzichtigheid heb ik beargumenteerd dat het thuisgebruik van consumenten-3D-printers in de

nabije toekomst slechts een beperkte rol zal vervullen. Volgens mij zal de nadruk liggen op het gebruik

van 3D-services. Het gebruik van tussenpersonen zoals 3D-services, is echter geen plausibel scenario

voor 3D-Napster.387 Natuurlijk is de toekomst steeds onbeslist. Maar wat wel zeker lijkt te zijn, is dat

als de 3D-technologie ooit ingeburgerd geraakt in de huiskamer van de modale consument, dat deze

evolutie op zijn minst geleidelijk zal zijn.

Daarnaast is de bezorgdheid omtrent het ontstaan van 3D-Napster gebaseerd op een analogie met de

mediawereld. Deze analogie gaat niet op omdat specifieke factoren eigen aan de mediawereld Napster

voor muziek en film hebben vormgegeven.

Ten eerste verschilt het product in kwestie. Fysieke voorwerpen zijn verschillend van muziek en film

op een manier die de relevantie van 3D-Napster in vraag stelt.

Voor mediabestanden is Napster erg relevant. Muziek en film zijn culturele producten met een sociale

dimensie. Mensen willen het hebben en delen. Kopiëren is probleemloos, nagenoeg kosteloos en heeft

slechts een kleine morele impact. Bovendien zijn er geen praktische gevolgen aan het bezitten van grote

hoeveelheden. Dit creëert een soort graaicultuur: graaien omdat het gratis is.

Fysieke voorwerpen worden gekenmerkt door een aantal eigenschappen die de relevantie van 3D-

Napster in vraag stellen. In tegenstelling tot muziek en film hebben de meeste voorwerpen geen sociale

386 A. SCHMIDT, “Understanding the war” in SCHMIDT, A., DOLFSMA, W. en KEUVELAAR, W. (eds.), Fighting

the War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, (133) 198; J. STORCH, “3-D Printing your way down

the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of patents, and a method for manufacturers to avoid the

entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell. Prop. & Ent. L. 2014, (249) 270. 387 Zie supra ‘3.2.4’.

Page 88: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

84

dimensie. Het verwerven van een voorwerp is meestal gekoppeld aan een bepaald nut. Daarnaast kunnen

voorwerpen niet ongelimiteerd gestockeerd worden. Bovendien is het maken van een kopie onzeker

door de complexiteit van de digitalisering. Dit betekent dat er geen kwaliteitsgarantie is, hoewel er steeds

een materiaalkost is. Tot slot is er mogelijk ook een hogere morele drempel omdat een tastbaar object

gereproduceerd wordt. Het is onwaarschijnlijk dat consumenten, voor die kleine hoeveelheid

voorwerpen, zich zullen wenden tot een illegale kopie die geen garantie biedt op kwaliteit en toch een

directe kost met zich meebrengt.

Ten tweede lijkt de reactie van de rechtenhouders Napster in de mediawereld te hebben gestimuleerd.

In de wereld van fysieke voorwerpen is de situatie verschillend waardoor een gelijkaardige stimulans

onwaarschijnlijk is.

In de mediawereld kwam de industrie in onvoorziene directe concurrentie met een superieur alternatief

door de beschikbare digitaliseringstechnologie. De rechtenhouders probeerden hun eigen positie te

beschermen en de vertrouwde inkomsten veilig te stellen. Ze reageerden conservatief en repressief. Dit

had een contraproductief effect.

In de wereld van de fysieke voorwerpen is de digitaliseringstechnologie nog niet beschikbaar. Deze zal

slechts geleidelijk evolueren. Bestaande producenten kunnen leren uit het contraproductief effect in de

mediawereld en de ruimte benutten om gebruik van de 3D-technologie zelf aan te reiken. Ze hebben

bovendien te winnen bij het aanreiken van de technologie. De consument zal vragen naar een industriële

betrokkenheid aangezien de industrie een garantie op kwaliteit kan leveren die niet voorzien is in 3D-

Napster. In dit scenario kan 3D-Napster nooit ontkiemen.

3.4 Een toekomstperspectief

3.4.1 Industriële betrokkenheid

3.4.1.1 Spanningsveld

Het uitgangspunt in dit toekomstperspectief is dat de 3D-technologie vooruitgang biedt voor

consumenten. De technologie kan innovatie stimuleren en consumenten betrekken bij het maakproces.388

Om dit potentieel te kunnen realiseren moet de technologie kunnen bloeien.

Wat de netto-impact zou zijn van het ontstaan van 3D-Napster op deze vooruitgang is onzeker. Wat wel

duidelijk is, is dat het voeren van een litigation-oorlog kosten meebrengt waar enkel advocaten beter

van worden. Daarnaast blijkt uit supra ‘3.3.4.2’ dat omwille van de complexiteit en de geleidelijke

evolutie, de consument zal vragen naar een industriële betrokkenheid om kwaliteit, veiligheid en

388 Voor de voordelen van 3D-printen zie supra ‘2.1.2’.

Page 89: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

85

gebruiksgemak te garanderen. Het lijkt me daarom niet onlogisch dat de technologie het best zal kunnen

bloeien in samenwerking met de maakindustrie.

De producenten hebben een incentive om de 3D-technologie toe te passen in relatie met de consument.

De producent die de 3D-technologie benut zal van een concurrentieel voordeel genieten omdat

producten gepersonaliseerd kunnen worden op maat van de consument of door de consument zelf.

Wanneer de consument het voorwerp zelf zou (laten) printen, kan de producent bovendien besparen op

transportkosten, productiekosten en kosten verbonden aan het aanleggen van voorraden.389

Zoals vermeld supra in ‘3.2.2.5’ brengt dit een mogelijk gevaar met zich mee. In het scenario waarbij

de producent digitale kopieën van zijn producten ter beschikking stelt, krijgt de consument toegang tot

hoogwaardige, foutloze 3D-modellen. Het potentieel gevaar houdt in dat opstandige consumenten deze

bestanden gratis op het internet zouden kunnen verspreiden.

Daartegenover staat dan weer wel dat uit de mediawereld is gebleken dat het afhouden van legale

bestanden, Napster kan stimuleren.390 Als er geen legale versie beschikbaar is, dan zal de consument

zich mogelijk wenden tot een illegaal bestand. Bij wijze van tussenoplossing zouden de rechtenhouders

hun bestanden kunnen aanbieden onder bescherming van DRM. Het gebruik van DRM is echter

omstreden.391

Op het eerste gezicht lijkt dit een complex spanningsveld te creëren. De producent wil de 3D-technologie

benutten om van de voordelen te kunnen genieten. Hij vreest echter dat de terbeschikkingstelling van

3D-modellen piraterij in de hand zal werken. Daartegenover staat wel dat indien hij geen legale versie

aanbiedt, de consument zich misschien zal wenden tot een illegale versie. Tot slot biedt ook het

aanbieden van 3D-modellen onder bescherming van DRM geen onbezorgde oplossing.

3.4.1.2 Geen spanningsveld voor fysieke voorwerpen

Dit spanningsveld berust op de bezorgdheid dat de terbeschikkingstelling van 3D-modellen piraterij in

de hand zal werken.392 Uit het onderzoek in deze masterproef blijkt eigenlijk dat dit onwaarschijnlijk is.

Dit betekent, naar mijn mening, dat de producenten de 3D-technologie ten volste kunnen benutten in

samenwerking met de consument.

Ten eerste is supra in ‘3.2.3’ beschreven wat de technologische beperkingen zijn van 3D-printen voor

consumenten vandaag en welke kosten dit meebrengt. Dit betekent dat het voor de consument vandaag

389 Zie supra ‘2.1.2’, ‘3.2.2.5’ en ‘3.3.4.2’. 390 Supra ‘3.3.4.1’. 391 Supra ‘3.2.2.5’ en ‘3.3.4.1’ en zie infra ‘3.4.1.5’. 392 Deze bezorgdheid is een voortvloeisel van de algemene bezorgdheid dat de beschikbaarheid van 3D-printen

voor consumenten 3D-Napster tot gevolg zal hebben.

Page 90: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

86

niet loont om een 3D-model te downloaden omdat hij het niet kan uitprinten of omdat uitprinten te duur

is.

Ten tweede heb ik supra in ‘3.3.2’ beargumenteerd dat het thuisgebruik van consumenten-3D-printers

voor het maken van afgewerkte producten geen aannemelijk toekomstscenario is. Naar mijn mening zal

de nadruk liggen op het gebruik van 3D-services. In ‘3.2.4’ heb ik beschreven waarom het gebruik van

3D-services niet plausibel is voor 3D-Napster. In dit scenario moet de producent daarom ook niet vrezen

dat in de nabije toekomst, de terbeschikkingstelling van 3D-modellen piraterij in de hand zou werken.

Ten derde zal er, omwille van de kenmerken van fysieke voorwerpen, minder belangstelling zijn voor

een concept als 3D-Napster.393 In tegenstelling tot film en muziek is het dus veel minder waarschijnlijk

dat consumenten de 3D-modellen gratis zouden verspreiden en dat consumenten de 3D-modellen

zouden downloaden en uitprinten.

Ten vierde is er (nog)394 geen ondermijning van de sociale/morele acceptatie van rechten op fysieke

producten.395 Ook dit maakt het minder waarschijnlijk dat consumenten de terbeschikkinggestelde 3D-

modellen zouden verspreiden, downloaden en uitprinten.

Tot slot is het onwaarschijnlijk dat de terbeschikkingstelling van 3D-modellen piraterij in de hand zou

werken omdat consumenten zullen vragen naar een industriële betrokkenheid om kwaliteit, veiligheid

en gebruiksgemak te garanderen.·

3.4.1.3 Praktijk vandaag

Supra in ‘3.2.2.5’ werd reeds vermeld dat in de praktijk vandaag – voor zover mij bekend - door

bestaande producenten geen 3D-modellen te koop aangeboden worden.396 Telkens wanneer 3D-printen

door een bestaande producent wordt gebruikt in directe relatie met de consument, zal de consument

nooit zelf beschikken over het 3D-model. De consument zal steeds de mogelijkheid hebben om het

product te laten 3D-printen maar zal nooit zelf het STL-bestand in handen krijgen.

In het licht van de geschiedenis van het gebruik van DRM, kan de wenselijkheid van deze strategie in

twijfel getrokken worden. Het gebruik van DRM impliceert namelijk dat welmenende consumenten

geconfronteerd worden met gebruiksbeperkingen op het legale exemplaar. Gesofisticeerde piraten

393 Supra ‘3.3.3’. 394 Een lopend dispuut toont aan dat in de muziekindustrie blijkbaar nog steeds de neiging bestaat om repressief

te reageren. Katy Perry treedt op tegen de verspreiding van een 3D-model dat gebaseerd is op het kostuum van

een danser die deel uitmaakte van het optreden van Perry tijdens de Super Bowl. Er is veel kritiek op deze

repressieve reactie van Perry, zie J. HORNICK, “Of Sharks, Thrones, and Paradigm Shifts”, 3D Printing Industry,

25 februari 2015, http://3dprintingindustry.com/2015/02/25/of-sharks-thrones-and-paradigm-shifts/; J. HAUER,

“Swimming With 3D Printed Sharks”, Inside 3DP, 19 maart 2015, www.inside3dp.com/swimming-3d-printed-

sharks/. 395 Supra ‘3.3.4.1’. 396 Dit heeft verschillende mogelijke verklaringen. Zie supra ‘3.2.2.5’.

Page 91: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

87

zullen de DRM-beveiliging ontwijken waardoor het illegale exemplaar niet gekenmerkt wordt door

dezelfde beperkingen. Illegale downloaders worden dus niet getroffen door dezelfde

gebruiksbeperkingen als de welmenende consument.397

In zoverre producenten consumenten de toegang tot het onderliggende STL-bestand ontzeggen, kan een

gelijkaardig fenomeen optreden. Een uploader kan bijvoorbeeld een bestaand voorwerp inscannen en

online ter beschikking stellen. Downloaders die zich wenden tot deze illegale exemplaren zullen dan

wel over het onderliggende bestand beschikken waar reguliere consumenten dit niet kunnen. Legale

consumenten ervaren zo een soort gebruiksbeperking die illegale downloaders niet ervaren. Dit kan het

illegale exemplaar aantrekkelijker maken.

In de context van fysieke voorwerpen lijkt het me vooralsnog onwaarschijnlijk dat door de consument

de toegang tot het onderliggende STL-bestand te ontzeggen, piraterij gestimuleerd zou worden. De

beperkingen op een legaal exemplaar kunnen een illegale variant namelijk slechts aantrekkelijker maken

wanneer een illegaal exemplaar voorhanden is. In de mediawereld waren de illegale bestanden

beschikbaar vóór de legale exemplaren. Het gebruik van DRM betekende vervolgens dat welmenende

consumenten geconfronteerd werden met gebruiksbeperkingen die illegale downloaders niet ervoeren.

Dit maakte de illegale exemplaren aantrekkelijker. Kosteloze beschikbaarheid was immers de

maatstaf.398

In de context van fysieke voorwerpen heb ik beargumenteerd dat het ontstaan van 3D-Napster erg

onwaarschijnlijk is. Dit betekent dat er geen illegale bestanden voorhanden zijn, waardoor de legale

bestanden ook niet moeten concurreren met een onbeperkt illegaal alternatief. Bovendien, wanneer de

uploader een digitaal bestand ter beschikking stelt met behulp van een 3D-scanner of door reverse

engineering, heeft de consument geen garantie op kwaliteit aangezien het 3D-model niet afkomstig is

van de producent zelf. Dit betekent dat het illegale bestand geen volwaardig alternatief is voor het legale

exemplaar. Desalniettemin dienen producenten toch rekening te houden met dit fenomeen. Het risico

bestaat namelijk dat de beperkingen de consumenten in de toekomst zodanig zouden ontstemmen, dat

deze ertoe zouden leiden dat consumenten toch een belangstelling kweken voor illegale 3D-modellen.

Daarbij kan vooral gedacht worden aan het feit dat de consument die langs illegale weg toegang heeft

tot het onderliggende STL-bestand, het voorwerp zoveel kan printen als hij wil, terwijl de welmenende

consument dit momenteel niet kan.

397 D. VERNIK, D. PUROHIT en P. DESAI, “Music Downloads and the Flip Side of Digital Rights Management

Protection”, Marketing Science 2011, http://static.arstechnica.net/2011/10/10/2011-10-10-VernikDRM.pdf, (1)

2. 398 Zie supra ‘3.3.4.1’.

Page 92: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

88

3.4.1.4 Speelgoed en merchandising

Speelgoed en merchandising, als onderdeel van de wereld van de fysieke voorwerpen, zijn interessante

studieobjecten in dit toekomstperspectief.

Vooreerst gaat het meestal om kleine plastic objecten. Dit betekent dat, binnen de geleidelijke evolutie

van de 3D-technologie, zulke voorwerpen als eerste een mogelijke digitalisering zullen bereiken.399

Daarnaast hebben deze goederen vaak een bepaalde sociale dimensie. Ze kunnen gelinkt zijn aan een

cultureel fenomeen waardoor consumenten ze willen hebben maar ze ook willen delen. Tot slot is het

niet ondenkbaar dat er een overlapping is tussen consumenten die beschikken over een 3D-printer en

consumenten die geïnteresseerd zijn in speelgoed en merchandising.

Het voorbeeld supra in ‘3.2.3.3’ toont aan dat er inderdaad belangstelling bestaat voor deze voorwerpen.

Darth Vader en Yoda zijn personages uit Star Wars; een cultureel fenomeen. Fans willen de voorwerpen

hebben en ze willen ze delen. Omdat de bustes klein zijn, en gemaakt uit plastic, kunnen ze geprint

worden met behulp van een FDM-printer.

Ik vermeldde reeds dat Star Wars/Disney momenteel niet lijkt te reageren op deze onofficiële 3D-

modellen.400 Het is mogelijk dat de afwezigheid van een reactie te wijten is aan de wens om slechte PR

te voorkomen.401 Mijns inziens is het gedoogbeleid te verklaren door de promotionele effecten van deze

3D-modellen. De beschikbare 3D-modellen zijn namelijk eerder simpel. Het zijn geen replicaties van

bestaande producten die aangeboden worden door Star Wars/Disney zelf. In die zin vormen de

beschikbare modellen misschien wel inbreuken op het intellectueel eigendomsrecht, maar zijn ze geen

vorm van directe concurrentie. De baten afkomstig van de promotionele effecten overstijgen volgens

mij de kosten die voorvloeien uit de beschikbaarheid van de onofficiële 3D-modellen.

Star Wars/Disney zal pas geneigd zijn in te grijpen wanneer het kantelmoment bereikt wordt. Als

consumenten de irreguliere 3D-modellen beschouwen als vervangende goederen, brengt dit een kost

mee voor de producent in zoverre deze minder van de vervangbare goederen verkoopt (substituut-

effect). In een toekomstscenario waar de irreguliere 3D-modellen gesofisticeerder en populairder

worden, stijgen de kosten afkomstig van het substituut-effect. Van zodra deze kosten hoger zijn dan de

baten van het promotioneel effect, leidt Star Wars/Disney een verlies.

Aangezien populariteit op het internet omvangrijke promotionele effecten402 met zich meebrengt, zal dit

kantelmoment niet snel bereikt worden. Wanneer/indien dit kantelmoment toch bereikt zou worden, zal

399 Vandaag is dit punt niet bereikt; zeker niet met betrekking tot objecten die bestaan uit bewegende onderdelen. 400 Zie supra ‘3.2.3.3’. 401 P. HANNA, “The next Napster? Copyright questions as 3D printing comes of age”, Ars Technica, 6 april 2011,

http://arstechnica.com/tech-policy/2011/04/05/the-next-napster-copyright-questions-as-3d-printing-comes-of-

age/, (1) 2. 402 Zie de uitspraak van Time Warner ceo Jeff Bewkes over piraterij van de hitserie Game of Thrones, supra

voetnoot 304, p. 61.

Page 93: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

89

Star Wars/Disney er echter goed aan doen om niet repressief te reageren. De geschiedenis van Napster

in de mediawereld leert namelijk dat een repressieve reactie consumenten kan aanzetten zich te wenden

tot een illegaal platform. Eigenlijk is een repressieve reactie hier totaal overbodig. Een coöperatieve

reactie zou veel logischer zijn.403 Het voorbeeld van Darth Vader en Yoda toont namelijk aan dat er een

potentiële markt bestaat die verre van verzadigd is. Momenteel bestaan de beschikbare 3D-modellen uit

kleine, plastic beeldjes die niet kunnen bewegen.404 Star Wars/Disney kan op deze markt inspelen. Ze

kunnen de 3D-technologie benutten en zelf consumenten de mogelijkheid geven om hun favoriete

personages te personaliseren.405 De aangeboden modellen van Star Wars/Disney zullen superieur zijn

door de kwaliteit, het gebruik van verschillende materialen en het gebruiksgemak. In dit scenario wint

de producent en wint de consument.

Het is interessant om te zien hoe enkele grotere spelers de 3D-technologie lijken te omarmen en inspelen

op deze markt. Het bekendste voorbeeld is de samenwerking tussen Hasbro en Shapeways.406 In dit

project krijgen een aantal fans de mogelijkheid om fanart te ontwikkelen en te verkopen via Shapeways

met de goedkeuring van Hasbro.407 Ook het Finse ‘Launzer’ (een online marktplaats gelijkend op

Shapeways) wist een overeenkomst te sluiten met Warner Bros.408 Tot slot blijft ook Disney niet bij de

pakken neerzitten. Midden april 2015 werd bekend dat Disney onderzoek aan het voeren is naar een

nieuw soort 3D-printer om flexibele stoffen te printen.409 Het is uitkijken naar de toekomst maar het is

goed nieuws te weten dat het 3D-domein door de bestaande producenten verkend wordt.

3.4.1.5 DRM en technische instrumenten

Het is duidelijk dat producenten die de 3D-technologie willen benutten maar bezorgd zijn om de

intellectuele rechten, hun toevlucht zouden kunnen nemen tot DRM.410 Het is echter aan te raden om

spaarzaam om te gaan met deze beperkingen. Zoals blijkt is er een complexe verhouding tussen DRM

en piraterij. Daarnaast beperkt het opleggen van DRM ook gebruik van de technologie. 3D-printen

403 J. HAUER, “Swimming With 3D Printed Sharks”, Inside 3DP, 19 maart 2015,

www.inside3dp.com/swimming-3d-printed-sharks/. 404 Voor Yoda zie www.thingiverse.com/tag:Yoda/page:1 (consultatie 6 mei 2015). 405 In mei 2014 bijvoorbeeld was het mogelijk om tijdens Star Wars Weekend, op locatie bij Disney, je hoofd te

laten scannen, te plaatsen op een Star Wars figuur en te laten 3D-printen, M. MOLITCH-HOU, “Disney/Star Wars

3D Printed Figurines Are Back! Now, With Less Sexism!”, 3D Printing Industry, 14 april 2014,

http://3dprintingindustry.com/2014/04/14/disneystar-wars-3d-printed-figurines/. 406 www.shapeways.com/blog/archives/16759-hasbro-shapeways-enable-3d-printing-fan-art-with-

superfanart.html. 407 TJ MCCUE, “Hasbro Offers Artwork For 3D Printing At Shapeways”, Forbes Tech, 31 juli 2014,

www.forbes.com/sites/tjmccue/2014/07/31/hasbro-offers-artwork-for-3d-printing-at-shapeways/. 408 W. HIPOLITE, “Launzer Teams with Warner Brothers & ITV Studios to Bring Your Favorite Characters into

the 3D Printing World”, 3DPrint.com, 17 december 2014, http://3dprint.com/31722/launzer-warner-brothers/. 409 S. ANDERSON, “Disney Research Develops New Fabric 3D Printer”, 3DPrint.com, 17 april 2015,

http://3dprint.com/59116/disney-research-fabric-printer/. 410 Zie bijvoorbeeld het octrooi dat in 2012 in de VS werd toegekend op een systeem dat in essentie DRM

toepast op 3D-printers, A. REGALADO, “Nathan Myhrvold's Cunning Plan to Prevent 3-D Printer Piracy”, MIT

Technology Review, 11 oktober 2012, www.technologyreview.com/view/429566/nathan-myhrvolds-cunning-

plan-to-prevent-3-d-printer-piracy/.

Page 94: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

90

maakt het mogelijk om te creëren, om te innoveren en om te repliceren.411 Het opleggen van een restrictie

op het kopiëren betekent daarom mogelijk ook een restrictie op het innoveren.

Uit de analyse supra in ‘3.3.3’ en ‘3.3.4.2’ en uit het Star Wars-voorbeeld supra in ‘3.4.1.4’ blijkt dat

de sleutel niet zit in restrictie maar in coöperatie.412 Bestaande producenten kunnen een superioriteit

bieden die niet aanwezig is bij het illegale alternatief. In dit scenario kiest de consument vrijwillig voor

het legale exemplaar op basis van een geïnformeerde keuze. Het is daarom essentieel dat de consument

weet welke bestanden authentiek zijn en welke niet.413 Hier kunnen technische instrumenten wel helpen

zonder de 3D-technologie te moeten beperken. Deze technische hulpmiddelen staan dan eigenlijk

volledig in dienst van de consument. Men kan bijvoorbeeld denken aan een soort technisch watermerk

dat de consument informeert over de authenticiteit van een 3D-model.414 Dit helpt de consument bij het

maken van een geïnformeerde keuze zonder de 3D-technologie te beperken. In het kader van de

identificatie van de fysieke voorwerpen zelf, werd reeds voorgesteld om objecten te ‘watermerken’ met

behulp van nanodeeltjes of planten-DNA.415

3.4.2 Het Belgisch intellectueel eigendomsrecht

In de korte juridische analyse supra in ‘3.1’ werd duidelijk dat de juridische positie van de verschillende

spelers binnen 3D-Napster in grote mate afhankelijk is van de interpretatie van de toepasselijke

rechtsregels.416 In dit toekomstperspectief wordt aangenomen dat de 3D-technologie moet kunnen

bloeien dankzij een industriële betrokkenheid. Daarom wordt hieronder kort ingegaan op het

merkenrecht en de juridische positie van 3D-services.

3.4.2.1 Merkenrecht

Supra in ‘3.4.1.5’ werd reeds benadrukt dat de consument moet weten welke 3D-modellen en welke

voorwerpen authentiek zijn om een geïnformeerde keuze te kunnen maken. Naast het gebruik van

technische hulpmiddelen kan het merkenrecht hier een belangrijke rol spelen. Een merk dient namelijk

om de herkomst van een bepaald product te waarborgen of om kwaliteit te garanderen.417 Het merk helpt

zo de producent en de consument.

411 M. WEINBERG, “It will be awesome if they don’t screw it up: 3D printing, Intellectual property, and the fight

over the next great disruptive technology”, Public Knowledge 2010,

www.publicknowledge.org/files/docs/3DPrintingPaperPublicKnowledge.pdf, (1) 4. 412 Zie ook M. WEINBERG, “Bronies Show A Way to Not Destroy 3D Printing With Lawsuits”, Public

Knowledge, 22 juli 2014, www.publicknowledge.org/news-blog/blogs/bronies-show-a-way-to-not-destroy-3d-

printing-with-lawsuits. 413 M. KURMAN, “Carrots, Not Sticks: Rethinking Enforcement of Intellectual Property Rights for 3D-Printed

manufacturing”, 3DP 2014, (44) 49-50. 414 Eigenlijk is dit de functie van een merk, zie infra ‘3.4.2.1’. 415 J. HORNICK, “How to Tell What’s Real and What’s Fake in a 3D Printed World”, 3D Printing Industry, 5

februari 2014, http://3dprintingindustry.com/2014/02/05/tell-whats-real-whats-fake-3d-printed-world/. 416 Voor de conclusie zie supra ‘3.1.5’. 417 HvJ C-487/07, L’Oréal SA, v. Bellure NV, 2009, punt 58, http://curia.europa.eu.

Page 95: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

91

Uit de analyse van het merkenrecht (en meer specifiek de positie van de uploader) blijkt eigenlijk dat

de huidige regels niet voorzien zijn op de kosteloze verspreiding van 3D-modellen van bestaande

voorwerpen zonder medeweten van de producent.

De relevante bepalingen op grond waarvan de merkhouder eventueel kan optreden zijn art. 2.20, 1, a,

art. 2.20, 1, b, art. 2.20, 1, c en art. 2.20, 1, d BVIE.418 De eerste drie vereisen allemaal een gebruik ‘in

het economisch verkeer’. Volgens het Hof van Justitie betekent dit dat het teken wordt gebruikt in het

kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd, en niet in de

particuliere sfeer.419 Aangezien het Hof spreekt over het ‘nastreven’ van een economisch voordeel, zal

een uploader die het 3D-model kosteloos verspreidt allicht niet onder de toepassing van deze artikels

vallen. Art. 2.20, 1, d BVIE vereist geen gebruik in het economisch verkeer. Volgens deze bepaling

moet het merk echter gebruikt worden ‘anders dan ter onderscheiding van waren of diensten’. Mijns

inziens is ook art. 2.20, 1, d BVIE niet van toepassing omdat de uploader, door het voorwerp te

repliceren, het merk gebruikt op dezelfde manier als de merkhouder.420

Binnen deze interpretatie maakt de terbeschikkingstelling door de uploader geen inbreuk uit op het

merkenrecht. Het gevolg is dat de merkhouder ook geen stakingsvordering zal kunnen instellen tegen

eventuele tussenpersonen zoals een website. 421 De website zelf zal ook niet aansprakelijk gesteld kunnen

worden door toepassing van art. XII.17, XII.18 en XII.19 WER.422

Het feit dat de merkhouder niet kan optreden tegen de kosteloze verspreiding van niet-geautoriseerde

3D-modellen die gebruikmaken van het merk, kan nadelig zijn voor de consument. Zoals gezegd moet

de consument om een geïnformeerde keuze te kunnen maken immers weten welke modellen authentiek

zijn.

3.4.2.2 3D-services

3D-services kunnen een belangrijke rol vervullen in de toekomst van de 3D-technologie. Via deze

tussenpersonen kunnen consumenten namelijk toegang krijgen tot high-end 3D-printers en 3D-

scanners.423 Supra in ‘3.2.4’ werd reeds vermeld dat de juridische positie van deze tussenpersonen erg

onzeker is. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze zelf aansprakelijk zijn en daarnaast kunnen ze

het doelwit zijn van een hinderlijke stakingsvordering.

Deze onzekere positie is geen goed uitgangspunt. Het runnen van een 3D-service vereist namelijk

significante investeringen in apparatuur en eventueel in het aanleggen van een bijkomend

418 Zie supra ‘3.1.2.5’. 419 Hvj C-206/01, Arsenal Football Club v. Matthew Reed, 2003, punt 40, http://curia.europa.eu. 420 Zie supra ‘3.1.2.5’ bij art. 2.20, 1, d BVIE. 421 Art. 2.22, 6 BVIE. 422 Deze artikels zijn omzettingen van artikel 12, 13 en 14 van de Richtlijn Elektronische Handel (supra voetnoot

160, p. 31). 423 Zie ook supra ‘3.3.2’.

Page 96: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

92

distributienetwerk. In de eerste plaats kan de onzekerheid een chilling effect hebben op het maken van

de nodige investeringen. Daarnaast kan de onzekerheid er ook voor zorgen dat aan consumenten

bepaalde legitieme handelingen, waarvan het legale karakter op het eerste gezicht niet duidelijk is,

ontzegd worden uit angst voor juridische repercussies. De juridische positie van 3D-services die

diensten aanbieden aan consumenten, zal daarom onder de loep genomen moeten worden.

Wat betreft de stakingsvordering kan opgemerkt worden dat de huidige regeling erg verregaand en

weinig vereisend is. Het is namelijk niet vereist dat de 3D-service zelf een inbreuk pleegt, of bijdraagt

dan wel deelneemt aan de inbreuk. Tegelijk kunnen wel zware corrigerende maatregelen aan de

tussenpersoon opgelegd worden om de inbreuk tot een einde te brengen.424 Bovendien is de

stakingsvordering gebaseerd op een inbreuk waar de tussenpersoon mogelijk niets mee te maken heeft.

Dit betekent dat de tussenpersoon over bijzonder weinig informatie beschikt om de stakingsvordering

te betwisten.

Wat betreft de aansprakelijkheid zou het interessant kunnen zijn om inspiratie te halen bij de positie van

bepaalde tussenpersonen op het internet.425 Net zoals online service providers, hebben de activiteiten

van 3D-services die diensten verlenen aan consumenten namelijk veelal een neutraal en passief

karakter.426 De toepassing van dit regime op 3D-services die diensten aanbieden aan consumenten zou

betekenen dat ze slechts in zeldzame gevallen aansprakelijk zijn, en dat op hen geen algemene

toezichtverplichting rust.427

3.4.3 Conclusie toekomstperspectief

Door innovatie te stimuleren en consumenten te betrekken bij het maakproces, kan de 3D-technologie

vooruitgang bieden. Bestaande producenten kunnen bijdragen tot het gebruik van deze technologie en

hebben daar ook belang bij. De mogelijke bezorgdheid dat deze medewerking piraterij in de hand zou

werken, is grotendeels ongegrond.

Bij het benutten van de 3D-technologie in relatie met de consumenten zien we dat bestaande

producenten vandaag niet bereid zijn om de onderliggende 3D-modellen ter beschikking te stellen.

Vooralsnog stelt deze strategie geen problemen, maar in de toekomst zou dit consumenten kunnen

ontstemmen. Bestaande producenten moeten daarom rekening houden met dit fenomeen om te

voorkomen dat consumenten in de toekomst belangstelling krijgen voor illegale 3D-modellen.

Ook in de speelgoedindustrie wordt gebruik van de 3D-technologie in relatie met de consument verkend.

De reactie van producenten in dit deelgebied is interessant om volgen. Aangezien de meeste

424 Zie supra ‘3.1.4.1’ bij ‘stakingsbevel’. 425 Zie Richtlijn Elektronische Handel. 426 Zie overweging 42, Richtlijn Elektronische Handel. 427 Zie artikel 12, 13, 14 en 15 Richtlijn Elektronische Handel.

Page 97: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

93

speelgoedproducten uit plastic zijn en er vaak ook sprak is van een sociale dimensie, is er voor

consumenten namelijk een soort natuurlijk verband tussen het delen en printen van deze voorwerpen.

Het delen en printen van speelgoedproducten door consumenten zou in de toekomst een impact kunnen

hebben op de bestaande producenten. Maar zoals in alle deelgebieden van de wereld van de fysieke

voorwerpen, zit de sleutel ook hier in coöperatie tussen producent en consument.

Coöperatie tussen producent en consument houdt wel in dat de consument, op de markt van 3D-

producten, een geïnformeerde keuze moet kunnen maken. Het is essentieel dat hij weet welke bestanden

authentiek zijn. Technische instrumenten kunnen helpen om dit doel te bereiken. Het gebruik van

technologie om restricties op te leggen in de vorm van DRM daarentegen is af te raden, of moet op zijn

minst spaarzaam toegepast worden.

Tot slot moet ook het intellectueel eigendomsrecht onder de loep genomen worden om gebruik van de

3D-technologie in samenwerking met de industrie optimaal te doen verlopen. Daarbij wordt in de eerste

plaats gedacht aan het merkenrecht. Het feit dat de merkhouder niet kan optreden tegen de kosteloze

terbeschikkingstelling van 3D-modellen die gebruikmaken van het merk, maar gemaakt zijn zonder zijn

toestemming, kan nadelig zijn voor de consument. In de tweede plaats moet ook de juridische positie

van 3D-services uitgeklaard worden om de mogelijke belemmeringen die deze onzekerheid met zich

meebrengt weg te werken.

Page 98: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

94

4 Besluit

Napster introduceerde een concept dat de muziek- en filmindustrie ontwrichtte. De digitalisering maakte

het voor consumenten mogelijk om massaal producten te kopiëren en ze te verspreiden zonder

economische tussenpersonen. Hoewel inbreuken op het intellectueel eigendomsrecht plaatsvinden,

wordt afdwinging in deze praktisch onhaalbaar door het gedecentraliseerde karakter.

Er is bezorgdheid dat fysieke voorwerpen hetzelfde lot zullen ondergaan door de komst van 3D-

technologie. 3D-printen zou, als brug tussen het fysieke en het digitale, kunnen zorgen voor de

digitalisering van objecten. Wanneer fysieke voorwerpen omgezet kunnen worden in een digitale kopie

en omgekeerd, kunnen ze door consumenten gekopieerd en verspreid worden, net als muziek en film.

Door de intrede van 3D-printers, zouden fysieke voorwerpen dus ten prooi vallen aan Napster.

Naar mijn mening is deze bezorgdheid ongegrond. De redenering vertrekt namelijk van de assumptie

dat het mogelijk is om fysieke objecten te digitaliseren en dat 3D-Napster automatisch voortvloeit uit

deze digitalisering. Men gaat er dus zonder meer vanuit, dat 3D-Napster kán ontstaan en zál ontstaan.

Deze assumpties gaan niet op.

Ten eerste tonen een juridische en technische analyse aan dat 3D-Napster momenteel niet kan ontstaan

omdat het teveel kosten met zich meebrengt, wat dus het concept ‘duurder’ zou maken dan de legale

markt. Uit de huidige stand van de 3D-technologie blijkt dat de digitalisering van objecten nog niet op

punt staat. In tegendeel, het creëren van een digitale kopie van een fysiek voorwerp (eerste omzetting)

en het omzetten van deze digitale kopie in een materiële reproductie (tweede omzetting) blijken uiterst

gecompliceerd. De 3D-technologie die beschikbaar is voor consumenten is zodanig beperkt dat allerlei

kosten opduiken die van 3D-Napster een oninteressant concept maken. Het gebruik van professionele

tussenpersonen is daarbij geen plausibele optie omdat dit afbreuk doet aan de gedecentraliseerde

structuur van Napster.

Ten tweede is het ontstaan van 3D-Napster ook na technologische vooruitgang onwaarschijnlijk.

In de eerste plaats mag technologische vooruitgang zelf, omwille van de complexiteit van de

technologie, niet zomaar als vanzelfsprekend beschouwd worden. Daarnaast vloeit 3D-Napster ook niet

automatisch voort uit de digitalisering van objecten. De analogie met de mediawereld gaat niet op omdat

specifieke factoren Napster voor muziek en film vormgaven.

Enerzijds verschillen fysieke voorwerpen erg van muziek en film waardoor er weinig belangstelling zal

zijn voor een concept als 3D-Napster. In tegenstelling tot mediabestanden zijn fysieke voorwerpen

namelijk gelinkt aan een bepaald nut, hebben ze geen sociale dimensie en nemen ze fysiek plaats in. De

vraag is dus intrinsiek reeds beperkt. Daarnaast impliceert de complexiteit van de digitalisering dat er

Page 99: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

95

geen garantie is op kwaliteit hoewel het 3D-printen steeds een materiaalkost met zich meebrengt. Tot

slot is er mogelijk ook een hogere morele drempel omdat een tastbaar object gereproduceerd wordt.

Anderzijds is het onwaarschijnlijk dat 3D-Napster de kans zal krijgen om zich te ontwikkelen en te

groeien zoals dit in de mediawereld gebeurde vanwege de conservatieve en repressieve reactie van de

rechtenhouders. De digitaliseringstechnologie voor fysieke voorwerpen staat namelijk nog niet op punt.

Ze zal slechts geleidelijk evolueren waardoor de consument zal vragen naar kwaliteit. De maakindustrie

kan van deze vraag gebruikmaken om de 3D-technologie zelf aan te reiken, en dus wél kwaliteit te

garanderen, waar 3D-Napster dit niet kan.

De conclusie is dat die ongegronde bezorgdheid eigenlijk het zicht op de toekomst vertroebelt. 3D-

printen kan technologische vooruitgang bieden door innovatie te stimuleren en de consument te

betrekken bij het maakproces. De sleutel tot deze vooruitgang zit echter niet in onrust of restrictie maar

in coöperatie. De bestaande producenten moeten de 3D-technologie omarmen en de vraag naar

industriële betrokkenheid invullen.

Page 100: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

96

Bibliografie

I. Wetgeving

Internationaal

Verdragen

Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en

diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, zoals gewijzigd in Stockholm op 14 juli 1967,

United Nations Treaty Series, vol. 828, 191.

Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886,

aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20

maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967

en te Parijs op 24 juli 1971, gedaan te Parijs op 24 juli 1971, United Nations Treaty Series, vol. 828,

227.

Overig

WIPO Nice Classification, official publication,

http://web2.wipo.int/classifications/nice/nicepub/en/fr/edition-20150101/taxonomy/.

Europa

Verdragen

Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, United Nations Treaty

Series, vol. 1065, 199.

Richtlijnen

Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2000/31/EG, 8 juni 2000 betreffende bepaalde

juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel,

in de interne markt, Pb.L. 17 juli 2000, afl. 178, 1.

Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2001/29/EG, 22 mei 2001 betreffende de

harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten inde

informatiemaatschappij, Pb.L. 22 juni 2001, afl. 167, 10.

Page 101: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

97

Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 2004/48/EG, 29 april 2004 betreffende de

handhaving van intellectuele eigendomsrechten, Pb.L. 30 april 2004, afl. 157, 45.

Overig

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en

Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s - Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot

groei en economisch herstel, 10 oktober 2012, COM(2012)582 def., http://eur-lex.europa.eu/legal-

content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012DC0582&from=NL.

Benelux

Verdragen

Benelux-Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of

modellen), BS 26 april 2006, 21867.

Overig

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, “Internationale classificatie van waren en diensten

ten behoeve van de inschrijving van merken”,

https://register.boip.int/bmbonline/tmregisterhelp/nl/niceClassification.html.

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, “Toelichting op het depotformulier”,

www.boip.int/wps/wcm/connect/www/ca89ff80-8096-467f-a772-

9a30c2198a13/BnlApplicationExplanation.pdf?MOD=AJPERES.

Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, 1 december 2006,

houdende wijziging van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen

of modellen), ondertekend te Den Haag op 25 februari 2005, BS 22 december 2006, 73.952.

Intern

Wet

Wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele

eigendomsrechten, BS 18 juli 2007, 38.734.

Wetboek van Economisch Recht (WER). Boek XI en de bepalingen eigen aan boek XI in boek I, XV

en XVII ingevoegd bij wet 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom"

in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de

boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, BS 12 juni 2014, 44.352.

Page 102: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

98

Voorbereidende werken

Memorie van toelichting bij wetsontwerp betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van

intellectuele eigendomsrechten, Parl.St. Kamer 2006-07, nr. 2852/001, 36.

Overig

Beleidsbrief Leefmilieu en Natuur (Joke Schauvliege), Parl.St. Vl. Parl. 2013-2014, nr. 2242/1,

http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2013-2014/g2242-1.pdf, 29-31.

Concordantietabel bij wetsontwerp houdende de invoeging van boek XI, “Intellectuele eigendom” in

het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de

boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 3391/001, 570.

II. Rechtspraak

Europees Hof van Justitie

HvJ C-251/95, Sabel BV v. Puma AG, 1997, http://curia.europa.eu.

HvJ C-39/97, Canon Kabushiki Kaisha v. Metro-Goldwyn-Mayer Inc., 1998, http://curia.europa.eu.

HvJ C-375/97, General Motors Corporation v. Yplon SA, 1999, http://curia.europa.eu.

HvJ C-23/01, Robelco NV v. Robeco Groep NV, 2002, http://curia.europa.eu.

Hvj C-206/01, Arsenal Football Club v. Matthew Reed, 2002, http://curia.europa.eu.

HvJ C-291/00, LTJ Diffusion SA v. Sadas Vertbaudet SA, 2003, http://curia.europa.eu.

HvJ C-100/02, Gerolsteiner Brunnen GmbH & Co. v. Putsch GmbH, 2004, http://curia.europa.eu.

HvJ C-252/07, Intel v. CPM United Kingdom, 2008, http://curia.europa.eu.

HvJ C-487/07, L’Oréal SA, v. Bellure NV, 2009, http://curia.europa.eu.

HvJ C-5/08, Infopaq v. Danske Dagblades Forening, 2009, http://curia.europa.eu.

HvJ C-236/08 tot C-238/08, Google France v. Louis Vuitton Malletier, 2010, http://curia.europa.eu.

HvJ C-119/10, Frisdranken Industrie Winters v. Red Bull, 2011, http://curia.europa.eu.

HvJ C-145/10, Eva-Maria Painer v. Standard Verlags GmbH, 2011, http://curia.europa.eu.

HvJ C-65/12, Leidseplein Beheer BV, v. Red Bull GmbH, 2014, http://curia.europa.eu.

HvJ, C-435/12, ACI Adam BV v. Stichting De Thuiskopie, 2014, http://curia.europa.eu.

Page 103: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

99

Europees Octrooibureau

EPO T 0258/03, Auction method/Hitachi, 21 april 2004, www.epo.org/law-practice/case-law-

appeals/recent/t030258ex1.html.

EPO T 0154/04, Estimating sales activity/Duns Licensing Associates, 15 November 2006,

www.epo.org/law-practice/case-law-appeals/recent/t040154ex1.html.

Benelux Gerechtshof

Beneluxhof 29 juni 1982, nr. A81/5, www.courbeneluxhof.be.

Beneluxhof 7 november 1988, nr. A 87/3, www.courbeneluxhof.be.

Intern

Hof van Cassatie

Cass. 27 mei 2005, www.cass.be.

Cass. 26 januari 2006, Arr.Cass 2006, 220.

Cass. 3 februari 2012, IRDI 2012, 255.

Hoven van beroep

Brussel 16 november 2004, RABG 2005, 1841.

Gent 14 februari 2005, IRDI 2005, 296.

Antwerpen 8 november 2005, ICIP-Ing.Cons. 2005, 502, noot E. DE GRYSE.

Brussel 21 november 2011, AR 2010/AR/2490, onuitg., vermeld in A. HALLEMANS, “Bescherming

van mode op basis van het auteursrecht en de Marktpraktijkenwet”, IRDI 2012, 340.

Antwerpen 23 januari 2012, RABG 2012, 374.

Antwerpen 13 februari 2012, JLMB 2013, 688.

Luik 19 april 2012, Ing. Cons. 2012, 415.

Overig

Rb. Antwerpen 11 september 2008, vermeld in R. SCHOEFS, “De aanspreekbaarheid van

tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI 2013, (136) 142.

Kh. Brussel 14 oktober 2008, IRDI 2009, 65.

Page 104: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

100

Voorz. Rb. Antwerpen 17 november 2008, AM 2009, 398.

Voorz. Kh. Antwerpen 20 september 2011, RABG 2011, 1301.

Voorz. Kh. Brussel 26 september 2012, IRDI 2013, 203.

III. Rechtsleer

Boeken

FIERENS, A., “Elektronische handel en intellectuele eigendomsrechten” in VAN EECKE, P. (ed.), Recht

& elektronische handel, Gent, Groep De Boeck, 2011, 74-129.

GOTZEN, F., “Art. 1 en art. 2” in BRISON F. en VANHEES H. (eds.), Huldeboek Jan Corbet: de

Belgische auteurswet. Artikelsgewijze commentaar, Gent, Larcier, 2012, 5-28.

JANSSENS, M-C., “Art. 21, 22 en 22 bis” in BRISON, F. en VANHEES, H. (eds.), Huldeboek Jan Corbet:

de Belgische auteurswet. Artikelsgewijze commentaar, Gent, Larcier, 2012, 137-182.

MAYAERT, P., “Het materiële en morele element van de misdrijven van namaak en piraterij” in

BRISON, F. (ed.), Sancties en procedures in intellectuele rechten, Brussel, Larcier, 2008, 68-99.

MICHAUX, B., “Les nouvelles dispositions procédurales relatives aux injunctions à l’encontre des

intermédiaires (articles 8,9 et 11 de la directive 2004/48)” in BRISON, F. (ed.), Sancties en procedures

in intellectuele rechten, Brussel, Larcier, 2008, 260-283.

VANHEES, H., Auteursrecht in een notendop, Leuven, Garant, 1998, 137 p.

VAN HOECKE, M., Law as Communication, Oxford, Hart, 2008, 224 p.

Tijdschriften

BAERVOETS, D., “Kopiëren voor eigen gebruik en reprografie na de wet van 22 mei 2005 houdende de

omzetting in Belgisch recht van richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisering van bepaalde

aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij”, IRDI 2006, 7-24.

BRADSHAW, S., BOWYER, A. en HAUFE, P., “The intellectual property implications of low-cost 3D

printing”, SCRIPTed 2010, 5-31.

BREAN, D., “Asserting Patents to Combat Infringement: It’s no Use”, Fordham Intell. Prop. Media &

Ent. L.J. 2013, 771-814.

DE COCK BUNING, M. en KULK, S., “Intellectuele Eigendom en Reclamerecht, 3D printen: Attack of

the Clones of A New Hope?”, IER 2013, 309-311.

Page 105: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

101

DE GRYSE, E., “Straffe koffie (met een laagje schuim)!” (noot onder Antwerpen 8 november 2005),

ICIP-Ing.Cons. 2005, 532-545.

DEPOORTER, B., VAN HIEL, A. en VANNESTE, S., “Copyright Backlash”, S. Cal. L. Rev. 2011, 1251-

1292.

DEPOORTER, B., “Intellectual property infringements & 3D printing: decentralized piracy”, Hastings

L.J. 2014, 1483-1503.

DESAI, D. en MAGLIOCCA, G., “Patents meet napster: 3D printing and the digitization of things”, Geo.

L.J. 2014, 1691-1720.

DOHERTY, D., “Downloading Infringement: Patent Law as a Roadblock to the 3D Printing

Revolution”, Harv. J.L. & Tech. 2012, 353-373.

ENGELFRIET, A., “3D printen: revolutie of de nieuwe Napster?”, Tijdschrift voor Internetrecht 2011,

141-144.

FINNOCHIARO, C., “Personal Factory or Catalyst for Piracy? The Hype, Hysteria, and Hard Realities

of Consumer 3-D Printing”, Cardozo Arts & Ent. L.J. 2013, 473-508.

GOOSSENS B. en NUYTS, T., “Tussenpersonen bij het vervoer en parallelinvoer treffen geen schuld,

maar zijn aansprakelijk” (noot onder Kh. Brussel 14 oktober 2008), IRDI 2009, 69-73.

JANSSENS, J., VANDAELE S. en VANDER BEKEN, T., “The Music Industry on (the) Line? Surviving

Music Piracy in a Digital Era”, European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice 2009,

afl. 17, 77-96.

JANSSENS, M-C., VANHEES H. en VANOVERMEIRE, V., “De intellectuele eigendomsrechten verankerd

in het Wetboek Economisch Recht: een eerste analyse”, IRDI 2014, 452-528.

MENDIS, D., “The rise of 3D printing and its implications for intellectual property law – Learning

lessons from the past?”, EIPR 2013, 155-169.

OPDERBECK, D., “Peer-to-Peer Networks, Technological Evolution, and Intellectual Property Reverse

Private Attorney General Litigation”, Berkeley Tech. L.J. 2005, 1685-1756.

OSBORN, L., “Of PhDs, Pirates and the Public: ThreeDimensional Printing Technology and the Arts”,

Tex. A&M L. Rev. 2014, 811-835,

http://scholarship.law.campbell.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1095&context=fac_sw.

PERRIT, H., “New Business Models for Music”, Vill. Sports & Ent. L.J. 2011, 63-212, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2175782##.

Page 106: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

102

SCHAUMANN, N., “Direct Infringement on Peer-to-Peer Networks”, William Mitchell Legal Studies

Research Paper 2005, 1-43, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=703882##.

SCHOEFS, R., “De aanspreekbaarheid van tussenpersonen in IE-geschillen: een stand van zaken”, IRDI

2013, 136-149.

SHAWSON, S., “3D Printing: A Lesson In History: How To Mold the World of Copyright”, Sw. L. Rev

2014., 483-515.

SOMERS, G. en DUMORTIER, J., “Juridische aspecten van web 2.0 – online informatie en

aansprakelijkheid (content aggregation, content location en user generated content)”, Cah.jur. 2009,

afl. 2, 47-56.

STORCH, J., “3-D Printing your way down the garden path: 3-D Printers, the copyrightization of

patents, and a method for manufacturers to avoid the entertainment industry’s fate”, NYU J. Intell.

Prop. & Ent. L. 2014, 249-309.

VANOVERMEIRE, V., “Wie is kopieerder in de zin van de Auteurswet?” (noot onder Cass. 27 mei

2005), IRDI 2005, 277-284.

WEINBERG, M., “It will be awesome if they don’t screw it up: 3D printing, Intellectual property, and

the fight over the next great disruptive technology”, Public Knowledge 2010, 1-15,

www.publicknowledge.org/files/docs/3DPrintingPaperPublicKnowledge.pdf.

WEINBERG, M., “What’s the Deal with Copyright and 3D Printing?”, Public Knowledge 2013, 1-22,

www.publicknowledge.org/files/What%27s%20the%20Deal%20with%20Copyright_%20Final%20ve

rsion2.pdf.

WU, T., “When code isn’t law”, Va. L. Rev 2003, 101-170, beschikbaar via

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=413201.

IV. Overig

Boeken

KEUVELAAR, W., “Intellectual property rights for music file sharing” in SCHMIDT, A., DOLFSMA, W.

en KEUVELAAR. W. (eds.), Fighting the War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, 93-132.

SCHMIDT, A., “Preliminaries” in SCHMIDT, A., DOLFSMA, W., KEUVELAAR W. (eds.), Fighting the

War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, 1-9.

Page 107: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

103

SCHMIDT, A., “Understanding the war” in SCHMIDT, A., DOLFSMA, W. en KEUVELAAR W. (eds.),

Fighting the War on File Sharing, Den Haag, T.M.C Asser, 2007, 133-204.

TIMROFF, B., Ontdek 3D-printen, Culemborg, Van Duuren Informatica, 2014, 3, 175 p.

WARNIER, C., VERBRUGGEN, D., EHMANN, S. en KLANTEN, R., Printing Things – Visions and

Essentials for 3D Printing, Berlijn, Gestalten, 2014, 240 p.

WILLIAMS, A., Understanding 3D-printing, Amazon Create Space Independent Publishing Platform,

2013, 93 p.

Tijdschriften

BIRTCHNELL T. en URRY, J., “3D, SF and the Future”, Futures 2013, 1-19,

http://ro.uow.edu.au/cgi/viewcontent.cgi?article=1656&context=lhapapers.

GERSHENFELD, N., “How to Make Almost Anything: The Digital Fabrication Revolution”, Foreign

Affairs 2012, 43-57.

HORNICK, J., “3D Printing and the Future (or Demise) of Intellectual Property”, 3DP 2014, 34-43.

KAHNEMAN, D., KNETCH, J. en THALER, R., “Anomalies: The Endowment Effect, Loss Aversion, and

Status Quo Bias”, The Journal of Economic Perspectives 1991, afl.1, 193-206.

KURMAN, M., “Carrots, Not Sticks: Rethinking Enforcement of Intellectual Property Rights for 3D-

Printed manufacturing”, 3DP 2014, 44-51.

LIPSON, H., “Is CAD Keeping up?”, 3DP 2014, 177.

LOUWERS, E-J., “3D-printen zonder kleerscheuren”, 3D-print magazine, 2015, afl. 1, 28-29.

SEEPERSAD, C., “Challenges and Opportunities in Design for Additive Manufacturing”, 3DP 2014,

10-13.

SMITH, R., “Alles uit de printer”, National Geographic Nederland-België 2014, afl. 12, 114-129.

VERNIK, D., PUROHIT D. en DESAI, P., “Music Downloads and the Flip Side of Digital Rights

Management Protection”, Marketing Science 2011, 1-18,

http://static.arstechnica.net/2011/10/10/2011-10-10-VernikDRM.pdf.

Internetbronnen

ALEN, S., “Maak je eigen schoenen met 3D-printer”, HLN, 22 augustus 2013,

www.hln.be/hln/nl/4124/Multimedia/article/detail/1691170/2013/08/22/Maak-je-eigen-schoenen-met-

3D-printer.dhtml.

Page 108: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

104

ALLEN, N., “Why 3D Printing Is Overhyped (I Should Know, I Do It For a Living)”, Gizmodo, 17 mei

2013, http://gizmodo.com/why-3d-printing-is-overhyped-i-should-know-i-do-it-fo-508176750.

ANDERSON, S., “Disney Research Develops New Fabric 3D Printer”, 3DPrint.com, 17 april 2015,

http://3dprint.com/59116/disney-research-fabric-printer/.

ANDERSON, S., “New Details Emerge on the $3,999 Sintratec SLS 3D Printer”, 3DPrint.com, 22

oktober 2014, http://3dprint.com/20602/sintratec-desktop-sls3dprinter/.

BREWSTER, S., “The future of consumer 3D printing: What’s real, what’s coming, and what’s hype”,

Gigaom, 2 oktober 2013, https://gigaom.com/2013/10/02/the-future-of-consumer-3d-printing-whats-

real-whats-coming-and-whats-hype/.

BREWSTER, S., “Why you won’t see a laser sintering 3D printer on your desk anytime soon”, Gigaom,

25 april 2014, https://gigaom.com/2014/04/25/why-you-wont-see-a-laser-sintering-3d-printer-on-your-

desk-anytime-soon/.

COHEN, P., “PyMusique Author Hacks Apple's ITunes Fix”, PC World, 23 maart 2005,

www.pcworld.com/article/120146/article.html.

COLUMBUS, L., “2015 Roundup Of 3D Printing Market Forecasts And Estimates”, Forbes Tech, 31

maart 2015, www.forbes.com/sites/louiscolumbus/2015/03/31/2015-roundup-of-3d-printing-market-

forecasts-and-estimates/.

COPELAND, M., “Why 3-D Printing Won’t Turn Your Home Into a Factory”, Wired, 21 maart 2013,

www.wired.com/2013/03/ideas-not-dinner-plates-are-the-future-of-3-d-printing/.

DEBACKERE, J., “Webpiraten doen Netflix pijn”, De Morgen, 23 januari 2015,

www.demorgen.be/tvmedia/webpiraten-doen-netflix-pijn-a2192163/.

ERNESTO, “Leaked Game Of Thrones Episodes Trigger Piracy Craze”, TorrentFreak, 12 april 2015,

https://torrentfreak.com/leaked-game-of-thrones-episodes-trigger-piracy-craze-150412/.

ERNESTO, “Pirate Bay Shutdown Doesn’t Stop People From Sharing”, TorrentFreak, 17 december

2014, https://torrentfreak.com/pirate-bay-shutdown-doesnt-stop-people-sharing-141216/.

FRIZELL, S., “Game Of Thrones Was the Most Pirated TV Show of 2014”, Time, 26 december 2014,

http://time.com/3647612/game-of-thrones-downloads/.

Gartner's 2014 Hype Cycle for Emerging Technologies Maps the Journey to Digital Business,

www.gartner.com/newsroom/id/2819918.

GILPIN, L., “3D printing: 10 factors still holding it back”, TechRepublic, 19 februari 2014,

www.techrepublic.com/article/3d-printing-10-factors-still-holding-it-back/#.

Page 109: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

105

GILPIN, L., “Autodesk CEO 'debunks the hype' on 3D printing, says industrial 3D printing is the real

revolution”, TechRepublic, 4 april 2014, www.techrepublic.com/article/autodesk-ceo-debunks-the-

hype-on-3d-printing-says-industrial-3d-p-autodesk-the-largest-producer-of-3d-modeling-software-

says-improvements-in-software-machinery-and-material-science-are-driving-an-exci/.

HANNA, P., “The next Napster? Copyright questions as 3D printing comes of age”, Ars Technica, 6

april 2011, 1-3, http://arstechnica.com/tech-policy/2011/04/05/the-next-napster-copyright-questions-

as-3d-printing-comes-of-age/.

HAUER, J., “Swimming With 3D Printed Sharks”, Inside 3DP, 19 maart 2015,

www.inside3dp.com/swimming-3d-printed-sharks/.

HICKEY, W., “HBO: We Know You're Pirating 'Game Of Thrones' And That’s Fine”, Business

Insider, 8 augustus 2013, www.businessinsider.com/time-warner-ceo-people-pirating-game-of-

thrones-is-better-than-an-emmy-for-hbo-2013-8?IR=T.

HIPOLITE, W., “Launzer Teams with Warner Brothers & ITV Studios to Bring Your Favorite

Characters into the 3D Printing World”, 3DPrint.com, 17 december 2014,

http://3dprint.com/31722/launzer-warner-brothers/.

HORNICK, J., “How to Tell What’s Real and What’s Fake in a 3D Printed World”, 3D Printing

Industry, 5 februari 2014, http://3dprintingindustry.com/2014/02/05/tell-whats-real-whats-fake-3d-

printed-world/.

HORNICK, J., “Of Sharks, Thrones, and Paradigm Shifts”, 3D Printing Industry, 25 februari 2015,

http://3dprintingindustry.com/2015/02/25/of-sharks-thrones-and-paradigm-shifts/.

JOHNSON, D., “3D printing: Don't believe the hype”, CBS Moneywatch, 21 juni 2013,

www.cbsnews.com/news/3d-printing-dont-believe-the-hype/.

KOELMAN, L., “Piraterij uitdaging voor de boekenbranche”, Webwereld, 9 februari 2012,

http://webwereld.nl/beveiliging/868-piraterij-uitdaging-voor-de-boekenbranche-column.

KRASSENSTEIN, E., “Laser Sintering 3D Printing May Now Take Off with a Very Important Patent

Expiring Today”, 3DPrint.com, 28 januari 2014, http://3dprint.com/387/laser-sintering-3d-printing-

may-now-take-off-with-a-very-important-patent-expiring-today/.

KRASSENSTEIN, E., “MakerBot Launches Thingiverse Groups, Bringing the Community of 3D

Designers Together”, 3DPrint.com, 20 januari 2015, http://3dprint.com/38680/makerbot-thingiverse-

groups/.

Page 110: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

106

KURMAN, M. en LIPSON, H., “Why You Shouldn't Worry About 3D-Printed Piracy”, Popular

Mechanics, 30 mei 014, www.popularmechanics.com/technology/gadgets/a10687/why-you-shouldnt-

worry-about-3d-printed-piracy-16841445/.

LASETER T. en HUTCHINSON-KRUPAT, J., “A Skeptic’s Guide to 3D Printing”, Strategy+Business, 26

november 2013, 1-5, http://www.strategy-

business.com/media/file/00219_A_Skeptics_Guide_to_3D_Printing.pdf.

LAURIA, P., “Infringement!”, New York Post, 27 februari 2008,

http://nypost.com/2008/02/27/infringement/.

LEBER, J., “What Yoda Taught Me About 3-D Printing”, MIT Technology Review, 7 januari 2013,

www.technologyreview.com/news/509286/what-yoda-taught-me-about-3-d-printing/.

LOBOSCO, K., “Stratasys buys Makerbot 3-D printing company for $400 million”, CNN Money, 19

juni 2013, www.money.cnn.com/2013/06/19/technology/makerbot-stratasys-merger/.

MCCUE, TJ., “Hasbro Offers Artwork For 3D Printing At Shapeways”, Forbes Tech, 31 juli 2014,

www.forbes.com/sites/tjmccue/2014/07/31/hasbro-offers-artwork-for-3d-printing-at-shapeways/.

MEEUSEN, W., “DVD Jon blijft media-industrie provoceren”, ZDNet, 22 februari 2008,

www.zdnet.be/dvdjon/80713/dvd-jon-blijft-media-industrie-provoceren/.

MOLITCH-HOU, M., “Disney/Star Wars 3D Printed Figurines Are Back! Now, With Less Sexism!”,

3D Printing Industry, 14 april 2014, http://3dprintingindustry.com/2014/04/14/disneystar-wars-3d-

printed-figurines/.

NASH, E., “How Steve Jobs Saved the Music Industry”, The Wall Street Journal, 21 oktober 2011,

www.wsj.com/articles/SB10001424052970204002304576629463753783594.

PALERMO, E., “Fused Deposition Modeling: Most Common 3D Printing Method”, Live Science, 19

september 2013, www.livescience.com/39810-fused-deposition-modeling.html.

PALERMO, E., “What is Stereolithography?”, Live Science, 13 juli 2013, www.livescience.com/38190-

stereolithography.html.

PEELS, J., “This is the most successful 3D printed product in the world”, Inside 3DP, 22 september

2014, www.inside3dp.com/successful-3d-printed-product-world/.

PETRICK, I. en SIMPSON, T., “3D Printing Disrupts Manufacturing How Economies of One Create

New Rules of Competition”, Research-Technology Management 2013, 1-6, http://strategic-

technology-roadmapping.com/pdfs/Economies_of_One.pdf.

Page 111: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

107

PRUIJN, R., “Eerste Belgische 3D-printshop voor consumenten opent in Brussel”, ZDNet, 23

september 2013, www.zdnet.be/nieuws/151851/eerste-belgische-3d-printshop-voor-consumenten-

opent-in-brussel/; http://modelloprint.com/wp0-2/.

RADIS, L., “The Palette Filament Feeding System”, 3DPrinting.com, 24 april 2015,

http://3dprinting.com/news/the-palette-filament-feeding-system/.

REGALADO, A., “Nathan Myhrvold's Cunning Plan to Prevent 3-D Printer Piracy”, MIT Technology

Review, 11 oktober 2012, www.technologyreview.com/view/429566/nathan-myhrvolds-cunning-plan-

to-prevent-3-d-printer-piracy/.

RICH, M., “With E-readers Comes Wider Piracy of Books - Print Books Are Target of Pirates on the

Web”, The New York Times, 11 mei 2009,

www.nytimes.com/2009/05/12/technology/internet/12digital.html.

SMITH, T., “DVD Jon: buy DRM-less tracks from Apple iTunes”, The Register, 18 maart 2005,

www.theregister.co.uk/2005/03/18/itunes_pymusique/.

STONE, B., “Want to Copy iTunes Music? Go Ahead, Apple Says”, The New York Times, 6 januari

2009, www.nytimes.com/2009/01/07/technology/companies/07apple.html.

TASSI, P., “Nearly Half Of 'Game of Thrones' Season 5 Has Leaked Online”, Forbes, 12 april 2015,

www.forbes.com/sites/insertcoin/2015/04/12/nearly-half-of-game-of-thrones-season-five-has-leaked-

online/.

TEMPLETON, G., “Major patent expiration could spark a second 3D printing revolution”, ExtremeTech,

29 januari 2014, www.extremetech.com/extreme/175562-major-patent-expiration-could-spark-a-

second-3d-printing-revolution.

THOMPSON, C., “Clive Thompson on 3D printing’s legal morass”, Wired, 30 mei 2012,

www.wired.com/2012/05/3-d-printing-patent-law/.

TITLOW, J., “Why 3D Printing Will Be The Next Big Copyright Fight”, ReadWrite, 20 februari 2013,

http://readwrite.com/2013/02/20/3d-printing-will-be-the-next-big-copyright-

fight?utm_source=feedburner&utm_medium=feed&utm_campaign=Feed:%20businessinsider%20(Bu

siness%20Insider).

VICARI, A., “Efficiences of improved 3D printing inspire innovation”, E&P, 2 januari 2014,

http://www.epmag.com/efficiencies-improved-3-d-printing-inspire-innovation-709866#p=full.

WAKEFIELD, J., “Has 3D printing in the home been over-hyped?”, BBC Technology, 22 april 2013,

www.bbc.com/news/technology-22093072.

Page 112: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

108

Warner Music Group, Form 10-K United States Securities and Exchange Commission, 1 december

2005, www.sec.gov/Archives/edgar/data/1319161/000119312505234771/d10k.htm.

WEINBERG, M., “Bronies Show A Way to Not Destroy 3D Printing With Lawsuits”, Public

Knowledge, 22 juli 2014, www.publicknowledge.org/news-blog/blogs/bronies-show-a-way-to-not-

destroy-3d-printing-with-lawsuits.

WOHLERS, T. en GORNET, T., “History of additive manufacturing”, Wohlers Report 2012, 1-26,

www.wohlersassociates.com/history2012.pdf.

WOOLLASTON, V., “Print your own car in less than TWO DAYS: World’s first-3D printed ‘Strati’

vehicle costs £11,000 and is made using just 49 parts”, Daily MailOnline, 8 oktober 2014,

www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2784792/Print-car-TWO-DAYS-World-s-3D-printed-Strati-

vehicle-costs-11-000-using-just-49-parts.html.

X, “3D printing market to grow to US$16.2 billion in 2018”, Canalys, 31 maart 2014,

www.canalys.com/newsroom/3d-printing-market-grow-us162-billion-2018.

X, “3MF opvolger van STL formaat”, 3D-Print Magazine, 4 mei 2015,

http://3dprintmagazine.eu/3mf-opvolger-stl-formaat/.

X, “A third industrial revolution”, The Economist, 21 april 2012,

www.economist.com/node/21552901.

X, “RIAA v. The People: Five Years Late”, Electronic Frontier Foundation, 30 september 2008, 1-20,

www.eff.org/files/eff-riaa-whitepaper.pdf.

X, “Rising from the ooze”, The Economist – Science and Technology, 17 maart 2015,

www.economist.com/news/science-and-technology/21646537-quicker-way-print-objects-rising-ooze.

X, “Wohlers Report: 3D printmarkt doorbreekt grens 4 miljard dollar omzet”, 3D-print magazine, 10

april 2015, http://3dprintmagazine.eu/wohlers-report-3d-printmarkt-doorbreekt-grens-4-miljard-dollar-

omzet/.

URL’s

http://botobjects.com/prices.

http://creativecommons.org/about.

http://creativecommons.org/licenses/.

http://cubify.com/en/Products/Sense.

http://formlabs.com/products/form-1-plus/.

Page 113: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

109

http://i.materialise.com/.

http://i.materialise.com/legal/terms#intellectual.

http://manual.slic3r.org/expert-mode/support-material.

http://windows.microsoft.com/nl-BE/windows-xp/help/windows-media-player/11/rip-a-cd.

https://ultimaker.com/en/products/ultimaker-2-family#quality.

www.123dapp.com/design.

www.3dhubs.com/.

www.aniwaa.com/3d-scanners/compare-3d-scanners/.

www.apple.com/pr/library/2003/04/28Apple-Launches-the-iTunes-Music-Store.html.

www.apple.com/pr/library/2009/01/06Changes-Coming-to-the-iTunes-Store.html.

www.astm.org/Standards/ISOASTM52915.htm.

www.astmnewsroom.org/default.aspx?pageid=2539.

www.autodesk.com.

www.bol.com/nl/p/funko-yoda-wacky-wobbler/9200000027572423/.

www.cgtrader.com/3d-print-models.

www.einscan.com/#!einscan/cjg9.

www.kickstarter.com/projects/681809941/einscan-s-fast-accurate-safe-3d-scanner-for-3d-

pri/description.

www.kickstarter.com/projects/mosaic3d/the-palette-3d-printing-evolved.

www.makie.me.

www.materialise.com/glossary/stl-file.

www.mixeelabs.com.

www.pcadvisor.co.uk/how-to/digital-home/3332271/how-rip-dvd-windows-pc-mac/.

www.plantin.be/bn/PlantinNews/3D-Scanservice.html.

www.shapeways.com/.

www.shapeways.com/blog/archives/16759-hasbro-shapeways-enable-3d-printing-fan-art-with-

superfanart.html.

Page 114: 3D-printen door consumenten: inzichten in het ontstaan van ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/540/RUG01... · 9 C. WARNIER, D. VERBRUGGEN, S. EHMANN en R. KLANTEN, Printing Things

110

www.shapeways.com/marketplace/?li=nav-tab.

www.shapeways.com/support/faq.

www.stratasys.com/legal/legal-information.

www.thingiverse.com/.

www.thingiverse.com/legal.

www.thingiverse.com/thing:1783.

www.thingiverse.com/thing:10650.

www.tinkercad.com/.

www.toyze.com/#how-it-works.

www.trideus.be/nl/colorfabb-woodfill.html.

www.trideus.be/nl/formfutura-pla-premium-dutch-orange.html.

www.trideus.be/nl/xyzprinting-da-vinci-10.html.