399 Huisarts Laks Bij Verslavende Slaapmiddelen

1
beroepsuitoefening 79 zorg & financiering > 3-2009 399 huisarts laks bij verslavende slaapmiddelen Huisartsen schieten tekort bij het voorschrijven van verslavende slaapmiddelen, zo blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. Patiënten krijgen vaak meer pillen dan de bedoeling is, herhalingsrecepten worden te makkelijk ver- strekt en gevaren van langdurig gebruik blijven onderbelicht. Huisartsen wijken veelvuldig af van hun eigen richtlijn, terwijl die richtlijn het uitgangspunt is voor verantwoorde zorg. Ook bij de apotheek is onvoldoende aandacht voor advies en begelei- ding van mensen die slaapmiddelen slikken. De bond heeft de resultaten van het onderzoek onder de aandacht gebracht van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en apothekers- organisatie KNMP. Enquête De Consumentenbond hield eind 2008 een enquête onder bijna vijftienhonderd mensen die het afgelopen jaar last hadden van slapeloosheid. Uit die groep kregen 412 mensen een slaapmid- del van hun huisarts. Door het verslavende karakter van dergelijke medicijnen moeten art- sen terughoudend zijn met het uitschrijven van recepten. In de NHG-richtlijn staat onder ande- re dat huisartsen hun patiënten moeten wijzen op alternatieven (zoals een slaapcursus of ont- spanningsoefeningen) en dat ze niet meer dan vijf tot tien tabletten per keer mogen voorschrij- ven. Ook moeten herhaalrecepten via het (tele- fonisch) spreekuur lopen en is het de bedoeling dat de arts voorlichting geeft over bijwerkingen, gewenning en veilig gebruik. In de praktijk komt daar weinig van terecht. Zo krijgt 36 pro- cent van de patiënten bij het eerste recept al direct meer dan tien slaappillen, en bij herhaal- recepten is dat 77 procent. Herhaalrecepten blij- ken bovendien eenvoudig te verkrijgen. In veel gevallen gaat dat via de assistent. Slechts twaalf procent van de herhaalrecepten wordt afgegeven na een (telefonisch) consult. Bron: Consumentenbond, 6 februari 2009< 400 huisarts en specialist beoordelen samenwerking verschillend Huisartsen en medisch specialisten beoordelen de wederzijdse samenwerking op dezelfde punten zeer verschillend. Dat blijkt uit het promotieonderzoek dat huisarts Annette Berendsen aan het Universitair Medisch Centrum Groningen uitvoerde. Berendsen deed onderzoek naar de motivatie van huisartsen en medisch specialisten om samen te werken en keek ook hoe patiënten en dokters die samenwerking beoordelen. Uit het onderzoek blijkt dat specialisten de huisarts slecht bereikbaar vinden en de kwaliteit van de verwijsbrief laag inschatten. Specialisten stellen veel vaker dan de huisartsen dat de vraag al in de verwijsbrief wordt beantwoord. Ook vinden spe- cialisten dat de adviezen in de terugverwijsbrief vaak niet door hun collega uit de eerste lijn wor- den opgevolgd. De huisartsen denken hier anders over. Zij stellen ook dat de terugverwijs- brief vaak niet op tijd komt, waar de specialisten het mee oneens zijn. Verder beoordelen specia- listen de bereikbaarheid van huisartsen minder goed dan de huisartsen die zelf beoordelen. Beide partijen willen wel graag feedback van elkaar ontvangen, maar die feedback wordt in de praktijk maar weinig gegeven. Volgens Berendsen staan deze verschillende beoordelingen van de onderlinge communicatie verbeteringen in de weg. Ze adviseert huisartsen en specialisten om in onderling overleg te komen tot een format voor de (terug)verwijs-

Transcript of 399 Huisarts Laks Bij Verslavende Slaapmiddelen

Page 1: 399 Huisarts Laks Bij Verslavende Slaapmiddelen

beroepsuitoefening

79zorg & financiering > 3-2009

399 huisarts laks bij verslavende slaapmiddelen

Huisartsen schieten tekort bij het voorschrijvenvan verslavende slaapmiddelen, zo blijkt uitonderzoek van de Consumentenbond. Patiëntenkrijgen vaak meer pillen dan de bedoeling is,herhalingsrecepten worden te makkelijk ver-strekt en gevaren van langdurig gebruik blijvenonderbelicht.

Huisartsen wijken veelvuldig af van hun eigenrichtlijn, terwijl die richtlijn het uitgangspunt isvoor verantwoorde zorg. Ook bij de apotheek isonvoldoende aandacht voor advies en begelei-ding van mensen die slaapmiddelen slikken.De bond heeft de resultaten van het onderzoekonder de aandacht gebracht van het NederlandsHuisartsen Genootschap (NHG) en apothekers-organisatie KNMP.

Enquête

De Consumentenbond hield eind 2008 eenenquête onder bijna vijftienhonderd mensen diehet afgelopen jaar last hadden van slapeloosheid.

Uit die groep kregen 412 mensen een slaapmid-del van hun huisarts. Door het verslavendekarakter van dergelijke medicijnen moeten art-sen terughoudend zijn met het uitschrijven vanrecepten. In de NHG-richtlijn staat onder ande-re dat huisartsen hun patiënten moeten wijzenop alternatieven (zoals een slaapcursus of ont-spanningsoefeningen) en dat ze niet meer danvijf tot tien tabletten per keer mogen voorschrij-ven. Ook moeten herhaalrecepten via het (tele-fonisch) spreekuur lopen en is het de bedoelingdat de arts voorlichting geeft over bijwerkingen,gewenning en veilig gebruik. In de praktijkkomt daar weinig van terecht. Zo krijgt 36 pro-cent van de patiënten bij het eerste recept aldirect meer dan tien slaappillen, en bij herhaal-recepten is dat 77 procent. Herhaalrecepten blij-ken bovendien eenvoudig te verkrijgen. In veelgevallen gaat dat via de assistent. Slechts twaalfprocent van de herhaalrecepten wordt afgegevenna een (telefonisch) consult.Bron: Consumentenbond, 6 februari 2009<

400 huisarts en specialist beoordelen samenwerking verschillend

Huisartsen en medisch specialisten beoordelende wederzijdse samenwerking op dezelfdepunten zeer verschillend. Dat blijkt uit hetpromotieonderzoek dat huisarts AnnetteBerendsen aan het Universitair MedischCentrum Groningen uitvoerde.

Berendsen deed onderzoek naar de motivatievan huisartsen en medisch specialisten omsamen te werken en keek ook hoe patiënten endokters die samenwerking beoordelen. Uit hetonderzoek blijkt dat specialisten de huisartsslecht bereikbaar vinden en de kwaliteit van deverwijsbrief laag inschatten. Specialisten stellenveel vaker dan de huisartsen dat de vraag al in deverwijsbrief wordt beantwoord. Ook vinden spe-

cialisten dat de adviezen in de terugverwijsbriefvaak niet door hun collega uit de eerste lijn wor-den opgevolgd. De huisartsen denken hieranders over. Zij stellen ook dat de terugverwijs-brief vaak niet op tijd komt, waar de specialistenhet mee oneens zijn. Verder beoordelen specia-listen de bereikbaarheid van huisartsen mindergoed dan de huisartsen die zelf beoordelen.Beide partijen willen wel graag feedback vanelkaar ontvangen, maar die feedback wordt in depraktijk maar weinig gegeven.Volgens Berendsen staan deze verschillendebeoordelingen van de onderlinge communicatieverbeteringen in de weg. Ze adviseert huisartsenen specialisten om in onderling overleg tekomen tot een format voor de (terug)verwijs-

ZenF-0309-cyaan.qxd 10-3-2009 13:22 Pagina 79