56 4-2008 > zorg & financiering

Er moet een debat worden gevoerd over de toe-komst van de eerstelijnszorg en de rol van dehuisarts daarin. De Landelijke HuisartsenVereniging (LHV) zou daarin een voortrekkers-rol kunnen spelen. Dat stelt LHV-voorzitterVan Eijck.

In een column in het tijdschrift Huisarts inPraktijk reageert Van Eijck op de nota Dynamischeeerstelijnszorg van minister Klink. De ministersnijdt daarin een aantal thema’s aan, maar geeftniet aan wie waarvoor verantwoordelijk is. VanEijck: ‘De minister legt de bal nu bij het veld,maar daar is het nog heel erg stil. Daarom heb ikaangegeven dat wij als LHV bereid zijn om meete denken in de discussie.’ Volgens de LHV-voorzitter moet er, samen metde tweede lijn en partijen als ZorgverzekeraarsNederland (ZN) en de Nederlandse Zorgautori-

teit (NZa), bijvoorbeeld worden gesproken overhoe de eerste lijn moet omgaan met demografi-sche ontwikkelingen als vergrijzing. ‘Als de zie-kenhuizen hier hun handen vol aan hebben,moeten we ons als huisartsen bijvoorbeeld rich-ten op substitutie.’ Ook moeten er goede afspra-ken worden gemaakt over de inrichting van despoedzorg en de preventie binnen de eerste lijn.Van Eijck vindt dat niet alles op het bordje van dehuisarts geschoven kan worden. ‘Huisartsen zijnbest bereid om meer taken uit te voeren, mits ervoldoende ondersteuning in de praktijk is. Datmoet ook financieel goed worden geregeld.’ Minister Klink heeft inmiddels gereageerd op decolumn van Van Eijck. ‘Hij vindt het een sympa-thieke gedachte’, zegt de LHV-voorzitter. ‘Erwordt nu verder gekeken hoe het moet wordenvormgegeven. Wij wachten die reactie af.’Bron: www.mednet.nl, 7 maart 2008<

> zorg> huisartsen

396 lhv wil debat over toekomst eerste lijn

397 mrsa dringt nog niet door in de huisartsenpraktijk

Infectie met MRSA (meticillineresistenteStaphylococcus aureus) is vooral een ziekenhuis-infectie. De resistente bacterie blijkt nog nietdoorgedrongen in de Nederlandse huisartsen-praktijk, aldus onderzoekers van het Neder-lands instituut voor onderzoek van de gezond-heidszorg (Nivel) en het Universitair MedischCentrum in Maastricht.

Bijna een kwart van de Nederlanders draagt debacterie Staphylococcus aureus bij zich, het anti-bioticagevoelige broertje van de beruchte zie-kenhuisbacterie MRSA. De bacterie huist in deneus en de gastheer heeft er doorgaans weiniglast van. Bij sterk verzwakte patiënten kan debacterie echter een dodelijke infectie veroorza-ken. Uit onderzoek van het Nivel en het Univer-

sitair Medisch Centrum in Maastricht blijkt dattwee derde van de stafylokokkenstammen in dehuisartsenpraktijk resistent is tegen penicillineen amoxicilline. ‘Deze antibiotica zijn dus nau-welijks meer zinvol bij zulke infecties’, steltNivel-onderzoeker Donker, ‘huisartsen schrij-ven ze bij S. aureus-infectie daarom ook nietmeer voor.’ Tegen andere antibiotica zijn demeeste S. aureus-stammen echter nog niet opge-wassen. De onderzoekers vonden zelfs helemaalgeen MRSA in de huisartsenpraktijken.

Beperkt voorschrijven

In de Nederlandse ziekenhuizen komt MRSAjuist vaker voor. Tussen 2002 en 2006 vond eenverdubbeling plaats van het aantal gevallen van

ZenF-0408- cyaan.qxd 9-4-2008 13:16 Pagina 56

huisartsen

57zorg & financiering > 4-2008

MRSA. De oorsprong van MRSA ligt dus niet inde ‘open populatie’ maar in de ziekenhuizen enin bekende risicogroepen, zoals patiënten diein buitenlandse ziekenhuizen zijn verpleegd,patiënten met terugkerende huidinfecties, boe-ren die varkens of mestkalveren houden engezinsleden van deze risicogroepen. Donker:

‘Dat wij geen MRSA vinden in de huisartsen-praktijk laat zien dat de MRSA-uitbraken in deziekenhuizen zich daarbuiten niet hebben ver-spreid. Om resistentie te voorkomen moetenhuisartsen antibiotica beperkt blijven voor-schrijven.’Bron: Nivel, 6 maart 2008<

398 nhg staat niet achter apothekerscampagne

De beroepsorganisatie van apothekers KNMPstart in de maand mei met de campagne ‘Weet jeWaarde’ om cholesterol te laten meten in deapotheek. Het Nederlands Huisartsen Genoot-schap (NHG) staat niet achter deze campagne.De berichtgeving in de media doet geloven datdeze actie is afgestemd met het NHG. Deze‘afstemming’ bestond echter uit het informerenover de campagne en het verlenen van toestem-ming om de patiëntenfolder ‘Cholesterol’ temogen gebruiken. Het NHG heeft tijdens decontacten met de KNMP vanaf het begin zijninhoudelijke bezwaren tegen de campagnegeuit.

Het NHG is tegen deze campagne omdat eencholesteroltest niet zinvol is als deze los wordtaangeboden, maar alleen een plaats heeft indienhij is ingebed in een totaal cardiovasculair risico-profiel. Dergelijke tests horen daarom thuis in dereguliere eerstelijnszorg en niet bij de apotheek.Daarnaast moet een screening op cholesterolworden gevolgd door een goede follow-up.Het is de vraag of de apothekers aan deze voor-waarde kunnen voldoen. Een goede afstemmingmet de huisarts is afhankelijk van de individueleapotheker. Het NHG heeft hierbij geen actieverol vervuld. Afstemming met de huisarts en fol-low-up zijn dus a priori niet goed geregeld.Bron: www.artsennet.nl, 3 maart 2008<

399 ruime meerderheid nederlanders vindt sos arts noodzakelijk

Bijna negentig procent van de Nederlandersvindt SOS Arts, een initiatief waarbij patiëntenbuiten de dienstdoende arts om een visite kun-nen aanvragen, noodzakelijk. Dit blijkt uitonderzoek dat onderzoeksinstituut TNS-NIPOin opdracht van SOS Arts heeft uitgevoerd.

In het onderzoek Dag en nacht de arts aan huisgeeft 86 procent van de ondervraagde veertig-plussers en 71 procent van de ouders met kinde-ren tot twaalf jaar aan het initiatief van SOS Artsnoodzakelijk te vinden. De respondenten zienSOS Arts niet als vervanging van, maar als aan-vulling op de eigen huisarts en zien het initiatiefals een middel waar vooral ouderen en gezinnenmet jonge kinderen gebruik van kunnen maken.

Bijna een kwart van de veertigplussers geeft aanhet een nadeel te vinden dat SOS Arts niet op dehoogte is van het medisch dossier van de patiënt.Van de ouders met kinderen ziet 26 procent ditals een nadeel. De Landelijke HuisartsenVereniging (LHV) liet in een reactie op het initia-tief van zakenman Verhoeven weten SOS Artsoverbodig te vinden. Onder andere vanwege hetfeit dat SOS Arts niet de beschikking heeft overachterliggende informatie uit elektronischepatiëntendossiers en de infrastructuur van eenvolwaardige praktijk. Volgens Verhoeven hebben inmiddels zo’n der-tig huisartsen bij SOS Arts gesolliciteerd. Bron: www.mednet.nl, 28 februari 2008<

ZenF-0408- cyaan.qxd 9-4-2008 13:16 Pagina 57