378 Ross Geeft Twintig Miljoen Euro Extra Voor Maatschappelijke Opvang

2
101 zorg & financiering > 3-2005 paramedische zorg/welzijnszorg Achtergrond onderzoek Deze gegevens zijn afkomstig uit onderzoek van het Nivel met behulp van de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). Het onderzoek is verricht in opdracht van het Ministerie van VWS. LIPZ is een lande- lijk representatief netwerk van geautomatiseer- de extramurale fysiotherapie en oefentherapie- praktijken die gegevens registreren over de zorg die zij aan hun patiënten leveren. Er deden 34 praktijken voor fysiotherapie, 19 praktijken voor oefentherapie Cesar en 17 prak- tijken voor oefentherapie Mensendieck aan het onderzoek mee. Zij hebben gegevens van 442.971 zittingen aangeleverd. De meetperiode was 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004. Bron: Nivel, 25 februari 2005< Vergeleken met 2003 hebben fysiotherapeuten in 2004 meer mensen behandeld met een chro- nische aandoening waarbij fysiotherapie ver- goed wordt door de basisverzekering (een ‘lijst- aandoening’). Het verwijsbeleid van huisartsen en specialisten lijkt niet veranderd, maar fysio- therapeuten benoemen een groter deel van de naar hen verwezen patiënten als ‘lijstpatiënt’. Niettemin blijkt nog een aanzienlijk deel (ca. 20%) van de naar een fysiotherapeut verwezen reumapatiënten en CVA-patiënten niet als lijst- patiënt te worden aangemerkt. Waarom dat niet gebeurt, is niet onderzocht. Uit eerder Nivel- onderzoek bleek dat het totaal aantal bezoeken aan de fysiotherapeut met zes procent is afgeno- men. Het aantal bezoeken van lijstpatiënten is echter met dertig procent gestegen. Dit komt vooral door een stijging van het aantal nieuwe lijstpatiënten (met 26%) en minder door een stijging van het aantal zittingen per patiënt. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel-project Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LIPZ) gesubsidieerd door het Ministerie van VWS. Bron: Nivel, 22 maart 2005< 377 meer fysiotherapeutische zorg voor patiënten met chronische aandoening in 2004 Staatssecretaris Ross van VWS stelt twintig mil- joen euro extra beschikbaar voor de zorg van kwetsbare mensen, voor wie zonder zorg maat- schappelijke teloorgang dreigt. Zij wil dat de zorg die instellingen voor maatschappelijke opvang vorig jaar leverden in 2005 kan worden voortgezet. Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. Aanleiding voor het beschikbaar stellen van de extra middelen is de overgang van bekostiging via een subsidieregeling naar financiering uit de AWBZ. De subsidieregeling voor de begeleiding van cliënten van de geestelijke gezondheidszorg in de maatschappelijke opvang eindigde per 1 januari 2005. De instellingen die deze subsidie ontvingen kregen tot 2005 de tijd om toelating aan te vragen voor financiering uit de AWBZ. Het College voor zorgverzekeringen gaf 67 voor- heen gesubsidieerde opvanginstellingen een erkenning: 57 voor maatschappelijke opvang en 10 voor vrouwenopvang. Voor de bekostiging > welzijnszorg 378 ross geeft twintig miljoen euro extra voor maatschappelijke opvang

Transcript of 378 Ross Geeft Twintig Miljoen Euro Extra Voor Maatschappelijke Opvang

Page 1: 378 Ross Geeft Twintig Miljoen Euro Extra Voor Maatschappelijke Opvang

101zorg & financiering > 3-2005

paramedische zorg/welzijnszorg

Achtergrond onderzoek

Deze gegevens zijn afkomstig uit onderzoek vanhet Nivel met behulp van de LandelijkeInformatievoorziening Paramedische Zorg(LiPZ). Het onderzoek is verricht in opdrachtvan het Ministerie van VWS. LIPZ is een lande-lijk representatief netwerk van geautomatiseer-de extramurale fysiotherapie en oefentherapie-

praktijken die gegevens registreren over de zorgdie zij aan hun patiënten leveren.Er deden 34 praktijken voor fysiotherapie, 19praktijken voor oefentherapie Cesar en 17 prak-tijken voor oefentherapie Mensendieck aan hetonderzoek mee. Zij hebben gegevens van442.971 zittingen aangeleverd. De meetperiodewas 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004.Bron: Nivel, 25 februari 2005<

Vergeleken met 2003 hebben fysiotherapeutenin 2004 meer mensen behandeld met een chro-nische aandoening waarbij fysiotherapie ver-goed wordt door de basisverzekering (een ‘lijst-aandoening’). Het verwijsbeleid van huisartsenen specialisten lijkt niet veranderd, maar fysio-therapeuten benoemen een groter deel van denaar hen verwezen patiënten als ‘lijstpatiënt’.

Niettemin blijkt nog een aanzienlijk deel (ca.20%) van de naar een fysiotherapeut verwezenreumapatiënten en CVA-patiënten niet als lijst-patiënt te worden aangemerkt. Waarom dat niet

gebeurt, is niet onderzocht. Uit eerder Nivel-onderzoek bleek dat het totaal aantal bezoekenaan de fysiotherapeut met zes procent is afgeno-men. Het aantal bezoeken van lijstpatiënten isechter met dertig procent gestegen. Dit komtvooral door een stijging van het aantal nieuwelijstpatiënten (met 26%) en minder door eenstijging van het aantal zittingen per patiënt. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel-projectLandelijke Informatievoorziening ParamedischeZorg (LIPZ) gesubsidieerd door het Ministerievan VWS.Bron: Nivel, 22 maart 2005<

377 meer fysiotherapeutische zorg voor patiënten met chronischeaandoening in 2004

Staatssecretaris Ross van VWS stelt twintig mil-joen euro extra beschikbaar voor de zorg vankwetsbare mensen, voor wie zonder zorg maat-schappelijke teloorgang dreigt. Zij wil dat dezorg die instellingen voor maatschappelijkeopvang vorig jaar leverden in 2005 kan wordenvoortgezet. Dat schrijft zij in een brief aan deTweede Kamer.

Aanleiding voor het beschikbaar stellen van deextra middelen is de overgang van bekostiging

via een subsidieregeling naar financiering uit deAWBZ. De subsidieregeling voor de begeleidingvan cliënten van de geestelijke gezondheidszorgin de maatschappelijke opvang eindigde per 1januari 2005. De instellingen die deze subsidieontvingen kregen tot 2005 de tijd om toelatingaan te vragen voor financiering uit de AWBZ. Het College voor zorgverzekeringen gaf 67 voor-heen gesubsidieerde opvanginstellingen eenerkenning: 57 voor maatschappelijke opvang en10 voor vrouwenopvang. Voor de bekostiging

> welzijnszorg

378 ross geeft twintig miljoen euro extra voor maatschappelijkeopvang

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 101

Page 2: 378 Ross Geeft Twintig Miljoen Euro Extra Voor Maatschappelijke Opvang

zorg

102 3-2005 > zorg & financiering

van hen in 2005 is uitgegaan van de gecontrac-teerde zorg op 1 december 2004. Naar nu blijkthadden de zorgkantoren in 2004 echter ook pro-ductieafspraken gemaakt die betrekking haddenop een gedeelte van het jaar.Daarnaast leek er onvoldoende rekening te zijngehouden met het wegvallen van de subsidiere-geling en bleek er sprake van een ongelijke ver-deling van het beschikbare budget over deregio’s. Om helderheid te krijgen over eventueletekorten heeft Ross Zorgverzekeraars Nederlandde knelpunten laten inventariseren. Volgens dehuidige inzichten blijkt daaruit dat twintig mil-joen euro extra nodig is om de afspraken uit

2004 om te zetten naar afspraken op jaarbasisin 2005.Voor de toekomst wil Ross de maatschappelijkeopvang aan mensen, die langdurige zorg nodighebben en bij wie behandelperspectief ont-breekt (bij voorbeeld zwaar verslaafde perso-nen), uit de AWBZ garanderen. Zij zullen eenberoep kunnen doen op de AWBZ, schrijft zij.‘Dat blijft zo, ook wanneer de AWBZ is terugge-bracht tot een verzekering voor onverzekerbarechronische en continue zorg.’Bron: persbericht Ministerie van VWS, 16 maart2005<

De Raad voor de Kinderbescherming en dejeugdzorg in Noord-Holland hebben flinke ste-ken laten vallen in het drama rond de driejarigeSavanna uit Alphen aan den Rijn. Dat meldt deInspectie voor de Jeugdzorg. De MOgroep,brancheorganisatie voor de jeugdzorg, onder-schrijft de aanbevelingen uit het rapport. Ookde verantwoordelijke bewindslieden doen dat.

Het lichaam van het meisje werd vorig jaar sep-tember ontdekt in de kofferbak van haar moe-ders auto.De gezinsvoogd, de teamleider van het BureauJeugdzorg, de Raad voor de Kinderbeschermingen het Advies en Meldpunt Kindermishandeling(AMK) hebben fouten gemaakt, stelt deInspectie voor de Jeugdzorg in een kritisch rap-port (Onderzoek naar de kwaliteit van het hulpverle-ningsproces aan S.), dat op 8 maart jl. werdgepubliceerd.Al voor februari 2002 ging het niet goed in hetgezin, blijkt uit het onderzoek. Naar aanleidingvan een melding bij het AMK over verwaarlo-zing, ondervoeding en vermoedens van mishan-deling, werd de peuter in februari 2002 uit huis

geplaatst en onder toezicht gesteld. Een half jaarlater mocht ze terug naar haar moeder dieinmiddels naar Alphen aan den Rijn was ver-huisd. Tot haar dood in september 2004 blevende signalen dat het kind werd mishandeld terug-komen.

Aanbevelingen van de inspectie

Aan Bureau Jeugdzorg Noord-Holland:

1. Organiseer de afdeling jeugdbescherming zodat er regelmatig interne inhoudelijke toet-sing van individuele zaken plaatsvindt, zekerwat betreft deze regiovestiging.

2. Geef invulling aan de sturende en controle-rende rol van de leidinggevende: deze is opdat niveau verantwoordelijk voor besluitenvan de gezinsvoogd.

3. Stel in het ots-proces (ondertoezichtstelling)het belang van het kind centraal; andere per-spectieven zijn hieraan ondergeschikt.

4. Neem een expliciete risico-inschatting van deveiligheid van het kind op als onderbouwingvan de besluiten.

> jeugdzorg en ouder- en kindzorg

379 inspectie hekelt jeugdhulpverleners savanna

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 102