3.2

18

Transcript of 3.2

Page 1: 3.2
Page 2: 3.2

Avril was gelukkig.

Chloé

Page 3: 3.2

Ze waren verhuisd naar een huis waarin ze eindelijk haar eigen kamer had en bovendien waren haar ouders weer bij elkaar. In haar klas klaagde iedereen dat hun ouders klef deden, maar Avril vond het fijn dat haar ouders zich als een stel verliefde tieners gedroegen. Ze waren tenminste verliefd, dat was een stuk meer dan ze haar hele leven had kunnen zeggen.

Page 4: 3.2

Mike leunt over het hek bij de voordeur heen. ‘Avril?’ Avril laat zich van het klimrek af vallen en kijkt op. ‘Kun je even mee naar binnen komen?’ ‘Ja hoor.’ Ze loopt met Mike mee.

Page 5: 3.2

Chloé staat in de kamer. Avril kijkt even naar haar. Er is iets anders. ‘Mam-’ Ze aarzelt even. ‘Je bent best wel dik.’ Chloé lacht. Ze had zich hier al wel op voorbereid. Ze hurkt bij haar dochter neer.

Page 6: 3.2

‘Avril, ik heb een buikje omdat er een baby inzit. Je krijgt een broertje of zusje, vind je dat leuk?’ Avril kijkt even paniekerig naar haar moeders buik. ‘Een broertje of zusje?’ Chloé knikt. ‘Echt waar?’ Chloé staat op en laat haar buik zien. ‘Ja.’

Page 7: 3.2

‘Dat is… AWESOME!’ Mike en Chloé lachen. ‘Fijn dat je het leuk vind.’ Avil legt haar handen op haar moeders buik. ‘We gaan samen spelen en we worden beste vrienden en-en…’

Page 8: 3.2

Chloé glimlacht. ‘Mooi zo. Wat denk jij, een jongen of een meisje?’ Avril aarzelde even. ‘Een jongen.’ Mike schudde zijn hoofd. ‘Nah, ik blijf het op een meisje houden.’ Chloé grinnikt. ‘We zullen zien. Maar ik ben met allebei even blij hoor.’

Page 9: 3.2

~

Page 10: 3.2

Als Daniël uit zijn werk komt, staat Liam bij de brievenbus op hem te wachten. Hij ziet er niet vrolijk uit. Bezorgd loopt Daniël naar hem toe. ‘Wat is er gebeurt?’ ‘Het is Clifford.’

Hoofdhuis

Page 11: 3.2

Clifford de Groot – 38 dagen

Page 12: 3.2

Even later zit Daniël bij de garage. Hij wil even alleen zijn. Het mocht dan wel een kat zijn, maar voor hem was het niet zomaar een kat. Hij was zijn maatje geweest, iets dat hem hielp de eenzame dagen door te komen, en altijd voor een beetje humor zorgde.

Page 13: 3.2

Noëlle gaat stilletjes naast hem zitten. ‘Zeg niet dat het maar een kat was en ik me niet aan moet stellen.’ mompelt Daniël. Noëlle schudt haar hoofd. ‘Dat was ik ook niet van plan.’

Page 14: 3.2

‘Hij was de enige die bij je was voor ik in dat kleine huisje kwam wonen. Het enige stukje dat overgebleven was van die bijna lege kavel.’ Ze glimlacht. ‘Om nog maar niet te spreken over wat een leuk beestje het was.’ Ze klopt op zijn arm. ‘Maar je hebt ons nog.’ ‘Dat weet ik wel, maar…’

Page 15: 3.2

‘Ik weet het.’

~

Page 16: 3.2

Die avond staan Liam en Jess in de keuken klaar bij twee taarten. Liam wiegt Hannah zachtjes in zijn armen. ‘Goed, ben je er klaar voor?’ Jess knikt.

Page 17: 3.2

Ze leunt naar voren. ‘Blaas jij de kaarsjes uit of doe ik het?’ David kirt vrolijk en grijpt even met zijn handjes naar de flikkerende kaarsjes, maar er gebeurt niet veel. Jess grinnikt en blaast ze uit.

Page 18: 3.2