379 Tien Procent Minder Separaties In Ggz Wéér Niet Gehaald
Transcript of 379 Tien Procent Minder Separaties In Ggz Wéér Niet Gehaald
geestelijke gezondheidszorg
89zorg & financiering > 3-2006
Programma’s voor zorgvernieuwing bij psychi-atrische patiënten die langdurig afhankelijk zijnvan zorg, blijken goed te werken. Deelnemendepatiënten blijken minder ondersteuning nodigte hebben bij het wonen, hebben een betere enzinvollere dagbesteding en zijn beter geïnfor-meerd over hun psychiatrische aandoening.
Dat blijkt uit onderzoek waarop Jan Theunissenin maart promoveerde aan het VU medisch cen-trum in Amsterdam. Voor zijn promotie onder-zocht Theunissen vier programma’s voor zorg-vernieuwing in de regio Amsterdam Zuid/Nieuw-West. Een van de kenmerken van de
programma’s is dat de zorg afgestemd moetworden op de wensen van de individuele patiënt.Theunissen vond positieve resultaten voor zelf-standig wonende GGZ-cliënten met veel symp-tomen en handicaps. Zij blijken minder onder-steuning nodig te hebben bij het wonen, eenbetere en zinvollere dagbesteding te hebben enbeter geïnformeerd te zijn over hun psychiatri-sche aandoening. Er zijn echter geen verbeterin-gen in de kwaliteit van leven en het psychiatrischziektebeeld. Ook bleken de deelnemers nietmeer zelfredzaam ondanks trainings- en leer-programma’s.Bron: MedNet, 21 maart 2006<
378 zorgvernieuwing in chronische psychiatrie werkt
379 tien procent minder separaties in ggz wéér niet gehaald
Om het aantal gedwongen separaties van pa-tiënten in de psychiatrie terug te dringen is eencultuuromslag nodig. ‘De voorgenomen ver-mindering met tien procent is niet gehaald’,erkent GGZ Nederland. De brancheorganisatiemaakt inmiddels met 32 instellingen plannenom het aantal separaties te verminderen.
Uit cijfers van de Inspectie voor de Gezond-heidszorg (IGZ) blijkt dat het aantal separatiesbij dwangtoepassingen weer is gestegen van6141 separaties in 2004 naar 6313 in 2005. Endat terwijl brancheorganisatie GGZ Nederlandin 2004 al een beleid formuleerde om het aantalseparaties met tien procent te verminderen.Tineke Stikker, juriste bij GGZ Nederland,erkent dat er inmiddels twee jaar voorbij zijn enhet terugdringen van het aantal separaties nogniet lukt. ‘Men praat er lang over, dat klopt,maar ik heb goede hoop dat we een dalendetrend zien de komende jaren.’ Die daling komter volgens Stikker omdat inmiddels met 32instellingen plannen worden gemaakt om ver-anderingen door te voeren. Bij een pilot bleek aldat in sommige instellingen er in slagen het
aantal separaties met zeventig procent te ver-minderen.Vijftien instellingen gaan heel concreet aan deslag met voorstellen om separaties te verminde-ren, vertelt Stikker. ‘De verwachting is dat ande-re organisaties zich in de loop van de tijd zullenaansluiten. Zo moet een dalende trend ingezetworden. De cultuurverandering behelst vooralnadenken over hoe je als medewerker handeltten opzichte van de patiënt; waarom handel jezo en welke gevolgen heeft dat voor de patiënt.Dat klinkt boterzacht, maar het gaat om hoe jemet dwangmiddelen omgaat.’Vanaf de jaren zestig stond de autonomie van depatiënt voorop, schetst Stikker. ‘Toen ontwik-kelde het idee dat separeren minder erg is dandwangmedicatie. De laatste jaren doet een ande-re opvatting meer opgeld: kijk naar de individu-ele patiënt wat hij het minst ingrijpend vindt. Uiteen onderzoek blijkt dat jongere patiënten lieverdwangmedicatie willen en oudere patiënten lie-ver gesepareerd worden als er sprake is vandirect gevaar voor de persoon zelf en voor zijnomgeving.’
ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 89
zorg
90 3-2006 > zorg & financiering
Overigens ziet GGZ Nederland meer nog in deverandering van de Wet bijzondere opnemingenpsychiatrische ziekenhuizen. Stikker: ‘Als het
eerder mogelijk is om gedwongen in te grijpen,hoef je ook minder te separeren.’Bron: Nieuwsbrief Zorg en Welzijn, 24 maart 2006<
> gehandicaptenzorg
380 palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperkingis nog lastig
Mensen met een verstandelijke beperking dieongeneeslijk ziek zijn, vallen wat gezondheids-zorg betreft vaak tussen wal en schip. De regu-liere zorgverlening weet niet goed raad met decommunicatieve en cognitieve beperkingen vanmensen met een verstandelijke beperking, ter-wijl in de gehandicaptenzorg vaak elementairekennis ontbreekt van zorg rondom het levens-einde (palliatieve zorg).
Samenwerking en kennisuitwisseling tussenzorgsectoren is noodzakelijk om die versnippe-ring van knowhow tegen te gaan, zodat ookmensen met een verstandelijke beperking goedepalliatieve zorg kunnen krijgen. Dit blijkt uitonderzoek van het onderzoeksinstituut Nivel, deUniversiteit Maastricht en het GouverneurKremers Centrum.Er zijn in Nederland ruim 110.000 mensen meteen verstandelijke beperking. De zorg aan ter-minaal zieke mensen met een verstandelijke
beperking zorgt echter voor allerlei problemen,die soms zeer praktisch van aard zijn. Regulierezorgverleners weten bijvoorbeeld niet goed hoeze met een persoon met een verstandelijke be-perking kunnen communiceren over diensnaderende dood, of over wensen rondom hetlevenseinde. In de instellingen voor mensen meteen verstandelijke beperking is veel expertiseover deze doelgroep aanwezig, maar is de ken-nis over en ervaring met palliatieve zorg beperkt.Zo worden in de verstandelijk gehandicapten-zorg de in de reguliere palliatieve zorg ingebur-gerde methoden om pijn te meten bij mensendie niet verbaal kunnen communiceren, nog nietof nauwelijks gebruikt, simpelweg omdat mendaar niet weet dat ze bestaan. Ook maken instel-lingen voor mensen met een verstandelijke be-perking beperkt gebruik van de adviezen die zekunnen krijgen van de bestaande Consultatie-teams Palliatieve Zorg. Bron: bericht Nivel, 14 maart 2006<
381 scp: succesvolle participatie van jongeren met beperkingen
Sociale vaardigheden is de sleutel tot succesvol-le participatie van jongeren met beperkingen.
Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Plan-bureau (SCP) in het rapport Jeugd met beperkingen.Rapportage gehandicapten 2006.
In het rapport, onder redactie van dr. SjoerdKooiker, wordt een beeld gegeven van de leef-situatie van kinderen en jongeren met (vooral
fysieke) beperkingen in de leeftijd van 6 tot enmet 24 jaar. Aan de orde komen onder meer desituatie op school en op het werk, de vrijetijds-besteding en de sociale relaties. In het rapportkomen ook de jongeren zelf uitgebreid aan hetwoord.De periodieke SCP-rapportages over de leefsitu-atie van mensen met een lichamelijke of verstan-delijke beperking komen tot stand op verzoekvan het Ministerie van VWS. Deze rapportage is
ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 90